Verkiezingsprogramma Brussels en Vlaams Parlement 13 juni 2004
Inhoudstafel 1 2
Brussel in het blauw ........................................................................................... 3 Wat de VLD voor u deed de voorbije 5 jaar ............................................................... 4 2.1 “Brussel: een stad om in te leven” .................................................................... 4 2.2 Een nieuw fiscaal regime................................................................................ 4 2.3 Een degelijk onderwijs als springplank ............................................................... 4 2.4 Een aantrekkelijke stad voor iedereen ............................................................... 5 2.5 Zorg voor alle Brusselaars ............................................................................... 5 2.6 Jong Brussel? Brussel jong!.............................................................................. 6 2.7 Een thuis voor Vlamingen ............................................................................... 6 2.8 Conclusie................................................................................................... 7 3 Ons programma voor de toekomst .......................................................................... 8 3.1 Het Brussels samenlevingsmodel verfijnen........................................................... 8 3.2 Een Vlaams beleid voor Brussel .......................................................................12 3.3 Fiscale hefbomen voor de stad........................................................................14 3.4 Veiligheid voor de burgers .............................................................................17 3.5 Een degelijke woning voor alle Brusselaars .........................................................19 3.6 Stadsvernieuwing: de stad is ook een thuis ........................................................20 3.7 Mobiliteit voor iedereen................................................................................21 3.8 Harder werken aan werk ...............................................................................23 3.9 Een sterke economie die voor Brusselse welvaart zorgt ..........................................25 3.10 Groene stad............................................................................................28 3.11 Propere stad ...........................................................................................30 3.12 Nederlandstalig onderwijs: de verwachtingen van elk kind en elke ouder inlossen .......31 3.13 De culturele dynamiek versterken .................................................................33 3.14 Brussel, stad van vele kleuren ......................................................................36 3.15 Eindelijk een sportbeleid!...........................................................................38 3.16 Jong zijn in Brussel? Het mag! ......................................................................39 3.17 Ouder worden in de stad ............................................................................41 3.18 Welzijn en gezondheid, ook in de stad............................................................43 3.19 Brussels goes international..........................................................................45
Pagina 2 van 46
1 Brussel in het blauw 'Ceci n'est pas une capitale'. (*) Zo schildert men Brussel à la Magritte . De hoofdstad als een Belgische paradox. Brussel. Is de ambitie van een hoofdstad: Van België, van Vlaanderen en van Europa. Brussel, anno 2004, dat is Brussel niet meer. Brussel is veranderd, verandert nog elke dag. Deze stad is 'Bruxelles' niet meer. Wel steeds meer 'Brussels'. De metamorfose van een hoofdstad tot een wereldstad op mensenmaat. Brussel staat voor een Gewest. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is 19 gemeenten groot en ontstond in 1989. Over de ambities voor ons Gewest, daar gaat het over. Over het belang van een liberale visie op de hoofdstad en op het samenleven van 1 miljoen mensen in ons Gewest over de band met Vlaanderen. Al eeuwen brengen steden mensen samen, mensen die in vrijheid willen leven, mensen die zichzelf willen zijn, mensen met ideeën. Die willen leven, ideeën doen leven. Een stad ademt vrijheid. De stadslucht maakt vrij. De Vlaamse Liberalen en Democraten hebben ideeën. Ideeën om hun hoofdstad te doen leven. Ideeën op maat van wie in de hoofdstad leeft. Ideeën om samen te leven. Ideeën om het leven in de hoofdstad te verbeteren, voor al wie hier woont, voor al wie hier werkt of wil werken, voor al wie leeft met de hoofdstad. En vooral voor al wie wil meeleven met de hoofdstad. Liberalen zijn opbouwend, vooruitstrevend en verdraagzaam. Ze denken toekomstgericht, handelen doordacht en met zin voor verantwoordelijkheid. Werken aan een betere stad, bouwen aan een beter leven in de stad, aan een toekomst voor die stad. Dat is een uitdaging. Echt iets voor blauwe Brusselaars. Echt iets voor ons.
Guy Vanhengel
Sven Gatz
Annemie Neyts
Jean-Luc Vanraes René Coppens
(*) vrij naar Magritte : “ceci n’est pas une pipe”
Pagina 3 van 46
2 Wat de VLD voor u deed de voorbije 5 jaar 2.1 “Brussel: een stad om in te leven” Brussel heeft lange tijd een negatief imago met zich meegesleept, heeft de schulden opgestapeld en werd gekenmerkt door een absoluut gebrek aan daadkracht om de problemen aan te pakken. De VLD heeft daar de voorbije vijf jaar mee verandering in gebracht. Samen met onze coalitiepartners hebben we Brussel opnieuw ademruimte geboden om haar troeven ten volle uit te spelen en de zwakke plekken weg te werken. We hebben tijdens die vijf jaar natuurlijk niet alles kunnen realiseren wat we wensten. Toch zijn we van mening dat wat we gerealiseerd hebben, gezien mag worden. Brussel bruist opnieuw. Samen met U willen we voortbouwen op dit elan.
2.2 Een nieuw fiscaal regime Het is een algemeen bekend cliché dat in Brussel alles minstens tien keer zo complex is als in de rest van het land. Met Guy Vanhengel als Brussels Minister van financiën hebben we dat cliché ontkracht: de Brusselse Gewestbelasting is een toonbeeld van eenvoud geworden. Bovendien hield de hervorming voor de bevolking een gevoelige lastenverlaging in. Vanhengel schafte niet alleen het Kijk- en Luistergeld in Brussel af, maar stelde eveneens één gezin op vier vrij van de gewestbelasting. De totale lastenverlaging komt uit op 109 EUR (4.397 BEF) per Brussels gezin. En dan hebben we het nog niet eens over de drastische verlaging van de registratie- en successierechten! Vele mensen zijn er van overtuigd dat lastenverlagingen een gat in de kas van de overheid slaan. Toch heeft de VLD bewezen dat het ook anders kan: reeds 5 jaar op rij levert Guy Vanhengel begrotingen in evenwicht af. De verlaging van de registratierechten bracht zelfs méér geld in het laatje dan voorheen! Tegelijkertijd bedong hij extra financiering bij de federale overheid, die hij grotendeels doorstuurde naar de basis voor onze toekomst, het onderwijs. Daarnaast werkte hij de schulden weg in de sector sociale huisvesting, zodat onze opvolgers met een gezonde financiële kas aan de slag zullen kunnen gaan.
2.3 Een degelijk onderwijs als springplank Onze Nederlandstalige scholen barsten zo stilaan uit hun voegen. De versterkte positie van het Nederlands op de Brusselse arbeidsmarkt en het uitstekende werk dat onze leerkrachten en directies leveren zorgen voor een nooit geziene toeloop op onze instellingen. Aangezien we er van overtuigd zijn dat kwaliteitsvol onderwijs de beste springplank is voor het leven, maakte Guy Vanhengel als Collegelid van Onderwijs hier 30 miljoen EUR (of meer dan 1,2 miljard BEF) vrij om op drie jaar tijd de gebouwen van de Nederlandstalige scholen in Brussel te verbouwen en te renoveren. Daarnaast versterkte hij de klusjesploeg, die ter beschikking staat van de scholen om hun kleine en grote problemen op te lossen. Op inhoudelijk vlak zijn we blijven investeren in het voorrangsbeleid Brussel, Taalvaart en het Nascholingscentrum voor leerkrachten. Op die manier wordt de meertalige omgeving van Brussel niet langer een handicap, maar een troef voor beter onderwijs. Het Huis van het Onderwijs en het Huis van het Nederlands worden centra vanwaar we het Brussels Onderwijs blijven versterken, samen met de positie van het Nederlands. Ook voor de ouders en kinderen zelf hebben we hard gewerkt. Via het gratis openbaar vervoer voor kinderen uit de basisschool worden de ouders verder ontlast. Daarnaast hebben we er voor gezorgd dat het nieuwe GOK- of Gelijke Onderwijs Kansendecreet aangepast werd aan de Brusselse realiteit. Op die manier kunnen Nederlandstalige ouders toch nog terecht in de school van hun keuze.
Pagina 4 van 46
Onderwijs stopt niet aan de schoolpoort. Tewerkstelling hangt vaak af van de kwaliteit van het onderwijs, of zelfs de beschikbaarheid daarvan. De arbeidsmarkt in Brussel kent 20% werkloosheid! Dit gigantisch hoge cijfer heeft vaak te maken met een gebrekkige talenkennis en een gebrek aan aangepaste opleidingen. Daarom hebben we in Brussel geïnvesteerd in het onderwijs van het Nederlands, maar ook in het aanbieden van meer VDAB-opleidingen in het Brusselse Gewest. Het heeft lang geduurd vooraleer Jean-Luc Vanraes en Sven Gatz Brussels Minister Eric Tomas (PS) konden overtuigen, maar uiteindelijk heeft hij er dan toch mee ingestemd om samen met de Vlaamse Gemeenschap werk te maken van duurzame tewerkstelling.
2.4 Een aantrekkelijke stad voor iedereen Brussel is door de jaren heen een stad geworden van tegenstellingen. De stad miste de visie om uit te groeien tot een échte Europese grootstad, terwijl volledige wijken in de ijzeren greep van de armoede terechtkwamen. De stadsvlucht die er op volgde was navenant: Brussel verloor samen met die middenklassers een belangrijk fundament van haar sociaal en financieel weefsel. Het resultaat: de verloedering van sommige wijken en financiële problemen voor het Gewest. De VLD wil van Brussel weer een aangename stad maken om te wonen, te werken en te leven… Zo voerde Guy Vanhengel een algemene verlaging van de registratierechten door, zodat het aankopen van een woning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opnieuw heel interessant wordt. De maatregel had duidelijk succes, want in de eerste zeven maanden van de verlaging hadden reeds 3.304 gezinnen een woning in Brussel gekocht, waardoor de inkomsten van de registratierechten reeds hoger lagen dan voordien. Daarnaast heeft Guy Vanhengel ook de middelen van het woningfonds verdubbeld, zodat meer mensen voor hun woning aan uiterst interessante tarieven kunnen lenen, en heeft hij de schulden van de sociale huisvestingsmaatschappij weggewerkt. Maar ook de rest van de Brusselse fractie heeft onze hoofdstad op haar manier nieuw leven willen inblazen. Zo zorgde Sven Gatz er voor dat oude fabriekspanden makkelijker toegankelijk zijn voor diegenen die ze willen omvormen tot moderne lofts. Op die manier bruisen vele achtergestelde wijken opnieuw van het leven. Hetzelfde wil Gatz doen met de handelskernen, door het wonen boven winkels te stimuleren. Daarnaast heeft Sven steeds oog gehad voor de nieuwe en grootse projecten die in Brussel op stapel staan, zoals de inrichting van de site rond het Rijksadministratief Centrum, de Europese Wijk of Turn en Taxis. Om voor iedereen – en in het bijzonder voor de Vlamingen – opnieuw interessant te worden, heeft Brussel een stevig Nederlandstalig aanbod nodig. Ook hier heeft de VLD hard aan gewerkt. De stadszender FM Brussel krijgt binnenkort nieuwe, krachtige frequenties en is gehuisvest in het Flageygebouw te Elsene, samen met TV Brussel en Brussel Deze Week. De Ancienne Belgique blijft ten slotte een steunpunt voor de Vlamingen in Brussel.
2.5 Zorg voor alle Brusselaars De kwaliteit van onze gezondheidszorg is een voorbeeld voor het buitenland. Toch bleven er in Brussel problemen bestaan. Mensen konden wel verzorgd worden, maar vaak kon dat niet in hun eigen taal. Dit brengt vaak moeilijkheden met zich mee, want de communicatie tussen arts en patiënt is letterlijk en figuurlijk van levensbelang. Sven Gatz diende tijdens deze legislatuur – samen met enkele andere Vlaams-Brusselse politici – klacht in bij de Raad van Europa betreffende de tweetaligheid van de spoeddiensten in het Brusselse. De Let Boris Cilevicss kwam poolshoogte nemen, en constateerde dat er inderdaad extra inspanningen nodig waren om het aanbod van Nederlandstalige zorg in onze hoofdstad te garanderen. Dit zorgde voor een stroomversnelling: op dit moment wordt op verschillende vlakken werk gemaakt van een Nederlandstalig zorgaanbod. Natuurlijk kan dit niet van vandaag op morgen gebeuren, maar er wordt aan gewerkt. De Vlaamse wachtdienst voor geneesheren wordt intussen
Pagina 5 van 46
versterkt en uitgebreid, en we werken een Digitaal Vlaams zorgnetwerk uit, zodat alle Vlamingen makkelijk de weg naar Nederlandstalige zorg kunnen vinden. Intussen zorgde Jean-Luc Vanraes er voor dat de Iriskoepel (de Brusselse openbare ziekenhuizen) een beter beheer kreeg. De organisatie wordt nu immers nauwer in het oog gehouden door het parlement, zodat afwijkingen op tijd recht kunnen gezet worden. Maar ook de derde leeftijd kreeg zijn bijzondere aandacht: niet alleen jonge gezinnen ontvluchten immers de stad, ook onze senioren moeten op een gegeven moment op zoek naar een oplossing voor hun situatie buiten Brussel. Vanraes zorgde er voor dat zij terechtkunnen in serviceresidenties, waar zij zich in alle zelfstandigheid verzekerd weten van de nodige zorg. Daarnaast wordt werk gemaakt van een meerjarenplan om het woon- en zorgaanbod voor senioren gevoelig uit te breiden. Dat wordt mogelijk gemaakt door het Brusselfonds, dat door de Vlaamse overheid ter beschikking wordt gesteld.
2.6 Jong Brussel? Brussel jong! Niet alleen senioren werden op hun wenken bediend. Ook voor de jongeren hebben we in Brussel hard gewerkt. Zo gingen verschillende jeugdhuizen gebukt onder de onredelijk zware openingstaks voor cafés. Deze voorbijgestreefde belasting hebben we dan ook afgeschaft, om het mogelijk te maken deze jeugdverenigingen hun centen elders en beter zouden kunnen besteden. Brussel is bovendien een studentenstad, hoewel je dat aan het beleid in het verleden te zien niet altijd zou zeggen. Verschillende gemeentes hebben immers nog steeds belastingen op studentenkamers, terwijl de huurprijzen voor die kamers nu al tot de hoogste van België behoren. Toch zijn het vaak de hooggeschoolde studenten die na hun studies in Brussel blijven rondhangen. We moeten ze dan ook de kans geven ‘verliefd’ te worden op onze stad. Daarom heeft de VLD op gemeentelijk niveau de strijd aangebonden met deze taksen, maar dat is lang niet alles. Brussel is immers een grote stad, en je verplaatsen kost geld. Daarom heeft Guy Vanhengel het gratis openbaar vervoer voor studenten aan universiteiten en hogescholen ingevoerd. Op die manier herwinnen de jongeren hun vrijheid om Brussel te verkennen, zodat ze er later ook zullen willen blijven. De sportinfrastructuur hebben we ook onder handen genomen. Veel jongeren gaan vandaag naar allerhande sportclubs, al is de ruimte voor sportterreinen in onze hoofdstad beperkt. Daarom hebben we met de VLD het Gewestelijk budget voor sportinfrastructuur verdubbeld. Daardoor kunnen we onder meer het gesloten zwembad van Ganshoren opnieuw openen, of kunnen we nieuwe installaties bouwen voor de vele jeugdvoetballertjes van FC Brussels en Anderlecht.
2.7 Een thuis voor Vlamingen Dit alles kan slechts gebeuren in een kader waarin wij als Brusselse Vlamingen ons thuis kunnen voelen en ook zeggenschap hebben. De VLD is één van de voortrekkers geweest van het Lombardakkoord, het Brusselse luik van de Lambermont-onderhandelingen. Dit akkoord heeft de Vlamingen een stevige armslag gegeven in de Brusselse Politiek. Zo worden de Brusselse volksvertegenwoordigers voor de eerste maal in de Belgische geschiedenis rechtstreeks verkozen in het Vlaams Parlement, waardoor ze zich volledig kunnen concentreren op het verdedigen van de Brusselse belangen bij de Vlamingen. Daarnaast hebben we een gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlamingen in het Brussels parlement afgedwongen. Met de 17 Vlaamse zetels in het Brussels Parlement hebben we de mogelijkheid om meer te gaan wegen op het Brusselse beleid. Op gemeentelijk vlak zijn we er in geslaagd om in zowat elke Brusselse gemeente een Vlaamse schepen af te leveren. Op die manier kunnen de Vlamingen ook in alle gemeenten meewerken aan een beleid voor alle Brusselaars.
Pagina 6 van 46
De Lombard-akkoorden brachten niet alleen meer politieke armslag, maar leverden ook meer budgettaire beleidsruimte op. Het Brusselfonds bevat meer dan 400 miljoen BEF, en wordt onder meer aangewend voor de uitbreiding en ondersteuning van de Nederlandstalige instellingen in onze hoofdstad. Dit geld werd onder meer aangewend voor de renovatie van onze scholen, het ondersteunen van Vlaamse initiatieven in onze hoofdstad en het uitbreiden van het zorgaanbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2.8 Conclusie U merkt het, de VLD heeft niet stil gezeten de voorbije vijf jaar. We hebben het Brussels Hoofdstedelijk Gewest weer op het goede spoor gezet, haar financiën weer gezond gemaakt en haar armslag gevoelig vergroot. Ondanks begrotingen die keer op keer sluitend waren zijn we er in geslaagd gevoelig te investeren in de toekomst van onze hoofdstad. We hebben onze stad opnieuw aantrekkelijk gemaakt voor ouderen én jongeren, zonder onderscheid van rang of stand. Daarom willen we verder gaan op ons elan. Nu we de fundamenten van een dynamisch en vooruitstrevend beleid hebben gelegd, willen we er ook op verder bouwen. Verderop leest U onze plannen voor onze hoofdstad, gedurende de komende vijf jaar. We zijn er van overtuigd dat we Uw vertrouwen in de voorbije vijf jaar niet beschaamd hebben, en willen doorgaan met ons project. De keuze is aan u. U hebt daar straks een beslissende stem in, gebruik ze.
Pagina 7 van 46
3 Ons programma voor de toekomst 3.1 Het Brusselse samenlevingsmodel verfijnen De Brusselaar heeft recht op een goed bestuur. Kernachtig gesteld komt het erop neer dat de overheden die op het Brusselse grondgebied actief zijn de Brusselse inwoners op alle vlakken correct moeten helpen: moderne dienstverlening die vriendelijk, snel genoeg, volledig én in beide landstalen verloopt natuurlijk. Dit gaat niet over onmogelijke opdrachten en ook niet over communautaire twisten, maar wel over klantvriendelijkheid. De Brusselse VLD wil dit o.m. bereiken via de juiste wetgeving en via promotie van het Nederlands. Goed bestuur gaat ook over betrokkenheid en burgerschap, over een goed institutioneel kader en een gezond budget. Ook hier heeft de Brusselse VLD vernieuwende voorstellen klaarliggen. 1. De VLD wil de kennis van de Brusselse instellingen en de participatie bij het Brussels beleid verhogen. In de Nederlandstalige en Franstalige scholen moet de nodige aandacht besteed worden aan het functioneren van de Brusselse instellingen. Bijzondere aandacht moet hierbij gaan naar het evenwicht tussen en samenleven van de twee gemeenschappen en de vele culturen in Brussel. 2. De VLD wil op Brussels niveau volksraadplegingen mogelijk maken om het debat over de stad te versterken en de inspraak van de inwoners te vergroten. Het debat kan geenszins leiden tot een onderdrukking van de meerderheid door een minderheid, daarom stellen wij een vorm van referendum voor die de nodige garanties biedt voor o.a. de Nederlandstaligen in Brussel. 3. De Brusselse instellingen en de relatie Gewest-gemeenten is aan een restylen toe. Alle partijen beseffen dit, geen enkele durft het debat te gronde aan. De Brusselse VLD wil alle bestaande taboes hierover overstijgen. De VLD wil een New Deal inzake bevoegdheden tussen de gemeenten en het Gewest. Grote bevoegdheden van gewestelijk belang, zoals de gehele fiscaliteit (voor particulieren, bedrijven en middenstand), de sportinfrastructuur (waaronder de zwembaden), de parken, het gehele mobiliteitsbeleid, de ziekenhuizen, het informaticabeleid moeten naar het gewest worden overgeheveld. 4. Wij willen de gewaarborgde vertegenwoordiging van Nederlandstaligen in de verschillende gemeenteraden en schepencolleges. 5. Wij pleiten voor de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester en adjunctburgemeester die zich als duo aan de kiezer aanbieden en waarvan telkens één een Nederlandstalige is en de andere een Franstalige. 6. In het college moet de Nederlandstalige schepen steeds minimaal bevoegd zijn voor Nederlandstalige cultuur, onderwijs en verenigingen. 7. De Vlaamse gemeenschap moet in iedere gemeente een rechtmatig deel krijgen toegewezen van het bestedingsbudget van de gemeente en de gemeenten moeten voor het Nederlandstalig onderwijs en voor de Vlaamse verenigingen in verhouding dezelfde middelen vrijmaken als voor de Franstalige “tegenpolen”. 8. De VLD wil een observatorium van de VGC om de correcte verdeling van de budgetten van de gemeenten inzake gemeenschapsbevoegdheden te controleren. 9. Meer samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en Franse Gemeenschapscommissie kan de Brusselaars alleen ten goede komen.
Pagina 8 van 46
10. Efficiënt en goed bestuur gebiedt ons ook instellingen in vraag te stellen en te oordelen over hun werking en nut. De VLD is van oordeel dat het bestaan van een gouverneur voor Brussel nutteloos en overbodig is. Men moet de politieke moed en eerlijkheid hebben om dit niet functionerende bestuursniveau af te schaffen en de aan de gouverneur toegemeten bevoegdheden over te hevelen naar het Gewest. 11. De politiehervorming heeft grotere politiezones ingevoerd om efficiënter en grootschaliger te kunnen werken. Het is echter belangrijk dat de burger een aanspreekpunt heeft binnen de controlerende en uitvoerende structuren van deze grotere zones. En voor de Brusselse Vlaming is het van groot belang dat hij dit in zijn eigen taal kan doen. Binnen de politieraden die controle uitoefenen over de verschillende Brusselse politiezones is al voorzien in een minimumvertegenwoordiging van de Brusselse Vlamingen. Deze moet echter versterkt worden zodat iedere Brusselse gemeente minstens 1 Vlaming afvaardigt naar dit orgaan. 12. Ook in de Colleges van de politiezones (het uitvoerende orgaan) die samengesteld zijn uit de burgemeesters van de gemeenten die van deze politiezones deel uitmaken moet naar een Vlaamse vertegenwoordiging gestreefd worden. 13. Intercommunales zijn belangrijk voor de dienstverlening aan de burgers: water, gas, elektriciteit, telefoon en kabeldistributie zijn basisbehoeften waar iedere burger recht op heeft. Daarom dient de werking en het beleid van deze intercommunales transparanter te worden en moet binnen hun controle en beleidsorganen voorzien worden in de vertegenwoordigers van de Vlaamse burgers. 14. Europa en haar instellingen hebben hun plaats binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Van Europa wordt niet enkel een financiële bijdrage aan de stad verwacht, de VLD wil ook een formeel overlegniveau waar Europa en het Gewest hun respectieve verzuchtingen t.a.v. elkaar m.b.t. de stad kunnen aankaarten. 15. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft ook budgettaire ademruimte nodig. Het heeft een budgettaire ruimte nodig om een beleid te kunnen voeren om nieuwe inwoners en bedrijven aan te trekken die werkgelegenheid creëren, om de stad te verfraaien en veilig te houden. En het heeft die budgettaire ruimte ook nodig om zijn grootstedelijke en hoofdstedelijke functie te kunnen uitvoeren. Op basis van objectieve criteria moet de financiering van Brussel herberekend worden. Iedere bijkomende financiering van Brussel als Hoofdstedelijke Gewest moet gepaard gaan met de nodige waterdichte garanties voor de tweetaligheid van het Hoofdstedelijk Gewest. 16. Voor de VLD is een goed bestuur een klantvriendelijk en toegankelijk bestuur. Alle internetinitiatieven en -informatie, zowel van het gewest, de gemeenten, de intercommunales, de pararegionale instellingen, moeten via één portaalsite overzichtelijk toegankelijk worden. Wij willen in Brussel het e-government uitbouwen. Alle administratieve informatie en formulieren moeten beschikbaar zijn en afgehandeld kunnen worden via het Internet. 17. Internet mag geen kloof slaan tussen de burgers en het beleid, maar moet de kloof dichten. Daarom pleiten wij niet enkel voor meer toegang tot het Internet, bijvoorbeeld in gemeentehuizen, maar pleiten we naast een e-government ook voor een c-government (citizen- of burgergericht beleid): elke burger moet op zijn gemeentehuis aan één loket met behulp van gemeentepersoneel door alle administratieve informatie gegidst kunnen worden van alle bestuursniveaus waarmee hij in aanraking kan komen. 18. Brussel is bovendien toe aan een modernisering van de gewestelijke overheidsdiensten, parastatalen, ziekenhuizen (grotere zelfstandigheid) en aan een administratieve vereenvoudiging (vereenvoudiging van procedures voor een efficiëntere dienstverlening).
Pagina 9 van 46
19. Om een betere dienstverlening te garanderen is een reële bijscholing van ambtenaren via onder andere de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur nodig. Het onderscheid tussen arbeiders en bedienen moet ook bij de overheid afgeschaft worden. 20. De VLD wil de controle op de naleving van de taalwet en sanctionering van niet-naleving verbeteren: dit is enerzijds een kwestie van een goed controleerbare wet, maar anderzijds ook van goed en functioneel opgeleid personeel en van promotie van de Nederlandse taal op lange termijn binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 21. Het huidige taalhoffelijkheidsakkoord dat de naleving van de taalwetten door contractuele ambtenaren in de Brusselse gemeenten vastlegt, moet in de federale taalwet opgenomen worden. 22. Voorafgaand aan de aanpassing van de taalwetgeving op federaal niveau vraagt de VLD een doorlichting van alle knelpunten bij de huidige naleving van de taalwet door de vicegouverneur. De federale regering moet de vice-gouverneur hiermee belasten. 23. Momenteel schorst de vice-gouverneur aanstellingen van contractuele werknemers op gemeentelijk niveau die niet beschikken over het wettelijk verplicht taalbrevet. De schorsing moet vervolgens bevestigd worden door een Nederlandstalige én Franstalige Minister. De VLD vraagt de omkering van die voogdij. De VLD vraagt dat de vice- gouverneur de onwettige aanstellingen vernietigt en dat deze vernietiging kan ongedaan gemaakt worden door een Nederlandstalige én Franstalige minister. Zo ligt het eindoordeel, in overeenstemming met alle internationale voorbeelden terzake, in handen van de kleinste taalgroep ter bescherming van voor wie deze wetten werden ingevoerd. 24. De VLD wenst voor alle functies in overheidsdiensten waar rechtstreeks contact is met de burgers de tweetaligheid van de ambtenaar in te voeren i.p.v. de tweetaligheid van de dienst. Dit geldt in het bijzonder voor de brandweer die ook de dienst 100 verzorgt in Brussel en Vlaams-Brabant. 25. Op federaal niveau moet in de wet de voorwaarde worden ingebouwd dat de bemanning van Medische Urgentie Groepen (MUG) bestaat uit een arts en verpleger die beschikken over het wettelijke taalbrevet. 26. Alle spoedgevallendiensten van alle ziekenhuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongeacht het statuut van het ziekenhuis, moeten permanent tweetalig bemand zijn. Een goede tweetaligheid van de Brusselse ziekenhuizen is voor de VLD een prioriteit in het beleid. 27. De VLD wil het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen, met waarborgen voor de Brusselse Vlamingen. 28. De VLD waarschuwt dat een mogelijke splitsing van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en maatregelen om de gerechtelijke achterstand in Brussel aan te pakken geen afbreuk mogen doen aan de bestaande taalkaders. De VLD pleit voor de herinrichting van het gerechtelijke arrondissement zodat de gerechtelijke achterstand weggewerkt wordt en tegemoet wordt gekomen aan de rechtszekerheid van Nederlandstalige rechtzoekenden. 29. De VLD is er zich van bewust dat taalwetten en taalkaders op zich geen garantie zijn voor voldoende tweetaligen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom willen we op korte en vooral lange termijn de kennis en plaats van het Nederlands verstevigen in het Gewest. Wij willen ambtenaren op gewestelijk en gemeentelijk niveau de kans bieden stages te lopen in administraties van de Vlaamse of Franse Gemeenschap of in gemeenten in Vlaanderen of Wallonië om hun taalkennis te verbeteren.
Pagina 10 van 46
30. Wij willen alle laatstejaarsstudenten in het secundair onderwijs (Franstalig en Nederlandstalig) de kans bieden om het Selor-taalexamen af te leggen en zodoende een taalbrevet te bemachtigen. 31. Wij vragen bijzondere aandacht voor het aanleren van de tweede landstaal in de verplegersscholen en de artsenopleidingen. 32. De VLD zal alle knelpunten opgenomen in dit programma die betrekking hebben op de verhoudingen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen in het Gewest meenemen naar het Forum van de gemeenschappen en gewesten, waarvan de werkzaamheden worden opgestart na juni 2004.
Pagina 11 van 46
3.2 Een Vlaams beleid voor Brussel Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen. Zoals in de grondwet bepaald, heeft de Vlaamse Gemeenschap ook de kans om beleidsinitiatieven in Brussel te ontplooien. Met de beleidsbrief ‘Hoofdstedelijke Aangelegenheden 2003’ tekende minister Vanhengel een ambitieus actieplan uit dat de band tussen Vlaanderen en Brussel moest versterken. Een sterke band tussen Vlaanderen en Brussel is in het belang van de Brusselse Vlamingen, anderstalige Brusselaars én de Vlamingen buiten Brussel. Openheid vanuit Brussel voor Vlaanderen én engagement van Vlaanderen voor Brussel is voor beide partijen een goede zaak. Amper anderhalf jaar later is 85% van de beleidsbrief Hoofdstedelijke Aangelegenheden al verwezenlijkt door de twee liberale ministers Vanhengel en Somers. De resultaten mogen gezien worden. Een greep hieruit: de oprichting van het Huis van het Nederlands, de promotie van Brussel als Vlaamse studentenstad (investeringen in huisvesting, het gratis openbaar vervoer voor studenten), de oprichting van een volwaardige Vlaams-Brusselse stadsradio, de uitbouw van het Vlaams mediahuis in Flagey, de uitbouw van een actief promotiebeleid via de vzw Onthaal en Promotie Brussel, het mogelijk maken van culturele werking in het Flagey gebouw, … De aandachtspunten voor de VLD in de volgende legislatuur: 1. De Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moeten de 1/3doelgroepnorm samen verfijnen. Tijdens de voorbije legislatuur werd beslist dat de Vlaamse beleidsmakers Brussel moesten beschouwen als een stad van “330.000” inwoners. Hierdoor wordt de groep van Brusselse Vlamingen ruim overschreden. Dit is een offensief beleid dat we verder moeten uitwerken. 2. Het Vlaams-Brussels mediahuis in Flagey, een samenwerkingsverband tussen TV-Brussel, Brussel Deze Week en FM-Brussel, moet verder uitgebouwd worden. 3. Brussel Deze Week bericht wekelijks over cultureel, maatschappelijk, politiek en sociaal Brussel. Brussel Deze Week moet verder uitgroeien tot het journalistiek referentiepunt voor Brussel. Momenteel kunnen alle Brusselaars de krant gratis ontvangen. Abonnees buiten Brussel betalen abonnementsgeld. Het verhogen van het aantal lezers in Brussel en het Vlaams Gewest dient een blijvend aandachtspunt te zijn. 4. TV-Brussel brengt al jaren nieuws over en programma’s rond Brussel. Via de zaterdaguitzendingen op de VRT is TV-Brussel ook buiten Brussel te bekijken. Onder impuls van minister Vanhengel participeert TV-Brussel ook aan het project ‘digitale televisie van de VRT’. Deze digitale piste, ook wel de televisie van de toekomst genoemd, moet verder bewandeld worden in functie van het opbouwen van expertise voor digitale televisie in Brussel én ook in functie van een ruimere verspreiding buiten Brussel. 5. De ministers Vanhengel en Somers zetten eind 2003 het licht op groen voor de lokale radio FM-Brussel. Hiermee werd het mediadrieluik (Televisie, krant en radio) van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel voltooid. FM-Brussel start de uitzendingen in mei 2004. De volgende legislatuur zal gebruikt moeten worden om deze zender te laten uitgroeien tot een volwaardige stadsradio voor de Nederlandstalige Brusselaars en de vele pendelaars uit Vlaanderen. 6. De Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moeten samenwerken betreffende hun communicatie en promotiebeleid. De verdere ontwikkeling van een gezamenlijk informatie-, communicatie- en ontmoetingscentrum in Het Monnaiehuis op het Muntplein moet het sluitstuk worden van dit proces. 7. De vzw Onthaal en Promotie Brussel kreeg onder minister Vanhengel de kans om uit te groeien tot een belangrijke actor bij het promoten van Brussel in Vlaanderen, het ontvangen van Vlamingen in Brussel én het ontsluiten van het in Brussel aanwezig cultureel
Pagina 12 van 46
aanbod. De volgende legislatuur zal OPB verder moeten uitgroeien tot een hoofdstedelijk promotie-, onthaal- en animatiecentrum dat – naast haar klassieke opdracht - een beleid uitstipt waarbij het samen met de culturele partners in Brussel grote hoofdstedelijke producties aanbiedt die Vlamingen uit heel Vlaanderen naar Brussel aantrekt. 8. Steeds meer Brusselse gemeenten raken overtuigd dat samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap een goede zaak is. De Vlaamse Gemeenschap dient hier op in te spelen. Het is aan de minister Hoofdstedelijke Aangelegenheden om hier tijdens de volgende legislatuur het initiatief in te nemen. Samen met de gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moet bekeken worden in welke beleidsdomeinen er samenwerking kan zijn tussen de Brusselse gemeenten en de Vlaamse Gemeenschap. Per gemeente kan dan een kaderafspraak uitgewerkt worden om het Vlaams Gemeenschapsaanbod in die gemeente uit te breiden via de financieringskanalen en de beleidsinstrumenten van de Vlaamse Gemeenschap. 9. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de status en gebruik van het Nederlands in Brussel stijgt. Steeds meer anderstaligen raken overtuigd van het belang van het Nederlands. Deze tendens dient in de volgende legislatuur verder ondersteund te worden door het Huis van het Nederlands. Er moet een strategische visie en een meerjarig actieplan uitgewerkt worden om de positie van het Nederlands in Brussel te versterken. 10. Elke beslissing van de Vlaamse regering op het vlak van gemeenschapsbevoegdheden dient een Brusseltoets te doorstaan. Het is aan de initiatiefnemende minister om de implicaties van de maatregel in Brussel te onderzoeken en te omschrijven. 11. De VLD wil een betere taakverdeling tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Hierbij gaan we geen taboes uit de weg: de volledige integratie van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de Vlaamse Gemeenschap kan overwogen worden. 12. Op het gebied van cultuur en onderwijs heeft de Vlaamse regering al veel geïnvesteerd in Brussel, hoewel er nog veel werk aan de winkel blijft. Het is echter broodnodig om de volgende legislatuur een inhaaloperatie uit te voeren, via een strategisch zorgplan, in de welzijnssector.
Pagina 13 van 46
3.3 Fiscale hefbomen voor de stad Het is een gezond liberaal principe om de overheid te beperken tot haar ‘maatschappelijk verantwoorde omvang’. De dadenkracht van een overheid wordt al te vaak gemeten aan de hand van de taken die zij al dan niet voor haar rekening neemt. Hierdoor ontstaat er al te vaak een ongebreidelde uitbreiding van nieuwe initiatieven en de hierbij horende fiscale druk. Een beter mechanisme zou erin bestaan de totale overheidsmiddelen te onderwerpen aan een budgetbeperking die overeenstemt met een groei van de overheidsmiddelen a rato van de inflatie. Hierdoor ontstaat de ‘natuurlijke’ behoefte bij beleidsmakers om het gevoerde beleid te rationaliseren en te evalueren alvorens over te gaan tot nieuwe initiatieven. 1. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil de VLD van de jaarlijkse bijkomende middelen 50% aanwenden voor schuldafbouw en 50% voor fiscale initiatieven. 2. De aanwending voor schuldafbouw heeft een cumulatief karakter. Het versneld terugbetalen van schulden vermindert de intrestlast voor het gewest. Hierdoor komen er opnieuw marges vrij die eveneens opgenomen dienen te worden in de logica van de budgetbeperking (50% fiscale initiatieven - 50% schuldafbouw). Hierdoor komen we terecht in een omgekeerd sneeuwbaleffect in het afbetalen van schulden. Cijfermatige illustratie (hypothese NBB): Jaar 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Groei n.v.t. 3,50% 3,11% 3,41% 3,30% 3,28%
BBP deflatoir n.v.t. 1,60% 1,60% 1,50% 1,40% 1,40%
Reële middelen 2.102.501.000 2.176.088.535 2.243.764.888 2.320.277.271 2.396.846.421 2.475.462.984
Middelen na beperking n.v.t. 2.136.141.016 2.170.319.272 2.202.874.061 2.233.714.298 2.264.986.298
Marge n.v.t. 39.947.519 73.445.616 117.403.210 163.132.123 210.476.685
Aanwending van de marge en de budgettaire effecten: Fiscaliteit Schuldafbouw 19.973.760 19.973.760 36.722.808 36.722.808 58.701.605 58.701.605 81.566.061 81.566.061 105.238.343 105.238.343 302.202.577 Totaal: Opm: de marge en fiscaliteit zijn niet cumulatief!!! Jaar 2005 2006 2007 2008 2009
Marge 39.947.519 73.445.616 117.403.210 163.132.123 210.476.685
Budget effect 798.950 2.267.863 4.615.927 7.878.569 12.088.103
Conclusie: Er is dus een jaarlijkse marge van 40 miljoen euro. De VLD wil jaarlijks ongeveer voor 20 miljoen € ruimte voor fiscale initiatieven aanwenden om de fiscale druk te verminderen. De VLD wil daarnaast jaarlijks ongeveer 20 miljoen € schuld afbouwen wat inhoudt dat tegen het eind van de legislatuur de gewestschuld gedaald zal zijn met ongeveer 20%! 3. De VLD stelt de volgende belastingsverminderingen voor in de komende legislatuur: Voor gezinnen: • De forfaitaire gezinshoofdenbelasting, de zogenaamde gewestbelasting wordt in het eerste jaar van de legislatuur teruggebracht tot 125 € i.p.v. de huidige 167 €. Kostprijs: 20 miljoen € op jaarbasis.
Pagina 14 van 46
• • •
Deze belasting wordt in het vijfde jaar van de legislatuur teruggebracht tot 100 € i.p.v. 125 €. Kostprijs: 20 miljoen € op jaarbasis In het derde jaar van de legislatuur willen we de opcentiemen op de onroerende voorheffing verlagen voor een totaal gewestelijk bedrag van 26, 2 miljoen euro per jaar. Met de geraamde opbrengst van het Brussels casino willen we de opcentiemen op de personenbelasting voor de agglomeratie (een belasting die enkel Brusselaars betalen en elders niet bestaat, afschaffen (26.32 miljoen euro).
Voor bedrijven: • •
De m²-belasting voor bedrijven wordt in het tweede jaar van de legislatuur teruggebracht tot 4,75 € per m² ipv 6,36 €. Kostprijs: 20 miljoen € op jaarbasis. In het vierde jaar van de legislatuur wordt deze zelfde m²-belasting teruggebracht tot 3,25 € per m² ipv 4,75 €. Kostprijs: 20 miljoen € op jaarbasis.
Voor iedereen: •
De VLD wil de fiscale bevoegdheid van de gemeenten naar het gewest overhevelen. Maar in ieder geval wil de VLD op korte termijn een fiscaal pact met de gemeenten: Geen toename in de gemeentelijke fiscaliteit op bedrijven of gezinnen gedurende de hele legislatuur.
Samengevat wil de VLD dus de gewestschuld met 20% af te bouwen in volgende legislatuur; de gezinshoofdenbelasting met minimaal 50% laten dalen; de m²-belasting met minimaal 50% laten dalen; een fiscaal pact afsluiten met de gemeenten met het oog op het bevriezen van de fiscale druk voor gezinnen en bedrijven. Op deze wijze wil Brussel concurrentieel zijn op fiscaal vlak met andere gewesten Nieuwe beleidsinitiatieven moeten gepaard gaan met keuzes binnen het huidige geïndexeerd budget. Dit geldt ook voor de voorstellen uit het voorliggende VLD-programma. De VLD-voorstellen inzake fiscaliteit en budget zijn gemaakt zonder rekening te houden met de wil van de VLD om de financiering van Brussel te herzien. De VLD kiest bij mogelijke herfinanciering om de budgettaire autodiscipline aan te houden en verder te investeren in schuldafbouw en verlaging van de gewestbelasting en de onroerende voorheffing. 4. Kadastraal inkomen We breken een lans voor het bevriezen van de herziening van het kadastrale inkomen de eerste vijf jaar na renovatie van een woning. Zo verminderen de inkomsten uit de onroerende voorheffing niet; de stijging schuift alleen op in de tijd. De terugverdieneffecten voor een stad zijn niet alleen in geld uitgedrukt meetbaar: de leefbaarheid en woonkwaliteit neemt ook toe. De onroerende voorheffing wordt vandaag berekend op basis van het kadastrale inkomen. Het KI is de geraamde waarde van het eigendom voor de fiscus anno 1975. Ons voorstel van herziening heeft tot doel een nieuwe parameter aan de berekening voor de onroerende voorheffing toe te voegen die stadsvriendelijker is en rekening houdt met de maatschappelijke kost van de ligging van het eigendom. Deze nieuwe parameter is de verstedelijkingsgraad. Hoe dichter bevolkt de streek waar je woont, hoe lager de kost per inwoner is voor de staat, voor algemene voorzieningen (scholen, ziekenhuizen, riolering, bekabeling, wegen, openbaar vervoer, postbedeling, elektriciteit …). De parameter “verstedelijking” is dan een geraamde maatschappelijke kost voor de ligging van het eigendom voor de fiscus. De KI’s liggen om historische redenen te hoog in de steden. De KI’s zelf herberekenen is voor de overheid een te kostelijke zaak, waar de investering de opbrengst niet dekt. We
Pagina 15 van 46
behouden dus de bestaande KI’s voor de berekening van de onroerende voorheffing, maar verminderen die met de coëfficiënt verstedelijking. Deze coëfficiënt is 0 in volledig landelijk gebied en wordt groter naarmate de woonomgeving dichter bevolkt of meer verstedelijkt is. Het gevolg is dat de inwoner van een stad minder onroerende voorheffing betaalt dan de inwoner van een landelijk gebied. De hoogte van het verschil wordt uiteraard bepaald door de coëfficiënt. Omdat de fiscale druk in ons land al zo hoog is mag de onroerende voorheffing voor de landelijke gebieden niet stijgen. De stimulus mag enkel positief werken. Het verlies aan inkomsten moet gecompenseerd worden door de Lambertmontgelden.
Pagina 16 van 46
3.4 Veiligheid voor de burgers Om de leefbaarheid van de stad te bevorderen is het bijzonder belangrijk dat er gewerkt wordt aan veiligheid. Het is immers onmogelijk zich thuis te voelen in een stad waar men, omwille van het onveiligheidsgevoel, nauwelijks zijn huis of appartement nog uit durft. Het beleid van de overheid moet erop gericht zijn de veiligheid daadwerkelijk te verhogen en het onveiligheidsgevoel bij de mensen weg te nemen. De bestrijding van de criminaliteit dient steeds te gebeuren aan de hand van een integraal beleid dat zowel preventie als repressie behelst. Het verzekeren van veiligheid van de bevolking is voor de VLD één van de meest essentiële opdrachten van de overheid. 1. De VLD wil de bestaande politiezones de tijd laten om hun werking te optimaliseren vooraleer er sprake kan zijn van verdere integratie naar één zone. Wel wenst de VLD dat de politie nu al stappen zet naar één centrale leiding die in het hele Gewest consequent en op eenduidige wijze aan de bestrijding van de criminaliteit kan werken. 2. De Brusselse politie moet sterk lokaal ingebed worden. In iedere gemeente moet minstens één politiekantoor continu toegankelijk zijn om mensen te helpen. De liberalen willen dat de politie in Brussel ook naar Antwerps voorbeeld werkt met mobiele antennes in probleembuurten. Dit betekent dat de politie voor een beperkte tijd, steeds in een wisselende buurt een politiecontainer plaatst. 3. De politie dient aanwezig te zijn in het straatbeeld. Daartoe kunnen gemengde patrouilles van politie en stewards worden ingezet. Politiepatrouilles moeten niet enkel op de openbare weg patrouilleren, maar ook op gevoelige plaatsen zoals publieke ondergrondse parkings en de metro. 4. Meer communicatie tussen de bevolking en de politie moet tot beter wederzijds begrip leiden. Dit kan geconcretiseerd worden in afspraken tussen een wijk en de politie. De politie informeert naar de bezorgdheidprioriteiten, houdt er een irritatielijst op na en kan hier dan specifiek rekening mee houden: glasbreuk bij wagens, nachtlawaai, hondenpoep, … 5. Straatcriminaliteit en overlast mogen niet ongestraft blijven. Men kan hierbij in de eerste plaats best gebruik maken van het al bestaande arsenaal aan alternatieve straffen en administratieve boetes. In geval van recidive geldt de zero tolerantie. 6. Kortstondige en doortastende acties moeten als middel gehanteerd worden voor het bestrijden van sluikstorten en dergelijke overlast. 7. Vandalisme moet, omwille van het effect dat het heeft op het onveiligheidsgevoel, gezien worden als een ernstig misdrijf en in verhouding worden gestraft. 8. Het betrekken van minderjarigen in het criminele circuit moet zwaar bestraft worden. Minderjarige criminelen moeten steeds de meest aangepaste maatregelen opgelegd krijgen. Minderjarigen moeten na het plegen van ernstige feiten of bij herhaalde misdrijven ook daadwerkelijk gestraft worden. 9. Slachtoffers van criminaliteit moeten op een correcte en menselijke manier opgevangen worden, met respect voor tweetaligheid en ongeacht hun culturele achtergrond. 10. Naast een goedwerkende politie is een gemoderniseerd justitieapparaat noodzakelijk. Zoniet blijft het dweilen met de kraan open.
Pagina 17 van 46
11. Veiligheid is in de eerste plaats een zaak van de overheid, maar elke Brusselaar kan zijn steentje bijdragen. Sociale controle is immers een zeer efficiënt preventief middel voor het verhogen van de veiligheid. Initiatieven zoals Buurtvaders in Mechelen en preventieambtenaren in Evere kunnen hierbij een rol spelen. Bij buurtvaders werkt de politie samen qua preventie en vooral sociale controle met een groep vrijwilligers-ouders uit een buurt die een oogje in het zeil houden en kunnen bemiddelen. Preventieambtenaren maken deel uit van een vzw die de politie kan inschakelen als bemiddelaars bij kleine conflicten tussen buren. 12. Belangrijke metrostations moeten over een permanente patrouillerende veiligheidsbrigade beschikken.
Pagina 18 van 46
3.5 Een degelijke woning en woonomgeving voor alle Brusselaars Een grootstad zoals Brussel heeft steeds als kenmerk gehad dat het armoede aantrekt. De VLD is zich daar zeer van bewust en meent dat de overheid een belangrijke rol te spelen heeft in het verstrekken van een woning aan deze bevolkingsgroep. De sociale huisvesting is dus in een grootstad een belangrijke aangelegenheid ook voor grote en jonge gezinnen, modale Vlamingen die in Brussel komen wonen en al wie inkomensgewijs recht heeft op een sociale woning De VLD meent dan ook dat het beleid erin moet bestaan in deze sector de bestaande instrumenten te optimaliseren en de beperkte middelen zo goed mogelijk aan te wenden. De overheid kan in deze haar verantwoordelijkheid niet ontlopen. Ook de middenklasse heeft het steeds moeilijker om een betaalbare woning in de hoofdstad te vinden. Hoewel onder impuls van Minister Vanhengel in de afgelopen legislatuur al fiscale maatregelen werden genomen om de verwerving van een woning te vergemakkelijken, moet de overheid ook de nodige aandacht blijven besteden aan dit probleem. De VLD wil de complexe woningmarkt dan ook aanpakken met een mix van maatregelen. 1. Men moet voor de sociale huisvesting voldoende middelen vrijmaken voor een inhaaloperatie. Verouderde en onveilige woningen moeten gerenoveerd worden. 2. De VLD is voorstander van het ontwikkelen van een publiekprivate samenwerking in de vorm van gemengde sociale huisvestingsmaatschappijen. Het aantal sociale huisvestingsmaatschappijen (33) moet overigens worden verminderd door samenvoeging van sommige bestaande maatschappijen. Één per gemeente is voldoende. 3. De VLD wenst uitdrukkelijk dat de regels die werden uitgevaardigd om tot een objectievere toewijzing van de sociale woningen zouden worden nageleefd. Misbruiken kunnen in deze niet en moeten gesanctioneerd worden. 4. De VLD wil meer sociale verhuurkantoren. 5. Huurcheques zijn middel om de druk op de woningmarkt te verminderen. 6. De VLD kiest resoluut voor het verlagen van de instapdrempels voor een eigen woning. De mensen die een sociale woning toegewezen krijgen moeten, indien zij dat wensen, door middel van huur met inkoopmogelijkheid in staat worden gesteld hun woning te verwerven. 7. De nodige aandacht moet ook besteed worden aan het creëren van betaalbare woningen voor de middenklasse. Publiekprivate samenwerking lijkt hier de best mogelijke oplossing. De GOMB moet in staat worden gesteld verder te werken aan het tot stand brengen van betaalbare koopwoningen. Zij dient zich echter ook op minder achtergestelde buurten te focussen. 8. De VLD is voorstander van een herziening van de onroerende voorheffing. Tevens zou er best een plafond komen voor de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. 9. Het wonen boven winkels moet sterk aangemoedigd worden. Op die manier kunnen bepaalde wijken die nu ’s avonds dood zijn opnieuw herleven. 10. Er moet worden ingespeeld op de vraag naar nieuwe vormen van samenwonen (lofts,…). Ieder jaar moet aldus een collectieve vastgoedbeurs worden georganiseerd op Gewestelijk niveau. 11. Verkrotting en verloedering, zowel in hoofde van de huurder als van de eigenaar moeten bestreden worden.
Pagina 19 van 46
3.6 Stadsvernieuwing: de stad is ook een thuis Stadsvernieuwing moet er in eerste plaats op gericht zijn de stad aan te passen aan de mensen die er leven of die er komen wonen. Het moet er goed toeven zijn, veilig en net voor jong en oud. Al te vaak worden grote projecten opgezet, ontsproten aan de geest van architecten die de stad en de bewoners onvoldoende kennen of aanvoelen. Bewoners moeten de maatstaf zijn. Niet het origineelste project moet worden doorgezet wel datgene waar de bewoners het meest aan hun trekken komen. 1. Onze 19 gemeenten als één stad bekeken worden. Een totaalvisie op Brussel is noodzakelijk. 2. De binnenstad autoluw maken is een prioriteit. Maar dit kan enkel bereikt worden in overleg met de diverse handelaarsverenigingen en de bewoners. Meer en beter openbaar vervoer, bereikbaarheid voor de middenstand en duidelijke parkeermogelijkheden zijn wel de randvoorwaarden. 3. De bewoners moeten meer medezeggenschap krijgen in de architectuur en de urbanistische omgeving (openbare ruimte, speelpleinen, groenzones, verkeerssituatie). Er moet namelijk vermeden worden dat architecten hun klanten zonder inspraak van de omwonenden op hun wenken bedienen met hun originele maar snel vergankelijke projecten. De nadruk moet liggen op integratie van de nieuwe projecten in het bestaande stadslandschap qua stijl en schaal. Dit neemt niet weg dat echte vernieuwende ideeën hun plaats moeten krijgen in de stad. 4. Het werk inzake stadsvernieuwing door verschillende actoren, zoals de wijkcontracten en het stedenfonds moeten meer op elkaar inspelen. Te vaak wordt naast elkaar gewerkt. 5. De VLD pleit voor een betere coördinatie van de openbare werken teneinde de hinder voor omwonenden tot een minimum te beperken.
Pagina 20 van 46
3.7 Mobiliteit voor iedereen De mobiliteitsproblematiek is en blijft een heet hangijzer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het dichtslibben van het verkeer kost de Brusselse bedrijven handenvol geld. Dit veroorzaakt stress en frustraties. De stilstaande of dubbel geparkeerde wagens veroorzaken tevens lawaai- en geurhinder of hinderen trams en bussen. Een mirakeloplossing voor dit probleem bestaat niet. Het komt echter wel aan de overheid toe de nodige maatregelen te treffen om Brusselaars en pendelaars kwaliteitsvolle alternatieven voor vervoer aan te bieden. Zo worden voorwaarden gecreëerd die op termijn moeten leiden tot een betere mobiliteit. In ons Gewest wordt overigens nog steeds gezocht naar het moeilijke evenwicht dat bereikt moet worden om alle gebruikers van de openbare weg de ruimte te geven waar ze recht op hebben. Voetgangers, fietsers en automobilisten hebben recht op hun plaats in het verkeer. 1. Het Gewestelijk Expres Net (GEN) dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met de ruime omgeving van Brussel verbindt moet eindelijk voltooid worden. Op die manier ontstaat een reëel alternatief vervoermiddel voor de pendelaars en de Brusselaars komende uit de ruime rand rond Brussel. 2. De MIVB moet een stipt, comfortabel, veilig en kwalitatief hoogstaande dienstverlening verzekeren. Het beleid van de MIVB moet er dan ook steeds op gericht zijn haar passagiers in de best mogelijke omstandigheden te vervoeren. Ook tijdens de piekuren moet dit mogelijk worden gemaakt. Alleen zo zullen meer mensen voor het openbaar vervoer kiezen. 3. De MIVB dient haar cliënteel beter te informeren. De informatie en de frequentie van tram, bus- en metronetten moeten duidelijk raadpleegbaar zijn. Ook moet duidelijk aangegeven worden waar de bus- en tramhaltes zich bevinden. De informatie moet steeds correct in de twee officiële talen worden verstrekt. 4. De MIVB moet tevens snel inspelen op wijzigende omstandigheden. Zo moeten nieuwe industrieterreinen zeer snel in het MIVB-netwerk worden opgenomen. Ook bijzondere evenementen of manifestaties moeten door de MIVB worden bediend. 5. Aan iedere tram- en bushalte moet een oversteekplaats worden voorzien. 6. Gebruikers van het openbaar vervoer moeten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vlot en zonder meerkost gebruik kunnen maken van de aanvullende diensten van de MIVB, de Lijn en de TEC en de NMBS. Concreet moet de informatie over het Jumpticket eenduidig zijn ( waarom hebben houders van een MIVB-schoolabonnement geen recht op een overstap naar de Lijn, Tec en NMBS?) 7. Er dient op korte termijn een rechtstreekse verbinding naar het AZ-VUB en de omliggende woonwijken te worden gerealiseerd. 8. Het openbaar vervoer moet ’s avonds één uur langer functioneren en we willen een systeem van taxicheques invoeren voor nachtelijke verplaatsingen. 9. Wanneer een te hoge ozonconcentratie in de lucht aanwezig is, moet de MIVB haar diensten tegen een sterk verminderd tarief aanbieden. De MIVB dient dit spoor vooraf financieel te onderzoeken op zijn praktische gevolgen. 10. Ook de mogelijkheden om transport per water te organiseren moeten benut worden ( in het bijzonder via het kanaal).
Pagina 21 van 46
11. Bij alle openbare gebouwen met een belangrijke loketfunctie moeten diefstalveilige fietsstallingen worden geplaatst. Tevens moet een geïntegreerd fietsbeleid worden uitgewerkt. Om het fietsgebruik nog meer aan te moedigen kunnen openbare besturen fietspremies invoeren voor hun ambtenaren. 12. Het verbeteren van de verkeersveiligheid moet een prioriteit blijven. Grote kruispunten moeten, waar mogelijk, vervangen worden door een rotonde. Op zogenaamde zwarte punten moeten onbemande camera’s worden geïnstalleerd. Dit mag echter niet beletten dat actief geijverd moet worden om deze zwarte punten weg te werken. 13. De VLD zal zich verzetten tegen een verdere vermindering van het aantal parkeerplaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bewijzering moet automobilisten naar de publieke parkings leiden. Ook de beschikbare plaatsen in die parkings dienen via die bewijzering te worden aangegeven. Dit moet een eerste stap zijn in een gewestelijk parkeerbeleid. 14. Asociaal rijgedrag (rijden op tram- of busbedding; parkeren op zebrapaden, fietspaden, bushaltes of op staanplaatsen voor gehandicapten; dubbel parkeren; …) moet worden bestreden en gesanctioneerd. In bepaalde wijken of straten waar het verkeer constant gehinderd wordt door wagens die dubbel geparkeerd staan moet onmiddellijk opgetreden worden. 15. 16. De mogelijkheden om geldboetes uit te schrijven moeten worden uitgebreid. Op die manier kan het gerecht worden ontlast en kan er effectief een gevolg worden gegeven aan het niet betalen van die boetes. 17. De VLD pleit voor een aanpasbare snelheidsbeperking rond alle scholen en ziekenhuizen. Op die manier kan de snelheid er ’s morgens en ’s avonds beperkt worden tot 30 km/u.
Pagina 22 van 46
3.8 Meer werk maken van werk De Brusselse arbeidsmarkt is rampzalig. De werkloosheidsgraad bedraagt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer dan 20%, waardoor Brussel ver boven het Belgische en het Europese gemiddelde uitsteekt. Vergelijkbare Europese grootsteden kennen een beduidend lagere werkloosheidsgraad. Ook de Brusselse hoofdstedelijke tewerkstellingsgraad is met 52% overigens bedroevend laag. Het werkaanbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is echter bijzonder hoog. In ons Gewest zijn er namelijk meer in te vullen arbeidsplaatsen dan er beroepsactieve inwoners zijn. De analyse en de inventaris van de zogenaamde knelpuntberoepen ( beroepen waar moeilijk geschikte kandidaten voor te vinden zijn) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest leren ons bovendien dat zo wat alle beroepen bijna als knelpuntberoep kunnen aangeduid worden, ondanks de economische vertraging. Naast de alsmaar zeldzamer wordende verpleger, de nog steeds niet te vinden hoogopgeleide systeemingenieur, treffen we ook nog de secretaresses, verkopers, metselaars, vrachtwagenchauffeurs, koks, kappers en tuiniers … aan binnen de knelpuntberoepen, 78 beroepen in totaal. Het profiel van de Brusselse werkzoekende is dan bovendien al te dikwijls laag geschoold en Nederlandsonkundig. Er scheelt dus duidelijk iets aan het Brusselse tewerkstellingsbeleid. Hoog tijd dus dat de platgetreden paden verlaten worden en dat er naar structurele oplossingen wordt gezocht. Men kan immers deze schrijnende Brusselse arbeidsmarktsituatie niet enkel wijten aan de discriminerende houding van sommige werkgevers. Evenmin kan het Brussels werkloosheidsprobleem enkel opgelost worden via gesubsidieerde arbeid. Dergelijke statuten geven de betrokkenen bovendien weinig zekerheid. De Brusselse VLD reikt alvast volgende ideeën en oplossingen aan: 1. Een goed tewerkstellingsbeleid start bij een sterk economisch beleid: arbeid is en blijft een afgeleide vraag van een sterk en goed geolied economisch weefsel. Van een sterk KMObeleid is onvoldoende werk gemaakt. Onze ideeën hiervoor vindt U terug onder het hoofdstuk economie. 2. De VLD wenst dat alle vormen van onvolwaardige tewerkstelling zouden worden afgeschaft en vervangen door volwaardige jobs. 3. De VLD-Brussel pleit ervoor alle Brusselse laatstejaarsstudenten aan het Selor-taalexamen te laten participeren. Op die manier kan de kwaliteit van het talenonderricht in de verschillende onderwijsnetten bewaakt worden. Overigens beschikken leerlingen die voor het examen slagen dan over een taalattest wat een enorme troef is op de Brusselse arbeidsmarkt. 4. Een doorgedreven en structurele samenwerking met de VDAB en de Forem ( beroepsopleiding Vlaamse en Franse Gemeenschap) moet een betere mobiliteit van de werkzoekende over de gewestgrenzen heen mogelijk maken, ook wat opleidingsmogelijkheden betreft. 5. De VLD is van oordeel dat langdurige werklozen geschorst zouden moeten kunnen worden indien zij weigeren taalonderricht te volgen. 6. Publiekprivate samenwerkingen moeten opgezet worden om het werkloosheidsprobleem gezamenlijk aan te pakken: hierbij denken we specifiek aan bepaalde coachingprojecten
Pagina 23 van 46
voor jongere en langdurig werklozen, evenals het opzetten van vormingscentra met de grootste Brusselse werkgevers. 7. Het beleid van de Brusselse Gewestelijk Dienst voor Arbeidsbemiddeling moet erop gericht zijn samenwerkingsverbanden te creëren met de private sector in plaats van deze te willen beconcurreren met toegewezen overheidsgeld. Het management van de BGDA kan verbeteren, via een beheerscontract met te behalen resultaten. 8. De verschillende tewerkstellingsmaatregelen en –projecten moeten ook regelmatig kwantitatief geëvalueerd worden. Een verdere vereenvoudiging van de verschillende tewerkstellingsmaatregelen dringt zich op. 9. Een duidelijke infocampagne betreffende bestaande premies en tewerkstellingsmaatregelen moet in een begrijpelijke taal ten behoeve van de KMO’s opgesteld worden. 10. Met de gewestelijke RVA-diensten moet er ook een systematische en structurele samenwerking komen, zodat sociale misbruiken tot een minimum kunnen herleid worden. Met de werkzoekende kan in dit opzicht een pact afgesloten worden waarin deze op zijn rechten en plichten geduid wordt. Er is nood aan strenge sociale controles. 11. De BGDA moet met de Brusselse OCMW’s samenwerkingsakkoorden afsluiten tot het begeleiden van langdurige werklozen. De OCMW’s moeten hiervoor de nodige middelen via de BGDA toegeschoven krijgen.
Pagina 24 van 46
3.9 Een sterke economie die voor Brusselse welvaart zorgt Enkel en alleen door het creëren van welvaart en door economische groei kan men voor welvaartsherverdeling zorgen. Een solidaire stad veronderstelt een sterke economie als voorwaarde. Meer werkgelegenheid is een kwestie van gezonde bedrijven en ondernemerswil in Brussel. Het klinkt vanzelfsprekend, maar het is het niet: voor de VLD moet er de komende legislatuur heel wat meer ondernomen worden om een sterk economisch kader voor Brussel op te bouwen. Dit moet op vier economische pijlers van de stad gebeuren: I. II. III. IV.
Het behoud van de bestaande industrie; Brussel als administratieve hoofdstad ondersteunen Het versterken van de rol van de middenstand in de Brusselse economie Brussel mee op de trein van de opkomende creatieve en stedelijke economie zetten.
1. De toekomst van Brussel ligt niet in de industrie. Voor de VLD betekent dit niet dat er geen industrieel beleid meer nodig is. De bestaande industriële activiteiten zullen nog voor vele jaren een belangrijke factor blijven in het creëren van laaggeschoolde jobs. 2. De Brusselse haven moet hierin ook een voortrekkersrol spelen. Daarom moet deze site tot volle ontwikkeling gebracht worden door het voeren van economisch verantwoord havenbeleid. 3. Ook laaggeschoolde arbeid is meer en meer geschoolde arbeid. De VLD wil meer overleg met de sector om het arbeidsbemiddelingbeleid en opleidingsbeleid af te stemmen op de steeds nieuwe verwachtingen. 4. Brussel is de zetel van tal van overheden. Brussel is even vaak de hoofdzetel of regionale zetel van internationale en nationale bedrijven. Brussel herbergt tal van internationale organisaties. Het economische beleid moet Brussel als hoofdstad ondersteunen en promoten. 5. De VLD wil experimenteren met telewerk van thuis uit en met “afstandskantoren” op strategische invalswegen naar de stad om de instroom van verkeer te spreiden. Deze afstandskantoren, opgezet door het Gewest in samenwerking met telecompartners ( telefoon en internetproviders) moeten werknemers tijdens de piekuren kunnen opvangen . 6. De VLD wil een rationeel kantorenbeleid dat rekening houdt met de mobiliteitsdruk en met de commerciële positie van Brussel op dit gebied, zowel t.a.v. de rand als t.a.v. andere Europese steden. 7. Een stad als Brussel is niet leefbaar zonder middenstand, detailhandel, kleinhandel, handelscentra, horeca … Het is een belangrijke bron van tewerkstelling en van inkomsten voor het Gewest. Het maakt bovendien deel uit van de centrumfunctie van de stad en dus van haar bestaansreden. Werk maken van een KMO- en zelfstandigenbeleid is de boodschap. 8. De VLD vraagt dat de federale regering op korte termijn het BTW-tarief in de horeca van 21% naar 6% verlaagt. De VLD Brussel vraagt de uitvoering van de federale plannen ter verbetering van het sociale statuut van zelfstandigen. 9. De VLD wil de mogelijkheden om werkloosheidsvergoedingen aan te wenden om als zelfstandig ondernemer te starten uitbreiden en promoten. Ook zelfstandig ondernemen is een weg uit de werkloosheid. Dit moet wel gepaard gaan met een goede begeleiding en risicoanalyse.
Pagina 25 van 46
10. De VLD ondersteunt de handelskerncontracten en de aanstelling van Town Center Managers. Zij moeten het authentieke karakter en meerwaarde van iedere afzonderlijke commerciële buurt uitbouwen en promoten. Zij moeten nieuwe zaken aantrekken die complementair zijn voor de buurt. Zij moeten wonen in winkelbuurten promoten. Zij moeten helpen bij de netheid en veiligheid van de handelskernen. De VLD wil bovendien nieuwe handelskerncontracten in nog meer commerciële centra. 11. De Brusselse VLD vraagt ook overleg met federale en Vlaamse overheid m.b.t. inplanting van grote winkels en shoppingcentra aan de rand van de stad. De handelskernen en de centrumfunctie naar de periferie moeten gevrijwaard worden o.a. in het belang van de tewerkstelling. 12. Daarnaast moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest resoluut de kaart van de nieuwe stedelijke creatieve economie trekken. Het nationale en internationale imago van Brussel mag niet verengd worden tot papieren hoofdstad en bureaucratisch centrum. 13. De liberalen willen investeren in een stad die open staat voor vernieuwing en die tolerantie uitstraalt omdat dit creatieve en ondernemende mensen aantrekt. 14. De VLD wil dat Brussel blijft investeren in het opwaarderen van de stad en het stadscentrum. 15. De VGC moet blijvend investeren in cultuur en kunst in de stad. We moeten podia aanreiken aan artiesten. 16. Brussel heeft nood aan incubatiecentra voor nieuwe bedrijfsideeën: een plaats waar nieuwe ideeën eventuele partners of begeleiding kunnen vinden om hun idee om te zetten tot een leefbare onderneming. Ook startercheques en ondernemingsplanwedstrijden moeten creativiteit ondersteunen. 17. De liberalen willen de creatieve polen in Brusselse economie ondersteunen: sectoren waar cultuur en vormgeving omgezet worden naar economische activiteit, zoals de filmindustrie, mode, design, muziek, life-style, reclame … Ook wetenschappelijk onderzoek en technologie verdienen een prominente plaats in een stedelijke economie. Deze creatieve sectoren gedijen goed in een bruisende stad en zijn de motor van de welvaart voor de toekomst. 18. Ook de sociale economie moet haar plaats vinden naast de vier pijlers waarop wij de Brusselse economie willen uitbouwen. De VLD wil dat de klemtoon in de sociale economie ook op de integratie van werkzoekenden op de reguliere arbeidsmarkt komt te liggen. Zinvolle dienstverlening moet gepaard gaan met opleiding en begeleiding naar doorstroming toe. Nieuwe initiatieven moeten hierop geëvalueerd worden. 19. Al deze pijlers – de Brusselse economie in het algemeen dus – heeft nood aan een gunstig ondernemersklimaat, waar administratieve vereenvoudiging, duidelijke informatie, goede arbeidsmarkt en verminderde fiscale druk centraal staan. 20. De VLD wil de uitbreiding van het aantal e-governmenttoepassingen. Steunmaatregelen voor bedrijven en tegemoetkomingen kunnen aan aantrekkelijkheid winnen indien bij de ontwikkeling en uitwerking van beleidsinitiatieven administratieve eenvoud als prioriteit wordt ingecalculeerd. Papierstromen kunnen vermeden worden door maximaal gebruik te maken van internet- en ICT-applicaties, wat tot nu toe in Brussel amper gebeurt. 21. De VLD wil een unieke identificatie invoeren: het gebruik van een uniek identificatienummer (het federale KBO-nummer) binnen de diverse Brusselse administraties moet worden verplicht. Bedrijven, die met verschillende Brusselse overheidsdiensten in contact komen (vb. milieuvergunningen, bouwvergunningen, expansiesteun, …), worden door de Brusselse diensten herkend via hun federale KBO-nummer en moeten dankzij deze unieke identificatiemethode geen twee maal dezelfde informatie doorspelen. Het verplicht en consequent gebruik van het unieke nummer bevordert niet enkel de
Pagina 26 van 46
communicatie met de bedrijven zelf, maar maakt eveneens gegevensuitwisseling mogelijk tussen de Brusselse diensten onderling, alsook met de federale en andere regionale overheden. 22. De VLD wil een aantal meetinstrumenten invoeren om de belastingdruk objectief te kunnen meten: administratieve lasten die een rechtstreeks gevolg zijn van overheidsverplichtingen zijn niet enkel hinderlijk, maar betekenen voor bedrijven een verborgen en vermijdbare kost. Er is nood aan meetinstrumenten en evaluatiemethoden in de fase van beleidsvoorbereiding die de administratieve rompslomp aan de oppervlakte moet brengen vooraleer een maatregel wordt doorgevoerd. Deze tool kan bovendien gebruikt worden om bestaande toepassingen en overheidsmechanismen te evalueren en te vereenvoudigen. De VLD wil een studie die de belastingdruk voor bedrijven in Brussel en de Brusselse rand in kaart brengt. Vergelijkingen tussen verschillende gemeenten en regio’s en een permanente ontsluiting van de belastingreglementen (via website) werken sensibiliserend. 23. Niet enkel het Gewest maar ook de ondernemingen moeten extra in opleiding investeren. De VLD pleit voor opleidingscheques. Diverse onderzoeken wijzen uit dat ondernemingen, en voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen, nog te weinig investeren in opleiding. De steeds veranderende en snel evoluerende economische context dwingt ondernemingen nochtans om kort op de bal te spelen en bij te blijven. Vorming, coaching en opleiding zijn dan ook cruciaal voor bedrijven die concurrentieel en competitief willen blijven. De huidige financiële tussenkomst voor vormingsacties is te stringent en weinig transparant. 24. De VLD is voorstander van overleg met de lokale economische actoren en sociale partners: Een sociale dialoog met lokale economische actoren en sociale partners enerzijds, en beleidsverantwoordelijken anderzijds, moet resulteren in een strategisch actieplan om de economische groei en tewerkstelling voor de toekomst veilig te stellen. Het actieplan moet gekoppeld worden aan een duidelijke en bindende timing. 25. Het revitaliseren van het Brusselse ondernemersklimaat, in het bijzonder in de nieuwe creatieve en stadsvriendelijke sectoren moet gepaard gaan met een coherent ruimtelijk ordeningsbeleid: De VLD wenst een duidelijke inventarisatie van de beschikbare bedrijventerreinen. Het gewest moet bijzondere inspanningen leveren om ook oude industriële sites opnieuw te benutten. Daarnaast moet het Gewest vervuilde industrieterreinen in kaart brengen en gelden vrijmaken voor en werk maken van de sanering en ontwikkeling van bedrijventerreinen. 26. De VLD pleit voor het regelmatig bekendmaken van de cijfers van de belastingsdruk in verhouding met het regionaal bruto product
Pagina 27 van 46
3.10 Groene stad Een groene hoofdstad staat enerzijds voor groen in de stad. De parken, wandelingen, groen aangelegde straten … zijn essentieel voor het welzijn van de Brusselaars. Het laat de stedelingen toe te ademen in hun stad. Dit is het zachte groene beleid. Maar anderzijds staat een groene hoofdstad ook voor milieuvriendelijke economie, duurzame ontwikkeling, terugdringen van het energieverbruik, de Brusselse bijdrage bij het halen van de Kyotonormen om bij te dragen aan het wereldwijd terugdringen van CO² uitstoot, het halen van de engagementen voor het Nationaal Klimaatsplan 2002-2012 aangaande afval, water, lucht, bodem en geluidsoverlast of verontreiniging. Daarbovenop komen vanaf 2005 strengere Europese luchtnormen. Het gaat hier over ademen in de letterlijke betekenis van het woord. Hier moet Brussel harde ecologische beleidsopties nemen. De liberalen willen naast een aantal klassieke voorstellen een bijkomend accent leggen: het onderzoek naar en aanwenden van nieuwe technologieën. 1. 8000 hectaren, de helft van de totale Hoofdstedelijke oppervlakte is groenzone. Dit is een uniek gegeven voor een grootstad, dat we de komende legislatuur moeten koesteren, waarvan we de kwaliteit moeten verbeteren en het gebruik voor ontspanning aanmoedigen. 2. Ook het straatbeeld kan groener. Straatbeplanting, maar ook gevelbeplanting moet verder aangemoedigd worden via informatiecampagnes over de mogelijkheden in de Brusselse wijken. Ook de binnenterreinen van huizenblokken kunnen nog groener. 3. Naast groene zones heeft een stad nood aan blauwe zones: de VLD wil het water beter in de stad integreren: wij pleiten voor een heraanleg (met verlaging van de kaaien) van het kanaal in het centrum van de stad, en zelfs voor het opengooien van de kaaien op bepaalde plaatsen om het water dieper in de stad te brengen. Wij pleiten ook voor het geleidelijk openbreken van de Zenne daar waar mogelijk. 4. Het kanaal moet beter gebruikt worden: transport van afvalvervoer, personenvervoer, recreatie en sport. 5. De komende legislatuur moet ook de zuivering van het oppervlaktewater doorgevoerd worden. 6. Er zijn nog steeds een aantal Brusselse wijken die niet aangesloten zijn op de riolering. Ook op dit vlak wil de VLD vooruitgang. 7. Meer composteren is minder verbranden. Het gewest heeft een composteercentrum. Het ophaalsysteem voor groen afval moet uitgebreid worden naar alle gemeenten. 8. Wij maken ons sterk dat het mogelijk is om huishoudelijk energieverbruik (ca 1/3 van alle energieverbruik in Brussel) met één derde te verminderen. 9. Wij pleiten voor fiscale stimuli voor thermische en akoestische isolatie. Via dubbele vensters, dikkere isolatie en mechanische ventilatie, kan naar Scandinavisch model de kwaarde (isolatiegraad) van woningen verbeterd worden. De fiscale stimuli moeten de meerkost bij investering verlagen. 10. Het aanleggen van groendaken is ook een sterk isolatiemiddel en bovendien een neutralisatie van CO². Ook hier voorzien wij onderzoek en fiscale stimuli. 11. Zonnepanelen als energiebron in België is nog niet haalbaar. Toch zijn zonneboilers wel al rendabel. Een zonneboiler kan voorzien in het warmwaterverbruik van een gezin. Wij willen dit inburgeren door het fiscaal te stimuleren en op termijn verplichten bij installatie van een boiler van meer dan 200 liter.
Pagina 28 van 46
12. Dezelfde isolatiestimulerende maatregelen moeten naar kantoorbouw en- renovatie gebruikt worden. We moeten een k-waarde vastleggen waar kantoren aan moeten beantwoorden. De overheid moet het voorbeeld geven en bovenvermelde energiebesparende maatregelen toepassen in haar gebouwen. Energiebesparing kan je niet enkel opleggen via normen en bijkomende lasten. Wij vragen dat het gewest de bedrijven mobiliseert en motiveert om aan energierationalisatie-planning te doen. 13. De grote CO² uitstoot door het verkeer weegt zwaarder op het milieu in de steden. Daarom vraagt de Brusselse VLD dat de federale/Europese overheid strengere normen voor verbrandingsmotoren oplegt. Het verschil tussen verbruik van sommige Europese en Amerikaanse automodellen bewijst dat het technisch absoluut haalbaar en rendabel is. 14. Brussel is te groot om onbeperkt vrachtvervoer de binnenstad te laten binnenrijden: wij vragen een grondig onderzoek naar de haalbaarheid van een transportoverslagbedrijf naar het voorbeeld van Parijs, aan de rand van de stad. 15. De VLD wil dat de MIVB verder experimenteert met alternatieve energie o.a. met waterstofmotoren. 16. Het Brussels Hoofdstedelijk gewest moet zich profileren door het aantrekken en bevorderen van milieuvriendelijke economie. Het stimuleren van onderzoek naar zonneenergie , waterstofmotoren en andere milieuvriendelijke energiebronnen moet gestimuleerd worden om de energiebesparing te bevorderen en om nieuwe technologische knowhow in ons gewest te vestigen. 17. De VLD wil ook de rol van het Ecocentrum Kuregem bijstaan in het ontwikkelen van een visie op stadsecologie. 18. Een grondig wetenschappelijk onderzoek, zoals in Vlaanderen, naar de band tussen milieu en gezondheid is een belangrijk instrument voor het beleid in moeilijke dossiers als de afvalverbranding en de CO²-uitstoot van het verkeer, maar ook voor de minder bekende maar zeer omvangrijke vervuiling binnenshuis. Dit onderzoek moet gepland en uitgevoerd worden. 19. Tot slot wil de VLD dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn visie op Duurzame ontwikkeling, zoals opgenomen in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, uitwerkt. Alle beleidsmaatregelen moeten onderzocht worden op hun ecologische, economische en sociale effecten en moeten onderwerp zijn van democratische inspraak. 20. Inzake de ontwikkeling van de luchthaven van Zaventem moeten voortdurend economische en ecologische aspecten t.o.v. elkaar afgewogen worden. Dit geldt zeker voor de nachtvluchtenproblematiek waar de VLD ook pleit voor een billijke spreiding en een betere toepassing van de technische mogelijkheden om de hinder te beperken. Minder lawaaieringe vliegtuigen, op een billijke spreiding en op een nauwkeurig geluidskadaster op basis van correcte metingen .
Pagina 29 van 46
3.11 Propere stad Brussel is een prachtige stad. Maar er zijn een aantal zaken die maken dat je van die pracht niet te allen tijde ten volle kan genieten. Hoewel de gebouwen in art deco-stijl zeer de moeite zijn, moet men al te vaak naar de grond kijken om te vermijden dat men in vuiligheid zou trappen. De VLD wil dan ook meer controle op vervuiling. En die controle kan enkel ingevuld worden door een effectief toezicht door de Brusselse politie. Deze taak kan overigens ook worden vervuld door stewards. Misdragingen moeten door middel van geldboetes gesanctioneerd worden. De verantwoordelijkheid voor een nette stad ligt in de eerste plaats bij de Brusselaars zelf. De laatste jaren werden immers heel wat nieuwe vuilbakken geplaatst en straatvegers aangeworven. 1. De VLD is voorstander van regelmatige controles op sluikstorten door zogenaamde sluikstortpatrouilles. Sluikstorten moet zeker beboet worden. 2. Een beleid dat op afvalpreventie gericht is, blijft een absolute must. 3. Hondenpoep op straat is een uiterst irritant fenomeen. De VLD pleit dan ook voor het installeren van hondentoiletten in alle wijken van de stad. Die hondentoiletten moeten dan effectief worden onderhouden en proper gemaakt. Wie dan zijn hond zijn behoeften op straat laat doen moet bestraft worden. 4. Graffiti’s spuiten en taggen op plaatsen die daarvoor niet werden voorzien, moet streng aangepakt worden. De VLD pleit voor alternatieve straffen voor wie betrapt wordt. Wel kunnen er een aantal officiële graffitimuren en- acties ingericht worden. 5. Veiligheid is een zaak van de politie, netheid kan beter opgevolgd worden door stadswachters. 6. De MIVB moet zorgen voor nette metrostations en tram- en bushaltes. De metrostations moeten dagelijks gereinigd worden. 7. De overheid doet al veel voor een propere stad. VLD pleit voor een sensibiliseringsactie ‘Nu is het aan u!” die ook hamert op de verantwoordelijkheid van de burger.
Pagina 30 van 46
3.12 Nederlandstalig onderwijs: de verwachtingen van elk kind en elke ouder inlossen Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel heeft te kampen met meer dan één uitdaging en daar willen we wat aan doen. De taalheterogeniteit onder de Brusselse gezinnen is een enorme rijkdom maar zorgt er ook voor dat leerlingen die over het potentieel beschikken om met succes de Astroom in het voltijds secundair onderwijs aan te vatten toch naar de B-stroom verwezen worden als gevolg van taalachterstanden. Daarmee komt het beginsel van de gelijke onderwijskansen in het gedrang. Zelfs indien deze leerlingen er later in slagen alsnog naar het algemeen of technisch secundair onderwijs over te stappen, wordt hun studieduur nodeloos verlengd. Daarom is het van fundamenteel belang dat de investering in ons Brussels onderwijs van aan de basis gebeurt. Om dit maatschappelijke probleem te sturen lijkt het ons meer dan nodig om de investeringen die tijdens de vorige legislatuur gedaan werden, verder te zetten. De VLD wil er zich toe verbinden het Nederlandstalig onderwijs zich verder te laten ontwikkelen en de bestaande kwaliteit aldaar te bestendigen en handhaven. 1. Het voorrangsbeleid Brussel (VBB) is een project dat tot doel heeft de Nederlandstalige basisscholen die geconfronteerd woorden met de specifieke Brusselse problemen zoals het hoge aantal anderstalige schoolkinderen extra te ondersteunen. In het kader van dit project dat op 1 september 1999 van start ging werden al 92 van de 117 Brusselse Nederlandstalige basisscholen gedurende een periode van 5 jaar bijgestaan. De VLD wenst dat dit project dat zijn doeltreffendheid aan het bewijzen is in de komende legislatuur zou worden verdergezet. 2. De ouders van de kinderen die school lopen in de Brusselse Nederlandstalige scholen moeten meer betrokken worden bij de werking van de school. 3. Leerkrachten moeten bij hun instap in het Brussels onderwijs onmiddellijk goed geïnformeerd worden over de consequentie van het onderwijzen in deze situatie en daarin ondersteund worden. 4. Nieuwe leerkrachten moeten snel in contact gebracht worden met collega’s die zich in dezelfde professionele situatie bevinden om een positief groepsgevoel op te wekken. 5. Nieuwe leerkrachten moeten in Brussel worden onthaald. Zij moeten grondige informatie ontvangen over de actoren die in Brussel aanwezig zijn zoals de VGC, Onthaal en Promotie Brussel, schoolopbouwwerk, culturele organisaties, … Pas dan zullen de leerkrachten zich door samenwerking met culturele en andere organisaties kunnen integreren in de belevingswereld van al onze leerlingen. Cultuur is immers alomtegenwoordig in Brussel maar dikwijls nog te ver van de school. 6. De rol van de leerkrachten evolueert - zeker in deze opleidingsvorm - naar die van begeleider. De lerarenopleiding zal daarmee rekening dienen te houden. Initiatieven die het Brussels onderwijs aangaan moeten mee opgenomen worden in het opleidingspakket van de toekomstige leerkrachten. Voorts moet bijzondere aandacht worden besteed aan het lesgeven in stedelijk, multiculturele en meertalige context. 7. Onderwijs en vorming spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van ondernemingszin. De Vlaamse overheid moet de scholen via de vakoverschrijdende eindtermen in staat stellen de ondernemingszin van de jongeren zowel in de basis- als het secundair onderwijs aan te wakkeren. De universiteiten en hogescholen moeten ondernemerschap en innovatie op een geïntegreerde wijze in het curriculum van alle studenten opnemen. 8. Het deeltijds onderwijs moet uitgroeien tot een volwaardige manier van alternerend leren dat een voltijds engagement vanwege de jongeren inhoudt. Om dit te realiseren, moet
Pagina 31 van 46
naast de opleiding in een centrum, een leerrijke werkervaring worden aangeboden. Zowel de overheid als de privé-sector moeten in deze hun verantwoordelijkheid opnemen. 9. Voor instromers in het beroepsonderwijs zonder de nodige arbeidsattitudes moeten er brug-, maar ook voortrajecten zijn, met als finale doelstelling de maatschappelijke participatie van de jongeren en hun doorstroming naar de arbeidsmarkt. In ieder geval zullen diverse trajecten op maat en de bijbehorende trajectbegeleiding moeten voorzien worden. Eens te meer zal de rol van de leerkracht die van begeleider worden… 10. Buitenschoolse opvang mag geen schools karakter hebben. Er moet 'anders' worden omgegaan met kinderen. Tijdens die uren moeten kinderen zich kunnen uitleven, experimenteren en creatief bezig zijn. Hierbij moet het Nederlands gestimuleerd worden. 11. De VLD zal werk maken van meer en flexibele kinderopvang. 12. De schoolinfrastructuur moet verder voorrang krijgen via de investeringsprogramma’s van de VGC en de Vlaamse Gemeenschap. 13. Op het gebied van meertalig onderwijs moet er ruimte gemaakt worden voor meer experimenten. Dit alles moet echter gebeuren in een globale visie die tot nog toe ontbrak en binnen het kader van een Nederlandstalige school.
Pagina 32 van 46
3.13 De culturele dynamiek versterken Cultuur is een woord met vele betekenissen. Het groot woordenboek der Nederlandse taal "van Dale" definieert er niet minder dan acht. De definitie die het dichtst aanleunt bij de hier gehanteerde betekenis is deze van "het geheel van de manifestaties van kunst, ontspanning en vermaak". Toegegeven, deze vlag dekt niet de volledige lading, maar het is een bruikbaar uitgangspunt. Brussel kan bogen op een rijk cultureel aanbod. De Vlaamse Gemeenschap bouwde de voorbije decennia een brede waaier aan initiatieven uit. Een greep uit het aanbod: de KVS / Bottelarij, de Ancienne Belgique, het Kaaitheater, de Beursschouwburg, e.a. 22 Vlaamse Gemeenschapscentra zijn verspreid over het ganse Brussels Gewest. In het bijzonder in de podiumkunsten (dans, theater, performance, …) zijn Vlaamse artiesten in Brussel veelal internationaal toonaangevend. Heel wat festivals en manifestaties, die met de steun van de Vlaams Gemeenschap tot stand kwamen, zijn niet meer weg te denken uit het hoofdstedelijk cultureel aanbod (Boterhammen in de stad, Plazey, 11 juliviering, …). De Vlaamse gemeenschap slaagt erin om via haar cultureel dynamisme in de hoofdstad uit zichzelf te breken en brede lagen van de vele gemeenschappen, die de stad rijk is, te bereiken en te boeien. Toch is er, ook op cultureel vlak, nog werk aan de winkel. De VLD wil de komende legislatuur een aantal initiatieven nemen om het gemeenschapsleven te versterken. 1. Het Nederlandstalige gemeenschapsleven - in zijn rijke verscheidenheid aan verenigingen, clubs, enz.- is een onmisbaar element in het aanhalen en het onderhouden van de verbondenheid tussen stadsbewoners. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat het gemeenschapsleven bovendien een dam weet op te werpen tegen verzuring en negatieve maatschappijvisies. Het deelnemen aan het verenigingsleven doorbreekt, voor wie daar behoefte aan heeft, de anonimiteit van het leven in de stad. Daarom verdient ons Vlaams gemeenschapsleven in Brussel bijzondere aandacht. Jongeren, senioren en kansarmen zijn hierbij prioritaire doelgroepen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) speelt een belangrijke rol in het stimuleren en het ondersteunen van het culturele aanbod in Brussel (en de participatie eraan), veelal via toelagen aan verenigingen en initiatieven. Deze ondersteuning is en blijft voor de VLD onmisbaar. 2. Vlaamse verenigingen, die bijzondere inspanningen doen om Brusselaars waarvan de thuistaal niet het Nederlands is (bv. ex-pats, kansarme anderstaligen, Frans- en anderstalige kinderen en jongeren die schoollopen in het Nederlandstalig onderwijs, nieuwkomers, e.a.) te betrekken bij hun werking, in functie van Nederlandse taalverwerving en het verwerven van praktijkervaring, verdienen een aangepaste ondersteuning vanuit de VGC. Dergelijke verenigingen verruimen immers zo ook het maatschappelijke spectrum van het Nederlandstalige gemeenschapsleven in Brussel. De VLD denkt hier in het bijzonder aan de nauwere aansluiting van school en vrijetijdsbeleving in het Nederlands vanuit de Gemeenschapscentra. De liberalen willen die aangepaste ondersteuning aanmoedigen via een 'bonus'-toelage. 3. De 22 gemeenschapscentra, gespreid over het ganse Gewest, zijn onmisbare bakens van het Vlaamse gemeenschapsleven in de hoofdstad. De VLD wil de taak van de Gemeenschapscentra versterken en verzet zich tegen plannen om het aantal gemeenschapscentra te verminderen of hun taken in te perken. Als nieuwe taken zien wij bijvoorbeeld het promoten van de cultuurwaardebons en het afhandelen van aanvragen op lokaal niveau, het ter beschikking stellen van ruimte voor schoolfeestjes/fuiven en jongerenactiviteiten. 4. De VLD is wel voorstander van een rationalisatie op het vlak van de administratieve taken van de Gemeenschapscentra. Alleszins dient het personeelsbeleid van de
Pagina 33 van 46
gemeenschapscentra te worden uitgetekend in overleg met de VGC-administratie, in functie van de beleidsopties dienaangaande. Nepstatuten dienen verder weggewerkt te worden. 5. Voor de VLD kan het niet dat de gemeenschapscentra evolueren naar eenzijdig professioneel gerunde cultuurcentra die voorzien in een aanbod. Hun taak is ruimer en moet lokaal verankerd zijn. De rol en inbreng van vrijwilligers moet te allen prijze aangemoedigd worden als een sterke schakel in lokale betrokkenheid. Het beleid van de gemeenschapscentra moet in samenspraak met de vrijwilligers en verenigingen worden uitgezet. 6. De VLD wil de kwaliteit, de effectiviteit en het bereik van de communicatie die uitgaat van de gemeenschapscentra evalueren (door externe communicatiedeskundigen). Naast een gezamenlijke profilering en communicatie moet er ook plaats zijn voor een individuele of groepsprofilering van het gemeenschapscentrum. Dergelijke uitstraling komt immers de dynamiek en wervend vermogen van het centrum ten goede. Het zorgt ook voor een decentralisatie van het grote culturele gebeuren. 7. De gemeenschapscentra kunnen bijgestaan worden in het uitbreiden van een goede communicatie naar Nederlandstaligen en anderstaligen die potentieel geïnteresseerd zijn in de gemeente. De VLD wil de centra ondersteunen in een actieve communicatie om nieuwe inwoners in de gemeente te bereiken en onthalen. 8. De logistieke dienstverlening van de VGC (bekend als de uitleendienst voor technisch materieel) beantwoordt aan een reële nood en dient sterker uitgebouwd te worden. 9. Er is al lang sprake van de bouw van een jeugdtheater "BRONKS" in het centrum van Brussel. De liberalen willen dat de VGC, als bouwheer, prioritair werk maakt van dit project. Het moet de komende legislatuur haar deuren openen. 10. Het succes van het "Brussels Volkstejoeter" toont aan dat er vraag is naar kwalitatief theater in het Brusselse dialect. Er dient gezocht te worden naar een vaste stek voor dit gezelschap. De bouw van een tweede plateau voor de KVS en van een zaal voor het BRONKStheater bieden ter zake wellicht opportuniteiten, die het onderzoeken waard zijn. De VLD wil een meer structurele ondersteuning van het gezelschap en wenst te onderzoeken of er nog meer aanbod mogelijk is in dit genre (al dan niet in dialect). 11. Het theaterfestival van de beste Vlaamse amateurgezelschappen, de wedstrijd voor amateurgezelschappen het Koninklijk Landjuweel, moet in de gerestaureerde KVS onthaald worden. 12. Het Vlaams-Nederlands huis in Brussel is een initiatief van de taalunie en heeft een diplomatieke functie die de uitstraling van het Nederlands moet bevorderen. De VLD wil dat vanuit een Brussels perspectief ook de VGC participeert aan de uitbouw en de werking van het Vlaams-Nederlands Huis te Brussel. 13. De VGC kocht recent het "Monnaiehouse" aan, hartje Brussel. Het is de bedoeling hiervan een centraal informatie- en communicatiecentrum te maken van de Vlaamse gemeenschap te Brussel, gekoppeld aan de uitbouw van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB). De VGC dient op korte termijn, in samenspraak en nauw overleg met de Vlaamse Gemeenschap, invulling en uitvoering te geven aan haar ambities dienaangaande. 14. Het lokale cultuurbeleid in Brussel werpt nu al haar eerste vruchten af. Voor het eerst is er structurele samenwerking tussen Brusselse gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschap. De VLD is een voorstander van het uitbouwen in elke gemeente van een sterk Vlaamse netwerk tussen de Vlaamse schepen, het Gemeenschapscentrum, de lokale bibliotheek en het lokale cultuurbeleid. 15. De VLD wil in het bijzonder aandacht bieden voor het realiseren van de doelstelling: één Nederlandstalige Bibliotheek per gemeente.
Pagina 34 van 46
16. Met TV Brussel, de krant Brussel Deze Week en weldra de radiozender FM-Bssl is er een zichtbare en kwaliteitsvolle Nederlandstalige mediapoot in Brussel. 17. Brussel Deze Week groeide uit tot een volwaardige stadskrant, met een stevig redactioneel profiel. De VLD wil deze stadskrant de ruimte geven om verder te groeien. In het beheerscontract wil de VLD ook het bereik van kinderen en jongeren via de scholen als doelpubliek laten opnemen, samen met de uitbouw van een jongerenbijlage. De meertalige 'Agenda'-bijlage echter blijft een eigenaardig gegeven. Een grondige evaluatie en herprofilering dringen zich op. De noodzaak van een Brussels uitmagazine vanuit Nederlandstalig Brussel en de mogelijke partners moeten centraal staan bij deze evaluatie. 18. De regionale stadszender TV-Brussel is een vaste waarde geworden in het Vlaams-Brussels medialandschap. De dagelijkse nieuwsbijdragen zijn degelijk en beantwoorden aan een behoefte bij de Brusselaars. De VLD wil in het beheerscontract met TV Brussel ook de aandacht vestigen op nieuwe programmatienoden. Zo zou een kinderprogramma dat de nadruk legt op Nederlandse taalverwerving een meerwaarde kunnen hebben voor de jongste, Brusselse kijkers. Een degelijk kunsthistorisch magazine, met de klemtoon op de ongemeen boeiende Brusselse architectuur, is vandaag ook een hiaat. 19. In de lente van 2004 gaat een volwaardige stadsradio 'FM-bssl' in de ether. Hiermee is een heus mediadrieluik voltooid – FM-bssl, TV-Brussel en Brussel Deze Week - dat fysisch geconcentreerd is in het Flagey-gebouw te Elsene. De VLD wil de samenwerking inzake promotie, redactionele research, mediasponsoring, reclamewerving, enz. aanmoedigen tussen de mediapartners. Samen hebben deze media een dubbele opdracht. Primo de Brusselaars optimaal en maximaal informeren over het leven in de hoofdstad in zijn meest verscheidene facetten. En secundo naar Vlaanderen een zelfverzekerd kwaliteitsbeeld uitdragen van de dynamiek van de hoofdstad en de toonaangevende rol van de Vlaamse gemeenschap hierin. Zo kunnen deze media bijdragen tot het wegwerken van de negatieve clichés en vooroordelen die buiten Brussel nog steeds sterk leven betreffende het leven én het werken in de hoofdstad. Hier is ook een belangrijke opdracht weggelegd voor het beleid van de Vlaamse Gemeenschap naar en voor Brussel, en in het bijzonder voor de Vlaamse minister van Hoofdstedelijke Aangelegenheden.
Pagina 35 van 46
3.14 Brussel, stad van vele kleuren Brussel is een multiculturele grootstad. De VLD ziet multiculturaliteit noch als een abstracte ontwikkeling met enkel positieve kanten, noch als een bedreiging met uitsluitend negatieve gevolgen.. Het is een gegeven waar nieuwe mogelijkheden voor de stad in zitten en een gegeven dat het beleid moet begeleiden. Immigratie is nooit eenvoudig: noch voor de nieuwkomer, noch voor de autochtone bevolking die haar vertrouwde leefomgeving ziet veranderen. Integratie is ook geen spontaan gegeven. Het is iets waar aan gewerkt moet worden. De spanningen die dit in de samenleving meebrengt, mogen niet verdoezeld worden, maar anderzijds moeten we ook voldoende benadrukken dat een tolerante en open stad -een stad is die open staat voor vernieuwing en culturele uitwisseling en aantrekkelijk is voor ondernemende, talentvolle en creatieve mensen. Tolerantie is niet enkel een maatschappelijke noodzaak, het is ook een economische must. De liberalen willen het integratiebeleid niet overlaten aan het clientelisme en immobilisme van de PS, dat onder het mom van begrip en inleving in de andere cultuur migrantengemeenschappen afhankelijk maakt en gettovorming bestendigt. Onze liberale samenlevingsvisie is onverenigbaar met elke vorm van extremisme. 1. De VLD wil een liberaal integratiebeleid met liberale accenten: het uitgangspunt is emancipatie van alle Brusselaars en dus ook emancipatie van individuele migranten met een andere culturele achtergrond. Wij zijn ervan overtuigd dat dit kan binnen de grenzen van het respect voor ieders eigenheid, maar ook binnen de grenzen van de westerse liberaal-democratische individuele verworvenheden. Voor liberalen mag en moet het behoud van de eigenheid mogelijk zijn, tenzij religieuze en culturele gewoonten de emancipatie tegenwerken. Op dezelfde manier hebben de liberalen ook westerse gewoonten die in strijd waren met de individuele emancipatie bestreden (scheiding kerk en staat, rol van de vrouw in de samenleving, ontzuiling …). 2. Voorafgaande voorwaarde aan ieder integratiebeleid is de strikte toepassing van de bestaande antiracismewetgeving. Propaganda met als doel het aanwakkeren van haat tegenover vreemdelingen moet bestraft worden. De VLD wil de nog steeds bestaande discriminaties bij aanwerving van migranten op de arbeidsmarkt aanpakken via de wet en via sensibilisering van de ondernemers. 3. Vanuit al het voorgaande wil de VLD de dialoog met de talrijk aanwezige Turkse en Marokkaanse en Afrikaanse gemeenschappen bevorderen. De VLD ondersteunt hierin zelforganisaties in die mate dat ze bijdragen tot emancipatie en politieke bewustwording van immigranten. Zij moeten helpen een respectvolle integratie mogelijk te maken. Zij mogen echter niet bijdragen tot het bestendigen van een afzonderlijke subcultuur, die op korte termijn wel sympathiek kan zijn, maar op lange termijn kansen van immigranten van deze gemeenschappen met een groot aantal inwoners in de stad, tegenhoudt. 4. Wij willen politieke bewustwording, participatie en naturalisatie aanmoedigen. Wij willen bovendien extra de nadruk leggen op de integratie van meisjes en vrouwen uit allochtone gemeenschappen in de scholen, jeugdbewegingen, arbeidsmarkt, associatieve leven. 5. Bij de subsidiëring van jongerenwerkingen (sport, ontspanning) wil de VLD dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) de nadruk legt op het belang van samenwerking en uitwisseling met autochtone verenigingen uit Brussel en Vlaanderen. Ook in deze is integratie naast sport en ontspanning belangrijk. Wij beseffen wel dat in Brussel gemengde verenigingen omwille van de bevolkingssamenstelling en concentratie van migranten niet steeds mogelijk is, maar waar mogelijk willen wij gemengde initiatieven stimuleren. 6. De migrantengemeenschap bestaat echter niet enkel uit grote groepen Turken, Marokkanen en Afrikanen, maar ook toenemend uit Europese inwijkelingen ten gevolge van de status van
Pagina 36 van 46
Brussel als Europese hoofdstad, Oost-Europese en Aziatische vluchtelingen uit de ex-SovietUnie en erkende vluchtelingen vanuit alle uithoeken van de wereld. Voor hen is een laagdrempelig inburgeringsaanbod vanaf hun aankomst de beste troef op een goede integratie. Voor de VLD zijn de inburgeringstrajecten van de Vlaamse Gemeenschap de beste weg naar integratie en emancipatie. Ze stoelen op een aanbod van taalcursussen Nederlands, kennisverwerving over onze samenleving, haar gebruiken en regels, en begeleiding op de arbeidsmarkt. De VLD wil op termijn het aantal uren taalverwerving verhogen tot op het niveau van de Nederlandse inburgeringstrajecten (1000 uren per nieuwkomer). 7. De VLD wil hierbij streven naar samenwerking met de gemeenten en de BGDA (arbeidsbemiddeling) om de instroom van nieuwkomers naar de trajecten te maximaliseren. 8. De VLD drukt de hoop uit dat ook de Franstalige gemeenschap in Brussel de meerwaarde van inburgeringtrajecten gaat inzien en hier een zelfde actief beleid uitbouwt. Dit komt de integratie ten goede en zal de samenwerking met gemeenten en BGDA eenvoudiger maken. Op termijn kunnen de trajecten dan ook verplicht gemaakt worden: dit is vooral aangewezen om die immigranten een kans te geven op integratie die nu hun weg naar die trajecten niet vinden (bijvoorbeeld bepaalde moslimvrouwen of kansarmen). 9. Het inburgeringsbeleid bevordert de burgerzin bij allochtonen door een betere kennis van onze samenleving. Het komt ook tegemoet aan de verwachtingen van autochtonen dat integratie niet vrijblijvend is. De VLD wil meer aandacht voor burgerzin in het algemeen in het onderwijs, zowel in concentratie scholen als in “blanke” scholen. Brusselaars moeten opgroeien met het besef dat tolerantie essentieel is om te leven in een stad die evolueert. 10. Tot slot drukt de VLD de hoop uit dat het inburgeringsbeleid, de verhoogde individuele emancipatie en participatie van allochtonen in onze stad, de kansen op de arbeidsmarkt, … ook zullen leiden tot toegenomen sociale mobiliteit en fysische integratie in de stad. Zonder de vrije keuze van inwoners om te wonen waar ze willen te beknotten, wil de VLD het huidige concentratiebeleid in de huisvestingspolitiek, in het bijzonder in een aantal Brusselse gemeenten, ombuigen naar een spreidingsbeleid. Dit kan via het spreiden van het sociale woningaanbod, het aanmoedigen van de aankoop van sociale woningen waardoor huisvestingsmaatschappijen een rollend fonds van steeds nieuwe en verspreide woningen verwerft. 11. De VLD wil daar waar mogelijk de vicieuze cirkel van achtergestelde getto’s doorbreken. De grootstad trekt ook talrijke illegale inwoners aan . De liberalen steunen het federale beleid ter zake, met uitwijzingen waar nodig en regularisatie waar mogelijk. Maar als liberalen beschouwen wij inwoners zonder papieren ook als inwoners van de stad met een aantal basisrechten. De VLD ziet het als een taak van de gemeenschapscommissies en dus van de VGC om mensen zonder papieren te informeren over een aantal van deze rechten (gezondheidszorg, huisvesting, veiligheid, …) en ze te beschermen tegen mensenhandelaars, huisjesmelkers en koppelbazen, … De VLD wil een kordate aanpak van de parallelle zwarte economie die steunt op mensen zonder papieren.
Pagina 37 van 46
3.15 Eindelijk een sportbeleid! Wekelijks brengt sport velen op de been. Sport bevordert overigens het sociale contact en speelt een sterk opvoedende en integrerende rol in de samenleving. Men leert winnen en verliezen, de medemens respecteren en het is nog goed voor de gezondheid ook. Sport verdient dus zeker onze aandacht en die van de beleidsvoerders. Hoewel sport een bevoegdheid is van de Vlaamse (en Franse) Gemeenschap en van de VGC, kan het Gewest zelf ook een stimulerende en coördinerende rol spelen. Ook aan topsport moet meer aandacht besteed worden. De voortrekkersrol van lokale atleten draagt niet alléén bij tot sociale identificatie, maar drijft talrijke jongeren naar actieve sportbeoefening. Sport speelt tevens een belangrijke rol in de economie. Vele bedrijven investeren enorme sommen in topsport om hun imago te definiëren. Dit betekent banen en investeringen. Amateurs hebben een aangepaste uitrusting nodig en zwengelen als consumenten dus de economie aan. Als sportpartij bij uitstek wil de VLD een echt sportbeleid in Brussel. 1. De VLD wil dat Brussel in 2016 de Olympische Spelen organiseert. Daartoe kunnen alvast afspraken worden gemaakt met de andere Gewesten. 2. De overheid moet meer middelen vrijmaken voor het onderhoud van de sportinfrastructuur en indien nodig de modernisering ervan. Hier kan het gewest een rol spelen door hiervoor een deel van de middelen bestemd voor de wijkcontracten te reserveren. 3. De sportinfrastructuur moet beter bereikbaar zijn voor éénieder die aan sport wenst te doen. Deze moet dus ook ’s avonds toegankelijk en bereikbaar zijn. Infrastructuren van sportclubs moeten zoveel mogelijk worden opengesteld voor andere kleine clubs en verenigingen. 4. Bij het totstandkomen van nieuwe sportinfrastructuur moet gestreefd worden naar publiekprivate samenwerking. 5. Naast investeringen in sportinfrastructuur willen we ook investeren in sportmonitoren. 6. De VLD wenst dat ons Gewest meer inspanningen zou leveren voor het aantrekken van topsportevenementen. 7. Ook Brusselse professionele clubs en individuele topsporters verdienen steun, daar zij het imago van onze stad in het binnen- en buitenland uitdragen. 8. In de overtuiging dat sportbeoefening bijdraagt tot integratie, moet de participatie aangemoedigd worden. De VLD is voorstander van de uitreiking van sportwaardebons die iedereen in staat moet stellen enkele malen per jaar tegen een sterk verminderd tarief zelf aan sport te doen of een sportevenement bij te wonen. 9. Uiteindelijk wenst de VLD dat in de komende legislatuur meer aandacht zou worden besteed aan de sportbeoefening door gehandicapten. Ook hier moet een beleid gevoerd worden dat gericht is op een grotere participatie.
Pagina 38 van 46
3.16 Jong zijn in Brussel? Het mag! Brussel is een jungle waar twintigers en ouder wel hun weg vinden naar een rijk cultuuraanbod en uitgaansleven. Dit ligt anders voor tieners en voor hun ouders. VLD Brussel wil het kader scheppen om jongeren die in Brussel wonen of schoollopen te laten uitgaan, participeren, … ontplooien. Dit is een kwestie van aanbod, communicatie, toegankelijkheid, infrastructuur, veiligheid en ook het wegwerken van een aantal vooroordelen bij jongeren en hun ouders over uitgaan in Brussel. 1. Binnen Digitaal Brussel richt de VGC een pagina www.jongbrussel.be op waar alle informatie over jongerenactiviteiten gebundeld worden: informatie voor de kleinsten vanaf 5 jaar tot en met een inventaris van schoolfuiven voor de groten. Via een intranet systeem moeten klasverantwoordelijken toegang krijgen tot de website om mededelingen en activiteiten toe te voegen. 2. De jongeren zijn via leerlingenraden, jeugdhuizen, sportverenigingen, jongerenbewegingen … zelf betrokken bij het opbouwen en onderhouden van hun site. 3. De site en activiteiten worden in jeugdcafés, scholen, jeugdhuizen gepromoot. 4. De VGC verzorgt eventueel samen met privé-partners en/of bestaande initiatieven, een jongerenkaart voor alle kinderen en jongeren die in de Vlaams-Brusselse scholen school lopen en die toegang en kortingen verleent op fuiven, aankopen, manifestaties, … 5. Wij vragen aan de VGC via deze initiatieven de kloof tussen de scholen, de kinderen, de jongeren enerzijds en de stad anderzijds te dichten . Scholen moeten bij de stad betrokken zijn. Brussel is de biotoop waar ze opgroeien en zich dus moeten kunnen ontplooien. Bijzondere inspanningen moeten geleverd worden om allochtonen in de bestaande Vlaamse jeugdcircuits te integreren. 6. Fuiven zijn een belangrijk onderdeel van de jeugdcultuur. Daar waar het uitgaansaanbod voor +18-jarigen ruim voldoende is, ligt dit moeilijker voor 13 tot 18-jarigen . Jongeren zijn daardoor geneigd om hun uitgaansleven naar de rand te verplaatsen, en verliezen hierdoor voeling met hun stad. De VGC moet haar infrastructuur (Gemeenschapscentra, sportinfrastructuur, …) aanbieden aan scholieren voor het organiseren van schoolfuiven. De VGC verzorgt een handleiding voor het organiseren van een fuif (verplichtingen, kosten, veiligheidsvoorschriften …). 7. Een systeem van taxicheques vanuit de VGC of het Gewest, afspraken met de MIVB voor vervoer op maat, flexibeler openbaar vervoer, moeten de jongeren mobieler en zelfstandiger maken in het Brusselse uitgaansleven en moet de veiligheid verhogen. 8. De VGC optimaliseert haar aanbod aan sportinfrastructuur. Ze zorgt voor op jongeren afgestemde uren en dagen en waarbij deze toegankelijk zijn en communiceert dit aanbod o.m. via scholen en jongerenbewegingen. 9. Niet enkel participeren, maar ook creëren is een onderdeel van de ontplooiing van jongeren. Naar het voorbeeld van “De Kunstbende” moet de VGC initiatieven stimuleren waar jongeren zelf hun talent kunnen naar voor brengen. 10. Bijkomende repetitieruimte voor muziekgroepen is noodzakelijk. Jonge, Brusselse muziekgroepen moeten in een openbare repetitieruimte terechtkunnen. Deze muzikale coaching van de Brusselse jeugd kan de muziekscène enkel verder stimuleren en ten goede komen. 11. Burgerschapsvorming en participatie begint niet bij de meerderjarigheid. Zowel in het basisonderwijs, als in het secundair onderwijs willen wij kinder- en jongerenparlementen
Pagina 39 van 46
promoten en over heel de stad laten samenkomen. Hun inbreng moet kunnen doorstromen tot het college en de Raad van de VGC. Een jaarlijks overlegmoment moet uitgewerkt worden. 12. Met haar universiteiten en hogescholen is Brussel ook een studentenstad voor Brusselse jongeren en studenten van over heel Vlaanderen. De VLD zal bij de gemeenten blijven pleiten voor de afschaffing van de gemeentetaks voor kotstudenten. De VLD wil dat de gemeenten een positief onthaalbeleid voeren naar de kotstudenten. 13. Het geslaagd VLD initiatief om gratis openbaar vervoer te geven aan hogeschoolstudenten in Brussel dient als voorbeeld om de mobiliteit en integratie van hogeschoolstudenten in de stad te bevorderen. De VLD zal bij de MIVB flexibelere uurregelingen en directe en snelle verbindingen tussen de campussen, de culturele en sportinfrastructuur en de stad bepleiten. Wij willen de combinatie fiets en openbaar vervoer verbeteren en niet beperken tot de Metro. 14. Tot slot willen wij bij de federale overheid het probleem van te hoge autoverzekeringen voor Brusselse jongeren aankaarten.
Pagina 40 van 46
3.17 Ouder worden in de stad De veroudering van de bevolking in het Brusselse Gewest vraagt een aanpak met andere accenten dan deze in de andere gewesten onder meer omwille van zijn grootstedelijke omgeving, het uitgesproken multiculturele karakter van de bevolking, de aanwezigheid van drie bevoegdheidsniveaus op het gebied van ouderenbeleid, de grote concentratie van rusthuizen en ziekenhuizen, de beperkte aanwezigheid van Vlaamse initiatieven, de soms moeilijke situaties van de Vlamingen binnen de gemeenten en de OCMW’s en de bicommunautaire initiatieven en de beperkte aanwezigheid van Nederlandstaligen in de thuiszorg. Alle initiatieven met betrekking tot sociale zaken en gezondheidszorg moeten erop gericht zijn een maximale integratie en verdere betrokkenheid in de samenleving mogelijk te maken. Het seniorenbeleid werd te Brussel vooral rond het Seniorencentrum uitgebouwd. Dit centrum richtte zich vooral naar de ontspanning van en de organisatie van culturele activiteiten voor senioren. Alles rond een centrum uitbouwen, leidt naar een te grote concentratie en staat te ver af van de gewone senior en de lokale noden en is niet in staat om alle vragen en noden op te vangen. De sterke aanwezigheid van senioren binnen de gemeenschapscentra biedt daar een lokaal, complementair en meer gedifferentieerd antwoord op. De volgende beleidsopties zijn zinvol en dienen verder te worden uitgebouwd: 1. De gemeenschapscentra zijn gemeentelijke aantrekkingspolen en actieve Nederlandstalige kernen. Het moeten ook ontmoetingsplaatsen zijn. Ze zorgen dan voor een goede lokale generationele mix en een brede waaier aan culturele initiatieven die niet occasioneel maar op een meer permanente basis worden uitgebouwd. Dit leidt naar een hecht lokaal netwerk tussen Nederlandstaligen. Dit moet worden ondersteund en verder worden versterkt, in het bijzonder omdat heel veel ouderwordende personen van die infrastructuur gebruik maken. De dienstencentra en hun link naar de thuiszorg moet meer gepromoot worden. 2. Een versterking van de Vlaamse aanwezigheid in de OCMW’s. De toepassing afdwingen van een behoorlijke tweetaligheid van het personeel binnen de diensten voor senioren in de openbare sector (thuiszorg, rusthuizen). De tweetaligheid moet niet alleen slaan op de functies van de verzorgenden, maar ook op deze van A1 en universitair niveau (ergotherapie, psycholoog). Specifieke initiatieven voor Nederlandstalige senioren, eventueel langs de Nederlandstalige schepen binnen de gemeente, opstarten. 3. Meer initiatieven samen met de senioren uitbouwen en hen er een actieve rol in laten opnemen. Minder betuttelen en meer de kennis en de ervaring van ouderen benutten en valoriseren. 4. Een meer gedifferentieerd woonaanbod voor senioren en families die de zorg opnemen voor ouderwordende familieleden ontwikkelen. Er is ook nood aan een verhoging van het aantal centra voor dagopvang. 5. Meer aandacht opbrengen voor de psychosociale noden m.b.t. de veroudering en er doelgerichte antwoorden op bieden. Niet enkel de materiële noden behartigen (maaltijdbedeling, klusjeshulp), maar ook een ernstig preventief aanbod formuleren betreffende psychische en relationele noden teneinde 2° en 3° lijnsinterventie te voorkomen en te beperken. 6. Samenwerken met seniorengroepen van een andere gemeenschap, zonder verlies van de autonomie en eigenheid. Sensibilisering van autochtone senioren en allochtoon verzorgend personeel wordt een noodzaak om spanningen te vermijden. 7. Er moet worden gezorgd voor ondersteunende maatregelen onder de vorm van nascholing of begeleiding voor de zelfstandige zorgverleners in de ouderenzorg.
Pagina 41 van 46
8. Een betere onafhankelijke en geactualiseerde informatieverstrekking voor senioren en alle belanghebbenden m.b.t. het ouderenbeleid en zorginitiatieven is een noodzaak. Men weet nog te weinig waar naar toe. 9. Vele ouderen hebben enkel nog een huisdier om de eenzaamheid te doorbreken. Wanneer de betrokkene gehospitaliseerd of geplaatst moet worden, zijn zij om begrijpelijke redenen vaak zeer begaan met het lot van hun huisdier. Bij hospitalisatie moet de mogelijkheid voorzien worden om het huisdier te plaatsen tot de betrokkene het ziekenhuis heeft verlaten. Het spreekt voor zich dat deze maatregel de betrokkene niet te veel geld mag kosten aangezien deze zelden over veel middelen beschikken. 10. Senioren mogen niet worden herleid tot de status van ‘gepensioneerde’ en ‘consument’. Samen met deze oudere volwassenen moet worden nagegaan wat ze aan de gemeenschap en de toekomstige generaties kunnen aanreiken. Rond senioren als ‘deskundige’ en ‘actieve partners’ moet een creatief beleid worden uitgestippeld. 11. ’s Avonds kan de mobiliteit van senioren verbeterd worden door een systeem van taxicheques.
Pagina 42 van 46
3.18 Welzijn en gezondheid, ook in de stad Niet alleen ten opzichte van de rest van Vlaanderen maar ook ten opzichte van de andere gemeenschapsbevoegdheden cultuur en onderwijs in de hoofdstad, hinkt het Vlaams-Brusselse welzijns- en gezondheidsaanbod achterop. Als Nederlandstalige kan je met je zorgvraag nog steeds niet overal in je eigen taal terecht. De 2 Vlaamse liberale ministers van Hoofdstedelijke Aangelegenheden gaven al de opdracht tot een aantal haalbaarheidsstudies om een inhaalbeweging op gang te brengen in de gezondheidszorg en de seniorenvoorzieningen. Deze studies moeten nu hun concrete uitvoering krijgen. De VLD-Brussel staat borg voor het behoud en de verbetering van de bestaande sociale voorzieningen in ons gewest. Dit doel moet worden bereikt, niet door de verhoging van de belastingen, wél door betere aanwending van de ter beschikking staande middelen, met andere woorden de verbetering van de sociale rentabiliteit. De tussenkomsten van de VLD met betrekking tot de verbetering van de thuiszorg en de responsabilisering van de openbare ziekenhuizen tonen aan dat een dergelijke aanpak vruchten afwerpt. Wat wenst de VLD in concreto? 1. Voor de gebruiker dient het welzijns- en gezondheidsaanbod herkenbaar, toegankelijk en gebruiksvriendelijk te zijn opdat hij of zij goed geïnformeerd in alle vrijheid de meest gepaste zorg kan kiezen. Voor de huisarts is een belangrijke rol weggelegd als coach van het zorgtraject. Zorg.net kan een instrument zijn om deze keuze te maken. Zorg.net moet namelijk het Nederlandskundig welzijns- en gezondheidsaanbod in een digitale databank inventariseren en bekendmaken voor zowel zorgvragers als –verstrekkers. 2. De VLD herhaalt de eis dat de Brusselse bi-communautaire instellingen daadwerkelijk tweetalige instellingen zouden zijn die patiënten uit de twee gemeenschappen in de eigen taal en met respect voor hun eigenheid behandelen. 3. Initiatieven zoals Baanbrekend Brussel en Pro Medicis die acties opzetten om voldoende Nederlandskundig personeel in de welzijns- en gezondheidszorg aan te trekken en te behouden verdienen financiële en logistieke steun. 4. Het aanbod van Nederlandse taallessen die functioneel zijn afgestemd op het beroep van zorgverstrekker moet worden verhoogd. 5. Er moet een strategisch plan worden opgesteld om het eigen aanbod aan Vlaamse welzijnsen gezondheidsvoorziening uit te bouwen, zowel geografisch als naar aard van het aanbod. 6. Voor het slagen van het strategisch plan, is het onontbeerlijk dat de bestaande voorzieningen en diensten maximaal samenwerken. Uiteraard kan iedere partner en overheid binnen dit gecoordineerde geheel zijn eigen identiteit behouden maar taken, doelgroepen en financiering worden beter gedefinieerd en op elkaar afgestemd. 7. Het Vlaams-Brussels welzijns- en gezondheidsnetwerk dat zich openstelt naar iedere zorgvrager, ongeacht inkomen, taal, geslacht, seksuele geaardheid, cultuur of herkomst, moet synoniem zijn voor kwaliteit. Op die manier draagt het bij tot de leefbaarheid van de stad voor iedere Brusselaar. 8. Een gemeenschappelijk logo voor het Vlaamse netwerk zou de zichtbaarheid ervan in de stad aanzienlijk verhogen.
Pagina 43 van 46
9. Het ‘masterplan’ voor de Brusselse welzijns- en gezondheidssector is een gezamenlijk project voor de Vlaamse ministers van Welzijn en Gezondheid en Hoofdstedelijke Aangelegenheden, in nauwe samenwerking met de andere bevoegde overheden. Om de opties van het masterplan te realiseren, kan aanvullend op de reguliere financieringskanalen een beroep worden gedaan op het Vlaams-Brusselfonds. Daartoe dienen de middelen die bij de oprichting van het Fonds werden ingeschreven, te worden gerespecteerd. Dit betekent een verhoging van deze middelen tot 10 miljoen €. 10. Een goede gezondheidszorg voor alle Brusselaars, ook voor de armsten onder hen, moet verzekerd worden. Bijzondere hulp en subsidiëring van de IRIS- O.C.M.W.-ziekenhuizen is dan ook enkel gerechtvaardigd zolang blijkt dat deze ziekenhuizen, méér nog dan anderen, instaan voor de verzorging van de minder begoede Brusselaars. In geen geval mag de overheidssubsidiëring leiden tot een bevoordeligen van ziekenhuizen ten koste van anderen. Een permanente doorlichting en parlementaire controle van het beheer van de IRIS-structuur is dan ook onontbeerlijk (deze controle werd op initiatief van de VLD operationeel sinds 1994). 11. Thuiszorg als prioriteit Voor zover medisch en familiaal verantwoord dient absolute prioriteit gegeven te worden aan de thuiszorg. De oprichting van Vlaamse thuisverzorgingscentra in combinatie met het bicommunautaire zorgaanbod moet hiervoor borg staan. Er is nood aan meer dienstencentra en centra voor dagopvang voor senioren. 12. Eveneens om deze thuiszorg te optimaliseren dienen initiatieven zoals het sociaal vervoer en taxicheques de mobiliteit te verbeteren voor zover geen gebruik kan gemaakt worden van het openbaar vervoer. 13. De dienst Vlaamse zorgverzekering (thans zijn er 51 door de Vlaamse zorgverzekering erkende verzorgingsinstellingen) te worden uitgebreid. 14. Het aanbod aan bejaardentehuizen met Nederlandstalige dienstverlening is ontoereikend in Brussel. Binnenkort zal een nieuwe normering een aanpassing van de bestaande homes noodzakelijk maken, vooral met betrekking tot de rusthuizen en verzorgingstehuizen. In dit kader moeten Vlaamse investeerders aangetrokken worden om ook in het Brusselse gewest te investeren in Vlaams-Brusselse homes. De aankoop met middelen van het Brusselsfonds van gronden die met middel van een erfpacht zouden ter beschikking gesteld worden aan investeerders zou hierbij een nuttige hefboom kunnen zijn. 15. Alle instellingen, openbare diensten en openbaar vervoer moeten verplicht toegankelijk gemaakt worden voor gehandicapten. 16. Preventie moet er allereerst voor zorgen dat de mensen langer gezond blijven en niet te snel in de dure zorgstructuren terechtkomen.
Pagina 44 van 46
3.19 Brussels goes international Dankzij de rationaliseringen en objectiveringen van het externe beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgevoerd door de VLD-ministers Annemie Neyts en Guy Vanhengel kunnen we beginnen te spreken van een volwaardig, éénduidig en consequent beleid in deze materie. Het Gewest beëindigde enkele lidmaatschappen van multilaterale organisaties waar er niet dadelijk meerwaarde te bespeuren viel en intensifieerde andere lidmaatschappen en akkoorden. Het externe beleid valt op dit moment uiteen in drie grote blokken: promotie van het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel en het buitenland en Buitenlandse Handel. 1. De VLD-Brussel pleit voor één Minister bevoegd voor Externe Betrekkingen, Externe Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Alle diensten en administraties die werken rond de diverse aspecten van het Buitenlands Beleid dienen allen onder een overzichtelijke structuur gebracht te worden met één politiek verantwoordelijke, nl. de Minister van Externe Betrekkingen en Buitenlandse Handel. Deze minister voert dus ook in overleg met de andere ministers het buitenlandluik van de verschillende beleidsdomeinen uit. Het afsluiten van handelsakkoorden kan alleen maar gebeuren in een kader van één buitenlands beleid. 2. Brussel is de hoofdstad van Europa. Om dit statuut te kunnen behouden zijn er aardig wat inspanningen nodig. De VLD wil een nieuwe geactualiseerde impactanalyse van de aanwezigheid van de Europese instellingen in Brussel, een analyse die ook al de uitbreiding van de EU berekent. Hier dient bijzondere aandacht te gaan naar de tevredenheidsfactor van internationale en Europese ambtenaren, omdat zij belangrijke promotoren voor het gewest zijn in hun thuisland. 3. Aan de hand van deze resultaten dienen maatregelen getroffen te worden om het investeringsklimaat aantrekkelijker te maken zoals een fiscale ruling in het kader van een degelijk zetelbeleid. Brussel kan nog bijkomende instellingen opvangen die een gunstige weerslag kunnen hebben op de tewerkstelling. Wij denken bijvoorbeeld aan het Europese onderzoeksinstituut. 4. De congresfaciliteiten in Brussel moeten uitgebreid worden om Brussel nog aantrekkelijker te maken als congresstad. Er is in het bijzonder nood aan een extra grote zaal voor ongeveer 5000 aanwezigen. Het BITC (Brussels Instituut voor Toerisme en Congressen) moet hier een actieve rol in spelen. 5. De subsidies voor het promoten van het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dienen gecentraliseerd te worden bij de Minister van Externe Betrekkingen om op die manier een rationele subsidiepolitiek te kunnen bepalen in het kader van het buitenlandse beleid. In ieder geval vraagt de VLD een beleidsnota met doelstellingen en budgetten bij de aanwending van deze middelen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient een nog actievere promotie te voeren in België en het buitenland om zijn imago van beleidsstad bij te schaven en ze wat sexier naar de (toekomstige) partners te kunnen vertalen. Brussel is in dit opzicht geen grijze bureaucratische stad, maar een bruisende, warme stad. 6. Talenkennis is één van de grote troeven voor de positie van Brussel als internationale hoofdstad. De VLD wil niet enkel een actief taalbeleid naar de kennis van het Nederlands in Brussel, talenverwerving zal in de toekomst een steeds belangrijkere voorwaarde voor tewerkstelling zijn. De VLD wil dit aanmoedigen. Taalkennis van personeel van openbare instellingen bij het onthaal is een pluspunt. 7. Brussel moet ook haar toeristische troeven nog meer uitspelen. Het imago van Brussel voor citytrips in het buitenland moet aangemoedigd worden. De Brusselse horecasector is vragende partij voor aangepaste opleidingen in de hotel- en restauratiesector. Een goed city-marketingbeleid is essentieel. Dit vereist toenemende promotie, maar ook
Pagina 45 van 46
investeren in het toeristische aanbod in Brussel zelf en de aantrekkelijkheid van de stad (stadsrenovatie). 8. Brussel moet ook een buitenlands beleid voeren: een groot deel van het buitenlandse beleid speelt zich af binnen de grenzen van het Gewest. Het federale en Brusselse beleid dienen op elkaar afgestemd te worden wat betreft zetelbeleid, bereikbaarheid en opvang van Europese en internationale werknemers en ambtenaren. Het Brusselse Gewest moet goede fiscale afspraken met de federale overheid maken om instellingen te kunnen opvangen. 9. Voor de VLD moet het Verbindingsbureau Brussel – Europa een beter uitgetekende portaalfunctie krijgen in het administratieve kluwen waar buitenlandse werknemers mee geconfronteerd worden. Wij vragen één loket voor alle buitenlandse werknemers die in internationale instellingen werken in Brussel. 10. De diverse regionale vertegenwoordigingen verdienen meer aandacht van de Brusselse regering als partners in toerisme, als verdedigers van regionale belangen naar de Europese Unie toe, als erkende partners in regionale samenwerking en als mogelijke bemiddelaars voor buitenlandse investeringen. Er zijn in Brussel ca. 220 regionale vertegenwoordigingen. 11. Het beleid van Externe Betrekkingen dat in de laatste vijf jaar is uitgetekend dient volgens de liberalen verder te worden uitgebouwd op basis van drie basisvereisten: • Het beleid moet voornamelijk op Europa gericht zijn. • Het beleid moet aandacht hebben voor gelijkaardige regio’s (in het bijzonder stadsregio’s), waar ook aandacht is voor een geografisch evenwicht. Dit beleid dient uit te gaan van de sterkte van dit gewest, nl. de kennis en ervaring op het gebied van stedelijk beleid. 12. Het Brussels Gewest moet op alle vlakken een beleid voeren dat streeft naar een duurzame ontwikkeling in Noord en Zuid. Dat betekent dat alle eigen maatregelen die Brussel neemt ook aandacht moeten hebben voor de sociaal-economisch-ecologische impact op de landen in het Zuiden. De Brussels overheid moet een strategie duurzame ontwikkeling uitwerken, aanvullend op de federale strategie. De strategie moet als basis dienen voor een coherent Brussels beleid. Het parlement moet zijn democratische controle uitoefenen rond het Brussels buitenlands beleid. Discussies rond aspecten van globalisering moeten ook in het Brussels parlement gevoerd kunnen worden.
Pagina 46 van 46