Inspectierapport De Sterrekijker (KDV) Atmosfeerstraat 38 3328GD DORDRECHT Registratienummer 171869862
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
Dienst Gezondheid en Jeugd Dordrecht 19-02-2015 Incidenteel onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................. 3 Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4 Personeel en groepen .................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 7 Inspectie-items................................................................................................................ 9 Gegevens voorziening ..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een signaal, hierdoor heeft de toezichthouder zich gericht op het pedagogisch klimaat, vierogenprincipe en de risico-inventarisatie. Het onderzoek bestond uit een bezoek aan de locatie, waarbij een observatie en een gesprek met de beroepskrachten heeft plaatgevonden. Daarnaast zijn diverse documenten ingezien en beoordeeld. Beschouwing Algemeen Kinderdagverblijf De Sterrekijker is onderdeel van Stichting H3O. Deze stichting biedt in Dordrecht Christelijke kinderopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk, primair en voortgezet onderwijs aan. Kinderdagverblijf De Sterrekijker is gevestigd in een pand waar ook peuterspeelzaal De Sterrekijker en buitenschoolse opvang De Sterrekijker gevestigd zijn. Het kinderdagverblijf bestaat uit één stamgroep van maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. In de loop van 2015 hoopt KDV De Sterrekijker te gaan verhuizen naar een andere locatie. Inspectiegeschiedenis Op 20 maart 2013 heeft op de locatie een onderzoek plaatsgevonden om een uitbreiding van het aantal kindplaatsen te beoordelen. Naar aanleiding van dit onderzoek is de uitbreiding van 6 naar 18 kindplaatsen is goedgekeurd. Tijdens een jaarlijks onderzoek op 22 oktober 2013 werd geconstateerd dat de houder geen oudercommissie had ingesteld. Vanwege de inspanningsverplichting is er geen advies voor handhaven afgegeven. Uit het jaarlijkse onderzoek op 8 december 2014 zijn tekortkomingen naar voren gekomen met betrekking tot de verklaringen omtrent het gedrag, de risico-inventarisatie en het vierogenprincipe. De verklaring omtrent het gedrag van één beroepskracht was verouderd, de beroepskrachten waren niet op de hoogte van de risico-inventarisatie, het plan van aanpak sloot niet aan bij de uitgevoerde risico-inventarisatie en het vierogenprincipe werd niet voldoende gewaarborgd. Huidige inspectie De observatie geeft een gemoedelijke sfeer weer op de groep, de kinderen ogen ontspannen. De beroepskrachten hebben aandacht voor het individuele kind en sluiten in de communicatie aan bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er geen zorgen met betrekking tot het signaal die verder onderzoek behoeven.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van de vier basiscompetenties uit de Wko waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen: namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van de bevindingen worden deze competenties hieronder toegelicht met een voorbeeld. Het beeld over het pedagogisch klimaat is tot stand gekomen door waarnemingen tijdens de observatie op de groepen. Ook zijn er gesprekken gevoerd met een beroepskracht. Er is geobserveerd tijdens het fruit eten, flessen geven, verschoonronde en buiten spelen.
Emotionele veiligheid De kinderen ogen ontspannen en de sfeer op de groep is rustig en prettig. De beroepskrachten benaderen de kinderen op een lieve, enthousiaste en positieve manier. Er worden complimentjes gegeven: “Goed geprobeerd!” en “Goed zo!”. De beroepskrachten gaan in op de door de kinderen geïnitieerde gesprekjes. Als een kind spontaan bij de kleur ‘oranje’ een associatie heeft met voetbal, wordt hierop ingegaan door de beroepskracht. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Een kind wil tijdens het buitenspelen een loopkarretje hebben, maar durft deze niet te pakken. De beroepskracht pikt dit signaal op en begeleidt het kind naar het loopkarretje, waarna hij verder gaat spelen. Tijdens het verschonen wordt er met de kinderen gekletst en worden er grapjes gemaakt. Er wordt rekening gehouden met de vaste rituelen van de kinderen betreffende het slapen en er wordt vastgehouden aan de slaap- en eettijden van de kinderen. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn. Er wordt een aai over een bol of wangetje gegeven en na het geven van een fles neemt een beroepskracht tijd om te kroelen met het kindje en over het ruggetje te wrijven. De beroepskrachten zijn duidelijk in hun communicatie tegen de kinderen en benoemen wat ze gaan doen en wat ze van de kinderen verwachten: “We gaan een boekje lezen en dan gaan we naar buiten” en “We gaan zo drinken”. Voor het drinken wordt een ‘vast’ liedje gezongen en het is duidelijk dat de kinderen weten dat zij na het drinken hun jas aan mogen doen en op de bank moeten wachten tot iedereen klaar is. Door duidelijke regels en vaste rituelen wordt de kinderen structuur en daarmee veiligheid geboden.
Persoonlijke en sociale competenties Er is voldoende gevarieerd spelmateriaal in de groepsruimtes aanwezig. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen.
4 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
De kinderen zitten aan tafel met een beroepskracht en eten fruit en komkommer. De beroepskracht benoemd samen met de kinderen het stuk fruit of komkommer dat zij kiezen. Als het drinken ingeschonken wordt laat de beroepskracht de kinderen de kleuren van de bekers benoemen. Tijdens het eten en drinken is er ruimte voor educatieve gesprekjes tussen de beroepskracht en de kinderen. Een andere beroepskracht noemt één voor één de namen van de kinderen op, waarna zij en het genoemde kind elkaar ‘goedemorgen’ wensen. Vervolgens gaat zij een boekje voorlezen aan de kinderen. Zij betrekt de kinderen bij het verhaal door de kinderen vragen te stellen. De beroepskracht schenkt aandacht aan het benoemen van het weer, de kleuren en het tellen. Naar aanleiding van het verhaal praat de beroepskracht met de kinderen verder over ‘het ziekenhuis’: “Wie heeft er wel eens in het ziekenhuis gelegen?” Eén kind wil niet drinken en wordt door de beroepskrachten gestimuleerd. Het idee ontstaat om de andere kinderen hierbij te betrekken. Ze tellen gezamenlijk de slokjes als motivatie voor het kind om te drinken. Na het voorlezen gaan de kinderen naar buiten. De zelfstandigheid van de kinderen wordt gestimuleerd door de kinderen zelf hun jas aan te laten doen. Als dit niet lukt worden zij geholpen door een beroepskracht. Alle kinderen krijgen de mogelijkheid om naar buiten te gaan, een baby wordt meegenomen in de wandelwagen. Buiten spelen de kinderen in een speelhuisje, met bezems, fietsjes en loopkarretjes. De beroepskrachten hebben buiten een begeleidende rol. Er wordt geoefend met een kindje om stapjes te zetten, een kindje wordt gestimuleerd zelf te trappen op een fietsje en een kindje wordt op een loopkarretje gezet om dit te oefenen. De beroepskrachten richten hun aandacht met name op de twee jongste kinderen, waarvan er één in een wandelwagen ligt. De beroepskrachten laten de grotere kinderen contact maken met de baby in de wandelwagen.
Overdracht normen en waarden De beroepskrachten zijn zich bewust van hun professionele voorbeeldrol. Zij geven het goede voorbeeld in spreken, bijvoorbeeld door consequent ‘alsjeblieft’ en ‘dank je wel’ te zeggen. Zij geven de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, troosten en helpen. Beroepskrachten stimuleren het contact tussen de grotere kinderen en de baby’s door de grote kinderen te laten kijken bij en te laten kletsen met de baby’s. Regels worden waar nodig door de beroepskrachten herhaald: “Nee, je mag niet smakken” en “Eerst je mond leeg eten voordat je praat”. De beroepskrachten gaan op een respectvolle manier om met de kinderen en met collega’s. In de groepen zijn regels en omgangsvormen te herkennen zoals op elkaar wachten, benen onder tafel en op de bank wachten voor de groep naar buiten gaat. Uit deze observatie blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke voorwaarden betreffende het pedagogisch klimaat. Op het kindercentrum is voldoende aandacht voor het bieden van emotionele veiligheid, stimulans van de persoonlijke en sociale vaardigheden en overdracht van waarden en normen.
Gebruikte bronnen: Observaties (Er is geobserveerd tijdens het fruit eten, flessen geven, een verschoonronde en • het buiten spelen)
5 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag van alle beroepskrachten en de stagiaire zijn ingezien op de locatie. Deze verklaringen zijn na 1 maart 2013 afgegeven en bevatten de juiste screeningskenmerken voor de kinderopvang. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de betreffende voorwaarde uit de Wet kinderopvang.
Passende beroepskwalificatie Beroepskwalificaties van alle beroepskrachten zijn ingezien op de locatie. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform de CAO Kinderopvang is voldaan.
Beroepskracht-kindratio Uit de daadwerkelijke bezetting van de groepen is de verhouding tussen het aantal kinderen en de ingezette beroepskrachten als voldoende beoordeeld. Ten tijde van het inspectiebezoek waren er 9 kinderen en 2 beroepskrachten aanwezig, daarnaast stond een stagiaire boventallig op de groep. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Er is geobserveerd tijdens het fruit eten, flessen geven, een verschoonronde en • het buiten spelen) • Verklaringen omtrent het gedrag (Van alle beroepskrachten en de stagiaire) • Diploma's beroepskrachten (Van alle beroepskrachten) • Personeelsrooster
6 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd in december 2014 door twee beroepskrachten. Alle voor de kinderen toegankelijke ruimtes zijn opgenomen in de inventarisatie, hetgeen voldoet aan de wettelijke voorwaarde. De risico-inventarisaties zijn afgenomen betreffende de actuele situatie. De gehanteerde itemlijsten voldoen aan de wettelijke criteria en bevatten items uit verschillende verplichte thema's zoals verbranding, stoten, snijden, infectieziekten en medisch handelen. Naar aanleiding van de inventarisatie zijn actieplannen opgesteld, waarin de acties concreet geformuleerd zijn en een streef- en realisatiedata zijn vastgelegd. Tevens is een plan van aanpak opgesteld. Hieruit blijkt welke maatregelen genomen worden om de veiligheid en gezondheid van de kinderen te waarborgen. Concrete acties die genomen zijn: - deurklinken staan omhoog; - vingerbeveiliging aan de scharnierkant van de deuren; - traphekje voor de keuken; - handen wassen na het verschonen; - omkasting van de radiatoren; - hete dranken worden hoog gezet; - beveiligde stopcontacten. Mogelijkheden voor hygiëne zijn aanwezig zoals zeep, tissues en stromend water. Schoonmaak vindt plaats door zowel de beroepskrachten als een interierverzorgster. Schoonmaakwerkzaamheden worden bijgehouden op een lijst in de groepsruimte. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de aanwezige risico’s in het kinderdagverblijf. Zij handelen conform het plan van aanpak om deze risico’s te reduceren. Tijdens teamoverleg wordt de risico-inventarisatie besproken. De risico-inventarisatie is op de groep in te zien. Op grond van observatie op de groep is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op juiste wijze in de praktijk brengen.
Vierogenprincipe De houder hoort de opvang op zodanige wijze te organiseren, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij of zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. De wijze waarop dat is georganiseerd wordt door houder als volgt beschreven in het organisatie brede pedagogisch beleidsplan: "De commissie Gunning deed in haar rapport van 2011 naar aanleiding van de zedenzaak in Amsterdam een aantal aanbevelingen om misbruik binnen kinderopvanglocaties zoveel mogelijk te voorkomen. Een van deze aanbevelingen betreft het vierogenprincipe. Het vierogenprincipe is verplicht binnen de kinderopvanglocatie. De bedoeling van dit principe is dat kinderen zoveel mogelijk in het gezicht-/gehoorsveld van meer dan een volwassene is. Binnen de kinderopvanglocatie staat een leidster nooit alleen. Op de kinderopvanglocaties worden in principe twee leidsters per groep ingezet. Wanneer dit niet mogelijk of wenselijk is bij een laag kindaantal worden er stagiaires ingezet. In de pauze of aan de randen van de dag kan het gebeuren dat een leidster alleen staat. Op deze momenten kan de 7 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
locatie onverwacht een bezoek krijgen van de leidinggevende of collega`s van een andere groep meekijken. Aan de randen van de dag zijn er ouders die in- en uitlopen evenals de schoonmaakster. We voegen de groepen samen wanneer er in elke groep maar een leidster aanwezig is op rustige dagdelen. In de vakanties zorgen we er voor dat er altijd twee leidsters per groep staan of voegen we beide groepen samen." Op kinderdagverblijf De Sterrekijker staat in de pauze's en op woensdag en vrijdag een beroepskracht alleen op de groep. Uit het personeelsrooster blijkt dat op vrijdag een stagiaire wordt ingezet. Op woensdag en tijdens de pauze zorgt onverwachte inloop van collega's van de BSO en de peutergroep voor waarborging van het vierogenprincipe. De slaapkamers zijn voorzien van een babyfoon. Op basis van het voorgaande heeft de houder bij de implementatie van het vierogenprincipe, de momenten en ruimtes die een hoog risico vormen voor deze locatie voldoende in beeld gebracht en voldoet daarmee aan de gestelde wettelijke eis. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Er is geobserveerd tijdens het fruit eten, flessen geven, een verschoonronde en • het buiten spelen) Risico-inventarisatie veiligheid (Inventarisatie veiligheidsmanagement KDV De Sterrekijker 10• 12-2014) Risico-inventarisatie gezondheid (Inventarisatie gezondheidsmanagement KDV De Sterrekijker • 10-12-2014) • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid • Pedagogisch beleidsplan (H3O) • Toevoeging veiligheidsrisico • Toevoeging gezondheidsrisico's • Lijst schoonmaakwerkzaamheden
8 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De Sterrekijker http://www.sterrekijker.nl 18 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting H3O Kolfstraat 120 3311 XL DORDRECHT www.h30.nl 41120110
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Dienst Gezondheid en Jeugd Postbus 166 3300AD DORDRECHT 078-7708500 M. de Jong M. van Maurik
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Dordrecht : Postbus 8 : 3300AA DORDRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
19-02-2015 26-02-2015 10-03-2015 10-03-2015
: 10-03-2015 : 31-03-2015
12 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder is positief gestemd over het gegeven dat er geen onwettigheden geconstateerd zijn. Elke leidster zet zich elke dag volledig in om opvang van een hoge kwaliteit te bieden. Uit het inspectierapport blijkt dat dit in de praktijk terug te zien is.
13 van 13 Inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 De Sterrekijker te DORDRECHT