Inspectierapport Roezemoes (PSZ) Brandlicht 1 7463CM RIJSSEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Twente Rijssen-Holten 20-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 01-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 10
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle inspectie-items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-items die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing In deze beschouwing staan de resultaten van de uitgevoerde inspecties. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze bevindingen worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over dit kindercentrum Peuterspeelzaal Roezemoes is gevestigd in het gebouw 'de Paraplu' in de wijk Veneslagen te Rijssen. Dit is een multifunctioneel gebouw waarin naast de peuterspeelzaal ook de kinderopvangorganisatie SKWT (BSO Quibus) en de speeltuinvereniging 'Noord' is gehuisvest. De peuterspeelzaal heeft drie ruimten in 'de Paraplu'; twee beneden en één boven. Inspectiegeschiedenis 28-02-2013, jaarlijks onderzoek. Er zijn tekortkomingen geconstateerd met betrekking tot de voorschoolse educatie. 21-01-2014, jaarlijks onderzoek. De peuterspeelzaal voldoet aan alle getoetste voorwaarden uit dit reguliere onderzoek. Bevindingen huidige inspectie op hoofdlijnen Op de getoetste items zijn geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘pedagogisch klimaat’. Per aspect worden praktijkobservaties beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. De volgende competenties zijn geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid; Persoonlijke competentie; Sociale competenties; Overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie januari 2015). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Pedagogische praktijk Uit het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij inhoudelijk op de hoogte zijn van het beleidsplan. Dit is ook terug te zien in het handelen van de beroepskrachten. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Observatie (groep 2) De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Ze hebben rustige gesprekjes die aansluiten bij het niveau en de belevingswereld van het kind. Een van de kinderen is de wasmachine in de huishoek aan het inpakken. De beroepskracht ziet dat het kind van alles in de wasmachine stopt. Naast kleren stopt het kind er ook speelgoed en bestek en pannen uit de huishoek in. De beroepskracht reageert op een rustige manier. Ze zegt niet dat speelgoed niet in de wasmachine hoort maar vraagt wat het kind allemaal in de wasmachine heeft gestopt en wanneer de was klaar is. Pas als het kind de wasmachine aan het uitpakken is vraagt de beroepskracht of een pan wel in de wasmachine hoort. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie (groep 3) De beroepskrachten hanteren een herkenbare dagindeling. Kinderen weten wat er komt. Binnen deze dagindeling wordt ruimte gemaakt voor nieuwe, grappige situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. Voor het opruimen zet de beroepskracht het standaard opruimliedje op. De CD werkt echter niet heel goed en er klinkt een ander liedje. De kinderen reageren daarop en zeggen dat het niet goed is. De beroepskracht gaat hier even op in door te vragen wat dat voor liedje is en waar dat liedje bij hoort. Daarna wordt het opruimliedje weer opgezet en ruimen de kinderen verder op. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Observatie (groep 3) Wanneer een kind met een autostuur aan het spelen is komt een ander kind bij hem zitten. Het kind met het autostuur speelt even zelf met het stuur en vraagt dan aan het kind naast hem of hij ook even met het stuur wil. Ze spelen er vervolgens om de beurt mee. De beroepskracht ziet dat en zegt: "Zo, dat zijn echte vrienden, goed hoor. En lief, zo kan je goed samen spelen". Overdracht van waarden en normen Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
4 van 10
Observatie (groepen 2 en 3) In beide ruimten is op verschillende plaatsen informatie aanwezig bijvoorbeeld de dagritme kaarten en praatplaten die in sommige hoeken opgesteld staan. Kinderen weten welke afspraken gelden in de verschillende hoeken. De ruimten zijn een vertrouwde plek voor de kinderen en kinderen gedragen zich verantwoordelijk bijvoorbeeld bij het opruimen. Als het opruimliedje klinkt dan helpen alle kinderen mee met opruimen. Conclusie De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd. Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal Roezemoes biedt VVE (voor- en vroegschoolse educatie) aan in groepen van maximaal 16 kinderen. Per week besteedt de houder ten minste 10 uur aan voorschoolse educatie. Er wordt gewerkt met het programma Startblokken. De houder heeft voor het jaar 2015/2016 een scholingsplan opgesteld. De beroepskrachten die op deze VVE groep worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie aangevuld met een VVE certificaat. Conclusie De houder voldoet aan de basisvoorwaarden voor VVE. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groepen 2 en 3) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (2015/2016)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
5 van 10
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten en vrijwilligers zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 3 ruimten. Van deze ruimten maken 13 peuterspeelgroepen gebruik. Deze groepen bestaan uit maximaal 16 kinderen. Iedere groep heeft één vaste beroepskracht en een vaste vrijwilliger en soms een stagiaire. Conclusie De opvang voldoet aan de gestelde eisen voor opvang in groepen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De groepen van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar worden gedurende de hele opvangtijd begeleid door een beroepskracht en een vrijwilliger. Op de dag van inspectie waren in beide groepen 10 kinderen aanwezig met een beroepskracht en een vrijwilliger. Conclusie Aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groepen 2 en 3) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
7 van 10
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Roezemoes http://www.viaviewelzijn.nl 48 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
ViaVie Welzijn Smidsbelt 6 7451BL HOLTEN www.socuweholten.nl 59678275
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Twente Postbus 1400 7500BK ENSCHEDE 053-4876700 Inge Moerenhout
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Rijssen-Holten : Postbus 244 : 7460AE RIJSSEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
20-08-2015 25-08-2015 Niet van toepassing 01-09-2015 02-09-2015 02-09-2015
: 22-09-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Roezemoes te RIJSSEN
10 van 10