Inspectierapport Flattekat (PSZ) Mr. Rinkstraat 19 4005VH TIEL
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Gelderland-Zuid, vestiging Tiel Tiel 16-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 04-05-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 13
2 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen in hoofdlijnen de bevindingen. Deze worden elders in dit rapport per domein uitgewerkt. Algemene feiten Peuterspeelzaal Flattekat is een onderdeel van Kinderopvang Rivierenland. De peuterspeelzaal is gevestigd in de Regenboogschool in Tiel-Oost. De peuterspeelzaal is geopend op maandag-, donderdag-, en vrijdagochtend en maandag-, dinsdag-, en donderdagmiddag. Op dinsdag de hele dag en vrijdagochtend komen alleen kinderen met een VVE-indicatie. Op de andere dagdelen komen reguliere en VVE-kinderen. De peuterspeelzaal biedt op alle dagdelen VVE, kinderen met een VVE-indicatie worden 4 dagdelen geplaatst. De reguliere kinderen (zonder VVE-indicatie) bezoeken de peuterspeelzaal 2 dagdelen per week. Op Flattekat werken de beroepskrachten al jaren met elkaar samen en zijn goed op elkaar ingespeeld. Tijdens de inspectie speelden de kinderen samen in de gezellig ingerichte ruimte. Er heerste een goede sfeer, en de beroepskrachten en vrijwilligster gingen op een prettige manier om met de kinderen. Inspectiegeschiedenis Op 2 juni 2014 heeft het laatste reguliere onderzoek plaatsgevonden. Er zijn destijds tekortkomingen geconstateerd. In juli 2014 heeft er op verzoek van de gemeente Tiel een nader onderzoek plaatsgevonden naar de tekortkomingen van de reguliere inspectie in 2014. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de houder voldeed aan de gestelde eisen. Bevindingen op hoofdlijnen De toezichthouder heeft bij het huidige onderzoek geen tekortkomingen geconstateerd. De houder voldoet aan alle getoetste voorwaarden.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Uitvoering van het pedagogische beleidsplan Uit het interview met de beroepskracht is gebleken dat zij goed op de hoogte is van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder van de GGD gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijvingen uit het veldinstrument (deze staan schuin gedrukt in de tekst) volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Het waarborgen van de emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Er heerst een positieve en enthousiasmerende sfeer in de groep. Kinderen voelen zich duidelijk op hun gemak. Er zijn vast beroepskrachten , die de kinderen goed kennen. De kinderen kennen elkaar bij naam. Regelmatig kruipen er kinderen op schoot bij de beroepskrachten. Conclusie Op peuterspeelzaal Flattekat wordt de ontwikkeling van de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van persoonlijke competentie Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Observatie Tijdens het eten van diverse fruitsoorten, vraagt de beroepskracht aan elk kind wat voor fruit het is. Als een kind het goed zegt , beloont de beroepskracht met “goed zo”. Als een kind het verkeerd zegt, dan reageert de beroepskracht heel geduldig en zegt “kijk nog eens goed?”. Het kind reageert door nog eens te kijken en zegt het dan goed, “goed zo “zegt de beroepskracht dan. De peuterspeelzaal heeft diverse speelhoeken, waaronder een bouwhoek, een keukenhoek en een poppenhoek. Conclusie Op peuterspeelzaal Flattekat wordt de ontwikkeling van persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Mogelijkheid bieden tot ontwikkeling van sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. Observatie Tijdens het kringgesprek wordt er een liedje gezongen “goedemorgen “ De beroepskracht noemt ieder kind bij naam , “goedemorgen X”. Ieder kind antwoord dan met “ goedemorgen”. 4 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Als een kindje niet direct begrijpt wat hij moet doen, vraagt de beroepskracht aan een ander kindje om te helpen. Conclusie Op peuterspeelzaal Flattekat wordt de ontwikkeling van de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. Observatie De beroepskrachten geven de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen en volwassenen ; ze zijn vriendelijk, geduldig, luisteren en helpen elkaar. Zeggen alsjeblieft en dankjewel. Conclusie Op peuterspeelzaal Flattekat wordt de ontwikkeling van normen en waarden voldoende gewaarborgd.
Voorschoolse educatie Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Er is een opleidingsplan voor VVE, dat voldoet aan de gestelde eisen. De peuterspeelzaal is op maandag dinsdag donderdag en vrijdag geopend, daarmee biedt het voldoende uren voor voorschoolse educatie. Tijdens de inspectie zijn de VVE-certificaten van drie beroepskrachten ingezien. Deze certificaten voldoen aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (donderdag 16 april 2015) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent gedrag (vog's) ingezien van de vaste beroepskrachten en van de vrijwilligster. De vog's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's en VVE-certificaten van de vaste beroepskrachten ingezien. Deze diploma's en certificaten voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen De peuterspeelzaalgroep bestaat uit één groep van maximaal 16 kinderen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op het kindercentrum worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er zijn altijd twee beroepskrachten aanwezig, en op donderdag een vrijwilligster. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid ( RIVG) is in februari 2015 uitgevoerd door een vaste beroepskracht. De RIVG heeft betrekking op de situatie bij de huidige inspectie. De RIVG is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risicoinventarisatie zijn actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Meldcode kindermishandeling De meldcode voldoet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2015) Actieplan veiligheid (februari 2015) Actieplan gezondheid (februari 2015) Huisregels/groepsregels (februari 2015) Meldcode kindermishandeling
7 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Ruimte en inrichting
Buitenspeelruimte De buitenruimte is passend ingericht met een zandbak en glijbaan. Gebruikte bronnen: Observaties (donderdag 16 april 2015)
8 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
11 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Flattekat http://www.krbv.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kinderopvang Rivierenland Gerdina's Hof 15 4191MX GELDERMALSEN www.krbv.nl 11063335
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Gelderland-Zuid, vestiging Tiel Postbus 1120 6501BC NIJMEGEN 0344-698700 C. Kuijs
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Tiel : Postbus 6325 : 4000HH TIEL
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
16-04-2015 24-04-2015 01-05-2015 04-05-2015 04-05-2015
: 04-05-2015 : 18-05-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze jaarlijks onderzoek peuterspeelzaal Flattekat 16-4-2015 Wij zijn zeer tevreden met de uitkomst van het onderzoek. We zullen ons blijven inzetten om deze kwaliteit te handhaven. Met vriendelijke groet, Sacha Grondijs Clustermanager
13 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 16-04-2015
Flattekat te TIEL