Inspectierapport Agnes Ukkies (PSZ) Persoonsdam 18 3071EE ROTTERDAM
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Rotterdam-Rijnmond Rotterdam 30-10-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 08-12-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In het kader van het risico gestuurd toezicht heeft de inspectie zich primair gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Tevens is ingezoomd op de overtreding, geconstateerd tijdens het jaarlijks onderzoek van 2014. De gemeente Rotterdam heeft hiervoor een waarschuwingsbrief verstuurd aan peuterspeelzaal Agnes Ukkies d.d. 14 mei 2014 met kenmerk FET.14.130. Het hoofdstuk 'inspectie-items' geeft een duidelijk beeld welke voorwaarden zijn beoordeeld tijdens dit onderzoek. De oordelen zijn gebaseerd op: - observaties; - documenten die zijn ingezien op de locatie zelf of later zijn nagestuurd; - gesprekken met de beroepskrachten; - contact met de directeur en de IB-er van basisschool Agnesschool Er zijn vooraf geen documenten opgevraagd. Beschouwing Feiten over Peuterspeelzaal Agnes Ukkies Peuterspeelzaal Agnes Ukkies is een onderdeel van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) en is gehuisvest in de Agnesschool in de wijk Feijenoord. De peuterspeelzaal is gesubsideerd en maakt gebruik van het voorschoolse educatie programma Piramide. De peuterspeelzaal bestaat uit 6 groepen van maximaal 16 kinderen, te weten 2 VVE groepen en 4 nul-groepen. De minimumleeftijd is 2 jaar. Op deze leeftijd starten de kinderen in een VVE-groep, met 2,5 jaar kunnen zij doorstromen naar een nulgroep. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaats gevonden: 13-02-2014: jaarlijks onderzoek. Hierbij is een overtreding geconstateerd op het domein 'pedagogisch klimaat'(betreft VVE certificaat). 03-04-2013: nader onderzoek. Alle overtredingen, geconstateerd tijdens het jaarlijks onderzoek d.d. 19-03-2012, zijn opgeheven. Bevindingen op hoofdlijnen De houder voldoet niet aan alle voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht. Er is een overtreding geconstateerd op het domein 'pedagogisch klimaat' (betreft VVE certificaat). De bevindingen worden nader toegelicht bij de betreffende domeinen.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er is een overtreding geconstateerd op het domein 'pedagogisch klimaat' (betreft VVE certificaat).
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk De 4 basisdoelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang zijn geobserveerd en beoordeeld: -
emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie januari 2015). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de daarin opgenomen indicatoren. De teksten van de gedragsbeschrijvingen van de pedagogische praktijk uit het veldinstrument zijn cursief gedrukt. Alle basisdoelen zijn beoordeeld. Hieronder zijn slechts een paar voorbeelden uitgewerkt van situaties die zich voordeden tijdens de observatie. De observatie heeft plaats gevonden in de ochtend op twee groepen: De Maantjes (tijdens de kring aan tafel en het naar buiten gaan) De sterretjes (tijdens het fruit moment aan tafel met aansluitend begeleid spel) Tevens heeft de observatie plaatsgevonden tijdens het gezamenlijk buitenspelen van de drie aanwezige peutergroepen. Emotionele veiligheid Indicator: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Er is een dagschema met dagelijkse routine en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit voor onvoorziene situaties of uitloop van geplande activiteiten. Observatie: De kinderen gaan aan tafel zitten. De beroepskracht verwijst naar de dagritmekaarten en benoemt welke activiteiten gaan komen. Ze pakt een foto waarop kinderen aan tafel zitten en laat deze zien aan de kinderen. Ze vraagt of iemand zich herkent op de foto. Persoonlijke competentie Indicator: Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Kinderen hebben er plezier in; zij voelen zich uitgedaagd (exploratie). Ieder kind krijgt leer-ervaringskansen. Observatie: De kinderen hebben fruit gegeten aan tafel. De beroepskracht pakt 2 bakken met voorwerpen. Het thema is 'eten en drinken'. De opdracht is om diverse voorwerpen in de juiste bak te stoppen. De ene bak is bedoeld voor voorwerpen verwant aan 'eten' en de andere bak is bedoeld voor voorwerpen verwant aan 'drinken'. De kinderen leren te categoriseren. De beroepskracht pakt een voorwerp uit de bak en vraagt aan de kinderen wat het is. De kinderen zeggen: "Een beker". De beroepskracht vraagt: "Wat doe je hiermee?", waarop een kind aangeeft dat er uit gedronken kan worden. Daarna volgt een gesprekje over wat er zoal gedronken kan worden. De beker wordt bij de bak van het 'drinken' gezet. Dit zelfde ritueel volgt o.a.met een bord, vork en mok. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan en daar in Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
4 van 11
de praktijk uitvoering aan geven. De 4 basisdoelen worden voldoende gewaarborgd waarmee voldaan is aan de wettelijke vereisten.
Voorschoolse educatie Het kindercentrum is elke werkdag open. Daarmee biedt het voldoende uren voor voorschoolse educatie. Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van het programma Piramide. Op het moment van inspectie is het thema: 'eten en drinken'. De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op dat voldoet aan de voorschriften. De groepen bestaan uit maximaal 16 kinderen. Dagelijks zijn 2 beroepskrachten per groep aanwezig. Tijdens het jaarlijks onderzoek uitgevoerd op 13-02-2014 heeft de toezichthouder geconstateerd dat er drie medewerkers niet beschikken over een certificaat voorschoolse educatie. Uit dit jaarlijks onderzoek blijkt dat deze medewerkers inmiddels alle drie de training met goed gevolg hebben doorlopen en in het bezit zijn van een certificaat voorschoolse educatie. De HBO invalkracht, die op het moment van inspectie aanwezig was op de groep 'De sterretjes', is echter niet in het bezit van een certificaat voorschoolse educatie. Zij werd ingezet naast een VVEgecertificeerde beroepskracht. De houder heeft aangetoond dat de inval-beroepskracht ingeschreven staat voor de basismodule voor-en vroegschoolse educatie welke in januari 2016 van start gaat en afgerond wordt in maart 2016.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Gesprek IB-er Agnesschool en directie Agnesschool) Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan (2015-2019) VVE-certificaten (Piramide, module 1) Opleidingsplan voorschoolse educatie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
5 van 11
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Bij deze steekproef zijn de verklaringen omtrent het gedrag beoordeeld van 4 beroepskrachten en 1 stagiaire. De door de toezichthouder beoordeelde verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de wettelijke vereisten.
Passende beroepskwalificatie De toetsing van beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De peuterspeelzaal bestaat uit 3 groepsruimten, waarvan 6 groepen gebruik maken. Groep Maan groep A/B Zon groep A/B Ster groep A/B
(VVEgroep) (nul-groep) (nul-groep)
Leeftijd 2 - 4 jaar 2,5 - 4 jaar 2,5- 4 jaar
Max. aantal kinderen 16 16 16
Er wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op het kindercentrum worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt gebruik gemaakt van een vaste invalpool. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Gesprek IB-er Agnesschool en directie Agnesschool) Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observaties Informatiemateriaal voor ouders (Informatiefolder Agnes Ukkies) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Presentielijsten Pedagogisch beleidsplan (2015-2019)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
6 van 11
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie heeft betrekking op de situatie bij de huidige inspectie en is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie zijn actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Opmerking: Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij de indeling van het schoolplein niet als veilig ervaren. Door de indeling van het hekwerk zijn er twee hoeken ontstaan die niet binnen het gezichtsveld liggen. Deze hoeken zijn onveilig doordat er in één hoek (naast lokaal de Maantjes) regelmatig zwerfvuil ligt en in de andere hoek bevindt zich een poort waarvan de spijlen zodanig ver uit elkaar staan dat de peuters er doorheen kunnen kruipen. Naast de poort is de afstand tussen het hekwerk en de ondergrond dusdanig groot dat kinderen hier onderdoor kunnen kruipen. Tevens is in deze hoek het fietsenhok gesitueerd. Afspraak is dat de kinderen niet in deze hoeken mogen spelen. Eén beroepskracht houdt tijdens het buitenspelen toezicht bij de hoek met de poort. De overige beroepskrachten zijn alert en controleren gedurende het buitenspelen regelmatig of er geen kinderen naar de andere hoek toe gaan. De gemaakte gedragsafspraken zijn vastgelegd en alle beroepskrachten zijn hiervan op de hoogte. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de beroepskrachten handelen conform de gemaakte afspraken. Een aandachtspunt is, dat ondanks de gedragsmaatregel en het toezicht van de beroepskrachten, de situatie als onveilig wordt ervaren door de beroepskrachten. De toezichthouder benadrukt het belang dat de houder extra maatregelen gaat nemen die een adequate preventie vormen om het risico, dat de kinderen (ongezien) het schoolplein kunnen verlaten of zich kunnen bezeren aan de omheining, te verkleinen. De directeur heeft aangegeven dat de gemaakte gedragsafspraken een tijdelijke oplossing zijn, daar de uitvoering van de risico-inventarisatie in november 2015 gepland staat. De hieruit voortvloeiende acties zullen worden opgenomen in het actieplan en, indien van toepassing, in het pedagogisch beleidsplan. Bovenstaand item wordt tijdens de jaarlijkse inspectie van 2016 beoordeeld.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Gesprek IB-er Agnesschool en directie Agnesschool) Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Actieplan veiligheid Huisregels/groepsregels
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
8 van 11
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Agnes Ukkies http://www.agnesschool-rotterdam.nl 48 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs K.P. van der Mandelelaan 80 3062MB ROTTERDAM 40342002
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 Patricia van de Wijngaard
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Rotterdam : Postbus 70014 : 3000KS ROTTERDAM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
30-10-2015 27-11-2015 08-12-2015 08-12-2015 09-12-2015 09-12-2015
: 09-12-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Inhoudelijk kunnen wij ons vinden in de bevindingen en conclusies van de toezichthouder. Wij zouden het prettig vinden wanneer in het vervolg per inspectie item overzichtelijk kan worden weergegeven of we aan de voorwaarden voldoen of niet. Inge Tellings-van Kralingen, directeur Renatha Nelemans, VVE coördinator Met vriendelijke groet, Inge Tellings-van Kralingen directeur Agnesschool bezoekadres: Persoonsdam 18 3071 EE Rotterdam tel: 010-2909912
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-10-2015
Agnes Ukkies te ROTTERDAM
11 van 11