Inspectierapport Duimelot (PSZ) Lijsterstraat 1A 7938PK NIEUW BALINGE
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Drenthe MIDDEN-DRENTHE 27-10-2014 Regulier onderzoek Definitief 24-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 13
2 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op 27 oktober jl is er een onaangekondigd regulier inspectiebezoek gebracht aan peuterspeelzaal Duimelot in Nieuw Balinge. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze peuterspeelzaal van toepassing zijn onderzocht. Beschouwing Op 27 oktober jl. heeft er een onaangekondigd reguliere inspectie plaatsgevonden bij peuterspeelzaal Duimelot in Nieuw Balinge. Peuterspeelzaal Duimelot is een locatie van Stichting Peuterspeelzaalwerk Midden Drenthe. Voorafgaand aan de inspectie heeft er op 12 mei 2014 een gesprek plaatsgevonden met de directeur van deze stichting. Tijdens dit bezoek zijn tevens de diploma's en VOG's van het personeel steekproefsgewijs gecontroleerd. Peuterspeelzaal Duimelot is gevestigd in een gebouw samen met het Dorpshuis en een basisschool. Met de school is een goede samenwerking m.b.t. de doorstroom van kinderen. De peuterspeelzaal is drie dag dagdelen per week open en heeft één groep met maximaal 15 kindplaatsen. Hoewel de groep nu bestaat uit minder kinderen, blijft er een kindplaats beschikbaar voor extra deelname door een doelgroeppeuter. Dit is stichting breed zo georganiseerd. De inspectie is prettig verlopen. Beroepskrachten namen de tijd voor de toezichthouder en vertelden enthousiast over hun werk. Peuterspeelzaal Duimelot voldoet aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding: Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Peuterspeelzaal Duimelot heeft één groep peuters. De peuterspeelzaal is drie ochtenden per week open. Er werkt één vaste leidster op de groep en er is een vaste groepshulp. Ook is er een zorgleidster verbonden aan de peuterspeelzaal, zij geeft extra individuele begeleiding aan de peuters die dit nodig hebben. Er is een goede samenwerking met de school die tevens in het gebouw is gevestigd. Er worden gezamenlijk activiteiten ondernomen zodat de peuters de school wat leren kennen. Ten tijde van inspectie zijn er 7 kinderen aanwezig op de peuterspeelzaal. De observatie vindt plaats aan het begin van de ochtend. De kinderen zijn nog niet zo lang binnen en mogen vrij spelen. De leidster gaat met een jonge peuter naar de hoek met auto's. Er liggen stukken van plastic racebanen in twee verschillende kleuren. Ze vraagt aan het jongetje welke ze gaan maken, hij kiest een kleur. Een ander jongetje komt er ook bij, de leidster vraagt aan hem of hij ook mee komt helpen.Ze stelt voor dat de kinderen de stukken pakken en dat zij de baan in elkaar gaat zetten. Dit doen ze. Terwijl ze de baan in elkaar zet, geeft ze de jongens een compliment. De leidster ziet dat één van de kinderen speelgoed afpakt van een ander kindje. Ze gaat naar het jongetje toe en vraagt of hij dit heeft afgepakt. Wanneer hij knikt vraagt ze hem of hij het terug wil geven, dit doet hij. De hulpleidster verschoont een kindje op de verschoontafel. Het meisje wijst naar een plaat op de wand ernaast. Ze vraagt of het meisje weet wat het is. Het is een stoplicht vertelt het meisje en ze vertelt dat het een gele is. De hulpleidster zegt dat ze het heel knap vindt dat het meisje dit al weet. Een jongetje springt van de bank, dit lijkt niet helemaal goed te gaan. Hulpleidster gaat naar hem toe en vraagt of hij zich pijn heeft gedaan. Gelukkig is dit niet het geval. Dan is het tijd om op te ruimen. Leidster vraagt aan een jongetje of het lukt om een stuk speelgoed op de kast te zetten want het is wel een hoge kast voor hem. Hij probeert het en het lukt. Ze geeft hem een compliment en hij zet nog een stuk speelgoed op de kast. De kinderen mogen aan de tafel gaan zitten. Aan tafel legt de leidster uit wat de toezichthouder komt doen. Ze leest daarna de namen van de kinderen en ze zingen een liedje. De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier pedagogische basisdoelen.
4 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Pedagogisch beleidsplan
5 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Personeel en groepen Inleiding Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt Verklaring omtrent het gedrag Op 12 mei jl. zijn de verklaringen omtrent gedrag steekproefsgewijs gecontroleerd. Passende beroepskwalificatie Op 12 mei jl. zijn de diploma's steekproefsgewijs gecontroleerd. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 1 peuterspeelzaalgroep. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Er is op de groep een vaste beroepskracht, een vaste groepshulp en er is een zorgleidster verbonden aan de peuterspeelzaal. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang wordt nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Verklaringen omtrent het gedrag (Steekproef 12 mei 2014) Diploma's beroepskrachten (Steekproef 12 mei 2014)
6 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Veiligheid en gezondheid Inleiding: Binnen dit domein is gekeken naar - de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (inhoud en volledigheid). Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is een risico-inventarisatie uitgevoerd in februari 2014. Deze is dus geldig en het document is compleet. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2014) Actieplan veiligheid (februari 2014) Actieplan gezondheid (februari 2014) Veiligheidsverslag (februari 2014) Gezondheidsverslag (februari 2014)
7 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Ruimte en inrichting Inleiding Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte Peuterspeelzaal Duimelot bevindt zich in een gebouw waar ook het dorpshuis en een school is gevestigd. Er is voldoende speelruimte binnen en de ruimte is passend ingericht. Er staat een hoge tafel met banken, een kleine tafel met stoeltjes en verschillende hoekjes met speelgoed. In de ruimte staat een houten bootje, een speeltoestel waar de kinderen in kunnen spelen. Het bootje wordt na het spelen ingeklapt en weggezet. Ook is er een hoekje ingericht met grote kussens waar de kinderen op kunnen zitten en liggen en leesboekjes. Aan de muur hangen foto's van de kinderen, werkjes en de kaarten met de activiteiten van die ochtend. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte grenst aan de binnenspeelruimte. Het is omheind en passend ingericht met een glijbaan, een zandbak, een huisje en een schuurtje met daarin buitenspeelgoed.
Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
10 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
11 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Duimelot http://www.spmd.nl 15 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Peuterspeelzalen Midden-Drenthe Burgemeester Gualtherie van Weezelplein 10 9431AG WESTERBORK www.spmd.nl 01133136
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Drenthe Postbus 144 9400AC ASSEN 0592-306300 Gerdy Engelsman
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: MIDDEN-DRENTHE : Postbus 24 : 9410AA BEILEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
27-10-2014 17-11-2014 20-11-2014 24-11-2014 25-11-2014
: 25-11-2014 : 25-11-2014
12 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Goedemiddag, Met dank weer voor de inspectie en de rapportage; ik heb vanuit SPMD geen opmerkingen toe te voegen. Hartelijke groet, Pauline Daum Directeur | SPMD |
13 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 27-10-2014
Duimelot te NIEUW BALINGE