Inspectierapport Kinderopvang Kelsey B.V. (KDV) Middenweg 97A 1098 AG Amsterdam Registratienummer: 302418106
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 03-11-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 26-11-2015
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 3 november 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. Tijdens het onderzoek is de bestuurder in de gelegenheid gesteld om documenten na te sturen. De bestuurder heeft hier op 10 november 2015 gevolg aan gegeven.
Beschouwing Organisatie Kinderopvang Kelsey B.V. is een besloten vennootschap. De bestuurder van deze bv is tevens de bestuurder van de twee vestigingen die worden geëxploiteerd; een locatie aan de Mauritskade en een locatie aan de Middenweg. Dit inspectiebezoek heeft plaatsgevonden op de locatie aan de Middenweg. De beide vestigingen staan onder leiding van één vestigingsmanager en een onlangs aangestelde leidinggevende. De vestigingsmanager is ten tijde van het inspectiebezoek aan het re-integreren en dus nog niet volledig inzetbaar. De leidinggevende is verantwoordelijk voor het beleid op de vestigingen, maar neemt door de verminderde inzetbaarheid van de vestigingsmanager ook deels haar taken over. De leidinggevende is gemiddeld twee dagen per week aanwezig op het kinderdagverblijf aan de Middenweg. Locatie Kinderdagverblijf Kelsey B.V. locatie Middenweg, heeft twee groepen en is geregistreerd met 26 kindplaatsen. Zo is er één babygroep waarin maximaal twaalf kinderen worden opgevangen en is er één peutergroep waarin maximaal veertien kinderen worden opgevangen. Op de locatie zijn in totaal zes beroepskrachten werkzaam. Sinds het vorige jaarlijks onderzoek (d.d. 2 juni 2014) zijn er vier beroepskrachten in dienst gekomen. Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator De rol van vertrouwenspersoon wordt ingevuld door een persoon die niet verbonden is aan de organisatie. Zij is beschikbaar voor zowel ouders als personeel van het kinderdagverblijf. Er is een klachtenregeling opgesteld, maar er is geen formele klachtencoördinator aangesteld. Oudercommissie De toezichthouder heeft meerdere malen geprobeerd contact te leggen met een lid van de oudercommissie maar dit is binnen de onderzoekstermijn niet gelukt.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. Wel is in dit onderzoek gebleken dat de adresgegevens van het kinderdagverblijf zoals die zijn opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen, namelijk gevestigd op de Middenweg 97A, niet overeenkomen met de adresgegevens die in het NHR zijn opgenomen. In het NHR is opgenomen dat het kinderdagverblijf gevestigd is op de Middenweg 97B. De toezichthouder heeft met de bestuurder besproken dat zij het adres in het NHR dient te wijzigen naar Middenweg 97A. De bestuurder heeft hier zorg voor gedragen.
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan opgesteld genaamd 'Pedagogisch beleidsplan locatie Middenweg' (versie maart 2015). In het pedagogisch beleidsplan is beschreven op welke wijze zorg wordt gedragen voor de vier pedagogische basisdoelen: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen om tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competenties te komen en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Zo wordt over de ontwikkeling van de persoonlijke competentie onder andere beschreven dat kinderen gestimuleerd worden om speelgoed op te ruimen en dat de kinderen taakjes krijgen, zoals samen met de beroepskracht een pak melk halen in de keuken. Beschreven wordt dat het waarborgen van de emotionele veiligheid onder andere bereikt wordt doordat er structuur in het dagritme zit en doordat de kinderen bij voorkeur in een vast bedje slapen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft daarnaast de wijze waarop beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en vervolgens ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties in de groepen tijdens het eten en het vrij spelen op de locatie. Uit de observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van waarden en normen. Emotionele veiligheid Tijdens het inspectiebezoek gedragen de beroepskrachten zich respectvol tegenover de kinderen. Er vinden veel gesprekjes plaats en ook tijdens het verschonen blijven de beroepskrachten tegen de kinderen praten. De beroepskrachten geven de kinderen regelmatig een knuffel of een aai over de bol. De beroepskrachten benoemen alles wat ze doen en bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat. Hierdoor weten de kinderen waar ze aan toe zijn. De kinderen zien er ontspannen uit en de beroepskrachten letten erop dat ze iets hebben om mee te spelen. Wanneer één van de kinderen in de babygroep begint te huilen, probeert de beroepskracht het kind gerust te stellen door op zachte, rustige toon tegen het kind te praten. Omdat het kind blijft huilen, neemt de beroepskracht het kind op schoot en geeft het een knuffel. Hierdoor kalmeert het kind. De wijze waarop de beroepskrachten contact hebben met de kinderen draagt bij aan het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen. Persoonlijke competentie en sociale competentie De beroepskrachten stimuleren de kinderen om zelfstandig taken uit te voeren. Voordat de kinderen van de peutergroep naar buiten gaan, vraagt de beroepskracht de kinderen om het speelgoed op te ruimen. Hierbij stelt de beroepskracht specifieke vragen aan de kinderen, zoals: 'Zijn er nog groene blokjes die in deze doos kunnen?' Als één van de kinderen met een geel blokje aan komt lopen om die in de doos te gooien, reageert de beroepskracht met te zeggen dat er inderdaad ook nog gele blokjes zijn. Later stelt de beroepskracht voor om met z'n allen een blokkentoren te bouwen van alleen maar groene blokjes. De beroepskracht stimuleert hiermee niet alleen de sociale competentie van de kinderen doordat zij de kinderen aanmoedigt om samen te spelen, maar ook de persoonlijke competentie. Er wordt namelijk bevorderd dat de kinderen na gaan denken over de verschillende kleuren van de blokken. Ook worden de vaardigheden ordenen en sorteren hierdoor aangeleerd. Aan het enthousiasme van de kinderen is te zien dat ze veel plezier aan de activiteit beleven. Ook op andere momenten wordt de zelfstandigheid van de kinderen gestimuleerd. De beroepskracht vertelt dat als de kinderen zelf hun handen hebben gewassen, zij ook zelf een papieren doekje mogen pakken om hun handen mee af te drogen en vervolgens (door hun voet op het pedaal van de emmer te drukken) het papiertje in de afvalemmer mogen gooien. Wanneer de kinderen een taakje hebben uitgevoerd, krijgen ze hiervoor een compliment. Uit het voorgaande blijkt dat de beroepskrachten er zorg voor dragen dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om de persoonlijke competentie te ontwikkelen. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan locatie Middenweg versie maart 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprekken met de bestuurder - Observaties op beide stamgroepen - Inspectiebezoek d.d. 3 november 2015
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
4/14
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden, dit betreft vier beroepskrachten en één leidinggevende. Tevens is de verklaring omtrent het gedrag van een invalkracht die in de maanden september en oktober 2015 werkzaam is geweest in het kinderdagverblijf beoordeeld en in orde bevonden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden; dit betreft vier beroepskrachten en één leidinggevende. Tevens is de verklaring omtrent het gedrag van een invalkracht die in de maanden september en oktober 2015 werkzaam is geweest in het kinderdagverblijf beoordeeld en in orde bevonden. Opvang in groepen Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder alleen de aanwezigheidsregistratie en de werkroosters van die dag in kunnen zien. Op 10 november 2015 heeft de bestuurder de presentielijsten en werkroosters aangeleverd van de maanden september en oktober 2015. Het kinderdagverblijf heeft twee stamgroepen. De babygroep bestaat uit maximaal twaalf kinderen van nul tot twee jaar oud. De peutergroep bestaat uit maximaal veertien kinderen van twee tot vier jaar oud. In de ochtend tot 8.00 uur en aan het eind van de dag vanaf 18.00 uur worden de twee groepen samengevoegd op de babygroep. Ieder kind is geplaatst in één van de vaste stamgroepen. De beroepskrachten verklaren dat groepen niet incidenteel worden samengevoegd. Het komt voor dat kinderen in een andere stamgroep worden opgevangen. Ouders geven hiervoor schriftelijke toestemming door ondertekening van een formulier. De bestuurder heeft twee afschriften toegestuurd van de schriftelijke toestemming van ouders voor de plaatsing van twee kinderen die in de maanden september en oktober 2015 in een tweede stamgroep zijn opgevangen. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk in de babygroep elf kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. In de peutergroep worden dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van de maanden september en oktober 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 7.00 tot 16.30 uur, van 8.00 tot 17.30, van 8.30 tot 18.30 uur, van 8.30 tot 17.30 uur, van 8.00 tot 18.00 uur en van 9.30 tot 18.30 uur. Zij pauzeren ieder om de beurt dertig minuten tussen 12.30 en 14.30 uur. Dit betekent dat er in de middag één uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op de presentielijsten worden de breng- en haaltijden van de kinderen geregistreerd. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van de maanden september en oktober 2015 constateert de toezichthouder dat er niet langer dan de geoorloofde 3 uur per dag wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De beroepskrachten verklaren dat het niet voorkomt dat een beroepskracht alleen in het kinderdagverblijf aanwezig is omdat er altijd twee beroepskrachten aanwezig zijn bij het openen en sluiten van de locatie. Dit blijkt ook uit de roosters van september en oktober 2015. In het pedagogisch beleid is beschreven welke persoon dienstdoet als achterwacht en kan worden ingeschakeld in geval van calamiteiten als het toch voorkomt dat er slechts één beroepskracht aanwezig is. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 10 november 2015 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 10 november 2015 - Afschriften arbeidscontracten, ontvangen op 10 november 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten in de maanden september en oktober 2015, ontvangen op 10 november 2015 Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
5/14
- Presentielijsten van de maanden september en oktober 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Plaatsingsovereenkomsten van kinderen die in twee groepen worden opgevangen met ondertekening van ouders d.d. 25 mei 2015 en 25 augustus 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprekken met de bestuurder - Pedagogisch beleidsplan locatie Middenweg versie maart 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Inspectiebezoek d.d. 3 november 2015
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
6/14
Veiligheid en gezondheid Op 10 november 2015 heeft de bestuurder de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid aangeleverd. Tevens heeft de bestuurder het document 'Protocollen' toegestuurd. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In de risico-inventarisaties staat per geïnventariseerd risico welke maatregelen de beroepskrachten of bijvoorbeeld de leidinggevende moeten nemen om de risico's zoveel mogelijk te reduceren. De bestuurder heeft eerder voor een onderzoek van een andere vestiging van de houder per e-mail op 22 september 2015 verklaard dat het document 'Protocollen' bedoeld is als geheugensteun voor de beroepskrachten, maar dat alle afspraken in de risico-inventarisaties staan. Eens per maand vindt er werkoverleg plaats waarin zowel kindgerelateerde zaken als zaken omtrent veiligheid en gezondheid worden besproken. Ook is er een protocollenmap aanwezig op de locatie. Omdat er recent meerdere wisselingen in het team hebben plaatsgevonden, is er op 27 oktober 2015 een werkoverleg geweest waar een groot gedeelte van het veiligheids- en gezondheidsbeleid aan bod is gekomen. Door het bovenstaande zorgt de houder er voldoende voor dat de beroepskrachten kennis kunnen nemen van het vastgestelde beleid. Veiligheid De toezichthouder heeft tijdens het inspectiebezoek op het gebied van de veiligheidsrisico's met name gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent veilig slapen en de maatregelen die worden getroffen in geval van calamiteiten. De beroepskrachten verklaren onder andere dat de kinderen te slapen worden gelegd in slaapzakjes, dat de bedjes 'kort worden opgemaakt' zodat een kind niet met het hoofd onder het beddengoed kan raken en dat de kinderen geen grote knuffels mogen meenemen in bed. Elke vijftien minuten kijken de beroepskrachten in de slaapkamer om te controleren of alles in orde is en noteren dit op een lijst die op de deur van de slaapkamer hangt. In de slaapkamers hangen thermometers en is mechanische ventilatie aanwezig. Ook kan er een raam worden opengezet. De beroepskrachten verklaren dat zij erop letten dat de temperatuur in de slaapkamer rond de 17 graden Celsius is, maar in ieder geval niet hoger wordt dan 25 graden Celsius. Als de temperatuur oploopt, verklaren de beroepskrachten maatregelen te treffen, zoals de deur openzetten. Deze werkwijze is conform het beleid van de houder. De bestuurder verklaart dat, omdat er meerdere wisselingen in het team hebben plaatsgevonden, de jaarlijkse ontruimingsoefening op korte termijn zal plaatsvinden. De beroepskrachten zijn echter wel in hoofdlijnen op de hoogte van de ontruimingsprocedure en kunnen benoemen wat zij doen in geval van een calamiteit. Een document met de stappen die genomen dienen te worden tijdens een ontruiming hangt op beide groepen. Datgene wat de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek vertellen, komt overeen met het ontruimingsplan van het kinderdagverblijf. Gezondheid Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent de (hand)hygiëne en het schoonmaakbeleid. Na elke verschoning wordt het verschoonkussen gereinigd en wassen de beroepskrachten hun handen met water en zeep. Het schoonmaakmiddel waarmee het verschoonkussen wordt gereinigd, is een allesreiniger gemengd met water in een spuitfles. Dit mengsel wordt dagelijks opnieuw aangemaakt. Zowel de kinderen als de beroepskrachten kunnen gebruikmaken van papieren handdoekjes. In de sanitaire ruimte hangt het 'Protocol handen wassen'. Deze werkwijze is conform het gezondheidsbeleid van de houder. De beroepskrachten zijn zelf verantwoordelijk voor het schoonmaken van de groepsruimte en de rest van de opvang. Hiervoor is een schoonmaaklijst opgesteld waarop staat vermeld welke schoonmaakwerkzaamheden verricht moeten worden. Deze schoonmaaklijst is tot op de dag van het inspectiebezoek ingevuld. Het kinderdagverblijf ziet er ten tijde van het inspectiebezoek schoon uit. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode kindermishandeling. De beroepskrachten verklaren dat de meldcode tijdens de jaarlijkse studiedag is besproken en daarnaast in een werkoverleg aan de orde is gekomen. Een document met daarin een opsomming van welke stappen genomen dienen te worden bij een vermoeden van kindermishandeling en een ingevulde sociale kaart, hangt in de groepsruimtes. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van de inhoud van de meldcode. De beroepskrachten kunnen signalen van kindermishandeling benoemen en weten voldoende welke stappen zij dienen te volgen in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskrachten de werkzaamheden uitsluitend kunnen verrichten terwijl zij gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Er zijn altijd twee beroepskrachten aanwezig op de locatie. De groepsruimtes zijn transparant. Er zijn grote ramen tussen de twee aangrenzende groepsruimtes en er is vanuit beide groepsruimtes zicht op de buitenruimte. Vanuit beide groepsruimtes is er ook zicht op de aangrenzende gedeelde verschoonruimte doordat er ramen in de verschoonruimte zijn geplaatst.
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
7/14
Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid d.d. 1 maart 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Document 'Protocollen' (zonder versienummer), ontvangen op 10 november 2015 - Document 'Verslag inspectie', ontvangen op 10 november 2015 - Notulen teamoverleg d.d. 27 oktober 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Protocollenmap, ingezien tijdens inspectiebezoek d.d. 3 november 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de bestuurder - Pedagogisch beleidsplan locatie Middenweg versie maart 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Inspectiebezoek d.d. 3 november 2015
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
8/14
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kinderdagverblijf beschikt over twee stamgroepsruimtes. De binnenspeelruimtes zijn passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. In de babygroep is een gedeelte waar de baby's op de grond kunnen liggen en kruipen en ligt er allerlei los speelmateriaal binnen het bereik van de kinderen. Op de peutergroep zijn verschillende speelhoeken ingericht en hebben de kinderen onder andere de beschikking over een speelkeuken, houten treinbanen en boekjes. Buitenspeelruimte De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte betreft een omheinde binnentuin. De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is onder andere een speelhuisje met een glijbaan, een zandbak en een speeltoestel geplaatst waar kinderen doorheen kunnen kruipen. Daarnaast is er los buitenspeelmateriaal aanwezig, zoals kinderfietsen, hoepels en speelgoed voor in de zandbak. Gebruikte bronnen: - Inspectiebezoek d.d. 3 november 2015
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
9/14
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin drie leden zitting hebben. Sinds 28 september 2015 is er een nieuwe oudercommissie. De bestuurder verklaart dat er een nieuwe oudercommissie is, omdat de leden van de oude oudercommissie de termijn van twee jaar hebben volgemaakt en er oudercommissieleden waren van wie het kind vier jaar oud is geworden waardoor ze geen gebruik meer zullen maken van het kinderdagverblijf. De houder heeft in het afgelopen jaar advies gevraag over een tariefswijziging en over het onderdeel opvallend gedrag in het pedagogisch beleidsplan. De oudercommissie heeft op beide onderwerpen positief geadviseerd. De toezichthouder heeft geen contact kunnen leggen met een lid van de oudercommissie. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de bestuurder - Notulen oudercommissie d.d. 28 september 2015, ontvangen op 10 november 2015 - Adviesaanvraag en reactie oudercommissie m.b.t. tariefswijziging d.d. 19 oktober 2015, ontvangen op 10 november 2015
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
10/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
11/14
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderopvang Kelsey B.V. 000025430041 http://www.kinderopvangkelsey.nl 26 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderopvang Kelsey B.V. IJburglaan 1497 1087 KM Amsterdam 52562123 www.kinderopvangkelsey.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. J. Jochems
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
: : : : :
03-11-2015 16-11-2015 19-11-2015 26-11-2015 26-11-2015
: 26-11-2015 :
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van het indienen van een zienswijze.
Kinderopvang Kelsey B.V. - Jaarlijks onderzoek 03-11-2015
14/14