Inhoudstafel 2 Inleiding 3 Het C.A.B. in beweging 8 Kwaliteitsplanning 2013-2014 10 Contextbegeleiding Autonoom Wonen 11 Huisvesting van jongeren 13 Contextbegeleiding 14 ABFT 16 Enkele ervaringen na 5 maand Integrale Jeugdhulpverlening 18 Activiteiten 19 Vorming 20 Medewerkers
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw Bevrijdingslaan 9 9000 GENT Tel.: 09/227 92 71 Fax: 09/227 07 74 e-mail:
[email protected]
INLEIDING In het jaar 2013 zette het Centrum voor Ambu-
zinnen met een jongeren (12 tot 17 jaar) met
lante Begeleiding een paar belangrijke stappen
een internaliserende problematiek in het kader
in de richting van een andere toekomst. Deze
van een kortdurende contextbegeleiding vol-
toekomst dient zich aan door evoluties in onze
gens het model ABFT (Attachment Based Fa-
omgeving. In een eerste hoofdstuk van dit
mily Therapy). We staan stil bij een aantal
jaarverslag staan we stil bij deze evoluties en
cijfers en tendensen binnen de werkvormen.
de weg die we daarin hebben afgelegd.
We maken een eerste reeks overwegingen bij
Het jaar 2013 begon helaas met een aantal
de opstart van de integrale jeugdhulpverlening.
incidenten. We werden tot tweemaal toe
Het is te vroeg om besluiten te trekken maar
slachtoffer van een inbraak. Dit maakte dat we
het is belangrijk om op basis van onze eerste
ons veiligheidsbeleid moesten herbekijken en
ervaringen een aantal punten te formuleren die
een aantal investeringen deden en procedures
verder kunnen opgevolgd en waar nodig in
moesten herzien. We staan hier kort bij stil.
communicatie gebracht worden.
Eind november waren we opnieuw slachtoffer van een inbraakpoging. Dit keer zijn de daders er niet in geslaagd binnen te geraken in het gebouw. Het is een nieuw incident dat ons herinnert dat het belangrijk is om waakzaam te blijven en de veiligheidsmaatregelen voortdu-
Zoals steeds sluiten we het jaarverslag af met een aantal overzichten. Een overzicht van de interne en externe overlegmomenten, een overzicht van gevolgde vormingen en een lijst van medewerkers.
rend onder de aandacht te houden, te evalue-
Dit jaarverslag is het verslag van een bewogen
ren en waar nodig bij te sturen of aan te vullen.
jaar van een organisatie die volop in beweging
Daarnaast blijft een aandachtspunt binnen
is. Deze context plaatst de hele organisatie en
onze organisatie de zorg voor medewerkers bij
elk van ons voor uitdagingen. Het is een voort-
bedreigende en traumatiserende incidenten in
durend zoeken hoe we tegelijk mee kunnen
het werk. Het vast stellen van een inbraak is
groeien en plaats behouden in dit nieuwe land-
één voorbeeld, maar in concrete cliëntsituaties
schap, hoe we kunnen inspelen op positieve
doen zich ook regelmatig situaties voor die
inhoudelijke elementen in deze evoluties en
medewerkers kunnen raken en uit evenwicht
toch voldoende zorgzaam omspringen met wat
brengen: agressie, suïcidaal gedrag, een over-
onze sterktes waren en hopelijk kunnen blij-
lijden,…
ven. Het is inmiddels voor elk van ons duidelijk
Dit jaar werd werk gemaakt van het
installeren van een intern nazorgteam.
dat stilstaan geen optie is of kan zijn.
Naast deze uitgelichte topics bekijken we ook de kwaliteitsplanning van het afgelopen jaar en
Raf De Mulder
de geboekte resultaten. We kijken ook vooruit naar 2014. Kernopdracht van onze organisatie is en blijft natuurlijk de begeleiding van kwetsbare jongeren en gezinnen. We begeleiden maximum 72 cliëntsituaties: 32 jongeren die zelfstandig gaan wonen in het kader van contextbegeleiding in functie van autonoom wonen (het vroegere begeleid zelfstandig wonen), 32 gezinnen met thuiswonende kinderen in het kader van integrale en vaak langdurige contextbegeleiding (het vroegere thuisbegeleiding) en 8 geCentrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 2
HET C.A.B. IN BEWEGING in het modulair kader, wat op dat moment “ex-
KADER Het Centrum voor Ambulante Begeleiding (CAB) is in 1984 als Centrum Begeleid Wonen ontstaan in een tijd dat de jeugdbescherming, zoals ze toen nog heette, volop in beweging kwam. Tot dan toe was de zorg voor jongeren in moeilijkheden vooral residentieel georganiseerd, vaak in gezinsvervangende tehuizen. In die tijd werden nieuwe, semi-residentiële en ambulante, nu zeggen we “mobiele”, werkvormen toegevoegd. De werkvormen bestonden in grote mate naast elkaar, of kwamen in het beste geval na elkaar. De jeugdbescherming werd bijzondere jeugdbijstand, een naamsverandering die ook een andere kijk wilde uitdrukken. In dat kader startte onze organisatie als
perimenteel” modulair kader (EMK) werd genoemd. Daarnaast kozen we er voor om stappen te zetten in de richting van een fusie. Dit moet het ons mogelijk maken een plaats te vinden in dit jeugdhulplandschap waarin ten behoeve van cliënten en aansluitend bij hun hulpvraag en noden, trajecten van zorg kunnen aangeboden worden. Deze trajecten gaan uit van contextbegeleiding maar daarin kunnen, als nodig en wat ons betreft op basis van zeer grondige afwegingen, bijkomende modules worden ingeschakeld, meer bepaald dagbegeleiding, verblijf en ondersteunende begeleiding. UITDAGING: INTERNE REORGANISATIE
een dienst begeleid wonen en kwam er later
Instappen in het modulair kader betekende niet
thuisbegeleiding bij.
enkel dat we voortaan anders zullen gesubsi-
Op dit ogenblik is heel het landschap van de hulpverlening aan jongeren opnieuw in evolutie. Binnen de Bijzondere Jeugdbijstand is er een evolutie van werken in werkvormen naar werken met combineerbare modules in trajecten van zorg. De Bijzondere Jeugdbijstand gaat grotendeels op in de Integrale Jeugdhulpverlening waarbij het de bedoeling is dat zorgtrajecten over de huidige sectoren heen kunnen georganiseerd worden. Nieuwe accenten vertalen zich in nieuwe termen of termen met een nieuwe inhoud. “Contextbegeleiding” geeft aan dat niet langer het kind of de jongere alleen in de focus staat. Het nodigt uit om de brede context in beeld te brengen, vooral ook in het zoeken naar krachten en oplossingen.
dieerd worden, maar het is ook intekenen in een inhoudelijk verhaal. De hulpverlening gaat niet meer in eerste instantie uit van werkvormen. Ze richt zich op de hulpvraag van de cliënt of het cliëntsysteem en zoekt welk passend antwoord daaraan gegeven wordt. We spreken hier van “constante vraagverheldering”. Wij vinden dit een goed uitgangspunt. Tegelijk is het ook een opdracht. Het Centrum voor Ambulante Begeleiding is tot op heden zeer sterk gericht op de eigenheid en de apartheid van de werkvormen. Om echt in dit verhaal mee te gaan dringt een reorganisatie zich op. Waarom veranderen?
“Vermaatschappelijking van de zorg” nodigt
Eerste vraag is: waarom willen we verande-
hulpverleners uit om de zorg te delen met de
ren? Los van alle bijkomende overwegingen
context van het cliëntsysteem en met maat-
die kunnen gemaakt worden op vlak van tem-
schappelijke instanties en hen mee te betrek-
po, middelen, wijze van invoeren,… willen wij
ken.
ons inschrijven in dit inhoudelijk verhaal omdat
Dit stelt alle organisaties, ook de onze, voor uitdagingen en de opdracht om het eigen aanbod en de eigen werkwijze te herbekijken. In het vorige jaarverslag meldden we al dat het
we daarin geloven. Dit blijkt ook uit een eerdere keuze in onze organisatie om, samen met andere partners, mee te stappen in het eerste experiment rond multifunctionele centra (MFC).
Centrum voor Ambulante Begeleiding van
Wat we wilden bereiken, formuleerden we
meet af aan gekozen heeft om mee te stappen
kernachtig als: “We willen zo goed mogelijk
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 3
beantwoorden aan de hulpvraag van onze
len we de mogelijkheid kunnen bieden dat
cliënten door ons zo te organiseren dat we vlot
dit door de zelfde persoon of minstens bin-
flexibele trajecten kunnen aanbieden”. Con-
nen hetzelfde team kan gebeuren. Dit hoeft
creet in onze huidige organisatie betekent dit:
niet altijd zo te zijn. Continuïteit zal vaak
waar een overgang tussen contextbegeleiding
meest aangewezen zijn maar er zijn ook si-
(CB), eventueel specifiek ABFT en contextbe-
tuaties mogelijk waar net een nieuwe start
geleiding autonoom wonen (CBAW) of vice
wenselijk is en dit moet ook kunnen. Flexi-
versa wenselijk is, moet dit vlot kunnen gebeu-
biliteit inzake cliënttrajecten is nodig. Daar-
ren. Om andere modules (dagbegeleiding,
naast willen we ook een flexibele organisa-
verblijf, ondersteunende begeleiding) vlot te
tie bouwen die vlot kan omgaan met even-
kunnen inschakelen, dringt een samenwerking
tuele verschuivingen in de hulpvragen of de
met andere organisaties zich op. Daarover
noden van de doelgroepen.
verder meer. We zetten een inhoudelijke gemengde werk-
Wat veranderen?
groep op om deze ideeën verder uit te werken.
Binnen de werkgroep was het duidelijk dat, om
Begeleiders, staf, de verschillende werkvor-
deze doelen te bereiken, een grondige reorga-
men, waren hierbij betrokken. We vroegen
nisatie nodig was. Vooreerst dient de team-
Johan Moreels, medewerker van Jongerenbe-
werking te wijzigen. Tegelijk wilden we toch de
geleiding-Informant, om dit proces mee te be-
bezorgdheden van medewerkers meenemen
geleiden. Gaandeweg gingen we de waarom-
zoals die doorheen eerdere overlegmomenten
vraag verruimen. We kwamen tot drie elemen-
waren meegegeven, en die ook terug te vinden
ten:
zijn in het jaarverslag van 2012 .
Eerst en vooral willen we de gemeen-
In het herbekijken van de organisatiestructuur
schappelijkheid binnen de organisatie ver-
werden ook andere elementen uit de kwali-
sterken. Als we tot een geïntegreerde mo-
teitsplanning meegenomen: de ondersteuning
dulaire werking willen komen dan is het be-
van medewerkers en het uitbouwen van een
langrijk dat we dit doen vanuit een ge-
beleid rond coaching.
1
meenschappelijke basis. Die basis is er impliciet zeker, maar kan meer geëxpliciteerd worden.
Na een eerdere terugkoppeling in maart, legde de werkgroep in juni een voorstel op tafel. Bleek dat dit voor een deel van de medewer-
Binnen de werkvormteams is er een zeer
kers toch wel heel snel en bruusk binnen
grote expertise gegroeid doorheen de ja
kwam. We kozen er voor om in het najaar nog
ren. Vaak stelden we vast dat deze experti-
anderhalve denk- en werkdag te organiseren
se te weinig gedeeld werd terwijl dit toch
om één en ander verder door te nemen en op
een wederzijdse verrijking zou kunnen zijn.
punt te stellen.
Ondanks die vaststelling veranderde er weinig in praktijk. We willen naar een werking gaan waarbinnen expertise over werkvormen of modules heen meer gedeeld wordt, en we zo elkaar verrijken over de werkvormen heen. Derde reden om te wijzigen blijft dat we waar nodig flexibele cliënttrajecten willen kunnen aanbieden. Als op basis van een veranderde leefsituatie of hulpvraag een cliëntsysteem een andere zorg nodig is, wil-
1
Zie Werken aan kwaliteit, Centrum voor Ambulante Begeleiding, Jaarverslag 2012, specifiek p. 3-4
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 4
Uiteindelijk komen we tot een organisatiestruc-
modules en kan de aanpak van specifieke
tuur met 2 multifunctionele teams, waarin be-
vragen binnen modules een plaats krijgen.
geleiders van de verschillende modules (contextbegeleiding, contextbegeleiding in functie van autonoom wonen en kortdurende contextbegeleiding ABFT) samen zullen zitten. Op
We blijven ook intervisie voorzien voor de begeleiders. Voorlopig worden daarbij de huidige intervisiegroepen behouden.
bijgevoegd schema staan de blauwe lijnen
De hele herstructurering treedt in werking op 1
voor leiding geven, de rode lijnen staan voor
januari 2014.
ondersteuning. Er is één coördinator die leidinggevend is ten aanzien van alle pedagogi-
Hoe veranderen?
sche medewerkers en zo mee garant staat
De structuur opzetten is één ding, maar die is
voor een eenheid van beleid. De staffuncties
slechts een middel, een kader waarin de in-
zorgen, samen met de teamwerking en bij-
houdelijke werking vorm krijgt, mensen hun
scholing, voor de inhoudelijke ondersteuning
werk doen en hierover reflecteren en met el-
van de medewerkers en staan samen met de
kaar samenwerken. Binnen dit kader is er nog
coördinator voor de inhoudelijke uitbouw van
heel veel in te vullen op het terrein, namelijk
het pedagogisch beleid, zowel algemeen als
“hoe gaan we het doen?”. Er leven ook heel
specifiek naar modules. Er is één algemene
veel vragen en bezorgdheden bij medewerkers
staffunctie. Daarnaast, om tegemoet te komen
die we beluisteren en verder meenemen. Hoe
aan de zorg van de medewerkers dat de ver-
zal het allemaal concreet lopen? Ga ik wel
schillende modules hun eigenheid voldoende
weten bij wie ik met welke vraag terecht kan?
zouden kunnen bewaren, is er voor CB en
Gaan de werkvormen nog voldoende herken-
CBAW telkens een staflid die specifiek die
baar zijn? Moet ik nu voortaan alles kunnen en
module opvolgt.
doen? Hoe verhoudt zich mijn specialisatie in
De multifunctionele teams worden de werk-
één werkvorm tot mijn algemene opdracht als
eenheden en de organisatorische eenheden
begeleider? Op welk manier zal de bevraging
binnen de voorziening. Daarnaast zal er ook
gebeuren in de multifunctionele teams?
nog regelmatig module gebonden overleg zijn
Op veel van deze vragen kunnen we nu een
met de medewerkers van de werkvormen.
theoretisch antwoord geven. We zijn er ons
Daarin kan aandacht gaan naar de verdere
echter van bewust dat dit de onrust niet met-
inhoudelijke uitbouw van de onderscheiden
een wegneemt. Anderzijds is het ook zo dat al gaande de weg wordt gebaand. Door te doen
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 5
en te reflecteren op wat we doen en daarop bij
teams en voldoende flexibiliteit om op wisse-
te sturen kan deze nieuwe structuur verder
lende hulpvragen van cliënten en evoluties in
groeien en werkzaam worden.
ons doelpubliek te kunnen ingaan. Dit vraagt
De uitdaging voor de komende maanden is ervoor te zorgen dat de reorganisatie werkt en een meerwaarde betekent of kan betekenen voor de begeleiders in hun begeleidingswerk en voor de cliënten. Daarom zal in de komende maanden geïnvesteerd worden in: Opvolgen van teambesprekingen in multifunctionele teams. Welke modellen van be-
een hele aanpassing binnen de organisatie. In het afgelopen jaar werd intensief en bij momenten moeizaam gewerkt om tot een uitzuivering te komen waarom we ons willen reorganiseren en voor welke organisatievorm we kiezen. In 2014 gaan we van start in de nieuwe organisatievorm en zullen we ons vooral moeten richten op hoe we dit alles verder vorm geven.
spreking hanteren we, welke werkt goed en minder goed, waar kan bijgestuurd worden?
EXTERNE REORGANISATIE: OP WEG NAAR EEN
Hoe organiseren we ons dat begeleiders
FUSIE
elkaar op een constructieve manier feedback kunnen geven over hun ervaringen om dit proces positief te laten verlopen? Vaardigheden voor de staffuncties voor hun
In het vorige jaarverslag meldden we dat het CAB samen met enkele partnerorganisaties een fusie wil aangaan. De eerste reden daarvoor is dat we een meerwaarde willen realise-
ondersteunende opdracht naar begeleiders
ren naar onze cliënten door vlotter multifuncti-
(verder) uitbouwen door middel van vor-
oneel te kunnen samenwerken waar nodig. We
ming en feedback op en overleg met elkaar.
denken daarbij aan cliëntsituaties waar het
Medewerkers kijken naar de verandering die
wenselijk is om dagbegeleiding of verblijf (tijde-
op hen afkomt nu eens met een nieuwsgierige
lijk) in te schakelen. Een aantal jaren geleden
blik (“Hoe zal dat worden?”) en dan weer ang-
namen we met het Gents Regionaal Overleg
stig en onzeker (“Wat zal er allemaal gebeu-
Bijzondere Jeugdbijstand (het GROB), deel
ren? Ga ik dat wel kunnen?”). De komende
aan het eerste experiment voor multifunctione-
weken en maanden gaan we concrete stappen
le centra (MFC). We deden daarbij twee vast-
zetten. Naast de inhoudelijke ondersteuning
stellingen: vooreerst dat het absoluut niet evi-
zal er ook via de opvolgings- en coachingge-
dent is om naadloze cliënttrajecten te organi-
sprekken met medewerkers stil gestaan wor-
seren met verschillende organisaties en ten
den bij hoe zij met die verandering kunnen
tweede dat in het aanbod van het toenmalige
omgaan, wat zij nodig hebben om hierin over-
GROB een residentie categorie 1 voor alle
eind te blijven en te groeien en welk traject we
leeftijden ontbrak. Vier van de zes partners van
daarrond samen kunnen afleggen.
het GROB kozen daarom om verdere stappen
Wellicht zal deze verandering regelmatig dienen bijgestuurd te worden. Op basis van de ervaring zal het nodig zijn om ad hoc afspra-
te zetten naar een fusie en een bijkomende partner te zoeken in functie van het vervolledigen van het aanbod.
ken te verfijnen of te herbekijken als blijkt dat
Via verkennende gesprekken werd die nieuwe
elementen over het hoofd zijn gezien of in
partner gezocht. Op 30 januari 2013 onderte-
praktijk niet werken. Een eerste grondige eva-
kenden zes organisaties een “Intentieverkla-
luatie wordt voorzien na een half jaar werken.
ring voor fusie”, met name: Vzw aPart, dienst voor ondersteunende
Besluit
begeleiding en time-outprojecten en vzw De
Door het instappen in het EMK maken we de
Werf, een dienst die persoonlijke ontwikke-
overgang van een organisatie met 2 afdelingen
lingstrajecten en time-out projecten organi-
naar één organisatie met multifunctionele Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 6
seert. Deze 2 diensten fusioneren op 1 ja-
De bestuurderscommissie vergadert samen
nuari 2014 tot één organisatie: vzw aPart.
met de directies van de partnerorganisaties.
Dagcentrum De Totem, dienst die context-
De directies vergaderen ongeveer om de 14
begeleiding en dagbegeleiding aanbiedt.
dagen in een directiecomité fusie. Zij bereiden
Hadron, organisatie die specifiek voor ado-
de vergaderingen van de bestuurderscommis-
lescente jongens contextbegeleiding, ondersteunende begeleiding en verblijf aanbiedt in de CANO-formule (centrum voor actieve netwerkondersteuning). Centrum voor Integrale Jeugd- en Gezinszorg, beter bekend als Sint-Jan-Baptist, dat contextbegeleiding en verblijf aanbiedt aan jongens en meisjes van 0 tot 18 jaar en ook erkend is als Centrum voor Integrale Gezinsbegeleiding. Het Centrum voor Ambulante Begeleiding.
sie voor, werken opdrachten uit en volgen de dagelijkse werking op en bekijken daarin hoe die verder kan gestuurd worden in het perspectief van de fusie. De heer Erik De Kempeneer, directeur van CIJG, is gedeeltelijk vrijgesteld om de werkzaamheden te leiden en voor te bereiden. De werkgroep pedagogisch verantwoordelijken en de werkgroep kwaliteitscoördinatoren zijn al enkele keren samen geweest. Zij zullen, in opdracht van de bestuurderscommissie en het directiecomité het pedagogisch beleid en het
Met deze partners samen kunnen we een or-
kwaliteitsbeleid verder op elkaar afstemmen.
ganisatie opbouwen die alle modules voor
Er wordt telkens een link voorzien tussen deze
hulpverlening in de (vroegere) bijzondere
werkgroepen en het directiecomité zodat de
jeugdzorg aanbiedt, en daarnaast nog een
werkzaamheden kunnen opgevolgd en aange-
aanbod in onderwijs via de werking van De
stuurd worden.
Werf.
Een belangrijk aandachtspunt in het komende
In het jaar 2013 hebben we op verschillende
jaar is de communicatie met en het betrekken
niveaus verder gewerkt in de richting van de
van medewerkers bij dit fusieproces. Een aan-
fusie. Er is een bestuurderscommissie
die
tal algemene principes daarrond zijn afgespro-
ongeveer maandelijks samenkomt en waarin
ken, maar moeten nog verder geconcretiseerd
van elke organisatie één bestuurder is afge-
en in praktijk gebracht worden. Er dienen ook
vaardigd. Zij zetten de grote lijnen uit en sturen
afspraken gemaakt te worden voor overleg met
de werkzaamheden van andere geledingen.
de syndicale afvaardiging in de verschillende
Binnen de bestuurderscommissie is een fusie-
organisaties.
protocol uitgewerkt dat eind 2013 werd goedgekeurd. De krachtlijnen voor de fusie zijn duidelijk. We willen overgaan naar één organi-
Raf De Mulder
satie met één beheer die alle middelen en werkingen van de fusionerende partners overneemt. We zijn er ons tegelijk van bewust dat er nog heel veel werk aan de winkel is. Het is de bedoeling om in 2014 de fusie inhoudelijk en organisatorisch verder voor te bereiden en uit te werken. Waar nodig kan beroep gedaan worden op externe expertise. We willen de fusie rondkrijgen tegen 1 januari 2015.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 7
KWALITEITSPLANNING 2013-2014 In dit jaarverslag blikken we terug op de kwali-
De dienstverplaatsingen met de wagen
teitsplanning van vorig jaar en wat we daarvan
stegen met 7% in vergelijking met vorig
konden realiseren. We kijken ook vooruit naar
jaar. Er is een opvallende verschuiving van
2014 en stellen onze jaarplanning voor. Het
verplaatsingen met de eigen wagen (6%
belangrijkste deel van de kwaliteitsplanning het
minder of ruim 2000 kilometer) naar ver-
afgelopen jaar hebt u al gelezen in de topic
plaatsingen met Cambio die net niet ver-
“Het CAB in beweging”. Meteen zijn daarin ook
dubbelden (4600 kilometer meer). In de
de twee belangrijkste projecten voor 2014
loop van 2013 kwam er ook een tweede
genoemd:
cambio-abonnement.
De nieuwe organisatiestructuur implementeren, doen werken en waar nodig bijsturen. De fusie organisatorisch en inhoudelijk voorbereiden.
In openbaar vervoer investeerden we het afgelopen jaar ook 25% meer dan het jaar 2012. We blijven merken dat een bewust omgaan
Deze nieuwe uitdagingen voor de organisatie vergden vorig jaar en zullen in het volgend jaar heel wat energie vergen en zetten sommige andere projecten deels in de schaduw.
dacht aan moeten geven. Mensen aanmoedigen om te fietsen, cambio-gebruikers af en toe aanspreken om de cambio-formule te gebruiken waarvoor ze meest geschikt is, samen denken hoe je nu best naar die studiedag
UITWERKEN MOBILITEITSBELEID
gaat,… Milieubewust, prijsbewust, tijdsbewust,
In 2012 zorgde een werkgroep binnen het CAB voor de uitwerking van een mobiliteitsbeleid.
met mobiliteit iets is waar we regelmatig aan-
2
Ons verplaatsen is, als dienst voor mobiele
het is drie keer “bewust” en als je dat voor ogen blijft houden dan lukt het, en behaal je ook resultaat!
hulpverlening, deel van onze kernopdracht. We willen ons milieubewust - kostenbewust - tijds-
VERDER UITWERKEN VAN BELEID TRAUMA – VEI-
bewust proberen te verplaatsen. Het is dus niet
LIGHEID – AGRESSIE (TVA)
de bedoeling om ons minder te gaan verplaatsen, maar wel bewuster.
In de voorbije jaren bouwden we met een werkgroep TVA een beleid op rond omgaan
Dit jaar planden we om via kencijfers te blijven
met de (on)veiligheid, incidenten, trauma’s die
opvolgen of het mobiliteitsbeleid werkt. Tevens
ons werk kan inhouden. In het voorjaar 2013
planden we een nieuwe ludieke bewustma-
hebben we als voorlopig sluitstuk van dit beleid
kingsactie voor de medewerkers. De actie
de nazorg verder op punt gezet. We hebben
werd het inhuldigen van nieuwe bedrijfsfietsen,
gekozen om een intern nazorgteam op te lei-
want de vorige werden helaas gestolen.
den dat medewerkers na een mogelijk trauma-
De cijfers zijn hoopgevend:
tiserende
De dienstverplaatsingen met de eigen fietsen zijn, na de verdubbeling vorig jaar, opnieuw met 25% gestegen tot 2850 kilometer.
ervaring
opvolgt
via
het
3-
gesprekkenmodel. Een groep van medewerkers kreeg een interne opleiding aangeboden vanuit Human Link. We leerden het kader kennen en trainden de gespreksvaardigheden in.
De CAB-fietsen werden net iets minder
De inbraken binnen onze voorziening in januari
gereserveerd dan vorig jaar, ook als je de
en februari waren 2 incidenten. We besteed-
afwezigheid na diefstal in rekening brengt.
den op de dagen van de inbraken bijzondere aandacht aan de directe opvang van de medewerkers. In een tweede beweging werden
2
Zie Centrum voor Ambulante Begeleiding, Jaarverslag 2012
ook de interne procedures herbekeken, wer-
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 8
den nieuwe veiligheidsafspraken gemaakt en werd er geïnvesteerd in een betere fysieke beveiliging van de gebouwen. Dit had in die mate succes dat bij een nieuwe inbraakpoging in november de daders het gebouw niet binnen geraakten.
KWALITEITSSYSTEEM UITBOUWEN Het uitbouwen van een kwaliteitssysteem dat kadert binnen de nieuwe regelgeving rond kwaliteit zal verder gebeuren in samenspraak met de partners waarmee we fusie gaan voorbereiden. Momenteel worden daarbij de ver-
Regelmatig vallen medewerkers tijdelijk uit
schillende regelingen en systemen met elkaar
binnen onze organisatie omdat het hen te
vergeleken. Van hieruit zal een globaal sys-
zwaar wordt, omwille van burn-out,… Deze
teem worden uitgewerkt waarbij waar mogelijk
vaststelling blijft ons voor uitdagingen plaatsen
procedures en instrumenten op elkaar worden
over hoe we hiermee kunnen omgaan. We
afgesteld.
hebben al een opvolgingssysteem via het ziekteverzuimbeleid. We willen samen met alle
PLANNING 2014
medewerkers zoeken hoe we een klimaat kun-
Het installeren, implementeren en bijsturen
nen creëren dat dit uitvallen zo veel als mogelijk kan voorkomen.
van de nieuwe interne organisatiestructuur. Het verder inhoudelijk en organisatorisch
COACHING BINNEN HET CAB Vanuit vele medewerkers krijgen we een sterke vraag naar ondersteuning in het individuele
uitbouwen van de fusie. Het implementeren van de afspraken rond coaching en werkbegeleiding.
en mentaal belastende werk dat zij uitvoeren
Het aanpassen van de werkafspraken en
bij gezinnen en jongeren. Wij hebben in het
procedures rond aanmelding, begeleiding
voorbije jaar bij het hertekenen van de organi-
en evaluatie in cliënt situaties in functie van
satie deze vraag een plaats gegeven. Voor-
de nieuwe realiteit van de IJH.
eerst installeren we een nieuw systeem van werkbespreking rond de concrete begeleidingsdossiers, voor elke begeleider met iemand van de stafmedewerkers.
Het werken aan een positieve sfeer binnen de organisatie en daardoor uitval zo veel mogelijk verminderen of voorkomen.
Daarnaast krijgt de coördinator de opdracht met de begeleiders een ontwikkelingstraject uit
Raf De Mulder
te tekenen, en hen daarbij zelf te coachen of samen op zoek te gaan naar coaching en opvolging. INVOEREN ELEKTRONISCH JOURNAAL Op de agenda voor 2013 stond ook de invoering van het elektronisch journaal voor cliëntactiviteiten. We hebben echter gemerkt dat met de uitbouw van de nieuwe organisatiestructuur, de invoering van integrale jeugdhulpverlening en andere turbulenties, er onvoldoende mentale ruimte was om dit programma op te starten. We hebben dit voorlopig “on hold” gezet. Mensen blijven verder hun dossiers manueel bijhouden.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 9
Contextbegeleiding Autonoom Wonen
ALGEMEEN In het afgelopen jaar startten we 15 begelei-
dent is om binnen die hulpverlening terecht te
dingen op in Contextbegeleiding Autonoom
kunnen.
Wonen (CBAW). Tot half september gebeurde dit in de Bijzondere Jeugdbijstand, erna kwamen er nog drie opstarters vanuit de jeugdrechtbank in de Integrale Jeugdhulp. We hadden een gemiddelde bezetting van een kleine 90%.
In 2014 zullen we verder de eigen registratie gebruiken die we ontwikkelden in samenwerking met de Federatie Diensten Begeleid Wonen. We hopen in 2015 opnieuw over een stevig registratiesysteem te beschikken in BINC 2.0. We merken dat de categorieën van
Opvallende vaststelling is dat de meerderheid
een algemene cliëntregistratie te breed zijn om
van de opgestarte jongeren doorverwezen
zicht te krijgen op evoluties bij de jongere en
werd door de Jeugdrechtbanken, 8 uit Gent, 1
de omgeving. Soms lijkt het er op of er geen
uit Oudenaarde. Dit is uitzonderlijk. Het is nog
evolutie is (“de jongere is nog steeds niet aan
te vroeg om daarin een tendens te zien. We
het werk”) terwijl jongere, begeleider en omge-
volgen dit verder op, zeker ook in functie van
ving toch evolutie zien. De effectevaluatie die
de opstart van de integrale jeugdhulpverlening.
we hanteren kan dat in concrete begeleidingen
We zien ook dat jongeren al lang niet meer van bij de start automatisch alleen wonen. Ook de woonsituatie bij afsluiten is heel verscheiden. Een kleine helft woont alleen, anderen wonen samen met het gezin van herkomst, met een
zichtbaar maken, maar is te subjectief om tot overkoepelende conclusies te komen. We blijven op zoek naar methodes om de werkzaamheid van onze hulpverlening te evalueren.
partner of kennissen. Twee jongeren zijn resi-
We kijken ook naar de begeleidingsactiviteiten
dentieel opgevangen. De woonproblematiek
zelf. Tot vorig jaar hadden we enkel een over-
blijkt uit de cijfers. Van de 7 jongeren die een
zicht over het aantal begeleidingscontacten.
eerste eigen woonsituatie verwerven op de
Dit jaar hielden we in het kader van het expe-
private huurmarkt betaalt één tussen 375 en
rimenteel modulair kader ook de tijdsduur bij.
400 euro en de anderen meer dan 400 euro
We merken dat de cijfers in CBAW lager liggen
huur. De woonkost is bij velen verantwoordelijk
dan wat we verwachtten. Hypothese is dat dit
voor zowat de helft van het budget. Sociale
te maken heeft met het feit dat we blijven in-
verhuur kan hier een oplossing zijn. U leest er
vesteren in cliënten die dreigen af te haken.
verderop over in dit jaarverslag.
We bekijken dit verder. Een heel aantal taken
We merken ook dat de activering van jongeren niet evident blijft. Van de afsluiters zijn er 2 werkenden, 2 studeren nog en de overige 2/3 is in verschillende statuten werkloos en op zoek naar daginvulling.
haalt deze registratie niet: briefwisseling, mails en formulieren met andere diensten en rond administratie. In alle begeleidingen is er contact met één of beide ouders, behalve waar dit onmogelijk is. Naast andere steunfiguren is er nog een hele reeks van diensten en voorzie-
Voor heel wat jongeren schatten we in dat
ningen waarmee begeleiders contact houden
verdere hulpverlening wenselijk is. Bij de helft
rond huisvesting, administratie, hulpverlening,
van de jongeren is die bij afsluiten ook geïn-
dokters,…
stalleerd. We blijven inspanningen doen om een vlottere overgang te realiseren van hulpverlening voor jongeren naar volwassen hulpverlening. We merken dat het voor onze jongeren met vaak een beperkte motivatie niet evi-
Cijfers zijn geen waarden op zich. Ze zijn een uitnodiging om verder te reflecteren over onze werking, te zien wat goed loopt en onszelf in vraag te stellen en onze praktijk bij te sturen.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 10
Door in de komende maanden en jaren verder werk te maken van zelfevaluatiesystemen kunnen we onze huidige registratie praktijk in dit licht herbekijken en bijsturen om zo efficiënt mogelijk relevante data te vergaren om onze werking te bevragen. We blijven ons er tegelijk van bewust dat een begeleiding een heel subtiel en ingewikkeld proces is van relatievorming en beïnvloeding dat nooit volledig in statistieken kan gevat worden. Team Contextbegeleiding Autonoom Wonen
HUISVESTING VAN JONGEREN Zelfstandig gaan wonen is niet evident voor
tekenen, hebben ook plots ‘kans’ op een ge-
een 17 à 18 jarige en gaat vaak gepaard met
schikte woonst. Het geeft hen hoop, weg uit
wisselende emoties en twijfels. Zelfs al kan het
een problematische leefsituatie, een plekje
voor velen onder hen een verademing en rust
voor zichzelf in het vooruitzicht, perspectief op
betekenen, vaak gaan deze gevoelens hand in
een betere toekomst. Een mooie start voor
hand met momenten waarin angst de kop op
deze jongeren. Uiteraard is dit nog maar het
steekt. “Zal het mij wel lukken?”. Het zou leuk
begin van hun zelfstandig leven en volgt nog
zijn mochten we die jongeren dan kunnen ge-
een leerproces waarin vallen en weer opstaan
ruststellen. Maar al van bij het prille begin
voldoende plaats moet krijgen. Het in kaart
moeten we hen er op wijzen dat de eerste
brengen van de verschillen tussen de private
grote stap, namelijk een studio of appartement
en sociale huurmarkt en de gevolgen op lange
vinden, heel hard werken is.
termijn voor de jongeren die begeleid auto-
Velen onder hen krijgen te maken met teleurstellingen: een huisbaas of makelaar die niet wil verhuren aan een minderjarige, iemand met een laag inkomen, iemand die in begeleiding
noom gaan wonen, zou heel leerzaam kunnen zijn maar is op dit moment te vroeg. Wij kunnen eind 2013 enkel een aantal feitelijke gegevens weergeven….
is… of de woonst is te duur, in te slechte staat,
16 van de 32 jongeren die we begeleiden kon-
je kan of mag er je domicilie niet plaatsen,…
den in 2013 hun intrek nemen in een (Gentse)
Wat een verademing toen we in 2011 te horen kregen dat ‘onze jongeren’ voorrang krijgen op de sociale huisvestingsmarkt! Het gaf ons en de jongeren ruimte! Ruimte om samen mogelijkheden te overlopen terwijl ze voordien gewoon geen keuze hadden. De voor- en nadelen op een rijtje zetten leert deze jongeren al meteen hoe je keuzes kan maken en welke gevolgen ermee gepaard kunnen gaan. Jongeren die de vaardigheden niet hebben om een huisbaas te woord te staan, of geen steunfiguur in hun omgeving hebben die mee op stap gaat of mee het huurcontract kan of wil onder
sociale woning. Het meest opvallende aan deze cijfers is de huurprijs. Alle 16 jongeren betalen een huurprijs die niet hoger ligt dan 299 euro, terwijl de jongeren op de private huurmarkt vaak meer dan 400 euro betalen. Dit is uiteraard maar 1 aspect binnen hun nieuwe statuut als huurder
maar één van
groot belang. Ruimte krijgen om naast alle vaste kosten ook nog een klein centje over te houden waarover ze zelf kunnen beslissen levert ook hier weer groeikansen aan deze jongeren. De aangemelde jongeren zonder vaste verblijfplaats of vanuit een leefsituatie die zeer problematisch is, zijn gebaat bij het zo
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 11
snel mogelijk vinden van een eigen plekje. Ook hier kwam onze versnelde toegang tot een sociale woning aan tegemoet. 13 van de 16 jongeren kregen een toewijs binnen de 3 maanden. 8 van deze jongeren konden deze woning ook effectief betrekken binnen de 2 maanden na toewijs. Dit blijft vrij lang, zeker in crisissituaties. Naast de jongeren die binnen de bijzondere jeugdbijstand autonoom gaan wonen, zijn er andere doelgroepen die met dezelfde woonproblematiek te maken krijgen. Personen die via een dienst Geestelijke Gezondheidszorg of VAPH een eigen woning moeten vinden of jongvolwassenen die zelfstandig gaan wonen via het algemeen welzijnswerk, vertrekken evenzeer vanuit diezelfde kwetsbare situatie. Een wijziging binnen het kaderbesluit sociale huur was wenselijk en is er ook gekomen. De bovenstaande doelgroepen werden op 1/1/14 toegevoegd maar daar tegenover werd het contingent teruggeschroefd. Een beweging die door de diensten autonoom wonen binnen het niet rechtstreekse toegankelijke hulpaanbod in het Gentse, niet wordt begrepen. Momenteel zijn de begeleidende diensten van de doelgroepen volop in overleg met de huisvestingsmaatschappijen en de schepen van wonen van de stad Gent, Dhr. Balthazar, om verder te onderhandelen om dit contingent te verhogen. Wordt vervolgd…
Sandrine Lippens
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 12
Contextbegeleiding
ALGEMEEN De werkvorm Integrale Thuisbegeleiding zag
Van Boven. De intervisie wordt door de bege-
dit jaar 9 begeleidingen afsluiten. We merken
leiders als zeer waardevol geëvalueerd. Een
dat de duur van de afgesloten begeleidingen
andere vorm van inhoudelijke verrijking was
varieert van een kleine 9 maanden tot ruim 6
het wisselleren waarin enkele begeleiders zich
jaar, met een meerderheid van begeleidingen
engageerden.
die binnen de 2 jaar afgesloten werden. We startten 7 nieuwe begeleidingen op, allemaal aangemeld door verwijzers uit Gent, 4 CBJ en 3 jeugdrechtbank. Aan het einde van het jaar werden ook 2 begeleidingen aangemeld vanuit de toegangspoort integrale jeugdhulp.
In het voorbije jaar waren er geen aan de werkvorm gevonden inhoudelijke thema’s die het gehele jaar beheersten. Thema’s die wel besproken werden in de teamwerking zijn het omgaan met risicosituaties, en daarbij specifiek het afstemmen op andere hulpverleners in
We blijven vaststellen dat de populatie gezin-
de gezinssituatie en hoe daarbij omgaan met
nen die aangemeld en begeleid wordt in inte-
een verschillende kijk op en inschatting van
grale thuisbegeleiding een zeer grote variatie
risico’s. Dit is een belangrijk thema in een wij-
inhoudt. Dit heeft zowel te maken met de leef-
zigend hulpverlenings-landschap waarbij ge-
tijd van de kinderen, de gezinssamenstelling,
dacht wordt in cliënttrajecten en minder in
de problematieken. Het is zeer moeilijk, zeker
werkvormen. Hoe kan je omgaan met risico, en
ook als we over relatief kleine aantallen spre-
hoe maak je afwegingen tussen enerzijds het
ken, om daar een lijn in te zien.
maximaal gebruiken en uitputten van de moge-
Tijdens de begeleiding werken we samen met de gezinsleden. Deze contacten worden geregistreerd en in functie van de registratie van het experimenteel modulair kader ook geteld.
lijkheden van ambulante en mobiele hulpverlening, en anderzijds het zo nodig tijdig erkennen van de nood aan meer ingrijpende hulpverlening.
Bij het evalueren van de werkvorm thuisbege-
Een ander thema in het team thuisbegeleiding
leiding of contextbegeleiding is het belangrijk
was noodzakelijkerwijs het opvangen van het
om ook te zien dat naast de directe gezinsle-
uitvallen van de teamcoördinator halfweg het
den er ook veel en intens wordt samengewerkt
jaar. Daarbij diende gezocht te worden naar
met contextfiguren, vaak in aanwezigheid van
oplossingen op korte en iets langere termijn,
de gezinsleden, maar soms ook via telefoons
waarbij het team eerder het gevoel had te
en andere contacten. Het gaat hierbij om men-
overleven dan vlot te kunnen ademhalen. Dit
sen in het eigen netwerk zoals familie, buren,
gebeuren situeerde zich ook in de periode
andere steunfiguren, maar daarnaast ook over
waarin volop werk werd gemaakt van een in-
andere hulpverleners en professionelen rond
terne reorganisatie waarover je elders in dit
het gezin: school, hulpverlening, medici, admi-
jaarverslag meer kan lezen. Naast de prakti-
nistratieve en gerechtelijke instanties, politie,…
sche zorg was er ook de nood om het gebeu-
Voor het begeleiden van de complexe cliëntsi-
ren een plaats te geven.
tuaties hebben begeleiders nood aan een ge-
In het najaar werd het onderwerp integrale
degen ondersteuning. Naast de teammomen-
jeugdhulp een thema op het team. We zijn nog
ten is er binnen het team thuisbegeleiding ook
volop in het proces om de nieuwe realiteit een
een intervisie opgestart waar binnen kleine
plaats te geven binnen onze werking. Binnen
groepjes de begeleiders veilig hun werk met
contextbegeleiding blijkt dit minder snel impact
elkaar kunnen aftoetsen. Bij de evaluatie werd
te hebben omdat een aantal elementen minder
gekozen voor verderzetten van intervisie in
veranderen. In het overgrote deel (meer dan
kleine groepen (4-tal mensen) en met begelei-
90%) van de begeleidingen wordt de rol van de
ding van een extern begeleider, mevrouw Sien
opvolgende verwijzer vervangen door een
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 13
observerende of interveniërende case-manager of consulent van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Dit maakt ook dat de begeleiders zelf minder te maken krijgen met het opstellen van A-documenten voor verlenging van de hulpverlening. Voorlopig situeert onze ambulante hulpverlening zich nog volledig achter de poort. Het jaar 2013 was een jaar waarin niet één thema dominant was doorheen het werkjaar, maar we zijn ingegaan op wat zich aandiende. Naast de begeleidingen werd er werk gemaakt van de nieuwe realiteit die op ons afkomt: de opstart van de integrale jeugdhulpverlening, de interne reorganisatie. In 2014 wordt het zaak om deze elementen verder uit te bouwen.
ABFT EEN WOELIGE PERIODE
lijke nam de organisatorische ondersteuning over, maar viel in juni uit. Het team bleef ver-
2013 startte voor ABFT heel hoopvol: Garry
weesd achter. Zij bleven supervisie krijgen
Diamond (klinisch psycholoog, ABFT-therapeut
door Suzanne A. Levy (klinisch psycholoog,
in Israël) kwam naar Leuven en dompelde ons
ABFT-therapeut) vanuit Amerika, dit bleek
onder in een ABFT bad. Het was zowel voor
echter onvoldoende te zijn.
nieuwe als voor meer ervaren begeleiders een leerrijke en boeiende ervaring. Het gaf ons
Na de zomervakantie werd dan ook vanuit het
opnieuw de bevestiging hoe mooi en bruikbaar
team aan de alarmbel getrokken. Wegens
het model kan zijn bij onze doelgroep. We
ziekte van een begeleider viel het team terug
kregen nieuwe energie.
op twee begeleiders. De ondersteuning vanuit Amerika werd opgedreven naar veertiendaag-
Naast de inhoudelijke input vanuit het congres,
se supervisiemomenten (i.p.v. om de zes we-
breidden we ons team uit van twee naar drie
ken). Daarnaast werden er intern werkbespre-
begeleiders. De voorbije jaren toonden aan dat
kingen met een ex-ABFT collega georgani-
dit een must was om het teamgebeuren te
seerd.
dragen. Er kwamen twee nieuwe (één uit autonoom wonen en één uit contextbegeleiding)
Op het einde van het jaar drong een evaluatie
collega’s ons team vervoegen. De gespeciali-
zich op: een terugblik naar het voorbije jaar en
seerde kracht ging in zwangerschapsverlof en
een vooruitblik naar de toekomst. De vraag:
stopte hierdoor met begeleidingswerk, en vanaf begin mei ook met de inhoudelijke onder-
“Hoe kan ABFT blijven voortbestaan in het CAB?”, werd prangend.
steuning van het team. De teamverantwoorde
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 14
ONDERSTEUNING
VOORUITBLIK NAAR DE TOEKOMST
Ondersteuning bleek hierin een heel belangrijk
Het CAB kiest ervoor om kortdurende begelei-
topic: zowel intern als extern. Begeleiders
ding volgens het ABFT model te blijven aan-
hebben nood aan ABFT-specifieke vaardighe-
bieden. ABFT is een waardevol model. Het
den en basisprincipes vanuit de systeemthera-
biedt nieuwe perspectieven voor gezinnen met
peutische en Emotional Focused Therapy
een jongere met een ernstig internaliserende
hoek. Om die reden start er in februari een
problematiek. Juiste doorverwijzingen, en een
korte opleiding die zich toespitst op vaardighe-
juiste toepassing van het model in combinatie
den die een basis leggen in het begeleidings-
met een goede ondersteuning kan ABFT weer
werk. Daarnaast krijgen alle ABFT medewer-
helemaal op de rails zetten. We weten meteen
kers de kans om een langdurige therapeuti-
waar we verder aan werken in 2014!
sche opleiding te starten. De ondersteuning vanuit Amerika via skype en de interne werkbesprekingen blijven ook doorgaan.
Het ABFT-team
AANMELDINGEN Daarnaast blijft een correcte instroom een belangrijk aandachtspunt aangezien het een werkvorm is voor een specifieke doelgroep (jongeren met een internaliserende problematiek). Een evaluatie met consulenten uit Jeugdrechtbank en OCJ heeft reeds plaatsgevonden. Naar aanleiding van de veranderingen in het hulpverleningslandschap liggen de kaarten opnieuw anders. Dit wil zeggen dat waar consulenten voorheen de enige verwijzende instanties waren, er nu ook andere doorverwijzers (zoals CLB’s, CAW’s, VCK,…) een rol zullen spelen. Hoe dit voor de juiste aanmeldingen zal zorgen, dient verder opgevolgd en uitgezocht te worden. TEAM Zoals voorheen aangegeven, is een team dat bestaat uit twee begeleiders onvoldoende groot en ondersteunend. Een 3
de
begeleider is
belangrijk om de werkvorm verder te kunnen dragen en te laten voortbestaan. Daarnaast is voldoende ondersteuning en vorming voor ABFT-begeleiders belangrijk.
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 15
ENKELE ERVARINGEN NA 5 MAAND INTEGRALE JEUGDHULPVERLENING Tot op heden werden wij vooral binnen con-
ter! Op vandaag staan er nog steeds 5 plaat-
textbegeleiding in functie van autonoom wonen
sen open terwijl er 25 jongeren op de wachtlijst
(CBAW) geconfronteerd met veranderingen
staan. We zien hier verschillende oorzaken:
ten gevolge van IJH. Meer dan 80% van de
De contactpersoon aanmelder volgt de
jongeren binnen CBAW hebben geen instantie die vanuit een maatschappelijk perspectief opvolgt. Meerderjarigen kunnen namelijk niet terecht bij het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ). Het werken zonder externe opvol-
cliëntsituatie niet meer op, en het is zoeken wie dit nu wel doet. De contactgegevens ontbreken of zijn niet correct.
ger is nieuw voor ons. Binnen contextbegelei-
De cliënt staat op verschillende wachtlijsten
ding (CB), zowel bij integrale CB als kortdu-
en is al met een andere dienst in overleg en
rende CB, gaat het slechts om minder dan
dit is niet zichtbaar op de wachtlijst.
10% van de gezinnen die geen extern opvolgende instantie meer hebben. Bij CBAW hebben de meeste maatregelen een duur van 6 maand. Voor meer dan de helft van deze dossiers hebben wij reeds een verlenging aangevraagd via de toegangspoort. De eerste
De cliënt staat al lang op de wachtlijst (soms meer dan een half jaar) en de vraag is niet langer actueel. Het (tijdelijk) computersysteem werkt log en is niet erg gebruiksvriendelijk.
ervaringen bij het opmaken en opvolgen van
Dit alles tegenkomen en uitzoeken vraagt veel
een A-document komen hieronder verder aan
werk en ook kostbare tijd die verloren gaat
bod.
voor de wachtenden. De opstart van CB verloopt vlotter. Er werden
BEHEER WACHTLIJST
tot nu toe 2 open plaatsen doorgegeven aan
Het beheer van de wachtlijst verloopt heel
de wachtlijst en dit resulteerde vrij vlot tot 2
moeilijk. Vóór IJH gaven wij op geregelde ba-
opstarters.
sis de open plaatsen door aan de Centrale Wachtlijst. Dit systeem verliep vlot. Sedert IJH werken wij met een “zelf te beheren” wachtlijst via een computersysteem Interfaunus. Het is de dienst jeugdhulpregie die cliënten op deze wachtlijst plaatst. Op vandaag (17/02/14) staan er 44 gezinnen op de wachtlijst voor context-
Voor de kortdurende CB (Attachment Based Family Therapy) is er momenteel geen wachtlijst terwijl er op vandaag 4 open plaatsen zijn. Het is voor ons nog onduidelijk wat de oorzaak hiervan is. We zijn hierover in overleg met het team jeugdhulpregie.
begeleiding (CB), 25 jongeren op de wachtlijst
We kijken ook uit naar een meer gebruiks-
voor contextbegeleiding in functie van auto-
vriendelijk systeem dan Interfaunus, wellicht
noom wonen (CBAW) en is er geen wachtlijst
samen met alle actoren die ermee te maken
voor ABFT (kortdurende contextbegeleiding).
hebben…
Het beheer van die wachtlijst verloopt momenteel nog stroef, terwijl een vlotte instroom van
AANVRAAG VOOR VERLENGING
open plaatsen van cruciaal belang is. Zoniet
Zoals hierboven reeds vermeld hebben wij
blijven kinderen, jongeren en gezinnen node-
voor 17 CBAW dossiers reeds een verlenging
loos lang in de kou staan.
aangevraagd. Voor CB is dit nog maar twee
Ter illustratie, op 26/12/14 werden er 4 plaat-
keer gebeurd. De ervaringen hieronder gelden
sen voor CBAW open gesteld. Om deze 4
dan ook vooral voor CBAW.
plaatsen in te vullen, werden reeds 23 jonge-
Wanneer wij in overleg gaan met de toegangs-
ren gecontacteerd wat resulteerde in 1 opstar-
poort horen we geregeld dat elke vraag tot
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 16
verlenging voor een meerderjarige grondig
Voor contextbegeleiding is het niet evident om
gemotiveerd moet worden aangezien elke +18-
“grote” gezinnen aan te melden. Van welk
jarige een plaats inneemt van een -18-jarige en
gezinslid maak je een betrokkene bij de aan-
dit terwijl bijzondere jeugdzorg er in eerst in-
vraag tot verlenging? Hoe ver ga je hierin?
stantie is voor minderjarigen. We stellen ons
Vaak hebben andere gezinsleden, die mis-
hierbij de vraag of dit wel klopt voor autonoom
schien niet rechtstreeks betrokken zijn op de
wonen, aangezien deze werkvorm er is voor
doelstellingen, wel een invloed op het al dan
jongeren tot 21 jaar (en niet tot 18 jaar). Het
niet realiseren van de doelstelling. Moeten al
team autonoom wonen heeft sterk het gevoel
deze gezinsleden opgenomen worden? Vroe-
dat men zich meer dan voorheen moet verant-
ger hadden we de consulent die mee was in
woorden waarom men een begeleiding van
het verhaal, nu is het een afwegen zonder
een meerderjarige nog aangewezen vindt. Ook
directe aftoetsing.
de cliënten voelen deze stress, zij worden zesmaandelijks geconfronteerd met een onzekerheid of hun begeleiding nog kan aanhouden. Dit is voor cliënten zeer belastend. Nochtans zijn wij overtuigd dat in een aantal situaties langere begeleiding aangewezen is om de jongeren tijd te geven om de turbulente jongvolwassen periode te overbruggen, te leren, te hervallen en opnieuw te leren en een voldoende steunend netwerk uit te bouwen alvorens de begeleiding af te ronden.
POSITIE BEGELEIDER Dossiers zonder externe opvolging vragen een andere opstelling van de begeleider. Verantwoordelijkheden en doelstellingen liggen meer bij ons. Er is namelijk geen derde partij meer. Begeleiders staan naast hun cliënten en moeten af en toe ook voor hun cliënt staan, daar is op zich niets mis mee. De consulent kan dan de maatschappelijke norm binnenbrengen. Er zijn dossiers waarbij het constructief en ontmij-
In vergelijking met voorheen is de indicatiestel-
nend is als niet de begeleider maar wel de
ling en toewijzing onpersoonlijker. In het verle-
consulent of case-manager deze positie in-
den konden cliënten en begeleider rekenen op
neemt. Het ontbreken van die rol kan dan erva-
een verwijzer die het dossier opvolgde. Er
ren worden als een gemis. We bekijken mo-
waren directe contacten tussen cliënten, bege-
menteel intern verder hoe we ons hierop best
leider en verwijzer. Binnen IJH worden vragen
organiseren.
tot verlenging behandeld door personen die de cliënten niet kennen en afgaan op de geschreven informatie van het A-document. Er is een mogelijkheid om een gesprek aan te vragen maar cliënten blijken daar niet voor te kiezen. Dit maakt het invullen van een A-document tot een moeizame evenwichtsoefening. Belangrijk is dat de zwaarte van de problematiek voldoende tot zijn recht komt. Daar tegenover staat de argwaan van vele cliënten die onbekenden liever geen inzage geven in hun leven. Zij zeggen nood te hebben aan ondersteuning op veilige terreinen zoals administratie. Het is een opening voor de begeleider om ook met andere aspecten aan de slag te gaan (zoals bijvoorbeeld partnergeweld). De jongere aanvaardt dit binnen de begeleiding, maar ziet dit liever niet in een document staan dat zich richt
BESLUIT Tot zover enkele prille bedenkingen. Het is nog te vroeg om algemene uitspraken te doen. We zitten nog in een opstartfase en hebben nog geen zicht op de impact van IJH op de cliënt… De impact op onze organisatie wordt ons wel stilaan duidelijk. Sommige ingrepen vragen meer werk (zoals wachtlijst beheer en opvolging van verlengingen), andere ingrepen verplichten ons ertoe om anders te werken (zoals in dossiers zonder externe opvolging). 2014 zal alvast een jaar zijn waarin we dit alles grondiger zullen bekijken… en laat ons dat vooral doen met aandacht en zorg voor de cliënten en hun noden en voor de begeleider! Silke Heiden
naar een onbekende derde. Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 17
ACTIVITEITEN Overleg Outreach Sleidinge
INTERNE WERKGROEPEN Stuurgroep Beleid & Kwaliteit Werkgroep Trauma-Veiligheid-Agressie
Infomoment Integrale Jeugdhulp Werkgroep BINC Informatiedag IJH
Werkgroep Mobiliteit
Themawandeling Jeugdwelzijnswerk, Welzijnsoverleg
Werkgroep Animatie Werkgroep Flexibiliteit
Stuurgroep Bekwame Boon
EXTERN BELEIDSOVERLEG
Werkgroep té jongeren
GROB (RvB, AV, dir.verg.)
Denk- en werkdag EMK
Jongerenbegeleiding (AV) Voorbereiding fusie (Directie-comité, Bestuurderscommissie, werkgroep communicatie) OVOP (AV) ROPPOV (AV, RVB) HCA (AV, RVB, dagelijks bestuur) PERMANENT INHOUDELIJK OVERLEG
Intervisie EMK Overleg pedagogisch verantwoordelijken fusie Overleg kwaliteitscoördinatoren fusie Federatie Diensten Begeleid Wonen (FDBW) Intervisie BZW W.O.Vlaanderen Regionaal Overleg Thuisbegeleidingsdiensten Overleg verantwoordelijken thuisbegeleiding (Jongerenbegeleiding) Intervisie ABFT Werkgroep Keep it Clean Werkgroep Wonen Intervisie Bruggen na(ar) 18 Stuurgroep STENT Welzijnsoverleg Brugse Poort ROPPOV (ouderwerking, denkgroep) Stuurgroep oudergroep Boei Werkgroep Jeugdsanctierecht AD HOC OVERLEG Overleg Woonbegeleiding Jong Volwassenen Discussiedag Jeugdsanctierecht Vormings- en informatiemomenten vanuit eigen werking naar studenten / scholen Overleg methodiek netwerkgroepen Debatlunch Caleidoscoop van de jeugdhulp Intersectoraal overleg rond BZW Bilateraal gesprek EMK Stuurgroep Buiten Beeld
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 18
VORMING CONTEXTBEGELEIDING AUTONOOM W ONEN
Intervisie duplo
Meerjarenopleiding
intervisie TB
Opleiding contextuele hulpverlening
Studiedag Icoba: maak samen tijd voor agressiebeleid
Korte opleidingen en trajecten (een jaar of minder) Postgraduaat dagopleiding
Samen zorg dragen voor kinderen en jongeren Brugse Poort Trauma en rouw bij migratie
Begeleide intervisie CBAW
Bijscholing EHBO Rode Kruis Studiedagen
Ouders sterker maken in opvoeden
Vorming 3-gesprekkenmodel nazorg incidenten Casusbespreking en intervisie
Studiedag: laat mijn kop met rust Familieopstellingen
Opstartdag experimenteel modulair kader DIRECTIE EN SECRETARIAAT
Intervisie BZW BZW-jongeren op zoek naar woonst Vorming kinderrechtencommissariaat Evaluatie intervisie Bruggen na(ar) 18 Dialoogdag Roppov
Meerjarenopleiding Opleiding management in de non-profit Opleiding ontwikkelingsgericht coachen Studiedagen
Té jongeren
Vorming 3-gesprekkenmodel nazorg incidenten
Bijscholing EHBO Rode Kruis Studiedag de begeleider als duizendpoot Studiedag coachingscongres ’t Zitemzo: minderjarig en vreemdeling Info A-doc en M-doc Integrale Jeugdhulp
Opstartdag experimenteel modulair kader Personeel en organisatie Dialoogdag Roppov Opleiding tewerkstellingsmogelijkheden i.f.v. EMK Bijscholing EHBO Rode Kruis
CONTEXTBEGELEIDING
Cursus Eblox SD Worckx
Meerjarenopleiding
Vorming eindejaarsverrichtingen
Supervisie en intervisie vanuit contextuele hulpverlening
Zelfstudie cursus Excel
Korte opleidingen en trajecten (een jaar of minder) Zelfzorg voor welzijnswerkers Begeleide intervisie team Thuisbegeleiding (2 groepen) Omgaan met gebruikende opvoedingsverantwoordelijken Introductiecursus contextuele hulpverlening Narratieve therapie Psychische problemen bij kinderen & jongeren Studiedagen Vorming 3-gesprekkenmodel nazorg incidenten De kracht van kijken door een generatiebril Intervisie TGI Training starters ABFT Training gevorderden ABFT Intervisie druggebruik ouder
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 19
MEDEWERKERS RAAD VAN BESTUUR Katia Perquy (voorzitter) Simonne Auman (tot 27/03/13) André De Paepe (secretaris) Guido Martens Hadewig Stinissen Dirk Vandenhout (penningm.) Tom vandevelde (vanaf 27/03/13) Patrick Van Hende Odilon Vereecke
DIRECTIE Raf De Mulder CONTEXTBEGELEIDING AUTONOOM W ONEN Silke Heiden (coördinator) Sandrine Lippens (eerste beg.) Elke Alen (vanaf 14/01/13) Liceray Araujo Sofie Boesman Zita De Bruycker (tot 02/02/13) Walt Deconinck Vanessa Hoskens Nadia Lauwers Sofie Van Loo CONTEXTBEGELEIDING Hilde Celis (coördinator) Michel Dujardin (eerste beg.) Lavinia Aelbregt Elke Alen Elisabeth Heylbroeck (gespec. kracht ABFT) Inge Ryckaert Sophia Sauer Bea Vandewalle Chris Vanhoucke Annelies Van Vlaenderen Vicky Van Waeyenberghe (vanaf 03/09/13) Lotte Verbeke (van 11/03/13 tot 31/05/13) Tom Veys ADMINISTRATIE Nancy Cooman Marleen De Ruyte Rachida El Meziani (van 01/07/13 tot 16/07/13) Selma Kücük Veerle Scheir
Verdere cijfergegevens en andere informatie kan u bekomen: www.cabgent.be email Algemeen:
[email protected]
ONTHAAL Chantal Deyne Lore Nevejans (vakantiejob)
BZW:
[email protected] TB:
[email protected]
ONDERHOUD Alain De Roo Carine Galens
Tel.: 09/227.92.71
Centrum voor Ambulante Begeleiding vzw – jaarverslag 2013 – p. 20