Inspectierapport Fatima (PSZ) Vuurpijlstraat 27 3053EZ ROTTERDAM
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Rotterdam-Rijnmond Rotterdam 27-10-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 10-11-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In het kader van het risico gestuurd toezicht heeft de inspectie zich primair gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Het hoofdstuk 'inspectie-items' geeft een duidelijk beeld welke voorwaarden zijn beoordeeld tijdens dit onderzoek. De oordelen zijn gebaseerd op: - observaties; - documenten die zijn ingezien op de locatie zelf of later zijn nagestuurd; - gesprekken met de beroepskrachten; - contact met de locatiemanager Er zijn vooraf geen documenten opgevraagd. Beschouwing Feiten over peuterspeelzaal Fatima Peuterspeelzaal Fatima is onderdeel van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) en is gehuisvest in de katholieke basisschool de Fatimaschool. De ruimte is ingedeeld in verschillende hoeken, waaronder een bouwhoek, speelhoek, poppenhoek en leeshoek. De kinderen zijn in de leeftijd van 2,5 - 4 jaar en verblijven in groepen van maximaal 16 kinderen. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaats gevonden: 21-01-2014: jaarlijks onderzoek. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. 27-09-2013: nader onderzoek n.a.v. een aanwijzing verstuurd door de gemeente Rotterdam met kenmerk 13MO14379. Op 30-10-2013 is de handhaving opgeheven. 03-04-2013: nader onderzoek. De overtredingen op de domeinen 'ouderrecht' en 'pedagogisch beleid' zijn opgeheven. De overtredingen op het domein 'veiligheid en gezondheid' zijn niet opgeheven. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk De 4 basisdoelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang zijn geobserveerd en beoordeeld: -
emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie januari 2015). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de daarin opgenomen indicatoren. De teksten van de gedragsbeschrijvingen van de pedagogische praktijk uit het veldinstrument zijn cursief gedrukt. Alle basisdoelen zijn beoordeeld. Hieronder zijn slechts een paar voorbeelden uitgewerkt van situaties die zich voordeden tijdens de observatie. De observatie heeft plaats gevonden tijdens het kringmoment en het buitenspelen op dinsdag ochtend. Emotionele veiligheid Indicator: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien zowel in positieve zin (blij, tevreden, nieuwsgierig, enthousiast) als in negatieve zin (boos, verdrietig). De emoties zijn passend bij de situatie. Observatie: De kinderen zitten in de kring. Zij gaan hun jas aandoen om buiten te gaan spelen. De beroepskracht vraagt aan de kinderen wie haar wilt helpen. De meeste kinderen springen op van hun stoel en roepen "ikke". Een kind mag helpen. Tijdens het aandoen van de jassen wordt er gezellig gekletst door de kinderen. Een kind maakt een grapje. De beroepskracht vraagt aan hem of hij weer een mopje heeft. Het kind vertelt het mopje en er wordt gelachen met elkaar. Persoonlijke competentie Indicator: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. Observatie: De kinderen hebben hun jassen aangedaan en de beroepskracht zegt ineens: "O,o we zijn iets vergeten.... Het is nat en zit in een beker en we doen het na het fruit eten", waarop een kind zegt: "drinken". "Hebben we dat al gedaan?" De kinderen roepen bijna in koor "nee". De beroepskracht pakt de bekers en zegt tegen de kinderen dat ze voorzichtig moeten drinken zodat er niet geknoeid wordt op de jassen. Tevens zegt ze dat ze er vertrouwen in heeft dat de kinderen dat kunnen. De beroepskracht zegt: "Zullen we gaan drinken?", waarop een kind uit zichzelf het liedje gaat zingen dat hoort bij het drinkmoment. De overige kinderen gaan mee zingen. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan en daar in de praktijk uitvoering aan geven. De 4 basisdoelen worden voldoende gewaarborgd waarmee voldaan is aan de wettelijke vereisten.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
4 van 11
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (kort gesprek na afloop inspectie met locatieverantwoordelijke) Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
5 van 11
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De door de toezichthouder beoordeelde verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de wettelijke vereisten. Passende beroepskwalificatie Sinds het vorig inspectiebezoek zijn geen nieuwe medewerkers werkzaam op deze locatie. Alle huidige medewerkers beschikken over een passende beroepskwalificatie. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Opvang in groepen De kinderen maken gebruik van één stamgroepruimte, waarvan twee groepen gebruik maken. Eén groep maakt gebruik van de opvang op maandag, dinsdag en donderdag. De andere groep maakt gebruik van de opvang op woensdag en vrijdag. De groepen bestaan uit maximaal 16 kinderen. Omvang en samenstelling van de groep voldoen aan de wettelijke vereisten. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Tijdens het bezoek blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen: Er zijn 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 - 4 jaar met 2 beroepskrachten op de groep aanwezig. Er wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Presentielijsten (oktober 2015)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
6 van 11
Ouderrecht
Oudercommissie (eisen van toepassing op niet gesubsidieerde peuterspeelzalen) De oudercommissie is niet actief benaderd. Er zijn geen signalen ontvangen van ouders of de ouder-commissie dat de werking van het adviesrecht niet goed verloopt. Gebruikte bronnen: Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (2014) Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (2014)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
8 van 11
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Fatima http://www.fatimarvko.nl 16 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs K.P. van der Mandelelaan 80 3062MB ROTTERDAM 40342002
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 Patricia van de Wijngaard
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Rotterdam : Postbus 70014 : 3000KS ROTTERDAM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
27-10-2015 29-10-2015 06-11-2015 10-11-2015 11-11-2015 11-11-2015
: 11-11-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze: Wij zijn blij met het rapport. Het is fijn dat de inspanningen van de pedagogisch medewerksters terug te lezen zijn in het inspectierapport. We hebben het als prettig ervaren dat er vanuit de inspectie wordt meegedacht, waardoor de kwaliteit gewaarborgd kan blijven. Met vriendelijke groet, Wilma Wiegerink Adjunct-directeur
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 27-10-2015
Fatima te ROTTERDAM
11 van 11