Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Pagina
Inleiding ................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 1 - De Woonplaats .................................................................................. 4 Hoofdstuk 2 - Vastgoed, Projecten en Onderhoud ................................................... 5 Hoofdstuk 3 - Huisvesting & Leefbaarheid ............................................................. 21 Hoofdstuk 4 - Welzijn, Wonen & Zorg.................................................................... 30 Hoofdstuk 5 - Bedrijfsvoering (Organisatie en Financiën) ....................................... 31 Hoofdstuk 6 - Risicomanagement .......................................................................... 42 Hoofdstuk 7 - Directieverklaring ............................................................................. 44 Hoofdstuk 8 - Verslag Raad van Commissarissen ................................................... 45
2
Inleiding De Woonplaats is een toegelaten instelling, zoals bedoeld in de Woningwet, die de haar wettelijk opgedragen taken met name in Enschede en (Oost) Achterhoek verricht. In dit jaarverslag 2014 verantwoorden wij ons daar over. Zo zou dit jaarverslag kunnen beginnen, maar voor ons heeft die verantwoording in deze tijd een grotere betekenis. Toegelaten instellingen zijn bij het grote publiek beter bekend als woningcorporaties. Die term is in 2014 in de media, in de regering en het parlement veelvuldig gebruikt in combinatie met misstanden. Een aantal corporaties heeft het daar ook naar gemaakt, maar De Woonplaats wil absoluut niet in dat rijtje thuishoren. In dat kader hebben wij nog eens weer benadrukt dat onze pay-off ‘alle ruimte!’ geen betrekking heeft op gedrag of activiteiten die bij anderen tot die misstanden hebben geleid. De pay-off ‘alle ruimte!’ slaat op de wijze waarop wij invulling willen geven aan de wettelijk opgedragen taken: alle ruimte voor bewonersparticipatie, voor samenwerking met belanghouders en marktpartijen en alle ruimte voor verduurzaming van de woningvoorraad. In onze missie en visie (hoofdstuk 1) is dit verder toegelicht. Hiervan zijn in het ondernemingsplan een aantal ondernemingsdoelstellingen afgeleid, waarover in de daarna volgende hoofdstukken wordt gerapporteerd welke resultaten we daarin hebben bereikt in 2014. Deze ondernemingsdoelstellingen betreffen: Samenwerking met belanghouders in ons werkgebied Vitale buurten waar onze huurders wonen en leven Focus op de corporatiekerntaken in ons werkgebied Duurzaam woningbezit afgestemd op de verschillende doelgroepen Efficiënte en effectieve klantcommunicatie Continuïteit organisatie Integere organisatie Innovatieve organisatie Versterking van onze positie in het werkgebied Deze doelstellingen zijn via kritische succesfactoren smart gemaakt in prestatie-indicatoren in project- en afdelingsplannen alsmede begrotingen. Doel van dit jaarverslag (en de jaarrekening) is om over de daarop behaalde resultaten te rapporteren. Wij danken iedereen die intern en extern aan die resultaten heeft bijgedragen! Frans Kooiker directievoorzitter Enschede, maandag 15 juni 2015
3
Marion Wolters directeur
Hoofdstuk 1 – De Woonplaats De Woonplaats is een woningcorporatie die betaalbare woningen aanbiedt in met name Enschede en de (Oost) Achterhoek. Dit onder het motto: De Woonplaats. Alle ruimte!
Goed wonen Onze visie is dat goed wonen niet alleen een goede woning betreft, maar ook een goede woon- en leefomgeving. Daarom zetten wij ons ook in als het gaat om maatschappelijk vastgoed en leefbaarheid in de wijken en buurten waar onze woningen staan. Wanneer herstructurering nodig is, nemen wij daarvoor onze verantwoordelijkheid. Onze doelstelling is om het vermogen, dat in onze circa 20.000 verhuureenheden zit, maatschappelijk zo optimaal mogelijk te laten renderen.
Midden in de maatschappij De Woonplaats staat midden in de maatschappij. Wij willen voldoen aan de eisen en verwachtingen die aan ons functioneren worden gesteld vanuit wetgeving en aspecten van good governance. Wij streven een gezond evenwicht na tussen sociale, ecologische en economische belangen. Maar bovenal willen wij graag begrijpen wat er onder bewoners, in wijken en buurten en bij stakeholders leeft en daar zo goed mogelijk op inspelen. Daarin zoeken wij de samenwerking en geven daaraan alle ruimte. Het gaat niet om ons, maar om het gezamenlijk optimaliseren van het woongenot en het maatschappelijk rendement.
Innovatief In de wereld om ons heen vinden grote veranderingen plaats. De Woonplaats wil in die transitie mee voorop lopen. Op vastgoedgebied betekent dit dat we steeds minder zelf voorschrijven, maar de bouwwereld meer en meer uitdagen met betere en energiezuinigere woningen te komen die beantwoorden aan de wensen van de bewoner van de toekomst. Ook wanneer wij naar de samenwerking met bewoners en stakeholders kijken, voorzien wij daarin nieuwe mogelijkheden en nieuwe samenwerkingsvormen. Alle ruimte daarvoor …. bij De Woonplaats!
4
Hoofdstuk 2 – Vastgoed, Projecten en Onderhoud Vastgoed Portefeuillestrategie De Woonplaats heeft zich ten doel gesteld dat ook op de lange termijn de vastgoedportefeuille aansluit op de behoefte en wens van de huurder. Daarom leggen we vanuit het ondernemingsplan onze langetermijnstrategie met betrekking tot de vastgoedactiviteiten vast in het portefeuilleplan. Dit portefeuilleplan is in 2014 opgesteld en vormt een essentieel onderdeel van de integrale vastgoedsturing op basis van de beleids8baan. We hebben hierin voor een periode van tien jaar op basis van onze strategische beleidsuitgangspunten, keuzes gemaakt met betrekking tot de gewenste ontwikkeling van de woningvoorraad en ons maatschappelijk en commercieel vastgoed. In het portefeuilleplan is rekening gehouden met veranderende wet- en regelgeving, zoals de herziene Woningwet. In 2014 zijn daarmee de doelstellingen geformuleerd voor het jaar 2015 en verder. Deze worden hieronder toegelicht.
Hoofdlijnen portefeuilleplan Onderstaand schetsen we kort de hoofdlijnen uit het portefeuilleplan en de strategische doelstellingen die we het afgelopen jaar hebben geformuleerd voor 2015 en waarop we in dat jaar dan ook voor het eerst zullen rapporteren.
Uitgangspunt: focus op ons kerngebied Enschede, Aalten, Winterswijk en Oost Gelre zijn het primaire werkgebied van De Woonplaats. Met deze gemeenten maken we prestatieafspraken en alleen hier doen we maatschappelijke investeringen. Het werkgebied valt in Oost Nederland, dat we zien als ons secundaire werkgebied. Als De Woonplaats investeert in overnames van organisaties of vastgoed, een fusie zou aangaan of andere vormen van samenwerking zoekt dan doen we dat alleen: In Oost Nederland Wanneer we met dat bezit een substantieel aandeel in de sociale woningvoorraad van een wijk of dorp verwerven Dit uitgangspunt kent twee invalshoeken: enerzijds betekent het dat we de investeringen in het primaire werkgebied willen laten landen. Dit zijn immers plekken waar De Woonplaats het verschil maakt. Anderzijds betekent dit dat het vastgoed en het daarin opgesloten vermogen buiten het primaire werkgebied niet bijdraagt aan de doelstellingen van De Woonplaats. Door niet meer dan noodzakelijk te investeren buiten het primaire werkgebied en het bestaande vastgoed buiten het primaire werkgebied af te stoten wordt het benodigde investeringsvolume voor het primaire werkgebied vrijgespeeld. Deze portefeuillestrategie gaat er voor zorgen dat het vastgoed gaat bijdragen aan zowel de maatschappelijke als de financiële doelstellingen. Doelstelling is de komende tien jaar de helft van de landelijke woningvoorraad te verkopen. Dit zijn ongeveer 350 woningen. In 2014 zijn complexen in Groningen en Haren te koop aangeboden. Deze verkoop wordt in mei 2015 afgerond.
Woningvoorraad binnen het primaire werkgebied In de portefeuillestrategie is vastgelegd dat we ons binnen het werkgebied richten op ons bestaande bezit. In de regionale woonvisies zijn we het op hoofdlijnen eens over de gevolgen van krimp en vergrijzing en voegen wij daarom geen woningen meer aan de voorraad toe. Wat we in ons bezit hebben en willen houden is of wordt verduurzaamd. Daarnaast focussen we ons, net als de gemeenten waar we actief zijn, intensiever op de dorpsen stadscentra. We zien de ontwikkeling van verdunning aan de randen van steden en dorpen en verdichting van functies in de centra. We bewegen mee met die ontwikkeling. Nieuwe projecten ontwikkelen we vanuit complexen die aan het einde van hun levenscyclus zijn. Dergelijke woningen worden in de toekomst dus ook niet langer aan de huurder te koop aangeboden, maar onderhouden en gecontroleerd tot zich een nieuwe bestemming voordoet. Geplande nieuwbouwprojecten richten zich voornamelijk op het huursegment rond de € 600. De liberalisatiegrens is onze bovengrens wat nieuwbouw betreft. Als er in een wijk, dorp of stad vraag is naar huur- of koopwoningen in de – duurdere – vrije sector dan laten we dat aan andere marktpartijen over. 5
Concreet In 10 jaar zullen circa 900 niet toekomstbestendige woningen voor de sociale doelgroep uit exploitatie worden genomen. Het belangrijkste project wat in deze categorie al liep, is Oost-Boswinkel en in 2014 is daar ’t Getfert aan toegevoegd. Hiervoor zullen betaalbare en nieuwbouwwoningen terug worden gebouwd die voldoen aan de eisen en wensen van nu. In 10 jaar zullen circa 3.250 woningen bij mutatie, dan wel op verzoek van de klant energetisch worden verbeterd. In 2014 zijn daartoe in samenwerking met collega-corporaties projecten gestart in Enschede (waar Reimarkt als intermediair optreedt) en in de Achterhoek (onder gezamenlijke noemer van de provinciale Impulsgelden). In 10 jaar zullen 2.000 woningen worden gerenoveerd. In 2014 hebben we 117 woningen projectmatig gerenoveerd. Er zullen minder sociale huurwoningen, gelegen in het primaire werkgebied, worden verkocht dan in het verleden. Vanaf 2015 wordt het uitgangspunt maximaal 125 sociale huurwoningen per jaar.
Duurzaamheid In de bestaande woningvoorraad willen wij 20% CO²-reductie realiseren (binnen 10 jaar, gerekend vanaf 2008). Ons uitgangspunt is om ieder complex twee energielabelstappen vooruit te laten maken. Al onze investeringen in energiezuinig bouwen en renoveren draagt bij aan drie doelen: De woonlasten voor de huurder stabiliseren Het beter verkoop- en verhuurbaar maken van onze woningen Bijdragen aan een beter milieu De verduurzaming van de bestaande woningen heeft de grootste potentie voor energiereductie. Hier staat De Woonplaats voor een grote opgave. Wij willen onze woningen verduurzamen bij mutatie (als een woning van huurder wisselt), maar ook bij zittende huurders. Het gaat dan in hoofdzaak om het vervangen van de cv-ketel, het plaatsen van zonnepanelen en de isolatie van de schil. Daarnaast willen we alle huurders van eengezinswoningen met een energielabel D, E, F of G de mogelijkheid bieden om hun woning te verbeteren naar minimaal energielabel B. De verduurzaming van een woning brengt een huurverhoging met zich mee. Daar staat, naast meer comfort, in de meeste gevallen een flinke energiebesparing (en dus lagere energierekening) tegenover. Na een advies op maat beslissen huurders zelf of ze willen deelnemen aan het project. Afgelopen jaar heeft het ons meer tijd gekost dan voorzien om de verduurzaming in Enschede en de Achterhoek projectmatig op gang te krijgen. Er kwamen minder mutatiewoningen beschikbaar door lagere mutatiegraden. Daarnaast bleek het moeilijk om een goede business case te ontwikkelen om zittende huurders een goed aanbod te kunnen doen voor het verduurzamen van hun woning. Inmiddels hebben we de aanbiedingen voor de huurders uitgewerkt waarbij de aanpak voor Enschede en de Achterhoek verschilt. Reimarkt, Enschede Doelstelling In Enschede willen we jaarlijks 250 woningen vraaggestuurd energetisch verbeteren in samenwerking met Reimarkt. Reimarkt stimuleert als onafhankelijke aanbieder via hun on- en offline duurzaamheidswinkels onze huurders om hun woning te verduurzamen. Dit doen zij door de bewoner te ontzorgen bij het verduurzamen van de woning: van advies tot nazorg. Het doel van Reimarkt is om een aantrekkelijk aanbod te creëren voor zowel huurders van corporatiewoningen als particuliere huiseigenaren, waarbij de huurder van De Woonplaats tegen een huurverhoging kan kiezen voor energiebesparende maatregelen en comfortverbetering. Effecten Lagere energielasten voor de huurder Comfortverbetering voor de huurder Totale isolatie van de schil Waardestijging van het vastgoed
6
De doelstelling van 250 woningen is nu nog niet gehaald. Er zijn circa dertig individuele aanvragen van huurders geweest, waarvan er een tiental tot uitvoering hebben geleid. Het uitwerken en afstemmen van het werkproces tussen Reimarkt en de corporaties De Woonplaats en Domijn heeft meer tijd in beslag genomen dan voorzien. Aalten, Bredevoort, Groenlo en Winterswijk Doelstelling Het energetisch verbeteren van 300 woningen in de Achterhoek, met inzet van de provinciale Impulsgelden Gelderland tot en met 2015. Dit doen we in Aalten, Bredevoort en Groenlo middels het project ‘Samen naar Beter’. Dit is een samenwerking met Reinbouw Dieren. In Winterswijk doen we dit onder de naam ‘Dikke Jas’ samen met Van Wijnen Eibergen. Effecten Lagere energielasten voor de huurder Comfortverbetering voor de huurder Totale isolatie van de schil Waardestijging van het vastgoed In 2014 is het project opgezet, zijn aannemers geselecteerd en zijn in de Achterhoek de eerste vier woningen verduurzaamd. In 2015 zullen de twee deelprojecten ‘Samen naar Beter’ en ‘Dikke’ Jas verder worden uitgerold om de doelstelling van 300 woningen te halen.
Energiemonitoring De Woonplaats investeert veel in energiezuinigheid bij het bouwen van woningen en renoveren van haar woningbezit. Ook wordt het bestaande woningbezit vraaggestuurd, maar ook bij een mutatie energetisch verbeterd. Energiemonitoring is een belangrijk instrument om te volgen of gestelde doelen gehaald worden. Energiemonitoring is in 2014 in ons beleid verankerd en is een integraal onderdeel van de uitvraag bij verduurzaming van bestaande woningen en nieuwbouw. In alle verduurzaamde woningen (nieuwbouw, renovatie en individuele verduurzamingen) wordt de energie gemonitord. De ontwikkelde methode van energiemonitoring in het project Velve-Lindenhof in Enschede moet een blauwdruk worden voor de energiemonitoring van de nieuwbouw en verduurzaamde bestaande woningen. De huurder kan door middel van een slimme meter inloggen op een website om het energieverbruik van de woning te volgen. Daarnaast kan ook De Woonplaats, als de huurder daar toestemming voor geeft, inzicht krijgen in het energieverbruik van de woning. Met het monitoren van energie, hebben wij onderstaande doelstellingen gerealiseerd: Inzicht krijgen of werkelijke verbruiken van de woningen overeenkomen met de berekende (lage) verbruiken. En als deze niet worden gehaald besluiten welke maatregelen we moeten toepassen om de berekende verbruiken wel te halen. Inzicht krijgen of het comfort van de woning daadwerkelijk goed is We willen de kennis die we opdoen met de monitoring gebruiken om onze duurzame producten en projecten in de toekomst verder te verbeteren. Dit is voor ons een continu leerproces waarop we blijven ontwikkelen. Bewoners bewust laten worden van hun invloed op het energieverbruik van hun woning
CO²-reductie Om de doelstellingen vanuit het duurzaamheidsplan te kunnen volgen, hebben wij een monitoringssysteem ontwikkeld om de reductie in CO2-uitstoot te meten voor ons totale woningbezit. Dit systeem maakt zichtbaar of de doelstelling van 20% reductie in 2018 realiseerbaar is. Onderstaand de resultaten van 2014 ten opzichte van 2008.
7
Overzicht CO²-reductie in woningbezit Energielabel A++
Januari Januari Februari Februari December December 2013 2013 2014 2014 2014 2014 13 0% 27 0% 12 0%
A+
34
0%
168
1%
195
1%
A
1.735
11%
1.803
11%
1.947
12%
B
2.567
16%
2.932
18%
2.977
19%
C
4.059
25%
4.249
26%
4.314
27%
D
4.572
28%
4.351
27%
4.186
26%
E
2.216
14%
1.886
12%
1.559
10%
F
780
5%
646
4%
581
4%
G
190
1%
177
1%
183
1%
16.166
100%
16.239
100%
15.954
100%
Totaal aantal woningen met energielabel
Januari 2013 Gemiddelde CO² uitstoot (kg/m²)
34,76
reductie t.o.v. 2008 -8,84%
Februari reductie 2014 t.o.v. 2008 33,67
-11,70%
December reductie 2014 t.o.v. 2008 33,04
-13,35%
Maatschappelijk vastgoed In veel wijken waar De Woonplaats actief is, bezitten we vastgoed dat een maatschappelijke functie voor buurtwerk, onderwijs, cultuur, zorg of welzijn vervult. We zijn net als de Rijksoverheid van mening dat maatschappelijk vastgoed in de buurt van onze huurders een positieve invloed moet hebben op verbinding van mensen en als plek waar burgers verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun woonomgeving. De Woonplaats stelt zich in lijn met de nieuwe wet en regelgeving terughoudend op ten aanzien van het ontwikkelen van maatschappelijk vastgoed. Samen met collega-corporatie Ons Huis wordt in Velve-Lindenhof een multifunctionele accommodatie (Hart van de Wijk) ontwikkeld.
Commercieel vastgoed Het ontwikkelen van commercieel vastgoed is geen kerntaak van De Woonplaats. Overigens is het voor corporaties sinds 2012 veel moeilijker geworden om te investeren in commercieel vastgoed, omdat dergelijke investeringen niet langer geborgd zijn. Daarom investeert De Woonplaats niet meer in commercieel vastgoed. Het commerciële vastgoed dat we bezitten wordt verkocht zodra het kan en economisch verstandig is. Dit sluit eveneens aan op het uitgangspunt dat middelen vrijgespeeld moeten worden voor de volkshuisvestelijk opgave waar De Woonplaats voor staat. We verwachten in tien jaar de helft van de commerciële voorraad te kunnen verkopen. Dit betreft circa 15.000 m² commercieel vastgoed. In 2014 hebben wij twee winkelruimtes verkocht, één winkelpand herontwikkeld ten behoeve van een zorgpartij en hebben we drie bedrijfspanden gesloopt ten behoeve van woningbouw. In 2014 zijn we op basis van onze strategie voor het niet-DAEB bezit, gestart met de verkoop van onze Bedrijfs Onroerend Goed (BOG), dit resulteerde in de verkoop van drie BOG-complexen.
Wonen & Zorg Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dat geldt ook voor onze huurders. Voor hen past De Woonplaats daarom reguliere woningen aan tot zorgwoningen. Dit doen we op het moment dat de huurder daar om vraagt en met voor hem of haar geschikte maatwerkaanpassingen. We verwachten dat de huurder woont in ons primaire werkgebied en een huurprijs heeft onder de liberalisatiegrens. De Woonplaats bouwt niet op eigen initiatief nieuwe zorgwoningen. Meer informatie over dit onderwerp is te lezen in hoofdstuk 4 ‘Welzijn, Wonen & Zorg’.
8
Toekennen complexlabels Er is in 2014 een multidisciplinair team samengesteld dat de woningvoorraad van De Woonplaats toetst aan de strategie in het portefeuilleplan. Aan de hand van de beoordeling heeft elk complex een label gekregen waarin staat of De Woonplaats op den duur kiest voor: Complexverkoop Uitponden (gedeeltelijke verkoop aan huurders) Temporiseren (slopen) Consolideren (in bezit houden) Het multidisciplinaire team heeft de strategie naar tactisch niveau vertaald, door per complex een label af te geven. Het team heeft alle woningen beoordeeld. Daarbij zijn vragen beantwoord als: Valt het bezit binnen het primaire of secundaire werkgebied van De Woonplaats? Heeft het een bijzondere (commerciële of maatschappelijke) functie? In welk deel van de levenscyclus bevindt het complex zich?
Verkoopbeleid woningen De Woonplaats voert een actief verkoopbeleid, waar onze klant op twee fronten van profiteert. Enerzijds krijgen we door woningverkoop de middelen om te investeren en anderzijds bieden we klanten de kans om een goede woning te kopen. Dat geldt niet alleen voor onze bewoners, maar ook voor de doelgroep die geen recht heeft op één van onze huurwoningen. We bieden woningen aan tegen een prijs die voor onze doelgroep bereikbaar is, binnen de regelgeving.
Verkoopdoelstelling 2014 De verkoopdoelstelling voor 2014 was om in totaal 220 woningen te verkopen met onderstaande verdeling naar gemeente: 39 in Aalten 24 in Groenlo 62 in Winterswijk 95 in Enschede We hebben het verkoopresultaat ruim gehaald. In totaal verkochten we 256 woningen, 18% meer dan gepland. De doelstellingen per gemeente zijn niet allemaal behaald. In Enschede hebben we meer woningen in de verkoop genomen, omdat de verkoop voorspoedig verliep. Vanwege de lage hypotheekrente en de inkomensgrenzen aan sociale verhuur, vonden vooral jonge stellen het interessanter om een woning van ons te kopen dan te huren in de vrije sector. In de Achterhoek hebben we veel woningen oorspronkelijk bedoeld voor verkoop uiteindelijk niet in de verkoop gebracht. Deze woningen hebben we deels gebruikt voor het huisvesten van asielzoekers, maar ook deels verduurzaamd in plaats van verkocht volgens de gewijzigde complexstrategie op basis van het portefeuilleplan.
Verkoop woningen 2014 Plaats
Aantal
%
Aalten
28
10,9%
154
60,2%
Groenlo
20
7,8%
Winterswijk
44
17,2%
Landelijk
10
3,9%
256
100,0%
Enschede
Totaal
9
Bezit De Woonplaats 31 december 2014 Aalten
Enschede
Groenlo
Landelijk
Winterswijk
Totaal
1.317
10.764
623
1.186
-28 0 0 0
-154 -369 -1 3
-20 0 0 0
-10 0 1 0
1.289
10.243
603
1.177
76
1.037
1
153
338
1.605
0 0 0 0
-1 -28 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-1 0 0
-2 -28 0 0
76
1.008
1
153
337
1.575
40
1
2
43
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
40
1
0
2
43
37
253
47
53
120
510
Verkoop
0
-1
-1
0
-1
-3
Sloop/samenvoegen uit administratie/uitsplitsing
0
-3
0
0
-3
Aankoop/administratieve redenen
0
-21
0
-1
-4
-26
Nieuw
0
0
0
0
23
23
37
228
46
52
138
501
1.430
12.094
672
1.392
-28
-156
-21
-10
-46
-261
Sloop/samenvoegen uit administratie/uitsplitsing
0
-400
0
0
0
-400
Aankoop/administratieve redenen
0
-22
0
0
-4
-26
Nieuw
0
3
0
0
31
34
1.402
11.519
651
1.382
Woningen en woongebouwen 31 december 2013 Verkoop Sloop/samenvoegen uit administratie/uitsplitsing Aankoop/administratieve redenen Nieuw 31 december 2014
2.346 16.236
-44 0 0 8
-256 -369 0 11
2.310 15.622
Garages, carports, parkeerplaatsen 31 december 2013 Verkoop Sloop/samenvoegen uit administratie/uitsplitsing Aankoop/administratieve redenen Nieuw 31 december 2014
Woonwagens en standplaatsen 31 december 2013 Verkoop Sloop/samenvoegen uit administratie/uitsplitsing Aankoop/administratieve redenen Nieuw 31 december 2014
Overige vhe's 31 december 2013
31 december 2014
Totaal bezit De Woonplaats 31 december 2013 Verkoop
31 december 2014
10
2.806 18.394
2.787 17.741
In voorbereiding Europalaan 25-71 Jeugdkerkstraat ‘t Getfert (oud Wooldriksweg) Haaksbergerstraat/Blekerstraat Helmerhoek gezondheidscentrum Houtwal Koningstraat Lage Bothof fase 2 Lage Bothof fase 4 Lage Bothof locatie Ketama Lipperkerkstraat 5/7 Maurits Prinsstraat Mekkelholt Onderwijs Impuls Oost Winterswijk Oost Boswinkel Pathmos Usselerweg Perikweg Spek-Ende fase 2 Stroinkslanden (E-1 woningen, IDF) Stroinkslanden vervanging E-1 woningen Tattersall
Winterswijk Winterswijk Enschede Enschede
24
16 25 102
80 40
42
Enschede
1
Oost Gelre Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Aalten Enschede
14 32 5
85 18 16
2
48 4
60
11 16
76
Winterswijk Enschede Enschede Enschede Winterswijk
1 252
77
40
75 5 36
9
Enschede
14
Enschede
21
23 12
Enschede
308
In uitvoering Beekhuizen Lage Bothof (fase 4 grondsanering) Nieuwluststraat (Roombeek) Spoorzone fase 2 Stroinkslanden hobbykamerwoningen Stroinkslanden kavelverkoop 11
Velp
6
Enschede Enschede Enschede
1 12
12 6
Enschede Enschede
21 4
Overige eenheden
Sociaal-maatschappelijke ruimte
Commerciële ruimte
Renovatie
Parkeergelegenheid
Koopeenheden
Aantal kavels
Zorgeenheden
Eengezinswoningen
Appartementen
Sloop commerciële ruimte
Sloop appartementen
Overzicht projecten 2014
Sloop eengezinswoningen
Projecten
Opgeleverd Balinkesstraat Bossesteeg Stevenfenne De Rikker
Winterswijk Winterswijk Enschede Winterswijk
Totaal
1 1
311
184
8 0 303 320
71
5
117
1
0 130 450
1
5
Lage Bothof Doelstelling Een oud fabrieksterrein in de wijk Velve-Lindenhof herontwikkelen voor woningbouw zodat er een vitale buurt ontstaat waar het plezierig wonen is. Effecten De Vogelaar-wijk Velve-Lindenhof zal na de eerdere sloop-nieuwbouw en de herontwikkeling van dit deelgebied Lage Bothof een mooie wijk zijn in Enschede, waar zowel huurders als kopers prettig kunnen wonen. De herontwikkeling hebben we opgeknipt in een aantal deelprojecten: Plangebied 1 is in 2011 opgeleverd De planvoorbereiding voor deelgebied 2 en deelgebied 4 heeft in 2014 plaatsgevonden
Hart van de Wijk Velve-Lindenhof Doelstelling Voor een prettig woonklimaat is het belangrijk dat bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Zij moeten zich verbonden voelen met de wijk. De voorzieningen daarvoor ontbreken nu nog. Daarnaast missen bewoners een laagdrempelige, centrale voorziening waar ze terecht kunnen voor uiteenlopende zaken als onderwijs, opvang, opvoedingsondersteuning, vergaderingen en educatie. Effecten Samen met collega-corporatie Ons Huis is De Woonplaats begonnen met het ontwikkelen en bouwen van het nieuwe Hart van de Wijk Velve-Lindenhof. Hiervoor is een gezamenlijke VOF opgericht. Het Hart van de Wijk wordt een multifunctioneel gebouw (genaamd ‘Lumen’) met een brede school waarin diverse partijen gaan samenwerken op het gebied van welzijnswerk, ruimten voor jongeren, educatie, cultuur, jeugdzorg, veiligheid en kinderopvang. In het ontwikkelingstraject hebben gebruikers en bewoners veel inspraak gehad. Het Hart van de Wijk biedt straks een vertrouwde en veilige omgeving voor kinderen, ouders en andere buurtbewoners. In mei 2014 is de bouw gestart en in juli 2015 wordt het Hart van de Wijk opgeleverd en in gebruik genomen.
Stroinkslanden-Zuid, Enschede Minder stenen, meer groen met Groenfase II Doelstelling Met Groenfase II willen we in Stroinkslanden-Zuid in samenwerking met de gemeente en bewoners ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen met elkaar verbinden. Zo willen we dat er een sterkere, meer dynamische, leefbare en aantrekkelijke wijk ontstaat. Effecten In Groenfase II zijn openbaar en particulier groen in Stroinkslanden-Zuid met elkaar verbonden. Met de realisatie van deze samenhangende groenstructuur zijn we in 2011 gestart door 39 seniorenwoningen (van het type E1) te slopen. Om tot een passende invulling voor het groen te komen, zijn we in 2012 met het participatieproces gestart. Bewoners hebben onder andere de ontwerper kunnen kiezen. Deze is na een aantal keukentafelsessies aan de slag gegaan. De uitvoeringsfase is gestart in 2013 en is in het voorjaar van 2014 afgerond. Bewoners kunnen nu genieten van de groene ruimte in hun wijk. Omdat bewoners intensief hebben samengewerkt aan de groenstructuur is de sociale samenhang versterkt. Daarnaast heeft De Woonplaats de kosten van beheer omlaag weten te brengen, omdat huurders samen met hun buren voor sommige onderdelen van het groen het beheer voor eigen rekening nemen. Dit heeft ook het verantwoordelijkheidsgevoel van de 12
0
bewoners voor hun leefomgeving bevorderd. De daadwerkelijke besparingen worden in 2015 inzichtelijk gemaakt.
IDF-woningen, 23 appartementen Doelstelling Het bouwen van 23 appartementen in de wijk Stroinkslanden-Zuid, waardoor bewoners wooncarrière kunnen maken in hun eigen wijk. De appartementen worden gerealiseerd volgens het IDF-principe: industrieel, duurzaam en flexibel. Dit houdt in dat de woning niet alleen prefab-elementen bevat, maar dat bewoners ook zelf de mogelijkheid krijgen om mee te beslissen over een flexibele indeling van hun appartement. Effecten Door bewoners in een vroegtijdig stadium te betrekken bij het ontwerp van de woningen investeren we in sociale samenhang en een prettig leefklimaat in de wijk. Dankzij dat participatieproces zijn de toekomstige bewoners eigenlijk al buren voordat de bouw van start gaat. Dit komt ten goede aan het leefklimaat in deze complexen en in de buurt en zorgt voor betrokkenheid van bewoners bij hun buren en de wijk. In 2014 hebben de toekomstige bewoners samen met de architect en de aannemer aan het ontwerptraject gewerkt voor de binnenkant van hun woning. Daarnaast hebben zij gezamenlijk meegewerkt aan het ontwerp van de gevels. De bestemmingsplanprocedure is in 2014 nagenoeg afgerond.
Hobbykamerwoningen Hanenberglanden Doelstelling Verduurzamen van de zogenoemde hobbykamerwoningen om daarmee de woonlasten voor de huurder te verlagen. Effecten Door de aangebrachte isolatie hebben de bewoners minder woonlasten, meer comfort en zijn zij tevredener met hun woning, omdat ze zelf keuzes hebben kunnen maken ten aanzien van bijvoorbeeld het uiterlijk van de gevel en de indeling van de ramen. Hierdoor is de klanttevredenheid vergroot. Eind 2014 is gestart met de verbouw van de eerste woningen. De Woonplaats heeft 21 hobbykamerwoningen in haar bezit. Inmiddels hebben dertien huurders aangegeven aan het verduurzamingstraject mee te willen doen. Ook een aantal particuliere eigenaren doet mee. Begin 2015 wordt het project opgeleverd en zal gestart worden met de monitoring van de energielasten.
Kavelverkoop Hanenberglanden Doelstelling Particulieren en huurders de mogelijkheid bieden om in Stroinkslanden zelf een nieuwbouwwoning te realiseren. Hierdoor wordt het eigen woningbezit gestimuleerd. Effecten Een kwalitatieve toevoeging van particuliere woningen in Hanenberglanden dat onderdeel is van StroinkslandenZuid. In 2014 hebben we op het braakliggende terrein van een aantal gesloopte E1-woningen de ligging en de indeling van de kavels bepaald, waarna we eind 2014 zijn gestart met de verkoop van de bouwrijpe grond.
Vervanging drie blokken grondgebonden woningen Doelstelling Het vervangen van 21 grondgebonden woningen door 15 nieuwe, duurzame, levensloopbestendige woningen. Effecten Door de vervanging wil De Woonplaats meer variatie van het woningaanbod in de wijk Stroinkslanden-Zuid realiseren. Door de bewoners te betrekken bij het tot stand komen van de woningen moet er een grotere betrokkenheid bij de wijk ontstaan. Daarnaast zorgen we dat de aantrekkelijkheid van de wijk stijgt. In 2014 is de planvoorbereiding afgerond en in 2015 begint de bouw van de nieuwbouwwoningen.
13
Nieuwluststraat, Enschede Doelstelling Het bouwen van 12 nieuwbouwappartementen in de wijk Roombeek. Effecten De Woonplaats wil in de wijk Roombeek een gevarieerder woningaanbod realiseren met deze appartementen. De bewoners hebben zelf hun keuken en badkamer uitgekozen. De bouw is gestart in 2014.
Oost-Boswinkel, Enschede Doelstelling De wijk Oost-Boswinkel voldeed niet meer aan de eisen van deze tijd. De Woonplaats wil de wijk weer toekomstbestendig maken. Om deze reden worden 329 appartementen, veelal portiekflats zonder lift, gesloopt. Deze maken plaats voor nieuwbouw bestaande uit 207 woningen. We hebben daarnaast een aantal subdoelstellingen geformuleerd zoals: Huidige bewoners kunnen onder voorwaarden terugkeren in de wijk. 50 bewoners hebben ons laten weten dit te willen. We hebben hoge ambities op het gebied van duurzaamheid. We willen 31 zogenaamde energie-nota-nulwoningen laten bouwen en daarnaast 84 energieneutrale woningen. We realiseren een meer gedifferentieerde wijk. Na oplevering bestaat de wijk uit 92 koopwoningen (appartementen en grondgebonden woningen) en 115 huurwoningen (appartementen, grondgebonden woningen, benedenbovenwoningen en seniorenwoningen). We willen de bouw met meerdere aannemers realiseren waarbij zij het kooprisico dragen. Dit is gelukt: drie aannemers gaan de wijk realiseren en nemen het kooprisico. We willen een hoge participatiegraad van de bewoners. De terugkeerders en potentiele nieuwkomers hebben meegedaan aan een interactieve ontwerpsessie waarbij ze mee konden denken over het stedenbouwkundig plan (in oktober 2013). Daarnaast konden bewoners in mei 2014 kiezen uit woonconcepten van vier verschillende aannemers. Effecten We hebben in 2013 met de gemeente een samenwerkingsovereenkomst (SOK) getekend. In maart 2014 is de exploitatieovereenkomst getekend. Inmiddels is de bestemmingsplanprocedure bijna afgerond en is de sloop begonnen. De wijk wordt in 2015 verder gesloopt en we verwachten dat in de loop van 2015 de eerste woningen gerealiseerd kunnen worden.
Tattersall en omgeving, Enschede Doelstelling Tattersall is een buurt in de wijk Bothoven in het centrum van Enschede met 308 sociale huurwoningen, waarvan het merendeel gestapeld en gebouwd is in de zogenaamde kasbahstijl. Onze belangrijkste doelstelling is om de veiligheid en leefbaarheid te verbeteren en daardoor ook de mutatiegraad omlaag te krijgen. Daarnaast heeft De Woonplaats de volgende nevendoelstellingen geformuleerd: Esthetische verbeteringen aan gevels en in de openbare ruimte realiseren. Door verbeteringen aan te brengen de woningen het energielabel B te kunnen geven. De deels openbare ruimte verbeteren. De gemeente wil hierin mee-investeren. Meer verbinding met de omgeving creëren en de ‘eilandcultuur’ doorbreken. Het oostelijk gelegen Vitensterrein krijgt een groen openbaar toegankelijk park op het waterbekken. Via een pleintje bij de watertoren ontstaat een nieuwe verbinding naar de basisschool Freinet en het noordelijk gelegen Polaroid-terrein krijgt een meer publieke functie. Waardestijging van het vastgoed realiseren. Hoe de concrete cijfers uitvallen, moet blijken na de ingreep maar volgens voorlopige taxaties wordt er een waardestijging gehaald.
14
Effecten Het vergroten van het veiligheidsgevoel van de bewoners in de wijk Tattersall en de leefbaarheid in de gehele wijk Bothoven. We brengen de mutatiegraad omlaag en zorgen hiermee voor een waardestijging van het vastgoed. In het stedenbouwkundige plan hebben we de volgende maatregelen opgenomen om bovenstaande te kunnen realiseren: Afsluiten van de onderdoorgangen Het verbreden van de straatprofielen door het verplaatsen van de bergingen In november 2014 is een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente afgesloten om afspraken vast te leggen over onder meer de openbare ruimte. Gedurende de eerste vijf maanden van 2015 hebben we gesprekken met bewoners ingepland om akkoord te krijgen op de aanpassingen aan hun woningen. Daarna zal aanbesteding en realisatie plaatsvinden om de doelstellingen te bereiken. De verwachting is dat de bouw door de grote hoeveelheid woningen tot medio 2017 zal door lopen.
‘t Getfert, Enschede Doelstelling Het project ‘t Getfert beslaat de Wooldriksweg, Delistraat, Getfertweg en Atjehstraat en ligt dichtbij het stadscentrum van Enschede. In dit gebied zullen 100 kwalitatief verouderde woningen van De Woonplaats plaats maken voor circa 80 duurzame nieuwbouwwoningen onder de huurtoeslaggrens. Alle huurders die dat willen, kunnen terugkeren in de wijk. De Woonplaats wil een vitale buurt waar het goed wonen is realiseren. Effecten Met de voorgenomen sloop en nieuwbouw willen we van ‘t Getfert een wijk maken waar woongenot voor de langere termijn is verzekerd en waar ons vastgoed in waarde is gestegen. Begin 2014 is het sociaal plan ingegaan. De meeste huurders (80%) zijn inmiddels vertrokken. De woningen die zij achterlaten worden tijdelijk verhuurd aan FMT die ze via een antikraakovereenkomst zal onderverhuren. We hebben de eerste stap binnen het nieuwe plan voor ’t Getfert gezet, door middel van een woonwensenonderzoek onder de terugkeerders. De sloop is eind 2015 gepland en de start van de nieuwbouw in het eerste kwartaal van 2016.
Stevenfenne, Enschede
Doelstelling De Woonplaats heeft aan 117 woningen groot onderhoud gepleegd. Alle woningen kregen een nieuwe badkamer en een groot aantal energiebesparende verbeteringen. Hiermee wilden we tegemoetkomen aan de wensen van de huurders en alle woningen naar energielabel A brengen. Effecten Het groot onderhoud heeft geleid tot de volgende effecten: Waardestijging van het vastgoed realiseren voor De Woonplaats Energielasten verlagen voor huurders Het kunnen verhuren van kwalitatief goede woningen onder de huurtoeslaggrens In 2014 is het totale project afgerond. Zowel De Woonplaats als de huurders geven aan dat de doelen zijn bereikt. De huurders waarderen hun woning met een rapportcijfer van 7,7, terwijl dat in de oude situatie een 5,4 was. Middelen Energetische verbetering woningen Groot onderhoud woningen Tegemoet komen aan huurderswensen
15
: € 1.134.637 exclusief BTW : € 3.520.110 exclusief BTW : € 275.428 exclusief BTW
Haaksbergerstraat-Blekerstraat, Enschede Doelstellingen Komen tot realisatie van het plan op een kavel die al sinds 2001 in bezit is. Er worden 40 appartementengerealiseerd waar de buurt ook tevreden mee is (op dit laatste zijn vorige plannen stukgelopen). Effecten In 2012 heeft De Woonplaats een realisatieovereenkomst getekend met ontwikkelaar Ten Brinke om samen de ontwikkeling aan de Haaksbergerstraat-Blekerstraat te doen. Wij nemen 40 appartementen af en Ten Brinke bouwt en exploiteert de commerciële ruimte. Het bestemmingsplan is zorgvuldig met de buurt doorgesproken en inmiddels vastgesteld. De bouw start in 2015.
Gezondheidscentrum/maatschappelijke ruimte Helmerhoek, Enschede Doelstelling Het realiseren van een nieuw onderkomen voor huisartsen, fysiotherapeuten, tandartsen en logopedie in de wijk. Daarnaast brengen we maatschappelijke functies vanuit het oude wijkcentrum onder in deze nieuwe maatschappelijke ruimte. Effecten Er komt een nieuw centrum met eerstelijnsgezondheidsfuncties en een maatschappelijke ruimte in het centrum van de Helmerhoek. De Woonplaats heeft in deze omgeving veel bezit en dit multifunctionele gebouw draagt bij aan een waardevermeerdering en hoger woongenot van onze wooneenheden. We hebben de contracten met alle partijen inmiddels getekend en de aanbesteding is geweest. We starten de bouw eind maart 2015 en de oplevering staat voor het eind van dat jaar gepland.
Europalaan, Winterswijk Doelstelling Het slopen van een appartementencomplex en vervangen door 16 passende eengezinswoningen met een optimale prijs-/kwaliteitsverhouding voor huurders die zoeken naar een woning onder de huurtoeslaggrens. Effecten Met dit project denken we te kunnen voldoen aan de vraag naar eengezinswoningen onder de huurtoeslaggrens. Hiermee verjongen we ons bezit. In 2014 hebben we de onderzoeken afgerond die nodig zijn voor de bestemmingsplanwijziging. Daarnaast is het stedenbouwkundig plan afgerond die de onderlegger vormt voor het bestemmingsplan. Na een laatste informatieavond voor de buurt kan de bestemmingsplanprocedure worden gestart. We verwachten dat de bouw eind 2015 kan worden gestart.
De Rikker, Winterswijk Doelstelling Het slopen van een appartementencomplex en vervangen door 8 passende eengezinswoningen met een optimale prijs-/kwaliteitsverhouding voor huurders die zoeken naar een woning onder de huurtoeslaggrens. Effecten Met dit project denken we te kunnen voldoen aan de vraag naar eengezinswoningen onder de huurtoeslaggrens. Daarnaast verjongen we ons bezit. In de zomer van 2014 hebben we het project De Rikker afgerond. Direct na de oplevering waren alle acht woningen verhuurd. Middelen De bouwkosten van acht eengezinswoningen: € 873.035 exclusief BTW.
16
Vliertuin, Winterswijk Doelstelling Het bouwen van een multifunctioneel gebouw met verschillende maatschappelijke voorzieningen (een nieuwe school voor De Vlier, een wijkvoorziening met sportgelegenheid) in de wijk. Effecten Met de Vliertuin creëren we: Een prettig leefklimaat met goede voorzieningen voor mensen uit de wijk Een vertrouwde omgeving voor de schoolgaande kinderen, hun ouders en andere buurtbewoners Waardestijging van het omliggend vastgoed van De Woonplaats In 2014 is het bestemmingsplan vastgelegd en is de oude school gesloopt. Basisschool De Vlier is tijdelijk in een naastgelegen pand ondergebracht. Daarnaast hebben we het definitief ontwerp bijna gereed en worden de aanbestedingsprocedures binnenkort opgestart. De bouw van het complex start in de zomer van 2015.
Balinkesstraat, Winterswijk Doelstelling Het realiseren van maatschappelijk vastgoed voor niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk (NGO’s) in het oude postkantoor van Winterswijk. Effecten Met de oplevering van het project Balinkesstraat in 2014 heeft Winterswijk een herkenbare plek voor haar inwoners gekregen waar ze met al hun vragen over welzijn, zorg en opgroeien terecht kunnen. Vooral onze huurders maken daarvan dankbaar gebruik. Middelen Het verhuur gereed maken van het voormalige postkantoor, bouwkosten € 2.223.716 exclusief BTW.
Houtwal, Groenlo Doelstelling Realisatie van zorgvastgoed in combinatie met het aanpakken van een (stedenbouwkundige) lastige locatie in Groenlo. Effecten Het creëren van een aantrekkelijke rand van het centrum in Groenlo. In 2014 heeft De Woonplaats voor meerdere lastige locaties, waaronder de Houtwal, gekeken naar een optimale invulling van een totaal woonprogramma, eventueel in combinatie met andere functies. De oorspronkelijk gedachte invulling van de locatie Houtwal (woon-zorg) is inmiddels niet meer haalbaar. In 2015 werken we de plannen in nauwe samenwerking met de gemeente verder uit en wordt als dat mogelijk is aansluitend gestart met de realisering van deze locaties.
Grondposities en inzet middelen In 2014 heeft De Woonplaats 925 m² grond aangekocht van de gemeente Enschede voor de realisatie van zes grondgebonden woningen in de Spoorzone. De investering bedroeg € 172.000 exclusief BTW. Verder is er 998 m² grond verworven van de gemeente Enschede voor het project Nieuwluststraat; de bouw van twaalf appartementen in de wijk Roombeek. De investering bedroeg € 353.700 exclusief BTW. De Woonplaats heeft ultimo 2014 één grondpositie zonder bouwbestemming in bezit. Het betreft een perceel van 4.665 m² aan de Ruurloseweg in Groenlo, welke is verworven in 2004 op verzoek van de gemeente. De afgelopen jaren is De Woonplaats in overleg met de gemeente bezig geweest met de ontwikkeling van deze locatie. Tot op heden heeft dat niet geleid tot het verkrijgen van een bouwbestemming. 17
Onderhoud Onderhoudsuitgaven 2014 (in €) Werkelijk 2014 Begroting 2014
KlachtenMutatiePlanmatig Overig Totaal onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud 19.637.777 4.646.974 2.769.650 12.221.153 0,00 21.117.000 5.000.000 2.151.240 13.748.761 217.000
Onderhoud werkelijk/begroot 2014 25.000.000
20.000.000
Uitgaven
15.000.000
10.000.000
5.000.000
Werkelijk 2014 Begroting 2014
0
Onderhoudsbeleid Binnen De Woonplaats werken we voor elk complex met een complexbeheerplan. Hierin leggen we op basis van het complexlabel de uitgangspunten voor de verschillende soorten onderhoud vast. Jaarlijks worden deze plannen geactualiseerd. In 2014 zijn we gestart met het klantgestuurd onderhoud. Dit houdt in dat we onze klanten de mogelijkheid willen bieden de woning aan te passen aan hun eigen wensen. Daarnaast wil De Woonplaats haar klanten ook de mogelijkheid geven langer zelfstandig te blijven wonen, ook als er sprake is van toenemende fysieke beperkingen. Het doel van ons klantgestuurd onderhoudsbeleid is drieledig: Vergroten van klanttevredenheid. Huurders die zelf keuzes mogen maken, hebben meer invloed op hun woning. Langdurige klantrelatie bewerkstelligen door positief klantcontact. Met meer vertrouwen zorgen we voor minder mutaties. Verbeteren van de kwaliteit van onze woningen met het als doel de vastgoedwaarde van ons woningbezit te behouden. We onderscheiden een viertal type aanpassingen die vallen onder klantgericht onderhoud: Reparatie onderhoud De woning terug brengen naar het kwaliteitsniveau dat volgens De Woonplaats minimaal noodzakelijk is.
18
Duurzaamheidaanpassingen Aanpassingen in het kader van de verduurzaming van de woning, met als doel de energiekosten te verlagen en het comfort te verbeteren. Zorgaanpassingen Aanpassingen die het mogelijk maken dat huurders langer zelfstandig in hun woning kunnen blijven wonen, ondanks (fysieke) beperkingen. Comfortaanpassingen Aanpassingen gericht op het verbeteren van de oorspronkelijke kwaliteit. Voorbeelden zijn een luxere keuken of badkamer.
Duurzaamheidaanpassingen, zorgaanpassingen en comfortaanpassingen zijn aanpassingen die de kwaliteit van de woning verbeteren. In alle gevallen wordt het initiatief voor het onderhoud of de kwaliteitstoevoeging genomen door de klant. De klant kan er voor kiezen om de kwaliteitsaanpassingen zelf uit te voeren of door ons te laten uitvoeren. In het laatste geval staat er een huurverhoging tegenover. In totaal hebben 347 huurders een woningverbetering aangevraagd (exclusief het plaatsen van cv-ketels), met een gemiddeld investeringsbedrag van ruim € 1.600 en een gemiddelde huurverhoging van bijna € 9.
Planmatig onderhoud In 2014 heeft De Woonplaats voor ruim € 12 miljoen planmatig onderhoud uitgevoerd, dat is gemiddeld circa € 782 per vhe. Het gaat hier om structurele onderhoudswerkzaamheden die we doorlopend uitvoeren om onze complexen in goede conditie te houden. De onder- en overschrijdingen van de begroting hadden te maken met onderstaande zaken: Vervallen begrotingsposten door verkoop, wijziging complexstrategie of werkzaamheden die met succes onder garantie zijn uitgevoerd. Het gaat hierbij om € 56.000. Een aanzienlijk inkoopvoordeel. Door verlenging van de stimuleringsmaatregel van het verlaagde BTWtarief op arbeid voor onderhoud en renovatie en door individuele verkoop van woningen zijn resultaten ingeboekt op diverse begrotingsposten. Deze genoemde voordelen geven gezamenlijk een positief resultaat van ongeveer € 1 miljoen wat neerkomt op 6,9% van het totale budget. De aanbesteding van het onderhoudscontract van liften eind 2013 leidde in 2014 tot een besparing van circa € 200.000. Vertraging in onderhoudsproject dat doorgeschoven is naar 2015. Het gaat hierbij om € 673.700. Onvoorziene uitgaven in het kader van veiligheid en gezondheid: - Asbestsanering: door toenemende aandacht voor en bewustwording van risico’s zijn er bijvoorbeeld meer asbestsaneringen in individuele woningen uitgevoerd voor € 62.000. - Brandveiligheidsonderzoeken: om de brandveiligheid te optimaliseren is er € 340.000 geïnvesteerd in het preventief verbeteren van vluchtwegen en brandwerendheid in onze meest risicovolle complexen (op basis van de brandveiligheidsonderzoeken die in 2013 en 2014 hebben plaatsgevonden).
Klachtenonderhoud De werkelijke uitgaven van het klachtenonderhoud zijn ruim € 350.000 lager uitgevallen dan begroot. Deze onderschrijving wordt grotendeels veroorzaakt door het tijdelijke BTW-voordeel van 6% op arbeidskosten. Ten opzichte van 2013 hebben we € 300.000,- meer uitgegeven. Dit is grotendeels het gevolg van de toename van de vervanging van keukens, badkamers en toiletten.
Mutatieonderhoud De werkelijke uitgaven van het mutatieonderhoud zijn ruim € 600.000 hoger uitgevallen dan begroot. Deze verhoging is voor het grootste gedeelte het gevolg van het hogere aantal keukens, badkamers en toiletten die in 2014 zijn vervangen. Deze vervangingen hebben veelal ook een kwaliteitsverbetering tot gevolg gehad. Dit is € 400.000 meer dan in 2013.
Overig onderhoud Door het opheffen van Gold Service hebben we geen uitgaven gedaan voor overig onderhoud. 19
Reparaad De samenwerking met Reparaad, onze partner in de uitvoering van het dagelijks onderhoud, is in 2014 voortgezet. Met de implementatie van het primaire automatiseringspakket van Reparaad konden we de digitale dienstverlening uitbreiden. Er is in de eerste helft van 2014 veel aandacht besteed aan het handhaven van de kwaliteit van afhandeling van reparatieverzoeken. Het doel van De Woonplaats om onze klanttevredenheid op het gebied van klachtenonderhoud ruim boven het rapportcijfer 7 te houden is gehaald, namelijk een 7,3. In de tweede helft van 2014 hebben we opnieuw veel aandacht besteed aan kwaliteitsverbetering en efficiënter werken met als doel de klanttevredenheid te verhogen en kosten te besparen. Dit is een continu proces.
20
Hoofdstuk 3 - Huisvesting & Leefbaarheid Het huisvesten van onze doelgroepen is en blijft onze kerntaak: elke klant mag rekenen op een goede en goed onderhouden woning. Daarnaast zetten we in op de samenwerking met onze huurdersverenigingen en met bewoners in de wijken en buurten, onder andere door hen te betrekken bij ons beleid en beheer. Bij het toewijzen van woningen houden we rekening met de Europese en nationale regelgeving. Waar mogelijk leveren we bewoners maatwerk, als dat binnen de grenzen van de regelgeving past.
Woonruimteverdelingsbeleid In 2014 zijn we gestart met het in- en doorvoeren van een belangrijke beleidswijziging in de woonruimteverdeling (invoeren Product Markt Combinaties) met als doel om meer woningen toegankelijk te maken voor bepaalde doelgroepen. In 2014 hebben we de eerste Product Markt Combinaties (PMC’s) toegepast, voor een deel van onze woningvoorraad. Met PMC’s kunnen we bepaalde woningen beschikbaar maken voor doelgroepen, die hier anders niet voor in aanmerking zouden komen. Zoals complexen voor 65+, huurders met een minimuminkomen of gezinnen met kinderen. Aan ongeveer een derde van onze woningen hangt een specifiek PMC-label. Het grootste deel van onze woningvoorraad blijft gewoon toegankelijk voor huishoudens met een inkomen van minder dan € 34.678 per jaar.
Toewijzing DAEB-woningen In het kerngebied van De Woonplaats kunnen woningzoekenden via ons lotingssysteem WoonVinder reageren op passende woonruimte met een huurprijs beneden € 699,48. In 2014 hebben wij onze website grondig vernieuwd. Zowel vanuit het klantperspectief als vanuit een efficiënte organisatie hebben we aanpassingen doorgevoerd met als doel een website die gebruikersvriendelijker werd, de mogelijkheid heeft voor de klant om een zoekprofiel aan te maken en om ons woningaanbod ‘direct te huur’ aan te bieden. De woningzoekende schrijft zich gratis in en kan vervolgens reageren op het beschikbare woningaanbod in de Achterhoek en Twente. Het aanbod buiten deze twee kerngebieden wordt nu ook via WoonVinder aangeboden. Hoe actiever de woningzoekende, hoe groter de kans om passende woonruimte te vinden. Voor beide woningmarktgebieden (Enschede en Oost Achterhoek) geldt dat 90% van de woningzoekenden binnen 6 maanden, of zelfs eerder een woning heeft. Uit de reacties van de klant merken we dat zij tevreden zijn over de verbeteringen. Ook zien we een gerichter zoekgedrag van de klant. De klant reageert op het woningaanbod dat passend is waardoor we een beter beeld krijgen van de beschikbare voorraad die nodig is in onze kerngebieden. Deze informatie is van belang, zeker in een ontspannen woningmarkt waar de acceptatiegraad in 2014 net onder de 30% lag.
Mutatieprocedure In het reorganisatieplan hebben we een nieuwe werkwijze van het verhuurproces uitgewerkt. Met als doel om de mutatieprocedure efficiënter en uniformer in te richten. In 2014 zijn de randvoorwaarden opgesteld en zijn de processen inzichtelijk gemaakt volgens de leanmethode. Dit heeft geresulteerd in een andere verdeling van de werkzaamheden. Er is gekozen voor een administratieve binnendienst en een technische buitendienst die in 2015 aan de slag gaan volgens de nieuwe manier van werken, digitaal ondersteund waar mogelijk.
Europaregeling Het beleid van De Woonplaats is er al sinds de inwerkingtreding van de Europaregeling op gericht om uitsluitend de doelgroep van beleid te huisvesten in het woningaanbod beneden de liberalisatiegrens. Bij iedere woningtoewijzing wordt het inkomen van de klant getoetst en vastgelegd. De doelstelling om minimaal 90% van ons woningaanbod toe te wijzen aan woningzoekenden met een jaarinkomen beneden de € 34.678 is ruimschoots (98%) gehaald. Er zijn geen negatieve effecten van ons beleid voor de inkomensgroepen boven deze inkomensgrens. Deze woningzoekenden kunnen in de vrije sector en in de koopvoorraad geschikte woonruimte vinden.
21
Huurprijsbeleid Het belangrijkste uitgangspunt van ons huurprijsbeleid is dat de gemiddelde streefhuur 85% van de maximaal redelijke huurprijs bedraagt. Verder zijn de volgende doelstellingen opgenomen: Het generen van middelen om in te kunnen zetten voor de doelgroepen van beleid Het optimaliseren van het direct rendement door het maximaliseren van huuropbrengsten (o.a. door het jaarlijks verhogen van de huurprijzen per 1 juli en het aanpassen van de huurprijs van een woning bij mutatie) De best mogelijke prijs-/kwaliteitsverhouding bieden Voldoende woningvoorraad bereikbaar houden voor onze doelgroepen Onze woningvoorraad biedt ruimte om een marktconform huurprijsbeleid te voeren. Na mutatie wordt, indien de marktsituatie dit toestaat, de huur verhoogd tot aan de streefhuur. Door goede analyses weten we welk deel van onze voorraad beschikbaar moet blijven voor mensen met een economisch of sociaal zwakkere positie op de woningmarkt. In 2014 begon de landelijke betaalbaarheidsdiscussie, die onze volle aandacht heeft. In dat kader kijken we hoe wij als sociale volkshuisvester onze doelgroep ook op de lange termijn kunnen blijven bedienen. In 2015 gaan we ons huidige huurbeleid herzien, uiteraard in nauw overleg met (onder meer) het huurdersplatform. Hierbij nemen we de uitkomsten van de betaalbaarheidsdiscussie mee, evenals de zogenaamde huursombenadering, die de overheid waarschijnlijk in 2016 gaat herinvoeren. Vanaf 2016 zijn onze huurverhogingen gebaseerd op ons nieuwe huurprijsbeleid.
De jaarlijkse huurverhoging In 2013 gaf de overheid woningcorporaties voor het eerst de mogelijkheid om een inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen. Wij hebben hier gebruik van gemaakt door in 2014 (net als het jaar ervoor) de huren inkomensafhankelijk te verhogen. Gezien het huidige beleid van de overheid (o.a. de verhuurdersheffing), hebben wij ons voor alsnog daartoe besloten.
Verstuurde aanzeggingen huurverhoging 2014 Gemeente
Staffel Parkeerplaatsen/ Geliberaliseerd Woon- Midden Hoge Totaal (regulier) garages bezit wagens inkomens inkomens 7.379
651
398
40
719
705
9.892
Aalten
923
57
48
0
63
64
1.155
Groenlo
515
1
12
1
38
22
589
1.682
164
32
2
115
66
2.061
622
112
119
0
63
47
963
Enschede
Winterswijk Landelijk
14.660 In de loop van 2014 ontvingen we in totaal 142 bezwaarschriften over de inkomensafhankelijke huurverhoging. Daarvan waren er 71 gegrond, op basis van de bezwaargronden die het ministerie heeft bepaald. Onderstaand is een overzicht van het aantal ontvangen bezwaarschriften per gemeente opgenomen.
Bezwaren per gemeente Enschede Aalten Groenlo Winterswijk Landelijk Totaal aantal bezwaren
22
Aantal
%
110 77% 6 4% 4 3% 12 8% 10 7% 142 100%
Aantal woningen per 31-12-2014 onderverdeeld in DAEB en niet-DAEB DAEB in %
Rayon Gemiddelde subsidiabele huur Aalten
Gemiddelde subsidiabele huur Enschede-centrum
Gemiddelde subsidiabele huur Enschede-noord
Gemiddelde subsidiabele huur
Gemiddelde subsidiabele huur
Gemiddelde subsidiabele huur Enschede-zuid
Gemiddelde subsidiabele huur Groenlo
Gemiddelde subsidiabele huur
Gemiddelde subsidiabele huur Winterswijk
1.975 91,8%
Totaal gemiddelde subsidiabele huur
2.151
€ 786,57 1.467 95,9%
63 4,1%
1.530
€ 520,80 € 765,25 1.787 90,4%
190 9,6%
1.977
€ 543,26 € 708,29 2.436 99,8%
4 0,2%
2.440
€ 512,97 € 791,76 674 98,5%
10 1,5%
684
€ 608,05 € 769,27 1.042 91,5%
97 8,5%
1.139
€ 528,86 € 918,95 2.318 97,9%
50 2,1%
2.368
€ 533,14
Totaal gemiddelde geliberaliseerde huur Totaal aantal woningen
176 8,2%
€ 502,82
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
2.044
€ 805,73
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
173 8,5%
€ 540,68
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
Landelijk
1.871 91,5%
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
1.289
€ 826,58
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
56 4,3%
€ 527,00
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
Enschede-west
1.233 95,7%
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
Enschede-oost
€ 768,62
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
Totaal
€ 520,09
Gemiddelde geliberaliseerde huur Aantal woningen
niet-DAEB in %
€ 798,68 14.803 94,8%
819 5,2%
15.622
Bewoners betrekken bij beleid en beheer Onze doelstelling voor de samenwerking met onze huurdersverenigingen is: ‘Het nauw betrekken van de huurdersorganisatie bij beleid en beheer, in overeenstemming met artikel 17 van het BBSH (Besluit Beheer Sociale Huursector) en de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder’.
Overleg met Huurdersplatform Huurdersplatform De Woonplaats vertegenwoordigt de huurdersorganisaties. Het platform behartigt de belangen van al onze huurders en bespreekt beleids- en marktontwikkelingen op lokaal en regionaal niveau. Wij bieden elke huurdersorganisatie de mogelijkheid om de belangen van hun achterban goed te behartigen. Daar 23
hebben we afspraken voor gemaakt met het Huurdersplatform en deze hebben we vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. In deze overeenkomst staat ook hoe en hoe vaak er overleg plaatsvindt en op welke onderwerpen het Huurdersplatform informatie-, advies-, of instemmingsrecht heeft. Een overzicht van de besproken zaken in 2014: In maart informeerden we het Huurdersplatform over de laatste ontwikkelingen rondom de reorganisatie. Per 1 april was de bestuurlijke fusie met Woningstichting Dinxperlo (WSD) een feit. Toen werd de directie van De Woonplaats tevens directie van WSD. Het bestuur van het Huurdersplatform werd per brief om hun zienswijze gevraagd en tijdens de reguliere overleggen uitvoerig bijgepraat. Adviesaanvraag voor de huurverhoging 2014. Adviesaanvraag voor een aanpassing openingstijden van de woonwinkel. We informeerden het Huurdersplatform over de Landelijke Bewonersdag in de Enschedese Grolsch Veste. Deze dag, die op 15 november plaatsvond, stond in het teken van bewonersparticipatie en had als thema: ‘De regie terug’.
Halfjaarlijks themaoverleg met Huurdersplatform Naast het reguliere overleg met het Huurdersplatform, hebben we elk half jaar een themaoverleg. Tijdens dit overleg bespreken we de ontwikkelingen in de sociale woningsector en staan we stil bij onze financiële positie en de begroting van het lopende jaar. Het themaoverleg op 22 oktober stond in het teken van bewonersparticipatie. De volgende vragen kwamen (onder andere) aan de orde: Hoe faciliteer je als woningcorporatie bewonersinitiatieven en leefbaarheidsvraagstukken? Hoe beloon je goed huurdersgedrag? Tijdens dit themaoverleg mochten we op een actieve inbreng van het bestuur van het Huurdersplatform rekenen. We konden goed inhoudelijk discussiëren en kregen waardevolle input van het Huurdersplatform, die we gebruiken voor het verder bepalen van onze koers.
Huurdersverenigingen en bewonerscommissies Een goede samenwerking met onze huurdersorganisaties zorgt voor wederzijds draagvlak. We werken samen met negen huurdersorganisaties: twee in Enschede, vier in de Achterhoek en drie verenigingen voor het landelijk bezit. Op buurt- en wijkniveau hebben we overleg met bewonerscommissies, die de belangen van onze huurders vertegenwoordigen. Zij worden ondersteund door de huurdersverenigingen. De huurdersorganisaties hebben een actieve rol en zorgen ervoor dat we bepaalde zaken bespreken. Een overzicht van de besproken onderwerpen in 2014: In januari informeerden we de huurdersverenigingen per brief over onze samenwerking met collegacorporaties en de gemeente. We gaven een korte samenvatting van de opbouwende manier waarop we samenwerken, gebaseerd op de ‘uitvoeringsagenda’ en in de gemeente Enschede gebaseerd op de Woonvisie 2025. Adviesaanvraag prestatieafspraken gemeente Enschede De in oprichting nieuwe huurdersvereniging HV Dinxperlo Verduurzaming Achterhoek: ‘De Dikke Jas’ in Winterswijk en ‘Samen naar Beter’ in Aalten en Groenlo
Klachtafhandeling en de klachtencommissie De dienstverlening van De Woonplaats is er op gericht onze klanten correct, efficiënt en effectief te ondersteunen. In sommige gevallen is onze klant het niet eens met ons standpunt. Daarom is er beleid uitgewerkt om in die gevallen de vragen en opmerkingen van onze klanten goed te kunnen beantwoorden. In specifieke situaties wordt in overleg met de leidinggevende afgeweken van het beleid en maatwerk geleverd. Wij werken met een klachtenprocedure die medewerkers in staat stelt om snel en zorgvuldig te kunnen handelen indien een klant zich tot ons richt met een klacht. Onze klanten kunnen online reageren via een formulier op onze website, schriftelijk per post of per e-mail. Indien we een klacht per post of per e-mail ontvangen, wordt er direct een ontvangstbevestiging verstuurd. Een klacht wordt eerst door de medewerker in behandeling genomen en binnen 10 werkdagen krijgt de klant schriftelijk antwoord. Een geautomatiseerd registratie- en verwerkingssysteem informeert de leidinggevende over de voortgang zodat wij in staat zijn om de 24
klanten binnen die 10 dagen een reactie te geven. Indien de klant het niet eens is met ons antwoord, wordt de situatie vervolgens door de direct leidinggevende beoordeeld en ontvangt de klant een tweede reactie van De Woonplaats. Wij behandelen klachten van klanten die betrekking hebben op overlast (74 in 2014) in wijk of buurt, die te maken hebben met de technische werkzaamheden in of aan de woning (52 in 2014) of een klacht over een medewerker of de organisatie (87 in 2014).
Klachtencommissie Is de klant het niet eens met de tweede schriftelijke reactie van De Woonplaats, dit is de leidinggevende van de medewerker waar de klacht oorspronkelijk is ingediend, dan kan er een klacht worden ingediend via de website van de Klachtencommissie. In 2014 zijn er 18 klachten in behandeling genomen waarvan er vier tot een zitting hebben geleid. In deze gevallen is De Woonplaats in het gelijk gesteld en hebben we het advies van de Klachtencommissie opgevolgd. Het aantal klachten dat in behandeling is genomen is gedaald ten opzichte van 2013 (21 klachten en acht zittingen in 2013).
Huurincassobeleid en ontruimingen Ook in 2014 hebben we onze inspanningen om huurachterstanden en ontruimingen zoveel mogelijk te beperken onverminderd doorgezet. Om onze doelstelling te realiseren; het handhaven van het percentage huurachterstand en het aantal ontruimingen niet te laten stijgen, hebben we in een vroeg stadium persoonlijk contact met onze klanten. Deze aanpak werkt, onze consulent huurschulden merkt dat onze klanten het waarderen dat er meegedacht wordt in oplossingen en er toch meer mogelijk is dan ze denken. Ook de belavonden zijn een succes, onze klanten zijn dan het beste bereikbaar en we kunnen ze door onze klantgerichte werkwijze bewust maken van hun situatie en afspraken maken om het probleem aan te pakken. Het effect is dat ondanks de economische situatie het aantal ontruimingen nauwelijks is gestegen (57 in 2014) en de huurachterstanden ook beheersbaar zijn (0,6%), juist door ze niet te laten oplopen en direct met de klant te zoeken naar een goede oplossing. De samenwerking ‘vroegsignalering huurschulden’ tussen de Enschedese corporaties en de Stadsbank Oost Nederland, de Sociaal Maatschappelijke Dienst en de gemeente Enschede verloopt goed. Door de onderlinge afstemming is het mogelijk huurachterstanden en problemen snel aan te pakken. Er worden huisbezoeken afgelegd, een budgetcoach kan huurders bijstaan en betalingen worden geregeld via de Stadsbank (BBR).
Ontruimingen per huurprijs Huurprijs
2014
2013
tot € 300,00
0
0
€ 300,01 - € 400,00
7
10
€ 400,01 - € 500,00
16
14
€ 500,01 - € 600,00
16
19
€ 600,01 - € 700,00
14
9
4
3
57
55
> € 701,00 Totaal
Ontruimingen per rayon Rayon
2014
2013
Enschede Noord Oost Centrum
23
22
Enschede Zuid West
23
26
Achterhoek
9
5
Landelijk
2
2
57
55
Totaal
Huurderving In de begroting 2014 was het doel van De Woonplaats om voor het gehele bezit niet meer dan 3,8% derving te hebben. Voor ons primaire DAEB-bezit (Diensten van Algemeen Economisch Belang) was ons doel om maximaal 2% frictieleegstand te hebben. Onze doelstelling van 2% frictieleegstand hebben we behaald, deze was in 2014 1,1%. Onze totale huurderving is wel hoger dan onze doelstelling, in 2014 bedroeg deze 4,6%. Dit komt vooral door de leegstand van woningen voor de sloop/nieuwbouw projecten in Boswinkel en aan de 25
Wooldriksweg. Daarnaast nam de leegstand/derving in de commerciële verhuur toe met 6,7%, in 2013 was dit 38% en in 2014 steeg dit naar 44,7%.
Huurderving 2014 (in €) Rayon
Antikraak
Frictieleegstand
1.164.969,21
1.582.239,13
Aalten Enschede
Overige leegstand
Projecten
32.363,82
820.514,42
139.726,26
30.462,06
Groenlo
48.369,16
Landelijk
143.060,13
Winterswijk
785.995,20
40.149,41
2.699.389,88
32.363,82 1.192.945,55
Totaal
1.164.969,21
301.819,66
Leefbaarheid Het doel van ons leefbaarheidsbeleid is tweeledig. Ten eerste zetten we in op klanttevredenheid. Een klant die prettig woont, zal langer blijven wonen, meer willen investeren in de woning, buurt en wijk en deze positiever ervaren. Ook het aantal klachten neemt af, waardoor de (mutatie)kosten dalen. Ten tweede is ons leefbaarheidsbeleid van belang voor de waardeontwikkeling van ons vastgoed. Prettig wonen, zorgt voor vastgoed met een stabiele waarde, maar ook voor minder leegstand, betere verkoop en hogere huren. In 2014 zijn we gestart met het aanpassen van ons leefbaarheidsbeleid, welke we in 2015 willen vaststellen. De belangrijkste wijziging is dat we aansluiten bij onze wijkprioritering, waarin we elke wijk waar we bezit hebben een score geven. Deze score is samengesteld op basis van objectieve criteria (zoals de Leefbaarometer) en aangevuld met de kennis en inzichten van een brede delegatie medewerkers van De Woonplaats. Dit resulteert in wijken die met voorrang aangepakt zullen moeten worden (rode buurten), wijken die goed functioneren (groene buurten) en ten slotte wijken die goed in de gaten moeten worden gehouden (blauwe buurten). In totaal komen er vier ‘rode ‘wijken uit de analyse. Deze gebiedsprioritering vormt een kader bij het vaststellen van de inzet in leefbaarheid per buurt. Voor 2014 was een bedrag van € 750.000 begroot voor leefbaarheid. Uiteindelijk hebben we € 575.000 besteed. Dit kwam voornamelijk doordat begrote posten goedkoper uitvielen en een aantal activiteiten naar 2015 is doorgeschoven. Een aantal leefbaarheidsinitiatieven die we uit onze leefbaarheidsbegroting in 2014 hebben bekostigd: Een bijdrage aan verschillende buurtfeesten, zoals het volksfeest Aalten, het zomerfeest Pathmos en het buurtfeest Boekelo Sociale activering in meerdere wijken, zoals ‘t Getfert-Perik, de Lasondersingel en Oost-Boswinkel Buurtbemiddeling in de Achterhoek Groenprojecten in een aantal wijken, zoals Twekkelerveld, Stadsveld en het Leunenberg Samen met bewoners een speelveldje voor de buurt inrichten in Aalten Een bijdrage aan het kulturhüs in Bredevoort Het effect van de investeringen in leefbare wijken en buurten is merkbaar. De onderlinge communicatie verbetert, de bewoners weten ons te vinden en we kunnen elkaar aanspreken op bijvoorbeeld overlastsituaties. Een ander effect is de bereidheid van bewoners om ook hun steentje bij te dragen, de samenwerking verloopt hierdoor soepeler en bewoners zijn bijvoorbeeld trots op hun groene woonomgeving of de speelfaciliteiten voor de kinderen in de wijk.
26
Prestatieafspraken gemeenten Enschede In 2014 hebben de drie Enschedese woningcorporaties (De Woonplaats, Ons Huis en Domijn) samenwerkingsafspraken gemaakt met de gemeente Enschede. We ontmoeten elkaar structureel en werken volgens de ‘plan-do-check-act’ cyclus. Het doel van deze cyclus is om elk jaar een aantal afspraken te maken, die aan de wensen van alle betrokken partijen voldoen. Als basis hiervoor hebben we gezamenlijke doelstellingen geformuleerd. Deze kunnen we tussentijds aanpassen als de omstandigheden daarom vragen. We hebben afspraken gemaakt over een aantal thema’s, waarvan de belangrijkste zijn: Het niet meer toevoegen van woningen aan de stad - Er is overeengekomen dat de corporaties geen woningen meer aan de voorraad toevoegen. Sloop en nieuwbouw zullen in balans zijn. In samenspraak met de verkoopdoelstelling heeft dit tot gevolg dat de voorraad sociale huurwoningen langzaam zal afnemen. Hiermee wordt geanticipeerd op de demografische ontwikkeling van Enschede. Waar op termijn sprake zal zijn van stagnatie van groei, in zowel inwonersaantal als aantal huishoudens, gevolgd door krimp. Betaalbaarheid - Betaalbaarheid is een breed begrip. Er is een gezamenlijk definitie van betaalbaarheid geformuleerd op basis waarvan concrete onderzoeksvragen en afspraken kunnen worden gemaakt. In deze definitie wordt onderscheid gemaakt in de prijs-/kwaliteitverhouding van woningen, de mate waarin woningen beschikbaar zijn en ten slotte de betaalbaarheidsproblematiek van de zittende huurders. - Verkoop van woningen. Er is afgesproken dat de gemeente geïnformeerd wordt over nieuw te verkopen woningcomplexen en de verkoopprognose. Daarnaast is afgesproken dat de kwaliteit van de verkochte woningen wordt bewaakt.
Achterhoek In 2013 liepen de prestatieafspraken met de gemeenten Winterswijk, Aalten en Oost Gelre formeel af. Daarna hebben we in regionaal verband met de Achterhoekse corporaties, de gemeenten en de provincie afgesproken, om in 2014 kernfoto’s te maken van de 21 hoofdkernen en de resultaten daarvan op te nemen in de Regionale Woonagenda. Op basis daarvan worden per gemeente weer nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Dit proces is in 2014 nog niet afgerond.
Kernenfoto’s Het doel van het project kernenfoto’s van provincie, gemeenten en corporaties, samenwerkend in de stuurgroep regionale woonvisie, is het bundelen van kennis over wonen en direct daaraan verbonden terreinen in de 21 (hoofd)kernen van de Achterhoek. In beeld is gebracht welke kansen en projecten er de komende tien jaar aan de orde zijn en voor welke dilemma’s een oplossing gevonden dient te worden. Het project richt zich zowel op de lokale als de regionale dynamiek. Om de lokale dynamiek in beeld te krijgen is een schat aan informatie verzameld, die benut gaat worden bij de verdere uitwerking en uitvoering van de kansen en projecten. Voor het regionale deel is in beeld gebracht welke zaken om regionale afstemming en/of aanpak vragen. Conclusies en aanbevelingen Elke kern kent een eigen ‘couleur lokale’. Deze wordt zichtbaar door te kijken naar zowel de fysieke aspecten als sociaal-economische aspecten. Maatwerk per kern en kijken naar de vraag/behoefte die daar leeft, is daarom essentieel; acupunctuur in plaats van één aanpak voor de hele regio. De specifieke lokale aanpakken zijn verwoord in de set met documenten die voor elke kern is opgesteld. In het eindrapport ‘Kernenfoto's’ is met name ingezoomd op de regionale aspecten.
27
Demografie: een relatief geringe groei van het aantal huishoudens, die over het algemeen ook gepaard zal gaan met op relatief korte termijn een omslag van groei naar krimp, vraagt om extra voorzichtigheid in het toevoegen van woningen. Plancapaciteit: er zijn beduidend minder woningen extra nodig om te voorzien in de huisvesting van de huishoudens in 2025 dan de huidige plancapaciteit. Heroverweging van de regionale afspraak (en de
verdeling tussen gemeenten/kernen) en het verder terugbrengen van de plancapaciteit is daarom noodzakelijk. Leegstaand vastgoed: we krijgen de komende 10 jaar te maken met een toename in leegstand van vastgoed. De problematiek van leegstaand maatschappelijk, zakelijk en agrarisch vastgoed is omvangrijker dan de opgave op het gebied van wonen. Wonen en zorg: vraag en aanbod op het gebied van wonen en zorg (intramuraal) lijken in 2025 redelijk in evenwicht. Voorzieningen verdwijnen: het komende decennium verdwijnen in verhouding meer voorzieningen in de kleine kernen, terwijl in de grotere kernen vaker sprake zal zijn van clustering. Initiatieven van onderop: steeds vaker zien we initiatieven, waarbij burgers optreden als (co-)producent. Veel van deze initiatieven van onderop lopen stuk op regeltjes. Het is van belang dat gemeenten een visie hebben op hun rol bij ‘bottum-up’ initiatieven.
In het najaar van 2014 zijn de kernenfoto’s van alle Achterhoekse hoofdkernen aan de stuurgroep regionale woonvisie gepresenteerd. Op basis daarvan hebben we de plancapaciteit voor de nieuwbouw besproken en zijn voor elke gemeente afzonderlijk afspraken gemaakt over de nieuwbouwproductie. In het voorjaar van 2015 gaan de gemeenteraden en de provincie deze kernfoto’s formeel vaststellen, zodat we de afspraken in de Regionale Woonagenda en de prestatieafspraken kunnen vastleggen. De Woonplaats heeft in diverse projectgroepen en overleggen bijgedragen aan de totstandkoming van de kernenfoto’s. Op het gemeentelijke niveau heeft onze directie een aantal keren per jaar overleg met de wethouder van volkshuisvesting en/of het voltallige college. Daarin komen alle aspecten van de samenwerking en de gemaakte afspraken aan de orde en worden eventueel (op de oude prestatieafspraken) aanvullende afspraken gemaakt.
Multifunctionele accommodaties (MFA’s) De Woonplaats wil partner zijn in het realiseren van maatschappelijk vastgoed voor gemeenten, waarmee zij prestatieafspraken opstelt, waar de markt dit niet oppakt. De Woonplaats ziet maatschappelijk vastgoed als katalysator om mensen in de wijk met elkaar te verbinden en bewoners te activeren (sociale stijging). Goed wonen, komt het best tot zijn recht in wijken en buurten die leefbaar en veilig zijn, waar goed onderwijs is, een rijk verenigingsleven wordt geboden en waar de bevolking aan het arbeidsproces en het maatschappelijk leven deelneemt. De Woonplaats vindt het belangrijk dat bewoners daarin eigen verantwoordelijkheid nemen en initiatief tonen. Zo nodig participeert De Woonplaats daarbij in activering, met name gebeurt dat in de MFA’s. Doelstelling De MFA’s Prismare (2008), Stroinkshuis (2011) en Lumen (2015) geven een forse impuls in het sociaal economische domein in wijken waar De Woonplaats bezit heeft. Een wijk creëren waarin bewoners actief en betrokken zijn en zelf de regie hebben over de resultaten en doelen die zij voor hun wijk willen behalen. Ruimtes bieden waar en waarvan uit allerlei wijkgerichte activiteiten plaats kunnen vinden met als doel: - het tot stand komen en behouden van verenigingsleven in de wijk - onderlinge verbanden en verbondenheid stimuleren en zo sociale cohesie versterken - het letterlijk actiever worden, in beweging komen, bewoners stappen laten zetten op de participatielader - via meedoen, leren, vrijwillige inzet en maatschappelijke inzet tot passend werk komen Effecten Uitkomsten van Stroinkshuis en Prismare: De wijkvoorzieningen hebben vaste partners als basisscholen, kinderdagopvang, BSO, bibliotheek, Volksuniversiteit, dagbesteding, verenigingen en horeca. Drie keer per week buurtmaaltijden georganiseerd door buurtbewoners met gemiddeld 45 deelnemers per maaltijd. Voor en met elkaar koken. 65 betaalde fte’s zijn werkzaam bij de wijkvoorziening 25 leerwerkplekken 28
29
32 wekelijks cursussen, training of opleidingen 110 vrijwilligers die betrokken zijn bij activiteiten of projecten 75 verenigingen of organisaties die wekelijks programma uitvoeren 2250 wijkbewoners nemen gemiddeld wekelijks deel aan deze activiteiten 395 kinderen bezoeken wekelijks de Jeugdbibliotheek 1800 incidentele passanten bezoeken wekelijks de wijkvoorziening voor bijvoorbeeld een vergadering, informatie, bakje koffie of voor een ontmoeting 1500 kinderen die naar school of de kinderdagopvang in de wijkvoorziening gaan 22 jaarlijkse activiteiten die bijdragen aan sociale cohesie, meedoen, in beweging komen. Bijvoorbeeld kunst- en creatiefmarkt, houtdorp voor jongeren in de zomervakantie, kidsrun tijdens marathon, een kerstmarkt en een darttoernooi. 62 jongeren krijgen wekelijks huiswerkbegeleiding in de wijkvoorzieningen Wekelijks een Repair Café, met bijna 20 vrijwilligers en gemiddeld 20 reparaties per keer Second Change kledingwinkel van Het Leger Des Heils
Hoofdstuk 4 – Welzijn, Wonen & Zorg De Woonplaats wil ouderen, mensen met een beperking en bijzondere doelgroepen de mogelijkheid (blijven) bieden om zelfstandig te leven in de eigen woning en woonomgeving. Dit doen we door geschikte woonvormen aan te bieden, met name met bestaand bezit maar zo nodig ook door nieuwbouw. We werken nauw samen met onze klanten, met gemeenten en met onze partners op het gebied van Zorg & Welzijn. Daarbij hanteren we onze eigen criteria voor de kwaliteit, toekomstwaarde en financiën. Wij passen bestaande woningen aan op basis van de behoeftes en wensen van onze klant, oftewel vraaggestuurd. Zo leveren we maatwerk en doen we alleen de aanpassingen die nodig zijn om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Zorgwoningen realiseren we alleen in ons primaire werkgebied, met een huurprijs onder de liberalisatiegrens en in principe alleen reguliere woningen. Bij nieuwbouw willen we bijvoorbeeld vooral vastgoed ontwikkelen dat geschikt is voor meerdere doelgroepen en minder insteken op specifiek zorgvastgoed. Gezien de marktontwikkelingen zetten we met name in op vervangende huisvesting in geval van verouderde huidige huisvesting.
Risicoanalyse In 2014 hebben we de risicoanalyse van ons zorgvastgoed afgerond. De conclusie is dat we hiermee een relatief laag risico lopen, omdat we: Geen grootschalige verzorgingstehuizen in portefeuille hebben Relatief veel vastgoed hebben dat in de afgelopen 10 jaar is gerealiseerd. In deze periode was het ons beleid om geen zorgspecifieke complexen te bouwen, maar regulier vastgoed voor de zorg te realiseren. Hiermee hebben we als het ware een voorschot genomen op de recente wetgeving voor het scheiden van wonen en zorg. Het grootste risico bestaat uit de dagbestedingsruimten die in ons bezit zijn. Door de veranderde wetgeving is de financiering voor deze complexen onzeker. De risicoanalyse toont aan dat de beleidsuitgangspunten uit ons vastgoedplan hun vruchten afwerpen. Deze beleidsuitgangspunten zullen we dan ook handhaven.
Doelgroepen De toenemende vergrijzing was ook in 2014 een regelmatig terugkerend agendapunt. Is onze woningvoorraad toereikend voor de ouder wordende huurder en kunnen we hier meer in betekenen? Onze nieuwbouw is erop gericht om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, maar deze doelgroep is ook op onze bestaande woningen aangewezen. Aanpassingen daaraan doen we niet planmatig, maar zo mogelijk op basis van de individuele klantvraag (vraaggestuurd). Daarnaast werken we doorlopend aan passende huisvesting voor mensen met een verstandelijke beperking en/of een psychische zorgvraag. Tot voor kort ontwikkelden we nieuwe panden waar zorgpartijen hun klanten konden huisvesten. Gezien de marktontwikkelingen, heeft De Woonplaats besloten met name in te zetten op aanpassingen en eventueel vervangende huisvesting in geval van verouderde huidige huisvesting.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) We overleggen regelmatig met gemeenten over de invulling van de WMO en de gevolgen hiervan voor het aanpassen van bestaande huurwoningen. Eén van de resultaten is dat we onze woningen labelen op basis van toegankelijkheid voor mensen in een rolstoel of met een rollator. Deze labels staan bij ons woningaanbod in WoonVinder, zodat woningzoekenden direct kunnen zien of een woning geschikt voor hen is.
30
Hoofdstuk 5 – Bedrijfsvoering (Organisatie en Financiën) Organisatieontwikkeling In 2013 is besloten tot een reorganisatie. Het reorganisatieplan zegt over de aanleiding: “De Woonplaats wil ook in de toekomst de toonaangevende corporatie blijven die ze nu is. Om dat te bereiken, gaan we reorganiseren. Financieel zijn we gezond en onze projecten zijn succesvol. Het speelveld om ons heen is echter volop in beweging. De wet- en regelgeving voor corporaties verandert en onze belanghouders kijken kritisch hoe we onze middelen inzetten. Wij vinden het belangrijk om onszelf maatschappelijk te verantwoorden. We willen in de nieuwe organisatie nog beter laten zien wat we doen, hoeveel het kost en hoeveel het oplevert, vooral voor onze bewoners en andere belanghouders. Te hoge interne kosten gaan ten koste van onze maatschappelijke investeringen en die willen we ook in de toekomst kunnen blijven doen. Het streven bij deze reorganisatie is om optimaal rendement te behalen op ons vastgoed en de interne kosten omlaag te brengen zodat we maximaal maatschappelijk kunnen blijven investeren. Dat is immers ons bestaansrecht als corporatie.” Voor het herinrichten van de organisatie zijn de volgende principes leidend geweest: Decentraal wat fysiek decentraal moet Centraal gestuurd waar dat efficiënt en effectief kan Digitaal wat digitaal kan Handhaving indeling naar vakgebieden Gebiedsgericht werken Optimaal samenwerken met partners en collega-corporaties Verder professionaliseren van ‘denken’ en ‘doen’ Verankering van de sturingsprincipes van het DrieKamerModel (Ortec) De reorganisatie loopt van 2013 tot en met 2015, maar heeft voor het overgrote deel haar beslag gekregen in 2014. Elke afdeling heeft op basis van de missie, visie en doelstellingen van De Woonplaats antwoord moeten geven op de vraag in hoeverre de afdelingsresultaten daaraan bijdragen en op welke wijze de processen die daartoe leiden efficiënter kunnen worden ingericht dan wel uitbesteed. Een extern bureau (Atrivé) heeft daarbij als klankbord en spiegel gefungeerd. De reorganisatie heeft geleid tot een daling van ons personeelsbestand met circa 20%. Een deel daarvan is in de periode 2013-2014 gerealiseerd door natuurlijk verloop en beëindiging van tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het aantal gedwongen ontslagen kon daardoor op de formele reorganisatiedatum van 1 mei 2014 beperkt blijven. Daarvoor is met de vakbonden een sociaal plan overeengekomen. Het personeelsbestand van De Woonplaats bedroeg eind 2014 178,8 fte. Het ziekteverzuim over 2014 bedroeg 4,5% (exclusief zwangerschapsverlof).
Verloop personeelsbestand (in fte) 300 250
Fte
200 150 100 50 0 2011
2012
2013
Jaar
31
2014
Naast de besparing op personeelskosten is kritisch gekeken naar de overige bedrijfslasten. In 2013 is al een eerste besparing op de overige bedrijfslasten gerealiseerd, doordat toen al sterk gestuurd is op het terugdringen van de kosten. In de begroting 2014 is een aanvullende besparing ingecalculeerd. Deze besparing is in 2014 ruimschoots gerealiseerd: de overige bedrijfslasten zijn 5% lager uitgekomen dan begroot. In onderstaande grafiek is het verloop van de overige bedrijfslasten over de afgelopen jaren weergegeven.
Ontwikkeling overige bedrijfslasten 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2011
2012
2013
2014
Heffingen Tegenover de interne kostenbesparingen staat de omvangrijke toename van de externe lasten. Nieuwe omvangrijke uitgavenposten in 2014 waren de verhuurdersheffing en de saneringsbijdrage CFV. De verhuurdersheffing bedroeg € 6,2 miljoen (2013: € 0,2 miljoen). De komende jaren zal deze verder stijgen tot ruim € 8 miljoen per jaar. Evenals vorig jaar heeft het CFV de corporaties in 2014 een bijdrage in de saneringssteun opgelegd. Deze bedroeg voor De Woonplaats € 3,3 miljoen (2013: € 3,7 miljoen). Het CFV geeft aan in 2015 geen saneringsheffing op te leggen en de jaren daarna rekening te houden met lagere saneringsbijdragen. Wij houden voor de jaren 2016-2018 rekening met een saneringsbijdrage van € 1,0 miljoen per jaar.
Fusie woningstichting Dinxperlo (WSD) In 2014 heeft de fusie met WSD zijn beslag gekregen, waartoe eind 2013 de intentie is overeengekomen. Aan deze intentie lagen de volgende overwegingen ten grondslag: WSD wil haar volkshuisvestelijke opgave in haar werkgebied kunnen blijven vervullen, maar ziet dat mede door haar huidige financiële positie en haar ambities in relatie tot het huidige rijksbeleid in gevaar worden gebracht De Woonplaats wenst haar positie en activiteiten in de Achterhoek beter te verankeren De partners zijn beide in de gemeente Aalten actief De demografische ontwikkelingen in de Achterhoek vragen om afstemming van woningportefeuilles en bouwplannen De partners hebben gelijke opvattingen over de positionering en verankering van corporaties in hun lokale omgeving, zoals ook verwoord in het visiedocument van De Woonplaats en het koersdocument van WSD De partners willen daarom tot een juridische fusie komen per 1 januari 2015 Per 1 april is de fusie bestuurlijk tot stand gekomen en is de directie van De Woonplaats tevens benoemd als directie van WSD. De besluitvormingsprocedure om te komen tot de juridische fusie is in 2014 geheel afgerond en de juridische fusie is per 1 januari 2015 formeel tot stand gebracht. In deze fusie is WSD de verdwijnende en De Woonplaats de verkrijgende rechtspersoon. In 2015 vindt de organisatorische integratie plaats en zal
32
vanaf dan gewerkt worden aan het dienstverleningsconcept zoals we dat in 2016 in de Achterhoek willen doorvoeren.
Financieel beleid en beheer Uit het Sectorbeeld van het CFV blijkt dat de solvabiliteit van de sector als geheel in 2014 is toegenomen tot 31,7% (2013: 25%). De toename wordt veroorzaakt doordat corporaties rekenen met een sterke stijging van de huurinkomsten en lagere kosten voor onderhoud en beheer gedurende de resterende exploitatieperiode van hun bezit. Tegelijkertijd signaleert het CFV dat ook het risicoprofiel van de corporatiesector stijgt. Het gaat hierbij vooral om de vraag of de voorgenomen huurstijging en de lagere lasten daadwerkelijk worden gerealiseerd. Vanwege het toegenomen risico hanteerde het CFV op sectorniveau in 2014 een hogere solvabiliteitseis van 25% (2013: 22,5%). In het financieel beleidsplan van De Woonplaats is bepaald dat de solvabiliteit op basis van de actuele waarde (bedrijfswaarde) tenminste 25% dient te zijn. Eind 2014 is de solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde 41,8% (2013: 45,0%). Uit onze meerjarenprognose blijkt dat de solvabiliteit de komende jaren redelijk stabiel zal blijven. De negatieve impact van de verhuurdersheffing wordt gecompenseerd door de besparingen op de beheerlasten, lagere rentelasten en hogere huuropbrengsten. De vooruitzichten zijn daarmee positief. Dit geeft ons echter niet de mogelijkheid om achterover te leunen. We hechten belang aan professionele en transparante financiële sturing en probeert hierin steeds verder te ontwikkelen. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken, wordt ook nadrukkelijk gekeken naar geautomatiseerde systemen die hierin faciliteren. In 2014 hebben we systemen voor strategische vastgoedsturing (SBI) en taxatiemanagement (TMS) geïmplementeerd. We hebben het voornemen om in 2015 een applicatie voor assetmanagement te implementeren.
Financiële positie Onze financiële positie eind 2014 is goed. De hiervoor genoemde ontwikkelingen hebben echter een forse impact op de toekomstige kasstromen en resultaten. Het sturen op kasstromen en financiële kengetallen zal ook de komende tijd veel aandacht krijgen.
Resultaten 2014 In onderstaand overzicht geven we een opsomming van de belangrijkste kengetallen per eind 2014, afgezet tegen de waarde ultimo 2014.
Resultaten 2014 Solvabiliteit Current ratio (liquiditeit) Interest coverage ratio (ICR) Loan-to-Value
Realisatie 22,0% 0,7 1,7 60,3%
Begroting 25,3% 1,2 1,6 N.B.
Solvabiliteit De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. De solvabiliteit per 31 december 2014 bedraagt 22,0% (2013: 26,6%).
Liquiditeit De current ratio is een kengetal om de liquiditeit te meten. De current ratio wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden. De current ratio per eind 2014 is 0,7 (2013: 1,8). In 2015 moet een deel van de langlopende leningen (€ 98 miljoen) worden geherfinancierd. Dit bedrag is in de balans per eind 2014 opgenomen onder de kortlopende schulden. Naar verwachting is de current ratio eind 2015 weer ruim boven de 1,0.
33
Interest Coverage Ratio (ICR) Voor verschaffers van vreemd vermogen is het van belang dat De Woonplaats haar verplichtingen (verschuldigde rente) uit de lopende exploitatie kan voldoen. Met andere woorden de exploitatie is voldoende winstgevend. Het kengetal ICR (of rentedekkingsgraad) maakt inzichtelijk hoe vaak de rente-uitgaven betaald kunnen worden uit het saldo van de operationele kasstromen. De Woonplaats streeft een ratio van tenminste 1,6 na. Eind 2014 bedraagt de ICR 1,7 (2013: 1,7).
Loan-to-Value De Loan-to-Value (LtV) is een indicator van de omvang van de leningportefeuille ten opzichte van de waarde van het vastgoed. De waarde van het vastgoed is gebaseerd op de bedrijfswaarde. Dit is in lijn met de nieuwe systematiek die het WSW hanteert, met als norm een LtV van maximaal 75%. De LTV is een belangrijke indicator voor de financierbaarheid van de organisatie. De LtV per eind 2014 is 60,3% (2013: 56,4%).
Financiële continuïteit Solvabiliteit Eind 2014 is onze solvabiliteit goed. Uit onze meerjarenprognose blijkt dat de solvabiliteit de komende jaren iets zal afnemen en zal stabiliseren rond een niveau van 40%. De negatieve impact van de verhuurdersheffing wordt gecompenseerd door besparingen op de beheerlasten, lagere rentelasten en hogere huuropbrengsten.
34
Interest Coverage Ratio (ICR) Rekening houdend met de verhuurdersheffing en saneringsheffing, zal de ICR vanaf 2015 gaan toenemen tot een niveau van 1,9. Een verdere stijging wordt niet verwacht. Daarmee blijft de ICR ruim boven de interne norm van De Woonplaats en de norm die het WSW hanteert.
Loan-to-Value De LtV laat een vrij stabiel verloop zien. Door een afname van de leningenportefeuille zal de LtV vanaf 2016 licht gaan afnemen. Na 2019 verwachten wij een verdere daling van de LtV door een afnemende financieringsbehoefte.
35
Kasstromen De operationele kasstromen laten een geleidelijk toenemend verloop zien met een incidentele daling in 2019 en 2020. Deze wordt veroorzaakt door de post Vennootschapsbelasting (Vpb). Wij verwachten dat de compensabele fiscale verliezen in 2019 volledig zijn verrekend, zodat we met ingang van 2019 Vpb zullen moeten betalen. Bij de investeringskasstromen zien we in 2016 een piek, met name veroorzaakt door de projecten Oost-Boswinkel en Wooldriksweg in Enschede. Na 2016 is er sprake van een afnemende uitgaande investeringskasstroom. De afname van de projectenportefeuille is een logisch gevolg van de prioriteringsdiscussie in relatie tot de demografische ontwikkelingen, maar ook vanwege het ingezette beleid ons tot de kerntaken te beperken.
36
Centraal Fonds Volkshuisvesting Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) beoordeelt jaarlijks onze financiële positie. Op basis van de prognosegegevens (dPi) 2014-2018 en de verantwoordingsinformatie (dVi) 2013 heeft het CFV risicogericht onderzoek gedaan op een zestal toezichtterreinen die van invloed kunnen zijn op de financiële continuïteit van De Woonplaats. Die terreinen zijn: kwaliteit financiële informatie, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. Op basis van deze beoordeling ziet het CFV geen aanleiding tot het doen van interventies.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw De jaarlijkse beoordeling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) leidde in het verslagjaar tot een borgbaarheidsverklaring, hetgeen betekent dat De Woonplaats voldoet aan de eisen die het WSW stelt aan haar deelnemers. Met deze borgbaarheidsverklaring kunnen we gebruik maken van de faciliteiten van het WSW en zijn daarmee in staat te voorzien in de verwachte financieringsbehoefte in 2015.
Treasury Treasurybeleid Het treasurybeleid van De Woonplaats is vastgelegd in het treasurystatuut. Deze is medio 2014 geactualiseerd en formeel vastgesteld door de directie en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. In het nieuwe treasurystatuut zijn de ‘Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting’ verwerkt. De kaders die in het statuut worden gesteld zien er onder andere op toe dat we met onze treasury (trans)acties en treasury-organisatie voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en de richtlijnen van het WSW. Om het treasurybeleid goed uit te kunnen voeren, is een passende organisatie van de treasury van wezenlijk belang. Deze organisatie wordt onder andere uitgedrukt in de treasurybeleidscyclus. De treasurybeleidscyclus kent drie stappen: het treasuryjaarplan (afgeleid van het treasurystatuut), de uitvoering van treasury-activiteiten en de treasuryverantwoording. Het treasurystatuut en het treasuryjaarplan vormen de kaders waarbinnen de uitvoering van alle activiteiten op treasurygebied plaatsvinden. Het treasurystatuut dient als (strategische) basis voor het uitvoeren van de treasuryfunctie. Het treasuryjaarplan beschrijft de geplande treasurydoelstellingen en –activiteiten voor de tijdsduur van een begrotingsjaar en wordt jaarlijks geactualiseerd. Het treasuryjaarplan wordt opgesteld binnen de kaders van het treasurystatuut. Het jaarplan wordt vastgesteld door de directie en goedgekeurd door de RvC. De daadwerkelijke uitvoering van treasury-activiteiten wordt voornamelijk door de treasurer gedaan, in nauw overleg met de treasurycommissie. Jaarlijks wordt er een verantwoordingsdocument opgesteld waarin aan directie en RvC verantwoording wordt afgelegd over de uitgevoerde treasury-activiteiten en transacties in het voorgaande jaar.
Treasurycommissie In het treasurystatuut is bepaald dat De Woonplaats een treasurycommissie heeft. Taak van deze commissie is het adviseren van de directie. De leden van de treasurycommissie worden benoemd door de directie. De treasurycommissie bestaat tenminste uit de volgende functionarissen: een directielid, de manager Financiën en de treasurer. De concerncontroller woont de bijeenkomsten van de commissie als (kritisch) toehoorder bij, maar is geen lid van de treasurycommissie. Leden van de RvC hebben de bevoegdheid om als toehoorder aanwezig te zijn bij vergaderingen van de treasurycommissie. De treasurycommissie is in 2014 tien keer bijeengekomen. In 2014 zijn onder andere de volgende onderwerpen behandeld: Monitoring marktwaarde derivaten en liquiditeitsbuffer Maatregelen met betrekking tot de 2%-stresstest Toezicht belemmerende bepalingen in derivatencontracten Volmacht tot hypotheekvestiging t.b.v. het WSW EMIR-regelgeving met betrekking tot derivaten Voorbereidingen op de fusie met WSD De nieuwe beoordelingsmethodiek van het WSW 37
Afspraken omtrent achtervang met gemeenten De kasstroomprognoses Het treasurydashboard Breakclauses in derivatencontracten Risicomanagement Herziening treasurystatuut, treasuryjaarplan en treasuryverantwoording
Stresstest Per 1 oktober 2012 zijn de ‘Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting’ van kracht. Onderdeel daarvan is dat corporaties moeten kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen die voortvloeien uit een renteschok van -2%. Door de sterke daling van de rente kon De Woonplaats per eind juli 2014 niet meer aan deze stresstest voldoen. De rente is in 2014 over de gehele curve met ongeveer 1,3% gedaald. Het niet voldoen aan de stresstest is gecommuniceerd met het CFV en vervolgens is een plan van aanpak opgesteld met daarin voorgenomen maatregelen om weer een positief resultaat op de stresstest te kunnen behalen. Uitgevoerde maatregelen We hebben met drie banken afspraken kunnen maken over het aanbrengen van een plafond (cap) bij de margincall verplichtingen. Het aanbrengen van deze plafonds is gebeurd in ruil voor het verlagen van de drempelbedragen waarboven margin-calls moeten worden voldaan. Dit zorgt in eerste instantie voor een groter liquiditeitsbeslag, maar tegelijkertijd voor een positieve impact op het resultaat van de stresstest. Resultaat Bovenstaande maatregelen hebben een forse positieve impact gehad op het resultaat van de stresstest. Als de marktrente vanaf juli stabiel was gebleven, waren de maatregelen toereikend geweest om weer te voldoen aan de stresstest. De marktrente is echter nog verder gedaald, waardoor het resultaat op de stresstest per 31 december 2014 €21,7 miljoen negatief was. Nog uit te voeren maatregelen Doordat de impact van de hiervoor beschreven maatregelen teniet wordt gedaan door de aanhoudend dalende rente, zijn aanvullende (duurdere) maatregelen nodig. De maatregel die we begin 2015 in gang hebben gezet, is het laten doorzakken van enkele derivaten in bestaande roll-over leningen. Bij de uitvoering van deze maatregel hebben we frequent overleg en afstemming met het CFV en WSW. Voorafgaand aan de daadwerkelijke transacties wordt de RvC geïnformeerd en om goedkeuring gevraagd. Het doorzakken van de derivaten is medio mei 2015 afgerond, waardoor we weer voldoen aan de stresstest.
Breakclauses In derivatencontracten is het gebruikelijk om breakclauses op te nemen. Deze clausules geven partijen het recht om op een vooraf afgesproken moment de overeenkomst op te zeggen. Bij de beëindiging van de overeenkomst op basis van een breakclause wordt de marktwaarde afgerekend. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een breakclause, leidt dit tot een liquiditeitsrisico voor De Woonplaats (bij een negatieve marktwaarde) of de bank (bij een positieve marktwaarde). Bij de huidige extreem lage marktrente is de marktwaarde van derivaten fors negatief. Dat verhoogt het risico van breakclauses. In 2015 is er bij één derivaat sprake van een breakclause, daarna voor het eerst weer in 2017. In de jaarrekening is een vervalkalender van breakclauses opgenomen met daarbij de bedragen per jaar. Met betrekking tot de breakclauses die vervallen in 2015 en 2017 zijn we in gesprek met de banken om afspraken te maken, zodat de breakclauses niet worden uitgevoerd en/of worden opgeschoven in de tijd. Ten tijde van het opstellen van het jaarverslag zijn daarvan nog geen concrete resultaten bekend. Als tweede maatregel houden we bij de opbouw van de liquiditeitsbuffer rekening met het risico van breakclauses.
38
Verbindingen Verbindingenstatuut De kaders en beleidsuitgangspunten voor het aangaan, besturen en opheffen van verbindingen zijn beschreven in het verbindingenstatuut van De Woonplaats. In het statuut staat ook omschreven hoe we het risicomanagement en het toezicht op haar verbindingen hebben geregeld.
Governance verbindingen De directie van De Woonplaats wijst binnen haar organisatie per verbinding een verantwoordelijk directielid en een verantwoordelijk manager aan. De manager legt verantwoording over de verbinding af aan het verantwoordelijke directielid. De RvC is verantwoordelijk voor het interne toezicht op De Woonplaats en haar verbindingen. Ten aanzien van verbindingen dienen de volgende voorstellen ter goedkeuring aan de RvC te worden voorgelegd: ● De vaststelling en wijziging van het verbindingenstatuut ● Het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met een verbinding ● De overdracht of overgang van (een overwegend deel van) de onderneming aan een derde
Stedelijk Wonen/Neighbourhood Corporation Enschede Tot begin 2014 nam De Woonplaats samen met woningcorporatie Domijn (beide 50%) deel in Stedelijk Wonen Holding BV, met daaronder Neighbourhood Corporation Enschede BV. Het belangrijkste product van Stedelijk Wonen was het beheer van VvE’s. Begin 2014 is Stedelijk Wonen Holding BV verkocht aan een marktpartij die gespecialiseerd is in VvE-beheer. De dochtermaatschappij Neighbourhood Corporation Enschede BV is niet mee verkocht, maar is een rechtstreekse deelneming van De Woonplaats en Domijn geworden (beide 50%). Het resultaat van Neighbourhood Corporation Enschede BV over 2014 bedraagt € 7.024 negatief.
GOS Enschede VOF De Woonplaats participeert samen met woningcorporatie Domijn (beide 50%) in GOS Enschede VOF. Door de VOF is geïnvesteerd in een locatie voor Gezondheid, Onderwijs & Sport (GOS) in Enschede. De bouw is in 2010 afgerond en de locatie wordt sindsdien verhuurd. Het resultaat over 2014 bedraagt € 27.703.
MFA Velve-Lindenhof VOF De Woonplaats participeert samen met wooncorporatie Ons Huis (beide 50%) in MFA Velve-Lindenhof VOF. De VOF is in 2012 opgericht. In samenwerking met Ons Huis, de gemeente Enschede en de wijk ontwikkelt De Woonplaats het nieuwe Hart van de Wijk Velve-Lindenhof. Het Hart van de Wijk wordt een multifunctioneel gebouw met een brede school waarin diverse partijen gaan samenwerken in onder meer welzijnswerk, ruimten voor jongeren, educatie, cultuur, jeugdzorg, veiligheid en kinderopvang. In 2013 is het ontwerp afgerond en de aanbesteding gedaan, in 2014 is gestart met de bouw. Het resultaat van MFA Velve-Lindenhof VOF over 2014 bedraagt € 2.888 negatief.
Wijk Ontwikkelings Maatschappij De Laares Voor de stadsvernieuwing van de wijk De Laares in Enschede is een BV in combinatie met een CV opgericht. De Woonplaats neemt voor 20% deel in de BV en voor 19% in de CV (als commanditair vennoot). De overige deelnemers zijn: woningcorporatie Domijn, wooncorporatie Ons Huis, bouwcombinatie Nijhuis-Hegeman en AM wonen BV. In de Laares zijn in 2014 geen woningen opgeleverd (2013: 61). Het gezamenlijke resultaat van WOM Laares Beheer BV en Laares CV over het boekjaar 2014 bedraagt € 188.153.
Winterswijk Regio Stad Het PPS-samenwerkingsverband Winterswijk Regio Stad bestaat uit een BV in combinatie met een CV. De Woonplaats neemt voor 33% deel in de BV en CV. De andere deelnemers zijn de gemeente Winterswijk en de Ontwikkelende Bouwers Winterswijk (OBW BV). Doel van de PPS is het gezamenlijk ontwikkelen van locaties met een positieve grondexploitatie in combinatie met locaties die verliesgevend zijn. De overeenkomst eindigt uiterlijk in 2015. Het financiële resultaat over 2014 bedraagt € 18.542.
39
VOF De Rikker II De Woonplaats heeft een aandeel van 22,5% in VOF De Rikker II. De andere deelnemers zijn aannemersbedrijf Bussman Winterswijk BV, Enning Makelaardij BV, WBC Projecten BV en W.A.M. Bouwprojecten BV. In 2009 tekenden de gemeente Winterswijk en VOF de Rikker II een intentieovereenkomst. VOF de Rikker II gaat een aantal ruimtelijk en financieel moeilijke locaties in de gemeente Winterswijk ontwikkelen. In ruil daarvoor zorgt de gemeente Winterswijk dat uitvoering kan worden gegeven aan het ontwikkelen van de vervolgfase van De Rikker. De totale grondpositie en onderhanden werk bedroeg op 31 december 2014 € 1,6 miljoen. Over 2014 behaalde VOF De Rikker een resultaat van € 11.645 negatief.
Eenvoud IT BV Eind 2014 is Eenvoud IT BV opgeheven. Eenvoud IT BV was een 100% dochtermaatschappij van De Woonplaats die ICT-diensten verleende aan andere corporaties of daaraan verbonden organisaties. Het resultaat over het boekjaar 2014 bedraagt € 9.422. De resterende activiteiten zijn overgenomen door De Woonplaats.
Maastricht CV 3, Woningen Nederland 29 CV, Woningen Nederland 30 CV De Woonplaats heeft in de jaren 2007 en 2008 complexen in Maastricht, Zevenbergen en Tilburg aan de genoemde CV’s verkocht. Doelstelling van de CV’s is om de complexen uit te ponden. De Woonplaats heeft als commanditair vennoot een aandeel van 99,5%. De kapitaalinbreng van De Woonplaats is € 19.900 per CV. In 2014 hebben alle drie CV’s hun vastgoedportefeuille verkocht. Woningen Nederland 30 CV is in 2014 geliquideerd. Maastricht CV 3 en Woningen Nederland 29 CV zullen naar verwachting in 2015 geliquideerd worden.
Financiële ondersteuning buitenland Family Help Programme Holland - Sri Lanka (FHP) FHP probeert de positie van de allerarmsten in de Sri Lankaanse maatschappij te verbeteren door inkomen, zorg, ondersteuning en voorzieningen aan individuele en groepen mensen te leveren. Daarbij is het voortdurende streven om afhankelijkheid te doorbreken en mensen uit te dagen zelf invulling aan hun toekomst te geven. De Woonplaats sponsort het programma onder andere door de administratieve en fondsenwervende organisatie van FHP in Nederland te faciliteren en we ondersteunen het onderhoud en beheer van het vastgoed in het Welkom Dorp. De bijdrage van De Woonplaats aan FHP bedroeg in 2014 € 13.005. De Woonplaats heeft een overeenkomst met FHP die eind 2015 afloopt. De financiële ondersteuning zal na 2015 niet worden voortgezet.
Dutch International Guarantees for Housing De Woonplaats staat borg voor een tweetal leningen van de Dutch International Guarantees for Housing (DIGH). DIGH maakt betaalbare woningbouw voor mensen met een laag inkomen in ontwikkelingslanden mogelijk door het verstrekken van geldleningen. We staan garant voor de jaarlijkse betaling van rente en aflossing. De leningen waarvoor we borg staan, zijn gebruikt voor woningbouw-/renovatieprojecten in Oekraïne en Montenegro. De afgelopen jaren is voor de lening aan het project in Oekraïne meermaals een beroep gedaan op de garantstelling en heeft De Woonplaats bedragen moeten betalen. In het jaarverslag 2013 rapporteerden we al dat er sprake is van structurele betalingsproblemen bij de organisatie in Oekraïne en vormden we een voorziening van € 78.000. Diverse juridische procedures hebben niet tot enig resultaat geleid, waarbij de instabiele situatie in Oekraïne ook een belangrijke rol speelt. In 2014 is besloten het verlies te nemen en de lening voor rekening van De Woonplaats vervroegd af te lossen. Hiermee wordt voorkomen dat De Woonplaats nog jarenlang betalingen moet doen en juridische kosten blijft maken. De totale kosten van dit traject in 2014 bedragen € 61.583 (na aftrek van de gevormde voorziening). Bij de lening Montenegro is tot op heden correct aan de betalingsverplichtingen voldaan. Daarmee is er geen directe aanleiding voor het vormen van een voorziening. In 2015 zal er samen met de leningnemer worden 40
onderzocht of de lening lokaal geherfinancierd kan worden, zonder garantiestelling door De Woonplaats. We schatten in dat we dan rekening moeten houden met een afslag en hebben om die reden in de jaarrekening 2014 een voorziening gevormd van € 191.000. Het schuldrestant van de lening per ultimo 2014 bedraagt € 762.646.
Totaal financiële steun buitenland 2014 Het totale bedrag voor financiële steun aan buitenlandse instellingen in 2014 (inclusief de getroffen voorziening) bedraagt € 265.588. Dit is conform de regelgeving minder dan 0,3 promille van het balanstotaal van De Woonplaats.
Fiscaliteiten Fiscale strategie (Vpb) De fiscale resultaten van De Woonplaats over de afgelopen jaren zijn negatief geweest. De belangrijkste oorzaak is het afwaarderen van het vastgoed naar een lagere WOZ-waarde. De daling van de WOZ-waarde per 1 januari 2014 ten opzichte van de openingsbalans per 1 januari 2008 is in de fiscale positie meegenomen. De Woonplaats volgt jaarlijks de ontwikkeling van de WOZ-waarde. Een toekomstige waardestijging tot de oorspronkelijke waarde per 1 januari 2008 zal te zijner tijd ten gunste van het fiscale resultaat teruggenomen moeten worden. Het fiscaal verrekenbare verlies over de afgelopen jaren zorgt ervoor dat De Woonplaats verwacht ook over 2014 geen vennootschapsbelasting te betalen.
Fiscale positie De fiscale positie van De Woonplaats is afhankelijk van de gekozen fiscale strategie. Op basis van de ingediende aangiftes tot en met 2012 is een verrekenbaar verlies ontstaan. Dit verrekenbare verlies kan in de negen jaren volgend op de aangifte met toekomstige winsten worden verrekend. Op basis van de fiscale meerjarenprognose van 2015 en verder wordt verwacht dat de verrekenbare verliezen binnen de gestelde termijn kunnen worden verrekend.
Latenties In de jaarrekening 2014 is een aantal belastinglatenties opgenomen. Deze ontstaan door de waarderingsverschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening. Ze hebben betrekking op de voorraad onverkochte woningen, de leningenportefeuille, de overige voorzieningen en de waardering van derivaten. Daarnaast is er een latentie uit hoofde van verrekenbare fiscale verliezen zoals hiervoor beschreven en een latentie herinvesteringsreserve. De latentie herinvesteringsreserve ontstaat door de fiscale herinvesteringsreserve. Deze wordt gevormd door fiscale boekwinsten op verkochte activa niet ten gunste van het resultaat te brengen, maar te reserveren en vervolgens in mindering te brengen op de stichtingskosten van nieuw in exploitatie genomen activa. Daarmee wordt fiscaal voordeel behaald, doordat over deze boekwinsten (nog) geen belasting hoeft worden te betaald.
Aangiftetraject Vpb Over de jaren tot en met 2011 heeft de Belastingdienst definitieve aanslagen Vpb opgelegd. Voor deze jaren geldt er dus geen onzekerheid meer over de fiscale positie. De aangifte 2012 is ingediend, maar hierop is nog geen aanslag ontvangen. Het aangiftetraject 2013 wordt in de eerste helft van 2015 afgerond.
41
Hoofdstuk 6 - Risicomanagement Binnen De Woonplaats is er continu aandacht voor risicomanagement op verschillende niveaus binnen de organisatie. Het monitoren van de risico’s en beheersen van de (te treffen of reeds getroffen) maatregelen, is onderdeel van ons dagelijkse management. We leggen periodiek verantwoording af aan de Raad van Commissarissen over de risico’s en beheersmaatregelen. Hieronder ziet u de risico’s die in 2014 de meeste aandacht hadden. Daaronder beschrijven we welke beheersmaatregelen zijn genomen om de risico’s zo veel mogelijk te verkleinen. De risico’s zijn onderverdeeld in treasury risico’s, interne risico’s en omgevingsrisico’s.
Treasury risico’s Het niet voldoen aan artikel 8 van de beleidsregels inzake het gebruik van derivaten De meeste derivatencontracten hebben een onderdeel over het uitwisselen van marktwaarde, bedoeld om het risico van de tegenpartij te verkleinen. Sinds juli 2014 hebben wij onvoldoende buffers om een 2% rentedaling te kunnen opvangen, zoals artikel 8 van de beleidsregels vereist. De reden hiervan is de forse rentedaling van de afgelopen maanden. Beheersmaatregel: In de afgelopen periode hebben we een plan van aanpak opgesteld om op korte termijn weer aan de stresstest te kunnen voldoen. Dit plan is afgestemd met het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en gaan we in de loop van 2015 uitvoeren. Naar verwachting voldoen we hierdoor binnen een redelijke termijn weer aan de vereisten van de stresstest.
Uitoefenen van breakclauses in derivatencontracten door banken Breakclauses zijn clausules in derivatencontracten waarmee het contract op een vooraf bepaald moment wederzijds kan worden opgezegd. De afrekening gebeurt op basis van de dan geldende marktwaarde van het contract. Voor ons bestaat het risico dat banken gebruik gaan maken van deze breakclauses. In geval van de huidige negatieve marktwaarde zullen we dan ons verlies moeten nemen, aangezien we door de marktomstandigheden en/of regelgeving op dit moment geen nieuwe hedgepositie kunnen innemen. Beheersmaatregel: Bij het aangaan van leningen en derivatencontracten hebben we rekening gehouden met een spreiding van de breakclauses. Daarnaast zijn we in gesprek met de betreffende banken om de eventuele uitoefening van breakclauses te voorkomen of op een ander moment te plannen.
Derivaten: optreden van termination event in ISDA documentatie Corporaties sluiten ISDA-contracten (the International Swaps and Derivatives Association) af met tegenpartijen voor het gebruik van derivaten. In deze parapluovereenkomsten leggen we vast wat er gebeurt in bepaalde situaties, zoals een faillissement. In geval van een termination event (o.a. geen WSW-borging meer, aanwijzing CFV) moeten derivaten worden afgerekend tegen marktwaarde. Beheersmaatregel: Zowel het risico als de beheersmaatregel is in 2014 niet gewijzigd. We hebben alle mogelijke termination events uit de ISDA-overeenkomsten geïnventariseerd en monitoren continu op het eventueel optreden van een dergelijk event. Op dit moment zijn hier geen aanwijzingen voor.
Interne risico’s Stijging huurderving door leegstand van het (BOG) bezit Het verhuur van Bedrijfs Onroerend Goed (BOG) is steeds lastiger vanwege de economische ontwikkelingen en stagnatie van de vastgoedmarkt. Startende ondernemers krijgen minder makkelijk financiering en ook het nieuwe werken en winkelen, vanuit huis, is van invloed. Beheersmaatregel: Het is ons beleid om BOG bezit af te stoten, wanneer financieel verantwoord. Daarnaast analyseren we in 2015 onze BOG locaties en onderliggende contracten, om waar nodig de toekomststrategie te (her)bepalen. 42
De overheid vraagt een aanzienlijke bijdrage van woningcorporaties om haar tekorten en die van collega-corporaties te dekken Door de crisis nemen ook de tekorten bij de overheid toe en mede daardoor krijgen woningcorporaties heffingen opgelegd. Een voorbeeld hiervan is de verhuurderheffing, die voor de komende jaren is vastgesteld. Daarnaast moet de corporatiesector een bijdrage leveren om (dreigende) faillissementen/tekorten bij collegacorporaties op te kunnen vangen. Een voorbeeld hiervan is de opgelegde saneringsheffing. Beheersmaatregel: In 2014 hebben we onze bedrijfsvoering gereorganiseerd om kosten te besparen, zodat we toekomstige heffingen kunnen bekostigen. Op basis van de hoogte van die heffingen zullen we op tijd beoordelen of er nog andere maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot investeringen.
Omgevingsrisico’s Herziene Woningwet Een paar jaar geleden al werd de herziening van de Woningwet aangekondigd, die in 2014 steeds meer vorm kreeg. Deze wet vormt op drie fronten een belangrijk risico voor ons, die we hieronder toelichten.
Risico 1: Inperking van het speelveld Als gevolg van de wijzigende wet- en regelgeving wordt het speelveld van woningcorporaties steeds kleiner. Dat maakt het voor ons lastiger om invloed uit te oefenen op de samenstelling van buurten en wijken. Hierdoor kunnen eenzijdige buurten en wijken ontstaan, met als gevolg dat de leefbaarheid in het gedrang kan komen en de waarde van het vastgoed daalt. Beheersmaatregel: Bij nieuwbouwprojecten proberen we een combinatie van sociale huurwoningen en koopwoningen te realiseren, om zo de samenstelling van een wijk te beïnvloeden. Dit doen we in samenwerkingen met verschillende marktpartijen, die de koopwoningen ontwikkelen.
Risico 2: Scheiding van DAEB en niet-DAEB activiteiten Het concept van de nieuwe Woningwet bepaalt dat wij als corporatie onze activiteiten moeten uitsplitsen in DAEB en niet-DAEB (Diensten van Algemeen Economisch Belang). Het uitgangspunt hierbij is dat beide takken levensvatbaar moeten zijn en dat we niet-DAEB activiteiten op termijn zonder staatssteun moeten kunnen uitvoeren. De randvoorwaarden voor de financierbaarheid van niet-DAEB activiteiten zijn onduidelijk, wat het zeer lastig maakt om een effectieve financieringsstrategie te bepalen. Daarnaast is door deze onduidelijkheid niet inzichtelijk wat de systeemvereisten zijn om praktische invulling aan deze vraag te kunnen geven. Beheersmaatregel: In 2014 hebben we onderzocht hoe we de scheiding van activiteiten kunnen realiseren binnen het huidige financiële pakket. Ook hebben we een scenarioanalyse gedaan om te bepalen welke impact de scheiding op de financierbaarheid binnen onze corporatie kan hebben en hoe we hier adequaat op kunnen inspelen.
Risico 3: Samenwerkingspartners staan onder politieke en financiële druk Als gevolg van de ontwikkelingen in wet- en regelgeving, in zowel de corporatiesector als andere sectoren, ontstaan steeds meer tegengestelde belangen bij partijen die hetzelfde doel nastreven. Hierdoor is het lastiger om goede samenwerkingsafspraken te maken met bijvoorbeeld zorgpartijen en gemeenten, wat het behalen van onze doelstellingen verder bemoeilijkt. Beheersmaatregel: Wij proberen de goede samenwerking met de verschillende partijen te bewaken, door met elkaar in gesprek te blijven. We merken dat het steeds belangrijker wordt om elkaar volledig en goed te informeren en ook te bespreken hoe we deze informatie interpreteren. Alleen dan kunnen we elkaar begrijpen en zoeken naar gezamenlijke oplossingen.
43
Hoofdstuk 7 – Directieverklaring Verklaring directie In 2014 hebben wij vanuit onze verantwoordelijkheid als directie van De Woonplaats voortdurend de prestaties, de beheersomgeving en de risico’s van De Woonplaats geanalyseerd en beoordeeld. Rekening houdend met beperkingen die inherent zijn aan het systeem van interne beheersing, zijn wij van mening dat de interne risicobeheersing en controlemaatregelen die door ons worden geïmplementeerd een basis vormen om met een redelijke mate van zekerheid te kunnen verklaren dat: Wij voldoende inzicht hebben in de mate waarin de operationele, volkshuisvestelijke en financiële doelstellingen worden gerealiseerd De Woonplaats haar middelen in het verslagjaar uitsluitend heeft besteed in het belang van de volkshuisvesting De Woonplaats zich houdt aan de geldende wet- en regelgeving De interne en externe (financiële) rapportages betrouwbaar zijn Er geen risico’s zijn gelopen die in tegenspraak waren met het vooraf gedefinieerde en goedgekeurde beleid Frans Kooiker directievoorzitter Enschede, maandag 15 juni 2015
44
Marion Wolters directeur
Hoofdstuk 8 – Verslag Raad van Commissarissen Het jaar 2014 was wederom een jaar waarin veel ontwikkelingen plaatsvonden in de corporatiesector. Zo verstrekte de Tweede Kamer opdracht aan de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties om het woningcorporatiestelsel te onderzoeken en was de invoeringsdatum van de herziene Woningwet onderwerp van gesprek. Binnen De Woonplaats is ook veel aandacht uitgegaan naar de reorganisatie, de fusie met WSD, de aanpassing van de managementstructuur, de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad en de afstemming van woonvisies op de regionale niveaus van Twente en de Achterhoek. In 2014 heeft een parlementaire enquête woningcorporaties plaatsgevonden. In veel verschillende bestuurlijke organen en in de (landelijke) politiek heeft dit geleid tot discussie, verkenning van vraagstukken, maatregelen, maar ook tot veel negatieve berichtgeving. Het eindrapport ‘Ver van Huis’ legt veel nadruk op het verscherpen van toezicht. De Raad van Commissarissen (RvC) hecht grote waarde aan goed toezicht. Hiermee worden voorwaarden geschapen om de organisatie van De Woonplaats goed te laten functioneren, goed te besturen en mogelijke risico’s te beheersen. De Raad van Commissarissen heeft besloten de komende tijd meer aandacht te besteden aan de invulling van haar taken en te komen tot een bij deze tijd behorende vorm van toezicht. De herziene Woningwet en een nieuwe Governancecode Woningcorporaties die in 2015 wordt verwacht, worden hierbij betrokken. De invoering van de herziene Woningwet in 2015 brengt een grote hoeveelheid werkzaamheden voor corporaties met zich mee. De Woonplaats probeert zich daar zo goed mogelijk op voor te bereiden. De RvC is positief over de wijze waarop De Woonplaats inspeelt op veranderingen die op haar afkomen en de manier waarop zij zich voorbereidt op de toekomst. De RvC bekijkt de ontwikkelingen vanuit een kritische, onderzoekende maar ook positieve benadering. Op basis van veranderende en nieuwe wet- en regelgeving zal opnieuw gekeken gaan worden naar de strategische visie voor de komende jaren. De RvC maakt zich zorgen over de mogelijkheden voor De Woonplaats om een bijdrage te kunnen leveren aan belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen die vallen buiten het bouwen en beheren van sociale huurwoningen. Uitgangspunt zal zijn de kerntaken en activiteiten zo optimaal mogelijk uit te voeren en daarnaast te onderzoeken wat binnen de wet- en regelgeving mogelijk is om vorm te geven aan, ook door belanghouders, gewenste maatschappelijke betrokkenheid.
Governance De Woonplaats is geen lid van een branchevereniging. De RvC vindt het echter wel wenselijk om zich te conformeren aan een Governancecode. In 2013 heeft de Raad besloten aansluiting te zoeken bij de Governancecode Woningcorporaties, totdat er een code wordt aangewezen die op alle toegelaten instellingen van toepassing is. De Governancecode Woningcorporaties sluit het beste aan op specifieke zaken die een corporatie betreffen. Iedere vergadering laat de RvC governance-aspecten terug komen op de agenda. Zo is er onverminderd aandacht voor governance en kan er tijdig kan worden ingespeeld op eventuele wijzigingen vanuit veranderende wet- en regelgeving. De RvC is van plan in 2015 opnieuw een Governancecommissie in te stellen die de impact van de nieuwe Governancecode en de herziene Woningwet inzichtelijk maakt en daar acties aan verbind waaronder het vernieuwen van het huidige RvC-reglement en het herijken van de reglementen van de kerncommissies van de RvC.
Samenstelling RvC De RvC van De Woonplaats bestaat uit zeven personen, conform de statuten. In 2014 was de samenstelling van de RvC als volgt: De heer T.R. Doesburg, voorzitter De heer R.J.M. van Broekhoven, vicevoorzitter Mevrouw H.P. Jaspers De heer R.J. de Redelijkheid De heer H. Fleurij De heer A.B.J. Winkelman Mevrouw L.M.G. van Hövell van Wezeveld en Westerflier-Wolberink Daarnaast is een aantal RvC-vergaderingen bijgewoond door de heer J.C. Fongers, voorzitter van de RvC van voormalig WSD (fusiepartner van De Woonplaats). Hij heeft de vergaderingen van De Woonplaats als gastcommissaris bijgewoond. 45
Overzicht Raad van Commissarissen 2014 Naam
Functie
De heer T.R. Doesburg
Voorzitter
Kerncommissie
Remuneratiecommissie (voorzitter)
Leeftijd
65
Beroep
Directeur Alliander AG (Berlijn)
Relevante nevenfuncties
Voorzitter INSEAD Mgt. Roundtable Voorzitter Raad van Toezicht De Drie Gasthuizen Groep Arnhem Penningmeester Stichting Loesje
Lid Raad van Commissarissen Twence
Deskundigheidsgebied (indien van toepassing) en overige opmerkingen Overheidsbeleid Regelgeving Algemeen management
B.V.
Voorzitter Stichting Landgoed Huize Groeneveld
De heer R.J.M. van Broekhoven
Vice-voorzitter
Remuneratiecommissie (lid)
55
Algemeen directeur Soweco N.V.
Voorzitter Stichting Profronde Almelo Beschermheer van Stichting Indische Koempoelan Almelo
Management en bedrijfsvoering Overheidsbeleid Maatschappelijk ondernemerschap
Lid van Rotary Almelo Ambassadeur Stichting Gravenruiters Adjunct-directeur organisatie Windmill Management Cup (internationaal
Mevrouw L.M.G. van Hövell van Wezeveld en Westerflier-Wolberink
Lid
Mevrouw H.P. Jaspers
Lid
Geen
54
Saxion, Teammanager Academie Mens en Maatschappij
De heer H.G.A. Fleurij
Lid
Auditcommissie (lid)
73
Gepensioneerd/organisatieadviseur en interimmanagement
Geen
Voordracht huurders Volkshuisvesting Bedrijfskunde
De heer R.J. de Redelijkheid
Lid
Projectencommissie (voorzitter) Gastcommissaris bij WSD
64
Zelfstandig adviseur op het gebied van interim- en projectmanagement
Geen
Management en projectontwikkeling Bestuurlijke expertise op gemeentelijk niveau en aandachtsgebied Achterhoek
De heer A.B.J. Winkelman
Lid
Auditcommissie (voorzitter)
69
Gepensioneerd
Geen
Financiën Openbaar bestuur
De heer J.C. Fongers
Gastcommissaris van WSD (fusiepartner)
Geen
67
Eigenaar Fongers & Fongers (werving- en selectiebureau)
Commissaris Deurenfabriek
Personeel & Organisatie
46
Projecten-commissie (lid)
46
Regiomanager STMG
jeugdtennistoernooi)
Secretaris van voetbalvereniging VDZ Voorzitter Raad van Toezicht van de
Stichting Beroepsregister Agogisch en Maatschappelijk werk Lid Raad van Toezicht Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Enschede - Haaksbergen
Suselbeek B.V. te Varsseveld
Bestuurlijke organisatie Ruimtelijke ordening
Voordracht huurders Wonen, Welzijn en Zorg
Vergaderingen In 2014 kwam de RvC zes keer bijeen. Er werd telkens gesproken over de ontwikkelingen in de corporatiesector en volkshuisvesting, de gevolgen van de herziene Woningwet, politiek/maatschappelijke ontwikkelingen, financiën en de woningmarkt. Elk kwartaal werd aan de hand van rapportages van Auditcommissie, Projectencommissie en bestuur stilgestaan bij het presteren van de corporatie. Tevens waren de reorganisatie en samenwerking met fusiepartner WSD terugkerende onderwerpen op de agenda. Daarnaast waren tijdens de reguliere vergaderingen onder andere de volgende onderwerpen geagendeerd: Treasuryjaarverantwoording 2013 Jaarrekening, jaarverslag en accountantsverslag 2013, inclusief het verlenen van decharge Treasurystatuut Auditplan De Woonplaats 2014 Managementletter PWC 2014 Begroting 2015 Treasuryjaarplan 2015 Plan van aanpak derivaten m.b.t. 2% stresstest Portefeuilleplan De Woonplaats Diverse projecten in Enschede en de Achterhoek Voorgenomen verkoop complexen Haren en Groningen Verbindingenstatuut Voorstel tot ontbinden EenvoudIT Werving-, selectie-, en benoemingsprocedure RvC Rooster van aftreden RvC per 01-01-2015 Benoeming nieuwe RvC-leden per 01-01-2015 Remuneratieverslag (beoordeling en beloning directie en beloning RvC) Correspondentie CFV, WSW en ministerie van BZK De RvC heeft in 2014 voldaan aan de verplichtingen zoals deze zijn opgenomen in het RvC-reglement. Zij heeft tijdens haar vergaderingen ook gesproken over: Het functioneren van de Raad Het gewenste profiel, de samenstelling en competenties van de Raad Het functioneren van de directie en dat van haar individuele leden, en de conclusies die hieraan verbonden moeten worden Het introductie-, trainings- en opleidingsprogramma De strategie en de risico’s verbonden aan de onderneming De beoordeling door de directie van de opzet en werking van interne risicobeheersing- en controlesystemen en de uitkomsten van die beoordeling Belangrijke wijzigingen in de opzet en werking van interne risicobeheersing- en controlesystemen. Van iedere reguliere RvC-vergadering in 2014 is een verslag gemaakt, inclusief een actie- en een besluitenlijst.
Overleg met ondernemingsraad en Huurdersplatform De RvC heeft in het afgelopen jaar twee keer met de OR gesproken. Tijdens deze overleggen zijn zowel vanuit de OR als vanuit de RvC diverse onderwerpen naar voren gebracht en besproken. Daarnaast overlegt de Raad ook één of twee keer per jaar met het Huurdersplatform van De Woonplaats. De RvC hecht grote waarde aan goede contacten met de werknemers- en huurdersvertegenwoordiging.
Auditcommissie De Auditcommissie ziet er op toe dat de organisatie sluitende procedures en controlesystemen onderhoudt, ter beheersing van de financiële en operationele risico’s. Daarnaast houdt zij controle op de integriteit van de financiële rapportage. De Auditcommissie bestaat uit twee leden van de RvC en de Controller, aangevuld met de manager Financiën en één van de directeuren van De Woonplaats. In 2014 kwam de Auditcommissie vijf keer bijeen. Bij het bespreken van de jaarrekening, het jaarverslag, het accountantsverslag, de managementletter en het controleplan van De Woonplaats waren ook de externe accountants van PWC aanwezig. In overige vergaderingen zijn de kwartaalrapportages, de begroting 2015, Treasuryjaarplan 2015 en correspondentie van het CFV en het WSW besproken. Tevens is uitgebreid stil gestaan en gesproken over het plan van aanpak derivaten in relatie tot 47
de 2% stresstest van het CFV. Bij de bespreking van het jaarverslag en de jaarrekening in de voltallige RvC is de accountant aanwezig geweest. Belangrijk aandachtspunt hierbij waren de ontwikkelingen in het licht van de veranderende wet- en regelgeving.
Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie is in het jaar 2014 twee keer bijeen geweest. Tijdens de vergaderingen zijn de prestaties en het functioneren van beide directeuren besproken, mede aan de hand van de strategische planning van De Woonplaats enerzijds en de behaalde resultaten anderzijds. Tevens is gesproken over de bezoldiging van de directie. De remuneratiecommissie bestaat uit de voorzitter en vicevoorzitter van de RvC. Onderstaande zaken behoren tot hun functie: Een voordracht doen voor de benoeming en het ontslag van directieleden Een voorstel doen voor de profielschets van de Raad Het werven, selecteren en voordragen van nieuwe commissarissen Een voorstel doen voor de bezoldiging van het bestuur en commissarissen Het opmaken van een remuneratierapport
Beloningsoverzicht Raad van Commissarissen 2014 (x € 1,00) Naam
Functie
De heer T.R. Doesburg De heer R.J.M. van Broekhoven Mevrouw L.M.G. van Hövell van Wezeveld en Westerflier-Wolberink Mevrouw H.P. Jaspers De heer H.G.A. Fleurij De heer R.J. de Redelijkheid De heer A.B.J. Winkelman
Voorzitter Vicevoorzitter
12.840 10.271
Lid
10.271
Lid Lid Lid Lid Gastcommissaris WSD (fusiepartner De Woonplaats)
De heer J.C. Fongers Totaal
Beloning
Onkostenvergoeding -
BTW
Totaal
2.696 2.157
15.536 12.428
-
2.157
12.428
10.271 10.271 10.271 10.271
-
2.157 2.157 2.157 2.157
12.428 12.428 12.428 12.428
2.726
-
572
3.298
77.192
-
16.210
93.402
Projectencommissie In 2014 heeft de RvC besloten een extra kerncommissie samen te stellen, de Projectencommissie. De Projectencommissie is in 2014 drie keer bijeen geweest. Tijdens iedere vergadering worden de kwartaalrapportages over de projecten van De Woonplaats doorgenomen. De Projectencommissie wordt door de directie geïnformeerd over projecten met een hoger risicoprofiel en/of een investering van € 5 miljoen en hoger. Van iedere vergadering van de commissie wordt een verslag gemaakt dat vervolgens in de eerstvolgende reguliere RvC wordt ingebracht en besproken. Waar nodig wordt de RvC in overeenstemming met het reglement vooraf goedkeuring gevraagd voor (des)investeringen vanaf een bedrag van € 5 miljoen. Met (des)investeringen worden geen leningen e.d. bedoeld; deze maken deel uit van het treasurymandaat dat jaarlijks wordt afgegeven. Bedoeld worden (des)investeringen in vastgoed en projecten, die al in de begroting zijn goedgekeurd. De Projectencommissie heeft ook in het afgelopen verslagjaar in samenwerking met de directie zorg gedragen voor projectenbezoek door de Raad.
Risicobeheersing De RvC heeft in 2014 de uitvoering en de uitkomsten van het risicomanagement besproken. Ook de financiële consequenties van de zogenaamde stresstest in relatie tot de derivatenportefeuille heeft veel aandacht gehad. Door het instellen van een Projectencommissie is een directe betrokkenheid ontstaan vanuit de RvC bij de grote verscheidenheid aan projecten waarbij risico’ s en de strategische meerjarenplanning besproken worden. In het kader van risicobeheersing en toezicht levert de Projectencommissie een belangrijke bijdrage. In de RvC als geheel wordt met name de visie voor de langere termijn en de daarbij behorende risico’s aan de orde gesteld. De veranderende wet- en regelgeving wordt hierbij betrokken.
48
Accountant In 2012 is PWC benoemd als externe accountant van De Woonplaats met als optie een verlenging van drie jaar. De externe accountant van De Woonplaats (PWC) was aanwezig bij de RvC-vergadering van 3 juni 2014 waarin de jaarrekening 2013 werd besproken en goedgekeurd door de RvC. Tevens was de externe accountant aanwezig bij de vergaderingen van de Auditcommissie op 19 mei en 17 november 2014.
Inhoudelijk toezicht De RvC houdt toezicht op de directie van de woningstichting en de algemene gang van zaken van de stichting en de met haar verbonden onderneming. Daarnaast adviseert zij de directie op diverse gebieden. De RvC richt zich hierbij op het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming. De Raad weegt de belangen van iedereen die bij de stichting betrokken is (waaronder personeel, huurders en stakeholders) goed af. De Raad is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar functioneren. Daarnaast behoren onderstaande zaken tot de werkzaamheden van de Raad, waaraan de Raad in 2014 inhoud heeft gegeven: Toezicht houden op het functioneren van de directie De directie adviseren over haar functioneren De directie adviseren over het functioneren van de organisatie Toezicht houden op de ontwikkeling en het uitvoeren van de strategie Toezicht houden op de realisatie van de doelstellingen Waken over de risico’s en controle verbonden aan de ondernemingsactiviteiten Verder heeft de RvC gelet op de opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, het financiële verslaggevingsproces en de naleving van de wet- en regelgeving.
Verbindingen De Woonplaats kent een aantal verbindingen. Met een verbinding wordt bedoeld; een duurzaam met De Woonplaats verbonden zelfstandige juridische entiteit waarin De Woonplaats een zakelijk belang heeft. Dit zakelijk belang kent meerdere verschijningsvormen, maar is vooral financieel van aard. De directie informeert de RvC over de verbindingen van De Woonplaats. Tijdens de RvC-vergaderingen worden zaken die spelen bij en rondom verbindingen besproken. Daarnaast doet De Woonplaats ieder jaar verslag van haar verbindingen in het jaarverslag. Behalve de goedkeuringsrechten die de RvC zijn toegekend in de statuten van De Woonplaats en in het RvC-reglement, worden onderstaande zaken ook ter goedkeuring aan de RvC voorgelegd: De vaststelling en wijziging van het verbindingenstatuut De overdracht of overgang van (een overwegend deel van de) de onderneming van De Woonplaats aan een derde Het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking van De Woonplaats met een verbinding Het afgelopen jaar heeft de Raad haar goedkeuring gegeven aan het ontbinden van EenvoudIT.
Functioneren RvC: zelfevaluatie De RvC heeft in 2014 uitgebreid haar eigen functioneren en die van de individuele commissarissen geëvalueerd onder leiding van een externe adviseur. Besproken onderwerpen: de zichtbaarheid van de RvC, de contacten met in- en externe belanghebbenden en diverse denk- en werkmodellen in het kader van toezichthouden. De samenwerking met de directie en het MT zijn eveneens aan de orde geweest. Op basis van deze evaluatie is een profiel van de toekomstige RvC geformuleerd en zijn afspraken gemaakt m.b.t. de selectie en werving van commissarissen en de invulling van de functies binnen de RvC.
Benoeming directie De Governancecode Woningcorporaties stelt zonder afbreuk te doen aan regulier arbeidsrecht een lid van het bestuur wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Herbenoeming kan telkens voor een periode van maximaal vier jaar plaatsvinden. De Raad wijkt op dit onderdeel af van de Governancecode Woningcorporaties. De directievoorzitter van De Woonplaats, de heer Kooiker, is door de Raad in 2012 aangesteld voor een periode van vijf jaar. De Raad van Commissarissen heeft hiervoor gekozen in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de heer Kooiker na vijf jaar. De Raad van Commissarissen 49
heeft mevrouw Wolters, directeur, voor onbepaalde tijd aangesteld. Deze afspraak dateert uit 2009. Op dat moment was de Governancecode Woningcorporaties nog niet van kracht. Bestaande afspraken worden gerespecteerd.
Gegevens directie 2014 Functie
Nevenfuncties
Huidige functie sinds
Werkzaam bij de organisatie sinds
Frans Kooiker
Directievoorzitter
Lid Raad van Commissarissen Stichting OpMaat Lid Raad van Toezicht Thuiszorg het Friese Land Bestuurslid Stichting Vliegwiel Producties
01-09-2012
01-09-2012
Marion Wolters
Directeur
Geen
15-02-2010
15-02-2010
Naam
Functioneren directie Tijdens de vergaderingen van de Remuneratiecommissie is stil gestaan bij het functioneren van de directie. In het begin van het jaar is met name teruggekeken naar het afgelopen jaar, terwijl in het najaar met name gesproken is over de doelstellingen en de activiteiten voor 2015. De RvC is van mening dat de directie het afgelopen jaar naar volle tevredenheid invulling heeft gegeven aan haar taken.
Bezoldiging directie in relatie tot WNT Sinds 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector in werking getreden. In deze wet is geregeld dat de bezoldiging niet mag uitstijgen boven een maximumbezoldigingsnorm. Topfunctionarissen binnen De Woonplaats betreffen de directieleden. Voor 2014 is deze norm € 185.200. De bezoldiging van de directie over 2014 stijgt wel uit boven de gestelde norm. Door aanpassing van de normen vallen de directieleden onder een overgangsregeling. De bestaande bezoldigingsafspraken die hoger liggen dan het bij de wet vastgestelde bezoldigingsmaximum, worden gedurende een termijn van vier jaar na inwerkingtreding van de wet gerespecteerd.
Beloning directie 2014 (bedragen in €) Naam Frans Kooiker Marion Wolters
Periodiek betaalde beloningen 160.204 168.784
Voorzieningen betaalbaar op termijn 29.613 29.806
Vergoedingen 7.299 659
Totaal 197.116 199.249
Werving- en selectieproces RvC Op vrijdag 13 en zaterdag 14 juni 2014 vond een tweedaagse bijeenkomst van de RvC plaats. Tijdens deze bijeenkomst stond de samenstelling van de RvC per 1 januari 2015 centraal. Tevens is uitgebreid stilgestaan en gesproken over het werving- en selectieproces waarbij extern advies is ingewonnen bij een externe adviseur die de Raad de tweede dag ook heeft begeleid. Eind 2014 ontstonden er per 1 januari 2015 twee vacatures binnen de RvC, waarvan één vacature op voordracht van de huurders. Aan deze vacature is naar aanleiding van een positief advies en bindende voordracht van het Huurdersplatform van De Woonplaats invulling gegeven. De heer J.C. Fongers, voormalig voorzitter van de RvC WSD (fusiepartner van De Woonplaats), is per 1 januari 2015 benoemd als lid van de RvC van De Woonplaats op voordracht van de huurders. In overeenstemming met de werving- en selectieprocedure van de RvC is de resterende vacature openbaar gemaakt door middel van publicatie van een advertentie in de regionale dagbladen, het gebruik van social media en berichtgeving op de website van De Woonplaats. Voordat 50
de advertentie werd gepubliceerd is binnen de RvC uitgebreid gesproken over het profiel van het nieuwe lid en is op basis daarvan de algemene profielschets aangepast en bij de vacature op de website van De Woonplaats gepubliceerd. Na de sluitingstermijn van de vacature heeft een voorselectie plaatsgevonden door de voorzitter en vicevoorzitter van de RvC. Vervolgens is een aantal kandidaten geselecteerd en uitgenodigd voor een eerste gesprek. Voor de eerste gespreksronde zijn de RvC-leden (7) in twee groepen verdeeld. De geselecteerde kandidaten hebben twee aansluitende gesprekken met de twee groepen van de RvC gevoerd waarbij de RvC de kandidaten tijdens het gesprek heeft getoetst aan de opgestelde profielschets en specifieke functie-eisen en heeft gekeken of de persoon binnen het team van de RvC past. Aansluitend aan de eerste gespreksronde heeft de RvC de gesprekken geëvalueerd en gezamenlijk besloten om één kandidaat voor te dragen. De beoogde kandidaat heeft vervolgens een aantal kennismakingsgesprekken gevoerd met de directie, de Ondernemingsraad en het Huurdersplatform van De Woonplaats, waarbij de laatste twee adviesrecht hebben. De RvC ontving zowel een positief advies van de Ondernemingsraad als van het Huurdersplatform waarna zij de beoogde kandidaat, mevrouw prof. dr. ir. P.C. de Weerd-Nederhof, in haar vergadering van december 2014 heeft benoemd.
Afscheid Ton Doesburg en Ria Jaspers Eind 2014 heeft de Raad van Commissarissen zoals vastgelegd in het rooster van aftreden afscheid genomen van de heer Doesburg en mevrouw Jaspers. De heer Doesburg heeft de afgelopen jaren de functie van voorzitter van de RvC vervuld. Op een professionele en betrokken wijze heeft de heer Doesburg invulling gegeven aan het commissariaat binnen De Woonplaats. Mevrouw Jaspers was lid van de RvC op voordracht van de huurders en heeft haar functie de afgelopen jaren naar tevredenheid van het Huurdersplatform en de Raad vervuld. De belangen van de huurders zijn door haar inbreng goed onder de aandacht gebracht bij de Raad. De RvC bedankt de heer Doesburg en mevrouw Jaspers voor hun inzet, samenwerking en de geleverde bijdrage aan de ontwikkeling van De Woonplaats de afgelopen jaren
Rooster van aftreden Raad van Commissarissen De Woonplaats 2014 Naam De heer T.R. Doesburg Mevrouw H.P. Jaspers De heer R.J.M. van Broekhoven Mevrouw drs. L.M.G. van Hövell van Wezeveld en Westerflier-Wolberink De heer H.G.A. Fleurij De heer R.J. de Redelijkheid De heer A.B.J. Winkelman
Eerste benoeming 2002 2007 (benoemd als voorzitter van de RvC) 2004 2014
Jaar van aftreden
2014
2018
2009 2009 2010
2017 2017 2018
2014 2014 2018
Verklaring RvC De Raad verklaart dat er in het boekjaar 2014 geen transacties met een tegenstrijdig belang (zoals bedoeld in de best-practice-bepaling) plaatsvonden. Voor veel werknemers van De Woonplaats was 2014 een hectisch jaar met veel veranderingen en externe ontwikkelingen. De Raad van Commissarissen spreekt haar dank uit voor de inzet en de betrokkenheid van directie, managementteam en de medewerkers. Gelet op het feit dat alle werkzaamheden en resultaten zijn gerealiseerd in een jaar, waarin een reorganisatie en een fusie zijn doorgevoerd, zijn wij tevreden met het behaalde resultaat. Enschede, 15 juni 2015 Drs. R.J.M. van Broekhoven voorzitter Raad van Commissarissen 51