Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding
1
Hoofdstuk 2 Werk
3
Hoofdstuk 3 Inkomen en rechtmatigheid
9
Hoofdstuk 4 Minimabeleid
11
Hoofdstuk 5 Communicatie
13
Hoofdstuk 6 Zorg
15
Hoofdstuk 7 Cliëntenparticipatie
17
Bijlagen: Jaarverslag Cliëntenraad Sociale Zaken Boxtel-Haaren Jaarverslag Gehandicapten Platform Boxtel
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Opbouw van het beleidsverslag 2006 Het beleidsverslag 2006 heeft dezelfde opbouw als het beleidsplan 2006 en dat houdt de volgende hoofdstukken in: - Hoofdstuk 1 Inleiding - Hoofdstuk 2 Werk - Hoofdstuk 3 Inkomen en rechtmatigheid - Hoofdstuk 4 Minimabeleid - Hoofdstuk 5 Communicatie - Hoofdstuk 6 Zorg - Hoofdstuk 7 Cliëntenparticipatie Ieder hoofdstuk begint met een korte beschrijving (inleiding) van de belangrijkste onderwerpen op dat gebied. Vervolgens worden de speerpunten uit het beleidsplan 2006 genoemd en de stand van zaken per speerpunt. Voor zover nodig worden daarna nog een toelichting gegeven en cijfers. 1.2. Realisatie van het speerpunt Speerpunt “regionale samenwerking” De samenwerking Haaren – Boxtel realiseren en een actieve rol spelen bij regionale samenwerking.
Stand van zaken gerealiseerd
1.3. Toelichting op het speerpunt In 2006 stond vooral de samenwerking met de gemeente Haaren centraal. De medewerkers uit Haaren zijn sinds eind mei 2006 gehuisvest in Boxtel. De verordeningen en beleidsregels zijn zo veel als mogelijk op elkaar afgestemd, voor zover dat in 2005 nog niet was gerealiseerd, is dat in 2006 afgerond. Regionale samenwerking vond verder ook plaats op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in de vorm van een gezamenlijke aanbesteding huishoudelijke hulp. Deze aanbesteding vond plaats met de gemeenten Haaren, Schijndel, St. Michielsgestel en Heusden. Regionaal wordt ook samengewerkt op het gebied van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Met nog 10 andere gemeenten wordt de sociale werkvoorziening uitgevoerd in een Gemeenschappelijke Regeling WSD. In 2006 is de samenwerking geïntensiveerd vanwege de moderniseringsplannen van het Rijk op het gebied van WSW. Deze samenwerking zal in 2007 gecontinueerd worden omdat de wetswijziging gepland is per 1-1-2008. In 2006 heeft verder een gezamenlijke aanbesteding Reïntegratie plaatsgevonden. De vorige aanbesteding ( voor 2005 en 2006) heeft met 8 andere gemeenten plaatsgevonden, nu was het een gezamenlijke aanbesteding enkel met de gemeente Haaren. De andere gemeenten hebben de voorkeur gegeven aan andere samenwerkingsverbanden of wilden liever een eigen aanbesteding, zodat meer tegemoet gekomen kon worden aan lokale wensen en lokaal beleid. Een andere reden is, dat alleen de gemeente Boxtel een Europese aanbesteding moest doen vanwege de subsidie op grond van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Ook was er samenwerking op het gebied van applicatiebeheer. Applicatiebeheerders van de afdeling Sociale Zaken Boxtel hebben ondersteuning geboden aan de gemeenten St. Michielsgestel, Veghel en Schijndel.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
1
2
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Hoofdstuk 2 Werk. 2.1. Inleiding De speerpunten zijn er op gericht om instroom in de uitkering te beperken en de uitstroom te bevorderen zodat het aantal cliënten beperkt blijft en het WWB budget voor het inkomensdeel niet wordt overschreden. Verder is gestreefd naar een optimale besteding van het WWB budget voor het werkdeel. Dat vraagt een sluitende aanpak bij nieuwe cliënten en screening van het zittende bestand op uitstroommogelijkheden. Daar waar dit nog mogelijk is, wordt een traject vastgesteld. Daar waar het niet meer mogelijk is, wordt een cliënt vrijgesteld van de arbeidsplicht (al dan niet tijdelijk). Het bestand vergrijst en daarnaast zijn veel cliënten arbeidsongeschikt. Om het reïntegratieproces beter en sneller te kunnen laten verlopen willen we de samenwerking met de ketenpartners (CWI en UWV) en de werkgevers steeds verder uitbouwen. Daarbij is ook aandacht gevraagd voor hen, die aan de onderkant van de arbeidsmarkt zitten. Dat zijn vaak onze cliënten en de personen die aangewezen zijn op de sociale werkvoorziening. De speerpunten waar sprake is van aanpassingen van lokale regelgeving in verordeningen of beleidsregels zijn allemaal gerealiseerd. Deze aanpassingen waren nodig in verband met de samenwerking met de gemeente Haaren. 2.2. Realisatie van de speerpunten Speerpunten “werk”
Stand van zaken
Zoveel mogelijk (potentiële) klanten (terug)leiden naar de arbeidsmarkt, zodat het beroep op uitkering zo laag mogelijk blijft. De uitstroomquote CWI is minimaal 55 %.
Een uitkeringsgerechtigde, die arbeidsplichtig is, wordt binnen 3 maanden een re-integratietraject aangeboden zodat de uitstroom wordt bevorderd. Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-gerechtigden komen net als de andere doelgroepen in aanmerking voor alle ondersteunende voorzieningen van de re-integratieverordening Jongeren tot 23 jaar, die in de uitkering komen, worden door het CWI meteen op regulier werk gezet of ze worden binnen 3 maanden op een traject gezet. Bij alleenstaande ouders wordt een afweging gemaakt tussen het belang van de arbeidsinschakeling en de invulling, die de ouder wenst te geven aan de zorgtaken. Hierbij wordt rekening gehouden met een verantwoorde invulling van de combinatie arbeid en zorg en worden voorzieningen ter beschikking gesteld die deze combinatie mogelijk maken. Indien de alleenstaande ouder nog geen startkwalificatie heeft, dan moet de zorgperiode zo veel mogelijk worden benut voor de benodigde scholing. Indien na een eerste beoordeling geconcludeerd wordt, dat een 57½-jarige of ouder kansen heeft op de arbeidsmarkt, dan wordt hem of haar een traject aangeboden binnen drie maanden. Indien dit niet mogelijk is, wordt hij of zij ontheven van enige verplichting richting arbeid of arbeidsacti-
Zie “werkgelegenheidsladder”
Wordt niet meer geregistreerd door het CWI hetgeen te maken heeft met de overstap naar een ander systeem. Voor zover er cijfers zijn, zijn deze niet betrouwbaar volgens CWI. Via controlelijsten wordt bewaakt, dat trajecten worden ingezet binnen de gestelde termijn. Gerealiseerd. Het beleid en de daarop gebaseerde verordeningen en beleidsregels voorzien hier in. Via het jongerenproject bij het CWI worden jongeren zo veel als mogelijk op regulier werk geplaatst. Is dit niet mogelijk worden ze aangemeld voor gesubsidieerd werk. Van de 49 alleenstaande ouders die WWB ontvangen zonder arbeidsplicht hebben 21 een traject (op onderdeel), waarvan 4 scholing volgen.
73 cliënten (alle regelingen samen) zijn ouder dan 57 ½ jaar. Daarvan hebben er slechts 8 een arbeidsplicht. Van die 8 hebben 7 een traject. Voor overige cijfers zie “werkgelegenheidsladder”
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
3
vering. In het beleidsverslag 2006 zal mededeling gedaan worden over de aard en omvang van dit zogenaamde granieten bestand. Voor nieuw- en oudkomers zal een evenwichtig pakket beschikbaar zijn, waardoor integratie mogelijk wordt en dit pakket zowel voorziet in inburgering als re-integratie op de arbeidsmarkt.
Raamovereenkomsten ten behoeve van het Regionale Inkoopboek Re-integratie verlengen, conform de optie, die in de aanbesteding is aangegeven. Scholing inzetten bij onvoldoende startkwalificatie. Voor gesubsidieerd werk WWB maximaal 30 tijdelijke formatieplaatsen beschikbaar stellen. Deze voorziening en de uitvoering daarvan door de WSD in 2006 evalueren. Instellen van een loonkostensubsidie.
In het kader van de Modernisering WSW zullen de gemeenten, die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling, er naar streven hun beleid WSW op elkaar af te stemmen. De onkostenvergoeding voor verwervingskosten in het kader van een re-integratietraject verruimen gedurende de eerste 6 maanden van werkaanvaarding, rekening houdend met draagkrachtrichtlijnen van de bijzondere bijstand. Schuldhulpverlening aanmerken als een voorziening ten behoeve van een reintegratietraject, dat echter niet dwingend voorgeschreven kan worden en daardoor niet valt onder de werking van de afstemmingsverordening. Afschaffen van een inleenvergoeding bij gesubsidieerd werk voor organisaties die geen economische activiteiten uitvoeren De bestedingen voor de reïntegratievoorzieningen zullen minimaal 80 % zijn van het toegekende budget werkdeel WWB 2006. Toeslagen en Verlagingenverordening aanpassen i.v.m. mantelzorg De samenwerking met werkgevers op het gebied van reïntegratie en scholing verder ontwikkelen in het LAB
4
Dit speerpunt is opgenomen met het oog op de invoering van een nieuwe Wet Inburgering per 1 januari 2006. De invoering is echter opgeschoven naar 1 januari 2007. Wel is bij de aanbesteding Reïntegratie rekening gehouden met dit speerpunt door specifiek offertes te vragen over combinatietrajecten. Gerealiseerd. Van deze optie is gebruik gemaakt, waardoor de raamovereenkomsten ook voor 2006 golden. Gerealiseerd. De beleidsregels scholing zijn per 1-1-2006 aangepast en verruimd. Gerealiseerd. In vergelijking met 2005 was in 2006 sprake van een verdubbeling van het aantal plaatsingen, maar wel binnen het maximale aantal. Gerealiseerd. De Reïntegratieverordening is per 1-1-2006 aangepast en vervolgens zijn beleidsregels loonkostensubsidie vastgesteld. Er is geen gebruik van gemaakt. De wijzigingen in de WSW zijn een jaar opgeschoven naar 1-1-2008. Daarom zal het gemeenschappelijke beleid in 2007 ontwikkeld worden. Gerealiseerd. De beleidsregels Onkostenvergoeding zijn aangepast per 1-1-2006.
Gerealiseerd. In de Reïntegratieverordening is per 1-1-2006 opgenomen, dat schuldhulpverlening een voorziening is in het kader van de reïntegratie, maar niet valt onder de wekring van de Afstemmingsverordening. Gerealiseerd. De beleidsregels Detacheringsbanen zijn op dit punt per 1-1-2006 aangepast. Gerealiseerd is 78 %
Gerealiseerd. De Verordening Toeslagen en Verlagingen is aangepast per 1-1-2006. Ontwikkeling is in 2006 voortgezet en zal leiden tot een samenwerkingsovereenkomst en een verdere ontwikkeling richting één-loket.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
2.3. Toelichting en cijfers 2.3.1. Instroom, uitstroom
Aantal clienten Wwb, Ioaw en Ioaz 420 410
406
400 395
395
390 380
377
Reeel Begroot
370 360 349
350 340 330 320 2005
2006
2007
Aantal ingestroomden 165
162
160 155 150
150
150 145
Reeel
140
Begroot
137 135
135 130 125 120 2005
2006
2007
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
5
Aantal uitgestroomden 152 150
150
150
150 148
148 146
Reeel Begroot
144 142
142 140 138 2005
2006
2007
Aantal uitgestroomden naar werk 80 68
70
60 60 50 50 42
45 Reeel Begroot
40 30 20 10 0 2005
6
2006
2007
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
2.3.2. Gesubsidieerd werk WWB Bezetting per 31-12 Jaar Aantal
2005 11
2006 23
2.3.3. Werkgelegenheidsladder Analyse van het totale bestand Groep Totaal (WWB, Ioaw en Ioaz) WWB ouder dan 65 jaar Permanent ontheven arbeidsplicht Tijdelijk ontheven arbeidsplicht Lopende reïntegratietrajecten in behandeling
minus
Aantal / resteert 365 331 280 121 36
34 51 159 85 36
2.3.4. Besteding van de budgetten 2006 Het totale WWB budget wordt verdeeld in een werkdeelbudget (W-deel), waarvan alle reïntegratieactiviteiten uit betaald moeten worden, en het inkomensbudget (I-deel), waarvan alle uitkeringen levensonderhoud WWB uit betaald moeten worden. Besteding I-deel Besteding W-deel
97 % 78 %
Eén van de speerpunten was om het W-deel voor minimaal 80 % te besteden. Dat dit net niet gehaald is in 2006 is te wijten aan vertraagde plaatsingen voor gesubsidieerd werk. 2.3.5. Werkloosheidscijfers CWI Het aantal ingeschreven niet -werkende werkzoekenden per 31 december in de gemeente Boxtel. 2004 2005 2006 1053 1058 879 2.3.6. Lokaal Arbeidsmarkt Beraad (LAB) De contacten met werkgevers vinden voornamelijk plaats via het Personeels Diensten Centrum Boxtel vanwege het grote aantal bedrijven, dat hierbij is aangesloten. In 2006 zijn met PDC en haar flexpartners afspraken gemaakt over extra aandacht bij bemiddeling voor potentiële WWB-ers om zodoende instroom in WWB te voorkomen. Dan spreken we voornamelijk over de beter bemiddelbare werklozen. In 2006 is ook gekeken naar mogelijkheden om WWB-ers uit het zittende bestand met medewerking van het PDC uit te laten stromen bij aangesloten bedrijven. Dit zal begin 2007 leiden tot een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en PDC over plaatsing van cliënten uit het zittende bestand. Verder zijn er landelijk ontwikkelingen gaande in de keten van Werk en Inkomen, waarbij een samenwerkingsvorm met werkgevers steeds terugkomt. Werkgevers behoren eigenlijk tot de keten van CWI, UWV en gemeente. Datzelfde geldt voor onderwijs, want de kwalificaties van niet alleen werklozen, maar ook werkenden, dient verbeterd te worden. Ook de contractpartners op het gebied van reïntegratie horen daar bij. Naar aanleiding van die ontwikkelingen werd in 2006 al steeds meer nagedacht over één-loket voor Werk en Inkomen voor zowel werkgevers als werknemers, waar alle ketenpartners zijn vertegenwoordigd. Zo’n loket willen we in Boxtel en gaat dan nog verder dan een LAB. Het hangt van het nieuwe kabinet af in hoever zo’n lokaal-loket-gedachte mogelijk wordt.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
7
8
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Hoofdstuk 3. Inkomen en rechtmatigheid. 3.1. Inleiding Centraal staat, dat uitkeringen voor algemene bestaanskosten in het kader van de WWB. Ioaw en Ioaz verstrekt worden binnen de wettelijke voorschriften, richtlijnen en termijnen. Het CWI heeft daarin de rol van de poortwachter. Werk komt voor uitkering en als er (nog) geen werk voorhanden is wordt gekeken welke uitkering van toepassing is (klant voor het UWV of voor de gemeente). De cliënt wordt ook in een vroegtijdig stadium gewezen op de rechten en plichten, die aan een uitkering worden verbonden. Is een uitkeringsaanvraag onvermijdelijk, dan zorgt het CWI voor een zo compleet mogelijke aanvraag en stuurt deze door naar de gemeente. De gemeente gaat over tot inhoudelijke beoordeling van de gegevens, die de cliënt bij het CWI heeft verstrekt. Indien nodig wordt een preventieambtenaar gevraagd naar de gegevens te kijken. Zijn er twijfels over de gegevens, wordt de cliënt hierop bevraagd en zo nodig een huisbezoek afgelegd. Hiermee wordt onterechte instroom voorkomen. Indien er twijfels ontstaan over de rechtmatige verstrekking gedurende een uitkering kan er een bijzonder onderzoek gevraagd worden bij de Sociale Recherche van de gemeente ’s-Hertogenbosch. 3.2. Realisatie van de speerpunten Speerpunten “Inkomen en rechtmatigheid” De preventiequote CWI is minimaal 45 % De overdrachtsquote is CWI is minimaal 96 % De volledigheidsquote CWI is minimaal 80 % Het ingezette beleid hoogwaardige handhaving voortzetten Indien sprake is van mantelzorg op basis van een zorgindicatie, is de volledige toeslag van 20 % van toepassing bij de uitkeringsgerechtigde mantelzorger en / of de verzorgingsbehoeftige, dan wel vindt er geen korting plaats op de norm echtpaar.
Stand van zaken Gerealiseerd is 41,8 % Wordt niet meer geregistreerd bij het CWI. Wordt niet meer geregistreerd bij het CWI. Gerealiseerd. Gerealiseerd.
3.3. Toelichting en cijfers 3.3.1. Door CWI ingenomen aanvragen In de speerpunten wordt gesproken over de volledigheidsquote en overdrachtsquote. Omdat het CWI in 2006 is overgestapt naar een ander systeem, zijn daarover geen cijfers meer beschikbaar. De aanvragen, die het CWI naar de gemeente doorstuurt worden inhoudelijk kritisch bekeken, ook op de punten van tijdigheid (binnen de afgesproken termijnen) en volledigheid. Indien het CWI zich niet zou houden aan gemaakte afspraken, wordt daarover direct gecommuniceerd. In 2006 is vooral ook gekeken naar de noodzaak om een aanvraag in te nemen. Had dit voorkomen kunnen worden door meer aandacht te besteden aan werk? Is in de overgedragen stukken herkenbaar welke activiteiten zowel CWI als cliënt hebben ondernomen om een uitkeringsaanvraag te voorkomen? Deze vragen werden in 2006 belangrijker en hebben eind 2006 geleid tot nieuwe afspraken met het CWI. De nieuwe afspraken zullen als bijlage gevoegd worden bij een nieuwe Service Niveau Overeenkomst (SNO) 2007. Ingenomen aanvragen / jaar WWB Ioaw / Ioaz
2003 130 5
2004 176 3
2005 197 2
2006 132 8
(aanvragen WWB voor personen van 65 jaar en ouder (4) en Ioaz (2) worden niet bij CWI ingenomen). Het aantal aanvragen is ten opzichte van 2005 sterk gedaald. Dit is toe te schrijven aan het herstel van de economie. Wijzigingen in de WAO / Wia en de WW kunnen leiden tot grotere en eerdere instroom in de WWB. Op 2006 hebben die wijzigingen nog weinig effect gehad. Volgens een prognose van het UWV zal het percentage van WW-ers, die na de maximale uitkering WW doorstromen naar de gemeente de komende jaren toenemen. Het aantal WW-ers zal echter afnemen gezien de aantrekkende arbeidsmarkt. Per saldo zal het reële aantal WW-ers dat doorstroomt naar de gemeente
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
9
toch afnemen. De piek was volgens het UWV in 2006. Landelijk ging het om een doorlooppercentage van 7,2 %, voor Boxtel was dit 5 %. 3.3.2. Statusformulieren In 2006 is gestart met het gebruik van statusformulieren in plaats van periodieke heronderzoeken rechtmatigheid na aanpassing van het heronderzoeksplan. De formulieren worden twee maal per jaar verstuurd. In 2006 heeft een evaluatie plaatsgevonden nadat voor de eerste keer met de statusformulieren is gewerkt. Belangrijke conclusies zijn: cliënten ervaren deze werkwijze als cliëntvriendelijker dan het vroegere heronderzoek cliënten geven op de statusformulieren aan of de geregistreerde gegevens kloppen en sturen het formulier op tijd terug (slechts 4 maal is een hersteltermijn toegepast). Bij 153 van de 353 verstuurde formulieren werden wijzigingen opgegeven. De meeste wijzigingen konden zonder verder onderzoek aangepast worden. Slechts bij 26 cliënten was daadwerkelijk een onderzoek noodzakelijk. Deze werkwijze bespaart tijd. De vrijgekomen tijd wordt ingezet op extra controle van zogenaamde risicocliënten. In vergelijking met de vroegere werkwijze zouden 353 cliënten een heronderzoek hebben gekregen, terwijl dat nu bij slechts 26 cliënten het geval was. Ook is geconstateerd dat er nog verbeteringen mogelijk zijn op het statusformulier of werkwijze. Verder wordt gewerkt aan een Beleidsplan Hoogwaardige Handhaving in combinatie met een Verificatieplan om tot een sluitend geheel te komen. 3.3.3. Sociale Recherche De Sociale Recherche van de gemeente ’s-Hertogenbosch verricht 2 soorten onderzoek voor de gemeente Boxtel, te weten de preventieonderzoeken en de bijzondere onderzoeken. Met de preventieonderzoeken is gestart in 2006, dus cijfers over eerdere jaren zijn er niet. Een overzicht van de resultaten van de preventieonderzoeken. Beëindi- Geen Ongewij- Reeds Aanpas- Naar Toekken- IntrekAfwijzing ging fraude zigd beëin- sing fraude ning king aanvraag uitkering digd uitkering aanvraag aanvraag 8 0 16 1 3 3 7 0 5 Overzicht van het aantal afgewerkte bijzondere onderzoeken van 2003 t/m 2006 2003 2004 2005 Aantal 13 25 22 onderzoeken Daadwerkelijk 5 4 1 fraude
Totaal afgewerkt 43
2006 11 4
Het aantal bijzondere onderzoeken is veel lager dan voorafgaande jaren omdat er in 2006 gestart is met de preventieonderzoeken, waardoor potentiële fraudeurs al buiten de uitkering gehouden worden. 3.3.4. Maatregelen Onderdeel van handhaving is het overwegen van een maatregel indien een cliënt zijn of haar verplichtingen niet nakomt. Het overwegen van een maatregel vindt plaats conform de Afstemmingsverordening.
Aantal werkprocessen waarbij een maatregel is overwogen
10
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
2005 94
2006 132
Hoofdstuk 4
Minimabeleid
4.1. Inleiding Het minimabeleid richt zich op het verbeteren van de financiële en maatschappelijke positie van inwoners met een laag inkomen. Daartoe zijn de producten bijzondere bijstand, categoriale bijzondere bijstand, langdurigheidtoeslag, Welzijnsfonds, kwijtschelding en collectieve ziektekostenverzekering beschikbaar. Verder werd gestreefd naar het herstellen en bevorderen van de financiële zelfstandigheid van inwoners via schuldhulpverlening . In de loop van 2006 heeft de gemeente twee aanvragen ingediend bij de Provincie voor subsidie uit het Armoedefonds. Dit betrof: • Project Terugdringen niet-gebruik: een extern bureau gaat onderzoek doen naar de omvang van de doelgroep en adressen opsporen van inwoners met een laag inkomen; speciaal in beeld gebracht worden huishoudens met een laag inkomen waar kinderen zijn in de leeftijd van 12 tot 18 jaar • Project Sociaal Netwerk/Sociaal Meldpunt: het uitbouwen van het sociaal netwerk binnen de gemeente ter verbetering van de samenwerking, opsporen en oplossen van knelpunten en verbeteren van de doorverwijzing over en weer. Met beide projecten is in 2006 een begin gemaakt. Zij worden vervolgd in 2007. In 2006 is een nieuw aanvraagformulier ontwikkeld voor de minimaregelingen. De manier waarop wordt omgegaan met de draagkracht is hiervoor aangepast. Het formulier is voor de klant eenvoudiger gemaakt. Bovendien kan voor 4 regelingen tegelijkertijd een aanvraag worden ingediend. Door deze aanpassing hopen we een belangrijke drempel voor het indienen van aanvragen te hebben weggenomen. Vanaf 1 januari 2007 wordt met de nieuwe aanvraagformulieren gewerkt. 4.2. Realisatie van de speerpunten Speerpunten “minimabeleid”
Stand van zaken
Intensiveren van voorlichting, met name gericht op het tegengaan van niet-gebruik en op preventie van schulden. Nieuw is voorlichting en verwijzingen op het gebied van zorg-, huur- en kinderopvangtoeslag.
De regels bijzondere gecontinueerd in 2006.
bijstand
worden
Categoriale bijzondere bijstand wordt structureel vanaf 2006 De beleids- en uitvoeringsregels van de langdurigheidstoeslag ongewijzigd continueren en mogelijke versoepeling van rijkswege toepassen zodra die van toepassing is. Uitbreiding van kostensoorten bij het Welzijnsfonds met vervoerskaarten analoog aan NS voordeeluren. Het herstellen of bevorderen van de financiële zelfstandigheid van Boxtelse burgers in het kader van schuldhulpverlening. Preventie in het kader van schuldhulpverlening in samenwerking met het AMW intensiveren en zodoende de gevallen met onbeheersbare schulden te beperken.
Gerealiseerd door middel van nieuwsbrieven, ambtshalve aanschrijvingen van klanten en maandelijkse publicaties in Brabants Centrum; Start onderzoek door extern bureau naar omvang van de doelgroep minima; Realisatie van collectieve ziektekostenverzekering per 1 juni 2006 Dienstverlening op Pad is in 2006 gecontinueerd Gerealiseerd. Per 1 juni 2006 worden de prijzen van het Nibud gehanteerd als norm voor toepassing van bijzondere bijstand Gerealiseerd Gerealiseerd. N.a.v. gewijzigde regelgeving van Rijk zijn de beleidsregels gewijzigd vastgesteld per 1 januari 2007
Gerealiseerd
Gerealiseerd
De integrale schuldhulpverlening is gecontinueerd. Subsidie verstrekt voor een deel van de kosten van de budgetteringslessen op het VMBO.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
11
In 2006 wordt aan de commissie de conclusie van de beraadslaging of het minimabeleid voor echtparen met oudere kinderen wijziging behoeft voorgelegd. Voor het overige geeft de door het NIBUD uitgebrachte minima-effectrapportage geen aanleiding tot wijziging van het bestaande minimabeleid.
Het maximale bedrag voor Welzijnsfonds opgehoogd tot € 150, - per persoon
is
4.3. Toelichting en cijfers 4.3.1. Aantal ingediende aanvragen in 2006 en voorgaande jaren Regeling / jaar 2003 2004 Bijzondere bijstand 520 662 langdurigheidtoeslag 99 CBB 365 Collectieve ziektekostenverzekering Welzijnsfonds 212 236 Schuldhulpverlening 26 59 Kinderopvang Totaal 758 1421 * inclusief leenbijstand voor overbruggingslening
Contacten met Loket WegWijs
2003 2691
2004 2458
2005 756 133 247 239 166 35 1576
2006 692* 127 243 103 312 196 6 1679
2005 2762
2006 2662
Het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand is in 2006 teruggelopen met 64 aanvragen. Veel aanvragen bijzondere bijstand hebben betrekking op medische kosten. Per 1 juni 2006 is de collectieve ziektekostenverzekering ingevoerd. Deze verzekering geeft een ruimere dekking voor medische kosten dan het verzekeringspakket dat de meeste mensen voorheen hadden. Daarom kan het zijn dat het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand is teruggelopen. Het aantal aanvragen voor Welzijnsfonds is sterk toegenomen. Ook het aantal vervolgaanvragen (voor het vol maken van de maximale tegemoetkoming als dat bij de eerste aanvraag nog niet is gebeurd) is toegenomen, n.l. van 88 naar 170. Er wordt flink gebruik gemaakt van deze regeling. De collectieve ziektekostenregeling is ingevoerd per 1 juni 2006. 355 Bijstandsklanten nemen deel aan deze verzekering. Daarnaast dienden 103 niet-bijstandsgerechtigden een aanvraag in, waarvan 100 aanvragen werden toegekend. Het aantal aanvragen voor de Wet Kinderopvang is sterk gedaald. Alle personen die in 2005 een toekenning hebben gehad, zijn in 2006 opnieuw aangeschreven om een vervolgaanvraag in te dienen. Hierop is heel weinig respons gekomen. In 2006 zijn veel vluchtelingen gehuisvest. Bureau Nieuwkomers heeft bij de huisvesting echter rekening gehouden met het probleem van kinderopvang. In voorgaande jaren bleek telkens weer dat er onvoldoende opvang beschikbaar was. Daarom zijn minder gezinnen gehuisvest met kinderen voor wie kinderopvang nodig was. Dit verklaart de terugloop in aantal aanvragen.
12
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Hoofdstuk 5
Communicatie
5.1. Inleiding In 2006 is regelmatig aandacht geweest voor voorlichting en communicatie. De acties waren gericht op de klanten, op potentiële klanten en op intermediairs. In mei en september 2006 zijn nieuwsbrieven verzonden aan alle bij Sociale Zaken bekende klanten. Diverse malen is gepubliceerd in Brabants Centrum om zowel de producten als Loket WegWijs onder de aandacht te brengen. Uiteraard zijn veel publicaties en nieuwsbrieven geweest rondom de invoering van de WMO. 5.2. Realisatie van de speerpunten Speerpunten “communicatieplan” Communicatie, waaronder voorlichting, is een middel om niet-gebruik tegen te gaan en onbedoelde fraude te voorkomen, acties worden geïntensiveerd bij invoering van de WMO en de integratie van de afdeling met de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Haaren. Een volledig en definitief Communicatieplan zal worden vastgesteld in 2006 Komend jaar wordt de bestaande voorlichting gecontinueerd en uitgebreid met voorlichting in het regionale, gratis weekblad De Meierij. Ingaande 2006 wordt het kwijtscheldingsbestand door het Administratie-kantoor teruggekoppeld naar de afdeling Sociale Zaken. Onderzocht zal gaan worden op welke wijze het aanwezige sociale netwerk verder gestructureerd kan worden, waarbij gedacht wordt aan het instellen van een sociaal meldpunt.
Stand van zaken Gerealiseerd
Gerealiseerd bij vaststelling van het beleidsplan 2007 Extra voorlichting is gerealiseerd. Publicaties hebben echter plaatsgevonden in Brabants Centrum conform het beleid van de gemeente en niet in het gratis huisaan-huis blad de Meijerij In afwachting van het uit te voeren onderzoek naar de minima in de gemeente is het bestand van inwoners met kwijtschelding nog niet aangeschreven om hen te attenderen op overige inkomensondersteunende regelingen. Met financiële ondersteuning van het Provinciaal Armoedefonds is in 2006 gestart met armoedebijeenkomsten met het sociaal netwerk.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
13
14
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Hoofdstuk 6
Zorg
6.1. Inleiding Het kabinet heeft besloten tot een nieuw stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning. Het wetstraject is pas op 27 juni 2006 afgerond. Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning van kracht geworden. Deze wet omvat de lichtere vormen van hulp en ondersteuning. De gemeente moet deze ondersteuning organiseren. De AWBZ is er dan alleen voor de zwaardere vormen van zorg: professionele zorg en verpleging. Het doel van de Wmo is ‘meedoen’. De Wmo is er om mensen met een beperking (in de breedste zin van het woord) te ondersteunen in hun bijdrage in de samenleving. Het gaat erom om mensen toe te rusten om maatschappelijk te kunnen participeren. Hierbij staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger voorop. De Wmo definieert maatschappelijke ondersteuning in 9 prestatievelden. Voor de afdeling sociale zaken ligt de nadruk op de beleidsontwikkeling en –uitvoering op de prestatievelden 3 en 6: 3: 6:
het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning (Loket WegWijs); het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.
6.2. Realisatie van de speerpunten Speerpunten “zorg”
Stand van zaken
De landelijke ontwikkelingen op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning worden actief gevolgd en er vindt regionale beleidsvoorbereiding plaats. In afwachting van de komst van de WMO het Wvg-beleid continueren.
gerealiseerd
gerealiseerd
6.3. Toelichting en cijfers 6.3.1. Voorbereiding op de invoering van de Wmo Het jaar 2006 heeft in het teken gestaan van de voorbereidingen op de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De voornaamste wijziging was de overheveling van de huishoudelijke verzorging vanuit de AWBZ naar de Wmo. De Wet voorzieningen gehandicapten is opgegaan in de Wmo. De nadruk heeft gelegen op het zogenaamde smalle traject van de Wmo. Dus eerst dat regelen wat op 1 januari 2007 van belang is, namelijk het beleid formuleren voor de individuele voorzieningen en qua uitvoering voorbereid zijn op de nieuwe taak. Het brede traject, het opstellen van het beleidsplan wordt door de afdeling Burgerzaken en Welzijn in een latere fase (in 2007) opgesteld. Door de gemeenten Boxtel, Haaren, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Schijndel, St. Michielsgestel en Vught is in het voortraject besloten om gezamenlijk op te trekken ten behoeve van een regionaal afgestemde implementatie van de Wmo. In maart 2006 heeft de gemeenteraad van Boxtel het Regionaal Beleidskader Wmo vastgesteld. In juni 2006 heeft de raad de notitie ‘Wmo: samenwerken aan de Boxtelse samenleving’ vastgesteld. In deze notitie zijn de kaders geformuleerd voor de Wmo-Verordening. De kaders hebben betrekking op: invulling taak huishoudelijke verzorging; positie van het lokale loket; toegang tot de zorg en de voorzieningen; beleidsafstemming voorzieningen gehandicapten gemeenten Boxtel en Haaren; doorontwikkeling automatisering lokaal loket.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
15
In de raadsvergadering van september 2006 is de Verordening Wmo gemeente Boxtel 2007 vastgesteld, alsmede het beleid individuele verstrekkingen (het Verstrekkingenboek). Uitgangspunt hierbij was het Wvg beleid ongewijzigd te continueren. Tot slot is in december het Besluit Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2007 vastgesteld. De Europese aanbesteding van de Hulp bij het Huishouden hebben Boxtel en Haaren gezamenlijk met de gemeenten Heusden, St. Michielsgestel en Schijndel uitgevoerd. Naast de beleidsvoorbereidingen zijn er diverse afspraken gemaakt met het CAK, het Zorgkantoor en het CIZ. De gemeente heeft met de zorgaanbieders raamovereenkomsten afgesloten en uitvoeringsafspraken gemaakt. De burgers zijn geïnformeerd, er is voorlichtingsmateriaal opgesteld, en de medewerkers zijn opgeleid en voorbereid op hun nieuwe taken. 6.3.2. Cijfers Wvg Aantal aanvragen en hercontroles (incl. beëindigingen) 2001 Aanvragen 763 Hercontroles en beëindigingen 280
in vergelijking met voorgaande jaren: 2002 2003 2004 2005 877 694 580 544 271 231 330 369
2006 587 231
6.3.3. Cliënt- en burgerparticipatie Beleid is zoveel als mogelijk interactief met het maatschappelijk middenveld opgesteld. In mei 2006 heeft er een oriënterend overleg met lokale belangenorganisaties plaatsgevonden, de beleidskaders zijn naar hen toegestuurd en er is een inspraakbijeenkomst georganiseerd. Tevens is er in juni een informatieavond georganiseerd voor belangstellenden over het bestek van de aanbesteding hulp bij het huishouden. Tevens is er gedurende het gehele traject voortdurend overleg geweest met het platform gehandicapten Boxtel en de adviesraad gehandicapten Haaren. In een gezamenlijk overleg heeft bovendien afstemming plaatsgevonden over een eenduidige Wmo-Verordening voor Boxtel en Haaren. De Verordening Wmo heeft voor inspraak ter inzage gelegen en de inspraakreacties zijn meegenomen en zo nodig verwerkt in de uiteindelijke versie. Op grond van de Wvg en de Verordening cliëntenparticipatie Wvg heeft het gehandicaptenplatform Boxtel een formele status als het gaat om het gevraagd en ongevraagd adviseren ten aanzien van Wvg-beleid. De formele status komt met de Wmo per 1 januari 2007 te vervallen. Afstemming (participatie) is met de Wmo in een ander en breder kader geplaatst. In 2006 is er vanuit Zorgbelang Noordoost Brabant gestart om samen met verschillende lokale belangengroepen te bekijken hoe burger- en cliëntenparticipatie in de gemeente Boxtel het beste vormgegeven kan worden. Dit heeft geleid tot een Wmo-adviesraad i.o. waarin onder andere het gehandicaptenplatform Boxtel vertegenwoordigd is. De Wmo-adviesraad bestaat uit vertegenwoordigers van ongeveer 24 lokale belangen- en vrijwilligersorganisaties, die de belangen behartigen van (potentiële) vragers/betrokkenen op het gebeid van de Wmo. Het dagelijks bestuur – de gesprekspartner van de gemeente – bestaat uit 7 leden. De organisaties in de Wmo-adviesraad, raadplegen hun achterban en vormen tevens het centrale aanspreekpunt voor de niet-georganiseerde burger. Cliënt - en burgerparticipatie is met de komst van de Wmo niet meer alleen van toepassing op de individuele voorzieningen. De Wmo-adviesraad wordt betrokken bij de voorbereiding en evaluatie van het meerjarig beleidsplan Wmo, de negen prestatievelden en het gehele gemeentelijke beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg, voorzover deze geen onderdeel uitmaken van de negen prestatievelden. Sociale zaken is dus niet meer primair het aanspreekpunt, maar de afdeling Burgerzaken en Welzijn, die zich bezig houdt met het brede traject van de Wmo. Uiteraard dient bij ontwikkeling van beleid op sociale zaken de Wmo-adviesraad betrokken te worden.
16
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
Hoofstuk 7 Cliëntenparticipatie 7.1. Inleiding Cliëntenparticipatie vindt plaats door: de Cliëntenraad Sociale Zaken Boxtel – Haaren In de gemeente Haaren was de participatie anders geregeld dan in Boxtel. In verband met de samenwerking op het gebied van Sociale Zaken is eind 2006 een burger uit de gemeente Haaren lid van de Cliëntenraad en heeft de Cliëntenraad ook “Haaren” in haar naamgeving toegevoegd. Gehandicapten Platform Boxtel Vanwege de invoering van de Wmo per 1-1-2007 zal deze organisatie opgaan in de nieuwe Wmo-adviesraad. Van beide organisaties is een jaarverslag 2006 ontvangen, welke als bijlage zijn bijgevoegd.
Beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg 2006
17