Inspectierapport Little Pumpkin (KDV) Robert Kochplantsoen 42 1097 GK AMSTERDAM Registratienummer: 305501574
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Oost Datum inspectie: 19-03-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 16-04-2014
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
1/13
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
2/13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 31 maart 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bij dit jaarlijks inspectieonderzoek zijn alle kwaliteitseisen onderzocht.
Beschouwing Kinderdagverblijf Little Pumpkin is een vennootschap onder firma met twee houders. De houders zijn moeder en dochter. De moeder is gediplomeerd en de dochter verklaart zo spoedig mogelijk haar studie voort te zetten en af te ronden. De houders hebben verklaard dagelijks aanwezig te zijn op de groep van 7.00-19.00 uur. Dit staat bovendien beschreven in het document ‘Werken op een verticale groep’. In de informatiebrochure ‘KDV Little Pumpkin’ staat beschreven dat de houder die in het bezit is van een passende beroepskwalificatie de eindverantwoordelijkheid heeft tijdens de dagelijks gang van zaken in het kinderdagverblijf. Op het moment van het inspectieonderzoek heeft de houder nog geen aandachtsfunctionaris en een vertrouwenspersoon aangesteld. De houder is in overleg met de houder van een ander kinderdagverblijf gevestigd in de buurt van het kinderdagverblijf Little Pumpkin om gezamelijk een aandachtsfuctionaris en een vertrouwenspersoon aan te stellen. Er is met ingang van 6 maart 2014 een oudercommissie ingesteld bestaande uit drie leden. Er heeft op 6 maart een eerste kennismaking bijeenkomst plaatsgevonden.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om op de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
3/13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan opgesteld ‘Pedagogisch beleidsplan Little Pumpkin’, waarin de voor dit kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat er maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar per dag opgevangen kunnen worden door drie beroepskrachten. De kinderen verlaten de stamgroep alleen met buitenactiviteiten als een bezoek aan de kinderboerderij en het bezoeken van speeltuintjes in de buurt. Hierbij wordt altijd rekening gehouden met de beroepskracht-kind-ratio. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat de beroepskrachten worden ondersteund door een groepshulp die dagelijks van 10.30 tot 16.30 uur aanwezig is. Bovendien is één van de houders, die niet in het bezit is van een geldige beroepskwalificatie, dagelijks de gehele dag aanwezig ter ondersteuning van de beroepskrachten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop de kinderen wennen aan de groep bij aanvang van de opvang. Bovendien staat het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van de kinderopvang gedurende extra dagen en dagdelen duidelijk en concreet beschreven. Een beschrijving van het vierogenprincipe is nog niet in het pedagogisch beleidsplan opgenomen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Er heerst een prettige en rustige sfeer op de groep. De kinderen hebben plezier in het spel dat ze spelen en krijgen hiervoor ook complimenten van de beroepskrachten. Kinderen krijgen de ruimte om zelf te bepalen waar ze mee spelen. Er wordt na het fruit eten wel een activiteit aangeboden (kleien), maar kinderen mogen zelf beslissen of ze hieraan mee doen. De beroepskrachten hebben tijdens het werken met de kinderen een respectvolle houding jegens de kinderen en er is veel interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen. Dit blijkt uit het volgende voorbeeld: de beroepskracht vraagt aan het kind of hij een schone luier wil. Het kind reageert met 'Nee' en kijkt vervolgens de andere kant op met een beetje boos gezicht en gaat verder met spelen. De beroepskracht vraagt: 'Wil je nog geen schone luier?'. Het kind reageert hierop met: 'Nee'. De beroepskracht zegt vervolgens 'Okee, dan ga ik eerst (naam van het kind) een schone luier geven en daarna kom ik weer bij jouw'. Het kind kijkt de beroepskracht aan en zegt: 'Ja' en gaat weer door met spelen. De beroepskracht geeft op deze wijze het kind de ruimte om zelf te kiezen. Als de beroepskracht klaar is met het verschonen van het ene kind en naar het andere kind toeloopt, komt het kind al met een uitgestoken hand naar haar toelopen en zegt 'Klaar' en loopt rustig met de beroepskracht mee. De beroepskracht geeft hem een compliment dat hij dit zo goed kan vertellen. Gebruikte bronnen: - ‘Pedagogisch beleidsplan Little Pumpkin’, versie geen versie nummer of datum - Observatie: tijdens de ochtend uren, er zijn op dat moment vier kinderen aanwezig in de leeftijd van 1 tot 3 jaar - Gesprek met beide houders
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
4/13
Personeel en groepen Op het moment van het inspectieonderzoek zijn er twee gekwalificeerde beroepskrachten werkzaam op het kinderdagverblijf Little Pumpkin. De houder die nog niet in het bezit is van een passende beroepskwalificatie is dagelijks op de groep aanwezig ter ondersteuning van de beroepskrachten. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De twee beroepskrachten die werken bij het kinderdagverblijf zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectieonderzoek worden er op maandag, donderdag en vrijdag maximaal acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dinsdag en woensdag worden er maximaal vijf kinderen opgevangen door één beroepskracht. Er zijn op dit moment voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen. Er is een vacature voor een groepshulp voor vijf dagen per week. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruik gemaakt van een uitzendbureau. Bovendien is er de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen van een kinderdagverblijf in de omgeving voor de inzet van invalkrachten. De houders hebben een achterwachtregeling opgesteld. Hierin is opgenomen dat in geval van nood de beroepskrachten eerst de houders moeten bellen, in tweede instantie de echtgenoot van een van hen en ten slotte de buren in de Eisingastraat. Deze personen kunnen, conform de achterwachtregeling, allemaal binnen vijftien minuten aanwezig zijn op locatie. Op het moment van inspectieonderzoek zijn beide houders dagelijks de gehele dag aanwezig, waardoor de bovenstaande achterwachtregeling niet kan worden toegepast. De houders verklaren dat de buren en beide echtgenoten als achterwacht in te kunnen inzetten. De werktijden van de beide houders zijn op maandag en dinsdag van 8.00-18.00 uur en op woensdag, donderdag en vrijdag van 7.30-18.00 uur. De tweede beroepskracht wordt op maandag, donderdag en vrijdag ingezet van 8.30-17.00 uur. De houder die gekwalificeerd is als beroepskracht geeft aan geen pauze te houden wanneer de kinderen op de opvang aanwezig zijn. De tweede beroepskracht heeft een half uur pauze tussen 13.00-14.30 uur. Gezien bovenstaande werktijden en de breng- en haaltijden van de kinderen wordt er op de maandag, donderdag en vrijdag ten hoogste drie uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op de dinsdag en woensdag wordt er niet afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio, aangezien er dan slechts vijf kinderen door één beroepskracht worden opgevangen. Zowel in de informatiebrochure ‘KDV Little Pumpkin’ als het ‘Pedagogisch beleidsplan Little Pumpkin’ als op de website staat beschreven dat de houder die gekwalificeerd is, wordt aangemerkt als de beroepskracht en dat deze de eindverantwoordelijkheid heeft bij de dagelijkse opvang op de groep.
Opvang in groepen Er is één stamgroep. De groep bestaat uit maximaal zestien kinderen tussen de 0 en 4 jaar oud. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroep. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten van de maanden januari, februari en maart 2014 - Presentielijsten van de maanden januari, februari en maart 2014 - ‘Pedagogisch beleidsplan Little Pumpkin’ - Informatiebrochure - Gesprek met beide houders
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
5/13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is in mei 2013 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. De houder heeft een risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid die de actuele situatie betreft. De thema's die beschreven zijn in de risicoinventarisatie veiligheid zijn: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. De thema's die beschreven zijn in de risico-inventarisatie gezondheid zijn: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak veiligheid en het plan van aanpak gezondheid zijn alle risico’s die kunnen voorkomen op het kinderdagverblijf, opgenomen. In de risico-inventarisaties wordt per risico een inschatting gemaakt van de kans op letsel en de ernst van het letsel. In het plan van aanpak veiligheid en gezondheid staat bij ieder risico aangegeven welke maatregel er genomen moet worden om de kans te verkleinen en in welk document van het veiligheidsbeleid de maatregel is opgenomen. Bovendien staat er beschreven wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het veiligheidsbeleid staat onder andere in de volgende documenten beschreven: ‘Huisregels’, ‘Werkzaamheden verticale groep’, ‘Gezondheid, veiligheid en hygiëne’, ‘Werkinstructies voeding’, ‘Protocol te laat ophalen na sluitingstijd’, ‘Werkinstructies wandelen en buiten spelen’, ‘Protocol vermissing’, ‘Werkinstructies uitvoer activiteiten’, ‘Werkinstructies dreiging van buitenaf’, ‘Protocol huilen’, ‘Werkinstructies kinderen met opvallend gedrag’, ‘Protocol uiterlijke verzorging’, ‘Protocol e-mail- en internet-gebruik’, ‘Protocol telefoongebruik en fotograferen’, ‘Werkinstructies verschonen’, ‘Slaapbeleid’ en ‘Zomerprotocol’. Het gezondheidsbeleid staat onder andere in de volgende documenten beschreven: ‘Werkinstructies ventileren en luchten’, ‘Werkzaamheden verticale groep’, ‘Schoonmaakbeleid (Schoonmaakschema)’, ‘Huisregels’, ‘Gezondheid, hygiëne en veiligheid’, ‘Werkinstructies voeding’, ‘Werkinstructies verschonen’, ‘Werkinstructies handelen bij ongelukken’, ‘Zomerprotocol’, ‘Werkinstructies wandelen en buiten spelen’, ‘Ziektebeleid’ en ‘Werkinstructies handelen bij ongelukken’. Voor de registratie van ongevallen wordt gebruikgemaakt van het ongevallenregistratieformulier van de risicomonitor. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt één keer per maand in een teamoverleg besproken. Beide houders en de beroepskracht zijn hierbij aanwezig.
Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' (versie 1 juli 2013) en de bijbehorende handleiding. Aan de 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' is een sociale kaart toegevoegd. De houder verklaart voornemens te zijn een aandachtsfunctionaris aan te stellen samen met een ander kinderdagverblijf dat gevestigd is in de buurt van het kinderdagverblijf Little Pumpkin. De houders zijn hierover nog in overleg met het kinderdagverblijf waarmee samengewerkt zal worden. De houders hebben in september 2013 de curus 'Kinderen die opvallen' gevolgd en in oktober 2013 de training 'Meldcode kindermishandeling'. De meldcode is voor het laatst in het teamoverleg van 14 maart 2014 besproken. Vierogenprincipe De houders verklaren dat er altijd minimaal twee personen aanwezig zijn op de locatie. Op het moment van het inspectieonderzoek zijn dat beide houders. Beide houders zijn van 7.00-19.00 uur aanwezig. De kinderen worden opgevangen in één overzichtelijke groepsruimte, waarin ook de verschoontafel staat. In de slaapkamer is een babyfoon geplaatst. Op het moment van het inspectieonderzoek wordt er voldaan aan het vierogenprincipe. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, mei 2013 - Risico-inventarisatie gezondheid, mei 2013 - Plan van aanpak: inventarisatielijsten veiligheid en gezondheid, plan van aanpak veiligheid en gezondheid en diverse protocollen, werkinstructies en huisregels - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van kinderdagverblijf Little Pumpkin, vastgesteld maart 2014. - Gesprek met beide houders
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
6/13
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over één stamgroepsruimte. Volgens de door de houder aangeleverde plattegrond biedt de stamgroepsruimte 56,2 m² binnenspeelruimte. De ruimte is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal zestien kinderen. Een gedeelte van de ruimte achter in de groepsruimte kan worden afgeschermd; hier bevindt zich het spel- en ontwikkelingsmateriaal dat specifiek voor de peuters is. De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met de leeftijd en het aantal op te vangen kinderen. De groepsruimte is zo ingedeeld dat de kinderen zelfstandig het spelmateriaal kunnen pakken. Een gedeelte van de groepsruimte kan afgeschermd worden met een harmonicadeur. Kinderen vanaf twee jaar maken tijdens het slapen/rusten gebruik van deze ruimte. In de praktijk moet nog blijken of deze deur voldoende geluiddicht is. Er is in het kindercentrum één slaapkamer waarin in totaal zes bedden beschikbaar zijn voor de kinderen tot anderhalf jaar. Daarnaast zijn er zes stretchers beschikbaar voor de andere kinderen; zij zullen slapen/rusten op de groep achter de harmonicadeur. Of deze deur in de praktijk voldoende geluidwerend is, zodat deze kinderen ook daadwerkelijk kunnen slapen, zal een punt van aandacht zijn voor de volgende inspectie, aangezien er op dit moment alleen gebruik gemaakt wordt van de slaapkamer. Buitenspeelruimte Volgens de door de houder aangeleverde plattegrond heeft de toegankelijke en aangrenzende buitenruimte een bruto-oppervlakte van 78 m² en dat is ruim voldoende voor de opvang van zestien kinderen. De houders hebben voldoende buitenspelmateriaal aangeschaft in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. In de buitenruimte staat een speelhuis, is rijdend materiaal (fietsjes en loopauto’s), zijn ballen, een zandtafel met zandbakspeelgoed en een picknicktafel. Bovendien hebben de houders een kleine moestuin aangelegd, waarin samen met de kinderen gewerkt kan worden. Gebruikte bronnen: - Plattegrond behorende bij de gebruikersvergunning van Kinderhonk (vorige houder, d.d. 27 januari 2010) - Inspectieonderzoek - Gesprek met beide houders
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
7/13
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de informatiebrochure ‘KDV Little Pumpkin’, de website www.little-pumpkin.nl, de facebookpagina van Little Pumpkin en de intakegesprekken met de ouders. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. De houder informeert de ouders voldoende over het te voeren beleid. De houder heeft de Kwaliteitswijzer Kinderopvang Amsterdam ingevuld. De informatie hierop is conform de praktijk. De ouders worden er altijd van op de hoogte gebracht door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen. De houders verklaren tijdens het inspectieonderzoek dat zij vijf dagen per week van 7.00-19.00 uur op de groep staan en dat zij de intakegesprekken met de ouders voeren. Er hangt bovendien bij de ingang van de groep een dagrooster waarop de namen van de beroepskrachten staan die op de groep werken. De inspectierapporten van het kinderdagverblijf zijn op de website van het kinderdagverblijf Little Pumpkin geplaatst. Oudercommissie Er is een reglement voor de oudercommissie op de locatie. Dit reglement is op 6 maart 2014 door de houder vastgesteld. Het is een startende oudercommissie die bestaat uit drie leden. Op 6 maart 2014 heeft de eerste bijeenkomst van de oudercommissie plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst is het veiligheids- en gezondheidsbeleid en de meldcode kindermishandeling met de oudercommissie besproken. Aangezien het een startende oudercommissie is, is er nog geen gebruik gemaakt van het adviesrecht. Klachten De houder beschikt over een klachtenregeling. Deze regeling is te vinden zowel op de website (www.little-pumpkin.nl) als in de informatiebrochure en het ‘Pedagogisch beleidsplan Little Pumpkin’. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. De houder heeft het openbare verslag klachtenregeling cliënten zorgsector over het jaar 2013 aan de toezichthouder toegezonden op 29 maart 2014. Gebruikte bronnen: - Reglement oudercommissie van kinderdagverblijf Little Pumpkin, d.d. 6 maart 2014 - Overzicht leden van de oudercommissie - Informatiebrochure ‘KDV Little Pumpkin’ - Website www.little-pumpkin.nl - Facebookpagina van Little Pumpkin - Gesprek met beide houders - Website Kwaliteitswijzer Kinderopvang Amsterdam - Inspectieonderzoek
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
8/13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
9/13
kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
10/13
begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. In het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. De leden worden gekozen uit en door de ouders. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
11/13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Little Pumpkin 000025304542 http://www.little-pumpkin.nl 16 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Little Pumpkin Robert Kochplantsoen 42 1097 GK AMSTERDAM 55675646
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. I. Dol
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel Oost : Postbus 94801 : 1090 GV AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
: : : : :
19-03-2014 04-04-2014 16-04-2014 16-04-2014 16-04-2014
: 16-04-2014 :
12/13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen zienswijze ingediend op het ontwerprapport. Dit betekent dat de bevindingen van de toezichthouder niet worden bestreden en in verdere besluitvorming niet meer ter discussie kunnen worden gesteld.
Little Pumpkin - Jaarlijks onderzoek 19-03-2014
13/13