Inspectierapport
BSO Het Sportpaleis (BSO) Bosstraat 151 3766AE SOEST Registratienummer 130012683
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht Soest 10-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 26-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11
2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd onderzoek. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Buitenschoolse opvang Sportpaleis, onderdeel van BINK, is gehuisvest in het clubhuis van honkbalvereniging de Knickerbockers in Soest. BSO Sportpaleis maakt gebruik van de honkbalvelden rondom de locatie. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal dertig kindplaatsen per dag. De locatie bestaat uit drie groepen van 7 tot en met 12 jaar. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie op 02-05-2013 voldeed de houder niet aan alle eisen uit de Wet kinderopvang binnen onderstaande domeinen: ‘Ouderrecht'. Tijdens het jaarlijkse inspectiebezoek op 07-04-2014 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht: ‘Pedagogisch klimaat’; ‘Personeel en groepen’; Conclusie De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tevens wordt beoordeeld of het beleid voldoet aan de gestelde eisen. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd:
emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie Overdracht van normen en waarden.
Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De observatie van de pedagogische praktijk vindt plaats op maandagmiddag 10 augustus. Op het moment van inspectie zijn er zeven kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaats gevonden: Buitenspelen Binnenspelen Vrij spel Emotionele veiligheid 'Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve zin (blij, tevreden, nieuwsgierig, enthousiast) als in negatieve zin (boos, verdrietig). De emoties zijn passend bij de situatie.' Observatie Buiten de gestructureerde momenten om, zijn kinderen vrij om te kiezen waar ze mee willen spelen. Kinderen zijn buiten op het springkussen aan het spelen waarbij wordt gelachen en gecommuniceerd. Binnen leest een kind op de bank een Donald Duck en er worden spelletjes gespeeld. Kinderen voelen zich op hun gemak, wat blijkt uit de interactie tussen kinderen en beroepskrachten. Eén kind komt vanuit buiten naar de beroepskracht binnen gerend omdat er een wesp achter haar aan zit. Het kind geeft aan bang te zijn. De beroepskracht gaat naar het kind toe en zegt: "Rustig blijven, dan doet ie niks. Die zat achter je aan denk ik" en de beroepskracht naar de grond wijst. "Je moet niet slaan, je kan het beste gewoon weglopen." Conclusie Het welbevinden van de kinderen is goed. Kinderen vermaken zich zowel individueel als gezamenlijk, met of zonder spelmateriaal. Tijdens het spelen, uiten kinderen emoties, zowel naar beroepskrachten als leeftijdsgenootjes.
4 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Persoonlijke competentie 'De beroepskrachten en de kinderen waarderen elkaars aanwezigheid door samen te praten, naar elkaar te luisteren, plezier te maken, ervaringen te delen. Ieders inbreng draagt bij aan de wederzijdse relatie en interactie. Kinderen delen hun ervaringen en emoties graag met (één van) de beroepskrachten.' Observatie Eén kind is samen met twee beroepskrachten een kaartenspel aan het spelen. De beroepskrachten doen fanatiek mee door te gaan staan en de kaarten zo snel als mogelijk op de stapel te leggen. Het kind gaat hierin volledig in mee. Tijdens het kaartenspel met beroepskrachten en kind wil het kind zijn laatste kaart inleggen waarop één beroepskracht voor de grap zegt: "Neee, niet doen. Je luistert wel naar T. en niet naar mij." Het kind legt toch zijn kaart neer. "Niet doeeen. We hadden T. (beroepskracht) ook laatste kunnen maken." Een kind laat een tovertruc met kaarten aan een beroepskracht zien. De beroepskracht laat het kind merken dat hij de truc niet begrijpt waardoor het kind de truc uitlegt. "Oooo! Goed, echt heel goed.", zegt de beroepskracht. Conclusie Beroepskrachten en kinderen hebben zichtbaar plezier met elkaar. De interactie tussen de beroepskrachten bestaat uit verbale- en non-verbale communicatie, grapjes en het wederzijds delen van ervaringen. In de interactie is te zien dat beroepskrachten de kinderen serieus nemen. Conclusie Uit de observaties door de toezichthouder is gebleken dat de uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observaties (Maandag 10 augustus tussen 15.00 en 16.00)
5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Personeel en groepen Binnen dit domein is zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen worden gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten. Bij dit onderdeel wordt ook bekeken of de opvang plaats vindt in vaste groepen met vaste beroepskrachten. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen BSO Sportpaleis biedt opvang voor maximaal dertig kinderen in de leeftijd van zeven tot en met twaalf jaar. De kinderen worden in drie basisgroepen opgevangen. Groep één Groep twee Groep drie De inspectie vindt in de schoolvakantie plaats, waardoor de basisgroepen zijn samengevoegd en er ook kinderen van BSO Kasteel en BSO Villa worden opgevangen op BSO Sportpaleis. Conclusie Ieder kind behoort bij een basisgroep die voldoet aan de gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Op het moment van inspectie zijn er zeven kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Conclusie Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observaties (Maandag 10 augustus tussen 15.00 en 16.00) Verklaringen omtrent het gedrag (Aanwezige beroepskrachten) 6 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Diploma's beroepskrachten (Aanwezige beroepskrachten) Presentielijsten (Dag van inspectie)
7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Het Sportpaleis : http://www.kinderopvangsoest.nl : 30
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
BINK Soest Postbus 1064 1200BB Hilversum www.binkkinderopvang.nl 55450288
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 M. Ruijter
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Soest : Postbus 2000 : 3760CA SOEST
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
10-08-2015 13-08-2015 Niet van toepassing 26-08-2015 27-08-2015 27-08-2015
: 27-08-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Het conceptrapport is aan de houder verzonden.
11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 BSO Het Sportpaleis te SOEST