Inspectierapport De Sterrekijker (BSO) Atmosfeerstraat 38 3328GD DORDRECHT Registratienummer 663532413
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
Dienst Gezondheid en Jeugd Dordrecht 17-12-2014 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................. 3 Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4 Personeel en groepen .................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 8 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Er is onderzoek gedaan naar kernzaken uit de wet- en regelgeving waarbij ook het domein 'Veiligheid en Gezondheid' getoetst is. Het onderzoek bestond uit observatie op de groep, het beoordelen van documenten op locatie en een gesprek met de beroepskracht. Naar aanleiding van de inspectie zijn een aantal documenten en aanvullingen op bestaande documenten nagestuurd.
Beschouwing Algemeen BSO De Sterrekijker is onderdeel van Stichting H3O. Deze stichting biedt in Dordrecht christelijke kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, primair en voortgezet onderwijs aan. BSO De Sterrekijker is gevestigd in een pand waar ook peuterspeelzaal De Sterrekijker en kinderdagverblijf De Sterrekijker gevestigd zijn. De BSO bestaat uit twee basisgroepen van maximaal 20 kinderen. Op woensdag worden deze basisgroepen samengevoegd. In de loop van 2015 hoopt BSO De Sterrekijker te gaan verhuizen naar een andere locatie. Inspectiegeschiedenis Op 5 juni 2012 heeft een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Alle items uit de Wko werden beoordeeld. Geconstateerd werd dat de houder geen oudercommissie had ingesteld. Er werd geen handhavingstraject gestart omdat de houder wel voldoet aan de inspanningsverplichting om een oudercommissie in te stellen. Op 9 april 2013 heeft een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden waarbij alle items uit de Wko zijn beoordeeld. Er werden geen overtredingen geconstateerd. Huidige inspectie De huidige inspectie vindt plaats op een woensdagmiddag. De basisgroepen zijn samengevoegd. Na binnenkomst wordt er gegeten met de kinderen. Nadat de kinderen een poosje buiten hebben gespeeld, wordt er een film aangezet. Op de locatie blijkt dat een aantal documenten moeilijk vindbaar zijn voor de aanwezige beroepskracht. De documenten in de mappen zijn veelal verouderd en zitten niet op de juiste plek. Een aantal documenten zijn nagestuurd of op verzoek van de toezichthouder aangevuld of aangepast. Er wordt voldaan aan de gestelde eisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens het gesprek met de beroepskracht blijkt dat zij voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleid. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. De beroepskracht geeft aan dat H3O een christelijke stichting is. In de praktijk komt dit tot uiting door het bidden voor en danken na het eten, de vieringen van christelijke feestdagen en het voorlezen van christelijke boekjes. De BSO is vrije tijd voor de kinderen. Niet alles mag, maar kinderen zijn vrij om te kiezen wat ze willen doen en of ze aan georganiseerde activiteiten mee willen doen. De kinderen mogen zich thuis voelen op de BSO. Er wordt door de beroepskrachten een huiselijke sfeer gecreëerd. Dit komt overeen met de speerpunten uit het pedagogisch beleid van de organisatie. De Wet kinderopvang stelt dat de houder zorg dient te dragen voor de uitvoering van het eigen pedagogisch beleid. Ook is de houder verplicht om kinderen emotionele veiligheid te bieden en de persoonlijke en sociale vaardigheden te stimuleren. Daarnaast moeten waarden en normen worden overgedragen. De houder waarborgt de uitvoering van het pedagogisch beleid door het bespreken hiervan tijdens teamoverleg. Overleg vindt op structurele basis plaats. De vaste beroepskrachten bespreken praktische en inhoudelijke zaken met de vaste invalkracht. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van de vier basiscompetenties uit de Wet Kinderopvang waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen: namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van de bevindingen worden deze competenties hieronder toegelicht met een voorbeeld. Het beeld over het pedagogisch klimaat is tot stand gekomen door waarnemingen tijdens de observatie op de groepen. Ook zijn er een gesprek gevoerd met de beroepskracht. De observatie vond plaats op een woensdagmiddag. Gezien zijn momenten van vrij spel en het eet- en drinkmoment. Tijdens het inspectiebezoek wordt een film gekeken door de kinderen. Hierdoor is er misschien minder interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen gezien dan wanneer er door de beroepskrachten een activiteit met de kinderen gedaan wordt.
Emotionele veiligheid Tussen de middag eten de beroepskrachten samen met de kinderen. Aan tafel worden er gesprekjes gevoerd tussen de kinderen onderling en tussen de beroepskrachten en de kinderen. De sfeer op de groep is soms onrustig, omdat de kinderen sterk op elkaar reageren. Door de beroepskrachten wordt hier rustig op gereageerd. Zij zijn duidelijk naar de kinderen wat wel en niet mag. De beroepskrachten tonen interesse in de kinderen en in wat zij doen. De beroepskrachten maken grapjes met de kinderen en geven complimentjes. Tijdens de observatie werd voldoende zorg gedragen voor de sociaal emotionele veiligheid. 4 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Sociale en persoonlijke competentie Als de kinderen uit school komen is er eerst een moment met heel de groep. De kinderen helpen bij het dekken van de tafel. Daarna wordt er met zijn allen aan tafel gegeten en is er ruimte voor gesprekken. Na het eten gaan de kinderen naar buiten en spelen op het plein. Na het buiten spelen wordt er een film aangezet voor een aantal kinderen. Alle kinderen sluiten hier even later bij aan. Nadat de film is onderbroken voor een gezamenlijk drinkmoment zijn er kinderen die niet verder televisie willen kijken en gaan spelen. De beroepskracht biedt aan een spelletje te doen, maar de kinderen gaan liever samen met de barbies spelen. De kinderen die geen zin meer hebben om de film te kijken mogen zelf kiezen waar ze mee willen spelen. In de groepsruimte is voldoende gevarieerd spelmateriaal aanwezig. Er wordt op de BSO voldoende mogelijkheid geboden om de persoonlijke en sociale competenties te ontwikkelen.
Overdracht waarden en normen Regels, gedragsnormen en afspraken waren duidelijk aanwezig en werden waar nodig door de beroepskrachten herhaald: “Wat hebben we afgesproken over rare woorden en gebaren?”, “Even wachten tot iedereen gedronken heeft” en “Als ze dat niet leuk vindt, moet je dat niet doen”. De beroepskrachten geven het goede voorbeeld in spreken, bijvoorbeeld door consequent ‘alsjeblieft’ en ‘dank je wel’ te zeggen. Hiermee is voldaan aan de wettelijke eisen rondom het pedagogisch klimaat.
Gebruikte bronnen: • • • •
Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskracht) Observaties (Er is geobserveerd tijdens vrij spel en een tafelmoment) Pedagogisch beleidsplan (H3O versie 24 juli 2014) Pedagogisch werkplan (Werkplan De Bengels april 2013)
5 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskracht is ingezien op de locatie. De verklaring omtrent het gedrag van de stagiaire is nagestuurd en door toezichthouder beoordeeld. De verklaringen zijn niet ouder dan twee jaar. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de betreffende voorwaarde uit de Wko.
Passende beroepskwalificatie Beroepskwalificaties van de aanwezige beroepskracht is nagestuurd aan de toezichthouder. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform de CAO Kinderopvang is voldaan. Er wordt hiermee voldaan aan de betreffende voorwaarde uit de Wko.
Opvang in groepen Op BSO De Sterrekijker vindt de opvang plaats in twee basisgroepen van maximaal 20 kinderen. Basisgroep 1 voor kinderen van 4 en 5 jaar. En basisgroep 2 voor kinderen van 6 jaar tot de leeftijd waarop voor hen het basisonderwijs eindigt. Op woensdag worden de twee basisgroepen groepen samengevoegd, omdat er dan minder kinderen zijn. Uit gesprek blijkt dat op woensdag de BSO soms samengevoegd wordt met de dagopvanggroep, waar momenteel op woensdag maar één kindje wordt opgevangen. Van beide groepen is dan een vaste beroepskracht aanwezig. De omvang en samenstelling van de basisgroep voldoet aan de wettelijke voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen voldoet aan de gestelde eisen van de Wko. In onderstaande tabel zijn de kindaantallen en aanwezige beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek weergegeven. Naam groep
Kindaantal
Leeftijden
De Sterrekijker
10
4-12
Aantal vereiste beroepskrachten 1
Aantal aanwezige beroepskrachten 1 en een stagiaire
Een BSO mag op schooldagen een half uur afwijken van de beroepskracht-kindratio. Op vakantiedagen mag drie uur afgeweken worden. Deze afwijking, waarbij de helft van het aantal beroepskrachten mag worden ingezet, komt op BSO De Sterrekijker tijdens schooldagen niet voor. Op de Sterrekijker vindt vakantieopvang plaats. Op vakantiedagen wordt wel tijdelijk afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Wanneer wordt afgeweken wordt minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. Er wordt voldaan aan de gestelde eisen.
6 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Gebruikte bronnen: • • • • • • • •
Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskracht) Observaties (Er is geobserveerd tijdens vrij spel en een tafelmoment) Verklaringen omtrent het gedrag (Van de aanwezige beroepskracht en stagiaire) Diploma's beroepskrachten (Van de aanwezige beroepskracht) Plaatsingslijsten (Aanwezigheid plaatsing december 2014) Presentielijsten (Aanwezigheidslijsten 1-12-14 tot en met 15-12-2014) Personeelsrooster Toevoeging werkplan BSO
7 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd op 16 oktober 2014 door de beroepskrachten, hetgeen voldoet aan de wettelijke voorwaarde. De risico-inventarisaties worden jaarlijks opgesteld. Ten tijde van de inspectie was één lokaal niet geïnventariseerd. De toezichthouder heeft de houder de kans gegeven dit alsnog te doen. Binnen de gestelde termijn is de risico-inventarisatie in het betreffende lokaal afgenomen en toegestuurd aan de toezichthouder. De gehanteerde itemlijsten voldoen aan de wettelijke criteria en bevatten items uit verschillende verplichte thema's zoals verbranding, stoten, snijden, infectieziekten en medisch handelen. Ten tijde van het locatiebezoek was nog geen plan van aanpak opgesteld bij de reeds afgenomen risico-inventarisaties. De toezichthouder heeft de houder de kans gegeven dit alsnog te doen. Binnen de gestelde termijn is het plan van aanpak opgesteld en toegestuurd aan de toezichthouder. Het plan van aanpak sluit aan op de inventarisatielijsten. Hieruit blijkt welke maatregelen genomen worden om de veiligheid en gezondheid van de kinderen te waarborgen. Het beleid van de houder zorgt er zodoende voor dat risico’s voldoende worden gereduceerd. Concrete acties die genomen zijn: - vingerbescherming aan de scharnierkant van de deuren - handen wassen voor het eten - beveiligde stopcontacten Voor specifieke kinderen, bijvoorbeeld met een allergie, is dit aangegeven op het bord in de groepsruimte en op de aanwezigheidslijsten. In principe wordt geen medicatie verstrekt. Mogelijkheden voor hygiëne zijn aanwezig zoals zeep, tissues en stromend water. Schoonmaak vindt plaats door de beroepskrachten. Een formulier voor de registratie van ongevallen is aanwezig. In de periode van een halfjaar voorafgaand aan het inspectiebezoek hebben zich geen ongelukken voorgedaan. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de aanwezige risico’s in het kindercentrum. Zij handelen conform het plan van aanpak om deze risico’s te reduceren. Dagelijks zijn medewerkers met een EHBO/BHV-kwalificatie aanwezig. Op vastgestelde momenten, tijdens werkoverleg, vindt evaluatie van het plan van aanpak plaats. Op grond van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op juiste wijze in de praktijk brengen
8 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Meldcode kindermishandeling De houder heeft organisatiebreed een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld welke voldoet aan de gestelde eisen. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. In werkoverleg vindt kennisoverdracht plaats met betrekking tot de meldcode. Uit gesprek blijkt dat de beroepskracht weet wie de aandachtsfunctionaris is. Ook weet zij de eerste stappen uit de meldcode te benoemen. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke eisen.
Gebruikte bronnen: • • • • • • • • • • •
Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskracht) Observaties (Er is geobserveerd tijdens vrij spel en een tafelmoment) Risico-inventarisatie veiligheid (16-10-2014) Risico-inventarisatie gezondheid (16-10-2014) Actieplan veiligheid (Actieplan veiligheidsmanagement 19-01-2015) Actieplan gezondheid (Actieplan gezondheidsmanagement 19-01-2015) Huisregels/groepsregels (Huisregels / Omgaan met elkaar BSO De Bengels) Meldcode kindermishandeling (Protocol voor kinderdagverblijf, peuteropvang en buitenschoolse opvang van H3O) E-mailcontact met leidinggevende mevrouw G. Hazelaar Veiligheid peuterlokaal december 2014 Inventarisatie gezondheidsmanagement 19-01-2015
9 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
11 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: De Sterrekijker : www.sterrekijker.nl : 40
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting H3O Kolfstraat 120 3311 XL DORDRECHT www.stichtingh3o.nl 41120110
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Dienst Gezondheid en Jeugd Postbus 166 3300AD DORDRECHT 078-7708500 M. de Jong
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Dordrecht : Postbus 8 : 3300AA DORDRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
17-12-2014 27-01-2015 10-02-2015 10-02-2015
: 10-02-2015 : 03-03-2015
13 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De inspectie constateert dat het pedagogisch klimaat bij BSO de Sterrekijker in orde is. Leidsters geven het goede voorbeeld in de omgang met elkaar, bieden kinderen keuzemogelijkheden, geven kinderen complimenten en zijn duidelijk in de communicatie over regels en afspraken. Deze elementen vormen de kern van het opvangwerk en wij zijn dan ook blij met het feit dat dit door de inspectie gezien is.
Tot slot bedank ik u voor de mogelijkheid om administratieve zaken achteraf op te kunnen sturen. Wij zorgen er voor dat in de toekomst ook deze zaken direct op de locatie tijdens het bezoek terug te vinden zijn.
14 van 14 inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 17-12-2014 De Sterrekijker te DORDRECHT