Inspectierapport Het Middenhonk B.V. (BSO) Onderlangs 36M 1097 ZK AMSTERDAM Registratienummer: 617168805
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 07-09-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 01-10-2015
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
1/10
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
2/10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 7 september 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio en de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. Tijdens het onderzoek is de houder in de gelegenheid gesteld om documenten na te sturen. De houder heeft hier op 14 september 2015 gevolg aan gegeven.
Beschouwing Organisatie De buitenschoolse opvang is onderdeel van Kinderhonk, een organisatie met zes vestigingen in Amsterdam. De vestigingen bestaan uit kinderdagverblijven en/of buitenschoolse-opvanglocaties en behoren tot verschillende houders (besloten vennootschappen). Het inspectieonderzoek heeft plaatsgevonden bij buitenschoolse opvang Het Middenhonk (locatie Onderlangs); de houder van deze vestiging is Het Middenhonk B.V. De organisatie heeft een directeur aangesteld die verantwoordelijk is voor de algemene beleidsvoering. Er is daarnaast een kwaliteitsfunctionaris aangesteld die verantwoordelijk is voor het opstellen en implementeren van het pedagogisch, veiligheids- en gezondheidsbeleid. Deze persoon is tevens aangesteld als aandachtsfunctionaris kindermishandeling, klachtencoördinator en vertrouwenspersoon voor zowel het personeel als de ouders. Een functieomschrijving hiervan is schriftelijk vastgelegd en krijgen ouders bij de intake mee. Iedere locatie heeft een vestigingsmanager die verantwoordelijk is voor de dagelijkse aansturing van de beroepskrachten en het contact met ouders. Locatie De buitenschoolse opvang bestaat uit twee groepen van maximaal twintig kinderen. De binnenruimte van de buitenschoolse opvang bestaat onder andere uit drie groepsruimtes en een bioscoop. Ook is er een keuken waar de kinderen kookles krijgen. Dagelijks wordt er op de locatie een warme avondmaaltijd geserveerd. Het team bestaat uit vijf vaste beroepskrachten. De vestigingsmanager is gemiddeld twee dagen per week op de locatie aanwezig.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
3/10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties in de groepen tijdens het ophalen van school, het fruit eten en tijdens het vrij spelen. Uit de observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van de persoonlijke en sociale competentie en de overdracht van waarden en normen. Persoonlijke competentie Dagelijks kunnen de kinderen uit drie activiteiten kiezen. Tijdens het inspectiebezoek kunnen de kinderen kiezen of ze aan een knutselactiviteit willen deelnemen (vlinders maken), willen voetballen of vrij spelen. De activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Doordat er rustige en drukke activiteiten zijn, krijgen de kinderen de mogelijkheid om zich te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren door bijvoorbeeld buiten hard te rennen tijdens het voetballen of binnen rustig aan een knutselactiviteit deel te nemen. Door de verschillende activiteiten die worden aangeboden, krijgen de kinderen de kans om diverse vaardigheden te ontwikkelen. Ook wordt door de keuzevrijheid die de kinderen hebben, de zelfstandigheid ontwikkeld. Hierdoor wordt de persoonlijke competentie gestimuleerd. Emotionele veiligheid en normen en waarden De toezichthouder is met één van de beroepskrachten meegegaan om de kinderen van school te halen. De beroepskracht haalt de kinderen op met een busje en vraagt, zodra ze naar haar toe komen gelopen, hoe hun dag op school was. Eén van de kinderen is verdrietig. Tijdens de autorit naar de opvang toe vraagt de beroepskracht aan het kind hoe het komt dat het verdrietig is. Wanneer het kind overstuur raakt en begint te huilen, probeert de beroepskracht het kind te kalmeren met troostende woorden en het voorstel dat ze er op de opvang eens rustig over zullen praten en kijken wat ze eraan kunnen doen. Het kind geeft aan dat het dit een goed idee vindt en wordt rustiger. Als de beroepskracht met de kinderen op de opvang komt, neemt ze het kind apart en bespreken ze wat er aan de hand is. Na dit gesprek is het kind weer rustig en zoekt het zijn groepsgenoten op om mee te doen met een activiteit. Het contact van de beroepskracht met het kind is respectvol. Er wordt goed ingespeeld op de situatie en op de reactie van het kind en er is zowel verbaal als nonverbaal contact. Zo slaat de beroepskracht af en toe bemoedigend een arm om het kind heen. Uit het voorgaande voorbeeld blijkt dat de emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd. De beroepskrachten dragen normen en waarden over, doordat er regels zijn die indien nodig worden benoemd en uitgelegd. De beroepskracht vertelt bijvoorbeeld dat de kinderen naar elkaar moeten luisteren als iemand iets aan het vertellen is. Ook blijkt tijdens het inspectiebezoek dat de kinderen gewend zijn aan de regel dat ze bij binnenkomst in de opvang eerst hun handen met zeep moeten wassen. Dit gebeurt namelijk direct nadat alle kinderen hun jas en schoenen hebben uitgetrokken. Gebruikte bronnen: - Pedagogische beleid versie september 2015, ontvangen op 14 september 2015 - Werkplan Kinderdorp versie september 2013, ontvangen op 14 september 2015 - Gesprek met de vestigingsmanager - Gesprek met de de beroepskrachten - Inspectiebezoek d.d. 7 september 2015
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
4/10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft twee basisgroepen. In basisgroep 1 worden maximaal twintig kinderen tussen de vier en zes jaar oud opgevangen. In basisgroep 2 worden maximaal twintig kinderen tussen de zes en twaalf jaar oud opgevangen. Op woensdag en vrijdag worden de groepen structureel samengevoegd tot één basisgroep. Ook dan worden er in de basisgroep maximaal twintig kinderen van vier tot twaalf jaar oud opgevangen. Op schoolvrije dagen kan het tevens voorkomen dat groepen worden samengevoegd. De vestigingsmanager verklaart dat ouders hierover van tevoren schriftelijk worden ingelicht via een nieuwsbrief en via e-mail. De kinderen zijn in één basisgroep geplaatst en worden hier dagelijks in opgevangen. Het komt voor dat kinderen op een andere groep worden opgevangen. Dit gebeurt echter alleen bij afname van extra dagen. Ouders geven hiervoor schriftelijke toestemming via ondertekening van een formulier. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk in basisgroep 1 zeventien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In basisgroep 2 worden negentien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 36 van 2015 en het bijbehorende werkrooster van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: gedurende schooldagen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 14.15 tot 19.00 uur. Op woensdag van 11.30 tot 19.00 uur. De beroepskrachten hebben op woensdag een kwartier pauze. Hieruit blijkt dat er op schooldagen niet langer wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio dan is toegestaan. Tijdens de schoolvrije dagen hebben de beroepskrachten de volgende werktijden: van 8.15 tot 17.45 uur, van 8.45 tot 18.15 uur, van 9.00 tot 18.30 uur en van 9.30 tot 19.00 uur. De beroepskrachten hebben dan een uur pauze tussen 13.00 en 15.00 uur. De beroepskrachten houden de breng-en ophaaltijden van de kinderen niet bij. Zij verklaren echter dat de kinderen in de vakanties vaak laat worden gebracht als de tweede beroepskracht al aanwezig is en dat vanaf 17.30 uur de kinderen weer worden opgehaald. Dit betekent dat er in vakantieperiodes alleen wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio tijdens de middagpauze van de beroepskrachten en mogelijk gedurende enige tijd aan het eind van de dag; hiermee wordt er redelijkerwijs aan de voorwaarden met betrekking tot een afwijking van de beroepskracht-kindratio voldaan. Op schoolvrije dagen kan het voorkomen dat een beroepskracht conform de beroepskracht-kind-ratio alleen aanwezig is in het kindercentrum. De locatiemanager en de locatiemanager van het nabijgelegen kinderdagverbijf Zuivelplein zijn dan de achterwacht in geval van een calamiteit. De beroepskrachten zijn hiervan op de hoogte. Gebruikte bronnen: - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ingezien tijdens inspectiebezoek op 7 september 2015 - Afschriften beroepskwalificaties, ingezien tijdens inspectiebezoek op 7 september 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten in week 36 van 2015, ontvangen op 14 september 2015 - Presentielijsten van week 36 van 2015, ontvangen op 14 september 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de vestigingsmanager - Pedagogische beleid versie september 2015, ontvangen op 14 september 2015 - Werkplan Kinderdorp versie september 2013, ontvangen op 14 september 2015 - Inspectiebezoek d.d. 7 september 2015
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
5/10
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt in mappen op de locatie bewaard. Het beleid komt aan de orde tijdens de wekelijkse vergaderingen. Daarnaast vindt er tweemaal per jaar een studiedag plaats waar specifieke protocollen besproken worden. Doordat de beroepskrachten het beleid kunnen raadplegen en er regelmatig een werkoverleg plaatsvindt waarin delen van het beleid worden besproken, wordt er voldoende zorg voor gedragen dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van het geldende veiligheids- en gezondheidsbeleid. Veiligheid De toezichthouder heeft tijdens het inspectiebezoek, op het gebied van de veiligheidsrisico's met name gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent het ophalen van de kinderen van school met een busje en de maatregelen die in geval van calamiteiten zouden worden getroffen. Eén van de beroepskrachten haalt dagelijks met een busje kinderen op van school. De beroepskracht zegt altijd een aantal veiligheidsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het vervoer veilig verloopt. Zo moeten alle kinderen een gordel omdoen en controleert de beroepskracht dit, wordt de radio in het busje niet aangezet zodat het rustig is tijdens de rit, worden in het busje maximaal acht kinderen vervoerd en mogen de kinderen niet zelf de deuren bedienen. De beroepskracht verklaart dat kinderen tot 1.35 meter in een autostoeltje moeten zitten. Tijdens het inspectiebezoek wordt inderdaad op deze manier gehandeld. De handelswijze komt tevens overeen met het beleid van de houder. De beroepskrachten vertellen dat er eens per jaar een brandoefening plaatsvindt. Elke dag is er een beroepskracht aanwezig die beschikt over een BHV-certificaat en de leiding heeft tijdens een eventuele calamiteit. De beroepskrachten en kinderen verzamelen in geval van brand om de hoek van de buitenschoolse opvang op het pleintje of aan de overkant van de straat, afhankelijk van de locatie van de brand. Bij een ontruiming worden de presentielijsten van de kinderen, de kindgegevens en contactgegevens van de ouders en een telefoon meegenomen en worden de kinderen zowel binnen als buiten meerdere keren geteld. Datgene wat de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek vertellen, komt overeen met het calamiteitenplan van de buitenschoolse opvang. Gezondheid Op het gebied van de gezondheidsrisico's is tijdens het inspectiebezoek met name gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent de (hand)hygiëne en de ventilatiemaatregelen die worden getroffen. Tijdens het inspectiebezoek wijzen de beroepskrachten de kinderen erop voor het eten en na het toilet hun handen te wassen met zeep. In de sanitaire ruimte hangen stoffen handdoeken. De beroepskrachten verklaren dat deze handdoeken tweemaal per dag worden vervangen door schone. Voordat de kinderen worden opgevangen op de buitenschoolse opvang, worden de ramen en deuren in de groepsruimtes opengezet zodat er gelucht kan worden. De beroepskrachten verklaren dat in ieder geval de ventilatieroosters openstaan wanneer de kinderen aanwezig zijn, en dat ook de ramen openstaan als het niet te koud is. Op een formulier registreren de beroepskrachten wekelijks wat de CO2-waardes zijn in de verschillende ruimtes. Op dit formulier is af te lezen dat er actie wordt ondernomen zodra de CO2-waardes aan de hoge kant zijn (boven de 1000 parts per million) zoals het openzetten van deuren. Deze werkwijze komt overeen met de werkinstructie 'Ventilatie en luchten' van de houder. Gebruikte bronnen: - Protocollenmap, ingezien tijdens het inspectiebezoek op 7 september 2015 - Ontruimingsprocedure Kinderdorp, ontvangen op 14 september 2015 - Werkinstructie ophalen van school, ontvangen op 14 september 2015 - Document 'Hygiënebeleid', al eerder ontvangen op 2 februari 2015 - Werkinstructie Ventilatie en luchten, ontvangen op 14 september 2015 - Ingevulde registratieformulieren voor de CO2-meter, ontvangen op 14 september 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de vestigingsmanager - Inspectiebezoek d.d. 7 september 2015
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
6/10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
7/10
genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
8/10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Het Middenhonk B.V. 000024190241 http://www.hetkinderhonk.nl 40 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Het Middenhonk BV Herengracht 576 1017 CJ AMSTERDAM 34179086 www.hetkinderhonk.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. J. Jochems
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
: : : : :
07-09-2015 16-09-2015 24-09-2015 01-10-2015 01-10-2015
: 01-10-2015 :
9/10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Het Middenhonk B.V. - Jaarlijks onderzoek 07-09-2015
10/10