Inspectierapport ONS Domeintje (BSO) Bosstraat 1 3317KM DORDRECHT Registratienummer 929615268
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
Dienst Gezondheid en Jeugd Dordrecht 26-01-2016 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................. 3 Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4 Personeel en groepen .................................................................................................... 7 Inspectie-items................................................................................................................ 9 Gegevens voorziening ..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Per 1 januari 2015 is de buitenschoolse opvang ONS Domeintje van start gegaan. De BSO is gehuisvest in een eigen groepsruimte in de J.F. Kennedyschool aan de Bosstraat in Dordrecht. De buitenschoolse opvang bestaat uit één basisgroep van maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Inspectiehistorie In 2014 heeft er een incidenteel onderzoek plaatsgevonden na aanvraag tot overname. In maart 2015 heeft er een reguliere inspectie plaatsgevonden. Hierbij zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Huidige inspectie Op 26 januari 2016 heeft een onaangekondigde reguliere jaarlijkse inspectie plaatsgevonden. De bevindingen op hoofdlijnen zijn dat de houder voldoet aan de kernzaken uit de Wet kinderopvang. De sfeer is ontspannen en gemoedelijk. De kinderen zijn met plezier aan het spelen of aan het knutselen. De beroepskrachten toonden zich zorgzaam en deskundig.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid BSO ONS Domeintje heeft een pedagogisch beleidsplan vastgesteld waarin de visie op de omgang met kinderen is vastgelegd. Het uitgangspunt van ONS Domeintje is: 'BSO is vrije tijd. Wij wegen belangen af voor invulling van deze vrije tijd. Er wordt een huiselijke sfeer gecreëerd door een gezellige en veilige sfeer en omgeving te bieden. We willen dat iedereen op respectvolle wijze met elkaar om gaat. Zowel de kinderen onderling als ook de pedagogisch medewerkers ten opzichte van de kinderen en visa versa. We houden rekening met het individu, staan open voor elkaars mening en de wensen en behoeften van anderen. Elk kind mag zichzelf zijn. In dit kader zijn we er op gericht om de sociale vaardigheden van elk kind te vergroten. Het kind wordt uitgenodigd om zich te uiten, door goed te luisteren en ook met het nonverbale aandacht, door een knuffel of een aai over de bol, te laten merken dat we er voor hem of haar zijn'. De vier wettelijk vastgestelde competenties zijn concreet en observeerbaar opgenomen in het beleidsplan. Deze competenties zijn gericht op het bieden van emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en sociale vaardigheden en de overdracht van normen en waarden tijdens de opvang. Tevens zijn in het beleidsplan praktische onderwerpen opgenomen over bijvoorbeeld de beroepskracht-kindratio, de werkwijze, de groepssamenstelling, zorgkinderen, voeding en de achterwachtregeling. Pedagogisch medewerkers werken slechts alleen als het aantal kinderen dat die dag aanwezig is dat toelaat. Dat betekent dat er als er minder dan 10 kinderen aanwezig zijn de beroepskracht in principe alleen werkt. Een achterwacht is een volwassen persoon die de pedagogisch medewerker bij calamiteiten kan ondersteunen. Deze achterwacht is telefonisch bereikbaar tijdens de opvangtijden en kan binnen vijftien minuten aanwezig zijn op de opvanglocatie. Voor de achterwachtfunctie kunnen verschillende mensen worden aangewezen. Voor allen geldt dat ze telefonisch bereikbaar zijn en binnen vijftien minuten aanwezig kunnen zijn. Op ONS-Domeintje hanteren wij ook een achterwachtregeling, als er een pedagogisch medewerker aanwezig is bijvoorbeeld in een schoolvakantie waarbij er geen overige volwassenen aanwezig zijn binnen het schoolgebouw.
Pedagogische praktijk De Wet kinderopvang stelt dat de houder zorg dient te dragen voor de uitvoering van het eigen pedagogisch beleid. Ook is de houder verplicht om kinderen emotionele veiligheid te bieden en de persoonlijke en sociale vaardigheden te stimuleren. Daarnaast moeten waarden en normen worden overgedragen. Er vinden op structurele basis groepsbesprekingen plaats. De beroepskrachten bespreken praktische en inhoudelijke zaken in aanwezigheid van en met hun leidinggevende. Het beeld over het pedagogisch klimaat is tot stand gekomen door waarnemingen tijdens de observatie op de groep. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Er is geobserveerd tijdens het fruit eten, vrijspelen en een activiteit. 4 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Emotionele veiligheid Kinderen zitten aan tafel tijdens het fruit eten. De sfeer is gezellig. De kinderen praten met elkaar en met de beroepskrachten. De beroepskrachten hebben veel aandacht voor de kinderen en reageren op wat de kinderen vertellen. De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden (bijv. karakter, hobby, eetgewoonten). In het contact met het kind wordt die kennis gebruikt. Zij passen hun lichaamshouding aan (bij de kleuters op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. De kinderen mogen zelf kiezen wat ze willen gaan doen. Een groepje gaat knutselen, een groepje gaat met de voetbaltafel spelen, een paar kinderen gaan met zand spelen en een kind gaat met het schaakspel aan de slag. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Als een kind per ongeluk tegen zijn broek geplast heeft in de wc gaat de beroepskracht daar professioneel mee om. 'Hij heeft een ongelukje gehad' zegt de beroepskracht en zoekt droge kleren op voor hem. De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskrachten; zij reageren op initiatieven van de beroepskracht. De kinderen zijn rustig en ontspannen in het contact met de beroepskrachten. De kinderen schakelen de beroepskrachten in als ze hulp of steun nodig hebben. Het welbevinden van de kinderen is goed. De kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Ze zijn met interesse bezig, alleen of met anderen.
Persoonlijke competentie De beroepskrachten sluiten aan op wensen en ideeën van een kind bij het organiseren van activiteiten. Zij begeleiden een kind om zelf te kiezen en initiatief te nemen. De kinderen die gaan knutselen hebben eerst het idee om een fotolijstje te maken en te versieren. Later blijkt dat ze van dat plan zijn afgestapt en gaan een doos versieren met glitters, aluminiumfolie en verf. De beroepskracht vraagt wat ze met de doos gaan doen. Het meisje vertelt dat ze de doos gaat gebruiken om sieraden in te doen of make-up. De beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Het kind wat met het schaakspel speelt kent de spelregels nog niet. De beroepskracht benoemt de onderdelen van het schaakspel en legt een aantal spelregels uit. De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Zij geven het kind daarbij autonomie om zelf te kiezen of mee te denken. Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Zij moeten aan de beroepskracht vragen of zij met bepaalde spelmaterialen mogen spelen; ander materiaal mogen zij zelf pakken. De kinderen kennen de afspraken hierover.
Sociale competentie De kinderen spelen met elkaar en leren samen te delen en op hun beurt te wachten. De beroepskrachten stimuleren dat de kinderen samen spelen zonder ruzie te maken en leren rekening te houden met elkaar. Zij helpen de kinderen om sociale vaardigheden met leeftijdsen/of groepsgenootjes te ontwikkelen (bv. leren delen, naar elkaar luisteren, wachten, helpen). De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Eén van de kinderen maakt de tafels schoon na het fruit eten. Als de kinderen aan het knutselen zijn vallen veel glitters op de grond. De beroepskracht zegt: 'pak even veger en blik en veeg de glitters op alsjeblieft'. Het meisje doet dat meteen. Ook bij de groep die met zand aan het spelen is gaat veel zand op de vloer. De kinderen vegen het zand op, als de beroepskracht dat vraagt. De beroepskracht geeft de kinderen complimentjes.
5 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Overdracht van waarden en normen De kinderen kennen bepaalde regels en afspraken en houden zich hier grotendeels aan, omdat het vanzelfsprekend is. Bijvoorbeeld: blijf zitten tijdens het fruit eten, niet gillen in de groep, elkaar geen pijn doen, lief zijn voor elkaar, niet plagen, niet rennen op de groep, speelgoed niet stuk maken, etc. Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. De beroepskrachten geven ruimte aan kinderen om bij activiteiten aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag (bv elkaar helpen, op je beurt wachten, anderen laten uitpraten). De beroepskrachten zijn zich bewust van hun professionele voorbeeldrol. De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. Uit deze observatie blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke voorwaarden betreffende het pedagogisch klimaat. Op de buitenschoolse opvang ONS Domeintje is voldoende aandacht voor het bieden van emotionele veiligheid, stimulans van de persoonlijke en sociale vaardigheden en overdracht van waarden en normen.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder is tevens beroepskracht) • Interview anderen (andere aanwezige beroepskracht) • Observaties • Pedagogisch beleidsplan
6 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag van alle beroepskrachten en de houder zijn ingezien op de locatie. Deze verklaringen zijn niet ouder dan twee jaar of na 1 maart 2013 afgegeven en bevatten de juiste screeningskenmerken voor de kinderopvang. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de betreffende voorwaarde uit de Wet kinderopvang.
Passende beroepskwalificatie Beroepskwalificaties van alle beroepskrachten zijn ingezien op de locatie. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform de CAO Kinderopvang is voldaan.
Opvang in groepen Op buitenschoolse opvang ONS Domeintje vindt de opvang plaats in één basisgroep van maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar. De basisgroep voor kinderen vanaf 4 jaar is niet groter dan 20 kinderen. Hiermee voldoet de houder aan de kwaliteitseisen om kinderen in de basisschoolleeftijd op te vangen in vaste groepen. Tijdens het inspectiebezoek zijn er 14 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten. Op woensdag en vrijdag zijn er 8 kinderen waarbij er 1 beroepskracht aanwezig is. Op maandag, dinsdag en donderdag zijn er meer dan 10 kinderen en zijn er altijd 2 beroepskrachten aanwezig. Groep ONS Domeintje
Leeftijd 4-12 jaar
Maximaal aantal kinderen 20 kinderen
Aantal aanwezige kinderen 14 kinderen
Hieruit blijkt dat omvang en de samenstelling van de groep voldoet aan de wettelijke voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio Uit steekproeven uit planningslijsten, personeelsroosters en de daadwerkelijke bezetting van de groepen is de verhouding tussen het aantal kinderen en de ingezette beroepskrachten als voldoende beoordeeld. Op BSO ONS Domeintje worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Tijdens het inspectiebezoek zijn er 14 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
In onderstaand tabel zijn het aantal kinderen en beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek weergegeven: Naam groep
Kindaantal
Leeftijden
ONS Domeintje
14 kinderen
4-12 jaar
Aantal vereiste beroepskrachten 2 beroepskrachten
Aantal aanwezige beroepskrachten 2 beroepskrachten
Hieruit blijkt dat de buitenschoolse opvang voldoet aan de beroepskracht-kindratio.
7 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Op buitenschoolse opvang ONS Domeintje vindt geen half-uursafwijking plaats tijdens reguliere schoolweken, wel tijdens vakantiedagen. Deze half-uursafwijking voldoet aan de wettelijke normen. Op vakantiedagen is de buitenschoolse opvang 10 uur of langer geopend. Op deze dagen kan afgeweken worden conform de 3-uursafwijking. De houder voldoet aan de drie-uursafwijking voor kindercentra bij aanvang, pauzes en sluiting van de opvang. Voor 9.30 uur, tijdens de lunch en na 16.30 uur wordt de helft van het aantal verplichte beroepskrachten ingezet. De beroepskrachten zijn ingezet conform een vastgesteld rooster van vroege en late diensten. De beroepskrachten werken alleen als er minder dan 10 kinderen aanwezig zijn. Hieruit volgt dat de beroepskracht-kind-ratio voldoet aan de wettelijke normen. Als er minder dan 10 kinderen aanwezig zijn werkt er 1 beroepskracht op de groep. Vaak zijn er nog collega's, leerkrachten of schoonmakers in het gebouw. BSO ONS Domeintje heeft een achterwachtregeling. Er is schriftelijk vastgelegd welke volwassenen telefonisch bereikbaar zijn en in de buurt zijn indien zich een calamiteit voordoet.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Er wordt bij BSO ONS Domeintje alleen Nederlands gesproken.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder is tevens beroepskracht) • Interview anderen (andere aanwezige beroepskracht) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten • Personeelsrooster
8 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: ONS Domeintje : http://www.ons-domeintje.nl : 20
Gegevens houder Naam houder KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: Marjolein Vuik : 61832057 : Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Dordrecht : Postbus 8 : 3300AA DORDRECHT
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
Dienst Gezondheid en Jeugd Postbus 166 3300AD DORDRECHT 078-7708500 J. van der Plas
26-01-2016 04-02-2016 11-02-2016 11-02-2016 11-02-2016
:03-03-2016
12 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 26-01-2016 ONS Domeintje te DORDRECHT