Inspectierapport
Bumbalu (PSZ) Boschjesstraat 66 1541KL KOOG AAN DE ZAAN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Zaanstreek-Waterland ZAANSTAD 10-01-2014 Nader onderzoek Definitief 23-01-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................5 Ouderrecht..................................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................8 Gegevens toezicht............................................................................................................8
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
2 van 8
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing Op 10-1-2014 heeft de inspecteur kinderopvang een nader onderzoek uitgevoerd bij peuterspeelzaal Bumbalu. In dit nader onderzoek zijn de voorwaarden waaraan tijdens de reguliere inspectie niet werd voldaan opnieuw bekeken. Naar aanleiding van observaties op de locatie, de website en inzage in documenten op locatie is gebleken dat de tekortkomingen op het vlak van de informatievoorziening aan ouders en de pedagogische praktijk zijn opgelost. Echter, op het vlak van het veiligheidsbeleid zijn onvoldoende stappen ondernomen ter verbetering van het beleid en de daadwerkelijke situatie. Derhalve adviseert de toezichthouder de gemeente het handhavingstraject voort te zetten, rekening houdend met verzwarende omstandigheden. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Aan onderstaande voorwaarden wordt niet voldaan: 4.1.2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. 4.1.4 In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. 4.1.6 De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. Verzwarende omstandigheden: de houder heeft geen wijzigingen in het beleid aangebracht naar aanleiding van het rapport dd 13-9-2013 en de handhavingsbrief van de gemeente. Advies hersteltermijn: 14 dagen
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
3 van 8
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande schuingedrukte beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Pedagogische praktijk Tijdens de inspectie dd 13-9-2013 is geconstateerd dat er een groot verschil in werkwijze was tussen de beroepskracht en de aanwezige vrijwilliger. Naar aanleiding van het inspectierapport en de handhavingsactie van de gemeente heeft de houder een cursus positief opvoeden aangeboden om de communicatie- en interactievaardigheden te vergroten. Tijdens het nader onderzoek is gebleken dat de samenstelling van het team van peuterspeelzaal Bumbalu is gewijzigd. Uitvoering pedagogisch beleid De beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan die gaan over het werken aan de vier pedagogische basisdoelen. De volgende doelen uit het pedagogisch beleidsplan van Peutersaen worden door de beroepskrachten voldoende verwerkt in hun handelen en interacties met de kinderen: "De pedagogisch medewerkers gaan in op de peuter, stellen vragen op peuterniveau en vragen door naar gevoelens, behoefte en wensen." "Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerker de peuter regels en discipline bijbrengt, op een positieve manier." Emotionele veiligheid Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. De beroepskrachten zijn alert en gericht op de gedragingen van de kinderen. Zo kijkt een beroepskracht tijdens een activiteit ook geregeld de rest van de groep rond, en signaleert de komst van een nieuw kindje en verwelkomt het kind. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. De beroepskrachten betrekken kinderen die nog niet aan het spelen zijn bij het spel van andere kinderen. Dit doen zij op een ongedwongen manier, waarbij zij rekening houden met de gemoedstoestand van de individuele kinderen. Gebruikte bronnen: Observaties Pedagogisch beleidsplan (versie november 2013)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
4 van 8
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens de inspectie dd 13-9-2013 is geconstateerd dat de risicoinventarisatie veiligheid en het plan van aanpak niet in orde waren. Tevens is toen geconstateerd dat gemelde gebreken niet altijd worden verholpen, waardoor een onveilige situatie al geruime tijd bestond. De toezichthouder trof tijdens het nader onderzoek een ongewijzigd veiligheidsbeleid aan op de locatie, ten opzichte van de inspectie dd 13-9-2013. De toezichthouder heeft op 10-1-2014 navraag gedaan bij de houder, en aangegeven dat als er wel nieuw beleid was opgesteld, dit voor 17-1-2014 toegestuurd zou worden. Hieraan is geen gehoor gegeven. Dit betekent dat nog altijd sommige risico's niet realistisch zijn ingeschat, niet alle ruimtes zijn geïnventariseerd en het plan van aanpak niet overeenkomt met de risicoinventarisatie en verwijst naar een andere peuterspeelzaal. Uit het interview met de beroepskrachten tijdens de inspectie bleek dat de houder met betrekking tot de geconstateerde gebreken aan de zandbak wel stappen heeft ondernomen. Namelijk door te onderzoeken wie verantwoordelijk is voor het herstel van de zandbak. Uit dat onderzoek is gebleken dat dit de school is, waarin de peuterspeelzaal is gehuisvest. Aangezien de houder echter gebruik maakt van de zandbak, ontslaat dit de houder niet van de verantwoordelijkheid deugdelijk speelmateriaal en deugdelijke speeltoestellen in te zetten. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (dd juni 2013) Actieplan veiligheid (dd juni 2013)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
5 van 8
Ouderrecht Informatie De bijlage bij het algemene pedagogisch beleid, de locatie specifieke werkafspraken, is door de houder op de website geplaatst. De toezichthouder heeft dit op 7-1-2014 geconstateerd. Tevens is op locatie de actuele klachtenregeling voor ouders inzichtelijk. Gebruikte bronnen: Website (dd 7-1-2014) Klachtenregeling
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
6 van 8
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
7 van 8
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : : :
Bumbalu http://www.peutersaen.nl 000027678660 16 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Peutersaen Jufferstraat 4 1508GE ZAANDAM 58095470
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Zaanstreek-Waterland Vurehout 2 1507EC ZAANDAM 0900-2545454 D. Heesbeen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: ZAANSTAD : Postbus 2000 : 1500GA ZAANDAM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
10-01-2014 Niet van toepassing Niet van toepassing 23-01-2014 23-01-2014
: 23-01-2014 : 13-02-2014
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal nader onderzoek 10-01-2014
Bumbalu te KOOG AAN DE ZAAN
8 van 8