Inhoudstafel Inhoudstafel Voorwoord 1. De Provincie als beleidsniveau 1.1 Provinciedecreet in 2005 ? 1.2 Provincies, partners in goed bestuur 2. Financiën 2.1 Gewone ontvangsten 2.2 Gewone uitgaven 2.3 Buitengewone dienst 3. Modern management en personeelsbeleid 4. Beheerscontrole en audit 5. Archief 5.1 Interne werking 5.2 Externe werking 6. Communicatie 7. Informatietechnologie, datawarehousing, ICT-projectcoördinatie, GIS-cel en internetontwikkeling 7.1 Informatietechnologie 7.2 Datawarehousing 7.3 ICT-projectcoördinatie 7.4 GIS-cel 7.5 Internetontwikkeling - beeldbank 8. Externe relaties, Europese programma’s en gebiedswerking 9. Sociaal-economisch streekbeleid, economie en KMO 9.1 Sociaal-economisch beleid 9.2 Beleid economie en KMO 10. Landbouw en zeevisserij 10.1 Land- en tuinbouw 10.2 Visserij 11. Leefomgeving 11.1 Integraal waterbeleid 11.2 Wegen 11.3 Milieu, natuur en waterbeleid 11.4 Provinciedomeien, groene assen en landschap 11.5 Ruimtelijke planning en Mobiliteit 12. Welzijn en huisvesting 12.1 Regionaal overleg en samenwerking 12.2 Woonbeleid 12.3 Zorg 12.4 Gelijke kansen 12.5 Preventieve gezondheidszorg 12.6 Jeugdbeleid 12.7 Noord-Zuidbeleid 12.8 Provinciaal steunpunt vrijwilligerswerk
1
13. Toerisme en recreatie 14. Cultuur 14.1 Kunsten 14.2 Cultureel erfgoed 14.3 Cultuurspreiding 14.4 Provinciale bibliotheek 14.5 PMMK – PMCP 15. Onderwijs 15.1 PTI 15.2 PTI – CVO 15.3 PMI 15.4 Hoger onderwijs, teleleren en basiseducatie 16. Sport 17. Openbare werken – gebouwen
2
Respect, gedeelde verantwoordelijkheid, partnerschap… Het beleidsprogramma 2001-2006 van het Provinciebestuur kwam destijds tot stand onder het motto ‘Respect voor West-Vlaanderen’. Het betekende: respect hebben, vragen en krijgen voor de West-Vlamingen en voor de kwaliteiten van stad en platteland in onze provincie. Dat was de basis voor de handelswijze waarmee de nieuwe bestuursploeg aan de slag ging. Het vormde tevens de inspiratie voor de verdere uitbouw van het West-Vlaamse Provinciebestuur tot een slagkrachtig streekbestuur. Goede relaties met de inwoners, de maatschappelijke organisaties, de ondernemingen en de andere overheden waren hierbij essentieel. De pas aangetreden nieuwe Vlaamse regering maakt bij de uitgangspunten van haar regeerakkoord gewag van “de nood aan meer respect”. Ze rekent daarbij op eenieders verantwoordelijkheid met het oog op het aanpakken van (steeds complexere) maatschappelijke problemen. Ook t.a.v. de Provincies wordt meer dan ooit partnerschap in het vooruitzicht gesteld. Er is zowaar sprake van “echte interbestuurlijke samenwerking zonder betutteling”. Naast een correcte financiering worden verder ook structureel overleg, een grotere autonomie, maximale overdracht van bevoegdheden, een globaal fiscaal pact, effectrapportering en een provinciedecreet in het vooruitzicht gesteld. We kunnen deze intenties alleen maar toejuichen en zijn alvast bereid om hier voluit aan mee te werken. Vorig jaar stelden we reeds dat er voorlopig geen behoefte meer is aan grootschalige denkoefeningen over wie wat moet doen binnen onze meerlagige bestuursomgeving. Verder inzetten op de uitvoering was de boodschap. Het betekent voor het Provinciebestuur ook dat het zich in 2005 (pro)actief op het terrein moet begeven om op basis van goede afspraken een bovenlokaal beleid te voeren. Efficiënt, effectief en gericht op resultaten. Dit vergt een gebiedsgerichte, gedifferentieerde en waar wenselijk geïntegreerde aanpak, zodat met respect voor de eigenheid van de diverse streken, maatwerk kan worden geleverd. Met het oog op de legitimiteit blijven ook aangepaste communicatie en overleg met de inwoners, de maatschappelijke organisaties, de ondernemingen en de andere overheden belangrijke aandachtspunten. Bestuurders en ambtenaren dienen hun specifieke vaardigheden terzake verder te ontwikkelen. Alleen zo kan respect concrete invulling krijgen. In de voorliggende beleidsnota bij de begroting 2005 legt de bestendige deputatie een aantal accenten die in de lijn liggen van het beleidsprogramma 2001-2006. Deze accenten geven verder gestalte aan de ambities om van West-Vlaanderen een recreatieve, ondernemende en kwaliteitsvolle topregio te maken. We nodigen de Provincieraad daarom uit om de begroting voor 2005 aan een kritisch oordeel te onderwerpen en mee in te staan voor de aansturing en opvolging van het vooropgestelde beleid. We zijn er ons evenwel van bewust dat het voeren van beleid slechts kan dankzij een doorgedreven partnerschap waarbij ieder zijn verantwoordelijkheid opneemt. Zo kunnen we verder bouwen aan een West-Vlaanderen waar het goed is om te leven en waar mensen zich thuis voelen. Brugge, 21 oktober 2004 Jan DURNEZ, Patrick VAN GHELUWE, Gabriël KINDT, Dirk DE FAUW, Gunter PERTRY, Marleen TITECA-DECRAENE, Gedeputeerden
3
1 De Provincie als beleidsniveau 1.1
Provinciedecreet in 2005: ja of neen?
De vorige Vlaamse regering heeft teksten voorbereid voor een Vlaams provinciedecreet en een Vlaams gemeentedecreet. Het dossier is intussen aangevuld met talrijke adviezen (Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur, Sociaal Economische Raad van Vlaanderen, Raad van State). Maar tot een parlementaire behandeling is het tijdens de vorige legislatuur niet meer gekomen. Het regeerakkoord van de Vlaamse regering (2004-2009) formuleert nu de volgende intenties: ”Vóór juli 2005, zodat alle gemeenten en provincies tijdig de spelregels kennen, wordt een nieuw gemeentedecreet en provinciedecreet goedgekeurd om te komen tot een modern, democratisch en efficiënt gemeente- en provinciebeleid. Deze decreten komen tot stand in overleg met gemeenten, provincies en hun vertegenwoordigers”. De bestendige deputatie vindt dat een nieuw provinciedecreet er in 2005 alleen moet komen als dit een verbetering betekent. Dit is het geval als dit decreet, meer dan de huidige provinciewet, aan de volgende kwaliteitseisen voldoet : - de voorgeschreven besluitvormingsprocessen moeten zowel efficiënt zijn (korte procedures, lage organisatorische kosten enz.) als een democratisch gedragen en gecontroleerd beleid bevorderen; - de inwoners moeten het bestuur van hun provincie kunnen identificeren met de bestuurders die ze verkozen hebben; - het provinciedecreet moet de provincieraad de ruimte bieden om, binnen de gemeenschappelijke basisregels, de eigen organisatiestructuur en werkwijze, concreet vorm te geven door middel van het huishoudelijk reglement. Met deze toetsstenen voor ogen zal de bestendige deputatie de teksten voor het provinciedecreet bestuderen. Telkens als dit nuttig is, zal de bestendige deputatie hierover aan de provincieraad rapporteren. Via de vzw VVP wordt zoveel als mogelijk gestreefd naar een onderlinge afstemming van de standpunten van de Vlaamse provincies.
1.2 Provincies: samen met de andere bestuursniveaus, partners in goed bestuur. Titel VIII Lokale besturen van het Vlaams regeerakkoord 2004-2009 draagt als titel “Sterke steden, gemeenten en provincies: partners in goed bestuur”. Dit is een hoopgevend project. De Vlaamse Provincies staan klaar om zich in dit project te engageren. Het eerstvolgende VVP-colloquium “Partners in goed bestuur? Graag!” wil dit engagement duidelijk maken. De bestendige deputatie wil vooral aandacht besteden aan de volgende aspecten van de bestuurlijke verhoudingen : - meewerken aan het beleidsvoorbereidend onderzoek dat de Vlaamse regering aankondigt (bv. doorlichting van de parallelle controle- en rapporteringsstructuren in het kader van het sectoraal beleid; toetsing Vlaams beleid op het effecten voor de lokale besturen); - concrete voorstellen formuleren voor de overdracht van bevoegdheden in toepassing van het subsidiariteitsprincipe; - meedenken over de financiering van de Provincies (globaal fiscaal pact, groeivoet van het provinciefonds, convenanten in sectoraal beleid enz.) De bevoegde raadscommissies zijn het geschikte forum om te rapporteren en te reflecteren over de desbetreffende voorstellen.
4
2 Financiën De nieuwe provinciale boekhouding (NPB) loopt sinds 1 januari 2003. Na de opmaak en goedkeuring in 2004 van de beginbalans van de Provincie kan voortaan ook de registratie gebeuren van de algemene boekhoudkundige eindejaarsverrichtingen. Dit resulteert in de jaarbalans en de resultatenrekening die samen met de (oude) begrotingsrekening één geheel vormen in de jaarrekening van de Provincie. Het opmaken van de jaarlijkse 'rekening' van de Provincie is in de NPB een uitgebreider en omslachtiger activiteit geworden die echter heel wat nieuwe informatie aanreikt. De dienst Financiën zal in het jaar 2005 bijzondere aandacht besteden aan volgende punten. Inzake fiscaliteit zal eerst en vooral op het vlak van de vestiging van de belastingen een verdere stap worden gezet in de bestrijding van de belastingontduiking door de optimale aanwending van de gegevens die door de gemeentebesturen worden aangereikt. Ten tweede zal op het vlak van de invordering van de belastingen gestart worden met de systematische aanpak van de problematiek tengevolge van onterechte en dubbele betalingen. Wat boekhouding betreft staat de verdere (her)organisatie van de financiële processen in de diverse provinciale diensten op de agenda, met in het bijzonder aandacht voor de opmaak van de begrotingsvoorstellen. Een tweede prioriteit vormt de controle op de registratie van de vastgestelde rechten en correcte inning van ontvangsten. Begroting 2005 Het ontwerp van gewone begroting voor 2005 wordt afgesloten met een positief saldo van 1,5 miljoen euro. De gewone ontvangsten bedragen 142,46 miljoen euro. De gewone uitgaven 140,95 miljoen euro. De buitengewone begroting 2005 bedraagt 27,5 miljoen euro in uitgaven, 28,6 miljoen euro in ontvangsten en sluit met een positief saldo van 1,05 miljoen euro.
2.1
Gewone ontvangsten
Gewone begroting 2005 - Indeling naar aard van ontvangsten
subsidies onderwijs 5,16% Vlaams Provinciefonds 10,43%
overige ontvangsten 7,36%
overboekingen uit gewoon reservefonds 0,88 % vorige jaren 10,01%
belastingen 66,15%
5
Inkomsten eigen dienstjaar Het aandeel van onze Provincie in het Vlaams Provinciefonds wordt voor 2005 geraamd op 14.864.679,00 euro. De aangepaste belastingtarieven voor 2005 zijn: - voor de algemene provinciebelasting: 17,25 euro (alleenstaanden) en 30,25 euro (gezinnen); aanpassing tarief aan levensduurte (in 2004 resp. 17,00 euro en 30,00 euro); - voor de belasting op bedrijven: 14 eurocent/m² boven 1.000 m² met een minimum van 81,25 euro; aanpassing basistarief aan levensduurte (in 2004 80,00 euro); - 330 opcentiemen op de onroerende voorheffing (aantal opcentiemen ongewijzigd). Het aandeel van de belastingen in de totale begroting daalt van 68,86 % in 2004 tot 66,15 % in 2005. De totale fiscale opbrengsten voor 2005 worden geraamd op 94,2 miljoen euro. Het aandeel van de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing daarin bedraagt 74,4 %.
2.2
Gewone uitgaven
De totale personeelsuitgaven worden voor 2005 geraamd op 47,8 miljoen euro. Het aandeel van de personeelskosten in het geheel van de begroting bedraagt 33,9 %. Indien de personeelslast voor het gesubsidieerd onderwijzend personeel buiten beschouwing wordt gelaten, dan bedraagt het netto-aandeel van de personeelsuitgaven 30,6 %. Gewone begroting 2005 - Indeling uitgaven naar kostensoort
Gewone begroting 2005 - indeling uitgaven naar kostensoort overboeking naar buitengewone dienst 1,70% schuld 16,19%
overdrachten 26,68%
vorige jaren 1,23%
personeel 33,90%
werkingskosten 20,30%
De werkingskosten bedragen 28,6 miljoen euro of 20,3 %, dit is nagenoeg hetzelfde als in 2004.
6
Bij de overdrachten (werkings- en investeringssubsidies), die worden begroot op 37,6 miljoen euro, stijgt het aandeel met 1,24 % tot 26,68 %. De schulduitgaven (leningslasten) dalen met 1,43 % tot 16,19 %. De nettoschuld daalt tot 15,41 %. Er wordt 2.390.010,00 euro overgeboekt van de gewone dienst naar de buitengewone dienst voor de financiering van (kleine) investeringsuitgaven, vnl. aankoop duurzame roerende goederen. Het overschot (boni) van de vorige jaren wordt geraamd op 14,3 miljoen euro. Er wordt overgegaan tot een overboeking vanuit het gewoon reservefonds van 1,25 miljoen euro voor de financiering van nieuwe uitgaven in de rubriek streekontwikkeling-economie. ??
7
Evolutie gewone ontvangsten initiële begrotingen 2000-2005 Overboekingen van reservefonds
100%
Boni 90%
Overige opbrengsten Subsidies Onderwijs
80%
Vlaams Provinciefonds
70%
Belastingen
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% 2000
8
2001
2002
2003
2004
2005
Belastingen
Vlaams Provinciefonds
Subsidies Onderwijs
Overige opbrengsten
Vorige Jaren (BONI)
Overboekingen res.fonds
Evolutie gewone uitgaven initiële begrotingen 2000-2005 100% overboeking nr buitengewone dienst 90%
Schuld
Overboeking nr gewone reservefondsen
80% Vorige begrotingsjaren 70% Overdrachten
60%
50% Werkingskosten
40%
30%
20%
Personeelskosten
10%
0% 2000
2001
Personeelskosten Overdrachten Schuld
2002
2003
2004
2005
Werkingskosten Vorige begrotingsjaren Overboeking gew.reservefondsen
Overboeking btg dienst
9
2.3
Buitengewone dienst
De investeringsuitgaven voor 2005 belopen 27,5 miljoen euro. Deze buitengewone uitgaven worden hoofdzakelijk gefinancierd met leningen (voor een bedrag van 19,8 miljoen euro). De te ontvangen investeringssubsidies zijn beperkt (slechts 3,8 miljoen euro), temeer daar sinds 2003 de Provincies geen nieuwe trekkingsrechten meer krijgen uit het Investeringsfonds. De resterende financiering komt van overboekingen uit de gewone dienst (2,4 miljoen euro) en het boni van de vorige jaren (2,5 miljoen euro).
10
3 Modern management en personeelsbeleid De inspanningen van 2004 in verband met het optimaal inzetten van alle personeelsleden worden in 2005 op een kritische manier voortgezet. Kritisch betekent verbeteren én vernieuwen met het oog op dienstverlening en op werktevredenheid. Wij wensen het personeelsmanagement en de organisatie verder uit te bouwen: kostenbewust, efficiënt, kwaliteitsvol en met een gezonde dosis innovatie. Wij volgen daarbij een dubbel spoor: vernieuwen en verbeteren en eventueel afbouwen van bestaande structuren, programma's en acties. In de eerste plaats vernieuwen. Wij zullen in 2005 werken volgens een vernieuwd organogram van de Provincie. Verticale diensten worden gegroepeerd in overkoepelende beleidsdomeinen. Meer geïntegreerde dienstverlening en professioneler management-ondersteuning worden daarbij nagestreefd. Organisatievernieuwing met een nieuw organogram en betere procedures zullen de provinciale organisatie verder moderniseren. Wat de horizontale diensten betreft wordt expliciet gestreefd naar een continue verbetering van de werking en organisatie. Efficiënter en meer klantgerichte dienstverlening zijn hierbij richtinggevend. Wij willen de managementcapaciteit binnen het bestuur verstevigen. -
-
Er is behoefte aan een betere sturing en integratie van het beleidsvoorbereidend werk. Organisatie en kwaliteit kunnen dichter bij elkaar worden gebracht. Dit ligt aan de basis van het herdenken van bestaande hogere functies. Belangrijke leidinggevende functies worden opgewaardeerd tot functies met een hoger managementgehalte. Management- en coördinatieteams worden geïnstalleerd op diverse plaatsen en niveaus (cf. Voorontwerp provinciedecreet) In het komende jaar worden voor verschillende groepen personeelsleden van niveau A meerdaagse managementcursussen georganiseerd. Dit is een opleiding, intern én op maat van het bestuur. Deze inspanning zou in 2006 kunnen voortgezet worden en dan heeft iedereen van niveau A dit programma gevolgd. Er wordt met verschillende acties gewerkt aan de responsabilisering van alle leidinggevenden.
Vervolgens wordt ook verbetering van de bestaande acties en programma's inzake organisatie en personeelsmanagement beoogd. -
-
-
Vorming wordt nog efficiënter georganiseerd in de overtuiging dat permanente vorming een noodzaak is voor iedereen. We kunnen hier verwijzen naar de samenwerking met de School voor Bestuursrecht (SBR) en WIVO – Schakel tussen mens en bestuur – vzw. Het bestaande personeelsbeheerssysteem wordt verder uitgebouwd om indicatoren te ontwikkelen die als ken- en stuurgetallen gebruikt kunnen worden voor het beleid. Het komende jaar 2005 is het eerste jaar van een nieuwe evaluatieperiode. Wij zullen starten met een verbeterde methode, nog steeds constructief en als hulpmiddel voor leidinggeven geconcipieerd, maar efficiënter en eenvoudiger in de aanpak. Het gebruik van het tijdsregistratiesysteem zal verder renderen als hulpmiddel voor een faire behandeling van iedereen. Met het oog op de verbetering van de flexibiliteit, zowel voor meer accurate dienstverlening als voor verhoging van de personeelstevredenheid, zullen waar nodige aanpassingen worden doorgevoerd. Bestaande initiatieven ter bevordering van het welzijn op het werk worden onderzocht en voortgezet, met bijzondere aandacht voor het in kaart brengen en de behandeling
11
-
van eventuele risico's. De tewerkstelling van "kansengroepen" en personen met een handicap blijft een speciaal aandachtspunt, maar ook het streven naar betere kansen en tevredenheid voor iedereen wordt zeker niet uit het oog verloren. Selectie, introductie, integratie en verloning van personeel vraagt volgehouden inspanningen met permanente evaluatie en voortdurende verbetering. Vereenvoudiging dringt zich op. Twee bijzondere items: ontwikkelen van passende verloningsvormen voor interne en externe harmonisering van de verloning enerzijds en stimuleren van de interne mobiliteit anderzijds. De vele kansen van de interne personeelsmobiliteit zullen beter benut worden; zeker een kostenbesparende maatregel.
Samenvattend, het komende jaar brengt, zonder volledig te zijn, de hierboven opgesomde vernieuwingen en verbeteringen. Zij worden steeds rigoureus getoetst aan criteria zoals de missie van de Provincie, kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering. Ook de opmaak van het nieuwe personeelsbehoeftenplan sluit aan bij de verbeterings- en vernieuwingsgedachte met strenge toetsing aan de hierboven geciteerde criteria. Wij wensen een personeelsbeleid dat uitgesproken gericht is op dienstverlening en met een menselijk gelaat.
12
4 Beheerscontrole en audit De Provincie West-Vlaanderen heeft sinds het voorjaar 2004 een directeur Beheerscontrole – Audit. Dit mandaat kan het best omschreven worden als: de Provincie meehelpen om permanent te verbeteren en zich ook voor te bereiden op wat de komende jaren op de Provincie afkomt met het nieuwe provinciedecreet. Daarin duiken begrippen op als interne controle, budgethouderschap, interne audit e.a. Eigenlijk draait dat allemaal rond een handvol eenvoudige vragen: Wat moeten en/of willen we doen? Wat doen we? Hoe doen we dat? Wat willen we daarmee bereiken? En niet te vergeten: hoe kunnen we meten en weten of we goed bezig zijn? Dit betekent niet noodzakelijk dat het antwoord daarop eenvoudig, evident of gemakkelijk te vinden is. “Beheerscontrole – Audit” is een ondersteunende dienst die andere diensten en personeelsleden zal helpen om voortdurend te verbeteren. Om voortdurend te kunnen verbeteren zijn er enthousiaste medewerkers nodig op elk niveau van de provinciale organisatie. De medewerking van iedereen in de Provincie is dan ook heel belangrijk om de opdrachten en projecten tot een goed einde te brengen. Met het oog op het belang van die medewerking van iedereen, werd er bewust voor gekozen om niet onmiddellijk eigen medewerkers toe te wijzen aan de directeur Beheerscontrole – Audit. De administratieve ondersteuning gebeurt momenteel door het personeel van de Griffie. De projecten die voor de eerste periode van twee jaar gepland zijn, situeren zich binnen drie basisdoelstellingen waarover de projectkeuze gespreid wordt: budgethouderschap; financiële en wettelijkheidsaudit en operationele audit. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee types projecten: namelijk uitwerken van structurele oplossingen voor dienstoverschrijdende processen enerzijds en vinden van efficiëntieverbeteringen binnen één bepaalde dienst anderzijds, waarbij het zwaartepunt qua tijdsbesteding bij het eerste type ligt.
13
5 Archief 5.1
Interne werking
De hoofdaandacht blijft uitgaan naar de basisopdrachten: selecteren, beschrijven, bewaren en op vraag opnieuw ter beschikking stellen van documenten en dossiers gevormd door de verschillende provinciale administratieve en technische diensten. De inventariseringsprojecten met archiefvrijwilligers worden structureel uitgebouwd. In het historisch archief zullen de begrotingen en rekeningen van de OCMWs en kerkfabrieken uit de periode 1875-1950 beter geordend en beschreven worden; sommige zullen uit preserverende overwegingen (her)ingebonden en/of gerestaureerd worden. Gesubsidieerd door het Max-Wildiersfonds (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen) wordt – samen met de Universiteit Gent – het archivalisch inventariserings- en onderzoeksproject “ontsluiting en valorisatie van de dossiers aangaande hinderwetgeving van de Provincie West-Vlaanderen voor de studie van de industrialisering en industriële vervuiling (1863-1970)” uitgewerkt. Nog inzake preservering wordt een microfilm- en digitaliseringsproject opgestart om informatief belangrijke maar zuurhoudende provinciale documenten voor de toekomst te vrijwaren. Er zal een tentoonstelling met begeleidende publicatie plaatsvinden over het provinciaal beheer van de voet- en buurtwegen in verleden en heden (De Panne, 25 maart-24 april 2005).
5.2
Externe werking
- Er zal deelgenomen worden aan de Vlaamse Historische Boekenbeurs 2005 en aan de Vlaamse Erfgoeddag (17 april 2005). - In het kader van de subsidiëring van het lokaal archiefbeheer zullen opnieuw verschillende gemeentebesturen een subsidie krijgen op voorwaarde dat ze bereid zijn hun lokale archiefzorg en archiefbeheer goed te organiseren. - Het Provinciaal Beheerprogramma voor Archieftoepassingen (Probat) zal onder de WestVlaamse lokale archiefdiensten verspreid worden.
14
6 Communicatie Verder werken aan het imago van de provincie De Provincie besteedde in 2004 heel wat aandacht aan de verdere profilering van de drie speerpunten binnen haar beleid (genieten, kwaliteit, ondernemen). De campagne rond deze speerpunten werd door ongeveer 38 % van de West-Vlamingen opgemerkt. Logo en baseline (‘Door mensen gedreven’) zijn echter nog onbekend (88,8 %). 60 % van de West-Vlamingen vindt het dan weer belangrijk dat de Provincie inspanningen doet om West-Vlaanderen bekend te maken. Een vrij groot draagvlak dus om de regiomarketingcampagne ook in 2005 voort te zetten. Dit zal enerzijds gebeuren door mediacampagnes rond de drie speerpunten op te zetten. Anderzijds wordt de gefaseerde invoering van de nieuwe huisstijl voortgezet. Die huisstijl moet toegepast worden in alle publicaties van de Provincie. Ook de bewegwijzering aan de provinciale gebouwen en domeinen en de bewegwijzering op provinciale wegen zal aan de nieuwe huisstijl aangepast worden. Aan de provincieraad wordt ook een aanvullend reglement ‘provinciale visibiliteit’ voorgelegd. Daarin zullen voor organisaties die steun ontvangen van de Provincie duidelijke richtlijnen opgesteld worden over de manier waarop de provinciale steun wordt vermeld. Hiervoor zal het provinciale reclamemateriaal verder moeten worden aangevuld. Het regiomarketingfonds is een andere hefboom voor de verbetering van de provinciale bekendheid en het imago van de Provincie. Het regiomarketingfonds wil aanvullend op het huidige subsidiesysteem een budget creëren voor evenementen met nationale (media)belangstelling.
15
7 Informatietechnologie, datawarehousing, ICTprojectcoördinatie, GIS-cel en internetontwikkeling 7.1
Informatietechnologie
De Provincie maakt momenteel gebruik van een gecentraliseerd extern systeem voor dataopslag, een zogenaamde SAN. Deze installatie is opgesteld in het provinciehuis Boeverbos. Om beveiligingsredenen wordt in 2005 een tweede identieke installatie aangekocht, die “dubbel” zal draaien met de eerste. De nieuwe installatie zal in de provinciale Archiefdienst worden geplaatst. Er wordt gestreefd naar bestendiging van de internetverbinding via Belnet (het netwerk voor Belgische onderwijsinstellingen dat nu ook toegankelijk wordt voor openbare diensten) rekening houdend met de nodige beveiligingseisen. De bestaande netwerkapparatuur moet net als alle andere elektronische toestellen regelmatig onderhouden, bijgewerkt en vervangen worden om ze op het huidige technische niveau te brengen. Het voorgestelde budget beoogt de instandhouding van het bestaand netwerk. Om de provinciale ambtenaren werkcomfort te bieden is het vanuit technologisch oogpunt noodzakelijk om pc’s regelmatig te vernieuwen. In 2005 zullen een honderdtal pc’s ouder dan drie jaar vervangen worden. Elke pc wordt door de dienst ICT bij de levering uitgerust met standaard-software zoals Office 2003 en antivirus-software. Bovendien moet het bestaande onderhoudscontract geactualiseerd worden. Op de begroting zijn middelen ingeschreven voor de aankoop van kleine goederen en reserveonderdelen. Hier wordt gedacht aan scanners, cd-schrijvers, videokaarten, harde schijven, geheugenmodules enz. In 2004 werd de helpdesk geoptimaliseerd. In 2005 blijft dit een belangrijk aandachtspunt en het maakt deel uit van de basisvereisten voor een goede informaticawerking.
7.2
Datawarehousing
Het begrip datawarehousing kan als volgt omschreven worden : inzamelen, ordenen en ter beschikking stellen van elektronische gegevens. De primaire opdracht van de dienst Datawarehousing in het dienstjaar 2004 was het ontwikkelen van een blauwdruk, met de hulp van een reflectiegroep, om bestaande ideeën op dit domein te toetsen en verder te ontwikkelen, gezien het vermoede strategische belang van datawarehousing. Onder de bevoegdheid van deze dienst zijn in de investeringen van de begroting 2005 enkele specifieke kredieten ingeschreven met het oog op: -
7.3
het uitvoeren van een studie met betrekking tot een nodig organisatiewijd documentmanagementsysteem; de uitbreiding en verdere implementatie van het bestaande facilitymanagementsysteem (Planon); de aankoop van diverse data ten behoeve van het datawarehouse; software voor het datawarehouse.
ICT-projectcoördinatie
Het werkdomein van de dienst ICT-projectcoördinatie is in de eerste plaats de ondersteuning van de ICT-projecteigenaars in hun rol als projectmanager. Specifiek betekent dit dat de dienst ICT-projectcoördinatie zorg draagt voor het portefeuillebeheer van de ICT-projecten
16
(identificatie, evaluatie en opvolging) en het faciliteren van samenwerking van de bij de ICTprojecten betrokken partijen in de diverse fasen van de ICT-projecten. In de begroting 2005 is de aankoop ingeschreven van een specifiek softwarepakket ter ondersteuning van deze opdracht (portfoliomanagement-softwarepakket).
7.4
Gis
‘Gis West’ kan op basis van de intensieve contacten met de gemeentebesturen en voortbouwend op hun jarenlange ervaring, opnieuw een belangrijke rol spelen in de informatiedoorstroming tussen de verschillende bestuursniveaus door de opmaak van een vernieuwd Gis West II-samenwerkingsverband voor de periode 2004-2006. De vernieuwde uitgangspunten van Gis West II zijn daarom : -
de uitbouw van de noodzakelijke ICT- en Gis-architectuur: Om een daadwerkelijke geo-data-uitwisseling en een effectieve interbestuurlijke dossierafhandeling te kunnen realiseren, vormt een betrouwbaar communicatienetwerk ongetwijfeld een cruciaal onderdeel. Daarom wil de Gis-cel starten met de uitbouw van een provinciaal communicatienetwerk of P-net naar de gemeenten. De gemeenten worden hiertoe gestimuleerd door middel van consultancy en subsidiëring.
-
de samenwerking tussen alle bestuurslagen via een verenigbaar Gis-systeem: De Gis-cel wil een set van softwaretools ter beschikking stellen aan de gemeenten waardoor de gegevensuitwisseling met de Gis-cel vlot kan verlopen. De Gis-cel wil de aldus opgeslagen informatie uitwisselen met de hogere overheid (Gis Vlaanderen) volgens af te spreken data-modellen of naar aanleiding van decretale bepalingen (GRB, Crab enz.).
7.5
Internetontwikkeling – beeldbank
Het opstarten van een systeem voor digitaliseren/beheren en publiceren van fotomateriaal of andere bestanden beantwoordt aan de behoefte die er is vanuit een aantal diensten (o.a. Archiefdienst, Bibliotheek, PMMK, dienst Communicatie). Archiveren wordt steeds moeilijker. Tijdgebrek, ruimtegebrek en de stijgende kosten voor het onderhoud zijn aan de orde van de dag. Een oplossing van een on-linebeeldbank is efficiënt; archief of collectie zijn digitaal makkelijker toegankelijk. Vanuit de dienst Internetontwikkeling wordt geopteerd voor een geïntegreerde oplossing: helder, overzichtelijk en in drie (grote) stappen van begin tot eind. De eerste fase van het proces is het verzamelen van (beeld)archief of collectie: het digitaliseren. Na controle, waar de digitale originelen kunnen worden benoemd, begint de tweede fase: het beheer. De digitaal benoemde originelen worden gearchiveerd en in een database geïmporteerd. De derde fase is publiceren met een keuzemogelijkheid uit verschillende leveringsopties en publicatieprojecten. Internet en intranet nemen bij dit laatste een prominente plaats in. Via de website worden collecties fotomateriaal inzichtelijk gemaakt via een hiërarchische trefwoordenlijst of zoekfunctie. De beheeromgeving voor de databank kan gebeuren via een on-line-content-managementsysteem.
17
8 Externe relaties, Europese programma’s en gebiedswerking In de kernopdrachten van de dienst Externe relaties, Europese programma’s en Gebiedswerking (EEG) zijn geen fundamentele wijzigingen in de beleidsprioriteiten en doelstellingen te vermelden die een belangrijke impact hebben op de begroting 2005. De ontwikkelingen inzake de hervorming van het sociaal-economisch beleid en de gewijzigde positie van de Provincie daaromtrent zijn vervat in het luik “sociaal-economisch streekbeleid” (zie hoofdstuk 9). Wat de coördinatie en het beheer van Europese programma's betreft, is het zo dat binnen de meeste programma's - vnl. Doelstelling 2 Kust, Interreg Noord-Frankrijk en Euregio Scheldemond - de financiering in 2005 een hoogtepunt bereikt. Dit komt doordat de volledige programmatie min of meer rond is, dat de meeste projecten op hun maximaal rendement komen en dat voor een aantal projecten ook de tweede fase wordt ingezet. Dit brengt met zich mee dat de vraag naar het aandeel provinciale cofinanciering proportioneel groter zal zijn dan de afgelopen jaren wanneer de meeste projecten nog in opstart waren en de vraag naar cofinanciering daardoor veeleer beperkt was. Een verhoging van middelen (eventueel via begrotingswijziging) op dit begrotingsjaar moet daarom ook gezien worden in functie van de geringere besteding van de afgelopen jaren, maar wijzigt geenszins de oorspronkelijk voorziene raming binnen de diverse deelprogramma's. Dit geldt ook voor het provinciale programma voor plattelandsontwikkeling, waar de provinciale cofinanciering, na de verdubbeling van Europese middelen in 2003, nu hieraan aangepast wordt voor 2005. De provinciale cofinanciering in het kader van transnationale projecten is verhoogd door de succesvolle participatie van de Provincie op het vlak van transnationale samenwerking. Dit gaat echter gepaard met een substantiële injectie van Europese middelen in een tiental van deze projecten die ruim het provinciale aandeel overstijgt.Overigens staan tegenover de verwachte uitgaven ook een aantal inkomsten van andere (West-)Vlaamse partners die aan de Provincie als promotor naderhand terugbetaald dienen te worden. In het kader van de samenwerking met Noord-Frankrijk zijn er het afgelopen jaar, naar analogie van de Kortrijkse regio (COPIT), belangrijke inspanningen geleverd om ook de samenwerking met Duinkerke en het hinterland op een meer structurele manier uit te bouwen. Dit zal binnenkort leiden tot de installatie van een permanente overlegstructuur met een secretariaat dat de werkzaamheden coördineert en waarvoor de nodige werkingsmiddelen zijn ingeschreven. Om deze grensoverschrijdende samenwerking ook op het terrein te concretiseren wordt ook een beperkte subsidie voorzien voor de financiering van bepaalde projecten. Nog in de samenwerking met Noord-Franrkijk, meer bepaald in het kader van het Interregprogramma, is de dienst verantwoordelijk voor de certificatie van de uitgaven van alle provinciale projectpartners. De ervaring heeft ondertussen uitgewezen dat dit onmogelijk met de huidige bezetting van de boekhoudcel kan worden gerealiseerd. Dit betekent dat bovenop de Interreg-financiering extra middelen dienen te worden ingezet om deze verantwoordelijkheid tot een goed einde te brengen. In het kader van de gebiedsgerichte werking en streekontwikkeling is melding te maken van de verdere uitbouw van de locatie in de vismijnsite te Oostende, waar de Provincie op basis van een leasingsformule, met de stad en het VLIZ mee investeert in de restauratie van drie oude pakhuizen. Voor de andere streekhuizen zijn er voor volgend jaar geen nieuwe uitgaven gepland. Het provinciale plattelandsbeleid dat binnen de dienst EEG gecoördineerd wordt, wordt deels mee gefinancierd vanuit de gebiedsgerichte werking, naast middelen die gegenereerd worden vanuit andere provinciale diensten. 2004 was het eerste werkjaar waar vooral de start van de strategische projecten veel aandacht kreeg. In het jaarprogramma 2005 wordt daarop voortgewerkt. Onder meer voor de uitbouw van het strategische project ‘Dorpsteams’, communicatie-initiatieven en de aanpak rond landelijk erfgoed worden middelen gereserveerd.
18
9 Sociaal-economisch streekbeleid, Economie en KMO Op 26 juni 2003 werd een bestuursdirecteur aangesteld met een mandaat van twee jaar (te verlengen met zes jaar). Dit mandaat behelst enerzijds de begeleiding van de reorganisatie van het sociaal-economisch streekbeleid in West-Vlaanderen en anderzijds de verantwoordelijkheid voor de verdere uitbouw van de gebiedswerking, met inbegrip van de afstemming tussen streekbeleid en gebiedswerking, en voor de verdere begeleiding van het internationaal en Europees beleid van de Provincie De reorganisatie van het sociaal-economisch streekbeleid (naar aanleiding van het kerntakendebat) heeft immers belangrijke gevolgen voor de Provincie, zowel voor de mogelijkheden tot sturing van de sociaal-economische ontwikkeling als voor de provinciale organisatie. Het is de bedoeling om meer onderlinge afstemming en coördinatie tot stand te brengen in het subregionale sociaal-economische veld en een nauwe wisselwerking te hebben met het provinciaal economisch beleid. De Provincie heeft zich hierin als streekbestuur terecht opgeworpen als de aangewezen coördinator en regisseur en heeft de keuze gemaakt om de bestaande gebiedswerking te verbreden en te verdiepen met de thematiek van de sociaaleconomische ontwikkeling, waar de gebiedswerking tot nu toe beperkt was tot milieu, landbouw, welzijn, toerisme en recreatie, leefbaarheid en plattelandsontwikkeling. De basisopdracht, vervat in het mandaat, is dan ook een strategie uitwerken die ertoe moet leiden dat een betere coördinatie en integratie van het streekgebeuren de nodige impulsen geven die bijdragen tot een duurzame ontwikkeling van onze regio’s. Concreet betekent dat: bijdragen tot de reorganisatie van de sociaal-economische streekontwikkeling, de gebiedswerking en de streekontwikkeling verder uitbouwen en beide aspecten coördineren en afstemmen binnen de provinciale organisatie en ten slotte de toekomst van de Europese structuurfondsen voorbereiden. De taakstelling van de dienst EEG is dan ook met de hervormingen inzake subregionaal sociaal-economisch beleid vrij fundamenteel gewijzigd op het vlak van de inhoudelijke en de eraan verbonden budgettaire verantwoordelijkheden. Op het vlak van beleidsvoorbereiding, advisering en –uitvoering neemt de Provincie een aantal verantwoordelijkheden op zich. Een deel ervan zal onmiddellijk in uitvoering worden gesteld: Erkend Regionaal Samenwerkingsberband (ERSV), Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité (RESOC) en Sociaal-Economische Raad van de Regio (SERR), terwijl inzake de Beleidscel SociaalEconomisch Beleid en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) het jaar 2005 zelf meer duidelijkheid zal moeten bieden.
9.1
Sociaal-economisch beleid: voorbereiding, advisering en uitvoering
Naar aanleiding van de rol die de Provincies krijgen toebedeeld in de bovenvermelde organen en naar aanleiding van de rol inzake streekontwikkeling in het algemeen, met onder meer de oprichtingsmogelijkheid van een eigen provinciaal uitvoeringsorgaan (de POM), wordt voor 2005 de uitbouw van een eigen sociaal-economisch beleid gepland. Dit beleid wordt omringd door twee structurele aspecten, met name een beleidsvoorbereidende structuur (een beleidscel op administratief niveau) en een beleidsuitvoerende structuur (de POM). Daarnaast is er de integratie van de beleidsdomeinen economie en werkgelegenheid op subregionaal niveau, waarbij onder meer de overlegplatforms Subregionaal TewerkstellingsComité (STC) en Streekplatform worden gefusioneerd. Ook op dit vlak wordt een grotere taak toebedeeld aan de lokale besturen (gemeenten en provincie). De Provincie West-Vlaanderen heeft in dit proces het voortouw genomen op het vlak van coördinatie. Ook in de toekomst zal de Provincie een vooraanstaande, deels decretaal bepaalde rol spelen in de nieuwe structuren ERSV, RESOC en SERR. Vanuit deze rol worden ook financiële engagementen opgenomen ten aanzien van de nieuwe structuren ERSV, RESOC en SERR, zoals wordt weerspiegeld in de ontwerpbegroting. Deze engagementen hebben betrekking op het cofinancieren van een basispersoneelssetting per
19
subregio, het cofinancieren van de werkingskosten van de subregionale organen en het financieren van de overkoepelende juridische structuur. Daarnaast wordt ook voorzien in een project-cofinanciering voor de zogenaamde subregionale hefboomprojecten die vanuit RESOC worden voorgedragen. De tekening inzake beleidsvoorbereiding en –uitvoering is veel meer een intern gebeuren, via de oprichting van de beleidscel sociaal-economisch beleid en via de oprichting van de POM. De krachtlijnen voor deze structuren worden weerspiegeld in volgende missie: het bevorderen van de sociaal-economische ontwikkeling in de provincie West-Vlaanderen door een ondernemingsvriendelijk klimaat te creëren waarbij, naast de economische waarden en belangen, ook de nodige aandacht gaat naar de sociale, maatschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden. Vijf pijlers zullen de werking van de Beleidscel en de POM schragen: sociaal-economische onderbouw en strategieontwikkeling; ruimtelijke economie, economische infrastructuur en economische mobiliteit; arbeidsmarkt en meerwaardeneconomie; bedrijfsversterkende projecten en lokale economie; internationalisering, buitenlandse investeringen en Europese programma’s.
9.2
Beleid economie en KMO
In 2005 zullen de activiteiten van de bestaande Beleidscel Economie in de nieuwe structuren geïntegreerd worden. In afwachting van die operatie wordt de werking gecontinueerd met enkele nieuwe accenten. De activiteiten met betrekking tot de beleidsmateries economie en KMO kunnen in twee grote groepen ingedeeld worden: enerzijds voorbereiding, uitwerking en ondersteuning van eigen beleidsinitiatieven van de provinciale overheid en anderzijds samenwerking met andere instellingen die in de provincie actief zijn op het vlak van economie en middenstand. Zoals vorige jaren wordt ook in 2005 een subsidie aan Syntra West in de begroting ingeschreven, dit in uitvoering van het provinciaal reglement op de vormingscentra. Naast de subsidie die in de begroting 2005 ingeschreven staat voor het WES als informatiecentrum, is er opnieuw een subsidie ingeschreven voor het WES als documentatiecentrum. In 2005 zal door het WES, in permanent overleg met de Beleidscel Economie, moeten verdergewerkt worden aan de specifieke opdracht m.b.t. het opzetten van een virtueel leer- en kennisforum rond regionale economie en dito ontwikkeling. Doel is de verdere uitbouw van het forum. Dit veronderstelt een constante actualisering en uitbreiding van de inhoud en het virtueel ter beschikking stellen van specialisten in de geselecteerde inhoudelijke domeinen. De afstemming met het provinciaal project “Aanspreekpunt Lokale Economie” moet blijvend verzekerd worden. In 2005 wordt ook de specifieke opdracht m.b.t. de toepassing van het meetinstrument voor centrumbeheer bij een steekproef van West-Vlaamse gemeenten uitgevoerd. In opdracht van het Provinciebestuur West-Vlaanderen en in het kader van het provinciaal project “Aanspreekpunt Lokale Economie” ontwikkelde het WES in 2003 een meetinstrument ter beoordeling van het beheer van een centrum of kern van een stad of gemeente. Centrumbeheer wordt hierbij gedefinieerd als een structureel samenwerkingsverband van publieke en particuliere partijen in een binnenstad of in een centrum of kern van een gemeente om de aantrekkingskracht en het economisch functioneren van dit centrum of die kern te versterken. Daarnaast wordt ook de leefbaarheid van de binnenstad of het centrum van de gemeente als doel vooropgezet. Ondanks het aanreiken van een nuttig meetinstrument, blijft het toepassen ervan op het eigen centrum voor veel lokale besturen evenwel nog te veel inspanningen vragen. Daarom is het interessant om de lokale besturen in een proeffase te helpen bij het toepassen van het meetinstrument. Concreet betekent dit dat er per type van gemeente één centrum wordt uitgekozen waarop het volledige meetinstrument toegepast kan worden. In totaal zullen maximaal vijf centra worden opgenomen in het onderzoek.
20
Met het project “Aanspreekpunt Lokale Economie” wil de Provincie de gemeenten stimuleren tot en begeleiden bij het uitbouwen van een gemeentelijk aanspreekpunt lokale economie. Hierbij aansluitend is een vormingsreeks lokale economie specifiek voor de betrokken gemeentelijke medewerkers uitgewerkt. Nadruk ligt hierbij op het aanleren van een aantal vaardigheden die moeten bijdragen tot een goede attitude om de klanten - zijnde de zelfstandigen, KMO’s en bedrijven - te woord te staan, te informeren en te helpen. Dit vormingsprogramma dat door de Provincie aan de gemeenten aangeboden wordt, bestaat uit drie luiken: een initiatieprogramma, een basisprogramma en een uitdiepingsprogramma, telkens opgemaakt en uitgewerkt op maat van de doelgroep: “gemeentelijke medewerkers lokale economie”. Het initiatieprogramma vond plaats in het voorjaar en najaar van 2004. De eerste reeks van het basisprogramma loopt van het voorjaar 2004 tot midden 2005, de tweede reeks van september 2004 tot december 2005. Het domein “Ankerpunt Lokale Economie” op het hierboven vermelde Kennis- en Leerforum Regionale Economie, is opgevat als extra ondersteuning voor de gemeentelijke medewerkers lokale economie. De Provincie West-Vlaanderen heeft in 2004 voor de tweede maal een openbare oproep uitgeschreven in het kader van het provinciaal initiatief kwaliteitsvolle bedrijfsgebouwen. De tweede editie van het kijkboek “Kwaliteitsvolle bedrijfsgebouwen in West-Vlaanderen” zal midden 2005 aan de pers voorgesteld worden. Net als bij de eerste editie wordt aan de publicatie een reclamecampagne gekoppeld. In het kader van het speerpunt “Ondernemen. Het zit in ons.” lanceerde de Provincie WestVlaanderen een campagne rond de goed uitgebouwde en vlot bereikbare economische infrastructuur in de regio, meer bepaald de aanwezigheid van twee luchthavens en twee zeehavens. In 2005 wordt aan de campagne met als titel “West-Poort. Europees kruispunt van economische groei en tewerkstelling” verdergewerkt. De doelgroepen zijn zowel de (West-Vlaamse) bevolking als de ondernemers. Voor 2005 staat een nieuw initiatief op stapel voor samenwerkingsprojecten tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven. De Provincie zal een instrument ontwikkelen om een aantal initiatieven rond sociale economie of meerwaardeneconomie te begeleiden.
21
10 Landbouw en zeevisserij 10.1 Land- en tuinbouw De basisopdrachten van het POVLT (Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw in Beitem) zijn praktijkgericht onderzoek, voorlichting, kwaliteitszorg en dienstverlening ten behoeve van land- en tuinbouw. De Vlaamse overheid heeft zowel de structuur als de financiering van de onderzoekscentra in Vlaanderen aangepast. De middelen zijn globaal verhoogd maar er is ook een verregaander coördinatie van de onderzoeksprogramma’s en onderzoekscentra opgelegd. Het POVLT krijgt daarin zijn terechte plaats maar zal zich uiteraard moeten inschakelen in de nieuwe beleidslijnen. Op het inhoudelijke vlak is het onderzoek en de voorlichting bestendig in evolutie. Het is onze taak een voorloper te zijn, en de boer en de tuinder te tonen op welke manier én economisch én duurzaam gewerkt kan worden met respect voor de kwaliteit van de bodem, het water en de lucht. Daarbij staat het bieden van toekomstperspectieven op langere termijn voorop. Onderzoek en voorlichting zijn dus gericht op teelten en teelttechnieken, maar hebben ook betrekking op nieuwere (horizontale) thema’s zoals erosie, de waterproblematiek, de wildschade enz. Voortdurend inspelen op nieuwe vragen en verwachtingen zowel vanuit de sector zelf als vanuit de samenleving naar de sector toe, is dus de boodschap. In het kader van Interreg III C wordt het project “Biomass for energy” uitgewerkt. Het betreft een demonstratieproject waarbij via fermentatie van mest en eiwitrijke gewassen warmte en groene energie gewonnen wordt. De GOM is coördinator van dit project waarin o.a. ook het PIH, VCM, Proclam, WPA en Aspiravi betrokken zijn. Het is de bedoeling om via dit project te voorzien in een belangrijk deel van de energiebehoefte (warmte en elektriciteit) van de serre van het POVLT. Op het vlak van infrastructuur wordt verdergewerkt op basis van het masterplan. Het hoofdgebouw heeft niet alleen aan de buitenzijde dringend een grondige renovatie nodig. Ook intern moet het gebouw heringericht worden, zodat het functioneler wordt, inspeelt op de behoeften van het personeel, en vooral zijn functie als centraal onthaalpunt voor bezoekers op een moderne manier kan vervullen. In de schoot van de gebiedswerking landbouw werden de landbouwteams rond verbreding en milieuzorg uitgewerkt. Er wordt verdergewerkt aan onderzoek naar en begeleiden van initiatieven inzake landbouwverbreding. Op het vlak van milieuzorg worden boeren en tuinders geadviseerd en gesensibiliseerd. Er wordt intussen nagegaan hoe deze werking ook op langere termijn bestendigd zal kunnen worden. Ook de opvolging en behandeling van streekdossiers staan op de agenda. Landbouweducatie draait momenteel op kruissnelheid, en zal zijn netwerk verder uitbouwen zowel naar de landbouwbedrijven, naar andere vormen van educatie binnen de provincie als naar externe actoren die bij landbouweducatie betrokken kunnen zijn. Land- en tuinbouw zijn ook belangrijke pijlers van het plattelandsbeleid. Landinrichting en ruilverkaveling zijn aangewezen instrumenten om concrete initiatieven uit te werken. Nieuwe projecten worden via de werkgroep Platteland beoordeeld en getoetst aan provinciale beleidsopties.
22
10.2 Visserij Opleidingen en vormingen voor zeevisserij zijn een opdracht van de Provincie.. De hedendaagse visserij vereist van alle zeevaarders bijkomende competenties, dit zowel op het vlak van maritieme veiligheid, efficiëntie navigatie- en communicatietechnieken. Bedoeling is enerzijds de veiligheid te waarborgen van mensen en eigendommen op zee, en anderzijds het maritieme milieu te beschermen. Dit wordt gerealiseerd door de zeevaarders bijkomende opleidingen te geven op moderne en gecertificeerde simulatieapparatuur in het Centrum voor Maritieme Opleidingen. In het najaar 2004 wordt de nieuwe simulator geïnstalleerd en in de loop van 2005 kan hij, na een inloopperiode, effectief voor vorming en opleiding ingezet worden. Daarmee wordt een modern technologisch opleidingscentrum gerealiseerd dat uniek is in de Europese Unie. De exploitatie van het nautisch centrum wordt geregeld via een samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie, de VDAB en het Zeevissersfonds en meteen ook de Vlaamse visserij. Er wordt daartoe een nieuwe overeenkomst gesloten voor de komende tien jaar. De provinciale zeevisserijcommissie zal haar rol met betrekking tot het samenbrengen van de actoren uit de visserij verder vervullen, en de actualiteit opvolgen. Zij blijft functioneren als adviesorgaan voor het provinciale beleid.
23
11 Leefomgeving 11.1 Integraal waterbeleid Ingevolge het nieuwe decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 zal de Provincie ingedeeld worden in deelbekkens. Per deelbekken of cluster van deelbekkens zullen op initiatief van de Provincie waterschappen opgericht worden. Een waterschap is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid voor het lokale integrale waterbeheer met als partners het Vlaams Gewest, de betrokken Provincie(s), de Gemeenten en de Polders en Wateringen. De Provincie heeft bovendien als decretale taak het waarnemen van het secretariaat van deze waterschappen. De waterschappen hebben als opdracht het opmaken van de ontwerpen van deelbekkenbeheersplannen tegen december 2006, en het coördineren van de acties van de diverse lokale waterbeheerders. Hoewel er nog geen uitvoeringsbesluiten zijn van het decreet kan verwacht worden dat in de loop van 2005 met de start van de waterschappen begonnen kan worden. In de begroting worden daarom alvast werkingsmiddelen ingeschreven voor de werking van de waterschappen. Omdat de Provincie ervoor geopteerd heeft om, waar mogelijk samen te werken met polder- en gemeentebesturen voor de concrete organisatie van de secretariaten, zijn ook subsidies voor het eventueel uitvoeren van die opdracht opgenomen. In het kader van een integrale aanpak van het waterbeleid zijn ook middelen ingeschreven ter ondersteuning van gemeenten die kleinschalige erosiebestijdingswerken willen uitvoeren. In de loop van 2005 zal een reglement aan de provincieraad voorgelegd worden. Waterbeheersing Het jaarlijks algemeen onderhoud van de waterlopen betreft het uitmaaien van bodem- en taludvegetatie om de normale doorstroming te waarborgen, ruimingswerken, het periodiek ruimen van bufferbekkens en slibvangen, exploitatiekosten aan de 25 pompgemalen, herstellingswerken aan de oevers en aanpassingswerken op tientallen plaatsen verspreid over de Provincie en dringende oproepen bij schadegevallen waar onmiddellijk opgetreden moet worden zoals o.a. verstoppingen, afschuivingen, beveiliging van bebouwingen en wegenis. De middelen voor het onderhoud van de onbevaarbare waterlopen tweede categorie buiten het poldergebied zijn voorzien, evenals voor de verplichte terugbetaling aan de Polders voor hun aandeel in het onderhoud van dezelfde categorie waterlopen. Het gaat om respectievelijk 960 km en 630 km waterlopen.Voor 2005 verwacht de dienst Waterlopen volgende werken. In Pittem wordt een bufferbekken gepland op de Devebeek tussen de samenvloeiing van de Breemeersbeek – Zwartegatbeek en de Claerhoutmolenweg. Deze werken moeten een einde stellen aan de wateroverlast ter hoogte van de Claerhoutmolenweg en de Claerhoutdreef in het zuidelijk gedeelte van Pittem en zullen een positieve invloed hebben op wateroverlast ter hoogte van de Randweg en de Fabriekstraat in het stroomafwaartse Meulebeke. Op de Roobeek in Ardooie wordt ter hoogte van de Izegemsestraat een waterspaarbekken gepland voor de watervoorziening van land- en tuinbouw. Er is een Europese steun van 50 % toegezegd in het kader van het Interreg III B – project TRUST. In Ieper wordt in samenwerking met de stad en de Regie Stedelijke Waterdienst de Dikkebusvijver – waterloop tweede categorie – gebaggerd voor de drinkwatervoorziening. Ook de uitlaatconstructie naar de Rattestaartbeek wordt aangepast om in perioden van wateroverlast een veiliger peilbeheer te kunnen waarborgen. De Provincie financiert de uitvoering van dit project voor 50 %.
24
Bij de grondverwervingen worden middelen voorzien voor de aankoop van gronden en uitbetaling van pachtvergoedingen in functie van het werkenprogramma. Muskusrattenbestrijding Om te kunnen inspelen op de reële toestand en om de lokale besturen beter te kunnen betrekken bij de muskusrattenbestrijding wordt gewerkt met een wettelijk vastgelegde provinciale commissie en goed gestuurde regionale comités. De lokale werking van de acht regionale comités omvat onder meer de aankoop van de bestrijdingsmiddelen (klemmen, fuiken, vlotten), de verbetering van de gemeentelijke mobiliteit, de bovengemeentelijke werking en de coördinatie van bestrijdingscampagnes. De werking van de regionale comités wordt volledig gefinancierd door de Provincie afhankelijk van het aantal kilometer waterlopen van tweede en derde categorie, de waterrijkheid en de evaluatie van de restpopulatie in de betrokken regio. Daarnaast zijn binnen de provinciale Technische Dienst Waterlopen drie provinciale muskusrattenbestrijders actief. Zij begeleiden en ondersteunen de gemeentelijke rattenbestrijding. De verhoogde financiële middelen voor de rattenbestrijding in 2004 worden behouden als gevolg van het verbod op een goedkopere chemische bestrijding met lokazen voor de muskusrat vanaf 1 januari 2004, dit als gevolg van een nieuw decreet. Een duurdere bestrijding met meer klemmen en fuiken en een grotere mobiliteit van de rattenbestrijders zal noodzakelijk blijven. Extra inspanningen zijn noodzakelijk voor de bestrijding van de bruine rattenpopulatie die overal uitbreidt en eveneens bestreden dient te worden langs de waterlopen.
11.2 Wegen De Wegendienst is verantwoordelijk voor de zorg van circa 200 km provinciewegen en de aanliggende fietspaden. Ieder jaar opnieuw zorgt de dienst Wegen voor het structureel onderhoud en de noodzakelijke verbeteringswerken alsmede voor de winterdienst. Volgende belangrijke werken staan geprogrammeerd: Provincieweg I Brugge – Torhout: aansluitende delen van de Torhoutsesteenweg ter hoogte van de rotonde Zuidwege in Zedelgem; Provincieweg II Steenbrugge – Heidelberg: vernieuwen toplaag van de rijweg tussen Autobaan en Kerkebeek in Loppem; Provincieweg XIV Tielt – Ingelmunster: vernieuwen toplaag van de rijweg tussen rotonde Ringlaan en Guido Gezellestraat in Ingelmunster; Provinciewegen district Zuid: herstellen KWS-verhardingen op verschillende wegvakken. Dat programma aan buitengewone werken aan provinciewegen wordt beperkt gehouden in het licht van het kerntakendebat. In 2002 werd reeds gestart met de uitbouw van het bovenlokaal fietsroutenetwerk in onze provincie. In 2005 wordt dit initiatief voortgezet. Met de ingeschreven financiële middelen wordt, in samenwerking met Dienst Ruimtelijke Uitvoering en Mobiliteit (DRUM) en de gemeenten, het comfort en de veiligheid van de fietspaden van het fietsroutenetwerk verbeterd door de aanleg van de ontbrekende fietspaden en de verbeteringen van de fietspaden in slechte toestand.
25
11.3 Milieu, natuur en waterbeleid Op het vlak van natuur- en milieueducatie wordt verdergewerkt aan: - de ondersteuning van de NME-samenwerkingsverbanden met de gemeenten: ter beschikking stellen veldwerkkoffers, vorming leerkrachten, aanpak nieuwe doelgroepen enz. - Het project MOS - Milieuzorg op School: begeleiding van de deelnemende scholen en uitbreiding van het project: meer scholen en meer thema’s; - De Week van de Zee voor het onderwijs en het brede publiek; - NME-streeksteunpunten: uitbouw steunpunt Kust en Regionaal Landschap Houtland; - Uitbouw educatief aanbod in de drie grootste provinciedomeinen inzake voorzieningen, aanbod en begeleiding: dit onderdeel zal voor 2005 extra middelen in beslag nemen, gelet op de geplande opening van de infrastructuur in Bulskampveld en de Palingbeek. De accenten inzake afvalbeleid en gemeentelijke ondersteuning In 2005 zal de afvalsensibilisering nog intensiever gebeuren in samenspraak en in gezamenlijke financiering met de afvalintercommunales. In dat kader wordt zeker verder campagne gevoerd tegen zwerfvuil (ook in de provinciedomeinen) en andere vormen van ontwijkgedrag (eventueel ook via regionale zenders). KMO’s zullen nog beter geïnformeerd worden over de legale afzet- en voorkomingskanalen voor hun bedrijfsafval. Ook de kringloopcentra zullen verder ondersteund worden: acties worden voorzien met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparaten (zgn.AEEA), herbruikbare goederen afkomstig van bedrijven. Ook de doelgroep studenten zal niet vergeten worden. De afvalcontainer en het afvalspel zullen gezien hun succes geactualiseerd en hersteld of vernieuwd worden. De investering in de uitbouw van een demonstratiecentrum rond thuiscompostering en ecologische tuinen op de terreinen van Feniks wordt afgerond. Ook de samenwerking met de kustwerkgroep Afval zal nog geïntensifieerd worden. In het kader van het “innovatief project” wordt in samenwerking met OVAM, Fostplus, de kustgemeenten en hun afvalintercommunales een intensiever scenario van afvalinzameling, die in totaal acht maatregelen omvat, verder uitgetest. Voor de evaluatie, de inzet van selectieve afvaleilanden op stranden, aanlandingspunten van eendagstoeristen en evenementen, voor de verspreiding van tussentijdse opslagcontainers in campings en voor de informatieverspreiding via een afvalkrant kan de Provincie, na prefinanciering, rekenen op financiële middelen van Doelstelling II Kust. De informatieve activiteiten voor gemeenten worden voortgezet. En er zal iets nadrukkelijker gewerkt worden voor de gemeentelijke milieuraden. Veel wordt ook verwacht van de samenwerking met de toekomstige Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM, opvolger van de GOM) om het doelgroepenbeleid naar bedrijven toe gestalte te geven: voortzetting project milieuclusters op bedrijventerreinen, starten project GFT-inzameling in horeca en eventueel ook luierinzameling in rusthuizen, opmaak van preventietips voor diverse bedrijfssectoren (te koppelen aan info over legale afzetkanalen bedrijfsafval), studiewerk omtrent een netwerk voor de inzameling van bedrijfsafval. Andere doelgroepen die op een vernieuwde manier aandacht zullen krijgen zijn organisatoren van evenementen (extra voorzieningen, eventuele uitbesteding opvolging uitlening bekers en afvaleilanden), burgers (NM-info, participatieprojecten), eigen personeel. Hinder In uitvoering van actie 82 van het Provinciaal Milieubeleidsplan is in de kanaalzone RoeselareLeie een leefomgevingsonderzoek uitgevoerd. Dit gebiedsgericht project beoogt de hinderproblematiek gemeentegrensoverschrijdend te onderzoeken en op basis van de resultaten actieplannen uit te werken. In 2005 wordt beoogd om op basis van de ervaring die in het proefproject opgedaan is, een gebiedsgericht leefomgevingsonderzoek uit te voeren langs de Leie-as.
26
Slibanalyses en grondverzet De nieuwe reglementering inzake grondverzet en de reglementering inzake hergebruik van bodem en slib noopt tot meer en meer beleidsonderbouwende studies die projecten dienen vooraf te gaan. In het bijzonder dienen monsternames en analyses van slib en af te graven grond voorafgaand aan diverse werken uitgevoerd te worden. Natuur en landschapsecologie Nieuwe initiatieven betreffen onder meer subsidies voor proefprojecten inzake agrarisch natuurbeheer. Hierbij is het de bedoeling dat de Provincie en de gemeentebesturen gezamenlijk subsidie aanbieden rond maatregelen op het vlak van agrarisch natuurbeheer. Ook de projectsubsidie aan de vzw PROCLAM is nieuw. Het bleek vroeger voor het Provinciebestuur niet vanzelfsprekend om een beroep te kunnen doen op de expertise van de vzw PROCLAM, hoewel het Provinciebestuur dikwijls mee de kennisopbouw in de vzw ondersteunde door projectfinanciering. Een projectsubsidie, gekoppeld aan een jaarlijkse overeenkomst rond de samenwerking, moet dit euvel verhelpen. Interne milieuzorg (IMZ) Voor interne milieuzorg bestaat een beperkt budget van 3500 euro waarmee vooral de nadruk gelegd wordt op kleinere acties voor het personeel. Sensibilisatie van de medewerker staat voorop. Ook in 2005 worden er campagnes gevoerd of zijn er acties gepland, zoals de Week van de Biologische Landbouw, het starten van een “Ecoteam op kantoor” en het engageren van externe sprekers voor vorming in het kader van interne milieuzorg. Duurzame ontwikkeling Gezien het zeer brede werkveld van duurzame ontwikkeling (DO) moest een weloverwogen keuze gemaakt worden. Het budget 2005 spitst zich toe op zes prioritaire gebieden, die het Provinciebestuur moeten toelaten om duurzame ontwikkeling te promoten en te stimuleren en zo het draagvlak voor DO geleidelijk uit te breiden. Naast eerdere engagementen in het kader van het “subsidiereglement voor projecten rond duurzame ontwikkeling”, wenst het Provinciebestuur zijn voorbeeldfunctie waar te maken door intern te streven naar DO en door extern meer sturend op te treden bij de selectie van initiatieven door de gemeenten en door andere doelgroepen en dit conform de begeleidende en ondersteunende taak zoals die omschreven wordt in de Samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest. Vanuit deze bekommernis wordt het budget gefocust op volgende domeinen: de aangegane engagementen worden gerealiseerd; steun aan projecten die passen in het West-Vlaamse beleid DO. Hierin past ook het oprichten van een cursus “Isolatiemeester” om een fundamenteel hiaat in te vullen bij duurzaam bouwen; de gemeenten worden ondersteund via diverse initiatieven (al dan niet samen met derden); intern zal de nadruk gelegd worden op een betere integratie van DO in de diverse vestigingsplaatsen; het “Vademecum Duurzaam Bouwen” zal geactualiseerd en heruitgegeven worden; het opstellen van een lokale agenda DO in samenwerking met VODO om vanuit de actuele situatie een koers naar een duurzame toekomst uit te zetten.
11.4 Provinciedomeinen, groene assen en landschap Beheer De Provincie West-Vlaanderen beschikt over vijftien provinciedomeinen en tien groene assen met een gezamenlijke oppervlakte van 1632 ha. In 2005 komen er twee groene assen bij,
27
namelijk Vijfwegen (Staden)-Kortemark en Kortrijk-Zwevegem. Daarnaast zijn er nog tien tuinen met intensiever onderhoud rond provinciale gebouwen, samen ongeveer 30 ha. Recreatieve en natuurtechnische werken In verschillende provinciedomeinen en groene assen worden zowel recreatieve als natuurtechnische werken gepland. De zwemzone aan de middelste landtong in De Gavers wordt uitgebreid. De binnenkoer van het bezoekerscentrum in De Palingbeek wordt verfraaid in voorbereiding van de opening. In het kader van het meer toegankelijk maken van de provinciedomeinen voor minder mobiele mensen wordt in Bergelen een halfverhard pad aangelegd dat de verbinding maakt tussen de vijver en de ponyhoeve. Naast een parking worden verder ook een kleine speeltuin, een wandelbrug over de Heulebeek en een vijver gepland. De dreven in ’t Veld worden hersteld met gebiedseigen zand. Door het graven van een vijver in het provinciedomein wordt dit zand gewonnen. Om de Bronbeek in het provinciedomein de Kemmelberg te zuiveren wordt ter hoogte van het Voorbos een kleinschalige waterzuivering in het landschap geïntegreerd. Rond het kasteel van het Sterrebos zal een wandelpad aangelegd worden. In de binnenkoer wordt een kasseiweg aangelegd. Nabij de kwadrantvijvers wordt in samenwerking met de imkersbond een educatieve bijenstal gebouwd. Vanaf 2005 worden de twee oude spoorwegbeddingen Vijfwegen (Staden)-Kortemark en Kortrijk-Zwevegem ingericht als twee nieuwe West-Vlaamse fietsassen. Beheerplannen In 2005 wordt het beheerplan van het provinciedomein Tillegem opgesteld. De vier grootste domeinen namelijk De Palingbeek, De Gavers, Bulskampveld en Tillegem zullen op die manier over een goedgekeurd beheerplan beschikken.
11.5 Ruimtelijke planning en mobiliteit De beleidsprioriteiten inzake ruimtelijke planning worden vastgelegd in de jaarplanning RO die wordt opgemaakt in uitvoering van het decreet op de ruimtelijke ordening en aan de begroting wordt toegevoegd. Hierin passen ook ruimtelijke mobiliteitsprojecten. Naast de lopende advisering voorziet de jaarplanning algemeen in de verdere uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Onder nieuwe initiatieven kunnen in het bijzonder vermeld worden: het opstarten van afbakeningsprocessen van Knokke-Heist, Poperinge, Diksmuide, Menen, Veurne en van andere steden, naarmate zij ver gevorderd zijn in hun gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; ruimtelijke uitvoeringsplannen om de uitbreiding van regionale bedrijven mogelijk te maken in specifieke economische knooppunten en in buitengebied van kleinstedelijke gebieden, al dan niet als gevolg van de aanvraag van een planologische attest; ruimtelijke uitvoeringsplannen en plan-Mer (rechteroever) als uitvoering van strategisch project Nieuwpoort; ruimtelijke uitvoeringsplannen voor weekendverblijven; ruimtelijke uitvoeringsplannen voor dringende problematieken (ruimtelijk uitvoeringsplan bedrijventerrein Torhout, omleidingsweg Diksmuide enz.); ruimtelijke uitvoeringsplan voor (lawaaierige) sporten (o.a. motorcrossterreinen). Stijgende administratieve kosten zijn verder te verwachten voor de financiering van de decretale procedures verbonden aan de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen (publicatie in Staatsblad, pers, aanplakbiljetten openbare onderzoeken enz.). De beleidsprioriteiten mobiliteit vloeien voort uit de mobiliteitsovereenkomsten die de Provincie afsloot met het Vlaamse Gewest en behoren tot de provinciale kerntaken zoals afgesproken in het kerntakendebat. In het bijzonder kunnen vermeld worden:
28
-
aanleg van nieuwe fietsroutes in het provinciaal fietsroutenetwerk in Damme, Poperinge, Oostrozebeke, Jabbeke, Wevelgem; nieuwe initiatieven op het vlak van verkeerseducatie: fietspoolen, dodehoekprojecten, sensibilisering fietsverlichting; verdere uitbreiding van het provinciaal ongevallen-Gis tot de gemeentewegen; uitvoering provinciaal bedrijfsvervoerplan; initiatieven ter bekendmaking en coördinatie van bedrijfsvervoerplanning volgens de overeenkomst Mobidesk met het Vlaamse Gewest; actieplan Trage Wegen (in afstemming met nieuwe decretale initiatieven).
29
12 Welzijn en huisvesting 12.1 Regionaal overleg en samenwerking in de welzijnssector – ondersteuning lokaal sociaal beleid In 2005 wordt de vernieuwde samenwerking met de regionale welzijnsraden verder uitgebouwd door een subsidieverhoging om de personeelsbezetting bij deze raden te versterken met het oog op een efficiënt regionaal welzijnsoverleg zoals in het desbetreffende beleidsplan omschreven. Inhoudelijk heeft de samenwerking betrekking op het beheer en gebruik van de sociale kaart, het pro-actief inspelen op de toepassing van de zorgregio’s (binnen de Integrale Jeugdhulpverlening en de Eerstelijnsgezondheidszorg), het mee stimuleren van het (bovenlokaal) gebruik van de gegevens van het steunpunt sociale planning (SSP) enz. Door het goedgekeurde decreet lokaal sociaal beleid krijgen de gemeenten en OCMW’s de opdracht om voor de eerste keer een gezamenlijk lokaal sociaal beleidsplan te realiseren vanaf 2006. In 2005 zet de Provincie een aantal acties op touw in samenwerking met de regionale welzijnsraden, maar ook andere partners (Vlaamse Cel, VVSG, Riso WestVlaanderen) om, met de hulp van het Steunpunt Sociale Planning, lokale besturen daadwerkelijk ondersteuning te bieden bij het schrijven van hun lokaal sociaal beleidsplan. Daarbij organiseert de Provincie ook vorming en intervisie voor de betrokkenen van de regionale welzijnsraden en het Riso die de Provincie op het terrein zullen bijstaan. Het SSP reikt hierbij relevant cijfer- en kaartmateriaal aan en helpt bij de duiding van dit materiaal.
12.2 Woonbeleid De Provincie ondersteunt particulieren verder bij de bestrijding van typische West-Vlaamse pijnpunten in de huisvestingssituatie, dit in samenhang met en afstemming op maatregelen die op Vlaams niveau worden genomen. Hiertoe werden twee nieuwe reglementen goedgekeurd die van kracht werden per 1 september 2004 en de renovatiepremie en copreventiepremie bijstelden. Daarnaast vormt het ondersteunen van het lokaal woonbeleid door de concrete begeleiding van een aantal gemeenten, alsook het stimuleren van intergemeentelijke initiatieven en het opzetten van gebiedsgerichte projecten, een blijvend aandachtspunt binnen het beleid. In 2005 gaat de aandacht voornamelijk, naast het verder ondersteunen van de Huisvestingsdienst regio Izegem, naar het oprichten van een sociaal verhuurkantoor voor de regio Ichtegem, Oudenburg, Gistel en Jabbeke, en het oprichten van een woonwinkel in de regio Veurne-Diksmuide.
12.3 Zorg Project ouderenmis(be)handeling In een tweede projectjaar zal het Steunpunt Ouderenmis(be)handeling, op basis van de resultaten van een provinciale enquête bij zorg- en dienstverleners, verder inhoudelijk vorm krijgen. Op het vlak van sensibilisatie worden in West-Vlaanderen het bestaan en de doelstellingen van het Vlaams Meldpunt en het West-Vlaams Steunpunt bekendgemaakt bij de hulpverlening via een gemeenschappelijke folder. Daarnaast kan ook iets op touw gezet worden voor het bredere publiek. Voor een preventieve en curatieve aanpak van de problematiek moet via overleg een netwerk gevormd worden met de bestaande dienst- en hulpverlenende organisaties. Voor de verschillende betrokken diensten en actoren ontwikkelt het provinciaal steunpunt ten slotte een vormingsaanbod.
30
Woon-zorgcoördinatie in landelijke gebieden In opvolging van het onderzoek ‘ouder worden in de Westhoek’ wenst de Provincie over te gaan tot de aanwerving van een woonzorgcoördinator om de theoretische principes van een woon-zorgzone in landelijk context te vertalen in een vijftal concrete realisaties op het terrein. In eerste instantie wordt er daarbij gefocust op de twee gebieden die destijds voorwerp waren van een leefbaarheidsonderzoek zijnde de Westhoek en de regio tussen Leie en Schelde. Stagementor in ouderenzorg Het vormingspakket “positieve beeldvorming van de ouderenzorg” (video, werkmap en de feedback-sessie) wordt in 2005 uitgebreid met een voortgezette opleiding voor stagementoren en -begeleiders uit de ouderenzorg. De vorming omvat theorie en intervisie, in afstemming tussen het onderwijs en de voorzieningen.
12.4 Gelijke kansen De beleidsnota gelijke kansen, die begin 2004 werd goedgekeurd, wordt concreter uitgewerkt in 2005, voornamelijk in de hieronder vermelde thema’s. Armoede Wat het aspect armoede betreft wordt het accent voornamelijk gelegd op vorming en ervaringsuitwisseling. In dit kader wordt via een samenwerkingsovereenkomst onder meer een instaptheaterproductie omtrent leven in armoede opgezet. Gender In maart 2005 doet de wereldvrouwenmars onze provincie aan. Op de as Kortrijk–RoeselareBrugge worden activiteiten opgezet waarbij bijzondere aandacht wordt gevraagd voor vrouwen die in armoede leven, bij ons en in het zuiden. Dit thema staat ook centraal op de wereldvrouwendag. Intrafamiliaal geweld Binnen het beleid ter bestrijding van geweld worden verschillende vormingsmomenten opgezet met gerenommeerde sprekers. Justine Van Lawijck zal in drie dagen het omgaan met intrafamiliaal geweld in het gezin ontrafelen. Hans Pijnaker zal hulpverleners en politie- en justitiemensen inzichten bijbrengen om adequater te kunnen omgaan met plegers van intrafamiliaal geweld. Toegankelijkheid In 2005 worden de culturele centra onderzocht op hun toegankelijkheid. De informatie die dit onderzoek oplevert, alsmede de informatie die al verzameld is met betrekking tot gemeentehuizen en andere collectieve publieke voorzieningen, wordt ingebracht in de Vlaamse databank www.ToegankelijkVlaanderen.be. Een andere vorm van essentiële informatie wordt verstrekt via de uitgave van een naslagwerk voor de gemeenten. Wat de toegankelijkheid van informatie betreft, wordt het project over toegankelijkheid van websites voor blinde en slechtziende personen in 2005 herhaald. Om de toegankelijkheid van het wagenpark van particuliere taxibedrijven voor rolstoelgebruikers te bevorderen en op die wijze ook het vraagafhankelijke vervoer te stimuleren wordt een passende subsidieregeling uitgewerkt. Personen met een handicap Via samenwerkingsovereenkomsten met organisaties van of voor personen met een handicap biedt de Provicie de mogelijkheid om initiatieven op het getouw te zetten waarbij inclusie centraal staat. Gemeentelijk behoeftenonderzoek ouderen (WOAS) In het kader van het decreet op de stimulering van de beleidspariticipatie van ouderen en in navolging van de elf gemeenten die in 2004 ondersteund werden, zal het totaalpakket “gemeentelijk behoeftenonderzoek ouderen” in 2005 verder toegepast worden in andere gemeenten. Niet enkel wordt zo een wetenschappelijk onderbouwd overzicht op de behoeften van de ouderen in een groot deel van de provincie verkregen. De uitbreiding naar Vlaanderen
31
toe is eveneens vooropgesteld via mogelijke overname van de West-Vlaamse informatie door de andere Vlaamse Provinciebesturen. Aangezien het gemeentelijk ouderenbeleidsplan ingeschakeld moet worden in het lokaal sociaal beleidsplan worden acties gepland om de gemeenten te ondersteunen in hun planningsopdracht.
12.5 Preventieve gezondheidszorg Bij de regionale campagnes inzake baarmoederhalskankeropsporing wordt afstemming gezocht met de campagne van de borstkankeropsporing. De Provincie maakt voorts haar coördinerende en ondersteunende rol waar door samen met de zogenaamde logo’s (lokaal gezondheidsoverleg) een website te ontwikkelen om onder meer de werking van deze samenwerkingsverbanden digitaal toegankelijk te maken. Als kustprovincie staat een informerend en sensibiliserend initiatief op stapel omtrent veilig zonnen. Wat drugpreventie betreft staat de implementatie van de recente beleidsnota centraal, met als hoofddoelstelling de gemeenten te stimuleren een lokaal drugoverleg tot stand te brengen. Dit krijgt vorm door concepten als omgevingsanalyse, strategische planning en coaching concreet te maken voor de gemeenten door middel van de nodige vorming. Voorts wordt de sportsector aangesproken en worden de lokale preventiewerkers geïnformeerd omtrent grensoverschrijdende samenwerking.
12.6 Jeugdbeleid Op basis van een grondige doorlichting van de voorzieningen en behoeften inzake jeugdruimte zal een provinciaal jeugdruimteplan worden opgesteld met een meerjarenvisie op de ontwikkeling, spreiding en ondersteuning van bovenlokale jeugdwerkinitiatieven. Het aanbod van educatieve pakketten, voor het jeugdwerk en het onderwijs, wordt uitgebreid met thema’s als “scheiding”, “schoolverlaters” (deel 2) en “aandacht voor noord-zuid”. Inzake jongerencultuur worden totaal herziene publicaties gepland (de inventaris van WestVlaamse muziekgroepen en de catalogus met gesubsidieerde producties). Kunstbende en Westtalent blijven, ook voor 2005, erg gesmaakte evenementen. Binnen het aspect bijzondere jeugdbijstand zal het Vereffeningsfonds op kruissnelheid komen en worden nieuwe krijtlijnen getrokken voor de subsidiëring van de voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand. De zoektocht naar een geschikte locatie voor een provinciaal jeugdvormingscentrum blijft onverminderd doorgaan.
12.7 Noord-Zuidbeleid Binnen de werking van het Noord-Zuid-centrum blijven educatie en sensibilisatie hier en ondersteuning van projecten in het Zuiden, de pijlers waarop het beleid gebaseerd is. Door de aanwerving van een educatief deskundige kan het vormingsaanbod voor de verschillende doelgroepen verder gestalte krijgen. De samenwerking met verschillende socio-culturele en mondiale initiatieven met een regionale uitstraling gaat verder op de ingeslagen weg. Het onderzoek naar het gemeentelijk Noord-Zuid-beleid zal de aanzet zijn voor initiatieven die de gemeentelijke Noord-Zuid-werking ondersteunen. De komst van de Damiaanactie en, in 2005, van 11-11-11, als huispartners in het PNZC, zal de samenwerking tussen de Provincie en de ngo’s en tussen de ngo’s onderling verder bevorderen. De aanmaak van educatief materiaal rond mondiale vorming wordt via extra middelen gestimuleerd. In samenwerking met verschillende actoren breidt Kleur Bekennen zijn ondersteuning van het onderwijs verder uit met een toegenomen aanbod van educatief materiaal. Om de bestaande wachtlijsten voor het inleefatelier van Studio Globo verder weg te werken en om dit aanbod verder te kunnen promoten bij de West-Vlaamse scholen, zal extra infrastructuur gebouwd worden op de site van het PNZC in Roeselare.
32
12.8 Provinciaal steunpunt vrijwilligerswerk Nieuw is de provinciale organisatie van een verzekering in West-Vlaanderen die waarborgen zal aanbieden aan vrijwilligers tijdens (een aantal) activiteiten met openbaar karakter. Deze verzekering betreft burgerlijke aansprakelijkheid, lichamelijke ongevallen en rechtsbijstand. Naast deze ondersteuning van het middenveld is in de begroting 2005 ook budget ingeschreven voor het promoten van het vrijwilligerswerk, de deskundigheidsbevordering van de vrijwilligersorganisaties en de ondersteuning van de lokale besturen.
33
13. Toerisme en recreatie Om het toeristisch-recreatieve beleid in West-Vlaanderen voor te bereiden, te coördineren en te implementeren werd op 1 mei 2001 overgegaan tot de oprichting van het autonoom provinciebedrijf Westtoer. In 2005 zal het provinciebedrijf zich integraal richten op het voorbereiden en uitvoeren van de beheersovereenkomst, mede ondersteund door middelen vanuit Europa (Doelstelling 2, Phasing Out en Interreg III) en vanuit Vlaanderen (subsidie voor toeristische uitrusting, Kustactieplan, Steunpunt Toerisme). Dit houdt o.m. in: - Gebiedsgerichte aanpak voor toerisme en openluchtrecreatie met voldoende aandacht voor de optimalisering van de verbinding tussen de regio’s. Hierbij spelen de regiomanagers een cruciale rol en wordt er samengewerkt tussen gemeenten en Westtoer in regionale promotiepools. - Realiseren van strategische beleidsplanning in de diverse toeristisch-recreatieve regio’s. Dit wordt door het Vlaamse niveau als een essentieel instrument erkend. Strategische beleidsplanning dient gezien te worden als een proces, gaande van visievorming tot de concrete realisatie van projecten. Na de afwerking van het strategisch plan van de Westhoek, de Kust (2002), de Leiestreek (2003) en het Brugse Ommeland (2004), zal Westtoer zich in 2005 toeleggen op de evaluatie van het strategisch plan van de Westhoek. - Daarnaast lopen tal van activiteiten op het vlak van onderzoek en gegevensverzameling, marketing, toeristische en recreatieve productontwikkeling, die alle tot het courante takenpakket van Westtoer behoren en tegemoet komen aan de realisatie van de opdrachten van de Provincie aan Westtoer apb. In 2005 wil Westtoer een aantal nieuwe, specifieke initiatieven realiseren. -
-
-
34
Fietsnetwerken. Voor 2005 opteert Westtoer voor een inhaalbeweging wat het ontwikkelen van fietsnetwerken (met knooppunten) betreft, en dit naar aanleiding van het grote succes van dit knooppuntensysteem in Limburg en de Antwerpse Kempen. Voor WestVlaanderen zal waar nodig ook ondersteunende doelenbewegwijzering met handwijzers worden voorzien. Het finaliseren van de fietsnetwerken over de gehele provincie wordt dan ook binnen de recreatieve productontwikkeling als de belangrijkste prioriteit voor 2005 vooropgesteld. Onderhoud van de routenetwerken. In het verleden werd er onder impuls van de WVT en recent van de afdeling Recreatieve Productontwikkeling een indrukwekkend geheel van fiets-, wandel-, ruiter- en autoroutes gerealiseerd. Daar komen straks nog fiets- en wandelnetwerken bij. Daarenboven beschikt de Provincie ook over enkele oude spoorwegbeddingen die een recreatieve invulling hebben gekregen. Deze recreatieve infrastructuur brengt heel wat onderhoud met zich mee: onderhoud en vervanging van infoborden, vervangen van bewegwijzeringsbordjes, onderhoud van infohutten en andere kleine infrastructuur, maaibeheer enz. Voor het signaleren van problemen m.b.t. de routes werd een oplossing gevonden via het goed functionerende systeem van de peters en meters. Voor het onderhoud zelf worden verder diverse pistes onderzocht, en dit met het oog op een globale structurele oplossing. MICE West-Vlaanderen De MICE-markt (MICE = Meetings, Incentives, Congresses and Events) is in WestVlaanderen een belangrijke complementaire markt geworden voor het recreatietoerisme. Onder impuls van het Kustactieplan werd in het verleden het MICE-Kust project opgestart en onder impuls van Westtoer werden de MICE-partners van de groene regio’s samengebracht. Vanaf 2005 worden beide projecten samengebracht bij Westtoer onder één platform, MICE-West-Vlaanderen, dat door de Provincie ondersteund wordt.
-
-
Hoeve- en plattelandstoerisme West-Vlaanderen is de leidende provincie op het vlak van hoeve- en plattelandstoerisme in Vlaanderen. Deze marktniche kent een sterke aangroei, zowel inzake vraag als aanbod. Het hoeve- en plattelandstoerisme wordt strategisch als een branche aangezien die bijdraagt tot de diversificatie van de regionaal-economische structuur in de landelijke regio’s van West-Vlaanderen. Westtoer zal, als een van de drijvende krachten achter de oprichting in 2004 van de vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen, verder zijn bijdrage leveren in samenwerking met de diverse publieke en particuliere actoren, om de ontwikkeling van het hoeve- en plattelandstoerisme te bevorderen en te stimuleren. Daarbij zal Westtoer ervoor pleiten om voldoende aandacht te geven aan het invoeren van een kwaliteitslabeling, waarvoor dan één sterke geïntegreerde marketingpromotie gevoerd kan worden. Ontwikkelen van de as “Genieten” in het kader van de provinciale communicatiecampagne In 2003 werd door de Provincie West-Vlaanderen een grootschalige communicatiecampagne opgestart om de naambekendheid en de werking van de provincie West-Vlaanderen in het algemeen te stimuleren. Westtoer apb stelt zich als doel om samen met de diensten Communicatie, Cultuur en Sport, de concrete marketingacties verder te helpen ontwikkelen. Westtoer is er van overtuigd dat deze acties in één strategisch onderbouwd geheel ontwikkeld moeten worden.
35
14 Cultuur De Provincie West-Vlaanderen zal in 2005 het culturele beleid verder uitbouwen - binnen de globale beleidsvisie van de huidige legislatuur - door middel van eigen culturele initiatieven en door subsidiëring van waardevolle culturele initiatieven en verenigingen. Verder neemt de Provincie als intermediair bestuur ook een coördinerende rol op binnen de West-Vlaamse cultuursector en realiseert dit zowel op het vlak van kunsten, cultureel erfgoed en cultuurspreiding. Rekening houdend met de beschikbare financiële middelen ingeschreven in de begroting 2005, zal bijzondere aandacht gaan naar nieuwe en/of prioritaire beleidsopties, waarmee de Provincie zich als actief en toekomstgericht bestuur wil profileren op het vlak van kunst, cultuur en onderwijs. Bovendien worden in 2005 een aantal nieuwe initiatieven genomen die kaderen binnen “50-jaar dienst Cultuur” en die vooral gericht zijn op creatie.
14.1 Kunsten BE-PART Na de verbouwingswerken (september-oktober 2004) en de openingstentoonstelling tijdens het najaar 2004, gaat BE-PART in 2005 van start voor de eerste volledige jaarwerking. BEPART, het platform voor actuele kunst in Waregem, zal in maart starten met een solotentoonstelling van Jan van Imschoot, waarbij het accent zal liggen op recente tekeningen van de kunstenaar. BE-PART zal samen met een kunstenaar in residentie een artistiek project uitwerken. Verder staan nog een overzichtstentoonstelling van de afgelopen tien edities van de Gaverprijs en een internationaal tentoonstellingsproject (winter 2005-2006) op het programma. Vele gedachten en meningen maken van BE-PART een dynamisch gegeven. Actuele kunst komt pas tot leven in dialoog met een ruim publiek, en daar horen kinderen zeker bij. BEPART hecht belang aan een kwalitatief educatief aanbod voor kinderen en jongeren en zal in 2005 workshops met kinderen organiseren. Beeldende kunsten, taal en letteren In het kader van de culturele uitwisseling met de Landschaftsverband Westfalen-Lippe zullen twee tentoonstellingen opgezet worden met werk van kinderboekillustratoren en bijbehorende publicaties. In de eerste tentoonstelling komen de illustraties van de belangrijkste WestVlaamse illustratoren aan bod. De tweede tentoonstelling focust op de Westfaalse illustratoren. Bij deze tentoonstellingen is telkens een verzorgde catalogus beschikbaar. Naar aanleiding van “50-jaar dienst Cultuur” zal de collectie kunstwerken ter verfraaiing van de gebouwen geïnventariseerd en in beeld gebracht worden. Die inventaris vormt het vertrekpunt voor een tentoonstelling over eigen kunstbezit. Ook bij deze tentoonstelling zal een catalogus beschikbaar zijn. Muziek en podiumkunsten Na de nodige infrastructuurwerken, werd in 2004 de werking van Het Entrepot te Brugge opgestart. In 2005 zal binnen het project “Uitblazen”, tijdens de maand september, een groots hiphopfestival worden opgezet in Het Entrepot. Wat het zuiden van de provincie betreft zal door de Stad Kortrijk een regionaal muziekcentrum worden uitgebouwd. De Provincie wil dit project ondersteunen en de nodige financiële middelen werden ingeschreven op de begroting 2005. Binnen het kader van “50 jaar dienst Cultuur” geeft de Provincie een compositieopdracht aan Frank Nuyts. De uitvoering van deze nieuwe compositie zal plaatsvinden in juni 2005, in samenwerking met het Rotary-kustfestival en het Symfonieorkest van Vlaanderen. Verder wordt ook op het vlak van podiumkunsten een creatieopdracht gegeven. Als sluitstuk van de cyclus toneeltornooien wordt een regisseur aangesproken om een stuk op te zetten
36
met spelers uit diverse verenigingen uit de provinciale klassering. Dit stuk zal in première gaan tijdens de proclamatie van het 51ste toneeltornooi.
14.2 Cultureel erfgoed Binnen de sector cultureel erfgoed blijft de uitbouw en versterking van de rol van de Provincie op het vlak van sensibilisering en informatieverstrekking een centraal gegeven. Dit zowel op het vlak van het roerend, onroerend en immaterieel erfgoed. Zo zullen informatiesessies voor de erfgoedsector in West-Vlaanderen georganiseerd worden over het nieuwe erfgoeddecreet dat in werking treedt. Verder zullen, naast de bestaande publicaties “In de Steigers” en “Wenkende Wieken”, vanaf 2005 “Erfgoedgidsjes” (voorlopige werktitel) op de markt gebracht worden. In het najaar verschijnt wellicht het eerste deel over vuurtorens aan de kust. Het erfgoed aan de kust krijgt ook bijzondere aandacht door de verdere uitbouw van het ‘Netwerk kusterfgoed’. Sinds 2004 stimuleert de Provincie de ontsluiting van het cultureel erfgoed door middel van subsidies. In 2005 zal het bestaande reglement geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd worden. Op het vlak van musea zal in 2005 een tweede reeks “management voor musea” georganiseerd worden en het samenwerkingsverband “Museumplatform Westhoek” zal verder inhoudelijk en praktisch uitgebouwd worden. Er zal worden nagedacht over de toekomst van de Provinciale Musea Bulskampveld en Het Lijsternest. De restauratiewerken aan dit laatste museum zullen in 2005 starten. In het kader van het behoud van (on)roerend erfgoed dat het lokale belang overstijgt, zal de Provincie in 2005 een aantal renovatieprojecten van externen financieel en inhoudelijk ondersteunen, zoals bijvoorbeeld de Fietseling in Reningelst. Het project Oorlog en Vrede in de Westhoek zal het bestaande aanbod van het cultuurtoerisme rond het oorlogsverleden in de Westhoek verbeteren en uitbreiden. Ook het onderhoud en beheer van de bestaande sites en het oorlogserfgoed in de provinciedomeinen (Palingbeek, Kemmelberg) zullen de nodige aandacht krijgen. Het provinciale subsidiereglement “Oorlog en Vrede in de Westhoek” zal in 2005 een belangrijke impuls zijn voor de realisatie van diverse initiatieven. Daarnaast blijft het belangrijk dat de Provincie door middel van eigen werking en investeringen een versnelde visualisering van het netwerk “Oorlog en Vrede in de Westhoek” mogelijk maakt aan de hand van informatiedragers op anker- en relictpunten.
14.3 Cultuurspreiding In 2004 werden de intergemeentelijke culturele samenwerkingsverbanden en het subsidiereglement geëvalueerd. Een herwerkt subsidiereglement zal vanaf 2005 ook structurele intergemeentelijke culturele samenwerkingsverbanden ondersteunen. De werking van het cultuurforum blijft gehandhaafd. Op het programma staan alvast een studiedag over communicatiestrategieën en een werkdag over de opmaak van de werkingsverslagen met het oog op de gemeentelijke cultuurbeleidsplanning. Het BROK-overleg tussen de vijf grote cultuurhuizen van West-Vlaanderen: het Cultuurcentrum Kortrijk, De Spil Roeselare, het Cultuurcentrum Brugge, het Concertgebouw Brugge en, in afwachting van de heropening van het Casino/Kursaal, het Feest- en Cultuurpaleis van de stad Oostende, of kortweg BROK genaamd, zal zich in 2005 verder focussen op de verhoging van de cultuurparticipatie. Op het vlak van collectieve marketing en de afstemming van het aanbod, zullen nieuwe acties uitgewerkt worden. Ook de cultuurcentra die op basis van het decreet behoren tot de B- en C-categorie, worden opgenomen in de promotiecampagne.
37
Naast BROK, wordt ook de werking met de cultuur - en gemeenschapscentra voortgezet. Aan de hand van kwaliteitsvolle samenwerkingsprojecten en de goede spreiding ervan wil het Provinciebestuur met deze werking de onderlinge communicatie en het overleg stimuleren binnen de sector van de cultuur- en gemeenschapscentra in en tussen de regio’s van WestVlaanderen. Het accent blijft liggen op het ondersteunen en spreiden van West-Vlaamse creaties, op dienstverlening en op de spreiding van interessante Vlaamse premières en goed educatief materiaal. Ook aan kwaliteitsvolle educatieve omkadering van voorstellingen wordt belang gehecht. Wat het sociaal-cultureel volwassenenwerk betreft, wordt gewerkt aan een vernieuwd subsidiereglement dat vanaf 2005 in werking zal treden. Centraal hierbij staat de WestVlaamse meerwaarde die de instellingen en verenigingen moeten bieden en die de samenwerking met de Provincie moet genereren en bevorderen. Op het vlak van het openbaar bibliotheekwerk wordt verwezen naar de algemene doelstellingen, zoals vervat in het beleidsplan “Streekgericht bibliotheekbeleid 2003-2007”. Prioriteiten voor 2005 zijn het stimuleren en ondersteunen van samenwerkingsprojecten tussen bibliotheken, het starten van de proeffase van het Provinciaal Bibliotheeksysteem (PBS), het uitbouwen van het vormingsaanbod voor bibliotheekpersoneel en het opzetten van een communicatie - en marketingstructuur voor de West-Vlaamse openbare bibliotheken.
14.4 Provinciale Bibliotheek en Cultuurarchief - Tolhuis Twee nieuwe initiatieven dienen zich aan. Het eerste gaat om de inventarisatie van en het zoeken naar een methode om websites te bewaren – in eerste instantie de websites van de gemeentebesturen. Daarnaast staat de nieuwe uitgave van de centrale catalogus van tijdschriften op het programma.
14.5 PMMK-PMCP Naast de administratie inherent verbonden aan de dagelijkse werking van het museum zijn met de jaren andere afdelingen ontstaan uit de basisdoelstellingen van een degelijke museumwerking: het verwerven, bewaren, wetenschappelijk onderzoek, presenteren van kunstwerken, educatieve begeleiding en publiekswerking. Verwerven De collectie van het PMMK-Oostende is toonaangevend voor de evolutie van de moderne kunst in België. De verdere uitbouw van deze verzameling, hetzij door aankoop, hetzij door schenking of bruikleen, is prioritair en nog steeds gestoeld op twee principes: enerzijds het op de voet volgen van de actuele kunst en anderzijds het aanvullen van de nog steeds aanwezige lacunes, een vervollediging van de bestaande basiscollectie en het aanvullen van oeuvres van belangrijke kunstenaars waarrond dan de verdere uitbouw van de collectie gebeurt. Het PMMK heeft tevens tot doel een internationale verzameling van glas en keramiek aan te leggen. Bewaren De afdeling collectiebeheer en -behoud is nog jong. Het bedrag dat hiervoor ingeschreven staat op de begroting 2005 is bedoeld voor conditieregistratie, wetenschappelijk onderzoek en technische ondersteuning. Naast de restauraties die intern gebeuren, wordt er ook een beroep gedaan op externe deskundigen voor restauraties, wetenschappelijk onderzoek en preventieve conservering. Wetenschappelijk onderzoek De bibliotheek is het wetenschappelijke instrument binnen het museum. In het museumdecreet wordt de aanwezigheid van een afzonderlijke museumbibliotheek met gespecialiseerd personeel als een van de voorwaarden gesteld voor de (blijvende) erkenning op landelijk niveau.
38
Er wordt jaarlijks een budget besteed aan de aankoop van kunstenaarsboeken, ‘catalogues raisonnées’, veilingcatalogi, naslagwerken en kunsttijdschriften. Met deze laatste bezit de Provincie een collectie die voor een aanzienlijk deel uniek is in Vlaanderen. In WestVlaanderen is de PMMK-bibliotheek de enige gespecialiseerde kunstbibliotheek over moderne en hedendaagse kunst. Er wordt eveneens gewerkt aan de uitbouw van een sub-website voor de PMMK-bibliotheek. Aldus wordt het mogelijk de bibliotheek reeds virtueel open te stellen voor het publiek. Centraal in 2005 staat de dringende catalogisering voor het publiek van de bibliotheekcollectie via een on-linebibliotheekcatalogus. Er wordt ook aandacht besteed aan de ontsluiting van het archief Delevoy. Realisatie tentoonstellingen Het blijft een van de belangrijkste facetten van een modern museumbeleid om naast de zuiver conservatorische zorgen en educatieve activiteiten ook wetenschappelijk onderzoek te verrichten en de resultaten ervan via tentoonstellingen en publicaties kenbaar te maken en omgekeerd via deze tentoonstellingen het wetenschappelijk onderzoek te stimuleren. Sinds de opening voert het PMMK een internationaal tentoonstellingsbeleid, waarvoor het museum ook bekend is in binnen- en buitenland. Continuïteit is een must voor het behoud van het sterke imago dat moeizaam werd verworven. Een extra budget werd ingeschreven voor de realisatie van de tentoonstelling ‘Soul’ in het Groot-Seminarie in Brugge. Deze tentoonstelling past in het grootse project “Corpus 2005”, een initiatief opgezet door Brugge Plus, de opvolger van Brugge 2002. PR, onthaal en publieksgerichte werking De doelstellingen en projecten voor 2005 op het vlak van PR en onthaal omvatten vooral het verder wegwerken van de bestaande drempels bij het publiek, het verder uitwerken en uitbreiden van structurele partnerships met tijdschriften, kranten en eventuele andere media, publieksonderzoek en analyse, het actualiseren van de website van het PMMK, het aanmaken van een website voor het PMCP, het uitwerken van de visibiliteit van het PMMK en het PMCP, het versterken van de naambekendheid van het PMMK en het PMCP in binnen- en buitenland. De begeleiding van het publiek ligt in de handen van de publieksgerichte werking. Tot nog toe ging de meeste aandacht naar het PMMK. Naast de organisatie van cursussen en lezingen voor volwassenen, workshops voor kinderen en jongeren, een museumcursus voor leerkrachten, de vormgeving en druk van een educatieve publicatie voor jongeren vanaf 16 jaar bij de vaste verzameling van het PMMK, staat voor 2005 het digitaliseren en publiek toegankelijk stellen van de inhoudelijke informatie over de kunstwerken en de bijlage voor kinderen bij de publicatie van de catalogus van de vaste verzameling van het PMMK, centraal.
39
15 Onderwijs 15.1 PTI Kenmerkend voor het Provinciaal Technisch Instituut blijft de specificiteit van de studierichtingen Textiel, Tuinbouw, Bloemsierkunst en Biotechnieken en hun verankering binnen de bedrijfscultuur van de regio Zuid-West-Vlaanderen. In 2005 wordt bijzondere aandacht besteed aan: -
De verdere uitbouw van het BSO – metaal: het omvormen van een deel van de polyvalente hal tot vijf extra klaslokalen. De vrijgekomen ruimte in de werkplaats zal worden gebruikt als extra werkplaats. De herinplanting van het economaat, de drukkerij en het centraal magazijn. Het omvormen van de mediatheek KDG tot open leercentrum, uitgerust met 40 pc’s. Het E-learning-platform ‘Claroline’ voor iedereen toegankelijk maken en onderzoeken in welke mate kan worden samengewerkt met EduWEST.be. De start van de renovatiewerken op de campus TBS (internaatsgebouw, refter enz.). Containerklassen werden aangekocht om de tijdelijke huisvestingsproblemen op te vangen. De gefaseerde uitvoering van het masterplan campus TBS (opvang regenwater, containervelden + milieunormen).
15.2 PTI-CVO Doel is het PTI-CVO verder uit te bouwen tot een volwaardig technisch centrum voor volwassenenonderwijs via een geleidelijke toename van het aantal lesurencursist. Middelen daartoe zijn o.a. de uitbouw van bestaande en de start van nieuwe opleidingen, de naambekendheid van het CVO in de regio verhogen. Er wordt in de eerste plaats onderzocht of in september 2005 kan worden gestart met een modulaire opleiding “industriële informaticae. Daarvoor zal eerst een programma worden opgemaakt dat ter goedkeuring aan de Vlaamse Gemeenschap zal worden voorgelegd.
15.3 PMI De missie van het Provinciaal Maritiem Instituut blijft: “Technisch goed geschoolde jongeren afleveren zowel aan de zeevisserijsector als aan de sector van de kleine handelsvaart.” Bij de start van het schooljaar 2004-2005 biedt het PMI nog onderwijs aan in de twee vestigingsplaatsen, in Oostende en in Heist. Belangrijk voor de toekomst van het PMI is de wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004. Het PMI behoudt zijn gunstige urenpakket voor zover deze instelling een zesjarige onderwijsstructuur heeft. De voorwaarde om onderwijs in twee vestigingsplaatsen (vorig BVR) te verstrekken, valt dus weg. Daarom dient er prioritair werk gemaakt te worden om alle lessen te organiseren in één vestigingsplaats. Op budgettair vlak heeft dit een aantal implicaties om het voortbestaan van het Provinciaal Maritiem Instituut te kunnen garanderen. Tot op heden is er een principiële beslissing genomen om in september 2005 (start schooljaar 2005-2006) in het gebouw in Oostende van start te gaan. Er zal een oplossing moeten worden gezocht voor de voorlopige huisvestingsproblemen. Eventueel zal extra ruimte moeten worden gehuurd voor de praktijklessen.
40
15.4 Hoger onderwijs, teleleren en basiseducatie In 2005 wordt aandacht besteed aan: het samenbrengen van vraag en aanbod inzake permanente vorming die door de instellingen Hoger Onderwijs wordt aangeboden: EduWEST.be zal binnen de ingeschreven budgetten op de begroting van 2005 voortwerken aan de verdere functionele uitbouw van het nieuwe leerplatform en in de uitbreiding van nieuwe leerdomeinen; het ondersteunen van de centra voor basiseducatie in West-Vlaanderen en hen helpen promoten; het opzetten van een imagocampagne in samenwerking met de drie West-Vlaamse hogescholen en de KULAK om het hoger onderwijs in West-Vlaanderen te promoten; de Provincie zal ook in 2005 inspanningen blijven leveren bij de werkzaamheden van de twee West-Vlaamse Regionale Technologische Centra (RTC’s). Het project ProMechatronica, dat past in het RTC Zuid- en Midden-West-Vlaanderen, krijgt een financiële ondersteuning. Het RTC Westhoek-Middenkust wordt verder logistiek ondersteund. de Huizen van het Nederlands hebben als voornaamste doelstellingen: het optimaliseren van de dienstverlening aan anderstaligen die Nederlands willen leren en het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. De Provincie volgt de werkzaamheden van het West-Vlaams Huis op.
41
16 Sport De beleidsnota sport 2003-2006 werd in 2003 door de provincieraad goedgekeurd. De beleidsintenties voor 2005 vormen een weerspiegeling van een hele reeks initiatieven die dit ambitieuze meerjarenplan voorschrijft. Het Provinciaal Olympisch Zwembad staat voor een cruciale periode van beleidskeuzes. De onafwendbare technische renovatiewerken van dit 27 jaar oude, verouderde bad en de behoefte aan een eigentijdse, recreatieve uitbouw dwingen tot een meerjarenvisie. Een enquêtering met betrekking tot het huidige zwembadgebeuren in de regio Brugge heeft in elk geval ondubbelzinnig de noodzaak aangetoond van dit sportcomplex boordevol potentieel. De Provincie is op zoek naar particuliere partners die willen investeren en exploiteren op lange termijn. Een haalbaarheidsstudie heeft in die zin een aantal mogelijke investeerders opgeleverd. Via een publiek-particuliere samenwerking wil de Provincie het Olympiabad een nieuwe toekomst bieden, waarbij de kerntaak van een bovenlokaal competitiebad van ten minste vijftig meter het minimumprogramma vormt, maar waarbij zeker ruimte geboden moet worden voor recreatieve attracties. Het sportcentrum in het provinciedomein De Gavers was evenzeer aan een grondige gedaanteverwisseling toe sinds de overname in 1999. Een architectuurwedstrijd gaf de aanzet tot nieuwe ideeën binnen een totaal gewijzigde ruimtelijke omgeving. De ontwerpplannen die in 2005 en de komende jaren daaruit zullen voortvloeien, moeten leiden tot een grondige renovatie van de zuidelijke recreatiezone, waar sport en natuur en milieueducatie harmonieus een uitgebreid aanbod kunnen etaleren voor groepen en recreanten. In een eerste fase wordt de heraanleg van de zwemzone beoogd, evenals de bouw van een paviljoen met sanitaire voorzieningen voor zwemmers, duikers en avonturensporters. In Kortrijk werd in 2003 de nieuwe topsporthal in campus De Lange Munte gebouwd. De Provincie heeft via een bouwsubsidie in deze nieuwbouw geparticipeerd, maar is bewust niet in het dagelijkse beheer gestapt. Het is daarentegen wel de intentie om op promotioneel vlak met verschillende actoren nauw samen te werken om enerzijds grootschalige sportmanifestaties aan te trekken en anderzijds de provinciale zaalsportfederaties de nodige speelruimte te bieden. De kerntaak die aan de Provincies werd toegewezen met betrekking tot gehandicaptensport begint een altijd maar hogere positie in te nemen op de beleidsagenda. De conceptie van een visienota met betrekking tot personen met een handicap moet de aanzet vormen tot een groei in promotie, personeelsinzet en financiële middelen. Prioritaire aandachtspunten vormen de toegankelijkheidsonderzoeken die samen met vzw Westkans in gemeentelijke sportinfrastructuur uitgevoerd zullen worden en de opmaak van een subsidiereglement, dat alle waardevolle initiatieven rond gehandicaptensport die binnen het beleidskader van de Provincie passen, wil ondersteunen. Op het vlak van sportpromotie zullen weinig nieuwe opzienbarende activiteiten aan de sterke evenementenkalender toegevoegd worden. De politiek van diversiteit voor de doelgroepen blijft gehandhaafd, met prioritaire aandacht voor jeugdsportevenementen en manifestaties voor personen met een handicap. Gevestigde waarden als de West-Vlaamse Driedaagse Aangepast Sporten (speciale 20ste editie), de Doe Aan Sport-Beurs, Kick Op Sport en de West-Vlaamse Seniorensportdag zullen opnieuw bijna 20.000 sportievelingen bereiken. In het provinciedomein De Gavers staat de eersteling van een provinciale omnisportdag in de steigers. Opzet is om deelnemers aan de gemeentelijke jeugdsportkampen begin juli een hele dag naar het domein te lokken om er volop te proeven van allerlei water- en natuurgebonden sporten. De Brugse Rollerparade was in 2004 een riskante poging om elke eerste vrijdag van de zomermaanden een recreatieve in-lineskate-tocht door de Brugse binnenstad te organiseren. Het initiatief kende een behoorlijk succes en gold eveneens als een proefproject voor mogelijk nieuwe rollerparades. In 2005 zal het product in bijgeschaafde vorm opnieuw georganiseerd worden en zal een oproep naar andere steden gedaan worden om het Brugse voorbeeld te volgen.
42
Op het domein van sport en gezondheid heeft de lancering van de provinciale sporttest de West-Vlaamse bevolking wakker geschud over haar slechte fysieke conditie en te frequent voorkomend overgewicht. In 2005 zal het degelijke concept behouden blijven en opnieuw via de gemeentelijke sportdiensten aangeboden worden. De inwoners zullen hun fysieke toestand via eenvoudige fiets- of looptesten kunnen laten bepalen. Een wetenschappelijk verantwoord trainingsadvies moet ze vervolgens aanzetten tot geregelde sportbeoefening. Een betere conditie zal dan de beloning zijn bij het opnieuw testen. Ook de betrouwbaardere, maar meer omslachtige lactaattesten voor de al actieve sporters zullen in een aangepast kleedje in het aanbod terug te vinden zijn. Het beleid met betrekking tot subsidiëring werd in 2004 volledig hervormd. Het nieuwe provinciale reglement “betreffende het participeren aan sportieve initiatieven in WestVlaanderen” wil voortaan samenwerkingsovereenkomsten afsluiten met sportfederaties, burensportdiensten, gemeenten en andere organisatoren die op bovenlokaal vlak sportprojecten realiseren. De beleidsthema’s die daarvoor in aanmerking komen zijn vorming, sportpromotie, infoverspreiding, sportevenementen, sportmedische begeleiding, competitiekalenders enz. Uitgangspunt wordt niet meer “wie”, maar “wat” georganiseerd wordt in onze provincie. Op twee momenten van het jaar stromen honderden aanvragen voor ondersteuning binnen. Op een gestructureerde manier de hele procedure zowel administratief als inhoudelijk op een kwalitatieve manier te verankeren, is een grote uitdaging. Een ander subsidiereglement dat onlangs het licht zag, behelst de ondersteuning van investeringen in sportief-recreatieve infrastructuur. Kandidaat-bouwheren kunnen een subsidie aanvragen voor sportaccommodaties die binnen de prioriteitenlijst van de Provincie vallen. De medefinanciering van een of twee topturnhallen prijkt daarbij bovenaan. In verband met de recreatieve routes blijven de plannen bestaan voor de verdere uitbouw van het netwerk aan recreatieve mountainbikeroutes in onze provincie. Momenteel kunnen alleterrein-fietsers op zestien officieel erkende, bewegwijzerde parcours terecht. In nauwe samenwerking met het BLOSO en Westtoer zullen in 2005 wellicht nieuwe routes ontwikkeld worden in de regio’s Moorslede, Kortrijk, Zeebrugge en De Haan. Daarnaast zullen vele bestaande routes aantrekkelijker gemaakt worden en kwalitatief beter, bijvoorbeeld door de invoering van het peter- en meterschap. In 2005 zal de Provincie een “sport voor allen evenement” organiseren, waarbij de toeristischrecreatieve verbinding tussen het provinciedomein De Gavers en het Kanaal Bossuit-Kortrijk centraal zal staan.
43
17 Openbare werken – gebouwen De opdracht van de dienst Gebouwen bestaat erin de beleidsvisies van het Provinciebestuur te vertalen in bouwprogramma’s en te zorgen voor de opmaak en/of de begeleiding van het ontwerp en de realisatie van de diverse bouwprojecten. Daarenboven dient het bestaande gebouwenpatrimonium op een efficiënte en economische wijze beheerd en onderhouden te worden. De projecten situeren zich binnen de bouwdisciplines nieuwbouw, renovatie, restauratie en herstelling. De uitvoering van deze werken gebeurt met aandacht voor het gebruik van duurzame bouwmaterialen, energie- en milieuvriendelijke technieken en toegankelijkheid voor andersvaliden. Voor het begrotingsjaar 2005 staat de verdere afwerking van de bestaande projecten en de start van nieuwe initiatieven op de diverse provinciale vestigingen op het programma. -
-
-
44
Het bestaande personeelsgebouw in het provinciaal domein De Gavers in Harelbeke dient herschikt te worden om een efficiënt domeinbeheer mogelijk te maken. Binnen het kader van de goedgekeurde structuurschets voor de site zuid in het domein De Gavers wordt een volgende bouwfase opgestart. Na het zwempaviljoen dient een nieuw loodsgebouw en onthaal/infogebouw ingeplant te worden. Alle nutsvoorzieningen die de diverse gebouwen moeten voeden zullen in gecentraliseerde energiesleuven geplaatst worden. De elektrische installatie van de cafetaria in het domein Bulskampveld dient geherconditioneerd te worden. De herstelling van de bedaking en gevelramen van de kerk van het Grootseminarie in Brugge wordt als een dringende ingreep noodzakelijk geacht. In het kader van de totaalrenovatie van de Sint Salvatosrkathedraal wordt het tienjarenprogramma verder uitgevoerd. De toegankelijkheid van het Provinciehuis Abdijbeke in Brugge wordt in een eerste bouwfase gerealiseerd. Op die wijze zal het volledige gebouw rolstoelvriendelijk gemaakt zijn. In de centrale hall van het klassenblok op de PTI-campus in Kortrijk zullen de open ruimtes op de eerste verdieping getransformeerd worden tot klassenblokken. Het verzorgingstehuis ’t Venster in Emelgem wordt uitgebreid met een leefeenheid. De integratie van een zonneboiler moet zorgen voor de aanmaak van sanitair warm water. Door de uitbreiding van het machinepark binnen de Provinciale Tuinbouwschool in Kortrijk dient de bestaande loods vergroot te worden. In alle provinciale gebouwen worden de noodzakelijke aanpassingen aan de sanitaire installaties in het kader van de legionellabesluit voortgezet.