Inschool Facts & findings Resultaten rapportage Obs de Achtbaan Miep Dam
Postbus 2033 | 3800 CA Amersfoort | Utrechtseweg 29-G | 3811 NA Amersfoort T 033 – 46 22 717 | F 084 – 83 93 616 |
[email protected] | www.inschool.nl
2
1. Inleiding ........................................................................................ 5 2. Algemene gegevens ........................................................................... 6 2.1 Algemene gegevens van de school ..................................................... 6 2.2.Onderwijsvisie/Schoolconcept .......................................................... 6 2.3. Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren .................. 6 2.3.1. Leerling aantallen ..................................................................... 6 2.3.2.Gewicht leerlingen .................................................................. 7 2.3.3.Aanmeldingen ZAT................................................................... 8 2.3.4. Aanmeldingen PCL en verwijzingen SBO......................................... 9 2.3.5. Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje ............................. 10 2.3.6. Aantal gediagnosticeerde leerlingen ............................................ 12 3. Basisondersteuning .......................................................................... 14 3.1. Basiskwaliteit volgens de inspectie .................................................. 14 3.2. Planmatig werken ....................................................................... 14 3.2.1. Standaarden van de schoolorganisatie .......................................... 14 3.2.2. Standaarden handelingsgericht werken ........................................ 16 3.3. Preventieve en licht curatieve interventies ...................................... 18 3.4.Onderwijsondersteuningsstructuur .................................................... 19 3.4.1.Deskundigheid ....................................................................... 19 3.4.2. Groepsgrootte en formatie ....................................................... 19 3.4.3. Voorzieningen ...................................................................... 21 3.4.4.Mogelijkheden van het schoolgebouw ........................................... 21 3.4.5.Samenwerkingsrelaties ............................................................ 22 4. Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ..................................................................................................... 23 4.1. Leren en ontwikkeling .................................................................. 23 4.2. Fysiek en medisch ...................................................................... 24 4.3. Sociaal-emotioneel en gedrag ........................................................ 25 4.4. Werkhouding ............................................................................. 25 4.5. Thuisituatie .............................................................................. 26 5. Conclusie ...................................................................................... 27
3
4
1. Inleiding In dit schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit dit document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het schoolbestuur en het samenwerkingsverband is vastgesteld of nog wordt vastgesteld. Bovendien wordt aangegeven voor welke leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het team een arrangement heeft. Dit schoolondersteuningsprofiel geeft ook de ambities van het team weer. Deze ambities staan geformuleerd in concrete doelen van het schoolbeleid. Op basis van dit document kan de school een goede gesprekspartner zijn voor bestuur, ouders, het samenwerkingsverband, het speciaal onderwijs en organisaties voor welzijn en zorg. De optelsom van de gegevens van meerdere scholen van het samenwerkingsverband geven een beeld van het onderwijsondersteuningscontinuüm op het niveau van het schoolbestuur, de gemeente en het samenwerkingsverband. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband bepalen voor welke kinderen op welke plek voorzieningen aanwezig zijn. Het schoolbestuur en het samenwerkingsverband kunnen vervolgens beleid ontwikkelen om te voldoen aan de zorgplicht voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen uit de regio. Zo vormen de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen samen een belangrijke bouwsteen voor het ontwikkelen van beleid op onder andere de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van middelen en het arrangeren van een goed antwoord op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door een adviseur van Inschool en de school op basis van de ingevulde facts & findings en een gesprek hierover met de directeur en Ib-er(s). De conceptrapportage is voorgelegd aan de school, alvorens deze definitief is gemaakt.
5
2. Algemene gegevens 2.1 Algemene gegevens van de school School: Obs de Achtbaan Brin: 22LO00 Directeur: Toon Peters Intern begeleider(s): Fieke Fennes en Heleen van der Meer Bestuur: Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek Samenwerkingsverband: Samenwerkingsverband Duin -en Bollenstreek
2.2.Onderwijsvisie/Schoolconcept De Achtbaan is een openbare Daltonschool. Belangrijke pijlers van het onderwijs zijn: zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid en samenwerking. Het is een ambitieuze school waarvoor prestatie geen vies woord is. De Achtbaan is ontstaan uit de fusie van 2 scholen en heeft in totaal 4 locaties.
2.3. Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren 2.3.1. Leerling aantallen
per 1 okt. 2009 per 1 okt. 2010 per 1 okt. 2011 per 1 okt. 2012 Leerling aantallen 797 810 787 766
Bovenstaand figuur laat zien dat het leerlingen aantal vanaf 2010 is gedaald/gestegen van 810 leerlingen in 2010 naar nu (2012) 766 leerlingen. De directie van de school geeft aan dat de verwachting is dat het leerlingenaantal de komende jaren verder zal dalen tot 600 leerlingen in 2015. Dit is te zien in onderstaande figuur. De school zit in een krimpregio.
6
per 1 okt. 2013
per 1 okt. 2014
per 1 okt. 2015
725
680
600
Verwachte leerling aantallen
Er zijn meerdere scholen in de buurt: De Andreas, de Emmaus, de Antonius en de Regenboog. De scholen hebben onderling afspraken gemaakt over hoe ze zullen handelen in het geval een kind/een ouder van school wil ruilen. Pas als de ouders/verzorgers gemeld hebben op de oorspronkelijke school dat ze een andere school zoeken, overweegt de school de aanmelding. De oorspronkelijke school zorgt dan voor de overdracht van gegevens. De school signaleert dat ze soms functioneert als vraagbaak voor de andere scholen als het gaat om leerlingen met specifieke of aanvullende onderwijsbehoeften.
2.3.2.Gewicht leerlingen
Aantal gewichtleerlingen 0,3
per 1 okt. 2009 0
per 1 okt. 2010 0
per 1 okt. 2011 0
per 1 okt. 2012 1
Aantal gewichtleerlingen 1,2
0
0
1
1
7
Bovenstaand figuur laat het aantal leerlingen met een leerlinggewicht zien van de afgelopen vier jaar. Op dit moment is er één kind met een leerlinggewicht 0,3. Dat komt overeen met 0,1 % van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 6,9% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, leerlinggewichten 2011-2012) en één kind met een leerlinggewicht 1,2, dus ook weer 0,1 % van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 5,4% (bron: idem). Het aantal leerlingen met een leerlinggewicht is de afgelopen jaren min of meer gelijk gebleven. Gewichtenleerlingen draaien gewoon mee met de klassen. Als er wat extra nodig is dan krijgen ze dat, net als de andere leerlingen. De ouderpopulatie is per locatie verschillend. Over het algemeen zijn de ouders goed opgeleid. De locatie in het oude dorp heeft wel meer een ouderpopulatie die een dwarsdoorsnede is van de samenleving. De locatie Cluster/Hoogh Teijlingen heeft in verhouding meer hoog opgeleide ouders, meestal gaat het om tweeverdieners. De huizen zijn er ook duurder. Ouders stellen zich soms op als kritische klanten. De school stelt dat ze soms geconfronteerd wordt met ouders die menen dat alles maakbaar is en op te lossen. Het gaat daarbij om zeer ambitieuze ouders. De betrokkenheid van de ouders bij de kinderen is groot. Ze willen graag goed op de hoogte gehouden worden van alles wat de school en de ontwikkeling van hun kinderen betreft. De school stelt zich open op en heeft een open communicatie met ouders.
2.3.3.Aanmeldingen ZAT
Aantal besproken leerlingen per schooljaar in het ZAT.
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
3
3
2
3
Dit schooljaar – schooljaar 2012-2013 - heeft de school een overgang gemaakt van bovenschools ZAT naar een schoolgebonden zorgteam. Het gaat hierbij om een pilot vanuit het samenwerkingsverband.
8
Deelnemers aan het zorgteam zijn: intern begeleider, leerkracht, ouders, maatschappelijk werker van Kwadraad. Op afroep zijn de jeugdarts en de schoolbegeleidingsdienst aanwezig. Het zorgteam wordt in opdracht van het samenwerkingsverband begeleid door een medewerker van INSCHOOL. De school is nog aan het onderzoeken hoe ze dit overleg het beste kan inzetten, maar de eerste ervaringen zijn positief. Het werkt een stuk prettiger dan het bovenschoolse ZAT van voorheen. Het vraagt wel veel van de school: de inzet van 2 intern begeleiders, formatie om leerkrachten te vervangen tijdens het overleg, veel voor- en nawerk.
2.3.4. Aanmeldingen PCL en verwijzingen SBO
Aantal aanmeldingen PCL
2008-2009 6
2009-2010 4
2010-2011 5
2011-2012 5
Aantal verwijzingen SBO
2
2
3
2
3
4
4
4
1
0
0
0
Aantal verwijzingen SBO ingezet als 'meer handen in de klas' Aantal terugplaatsingen per schooljaar vanuit SBO
Afgelopen vier jaar meldde de school 20 leerlingen aan bij het PCL en verwees de school 9 leerlingen naar het SBO. Dat komt overeen met een verwijzingspercentage van 0,28 % per jaar en dat is minder dan het landelijk gemiddelde dat 0,51% bedraagt (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, aantal leerlingen verwezen naar het zelfde of een ander samenwerkingsverband 2010-2011, het percentage is 2011-2012 is nog niet bekend). Daarnaast heeft de school de afgelopen vier jaar voor 15 leerlingen een arrangement Meer-Handen-In-De-Klas aangevraagd en gekregen. Dit komt neer op 0,47% van de leerlingen per jaar. De school doet een beroep op de PCL voor beschikkingen voor zowel SBO als Meer Handen In De Klas. Een dergelijk verzoek wordt bijna nooit afgewezen. De school bepaalt in overleg met ouders of ze kiest voor een sbo-verwijzing of voor Meer Handen In De Klas. De doorslag bij het SBO-verwijzing wordt gegeven door de mogelijkheden die de school ziet om het kind in kwestie wel of niet een passend onderwijsarrangement te bieden. Ook speelt het eventuele risico voor de gehele klas waar het kind in zit, mee
9
bij deze afweging. Handhaven van een kind met speciale onderwijsbehoeften moet meerwaarde hebben voor het kind en niet ten koste gaan van de groep. Er is één keer een leerling teruggeplaatst vanuit het SBO. Het was een kind dat vanuit een andere reguliere basisschool naar het SBO was gegaan en vervolgens op De Achtbaan terecht kwam. Factoren die bij het succes van deze terugplaatsing meespeelden waren: – – – –
de ontwikkeling van het kind; dat de school een passende leeromgeving bleek voor het kind; dat het bij het kind thuis rustiger was geworden; en dat het kind in een klas met een goede sfeer terecht kwam.
2.3.5. Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje
Verwijzingen SO cluster 1
2008-2009 0
2009-2010 0
2010-2011 0
2011-2012 0
Verwijzingen SO cluster 2
1
0
0
0
Verwijzingen SO cluster 3
0
0
0
1
Verwijzingen SO cluster 4
1
0
1
0
De school verwees volgens opgave van de directie sinds 2008-2009 4 leerlingen naar het Speciaal Onderwijs (SO), één naar cluster 2, één naar cluster 3 en 2 naar cluster 4.
10
Aantal rugzakjes cluster 1
1 oktober 2009 1
1 oktober 2010 0
1 oktober 2011 0
1 oktober 2012 0
Aantal rugzakjes cluster 2
1
1
2
0
Aantal rugzakjes cluster 3
2
3
3
3
Aantal rugzakjes cluster 4
1
2
7
7
Er zijn op dit moment 10 kinderen met een indicatie (rugzakje) op de school; drie van cluster 3 en 7 van cluster 4. Dit komt neer op 1,3 % van de schoolpopulatie. Het landelijk gemiddelde van kinderen met een rugzakje in het basisonderwijs is 1,4% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, totaal aantal leerlingen met een rugzak, zowel op het BO als SBO, schooljaar 2011-2012). De ervaringen die de school heeft met rugzakleerlingen verschillen per leerling. Bij een cluster 4-rugzak ging de leerkracht professioneel met de betreffende onderwijsbehoeften om, maar bleef de school toch tegen problemen aanlopen. Belangrijk is voor een goede begeleiding van een kind met een indicatie is de samenwerking met ouders. Als ouders er anders instaan dan de school, wordt het moeilijk. Soms speelt hierbij ook een rol dat ouders eerst nog een acceptatieproces door moeten voor zij de onderwijsbehoeften zodanig onderkennen dat samenwerking met de school mogelijk is. Het team is in verband met de aanwezige rugzakleerlingen extra geschoold in autisme. Er is dus meer kennis van bepaalde cluster 4 problematiek. Voor alle aanwezige leerlingen met een clusterindicatie geldt dat het om kinderen gaat die gewoon begonnen zijn als kleuter op de school en in de loop van de tijd een rugzak nodig bleken te hebben. De school geeft ten aanzien van leerlingen met een cluster 3 indicatie aan dat haar mogelijkheden om passend onderwijs te bieden ook afhangen van het kind zelf. Als het kind naast zijn handicap (motorisch en/of verstandelijk) ook nog last krijgt van gedragsproblemen, zit de school eerder aan de grenzen van haar mogelijkheden. In verband met haar ambitie ten aanzien van Passend onderwijs stelt de school dat ze open staat voor alle kinderen, maar ook tegen grenzen aan kan lopen. Bijvoorbeeld tegen de grenzen die spelen in de groep waar de betreffende leerling in
11
zit of zou moeten komen zitten. Er is maar een beperkte hoeveelheid tijd en soms komt de school in een klas tijd en handen tekort. Er is extra inzet, maar dat lost niet alles op. Bijvoorbeeld doordat de school tegen roosterproblemen aanloopt of doordat er veel tijd wegloopt in overleg. Een grens wordt dan dus gevormd door de mate waarin de school de inzet ook werkelijk kan organiseren. Een andere grens wordt bepaald door hoeveel kinderen, medeklasgenoten, aankunnen. De school heeft nu als streefcijfer om niet meer dan 2 rugzakleerlingen per groep te plaatsen. Dat kan alleen als het mogelijk is om de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben over de verschillende groepen te verdelen. Een voordeel daarbij is dat de Achtbaan een aardig grote school is.
2.3.6. Aantal gediagnosticeerde leerlingen
Aantal leerlingen met dyslexieverklaringen Aantal leerlngen met dyscalculie/rekenstoornis Aantal meerbegaafde leerlingen (IQ groter dan 130) Aantal met een hulp- of ondersteuningsvraag op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling
1 oktober 2009
1 oktober 2010
1 oktober 2011
1 oktober 2012
32
34
35
33
0
0
0
0
10
11
12
16
42
44
41
46
Op de school zitten momenteel 33 kinderen met een dyslexieverklaring. Op de school zitten nog geen kinderen met een verklaring voor dyscalculie, aangezien dyscalculie nog niet wordt gediagnosticeerd. De school kent inmiddels 16 leerlingen met een diagnose hoogbegaafdheid. Er zijn 46 leerlingen met een gediagnosticeerde hulp- of ondersteuningsvraag op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij enkelvoudige dyslexie krijgen kinderen hun ondersteuning buiten de school. Bij haar leesonderwijs gebruikt de school de methodiek estafette. Verder is er het groepsplan voor lezen en kinderen kunnen gebruik maken van een intensieve leesgroep. De school heeft ook bepaalde hulpmiddelen die ze kan inzetten. Ze heeft daarbij wel keuzes gemaakt. Bij het gebruik van hulpmiddelen is het beleid dat een kind eerst via de school van het betreffende hulpmiddel (bijvoorbeeld een
12
daisyspeler) gebruik kan maken en als het werkt dan komt de vraag eventueel bij ouders of zij het betreffende hulpmiddel willen aanschaffen. Het leesonderwijs is de afgelopen jaren sterk verbeterd. De school wil nog wel beter ontwikkelen dat er voor dyslexie in lichte vorm in de klas een aanpak is. Voor hoogbegaafde leerlingen biedt het Daltononderwijs veel mogelijkheden. Leerlingen kunnen hun eigen keuzes maken en plustaken krijgen in hun weektaak. Vanaf groep 6 kunnen leerlingen gebruik maken van een plusklas. Tien tot twaalf jaar geleden is deze klas begonnen met een subsidie. Nu realiseert de school deze voorziening door uit haar formatie twee dagen per week een leerkracht vrij te roosteren die gespecialiseerd is in meerbegaafdheid. Deze leerkracht overlegt ook met de groepsleerkracht om het werk tijdens de plusklasmomenten en het reguliere groepswerk goed op elkaar af te stemmen. Het Daltonsysteem biedt wat dat betreft veel mogelijkheden. In de toekomst wil de school haar aanpak voor hoogbegaafden al in kunnen zetten bij de kleuters en dan de doorgaande lijn goed bewaken. In de groepen 1 tot en met 4 zullen hoogbegaafden leerlingen in de klas zelf een extra aanbod moeten krijgen. Dit vraagt wel nog het vergroten van de kennis over meerbegaafdheid bij alle teamleden. Kinderen met rekenproblemen krijgen zo nodig intensieve RT. De school heeft op dit moment geen plannen extra in te zetten op dyscalculie. Wel wil ze op den duur een protocol opstellen. De rekenmethode die ze gebruiken biedt goede mogelijkheden om te differentiëren. De school scoort hoog op rekenen en heeft hooguit vijf kinderen op de gehele schoolbevolking die een aangepast programma volgen op het gebied van rekenen. Het Daltononderwijs leent zich als onderwijssysteem uitstekend voor passend onderwijs.
13
3. Basisondersteuning De basisondersteuning geeft het niveau van ondersteuning weer, waaraan alle scholen in het samenwerkingsverband (gaan) voldoen. Mede op basis van de schoolondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen stelt het samenwerkingsverband het niveau van basisondersteuning vast. De basisondersteuning omvat vier aspecten: • basiskwaliteit (het oordeel van de inspectie over de school); • planmatig werken (het volgen van de resultaten van de leerlingen en het inrichten van het onderwijs op basis daarvan); • preventieve en licht curatieve interventies (zoals een aanpak voor pesten of dyslexie) en • onderwijsondersteuningsstructuur (goede afspraken over de organisatie binnen de school en samenwerking met specialisten). In de vragenlijst die voor deze rapportage is gebruikt, zijn deze vier aspecten van basisondersteuning bevraagd. De school heeft kunnen aangeven wat het meest recente oordeel van de inspectie was over de basiskwaliteit van de school. Vervolgens heeft de school het planmatig werken in beeld gebracht aan de hand van een aantal standaarden. Ten eerst door middel van een zelfbeoordeling op de standaarden onderwijs zorg die de Inspectie hanteert en vervolgens op de standaarden Handelingsgericht werken, welke zijn gerelateerd aan het schematisch overzicht ondersteuningsstructuur in de Duin- en Bollenstreek (groene schema, sept 2012). Daarna heeft de school kunnen aangeven welke preventieve en licht curatieve interventies zij aanbiedt. Tot slot is de onderwijsondersteuningsstructuur in beeld gebracht door gegegevens over aandacht/tijd, voorzieningen, mogelijkheden van het schoolgebouw en samenwerkingsrelaties van de school weer te geven.
3.1. Basiskwaliteit volgens de inspectie De Inspectie heeft de basiskwaliteit van de school tijdens haar laatste oordeel akkoord bevonden. De inspectie was positief op alle punten. De opbrengsten zijn op een aantal punten zelfs excellent.
3.2. Planmatig werken 3.2.1. Standaarden van de schoolorganisatie Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf beoordeelt op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs.
14
Zwak
Voldoende
1.1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie verwacht mag worden 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerling-gewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand
Goed
* * * *
4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen 4.5/6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan
* * *
5.1 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof
*
5.2 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer
*
5.3 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten
*
6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen
* * * * * * * *
8.3 De school voert de zorg planmatig uit
*
8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg
*
8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling-populatie
Excellent
* *
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen
*
9.3 De school evalueert regelmatig het leerproces
*
9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten
*
9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces
*
9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit
*
Directie en IB beoordelen de school op vier van de 27 bovenstaande inspectieindicatoren als voldoende, op tweeëntwintig goed en op één excellent. Hiermee geeft men aan dat men vindt dat de basisondersteuning wel in orde is. Met name de citoscore van de school is boven het landelijk gemiddelde. De school wil met name nog beter worden in differentiëren. Met OnderwijsAdvies (de schoolbegeleidingsdienst) wil ze nu inzetten op verbetering van de afstemming. Het moet handelings- en resultaatgerichter.
15
3.2.2. Standaarden handelingsgericht werken Onderstaande schema's geven per ondersteuningsniveau weer hoe de school zichzelf op dit moment beoordeelt betreffende de ontwikkeling van handelingsgericht werken (HGW). Ondersteuningsniveau 1: Algemene preventieve ondersteuning in de groep Zwak 1. Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen 2. Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen 3. Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen 4. Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak 5. Leerkrachten benoemen hoge, reële SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega's 6. Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven
Voldoende
Goed
Excellent
*
*
*
*
*
*
Ondersteuningsniveau 2: Extra ondersteuning in de groep Zwak 1. Leerkrachten signaleren op basis van de verzamelde gegevens vroegtijdig leerlingen die in het groepsoverzicht de komende periode extra instructie, ondersteuning en /of begeleiding nodig hebben om de gestelde doelen te bereiken, dan wel excellente leerlingen die extra uitdaging nodig hebben om aanvullende doelen te bereiken 2. Leerkrachten signaleren leerlingen die qua gedrag, sociaalemotionele ontwikkeling en werkhouding extra aandacht nodig hebben 3. Leerkrachten maken bij het signaleren van leerlingen gebruik van standaarden, criteria en ijkpunten die in school afgesproken zijn ten aanzien van de (leer)ontwikkeling van leerlingen 4. Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben 5. Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op dat van leerlingen, ouders, collega’s 6. Tijdens de uitvoering van de groepsplannen vinden regelmatig klassenbezoeken plaats door de intern begeleider en/of leidinggevenden, teneinde zicht te hebben op en/of de leerkrachten te begeleiden bij het doelgericht uitvoeren van het groepsplan en bij het afstemmen van hun instructie, aanbod, onderwijstijd en klassenmanagement op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
16
Voldoende
Goed
*
*
* * *
*
Excellent
Ondersteuningsniveau 3: Speciale ondersteuning in overleg met de IB-er Zwak
Voldoende
1. Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider 2. Leerkrachten stellen (incidenteel), als een leerling een bijzonder aanbod nodig heeft dat zich niet laat specificeren in een groepsplan, doelgericht een (tijdelijk) individueel handelingsplan op. Ouders en leerling zijn betrokken bij het opstellen en evalueren van dit plan. 3. Tijdens de groepsbespreking worden, indien nodig, leerlingen tijdig aangemeld voor de leerling-bespreking (of zorgteam van school). Het betreft onder meer leerlingen die (herhaald) onvoldoende profiteren van de extra zorg die zij ontvangen hebben, leerlingen met vragen over hun ontwikkelingsperspectief en specifieke onderwijsbehoeften, leerlingen met vermoedens van een ernstige problematiek of stoornis of vermoedens van problematiek in de thuis- of buurtsituatie. 4. Voorafgaand aan de leerling-bespreking vindt een gesprek met de ouders plaats en worden hun verwachtingen en vragen in kaart gebracht. 5. In de leerling-bespreking zijn tenminste de intern begeleider en leerkracht aanwezig. De begeleidingsvraag van de leraar staat centraal. De bespreking is gericht op het handelen van de leerkracht. 6. Na afloop van de leerling-bespreking vindt een gesprek met de ouders plaats over wat de bevindingen zijn, welke besluiten en afspraken gemaakt zijn en op welke wijze school en ouders kunnen samenwerken.
Goed
Excellent
*
*
*
*
*
*
Ondersteuningsniveau 4: Schoolnabije ondersteuning Zwak
Voldoende
1. De school werkt structureel samen met externe partners in onderwijs en zorg (waaronder het CJG) ten aanzien van de ondersteuning van leerling, leerkracht, ouders en school. 2. In de leerling-bespreking (of zorgteam op school) wordt, indien nodig, de expertise van deze partners ingeroepen om de vraag van een leerling, leerkracht en/of ouders te kunnen beantwoorden. 3. Het ontwikkelingsperspectief van de leerling wordt (indien nodig) in de leerling-bespreking (of zorgteam) vastgesteld of gevolgd en nagegaan hoe de leerkracht in een groepsplan en/of individueel handelingsplan hieraan tegemoet komt. 4. Ouders geven toestemming voor bespreking van hun kind in de leerling-bespreking (of zorgteam). 5. Ouders zijn uitgenodigd voor deelname aan het zorgteam en ondertekenen het verslag van dit overleg.
Goed
Excellent
*
*
*
* *
Handelingsgericht werken in de school - Algemeen Zwak 1. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer 2. Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam 3. Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt 4. Leerkrachten krijgen de mogelijkheid om competenties te ontwikkelen gericht op uitvoering van het handelingsgericht werken met groepsplannen gekoppeld aan het opbrengstgericht werken en worden hierin gestimuleerd en gefaciliteerd 5. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie 6. De school evalueert regelmatig de resultaten van externe interventies op het gebied van leerling- en leerkrachtbegeleiding
17
Voldoende
Goed *
*
*
*
* *
Excellent
De school beschouwt zichzelf als redelijk competent waar het gaat om handelingsgericht werken. Ze evalueert zichzelf jaarlijks door middel van het systeem WMK PO. Ook heeft ze een tevredenheidsonderzoek gehouden onder ouders en dit was positief. Ten aanzien van de niveaus van zorg stelt de school dat ze haar mogelijkheden verder wil onderzoeken om preventief te werken. Vraag is daarbij wanneer een kind ingebracht moet worden op het volgende niveau. Daarbij stelt de school dat ze bij het inbrengen van een kind op een volgend niveau ook voorzichtig zijn: ouders moeten aan een bepaalde stap toe zijn. Een ontwikkelpunt is daarbij nog het directe contact van leerkrachten met ouders wanneer ze zich zorgen maken over de ontwikkeling van een leerling. De school streeft bij alle hierboven genoemde standaarden uiteindelijk naar excellentie.
3.3. Preventieve en licht curatieve interventies Hieronder wordt aangegeven over welke preventieve en licht curatieve interventies de school beschikt. • De school werkt volgens een protocol dat Aanbod voor leerlingen met Dyscalculie conform het protocol opgesteld is op basis van de beschikbare
•
informatie over deze problematiek. Dit protocol is net beschikbaar gekomen. De school beschikt over een rekencoördinator.
Aanbod voor leerlingen met Dyslexie conform het protocol Een protocol voor medische handelingen
Wel
De school biedt fysieke toegankelijkheid voor leerlingen die dit nodig hebben Aangepaste werk- en instructieruimtes voor leerlingen die dit nodig hebben De school heeft een aanpak gericht op sociale veiligheid De school heeft een aanpak gericht op het voorkomen van gedragsproblemen Onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie Onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie
Wel
18
Wel
Wel Wel Wel, dit wordt op dit moment geëvalueerd en aangepast. Wel, er wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Wel
3.4.Onderwijsondersteuningsstructuur 3.4.1.Deskundigheid aanwezig zonder diploma
aanwezig met diploma
niet aanwezig
Orthopedagoog
*
Psycholoog
*
Schoolmaatschappelijk werker
*
Remedial teacher
*
Motorische Remedial Teaching
*
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Rekenspecialist
* *
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist Hoogbegaafdheid specialist
*
Dyslexie specialist
*
Speltherapeut
*
Coaching en Video Interactie Begeleiding
*
3.4.2. Groepsgrootte en formatie Het team bestaat uit 63 medewerkers. Het team heeft in totaal 43,28 fte formatie. De gemiddelde groepsgrootte is 24. Er is steeds één professional per groep. Veel groepen hebben leerkrachten die in duo’s werken. Alleen de kleuterbouw kent combinatiegroep 1 / 2. Extra ondersteuning wordt opgenomen in het groepsplan. RT wordt gegeven buiten de groep in het kader van een rugzak of Meer Handen In De Klas. Leerkrachten hebben geen extra ondersteuning. Wel zijn er soms stagiaires. Ook kan er vanwege bijzondere omstandigheden gekozen worden om een extra leerkracht in de groep te zetten.
19
In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel formatie er beschikbaar is voor de eerder ingevulde deskundigheid.
niet aanwezig Orthopedagoog
*
Psycholoog
*
Schoolmaatschappelijk werker
*
wel aanwezig geen formatie
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
meer dan 0,5
meer dan 1
*
Remedial teacher Motorische remedial teacher
*
Intern begeleider
*
Taal/leesspecialist
* *
Rekenspecialist *
Gedragsspecialist Sociale vaardigheden specialist Hoogbegaafdheid specialist
meer dan 2
* *
Dyslexiespecialist
*
Speltherapeut
*
Coaching en video interactie specialist
*
De afgelopen jaren heeft het team de volgende scholingen gevolgd: • Dyslexie • Kanjertrainingen • Scholing in aspecten van Dalton • Taakspel • Handelingsgericht Werken • Hoogbegaafdheid De school vindt het moeilijk om aan te geven wat de aanwezige deskundigheid betekent voor haar mogelijkheden voor het geven van passend onderwijs. Het hangt ervan af hoe de situatie rond een kind zich ontwikkelt. De school zal steeds weer moeten handelen binnen het spanningsveld van de ondersteuningsbehoefte van het kind en de mogelijkheden en grenzen die zich op dat moment aandienen.
20
3.4.3. Voorzieningen In onderstaande tabel is aangegeven of en hoeveel leerlingen gebruik maken van beschikbare voorzieningen/aanpakken: n.v.t.
0
1-5
5-10
10-15
15-20
meer dan 20 *
Preventieve ambulante begeleiding (door SBO) *
Ambulante begeleiding (rugzak) Preventieve ambulante begeleiding (door SO)
* *
Plusklas Hoogbegaafdengroep
Daarnaast maakt de school gebruik van de volgende voorziening: • opvang anderstaligen – de school heeft nieuwkomers, t.w. 2 kinderen uit Colombia.
3.4.4.Mogelijkheden van het schoolgebouw De mogelijkheden van het schoolgebouw zijn weergegeven in onderstaande tabel: Er is ruimte in de groep voor één-op-één begeleiding
*
Er is ruimte op de gang voor één-op-één begeleiding
*
Er is een prikkelarme werkplek Er is ruimte voor een time-out De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings- en leerbehoeften (fysiotherapie, schooltuin, enzovoort) Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten
*
De school beoordeelt de werkruimten en lokalen als volgt: Slecht Zijn de werkruimten afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen? Is de inrichting van de lokalen afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen?
Matig
Voldoende
Goed
Zeer goed
* *
De school stelt dat de werkruimten matig zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Binnen de gegeven mogelijkheden worden de ruimten wel optimaal benut. Alleen komt de school altijd ruimte te kort voor wat ze zou willen. Een echte, rustige time-out ruimte ontbreekt bijvoorbeeld.
21
3.4.5.Samenwerkingsrelaties De school werkt samen met onderstaande onderwijspartners en externe instanties: Swv PO (Leiden, Kennemerland, Haarlemmermeer, Reformatorisch)
*
swv VO (Duin- en Bollenstreek) (V)SO SBO AED (Ambulante Educatieve Dienst) Ambulante Dienst Leidse Buitenschool Schoolbegeleidingsdienst Particuliere RT- en/of psychologenpraktijk Opleidingsinstituten (Pabo's, SO-opleidingen, etc.) Lokale overheid/gemeente Bureau jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Maatschappelijk werk Huisarts(en)praktijk GGD/Jeugdgezondheidsdienst (GGD HM) GGZ (kinderen en jeugd Rivierduinen) Curium
* * * * * * * * * * * * * * * *
Kristal Leerplicht (Regionaal Bureau Leerplicht) Politie Club- en buurthuiswerk Bibliotheek Buitenschoolse opvang (voor-, tussen- en naschoolse opvang)
* * * * *
Anders (vul in bij toelichting)
De school is tevreden over de samenwerking met de jeugdarts. Bij Jeugdzorg loopt ze er tegenaan dat er zoveel verschillende instanties zijn. Het is lang niet altijd duidelijk waar ze moet zijn. Hulpverleners wisselen. De school zou graag vaste contactpersonen hebben bij haar samenwerkingspartners. Dan loopt de communicatie beter. De ervaringen met particuliere hulpverleners wisselen nogal. OnderwijsAdvies (OA) is een organisatie waar de school directe lijn mee heeft. OA kent de school ook goed. Ook de AED is een goed georganiseerde organisatie waar de school goede ervaringen mee heeft. De school is aarzelend over wat de huidige gegevens ten aanzien van haar basisondersteuning zeggen over haar vermogen om passend onderwijs te bieden. In ieder geval wil ze wat ze nu doet verbeteren en verdiepen, uitgaande van de huidige populatie. Ten aanzien van de hoeveelheid leerlingen met een rugzak ligt er wel een grens. Belangrijk is in alle gevallen het overleg met ouders. Ambitie van de school ten aanzien van passend onderwijs is wel dat ze vanuit haar basisondersteuning een redelijk aanbod kan doen. De school is gemotiveerd dit binnen haar mogelijkheden verder uit te breiden.
22
4. Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het volgende hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de school in staat is een aanbod te hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op: • • • • •
leer- en ontwikkelingskenmerken; fysieke en medische kenmerken; sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken werkhouding en de thuissituatie.
Er wordt beschreven welke aanpak de school heeft voor de verschillende aandachtsgebieden. Voor het beschrijven van deze onderwijsondersteuningsarrangementen is informatie verzameld over: • • • • •
deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft; tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden; specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt; mogelijkheden van het schoolgebouw en samenwerking met relevante organisaties.
4.1. Leren en ontwikkeling Er is een aanpak voor De school heeft een aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen
Invulling Deskundigheid: •
Specialist meerbegaafdheid.
Aandacht en tijd: • •
Het Daltononderwijs biedt veel mogelijkheden voor een passend aanbod met keuze- en plustaken. Er is een aparte plusklas vanaf groep 6.
Speciale materialen en voorzieningen: • •
Keuze- en plustaken. Plusklas.
Ruimte: •
23
Ruimte voor plusklas
Samenwerking: •
Jeugdlaboratorium (Universiteit van Leiden)
Ambitie
Invulling
Vergroten aanbod voor meer- en hoogbegaafden.
• •
Vergroten van deskundigheid teamleden met een accent op de onderbouw. Aanbod voor meer- en hoogbegaafden in de groepen 1 tot en met 4 met aandacht voor de doorgaande lijn.
De school ervaart geen hoge urgentie t.a.v. het realiseren van een aanbod op het gebied van dyscalculie. Wel heeft zij op het gebied van leren en ontwikkeling nog de volgende ambitie. Ambitie
Invulling
Aanbod voor leerlingen die het Nederlands niet als moedertaal hebben.
Deskundigheid: • Meer expertise nodig. Voorzieningen: • Leer- en hulpmiddelen.
4.2. Fysiek en medisch De school heeft een aanbod voor
Invulling
Leerlingen met: • Allergieën • Reuma • DCD • Motorische handicap • Epilepsie
Deskundigheid • Intern begeleider met meer dan gemiddelde kennis op het gebied van cluster 3-problematiek. Het gaat hierbij om ervaringskennis. Gebouw: • Er zijn de reguliere arbovoorzieningen. Samenwerking met: • Ambulante begeleiding • Mythylschool N.B. Er is een leerling die een ochtend per week naar de Achtbaan komt en de rest van de week op het speciaal onderwijs zit.
Ambitie Op dit domein heeft de school geen specifieke ambitie.
24
4.3. Sociaal-emotioneel en gedrag Er is een aanbod – in ontwikkeling – voor Leerlingen met sociaal-emotionele hulpvragen en hulpvragen op gedragsgebied.
Invulling Deskundigheid: • Kanjertraining gevolgd als team. • Een leerkracht is gedragsspecialist. • Er is een gedragsteam samengesteld. Ze hebben zich georiënteerd op PBS en willen daar wel elementen van gaan invoeren. Voorzieningen: • Viseon als leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen.
Ambitie De school wil werken aan meer eenheid in haar aanpak op dit gebied volgens de uitgangspunten van PBS. Verder wil ze meer preventief gaan werken. Ze wil werken aan haar voorspeelbaarheid en daarmee veiligheid.
Samenwerking: • Met externe gedragskundige (particulier). Invulling Er is een gedragsteam geformeerd. Dit team heeft een gedragsmatrix ontwikkeld en dit gevisualiseerd op een voor kinderen begrijpelijke manier.
4.4. Werkhouding Er is een aanpak voor Leerlingen met hulpvragen op het gebied van werkhouding.
Invulling Deskundigheid, tijd en aandacht: • •
Daltonsysteem is ervoor gemaakt. Voor kinderen die dat nodig hebben, wordt het systeem anders ingericht. Bijvoorbeeld voor kinderen die moeite hebben met plannen.
Samenwerking: • •
25
Noordijk-advies Regio-overleg van Daltonscholen
4.5. Thuisituatie Er is een aanpak voor
Invulling
Er is in enige mate sprake van een aanpak voor leerlingen waarbij sprake is van opvoeden opgroeivragen.
Deskundigheid, tijd en aandacht:
Ambitie
Invulling
Het zorgteam is in ontwikkeling.
•
26
•
De school heeft beperkt beschikking over schoolmaatschappelijk werk. Voor alle scholen in Teylingen (totaal 3500 leerlingen) gaat het om 12 uur per maand.
Verdere begeleiding vanuit WSNS + IN SCHOOL.
5. Conclusie De Achtbaan heeft een solide basisondersteuning. Door het Daltonsysteem en het goede ontwikkeld zijn van handelingsgericht werken is zij in staat om in een breed scala van onderwijsbehoeften van kinderen te voorzien. Speciale aandacht gaat in de school uit naar een aanbod voor leerlingen die onderwijsbehoeften hebben op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid. Daarnaast beschouwt de school zichzelf door haar onderwijssysteem in lichte mate geschikt voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben op het gebied van werkhouding. Verder gaat de aandacht van de school uit naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen die te maken hebben met gedrag. Met het onlangs gestarte zorgteam en de beperkte beschikbaarheid van schoolmaatschappelijk werk heeft de school ook een voorzichtig begin van een aanpak voor leerlingen met specifieke behoeften in de thuissituatie. Ook op fysiek-medisch gebied kent de school kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Daarbij handelt zij binnen haar mogelijkheden. In verband met haar ambitie ten aanzien van Passend onderwijs stelt de school dat ze open staat voor alle kinderen. Ze loopt echter ook tegen grenzen aan, zoals: •
• •
De grenzen die kunnen spelen in de groep waar de betreffende leerling in zit of zou moeten komen zitten. Er is maar een beperkte hoeveelheid tijd en soms komt de school in een klas tijd en handen tekort. Logistieke en/of formatieve problemen waardoor ondersteuning niet volledig kan worden ingezet. Een andere grens wordt bepaald door de draagkracht van de groep.
De school heeft nu als streefcijfer om niet meer dan 2 rugzakleerlingen per groep te plaatsen. Dat kan alleen als het mogelijk is om de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben over de verschillende groepen te verdelen. Een voordeel daarbij is dat de Achtbaan een aardig grote school is. De school zal steeds weer moeten handelen binnen het spanningsveld van de ondersteuningsbehoefte van het kind en de mogelijkheden en grenzen die zich op dat moment aandienen. Ambitie van de school ten aanzien van passend onderwijs is wel dat ze vanuit haar basisondersteuning een redelijk aanbod kan doen. De school is gemotiveerd dit binnen haar mogelijkheden verder uit te breiden. De Achtbaan is een school die het belangrijk vindt, nu en in de toekomst, in ontwikkeling te blijven. De volgende ontwikkelpunten voor de school kunnen uit het voorgaande worden geformuleerd, ten aanzien van: deskundigheid, aandacht en tijd, voorzieningen, gebouw en samenwerking.
27
Deskundigheid
Aandacht en tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerking
De school wil uiteindelijk op alle standaarden van handelingsgericht werken excellent gaan scoren en daarmee haar basisondersteuning verbreden. Meer specifiek wil ze haar deskundigheid vergroten op het gebied van meerbegaafdheid in de groep 1 tot en met 5. Optimaliseren handelingsgericht werken. Het multidisciplinaire zorgteam verder vormgeven en verder implementeren Niet van toepassing Verder samenwerking met andere daltonscholen en uitwisselen van expertise. Ib-netwerk binnen het bestuur obo intensiveren. Contacten onderhouden met jeugd Science lab van de Universiteit Leiden voor activiteiten voor meer/hoogbegaafden.
De school geeft aan dat het samenwerkingsverband een beroep op haar kan doen voor de volgende specifieke of aanvullende onderwijsbehoeften van leerlingen: • Kinderen die lichte aanvullende onderwijsbehoeften hebben op het gebied van rekenen, taal en gedrag. • Kinderen die behoefte hebben aan extra uitdaging. Van belang is hierbij: een constructieve opstelling van ouders, goede samenwerking met instanties, goede verdeling van kinderen met aanvullende onderwijsbehoeften over de groepen.
28