___________________________________________ Inleiding Ethiek Havo §1
DE ETHISCHE OPTIEK Doel en opzet van dit hoofdstuk. In dit hoofdstuk krijg je een inleiding in ethiek. Het is de bedoeling dat je na dit hoofdstuk: -
weet wat een ethische benadering van de werkelijkheid inhoudt.
-
inzicht hebt in een aantal belangrijke ethische stelsels (visies); gevolgenethiek en beginselethiek.
-
inzicht hebt in wat ethische communicatie is, wat het belang van deze communicatie is en de voorwaarden voor goede ethische communicatie.
1.1
met behulp van een stappenplan een case kunt analyseren en beoordelen.
Optieken Een bepaalde kwestie kun je op verschillende manieren benaderen: -
een commerciële benadering zal zeggen: welke manier van handelen is financieel het beste voor een vereniging.
-
een jurist zal zeggen: wat schrijft de wet hier voor? Hoor je een misdrijf aan te geven bij de politie?
-
vanuit de ethiek zal naar voren worden gebracht: wat is moreel juist? Wat is menswaardig in deze situatie? Wat is goed en wat is kwaad in dit geval?
We zien hier dus drie verschillende benaderingen van één dezelfde kwestie. Een ander woord voor benadering is optiek. Je kunt als het ware met verschillende brillen op naar de werkelijkheid kijken: een economische bril, een juridische bril, een historische bril, een aardrijkskundige bril, een esthetische bril, een levensbeschouwelijke bril, een ethische bril, etc. Elke optiek heeft een eigen aandachtsveld waarmee naar de werkelijkheid wordt gekeken. Enkele voorbeelden:
1.2
-
economische optiek: met zo weinig mogelijk middelen een zo groot mogelijke winst realiseren.
-
juridische optiek: wat zijn de wettelijke regels?
-
esthetische optiek: wat is mooi en wat is lelijk? Wat is nou precies een mooie vormgeving?
Definitie van de ethische optiek - De ethische optiek is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. In deze definitie gaat het om drie kernbegrippen: A. het (uiteindelijk) goede, B. behoren en C. doen. We geven nu een toelichting op deze begrippen. A. Het uiteindelijk goede Ethiek houdt mensen voor het uiteindelijk goede te doen: thuis, in hun werk en in de maatschappij. Ethiek zegt dus: handel goed! Maar wat bedoelen we eigenlijk met het woord ‘goed’? Dat woord kan namelijk in heel verschillende betekenissen gebruikt worden. Kijk maar eens naar de volgende zinnen: -
‘De operatie is goed verlopen. Er traden geen complicaties op’.
-
‘De nieuwe CD van Janet Jackson is mooi, er wordt goed gezongen’.
-
‘De vering van mijn bromfiets is goed gemonteerd’.
- Inleiding ethiek Havo -
1
In elke uitspraak komt het woord ’goed’ voor. Maar in geen van de drie zinnen wordt het woord gebruikt vanuit een ethische optiek. In de eerste uitspraak wordt het woord ‘goed’ gebruikt vanuit een medische optiek. In uitspraak twee vanuit een esthetische optiek en in uitspraak drie vanuit een technische optiek. Wanneer het woord ‘goed’ wordt gebruikt vanuit een ethische invalshoek wordt bedoeld dat een handeling ‘menswaardig is. Over wat dan ‘menswaardig’ is, komen we verderop te spreken. Bij de ethische optiek stellen we ons dus de vraag: is ons handelen uiteindelijk menswaardig te noemen? Een aantal praktische voorbeelden: -
is het menswaardig om een vriend in nood zoveel als het kan te helpen?
-
is het menswaardig om het leven te beëindigen in geval van een uitzichtloze ziekte, met een ondraaglijke pijn?
-
is het menswaardig om in een winkel te stelen?
B.
Behoren
De ethische optiek stelt niet alleen vragen, maar houdt ons ook een norm voor en die norm is: wij behoren menswaardig te handelen. We kunnen ons hier niet vrijblijvend opstellen. Ethische uitspraken kunnen we vooral herkennen aan zinnen waarin de werkwoorden ‘moeten’ of ‘behoren’ voorkomen. Ook kunnen we in dit verband wijzen op het verschil tussen een is-uitspraak en een moet-uitspraak. Bij een ‘is-uitspraak’ wordt een uitspraak gedaan over hoe de werkelijkheid feitelijk in elkaar zit, volgens degene die waarneemt. Het gaat dus om de feiten. Bij een ‘moet-uitspraak’ geeft men aan hoe de werkelijkheid in elkaar zou behóren te zitten, volgens degene die de betreffende uitspraak doet. C. Doen De ethische optiek is ook een praktische optiek. Het gaat om ons handelen, ons doen en laten. Het gaat er niet om wat je denkt, maar om wat je doet! Je moet het goede doen: in praktijk te brengen. Dat betekent overigens niet dat je je verstand niet zou moeten gebruiken bij ethiek. Dat moet je juist wel doen. Je moet steeds goed nadenken over wat goed is. Maar dit nadenken is altijd gericht op je praktijk: op je handelen. Tot slot Je doet nu een Havo-opleiding. Misschien vraag je je af: ‘Ik wil een vak leren, wat heb ik dan aan ethiek?’ Deze redenering is begrijpelijk, maar ze klopt niet. Als je later ergens gaat werken hoor je inderdaad je eigen vak uit te oefenen. Maar je hoort je beroep wel zo uit te oefenen dat het ethisch verantwoord is. Dat geldt voor alle beroepen. Ethisch handelen is nodig om een beroep wat je uitoefent te beschermen. Een voorbeeld: wanneer je als ober onbeleefd met klanten omgaat, krijgt het beroep van ober een slechte naam Een beroep met een slechte naam wordt minder gewaardeerd. Maar ethiek is ook in je eigen belang. Het ligt voor de hand dat jouw baas jou in dit geval liever kwijt dan rijk is. Immoreel gedrag in het werk heeft dus ook voor je zelf grote nadelen. Je baas is niet tevreden over je werk: je krijgt een slechte beoordeling en misschien kom je niet in aanmerking voor een promotie. In sommige gevallen loop je zelfs het risico ontslagen te worden. Ontslag betekent: geen werk meer en minder inkomen. In extreme gevallen leidt onverantwoordelijk gedrag in het werk tot een veroordeling door een rechter.
2
- Inleiding ethiek Havo -
§2
OORDELEN BINNEN ETHIEK: ETHISCHE VISIES In deze paragraaf geen we bekijken welke ethische visies er zoal zijn. Ethische visies zijn standpunten (meningen) over hoe wij ons behoren te gedragen. Deze standpunten bieden ons hulp bij het oplossen van ethische dilemma’s. Voordat we hier op ingaan bespreken we eerst het onderscheid tussen ’optiek’ en ‘visie’.
2.1
Optieken en visies In de vorige paragraaf hebben we gezien dat een optiek een bepaalde invalshoek of benaderingswijze is. Nu is het zo dat mensen die één en dezelfde optiek innemen het niet altijd met elkaar eens zijn. Er bestaan meestal verschillende standpunten. Een ander woord voor standpunt is (eigen) mening of visie. We geven nu een voorbeeld. Wanneer je samen met je klasgenoten en je leraar een kunstwerk bekijkt, dan zul je snel ontdekken dat er verschillende gedacht wordt over de schoonheid van een kunstwerk. Terwijl jullie toch allemaal dezelfde optiek hanteren: de esthische. Aldus krijgen we het volgende schema:
visie leerling a Esthetische optiek
visie leerling b
kunstwerk
visie leerling c
We zien dus dat we allemaal een esthetische benadering kiezen: we zijn op zoek naar optimale schoonheid. Leerling A zal die vinden in het afgebeelde kunstwerk. Leerling B vindt dit kunstwerk afschuwelijk en leerling C twijfelt. 2.2
Wat zijn ethische visies? Ethische visies zijn standpunten die worden ingenomen binnen de ethische optiek. Het zijn opvattingen over hoe wij ons behoren te gedragen. Mensen gebruiken deze ethische visies om twee redenen: 1. Om een oordeel te geven over bepaalde ethische problemen. Ethische visies kunnen ons dus helpen bij het oplossen van ethische problemen. Ethische visies zijn een soort richtingwijzers: in die richting zou je een oplossing kunnen zoeken. 2. Om het handelen (vaak achteraf) te rechtvaardigen. Dat gebeurt met name als mensen gevraagd wordt zich te verantwoorden voor hun gedrag.
2.3
Overzicht van ethische visies Er zijn vele ethische visies. Twee belangrijke stromingen zullen we hier bespreken: gevolgenethiek en beginselethiek. Bij de bespreking van deze stromingen zullen we steeds het volgende ethisch probleem terug laten komen.
- Inleiding ethiek Havo -
3
A. Gevolgenethiek Voor de gevolgenethiek wordt ethisch goed handelen gekenmerkt door een goed resultaat van ons handelen. Het gaat om de gevolgen van ons handelen. Als het gevolg van onze handeling goed is dan is de handeling ethisch goed te noemen. Dat is de kern van gevolgenethiek. Een definitie van gevolgenethiek is: díe handeling is juist die in zijn gevolgen een bepaald doel realiseert. Vaak wordt dit doel omschreven als: zoveel mogelijk welzijn voor zoveel mogelijk mensen. Een bekend voorbeeld van een gevolgenethische visie is het utilisme. Op deze theorie gaan we iets dieper in. Het utilisme Het Latijnse utilisme betekent ‘nuttig’. Je behoort dat gene te doen wat het meest nuttig is voor de samenleving in zijn geheel. Het woord ‘nut’ wordt meestal gelijk gesteld met het woord ‘geluk’. De morele regel wordt dan: ‘die handeling is moreel juist die in zijn gevolgen zoveel mogelijk geluk oplevert voor zoveel mogelijk mensen’. De toepassing van deze regel betekent dat je een soort ‘morele balans’ moet opmaken van de verschillende alternatieven die zich aandienen bij de oplossing van een ethisch dilemma. Als afronding dient men de uitkomsten van de verschillende balansen te vergelijken. De balans meet de meest gunstige uitkomst (die dus het meeste geluk oplevert) krijgt de voorkeur. Om dit toe te lichten nemen we een hartspecialist als voorbeeld. Wanneer hij zich op het standpunt stelt van de utilistische theorie zal hij zich afvragen: welke oplossing levert het meeste geluk op voor zoveel mogelijk mensen? Vanuit dit uitgangpunt worden twee balansen opgemaakt. Een voor een jonge vrouw en een voor een oude vrouw. Bij het opmaken van de balansen zal onder andere naar de volgende zaken gekeken worden: -
Hoeveel jaren hebben de twee personen (onder gemiddelde omstandigheden) nog te leven? Dus hoeveel mogelijkheden voor toekomstige gelukservaringen hebben beiden? Hierbij dient opgemerkt te worden dat het steeds moeilijk is om geluk te kwantificeren (te meten).
-
Wat is de kwaliteit van het huidige en toekomstige leven (bijvoorbeeld gezond tegenover dement)?
-
Wat is de betekenis van dit leven voor de directe omgeving (bijvoorbeeld alleenstaand tegenover gezin, man en drie kinderen)?
Het opstellen van een dergelijke balans betekent in dit geval waarschijnlijk dat de jonge vrouw als eerste geopereerd zal worden. Belangrijke grondleggers van het utilisme zijn John Stuart Mill (1748-1832) en Jeremy Bentham (17481832). De ethische theorie van het utilisme heeft veel invloed binnen het bedrijfsleven. In de politiek treft men het utilisme bijvoorbeeld aan bij een liberale partij als de VVD. B. Beginselethiek Bij beginselethiek wordt steeds een beginsel als uitgangspunt genomen voor de ethische beslissing. Het kunnen trouwens ook meer beginselen zijn. Een ander woord voor beginsel is principe. Voorbeeld van zulke beginselen zijn: het recht op privacy, gelijkwaardigheid, eerbied voor het leven, de waardigheid van de mens. Een definitie van beginselethiek is: bij de oplossing van een ethisch probleem dient steeds recht gedaan te worden aan en of meer beginselen. Met andere woorden: het beginsel dient zonder meer toegepast te worden. Wanneer we deze theorie toepassen op het voorbeeld van de hartspecialist komen we tot de volgende redenering. De hartspecialist worstelde met een ethisch probleem: wie moest hij als eerste opereren? Wanneer hij als beginsel heeft: ‘elk mens heeft recht op leven’, kan hij geen keuze maken tussen de twee vrouwen. Beide vrouwen hebben immers recht op leven! Loten zou dan de beste oplossing
4
- Inleiding ethiek Havo -
zijn. In de praktijk is het mogelijk dat er meerdere beginselen een rol spelen. Dan kan er toch een keuze gemaakt worden en hoeft er niet geloot te worden. Een bekend voorbeeld van de beginselethische visie is de ethiek van Immanuel Kant, waar we nu wat dieper op ingaan. De ethiek van Immanuel Kant (1724-1804) Voor Kant is niet het gevolg van ons handelen belangrijk. Nee, het gaat erom dat je een goede bedoeling hebt. Een handeling is pas dan ethisch goed als zij geschiedt uit plichtsbesef. Daarmee bedoelt Kant dat jouw instelling behoort te zijn bewust het goede te doen. Kant onderscheidt twee vormen van handelen: handelen uit neiging en handelen uit plichtsbesef. Mensen handelen uit neiging als hun doel is het eigen welzijn te vergroten. Het eigen belang staat dus voorop. Bij het handelen uit plichtsbesef vraag je je af: wat is goed voor de mensheid? Dit kan betekenen dat je handeling nadelig is voor je eigen belang. Ethisch handelen is per definitie handelen uit plichtsbesef, zegt Kant. Je dient er bewust op uit te zijn het goede te doen. Een goed mens te zijn is een plicht, volgens Kant. Goed handelen betekende bij Kant dat één principe echt centraal moest staan, namelijk: de waardigheid van de menselijke persoon. Dat betekent dat je de ander nooit louter als een middel mag gebruiken. De ander is ook een ‘doel op zichzelf’. De ander is ook een mens met eigen behoeften, verlangens en wensen. Mensen moeten de vrijheid hebben om die behoeften, verlangens en wensen te bevredigen. In de praktijk betekent dit dat wij als mensen respect dienen te hebben voor onze medemens. We moeten hem de ruimte geven om zich zelf te zijn: zijn eigen doelen na te streven. Goed, maar stel nu dat we met een concreet ethisch probleem te maken hebben en je kunt niet uit de voeten met de principe van Kant: de waardigheid van de menselijke persoon. Wat moet je dan doen? Voor deze moeilijke situatie gaf Kant een praktische tip: als je ooit twijfelt wat je moet doen, moet je je het volgende afvragen: zou je willen dat iedereen in een dergelijke situatie zou handelen zoals jij van plan bent: Als je antwoord ‘ja’ luidt, moet je zelf ook zo handelen. Met andere woorden: Zou jouw handelswijze de basis kunnen zijn van een algemene, dus voor iedereen geldende wet? Een voorbeeld: stel je hebt de neiging om in een muziekshop een Cd mee te nemen zonder af te rekenen. Je twijfelt: is dit ethisch wel of niet juist? Vraag je dan af: zou je willen dat iedereen in een muziekshop Cd’s zou meenemen zonder te betalen? Waarschijnlijk kom je dan tot een negatief antwoord en dat betekent dat je zelf die Cd ook laat liggen als je hem niet kunt of wilt betalen.
§3
ETHISCHE COMMUNICATIE
3.1
Introductie In deze paragraaf gaan we aandacht besteden aan ethische communicatie. Allereerst geven we aan wat precies ethische communicatie is. Vervolgens bespreken we twee functies van ethische communicatie. Tenslotte geven een aantal voorwaarden voor ethische communicatie.
3.2
Wat is ethische communicatie? Bij het ontwikkelen van eigen ethische standpunten speelt communicatie een belangrijke rol. In een communicatieproces speelt de uitwisseling van informatie en standpunten tussen twee of meer personen een centrale rol. In een ethisch communicatieproces wordt informatie uitgewisseld die betrekking heeft op ethiek. Dat kan zijn een wegwerpgebaar (je bent het met iets niet eens); een ethische analyse; een ethisch standpunt en bepaalde argumenten.
- Inleiding ethiek Havo -
5
Op basis van déze uitwisseling van (ethische) informatie ontwikkel je een eigen mening: thuis, met je vrienden, in de klas of later in je werk. Centrale activiteiten in het communicatieproces zijn spreken en luisteren. Hoe beter de kwaliteit van deze activiteiten is, hoe vlotter de communicatie verloopt. Uiteindelijk komt dat de kwaliteit van je eigen ethische visie ten goede. 3.3
Twee functies van ethische communicatie Goed voor je zelf Om tot een eigen ethisch oordeel te komen is het belangrijk dat mensen zelf nadenken en zelfstandig keuzes kunnen maken. Deze kwaliteiten kunnen verbeterd worden door met anderen te communiceren. Tijdens zo’n communicatieproces kunnen je eigen inzichten over de precieze aard van een ethisch dilemma aangescherpt worden. Ook is het mogelijk dat anderen ethische visies (paragraaf 2) en argumenten aanreiken waar je zelf tot nu toe niet aan gedacht had. Over deze en de eigen visie kan gediscussieerd worden. Uiteindelijk is het mogelijke dat de visies en argumenten van anderen van een beter kwaliteit zijn en dat men dus zijn eigen visie wijzigt. Hieruit blijkt dat de visie van anderen uiteindelijk een mede bepalende rol speelt bij de totstandkoming van een eigen standpunt. Communicatie levert dus een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van je eigen mening. Ook goed voor de samenleving In onze samenleving bestaan meerdere ethische visies naast elkaar. Daarom is onze samenleving te typeren als een plurale samenleving. ‘Pluralis’ betekent veelvoud, meervoud. Er bestaan meerdere visies naast elkaar. Om de steeds optredende morele problemen in de samenleving op te lossen kan communicatie een goede dienst bewijzen. Mensen en organisaties kunnen besluiten nemen over ethische problemen op basis van communicatie met betrokkenen.
3.4
Voorwaarden voor goede ethische communicatie Wat nu volgt is een overzicht van voorwaarden waaraan ethische communicatie dient te voldoen. Openheid houdt in dat niemand van een ethische discussie uitgesloten mag worden. Iedereen heeft het recht zich te mengen in een ethische discussie. De leerling heeft evenveel recht van spreken als de leraar. De man op de werkvloer evenveel als de manager aan de top. De patiënt evenveel als de arts. Ook buitenstaanders mogen zich mengen in ethische discussies op het bedrijf, op school en in het ziekenhuis. Ethische opvattingen hangen vaak samen met belangen die mensen hebben. Belangen zijn handelingen, maatregelen of praktijken die door mensen als voordelig voor henzelf worden gezien. Een voorbeeld: veel jongeren zien veel zakgeld als een belang. In een ethische discussie dient ieders belang serieus genomen te worden en gelijkheid als beginsel gehanteerd te worden. We kunnen van mensen niet verwachten dat ze zonder meer hun eigen belang verwaarlozen, ten gunste van het belang van een ander. Wel heeft ieder de plicht te erkennen dat de ander ook belangen heeft. Een ideale ethische beslissing heeft als kenmerk dat alle belangen zijn meegewogen. Deelnemers aan een ethische discussie dienen bereidheid tot dialoog te tonen en zich in te leven in standpunten van anderen. Ze behoren dus niet alleen hun eigen kijk op een moreel probleem te geven, maar ook oog te hebben voor de kijk van een ander. We moeten niet uitsluiten dat onze gesprekspartners betere standpunten en argumenten hebben dan wijzelf.
6
- Inleiding ethiek Havo -
Naast hun eigen belangen dienen de deelnemers aan een ethische discussie ook de belangen van de rest van de samenleving mee te wegen bij hun uiteindelijk standpunt. Een andere voorwaarde voor ethische communicatie is duidelijkheid over de gehanteerde begrippen. Om spraakverwarring te voorkomen is het belangrijk dat de deelnemers aan een ethische discussie zich steeds afvragen wat ze precies bedoelen met een bepaald begrip. Waar dat mogelijk en wenselijk is kunnen er ook afspraken gemaakt worden over wat men gezamenlijk onder een begrip verstaat. In het woord redelijkheid zit het woord ‘rede’, hetgeen letterlijk betekent: verstand. Een ethische discussie dient gevoerd te worden met verstandelijke redenen. Bij een morele beslissing dienen de beste argumenten de doorslag te geven. In een ethisch gesprek moet je dus met goede argumenten komen. Maar wat zijn eigenlijk ‘goede’ en ‘foute’ argumenten? We spreken van goede argumenten als de redenen die iemand aanvoert ter zake doen. Dat wil zeggen dat ze betrekking hebben op de inhoud van de ethische discussie. Daarnaast zal een goed argument geen argumentatiefouten vertonen. We geven nu een overzicht van veel voorkomende argumentatiefouten: a. Ongegronde generaliseringen Generaliseren wil letterlijk zeggen: “Veralgemenen, uit afzonderlijke gevallen tot een algemene stelling besluiten en zo alle gevallen over een kam scheren’. Met ongegronde generaliseringen bedoelen we dat algemene conclusies worden getrokken uit slechts enkele gegevens of uit gegevens die niet ter zake doen. b. Normen ontlenen aan feiten Uit een feitelijke stand van zaken worden zonder meer normen afgeleid. Normen zijn aanwijzingen over hoe mensen zich behoren te gedragen. Een voorbeeld van het ontlenen van normen aan feiten: De meeste mensen gaan op een gegeven moment trouwen (een feit). Jij vindt dat je daarom ook behoort te gaan trouwen (norm). Feiten zijn op zich zelf niet goed. Anders zouden we moord en doodslag zelfs een goede zaak moeten noemen! c. Autoriteitsargumenten Tijdens een ethische discussie wordt een beroep gedaan op een autoriteit: een gezaghebbend persoon. Autoriteitsargumenten zijn foute argumenten. Ze gaan namelijk niet over de inhoud. Je kunt er ook niet over discussiëren. Iets is niet waar of juist omdat een bepaald persoon (wie dan ook) dat zegt. Nee, het argument zelf moet overtuigen. d. Persoonsgebonden argumenten Een voorbeeld van een persoonsgebonden argument: ‘Wat hij zegt kan niet waar zijn, want hij is een mietje.’ Bij een persoonsgebonden argument wordt totaal niet ingegaan op de inhoud van een standpunt. Wel wordt iemands standpunt ondermijnd door zijn persoon verdacht te maken. Er wordt gezinspeeld op aspecten uit iemands privé-leven (bijvoorbeeld een scheiding, seksuele geaardheid, vroegere delicten, etc). In een ethische discussie kunnen persoonsgebonden argumenten niet als serieuze argumenten gelden. Opnieuw geldt: het argument zelf moet overtuigen en niets of niemand anders. e. Onjuiste oorzaak Dit is een veel voorkomende redeneerfout. Bij een feit waaraan verschillende oorzaken ten grondslag liggen, wordt één oorzaak afgezonderd en tot dé oorzaak gemaakt.
- Inleiding ethiek Havo -
7
§4
EEN STAPPENPLAN VOOR ETHISCHE ANALYSE EN BEOORDELING
4.1
Inleiding In deze paragraaf leer je hoe je een ethisch probleem goed kunt analyseren en oplossen. Analyseren betekent: een probleem uit elkaar leggen, ontrafelen, verschillende aspecten onderscheiden, etc. Het doel van analyseren is beter te begrijpen wat er precies aan de hand is. Door meer kennis te krijgen van een probleem kun je het ook beter oplossen. We gaan beter leren analyseren en beoordelen aan de hand van een stappenplan. Door het volgen van een aantal stappen leer je systematisch en logisch te werk te gaan. Ook ga je meer samenhang zien tussen de verschillende theorieonderdelen zoals je die tot nu toe in dit hoofdstuk gezien hebt. Uitleg van het stappenplan Het stappenplan kent zeven stappen die we nu een voor een gaan doornemen. Stap 1
Het formuleren van de case
In deze stap wordt het ethische dilemma geformuleerd. Vaak gebeurt dit aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Maar het kan ook een denkbeeldige situatie zijn. Het kan dan om een probleem gaan dat nog niet in de praktijk is voorgekomen, maar zich in de toekomst misschien wel kan voordoen. Bij de verdere uitleg van ons model gaan wij uit van de volgende case. Voorkeur voor vrouwen? Je zit in de ondernemingsraad van een grote bank. Op een gegeven moment staat er op de agenda het onderwerp: ‘positieve discriminatie bij promoties en sollicitaties bij hogere functies’. De hoofdlijn van het rapport is dat de bank in de komende jaren positieve discriminatie wil toepassen bij promoties en sollicitaties in geval van hogere functies. Dat wil zeggen dat bij gelijke capaciteiten, vrouwen de voorkeur krijgen. De reden van dit beleid is dat de bank de bestaande achterstand van vrouwen in hogere functies wil goed maken. Van de ondernemingsraad wordt een advies verwacht. De directie van de bank gaat straks definitief beslissen. Stap 2
Welke feiten spelen een rol?
Om meer inzicht te krijgen in een case dienen we zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Welke feiten spelen een rol? Welke aspecten spelen een rol? Het kan gaan om: - economische feiten (economische optiek) - juridische feiten (juridische optiek) - historische feiten (historische optiek) - sociale feiten (sociale optiek) - biologische feiten (biologische optiek) - etc. a. economische feiten Economie houdt ons voor: probeer met zo weinig mogelijk middelen een zo groot mogelijke opbrengst te realiseren. Het uiteindelijke doel is dan maximale winst en continuïteit. Vanuit een economische invalshoek zal de nadruk gelegd worden op personeel met de beste kwaliteit. Goed personeel vormt immers – samen met andere factoren – de basis voor winst en continuïteit op langere termijn.
8
- Inleiding ethiek Havo -
b. juridische feiten De juridische optiek heeft als aandachtsveld: we dienen te handelen in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving. In onze case wordt voorgesteld mannen te ‘discrimineren’ met als doel de bestaande achterstand van vrouwen in hogere functies te verkleinen. We moeten ons afvragen: is dit wettig? c. personele feiten De personeelsoptiek heeft als aandachtsveld: ieder personeelslid heeft recht op werk dat aansluit bij zijn opleiding, capaciteiten en functie. Daarnaast dient ieder personeelslid zich te kunnen ontwikkelen binnen de organisatie: loopbaanontwikkeling. Wanneer het voorstel zou worden aangenomen, zouden de loopbaanmogelijkheden van vrouwen bij dit bedrijf gunstiger komen te liggen. Voor de mannelijke werknemers ligt dit natuurlijk andersom. Misschien worden zij wel ontevreden. De kans is aanwezig dat de werknemers weg zullen gaan naar bedrijven waar ze meer kans op promotie hebben. Stap 3
Welke waarden spelen een rol?
Hier gaan we bekijken welke waarden een rol spelen in deze case. Een goede manier is om alle optieken (zie bij stap 2 de feiten) die een rol spelen bij de case nog eens na te lopen en te noteren welke waarden ‘verborgen’ zitten in elke optiek. Elke optiek bevat namelijk altijd een of meerder waarden. Deze waarden geven de richting aan waarmee naar de werkelijkheid (in ons geval een case) gekeken wordt: - De economische optiek. Zij heeft als centrale waarde: welvaart. - De juridische optiek brengt als centrale waarden binnen: legaliteit (het principe dat je je aan de wet moet houden) en gelijkheid. De juridische optiek houdt ons voor te handelen binnen de wet. Deze wet gaat uit van het gelijkheidsbeginsel. Discriminatie als middel om te komen tot meer gelijkheid (het doel) is toegestaan. - De personeelsoptiek brengt als waarden binnen: recht op arbeid en ontplooiing binnen het werk. Daarnaast kunnen vanuit de ethische optiek zelf ook nog waarden een rol spelen. In dit geval kunnen dat waarden zijn als gelijkheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid en vrijheid. Stap 4
Het formuleren van het ethisch probleem
We kunnen nu komen tot een voorlopige formulering van het ethisch probleem in onze case: de bank wil in haar activiteiten een aantal waarden realiseren, die niet tegelijkertijd gerealiseerd kunnen worden. Dit betekent dat het bedrijf een keuze moet maken over de voorrang van waarden. Concreet in onze case: het bedrijf wil de waarden welvaart, legaliteit, gelijkheid, arbeid, ontplooiing, rechtvaardigheid, eerlijkheid en vrijheid tegelijkertijd realiseren. Dit is niet mogelijk, dus moet het bedrijf keuzes maken. Hierbij houdt de ethiek ons één norm voor: wij behoren het uiteindelijk goed te doen. Wij behoren menswaardig te handelen. Stap 5
Wie zijn de belanghebbenden?
Belanghebbenden zijn individuen en/of groepen die voor- of nadeel kunnen hebben bij bepaalde handelingen of beslissingen. In onze case zien we in ieder geval drie belangrijke directe belanghebbenden: a.
Alle hoger opgeleide vrouwen binnen en buiten het bedrijf. Zij krijgen meer kansen op hogere functies.
b.
Alle hoger opgeleide mannen binnen en buiten het bedrijf. Zij hebben nadeel bij zo’n besluit.
c.
Eigenaren en medewerkers van het bedrijf. Wanner het bedrijf economische voor- of nadelen heeft bij een besluit tot voorkeursbehandeling, bevoor- of benadeelt dit de eigenaren en de medewerkers.
- Inleiding ethiek Havo -
9
Stap 6
Wie is er moreel aanspreekbaar?
Wie neemt in deze case eigenlijk de beslissing? En wie heeft de mogelijkheid die beslissing te beïnvloeden? De beslissing wordt genomen door de directie. De directie is daarom moreel verantwoordelijk en dus ook moreel aanspreekbaar. De directie moet bereid zijn redenen te geven voor haar beslissing. Maar ook de Centrale Ondernemings Raad is moreel aanspreekbaar. Zij heeft immers de mogelijkheid invloed uit te oefenen op het besluit van de directie. Stap 7
Welk ethisch standpunt neem je in?
Hier geef je je mening over het vraagstuk. Zo’n mening berust meestal op een ethische visie, zoals de gevolgenethiek of de beginselethiek. Van belang is dat je je mening goed weet te onderbouwen met ter zake doende argumenten en daarbij argumentatiefouten weet te vermijden.
Model voor ethische analyse
10
Stap 1
Het formuleren van de case
Stap 2
Het verzamelen van informatie (uit andere optieken)
Stap 3
Welke waarden spelen een rol?
Stap 4
Wat is het ethische probleem?
Stap 5
Wie zijn de belanghebbenden?
Stap 6
Wie is moreel aanspreekbaar?
Stap 7
Welk ethisch standpunt neem je in?
- Inleiding ethiek Havo -