Eco-driving
Inleiding 1
Inleiding opleidingsmodule Eco-driving De opleidingsmodule werd ontwikkeld voor mensen die samenwerken met personen van allochtone afkomst en hen willen ondersteunen om duurzame vervoerswijzen te gebruiken. Het doel van deze inleiding is om uit te leggen hoe Eco-driving een energie- en brandstofbesparende manier is om met gemotoriseerde voertuigen, vooral auto’s, te rijden. De opleidingsmodule is handig voor taalleerkrachten of docenten van inburgeringcursussen in het formeel onderwijssysteem, maar ze kan evenzeer interessant zijn voor mensen die non-formele opleidingen aanbieden.
Doel van de opleidingsmodule Eco-driving Het project TOGETHER on the move wil mensen met een migratie-achtergrond ondersteunen in het leren gebruiken van diverse vervoermiddelen in hun gastland, met de nadruk op duurzame vervoermiddelen. Mobiliteit speelt een belangrijke rol in het integratieproces, het geeft hen de mogelijkheid om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Deze module gaat over het duurzaam en energiezuinig gebruik van gemotoriseerde voertuigen, vooral auto’s. Dat wordt vaak Eco-driving genoemd. Autorijden is in zowat alle gemeenschappen erg belangrijk. Het fungeert als een statussymbool en wordt vaak verbonden met een gevoel van vrijheid en een bepaalde levensstijl. Vooral als andere vervoermiddelen geen of een slecht alternatief bieden voor de auto, is het bezitten van een auto de enige manier om mobiel en verbonden te blijven met de buitenwereld. Helaas heeft het toenemend gebruik van de auto een negatieve impact op onze straten, het milieu en het gemeenschapsleven. Eco-driving biedt de mogelijkheid om milieuvriendelijker en socialer met de auto om te springen. Deze opleidingsmodule wil dat thema voorstellen aan mensen met een allochtone achtergrond. Onderzoek toont aan dat immigranten, vooral vrouwen, minder vaak de auto gebruiken hoewel ze grotere gezinnen hebben.1 Daarbij moet echter opgemerkt worden dat de meeste immigranten volop kiezen voor de auto eens ze zich een rijbewijs en een auto kunnen veroorloven. Bovendien wijzen sommige studies erop dat mensen van vreemde afkomst hun auto opmerkelijk vaker gebruiken dan autochtonen.2
1 Transport Behaviour among Immigrants – An Equation with Many Unknowns. Bron: Kasper, Birgit/Reutter, Ulrike/Schubert, Steffi (2007) and Reutter, Ulrike (2008) 2 Kasper, Birgit/Reutter, Ulrike/Schubert, Steffi (2007)
TOGETHER_Eco-driving_1_Inleiding.pdf
Eco-driving
Inleiding 2 In het algemeen kunnen de volgende doelgroepen onderscheiden worden: • Mensen (met en zonder rijbewijs) die geïnteresseerd zijn in auto’s en autorijden. • Mensen die de voordelen van een brandstofbesparende rijstijl nog niet kennen en daarom wat motivatie kunnen gebruiken om de persoonlijke voordelen van Eco-driving te leren kennen. • Mensen die de taal niet goed beheersen, maar graag op een energie- en brandstofbesparende manier willen leren autorijden. Voor elk van deze doelgroepen is er les- en oefenmateriaal voorzien in deze TOGETHER on the move opleidingsmodule Eco-driving.
TOGETHER_Eco-driving_1_Inleiding.pdf
Eco-driving
Inleiding 3
Leerdoelen van de opleidingsmodule Leerdoelen voor personen met een migratie-achtergrond zijn: • Algemene feiten leren over voertuigen en autorijden. • Verkeerswetten en -voorschriften in hun (nieuw) thuisland leren kennen. • De verschillen leren tussen de mobiliteitscultuur in hun vaderland en hun (nieuw) thuisland. • Bijleren over de verschillende kosten die verbonden zijn aan autorijden. • Meer leren over wat Eco-driving precies inhoudt. • De voordelen van Eco-driving leren kennen (voor hen persoonlijk, maar ook voor de maatschappij). • Verschillende mogelijkheden leren kennen om praktische Eco-driving opleidingen te volgen in hun (nieuw) thuisland. • Taalvaardigheid verbeteren.
&
HARDE MAATREGELEN ZACHTE MAATREGELEN
• Sociale integratie bevorderen door meer betrokken te zijn in de gemeenschap. • Interesse voor Eco-driving aanwakkeren.
• Meer bewustzijn creëren over het thema Eco-driving en slecht rijgedrag afleren. • Overtuigen dat Eco-driving een gemakkelijke en voordelige rijstijl is. • Ook andere transportmiddelen leren kennen.
TOGETHER_Eco-driving_1_Inleiding.pdf
Eco-driving
Inleiding 4
Waarom Eco-driving? Eco-driving is een efficiënte rijstijl die geldbesparend is en tegelijk ruimte laat voor flexibiliteit en individualiteit. Het grootste obstakel dat mensen weghoudt van Eco-driving is een algemeen gebrek aan kennis over het concept en het foute vooroordeel dat Eco-driving synoniem staat voor trager rijden en minder plezier. Deze module zal het tegendeel proberen aan te tonen. Eco-driving bespaart geld, is veiliger en is beter voor de auto. Hierdoor wordt autorijden net leuker.
→→ Voordelen voor automobilisten Besparen op brandstof is het belangrijkste en meest voor de hand liggende voordeel van Eco-driving. Uit ervaring blijkt dat Eco-driving tot 15 procent bespaart op brandstofkosten. Gemiddeld besparen chauffeurs die een cursus Eco-driving hebben gevolgd, 6 procent op brandstofkosten. Dat komt neer op ongeveer 600 euro per jaar.1 Eco-driving opleidingen hebben in het verleden al hun nut bewezen bij veel bedrijven, vooral busen vrachtwagenmaatschappijen. Verschillende beheerders van autovloten kunnen getuigen dat Eco-driving cursussen snel terugverdiend zijn. Toch hebben Eco-driving opleidingen het wereldwijd moeilijk om geïnteresseerde automobilisten aan te trekken. Uit onderzoek blijkt dat mensen meer geïnteresseerd zijn in technische innovaties dan in het bijstellen van hun eigen gedrag.2 Daarom focussen veel Eco-driving initiatieven zich op Modern Driving, d.w.z. de rijstijl aanpassen aan de moderne motortechnologie.
→→ Voordelen voor passagiers De passagiers die bij een Eco-chauffeur in de auto zitten, kunnen genieten van meer comfort aangezien de eco-rijstijl veel vlotter is (vlotter schakelen, sturen, remmen en aandrijving). Verder is het voor de passagiers ook veiliger en minder lawaaierig.
1 ECO-DRIVING UNCOVERED. The benefits and challenges of eco-driving, based on the first study using real journey data. Bron: Fiat (2010) 2 Bron: Fiat (2010)
TOGETHER_Eco-driving_1_Inleiding.pdf
Eco-driving
Inleiding 5
Opbouw van de opleidingsmodule Het studie- en opleidingsmateriaal van TOGETHER on the move biedt je duidelijke richtlijnen over hoe je een opleidingsmodule rond Eco-driving kan implementeren. Het materiaal is niet alleen geschikt voor taalleerkrachten of docenten van inburgeringcursussen, maar is ook handig voor anderen die informele opleidingssessies willen organiseren. Daarom bestaat de module rond Eco-driving uit volgende delen: • De handleiding voor lesgevers Alles over Eco-driving, die volgende thema’s bevat: »» Wat is Eco-driving? »» Tips om energiezuinig te rijden »» De voordelen van Eco-driving »» Feiten en cijfers over auto’s en autorijden »» Autorijden kost wat »» Energiezuinige auto’s kopen »» Hoe kan men Eco-driving aanleren? • Een voorbeeldsessie met concrete oefeningen: Het wegverkeer observeren • Werkbladen voor de cursisten • Hand-outs voor de cursisten • Handige links over Eco-driving in België
TOGETHER_Eco-driving_1_Inleiding.pdf
Eco-driving
Inleiding 6
Specifieke opmerkingen over deze opleidingsmodule De schrijvers van deze opleidingsmodule zijn zich ervan bewust dat leerkrachten en docenten geen deskundigen zijn op het vlak van auto’s en autorijden. Bovendien hebben cursisten vaak heel weinig kennis van autorijden en de toestellen die in de module vernoemd worden en/of ze zullen niet vertrouwd zijn met de technische taal. Daarom is deze opleidingsmodule geen klassieke Eco-driving cursus, maar worden er meer eenvoudige tips over energiezuinig autorijden aangehaald. Bovendien kan de cursus ook gebruikt worden om te wijzen op de (verborgen) kosten van autorijden. Een van de belangrijkste doelstellingen is om duidelijk het verschil tussen een energie-efficiënte en een lakse rijstijl aan te stippen. De auteurs zien dit opleidingsmateriaal als een startsignaal voor cursisten om hun attitudes tegenover auto’s en autorijden te herzien.
We hopen dat je deze opleidingsmodule tot een goed en succesvol einde kan brengen! ((
TOGETHER_Eco-driving_1_Inleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 1
Handleiding Alles over Eco-driving Doel van deze handleiding 2 Wat is Eco-driving? 2 Tips om energiezuinig te rijden 3 Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen 7
Gouden regels van Eco-driving 3 Meer Eco-driving tips – Zilveren regels van Ecodriving 6
De voordelen van Eco-driving 10
Persoonlijke voordelen 10 Maatschappelijke voordelen 11
Feiten en cijfers over auto’s en autorijden 13
Klassen en categorieën van personenwagens 13 Types van brandstof en aandrijvingstechnologie 13 Wegtypes 14 Personenwagens en gemiddelde afgelegde kilometers 14 Gemiddelde autobezetting 14
Auto’s en mobiliteit 15
Korte geschiedenis van de auto 15 Zijn we mobieler met de auto? 19 Brandstofverbruik van auto’s 21
Autorijden kost wat 22
Brandstofprijzen voor automobilisten 22 De verschillende kosten van autorijden 22
Energiezuinige auto kopen 25
Brandstof besparen begint bij een milieuvriendelijke auto 25 Handige tools en uitrusting om brandstofkosten te verminderen 26 Overzicht van informatietools 28
Alternatieven voor autorijden 29 Hoe Eco-driving leren? 30 Het wegverkeer observeren 30 Samenvatting 32
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Voor je begint 30 Goed observeren 30
Eco-driving
Handleiding 2
Doel van deze handleiding Deze handleiding voorziet docenten van integratiecursussen, taalleerkrachten, vrijwilligers, enz. van informatie en een aantal algemene feiten over hoe men op een energie- en brandstofefficiënte manier met gemotoriseerde voertuigen, vooral auto’s, moet rijden. Ze probeert de nodige achtergrond te schetsen om oefenactiviteiten te organiseren en de interesse in Eco-driving aan te wakkeren. Niet alle informatie is even belangrijk. Sommige zaken zijn een handige referentie mochten de cursisten bijkomende vragen hebben. Verder kunnen alle onderdelen van de handleiding ook als hand-out gebruikt worden voor de cursisten, maar dat is geen verplichting.
What is Eco-driving? Hoewel wandelen, fietsen of het openbaar vervoer vaak de beste manieren zijn om zich te verplaatsen, kiezen nog steeds veel mensen voor de auto. Daarom is het goed om na te gaan hoe de brandstofuitstoot van auto’s kan teruggeschroefd worden. Ook voor individuele automobilisten bestaan er slimme en veilige rijtechnieken die veel brandstof kunnen uitsparen. Dat is Ecodriving. • Eco-driving is een term die duidt op het energiezuinig gebruik van voertuigen. Het is een goede en makkelijke manier om het brandstofverbruik van automobilisten terug te schroeven; zodat er minder vervuild wordt per kilometer. • Eco-driving betekent slim, vlot en veilig rijden aan lagere motorsnelheden (ongeveer 2.000 rotaties per minuut (rpm)). Hiermee kan men tien tot vijftien procent brandstof uitsparen zonder de reistijd te verlengen.1
1 To the point 3. Studies on “Drive like a pro-save driving, both in a professional and a private context”. Insights and results pertaining to preventive action in the future. Bron: DVR – Deutscher Verkehrssicherheitsrat/German Road Safety Council (2009)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 3
Tips om energiezuinig te rijden Automobilisten kunnen verschillende eenvoudige zaken doen om veiliger en milieuvriendelijker te rijden. Onderstaande tips geven al enkele ideeën over hoe men kan besparen op brandstof, veiliger kan rijden en de vervuiling kan terug dringen.
→→ Gouden regels van Eco-driving Deze regels zijn eenvoudige, maar belangrijke tips die een grote impact hebben op het brandstofverbruik van auto’s.
1.
Hou altijd voldoende afstand en anticipeer op het verkeer zodat je zoveel mogelijk dezelfde snelheid kan aanhouden zonder te remmen of te stoppen.
• Anticipeer zoveel mogelijk op voorhand op verkeerssituaties en andere weggebruikers. • Blijf op een grotere afstand van het voertuig voor je zodat je niet onnodig moet versnellen of remmen en laat de auto zo veel mogelijk uitbollen. Als je altijd een afstand van ongeveer drie seconden bewaart tussen je auto en je voorganger, zal je als chauffeur meer tijd hebben om te sturen in plaats van bij te sturen. Belangrijkste tip: Laat het gaspedaal los als je ziet dat het verkeer vertraagt. Zo behoudt je een veilige afstand. Door deze simpele tip kunnen onregelmatigheden in het verkeer gemakkelijk opgevangen worden. Je hoeft niet meer onnodig te remmen of te versnellen waardoor je een constante snelheid kan aanhouden. • Maak zoveel mogelijk gebruik van de opgebouwde snelheid van je auto. Dat betekent dat je de opgebouwde kinetische energie van je auto maximaal benut. Het is de bedoeling dat je de auto laat uitbollen en verder zo veel als mogelijk aan een constante snelheid rijdt in plaats van te remmen en te versnellen. Extra informatie: Voor deze tip zijn er drie verschillende technieken van toepassing. Het is belangrijk dat je nagaat welke technieken het best bij je auto passen en dat je je altijd houdt aan de verkeersvoorschriften. Techniek 1: Het gaspedaal vrij vroeg loslaten en in versnelling blijven als je vertraagt of bergafwaarts rijdt. Dit zal in de meeste situaties en bij de meeste voertuigen de brandstofafsluitklep activeren. Die functie zorgt er voor dat er haast geen brandstofuitstoot meer is. Maar de functie werkt niet bij een laag toerental en oudere voertuigen zijn vaak niet uitgerust met de functie. Daarom moeten de volgende twee tips ook altijd nageleefd worden, zolang ze niet in strijd zijn met de nationale verkeersregels.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 4 Techniek 2: Door het voertuig in neutraal te laten rijden terwijl de motor stationair draait zal je beter gebruik maken van de opgebouwde snelheid van je auto in gevallen waarbij de brandstofafsluitklep niet werkt. Je kan op deze manier vaak verrassend ver blijven rijden (let op dat je in versnelling blijft als je bergafwaarts rijdt, zodat je niet ongewild versnelt). Techniek 3: Het voertuig laten uitbollen, maar met de versnellingspook in de juiste versnelling is een handige afwisseling op de vorige techniek. Dit is vooral handig als de brandstofafsluitklep niet aanslaat of als je verwacht om snel opnieuw in die versnelling verder te rijden.
2.
Rij aan een constante snelheid aan een laag toerental (rpm). Probeer zo vlot mogelijk te rijden in de hoogst mogelijke versnelling zodat je toerental zo laag mogelijk blijft. Op die manier zal je veiliger rijden en minder brandstof verbruiken dan wanneer je aan dezelfde gemiddelde snelheid rijdt, maar meer remt en versnelt. Gebruik je cruise control indien mogelijk, zelfs in het stadsverkeer.
Onthou dat snel rijden of een hoog toerental het brandstofverbruik de hoogte in jaagt. Snel rijden verhoogt de brandstofuitstoot drastisch. Data van de Automobiel Associatie (AA) in het Verenigd Koninkrijk tonen bijvoorbeeld aan dat een auto bij een snelheid van 136 km/u doorgaans ongeveer 25 procent meer brandstof verbruikt dan dezelfde auto bij een snelheid van 112 km/u over dezelfde afstand.1 De Oostenrijkse rijschool associatie schat bovendien dat aan 130 km/u rijden ongeveer twee liter brandstof meer verbruikt dan wanneer je 100 km/u rijdt.
3.
Schakel vroeg en rij altijd in de hoogst mogelijke versnelling zonder de motor te overbelasten. Schakel een versnelling hoger aan ongeveer 2.000 rotaties per minuut. Aan een hoge of zelfs een gemiddelde rotatiesnelheid rijden, verbruikt altijd meer brandstof dan een lage rotatiesnelheid aan gelijk welke snelheid. Daarom is het aangeraden om op tijd te schakelen. Uiteraard moet je altijd rekening houden met het vermogen van je voertuig en de specifieke verkeerssituatie. Een leidraad voor het schakelen en rijden aan een constante snelheid (op een vlak terein, niet bergop): »» 1ste versnelling: Enkel om te starten (een voertuiglengte) »» 2de versnelling: 20 km/u »» 3de versnelling: 30 km/u »» 4de versnelling: 40 km/u »» 5de versnelling: 50 km/u »» 6de versnelling: 60+ km/u Plankgas geven moet zo vaak mogelijk vermeden worden. Gebruik bij het bergop rijden, indien mogelijk, een versnelling waarbij je niet meer dan drie vierde van de gaspedaal moet indrukken. Als je veel moet versnellen, kan je soms brandstof uitsparen door versnellingen over te slaan bijv. van 3de naar 5de of van 4de naar 6de.
1 Eco-driving advice. Get more out of the fuel you buy. Bron: AA – The Automobile Association Ltd. (2011)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 5 Als je met een auto rijdt die uitgerust is met een automatische versnellingen, activeer dan zo weinig mogelijk de functie om de versnelling te verlagen tenzij je dat moet doen uit veiligheidsoverwegingen.
4.
Controleer regelmatig de bandenspanning van je autobanden. Als je autobanden niet voldoende zijn opgeblazen wordt er een bijkomende weerstand gecreëerd waardoor je meer brandstof verbruikt. Controleer daarom regelmatig je bandenspanning, minstens een keer per maand. Dat is vooral belangrijk als je aan hoge snelheden rijdt. Een lage bandendruk is een veiligheidsrisico en het verspilt veel brandstof. De juiste bandenspanning voor je auto, vind je in de handleiding van je wagen (let op: dit is afhankelijk van hoe zwaar je auto geladen is, je snelheid en maximumdruk). Regelmatig je bandenspanning controleren zal niet alleen brandstof uitsparen, je banden (( zullen ook minder snel verslijten.
5.
Vermijd te zwaar geladen auto’s en aerodynamische belemmeringen. Elektrische toestellen en vooral de airco verbruiken veel brandstof. Wees dus spaarzaam met deze functies. Vermijd overtollig gewicht en onnodige aerodynamische belemmeringen zoals ramen (( opendraaien bij een hoge snelheid of extra laadruimte op de auto bevestigen als het niet echt nodig is.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 6
→→ Meer Eco-driving tips – Zilveren regels van Eco-driving
1.
Brandstof besparen begint bij een milieuvriendelijke wagen. Kies een automodel met een lage CO2-uitstoot. Dieselvoertuigen moeten altijd een deeltjesfilter hebben. Een schermpje waarop je het brandstofverbruik kan volgen, een econometer, zal je ook helpen besparen. Cruise control en automatische versnellingen zullen je uitstoot ook verlagen (zie ook het hoofdstuk Energiezuinige auto kopen, p. 25).
2.
Vermijd korte autoritten, want een koude motor verbruikt meer per kilometer. Koude motors hebben veel meer brandstof nodig dan opgewarmde motors. Bovendien veroorzaken ze relatief meer CO2. Bij korte ritten bereikt de motor nooit zijn optimale temperatuur waardoor hij sneller verslijt.
3.
Start de motor pas als je echt gaat rijden. Begin te rijden van zodra je de motor hebt gestart, je moet de motor niet opwarmen. Stationair draaien verspilt brandstof. Bovendien warmt de motor sneller op als je aan het rijden bent.
4.
Leg de motor af als je voor een langere tijd stilstaat. Leg de motor af als je een tijdje blijft stilstaan. Voor de meeste moderne motoren is het break-evenpoint – het punt waarbij het stilleggen van de motor minstens evenveel brandstof uitspaart als het opstarten van de motor aan brandstof kost – ongeveer 20 seconden.
5. 6. 7.
Gebruik olie met een lage wrijvingsweerstand en energiebesparende banden. Let op het EU-labelsysteem. Doe de ramen dicht als je snel rijdt. De ramen open laten verhoogt de dynamische last en dat verbruikt meer brandstof.
Laat je auto regelmatig nazien en onderhouden. Zorg ervoor dat je auto regelmatig onderhouden wordt (leef het schema van de autobouwer na) zodat je motor efficiënt blijft werken.
8.
Overweeg andere transportmiddelen (wandelen, fietsen, openbaar vervoer of carpoolen). Ongeveer 25 procent van alle autoritten duurt minder dan twee kilometer en 50 procent van alle autoritten is voor minder dan vijf kilometer.1 Wandelen en fietsen is niet alleen goed voor het milieu, het is ook goed voor de gezondheid en de portemonnee. Ook het openbaar vervoer is een goed alternatief. Het is goedkoper, je hebt minder stress en er komen minder uitlaatgassen vrij. Je kan ook overwegen om te carpoolen met vrienden/collega’s of een auto delen. Zo kan je ook brandstof en andere kosten uitsparen (zie ook het hoofdstuk Alternatieven voor autorijden, p. 29). 1 Cycling: the way ahead for towns and cities. Bron: European Commission (1999)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 7
Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen De opgesomde tips voor Eco-driving zijn handige richtlijnen om je brandstofverbruik te verminderen, maar voor sommige chauffeurs die niet vertrouwd zijn met Eco-driving kan het moeilijk zijn om deze tips dagelijks op te volgen. Een eenvoudige tip om de Eco-driving principes te onthouden is: Rijd met de auto zoals je fietst. (( Waarom zal dat je brandstof besparen? Een voorbeeld: zou je met de fiets naar een rood verkeerslicht racen? Natuurlijk niet. Fietsers gaan niet trappen als gekken om vervolgens bruusk te moeten remmen voor het stopsignaal. Ze gaan echter hun snelheid aanpassen zodat stoppen zoveel mogelijk vermeden wordt. Het is hierbij belangrijk dat je er een gewoonte van maakt om vooruit te kijken en te anticiperen op situaties waarbij je moet vertragen. Hierdoor kan je de opgebouwde snelheid van je auto optimaal benutten. Als je wat verderop een stoplicht ziet of een auto voor je geeft aan dat hij zal afslaan dan kan je beter het gaspedaal al lossen en je auto verder laten bollen. Remmen verspilt energie en verbruikt extra brandstof. Fietsers hebben van nature de neiging om energie te sparen en rijden wat uit als ze verkeerslichten of andere obstakels naderen. Hetzelfde principe is toepasbaar op auto’s. Er zijn nog veel voorbeelden van hoe fietsers een goed voorbeeld zijn op het vlak van Eco-driving:
Hoe fietsers rijden … Wanneer fietsers vertrekken, blijven ze niet lang in een kleine versnelling, maar schakelen ze meteen naar een hogere versnelling om te versnellen.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Wat automobilisten van fietsers kunnen leren ... Schakel snel! Verander zo snel mogelijk van versnelling (rond 2.000 toeren per minuut). Er is een gemakkelijke manier om te onthouden wanneer je het best van versnelling verandert (op een vlakke weg, niet bergop): • 1ste versnelling: Enkel om te starten (een voertuiglengte) de • 2 versnelling: 20 km/u • 3de versnelling: 30 km/u • 4de versnelling: 40 km/u • 5de versnelling: 50 km/u • 6de versnelling: 60+ km/u
Eco-driving
Handleiding 8 Hoe fietsers rijden …
Wat automobilisten van fietsers kunnen leren ...
Op de fiets zijn de hoogste versnellingen de snelste. Fietsers gebruiken geen kleine versnelling als ze snel rijden, maar kiezen de meest efficiënte versnelling waarmee ze het minste energie verspillen.
Vermijd hoge rpm en rij met een hoge versnelling! Bij een hoge snelheid een lage versnelling gebruiken op de fiets, is hetzelfde als een automotor met een hoog toerental. Je automotor is het meest efficiënt in een hoge versnelling (rond de 1.500 à 2.000 rpm).
Fietsers gaan ook niet hard beginnen te trappen als ze een verkeerslicht of stopbord zien om daarna bruusk te moeten remmen. Vaak laten ze zich uitbollen als ze stopsignalen naderen.
Anticipeer op het verkeer en gebruik je opgebouwde snelheid!
Fietsers gaan niet de hele tijd remmen en versnellen, maar proberen net een constante snelheid aan te houden. Wielrenners bijvoorbeeld gaan in lastige fietswedstrijden proberen om zo constant mogelijk te fietsen. Versnellen en remmen vraagt extra energie. Probeer het daarom zo veel mogelijk te vermijden.
Het is erg belangrijk dat je er een gewoonte van maakt om vooruit te kijken en te anticiperen op situaties waarbij je misschien moet vertragen. Op die manier kan je je opgebouwde snelheid optimaal gebruiken. Als je als chauffeur ziet dat het verkeerslicht een paar straten verder op rood springt of als een voertuig zijn richtingaanwijzers of remlichten aanlegt, kan je het best het gaspedaal al loslaten. Telkens wanneer je remt, verspil je energie en verhoog je de brandstofuitstoot. Rem zo weinig mogelijk en volg de snelheid van het verkeer! Ga niet tussen het verkeer heen en weer slingeren om hier en daar een auto in te halen. Remmen en opnieuw versnellen, verbruikt meer brandstof dan aan een constante snelheid rijden. Om te vermijden dat je vaak moet remmen en versnellen, is het belangrijk om te anticiperen op het verkeer en om een goede afstand te bewaren met de auto voor je. Hoe dichter je rijdt, hoe meer je je rijstijl moet aanpassen aan de auto voor je. Vooral in het stadsverkeer heeft het geen zin om te versnellen telkens wanneer je daartoe de kans krijgt. Met korte versnellingspieken win je geen tijd. De reistijd ligt in de handen van externe factoren (zoals verkeersdrukte, verkeerslichten, enz.).
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 9 Hoe fietsers rijden … Ledereen weet dat fietsen lastig is zonder goede fietsbanden. Met een (bijna) platte band ervaart je meer weerstand waardoor je harder moet trappen.
Wat automobilisten van fietsers kunnen leren ... Elke autoproducent raadt aan om de banden maximaal op te pompen! Als autobestuurder voel je een verhoogde weerstand meestal niet, maar de brandstoftank voelt dat wel. Banden die een halve bar te weinig opgeblazen zijn, vertalen zich in een stijging van vijf procent in het brandstofverbruik. Controleer je bandenspanning regelmatig (minstens een keer per maand en zelfs vaker als je lange afstanden aan een hoge snelheid rijdt)! Je banden verzorgen zal niet alleen gunstig zijn voor het brandstofverbruik, het is ook goed voor je veiligheid en de auto wordt wendbaarder.
Fietsers rijden doorgaans ook niet met zware ladingen, bijvoorbeeld een bak bier, rond. Ze nemen enkel mee wat ze die dag nodig hebben.
Vermijd overtollig gewicht! Hoe zwaarder een voertuig geladen is, hoe meer brandstof het verbruikt. Neem dus enkel mee wat je echt nodig heeft. 20 kilogram extra in de wagen, verhoogt de brandstofrekening met één procent.
Als fietsers (met uitzondering van wielrenners) veel gewicht meesleuren vermijden ze een hoge snelheid omdat ze voelen dat er meer aerodynamische weerstand is als ze veel gewicht meesleuren. Als de snelheid toeneemt, stijgt de aerodynamische weerstand exponentieel.
Vermijd als automobilist ook hoge snelheden en aerodynamische weerstand! Aan 130 km/u rijden verbruikt ongeveer twee liter meer brandstof dan aan 100 km/u rijden. Rij altijd met gesloten ramen als je snel rijdt, zo verklein je de aerodynamische weerstand. Snel rijden, bijvoorbeeld op de autostrade, levert weinig tijdwinst op en moet bovendien betaald worden met (te) hoge brandstofrekeningen.
De spierkracht van een fietser komt overeen met het brandstofverbruik van een voertuig. Je kan tot 25 procent brandstof besparen door deze eenvoudige tips over een moderne rijstijl (Eco-driving) correct toe te passen. Daarom moet elke automobilist autorijden zoals hij/zij fietst! ((
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 10
De voordelen van Eco-driving Eco-driving biedt heel wat voordelen. Niet alleen spaar je er brandstof en andere kosten mee uit. Het verhoogt ook je veiligheid op de weg en het is goed voor de kwaliteit van het lokale en globale milieu. Bovendien zijn de voordelen van Eco-driving meteen voelbaar voor de chauffeur en de passagiers. Het is comfortabel en meer relax. Al deze voordelen kan je krijgen zonder in te boeten op reistijd. Doorgaans vraagt Eco-driving slechts kleine aanpassingen en brengt het een groot resultaat teweeg: minder brandstofverbruik en minder schadelijke uitstoot.
→→ Persoonlijke voordelen • Eco-driving vermindert kosten Volgens een grote studie van Fiat bij 5.700 automobilisten in vijf landen, bespaart Eco-driving gemiddeld vijftien procent op brandstofkosten.1 Een auto legt gemiddeld 12.285 km/jaar2 af. Met een uitstoot van 7,3 liter/100 km en een gemiddelde brandstofkost van 1,43 euro per liter brandstof3, bespaart Eco-driving elk jaar 192,50 euro per individuele chauffeur. Maar Eco-driving vermindert niet alleen de brandstofkosten, ook de onderhouds- en herstellingskosten na een ongeval blijven beperkt. Eco-chauffeurs krijgen minder slijtage op de banden en andere auto-onderdelen (banden, remmen en motor) en veroorzaken minder auto-ongevallen. • Eco-driving is afgestemd op moderne motoren De voorbije decennia is de motortechnologie en het vermogen van auto’s er snel op vooruit gegaan. Die nieuwe, moderne auto’s (na 1990) vragen ook om een andere rijstijl dan wat de voorbije decennia in rijscholen is aangeleerd. De meeste automobilisten hebben echter jaren geleden hun rijbewijs behaald en zijn nog niet aangepast aan de moderne rijstijl. Bijvoorbeeld in de jaren 60 en 70 hadden de meeste auto’s slechts drie of vier versnellingen. Rijscholen raadden aan om een versnelling hoger te schakelen bij 3.000 rpm. Vandaag zijn de meeste auto’s uitgerust met vijf of zes versnelling waardoor de motorsnelheid beperkt kan blijven. De hedendaagse motoren zijn zo ontwikkeld dat ze het meest efficiënt zijn bij lage toerentallen. Het optimale punt is ongeveer 1.750 rpm.
1 Eco-driving Uncovered. The benefits and challenges of eco-driving. Bron: Fiat (2010) 2 Energy Efficient Indicators in Europe. Bron: www.odyssee-indicators.org 3 Fuel prices. Bron: Europe’s Energy Portal (2011) (All data for the EU-27, December 2011)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 11 Daarom staat Eco-driving voor een rijcultuur die aangepast is aan de moderne motoren en bovendien het best gebruik maakt van de geavanceerde voertuigtechnologieën. Het is een efficiënte manier om gemotoriseerde voertuigen, vooral auto’s, te besturen aan lage motorsnelheden. • Eco-driving beschermt uw voertuig In tegenstelling tot wat veel chauffeurs denken, is Eco-driving helemaal niet slecht voor de motor. In tegendeel, het zijn net de hoge rotatiesnelheden die slecht zijn voor je auto. De Eco-driving tips zorgen ervoor dat de motor, de remmen en de banden minder snel verslijten. Een Oostenrijkse studie toont aan dat Eco-driving het aantal herstellingen aan de versnellingsbak en de remmen met respectievelijk 29 procent en 41 procent doet dalen.1 Het is ook een veilige rijstijl omdat je leert anticiperen. Je remt en versnelt minder, rijdt minder snel en haalt niet zo vaak in. Het is ook een minder stresserende en agressieve rijstijl. • Eco-driving vermindert de stress in het verkeer en dat is veel veiliger Omdat Eco-driving staat voor een meer relaxte rijstijl, is het ook voordelig voor de gezondheid en het tevredenheidsgevoel van de chauffeur. Vlot schakelen, sturen en remmen is niet alleen efficiënt, het is ook meer comfortabel voor de chauffeur en de passagiers. Roekeloos rijden stuwt de stress de hoogte in en is slecht voor de concentratie. Chauffeurs worden sneller vermoeid en/of agressief. Bovendien voelen veel passagiers zich onveilig als de chauffeur snel rijdt en vaak inhaalt. Een Eco-chauffeur vermijdt dergelijke situaties. Kort samengevat zorgt Eco-driving voor meer plezante, gezonde en verantwoorde chauffeurs. • Eco-driving is veiliger! Bovendien is Eco-driving veel veiliger in het verkeer. Volgens een studie van de Hamburgse watermaatschappij veroorzaken chauffeurs die een Eco-driving opleiding hebben gevolgd 40 procent minder auto-ongelukken.2 Dat komt vooral omdat Eco-chauffers een grotere afstand bewaren met de auto’s voor hen. • Eco-driving veroorzaakt geen tijdverlies Alle bovengenoemde voordelen zijn er zonder tijdverlies. Uit ervaring blijkt dat Eco-chauffeurs er niet langer over doen om hun bestemming te bereiken. Vaak zijn ze zelfs sneller. Dat komt omdat ze een constant snelheid aanhouden en zo minder vaak moeten stoppen.
→→ Maatschappelijke voordelen • Eco-driving is beter voor het milieu en het klimaat Over de hele wereld stijgt de temperatuur. Deskundigen beweren dat het milieu bedreigd wordt door toxische uitstoot die veroorzaakt wordt door CO2 dat door de mens gemaakt is. 1 Driving green saves fuel and environment. Bron: Monash University (2010) 2 Drive and save with security. Drive safely, economically and environmentally friendly. Bron: Vierboom, Carl/Härlen, Ingo (2003) TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 12 Uitlaatgassen van voertuigen zijn een van de grootste oorzaken van het probleem. In de voorbije jaren hebben autobouwers veel inspanningen geleverd om de motortechnologie milieuvriendelijker te maken. Maar de meeste automobilisten hebben hun rijstijl nog niet aangepast. Een auto stoot gemiddeld 2,2 kilogram carbon dioxide uit per liter verbruikte brandstof.1 Een manier om de schadelijke uitstoot te verminderen is een milieuvriendelijke rijstijl waardoor het brandstofverbruik per kilometer vermindert. Een aangepaste rijstijl kan helpen om brandstof te besparen en om de CO2-uitstoot van het verkeer te verminderen. De precieze impact van verbrandingsmotoren – van toxische uitstootgassen en deeltjes – op het lokale milieu hangt af van de hoeveelheid brandstof die verbruikt wordt. Omdat Eco-driving het brandstofverbruik beperkt, wordt de lokale luchtvervuiling met minstens evenveel procent verminderd. Dus, als Eco-driving de norm wordt in plaats van de uitzondering, biedt het de mogelijkheid om de hoeveelheid uitstootgassen in het verkeer significant te doen dalen. • Eco-driving beperkt geluidsoverlast De rijstijl bepaalt in grote mate hoeveel lawaai er wordt gemaakt. Lage toerentallen, onnodige versnellingen vermijden en minder snel rijden levert een pak minder lawaai op. Een auto die aan 4.000 rpm rijdt, maakt evenveel lawaai als 32 auto’s die aan 2.000 rpm rijden (zie figuur hieronder). Autolawaai
Bron: ECOWILL/www.ecodrive.org
Eco-driving beperkt zo een van de grootste overlastproblemen in stedelijke gebieden.
1 Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories. Bron: IPCC (2006)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 13
Feiten en cijfers over auto’s en autorijden →→ Klassen en categorieën van personenwagens Auto’s kunnen onderverdeeld worden in verschillende categorieën op basis van een aantal objectieve criteria zoals motorgrootte, gewicht of lengte van de auto. In Europa zijn er echter geen formele criteria voor autocategorisatie. Bovendien zijn de categorieën niet altijd afgelijnd door duidelijke criteria zoals gewicht of lengte. Factoren als prijs, imago en extra opties zijn voorbeelden van meer vage factoren. Klanten kiezen hun auto op basis van beide soorten factoren, zoals het merk van de auto, de grootte, de uitrusting en de prijs. De categorisatie wordt wel gebruikt door de auto-industrie zelf. Het blijkt nog steeds een belangrijke indicator te zijn voor de marktpositionering van auto’s. De strengste categorisatie die gebruikt wordt door de Europese Commissie is:1 »» A-klasse: Mini auto’s »» B-klasse: Kleine auto’s »» C-klasse: Kleine middenklasse »» D-klasse: Middenklasse »» E-klasse: Hogere middenklasse »» F-klasse: Grote auto’s/luxemodellen »» S-klasse: Sportieve modellen »» M-klasse: Voertuigen voor meerdere toepassingen/monovolumes »» J-klasse: Sportwagens/voertuigen (SUV) (ook voertuigen die niet voor de weg bestemd zijn)
→→ Types van brandstof en aandrijvingstechnologie De bekendste brandstoffen zijn diesel en benzine. Ze worden gebruikt bij een verbrandingsmotor. Het zijn allebei conventionele fossiele brandstoffen. Er zijn echter nog andere brandstoffen die steeds vaker opduiken: »» Biogassen, vooral Ethanol en Biodiesel (vermengd met conventionele brandstoffen of puur) »» CNG (Compressed Natural Gas) »» LPG (Liquid Petroleum Gas) of Autogas »» Waterstof »» Elektriciteit (hybride, oplader of elektrische batterij). Sommige van deze brandstoffen kunnen met dezelfde verbrandingsmotoren gebruikt worden als die die voor diesel en benzine gebruikt worden. Andere stoffen hebben een speciale hybride of elektrische motor nodig. 1 Case No. IV/M.1406. HYUNDAI/KIA. Notification of 17 February 1999 pursuant to Article 4 of Council Regulation No. 4064/89. Bron: European Commission (1999)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 14 Wat verbrandingsmotoren betreft, zijn er twee soorten versnellingen: Automatische versnelling
Manuele versnelling
Bron: FreeDigitalPhotos.net (2012)
Bron: Bobo_is_soft (2006)
→→ Wegtypes Er kunnen drie wegtypes onderscheiden worden: Wegtype Stadswegen Landelijke wegen Autosnelweg
Maximumsnelheid 50 km/u 70 km/u 120 km/u
Deze verschillende wegtypes hebben elk hun eigen snelheidsregels. In de tweede kolom staan de snelheidsregels van Vlaanderen. Bij bepaalde lokale omstandigheden of milieuproblemen worden de maximumsnelheden vaak aangepast voor bepaalde delen van de weg of zelfs bepaalde delen van de stad. Vrachtwagens moeten ook strengere snelheidsbeperkingen respecteren.
→→ Personenwagens en gemiddelde afgelegde kilometers Personenwagens leggen in Vlaanderen gemiddeld 16.315 km af per jaar. Dat is iets meer dan de afstand tussen Brussel en Kaapstad.
→→ Gemiddelde autobezetting De meeste auto’s kunnen vijf passagiers vervoeren (inclusief de bestuurder). Toch zitten er in Vlaanderen gemiddeld maar 1,84 passagiers in een voertuig. Het Europese gemiddelde is 1,54.1 Het aantal passagiers per auto is de voorbije jaren sterk gedaald door kleinere gezinnen en een toenemend aantal mensen dat een auto bezit.
1 Occupancy rate in passenger transport. Bron: European Environment Agency (2009)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 15
Auto’s en mobiliteit →→ Korte geschiedenis van de auto Auto’s bestaan nog geen 100 jaar, ze zijn dus een relatief nieuw fenomeen. Stoomauto’s Als men een auto omschrijft als een passagiersvoertuig dat zich op de weg op eigen kracht kan voortbewegen, dan is de eerste auto in Frankrijk geboren in 1769. Het voertuig had slechts drie wielen en had een stoommotor. Het werd door het Franse leger gebruikt als een militaire tractor om artillerie mee te vervoeren. De stoommotor en stoomketel bevonden zich elk afzonderlijk aan de voorkant van de auto. Het voertuig moest om de tien à vijftien minuten stoppen om stoomkracht op te bouwen. Het kon maximaal 4 km/u halen en de stoommotor was erg zwaar. Hoewel stoommotoren erg goed werkten bij locomotieven, waren ze niet echt geschikt voor het wegverkeer. Stoomwagen van Nicolas-Joseph Cugnot, tweede versie, 1771
Bron: Roby
Meer dan 200 jaar geleden, in de vroege 19de eeuw, werden de eerste auto’s met een verbrandingsmotor ontworpen. Die motors werden niet door vloeibare brandstoffen aangedreven, maar door gas. Het vroege succes van elektrische auto’s In de jaren 1830, werden er voor het eerst auto’s met elektrische motors geïntroduceerd. Het duurde nog bijna een halve eeuw, tot 1870, voor er een auto ontworpen werd met een verbrandingsmotor die op brandstof werkte. In 1900 waren elektrische auto’s veel populairder. Auto’s die reden op brandstof speelden amper een rol. De elektrische auto’s boden op dat moment veel voordelen ten opzichte van de concurrentie. Ze startten makkelijker, ze waren makkelijker om mee te rijden en ze veroorzaakten geen geur- of lawaaioverlast zoals de benzine- en dieselauto’s. De vroege elektrische voertuigen waren gigantische rijtuigen die vooral bij de hogere klasse in de smaak vielen. TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 16 Bekende auto’s uit het verleden Lohner Porsche, 1899. Een vroege elektrische auto. Afstand: 50 km, maximumsnelheid: 50 km/u
Bron: Austrian Energy Agency
De Duitse weg die 106 km telt, staat bekend als de weg waarop voor het eerst een autovoertuig een echte afstand aflegde. Bertha Benz rijdt met een Benz Patent Motorwagen voertuig, 1888
Bron: ARD.de
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 17 De dominantie van benzene- en dieselwagens In de jaren ’20 van de vorige eeuw, werden er alsmaar minder elektrische voertuigen verkocht en veroverde de verbrandingsmotor de markt. Bovendien had men in Texas een grote oliebron ontdekt, waardoor de brandstofprijzen drastisch daalden. Verder werden de brandstofauto’s steeds gebruiksvriendelijker en goedkoper. De eerste auto met een elektrische starter werd in de jaren ’20 door Henry Ford op de markt gebracht: Het Ford Model T. Dankzij Fords uitvinding en het feit dat handwerk plaats maakte voor massaproductie, was deze auto voor het eerst ook voor de gewone middenklasse betaalbaar. Het model T staat nog steeds in de lijst van tien bestverkochte auto’s aller tijden. Ford model T, 1923
Bron: www.good-wallpapers.com
In het vooroorlogse tijdperk werden er nieuwe automodellen voorgesteld die volledig afgesloten waren en bagageruimte hadden. De auto’s die na de Tweede Wereldoorlog rondreden leken al meer op de hedendaagse modellen. Vernieuwende en glanzende auto’s zoals de Mini Cooper, de Volkswagen Beetle en de Citroën 2PK zijn ronkende namen uit de autogeschiedenis. Austin Mini Cooper, 1963
Bron: Steve Baker
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 18 Volkswagen Kever, 1973
Bron: IFCAR
Citroën 2PK, 1975
Bron: Tettinger
De best verkochte automodellen van de wereld De best verkochte automodellen aller tijden zijn: 1 »» Toyota Corolla (1966 – vandaag): 35.000.000 stuks »» Ford F-Series (1948 – vandaag): 34.000.000 stuks »» Volkswagen Golf: (1974 – vandaag): 27.000.000 stuks Alternatieven voor fossiele brandstoffen Elektrische auto’s waren tegen 1935 bijna volledig verdwenen. De voorbije jaren is de vraag naar alternatieven voor brandstoffen opnieuw aangewakkerd. Dat komt onder meer door de toenemende bezorgdheid over het milieu. De CO2-uitstoot van verbrandingsmotoren is erg vervuilend. Verder worden de olieprijzen steeds duurder en wil men minder afhankelijk worden van buitenlandse brandstoffen.
1 Five top-selling cars in the world. Bron: Auto Express (2010)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 19 Er zijn enkele autobouwers al begonnen met het ontwerpen van auto’s die rijden op elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen en zelfs zonne-energie. Hybride voertuigen gebruiken een gemengd aanvoersysteem, meestal is dat een combinatie van brandstof en elektriciteit.
→→ Zijn we mobieler met de auto? Je zou kunnen denken dat we veel mobieler zijn geworden door de komst van de auto. We kiezen zelf waar we naartoe gaan en we kunnen lange afstanden vlugger afleggen. Maar als we kijken naar historische bronnen over de gemiddelde reistijd en het gemiddelde aantal ritten per dag, zien we dat de resultaten vrijwel onveranderd gebleven zijn door de eeuwen heen:1 Tegenwoordig zijn mensen gemiddeld iets meer dan een uurtje per dag onderweg. Dat (( was in het antieke Rome niet anders (2.000 jaar geleden). Eveneens verplaatst(e) men zich gemiddeld iets meer dan drie keer per dag. (( Een verplaatsing betekent in deze context een rit van thuis naar het werk of van het werk naar huis of van het werk naar de winkel of een vrijetijdsactiviteit en terug naar huis. Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen verschillende groepen mensen (bijv. afhankelijk van de leeftijd). Vaak varieert het aantal kilometers ook van dag tot dag (bijv. weekdagen en weekends). Maar gemiddeld genomen, zijn deze resultaten vrij stabiel. Het onderscheid tussen gemeenschappen en continenten met en zonder auto’s is duidelijk afgelijnd. In alle landen leggen mensen dagelijks dezelfde afstanden af. Iedereen reist voorname(( lijk naar school, het werk de winkel en hun hobby’s zoals sporten en vrienden ontmoeten. In de meeste gevallen is de auto sneller dan voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer.
1 Regularities in Travel Demand: An International Perspective. Bron: Schafer, Andreas (2000)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 20
?
Bent je met de auto echt sneller dan mensen zonder een auto?
• We zien dat iedereen gemiddeld één uur per dag reist. • Dus zijn mensen die autorijden niet vlugger.
?
Verplaatsen mensen met een auto zich vaker omdat ze sneller gaan en dus meer afstand kunnen afleggen in dezelfde tijd?
• We zien dat iedereen gemiddeld drie ritten per dag maakt. • Dus maken automobilisten niet meer uitstapjes dan mensen zonder een auto. Ze zijn niet mobieler. • In maatschappijen met veel auto’s, leggen mensen evenveel afstanden af in dezelfde tijd als voor de introductie van de auto. • Kort samengevat is onze mobiliteit niet veranderd met de komst van de auto!
?
Wat is er dan wel veranderd? Door de hogere snelheid van auto’s kunnen we nu in dezelfde tijd, langere afstanden afleggen.
• Hierdoor is de afgelegde afstand per rit veranderd. • 50 jaar geleden bestond de gemiddelde rit uit twee kilometer. Nu is dat ongeveer vijftien kilometer. We leggen met andere woorden langere afstanden steeds sneller af zodat we hetzelfde aantal ritten in dezelfde reistijd kunnen afleggen als voordien. Dat stemt overeen met onze ervaring dat we, ondanks de verbeterde transportmiddelen, steeds gejaagder zijn.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 21
→→ Brandstofverbruik van auto’s • Standaardconsumptie Het brandstofverbruik van auto’s wordt meestal uitgedrukt in gemiddeld aantal liters brandstof per 100 kilometer (l/100 km). Het standaard brandstofverbruik wordt niet op de verkeerswegen gemeten, maar op testbanen zodat alle auto’s aan dezelfde test onderworpen worden. • (Realistische) Gemiddelde consumptie De gemiddelde consumptie van auto’s wordt wel op de openbare weg getest. Het resultaat is erg afhankelijk van het verkeer en de rijstijl. • Vergelijking tussen standaard en gemiddelde consumptie Een Duits automagazine maakte voor 100 bekende automodellen een vergelijking tussen de standaardconsumptie en consumptiewaarden die op de openbare weg getest waren. Die laatste waarden liggen ongeveer 25 procent hoger dan de standaardconsumptie.1 Er zijn dan ook veel mensen die geloven dat de standaardconsumptie niet realiseerbaar is in het echte verkeer. Uit ervaring blijkt echter dat Eco-chauffeurs de standaardconsumptie wel halen en zelfs waarden haalt die tot 20 procent lager zijn.2
1 The great consumption lie. Bron: www.autobild.de 2 The Austrian Ecodriving Initiative. Bron: Austrian Energy Agency (2011)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 22
Autorijden kost wat →→ Brandstofprijzen voor automobilisten Gemiddelde prijzen voor een liter benzine/diesel De gemiddelde prijzen voor de bekendste brandstoffen in België zijn:1 Benzine (loodvrij, 95 RON): 1,72 Euro/l2 Diesel: 1,53 Euro/l Gemiddelde jaarlijkse brandstofprijzen voor automobilisten Op basis van het gemiddelde brandstofverbruik van passagiersvoertuigen in België, blijkt dat brandstof ongeveer 10 euro per 100 kilometer kost. De gemiddelde brandstofkosten voor auto’s in de Europese Unie zijn 1,283 euro per jaar of 107 euro per maand.3
→→ De verschillende kosten van autorijden Veel mensen denken in de eerste plaats aan brandstofkosten als ze aan autokosten denken. Naast het kopen van een wagen, zijn er echter nog veel andere kosten om in rekening te brengen. Deze verborgen kosten zijn onder meer: »» Autoregistratie, vergunningskosten en belastingen »» Belastingen op gemotoriseerde voertuigen »» Verzekeringskosten »» Tolgeld op snelwegen/in het stadscentrum »» Parkeergeld »» Gemiddelde kosten voor jaarlijkse controle en onderhoud »» Gemiddelde kosten voor ongelukken Verschillende aandelen in autokosten Als men alle kosten die bij een auto komen kijken, optelt komt men tot een gemiddelde kost van: 6.000 euro per jaar of 500 euro per maand. ((
1 Data van februari 2013 2 Fuel price monitor. Bron: http://brandstofprijzen.vroom.be/index.php/officieleprijs 3 Data van januari 2012
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 23 Brandstof maakt slechts 11 procent uit van de totale autokosten. 27 procent van de kosten bestaat uit belastingen en 10 procent bestaat uit verzekering- en onderhoudskosten. Het grootste deel van de kosten (50 procent) bestaat uit de aankoopprijs en de waardevermindering van de auto.1 Totale kosten van autobezit Bron: ÖAMTC (2010), Graphic: FGM (2012)
Overige kosten 2%
Brandstofkosten 11%
Taksen en verzekeringen 27%
Aankoop en afschrijving 50%
Onderhoud 10%
Autokosten vs. andere kosten in het levensonderhoud Met 32 procent zijn de huisvestingskosten (inclusief woonkosten, meubels en energie) het grootst, gevolgd door eten en drinken (inclusief alcohol en tabbak) met 15 procent. Transport is met 13 procent de derde grootste categorie.
1 Car costs. Revamped balance. Bron: www.konsument.at (Data van 2010)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 24 Uitgaven van privéhuishoudens Bron: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/budget/spreiding/
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 25
Energiezuinige auto kopen →→ Brandstof besparen begint bij een milieuvriendelijke auto Als je een nieuwe of tweedehands auto koopt, onthou dan dat de aankoopprijs van de auto de grootste hap uit het budget is (zie hoofdstuk Autorijden kost wat, p. 22). De waardevermindering van de auto begint al op de dag van de aankoop. Die kosten blijven vaak onzichtbaar omdat je ze pas opmerkt als je je auto opnieuw wil verkopen. De voorbije jaren zijn er veel inspanningen geleverd om efficiënte brandstofmotoren te ontwikkelen. Die inspanningen werden echter teniet gedaan door de opkomst van zware SUV’s (Sport Utility Vehicles) en hun zware, vervuilende motoren. Doorgaans stijgt het brandstofverbruik met het gewicht en de kracht (veel pk) van een auto. Een kleine auto heeft maar 10-15 pk nodig om 100 km/u te halen. Versnellen en zware auto’s vragen meer pk, al kan men zich afvragen of 100 pk wel nodig is in het verkeer. Dus je kan kosten besparen door een klein en compact automodel te kiezen. (( Bijvoorbeeld: Gegevens uit Duitsland tonen aan dat: • Een Ford Mondeo Diesel met 96 kW/130 pk (paardenkracht) 29.000 euro kost en een gemiddelde maandelijkse kost heeft van 557 euro. • Een Ford Focus Diesel met 80 kW/109 pk 19.000 Euro kost, en een gemiddelde maandelijkse kost heeft van 466 euro. Het laatste model bespaar je 10.000 euro in aankoopprijs en 111 euro aan maandelijkse kosten.1 Dit voorbeeld toont aan dat het kostenbesparend en milieuvriendelijk is om een brand(( stofefficiënte wagen met een verminderde CO2-uitstoot te kiezen.
1 ADAC car costs 2007. Bron: ADAC (2007)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 26
→→ Handige tools en uitrusting om brandstofkosten te verminderen Er zijn enkele tools en uitrustingen die je helpen om de impact van je brandstofconsumptie op het milieu te beperken: 1. Brandstofconsumptie display 2. Cruise control 3. Automatische versnellingsbak 4. Deeltjesfilters voor dieselwagens Een display die je brandstofverbruik weergeeft, ook wel een econometer genoemd, is een handig hulpmiddel om brandstof te besparen. Cruise control en een automatische versnellingsbak kunnen je brandstofconsumptie verminderen. Dieselvoertuigen moeten uit milieuoverwegingen altijd uitgerust zijn met een deeltjesfilter. 1. Brandstofconsumptie display of boordcomputer
Bron: Austrian Energy Agency
Moderne auto’s hebben vaak ingebouwde boordcomputers of brandstofschermen waarop je kan volgen hoeveel brandstof je verbruikt (bijvoorbeeld liter per 100 kilometer). Op een brandstofconsumptie display kan je je eigen rijstijl evalueren en aanpassen. Met dergelijke uitrustingen kunnen autobestuurders zichzelf meten (aan anderen). Hierdoor is het makkelijker om het brandstofverbruik te controleren en op lange termijn je rijstijl aan te passen.
2. Cruise control
Bron: Sav127
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 27 Cruise control is een systeem dat automatisch de snelheid van een voertuig bepaalt. De bestuurder brengt de auto, manueel, op snelheid en gebruikt een knopje om de cruise control in te schakelen aan een bepaalde snelheid. Het systeem neemt de gaspedaal van de auto over zodat dezelfde snelheid aangehouden wordt. De meeste systemen hebben meerdere knopjes, vaak op het stuur, om te hernemen en te versnellen. Door te remmen of de koppelingspedaal in te drukken, kan de bestuurder de snelheid van de auto opnieuw zelf bepalen. Het systeem is erg handig als er vlot verkeer is. In files of moeilijke verkeerssituaties waarbij je vaak moet versnellen en remmen, is de cruise control niet handig.
3. Automatische versnellingsbak
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Een automatische versnellingsbak verandert automatisch van versnelling terwijl de auto rijdt, waardoor de bestuurder niet langer hoeft te schakelen. Automatische auto’s zijn dus makkelijker om te besturen.
4. Deeltjesfilter voor diesels
Bron: Stahlkocher
Een deeltjesfilter voor dieselwagens is een systeem dat dieseldeeltjes of roet van een dieselmotor uit de uitlaatgassen filtert. Er komen schadelijke stoffen vrij als dieselbrandstof verbrand wordt. Deeltjesfilters verwijderen ongeveer 85 procent van het roet. Soms loopt dat cijfer zelfs op tot 100 procent. TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 28 Deeltjesfilters werden in de jaren ’80 voor het eerst ontwikkeld en zijn vandaag verplicht aanwezig in alle dieselwagens. In België worden auto’s met dergelijke filter veel minder belast. Als je een dieselwagen koopt, moet je als bestuurder altijd nagaan of er een deeltjesfilter aanwezig is. De technologische vooruitgang om de brandstofuitstoot te beperken, werd in de jaren ’90 teniet gedaan door de opkomst van zware SUV wagens en hun vervuilende motoren. Ook strengere veiligheidsnormen hebben ervoor gezorgd dat zelfs kleine wagens veel zwaarder werden.
→→ Overzicht van informatietools Autolabels In Vlaanderen werden er in 2001 kleurencodes geïntroduceerd die aangeven hoe economisch het brandstofverbruik van een auto is. Alle handelaars voor nieuwe auto’s worden verplicht om dat label meet te delen. Het label geeft consumenten meer informatie over het standaard brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van de auto. Een schaal maakt het mogelijk om auto’s met elkaar te vergelijken. Brandstofverbruik label Bron: www.health.belgium.be/eportal/Environment/Products/Carsandbiofuel/cars/CO2etvoitures/index.ht
Internet In Vlaanderen kan je alle informatie over het brandstofverbruik, de CO2-uitstoot en luchtvervuiling van auto’s opzoeken met een gratis online tool www.ecoscore.be. Meer informatie over deze tool vind je bij Handige links. (( TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 29
Alternatieven voor autorijden →→ Afstand per autorit Hieronder zie je de Oostenrijkse cijfers die weergeven hoeveel kilometer er per autorit afgelegd wordt:1 25 procent van de autoritten is korter dan 2 km. Dat komt overeen met 8 minuten fietsen. 50 procent van de autoritten is korter dan 5 km. Dat komt overeen met 20 minuten fietsen 70 procent van de autoritten is korter dan 10 km. Dat komt overeen met 28 minuten fietsen met een elektrische fiets.
→→ Modal split De term modal split beschrijft het percentage van reizigers dat een specifiek transportmiddel gebruikt in hun stad of regio.
Modal split Vlaanderen 2009 Bron: Mobiliteitsrapport van Vlaanderen 2009, SERV
6 % 31 % 35 % 28 %
1 Calculations by Austrian Energy Agency (2012)
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 30
Hoe Eco-driving leren? Om je rijstijl aan te passen en op lange termijn brandstof te besparen, kan je alvast beginnen met de Eco-driving tips die in hoofdstuk Tips om energiezuinig te rijden worden besproken (vanaf p. 3). Maar Eco-driving is meer dan het naleven van enkele tips. Om goede resultaten te boeken, moeten deelnemers een Eco-driving opleiding volgen met een gekwalificeerde rijinstructeur. Die opleiding bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel waarin er op de openbare weg geoefend wordt.
Meer informatie over gekwalificeerde rijscholen of andere Eco-driving opleidingen vind je (( bij Handige links.
Het wegverkeer observeren De gemakkelijkste manier om praktische voorbeelden te vinden van de verschillende rijstijlen en Eco-driving, is het verkeer observeren. Het doel hiervan is om goede en slechte automobilisten te vergelijken en zo meer aandacht te vestigen op energiebesparend rijden. Zelfs als de cursisten niet geïnteresseerd zijn in auto’s of autorijden, is deze praktische sessie een goede manier om het thema op een luchtige manier aan te snijden.
→→ Voor je begint Cursisten moeten altijd goed voorbereid worden op praktische lessen. Geef hen altijd mee wat de sessie inhoud en wat je verwacht. Dat is onder meer: »» Datum, plaats, tijdstip en duur van de les »» Achtergrond en doelstellingen »» Wat ze moeten meebrengen (snack, kledij, materiaal)? »» Hoe ze de plaats van afspraak kunnen bereiken?
→→ Goed observeren Om het wegverkeer te observeren, moeten docenten een goede locatie zoeken. Dat is bij voorkeur een plaats met gemiddeld verkeer (niet te druk, niet te verlaten). Bijvoorbeeld bij een rotonde of een kruispunt. • Kies een observatiepunt bij een weg met gemiddeld verkeer dat dicht bij het opleidingscentrum ligt (geen files, maar ook geen lege straten). Denk ook aan een goed uur voor de observatie.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 31 • Ledere auto zou gedurende 50 à 100 meter moeten zichtbaar zijn. Zoek dus best een hoger gelegen plaats. • Een goede plaats is ongeveer 50 à 100 meter voor en/of na een kruispunt met verkeerslichten. Ook een rotonde is een goede keuze. • Een weg die een beetje bergop gaat, is ook een goede keuze. Telkens wanneer een chauffeur op die plaats versnelt, is de brandstofuitstoot bijzonder hoog. Je kan er dus gemakkelijk voorbeelden vinden van een slechte rijstijl. Vooral chauffeurs die versnellen hoewel ze enkele seconden later zullen moeten remmen, dienen als duidelijke slechte voorbeelden. • Zorg ervoor dat je een plaats uitkiest waar er genoeg plaats is om alle cursisten te laten observeren. Een voetpad of een voetgangerseiland zijn goede plaatsen. Zorg ervoor dat je het verkeer (of andere voetgangers) niet hindert. Wandel samen met de cursisten naar het observatiepunt. Je kan de opdrachten samen of in groepjes van 4 à 5 personen doen. Ze zouden om de 10 à 20 minuten een auto moeten evalueren terwijl ze de andere opdrachten uitvoeren A–E.
Taak A – Afstand observeren: »» Observeer de afstand tussen de voertuigen. »» Let op gevaarlijke situaties die het gevolg zijn van auto’s die te dicht tegen elkaar rijden. »» Vergelijk hoe vaak auto’s remmen als ze te dicht of te ver rijden van hun voorganger. »» Gok hoeveel chauffeurs te weinig afstand bewaren.
Taak B – Observeer snelheid: »» Observeer verschillende manieren om te versnellen. »» Probeer na te gaan of chauffeurs die snel optrekken, effectief sneller zijn dan de auto’s die vlot rijden. »» Let op gevaarlijke situaties die het gevolg zijn van onnodige versnellingen.
Taak C – Observeer slechte rijgewoontes: »» Probeer slechte chauffeurs te spotten. Bijvoorbeeld, auto’s die onnodig versnellen. »» Gok hoeveel slechte chauffeurs en eco-chauffeurs er zijn. »» Je kan ook de slechtste chauffeur van de dag verkiezen.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Handleiding 32 Taak D – Observeer de bezettingsgraad (aantal inzittenden): »» Observeer het aantal automobilisten. »» Tel of gok het percentage auto’s dat enkel een chauffeur heeft en hoeveel er één twee of meer passagiers heeft. »» Hoe lang moet je wachten eer er een auto langskomt met vier of meer inzittenden?
Taak E – Observeer de stemming van de chauffeurs: »» Observeer de emoties en stemming van de chauffeurs. »» Hoeveel chauffeurs kijken er boos, geïrriteerd of zelfs agressief? »» Zie je agressieve acties zoals scheldpartijen of onbeleefde gebaren tegenover andere bestuurders? »» Zie je chauffeurs die competitief zijn tegenover andere automobilisten? »» Wees aandachtig voor chauffeurs die hoffelijk zijn voor andere weggebruikers. De resultaten van de observaties kunnen gebundeld worden en achteraf besproken worden.
Samenvatting De voorbije decennia zijn de motortechnologie en het vermogen van auto’s er erg snel op vooruit gegaan, terwijl de meeste chauffeurs hun rijstijl nog niet hebben aangepast. Eco-driving staat voor een rijcultuur die aangepast is aan de moderne motors en de nieuwe autotechnologie optimaal benut. Het is een energiezuinige, vlotte en veilige rijstijl, vooral voor auto’s. Lagere motorsnelheden hebben veel voordelen, zoals minder broeikasgassen, brandstofkosten beperken, meer veiligheid en comfort. Kort samengevat bestaat Eco-driving uit een reeks kleine aanpassingen met grote positieve gevolgen voor je portemonnee en het milieu. De nadruk van deze opleiding ligt op het geven van voldoende achtergrondinformatie over auto’s en autorijden en de aandacht vestigen op de verschillende rijstijlen en de voordelen van Eco-driving. Door een aantal eenvoudige tips op te volgen, liggen de voordelen van Eco-driving voor alle automobilisten binnen handbereik.
TOGETHER_Eco-driving_2_Handleiding.pdf
Eco-driving
Trainingssessie 1
Trainingssessie Het wegverkeer observeren Introductie 3 Oefeningen 7 →→ Deel 1: Intake Oefening 1: Inleiding – Rijervaring 7 Oefening 2: Basisinformatie over auto’s en rijden I – Verschillende autotypes 8 Oefening 3: Basisinformatie over auto’s en rijden II – Feiten en cijfers 9
→→ Deel 2a: Theorie 1 – Kennis over auto’s en rijden Oefening 4: Opwarming 11 Oefening 5: Auto’s en hun impact I – Korte geschiedenis van de auto 12 Oefening 6: Auto’s en hun impact II – Maken auto’s ons mobieler? 13 Oefening 7: Brandstofverbruik vergelijken bij verschillende auto’s 14 Oefening 8: Wat kost autorijden? 15 Oefening 9: Vergelijking autokosten vs. andere kosten 16 Oefening 10: Waar kan je informatie vinden over auto’s? 17 Oefening 11: Praktische tips bij het kopen van een auto en energiezuinig rijden 18 Oefening 12: Alternatieven voor het automobielvervoer 19
→→ Deel 2b: Theorie 2 – Kennis over Eco-driving Oefening 13: Word vertrouwd met Eco-driving 20 Oefening 14: Eco-driving tips – Hoe energiezuinig rijden? 21 Oefening 15: Voordelen van Eco-driving 22 Oefening 16: Oude rijstijl vs. Eco-driving 23
→→ Deel 3: Praktijk Oefening 17: Wegverkeer observeren – Bewust worden van verschillende rijstijlen 24
→→ Deel 4: Afronding Oefening 18: Ervaringen delen I 27 Oefening 19: Ervaringen delen II 28 Oefening 20: Samenvatten en afsluiten 29
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
Eco-driving
Trainingssessie 2
Materiaal →→ Materiaal voor trainers Handleiding Alles over Eco-driving
→→ Materiaal voor cursisten Werkbladen Werkblad 1: Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Werkblad 2: Afkortingen meeteenheden Werkblad 3: Autogeschiedenis quiz Werkblad 4: Autorijden toetsen aan de werkelijkheid Werkblad 5: Maken auto’s ons mobieler? Werkblad 6: Wat kost een auto? Werkblad 7: Fietsers en auto’s vergeleken Werkblad 8: Wat is Eco-driving? Werkblad 9: Afstand observeren (Taak A) Werkblad 10: Observeer snelheid (Taak B) Werkblad 11: Observeer slechte rijgewoontes (Taak C) Werkblad 12: Observeer de bezettingsgraad (aantal inzittenden)(Taak D) Werkblad 13: Observeer de stemming van de chauffeurs (Taak E) Hand-outs Hand-out 1: Klassen en categorieën van personenwagens Hand-out 2: Types van brandstof en aandrijvingstechnologie Hand-out 3: Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Hand-out 4: Korte geschiedenis van de auto Hand-out 5: Zijn we mobieler met de auto? Hand-out 6: Brandstofverbruik van auto’s Hand-out 7: Autorijden kost wat Hand-out 8: Autokosten vs. andere kosten in het levensonderhoud Hand-out 9: Informatietools over auto’s Hand-out 10: Auto’s kopen en energiezuinig rijden Hand-out 11: Alternatieven voor autorijden Hand-out 12: Wat is Eco-driving? Hand-out 13: Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen Hand-out 14: Eco-driving tips – Hoe energiezuinig rijden? Hand-out 15: Voordelen van Eco-driving Hand-out 16: Oude rijstijl vs. Eco-driving
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
Eco-driving
Trainingssessie Introductie
Algemene richtlijnen om met migranten te werken Als je met migranten werkt, besteed dan voldoende aandacht aan taal- en cultuurproblemen. Je moet niet alleen nadenken over de specifieke noden van de cursisten, maar ook over je aanpak en het geslacht van je lesgevers. Hieronder vind je enkele aspecten waar je rekeningen moet mee houden, afhankelijk van de cultuur van de deelnemers: • Als je niet op de hoogte bent van de vaardigheden van je deelnemers, neem dan de tijd om hen hierover te ondervragen. • Vermijd situaties die gênant kunnen zijn voor deelnemers door hun cultuur, geslacht of religie. • Soms is het beter om deelnemers op te splitsen in een vrouwen- en mannengroep. • Als je de deelnemers opsplitst volgens geslacht, zorg er dan voor dat de lesgever ook hetzelfde geslacht heeft. Je vindt in de bijlage van deze opleidingsmodule een tabel terug over cultuurspecifieke (( waarden m.b.t. autorijden, waarin de houding t.o.v. Eco-driving in verschillende landen vergeleken worden.
Algemene opmerkingen over deze trainingssessie Eco-driving betekent energiezuinig autorijden. Niet iedereen is al vertrouwd met dat thema. Daarom bevat deze trainingssessie een aantal algemene oefeningen die de cursisten vertrouwd maakt met auto’s en een energiezuinige rijstijl. Er zijn theoretische en technische stukken die zowel voor autobestuurders als mensen zonder rijbewijs interessant zijn. Zelfs als de cursisten niet geïnteresseerd zijn in auto’s of autorijden, zijn de praktische wegobservatie oefeningen een goede manier om op een speelse manier meer interesse te wekken voor dit thema. Je kan die oefeningen eruit pikken die het best bij je cursisten aansluiten. Deze Eco-driving lessen moet je zien als een startsignaal voor cursisten om hun rijstijl en attitudes t.o.v. auto’s aan te passen. Uiteraard zijn enkele tips niet voldoende om Eco-driving volledig onder de knie te krijgen. Het wordt aangeraden om ook praktische oefeningen te doen met een gediplomeerde rijinstructeur. Tijdens dergelijke oefeningen kunnen de praktische tips uitgeprobeerd worden op de openbare weg. De meeste leerkrachten en docenten zullen geen expert zijn op het gebied van Eco-driving en zullen geen auto’s of rijinstructeur ter beschikking hebben. Daarom is deze opleidingssessie ontworpen voor een klasomgeving.
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
3
Eco-driving
Trainingssessie Introductie
Doel van de sessie Het doel van deze sessie is om cursisten bewust te maken van een energiezuinige rijstijl – Eco-driving. De oefeningen richten zich op het verwerven van algemene inzichten en technische informatie over auto’s en autorijden, maar ook op de bewustmaking van de negatieve impact van auto’s op het milieu en de echte kosten van autorijden. De cursisten leren bij over het doel en de voordelen van Eco-driving. Verder leren ze enkele Eco-driving tips die ze zelf kunnen toepassen. Deze sessie biedt de mogelijkheid om verschillende rijstijlen te observeren en te evalueren zodat men zijn/haar eigen rijgedrag kan aanpassen. Verder zal de cursist: »» De verschillen tussen energiezuinig en een ‘lakse’ rijstijl leren kennen. »» Leren inzien dat de aankoop van een energiezuinige auto erg belangrijk is. »» Vertrouwd worden met mogelijke alternatieven voor de auto. »» Gemotiveerd worden om deel te nemen aan een praktische Eco-driving cursus met een gediplomeerde rijinstructeur. Over het algemeen bestaat de training uit een combinatie van harde en zachte maatregelen. Leerdoelen van deze sessie zijn: • Algemene feiten leren kennen over auto’s en autorijden. • Bijleren over het verkeersreglement in hun (nieuwe) thuisland. • Verschillen ontdekken tussen de mobiliteitscultuur in hun (nieuwe) thuisland en hun land van herkomst. • Bijleren over wat autorijden precies kost. • De inhoud van Eco-driving leren kennen. • De voordelen van Eco-driving (persoonlijk en voor de maatschappij) leren kennen. • Leren over de praktische opties om Eco-driving opleidingen te volgen. • Taalvaardigheid verbeteren.
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
HARDE MAATREGELEN
4
Eco-driving
Trainingssessie Introductie
ZACHTE MAATREGELEN
• Sociale integratie door meer betrokkenheid met de gemeenschap. • Motivatie voor het thema Eco-driving.
• Bewustmaking over het thema Eco-driving als alternatief voor laks rijgedrag. • Bewustmaking over Eco-driving als een gemakkelijke en voordelige rijstijl. • Bewustmaking over alternatieven voor het automobielvervoer. Zie ook bij de algemene inleiding van deze module. ((
Opbouw van de sessie Naast technische feiten over auto’s en veel informatie over energiezuinig rijden, vestigt de sessie ook de aandacht op verschillende rijstijlen door een verkeersobservatie oefening die je met je cursisten kunt uitvoeren. De sessie bevat voorbereidende en aanvullende oefeningen die onderverdeeld zijn in vier delen: »» Deel 1 zal de rijgewoontes van de cursisten bepalen en algemene en technische informatie over auto’s en autorijden introduceren. »» Deel 2a brengt de verplichte basisinformatie over auto’s en autorijden bij. Dit deel werpt verder ook een blik op enkele tips voor het kopen van een auto. »» Deel 2b handelt over algemene kennis rond Eco-driving met onder meer een vergelijking tussen Eco-driving en fietsen en tips om energiezuinig te rijden. »» Deel 3 behandelt het praktische luik van de sessie met onder meer de observatie oefening en de bewustmaking van verschillende rijstijlen. »» Deel 4 rondt zowel de praktische als theoretisch ervaringen van de cursisten af. Het is aanbevolen om alle oefeningen achter elkaar op te lossen, maar het is ook mogelijk om een selectie te maken. Er is geen juiste of foute aanpak. Je kan de handleiding Alles over Eco-driving gebruiken. Indien mogelijk, kan je de cursisten vragen om de werkbladen op te lossen na de trainingssessies.
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
5
Eco-driving
Trainingssessie Introductie
Specifieke vaardigheden en doelen (voor taalleerkrachten) De cursisten moeten in staat zijn om verschillende rijstijlen en de voordelen van Eco-driving te observeren, te begrijpen en te bespreken. Ze moeten ook met hun lokale gemeenschap kunnen praten over het thema. Richtlijnen over het taalniveau en taalvaardigheid worden bij alle oefeningen aangeduid. Je kan een lijst terugvinden van de gebruikelijke Europese taalniveaus in de bijlage van (( deze module.
→→ Taalvaardigheden H Z L S
Horen Zeggen Lezen Schrijven
Materialen in deze sessie Het volgende materiaal wordt aangeraden voor de sessie: »» Balpennen »» Computer (optioneel) »» Flap-over/whiteboard »» Fluostiften »» Handleiding Alles over Eco-driving »» Hand-outs voor de cursisten »» Internettoegang (optioneel) »» Kaarten (van de lokale omgeving) »» Klemborden »» Notitieschrift/papier »» Online informatietool/s over auto’s en autorijden (optioneel) »» Portfolios* (optioneel) »» Werkbladen voor de cursisten Portfolio Om ervoor te zorgen dat de informatie tijdens de trainingssessie nuttig is en om het leerproces na de cursus gaande te houden, wordt elke deelnemer gevraagd om een portfolio bij te houden over alles wat tijdens de oefensessie wordt gedaan. Het portfolio kan gebruikt worden om de persoonlijke vooruitgang van de cursist te beoordelen. Het kan foto’s bevatten, handige zinnen, tekeningen, enzovoort. De werkbladen en praktische oefeningen die de deelnemers tijdens de trainingssessies krijgen, kunnen er in bewaard worden. Door zich op de persoonlijke noden van de deelnemers te richten, kan het portfolio dienen als een gepersonaliseerde Eco-driving handleiding. TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
6
Eco-driving
Trainingssessie Deel 1: Intake
Oefeningen Deel 1: Intake In dit deel wordt nagegaan hoeveel basiskennis de cursisten hebben. De oefeningen vertrekken uit de ervaringen en de kennis van de cursisten zelf. Verder wordt er ook basisinformatie gegeven over auto’s en autorijden. OEFENING 1 Inhoud
Inleiding – Rijervaring Nagaan welke ervaringen en kennis de cursisten hebben over auto’s en autorijden
Didactische tips
Inleidende discussie Vraag aan de cursisten of ze een rijbewijs, rijervaring of een auto hebben. Hebben ze geen auto of rijbewijs, vraag dan of ze dat graag zouden hebben in de toekomst. Informeer naar hun concrete ervaringen met autorijden. Je kan bijvoorbeeld volgende vragen stellen: • Hoe lang heb je al een rijbewijs? • Vergelijk het verkeer hier met de situatie in je thuisland, zie je verschillen? • Met wat voor een auto rij je (bijvoorbeeld automodel, leeftijd auto, …)? • Ken je het brandstofverbruik van je auto (bijv. per 100 km)? • Heb je al eens een auto-ongeval gehad? • Heb je ervaring met autoherstellingen?
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 20 min Niveau: alle Vaardigheden: H, Z
7
Eco-driving
Trainingssessie Deel 1: Intake OEFENING 2 Inhoud
Didactische tips
Basisinformatie over auto’s en rijden I – Verschillende autotypes De cursisten leren technische feiten bij over merken, klassen, categorieën en andere types brandstof en automotoren. Groepsoefening Informeer bij de cursisten naar volgende thema’s: 1. Verschillende automerken De cursisten sommen de automerken op die ze kennen. Er zijn hier geen juiste of foute antwoorden. De docent brengt alle informatie samen op de flap-over of herhaalt ze. Als je een automerk niet kent, vraag de deelnemer(s) dan om meer uitleg, bijvoorbeeld in welk land die verkocht wordt, ... . De docent kan ook belangrijke merken aanvullen als de cursisten ze niet zelf vermelden. 2. Verschillende klassen en categorieën van passagiersauto’s Voorzie hand-out 1, waarop verschillende klassen en categorieën van de bekendste automodellen voorgesteld worden en vergeleken met elkaar. De leerkracht gaat na welke modellen de deelnemers kennen of graag zouden hebben. Indien de cursisten kiezen voor een grote sportwagen, vraag hen dan wat ze van het brandstofverbruik vinden. 3. Verschillende types brandstof en versnellingen De cursisten sommen alle brandstoffen en versnellingstechnologieën op die ze kennen. De antwoorden kunnen opnieuw op de flap-over verzameld worden. De docent voorziet hand-out 2 en vult de lijst van brandstoffen aan indien nodig.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Feiten en cijfers over auto’s en autorijden, p. 13 ev. Korte geschiedenis van de auto, p. 15 ev. Hand-out 1 Klassen en categorieën van personenwagens
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
8
Eco-driving
Trainingssessie Deel 1: Intake Materiaal
Hand-out 2 Types van brandstof en aandrijvingstechnologie Flap-over/whiteboard, fluostiften
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
~ 45 min Niveau: B2 Vaardigheden: H, Z, L
OEFENING 3 Inhoud
Basisinformatie over auto’s en rijden II – Feiten en cijfers De cursisten leren bijkomende feiten en cijfers over het autoverkeer en autorijden in hun land. Bijvoorbeeld snelheidsbeperkingen, gemiddeld aantal kilometers, gemiddeld aantal passagiers per voertuig.
Didactische tips
Groepsdiscussie Vraag aan de cursisten of ze de volgende cijfers kennen of laat ze raden: • Verschillende wegentypes (stad/landelijk/autostrade) • Snelheidsbeperkingen voor de verschillende wegentypes • Gemiddeld aantal afgelegde kilometers voor passagiervoertuigen • Gemiddeld aantal passagiers per auto Schrijf de antwoorden op de flap-over. De docent vraagt eerst om feedback over de verschillende thema’s en vult daarna de juiste cijfers in a.d.h.v. hand-out 3. Groepsoefening Je kan ook beginnen met een groepsoefening en de cursisten werkblad 1 laten invullen. Taaloefening Voorzie werkblad 2 en laat de cursisten de afkortingen van de meeteenheden invullen. Vat de groepsoefening samen en bespreek.
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
9
Eco-driving
Trainingssessie Deel 1: Intake Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Feiten en cijfers over auto’s en autorijden, p. 13 ev. Werkblad 1 Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Werkblad 2 Afkortingen meeteenheden Hand-out 3 Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Flap-over/whiteboard, fluostiften
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
Totale duur Deel 1
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 45 min Niveau: B1 Vaardigheden: H, Z, L, S
~ 1 u 50 min
10
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1
Deel 2a: Theorie 1 – Kennis over auto’s en rijden Dit deel van de sessie focust op kennis over auto’s en autorijden. De cursisten leren de negatieve aspecten van auto’s kennen en bestuderen alle kosten die bij een auto komen kijken. Verder leren ze ook over auto’s die minder uitstoten en alternatieven voor de auto. OEFENING 4 Inhoud Didactische tips
Opwarming Inleidende discussie Begin een groepsdiscussie en vraag de cursisten of ze een auto meer vinden dan: • Een functioneel object om van A naar B te gaan? • Een statussymbool van rijkdom en succes?
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 10 min Niveau: alle Vaardigheden: H, Z
11
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 5 Inhoud
Auto’s en hun impact I – Korte geschiedenis van de auto De bedoeling van deze oefening is om aan te tonen dat auto’s een vrij jong fenomeen zijn. 100 jaar is niet veel als je het op een grote schaal bekijkt.
Didactische tips
Oefening en presentatie Start met een korte quiz over de geschiedenis van de auto. Gebruik werkblad 3 om vragen te stellen aan de cursisten en de vragen te illustreren met foto’s en figuren. Geef een korte presentatie over de geschiedenis van de auto a.d.h.v. hand-out 4. Sluit de presentatie af met een korte groepsdiscussie.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Korte geschiedenis van de auto, p. 15 ev. Werkblad 3 Autogeschiedenis quiz Hand-out 4 Korte geschiedenis van de auto
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 30 min Niveau: B1–B2 Vaardigheden: H, L, Z
12
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 6 Inhoud
Auto’s en hun impact II – Maken auto’s ons mobieler? In deze oefening onderzoekt je of de auto ons mobieler heeft gemaakt. Het is belangrijk dat je hierbij aanhaalt dat de auto geen invloed heeft op het aantal uren dat we per dag onderweg zijn of het aantal ritten dat we kunnen maken.
Didactische tips
Inleidende oefening Begin met een korte oefening op werkblad 4, waarbij de cursisten de verkeerssituatie op een autoadvertentie moeten vergelijken met het echte verkeer. Presentatie en groepsoefening Geef een korte presentatie a.d.h.v. hand-out 5. Daarna kan je werkblad 5 afwerken om te controleren of iedereen de presentatie begrepen heeft. Sluit de presentatie af met een korte groepsdiscussie waarin je de ervaringen van de deelnemers aanhaalt.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Zijn we mobieler met de auto?, p. 19 ev. Werkblad 4 Autorijden toetsen aan de werkelijkheid Werkblad 5 Maken auto’s ons mobieler? Hand-out 5 Zijn we mobieler met de auto?
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 45 min Niveau: A2–B2 Vaardigheden: H, L, Z, S
13
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 7 Inhoud
Brandstofverbruik vergelijken bij verschillende auto’s De cursisten leren de termen standaard en gemiddeld brandstofverbruik kennen. Ze leren ook inschatten hoeveel verschillende auto’s verbruiken. Ze leren dat het werkelijke verbruik van een auto veel hoger ligt dan de standaardwaardes doen vermoeden. Verder leren ze dat de standaardwaarde wel haalbaar is als je slechte rijgewoontes vermijdt.
Didactische tips
Presentatie Geef een korte presentie over de verschillende consumptietermen en leg het verschil uit tussen de standaard- en de werkelijke verbruikswaarden van auto’s. Gebruik de standaard consumptiewaarden voor auto’s die op hand-out 6 staan afgebeeld. Groepsdiscussie Vraag aan de automobilisten in de groep of ze de standaard consumptiewaarde van hun auto kennen. Vraag vervolgens of ze denken dat deze waarde de werkelijkheid benadert of dat ze de werkelijke waarde kunnen inschatten. Indien ze aangeven dat de werkelijke waarde hoger is (wat heel waarschijnlijk is), vraag hen dan of ze denken dat de standaardwaarde haalbaar is in het echte verkeer. Sluit de oefening af met de boodschap dat uit ervaring blijkt dat de standaard consumptiewaarde ook in het echte verkeer haalbaar is, als men de slechte rijgewoontes achterwege laat.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Brandstofverbruik van auto’s, p. 21 Hand-out 6 Brandstofverbruik van auto’s Flap-over/whiteboard, fluostiften
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 30 min Niveau: B2 Vaardigheden: H, L, Z
14
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 8 Inhoud
Didactische tips
Wat kost autorijden? De cursisten leren de verschillende kosten van een auto kennen. In deze oefening wordt duidelijk dat de brandstofkosten niet de grootste hap uit het budget zijn. Inleidende discussie Vraag aan de cursisten: • Welke verschillende kosten er bij een auto komen kijken. • Of ze de gemiddelde prijs van benzine/diesel kennen. • Of ze de totale kost van een auto kennen of kunnen inschatten. Schrijf de antwoorden op de flap-over en verdeel ze onder in verschillende kostentypes. Geef na de feedback de correcte cijfers weer die op hand-out 7 staan. Bespreek de verborgen kosten van auto’s. Toon aan dat brandstofkosten maar een klein deel van het totaalplaatje uitmaken. Overloop alle kosten. Individuele oefening en feedback Gebruik werkblad 6 om na te gaan of de cursisten alle informatie goed verwerkt hebben.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Autorijden kost wat, p. 22 ev. Werkblad 6 Wat kost een auto? Hand-out 7 Autorijden kost wat Flap-over/whiteboard, fluostiften
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 40 min Niveau: B1 Vaardigheden: H, Z, L, S
15
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 9 Inhoud
Vergelijking autokosten vs. andere kosten Huishoudens geven gemiddeld meer geld uit aan auto’s dan aan hobby’s of vakanties, zelfs inclusief technologische snufjes en sporten. Het budget voor de auto is bijna half zo groot als het volledige woonbudget dat verwarmingskosten, belastingen, huur, meubels, enzovoort bevat. De cursisten leren de kosten in verhouding te zien tot andere uitgaven.
Didactische tips
Groepsoefening en presentatie Vraag aan de cursisten om te schatten hoeveel kosten het bezitten van een auto met zich meebrengt in vergelijking met andere kosten zoals onderdak, voedsel, gezondheidszorg, ontspanning, kledij, enz. Je kunt naar een rangschikking of verhouding vragen. Nadat je de schattingen van de cursisten hebt verzameld, kunt je feedback geven a.d.h.v. hand-out 8. Sluit de presentatie af met een korte groepsdiscussie en betrek daarbij de ervaringen van de cursisten.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving De verschillende kosten van autorijden, p. 22 ev. Hand-out 8 Autokosten vs. andere kosten in het levensonderhoud
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 20 min Niveau: A2–B1 Vaardigheden: H, Z, L
16
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 10 Inhoud
Waar kan je informatie vinden over auto’s? De cursisten leren waar ze informatie kunnen terugvinden over de verschillende autokosten (brandstof, onderhoudskosten, invloed op milieu, ...).
Didactische tips
Presentatie Stel het brandstofverbruik-label voor en leg uit hoe het systeem in je land werkt. Leg uit wat de bedoeling ervan is en hoe je het kan gebruiken, bijvoorbeeld om auto’s met elkaar te vergelijken. Gebruik hand-out 9 en Handige links voor enkele relevante tools. Als je internettoegang hebt, kan de deelnemers de tools laten uittesten.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Overzicht van informatietools, p. 28 ev. Hand-out 9 Informatietools over auto’s Handige links
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 20 min Niveau: B1 Vaardigheden: H, L
17
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 11 Inhoud
Praktische tips bij het kopen van een auto en energiezuinig rijden De keuze om duurzaam met je auto om te gaan, begint bij de juiste auto kiezen, zowel voor nieuwe als voor tweedehands auto’s. In deze oefening krijgen de deelnemers praktische tips om een goed doordachte autokeuze te maken. Ze moeten op de hoogte zijn van auto-uitrustingen die het brandstofverbruik helpen te beperken. Verder begrijpen ze hoe het gewicht van een auto en de pk-waardes het brandstofverbruik mee bepalen.
Didactische tips
Presentatie Stel a.d.h.v. hand-out 10 de belangrijkste uitrustingen voor die de negatieve impact van auto’s op het milieu helpen beperken (onder meer door het brandstofverbruik te verminderen): • Econometer • Cruise control • Automatische versnellingsbak • Deeltjesfilters voor dieselwagens
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Energiezuinige auto kopen, p. 25 ev. Hand-out 10 Auto’s kopen en energiezuinig rijden
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 20 min Niveau: B2 Vaardigheden: H, L
18
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2a: Theorie 1 OEFENING 12 Inhoud
Alternatieven voor het automobielvervoer De cursisten bespreken de gemiddelde afstand die auto’s afleggen, de gemiddelde reistijd, de modal split van hun (nieuwe) land en alternatieven voor de auto.
Didactische tips
Groepsdiscussie Maak groepjes van 3-4 personen en laat de deelnemers onderling overleggen over hoe ver en hoe lang een gemiddelde autorit is (bijvoorbeeld van het werk naar huis, van thuis naar de winkel, ...). Gebruiken ze vaak de auto, dan kunnen ze nagaan welke andere transportmiddelen ze zouden kunnen gebruiken. Presentatie Leg de term modal split uit a.d.h.v. hand-out 11 en toon aan dat de auto in de meeste gevallen gemakkelijk door een ander transportmiddel kan vervangen worden. Indien mogelijk, kunnen de deelnemers de modal split van hun gastland en hun thuisland proberen in te schatten en te vergelijken. Vat de presentatie samen met een kort overzicht van duurzame transportmiddelen (wandelen, fietsen, openbaar vervoer, autodelen, carpooling). Je kan ook verwijzen naar andere modules van TOGETHER on the move (vooral Module 1 Energie besparen en duurzame mobiliteit).
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Alternatieven voor autorijden, p. 29 ev. Hand-out 11 Alternatieven voor autorijden Materiaal van module 1–4 van TOGETHER on the move
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
Totale duur Deel 2a
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 30 min Niveau: B1 Vaardigheden: H, Z, L
~ 4 u 5 min
19
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2b: Theorie 2
Deel 2b: Theorie 2 – Kennis over Eco-driving In dit deel leren de cursisten bij over energiezuinig rijden (Eco-driving). OEFENING 13 Inhoud
Word vertrouwd met Eco-driving Eco-driving of Modern Driving is een term die gebruikt wordt om te wijzen op een energiezuinige rijstijl. De cursisten leren deze rijstijl beter kennen en ontdekken de gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen.
Didactische tips
Inleidende discussie Vraag aan de cursisten, wat zij onder de term Eco-driving verstaan. Toon aan dat energiezuinig rijden makkelijk is om aan te leren (gebruik hand-out 12). Groepsoefening en presentatie Gebruik werkblad 7 om te bespreken hoe een fietser en een auto een verkeerslicht naderen. Bespreek met de groep wat de verschillen zijn a.d.h.v. volgende vragen: 1. Denkt je dat de fietser versnelt als hij een rood licht nadert? 2. Denkt je dat de automobilist gas geeft (versnelt) als hij het rood licht nadert? Laat hen daarna raden welke gelijkenissen er allemaal zijn tussen fietsen en autorijden. Gebruik daarbij hand-out 13 over de gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Wat is Eco-driving?, p. 2 Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen, p. 7 ev. Werkblad 7 Fietsers en auto’s vergeleken Hand-out 12 Wat is Eco-driving?
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
20
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2b: Theorie 2 Materiaal
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
Hand-out 13 Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen ~ 40 min Niveau: A2–B2 Vaardigheden: H, Z, L
OEFENING 14 Inhoud
Eco-driving tips – Hoe energiezuinig rijden? Er zijn veel slimme en veilige rijtechnieken die kunnen leiden tot minder brandstofverbruik. In deze oefening krijgen de cursisten informatie en tips over energiezuinig rijden.
Didactische tips
Presentatie Eco-driving is gemakkelijk! Geef tips om efficiënt te rijden en voorzie informatie over de effecten van Eco-driving technieken (hand-out 14). Als je niet vertrouwd bent met Eco-driving, kan het moeilijk zijn om meteen alle tips toe te passen in het dagelijks verkeer. Bovendien kunt je Eco-driving beter inoefenen door met een gediplomeerde rijinstructeur de baan op te gaan. Kort samengevat, je probeert de rijtips beter zelf eens uit zodat je ze goed kan aanleren.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Tips om energiezuinig te rijden, p. 3 ev. Hand-out 14 Eco-driving tips – Hoe energiezuinig rijden?
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 30 min Niveau: B2 Vaardigheden: H, Z, L
21
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2b: Theorie 2 OEFENING 15 Inhoud
Voordelen van Eco-driving Eco-driving biedt meerdere voordelen. Je spaart er niet alleen brandstof mee uit, je hebt ook minder onderhoudskosten en het is veiliger. Door het verminderde brandstofverbruik, zorgt Eco-driving voor minder broeikasgassen en luchtvervuiling. Hiermee worden negatieve milieueffecten zowel lokaal als internationaal aangepakt. Bovendien zijn de voordelen van Eco-driving direct voelbaar bij de chauffeur en inzittenden: meer comfort en een ontspannen sfeer. Al deze voordelen krijgt je bovendien in een kortere reistijd.
Didactische tips
Materiaal
Presentatie Illustreer de voordelen van Eco-driving a.d.h.v. hand-out 15 en vat de presentatie samen door een korte groepsdiscussie over de ervaringen van de deelnemers. Handleiding Alles over Eco-driving De voordelen van Eco-driving, p. 10 ev. Hand-out 15 Voordelen van Eco-driving
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 30 min Niveau: B2 Vaardigheden: H, Z, L
22
Eco-driving
Trainingssessie Deel 2b: Theorie 2 OEFENING 16 Inhoud
Didactische tips
Oude rijstijl vs. Eco-driving Omdat de meeste chauffeurs hun rijstijl nog niet aangepast hebben aan de moderne auto’s, worden de verschillen tussen de oude en nieuwe rijstijl aangehaald. Groepsdiscussie Voer een discussie met je groep a.d.h.v. volgende vragen: • Wat is je rijstijl? • Wat zou het verschil kunnen zijn tussen de oude en nieuwe rijstijl? Presentatie Geef voorbeelden van oude rijtechnieken en vergelijk ze met Eco-driving. Vraag aan de cursisten welke rijstijl ze verkiezen en welke ze slimmer vinden. Individuele oefening Gebruik werkblad 8 om te toetsen of iedereen de presentatie begrepen heeft.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Tips om energiezuinig te rijden, p. 3 ev. Werkblad 8 Wat is Eco-driving? Hand-out 16 Oude rijstijl vs. Eco-driving
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
Totale duur Deel 2b
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 30 min Niveau: B2 Vaardigheden: H, Z, L
~ 2 u 10 min
23
Eco-driving
Trainingssessie Deel 3: Praktijk
Deel 3: Praktijk Het praktische luik van de module gaat over hoe de cursisten hun vaardigheden en theoretische kennis kunnen toepassen op de weg. OEFENING 17 Inhoud
Wegverkeer observeren – Bewust worden van verschillende rijstijlen
Didactische tips
De docent kiest een observatiepunt waar er voldoende verkeer is (bijvoorbeeld bij een kruispunt of rotonde). Wandel samen met de cursisten naar het observatiepunt. Je kan de opdrachten samen of in groepjes van 4 à 5 personen doen. Ze zouden om de 10 à 20 minuten een auto moeten evalueren terwijl ze de andere opdrachten uitvoeren A–E. Je kan de taak maken in één grote groep of in kleine groepjes van 4 à 5 personen. Taak A – Afstand observeren: • Observeer de afstand tussen de voertuigen. • Let op gevaarlijke situaties die het gevolg zijn van auto’s die te dicht tegen elkaar rijden. • Vergelijk hoe vaak auto’s remmen als ze te dicht of te ver rijden van hun voorganger. • Gok hoeveel chauffeurs te weinig afstand bewaren. Taak B – Observeer snelheid: • Observeer verschillende manieren om te versnellen. • Probeer na te gaan of chauffeurs die snel optrekken, effectief sneller zijn dan de auto’s die vlot rijden. • Let op gevaarlijke situaties die het gevolg zijn van onnodige versnellingen.
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
24
Eco-driving
Trainingssessie Deel 3: Praktijk Didactische tips
Taak C – Observeer slechte rijgewoontes: • Probeer slechte chauffeurs te spotten. Bijvoorbeeld, auto’s die onnodig versnellen. • Gok hoeveel slechte chauffeurs en eco-chauffeurs er zijn. • Je kan ook de slechtste chauffeur van de dag verkiezen. Taak D – Observeer de bezettingsgraad (aantal inzittenden): • Observeer het aantal automobilisten. • Tel of gok het percentage auto’s dat enkel een chauffeur heeft en hoeveel er één, twee of meer passagiers heeft. • Hoe lang moet je wachten eer er een auto langskomt met vier of meer inzittenden? Taak E – Observeer de stemming van de chauffeurs: • Observeer de emoties en stemming van de chauffeurs. • Hoeveel chauffeurs kijken er boos, geïrriteerd of zelfs agressief? • Ziet je agressieve acties zoals scheldpartijen of onbeleefde gebaren tegenover andere bestuurders? • Ziet je chauffeurs die competitief zijn tegenover andere automobilisten? • Wees aandachtig voor chauffeurs die hoffelijk zijn voor andere weggebruikers. De cursisten kunnen hun observaties invullen op werkbladen 9–13.
Materiaal
Handleiding Alles over Eco-driving Het wegverkeer observeren, p. 30 ev. Werkblad 9 Afstand observeren (Taak A) Werkblad 10 Observeer snelheid (Taak B) Werkblad 11 Observeer slechte rijgewoontes (Taak C)
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
25
Eco-driving
Trainingssessie Deel 3: Praktijk Materiaal
Werkblad 12 Observeer de bezettingsgraad (aantal inzittenden) (Taak D) Werkblad 13 Observeer de stemming van de chauffeurs (Taak E) Klemborden, papier/balpennen, kaarten (van de lokale omgeving)
Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
Totale duur Deel 3
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
~ 1 u – 2 u Niveau: alle Vaardigheden: H, Z, L, S
~ 1 u – 2 u
26
Eco-driving
Trainingssessie Deel 4: Afronding
Deel 4: Afronding Dit laatste deel is bedoeld om de oefenreeks af te sluiten. De groep wordt uitgenodigd om hun ervaringen te delen. OEFENING 18 Inhoud
Didactische tips
Ervaringen delen I De groep evalueert de theoretische lessen. Groepsdiscussie In groepjes van 4–5 mensen, bespreken de deelnemers hun ervaringen a.d.h.v. volgende vragen: • Vind je Eco-driving een goede evolutie of vind je het zinloos? • Wat zijn de voor- en nadelen aan autorijden? Zowel voor jou persoonlijk als voor de maatschappij. • Denkt je dat veel chauffeurs een onnodig vervuilende rijstijl hebben? • Waarom denkt je dat mensen toch zo rijden? • Wat zijn volgens je de belangrijkste voordelen van Ecodriving? Open groepsdiscussie Sommige groepjes stellen hun bevindingen voor aan de klas. Zo wordt de discussie op gang gebracht.
Materiaal Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
Flap-over/whiteboard, fluostiften, papier/balpennen ~ 30 min Niveau: alle Vaardigheden: H, Z (L, S)
27
Eco-driving
Trainingssessie Deel 4: Afronding OEFENING 19 Inhoud
Didactische tips
Ervaringen delen II De groep evalueert de praktische oefeningen. Groepsdiscussie Vorm groepjes van 3–4 personen. Ze bespreken samen de antwoorden op volgende vragen: • Beantwoordde de oefening aan hun verwachtingen? • Zijn ze geschrokken van sommige observaties? • Herkenden ze hun eigen rijgedrag bij andere chauffeurs? • Waarom rijden zoveel mensen op een vervuilende manier, ook al levert het hen geen voordeel op? • Zullen de observaties hun eigen rijgedrag veranderen? Open groepsdiscussie Sommige groepjes stellen hun bevindingen voor aan de klas. Zo wordt de discussie op gang gebracht.
Materiaal Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
Flap-over/whiteboard, fluostiften, papier/balpennen ~ 30 min Niveau: alle Vaardigheden: H, Z (L, S)
28
Eco-driving
Trainingssessie Deel 4: Afronding OEFENING 20 Inhoud Didactische tips
Materiaal Duur Taal/CEFR-niveau en vaardigheden
Samenvatten en afsluiten De docent vat de trainingssessie samen en beantwoordt vragen van de groep. — ~ 10 min Niveau: alle Vaardigheden: H (Z)
Totale duur Deel 4
~ 1 u 10 min
Totale duur van de Trainingssessie
~ 10 u 15 min – 11 u 15 min
TOGETHER_Eco-driving_3_Trainingssessie.pdf
29
Eco-driving
Werkbladen 1
Overzicht »» Werkblad 1: Feiten en cijfers over auto’s en autorijden »» Werkblad 1: Feiten en cijfers over auto’s en autorijden (Antwoordsleutel) »» Werkblad 2: Afkortingen meeteenheden »» Werkblad 2: Afkortingen meeteenheden (Antwoordsleutel) »» Werkblad 3: Autogeschiedenis quiz »» Werkblad 3: Autogeschiedenis quiz (Antwoordsleutel) »» Werkblad 4: Autorijden toetsen aan de werkelijkheid »» Werkblad 4: Autorijden toetsen aan de werkelijkheid (Antwoordsleutel) »» Werkblad 5: Maken auto’s ons mobieler? »» Werkblad 5: Maken auto’s ons mobieler? (Antwoordsleutel) »» Werkblad 6: Wat kost een auto? »» Werkblad 6: Wat kost een auto? (Antwoordsleutel) »» Werkblad 7: Fietsers en auto’s vergeleken »» Werkblad 7: Fietsers en auto’s vergeleken (Antwoordsleutel) »» Werkblad 8: Wat is Eco-driving? »» Werkblad 8: Wat is Eco-driving? (Antwoordsleutel) »» Werkblad 9: Het wegverkeer observeren – Taak A: Afstand observeren »» Werkblad 10: Het wegverkeer observeren – Taak B: Observeer snelheid »» Werkblad 11: Het wegverkeer observeren – Taak C: Observeer slechte rijgewoontes »» Werkblad 12: Het wegverkeer observeren Taak D: Observeer de bezettingsgraad (aantal inzittenden) »» Werkblad 13: Het wegverkeer observeren Taak E: Observeer de stemming van de chauffeurs
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad_.pdf
Eco-driving
Werkblad 1
Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Deel 1 / Oefening 3 →→ Verschillende wegtypes Geef de maximumsnelheid aan voor volgende drie wegtypes in Vlaanderen (vink het juiste vakje aan): Wegtype
Maximumsnelheid
Stadsweg 30 km/u 40 km/u 50 km/u 60 km/u
Bron: Dl.mooz (2007)
Landelijke weg 70 km/u 80 km/u 100 km/u 120 km/u
Bron: Stefan-Xp (2007)
Autosnelweg 100 km/u 120 km/u 130 km/u geen snelheidsbeperking
Bron: Kira Nerys (2006) TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 01.pdf
N iveau
B1
Eco-driving
Werkblad 1 →→ Gemiddeld aantal kilometers per auto Hoeveel kilometer legt een Vlaamse auto gemiddeld af? ongeveer 5.500 km/jaar ongeveer 9.000 km/jaar ongeveer 12.000 km/jaar ongeveer 16.000 km/jaar
→→ Gemiddelde bezetting per auto Doorgaans kunnen er vijf passagiers in een auto (inclusief de chauffeur).
Wat is het gemiddelde aantal inzittenden per auto in Vlaanderen?
Ongeveer 1,2 passagiers per voertuig
Ongeveer 1,5 passagiers per voertuig
Ongeveer 2 passagiers per voertuig
Ongeveer 2,5 passagiers per voertuig N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 01.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 1
Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Deel 1 / Oefening 3 →→ Verschillende wegtypes Geef de maximumsnelheid aan voor volgende drie wegtypes in Vlaanderen (vink het juiste vakje aan): Wegtype
Maximumsnelheid
Stadsweg 30 km/h 40 km/h 50 km/h 60 km/h
Bron: Dl.mooz (2007)
Landelijke weg 70 km/h 80 km/h 100 km/h 120 km/h
Bron: Stefan-Xp (2007)
Autosnelweg 100 km/h 120 km/h 130 km/h no speed limit
Bron: Kira Nerys (2006) TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 01_Antwoord.pdf
N iveau
B1
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 1
→→ Gemiddeld aantal kilometers per auto Hoeveel kilometer legt een Vlaamse auto gemiddeld af? ongeveer 5.500 km/jaar ongeveer 9.000 km/jaar ongeveer 12.000 km/jaar ongeveer 16.000 km/jaar
→→ Gemiddelde bezetting per auto Doorgaans kunnen er vijf passagiers in een auto (inclusief de chauffeur).
Wat is het gemiddelde aantal inzittenden per auto in Vlaanderen?
Ongeveer 1,2 passagiers per voertuig
Ongeveer 1,5 passagiers per voertuig
Ongeveer 2 passagiers per voertuig
Ongeveer 2,5 passagiers per voertuig N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 01_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 2
Afkortingen meeteenheden Deel 1 / Oefening 3 →→ Vul de zinnen aan Vul de tekst hieronder aan met de juiste afkortingen van meeteenheden: km m km/u l l/100 km
kilometer meter kilometer per uur liter liter per 100 km
1. Eén
komt overeen met 1.000 .
2. Kaapstand ligt op 14.000
van Brussel.
3. Vlaamse auto’s liggen gemiddeld 16.315
per jaar af.
4. De maximumsnelheid op stadswegen in Vlaanderen is 50 . 5. De gemiddelde benzineprijs in België is 1,70 euro per
.
6. Rekening houdend met het gemiddeld brandstofverbruik van passagiersvoertuigen in België, kost brandstof ongeveer 12 euro per 100 . 7. Aan 130 rijden, kost ongeveer twee dan aan 100 rijden.
brandstof per 100 meer
8. Een kleine auto verbruikt gemiddeld 5 brandstof per 100 . Het gemiddelde brandstofverbruik van een SUV is ongeveer 5 per 100 . 9. Wandelen en fietsen vraagt minder energie per
dan autorijden.
10. Bijna de helft van alle autoritten in Europa is korter dan vijf
.
11. De maximumsnelheid op veel (kleine) stadswegen in België is 30
. N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 02.pdf
Eco-driving
Werkblad 2 12. 50 jaar geleden was een gemiddelde autorit twee , lang, nu is dat ongeveer 15 . 13. Brandstofverbruik wordt meestal uitgedrukt in
brandstof per 100 .
14. Aan een snelheid van 40–50 , is het geluid van de autobanden op de weg luider dan het lawaai van de motor. 15. Een kleine auto heeft maar 10–15 pk nodig om aan 100
te rijden.
16. Meer dan 30 procent van de autoritten in Europa legt minder dan drie
af.
17. Aan een snelheid van 40 , schakelt u best naar de vierde versnelling.
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 02.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 2
Afkortingen meeteenheden Deel 1 / Oefening 3 →→ Vul de zinnen aan Vul de tekst hieronder aan met de juiste afkortingen van meeteenheden: km m km/u l l/100 km
kilometer meter kilometer per uur liter liter per 100 km
km 1. Eén
m komt overeen met 1.000 .
km 2. Kaapstand ligt op 14.000
van Brussel.
km 3. Vlaamse auto’s liggen gemiddeld 16.315
per jaar af.
km/u . 4. De maximumsnelheid op stadswegen in Vlaanderen is 50 5. De gemiddelde benzineprijs in België is 1,70 euro per l
.
6. Rekening houdend met het gemiddeld brandstofverbruik van passagiersvoertuigen in België, kost brandstof ongeveer 12 euro per 100 km . 7. Aan 130 km/u rijden, kost ongeveer twee l dan aan 100 km/u rijden.
brandstof per 100 km meer
8. Een kleine auto verbruikt gemiddeld 5 l brandstof per 100 km . Het gemiddelde brandstofverbruik van een SUV is ongeveer 5 l per 100 km . 9. Wandelen en fietsen vraagt minder energie per m / km dan autorijden. 10. Bijna de helft van alle autoritten in Europa is korter dan vijf km
.
km/u 11. De maximumsnelheid op veel (kleine) stadswegen in België is 30
. N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 02_Antwoord.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 2
12. 50 jaar geleden was een gemiddelde autorit twee km , lang, nu is dat ongeveer 15 km . 13. Brandstofverbruik wordt meestal uitgedrukt in l
brandstof per 100 km .
14. Aan een snelheid van 40–50 km/u , is het geluid van de autobanden op de weg luider dan het lawaai van de motor. 15. Een kleine auto heeft maar 10–15 pk nodig om aan 100 km/u
te rijden.
16. Meer dan 30 procent van de autoritten in Europa legt minder dan drie km
af.
17. Aan een snelheid van 40 km/u , schakelt u best naar de vierde versnelling.
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 02_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 3
Autogeschiedenis quiz Deel 2a / Oefening 5 →→ De eerste auto’s Op de foto hieronder zie je het eerste voertuig dat zichzelf aandreef (en niet getrokken werd door de mens, paarden of andere dieren), dat op de weg reed (en niet op rails) en in staat was om mensen te vervoeren. Stoomvoertuig van Nicolas-Joseph Cugnot, tweede versie, 1771.
Bron: Roby
1. Wanneer werd deze eerste ‘auto’ gemaakt? Vink het juiste vakje aan: 1650 1770 1830 1900 2. De brandstoftank bevond zich vooraan in het voertuig. Welke brandstof werd er gebruikt? Hout Water Benzine Diesel 3. Hoe snel kon dit voertuig rijden? 4 km/u 10 km/u 25 km/u 44 km/u TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 03.pdf
N iveau
B1
Eco-driving
Werkblad 3 Op de foto hieronder ziet u de Lohner Porsche, een typisch voorbeeld van een Europese auto die rond 1900 op Noord-Amerikaanse wegen rondreed. In die tijd waren auto’s heel duur en enkel de hogere klasse kon zich een auto veroorloven. Lohner Porsche, 1899
Bron: Austrian Energy Agency
4. Wat was in die tijd (1900) de meest gebruikte energiebron om auto’s aan te drijven? Water Elektriciteit Benzine Diesel
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 03.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 3
Autogeschiedenis quiz Deel 2a / Oefening 5 →→ De eerste auto’s Op de foto hieronder zie je het eerste voertuig dat zichzelf aandreef (en niet getrokken werd door de mens, paarden of andere dieren), dat op de weg reed (en niet op rails) en in staat was om mensen te vervoeren. Stoomvoertuig van Nicolas-Joseph Cugnot, tweede versie, 1771.
Bron: Roby
1. Wanneer werd deze eerste ‘auto’ gemaakt? Vink het juiste vakje aan: 1650 1770 1830 1900 2. De brandstoftank bevond zich vooraan in het voertuig. Welke brandstof werd er gebruikt? Hout Water Benzine Diesel 3. Hoe snel kon dit voertuig rijden? 4 km/u 10 km/u 25 km/u 44 km/u TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 03_Antwoord.pdf
N iveau
B1
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 3
Op de foto hieronder ziet u de Lohner Porsche, een typisch voorbeeld van een Europese auto die rond 1900 op Noord-Amerikaanse wegen rondreed. In die tijd waren auto’s heel duur en enkel de hogere klasse kon zich een auto veroorloven. Lohner Porsche, 1899
Bron: Austrian Energy Agency
4. Wat was in die tijd (1900) de meest gebruikte energiebron om auto’s aan te drijven? Water Elektriciteit Benzine Diesel
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 03_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 4
Autorijden toetsen aan de werkelijkheid Deel 2a / Oefening 6 →→ Autorijden – advertenties en de realiteit Op de foto hieronder zie je een verkeerssituatie die vaak afgebeeld wordt in autoreclames op TV of in tijdschriften.
Bron: danymages
Vergelijk deze verkeerssituaties met het werkelijke verkeer. Hoe realistisch is deze foto, wat ontbreekt er volgens er? Verkeerssituatie op de foto
Echte verkeerssituatie
N iveau
A2
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 04.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 4
Autorijden toetsen aan de werkelijkheid Deel 2a / Oefening 6 →→ Autorijden – advertenties en de realiteit Op de foto hieronder zie je een verkeerssituatie die vaak afgebeeld wordt in autoreclames op TV of in tijdschriften.
Bron: danymages
Voorbeeldantwoorden
Vergelijk deze verkeerssituaties met het werkelijke verkeer. Hoe realistisch is deze foto, wat ontbreekt er volgens er? Verkeerssituatie op de foto Geen andere auto’s Geen file De weg is in perfecte staat Gevoel van vrijheid Autorijden lijkt leuk Geen (zichtbare) verkeersregels Chauffeur is niet afgeleid door het verkeer Mooie omgeving Geen lawaai
Echte verkeerssituatie Veel andere auto’s Vaak file Slechte wegen Andere auto’s beperken uw bewegingsvrijheid Stresserende verkeersomstandigheden Veel en moeilijke verkeersborden Chauffeur moet op het verkeer letten Meestal niet op het platteland (bv. grijze stad) Verkeerslawaai
N iveau
A2
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 04_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 5
Maken auto’s ons mobieler? Deel 2a / Oefening 6 →→ Uitspraken over autorijden en mobiliteit Duid aan of volgende uitspraken juist of fout zijn door een kruisje te zetten in het juiste vakje. Uitspraak
Juist
Fout
1. Mobieler zijn, betekent: sneller kunnen rijden. 2. Mobieler zijn, betekent: meer verplaatsingen doen (naar het werk gaan, gaan winkelen, vrijetijdsactiviteiten) in minder tijd. 3. Men verplaatst zich tegenwoordig vaker (naar het werk gaan, gaan winkelen, vrijetijdsactiviteiten) dan iemand die 2.000 jaar geleden leefde. 4. Door de auto vermindert onze dagelijkse reistijd. 5. Mensen die met de auto naar hun werk gaan, verliezen minder tijd dan mensen die het openbaar vervoer nemen. 6. Met de auto kunnen we langere afstanden afleggen in dezelfde tijd. 7. De gemiddelde afstand per rit is de voorbije eeuwen niet veranderd. 8. Mensen in China hebben meer tijd nodig om op hun werk te geraken dan Europeanen. 9. In het antieke Rome (ong. 2.000 jaar geleden) was men gemiddeld één uur per dag onderweg. 10. In de middeleeuwen (ong. 800 jaar geleden) was men gemiddeld één uur per dag onderweg. 11. Tegenwoordig zijn mensen met een auto gemiddeld één uur per dag onderweg.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 05.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 5
Maken auto’s ons mobieler? Deel 2a / Oefening 6 →→ Uitspraken over autorijden en mobiliteit Duid aan of volgende uitspraken juist of fout zijn door een kruisje te zetten in het juiste vakje. Uitspraak
Juist
Fout
1. Mobieler zijn, betekent: sneller kunnen rijden. 2. Mobieler zijn, betekent: meer verplaatsingen doen (naar het werk gaan, gaan winkelen, vrijetijdsactiviteiten) in minder tijd. 3. Men verplaatst zich tegenwoordig vaker (naar het werk gaan, gaan winkelen, vrijetijdsactiviteiten) dan iemand die 2.000 jaar geleden leefde. 4. Door de auto vermindert onze dagelijkse reistijd. 5. Mensen die met de auto naar hun werk gaan, verliezen minder tijd dan mensen die het openbaar vervoer nemen. 6. Met de auto kunnen we langere afstanden afleggen in dezelfde tijd. 7. De gemiddelde afstand per rit is de voorbije eeuwen niet veranderd. 8. Mensen in China hebben meer tijd nodig om op hun werk te geraken dan Europeanen. 9. In het antieke Rome (ong. 2.000 jaar geleden) was men gemiddeld één uur per dag onderweg. 10. In de middeleeuwen (ong. 800 jaar geleden) was men gemiddeld één uur per dag onderweg. 11. Tegenwoordig zijn mensen met een auto gemiddeld één uur per dag onderweg.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 05_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 6
Wat kost een auto? Deel 2a / Oefening 8 →→ Verschillende kosten om een auto te bezitten en met een auto te rijden. Schrijf in de rechterkolom welke autokosten er op de foto’s worden afgebeeld: »» Aankoopkosten van een voertuig »» Brandstofkosten »» Belastingen op voertuigen »» Verzekeringskosten »» Tol op autostrades /stadscentrum »» Parkeerkosten »» Kosten om auto te herstellen/onderhouden »» Kosten bij auto-ongevallen
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Bron: Can Stock Photo Inc. gina_sanders
Bron: FreeDigitalPhotos.net
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 06.pdf
Eco-driving
Werkblad 6
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Bron: Can Stock Photo Inc. shariffc
Bron: Can Stock Photo Inc. KZPhoto
Bron: Can Stock Photo Inc. spline
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 06.pdf
Eco-driving
Werkblad 6 →→ Hoeveel kost het bezitten van een auto? Plaats de verschillende kosten bij het juiste aandeel op de grafiek hieronder: • Brandstofkosten • Belastingen en verzekeringen • Aankoop en waardevermindering • Onderhoud • Andere kosten
2% 10% 11% 50% 27%
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 06.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 6
Wat kost een auto? Deel 2a / Oefening 8 →→ Verschillende kosten om een auto te bezitten en met een auto te rijden. Schrijf in de rechterkolom welke autokosten er op de foto’s worden afgebeeld: »» Aankoopkosten van een voertuig »» Brandstofkosten »» Belastingen op voertuigen »» Verzekeringskosten »» Tol op autostrades /stadscentrum »» Parkeerkosten »» Kosten om auto te herstellen/onderhouden »» Kosten bij auto-ongevallen
Kosten bij auto-ongevallen
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Parkeerkosten
Bron: Can Stock Photo Inc. gina_sanders
Brandstofkosten
Bron: FreeDigitalPhotos.net
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 06_Antwoord.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 6
Aankoopkosten van een voertuig
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Kosten om auto te herstellen/onderhouden
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Tol op autostrades /stadscentrum
Bron: Can Stock Photo Inc. shariffc
Belastingen op voertuigen
Bron: Can Stock Photo Inc. KZPhoto
Verzekeringskosten
Bron: Can Stock Photo Inc. spline
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 06_Antwoord.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 6
→→ Hoeveel kost het bezitten van een auto? Plaats de verschillende kosten bij het juiste aandeel op de grafiek hieronder: • Brandstofkosten • Belastingen en verzekeringen • Aankoop en waardevermindering • Onderhoud • Andere kosten
Andere kosten
Onderhoud
2% Brandstofkosten
Aankoop en waardevermindering
10% 11% 50% 27%
Belastingen en verzekeringen
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 06_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 7
Fietsers en auto’s vergeleken Deel 2b / Oefening 13 Op de volgende foto naderen een fietser en een auto een verkeerslicht. Denk aan de verschillende rijstijlen (snelheid en versnelling) van de fietser en de auto.
Bron: Austrian Energy Agency (2012)
Bespreek volgende vragen: • Denk je dat de fietser trapt (versnelt) als hij/zij een rood licht nadert? • Denk je dat de autobestuurder gas geeft (versnelt) als hij/zij een rood licht nadert? Denk aan je eigen rijgedrag en ervaringen, wat zou jij doen in deze situatie?
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 07.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 7
Fietsers en auto’s vergeleken Deel 2b / Oefening 13 Op de volgende foto naderen een fietser en een auto een verkeerslicht. Denk aan de verschillende rijstijlen (snelheid en versnelling) van de fietser en de auto.
Bron: Austrian Energy Agency (2012)
Bespreek volgende vragen: • Denk je dat de fietser trapt (versnelt) als hij/zij een rood licht nadert? Antwoord: Bijna geen enkele fietser zou in deze situatie trappen, ze zouden uitbollen. Fietsers beginnen niet hard te trappen als ze en rood licht of een ander stopsignaal zien. Ze gaan afstand houden en uitbollen zodat ze geen onnodige energie verspillen. • Denk je dat de autobestuurder gas geeft (versnelt) als hij/zij een rood licht nadert? Antwoord: Er zijn nog steeds veel chauffeurs die gas geven ook al naderen ze een rood licht. Hierdoor moeten ze enkele meters voor het verkeerslicht nog hard remmen. Veel automobilisten rijden dus op een manier die fietsers liever vermijden. Als ze een rood licht, een stopsignaal of obstakel naderen waarvoor ze moeten vertragen, kiezen ze er toch voor om gas te geven. Hierdoor moeten ze bruusk remmen in plaats van zich te laten uitbollen. In dit geval kan de chauffeur veel bijleren over het rijgedrag van de fietser. De fietser en de auto zullen toch samen aan het rood licht moeten wachten. N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 07_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 8
Wat is Eco-driving? Deel 2b / Oefening 16 →→ Eco-driving uitspraken Geef aan of de volgende uitspraken juist of fout zijn. Uitspraak
Juist
Fout
1. Eco-driving spaart makkelijk 10–15 procent brandstof uit. 2. Met de Eco-driving tips zal mijn autorit langer duren. 3. Door de Eco-driving regels te volgen rij je veiliger. 4. Aan 50 km/u mag ik naar de vijfde versnelling schakelen. 5. Met een te lage bandenspanning, verbruikt een auto meer brandstof. 6. Snel schakelen (onder de 2.000 rpm) is slecht voor de motor. 7. 20 kg extra vervoeren in je auto, verbruikt ongeveer 1 procent meer brandstof. 8. Als ik dicht bij de auto voor mij rij, zal ik vaker moeten remmen dan wanneer ik een grote afstand bewaar. 9. Aan 130 km/u rijden verbruikt ongeveer 2 liter brandstof meer dan aan 100 km/u rijden. 10. Als ik in de stad rij, zal ik vlugger op mijn bestemming raken dan wanneer ik overal waar dat mogelijk is, versnel. 11. Ver vooruit kijken en anticiperen op het verkeer is noodzakelijk als je de opgebouwde snelheid van je auto optimaal wilt benutten en remmen wil vermijden. 12. Eco-driving is onmogelijk in het dagelijkse stadsverkeer.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 08.pdf
Eco-driving
Antwoordsleutel
Werkblad 8
Wat is Eco-driving? Deel 2b / Oefening 16 →→ Eco-driving uitspraken Geef aan of de volgende uitspraken juist of fout zijn. Uitspraak
Juist
Fout
1. Eco-driving spaart makkelijk 10–15 procent brandstof uit. 2. Met de Eco-driving tips zal mijn autorit langer duren. 3. Door de Eco-driving regels te volgen rij je veiliger. 4. Aan 50 km/u mag ik naar de vijfde versnelling schakelen. 5. Met een te lage bandenspanning, verbruikt een auto meer brandstof. 6. Snel schakelen (onder de 2.000 rpm) is slecht voor de motor. 7. 20 kg extra vervoeren in je auto, verbruikt ongeveer 1 procent meer brandstof. 8. Als ik dicht bij de auto voor mij rij, zal ik vaker moeten remmen dan wanneer ik een grote afstand bewaar. 9. Aan 130 km/u rijden verbruikt ongeveer 2 liter brandstof meer dan aan 100 km/u rijden. 10. Als ik in de stad rij, zal ik vlugger op mijn bestemming raken dan wanneer ik overal waar dat mogelijk is, versnel. 11. Ver vooruit kijken en anticiperen op het verkeer is noodzakelijk als je de opgebouwde snelheid van je auto optimaal wilt benutten en remmen wil vermijden. 12. Eco-driving is onmogelijk in het dagelijkse stadsverkeer.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 08_Antwoord.pdf
Eco-driving
Werkblad 9
Het wegverkeer observeren Taak A: Afstand observeren Deel 3 / Oefening 17 • Observeer de afstand tussen de voertuigen. • Let op gevaarlijke situaties die het gevolg zijn van auto’s die te dicht tegen elkaar rijden. • Vergelijk hoe vaak auto’s remmen als ze te dicht of te ver rijden van hun voorganger. • Gok hoeveel chauffeurs te weinig afstand bewaren. Schrijf op wat je gezien hebt: N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 09.pdf
Eco-driving
Werkblad 10
Het wegverkeer observeren Taak B: Observeer snelheid Deel 3 / Oefening 17 • Observeer verschillende manieren om te versnellen. • Probeer na te gaan of chauffeurs die snel optrekken, effectief sneller zijn dan de auto’s die vlot rijden. • Let op gevaarlijke situaties die het gevolg zijn van onnodige versnellingen. Schrijf op wat je gezien hebt: N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 10.pdf
Eco-driving
Werkblad 11
Het wegverkeer observeren Taak C: Observeer slechte rijgewoontes Deel 3 / Oefening 17 • Probeer slechte chauffeurs te spotten. Bijvoorbeeld, auto’s die onnodig versnellen. • Gok hoeveel slechte chauffeurs en eco-chauffeurs er zijn. • Je kan ook de slechtste chauffeur van de dag verkiezen. Schrijf op wat je gezien hebt:
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 11.pdf
Eco-driving
Werkblad 12
Het wegverkeer observeren Taak D: Observeer de bezettingsgraad (aantal inzittenden) Deel 3 / Oefening 17 • Observeer het aantal automobilisten. • Tel of gok het percentage auto’s dat enkel een chauffeur heeft en hoeveel er één, twee of meer passagiers heeft. • Hoe lang moet je wachter eer er een auto langskomt met vier of meer inzittenden? Schrijf op wat je gezien hebt: N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 12.pdf
Eco-driving
Werkblad 13
Het wegverkeer observeren Taak E: Observeer de stemming van de chauffeurs Deel 3 / Oefening 17 • Observeer de emoties en stemming van de chauffeurs. • Hoeveel chauffeurs kijken er boos, geïrriteerd of zelfs agressief? • Zie je agressieve acties zoals scheldpartijen of onbeleefde gebaren tegenover andere bestuurders? • Zie je chauffeurs die competitief zijn tegenover andere automobilisten? • Wees aandachtig voor chauffeurs die hoffelijk zijn voor andere weggebruikers. Schrijf op wat je gezien hebt: N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_4_Werkblad 13.pdf
Eco-driving
Hand-outs
Overzicht »» Hand-out 1: Klassen en categorieën van personenwagens »» Hand-out 2: Types van brandstof en aandrijvingstechnologie »» Hand-out 3: Feiten en cijfers over auto’s en autorijden »» Hand-out 4: Korte geschiedenis van de auto »» Hand-out 5: Zijn we mobieler met de auto? »» Hand-out 6: Brandstofverbruik van auto’s »» Hand-out 7: Autorijden kost wat »» Hand-out 8: Autokosten vs. andere kosten in het levensonderhoud »» Hand-out 9: Informatietools over auto’s »» Hand-out 10: Auto’s kopen en energiezuinig rijden »» Hand-out 11: Alternatieven voor autorijden »» Hand-out 12: Wat is Eco-driving? »» Hand-out 13: Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen »» Hand-out 14: Eco-driving tips – Hoe energiezuinig rijden? »» Hand-out 15: Voordelen van Eco-driving »» Hand-out 16: Oude rijstijl vs. Eco-driving
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-outs.pdf
Eco-driving
Hand-out 1
Klassen en categorieën van personenwagens Deel 1 / Oefening 2 →→ Voorbeelden van bekende autotypes en -categorieën
Bron: Matthias93
Type auto Klasse Automerk Lengte Gewicht
Bron: Rudolf Stricker
Micro-auto A-klasse (mini-auto) Smart Fortwo 2,5 m 850 kg
Bron: OSX
Type auto Klasse Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
Subcompacte auto / Supermini B-klasse (kleine auto) Renault Twingo I 3,4 m 890 kg VW Polo, Opel Corso
Bron: S 400 HYBRID
Type auto Compacte auto / kleine familie-
Type auto Middenklasse auto / grote fami-
wagen
Klasse Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
C-klasse (kleine middenklasse) VW Golf VI 4,2 m 1.200 kg Ford Focus, Opel Astra, Toyota Corolla
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 01.pdf
liewagen
Klasse Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
D-klasse (middenklasse) Opel Insignia 4,9 m 1.600 kg Ford Mondeo, VW Passat, Mercedes C-Class, BMW 3 Series, Audi A4
N iveau
B2
Eco-driving
Hand-out 1
Bron: IFCAR
Type auto Klasse Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
Bron: Rudolf Stricker
Grote auto E-klasse (hogere middenklasse) Mercedes E-Class 4,9 m 1.800 kg BMW 5 Series
Bron: Matti Blume (MB-one)
Type auto Klasse Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
Type auto Klasse Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
Luxewagen F-klasse Audi A8 5,2 m 1.900 kg Mercedes S-Class, BMW 7 Series, VW Phaeton
Bron: Lothar Spurzem
Sportauto S-klasse (sportwagens)
Type auto SUV – Sport utility vehicle Klasse J-klasse (incl. auto’s die niet voor
Porsche 911 Carrera 4,3 m 1.600 kg Chevrolet Corvette, Ferrari, Lamborghini
de weg geschikt zijn)
Automerk Lengte Gewicht Andere voorbeelden
VW Tiguan 4,4 m 1.700 kg Mercedes M-Class, BMW X Series
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 01.pdf
Eco-driving
Hand-out 2
Types van brandstof en aandrijvingstechnologie Deel 1 / Oefening 2 →→ Verschillende soorten brandstof / aandrijvingsechnologieën bij perso-
nenwagens
De bekendste brandstoffen zijn benzine en diesel, die gebruikt worden bij verbrandingsmotoren. Ze zijn allebei conventionele, fossiele brandstoffen. Er zijn echter nog andere brandstoffen die steeds vaker gebruikt worden: »» Biogassen, vooral Ethanol en Biodiesel (vermengd met conventionele brandstoffen of puur) »» CNG (Compressed Natural Gas) »» LPG (Liquid Petroleum Gas) of Autogas »» Waterstof »» Elektriciteit (hybride, oplader of elektrische batterij).
→→ Verschillende types tankstations Tankstation in Cambodia
Bron: Afw101 (2005)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 02.pdf
Eco-driving
Hand-out 2 Tankstation in Noorwegen
Bron: Christian Lylloff (2008)
→→ Verschillende versnellingen Sommige van deze brandstoffen kunnen met dezelfde verbrandingsmotoren gebruikt worden als die die voor diesel en benzine gebruikt worden. Andere stoffen hebben een speciale hybride of elektrische motor nodig. Wat verbrandingsmotoren betreft, zijn er twee soorten versnellingen: Automatische versnelling
Manuele versnelling
Bron: FreeDigitalPhotos.net (2012)
Bron: Bobo_is_soft (2006)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 02.pdf
Eco-driving
Hand-out 2 →→ Alternatieve brandstoffen Elektrische auto’s waren tegen 1935 bijna volledig verdwenen. De voorbije jaren is de vraag naar alternatieve brandstoffen opnieuw aangewakkerd. Dat komt onder meer door de toenemende bezorgdheid over het milieu. De CO2-uitstoot van verbrandingsmotoren is erg vervuilend. Verder worden de olieprijzen steeds duurder en wil men minder afhankelijk worden van buitenlandse brandstoffen. Er zijn enkele autobouwers al begonnen met het ontwerpen van auto’s die rijden op elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen en zelfs zonne-energie. Hybride voertuigen gebruiken een gemengd aanvoersysteem, meestal is dat een combinatie van brandstof en elektriciteit. Een elektrische Nissan Leaf die aan het opladen is bij een openbaar oplaadstation in Amsterdam
Bron: Bontenbal (2011)
Waterstofpomp
Bron: EERE
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 02.pdf
Eco-driving
Hand-out 3
Feiten en cijfers over auto’s en autorijden Deel 1 / Oefening 3 →→ Verschillende wegtypes Er kunnen drie wegtypes onderscheiden worden: »» Stadswegen »» Landelijke wegen »» Autostrades De wegen hebben specifieke snelheidsregels (de maximumsnelheid wordt in de tweede kolom weergegeven). Wegtype
Maximumsnelheid (in Vlaanderen)
Stadswegen
50 km/u
Bron: Dl.mooz (2007)
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 03.pdf
Eco-driving
Hand-out 3 Wegtype
Maximumsnelheid (in Vlaanderen)
Landelijke weg
70 km/u
Bron: Stefan-Xp (2007)
Autostrade
120 km/u
Bron: Kira Nerys (2006)
Bij bepaalde lokale omstandigheden of milieuproblemen worden de maximumsnelheden vaak aangepast voor bepaalde delen van de weg of zelfs bepaalde delen van de stad. Vrachtwagens moeten ook strengere snelheidsbeperkingen respecteren.
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 03.pdf
Eco-driving
Hand-out 3 →→ Personenwagens en gemiddelde afgelegde kilometers Passagiersvoertuigen leggen in Vlaanderen gemiddeld 16.315 km af per jaar. Dat is iets meer dan de afstand tussen Kaapstad en Brussel.
Bron: http://maps.google.at
→→ Gemiddelde bezetting van auto’s De meeste passagiersvoertuigen kunnen 5 mensen vervoeren (inclusief de chauffeur).
Het gemiddelde aantal inzittenden is in Vlaanderen slechts 1,84 passagiers per voertuig. Dat wil zeggen dat 10 auto’s slechts 18 mensen vervoeren.
10 auto’s
18 personen
Het gemiddelde aantal inzittende in de EU-15 landen is 1,54.1 Het aantal passagiers per auto is de voorbije jaren sterk gedaald door kleinere gezinnen en een toenemend aantal mensen dat een auto bezitten. 1 Occupancy rate in passenger transport. Bron: European Environment Agency (2009)
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 03.pdf
Eco-driving
Hand-out 3 →→ Niet gewoon: 16 personen in een auto Bron: VW (2011)
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 03.pdf
Eco-driving
Hand-out 4
Korte geschiedenis van de auto Deel 2a / Oefening 5 Auto’s bestaan nog geen 100 jaar, ze zijn dus een relatief nieuw fenomeen.
→→ Stoomwagens Als men een auto omschrijft als een passagiersvoertuig dat zich op de weg op eigen kracht kan voortbewegen, dan is de eerste auto in Frankrijk geboren in 1769. Het voertuig had slechts drie wielen en had een stoommotor. Het werd door het Franse leger gebruikt als een militaire tractor om artillerie mee te vervoeren. De stoommotor en stoomketel bevonden zich elk afzonderlijk aan de voorkant van de auto. Het voertuig moest om de tien à vijftien minuten stoppen om stoomkracht op te bouwen. Het kon maximaal 4 km/u halen en de stoommotor was erg zwaar. Hoewel stoommotoren erg goed werkten bij locomotieven, waren ze niet echt geschikt voor het wegverkeer. Stoomwagen van Nicolas-Joseph Cugnot, tweede versie, 1771
Bron: Roby
Meer dan 200 jaar geleden, in de vroege 19de eeuw, werden de eerste auto’s met een verbrandingsmotor ontworpen. Die motoren werden niet door vloeibare brandstoffen aangedreven, maar door gas.
→→ Het vroege success van elektrische auto’s In de jaren 1830, werden er voor het eerst auto’s met elektrische motors geïntroduceerd. Het duurde nog bijna een halve eeuw, tot 1870, voor er een auto ontworpen werd met een verbrandingsmotor die op brandstof werkte. N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 04.pdf
Eco-driving
Hand-out 4 In 1900 waren elektrische auto’s veel populairder. Auto’s die reden op brandstof speelden amper een rol. De elektrische auto’s boden op dat moment veel voordelen ten opzichte van de concurrentie. Ze startten makkelijker, ze waren makkelijker om mee te rijden en ze veroorzaakten geen geur- of lawaai-overlast zoals de benzine- en dieselauto’s. De vroege elektrische voertuigen waren gigantische rijtuigen die vooral bij de hogere klasses in de smaak vielen.
→→ Bekende auto’s uit het verleden Lohner Porsche, 1899. Een vroege elektrische auto. Afstand: 50 km, maximumsnelheid: 50 km/u
Bron: Austrian Energy Agency
De Duitse weg die 106 km telt, staat bekend als de weg waarop voor het eerst een autovoertuig een echte afstand aflegde. Bertha Benz rijdt met een Benz Patent Motorwagen voertuig, 1888
Bron: ARD.de
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 04.pdf
Eco-driving
Hand-out 4 →→ De dominantie van benzene- en dieselwagens In de jaren ’20 van de vorige eeuw, werden er alsmaar minder elektrische voertuigen verkocht en veroverde de verbrandingsmotor de markt. Bovendien had men in Texas een grote oliebron ontdekt, waardoor de brandstofprijzen drastisch daalden. Verder werden de brandstofauto’s steeds gebruiksvriendelijker en goedkoper. De eerste auto met een elektrische starter werd in de jaren ’20 door Henry Ford op de markt gebracht: Het Ford Model T. Dankzij Fords uitvinding en het feit dat handwerk plaats maakte voor massaproductie, was deze auto voor het eerst ook voor de gewone middenklasse betaalbaar. Het model T staat nog steeds in de lijst van tien bestverkochte auto’s aller tijden. Ford model T, 1923
Bron: www.good-wallpapers.com
In het vooroorlogse tijdperk werden er nieuwe automodellen voorgesteld die volledig afgesloten waren en bagageruimte hadden. De auto’s die na de Tweede Wereldoorlog rondreden leken al meer op de hedendaagse modellen. Vernieuwende en glanzende auto’s zoals de Mini Cooper, de Volkswagen Beetle en de Citroën 2CV zijn ronkende namen uit de autogeschiedenis. Austin Mini Cooper, 1963
Bron: Steve Baker
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 04.pdf
Eco-driving
Hand-out 4 Volkswagen Kever, 1973
Bron: IFCAR
Citroën 2PK, 1975
Bron: Tettinger
→→ ‘s Wereld best verkochte wagens De best verkochte auto’s ooit zijn:1 »» Toyota Corolla (1966 – vandaag): 35.000.000 stuks »» Ford F-Series (1948 – vandaag): 34.000.000 stuks »» Volkswagen Golf: (1974 – vandaag): 27.000.000 stuks
1 Five top-selling cars in the world. Bron: Auto Express (2010)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 04.pdf
Eco-driving
Hand-out 5
Zijn we mobieler met de auto?? Deel 2a / Oefening 6 →→ Wat betekent mobiel zijn? →→ Beïnvloedt snelheid onze mobiliteit en maken auto’s ons mobieler? Je zou kunnen denken dat we veel mobieler zijn geworden door de komst van de auto. We kiezen zelf waar we naartoe gaan en we kunnen lange afstanden vlugger afleggen. Maar als we kijken naar historische bronnen over de gemiddelde reistijd en het gemiddelde aantal ritten per dag, zien we dat de resultaten vrijwel onveranderd gebleven zijn door de eeuwen heen:1
Tegenwoordig zijn mensen gemiddeld iets meer dan een uurtje per dag onderweg. Dat (( was in het antieke Rome niet anders (2.000 jaar geleden). Eveneens verplaatst(e) men zich gemiddeld iets meer dan drie keer per dag. (( Een verplaatsing betekent in deze context een rit van thuis naar het werk of van het werk naar huis of van het werk naar de winkel of een vrijetijdsactiviteit en terug naar huis. Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen verschillende groepen mensen (bijv. afhankelijk van de leeftijd). Vaak varieert het aantal kilometers ook van dag tot dag (bijv. weekdagen en weekends). Maar gemiddeld genomen, zijn deze resultaten vrij stabiel. Het onderscheid tussen gemeenschappen of continenten met en zonder auto’s is duidelijk afgelijnd. U kunt gemakkelijk het parcours van een automobilist in Brussel vergelijken met iemand die het Vlaams openbaar vervoer gebruikt. U kunt zelfs een fietser in China vergelijken met om het even welk voertuig in Afrika.
1 Regularities in Travel Demand: An International Perspective. Bron: Schafer, Andreas (2000)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 05.pdf
Eco-driving
Hand-out 5 In alle landen leggen mensen dagelijks dezelfde afstanden af. Iedereen reist voorname(( lijk naar school, het werk de winkel en hun hobby’s zoals sporten en vrienden ontmoeten. In de meeste gevallen is de auto sneller dan voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer.
?
Bent je met de auto echt sneller dan mensen zonder een auto?
• We zien dat iedereen gemiddeld één uur per dag reist. • Dus zijn mensen die autorijden niet vlugger
?
Verplaatsen mensen met een auto zich vaker omdat ze sneller gaan en dus meer afstand kunnen afleggen in dezelfde tijd?
• We zien dat iedereen gemiddeld drie ritten per dag maakt. • Dus maken automobilisten niet meer uitstapjes dan mensen zonder een auto. Ze zijn niet mobieler. • In maatschappijen met veel auto’s, leggen mensen evenveel afstanden af in dezelfde tijd als voor de introductie van de auto. • Kort samengevat is onze mobiliteit niet veranderd met de komst van de auto!
?
Wat is er dan wel veranderd? Door de hogere snelheid van auto’s kunnen we nu in dezelfde tijd, langere afstanden afleggen.
• Hierdoor is de afgelegde afstand per rit veranderd. • 50 jaar geleden bestond de gemiddelde rit uit twee kilometer. Nu is dat ongeveer vijftien kilometer. We leggen met andere woorden langere afstanden steeds sneller af zodat we hetzelfde aantal ritten in dezelfde reistijd kunnen afleggen als voordien. Dat stemt overeen met onze ervaring dat we, ondanks de verbeterde transportmiddelen, steeds gejaagder zijn. N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 05.pdf
Eco-driving
Hand-out 6
Brandstofverbruik van auto’s Deel 2a / Oefening 7 →→ Verschillende termen • Standaardconsumptie Het brandstofverbruik van auto’s wordt meestal uitgedrukt in gemiddeld aantal liters brandstof per 100 kilometer (l/100 km). Het standaard brandstofverbruik wordt niet op de verkeerswegen gemeten, maar op testbanen zodat alle auto’s aan dezelfde test onderworpen worden. • (Realistische) Gemiddelde consumptie De gemiddelde consumptie van auto’s wordt wel op de openbare weg getest. Het resultaat is erg afhankelijk van het verkeer en de rijstijl. • Vergelijking tussen standaard en gemiddelde consumptie Een Duits automagazine maakte voor 100 bekende automodellen een vergelijking tussen de standaardconsumptie en consumptiewaarden die op de openbare weg getest waren. Die laatste waarden liggen ongeveer 25 procent hoger dan de standaardconsumptie.1 Er zijn dan ook veel mensen die geloven dat de standaardconsumptie niet realiseerbaar is in het echte verkeer. Uit ervaring blijkt echter dat Eco-chauffeurs de standaardconsumptie wel halen en zelfs waarden haalt die tot 20 procent lager zijn.2
1 The great consumption lie. Bron: www.autobild.de 2 The Austrian Ecodriving Initiative. Bron: Austrian Energy Agency (2011)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 06.pdf
Eco-driving
Hand-out 6 →→ Standaardconsumptie bij verschillende autotypes (voorbeelden)
Bron: Matthias93
Bron: Rudolf Stricker
Type auto Microcar Klasse A-klasse (miniklasse) Automerk Smart Fortwo Standaard brand- 4,5 l/100 km (52 kW versie, stofverbruik benzine)
Bron: OSX
Type auto Subcompacte auto / Supermini Klasse B-klasse (kleine auto) Automerk Renault Twingo I Standaard brand- 5,1 l/100 km (55 kW ecoversie, stofverbruik benzine)
Bron: S 400 HYBRID
Type auto Compacte auto / kleine familiewagen Klasse C-klasse (kleine middenklasse) Automerk VW Golf VI Standaard brand- 5,3 l/100 km (77 kW versie, stofverbruik benzine)
Type auto Middenklasse auto / grote familiewagen Klasse D-klasse (middenklasse) Automerk Opel Insignia Standaard brand- 7,0 l/100 km (132 kW versie, stofverbruik benzine)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 06.pdf
Eco-driving
Hand-out 6
Bron: IFCAR
Bron: Rudolf Stricker
Type auto Grote wagen Klasse E-klasse (hogere middenklasse) Automerk Mercedes E-Class Standaard brand- 7,4 l/100 km (185 kW versie, stofverbruik benzine)
Bron: Matti Blume (MB-one)
Type auto Sportwagen Klasse S-klasse (sportwagen) Automerk Porsche 911 Carrera
Type auto Luxewagen Klasse F-klasse Automerk Audi A8 Standaard brand- 9,1 l/100 km (213 kW versie, stofverbruik benzine)
Bron: Lothar Spurzem
Type auto SUV – Sport utility vehicle Klasse J-klasse (incl. auto’s die niet voor de weg bestemd zijn) Automerk VW Tiguan
Standaard brand- 10,6 l/100 km (254 kW stofverbruik versie, Carrera 4 M6, benzine)
Standaard brand- 8,6 l/100 km (132 kW versie, stofverbruik benzine)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 06.pdf
Eco-driving
Hand-out 7
Autorijden kost wat Deel 2a / Oefening 8 →→ Brandstofprijzen voor automobilisten Gemiddelde prijzen voor een liter benzine/diesel De gemiddelde prijzen voor de bekendste brandstoffen in België zijn:1 Benzine (loodvrij, 95 RON): 1,72 Euro/l2 Diesel: 1,53 Euro/l Gemiddelde jaarlijkse brandstofprijzen voor automobilisten Op basis van het gemiddelde brandstofverbruik van passagiersvoertuigen in België, blijkt dat brandstof ongeveer 10 euro per 100 kilometer kost. De gemiddelde brandstofkosten voor auto’s in de Europese Unie zijn 1,283 euro per jaar of 107 euro per maand.3
→→ De verschillende kosten van autorijden Veel mensen denken in de eerste plaats aan brandstofkosten als ze aan autokosten denken. Naast het kopen van een wagen, zijn er echter nog veel andere kosten om in rekening te brengen. Deze verborgen kosten zijn onder meer: »» Autoregistratie, vergunningskosten en belastingen »» Belastingen op gemotoriseerde voertuigen »» Verzekeringskosten »» Tolgeld op snelwegen/in het stadscentrum »» Parkeergeld »» Gemiddelde kosten voor jaarlijkse controle en onderhoud »» Gemiddelde kosten voor ongelukken
1 Data van februari 2013 2 Fuel price monitor. Bron: http://brandstofprijzen.vroom.be/index.php/officieleprijs 3 Data van januari 2012
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 07.pdf
Eco-driving
Hand-out 7 →→ Verschillende aandelen in autokosten Als men alle kosten die bij een auto komen kijken, optelt komt men tot een gemiddelde kost van: 6.000 euro per jaar of 500 euro per maand. (( Brandstof maakt slechts 11 procent uit van de totale autokosten. 27 procent van de kosten bestaat uit belastingen en 10 procent bestaat uit verzekering- en onderhoudskosten. Het grootste deel van de kosten (50 procent) bestaat uit de aankoopprijs en de waardevermindering van de auto.1 Totale kosten van autobezit Bron: ÖAMTC (2010), Grafiek: FGM (2012)
Overige kosten 2%
Brandstofkosten 11%
Taksen en verzekeringen 27%
Aankoop en afschrijving 50%
Onderhoud 10%
1 Car costs. Revamped balance. Bron: www.konsument.at (Data van 2010)
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 07.pdf
Eco-driving
Hand-out 8
Autokosten vs. andere kosten in het levensonderhoud Deel 2a / Oefening 9 →→ Autokosten vs. andere kosten in het levensonderhoud Met 32 procent zijn de huisvestingskosten (inclusief woonkosten, meubels en energie) het grootst, gevolgd door eten en drinken (inclusief alcohol en tabbak) met 15 procent. Transport is met 13 procent de derde grootste categorie.
Uitgaven van privéhuishoudens Bron: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/budget/spreiding/
N iveau
A2–B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 08.pdf
Eco-driving
Hand-out 9
Informatietools over auto’s Deel 2a / Oefening 10 →→ Autolabels In Vlaanderen werden er in 2001 kleurencodes geïntroduceerd die aangeven hoe economisch het brandstofverbruik van een auto is. Alle handelaars voor nieuwe auto’s worden verplicht om dat label meet te delen. Het label geeft consumenten meer informatie over het standaard brandstofverbruik en de CO2uitstoot van de auto. Een schaal maakt het mogelijk om auto’s met elkaar te vergelijken. Brandstofverbruik label
Bron: www.health.belgium.be/eportal/Environment/Products/Carsandbiofuel/cars/CO2etvoitures/index.htm
→→ Internetbronnen In Vlaanderen kan je alle informatie over het brandstofverbruik, de CO2-uitstoot en luchtvervuiling van auto’s opzoeken met een gratis online tool www.ecoscore.be. N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 09.pdf
Eco-driving
Hand-out 10
Auto’s kopen en energiezuinig rijden Deel 2a / Oefening 11 →→ Brandstof besparen begint bij een milieuvriendelijke auto Als je een nieuwe of tweedehands auto koopt, onthou dan dat de aankoopprijs van de auto de grootste hap uit het budget is. De waardevermindering van de auto begint al op de dag van de aankoop. Die kosten blijven vaak onzichtbaar omdat je ze pas opmerkt als je je auto opnieuw wil verkopen. De voorbije jaren zijn er veel inspanningen geleverd om efficiënte brandstofmotoren te ontwikkelen. Die inspanningen werden echter teniet gedaan door de opkomst van zware SUV’s (Sport Utility Vehicles) en hun zware, vervuilende motoren. Doorgaans stijgt het brandstofverbruik met het gewicht en de kracht (veel pk) van een auto. Een kleine auto heeft maar 10–15 pk nodig om 100 km/u te halen. Versnellen en zware auto’s vragen meer pk, al kan men zich afvragen of 100 pk wel nodig is in het verkeer. Dus je kan kosten besparen door een klein en compact automodel te kiezen. (( Bijvoorbeeld: Gegevens uit Duitsland tonen aan dat: • Een Ford Mondeo Diesel met 96 kW/130 pk (paardenkracht) 29.000 euro kost en een gemiddelde maandelijkse kost heeft van 557 euro. • Een Ford Focus Diesel met 80 kW/109 pk 19.000 Euro kost, en een gemiddelde maandelijkse kost heeft van 466 euro. Het laatste model bespaar je 10.000 euro in aankoopprijs en 111 euro aan maandelijkse kosten.1 Dit voorbeeld toont aan dat het kostenbesparend en milieuvriendelijk is om een brand(( stofefficiënte wagen met een verminderde CO2-uitstoot te kiezen.
1 ADAC car costs 2007. Bron: ADAC (2007)
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Handout_.pdf
Eco-driving
Hand-out 10 →→ Handige tools en uitrusting om brandstofkosten te verminderen Er zijn enkele tools en uitrustingen die je helpen om de impact van je brandstofconsumptie op het milieu te beperken: 1. Brandstofconsumptie display 2. Cruise control 3. Automatische versnellingsbak 4. Deeltjesfilters voor dieselwagens Een display die je brandstofverbruik weergeeft, ook wel een econometer genoemd, is een handig hulpmiddel om brandstof te besparen. Cruise control en een automatische versnellingsbak kunnen je brandstofconsumptie verminderen. Dieselvoertuigen moeten uit milieuoverwegingen altijd uitgerust zijn met een deeltjesfilter.
1. Brandstofconsumptie display of boordcomputer
Bron: Austrian Energy Agency
Moderne auto’s hebben vaak ingebouwde boordcomputers of brandstofschermen waarop je kan volgen hoeveel brandstof je verbruikt (bijvoorbeeld liter per 100 kilometer). Op een brandstofconsumptie display kan je je eigen rijstijl evalueren en aanpassen. Met dergelijke uitrustingen kunnen autobestuurders zichzelf meten (aan anderen). Hierdoor is het makkelijker om het brandstofverbruik te controleren en op lange termijn je rijstijl aan te passen.
2. Cruise control
Bron: Sav127
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 10.pdf
Eco-driving
Hand-out 10 Cruise control is een systeem dat automatisch de snelheid van een voertuig bepaalt. De bestuurder brengt de auto, manueel, op snelheid en gebruikt een knopje om de cruise control in te schakelen aan een bepaalde snelheid. Het systeem neemt de gaspedaal van de auto over zodat dezelfde snelheid aangehouden wordt. De meeste systemen hebben meerdere knopjes, vaak op het stuur, om te hernemen en te versnellen. Door te remmen of de koppelingspedaal in te drukken, kan de bestuurder de snelheid van de auto opnieuw zelf bepalen. Het systeem is erg handig als er vlot verkeer is. In files of moeilijke verkeerssituaties waarbij je vaak moet versnellen en remmen, is de cruise control niet handig.
3. Automatische versnellingsbak
Bron: FreeDigitalPhotos.net
Een automatische versnellingsbak verandert automatisch van versnelling terwijl de auto rijdt, waardoor de bestuurder niet langer hoeft te schakelen. Automatische auto’s zijn dus makkelijker om te besturen.
4. Deeltjesfilter voor diesels
Bron: Stahlkocher
Een deeltjesfilter voor dieselwagens is een systeem dat dieseldeeltjes of roet van een dieselmotor uit de uitlaatgassen filtert. Er komen schadelijke stoffen vrij als dieselbrandstof verbrand wordt. Deeltjesfilters verwijderen ongeveer 85 procent van het roet. Soms loopt dat cijfer zelfs op tot 100 procent. N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 10.pdf
Eco-driving
Hand-out 10 Deeltjesfilters werden in de jaren ’80 voor het eerst ontwikkeld en zijn vandaag verplicht aanwezig in alle dieselwagens. In België worden auto’s met dergelijke filter veel minder belast. Als je een dieselwagen koopt, moet je als bestuurder altijd nagaan of er een deeltjesfilter aanwezig is. De technologische vooruitgang om de brandstofuitstoot te beperken, werd in de jaren ’90 teniet gedaan door de opkomst van zware SUV wagens en hun vervuilende motoren. Ook strengere veiligheidsnormen hebben ervoor gezorgd dat zelfs kleine wagens veel zwaarder werden.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 10.pdf
Eco-driving
Hand-out 11
Alternatieven voor autorijden Deel 2a / Oefening 12 →→ Afstand per autorit Hieronder zie je de Oostenrijkse cijfers die weergeven hoeveel kilometer er per autorit afgelegd wordt:1 25 procent van de autoritten is korter dan 2 km. Dat komt overeen met 8 minuten fietsen. 50 procent van de autoritten is korter dan 5 km. Dat komt overeen met 20 minuten fietsen 70 procent van de autoritten is korter dan 10 km. Dat komt overeen met 28 minuten fietsen met een elektrische fiets.
→→ Modal split De term modal split beschrijft het percentage van reizigers dat een specifiek transportmiddel gebruikt in hun stad of regio.
Modal split Vlaanderen 2009 Bron: Mobiliteitsrapport van Vlaanderen 2009, SERV
1 Calculations by Austrian Energy Agency (2012)
N iveau
B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 11.pdf
Eco-driving
Hand-out 12
Wat is Eco-driving? Deel 2b / Oefening 13 →→ Eco-driving of Modern Driving is een term die duidt op het energiezui-
nig gebruik van voertuigen.
→→ Het is een goede en makkelijke manier om het brandstofverbruik van
het wegverkeer terug te schroeven zodat er over dezelfde afstand, minder verbruikt wordt.
→→ Eco-driving betekent slim, vlot en veilig rijden aan lagere motorsnel-
heden (laag is ongeveer 2.000 rotaties per minuut (rpm)).
→→ Laks rijgedrag inruilen voor de algemene Eco-driving tips, kan je 10–15 procent brandstof uitsparen, zonder dat je reistijd toeneemt.1
1 To the point 3. Studies on “Drive like a pro-save driving, both in a professional and a private context”. Insights and results pertaining to preventive action in the future. Bron: DVR – Deutscher Verkehrssicher-heitsrat/German Road Safety Council (2009)
N iveau
A2–B1
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 12.pdf
Eco-driving
Hand-out 13
Gelijkenissen tussen Eco-driving en fietsen Deel 2b / Oefening 13 Een eenvoudige manier om de Eco-driving principes te onthouden is: Rijd met de auto zoals je fietst. (( Fietsers hebben van nature de neiging om energie te sparen en rijden wat uit als ze verkeerslichten of andere obstakels naderen. Hetzelfde principe is toepasbaar op auto’s. Er zijn nog veel voorbeelden van hoe fietsers een goed voorbeeld zijn op het vlak van Eco-driving:
Hoe fietsers rijden …
Wat automobilisten van fietsers kunnen leren ...
Wanneer fietsers vertrekken, blijven ze niet lang in een kleine versnelling, maar schakelen ze meteen naar een hogere versnelling om te versnellen.
Schakel snel! Verander zo snel mogelijk van versnelling (rond 2.000 toeren per minuut). Er is een gemakkelijke manier om te onthouden wanneer je het best van versnelling verandert (op een vlakke weg, niet bergop): • 1ste versnelling: Enkel om te starten (een voertuiglengte) • 2de versnelling: 20 km/u • 3de versnelling: 30 km/u • 4de versnelling: 40 km/u • 5de versnelling: 50 km/u • 6de versnelling: 60+ km/u
Op de fiets zijn de hoogste versnellingen de snelste. Fietsers gebruiken geen kleine versnelling als ze snel rijden, maar kiezen de meest efficiënte versnelling waarmee ze het minste energie verspillen.
Vermijd hoge rpm en rij met een hoge versnelling! Bij een hoge snelheid een lage versnelling gebruiken op de fiets, is hetzelfde als een automotor met een hoog toerental. Je automotor is het meest efficiënt in een hoge versnelling (rond de 1.500 à 2.000 rpm).
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 13.pdf
Eco-driving
Hand-out 13
Hoe fietsers rijden …
Wat automobilisten van fietsers kunnen leren ...
Fietsers gaan ook niet hard beginnen te trappen als ze een verkeerslicht of stopbord zien om daarna bruusk te moeten remmen. Vaak laten ze zich uitbollen als ze stopsignalen naderen.
Anticipeer op het verkeer en gebruik je opgebouwde snelheid! Het is erg belangrijk dat je er een gewoonte van maakt om vooruit te kijken en te anticiperen op situaties waarbij je misschien moet vertragen. Op die manier kan je je opgebouwde snelheid optimaal gebruiken. Als je als chauffeur ziet dat het verkeerslicht een paar straten verder op rood springt of als een voertuig zijn richtingaanwijzers of remlichten aanlegt, kan je het best het gaspedaal al loslaten. Telkens wanneer je remt, verspil je energie en verhoog je de brandstofuitstoot.
Fietsers gaan niet de hele tijd remmen en versnellen, maar proberen net een constante snelheid aan te houden. Wielrenners bijvoorbeeld gaan in lastige fietswedstrijden proberen om zo constant mogelijk te fietsen. Versnellen en remmen vraagt extra energie. Probeer het daarom zo veel mogelijk te vermijden.
Rem zo weinig mogelijk en volg de snelheid van het verkeer! Ga niet tussen het verkeer heen en weer slingeren om hier en daar een auto in te halen. Remmen en opnieuw versnellen, verbruikt meer brandstof dan aan een constante snelheid rijden. Om te vermijden dat je vaak moet remmen en versnellen, is het belangrijk om te anticiperen op het verkeer en om een goede afstand te bewaren met de auto voor je. Hoe dichter je rijdt, hoe meer je je rijstijl moet aanpassen aan de auto voor je. Vooral in het stadsverkeer heeft het geen zin om te versnellen telkens wanneer je daartoe de kans krijgt. Met korte versnellingspieken win je geen tijd. De reistijd ligt in de handen van externe factoren (zoals verkeersdrukte, verkeerslichten, enz.).
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 13.pdf
Eco-driving
Hand-out 13
Hoe fietsers rijden … Ledereen weet dat fietsen lastig is zonder goede fietsbanden. Met een (bijna) platte band ervaar je meer weerstand waardoor je harder moet trappen.
Wat automobilisten van fietsers kunnen leren ... Elke autoproducent raadt aan om de banden maximaal op te pompen! Als autobestuurder voel je een verhoogde weerstand meestal niet, maar de brandstoftank voelt dat wel. Banden die een halve bar te weinig opgeblazen zijn, vertalen zich in een stijging van vijf procent in het brandstofverbruik. Controleer je bandenspanning regelmatig (minstens een keer per maand en zelfs vaker als je lange afstanden aan een hoge snelheid rijdt)! Je banden verzorgen zal niet alleen gunstig zijn voor het brandstofverbruik, het is ook goed voor je veiligheid en de auto wordt wendbaarder.
Fietsers rijden doorgaans ook niet met zware ladingen, bijvoorbeeld een bak bier, rond. Ze nemen enkel mee wat ze die dag nodig hebben.
Vermijd overtollig gewicht! Hoe zwaarder een voertuig geladen is, hoe meer brandstof het verbruikt. Neem dus enkel mee wat je echt nodig heeft. 20 kilogram extra in de wagen, verhoogt de brandstofrekening met één procent.
Als fietsers (met uitzondering van wielrenners) veel gewicht meesleuren vermijden ze een hoge snelheid omdat ze voelen dat er meer aerodynamische weerstand is als ze veel gewicht meesleuren. Als de snelheid toeneemt, stijgt de aerodynamische weerstand exponentieel.
Vermijd als automobilist ook hoge snelheden en aerodynamische weerstand! Aan 130 km/u rijden verbruikt ongeveer twee liter meer brandstof dan aan 100 km/u rijden. Rij altijd met gesloten ramen als je snel rijdt, zo verklein je de aerodynamische weerstand. Snel rijden, bijvoorbeeld op de autostrade, levert weinig tijdwinst op en moet bovendien betaald worden met (te) hoge brandstofrekeningen.
De spierkracht van een fietser komt overeen met het brandstofverbruik van een voertuig. Je kan tot 25 procent brandstof besparen door deze eenvoudige tips over een moderne rijstijl (Eco-driving) correct toe te passen. Daarom moet elke automobilist autorijden zoals hij/zij fietst! (( N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 13.pdf
Eco-driving
Hand-out 14
Eco-driving tips – Hoe energiezuinig rijden? Deel 2b / Oefening 14 De ‘Gouden’ en ‘Zilveren regels’ van Eco-drivingg Automobilisten kunnen verschillende eenvoudige zaken doen om veiliger en milieuvriendelijker te rijden. Onderstaande tips geven al enkele ideeën over hoe men kan besparen op brandstof, veiliger kan rijden en de vervuiling kan terug dringen.
→→ Gouden regels van Eco-driving Deze regels zijn eenvoudige, maar belangrijke tips die een grote impact hebben op het brandstofverbruik van auto’s.
1.
Hou altijd voldoende afstand en anticipeer op het verkeer zodat je zoveel mogelijk dezelfde snelheid kan aanhouden zonder te remmen of te stoppen.
• Anticipeer zoveel mogelijk op voorhand op verkeerssituaties en andere weggebruikers. • Blijf op een grotere afstand van het voertuig voor je zodat je niet onnodig moet versnellen of remmen en laat de auto zo veel mogelijk uitbollen. Als je altijd een afstand van ongeveer drie seconden bewaart tussen je auto en je voorganger, zal je als chauffeur meer tijd hebben om te sturen in plaats van bij te sturen. Belangrijkste tip: Laat het gaspedaal los als je ziet dat het verkeer vertraagt. Zo behoud je een veilige afstand. Door deze simpele tip kunnen onregelmatigheden in het verkeer gemakkelijk opgevangen worden. Je hoeft niet meer onnodig te remmen of te versnellen waardoor je een constante snelheid kan aanhouden. • Maak zoveel mogelijk gebruik van de opgebouwde snelheid van je auto. Dat betekent dat je de opgebouwde kinetische energie van je auto maximaal benut. Het is de bedoeling dat je de auto laat uitbollen en verder zo veel als mogelijk aan een constante snelheid rijdt in plaats van te remmen en te versnellen. Extra informatie: Voor deze tip zijn er drie verschillende technieken van toepassing. Het is belangrijk dat je nagaat welke technieken het best bij je auto passen en dat je je altijd houdt aan de verkeersvoorschriften. N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 14.pdf
Eco-driving
Hand-out 14 Techniek 1: Het gaspedaal vrij vroeg loslaten en in versnelling blijven als u vertraagt of bergafwaarts rijdt. Dit zal in de meeste situaties en bij de meeste voertuigen de brandstofafsluitklep activeren. Die functie zorgt er voor dat er haast geen brandstofuitstoot meer is. Maar de functie werkt niet bij een laag toerental en oudere voertuigen zijn vaak niet uitgerust met de functie. Daarom moeten de volgende twee tips ook altijd nageleefd worden, zolang ze niet in strijd zijn met de nationale verkeersregels. Techniek 2: Door het voertuig in neutraal te laten rijden terwijl de motor stationair draait zal je beter gebruik maken van de opgebouwde snelheid van je auto in gevallen waarbij de brandstofafsluitklep niet werkt. Je kan op deze manier vaak verrassend ver blijven rijden (let op dat je in versnelling blijft als je bergafwaarts rijdt, zodat je niet ongewild versnelt). Techniek 3: Het voertuig laten uitbollen, maar met de versnellingspook in de juiste versnelling is een handige afwisseling op de vorige techniek. Dit is vooral handig als de brandstofafsluitklep niet aanslaat of als je verwacht om snel opnieuw in die versnelling verder te rijden.
2.
Rij aan een constante snelheid aan een laag toerental (rpm) Probeer zo vlot mogelijk te rijden in de hoogst mogelijke versnelling zodat je toerental zo laag mogelijk blijft. Op die manier zal je veiliger rijden en minder brandstof verbruiken dan wanneer je aan dezelfde gemiddelde snelheid rijdt, maar meer remt en versnelt. Gebruik je cruise control indien mogelijk, zelfs in het stadsverkeer.
Onthou dat snel rijden of een hoog toerental het brandstofverbruik de hoogte in jaagt. Snel rijden verhoogt de brandstofuitstoot drastisch. Data van de Automobiel Associatie (AA) in het Verenigd Koninkrijk tonen bijvoorbeeld aan dat een auto bij een snelheid van 136 km/u doorgaans ongeveer 25 procent meer brandstof verbruikt dan dezelfde auto bij een snelheid van 112 km/u over dezelfde afstand.1 De Oostenrijkse rijschool associatie schat bovendien dat aan 130 km/u rijden ongeveer twee liter brandstof meer verbruikt dan wanneer je 100 km/u rijdt.
3.
Schakel vroeg en rij altijd in de hoogst mogelijke versnelling zonder de motor te overbelasten. Schakel een versnelling hoger aan ongeveer 2.000 rotaties per minuut. Aan een hoge of zelfs een gemiddelde rotatiesnelheid rijden, verbruikt altijd meer brandstof dan een lage rotatiesnelheid aan gelijk welke snelheid. Daarom is het aangeraden om op tijd te schakelen. Uiteraard moet je altijd rekening houden met het vermogen van je voertuig en de specifieke verkeerssituatie.
1 Eco-driving advice. Get more out of the fuel you buy. Bron: AA – The Automobile Association Ltd. (2011)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 14.pdf
Eco-driving
Hand-out 14 Een leidraad voor het schakelen en rijden aan een constante snelheid (op een vlak terein, niet bergop): »» 1ste versnelling: Enkel om te starten (een voertuiglengte) »» 2de versnelling: 20 km/u »» 3de versnelling: 30 km/u »» 4de versnelling: 40 km/u »» 5de versnelling: 50 km/u »» 6de versnelling: 60+ km/u Plankgas geven moet zo vaak mogelijk vermeden worden. Gebruik bij het bergop rijden, indien mogelijk, een versnelling waarbij je niet meer dan drie vierde van de gaspedaal moet indrukken. Als je veel moet versnellen, kan je soms brandstof uitsparen door versnellingen over te slaan bijv. van 3de naar 5de of van 4de naar 6de. Als je met een auto rijdt die uitgerust is met een automatische versnellingen, activeer dan zo weinig mogelijk de functie om de versnelling te verlagen tenzij je dat moet doen uit veiligheidsoverwegingen.
4.
Controleer regelmatig de bandenspanning van je autobanden. Als je autobanden niet voldoende zijn opgeblazen wordt er een bijkomende weerstand gecreëerd waardoor je meer brandstof verbruikt. Controleer daarom regelmatig je bandenspanning, minstens een keer per maand. Dat is vooral belangrijk als je aan hoge snelheden rijdt. Een lage bandendruk is een veiligheidsrisico en het verspilt veel brandstof. De juiste bandenspanning voor je auto, vind je in de handleiding van je wagen (let op: dit is afhankelijk van hoe zwaar je auto geladen is, je snelheid en maximumdruk). Regelmatig je bandenspanning controleren zal niet alleen brandstof uitsparen, je banden (( zullen ook minder snel verslijten.
5.
Vermijd te zwaar geladen auto’s en aerodynamische belemmeringen. Elektrische toestellen en vooral de airco verbruiken veel brandstof. Wees dus spaarzaam met deze functies. Vermijd overtollig gewicht en onnodige aerodynamische belemmeringen zoals ramen (( opendraaien bij een hoge snelheid of extra laadruimte op de auto bevestigen als het niet echt nodig is.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 14.pdf
Eco-driving
Hand-out 14 →→ Meer Eco-driving tips – Zilveren regels van Eco-driving
1.
Brandstof besparen begint bij een milieuvriendelijke wagen. Kies een automodel met een lage CO2-uitstoot. Dieselvoertuigen moeten altijd een deeltjesfilter hebben. Een schermpje waarop je het brandstofverbruik kan volgen, een econometer, zal je ook helpen besparen. Cruise control en automatische versnellingen zullen je uitstoot ook verlagen.
2.
Vermijd korte autoritten, want een koude motor verbruikt meer per kilometer. Koude motors hebben veel meer brandstof nodig dan opgewarmde motors. Bovendien veroorzaken ze relatief meer CO2. Bij korte ritten bereikt de motor nooit zijn optimale temperatuur waardoor hij sneller verslijt.
3.
Start de motor pas als je echt gaat rijden. Begin te rijden van zodra je de motor hebt gestart, je moet de motor niet opwarmen. Stationair draaien verspilt brandstof. Bovendien warmt de motor sneller op als je aan het rijden bent.
4.
Leg de motor af als je voor een langere tijd stilstaat. Leg de motor af als je een tijdje blijft stilstaan. Voor de meeste moderne motoren is het break-evenpoint – het punt waarbij het stilleggen van de motor minstens evenveel brandstof uitspaart als het opstarten van de motor aan brandstof kost – ongeveer 20 seconden.
5. 6. 7.
Gebruik olie met een lage wrijvingsweerstand en energiebesparende banden. Let op het EU-labelsysteem. Doe de ramen dicht als je snel rijdt. De ramen open laten verhoogt de dynamische last en dat verbruikt meer brandstof.
Laat je auto regelmatig nazien en onderhouden. Zorg ervoor dat je auto regelmatig onderhouden wordt (leef het schema van de autobouwer na) zodat je motor efficiënt blijft werken.
8.
Overweeg andere transportmiddelen (wandelen, fietsen, openbaar vervoer of carpoolen). Ongeveer 25 procent van alle autoritten duurt minder dan twee kilometer en 50 procent van alle autoritten is voor minder dan vijf kilometer.1 Wandelen en fietsen is niet alleen goed voor het milieu, het is ook goed voor de gezondheid en de portemonnee. Ook het openbaar vervoer is een goed alternatief. Het is goedkoper, je hebt minder stress en er komen minder uitlaatgassen vrij. Je kan ook overwegen om te carpoolen met vrienden/collega’s of een auto delen. Zo kan je ook brandstof en andere kosten uitsparen . 1 Cycling: the way ahead for towns and cities. Bron: European Commission (1999)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 14.pdf
Eco-driving
Hand-out 15
Voordelen van Eco-driving Deel 2b / Oefening 15 Eco-driving biedt heel wat voordelen. Niet alleen spaar je er brandstof en andere kosten mee uit. Het verhoogt ook je veiligheid op de weg en het is goed voor de kwaliteit van het lokale en globale milieu. Bovendien zijn de voordelen van Eco-driving meteen voelbaar voor de chauffeur en de passagiers. Het is comfortabel en meer relax. Al deze voordelen kan je krijgen zonder in te boeten op reistijd. Doorgaans vraagt Eco-driving slechts kleine aanpassingen en brengt het een groot resultaat teweeg: minder brandstofverbruik en minder schadelijke uitstoot.
→→ Persoonlijke voordelen • Eco-driving vermindert kosten Volgens een grote studie van Fiat bij 5.700 automobilisten in vijf landen, bespaart Eco-driving gemiddeld vijftien procent op brandstofkosten.1 Een auto legt gemiddeld 12.285 km/jaar 2 af. Met een uitstoot van 7,3 liter/100 km en een gemiddelde brandstofkost van 1,43 euro per liter brandstof,3 bespaart Eco-driving elk jaar 192,50 euro per individuele chauffeur. Maar Eco-driving vermindert niet alleen de brandstofkosten, ook de onderhouds- en herstellingskosten na een ongeval blijven beperkt. Eco-chauffeurs krijgen minder slijtage op de banden en andere auto-onderdelen (banden, remmen en motor) en veroorzaken minder auto-ongevallen. • Eco-driving is afgestemd op moderne motoren De voorbije decennia is de motortechnologie en het vermogen van auto’s er snel op vooruit gegaan. Die nieuwe, moderne auto’s (na 1990) vragen ook om een andere rijstijl dan wat de voorbije decennia in rijscholen is aangeleerd. De meeste automobilisten hebben echter jaren geleden hun rijbewijs behaald en zijn nog niet aangepast aan de moderne rijstijl. Bijvoorbeeld in de jaren 60 en 70 hadden de meeste auto’s slechts drie of vier versnellingen. Rijscholen raadden aan om een versnelling hoger te schakelen bij 3.000 rpm. Vandaag zijn de meeste auto’s uitgerust met vijf of zes versnelling waardoor de motorsnelheid beperkt kan blij1 Eco-driving Uncovered. The benefits and challenges of eco-driving. Bron: Fiat (2010) 2 Energy Efficient Indicators in Europe. Bron: www.odyssee-indicators.org 3 Fuel prices. Bron: Europe’s Energy Portal (2011) (All data for the EU-27, December 2011)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 15.pdf
Eco-driving
Hand-out 15 ven. De hedendaagse motoren zijn zo ontwikkeld dat ze het meest efficiënt zijn bij lage toerentallen. Het optimale punt is ongeveer 1.750 rpm. Daarom staat Eco-driving voor een rijcultuur die aangepast is aan de moderne motoren en bovendien het best gebruik maakt van de geavanceerde voertuigtechnologieën. Het is een efficiënte manier om gemotoriseerde voertuigen, vooral auto’s, te besturen aan lage motorsnelheden. • Eco-driving beschermt uw voertuig In tegenstelling tot wat veel chauffeurs denken, is Eco-driving helemaal niet slecht voor de motor. In tegendeel, het zijn net de hoge rotatiesnelheden die slecht zijn voor je auto. De Eco-driving tips zorgen ervoor dat de motor, de remmen en de banden minder snel verslijten. Een Oostenrijkse studie toont aan dat Eco-driving het aantal herstellingen aan de versnellingsbak en de remmen met respectievelijk 29 procent en 41 procent doet dalen.1 Het is ook een veilige rijstijl omdat je leert anticiperen. Je remt en versnelt minder, rijdt minder snel en haalt niet zo vaak in. Het is ook een minder stresserende en agressieve rijstijl. • Eco-driving vermindert de stress in het verkeer en dat is veel veiliger Omdat Eco-driving staat voor een meer relaxte rijstijl, is het ook voordelig voor de gezondheid en het tevredenheidsgevoel van de chauffeur. Vlot schakelen, sturen en remmen is niet alleen efficiënt, het is ook meer comfortabel voor de chauffeur en de passagiers. Roekeloos rijden stuwt de stress de hoogte in en is slecht voor de concentratie. Chauffeurs worden sneller vermoeid en/of agressief. Bovendien voelen veel passagiers zich onveilig als de chauffeur snel rijdt en vaak inhaalt. Een Eco-chauffeur vermijdt dergelijke situaties. Kort samengevat zorgt Eco-driving voor meer plezante, gezonde en verantwoorde chauffeurs. • Eco-driving is veiliger! Bovendien is Eco-driving veel veiliger in het verkeer. Volgens een studie van de Hamburgse watermaatschappij veroorzaken chauffeurs die een Eco-driving opleiding hebben gevolgd 40 procent minder auto-ongelukken.2 Dat komt vooral omdat Eco-chauffers een grotere afstand bewaren met de auto’s voor hen. • Eco-driving veroorzaakt geen tijdverlies Alle bovengenoemde voordelen zijn er zonder tijdverlies. Uit ervaring blijkt dat Eco-chauffeurs er niet langer over doen om hun bestemming te bereiken. Vaak zijn ze zelfs sneller. Dat komt omdat ze een constant snelheid aanhouden en zo minder vaak moeten stoppen.
1 Driving green saves fuel and environment. Bron: Monash University (2010) 2 Drive and save with security. Drive safely, economically and environmentally friendly. Bron: Vierboom, Carl/Härlen, Ingo (2003)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 15.pdf
Eco-driving
Hand-out 15 →→ Maatschappelijke voordelen • Eco-driving is beter voor het milieu en het klimaat Over de hele wereld stijgt de temperatuur. Deskundigen beweren dat het milieu bedreigd wordt door toxische uitstoot die veroorzaakt wordt door CO2 dat door de mens gemaakt is. Uitlaatgassen van voertuigen zijn een van de grootste oorzaken van het probleem. In de voorbije jaren hebben autobouwers veel inspanningen geleverd om de motortechnologie milieuvriendelijker te maken. Maar de meeste automobilisten hebben hun rijstijl nog niet aangepast. Een auto stoot gemiddeld 2,2 kilogram carbon dioxide uit per liter verbruikte brandstof.1 Een manier om de schadelijke uitstoot te verminderen is een milieuvriendelijke rijstijl waardoor het brandstofverbruik per kilometer vermindert. Een aangepaste rijstijl kan helpen om brandstof te besparen en om de CO2-uitstoot van het verkeer te verminderen. De precieze impact van verbrandingsmotoren – van toxische uitstootgassen en deeltjes – op het lokale milieu hangt af van de hoeveelheid brandstof die verbruikt wordt. Omdat Eco-driving het brandstofverbruik beperkt, wordt de lokale luchtvervuiling met minstens evenveel procent verminderd. Dus, als Eco-driving de norm wordt in plaats van de uitzondering, biedt het de mogelijkheid om de hoeveelheid uitstootgassen in het verkeer significant te doen dalen. • Eco-driving beperkt geluidsoverlaste De rijstijl bepaalt in grote mate hoeveel lawaai er wordt gemaakt. Lage toerentallen, onnodige versnellingen vermijden en minder snel rijden levert een pak minder lawaai op. Een auto die aan 4.000 rpm rijdt, maakt evenveel lawaai als 32 auto’s die aan 2.000 rpm rijden (zie figuur hieronder). Autolawaai
Bron: ECOWILL/www.ecodrive.org
Eco-driving beperkt zo een van de grootste overlastproblemen in stedelijke gebieden.
1 Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories. Bron: IPCC (2006)
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 15.pdf
Eco-driving
Hand-out 16
Oude rijstijl vs. Eco-driving Deel 2b / Oefening 16 →→ Vergelijkingen en uitspraken over ‘oude’ rijgewoontes vs. Eco-driving
Situatie
Oude (slechte) rijgewoontes
Eco-driving
Een rood licht naderen
‘Versnel waar mogelijk.’ ‘Met zo’n gedrag verspilt u extra brandstof en dat om 5 minuten vlugger aan het rood licht stilt e staan!’
Niet langer versnellen en laten uitbollen! Vooral in het stadsverkeer is het amper mogelijk om tijd te winnen door af en toe sneller te rijden. De reistijd ligt in de handen van externe factoren (zoals verkeersdrukte, verkeerslichten, enz.). Onnodige snelheidspieken en abrupt remmen verspilt niet alleen brandstof, het veroorzaakt ook stress en veiligheidsrisico’s!
Schakelen (manuele versnelling)
‘De lage versnellingen zijn je vriend.’ ‘Laat je auto in tweede of derde versnelling in het stadsverkeer. Zo verbrandt de brandstof sneller dan die van je vrienden die naar de vierde versnelling schakelen of hoger.’
Schakel vlug! Aan een hoge of zelfs gemiddelde rotatiesnelheid rijden, vraagt altijd meer brandstof dan lage rotatiesnelheden. Daarom is het aanbevolen om vlug te schakelen (onder 2.000 rpm blijven).
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 16.pdf
Eco-driving
Hand-out 16
Situatie
Oude (slechte) rijgewoontes
Eco-driving
Aerodynamische weerstand
‘Verrstoor de efficiëntie van je auto’s aerodynamische vorm en rij altijd met de ramen open.’ ‘Bind zoveel mogelijk extra dakelementen vast aan de bovenkant van je auto. Laat het bagagerek of het fietsenrek op je autodak het jaar rond hangen!’
Als u snel rijdt, houdt u de ramen gesloten aangezien open ramen aerodynamische weerstand creëren en het brandstofverbruik de hoogte in jagen. Gebruik, indien mogelijk, een natuurlijk ventilatiesysteem. Heeft je auto een bagagerek, verwijder dit dan. Doe dat ook met fietsenrekken. Ze verstoren de aerodynamische vorm van je auto waardoor u meer brandstof nodig hebt.
Lading
‘Stop je koffer altijd vol. Laat al- Vermijd overtollig gewicht les in je auto liggen – daar is een Bijkomend gewicht heeft welkoffer toch voor gemaakt?’ degelijk een impact op je brandstofverbruik. Vermijd onnodig gewicht om brandstof uit te sparen.
Bandenspanning
‘Maak u geen zorgen over de bandenspanning van je autobanden. Je auto wordt één keer per jaar nagekeken, laat de automecaniciens maar hun werk doen!’
Zorg voor je banden! Controleer je bandenspanning regelmatig (minstens een keer per maand en zelfs vaker als u gedurende lange afstanden aan een hoge snelheid rijdt)! Je banden verzorgen zal niet alleen gunstig zijn voor je brandstofverbruik, het is goed voor je veiligheid en je auto wordt wendbaarder.
N iveau
B2
TOGETHER_Eco-driving_5_Hand-out 16.pdf
Eco-driving
Handige links
Handige links Eco-driving www.ecodriving.be Belgische website over Eco-driving met veel tips en informatie over energiezuinig rijden. www.ecolife.be Website van de socio-milieu-organisatie ECOLIFE met informatie over Ecodriving workshops en activiteiten. www.ecoscore.be Website die informatie geeft over brandstofverbruik en CO2-uitstoot van alle wagens. www.mobimix.be Website van het ecologisch mobiliteitsplatform voor ecologische mobiliteit en transport Mobimix.
TOGETHER_Eco-driving_6_Links.pdf