Inspectierapport Dikkie Dik (KDV) Meerlaan 30 4103XZ CULEMBORG Registratienummer 142381123
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Gelderland-Zuid, vestiging Tiel Culemborg 04-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 29-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De locatie heeft een verkorte praktijkinspectie gehad, daarom zijn niet alle voorwaarden beoordeeld. Het onderzoek heeft zich voornamelijk gericht op de pedagogische praktijk, veiligheid en gezondheid in de praktijk, de werkwijze van de groepen, de beroepskracht-kindratio en de personeelsgegevens. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kinderdagverblijf en de inspectiegeschiedenis, volgen in hoofdlijnen de bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kinderdagverblijf: Kinderdagverblijf Dikkie Dik maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Stichting Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Culemborg. Het kinderdagverblijf bestaat uit vijf groepen; twee babygroepen, twee peutergroepen en één verticale groep. Inspectiegeschiedenis: Jaarlijks onderzoek 2011-2013 Nader onderzoek 2013 Jaarlijks onderzoek 2014 Bevindingen op hoofdlijnen: Er heerst een open en ontspannen sfeer in het kinderdagverblijf. De beroepskrachten zijn enthousiast over het werken met VVE-methode Piramide. Voor een nadere omschrijving en toelichting op bovenstaande, verwijs ik u naar de desbetreffende inspectie-items in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Voor observatie is gebruik gemaakt van het “Veldinstrument observatie kindercentrum” dat ontworpen is door GGD GHOR Nederland. De bevindingen worden hier onder weergegeven per pedagogisch basisdoel(vet gedrukt) aan de hand van items uit het observatie-instrument (schuin gedrukt) gevolgd door een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering van het pedagogische beleidsplan Tijdens het interview met de beroepskrachten is gebleken dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Dit komt tot uiting tijdens observatie op de groep. Het waarborgen van de emotionele veiligheid. Er heerst een aangename sfeer in de groepen . De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve zin (blij, tevreden, nieuwsgierig, enthousiast ) als in negatieve zin (boos, verdrietig). De emoties zijn passend bij de situatie. Het is prachtig weer. Er heerst een vrolijke ontspannen sfeer in de tuin; een grote groep kinderen speelt in de zandbak. Er is veel spelmateriaal aanwezig in de zandbak en er wordt intensief met zand gespeeld. De kinderen spelen al zingend in harmonie naast en met elkaar; de beroepskracht haakt hierop in en begint het "Bob de Bouwer"lied te zingen. Kind: "wie wilt een ijsje?" Beroepskracht: ïk - als het mooi weer is" Beroepskracht krijgt van het kind een boomblaadje en doet of het een heel lekker ijsje is. Kind valt. Beroepskracht omarmt het kind en troost. "zal ik er een doekje op doen?". Kind: "ja" Hand in hand lopen ze samen naar binnen. Tijdens contactmomenten zijn de beroepskrachten meer dan de helft van de tijd gericht op de baby's. Een van de baby's krijgt een schone luier en een flesje. De beroepskracht heeft tijdens het verschonen en het geven van het flesje alle aandacht voor de baby.
Het ontwikkelen van een persoonlijke competentie De beroepskrachten plannen 'speelwerkactiviteiten' met een doel ( bv. fantasie- en rollenspel, tellen & meten, ontdekken en taalverrijking. In het kinderdagverblijf wordt gewerkt aan de hand vanhet VVE-programma Piramide. Tijdens het interview vertelt de beroepskracht enthousiast over het programma. In de groepen hangen dagritme- kaartjes. Tijdens het fruit eten worden alle namen van de kinderen genoemd en tijdens het 'kringgesprek" wordt er o.a. voorgelezen. Ten tijde van het inspectiebezoek hebben zij net het thema "Kriebelbeestjes" afgerond en heerst er een "rustweek' Volgende week wordt er gestart met een nieuw thema "Kunst". Dit is ook het thema van het zomerfeest. Het spelmateriaal is bereikbaar en zichtbaar voor kinderen. De beroepskracht ziet een dreumes kijken naar een boekenrekje aan de muur ( op ooghoogte van de dreumes) Beroepskracht: "Ga maar naar de boekjes kijken, je kunt lopen." Het kind waggelt naar de boekjes, pakt een boekje, ploft op de grond en gaat helemaal op in het prentenboek.
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Het ontwikkelen van een sociale competentie De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijdsgenootjes en/of groepsgenootjes aan. In de zandbak: De beroepskracht betrekt de kinderen bij het spelen met zand en wijst de kinderen op elkaar. In de babygroep: de baby's liggen buiten gezamenlijk op een speelkleed. Overdracht van waarden en normen De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat er van hen wordt verwacht. Uit interview met de beroepskrachten is gebleken dat er wordt gewerkt met een vast dagprogramma aan de hand van de dagritme kaartjes. Conclusie: Uit het bovenstaande is gebleken dat de vier competentie voldoende worden gewaarborgd.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview locatiemanager) Interview anderen (interview beroepskrachten) Observaties (observatie van de pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimte)
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent gedrag zijn steekproefsgewijs gecontroleerd. Van vier beroepskrachten en één stagiaire zijn de verklaringen omtrent gedrag ingezien. De verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Van vijf beroepskrachten zijn de beroepskwalificaties opgevraagd. De beroepskrachten beschikken over een diploma conform de CAO kinderopvang.
Opvang in groepen Kinderdagverblijf Dikkie Dik bestaat uit vijf stamgroepen; Elmo's, maximaal 9 kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar Ieniemienies, maximaal 9 kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar. De Grovers, maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar Pino's, maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar Koekiemonsters, maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Beroepskracht-kindratio Alle groepen hebben een I-pad gekregen, via de ouderlock is er o.a. inzage in het personeelsrooster en de kindbezettingslijsten van die dag. Uit observatie op de groepen, het personeelsrooster en de kindbezettingslijst is gebleken dat er voldoende beroepskrachten op de groepen werkzaam zijn, gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Tijdens het interview vertelt de beroepskracht dat tijdens de middagpauze (13.00 -15.00 uur)van de beroepskrachten altijd één beroepskracht achter blijft op de groep. Tijdens deze pauze worden de peuters,die geen middagdutje doen, in de peuterspeelzaalruimte opgevangen door een extra beroepskracht. Conclusie: De beroepskracht- kindratio voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview locatiemanager) Interview anderen (interview beroepskrachten) Observaties (observatie van de pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimte) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (d.d. 04-06-2015) Personeelsrooster (d.d. 04-06-2015)
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op grond van het gesprek met de beroepskrachten en observatie op de groepen, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in de praktijk brengen. Vierogenprincipe Tijdens de observatie is te zien dat het gebouw een open karakter heeft, er kan in de groepen worden gekeken, deuren staan open. De beroepskrachten lopen regelmatig bij elkaar naar binnen. Slaapkamers grenzen aan de groepsruimte. Er zijn altijd meerdere beroepskrachten in het pand aanwezig.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview locatiemanager) Interview anderen (interview beroepskrachten) Observaties (observatie van de pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimte)
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : :
Dikkie Dik http://www.skpc.nl 67 Nee
: SKPC - Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk Culemborg : Postmastraat 44 : 4105DW CULEMBORG : www.skpc.nl : 41059819
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Culemborg : Postbus 136 : 4100AC CULEMBORG
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
GGD Gelderland-Zuid, vestiging Tiel Postbus 1120 6501BC NIJMEGEN 0344-698700 E. Dieben
04-06-2015 16-06-2015 29-06-2015 29-06-2015
: 29-06-2015 : 13-07-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-06-2015 Dikkie Dik te CULEMBORG