2015 NR. 1
Innovatief t i e t i s r Dive
EEN UITD
AGENDE
UITGAVE
OVER DE
PABO VA N
NHL HOG
ESCHOO
L
Ilse Rutter: avontuurlijke buitenlandstage Interview
Leerlingen & studenten willen gezien worden Esther Boomsma
#veelmeermeester De pabo’s van de NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool, locatie Emmen en Fontys Hogescholen zijn door het ministerie van OC&W benoemd tot voorloper op het gebied van mannen op de pabo. Een jaar geleden zijn deze pabo’s met ondersteuning van het ministerie van OC&W van start gegaan om het thema ‘Mannen op de pabo’ verder vorm te geven, door kennis te delen, onderzoek te doen en samen nieuwe activiteiten te initiëren. Dit alles om uiteindelijk meer mannen voor het leraarschap te interesseren én een bijdrage te leveren aan meer diversiteit in de basisschoolteams.
Samenspel
Treinreis trein op 15
Op 15 oktober 2015 rijdt de ‘Veel Meer Meester!’ trein van Leeuwarden naar Eindhoven. De treinreis staat in het teken van de mooie, innovatieve en bijzondere kanten van het beroep van de basisschoolleraar.
oktober!
Leeuwarde
Muzische
n
vorming
Meppel
Een open mind als basis voor omgaan met verschillen Op vrijwel alle scholen vindt men omgaan met verschillen een belangrijk aandachtspunt. Vaak is het ook deel van een schoolbrede visie. Ondanks het belang dat scholen eraan toekennen, blijkt het in de praktijk nog een hele opgave om er vorm aan te geven.
De ambitie om meer mannelijke leerkrachten - en meer diversiteit - in het basisonderwijs te krijgen krijgt met de campagne Veel Meer Meester! vorm. De campagne richt zich nadrukkelijk op onderzoek en events om de visie te concretiseren en wordt van harte ondersteund door minister Jet Bussemaker.
Stap in de
voorwoord
kort nieuws
We zoomen in op thema’s die in de publieke opinie minder geassocieerd worden met het leraarschap, zoals ondernemerschap, onderzoek, technologie, nieuwe media en gaming. Scholieren uit het vo en mbo reizen een deel van de route mee en worden zo geïnformeerd en geënthousiasmeerd.
Tussen de professionaliteit van de leraren en de organisatie aan de ene kant en de inrichting van het onderwijs anderzijds, moet een mooi samenspel ontstaan wat betreft het omgaan met verschillen. In ongeveer 80% van de scholen blijkt dit aspect vorm te krijgen in de klas zelf. Het gaat dan om verschillen in instructie, werkvormen en in de wijze waarop men de leerstof aanbiedt. Soms is daarbij sprake van samenwerking in het team. Daarnaast bieden sommige scholen extra leerlingbegeleiding. Veel minder aanpassingen in de onderwijs- en schoolorganisatie zien we op het gebied van bijvoorbeeld verschillende werkruimtes, niveaugroepen en speciale klassen. Om voldoende te kunnen differentiëren, is het mede van belang dat de school over goede (ook digitale!) voorzieningen beschikt voor de inrichting en organisatie van het onderwijsproces.
Professionele ontwikkeling van docenten Scholen die professioneel willen omgaan met verschillen, moeten eerst een heldere, schoolbrede visie op differentiëren opstellen. Het formuleren van zo’n opvatting betekent echter niet dat alle docenten binnen de school hier meteen op de gewenste manier mee omgaan. Scholing, coaching, intervisie en collegiale consultatie zijn belangrijke hulpmiddelen die kunnen bijdragen aan het bevorderen van de professionaliteit. Hoewel een school en een docententeam zich breed kunnen ontwikkelen op dit gebied, ligt de verankering van het professioneel omgaan met verschillen tussen leerlingen ook op andere vlakken. Een kritische houding van de leerkracht op het eigen handelen is een vereiste. Daarnaast moet er een goed klassenmanagement worden gevoerd. Maar het meest belangrijk is wel een open, onbevooroordeelde kijk op de leerlingen, hun persoonlijkheid en hun leermogelijkheden. Een open mind is de beste basis voor het goed kunnen omgaan met verschillen!
Wetensch ap Technolog en ie
Zwolle
Onderzoe
k
Amersfoo
rt
Utrecht
Ondernem
erschap
Nieuwe me dia en gaming
Den Bosch
Op de stations vinden ludieke en in het oog springende activiteiten plaats rond het thema dat op het betreffende station centraal staat. In de trein gaan prominenten die het onderwijs een warm hart toedragen de dialoog aan met de scholieren en andere reizigers. De minister heeft in een aanbevelingsbrief toegezegd, net als enkele andere prominenten, om mee te reizen! Met de campagne gaan we jonge mensen, mannen én vrouwen, enthousiast maken die nu niet zo snel voor de pabo kiezen.
Sport, gez ondheid en humor
Klaske Je llema-van der Meule hoofd Pab n o NHL Ho geschool
Meer weten: www.veelmeermeester.nl Eindhoven
rmeester.n
Innovatie
l
innovatief 22 || innovatief
/ W&T
innovatief | 3
interview
Leerlingen en studenten willen gezien worden
‘Leerlingen willen zich veilig en gewaardeerd voelen; daar steek ik veel energie in.’
In 2001 studeerde ze af aan de Pabo in Leeuwarden. Esther Boomsma is intern begeleider op obs Trianova en sinds dit schooljaar werkveldcontactpersoon voor Proloog. Een boeiend gesprek over diversiteit, eigenaarschap en gezien worden. Waarom wilde je leerkracht in het basisonderwijs worden?
Waarom ging je juist naar Rotterdam?
Wat deed je met de culturele achtergrond van de kinderen?
“Toen ik zelf op de basisschool zat, wist ik al dat ik juf wilde worden. Het leek me leuk om kinderen van alles te leren. Ook vond ik samenwerken toen al erg prettig. De stap naar de Pabo was voor mij dus een logische. Ik moest wel wennen aan de manier van leren. Van de stages heb ik het meeste geleerd, want ik ben een doener. Met theorie had ik als student weinig op; laat me eerst maar onderuit gaan, dan weet ik hoe het een volgende keer anders moet .”
“Veel studenten deden hun lio-stage in Friesland. Het leek mij een uitdaging om dit buiten de provincie te doen. Ik kreeg groep 6, met 36 kinderen uit een achterstandswijk. Het was een pittige periode, maar ik heb me er goed doorheen geslagen. De school in Rotterdam had een diversiteit aan culturen en geloofsovertuigingen en ik merkte al snel dat ik behoorlijk moest differentiëren. Ik probeerde erachter te komen waar de kracht van iedere individuele leerling lag. Zo probeerde ik het leuk te maken voor ieder kind. Leerling Davey had bijvoorbeeld de nodige gedragsproblemen en kwam niet echt tot leren. Ik bouwde een vertrouwensband met hem op en toonde begrip voor hem. Aan het einde van het jaar had hij goed gepresteerd. Dat soort dingen maakt voor mij het onderwijs heel interessant.”
“Godsdienst is een belangrijk item op die school. Aan het begin van de dag wordt er gebeden. Ik had bepaalde beelden en verwachtingen van een gebedshouding en er waren kinderen die daar niet aan voldeden. Toen ik daar iets van zei, corrigeerden de kinderen mij. Ze vertelden me hoe het ook anders kon. Op die manier kwam ik in aanraking met dingen die niet bekend waren. Ik luisterde naar de kinderen en zette mijn eigen gedachten aan de kant.”
Wat is voor jou een belangrijke periode in je ontwikkeling geweest?
“Ik heb mijn lio-stage in Rotterdam gedaan. Het was een fantastische leerschool, want ik heb daar ontzettend veel opgestoken!”
‘Onderwijs is erg boeiend. Blijf als leerkracht dicht bij jezelf en geniet van dit prachtige vak!’
Hoe heb je je visie op onderwijs verder ontwikkeld?
“De basis daarvoor is toch wel in mijn eigen basisschooltijd gelegd. Ik was altijd een blij kind. Toen ik in groep 7 naar een andere school ging, moest ik echter knokken voor mijn plekje. Ik zag er anders uit dan de andere kinderen en ik
wilde er altijd iets van maken. Mede door die ervaring weet ik dat het voor kinderen van belang is om zich veilig en gewaardeerd te voelen en dat ze zichzelf kunnen zijn. Ik steek hier als leerkracht veel energie in; ik vind het belangrijk dat iedere leerling meetelt en wordt gezien. Als leerkracht richt ik mij op het welbevinden van de kinderen en op hun ontwikkelingslijn. Uitgangspunt is dat ik ze hier ook eigenaar van maak en waar nodig ondersteun ik hen hierin.” Wat is de reden dat je werkveldcontactpersoon wilde worden?
“Ik werk inmiddels al vrij lang op deze school en wilde wel eens uit mijn comfortzone stappen. Bovendien past de functie goed bij mij. Het is leuk om je eigen praktijkervaring met studenten te delen. Het onderwijs is zo leuk! Mijn eerste ervaringen zijn ook positief. Zo gaf ik een eerstejaars studente in een nagesprek grote complimenten over de werkvorm die ze had gehanteerd. Het schouderklopje deed zichtbaar wat met haar. Ook studenten hebben waardering nodig en willen graag gezien worden.” Hoe let jij op de kwaliteit van een student?
“Natuurlijk vind ik authenticiteit belangrijk. Studenten moeten hun eigen pad kiezen, maar ook vooral eigenaar van hun ontwikkelingsproces zijn. Ik leg hen uit dat ze goed moeten nadenken over wat ze willen en wat bij hen past; daarna moeten ze een keuze durven maken. Je ziet eigenlijk direct of iemand geschikt is voor het onderwijs. Geschikte studenten voelen betrokkenheid bij de school en bij de leerlingen; ze werken vanuit hun hart en stralen dit uit. De coach heeft in de begeleiding natuurlijk ook een belangrijke rol. Hij of zij moet de student aanvoelen, horen én zien.”
Esther Bo
omsma
innovatief 44| |innovatief
innovatief | 5
‘Wêr’t wy wy op op de de wrâld wrâld ek ek binne, binne, oer oer ús ús skynt skynt deselde deselde sinne’ sinne’ ‘Wêr’t
De grote plus van meertalig onderwijs
Door meertalig onderwijs werken leerlingen aan hun persoonlijke en cognitieve ontwikkeling. Op de drietalige school vergroten ze hun communicatieve vaardigheden in de eigen leefomgeving én over de hele wereld. Door meer talen te beheersen, kunnen leerlingen mondeling en schriftelijk in meer culturen participeren. Het wereldburgerschap leert hen met respect om te gaan met sociale verschillen die samenhangen met afkomst en taalachtergrond. Meertaligheid is verder goed voor de karaktervorming van een kind, met name voor het zelfvertrouwen en de identiteitsvorming.
Internationaal taalcontact Leerlingen die wereldwijd echt contact met elkaar hebben en elkaar schrijven over de eigen levensomstandigheden en de gewoontes van hun land. Dit is mogelijk in het digitale platform MySchoolsNetwork, dat in 2008 door de NHL-docenten Roelien BosWierda (Engels) en Ron Barendsen (Sociale vakken) is ontwikkeld voor veilig digitaal taalcontact tussen leerlingen over de hele wereld. In zogeheten ‘events’ vertellen leerlingen elkaar dingen over hun cultuur en bijzondere taalelementen, zoals bij ‘My favorite place at school’ / ‘It moaiste plakje fan de skoalle’, ‘It (oarlochs-)monumint by ús yn it doarp’ en ‘If I were the president of my country for one day’. Als sub-netwerk van dit digitale platform MySchoolsNetwork is in de schooljaren 2013-2015 een netwerk van vijftien drietalige basisscholen opgezet. Dit gebeurde op initiatief van het lectoraat Frysk & Meartaligens en met financiële steun van de Provincie Fryslân.
ersma Alex Riem ertaligheid e M n e s g Lector Frie Opvoedin n e s ij w r e in Ond tenden) S n e l o o esch (NHL Hog 66 || innovatief innovatief
De leerlingen van de beide hoogste groepen gebruiken MySchoolsNetwork voor schrijftaken, maar ook voor het uploaden van zelfgemaakte websites in het Frysk. Ze gebruiken Engels in hun contact met leerlingen in Baskenland, Finland, Ierland, Wales en Vietnam. Een thema als ‘winter’ roept bij leerlingen in andere landen heel andere beelden op dan bij ons: bijvoorbeeld een tempel met bloeiende bloemen in plaats van kinderen op de schaats. Door dit contact leren de leerlingen van alles over hun eigen wereld en over levensomstandigheden van leeftijdsgenootjes ver weg. Dat is digitalisering van het onderwijs en wereldburgerschap in een notendop.
Ontwikkelingen op de Pabo Digitalisering en internationalisering zijn belangrijke factoren bij de fusie van Stenden en NHL Hogeschool. De nieuwe hogeschool zal een gemeenschappelijke Pabo ontwikkelen met lesplaatsen in Leeuwarden/ Ljouwert, Emmen, Assen, Meppel en Groningen. Het ligt voor de hand dat de Pabo een sterk profiel krijgt van meertaligheid met verschillende varianten in het curriculum, bijvoorbeeld: Engels & Frysk, Duits & Drents, Nederlands als tweede taal en aandacht voor de migrantentalen als moedertaal van sommige leerlingen en als bron van culturele verscheidenheid.
Techniek die drietaligheid ondersteunt Voor het leren van de drie doeltalen Engels, Frysk en Nederlands hebben een paar NHL-studenten de drietalige app ‘Fridunglish’ ontwikkeld. De app bevat ruim vijfhonderd standaardzinnetjes die zijn ingedeeld in thema’s. Bovendien kunnen gebruikers een veelheid aan taaloefeningen vinden die zowel mondeling (voor de goede uitspraak) als schriftelijk (voor de juiste woordenschat en zinsvormen) hulp bieden. Door het opnemen van de drietalige app en modules voor de deelvaardigheden, ontwikkelt MySN zich van een gesloten digitaal platform tot een digitale leeromgeving. Deze ontwikkeling biedt de scholen en de leerlingen nieuwe kansen tot zelfstandig taalleren, met een diversiteit aan taken en werkwijzen. Dat is goed voor de interesse en de motivatie van de leerlingen en het past prima bij de gedachte achter ‘internationalisation at home’. De inbreng van de student-leraar als e-coach op afstand is echt innovatief en uniek in de digitale onderwijswereld
Meer lezen? • Colin Baker (2011), ‘A Parents’ and Teachers’ Guide to Bilingual Education and Bilingualism’. Een handig boek met 150 vragen en uitgebreide antwoorden. Makkelijk leesbaar en goed bruikbaar voor verschillende meertalige situaties. Dit boek is ook in het Duits beschikbaar. • A.M.J. Riemersma en E. Goodijk, ‘Trijetalige skoalle in Fryslân: Fryslân natuurlijk laboratorium voor meertaligheid’. In: Corda, A., K. Philipsen en R. de Graaff (red. 2014), Handboek VVTO. Engels op de basisschool. Pp. 251-263.
innovatief innovatief| 7| 7 innovatief | 7
interview
Avontuurlijke buitenlandstage voor Ilse Rutter
In India komt alles goed Drie maanden stagelopen op een school in India. Je moet het maar durven. Pabo-studente Ilse Rutter is van kinds af aan gewend te reizen en vertrok voor haar stage naar Kancheepuram in het zuiden van India. Daar ontdekte zij een nieuwe cultuur, een andere manier van lesgeven en enkele welkome levenswijsheden... Even beginnen bij het begin: waarom heb je voor de Pabo gekozen?
“Van anderen hoorde ik vaak dat ik juf moest worden, omdat ik een heel natuurlijke manier van omgaan met kinderen heb. Ik ben ook erg in mijn element als ik met kinderen werk. Dit komt omdat ik kinderen puur vind. Toch weet ik nog niet of ik het onderwijs in wil. Ik vind dat we kinderen te veel voorbereiden op de maatschappij en vooral cognitief gericht zijn. Er is te weinig ruimte voor individualiteit. Er zou meer aandacht moeten zijn voor ieders talent.” Wat wil je dan gaan doen?
“In augustus ga ik terug naar India om mijn diploma tot yogadocent te halen. Yoga aan kinderen geven lijkt me erg mooi. Ook begin ik aan een opleiding tot tantrisch coach. Zo’n coach begeleidt vrouwen in hun vrijheid en autonomie en doet veel aan lichaamswerk, met als doel om mensen in hun kracht te laten komen.”
Wat heeft je bewogen om naar India te gaan?
“Als kind heb ik veel met mijn ouders gereisd. Ze wilden mij de wereld laten zien. Als je dit als kind meekrijgt, blijf je het gevoel voor reizen houden. Ik vind het belangrijk om meer dan alleen Nederland te zien en India trok mij altijd al. Op Ibiza kwam ik tijdens een yogafestival een vrouw tegen die een school in India kende. Zo is het begonnen.” Hoe waren je eerste ervaringen?
“Mijn eerste ervaring was dat ik wakker werd en het gezang van de kinderen hoorde. Ik woonde net als de vijtig-zestig kinderen op het terrein van de school. Vijfentwintig jaar geleden is de school gesticht door een Nederlandse vrouw en een Indiase man, speciaal voor kinderen tussen de 8-20 jaar die op de reguliere government-scholen uitvielen. Op de school wordt de oude Indiase traditie ‘Kuttu performance’ in ere gehouden. Vroeger had men in arme dorpen een traditie van zang, dans, theater en dat is langzaam uitgestorven. In
‘De school houdt kansarme kinderen een paar jaar van straat.’ de Kuttu-dans zitten oude, Indiase volksverhalen verwerkt en de kinderen voeren dit op. De stichting wil arme kinderen een kans bieden door hen in ieder geval een paar jaar van straat te houden. Ze hoeven de school niet te betalen. De stichting wordt gefinancierd door donaties.” Zien de kinderen hun ouders dan niet?
“Veel ouders zijn al heel blij dat hun kinderen een tijdje worden opgevangen, omdat ze geld kosten. Bovendien worden ze vaak blootgesteld aan narigheid zoals alcoholisme en misbruik. Nu zijn ze het hele jaar op de school. Ze hebben wel zomervakantie, maar sommige kinderen zwerven dan meteen weer op straat rond. Sommigen gaan af en toe naar huis.”
8 | innovatief | innovatief 88 | innovatief
‘Leraren in India zijn autoritair, maar hebben wèl oog voor het kind’ Wat heb jij daar zoal gedaan?
Welke invloed heeft de stage op je gehad?
“Ik heb Engels gegeven en een leerlingvolgsysteem ontwikkeld op het gebied van sociaal- emotionele ontwikkeling. Ze vonden het wel leuk, maar ze blijven het niet gebruiken.”
“Ik ben zelfstandiger geworden en heb een groot vertrouwen gekregen in het leven. Ondanks dat ik soms enorm heimwee had, wist ik dat het goed ging komen. De mensen in India stralen dit ook uit. De kinderen hebben veel ellende meegemaakt, maar openen zich steeds weer voor anderen. Ik heb geen echte ‘Pabo-dingen’ geleerd, maar wel dingen over het leven en hoe mensen met elkaar omgaan. De leerkrachten konden autoritair en streng zijn, maar ze zagen het kind wel heel goed.’
Kun je iets over het onderwijs vertellen?
“Leerkrachten uit India vinden dat zij de baas zijn en dat kinderen hun mond moeten houden. Ze zijn heel autoritair. Toch konden ze tijdens mijn vergadering over sociaal-emotionele ontwikkeling precies zeggen hoe het met de kinderen ging. Het viel mij op hoe goed ze het kind kennen. De leerkrachten zijn fijne mensen die het wel anders willen, maar bij wie veranderingsprocessen lang duren. Ze geven vooral klassikaal les en vinden het moeilijk om ineens anders te gaan lesgeven.” Hoe heeft jouw blik op het lesgeven zich ontwikkeld gedurende je stage?
“Aanvankelijk wilde ik graag iets van het Nederlandse onderwijs laten zien, met de gedachte dat ze misschien dingen zouden overnemen bij mijn vertrek. Ik ben er met een westerse mentaliteit heen gegaan, maar langzamerhand werd ik toch meer Indiaas. De basishouding is ‘het komt wel goed’ en daardoor is het onderwijs minder hectisch. Kinderen of leerkrachten komen gerust vijf minuten later en ook ik werd daar relaxter in. Drie maanden was te kort om grote dingen te veranderen, maar voor mijn gevoel heb ik wel iets kunnen betekenen voor de school. Het was goed om er voor de kinderen te zijn en daar te wonen.”
innovatief innovatief| ||99 9 innovatief
Hier zijn wij mee bezig
Bijzonder in Berlijn:
hulp uit onverwachte hoek! Rondleidingen volgen, uitstapjes maken, musea bekijken en verschillende stadsdelen bezoeken. Dat was overdag het programma van een leerzame week in de multiculturele en historische hoofdstad Berlijn. De avonden stonden in het teken van gezelligheid, kroegen en Duits bier. De excursie die zo’n vijftig studenten van de Pabo met een aantal docenten maakten, was er zo eentje van lange dagen en korte nachten… In het bruisende Berlijn was er naast het volgen van het programma ook een zelfstandig onderzoek uit te voeren. Verschillende onderzoeksgroepjes moesten zich verdiepen in uiteenlopende geestelijke of politieke stromingen, om daar later op school een presentatie en een verslag van te maken. Hielden anderen zich bezig met het Christendom, de Islam, het Jodendom en het nationaal socialisme, wij stortten ons op het Hindoeïsme. Het Hindoeïsme is niet erg vertegenwoordigd in Berlijn en het was moeilijk om er iets relevants over te vinden in de Duitse hoofdstad. We hadden louter een adres gevonden van een Hindoestaanse tempel aan de Kopenhagener Straße.
Koud, ver en nog verkeerd ook… Na een vrij omslachtige route met verschillende trams en bussen die ons dwars door de enorme metropool leidden, belandden we uiteindelijk in de Kopenhagener Straße. We stonden in een straat met middenklasse arbeiderswoningen en er was geen Hindoestaanse tempel te bekennen. Het was koud, we hadden al veel gelopen en we hadden geen idee waar de tempel zich bevond. Een Duitse mevrouw met een paar boodschappentassen liep ons toevallig tegemoet en we vroegen haar om hulp. Al snel werd ons duidelijk dat er twee Kopenhagener Straßen in Berlijn zijn; uiteraard stonden wij in de verkeerde. Het juiste adres was een behoorlijk eind verderop. Uit het niets vroeg de vrouw ons mee naar haar huis, om ons daar met behulp van internet verder te helpen. We gingen op haar aanbod in en op haar computer zocht ze precies voor ons uit waar we naar toe moesten. Ook belde ze naar de Hindoestaanse tempel om een afspraak voor ons te maken. Wat een behulpzaamheid! Zelfs toen we de deur al uit waren, riep ze ons door het raam nog wat instructies toe.
Ongekend behulpzaam
Praktijkgericht onderzoek voor leerkrachten
Onderzoek kost tijd? Uiteindelijk win je tijd! ‘Ik heb geleerd hoe ik goed onderzoek moet doen. Welke stappen moet ik zetten om de school waar ik werk en het onderwijs in het algemeen op een nog hoger level te krijgen?’ Dit zegt een leerkracht bij de afronding van de leergang Praktijkgericht onderzoek. Haar uitspraak illustreert wat we willen bereiken: duurzaam verbeterd onderwijs, doordat leerkrachten en hun school samen bedenken op welke gebied ze het onderwijs willen verbeteren en deze vernieuwing vormgeven op basis van een praktijkonderzoek. Sinds 2013/2014 verzorgen Cedin en NHL Hogeschool pabo binnen het project Onderwijs 21 samen de leergang Praktijkgericht onderzoek. Duurzame ontwikkeling van het onderwijs staat daarin centraal. Tijdens de leergang ga je als leerkracht onder begeleiding aan de slag met het formuleren van een goede onderzoeksvraag die past bij een innovatiewens van jouw school. Je gaat op zoek naar een onderwerp waarnaar jij onderzoek wilt doen en waar je school iets aan heeft. De eerste vraag is: welke situatie willen we binnen onze school verbeteren of optimaliseren? Leerkrachten hebben tijdens de leergang bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het verbeteren van het onderwijs in begrijpend lezen en spelling, de aansluiting tussen primair onderwijs en voortgezet onderwijs, onderwijs aan talentvolle leerlingen en de invoering van vroegtijdig vreemde talen onderwijs (vvto). Wanneer je je thema hebt gekozen, leer je om een goede onderzoeksvraag te formuleren en deze te vertalen in een praktijkonderzoek. Je start je praktijkonderzoek met een literatuurstudie, waarin je op zoek gaat naar achtergrondinformatie en naar aanwijzingen voor het optimaliseren van de situatie waarop je onderzoek is gericht. Wat zegt de literatuur bijvoorbeeld over een goede spellingsles? Daarnaast verzamel je gegevens in de praktijk, waarvoor
je eerst passende onderzoeksinstrumenten selecteert of ontwikkelt. Zo kun je met een observatieformulier de lessen begrijpend lezen van collega’s bekijken, collega’s interviewen over wat ze nodig hebben om Engels als voertaal te kunnen gebruiken. Of je gaat op een andere school kijken naar hoe zij het onderwijs aan talentvolle leerlingen hebben vormgegeven. Tijdens de bijeenkomsten deel je kennis met collegaleerkrachten. Daarnaast kun je ook lectoren van de NHL en Stenden vragen om mee te denken over je onderzoek en om suggesties voor literatuur en onderzoeksinstrumenten. Het is de bedoeling dat je praktijkgerichte onderzoek daadwerkelijk een impuls geeft aan vernieuwing of verbetering van een situatie op de eigen school en dat zowel je collega’s als het team met de uitkomsten en aanbevelingen aan de slag willen. Tijdens de leergang krijg je opdrachten om je collega’s mee te nemen in je onderzoek en tijdens de laatste bijeenkomst maak je samen met een collega een plan om aan de slag te gaan met je aanbevelingen. Daar ligt de inspiratie. Zoals een cursist verwoordt:‘ De meerwaarde is dat ik veel gerichter een onderwijsinnovatie vorm kan geven: welk materiaal heb ik nodig, welke vragen stel ik aan collega’s en externen? Onderzoek doen kost tijd, maar uiteindelijk ga je tijd winnen als je dit beheerst en je weet beter wat het goede is en kan het verantwoorden.’ Belangstelling? Neem contact op met Bernadet de Jager, Cedin:
[email protected] Irmgard den Hollander, NHL Hogeschool:
[email protected]
De hulp van deze lieve, Joodse vrouw heeft me verrast en verbaasd. Tegelijk heeft het me aan het denken gezet. Wat bewoog haar om zich zo voor ons in te zetten? Zou ik zelf ook wildvreemde mensen mee naar huis hebben genomen om alles zo uitgebreid voor hen te regelen? Als ik eerlijk ben, denk ik van niet. Op straat zou ik heus wel iemand de weg wijzen, maar het was waarschijnlijk nooit in mij opgekomen om iemand mee naar huis te nemen. Deze mevrouw is één van de meest gastvrije en behulpzame mensen die ik in mijn leven heb ontmoet. Van dit soort mensen zouden er veel meer in de wereld moeten zijn. Jeroen van den Brom – derdejaars student Pabo | innovatief 1010 | innovatief 10 | innovatief
innovatief innovatief| 11 | 11 innovatief | 11
www.nhl.nl/pabo
Colofon ‘Innovatief’ is een uitgave van de Pabo van NHL Hogeschool. Reacties en opmerkingen n.a.v. de artikelen zijn welkom via het e-mailadres:
[email protected] Redactie: Roy Meulman en Anja Morsink. Teksten: Jantine Kuijpers, Klaske Jellema, Alex Riemersma, Roy Meulman, Irmgard den Hollander, Jeroen van der Brom en Camerik Voortman Communicatie Fotografie: Anja Morsink, Erica Boersma, Ilse Rutter, Friso Bruins en Irmgard den Hollander Vormgeving: Camerik Voortman Communicatie Eindredactie: Camerik Voortman Communicatie
NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief.