Inspectierapport Kinderdagverblijf the Little Prince (KDV) Prinses Irenestraat 36 1077 WX AMSTERDAM Registratienummer: 241344761
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 23-03-2015 Type onderzoek: Nader onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 25-03-2015
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
1/9
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
2/9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 23 maart 2015 is er op grond van artikel 1.62, vijfde lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en naar aanleiding van een handhavingsbesluit dat is genomen door de gemeente een nader onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek bestaat uit een bezoek op de locatie in combincatie met een documentenonderzoek. Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen.
Beschouwing Aanleiding onderzoek In het jaarlijks inspectieonderzoek op deze locatie (d.d. 27 oktober 2014) is een aantal overtredingen geconstateerd. Bureau Kinderopvang (BK) heeft vervolgens een handhavingstraject gestart, en een aanwijzing uitgevaardigd. In dit onderzoek is beoordeeld of de overtredingen inmiddels zijn hersteld. Organisatie Het kinderdagverblijf The Little Prince is een eenmanszaak. Het kinderdagverblijf is gehuisvest in een souterrain van een kerk in Amsterdam-Zuid en bestaat uit twee stamgroepen. De eigenares heeft de algemene leiding van de organisatie en is eindverantwoordelijk. De eigenares verklaart bijna dagelijks een aantal uur in het kinderdagverblijf aanwezig te zijn, zij is niet gediplomeerd dus zij kan niet formatief worden ingezet. Er is geen leidinggevende aangesteld. De beroepskrachten zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op het kinderdagverblijf en voor het opstellen en implementeren van het beleid. De eigenares neemt de plaatsing en planning van de kinderen, het personeelsbeleid, het inplannen van personeel, het oudercontact en de facilitaire taken op zich. Hostorie Al vanaf 2010 zijn bij diverse inspectieonderzoeken overtredingen geconstateerd op het gebied van het pedagogisch beleid, het gezondheidsbeleid, de meldcode kindermishandeling, de inzet van het aantal beroepskrachten en het ouderrecht. Een deel van deze overtredingen komt voort uit het feit dat de eigenares het beleid, de informatievoorziening en de werkwijze onvoldoende aanpast aan nieuwe wet- en regelgeving. Ook is het een terugkerend probleem dat de eigenares een onduidelijke aanwezigheidsadministratie voert voor zowel de kinderen als voor de beroepskrachten waardoor er onvoldoende zicht is op het totale aantal aanwezige kinderen per dag en het aantal aanwezige beroepskrachten.
Advies aan college van B&W Niet alle eerder geconstateerde overtredingen zijn hersteld. De toezichthouder adviseert om op deze overtredingen de handhaving te vervolgen.
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
3/9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Tijdens het jaarlijks inspectieonderzoek d.d. 27 oktober 2014 is geconstateerd dat het pedagogisch beleidsplan niet aan alle voorwaarden voldeed. De houder heeft op 4 maart 2015 een aangepast pedagogisch beleidsplan overgelegd. Hierin is een paragraaf toegevoegd over de wijze waarop de normen en waarden worden overgedragen aan de kinderen, waarmee de vier pedagogische basisdoelen voldoende worden beschreven. Met betrekking tot het verlaten van de eigen groepsruimte staat beschreven dat er een opendeurenbeleid is waarbij kinderen onder begeleiding in een andere groepsruimte kunnen spelen, en dat kinderen de groepsruimte verlaten om buiten of in de speelhal te spelen. Hierbij is duidelijk beschreven onder wiens verantwoordelijkheid de kinderen vallen en hoe de kinderen hierbij begeleid worden. In het pedagogisch beleidsplan is niets opgenomen over de wijze waarop kinderen kunnen wennen bij aanvang van de opvang, en bij het overgaan naar een nieuwe groep. De houder heeft een apart wenbeleid overgelegd, waarin zowel het extern als het intern wennen in duidelijke en observeerbare termen staat beschreven. Het is echter onduidelijk hoe dit aparte document zich verhoudt tot het pedagogisch beleidsplan; het document wordt bijvoorbeeld niet in het pedagogisch beleidsplan genoemd en vice versa. Hiermee is het wenbeleid geen onderdeel van het pedagogisch beleidsplan en is het onduidelijk of alle ouders kunnen beschikken over het document. Ten aanzien van het beleid omtrent het afnemen van extra dagen is enkel opgenomen dat dit in overleg met de eigenares wordt gedaan. Dit is onvoldoende concreet. Hierbij is bijvoorbeeld niet beschreven of kinderen alleen in de eigen groep kunnen worden opgevangen of ook in een andere groep, en hoe dit wordt vormgegeven. De houder dient beleidswijzigingen ter advies aan de oudercommissie voor te leggen; dit is echter geen onderdeel van het huidige inspectieonderzoek. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - E-mailbericht van een beroepskracht namens de eigenaresse (ontvangen op 4 maart 2015) - Pedagogisch Beleidsplan "The Little Prince" (versie februari 2015, ontvangen op 4 maart 2015) - Wenbeleid Little Prince (versie januari 2015, ontvangen op 4 maart 2015) - Jaarlijks inspectieonderzoek (d.d. 27 oktober 2014)
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
4/9
Personeel en groepen Beroepskracht-kind-ratio Achterwachtregeling Tijdens het jaarlijks inspectieonderzoek d.d. 27 oktober 2014 is geconstateerd dat er niet werd gewaarborgd dat er binnen vijftien minuten een achterwacht aanwezig kon zijn op de locatie, wanneer er conform de beroepskracht-kind-ratio één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig was. De houder heeft op 4 maart 2015 een gewijzigd pedagogisch beleidsplan overgelegd. Hierin is opgenomen dat wanneer de achterwacht (de eigenares) op vakantie is, een ouder van een kind op de opvang als achterwacht fungeert. Uit de beschrijving blijkt niet dat deze persoon binnen 15 minuten aanwezig kan zijn op de opvang. Tijdens het inspectiebezoek d.d. 24 maart 2015 blijkt dat de beroepskrachten niet op de hoogte zijn van deze achterwachtregeling. De aanwezige beroepskrachten vertellen allemaal dat de eigenares de achterwacht is, en dat die vanuit haar woning binnen 15 minuten aanwezig kan zijn op de locatie. De beroepskrachten zijn geen van allen op de hoogte van een alternatieve achterwacht, voor het geval dat de eigenares niet in haar woning is en dus niet binnen 15 minuten aanwezig kan zijn. Hiermee is de overtreding niet hersteld. Afwijking van de beroepskracht-kind-ratio Tijdens het jaarlijks inspectieonderzoek d.d. 27 oktober 2014 is geconstateerd dat er dagelijks langer dan drie uur van de beroepksracht-kind-ratio wordt afgeweken. In een e-mailbericht van een beroepskracht namens de eigenares d.d. 4 maart 2015 verklaart de beroepskracht dat er dagelijks tot 9.00 uur en vanaf 17.00 uur kan worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De beroepskrachten verklaren tijdens het inspectiebezoek d.d. 24 maart 2015 dat zij de volgende werktijden hebben: van maandag tot en met donderdag werken twee beroepskrachten van 7.45 tot 17.00 uur, met een pauze van 13.00 tot 14.00 uur en er werken twee beroepskrachten van 9.00 tot 18.15 uur, met een pauze van 14.00 tot 15.00 uur. Op vrijdag werken er drie beroepskrachten: één werkt van 7.45 tot 17.00 uur, één werkt van 7.45 tot 18.15 uur en één werkt van 9.00 tot 18.15 uur. Iedere beroepskracht heeft dan een uur pauze. Met deze werktijden wordt er alleen al op vrijdag gedurende de middagpauze 3 uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De beroepskrachten verklaren dat zij dagelijks ongeveer 45 minuten bezig zijn met (zware) schoonmaakwerkzaamheden zoals de keuken, de groepsruimte, de toiletten, en wanneer de schoonmakers er niet zijn, de vloeren. Wanneer één beroepskracht deze schoonmaakwerkzaamheden uitvoert, worden de kinderen in de gang opgevangen door de andere beroepskracht, dan wordt er dus afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Eén beroepskracht voert alle administratieve taken van het kindercentrum. Beroepskrachten verklaren dat de tijd die hieraan wordt besteed sterk kan wisselen: van één uur per dag tot twee uur per dag. Dit gebeurt gedurende de dag (tussen 9.30 en 16.30 uur), wanneer de beroepskracht eigenlijk op de groep dient te staan. De beroepskrachten vertellen dat hiervoor meestal een moment wordt uitgekozen wanneer de (meeste) kinderen slapen. Ook wanneer de kinderen slapen dient de beroepskracht-kind-ratio te worden gehanteerd (met uitzondering van gedurende de middagpauze). Hieraan wordt dan ook niet voldaan. Samenvattend wordt er dagelijks meer dan drie uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio, namelijk gedurende: - ten minste twee uur per dag tijdens de middagpauze; - ongeveer 45 minuten per groep ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden; - er kan worden afgeweken tussen 8.00 en 9.00 uur wanneer er één beroepskracht per groep werkt; - er kan worden afgeweken tussen 17.00 en 18.00 uur wanneer er één beroepskracht per groep werkt; - de momenten dat een beroepskracht die op de groep hoort te staan administratieve taken uitvoert. Op basis van bovenstaande informatie is geconstateerd dat er nog steeds meer dan drie uur per dag wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub c sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Inspectiebezoek op 24 maart 2015 Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
5/9
- Gesprek met de beroepskrachten - E-mailbericht van een beroepskracht namens de eigenaresse (ontvangen op 4 maart 2015) - Pedagogisch Beleidsplan "The Little Prince" (versie februari 2015, ontvangen op 4 maart 2015) - Jaarlijks inspectieonderzoek (d.d. 27 oktober 2014)
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
6/9
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Personeel en groepen Beroepskracht-kind-ratio De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
7/9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderdagverblijf the Little Prince 000012114065 http://www.thelittleprince.nl 23 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Yael Sfira Ceintuurbaan 177 3 1073 EJ AMSTERDAM 33262571 www.thelittleprince.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E.A. Leyen, MSc.
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: 23-03-2015 : : : 25-03-2015 : 27-03-2015 : 27-03-2015 :
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
8/9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artikel 1.62, vijfde lid, wordt de houder bij een nader onderzoek niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Dit onderzoek wordt wel openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
Kinderdagverblijf the Little Prince - Nader onderzoek 23-03-2015
9/9