Pedagogisch beleid
Inhoudsopgave
2
Solidoe pedagogisch plan
Voorwoord
blz. 5
Inleiding
blz. 7
1. De visie van Solidoe
blz. 9
2. De vier basiselementen van pedagogische kwaliteit in de kinderopvang
blz. 13
3. De kernwaarden in de praktijk
blz. 17
4. De geschiedenis van de pedagogiek
blz. 31
Bijlage 1. Wet en regelgeving
blz. 34
ijlage 2. Bronvermelding B
blz. 35
Solidoe pedagogisch plan
3
Voorwoord Januari 2011 luidde niet alleen een nieuw jaar in, maar ook de officiële samenwerking tussen Kinderhof Aalsmeer en de Uithoornse Kinderopvang. Op dat moment kwam een bestuurlijke fusie tot stand: beide organisaties waren nog aparte stichtingen, maar de beide besturen bestonden uit dezelfde mensen. Het jaar 2011 werd gebruikt om de formele fusie tussen de beide stichtingen voor te bereiden. Verschillende werkgroepen hebben gewerkt aan deze samenvoeging. Allerlei geledingen uit de organisatie hebben zitting gehad in deze werkgroepen, dus veel medewerkers zijn betrokken geweest bij het fusietraject. Deze werkwijze zal kenmerkend worden voor Solidoe. De basis onder de nieuwe organisatie hebben we gelegd door kernwaarden te formuleren. Dit zijn de uitgangspunten van onze werkwijze. In diverse bijeenkomsten met de beide managementteams (mt’s) zijn deze kernwaarden van onze kinderopvang vastgesteld. Waar staan we voor? Wat vinden we belangrijk in de nieuwe organisatie? Wat willen we kinderen en ouders bieden? Wat vinden we belangrijk met en voor onze medewerkers? De waarden hebben een rondgang gemaakt door de beide organisaties. In speciale kernwaarden-avonden heeft ieder team de zes kernwaarden doorgesproken, uitgediept en concreet gemaakt. De werkgroep ‘Pedagogisch beleid’ heeft het bestaande pedagogisch beleid herzien en opnieuw beschreven. De kapstok daarvoor zijn de kernwaarden geweest, samen met de opdracht die de Wet Kinderopvang ons geeft. Voor de nieuwe organisatie is deze werkgroep als een van de eerste gestart, want een gezamenlijk pedagogisch beleid betekent een gezamenlijke basis voor het werken met de kinderen. Dat is een belangrijke ondergrond voor de fusie en verbindt de beide organisaties. Onze nieuwe naam is: Kinderopvang Solidoe. Deze naam staat voor wie we zijn en straalt onze kernwaarden uit, want het is een samenstelling van solide, solidair, doel en doen. Nét iets andere bewoordingen, maar dezelfde lading. Het logo laat zien waar we voor staan: een vrolijke, vriendelijke, kleurrijke organisatie. Ons belangrijkste uitgangspunt is: KOM, HET IS LEUK BIJ ONS! Waarbij KOM staat voor: Kinderen, Ouders en Medewerkers. En waarbij LEUK staat voor veel méér dan leuk! Monic van Diemen directeur kinderopvang Solidoe april 2012 Werkgroep pedagogisch beleid Solidoe: Joke Schreuder, Nelleke Duiker, Mirjam Plasmeijer, Rianne Heemskerk, Rita Heemskerk, Nicole de Ridder 4
Solidoe pedagogisch plan
Solidoe staat voor solide, solidair, doel en doen. Solidoe pedagogisch plan
5
Inleiding In de kinderopvang worden kinderen opgevangen. Ouders kunnen werken terwijl kinderen in de kinderopvang of bij gastouders verblijven. Deze zin klopt – en doet tegelijkertijd geen recht aan de werkelijkheid. Die is zó veel doordachter, overwogener, bewuster. Tijdens het verblijf op de opvang gebeurt er van alles met en voor de kinderen. Waar wij voor staan met onze opvang, wat er gebeurt in de groepen of bij de gastgezinnen, wat wij allemaal willen, is beschreven in dit pedagogisch plan. Het is de basis onder ons werk. Zó staan wij voor ons vak en in ons vak. Een pedagogisch beleidsplan is inmiddels gebruikelijk in de kinderopvang. Iedere zichzelf respecterende organisatie heeft er een geschreven, al dan niet opgedragen door de Wet kinderopvang en de GGD.Toch is ons plan anders dan alle andere. Dat komt doordat Solidoe een unieke organisatie is die duidelijk voor ogen heeft waar zij voor staat. Een van onze specialiteiten is dat we medewerkers en ouders sterk betrekken bij onze organisatie. Dit plan is dan ook sámen met de medewerkers geschreven, en ook ouders hebben hun licht laten schijnen over onze ideeën. Wij zijn trots op dit plan. Wij laten zien wat Solidoe belangrijk vindt en hoe belangrijk wij ons werk vinden. Als we zeggen dat het ons doel is om kinderen een leuke dag te bezorgen, dan klinkt dat eenvoudig. Ons plan laat zien dat een leuke dag voor kinderen betekent dat we zorgvuldig nagedacht hebben over wat ‘leuk’ inhoudt. Dat we een visie hebben en precies weten wat we doen. Naast dit pedagogisch beleidsplan heeft iedere locatie een eigen pedagogisch werkplan. Dat beschrijft het dagelijks handelen in de praktijk van elke locatie. Ook de eigenheid van een locatie en hoe die zichtbaar is, komt daarin naar voren.Voor gastouders is er één pedagogisch werkplan dat voor alle gastouders van toepassing is. We hebben als organisatie onze doelen omschreven. Het spreekt vanzelf dat we daarbij de wet respecteren: dit pedagogisch beleidsplan en de werkplannen voor de locaties voldoen aan de eisen van de Wet kinderopvang en die van de GGD. 6
Solidoe pedagogisch plan
Solidoe pedagogisch plan
7
1. De visie van Solidoe De pedagogische opdracht van Solidoe is:
Wij zorgen dat de kinderen bij ons een uitdagende, positieve groepsomgeving krijgen waarin zij zich veilig voelen. Vanuit deze veilige omgeving geven we kinderen de kans om te spelen, zich te ontwikkelen en vriendschappen te sluiten. Kinderopvang Solidoe biedt kinderen een omgeving waarin zij zich veilig en vertrouwd voelen en waarin ze samen met andere kinderen spelen en leren. ‘Samen’ is een meerwaarde van kinderopvang. We zeggen: KOM, het is leuk bij ons! KOM staat voor: Kinderen, Ouders en Medewerkers. Wij zorgen dat kinderen, ouders en medewerkers zich veilig voelen, zichzelf kunnen zijn. Een veilige omgeving is een voorwaarde voor kinderen om onbevangen plezier te kunnen maken en de wereld te durven ontdekken. Wij willen ervoor zorgen dat het voor kinderen, ouders én voor medewerkers leuk is bij ons.
Wij zorgen dat de kinderen bij ons een uitdagende, positieve groepsomgeving krijgen waarin zij zich veilig voelen.
De visie van Solidoe op kinderen Ieder kind is uniek. En ieder kind heeft in onze ogen een innerlijk vermogen om zich te ontwikkelen. Wij accepteren ieder kind zoals het is. Wij zorgen dat alle kinderen bij ons een uitdagende, positieve groepsomgeving krijgen waarin zij zich veilig voelen. Vanuit deze veilige omgeving geven we kinderen de kans om te spelen, zich te ontwikkelen en vriendschappen te sluiten. Op hun eigen, unieke manier en in hun eigen tempo. Kinderen zijn de toekomst van de maatschappij. Wij voelen ons mede verantwoordelijk om hen voor te bereiden op de maatschappij waarin ze straks gaan meedoen.
De visie van Solidoe op ouders Kinderopvang betekent samen opvoeden. Wij kunnen alleen goede opvang bieden als we de opvoeding van hun kind met de ouders kunnen afstemmen. Wij staan open voor ideeën van ouders en betrekken ze dan ook bij onze pedagogische opvattingen. Wij willen bijdragen aan de ontwikkeling van hun kind tot een zelfstandig en sociaal persoon in de samenleving. Ouders kiezen bewust voor kinderopvang als verantwoorde speel- en leeromgeving. Wij informeren ouders hierover en betrekken ze erbij.
De visie van Solidoe op medewerkers Pedagogisch medewerkers zijn binnen onze professionele organisatie een belangrijke schakel. Zij hebben een grote verantwoordelijkheid. Zoals voor het scheppen van een veilige en prettige omgeving voor de kinderen om te spelen en te leren. De medewerker blijft zichzelf voortdurend vragen: ‘Wat is goed voor dit kind? Wat is goed voor de ontwikkeling?’ Het kind staat centraal. Voor ons als organisatie staan onze medewerkers ook centraal: wij willen een werkgever zijn waarbij het prettig werken is. Mensen ontwikkelen zich, als persoon en in hun werk. Solidoe vindt de professionele ontwikkeling van de medewerkers belangrijk. Daarom bieden we scholing en voeren we teamoverleg. We dagen medewerkers uit om een bijdrage te leveren aan de organisatie.
8
Solidoe pedagogisch plan
Solidoe pedagogisch plan
9
Opvang in een groep
Naast de opvoeding in het gezin heeft kinderopvang een grote extra waarde. Bij de kinderopvang komt het kind in een groep. En in een groep ontwikkelen kinderen andere vaardigheden dan thuis. Dit geldt ook voor kinderen in gastgezinnen. Om daar goed over te communiceren met de ouders, kiezen we voor een open samenwerking en veel afstemming. Kinderopvang geeft kinderen iets extra’s. Welke vorm van kinderopvang een ouder ook kiest, er zijn altijd andere kinderen dichtbij. Hiervan kan het kind veel leren: aandacht delen, samenwerken, contact maken. Het zijn allemaal sociale vaardigheden die het kind later gaat gebruiken. De ontwikkeling van taal wordt extra gestimuleerd. Dat geldt ook voor de cognitieve vaardigheden, ofwel de manier van denken die nodig is om dingen te leren en te verwerken. En ook de ontwikkeling van de motoriek, ofwel de beweging, komt ruimschoots aan bod. Dat gebeurt door binnen en buiten spelen. Wijkgerichtheid en samenwerking met het onderwijs.
Kinderopvang geeft kinderen iets extra’s.
Kinderen groeien (over het algemeen) op in wijken. Daar wonen vriendjes, daar staat hun school en daar kennen ze de buren of andere wijkbewoners. Een wijk is een overzichtelijk gebied voor kinderen. Solidoe zal steeds meer wijkgericht gaan werken.Verdere afstemming van de locaties in een wijk, actief samenwerking zoeken met andere organisaties in die wijk, het onderwijs opzoeken om samen met hen een rustig dagritme voor kinderen te verzorgen. Dat is de strategie van Solidoe voor de komende jaren. Solidoe en de samenleving
Solidoe is een nieuwe naam, maar de organisatie bestaat uit twee voorlopers: de Uithoornse Kinderopvang en Kinderhof Aalsmeer. Die hebben in hun eigen gemeente altijd een duidelijke positie gehad, en nu ze zijn opgegaan in Solidoe, blijft die positie voortbestaan. Voordat ze in Solidoe opgingen, hebben de beide organisaties meer dan twintig jaar bestaan. Ze zijn dus diep geworteld in hun gemeente. Er is veel ervaring in kinderopvang, in het begeleiden van de ontwikkeling van kinderen. De beide vroegere organisaties – en nu ook Solidoe – legden de nadruk op een juiste combinatie van pedagogische kwaliteit en zakelijkheid. Hoe spelen we in op de wensen van de klanten? En hoe combineren we dit met een uitdagende én veilige peda-
10 Solidoe pedagogisch plan
gogische omgeving voor kinderen? Dit doen we door de locaties te verspreiden over de gemeente. We willen kinderen zo dicht mogelijk bij huis naar de opvang kunnen laten gaan. Solidoe is een stichting. Eventuele winst blijft in de stichting en wordt aangewend voor ontwikkeling: van kinderen en/of van medewerkers. Kinderopvang staat niet op zichzelf in de samenleving, maar is daar een onderdeel van. Solidoe vindt dat andere organisaties veel kunnen toevoegen aan kinderopvang. Daarom werken we samen met scholen, sportverenigingen, consultatiebureaus en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Waar nog geen samenwerking bestaat, wil Solidoe het voortouw nemen. Solidoe is een vaste partner van de gemeenten Aalsmeer en Uithoorn. Dat geldt voor het beleid, maar ook voor praktische zaken. Bij het maken van beleid voor de VVE, de peuterspeelzaal en jeugdzaken en ook bij vragen over opvang voor kinderen die bij de sociale dienst of de inburgering terechtkomen, schakelt de gemeente de mensen van Solidoe in. Onze kernwaarden
Vanuit onze visie zijn wij gekomen tot zes kernwaarden. Die laten zien waar we als organisatie voor staan. Deze kernwaarden zijn verweven in het pedagogisch beleid en vormen de basis voor de manier waarop we omgaan met de kinderen, de ouders en de medewerkers.
De kernwaarden van Solidoe zijn:
Samen: Met elkaar maken we plezier. In alle groepen en gastgezinnen zorgen we voor veel ruimte voor interactie, samenwerking en vriendschappen.
Sterk: We zijn professioneel: we stellen hoge eisen aan de kwaliteit van ons pedagogisch handelen, de inrichting van onze organisatie en de competenties van onze medewerkers.
Betrokken: Iedereen is welkom bij ons. We hebben aandacht voor ieder mens, groot en klein. We bieden een geborgen en veilige omgeving waarin iedereen zich optimaal kan ontwikkelen.
Stoer: Wij zijn een robuuste organisatie die nieuwe uitdagingen aangaat, die er staat. Onze breedgeschouderde, energieke medewerkers durven hun kennis uit te dragen. We bieden de kinderen een stevige basis van waaruit ze de wereld kunnen ontdekken. Dat doen we met een uitdagend aanbod.
Open: We zijn betrouwbaar, eerlijk en respectvol in contact met ouders, kinderen en medewerkers.
Klantgericht: We nemen de wensen van de klant serieus, passend binnen onze pedagogische visie. We zorgen dat we weten wat de klant van ons wil. We staan midden in de samenleving en denken vooruit.
Solidoe pedagogisch plan
11
2. De vier basiselementen van pedagogische kwaliteit in de kinderopvang De opvoedingstheorie van Marianne Riksen-Walraven ligt ten grondslag aan de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (zie voor een korte beschrijving achter in dit beleidsplan). De basisdoelen zijn geformuleerd aan de hand van de vraag: ‘Wat hebben kinderen in hun eerste levensjaren nodig voor hun welzijn en ontwikkeling, ook met het oog op hun later functioneren?’ Kinderen hebben veel mogelijkheden in zich, ofwel: kinderen zijn competent. Elk kind heeft zijn eigen aard en karakter, al van de geboorte af. En de ervaringen die het kind opdoet en de omgeving waarin het opgroeit, helpen het kind om dit verder te vormen. Kinderen zijn van nature gericht op het onderzoeken van hun omgeving en op het communiceren met anderen. De pedagogisch medewerkers geven de kinderen alle gelegenheid om dit verder te ontwikkelen. Een van de belangrijke voorwaarden voor het kind om deze competenties verder te ontwikkelen, is het gevoel van veiligheid. Daarom is een veilige sfeer voor elk kind noodzakelijk. Die scheppen wij bij Solidoe. Kinderen zijn belangrijk: zij zijn degenen die de maatschappij in de toekomst vormgeven. Element 1: het waarborgen van lichamelijke en emotionele veiligheid
Het bieden van veiligheid is uiterste noodzaak. Als een kind zich niet veilig voelt, staat het niet open voor het aanleren van vaardigheden. In de groep of bij de gastouders zijn er drie bronnen van veiligheid: de relaties met de groepsleiding, de relaties met andere kinderen en de inrichting van de omgeving. Veilig bij de opvang
Een kind voelt zich veilig in een bekende setting. De groepsleiding, de andere kinderen en de groepsruimte zijn vaste waarden voor het kind. De relaties met groepsleiding: de pedagogisch medewerkers heeft oog voor de behoeften van het kind en speelt daar tijdig op in. De relaties met andere kinderen: de aanwezigheid van bekende leeftijdgenoten kan bijdragen aan een gevoel van veiligheid. Al vanaf dat ze een halfjaar oud zijn, leren kinderen die elkaar regelmatig zien elkaar kennen. In vaste groepen kunnen kinderen al vanaf dat ze één jaar zijn een duidelijke voorkeur voor één of twee groepsgenoten ontwikkelen. De inrichting van de groepsruimte: een harmonieuze inrichting van de ruimte kan bijdragen aan een gevoel van geborgenheid.We gebruiken de mogelijkheden van de ruimte om een veilige sfeer te scheppen voor kinderen. Element 2: het bijdragen aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties
Zich ontwikkelen en leren lijkt bij kinderen vanzelf te gaan. Ze doen elkaar na, gaan uitdagingen aan en willen alles delen met leeftijdsgeno12 Solidoe pedagogisch plan
Wet kinderopvang. De vier basiselementen van pedagogische kwaliteit in de kinderopvang zijn: • het waarborgen van lichamelijke en emotionele veiligheid; • het bijdragen aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties; • het bijdragen aan het ontwikkelen van sociale competenties; • het overdragen van normen en waarden.
Solidoe pedagogisch plan
13
ten. Kinderen leren binnen hun eigen vermogen, in hun eigen tempo en op hun eigen manier. Het voornaamste middel voor ontwikkeling is spel, zowel alleen als in een groep. Hierdoor leren ze vaardigheden aan en bouwen zelfvertrouwen op. Het eigen tempo waarin het kind zich ontwikkelt, is voor ons maatgevend in de begeleiding. We spelen in op de behoefte van het kind. Daarbij wegen we steeds we het belang van het kind en het belang van de groep af. Element 3: het bijdragen aan het ontwikkelen van sociale competentie
Met ‘sociale competentie’ bedoelen we sociale kennis en vaardigheden. Al met al betekent het: leren omgaan met anderen. Dat gebeurt op allerlei manieren: zich in iemand anders kunnen verplaatsen, anderen helpen, op elkaar wachten, rekening houden met elkaar en iets voor elkaar over hebben. Hierbij horen ook: communiceren, het taalgebruik stimuleren, bemiddelen, samenwerken, conflicten voorkomen en oplossen, leren delen en leren samenspelen. Element 4: het overdragen van waarden en normen
Het kind helpen omgaan met waarden en normen is in de opvoeding heel belangrijk. Zich eigen maken van waarden en normen, de spelregels van de huidige samenleving leren kennen, wordt het socialisatieproces genoemd. Dit speelt zowel in het gezin als in de kinderopvang. De kinderopvang vormt een bredere samenleving dan het gezin. Bij ons ontmoeten de kinderen verschillende samenlevingsvormen, sociale milieus en culturen. Hierdoor krijgen ze extra kansen om kennis te maken met de diversiteit van onze samenleving. In onze huidige samenleving staat het belang van het individu op de voorgrond. Sommige normen en waarden zullen altijd en overal gelden. Eén daarvan is dat je respect moet hebben voor de ander. Deze norm geldt in alle culturen. Maar dit kan zich uiten in andere gedragsregels, want de waarden kunnen verschillen per cultuur.Wij willen dat kinderen leren om rekening te houden met elkaar en de omgeving, maar tegelijkertijd zichzelf niet uit het oog verliezen. 14 Solidoe pedagogisch plan
Solidoe pedagogisch plan
15
3. De kernwaarden in de praktijk De belangrijke pedagogische opdracht die we als Kinderopvang Solidoe hebben, willen we uitvoeren op onze eigen manier.Vanuit deze opdracht zijn onze kernwaarden geformuleerd: samen, betrokken, open, stoer, sterk en klantgericht. Het pedagogisch beleid is geschreven vanuit deze kernwaarden.
Samen
Kinderopvang Solidoe staat voor het bieden van een goede en plezierige plek voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Elke groep heeft een vaste samenstelling. Dat biedt veiligheid én geeft de mogelijkheid om vertrouwd te raken met groepsgenoten en pedagogisch medewerkers. • Met elkaar maken we plezier
Solidoe is een plek waar aandacht is voor lachen, spelen, leren, vriendjes maken en rekening leren houden met elkaar. Pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. Ze stimuleren vriendschap tussen de kinderen en plezier hebben in samen spelen. Kinderen spelen omdat ze het leuk vinden, maar spelen en leren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De pedagogisch medewerkers geven genoeg tijd en ruimte voor spel. Plezier speelt de hoofdrol! Een gevarieerd en bewust aanbod van spel en activiteiten vinden we belangrijk. We komen tegemoet aan de verschillende behoeften van het kind, op elke leeftijd en elk niveau in de ontwikkeling. We willen het kind uitdagen en de fantasie prikkelen. Daarmee kunnen kinderen binnen een groep – anders dan thuis – ervaringen opdoen en delen. De activiteiten laten we aansluiten bij de belevingswereld van het kind en de groep. We hebben veel aandacht voor samen plezier maken, zoals bij een verjaardag of de geboorte van een broertje of zusje. Dit vieren en bespreken we, soms met vaste rituelen. Ook verschillen in culturen en in leef- of eetgewoonten geven we een plaats. Gaandeweg leren de kinderen hoe ze zich in verschillende situaties bij andere mensen moeten gedragen.We luisteren aandachtig en gaan positief om met de behoeften van het kind. • Ruimte voor interactie
Interactievaardigheden zijn een belangrijk pedagogisch middel waar de pedagogisch medewerkers over beschikken. Het gaat dan om de wisselwerking in het contact. Luisteren naar dat wat kinderen aangeven en aandragen, kijken naar waar kinderen mee bezig zijn. Maar ook situaties creëren die verbazing bij het kind opwekken, die aanzetten tot ontdekken en onderzoeken, die vragen om een heel eigen antwoord van kinderen. De pedagogisch medewerker brengt kinderen met elkaar in contact. Zoals tijdens het eten aan tafel. Dan vindt er interactie plaats tussen de 16 Solidoe pedagogisch plan
Samen: Met elkaar maken we plezier. In alle groepen en gastgezinnen zorgen we voor veel ruimte voor interactie, samenwerking en vriendschappen. Samen spelen, samen rituelen meemaken, van elkaar leren: kinderen hebben veel aan elkaar en aan de groepsleiding. Plezier staat voorop!
Solidoe pedagogisch plan
17
Door veel samen te doen, leren kinderen hun grenzen en die van anderen kennen.
pedagogisch medewerkers en de kinderen. De medewerkers stimuleren ook de interactie tussen de kinderen onderling door gezamenlijke gesprekken te voeren. Kinderen doen allerlei dingen samen (eten, knutselen, spelen). Zo krijgen ze de kans om te oefenen met sociale vaardigheden. We vinden het belangrijk om kinderen te leren hoe ze contact kunnen maken met elkaar. Dat ze wat voor elkaar over hebben, elkaar helpen en elkaar prikkelen en stimuleren. Niet alleen bij het samen spelen, maar ook bij het oplossen van conflicten. Als er tussen kinderen een conflict ontstaat, kijken de pedagogisch medewerkers of de kinderen dit samen kunnen oplossen. Ze wegen af of ze moeten ingrijpen of dat de kinderen zelf hun ruzietjes en problemen kunnen oplossen. Lukt dit niet, dan begeleiden de pedagogisch medewerkers de kinderen hierin, op hun eigen niveau. We zorgen wel dat we in de buurt zijn.Voor sommige kinderen is dat voldoende, die durven wel te zeggen wat ze willen. Bij andere kinderen proberen we samen met het kind duidelijk te maken wat er aan de hand is, door bijvoorbeeld samen te zeggen: “Ik wil…” Als het nodig is, praten we achteraf over de gebeurtenis. Kinderen krijgen dan inzicht in de gevolgen van hun gedrag. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor het andere kind. Ook leren kinderen op deze manier rekening houden met andere kinderen in de groep. Als een kind iets doet wat wij niet goed vinden, dan keuren wij het gedrag of de handeling van het kind af, niet het kind zelf! Daarna leggen we het kind uit wat we verwachten.We benaderen een oplossing, idee of keuze van een kind positief. Zo nodig buigen we het op een positieve manier om. “Ja, je mag straks met Yoeri spelen, maar nu eerst even je cracker eten in de groep.” Humor en een grapje kunnen ook manieren zijn om iets op te lossen.
Elk kind mag er zijn, elk kind is belangrijk. Respect voor elkaar en een sociale houding zijn belangrijke waarden die we de kinderen al van jongs af aan meegeven. Medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie.
• Samen doen
Kinderen ontwikkelen in een groep allerlei vaardigheden, zoals grenzen stellen, communiceren, delen, wachten, elkaar respecteren en accepteren. In de groep kunnen kinderen leren met elkaar om te gaan, maar vooral van elkaar te leren. Kinderen ontmoeten veel verschillende mensen en maken kennis met normen en waarden, met omgangsvormen en culturen. Onderdeel zijn van een groep geeft kinderen een vertrouwd gevoel. Daardoor kunnen kinderen elkaar leren kennen en hérkennen, van elkaar genieten en zich aan elkaar hechten. We streven ernaar om zo veel mogelijk met vaste pedagogisch medewerkers en vaste invalkrachten te werken. Vertrouwdheid tussen kinderen ontstaat door regelmatig samen te spelen. De ruimte krijgen om op hun eigen manier mee te doen
18 Solidoe pedagogisch plan
aan het groepsproces, is belangrijk voor kinderen.Als een kind niet wil of kan meedoen of meer tijd nodig heeft, dan bedenken we daar oplossingen voor. Met geduld, grapjes, voorbeeldgedrag of door sturing. Machtsstrijd proberen we te voorkomen, kinderen dwingen maakt ze onzeker. We spreken manieren af om elkaar aan de afspraken te houden, om respectvol met elkaar om te gaan en ons open te stellen voor elkaar. We verwoorden wat er gebeurt tijdens sociale interacties, zoals samen iets leuks, spannends, akeligs, verdrietigs of ontroerends beleven.Voor ieder kind in een groep is het belangrijk dat het gezien of gehoord wordt en dat er ruimte is voor zijn eigen behoeften en voorkeuren.
Niemand vindt het fijn om alles altijd met een groep te doen. Daarom hebben we naast ruimte voor groepsactiviteiten ook plek voor de kinderen waar ze zich terug kunnen trekken.
• Balans tussen kind en groep
Pedagogisch medewerkers zorgen voor een goed evenwicht tussen aandacht voor het individuele kind en voor de groep als geheel. Ze brengen afwisseling aan tussen rustige en actieve momenten, en tussen groepsmomenten en gelegenheden voor de kinderen om zich terug te trekken. Zowel binnen als buiten kunnen de kinderen samen spelen. Binnen kan dat met allerlei spelletjes. Daardoor leren de kinderen op hun beurt te wachten, elkaar te helpen en om te gaan met winnen en verliezen. Ook zijn er verschillende hoeken ingericht, zoals een poppenhoek, bouwhoek en een winkeltje. Kinderen spelen hier situaties na uit het ‘echte’ leven. Hierdoor leren ze op een passende manier met elkaar om te gaan. Er zijn rustige plekken, maar ook plaatsen waar ruimte is voor actie. Er zijn activiteiten voor kleine en voor grotere groepen kinderen. Bijna al deze activiteiten staan in het teken van ‘samen’. Samen doen, praten, luisteren en werken. Maar ook samen plezier of succes hebben, samen delen en rekening houden met elkaar.Verschillende activiteiten kunnen worden uitgevoerd zonder dat kinderen elkaar erg storen. De afspraken zijn helder door hierover te praten, door het goede voorbeeld te geven en door pictogrammen en groepsregels te gebruiken. • Spelen, spelen, spelen
Op een aantal locaties kunnen kinderen ook bij andere groepen spelen. Dit maakt de keuze en uitdaging groter. Kinderen kunnen alleen of samen spelen. We hebben een gevarieerd aanbod afgestemd op de leeftijd en de ontwikkeling van het kind. Er is ook aandacht voor variatie in cultuur.We gebruiken materiaal dat de fantasie prikkelt. ‘Oneigenlijke’ en ‘actuele’ materialen zoals huis-, tuin- en keukenmateriaal, lege verpakkingen, shampooflessen, noem maar op. Uiteindelijk is niet het eindproduct belangrijk, maar het plezier dat het kind eraan beleeft om iets te maken. Het gaat voornamelijk om het proces.We bieden mogelijkheden om kennis te maken met allerlei soorten (nieuwe) materialen, technieken en situaties. Het materiaal moet meervoudig te gebruiken zijn. Ook zal het speelgoed wat wij aanbieden anders zijn dan waar de kinderen thuis mee spelen.We gaan bewust om met materiaal en spel dat leidt tot oorlogs- of geweldspelletjes. We kiezen ervoor geen oorlogsspeelgoed en geweldspelen op de computer toe te laten.
Bouwen volgens het boekje is een stuk minder spannend dan zelf iets uitvogelen. Daarom kiezen we speelgoed weloverwogen. We hebben veel wat uitnodigt tot zelf onderzoeken. En we zetten speelgoed soms een tijdje weg, zodat het na een paar weken of maanden weer ‘nieuw’ is. Onze uitgangspunten voor het speelgoed zijn: • het is afgestemd op de ontwikkeling van het kind; • het prikkelt de fantasie; • het bestaat vaak uit huis-, tuin- en keukenmateriaal; • het is anders dan thuis.
Solidoe pedagogisch plan
19
Betrokken: Iedereen is welkom bij ons. We hebben aandacht voor ieder mens, groot en klein. We bieden een geborgen en veilige omgeving waarin iedereen zich optimaal kan ontwikkelen.
Betrokken
Ouders en kinderen worden bij ons gezien. We bieden een geborgen en veilige omgeving waarin iedereen zich optimaal kan ontwikkelen. We proberen maatwerk te leveren, want baby’s vragen om een andere aanpak dan kinderen in de basisschoolleeftijd. • Aandacht voor groot en klein
Goed wennen is belangrijk voor een veilige start. Daarom komt een kind altijd een paar keer om te wennen, zodat het zich op zijn gemak gaat voelen. Hoe lang een kind moet wennen, hangt af van de leeftijd. Dit en meer rondom het wennen is vastgelegd in de wenprocedure. Ouders en kinderen worden bij ons gezien. Bij het komen begroeten we de ouders en kinderen en is er tijd voor een praatje. Bij het naar huis gaan vertellen we, eventueel samen met de kinderen, aan de ouders hoe de dag is verlopen en zeggen we beiden gedag. We maken voldoende ruimte voor kennismakingsgesprekken om elkaar beter te leren kennen en om in te kunnen spelen op de wens van kind en ouder. Betrokken zijn betekent ook ouders dagelijks op de hoogte houden van het welbevinden van hun kinderen en jaarlijks oudergesprekken voeren. • Veilige en geborgen omgeving
Betrokken zijn is rekening houden met kinderen in de verschillende leeftijden. Duidelijkheid en structuur zijn belangrijk voor een veilige basis. Veiligheid en geborgenheid stralen we uit door afspraken na te komen. Door de kinderen aandacht en een duidelijk dagritme te bieden, door grenzen te stellen. Dit benoemen we steeds aan de kinderen. Ze varen er wel bij als iedere medewerker dezelfde regels hanteert. De pedagogisch medewerker organiseert de groep goed. Daarmee ontstaat een groepssfeer waarin alle kinderen zich veilig en vertrouwd voelen, erbij kunnen horen en hun mening kunnen zeggen. De pedagogisch medewerker zorgt dat alle kinderen zich veilig en gerespecteerd voelen ongeacht achtergrond, sekse of beperking.We spelen in op de behoefte van het kind. We houden rekening met de belangen van het individuele kind en met het groepsbelang. Dat betekent dat de pedagogisch medewerkers kinderen helpen en begeleiden om elkaar te begrijpen en samen te spelen, en dat ze daarbij veel uitleggen en benoemen.Vriendschap en sociaal gedrag worden hierdoor bevorderd.
De contactmomenten met de ouders zijn van grote waarde. Voor de ouders en het kind, maar ook voor de groepsleiding. De oudergesprekken zijn goede momenten om vast te stellen hoe het gaat en wat de wensen zijn en om afspraken te veranderen of te bevestigen. Het moment van brengen of ophalen is erg belangrijk voor het uitwisselen van de laatste stand van zaken en bijzonderheden over het kind.
We gebruiken de ruimte als pedagogisch middel om een vertrouwd en veilig gevoel te scheppen. Hoe we dat doen, verschilt per leeftijdsgroep. Een babygroep vraagt andere manieren om geborgenheid te creëren dan een BSO. Rust en harmonie in de ruimte (door kleur, materiaal en verlichting) zijn daarbij belangrijk. Als je de kinderen betrekt bij het 20 Solidoe pedagogisch plan
inrichten, laat je de ruimte ook hún ruimte worden. Flexibiliteit en mogelijkheden om de inrichting te veranderen vinden wij belangrijk. We zorgen voor herkenbaarheid. We geven bijvoorbeeld meubels en speelgoed een plek in de ruimte die past bij de groepssamenstelling en we kiezen materiaal uit de natuur dat past bij het seizoen. In de speelhoeken komen alle ontwikkelingsaspecten zo veel mogelijk aan bod. • Ruimte voor ontwikkeling
Een groep heeft voldoende speelplekken, een rustig en een druk gedeelte én een wegkruipplekje. Zo bieden we een veelzijdige ruimte voor kinderen die rust zoeken en voor de kinderen die actie willen, maar ook voor meiden en voor jongens, voor groten en voor kleintjes. Dit biedt niet alleen voor iedereen wat wils, maar schept ook duidelijkheid: dít doen we hier, dát doen we daar. Pedagogisch medewerkers maken duidelijke afspraken met de kinderen over het gebruik van de ruimten. Ze laten kinderen zo veel zelf bepalen wat ze aankunnen. Sommige kinderen hebben wat extra uitdaging nodig om een stapje verder te gaan, andere kinderen moeten soms wat afgeremd worden om onveilige situaties te voorkomen. We herhalen activiteiten vanwege de herkenbaarheid en het plezier. De pedagogisch medewerker geeft zo nodig uitleg en doet mee met het spel om samenspelen te stimuleren. We leren kinderen verantwoordelijk om te gaan met het materiaal. Ze moeten voorzichtig zijn met de spullen en ze op de juiste plaats weer opruimen.
Aan de groepsruimte besteden we veel aandacht. Die moet prettig, veilig en vertrouwd zijn. De ruimte wordt regelmatig aangepast aan het seizoen of de samenstelling van de groep. Die kan variëren doordat er bijvoorbeeld een aantal kinderen in dezelfde leeftijd in een groep zitten of doordat er meer meisjes dan jongens zijn of andersom.
• Ruimte om mee te doen
Pedagogisch medewerkers laten de kinderen actief meedoen en geven ze inspraak. Ze helpen kinderen om op hun niveau verantwoordelijk te zijn voor hun omgeving en de invulling van de dag. Kinderen kunnen meebeslissen over activiteiten, regels, voeding, de aanschaf van speelgoed en het inrichten van binnen- en buitenruimtes.Aan de hand van maatschappelijke thema’s wisselen de pedagogisch medewerkers met de kinderen van gedachten over normen en waarden. Dit gebeurt vooral bij de kinderen op de BSO, waar we inspelen op situaties in de samenleving. Kinderen zijn mede verantwoordelijk door samen na te denken en rekening te houden met verschillende wensen en posities. Ze leren om hun mening uit te spreken en naar elkaars ideeën te luisteren. Dit biedt een geweldige kans voor kinderen om zich het democratische gedachtegoed eigen te maken en in andere situaties toe te passen. Een goede samenwerking met de school vinden wij belangrijk. Het is in het belang van het kind Solidoe pedagogisch plan
21
dat de pedagogisch medewerkers van de BSO en de medewerkers van school hun aanpak afstemmen en dat ze samenwerken. We zullen daarom proberen een goed contact op te bouwen. We maken goede afspraken met school, zodat we weten wat we van elkaar kunnen verwachten.
Open
Om kinderen gebruik te laten maken van het aanbod in de wijk, zijn er contacten tussen het kindercentrum en allerlei andere instellingen in de wijk die een rol spelen in de ontwikkeling en vrije tijd van kinderen. Door gebruik te maken van het aanbod in de wijk kunnen we meer activiteiten aanbieden en maken we het kind wegwijs in wat de wijk allemaal biedt. Het kind kan samen met ouders of – zodra dat kan – zelfstandig gebruikmaken van deze voorzieningen, verenigingen en of instellingen als het daar behoefte aan heeft.
• Eerlijk en respectvol
We werken samen met de bibliotheek, vrijetijdsverenigingen zoals sportclubs en muziekverenigingen, en met instellingen voor kunstzinnige vorming. Ook zijn er soms verder weg van de locaties activiteiten waar we gebruik van maken.Vooral voor BSO-kinderen.
Een eerlijke en open communicatie is belangrijk voor het welbevinden van de kinderen. Samen met ouders delen pedagogisch medewerkers de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van het kind. Contact, overleg en een goede relatie met ouders vinden we belangrijk. Kinderen hebben veel verschillende gevoelens en emoties, zoals angst, boosheid, verdriet, plezier en geluk. We leren kinderen hiermee om te gaan. We vinden sensitiviteit belangrijk als basishouding van pedagogisch medewerker. Met andere woorden: de pedagogische medewerkers probeert de gevoelens van kinderen goed in te schatten en reageert er zo op dat de kinderen zich begrepen voelen. Zeker bij baby’s is het belangrijk om te reageren op de signalen die ze afgeven en ook te benoemen wat er gaat gebeuren. De pedagogisch medewerkers kunnen in verschillende situaties soepel en passend reageren. We accepteren de kinderen zoals ze zijn en hebben een open houding, zonder een oordeel te vellen.
Open: We zijn betrouwbaar, eerlijk en respectvol in contact met ouders, kinderen en medewerkers.
• Seksualiteit
Seksualiteit is geen taboe. We proberen er op een natuurlijke manier mee om te gaan. Kinderen stellen vragen over seksualiteit op dezelfde manier als ze vragen waarom de lucht blauw is of willen weten hoe melk in een pak komt. Ze willen een begrijpelijk en eerlijk antwoord op hun vragen. We schatten in waar het kind aan toe is. We antwoorden en geven uitleg op een manier die bij de ontwikkeling en leeftijd van het kind past. Met kinderen praten over seksualiteit hoort bij de opvoeding. Peuters ontdekken dat jongens en meisjes verschillen. Ze krijgen belangstelling voor het eigen lichaam. Het roepen van ‘vieze’ woorden kan soms populair zijn bij een kind of in de groep kinderen. Dit hoort bij de normale ontwikkeling van een kind. Het gaat meestal vanzelf weer over en we maken er dan ook niet veel drukte over. Rond een jaar of tien, elf gaat het lichaam van kinderen veranderen. Er kunnen grote verschillen zijn in de lichamelijke ontwikkeling rond deze leeftijd. Het is goed om hen op deze veranderingen voor te bereiden. Kinderen kunnen wel eens schuttingtaal gebruiken.Wij maken hen duidelijk dat we dit niet willen, omdat het niet respectvol is. • Ruimte voor contact
Tussen ouders en kinderen ontstaat meestal als vanzelf een emotionele band waarin het kind veilig gehecht is.Voor pedagogisch medewerkers ligt dat anders. Zij werken professioneel met een groep kinderen en ze werken in een team. Bovendien is het contact tussen de pedagogisch medewerkers en het kind tijdelijk. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker veel moet investeren in het opbouwen van een vertrouwensband.
22 Solidoe pedagogisch plan
Op allerlei momenten, bij het brengen en halen en tijdens gesprekken, kan informatie worden uitgewisseld. Pedagogisch medewerkers vertellen hoe het die dag is gegaan en geven belangrijke zaken over het kind door. Ook met schriftjes en digitale fotolijsten houden we ouders op de hoogte van wat er die dag is gedaan. Er is ruimte voor individuele gesprekken als ouders dat willen. We staan open voor de mening en beleving van de ander. Ouders kunnen pedagogisch medewerkers aanspreken op zaken die zij belangrijk vinden.
Solidoe pedagogisch plan
23
Stoer: Wij zijn een robuuste organisatie die nieuwe uitdagingen aangaat, die er staat. Onze breedgeschouderde, energieke medewerkers durven hun kennis uit te dragen. We bieden de kinderen een stevige basis van waaruit ze de wereld kunnen ontdekken. Dat doen we met een uitdagend aanbod.
24 Solidoe pedagogisch plan
Stoer
Stoer ben je als je dingen durft, fouten mag maken en daarvan leert. Stoer is kinderen de ruimte durven geven om te ontdekken. • De wereld ontdekken
Kinderen verzinnen zo veel mogelijk zelf hoe ze een spel spelen of wat en hoe ze knutselen. Kinderen kiezen zelf welke activiteit ze willen doen.Wij bieden daarbij nieuwe mogelijkheden en materialen aan. Als kinderen niet precies weten wat ze willen, stimuleren de pedagogisch medewerkers ze door ideeën te opperen en iets aan te bieden. Door dingen voor te doen en uit te leggen, of door gewoon samen met kinderen iets te ontdekken, worden ze meestal geprikkeld om te experimenteren.Als ze hier geen zin in hebben, mogen ze zich even gaan ‘vervelen’. Dit stimuleert de kinderen om zelf een oplossing te bedenken. De groepsruimte moet kinderen ook uitdagen, zodat ze dingen op hun eigen niveau kunnen uitproberen, ontdekken en onderzoeken. Vrij spel en activiteiten die de pedagogisch medewerkers leiden zijn beide belangrijk. Bij vrij spel bepalen de kinderen de inhoud en het verloop van het spel. Zij hebben de vrijheid om te spelen zoals zij het bedacht hebben en om er weer mee op te houden als zij willen. Georganiseerde activiteiten geven kinderen de kans om nieuwe dingen te leren en hun interessegebieden uit te breiden. We gebruiken thema’s en seizoenen in de ruimten. Speelhoeken en kasten zijn zo ingedeeld dat kinderen zelf materiaal en speelgoed kunnen pakken. We zorgen dat er geen overdaad aan speelgoed aanwezig is. En we wisselen speelgoed af.We zetten iets een tijdje weg, zodat het later weer nieuw en interessant is. We zijn ons bewust van het verschil tussen jongens en meisjes en handelen daarnaar, ook met het oog op speelgoed en uitdaging. Stoer zijn betekent dat je ook met slecht weer (met aangepaste kleding) buiten kunt spelen. Stoer is ook dingen zelf doen, zoals je brood smeren, je jas aandoen of voor oudere kinderen zelfstandig uit school naar de BSO komen.
vrienden en vriendinnen kletsen en juist ‘niets te hoeven’. Kinderen zijn van nature betrokken bij hun omgeving. Zij hebben plezier in buiten zijn, ervaren, bewegen en ontdekken. Lichaamsbeweging en de buitenwereld ontdekken vinden we belangrijk. In de buitenruimte kunnen de kinderen rennen en klimmen, ofwel: zich uitleven. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen dan ook om naar buiten te gaan. De inrichting van de buitenruimte laten we zo veel mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. We dagen kinderen uit tot fantasiespelen door te verkleden, poppenkast te spelen, muziek te maken of samen een fantasieverhaal te spelen. De inbreng van kinderen wordt onderdeel van het spel.We stimuleren dat de kinderen hun eigen creatieve gang kunnen gaan. Hoe jonger een kind is, hoe intensiever de begeleiding van een volwassene op dit vlak zal zijn. Het spelaanbod sluit aan bij de wens om zowel individueel als gezamenlijk spel aan te bieden. Het spelmateriaal is uitdagend en ontwikkelingsgericht. Ook houden we rekening met de verschillen in leeftijd en sekse. Met een gevarieerd aanbod willen we de interesse van kinderen verbreden. De sociale inhoud van het spel wordt gestimuleerd door samen spelen, praten, luisteren, plezier hebben, delen, wachten op elkaar en rekening houden met elkaar. De kinderen kunnen gebruik maken van computers, de tv en de video en dvd. Er zijn afspraken over het gebruik van deze apparaten, zoals tijdafspraken.
• Uitdagend aanbod
• Buiten spelen
Kinderen willen leuke, gevarieerde, bijzondere en spannende dingen doen.We bieden een omgeving waarin uitdaging te vinden is en waarin kinderen met verschillende activiteiten mee kunnen doen. Meerdere keren per week bieden we beweging en creatieve activiteiten aan. Vooral voor de oudere kinderen is er ruimte voor een breed scala aan activiteiten. Kinderen kunnen op eigen initiatief iets ondernemen, maar ze kunnen ook meedoen in een georganiseerd programma. Dan kunnen ze zich inschrijven voor workshops, muzieklessen of sport. Door het brede aanbod kunnen kinderen zich ontwikkelen op de gebieden waar hun interesses en talenten liggen.Voor een zo breed en uitdagend mogelijk aanbod stemmen we af met sportclubs, muziekschool en andere instellingen. In de schoolvakanties werken we regelmatig met een thema. We betrekken de kinderen bij de keuze en de invulling ervan. Maar ze mogen ook hun tijd vrij invullen en met hun
Op een paar locaties liggen natuurtuintjes waar kinderen kennismaken met de natuur en leren om zorgvuldig met de natuur om te gaan. Veiligheid is belangrijk. We schatten de risico´s in met een risicoinventarisatie, maar we zijn van mening dat risico’s niet helemaal te vermijden zijn. We zoeken de balans tussen veiligheid, voldoende uitdaging én omgaan met ‘gevaren’. Bijvoorbeeld bij het klimmen in het klimrek.Voor binnen geldt hetzelfde, zoals bij het tafel dekken met messen en bij het figuurzagen. De veiligheid wordt gewaarborgd door voldoende medewerkers met een EHBO-diploma op alle locaties en door de aanwezigheid van BedrijfsHulpVerleners. Op iedere vestiging worden ongevallen en calamiteiten geregistreerd met behulp van de ongevallenregistratie.
Ons aanbod van activiteiten is afwisselend, anders dan thuis, creatief, actief en educatief.
Solidoe pedagogisch plan
25
Sterk: We zijn professioneel: we stellen hoge eisen aan de kwaliteit van ons pedagogisch handelen, de inrichting van onze organisatie en de competenties van onze medewerkers.
Sterk
Sterk vinden wij waarde hechten aan de kwaliteit van de organisatie. Daarom nemen we alleen gediplomeerde medewerkers en medewerkers in opleiding aan. Onze pedagogisch medewerkers bieden we de kans om zich verder te ontwikkelen met praktijkgerichte scholing. De teambesprekingen, kindbesprekingen en goede communicatie zorgen ervoor dat er permanent aandacht is voor de kwaliteit van het pedagogisch handelen. • Professioneel handelen
Pedagogisch medewerkers werken samen in een team. Een gemeenschappelijke visie en een positieve sfeer vinden we daarbij belangrijk. We maken gebruik van elkaars competenties en stimuleren medewerkers om zich te blijven ontwikkelen. Optimaal welbevinden van kinderen maakt dat ze genoeg zelfvertrouwen krijgen. Daardoor komen ze sterk in hun schoenen te staan en kunnen zich verder goed ontwikkelen. We zorgen ervoor dat alle aspecten van de ontwikkeling aan bod komen. We denken bewust na over de inrichting van de ruimtes waar de kinderen verblijven, zowel binnen als buiten. Er is een spanningsveld tussen aan de ene kant een uitdagende omgeving en aan de andere kant veiligheid. Daar houden we rekening mee. Pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen in de ontwikkeling van hun persoonlijke competenties (vaardigheden). We leggen de nadruk op de motorische, cognitieve en creatieve ontwikkeling en op de taalontwikkeling. Door observaties en gesprekken met ouders zijn de pedagogisch medewerkers op de hoogte van wat een kind kan en kunnen ze inspelen op de behoeften van het kind.
methode voor Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE). Dit programma heeft als doel de ontwikkeling van kinderen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. Een VVE-programma kent een gestructureerde aanpak. Het is opgebouwd aan de hand van thema’s en gaat over onderwerpen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen.Voorbeelden zijn taal, cijferen, sociaal emotionele ontwikkeling, motoriek, gebruik van ICT bij activiteiten, ouderbetrokkenheid en de overgang naar de basisschool. Veel van onze medewerkers zijn of worden hierin geschoold. De groepsruimtes vormen een belangrijk onderdeel van de VVEprogramma’s. Dat wil zeggen dat er aandacht is voor de inrichting van de binnen- en buitenruimtes. In verschillende ingerichte hoeken van de ruimte is materiaal aanwezig dat uitnodigt tot verschillende vormen van ontdekken (verbaal, schriftelijk, voelen, kijken, doen). Er is gestructureerd materiaal (boeken, constructiemateriaal, spelletjes) en ongestructureerd materiaal (kastanjes, papier, zand). Verschillende basisscholen werken in groep 1 en 2 ook met een VVE-programma. Zo ontstaat voor kinderen een doorgaande lijn. Als ze 4 jaar worden maken peuters de overstap naar het basisonderwijs. We vinden het belangrijk dat de school de informatie krijgt die nodig is om direct goed in te spelen op de ontwikkeling van het kind. Daarvoor gebruiken we de peuterestafette. Ouders en pedagogisch medewerkers vullen deze in enkele maanden voor de 4e verjaardag van hun kind. De peuterestafette wordt gebruikt in het kinderdagverblijf en de peuteropvang of VVE-groep.
• Thema’s
Werken met een thema helpt bij het inspelen op de ontwikkeling van kinderen. Dat doen we bijvoorbeeld door (voor)lezen. Dat inspireert de kinderen én de pedagogisch medewerkers. Aan de hand van de thema’s krijgen de indeling en de inrichting van de ruimtes extra accenten en bieden we de kinderen speciale activiteiten aan. Het thematisch werken begint al op jonge leeftijd. De pedagogisch medewerkers houden rekening met de mate van autonomie (het recht om zelf te beslissen) die de kinderen nodig hebben om zichzelf te zijn en zelf zaken uit te proberen. Daardoor leren kinderen zelf keuzes te maken en eigen grenzen te stellen.We vinden het belangrijk dat kinderen leren opkomen voor zichzelf, maar rekening houden met andere kinderen. Als kinderen keuzes maken, kunnen ze laten zien wie ze zijn en wat ze willen, kunnen, denken en voelen. Kinderen hebben het meeste vertrouwen in hun eigen handelen als zij met andere kinderen een activiteit kunnen bedenken en uitvoeren, of als ze met bepaald gedrag een onveilige situatie kunnen veranderen in een veilige situatie. • Voor en vroegschoolse educatie (VVE)
Op alle locaties met kinderen van 0 tot 4 jaar werken we met een leer26 Solidoe pedagogisch plan
Solidoe pedagogisch plan
27
Klantgericht
Voor goede kinderopvang is contact met ouders van groot belang. Het overleg met ouders draagt bij aan een betere afstemming tussen de opvoeding thuis en op de opvang. Het contact helpt de organisatie om meer inzicht te krijgen in de wensen van de klanten. • Ruimte voor overleg
Opvoeden in een groep is anders dan in een gezin. In een groep gelden vaak andere regels en gewoonten. Kinderen kunnen de verschillen daartussen goed onderscheiden en passen zich over het algemeen gemakkelijk aan. Als er toch problemen ontstaan, maken pedagogisch medewerkers afspraken met ouders over hoe ze de aanpak thuis en op de opvang het beste op elkaar kunnen afstemmen. Jaarlijks voeren we een uitgebreid oudergesprek met de ouders. Dan staan we stil bij het totale functioneren van het kind.Ter voorbereiding op het oudergesprek vullen medewerkers een observatieformulier in. Als het nodig is of als de ouders of pedagogisch medewerkers dat willen, voeren we vaker een oudergesprek. • Ruimte voor participatie
Op iedere locatie is een oudercommissie actief. Die heeft het recht advies te geven over het pedagogisch beleid en het ouderbeleid.Vanuit de oudercommissies zijn er leden afgevaardigd die deelnemen aan de centrale oudercommissie.
Klantgericht: We nemen de wensen van de klant serieus, passend binnen onze pedagogische visie. We zorgen dat we weten wat de klant van ons wil. We staan midden in de samenleving en denken vooruit.
Eén keer in de twee jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek gehouden. Hierin kunnen ouders hun mening geven over alle aspecten van de kinderopvang. De uitkomst hiervan gebruiken we om de kwaliteit aan te passen, als dat nodig is. Klantgericht zijn is ook inspelen op ontwikkelingen in de samenleving. Bijvoorbeeld de sociale media. Die worden door steeds jongere kinderen gebruikt. Hierover hebben we richtlijnen en afspraken gemaakt voor kinderen en medewerkers.
28 Solidoe pedagogisch plan
Solidoe pedagogisch plan
29
4. De geschiedenis van de pedagogiek De opvatting over kinderen is door de jaren heen enorm veranderd. Kinderen zijn opgeschoven van grote mensen in zakformaat die meedoen in de grotemensenwereld via kinderen die worden afgeschermd van de volwassen wereld naar de mondige kinderen van deze tijd. De pedagogiek was tot enkele jaren geleden vooral gericht op het opvoeden van kinderen in twee leefomgevingen: het gezin en de school. Aan deze twee werd veel belang gehecht. Maar in de afgelopen jaren zijn steeds meer vrouwen langer buitenshuis gaan werken. Daardoor is tussen die twee werelden een nieuw leefmilieu voor kinderen ontstaan: de kinderopvang. Ouders besteden de zorg voor kinderen en de opvoeding van hun kinderen voor een deel uit aan de kinderopvang. Dus zijn ouders en pedagogisch medewerkers elkaars partners in de opvoeding geworden. Een goede relatie en open communicatie zijn onmisbaar. Een goede relatie tussen de verschillende opvoeders draagt bij aan de veiligheid en het gevoel van welbevinden bij kinderen. In 2004 verschoof de focus op kinderopvang. Het werd niet meer alleen gezien als middel voor ouders om te kunnen gaan werken, maar ook als pedagogische leefomgeving voor kinderen. Het Landelijk Pedagogenplatform Kindercentra vond dat het tijd werd voor meer aandacht voor de opvoedkundige bijdrage van de kinderopvang. Het heeft een tweedelig pedagogisch raamwerk gemaakt voor het werken met jonge kinderen in kindercentra: het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar en het Pedagogisch kader kindercentra 4-12 jaar. Bij het maken van dit pedagogisch beleidsplan hebben we gekeken naar de verschillende ontwikkelingen die de pedagogiek in onze maatschappij de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Want het heden en de toekomst zijn mede het resultaat van de ontwikkelingen uit het verleden. Bekende pedagogen hebben omschreven hoe de ontwikkeling van kinderen gestimuleerd kan worden. Door onderstaande pedagogen hebben wij ons laten inspireren. We hebben bekeken welke elementen we kunnen gebruiken bij onze eigen inzichten en kennis. Maria Montessori
De bekende Italiaanse pedagoge en arts Maria Montessori (18701952) richtte het Montessori-onderwijs op. Ze ging uit van de talenten van elk kind individueel. De kern van haar methode is: ‘Help mij het zelf te doen’. Door het kind ruimte te geven, zal het zijn eigen talenten goed ontwikkelen. Ook stelde ze dat elk kind gevoelige perioden heeft waarin het een bepaalde vaardigheid kan aanleren. Opvoeders en onderwijzers moeten daarom de behoeften van een kind op een bepaald moment onderkennen en daarop inspelen. Dat kunnen ze doen door op het juiste moment de juiste omgeving en de juiste materialen aan te bieden. Het kind moet uitgedaagd worden om dingen aan te pakken, uit te proberen. Dit betekent ook dat het de vrijheid moet krijgen om te kiezen waar het mee wil werken of spelen. 30 Solidoe pedagogisch plan
Ouders en pedagogisch medewerkers zijn elkaars partner in de opvoeding geworden. Solidoe pedagogisch plan
31
Loris Malaguzzi
Loris Malaguzzi (1920-1994) is de oprichter en inspirator van de kindercentra in het stadje Reggio Emilia in Noord-Italië, waarnaar zijn methode is genoemd. Hij doorbrak de tradities door heel goed naar de kinderen te luisteren. Hij ontwikkelde leerplannen rond thema’s die kinderen bezighielden. Voor ieder thema werden speciale materialen aangevoerd, en hij paste ook de inrichting van de ruimte aan. Uitgangspunt van de Reggio Emilia-benadering is dat kinderen gericht zijn op communicatie. Zij drukken zich daarbij niet alleen uit in gesproken en geschreven taal, maar ook in mimiek, geluid, beweging, dans, drama en muziek. Al deze vormen van communicatie zijn belangrijk, omdat elke vorm zijn eigen zeggingskracht en mogelijkheden heeft. Als vanzelf leren kinderen van elkaar, over elkaar, over zichzelf en over de wereld. Belangrijk is het ‘projectwerken’ rondom onderwerpen die de kinderen bezighouden. Lev Vygotsky
De Russische psycholoog Lev Vygotsky ( 1896-1934) is bekend van de ‘zone van de naaste ontwikkeling’. Volgens zijn ontwikkelingstheorie mag de kalenderleeftijd van een kind niet gelegd worden naast een ‘bijbehorend niveau’. Het kind moet uit zichzelf naar een volgend niveau willen. De volwassene is er om het kind daarbij te helpen en te stimuleren. Het kind raakt nooit uitgeleerd. Dit houdt in dat de pedagogisch medewerkers vooruitlopen op de ontwikkeling van de kinderen en ze als het ware leiden naar hun toekomstige ontwikkeling. Volgens deze theorie ervaart de mens de wereld niet alleen door hoe hij die ziet, maar ook door de manier waarover hij erover praat. Emmi Pikler
Emmi Pikler (1902-1984) was directeur van een kinderhuis in Budapest. Met haar vernieuwende ideeën over de verzorging en opvoeding van kinderen toonde ze aan dat kinderen zich ook in een kindertehuis geestelijk en lichamelijk gezond kunnen ontwikkelen. Voorwaarde is dat de groepsleiding kinderen gerichte aandacht geeft. Volwassene moeten respect hebben voor de autonomie en eigenheid van het kind. Ze laten het kind zo veel mogelijk in zijn eigen ritme en helpen een kind alleen als het echt nodig is. Ze laten het kind slapen als het daar behoefte aan heeft. Er wordt gevraagd om medewerking van het kind, bijvoorbeeld bij aankleden. Als je het kind van jongs af aan niet dwingt, maar vraagt om medewerking, zal het graag meewerken. Kinderen krijgen genoeg veilige ruimte. Het krijgt speelgoed aangeboden dat bij zijn ontwikkeling past: een kind leert wat het kan en niet wat een volwassene vindt dat het zou moeten kunnen. Kinderen lossen conflicten zo veel mogelijk zelf op, en er wordt pas ingegrepen als het fout gaat. De volwassene zorgt voor maximale aandacht bij de verzorging. Er is intensief contact met het kind en er wordt verteld wat er gaat gebeuren, zelfs bij heel jonge baby’s. Volwassenen praten op een geduldige manier en een zachte toon tijdens de verzorging en dwingen het kind 32 Solidoe pedagogisch plan
nergens toe. Zo krijgt het kind vertrouwen in de ander en kunnen volwassene en kind een relatie opbouwen. Thomas Gordon
De Amerikaanse klinisch psycholoog Thomas Gordon ( 1918-2002) werd vooral bekend door zijn Gordon-methode. Hij benoemde nieuwe begrippen in de communicatie tussen mensen, zoals ‘actief luisteren’, waarbij je nagaat of je de boodschap hebt begrepen, en de ‘ik-boodschap’, wat betekent dat je iemand op zijn gedrag aanspreekt vanuit je eigen beleving. Dus niet: jij maakt herrie, maar: ik heb last van het lawaai. Volgens Gordon is macht binnen relaties schadelijk is. Bij een conflict tussen kinderen onderling of tussen een kind en een pedagogisch medewerker hanteren wij het principe van Gordon om in overleg tot een oplossing te komen. Als conflicten in overleg opgelost worden, wordt de relatie beter. Hierdoor ontstaat een win-winsituatie in plaats van een winnaar en een verliezer. Als een kind iets doet wat wij niet goed vinden, keuren wij de handeling van het kind af. Niet het kind zelf. In navolging van Gordon stellen we dat een kind niet stout is omdat het stout wil zijn, maar dat het iets ‘stouts’ doet of zegt om aan een behoefte te voldoen (zoals behoefte aan aandacht, duidelijkheid of vriendschap). Als een kind een probleem heeft, dan helpt de pedagogisch medewerker het kind om zelf zijn probleem op te lossen door acceptatie te tonen en actief te luisteren. Marianne Riksen-Walraven
In de jaren negentig werd psychologe Marianne Riksen-Walraven (1949) benoemd als eerste hoogleraar Kinderopvang. Zij heeft gezorgd voor meer aandacht voor de (pedagogische) kwaliteit in de kinderopvang. Een belangrijk argument was dat verbetering van de pedagogische kwaliteit direct invloed heeft op het welzijn en welbevinden van jonge kinderen. Deze pedagogische vernieuwing heeft ertoe geleid dat de pedagogische kwaliteit steeds meer vertaald is naar concreet pedagogisch handelen en naar het scheppen van voorwaarden daarvoor. Denk aan het gebruik en de inrichting van de ruimte, de keuze van (spel)materiaal, het kijken naar kinderen als basis voor activiteiten of de vorm en de inhoud van overleg met ouders. Deze inzichten en ideeën heeft onder andere het NIZW verwerkt tot werkmethoden, boeken en videomateriaal voor de kinderopvang. Louis Tavecchio
Louis Tavecchio (1946) is psycholoog en bijzonder hoogleraar Empirisch onderzoek naar pedagogische aspecten en kwaliteit kinderopvang. Hij is Marianne Riksen-Walraven opgevolgd en heeft de pedagogiek van de kinderopvang verder op de kaart gezet. Dat heeft hij onder meer gedaan met zijn onderzoek naar de kwaliteit in de kinderopvang en naar de mogelijkheden om die kwaliteit te verbeteren, en met zijn onderzoek naar de verschillen in ontwikkeling tussen jongens en meisjes. Solidoe pedagogisch plan
33
Bijlage Bijlage 1 Wet en regelgeving
Gastouderopvang:
Kinderopvang Solidoe heeft verschillende vormen van kinderopvang namelijk: • hele dagopvang • buitenschoolse opvang (BSO) • peuteropvang 2-4 jaar • gastouderopvang • voorschoolse opvang Voldoende pedagogisch medewerkers, niet te grote groepen, een vaste kern van kinderen in de groep en vertrouwde pedagogisch medewerkers: dit zijn de belangrijkste kwaliteitseisen aan de groepssamenstelling. De kwaliteitseisen voor de groepsgrootte zijn wettelijk vastgesteld (Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, SZW 2011). Deze zijn: Leeftijd kind
Beroepskracht-kindratio
Max. groepsgrootte
0 - 1 jaar
4 kinderen per pedagogisch medewerker
12 kinderen
1 - 2 jaar
5 kinderen per pedagogisch medewerker
16 kinderen
2 - 3 jaar
6 kinderen per pedagogisch medewerker
16 kinderen
3 - 4 jaar
8 kinderen per pedagogisch medewerker
16 kinderen
4 - 8 jaar
10 kinderen per pedagogisch medewerker
20 kinderen
8 - 12 jaar
15 kinderen per pedagogisch medewerker
30 kinderen
Hele dagopvang
Binnen de hele dagopvang hebben we horizontale en verticale groepen. In de verticale groepen zitten 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. In de horizontale groepen is de indeling van 0 tot 2 jaar met maximaal 9 kinderen, en van 2 tot 4 jaar met maximaal 14 kinderen. Op elke locatie zijn bij aanvang en sluiting minimaal 2 pedagogisch medewerkers aanwezig. Voor alle kinderen is de mogelijkheid om voor activiteiten de stamgroep te verlaten. De afspraken die hiervoor gelden, beschrijven we in de pedagogische werkplannen van de locatie. Als er sprake is van bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of als we andere problemen bij kinderen signaleren, handelen wij volgens de werkinstructie kindermishandeling of werkinstructie kinderen met opvallend gedrag of werkinstructie handelen bij ongewenste omgangsvormen. 34 Solidoe pedagogisch plan
Maximaal 2 kinderen van 0 jaar gelijktijdig Maximaal 4 kinderen van 0 en 1 jaar gelijktijdig Maximaal 5 kinderen gelijktijdig als de kinderen (op te vangen en eigen kinderen) allemaal jonger zijn dan 4 jaar, of Maximaal 6 kinderen gelijktijdig op te vangen als de op te vangen kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar zijn. Eigen kinderen tot 10 jaar worden meegerekend. Achterwacht gastouder
Als er 3 of meer kinderen op het opvangadres aanwezig zijn, is ondersteuning van de gastouder door een andere volwassenen in geval van calamiteiten geregeld. Bijlage 2 Bronvermelding
• E lly Slinger en Loes Kleerekoper (2009). Pedagogisch kader kindercentra 0 - 4 jaar. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. • L iesbeth Schreuder, Marianne Boogaard, Ruben Fukkink en Josette Hoex (2011). Pedagogisch kader kindercentra 4 - 12 jaar. Amsterdam: Reed Business. • M arianne Riksen Walraven (2000). Tijd voor kwaliteit in de kinderopvang. Rede bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in het empirisch onderzoek naar en theorievorming over de kinderopvang voor kinderen van 0 – 12 jaar aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam:Vossiuspers AUP. • E lly Singer (2011). Opvoeden op het kinderdagverblijf. Wat ouders moeten weten. Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg. • D r. L.C. Stilma (2002).Van kloosterklas tot basisschool. Een historisch overzicht van opvoeding en onderwijs in Nederland. Baarn: HBuitgevers. • H ans-Jan Kuipers (2008). Pedagogiek voor professionele opvoeders. Coutinho • Toetsingskader:
Kinderopvang HDO Kinderopvang BSO Peuterspeelzaal Gastouderopvang
• Internet (Wikipedia)
Alle inhoud (teksten, afbeeldingen, grafieken) en intellectueel ontwerp is eigendom van Solidoe. Het is niet toegestaan om (delen) van de inhoud te kopieeren of te (her) publiceren in welke vorm dan ook.
Solidoe pedagogisch plan
35
Doe wat je goed kan en ga een stapje verder