inhoudsopgave
Jaarverslag 2009
voorwoord
2
doelstelling
4
kerncijfers
7
financiële en statistische gegevens
11
bestuur en bureau
14
Voorwoord jaarverslag SSBNA, Fonds Bijzondere Noden Amsterdam 2009 Ondergebruik van noodhulp Alleenstaanden en eenoudergezinnen voelen de crisis In 2009 ontving de SSBNA 1051 aanvragen, een toename van 16% in vergelijking met 2008. Het totaal bedrag aan noodhulp bedroeg rond 440 duizend euro, een lichte afname. In 9% van de gevallen kon (ook) een voorliggende voorziening worden geactiveerd. De eersten die door de economische crisis getroffen lijken te worden, zijn alleenstaanden en eenoudergezinnen. In 2009 werden meer aanvragen voor noodhulp ingediend door dienst-/hulpverleners voor alleenstaanden (59%). De aanvragen voor eenoudergezinnen bleven hoog: bijna 30%. Kennelijk worden zij meer geconfronteerd met onvermijdbare structurele kosten en bijgevolg met minder geld voor de dagelijkse leefkosten en sociale activiteiten. In 60% van het totaal aantal aanvragen, gaat het om mensen die een bijstandsuitkering hebben. Met incidentele noodhulp proberen dienst-/hulpverleners een neerwaartse spiraal te doorbreken. Er werden meer ‘kleine aanvragen’ gedaan en er werd kritisch gekeken naar het ‘inkoopgedrag’. Soms zijn er bijvoorbeeld volwaardige, goedkopere alternatieven voor vloerbedekking in een huis dat stofvrij dient te zijn. Die kritische blik is niet alleen een gevolg van het principe: “niet meer dan nodig, niet minder dan noodzakelijk”. Betrokkenheid fondsen en hulpverleners De kritische blik hangt ook samen met de riemen waarmee de SSBNA als Fonds voor individuele urgente noden moet roeien. Ruim dertig fondsen; DWI en DWZS financieren de SSBNA. Sommige fondsen stellen het beschikbare budget naar beneden bij, weliswaar gecompenseerd door andere fondsen, maar toch. We zien voor de komende jaren de noodzaak om meer fondsen en particulieren als donateur bij het werk van de SSBNA te betrekken. Dat hangt ook samen met de verwachting dat dienst-/hulpverleners alerter zullen worden op financiële nood bij hun cliënten en daarom vinden, dat noodhulp voor cliënten in hun gereedschapskist behoort te zitten. Dat is nu niet altijd het geval. Tijdens een bijeenkomst van het collega-noodhulpbureau in Rotterdam (FBNR) hebben we de stelling verdedigd, dat de rol van dienst-/hulpverleners te weinig uit de verf komt. Het tijdig bereiken van mensen in ‘financiële nood’ hangt nog teveel af van toeval. Er is sprake van ondergebruik van noodhulpmogelijkheden. We hebben afspraken met een vijftigtal instellingen, maar dat wil niet zeggen, dat dienst-/hulpverleners de ruimte voor actie hebben -of nemen- bij urgente financiële nood. Die ruimte moet te vaak worden ontfutseld aan de toch al vrij hoge werkdruk. In het beleid van instellingen en subsidiërende overheden (stadsdelen) is financiële noodhulp nauwelijks verankerd. Dan hangt het af van de individuele inzet van een hulp-/dienstverlener. Dat voelt vaak aan als het doen van werk, waarvoor je niet bent opgeleid en aangesteld. Eén van hen gaf dat scherp aan: “Het is beschamend om ons daarmee bezig te houden. Het houdt ontzettend op”. Die weerzin is misschien wel te verklaren, maar toch denken we dat een andere opstelling gewenst is. Je zou ook kunnen zeggen, dat je de cliënt vooruitgang gunt in plaats te denken dat je de klus van een ander opknapt. Je zou kunnen verwachten dat zo’n denkwijze en aanpak onderdeel is van het vakmanschap van de dienst-/hulpverlener. En dat het onderwerp bij instellingen van jeugdzorg tot ggz, en van thuiszorg tot maatschappelijke dienstverlening op de (beleids)agenda behoort te staan als onderdeel van integrale hulpverlening. Dan kunnen we ook met instellingen en dienst-/hulpverleners nagaan hoe we de advisering, noodhulp en service beter kunnen inrichten. Het zou niet juist zijn de verantwoordelijkheid uitsluitend bij de dienst-/hulpverleners zelf te leggen. Vanaf de jaren zeventig is hen verteld dat financiële hulpverlening bij de overheid behoort te liggen. Niet alleen de primaire verantwoordelijkheid voor bestaanszekerheid, maar ook de uitvoering. Het aanvragen van financiële noodhulp voor cliënten is voor bijna geen enkele hulpverleningsinstelling een kernactiviteit. Het ligt in de sfeer van vrijblijvende gunsten. Ik ken een grote GGZ-organisatie buiten Amsterdam, die met financiële noodhulp niets te maken wil hebben, want “dat is ons werk niet”. In Amsterdam is de SSBNA een belangrijke partner voor de GGZ.
Jaarverslag 2009
Het kan dus nogal verschillen. Zo is in onze stad de samenwerking met de DWI vanzelfsprekend, net als bij de overige 14 noodhulpbureaus de samenwerking met hun sociale diensten vanzelfsprekend is. Elders zijn er sociale diensten, die van gelijkwaardige samenwerking niets moeten hebben. Ze vinden dat schofferend voor hun dienst en gaan uit van de hardnekkige en onjuiste gedachte:’als je geen recht hebt op hulp, dan heb je het niet nodig’. Dat demotiveert dienst-/hulpverleners om oog te hebben voor financiële noden van hun cliënten.
Betrokkenheid overheid versterken Tijdens de jaarvergadering in november 2009 probeerde Jacques de Boer, oud-accountant en ouddirecteur van de Sociale Dienst in Hengelo en bestuurslid van het Nationaal Fonds voor Bijzondere Noden die negatieve houding, dat dedain tegenover ‘noodhulp’ op instigatie van dienst-/hulpverleners te duiden. Bestaanszekerheid is een primaire verantwoordelijkheid van de overheid, maar in een aantal gevallen kan die overheid in de uitvoering dat niet alleen af. En juist in die gevallen behoort ‘hulp bij financiële noden’, zeker als ze urgent zijn, onderdeel te zijn van de professionaliteit van dienst-/hulpverleners. Hij wees op het verschil in houding en werkwijze, het verschil tussen een open, pragmatische benadering en een systeembenadering in termen van rechtmatigheid, doelmatigheid en verantwoording. In de kern kwam zijn betoog neer op de stelling, dat de aanpassing van instanties en instellingen en hun systemen aan de veranderende situatie en omstandigheden van individuen en huishoudens, voortdurend en per definitie achter de werkelijkheid aanhinkt. Je komt er niet met alleen het opfrissen van je systemen, zeker niet waar de diversiteit in situaties groot is en de voorspelbaarheid laag. Dat wordt versterkt als mensen naar jou moeten komen en je zelf niet in de nabijheid van mensen een vinger aan de pols kunt houden. Theoretisch of ideologisch zou je dat misschien wel willen, feitelijk kan niemand het alleen. Daar ligt de kern van het functioneren van een noodhulpbureau. Het doet recht aan wat Jacques de Boer sociale ecologie noemde: het aanpassingsvermogen van instituten en individuen aan elkaar. In dat spanningsgebied heb je duurzame allianties nodig om gelijkwaardig op te trekken, met behoud van ieders verantwoordelijkheid. Die professionaliteit van samenwerken staat nog in de kinderschoenen ook bij de overheid. De Boer: “Je ontkomt er niet aan, wil je het sociaal maatschappelijke veld serieus nemen met alle dynamiek en problematiek die er is, om duurzame verbindingen aan te gaan, duurzame allianties. Bij nood spreek je van acute problemen, urgente behoeften, waarbij de oorzaak even niet telt, maar wel de oplossing. Daar kom je met systeemdenken niet uit.” Om die reden zullen we straks met de nieuwgevormde stadsdelen de samenwerking opzoeken. De rol van dienst-/hulpverleners verankeren In aansluiting op de benadering van Jacques de Boer gaf Erik Burgmans van de maatschappelijke dienstverleningsorganisatie SEZO in Osdorp een voorzet om beleidsmatig de integrale hulp te verankeren. De vraag daarbij is: bereiken wij de juiste mensen tijdig met het juiste antwoord en een juist vervolg? Hierop is het nieuwe SEZO-concept van diensten verlenen gebaseerd: - Waar nodig haal je mensen uit het water. - We leren mensen zwemmen en wie dat niet (voldoende) kan leren we uit te kijken. - We werken mee aan een woonomgeving die (onder)steunend is. En ligt juist daar niet de kernactiviteit van de eerstelijnshulpverlening? Kleinschalig beginnen, daar waar de cliënt is, als een eerste stap om bij de achterliggende hulpverleningsvraag te komen. Met Jacques de Boer vindt Eric Burgmans, dat deze benadering ingebed dient te zijn in een bredere sociale alliantie van overheid, particulier initiatief en andere partijen, die overeenstemming hebben over het te bereiken doel en daar als gelijkwaardige partners aan werken. Hij meent dat daarvoor in de kern vertrouwensbanden tot op het laagste niveau nodig zijn. Banden die ter zake zijn en er toe doen. Niet in de laatste plaats op burenniveau, zoals op galerijen in portieken. Hij meent dat verbinden, integraal vakmanschap en vertrouwen sleutelbegrippen zijn, die consequent de basis behoren te vormen voor beleid en uitvoering. Binnen zo’n beleidskader kunnen de frontliniewerkers de organisatie ten gunste van hun cliënten aansturen in plaats van andersom. Als het om noodhulp gaat is er daarom nog een lange weg te gaan met overheidsorganisaties, met instellingsbeleid, met de competenties en het faciliteren van dienst-/hulpverleners en met duurzame samenwerking tussen al die partners. In 2010 wil de SSBNA hiervoor meer de voorwaarden scheppen en nieuwe wegen inslaan. We willen daarbij nauwere samenwerking met stadsdelen en de organisaties in de stadsdelen. De kansen daarvoor zijn er, nu het aantal stadsdelen teruggebracht is naar zeven en we steeds meer constateren, dat dienst-/hulpverlening en (semi)vrijwilligersorganisaties de nabijheid van burgers willen opzoeken om voor hen beschikbaar te zijn. Dan behoort er ook toegang te zijn tot het verlenen van noodhulp. Daar is niets beschamends aan, al wordt het nog vaak zo gevoeld. We werken vanuit de coulissen, maar niet met de bedoeling de functie noodhulp weg te moffelen. Noodhulp vanuit een publiekprivate samenwerking kan worden gezien als een reguliere functie, een vanzelfsprekende aanvulling op de sociale infrastructuur.
Jaarverslag 2009
Andries de Jong, voorzitter
Doelstelling De Stichting Samenwerking voor Bijzondere Noden (SSBNA) onderzoekt en beraadt zich op materiële hulp in individuele noodsituaties van inwoners van Amsterdam en verleent hulp: • als hulp noodzakelijk wordt geacht en geen (voldoende) andere voorzieningen te benutten zijn • door bemiddeling van dienst-/hulpverlenende instellingen waarmee een convenant is of wordt afgesloten. Daarmee werd ook in dit verslagjaar invulling gegeven aan de statutaire doelstelling: “De Stichting heeft ten doel het lenigen van materiële noden van personen of groepen van personen, met name in die gevallen waarin bestaande wettelijke regelingen daarin niet, niet afdoende of niet tijdig voorzien, alsmede het verrichten van alle verdere handelingen, die met vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn”. De doelstelling wordt gerealiseerd door: • verstrekking van giften ter leniging van acute financiële noodsituaties • het werven van fondsen zowel bij private als publiekrechtelijke (rechts)personen, organisaties of de instellingen • het bieden van een coördinerend platform voor iedere (rechts)persoon die bij de dienst/hulpverlening aan de doelgroep van de stichting is betrokken.
Werkwijze De financiële hulpverlening betreft in principe alleen Amsterdamse ingezetenen. De SSBNA streeft ernaar -zo nodig binnen 24 uur- daadwerkelijk hulp te verlenen. Het bureau coördineert de hulpverlening in nauwe samenwerking met de geldgevende fondsen. Bij aanvragen die voor hulpverlening in aanmerking komen, wordt een aantal fondsen benaderd om een bijdrage ter beschikking te stellen. De SSBNA vervult derhalve een zogenoemde makelaarsfunctie. De SSBNA heeft geen contact met de cliënten. Als cliënten contact opnemen, worden zij doorverwezen naar de aanvragende organisaties. Dit zijn bijvoorbeeld de maatschappelijke dienstverlening, jeugdhulpverlening en de geestelijke gezondheidszorg. Zij hebben direct contact met de cliënt. Het doen van aanvragen geschiedt via een formulier dat kan worden gedownload van de website www.ssbna.nl. Bij een positieve reactie op de aanvraag wordt tevens een overzicht van voorliggende voorzieningen en regelingen aangegeven. Helpdeskfunctie Een voorwaarde voor het snel en doelmatig behandelen van de aanvragen is een uitgebreide en goed onderbouwde rapportage, waarin de bijzondere omstandigheden van de cliënt(e) toegelicht worden. Om stagnatie te voorkomen wordt bij onduidelijkheden, onvolledig beeld en/of het ontbreken van relevante bewijsstukken direct contact gezocht met de aanvrager. Gestimuleerd wordt, dat dienst-/hulpverleners vóór het indienen van een aanvraag contact opnemen met het bureau. We constateren dat dit steeds vaker gebeurt. Onder meer over het al dan niet gebruik van voorliggende voorzieningen en/of de sociale wetgeving.
Privacy-reglement Jaarverslag 2009
De gegevensbehandeling van de SSBNA valt onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Het bestuur heeft -zoals wettelijk is vereist- een privacyreglement opgesteld, dat bij het College Bescherming Persoonsgegevens is geregistreerd.
Vergaderingen De SSBNA heeft een dagelijks en een algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur is in 2009 zes maal bijeengekomen. In principe worden per jaar twee vergaderingen van het algemeen bestuur gehouden. De tweede vergadering wordt gekoppeld aan een actualiteit, waarbij de SSBNA als platform fungeert. Bij deze najaarsbijeenkomst wordt een breed uitnodigingsbeleid gehanteerd, zodat ook geldgevende fondsen, locale overheden, dienst-/hulpverlenende organisaties, deskundigen, betrokkenen en andere geïnteresseerden kunnen deelnemen. In 2009 vond er een extra vergadering plaats, gewijd aan de besluitvorming inzake de nieuwe bestuursstructuur. De vergaderingen en de najaarsbijeenkomst worden traditiegetrouw gehouden bij de Stichting Het R.C. Maagdenhuis, Herengracht 220 te Amsterdam. Het bestuur spreekt opnieuw haar grote waardering uit voor de door Het R.C. Maagdenhuis telkenmale geboden gastvrijheid en facilitaire diensten.
Najaarsbijeenkomst 30 november 2009 De bijeenkomst stond in het teken van “Het bereiken van kwetsbare burgers in nood”. Twee sprekers hebben dit thema nader toegelicht: • •
De heer Jacques de Boer. Hij was bijna 30 jaar accountant, is werkzaam geweest bij de Kredietbank en was ruim 12 jaar directeur van de Sociale Dienst te Hengelo. Hij is thans bestuurslid van de Stichting Nationaal Fonds voor Bijzondere Noden (NFBN) De heer Eric Burgmans, directeur van de Stichting SEZO (Maatschappelijke Dienstverlening Osdorp)
Bureau De personeels- en bureaukosten worden volledig gefinancierd door de gemeente Amsterdam. Hierdoor komt het giftenbudget volledig ten goede aan mensen in een acute financiële noodsituatie. Het bureau is gesitueerd bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). Per 1 juli 2007 ressorteert het bureau onder de afdeling Middelen, team Organisatie & Personeel. Het hoofd hiervan is de heer A.A.E.M. Willebrands. Het bureau bestond ultimo 2009 uit: G. den Heijer F. Berkhout
hoofd van het bureau medewerker bureau
Het bestuur blijft de gemeente Amsterdam onverminderd erkentelijk voor de ondersteuning van het werk van de SSBNA.
Convenant Op 20 december 2007 is een convenant afgesloten met de gemeente Amsterdam.
Jaarverslag 2009
Naar aanleiding daarvan en op grond van gewijzigde richtlijnen en controlemechanismen vanuit de accountancy zijn convenanten gesloten waarin de samenwerking wordt vastgelegd met reeds bij de SSBNA bekende, alsmede met ‘nieuwe’ dienst-/hulpverlenende organisaties. Op basis hiervan kan de toekomstige relatie worden geïntensiveerd. Ultimo 2009 heeft de SSBNA met 51 organisaties een convenant afgesloten.
Successiewet De SSBNA wordt door de Belastingdienst aangemerkt als een tot Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Als gevolg van een wetswijziging dienen ANBI-instellingen per 1 januari 2010 te voldoen aan nieuwe voorwaarden. De SSBNA voldoet hieraan.
Voorbeelden van verleende hulp 1. Levensonderhoud De schuldhulpverlening dient een aanvraag in ten behoeve van een 41-jarige alleenstaande vrouw met vier kinderen. Zij kampt met de nodige gezondheidsproblematiek. Cliënte heeft een minimuminkomen. In verband met een tijdelijke beslaglegging op haar uitkering blijkt haar beschikbare inkomen onvoldoende te zijn om volledig in de kosten van levensonderhoud te voorzien. Bij de toekenning wordt de hulpverlening tevens geattendeerd op de regeling chronisch zieken/gehandicapten van de Dienst Werk en Inkomen (DWI). 2. Woninginrichting De jeugdhulpverlening vraagt een bijdrage voor een 23-jarige alleenstaande man. Cliënt wordt begeleid door het ambulante team dak- en thuisloze jongeren. Cliënt werkt en heeft enige schulden. Recentelijk heeft hij zelfstandige woonruimte gekregen. Met de hulp van een fonds voor (ex)dakloze jongeren wordt een bijdrage overgemaakt naar de organisatie. 3. Tandheelkundige kosten Vanuit de schuldhulpverlening is een aanvraag ingediend ten behoeve van een 47-jarige alleenstaande man. Hij is -na jarenlang gewerkt te hebben- werkloos geraakt. In verband met zijn schuldenpositie valt hij onder de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Cliënt volgt een traject bij de DWI om weer naar de arbeidsmarkt door te stromen. Om dit kansrijker te maken wordt een bijdrage gevraagd om een deel van een noodzakelijke tandheelkundige behandeling te betalen. 4. Opknappen woning Een aanvraag wordt ingediend door de jeugdhulpverlening ten behoeve van een 39-jarige alleenstaande vrouw met drie kinderen. Cliënte heeft een minimuminkomen. Voor diverse schulden zijn betalingsregelingen getroffen. Haar financiële zaken worden geregeld door het inkomensbeheer. De hulpverlening is geattendeerd op onder meer de pc-regeling, scholierenvergoeding, het Jeugdsportfonds, het Jongerencultuurfonds en de Stichting Kinderhulp. 5. Aangepaste bril Cliënte is een 28-jarige alleenstaande vrouw. Zij is slechtziend. Omdat vergoeding door de zorgverzekering voor dergelijke kosten slechts eenmaal in een bepaalde periode mogelijk is, wordt door de gespecialiseerde hulpverlening een aanvraag ingediend voor de aanschaf van een aangepaste bril. Cliënte werkt en haar inkomen is net boven de bijstandsnorm voor alleenstaanden. Als gevolg van haar echtscheiding zijn schulden ontstaan. 6. Reparatiekosten Het medisch maatschappelijk werk dient een aanvraag in voor een 55-jarige alleenstaande vrouw. Cliënte is door spier- en gewrichtspijnen in hoge mate immobiel. De hulpvraag betreft een bijdrage in de reparatiekosten van haar fiets met hulpmotor. Een en ander wordt gerealiseerd met de bijdrage van één fonds. 7. Babyuitzet Ten behoeve van een 20-jarige alleenstaande vrouw wordt door de jeugdhulpverlening een aanvraag ingediend voor een babyuitzet. Cliënte is zwanger. De vader is uit beeld. Zij ontvangt een toelage in het kader van de Wet Studie Financiering. 8. Kleding en schoenen Betreft een 52-jarige alleenstaande man, die werkt. Zijn financiële zaken worden beheerd door inkomensbeheer. Cliënt heeft schulden en er wordt beslag gelegd op zijn salaris. Hij ontvangt wekelijks leefgeld. Gezien zijn geringe financiële draagkracht beschikt hij over onvoldoende middelen om kleding en schoenen te kunnen kopen. Jaarverslag 2009
9. Kleding en levensonderhoud Een ouder echtpaar heeft door de langdurige ernstige ziekte van een van de partners de afgelopen jaren veel extra kosten gehad, welke deels niet zijn vergoed. Ondanks het feit dat het inkomen hoger is dan het minimum, is hun financiële spankracht hierdoor ernstig ondermijnd. Gevraagd wordt een eenmalige bijdrage in de kosten van kleding en levensonderhoud. Een fonds, gericht op ouderenhulpverlening, heeft een bijdrage ter beschikking gesteld.
Voorbeelden waarbij geen bijdrage is verleend 1. Woninginrichting I Een aanvraag ten behoeve van een 33-jarige alleenstaande man in crisis wordt niet gehonoreerd aangezien hij nog geen beroep heeft gedaan op een voorliggende voorziening. Het verzoek om bijzondere bijstand wordt vervolgens toegekend door de DWI. 2. Woninginrichting II Door de gespecialiseerde hulpverlening wordt een aanvraag ingediend ten behoeve van een 28-jarige alleenstaande vrouw met twee kinderen. Uit de rapportage blijkt dat cliënte recentelijk een substantieel hoog bedrag met terugwerkende kracht van de bedrijfsvereniging heeft ontvangen. Hiermee zijn de desbetreffende spullen aangeschaft, zodat niet meer van een acute financiële noodsituatie gesproken kan worden. 3. Levensonderhoud De maatschappelijke dienstverlening dient een aanvraag in ten behoeve van een 51-jarige alleenstaande man wiens arbeidscontract niet is verlengd. Ter overbrugging van de verwerkingstijd NWW wordt een bijdrage gevraagd in de kosten van levensonderhoud. Uit relevante bewijsstukken blijkt echter dat cliënt een spaarrekening heeft met een dusdanig creditsaldo dat van een acute noodsituatie geen sprake is. 4. Huurschuld De aanvraag vanuit de geestelijke gezondheidszorg ten behoeve van een gezin met twee kinderen met een minimuminkomen wordt niet gehonoreerd. De aanvraag is doorverwezen naar het bureau schuldhulpverlening, omdat eenmalig bedreigende schulden met betrekking tot huisuitzetting en afsluiten energie gesaneerd kunnen worden. Dit is inmiddels gebeurd.
Kerncijfers De inzet van de SSBNA omvat verschillende activiteiten ten behoeve van cliënten, waarvoor een beroep op de stichting wordt gedaan. Het betreft naast de financiële ondersteuning ook bemiddeling en voorlichting over de voorliggende voorzieningen. Behalve de reguliere voorzieningen, zoals de bijzondere bijstand en de Gemeentelijke Kredietbank, wordt de dienst-/hulpverlening ook geattendeerd op voorzieningen zoals de scholierenvergoeding, de pc-regeling en de regeling chronisch zieken en gehandicapten (Dienst Werk en Inkomen), de huur- en zorgtoeslag, de Toeslagenwet UWV, het Jeugdsportfonds en het Jongerencultuurfonds. Ook worden zo nodig zogenaamde medische doelgroepenfondsen bij de hulpverlening betrokken. Het volgende traject wordt doorlopen • aanmelding door dienst-/hulpverlening • vaststellen van de noodsituatie • onderzoek naar voorliggende voorzieningen • bemiddeling, dan wel behandeling of doorverwijzing • besluitvorming • uitvoering • afhandeling In het hierna volgende overzicht zijn de gegevens van de ingediende aanvragen opgenomen. Jaarverslag 2009
Aanvragen IN BEHANDELING 2009 2008 In behandeling per 1 januari 81 42 Ontvangen aanvragen 1051 882 Totaal 1132 924 AFGEHANDELD 816 (83%) Hulp verleend Afgewezen 15 (2%) Verwezen 88 (9 %) Ingetrokken 61 (6 %) Totaal 980 In behandeling per 31 december
152
719 (85%) 7 (1%) 58 (7%) 59 (7 %) 843
81
Het aantal aanvragen is in vergelijking met 2009 met 16% gestegen.
Afgehandeld Een aanvraag wordt formeel als afgehandeld beschouwd, wanneer het gevraagde bedrag van de geldgevende fondsen is ontvangen en de beschikbaar gestelde bijdrage aan de dienst-/hulpverlenende organisatie is overgemaakt. Afgewezen Afwijzingsgronden zijn: a. er is geen sprake van een acute financiële noodsituatie b. er is niet gereageerd op een verzoek om nadere inlichtingen en/of relevante bewijsstukken c. cliënt(e) is niet in Amsterdam woonachtig. Er wordt verwezen naar landelijk en/of regionaal opererende fondsen, dan wel collega-noodhulpbureaus. Verwezen Indien alsnog gebruik kan worden gemaakt van een voorliggende voorziening zoals de wet Werk en Bijstand en de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam. Ingetrokken Een aanvraag wordt door de dienst-/hulpverlening ingetrokken als de cliënt geen prijs meer stelt op begeleiding en/of geen medewerking verleent bij het overleggen van de relevante bewijsstukken.
Looptijd (datum en honorering verzoek) 2009 2008 Binnen één maand 74% 75% Binnen twee maanden 94% 94% Binnen drie maanden 96% 95%
Hulpverlening per aanvraag De hulpverlening varieerde in 2009 per aanvraag tussen minimaal € 41 en € 2.451. Bij de relatief lage bedragen ging het om aanvragen voor levensonderhoud en legitimatiepapieren. Zie voorbeeld op pagina 9. In 2008 bedroegen de bedragen € 51 respectievelijk € 2.500.
Toegewezen aanvragen
816
Verstrekt bedrag aan individuele hulpverlening
€
440.033
Gemiddeld per aanvraag
€
539
719
€ 459.692 €
639
Jaarverslag 2009
2009 2008
Verstrekt bedrag in relatie tot gevraagd bedrag 2009 2008 Conform aanvraag 44% 63% Lager 48% 25% Hoger 8% 12% Lager Bijvoorbeeld vanwege goedkoper aan te schaffen spullen. Hoger In overleg met de dienst-/hulpverlening kan in bepaalde bijzondere omstandigheden een hoger bedrag worden verstrekt.
Hulpverlening naar categorie
De aanvragen ten behoeve van alleenstaanden zijn gestegen naar 51%. Man/vrouw/kinderen Eenoudergezin Partners < 60 Partners > 60 Alleenstaand < 60 Alleenstaand > 60
2009 2008 9% 8% 29% 35% 1% 1% 2% 1% 51% 47% 8% 8%
Aanvragen hulpverlenende organisaties 2009 2008 Maatschappelijke dienstverlening 56% 46% Gespecialiseerde hulpverlening 44% 54% (GGZ, Hulp voor Onbehuisden, jeugd- en schuldhulpverlening etc.)
Doeleinden Het aantal aanvragen voor de kosten woninginrichting is gedaald. Ook is voor het eerst sinds jaren het aantal aanvragen ten behoeve van levensonderhoud gedaald. 2009 2008 Levensonderhoud 43% 47% Woninginrichting 24% 29% Diversen 11% 9% Kleding/schoenen 9% 5% Activiteiten kinderen 4% 2% Legitimatiekosten 3% 2% Medische-, tandheelkundige kosten 3% 3% Opknappen woning 2% 1% Studiekosten 1% 2% Totaal 100% 100%
Woninginrichting Wasmachine, koelkast, gasfornuis, ledikant, matras, gordijnen, vloerbedekking, meubilair en verhuiskosten.
Jaarverslag 2009
Activiteiten kinderen O.a. deelname aan sportactiviteiten en het volgen van muzieklessen. Gekeken wordt of ook het Jeugdsportfonds en/of het Jongerencultuurfonds hierin participeren. Studiekosten Ten behoeve van cliënten, die (tijdelijk) geen gebruik kunnen maken van de voorliggende voorzieningen zoals de WSF (Wet Studie Financiering) en de WTOS (Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten).
Levensonderhoud Een eenmalige bijdrage wordt verstrekt om de cliënt(e) in staat te stellen de dagelijkse levensbehoeften te betalen. Het betreft cliënten • die zijn aangemeld bij de schuldhulpverlening • van wie het reëel beschikbaar inkomen tijdelijk aanzienlijk lager is bijvoorbeeld door het uitblijven van voorzieningen en/of toeslagen • die tijdelijk worden geconfronteerd met extreem hoge uitgaven bijvoorbeeld bij ziekte en/of calamiteit Diversen Betreft onder meer kosten babyuitzet, opslag- en reparatiekosten, fiets, medische- en tandheelkundige kosten.
Ingekomen aanvragen per stadsdeel Stadsdeel
in % van het aantal aanvragen
in % van de totale Amsterdamse bevolking
2009 2008 2009 2008 Baarsjes 4% 8% 4% 4% Bos en Lommer 7% 7% 4% 4% Oud-West 4% 3% 4% 4% Westerpark 11% 9% 5% 5% Zuidoost 18% 17% 11% 11% Geuzenveld-Slotermeer 7% 6% 6% 6% Osdorp 4% 4% 6% 6% Slotervaart 4% 4% 6% 6% Oost-Watergraafsmeer 9% 10% 8% 8% Zeeburg 7% 7% 7% 6% Noord 9% 10% 11% 12% Oud-Zuid 8% 7% 11% 11% ZuiderAmstel 1% 1% 6% 6% Centrum 7% 7% 11% 11% Totaal 100% 100% 100% 100%
Hulpverlening in euro’s per stadsdeel Opnieuw kwam circa 20% van het giftenbudget ten goede aan cliënten in stadsdeel Zuidoost. Naast Madi ZO worden ook door onder meer de jeugdhulpverlening en GGZ-instellingen aanvragen ingediend. In vergelijking met enige jaren geleden kan worden gesteld, dat het aandeel van de westelijke stadsdelen zoals Geuzenveld-Slotermeer substantieel is gestegen.
% 2008 22.843 5 39.236 9 12.947 3 23.206 5 89.653 20 42.945 10 12.356 3 24.923 6 38.853 9 39.238 9 43.874 10 26.485 6 5.925 1 17.549 4 440.033 100 ======= ===
% 36.895 8 25.436 6 10.923 2 11.984 3 100.854 22 39.088 7 22.991 5 18.683 4 37.406 8 40.566 9 42.639 9 34.423 7 10.096 2 27.708 8 459.692 100 ======== ===
Jaarverslag 2009
2009 Baarsjes Bos en Lommer Oud-West Westerpark Zuidoost Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart-Overtoomse Veld Oost-Watergraafsmeer Zeeburg Noord Oud-Zuid ZuiderAmstel Centrum Totaal
10
Financiële en statistische gegevens Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen De jaarrekening is opgemaakt op basis van historische kostprijs. De waardering van activa en passiva geschiedt, voor zover niet anders is vermeld, tegen nominale waarde. Stelselwijziging In het boekjaar 2008 is een stelselwijziging doorgevoerd met betrekking tot het moment waarop vorderingen en schulden worden verantwoord. Tot en met boekjaar 2007 werden alle transacties op kasbasis verantwoord. Met ingang van het boekjaar 2008 worden activa en passiva opgenomen volgens het toerekeningbeginsel. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan één jaar. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorschotfonds Het voorschotfonds betreft een fonds ter financiering van acute hulpverlening indien de gelden door de subsidieverstrekkers (nog) niet gehonoreerd zijn. Het fonds wordt gewaardeerd tegen nominale waarde en heeft een langlopend karakter. Voorziening PR & Onderzoek De voorziening PR & onderzoek betreft een reservering voor communicatie, onderzoek en beleidsontwikkeling. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale waarde en heeft een langlopend karakter. Kortlopende schulden De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat wordt bepaald als het verschil tussen de ontvangen subsidies voor bureaukosten en de kosten en andere lasten van het verslagjaar met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Winsten zijn verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd c.q. de diensten zijn verricht. Verliezen welke hun oorsprong vinden in het boekjaar zijn in aanmerking genomen zodra deze voorzienbaar zijn.
Balans per 31 december 2009 Vlottende activa 2008 2009 Nog te ontvangen bijdragen € --- € 295 Overige vorderingen en € 11.521 € 13.467 overlopende activa Liquide middelen € 40.355 € 59.597 Totaal € 51.876 € 73.359 ========= ========= Eigen vermogen 2009 2008 Stichtingskapitaal € 3.147 € 1.543 Totaal € 3.147 € 1.543
Jaarverslag 2009 11
Kortlopende schulden Voorschotfonds € 39.037 Voorziening PR & Onderzoek € --Voorschot Odd Fellows € 3.000 Voorschot FondsDBL 2009 € -- Restitutie hulpverlening € 1.400 Accountantskosten 2006-2007 € 7.421 (Acam) Accountantskosten 2009 (2008) € 4.165 Overige schulden en € --- overlopende passiva Totaal € 55.023 Totaal passiva € 51.876 ========
€ € € € € €
39.037 4.275 4.000 7.500 1.618 10.921
€ €
4.165 300
€ 71.816 € 73.359 =========
Exploitatierekening Opbrengsten 2009 Subsidie bureaukosten € 9.499 Subsidie accountantskosten € --- 2006-2007 (Acam) Subsidie drukkerskosten (DWI) € --- Ontvangen interest € 829 Totaal inkomsten € 10.328
Kosten 2009 Bureaukosten € 9.182 Accountantskosten € --2006-2007 (Acam) Drukkerskosten € 8.428 Totaal kosten € 17.610 Exploitatieresultaat € 7.282 -
werkelijk 2008 € 13.838 € 10.428 € € €
4.722 2.052 31.040
2008 € 15.397 € 10.921
€ € €
4.722 31.040 ---
Het exploitatieresultaat wordt voor een bedrag van € 4.165 ten laste van de voorziening PR & Onderzoek gebracht. Jaarlijks ontvangt de SSBNA middelen voor de individuele hulpverlening. Hierbij fungeert de SSBNA als kassier/intermediair. Deze middelen maken strikt genomen geen deel uit van de exploitatie van de SSBNA en zijn om die reden ingaande het verslagjaar 2008 niet meer vermeld in de exploitatie-rekening. Het verloop van deze inkomsten wordt hierna weergegeven.
Verloop inkomsten Bijdrage fondsen werkelijk 2009 Te vorderen vorig boekjaar € --- In lopend boekjaar ontvangen € 293.527 Voorschot Odd Fellows € 1.000 Nog te ontvangen bijdrage € 1.683 Subtotaal € 296.210 Bijdrage Armoedebeleid € 135.000 (gemeente Amsterdam) Restitutie hulpverlening € 1.400 lopend jaar Bijdrage giften € 223 Totaal ontvangen € 432.833 Besteed aan hulpverlening € 440.033 lopend jaar Saldo hulpverlening € 7.200 - ========= Nog te besteden € Armoedebeleid Nog te besteden restitutie € 300 - hulpverlening FondsDBL volgend jaar € 7.500 te besteden Saldo € 7.200 - ==========
werkelijk 2008 € --€ 317.430 € 1.000 € 295 € 318.725 € 132.000 €
1.001
€ 109 € 451.835 € 466.114 € 14.279 ========= €
12.811 -
€
8.968 -
€
7.500
€ 14.279 ===========
Jaarverslag 2009
Voorschot Odd Fellows In 2003 is € 10.000 ontvangen ter leniging van de individuele noden van eenoudergezinnen. Conform afspraak wordt jaarlijks een bedrag ad € 1.000 uitgegeven.
12
Ontvangen bijdragen 2009 2008 A.A.C. Lehmann Fonds € 7.650 € 5.850 Ancient Order of Foresters € 6.000 € 4.500 Andries de la Fontaine Verwey Fonds € 2.300 € 1.860 Bekker-la Bastide Fonds € 10.875 € 7.991 Burg. Instelling Maatschappelijke Zorg € 38.705 € 38.705 Bond zonder Naam € 7.669 € 4.185 Boschuysen € 20.000 € 20.000 “Burkens’-Stichting” € 1.800 € 1.700 Carmen € 6.248 € 3.664 Christine Stichting € 1.500 € 1.500 W.G. v.d. Boor’s Ondersteuningsfonds € 1.725 € ---Dirk Jan en Kitty Reek-Versteegh Stichting € 15.000 € 15.000 Eekhoorn Fonds € 3.000 € 4.500 Fonds der Familie Antheunis € 2.500 € 2.000 Fonds Liefdadige Doeleinden € 7.845 € 7.845 Fonds van N.R.C.-Handelsbladlezers € 10.000 € 7.500 Fundatie Luden van Stoutenburg € 16.000 € 16.000 Van Heumen-De Sitter Stichting € ----- € 450 Hodshon Dedel Hofje € 2.996 € 992 Hulp na Onderzoek € 10.000 € 10.000 Stichting Porticus € 25.000 € 25.000 M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting € 25.000 € 25.000 Maria-Fonds € 14.000 € 14.000 Mr. A. Fentener van Vlissingen Fonds € 900 € 600 Operation Contact € 1.581 € 1.288 Pape-Fonds € 3.000 € 2.800 Protestantsch Weduwen- en Wezenfonds € 1.500 € 250 Bisschop Bluyssen Fonds € 500 € 250 R.C. Maagdenhuis € 12.500 € 12.500 Diaconie Remonstrantse Gemeente € 1.000 € --Stichting RCOAK € --- € 30.000 Vincentiusvereniging € 1.000 € 1.000 Vereeniging tot Weldadigheid van den € 13.000 € 13.000 Allerheiligsten Verlosser FondsDBL € 22.500 € 37.500 Subtotaal € 293.294 € 317.430 Particuliere giften € 233 € 109 Subtotaal € 293.527 € 317.539 Armoedebeleid € 135.000 € 132.000 Gemeente Amsterdam - DWI (geïndexeerd) Totaal
€ 428.527
€ 449.539
Het betreft de in het boekjaar op de bankrekening bijgeschreven bedragen. Op verzoek van de directeur van de Dienst Werk en Inkomen worden de gegevens omtrent de besteding van de bijdrage in het kader van het Armoedebeleid zoals de samenstelling van de doelgroepen etcetera verwerkt in de Amsterdamse Armoedemonitor. In 2009 werd 88,0 % (89,3 % in 2008) van de bijdragen van de geldgevende fondsen door middel van een voorschot verstrekt. Tweeëndertig donateurs hebben -net als in 2008- het werk van de SSBNA mogelijk gemaakt.
Jaarverslag 2009 13
Bestuur en bureau Op 31 december 2009 was het bestuur als volgt samengesteld: Naam Dagelijks bestuur
Op persoonlijke titel of uit de kring van
Drs. A. Tj. de Jong voorzitter Drs. P. van Oosten secretaris W. Varkevisser penningmeester Mr. J.M.C. Sprenger vicevoorzitter T.J.M. de Jong
op persoonlijke titel Diaconie van de Protestantse Gemeente te Amsterdam op persoonlijke titel op persoonlijke titel Stichting Het R.C. Maagdenhuis
Leden Drs. A.J. Agsteribbe Stichting Joods Maatschappelijk Werk H.F. Coert Vincentiusvereniging Amsterdam Drs. J.M.L. Fransman Stichting HVO - Querido Dr. R.J.A.M. van der Hulst Vereeniging tot Weldadigheid van den Allerheiligsten Verlosser C.Y.J. Mulder Verenigde Doopsgezinde Gemeente Amsterdam R. van Dam-Sichel Ancient Order of Foresters Mr. E.H. de Jong-van Dooijeweert Diaconie der Remonstrantse Gemeente Amsterdam J.W. Rengenhart-Knijtijzer Stichting Eekhoorn Fonds T.C. van Meijgaarden Diaconale Raad Dekenaat Amsterdam Bestuursadviseurs gemeente Amsterdam Mr. G. Fabius Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling J.W. Siebols Dienst Werk en Inkomen Drs. R. de Vos Dienst Werk en Inkomen Wijzigingen in het bestuur De Stichting RCOAK heeft per 1 januari 2009 haar bestuursparticipatie beëindigd. Mevrouw J.M.C. Hellema namens de Protestantse Diaconie Amsterdam, de heer H.P.M. van Heukelum Stuyt namens de Vereeniging tot Weldadigheid van den Allerheiligsten Verlosser, de heer P. Nijhoff Asser (Remonstrantse Diaconie Amsterdam) alsmede de heer N.C. Zitvast (Stichting RCOAK) zijn in het verslagjaar teruggetreden als bestuurslid van de SSBNA. Het bestuur is hen zeer erkentelijk voor de op velerlei wijze getoonde inzet en betrokkenheid. De heer van Heukelum Stuyt is opgevolgd door de heer R.J.A.M. van der Hulst. De nieuwe vertegenwoordiger van de Remonstrantse Diaconie Amsterdam is mevrouw E.H. de Jong-van Dooijeweert. Zij was reeds lange tijd plaatsvervangend bestuurslid. De Protestantse Diaconie Amsterdam blijft vertegenwoordigd in de persoon van de heer P. van Oosten (secretaris).
Actualisering van de bestuurlijke structuur Het bestuur was reeds geruime tijd van mening dat de structuur en de deelname aan het bestuur modernisering en actualisering behoefden, uitmondend in een evenwichtiger bestuurssamenstelling. Dit met inachtneming van de regels van Good Governance.
Jaarverslag 2009
Bestuursadviseur Om de grote waardering van de gemeente voor de doelstelling en werkzaamheden van de SSBNA op bestuurlijk niveau tot uitdrukking te brengen, is gekozen voor beleidsadvisering van de kant van de gemeente. Ook in 2009 werd het adviseurschap vervuld door de heer G. Fabius namens de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de heren J.W. Siebols en R. de Vos beiden namens de Dienst Werk en Inkomen.
14
Twee redenen vormden de basis om tot actualisering te besluiten: • Het besluit van het college van burgemeester en wethouders om niet (meer) bestuurlijk deel te nemen in subsidieontvangende organisaties • Aanpassing vanwege de maatschappelijke verankering van de SSBNA in een sterk veranderend veld, waarbij ook de professioneel werkende vrijwilligers(organisaties) de plek krijgen, die hen toekomt. Dit in het kader van een breed maatschappelijk draagvlak en diep doordringen in de ‘haarvaten van de samenleving’. Met het vergroten van de maatschappelijke verankering zijn meer urgente noodsituaties te bereiken. In concreto: uitbreiding van de bestuurlijke participatie naar vier sectoren. Naast de fondsen/donateurs (giften), de overheid (exploitatiekosten en advisering), de dienst-/hulpverlening (aanvragen) participeert een vierde sector. Deze omvat de maatschappelijk betrokken organisaties voor meningsvorming en informatie. Voor wat betreft de bestuurssamenstelling (algemeen en dagelijks bestuur): iedere sector heeft twee vertegenwoordigers met twee (maximaal drie) adviseurs zonder stemrecht. Het dagelijks bestuur bestaat uit vier bestuursleden namens de sectoren en drie leden op persoonlijke titel, waaronder één uit de kring van de fondsen. Twee van de zeven DB-leden (of drie van de elf bestuursleden) komen derhalve uit de kring van de fondsen. Hiermee is een wezenlijke inbreng vanuit de kring van fondsen en donateurs gewaarborgd. Het algemeen bestuur heeft op 16 november 2009 de nieuwe bestuursstructuur bekrachtigd. De verdere uitwerking vindt plaats in 2010. De basisprincipes ‘onafhankelijkheid’ en ‘gelijkwaardige samenwerking tussen de betrokken partners’ blijven het fundament van de SSBNA.
Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN) De SSBNA is lid van de Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN).
Stichting Fonds 1-7-1998 De statutaire doelstelling luidt “het uitvoeren van projecten met name op verzoek van de gemeente Amsterdam, gericht op het verlenen van financiële hulp aan hen, die woonachtig zijn in de gemeente Amsterdam en die in nood zijn.” Sinds circa 20 jaar worden op verzoek van de gemeente Amsterdam projecten ter hand genomen, al dan niet in samenwerking met partners zoals de Dienst Werk en Inkomen en de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam. De projecten betroffen onder meer het voormalige noodfonds (schuldsanering), gedupeerden Koppelingswet, exhongerstakers en de zogenoemde witte-illegalen. Dergelijke projecten worden volledig gefinancierd door de gemeente Amsterdam. Particuliere fondsen worden hiervoor niet aangeschreven. Conform artikel 5, lid 1 worden de bestuursleden benoemd door het bestuur van de SSBNA. Het bestuur bestaat uit de heren drs. A. Tj. de Jong (voorzitter), drs. P. van Oosten (secretaris), mevrouw J.M.C. Sprenger (vicevoorzitter) en de heer W. Varkevisser (penningmeester). De stichting staat ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel voor Amsterdam onder nummer 34148388.
Jaarverslag 2009 15
Op verzoek van de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (DWZS) wordt uitvoerende technische facilitaire ondersteuning geboden aan het project Experiment OpStap Budget. De doelstelling is het bevorderen van de sociale participatie van kwetsbare burgers en ouderen. Het betreft een pilotproject in vijf stadsdelen. Er is een budget van € 90.000 beschikbaar. De duur: van november 2009 tot oktober 2010.
Communicatie Voorlichting Om dicht bij de hulpverlening te staan worden nieuwe dienst-/hulpverleners geïnformeerd over de werkwijze van de SSBNA. Eén en ander geschiedt onder meer tijdens een teamoverleg van de desbetreffende organisatie. Ook de actualiteit, informatieuitwisseling en eventuele knelpunten komen aan bod. Gesignaleerde knelpunten worden besproken in het bestuur. Na allerlei fusie- en reorganisatieprocessen blijkt, dat relatief veel nieuwe hulpverleners geen ervaring hebben met een zogenaamde fondsaanvraag. Deze voorlichting wordt gecontinueerd in 2010. In het verslagjaar werd informatie verstrekt aan teams van Altra Jeugdzorg, Arkin (Mentrum), Blijfgroep, CentraM, Cordaan, Opvoedpoli, Pantar Amsterdam, Reclassering en Spirit. Website De SSBNA heeft een website: www.ssbna.nl. Aanvraagformulieren en bijlage zijn hier te downloaden. Net als andere noodhulpbureaus is de SSBNA bereikbaar via de website van de SSUN.nl (www. urgentenoden.nl). Deze fungeert als paraplu voor de noodhulpbureaus. Voor de effectiviteit en efficiency is dit van groot belang. Aanvragers in het land zijn dan snel op de hoogte van de mogelijkheden. Aanvraagformulieren van diverse noodhulpbureaus zijn via deze site te downloaden.
Landelijk project lokale samenwerking De belangrijkste steunende fondsen financieel en/of met bestuurskracht zijn: • • • • • •
FondsDBL, Rotterdam Oranje Fonds, Utrecht Duitsche Ridderlijke Orde Balije van Utrecht M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, Den Haag Stichting Het RC Maagdenhuis, Amsterdam Ars Donandi, Amsterdam
Op verzoek van de initiërende fondsen is ter bundeling van de activiteiten op 9 november 2006 de Stichting Samenwerking voor UrgenteNoden.nl (SSUN.nl) opgericht. De stichting fungeert als facilitaire organisatie voor nieuwe initiatieven. De heer G.H. van Es (ex-voorzitter van de SSBNA) is voorzitter van de Raad van Toezicht. De Stichting Samenwerking voor Urgente Noden.nl (SSUN.nl) heeft een convenant gesloten met het Nationaal Fonds voor Bijzondere Noden (NFBN). Het convenant/ werkdocument voorziet in een werkplan om te bereiken dat lokaal/regionaal onafhankelijke publiek-private samenwerking wordt (her)opgericht. Speerpunten zijn • ondersteuning van de kwaliteit van de noodhulpbureaus • het beschikken over voldoende middelen • het ontwikkelen van de landelijke samenwerking van fondsen, overheid, dienst-/hulpverlening en maatschappelijke organisaties
Landelijk beraad noodhulp Jaarverslag 2009
Achtergrond Naar aanleiding van het pleidooi -tijdens de najaarsbijeenkomst van 2003- van mevrouw Elisabeth Beelaerts van Blokland-van Schaijk, bestuurder van de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, is in 2004 gestart met een verkenning en stimuleringsprogramma ‘samenwerken voor individuele urgente noden’. In dat kader heeft de SSBNA het initiatief genomen voor een -in principe- jaarlijks landelijk overleg met de lokale noodhulpbureaus, voorafgaand aan de najaarsbijeenkomst van de SSBNA onder de noemer Landelijk Beraad Noodhulp. De noodhulpbureaus, die op basis van de publiek-private samenwerking opereren, hebben
16
besloten kennis en ervaringen in de brede zin des woords uit te wisselen. Zo nodig zullen nieuwe initiatiefnemers worden ondersteund. De eerste bijeenkomst van het Landelijk Beraad Noodhulp vond plaats in november 2004. Sinds 2008 is er een tweejaarlijks overleg. De heer R.R. Schwab, directeur van de Stichting Samenwerking Sociale Fondsen (SSSF) te Den Haag was in 2008 en 2009 voorzitter. In 2010 wordt het voorzitterschap overgenomen door de heer H.A.J. Bol, bestuurslid van het noodhulpbureau Zwolle. Ook het Nationaal Fonds voor Bijzondere Noden (NFBN) en de Stichting Samenwerking voor Urgente Noden.nl (SSUN.nl) zijn deelnemers. Ultimo 2009 zijn 14 noodhulpbureaus aangesloten, te weten * Almere (Stichting Fonds Bijzondere Noden Almere) * Amsterdam (Stichting Samenwerking voor Bijzondere Noden Amsterdam) * Breda (Stichting Hulp in Bijzondere Omstandigheden) * Delft (Stichting Urgente Noden Delft e.o.) * Den Haag (Stichting Samenwerking Sociale Fondsen) * Enschede (Stichting Fonds Bijzondere Noden Enschede) * Haarlem (Stichting Fonds voor Urgente Noden voor Haarlem en omgeving) * Huizen (Stichting Fonds Bijzondere Noden Huizen) * Leiden (Stichting Urgente Noden Leiden) * Rotterdam (Stichting Fonds Bijzondere Noden Rotterdam) * Uithoorn (Stichting Urgente Noden e.o.) * Utrecht (Stichting Noodhulp Utrecht) * Waalwijk (Stichting De Strohalm) * Zwolle (Stichting Noodfonds Zwolle en omgeving). Eén van de aandachtspunten uit de bijeenkomst van 10 november 2008 was, of er behoefte is aan een kennisknooppunt zonder bureaucratische plichtplegingen en met inachtneming van de autonomie. Formulieren voor het aanvragen van een financiële bijdrage zijn te downloaden via www.ssbna.nl
Jaarverslag 2009 17
accountants verslag
Jaarverslag 2009 18
Jaarverslag 2009
19
Stichting Samenwerking voor Bijzondere Noden Amsterdam Postbus 1840 1000 BV Amsterdam Telefoon:
020 251 85 88 en
020 251 80 88
Fax:
020 251 85 89
E-mail:
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Website:
www.ssbna.nl
ING rekening:
294697
De Stichting staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel voor Amsterdam onder nummer 41197859.
Tekstproductie: tekst.com, amsterdam Dtp:
Zorro Producties, Amsterdam
Fotografie:
Ivana Erdes
Jaarverslag 2009 20