Inspectierapport Dikkie Dik (Suermanstraat) (KDV) B.F. Suermanstraat 21a 3515XK UTRECHT Registratienummer 114182929
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Utrecht 16-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 14-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagopvang Dikkie Dik Suermanstraat is sinds 2009 onderdeel van “Het Speeldorp’. Het Speeldorp is een kinderopvangorganisatie met vijf kinderdagverblijven in Bunnik, Soest en Utrecht. Dikkie Dik Suermanstraat ligt midden in een jaren ‘20 woonwijk in de Utrechtse wijk Tuinwijk. Het kinderdagverblijf is kleinschalig van opzet en ligt in een rustige omgeving. Ze beschikken over een besloten buitenruimte. Op het kinderdagverblijf kunnen maximaal 27 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar worden opgevangen. De opvang vindt plaats in twee verticale groepen. Inspectie geschiedenis Dikkie Dik Suermanstraat is in september 2014 geinspecteerd. Dit betrof een regulier verkort onderzoek. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat er volledig werd voldaan aan de gestelde eisen. Voortgang De huidige inspectie betreft een onaangekondigd regulier verkort inspectiebezoek. Hierbij is het volgende geconstateerd: De houder voldoet aan alle getoetste voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het onderdeel pedagogisch klimaat is het pedagogisch beleid en de uitvoering hiervan in de praktijk beoordeeld. Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk' (versie december 2014). Het veldinstrument is in opdracht van GGD GHOR Nederland door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) ontwikkeld instrument om de pedagogische praktijk van kindercentra en peuterspeelzalen te beoordelen. De beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het pedagogische beleid dient te leiden tot verantwoorde kinderopvang, dat wil zeggen dat kindercentra moeten zorgen voor de volgende pedagogische basisdoelen: 1. Het waarborgen van emotionele veiligheid. 2. Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. 3. Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie. 4. Het overdragen van waarden en normen.
Pedagogische praktijk De observatie ten aanzien van het pedagogisch handelen heeft plaatsgevonden op donderdagochtend. Uit de observaties op de groepen en de interviews met de beroepskrachten blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleid en handelen conform het beleid. Op basis van de bevindingen uit de observaties wordt in voldoende mate zorg gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competentie en het zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden. Hieronder volgen enkele voorbeelden uit de praktijk die duidelijk naar voren zijn gekomen tijdens de observatie: Emotionele veiligheid: Kinderen hebben op hun opvangdag altijd (een aantal) vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. Alle aanwezige beroepskrachten (vast en inval) kennen het dagprogramma, de (meeste) kinderen en de werkwijze op de groep. Zij bieden dit aan op een voor de kinderen bekende wijze. Praktijk: Op de groepen zijn vertrouwde vaste beroepskrachten aanwezig met een vaste groep kinderen. De kinderen kennen duidelijk de beroepskrachten die op de groep zijn, er is herkenbaarheid en de kinderen voelen zich voldoende veilig om contact te maken met de beroepskrachten en andere kinderen uit de groep. Er zijn vertrouwde gezichten en de continuïteit van het groepsritme wordt gewaarborgd. Persoonlijke competentie Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Zij moeten aan de beroepskracht vragen of zij met bepaalde spelmaterialen mogen spelen; ander materiaal mogen zij zelf pakken. De kinderen kennen de afspraken hierover. Praktijk: In de groepsruimten zijn diverse spelmogelijkheden en -materialen aanwezig. een gedeelte van het spelmateriaal is vrij toegankelijk voor kinderen. De beroepskrachten rijken tevens spelmaterialen aan passende bij de leeftijd van de kinderen. Enkele spelmaterialen zijn hoog of in de kast opgeborgen waar kinderen om moeten vragen, bijvoorbeeld de puzzels. Sociale competentie: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffen situatie stop te zetten of op te lossen. Beroepskrachten leggen uit waarom er wordt ingegrepen en geven aan wat wel de bedoeling is. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. 4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Praktijk: Tijdens het buitenspelen krijgen twee kinderen onenigheid over een fietsje. De kinderen beginnen elkaar te duwen en een van de kinderen begint te huilen. De beroepskracht gaat bij de kinderen zitten op ooghoogte en vraagt wat er aan de hand is. Een kind geeft aan dat de ander de fiets heeft afgepakt. Het andere kind wordt gevraagd of dit klopt, en dat als iemand een fiets wil gebruiken ze dit eigenlijk moeten vragen aan de ander. Er wordt gevraagd wat ze nu het beste kunnen doen. De kinderen weten het niet zo goed waarop de beroepskracht aangeeft dat er een andere fietsje is die niet wordt gebruikt. De beroepskracht gaat samen met een van de kinderen het andere fietsje halen en beide kinderen zijn tevreden en fietsen vrolijk verder. Normen en waarden: Beroepskrachten hanteren afspraken, regels en omgangsvormen. De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Praktijk: Een kind heeft tijdens het fruit eten een knuffel aan tafel. De beroepskracht legt uit dat knuffels niet tijdens het eten aan tafel mogen, want dan worden ze vies. Ze lost de situatie op door te zeggen: "De knuffel is moe. Kom we gaan hem in bed leggen". Conclusie: Uit de observaties door de toezichthouder is gebleken dat de uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Algemeen Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar oplevert voor het werken met kinderen. Dikkie Dik Bij het huidige onderzoek zijn de VOG’s getoetst van de medewerkers die die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Hierbij is gebleken dat: Alle medewerkers beschikten over een VOG en de getoetste VOG’s zijn afgegeven voor de aanvang van het dienstverband en bij het overleggen niet ouder waren dan twee maanden; Conclusie Tijdens de inspectie blijkt dat op deze locatie wordt voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de verklaringen omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie Algemeen Om te mogen werken in de kinderopvang als beroepskracht, dient de medewerker in het bezit te zijn van een kwalificerend diploma. Dikkie Dik Bij dit onderzoek zijn de diploma’s getoetst van de medewerkers die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Hierbij is gebleken dat: De getoetste medewerkers in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie conform de de Regeling wet kinderopvang; Conclusie Tijdens de inspectie blijkt dat op deze locatie wordt voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de passende beroepskwalificatie.
Opvang in groepen Een stamgroep is een vaste groep kinderen met vaste beroepskrachten in een vertrouwde eigen ruimte. Een stamgroep mag maximaal bestaan uit 16 tegelijkertijd aanwezige kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Dikkie Dik Bij kindercentrum Dikkie Dik zijn er 2 stamgroepen. De opbouw is als volgt: Naam stamgroep
Leeftijd van de kinderen Aantal kinderen maximaal
Tommie Ernie
13 14
0 - 4 jaar 0 - 4 jaar
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Uit de aanwezigheidslijsten is gebleken dat de houder de maximaal toegestane stamgroepgrootte niet heeft overschreden tijdens het inspectiebezoek. Er waren vaste beroepskrachten aanwezig. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de opvang in groepen voldoet aan alle gestelde eisen.
Beroepskracht-kindratio Algemeen Er zijn duidelijke regels voor het maximaal aantal kinderen dat één pedagogisch medewerker mag opvangen; het gaat dan om het aantal gelijktijdig aanwezige kinderen. Het aantal kinderen in verhouding tot het aantal beroepskrachten wordt de beroepskracht-kindratio genoemd. Dikkie Dik Tijdens het inspectiebezoek is de beroepskracht-kindratio getoetst. Hierbij is gebleken dat gedurende het inspectiebezoek de houder conform de bovenstaande eisen beroepskrachten heeft ingezet. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de beroepskracht-kindratio voldoet aan de hieraan gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Dikkie Dik (Suermanstraat) http://www.hetspeeldorp.nl 27 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Het Speeldorp BV Valeriaanstraat 7 3765EH SOEST www.speeldorp.nl 32068272
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus 2423 3500GK Utrecht 030-2863 227 C Eilander
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Utrecht : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
16-04-2015 06-07-2015 14-07-2015 16-07-2015 Niet van toepassing
: 16-07-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Uit de inspectie komt naar voren dat we goed scoren op de pedagogische praktijk. We doen dit dagelijks met veel plezier en bij ons staat het kind centraal. Het is fijn om dit terug te lezen. Met vriendelijke groet, José de Goeij Locatiemanager Bunnik,Papendorp & Tuinwijk
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-04-2015 Dikkie Dik (Suermanstraat) te UTRECHT