Versie: 1.0 / 6 september 2004
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
Inhoudsopgave 01.
Inleiding
Blz. 2
02.
Jeugdopleiding RKWIK
Blz. 3
03.
Coaching
Blz. 4-5
04.
Jeugdleider
Blz. 6
05.
Jeugdtrainer
Blz. 7
06.
Training
Blz. 8
07.
Keepers training
Blz. 9
08.
F- Pupillen
Blz. 10-11
09.
E- Pupillen
Blz. 12-13
10.
D- Pupillen
Blz. 14-15
11.
C- Junioren
Blz. 16-17-18
12.
B- Junioren
Blz. 19-20-21
13.
A- Junioren
Blz. 22-23
14.
Onder 23-jarigen
Blz. 24
15.
Technische zaken
Blz. 25
16.
Winnaars mentaliteit
Blz. 26
17.
Tot slot
Blz. 27
-1-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
01- Inleiding Dit Technisch Jeugdbeleidsplan is opgezet als “leidraad” voor iedereen, welke betrokken is bij de Jeugdopleiding van RKWIK. Een jeugdafdeling welke in staat is om spelers op te leiden, is voor de club van levensbelang. Daarom is het noodzakelijk dat er meer structuur binnen de jeugdopleiding ontstaat:De bedoeling is om meer rendement te behalen, zowel kwalitatief (beter voetbal) als kwantitatief (meer leden). Dit is alleen mogelijk als alle betrokkenen (trainers, leiders, etc.) op dezelfde golflengte zitten. Een “rode draad” vanaf de F-pupil tot A-junior is essentieel voor succes in de toekomst!
Doelstellingen voor de komende 3 jaar: o o o o
Derde klasse voor RKWIK I Acceptabel niveau RKWIK II Groei van de Jeugdafdeling RKWIK naar 250 leden. “Winnaars mentaliteit” kweken (zonder de “gemoedelijkheid” geweld te willen aandoen.)
RKWIK is een vereniging met een rijk verleden; de club bestaat inmiddels 70 jaar! De toekomst is in onze handen. Wij kunnen, dankzij een eenduidige aanpak en gezamenlijke inzet, ook voor prestaties in de (nabije) toekomst zorgen. Dit Technisch Jeugdbeleidsplan is een belangrijke investering voor de toekomst.
-2-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
02 – Jeugdopleiding RKWIK Algemene uitgangspunten van de jeugdopleiding van RKWIK. •
De OPLEIDING staat centraal, het leveren van prestaties komt na de opleiding.
•
Jeugdleiders en jeugdtrainers moeten het eigenbelang ONDERGESCHIKT maken aan het clubbelang en aan het belang van de individuele speler.
•
Een speler ontwikkeld zich sterk op jonge leeftijd. Geef hem speelmogelijkheden op meerdere plaatsen in het veld. Pas op 14/15 jarige leeftijd kunnen specifieke kwaliteiten worden aangewend.
•
Indien zijn fysieke en mentale eigenschappen het toelaten, moet een “talent” zo hoog mogelijk spelen. Leeftijd is niet uitsluitend bepalend.
•
Coaching tijdens de wedstrijd moet gebaseerd zijn op de “leerdoelen”, die tijdens de training centraal staan. Het wedstrijdresultaat is niet het belangrijkste (leerproces).
•
Jeugdtraining moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op techniek, vooral in de beweging en later onder weerstand. De techniektraining moet als een rode draad door de totale jeugdopleiding lopen. Tactische en conditionele accenten dienen geleidelijk aan de techniek (en aan de leeftijd) te worden aangepast.
•
Keeperstraining vanaf 10 jaar.
•
Het trainingsmateriaal moet optimaal zijn. Elke speler moet individueel met een goede bal (maat en gewicht) kunnen werken! (Kwaliteit geldt natuurlijk ook veld, doeltjes, hesjes, pillonen enz.)
-3-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
03- Coaching Alle personen welke zich (direct) met de jeugd bezig houden, zowel trainers als leiders, hebben een functie als coach. Coaching is het beïnvloeden van het voetbal of van de spelers. Het is van groot belang dat bij het coachen rekening gehouden wordt met de (leeftijd) groep: “Wat kunnen ze en wat willen ze?” Men moet dus inzicht hebben in hetgeen de jonge speler op deze leeftijd doormaakt. Het coachen moet er in principe op gericht zijn om de spelers te laten LEREN en niet hoofdzakelijk op winst of verlies. Natuurlijk heeft de coach ook emoties, maar iemand die met jeugd werkt, moet verder kijken dan de wedstrijd van vandaag. Niet voor niets brengt de ene club veel meer “eigen kweek” voort dan de andere club. Dat heeft voor een groot deel te maken, met de wijze waarop het “jeugdkader” haar werk doet. (training, coaching, begeleiding enz.) Waar moet de coach op letten? A. B. C.
Wie voetballen er? Welk resultaat wordt er nagestreefd? Hoe wordt er gevoetbald?
A.
Wie voetballen er?
Bij deze vraag denken aan: • Verschillende spelers waarvan de leeftijd varieert tussen de 6 en de 18 jaar. • Een niveau van beginners, eerste of tweede jaars spelers selectie, recreatie, enz. • Beleving, motivatie van spelers. B.
Welk resultaat wordt er nagestreefd? • • •
Gaat het in de oefenactiviteit om de wedstrijd of om het leerproces? Betreft het louter en alleen gewenning aan voetbalweerstanden? Bijvoorbeeld bij de allerjongste jeugd. Gaat het om het wedstrijdresultaat? (kan ook zeer leerzaam zijn)
-4-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
C.
Hoe wordt er gevoetbald? Hier dient onderscheid te worden gemaakt in de 4 hoofdmomenten van het voetbalspel: 1. Balbezit 2. Balverlies 3. Omschakeling van balbezit nasar balverlies. 4. Omschakeling van balverlies naar balbezit.
De voetbalsgoal
-5-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
04- De Jeugdleider De Jeugdleider: Algemene taakomschrijving. Voor de wedstrijd: • Het (tijdig) regelen van vervoer bij uitwedstrijden. • Opvang van de spelers (Dus ruim op tijd aanwezig zijn.) • Ontvangen van de tegenstander bij thuiswedstrijden. • Verzorgen van de wedstrijdmaterialen bij thuiswedstrijden. • TOEZICHT houden in de kleedkamer. • Grensrechter (zelf of coaching) Tijdens de wedstrijd: • Begeleiden en coaching van het team; in alle opzichten. • Regelen van spelerswisselingen. • Toezien op een sportieve sfeer: Eis correct gedrag t.o.v. spelers onderling, tegenstander, scheidsrechter, enz. Na de wedstrijd: • Spelers niet alleen laten in de kleedkamer. • Verzorgd achterlaten van de kleedkamer (vanaf de C- junioren, speler aanwijzen voor het corvee). • Eventueel zorgen dat de kleding gewassen wordt. Verder: • Verantwoordelijk voor de spelersgroep. • Jeugdleiders vergaderingen bijwonen. • Handelen volgens de algemene instructies, welke gelden binnen de jeugdopleiding. • Administratieve zaken: Invullen en ondertekenen van het wedstrijdformulier, enz.
-6-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
05- De Jeugdtrainer De jeugdtrainer zal over een aantal eigenschappen moeten beschikken, die het hem mogelijk maken om op de juiste wijze met de jeugd te kunnen werken. Hij geeft leiding aan jeugdigen waardoor er een extra verantwoordelijkheid van hem wordt vereist. Hij is bezig met een stuk sportieve opvoeding als wezenlijk onderdeel van de totale opvoeding. Opvoeden wordt in dit verband gezien als het op weg helpen naar volwassenheid. Een jeugdtrainer zal bovendien de nodige kennis (vakmanschap) moeten bezitten. Zoiets komt je natuurlijk niet zomaar aanwaaien. Hierin moet je je in ontwikkelen door middel van cursussen, lezen van vakliteratuur, bekijken van trainingen en wedstrijden en door zelf bewust te werken in de praktijk. (door schade en schande) Kortom: In de loop der tijd kan men zich aanzienlijk verbeteren, maar een bepaalde “aanleg” is uiteraard vereist: • Inzicht • Leiding kunnen geven. • Gevoel en belangstelling voor de jeugd. En als allerbelangrijkste zal de jeugdtrainer pas echt goed kunnen functioneren als hij beschikt over een goede eigen balvaardigheid. Het eigen voorbeeld van de trainer, bij het aanleren van bewegingen (met de bal) zal voor de jongens (en meisjes) elke keer een stimulans zijn, deze bewegingen te maken. Uit dit alles blijkt duidelijk dat de jeugdtrainer een vrij “allround” persoon moet zijn. Hij zal zich voortdurend bewust moeten zijn van de lichamelijke en geestelijke ontwikkelingstoestand van zijn pupillen en geduld moeten betrachten. Als hij te snel werkt en te veel vraagt is de kans groot op frustraties bij de trainer enerzijds en de speler anderzijds. Algemene aandachtspunten voor de jeugdtrainers: • • • • • • • •
Zorg voor een goede trainingsvoorbereiding: zet e.e.a. vooraf op papier. (trainingsschema) Wees tijdig aanwezig (20 minuten voor de aanvang) Zorg dat de spelers zich kunnen omkleden (opvang) Maak het materiaal in orde. (ballen oppompen, enz.) Zet organisatie neer, zodat er gelijk gestart kan worden. Handel volgens de algemene instructies, die gelden binnen de jeugdopleiding. Wees bereid om deel uit te maken van een team (trainers – staf) Het (periodiek) bijwonen van trainers bijeenkomsten.
-7-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
06- Training De huidige voetbalsituatie is, zoals bekend, heel anders dan die van vroeger. (straatvoetbal) De aandacht van de jeugd beperkt zich tot één of twee keer trainen per week. Het is duidelijk dat het voetbal zijn vroegere monopolie positie kwijt is, dus moet de beschikbare tijd efficiënter gebruikt worden. Het gaat er tijdens de training niet om de spelers met allerlei vormen van oefenstof bezig te houden. Trainen betekend doelgericht werken aan het verbeteren van de voetbalprestatie! Tijdens de training gaat het vooral om het leren van spelers. Leren kenmerkt zich door herhalen. Hoe meer vergelijkbare situaties (die overigens zeer dicht bij de wedstrijd staan) herkend, opgelost en onthouden worden, hoe beter in volgende situaties de juiste beslissing genomen kan worden. Vandaar ook dat er veel gekozen dient te worden voor “voetbaleigen vormen”. Een bepaald “voetbalprobleem” aanpakken en de spelers bepaalde aspecten leren. De leermotiverende factoren zitten in de vormen zelf. Als je iets goed wil leren, moet je het optimaal beleven! Daarnaast is het natuurlijk zo dat er, afhankelijk van de kennis en het inzicht van de trainer/coach, een meerwaarde aan deze vorm gegeven kan worden door een juiste coaching. Motivatie staat in nauwe relatie met prestatie. De beleving van een speler is het meest intensief wanneer hij echt voetbalt. Hieruit mag niet de conclusie worden getrokken dat er voortaan alleen een partijtje gespeeld moet worden tijdens de training. De jeugdtrainer moet er rekening mee houden dat: •
De spelers moeten voor eigen gevoel bezig moeten zijn met voetballen. Dit vanwege een optimale beleving en motivatie.
•
De gekozen oefenvormen zodanig zijn, dat ze er toe bijdragen dat het prestatieniveau van de speler wordt verbeterd.
Dus: niet alleen partijtjes, maar ook geen “doodse” oefenvormen die de beleving van de spelers negatief beïnvloeden. Streven naar “voetbaleigen vormen” die voor de jeugd herkenbaar zijn. En daarin moet je als trainer/coach kunnen sturen. Training moet functioneel zijn: Niet de techniek om de techniek. De relatie training – wedstrijd moet te allen tijde zichtbaar zijn! -8-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
07- Keeperstraining Vanaf circa 10 jaar is het zinvol om met specifieke keeperstraining te beginnen. Dit heeft de volgende voordelen: •
Meerdere spelertjes (E- /F- pupillen) kunnen aan het keepen “proeven”, waardoor de kans toeneemt dat er een potentieel talent ontdekt wordt.
•
Dankzij een brede basis (algemene voetbalvaardigheid) zal een keeper pas echt goed gaan functioneren.
•
Als hij opeens niet meer wil keepen, kan hij veel makkelijker veldspeler worden, dan wanneer hij de technische scholing gemist heeft.
De taken van een Keeperstrainer: •
Trainen van keepers.
•
Observeren/coachen van de keepers (tijdens de wedstrijd).
•
Het begeleiden van keepers.
De samenwerking van de Jeugdtrainer en Keeperstrainer: •
(Komen tot) een gemeenschappelijke visie t.a.v. keeperstraining.
•
Bespreken/analyseren van de speelwijze (van het elftal) 4-3-3 of 4-4-2. o Laatste man achter de laatste lijn. o 1:1 spelen achterin. o Enz.
•
Wedstrijd-analyse vertalen naar de keeperstraining.
•
Keeperstraining binnen de groepstraining. o Puur de keeper coachen. o
Spelers (groep) gebruiken (tactisch/technisch)
-9-
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
08- F – Pupillen Kenmerken van de leeftijdsfase (6 – 8 jaar) Kinderen van deze leeftijd hebben soms nog kleuterachtige kenmerken: Grote romp, snel moe, maar ook weer snel hersteld. Door de sterke groeiperiode kunnen motorische “afwijkingen” zich tijdelijk voordoen. F – Pupillen kunnen zich niet lang concentreren. Ze willen niet stilzitten maar van alles ondernemen. Ze kunnen wel samen spelen, maar niet met elkaar. Ze spelen op hun eigen manier, in eigen tempo en op eigen initiatief. Omdat ze sfeergevoelig zijn, is het belangrijk dat ze zich “thuis” voelen bij de club.
Doelstelling: Wennen door spelen. Richtlijnen voor de training: •
Ieder speler zo veel mogelijk een bal (bal gewenning).
•
Oefen/spel in kleine ruimtes.
•
Kies speelse vormen welke aansluiten bij hun belevingswereld.
•
Niet te lang laten oefenen, wel veel herhalen.
•
Werk met veel herkenbare vormen.
•
Breng veel variaties aan in de organisatie. (ze doen hetzelfde maar het lijkt een totaal nieuwe oefen/spelvorm)
•
Veel voorbeelden geven. (voordoen)
•
Vooral zorgen voor korte wachttijden; dus werken in kleine groepjes en zorgen voor korte en duidelijke uitleg.
Accenten van de training: •
Basistechniek (spelenderwijs) o Dribbelen/Drijven o Pasen/Trappen o Verwerken van de bal (stoppen/ aan- en meenemen)
•
Afronden op doel (en).
•
Diverse spelvormen. (met bal)
- 10 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
•
Kleine partijspelen: Veel balcontacten (bijvoorbeeld 2-2, 3-3, 4-4, 5-5)
Begeleiding van de wedstrijden Op deze leeftijd is het hele voetbalgebeuren nieuw voor ze. Maak ze (stap voor stap) een beetje “wegwijs”, maar laat ruimte voor eigen ontdekkingen. Laat ze spelenderwijs wennen aan zaken zoals: o o o o o o o
Bal Medespeler Tegenstander Speelveld Spelregels Scheidsrechter Enz.
In het spel gaat het kind van zichzelf uit. Zaken als samenspel of “tactiek” zijn nog niet aan de orde. Tips voor de leider: •
Straal vooral rust en vriendelijkheid uit.
•
Leef met de kinderen mee en probeer je te verplaatsen in de belevingswereld van het kind.
•
Help de pupil bij het wennen aan de regels, materialen, speelveld, enz. (Geef alleen de globale spelregels weer.)
•
Straf zelden of nooit. Belonen wat goed is, werkt vaak veel effectiever.
•
Zoek/hou contact met de ouders. (Deze kunnen informatie over hun kind geven)
•
Laat de kinderen lekker vrijuit voetballen.
- 11 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
09- E – Pupillen Kenmerken van de leeftijdfase (8 – 10 jaar) Deze kinderen zijn duidelijk aan het groeien. De coördinatie van het lichaam wordt steeds beter. De bewegingsdrang is zeer groot, maar ook de geldingsdrang groeit. Hij wil laten zien wie hij is en wat hij kan. E- pupillen hebben meer besef dat voetbal een teamsport is. De concentratie kunnen ze nog niet lang vasthouden, maar ze zijn wel leergierig. Dit is een belangrijke periode in de ontwikkeling van het beter leren voetballen.
Doelstelling: Wennen door spelen. Richtlijnen voor de trainer: •
Véél balcontacten: Dus per één of twee spelers één bal.
•
Veel spel- en wedstrijdvormen: Zorg voor grote beleving!
•
Zelf oplossingen laten aandragen (vragende wijs)
•
Via goede organisatie, spelers volop in actie laten komen. Geen wachtende/stilstaande kinderen.
•
Eigen voorbeeld: Voordoen is beter dan uitleggen.
Accenten van de training: •
Basistechniek o Dribbelen o Passen/Trappen o Jongleren o Enz.
•
Coerverschool
•
Afronden op doel (geen lange rij)
•
Duel 1 – 1
•
Diverse spelvormen (Bijv. 5 – 2, lijnvoetbal, enz.
•
Kleine partijen spelen. (liever 4 – 4, dan 8 – 8)
•
Spelregels bijbrengen. - 12 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
Begeleiding bij de wedstrijden. Het spel begint steeds meer op voetbal te lijken. Pas op deze leeftijd kun je voor het eerst over “tactiek” spreken; natuurlijk puur de basis-zaken. Speel vanuit het 7 – 7 in een vaste opstelling: Speelwijze voor de E-tjes: Keeper – rechtsachter – middenachter – linksachter – rechtsvoor – middenvoor – linksvoor. Belangrijk: Spelers rouleren, m.a.w. spelers ervaring op meerdere posities laten opdoen. Bijvoorbeeld: voor/achter, links/rechts, enz. Algemene coaching •
Bij balbezit o Ruimte groot maken (uit elkaar) o Vragen om de bal: Roepen en bewegen. o Meebewegen, met elkaar aanvallen. (aansluiten)
•
Bij balverlies (verdedigen) o Naar de bal toe. o Bal weer afpakken. (duel) o Met elkaar verdedigen. (laten zakken)
Tips voor de leiders: •
Straal vooral rust en vriendelijkheid uit.
•
Spreek de taal van het kind.
•
Wees consequent en geef iedereen evenveel aandacht.
•
Zoek/hou contact met de ouders. (Deze kunnen informatie over het kind geven.)
•
Coaching aangepast aan hun niveau. Blijf positief (Geen ingewikkelde tactische aanwijzingen en moeilijke termen gebruiken.)
•
Speel vanuit de basis opstelling: 1 – 3 – 3.
- 13 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
10- D – Pupillen Kenmerken van de leeftijdsfase (10 – 12 jaar) De D-speler is in veel opzichten de ideale “sportman”. De goede coördinatie en de gunstige verhoudingen van het lichaam, zijn uitermate geschikt voor deze leerperiode. Vaardigheden en inzicht kunnen d.m.v. een goede training en begeleiding, aanzienlijk verbeteren! De spelers willen graag presteren. Ze willen zich meten met anderen (zowel individueel als per team) De D-pupil is kritisch op zichzelf, maar ook op anderen. Dit kan ontaarden in gemopper; op jonge leeftijd af te leren! Dit is heel belangrijk voor de speler en voor het team (teamgeest) Speel in op hun enthousiasme en leergierigheid!
Doelstelling: Leren door spelen. Richtlijnen voor de training: •
Balvaardigheid opvoeren (2-benigheid, handelingssnelheid)
•
Relatie training – wedstrijd.
•
Situatieve coaching (“stop”, “blijf staan”)
•
Voorbeeld door trainer, ze doen alles na.
•
Manipuleren met moeilijkheidsfactoren (bal, ruimte, medespeler, tegenstander, spanning, enz.)
•
Veel actie en beweging in de training: Organisatie.
Accenten van de training: •
Basistechniek (Perfectioneren in vele variaties) o Passen/trappen o Aan- en meenemen. o Jongleren o Koppen o Enz.
•
Coerverschool
- 14 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
•
Afronden op doel (technisch/tactisch)
•
Duel 1 – 1
•
Positiespel (en): 4 – 2, 3 – 1.
•
Diverse spel- en wedstrijdvormen (Bijv. lijnvoetbal)
•
Partijspelen.
Begeleiding bij de wedstrijden. Op deze leeftijd is er sprake van een grote overgang: spelen op een heel veld. Het is voor de meeste spelers een enorme verandering. Het is daarom zinvol om al vóór het nieuwe seizoen, de overkomende E-tjes eraan te laten wennen. (Bijvoorbeeld d.m.v. oefenwedstrijdjes, selectiewedstrijden en toernooien) Bij de D-pupillen altijd spelen vanuit een vast systeem: 4 – 3 – 3. Belangrijk: Het aanleren van taken in een elftal m.b.t. het 4 - 3 – 3 systeem staat centraal, bijvoorbeeld, wat doe je als rechtshalf, linksback, bij balbezit en balverlies. Op deze leeftijd moet je leren wanneer je alleen moet ( soleren) of samen moet spelen (combineren) Laat de speler gedurende een seizoen, op meerdere posities spelen. Niet om ze om te turnen maar om zich zo veelzijdig mogelijk te laten ontplooien (Jeugdopleiding) Tips voor de leiders: • Vervul een voorbeeldfunctie (Zowel binnen als buiten het veld.) •
Stel vooraf vaste regels op, en wees hierin consequent.
•
Beloon positief gedrag en prestaties, straf alleen als het echt nodig is. (Met belonen bereik je meestal meer dan met straffen.)
•
Zoek/hou contact met de ouders.
•
Zorg voor een motiverende en stimulerende coaching! (Bij voor en tegenspoed)
•
Speel vanuit de basisopstelling: 4 – 3 – 3
- 15 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
11- C- Junioren Kenmerken van de leeftijdsfase (12 – 14 jaar) In deze periode treden grote veranderingen op: De pré-puberteit breekt aan. Door de groeispurt neemt de coördinatie vaak (tijdelijk) af. Op deze leeftijd zijn de spelers vaak blessure gevoelig. Het wel willen maar het niet kunnen, tast hun zelfvertrouwen aan en dient zorgvuldig begeleid te worden. De C-junior groeit van kind naar grote jongen. Dit kan tot “moeilijk” gedrag leiden: koppigheid, afzetten tegen gezag en conflicten uitlokken. Het deel uitmaken van een groep vinden ze erg belangrijk. De C-jeugd kenmerkt zich door een grote wisselvalligheid (pieken en dalen). Individueel en als team is er sprake van uitersten: Van zeer fanatiek tot niet vooruit te branden. Van volgzaam tot brutaal. Het belangrijkste is deze spelers te behouden voor het voetbal!
Doelstelling: Benaderen van de wedstrijd. Richtlijnen voor de training: •
Start de training met een warming up (met/zonder bal)
•
Heb oog voor individuele problemen of tekortkomingen.
•
Situatieve coaching (“stop”, “blijf staan”)
•
Geef duidelijk en strakke leiding om conflicten te voorkomen. (Ze willen laten zien wie de leider is.)
•
Wedstrijd gericht trainen.
•
Pas op voor overbelasting (Geen kracht training.)
•
Technische en tactische zaken combineren (complex)
•
Hou het speelplezier optimaal (beleving).
Accenten van de training: •
Basistechniek complex aanbieden! o Passen/trappen o Aan en meenemen. o Koppen. o Enz.
- 16 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
•
Coerverschool.
•
Combinatie-vormen.
•
Afronden op doel (technisch/tactisch en tactisch)
•
Duel 1 – 1
•
Positiespel (en): 4 – 2, 3 – 1, 2 – 1, tot (groot) 5 – 5/ 6 – 6 of 4 – 4 met 4 kaatsers.
•
Partij-spel (en) in allerlei vormen en variaties.
Begeleiding bij de wedstrijden. Linie-tactiek m.b.t. het 4 – 3 – 3 systeem staat centraal. De onderlinge samenwerking per linie is nu belangrijk (bijvoorbeeld: samenwerking tussen de verdedigers onderling) Organisatie verdediging: (“oog hebben voor elkaar”) o Mandekking o Rugdekking o Knijpen o Overname dekking o Enz. Speelwijze •
4–3–3
•
Bij balbezit waar mogelijk, inschuiven van een van de centrum verdedigers (Afhankelijk van het spelersmateriaal, een voorstopper of een inschuivende vrije verdediger, of liever: 2 afwisselende meespelende centrumverdedigers.)
•
Durven en willen aanvallen ( Gehele elftal.)
•
Bij balverlies zeker (tegen mindere tegenstander) direct omschakeling: “pressing” (vooruit verdedigen).
•
Alle individuele/linie aspecten (d.m.v. coaching/bespreking)
- 17 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
Tips voor de leiders: •
Maak goede afspraken en wees hierin consequent!
•
Zorg voor een goed onderling contact en benader ze op een “volwassen” manier. (Ze willen voor vol worden aangezien.)
•
Luister naar hun mening, maar de leider blijft de beslissingen nemen.
•
Zorg voor een positieve benadering.
•
Straf alleen waar nodig. (Lokt eventueel conflicten uit.)
•
Blijf in de kleedkamer aanwezig (toezicht)
•
Zorg voor een motiverende en stimulerende coaching! (Bij voor en tegenspoed.)
•
Speel vanuit de basisopstelling: 4 – 3 – 3.
- 18 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
12- B - Junioren Kenmerken van de leeftijdsfase (14 – 16 jaar) De B –junior komt aan het eind van de puberteit. Nadat de versnelde lengtegroei achter de rug is, is er weer sprake van “harmonisatie”. Door de goede fysieke toestand is deze leeftijdsgroep goed belastbaar; er kan conditioneel intensief gewerkt worden. (duurtraining, tempotraining, intervaltraining en snelheidstraining.) Doordat de coördinatie weer op peil komt, zullen de individuele prestaties verbeteren. Toenemende realiteitszin en zelfkritiek zorgen voor een evenwichtig gedrag. Presteren is belangrijk voor de B –Junior. Hij wil/kan zich ondergeschikt maken aan het teambelang: Spelen in dienst van het elftal.
Doelstelling: Presteren in de wedstrijd. Richtlijnen voor de training: •
Start de training met een warming up. (met/zonder bal) Geleidelijke opbouw, afsluiten met rekken.
•
Leg veel relatie naar de wedstrijd. (Komende of vorige)
•
Situatieve coaching.
•
Spelers zelf de oplossing laten aandragen. (meedenken)
•
Gebruik veel wedstrijdsituaties. (herkenbaar)
•
Scherp trainen (“Je speelt zoals je traint”)
•
Strakke en consequente leiding geven. (Trainer geeft “grenzen” aan.)
Accenten van de training: •
Technische vaardigheden op wedstrijdtempo. o Complex: Technisch/tactisch, conditioneel, mentaal. o Combinatievormen. o Aanvalspatronen.
•
Positiespel (In alle vormen en combinaties)
- 19 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
•
Afronden op doel. (Technisch/tactisch en tactisch) Bijvoorbeeld: Het inspelen van de spits (thema).
•
Aanval/verdediging.
•
Spelhervattingen (corners, vrije trappen, enz.)
•
Partij-spel (en) van klein tot groot (2 – 2 / 8 – 8, met en zonder coachaccenten, o.a: o o o o o
2/3 keer raken. Verplicht aansluiten. Vrije zone. Verboden zone. Direct scoren vanuit de pass.
Begeleiding bij de wedstrijden. De samenwerking tussen de verschillende linies (m.b.t. het 4 – 3 – 3 systeem staat centraal. De samenwerking tussen de verdedigers, middenvelders en aanvallers: o o o o o o
Positie wisselingen. Gegroepeerd verdedigen. Elkaar coachen (“tijd”, “in je rug”, enz.) Bijsluiten voor de kaats. Gat trekken voor een ander. Enz.
Pas vanaf de B –Jeugd eventueel 4 – 4 – 2 systeem spelen vanwege: 1. Kwaliteiten spelersgroep. 2. Meerdere systemen leren spelen. 3. Incidenteel (b.v. vanwege schorsingen, blessures, enz.) Tips voor de leiders: •
Maak, vooraf , goede afspraken en wees hierin consequent (discipline).
•
Zorg voor een goed onderling contact en benader ze op een volwassen manier. (Dit spreekt ze aan.)
•
Toon ook belangstelling voor hun bezigheden buiten het voetbal. (School, hobby’s, enz.)
- 20 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
•
Praat met ze over bepaalde leefgewoontes. (roken, drinken, uitgaan, enz.) en wijs ze op de gevaren: Help ze volwassen te worden.
•
Hou een duidelijke wedstrijdbespreking, waarin de speelwijze, kort en krachtig (10 minuten) zichtbaar/hoorbaar is!
•
Onderhoud goede contacten met de trainer, zodat deze vanuit de geconstateerde tekortkomingen, kan gaan trainen.
- 21 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
13- A - Junioren Kenmerken van de leeftijdsfase (16 – 18 jaar) Fysiek is er sprake van een optimaal niveau, om prestaties te kunnen leveren. (lengtegroei bijna voltooid, gewichtstoename blijft) Naast veel technische en tactische accenten, ook zaken als kracht, uithoudingsvermogen en snelheid trainen. Trainbaarheid van de A-jeugd, ligt ongeveer op 80/90 % van het seniorenniveau. Mentaal is deze groep evenwichtiger, hoewel (kleine) conflictsituaties kunnen plaatsvinden. Er gebeuren op deze leeftijd, naast het voetbal, heel veel dingen die hun aandacht vragen: studie (examen), (bij)baan,, uitgaan, meisjes, autorijles, enz. In deze periode, via een zeer zorgvuldige aanpak, de spelers (klaar) stomen, voor de senioren!
Doelstelling: Streven naar optimale prestatie. Richtlijnen voor de training: De wedstrijd (analyse) bepaalt de doelstelling van de (eerstkomende) training (en). Vanuit een bepaalde tekortkoming worden accenten gelegd van waaruit de coaching plaatsvindt. (Bijvoorbeeld: De opbouw van achteruit, creëren van overtal situaties, doorkomen via de zijkanten, het inspelen van de spitsen, enz.) Accenten van de training: •
Technische accenten in verbinding met: Complex.
•
Conditioneel (duur, interval, snelheid,) zoveel mogelijk met voetbalvormen.
•
Sjablonen/aanvalpatronen.
•
Positie/partij spelen. o Man meer; man minder; gelijke aantallen (enz.) o Vrij spel; 3/2/1/keer raken (enz.)
- 22 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
Partij spelen (2 – 2 t/m 11 – 11) o Met/zonder vrije/verboden zone’s o Met/zonder vaste kaatsers. o Met/zonder speciale accenten •
Aanval – verdediging.
•
Spelhervattingen o Hoekschop (verdedigend+aanvallend) o Vrije trap (verdedigend+aanvallend) o Enz.
Begeleiding bij de wedstrijd. De elftaltactiek staat centraal. Afhankelijk van het niveau, bijvoorbeeld: o Op de counter spelen o Bal rond laten gaan (snelle balcirculatie, temporiseren) o Pressing-spelen. Het is belangrijk de spelers te leren, in te spelen op de kwaliteiten (en tactiek) van de tegenstander. (Ook zelf naar oplossingen laten zoeken: meedenken.) Belangrijk: Meerdere systemen leren spelen. o 4–3–3 o 4 – 3 – 3 en/of 4 – 4 – 2 afwisselend o 4–4–2 Tips voor de leiders: •
Maak vooraf, goede afspraken en wees hierin consequent (discipline)
•
Laat ze hun mening geven, maar de begeleiding beslist.
•
Speel in op hun verantwoordelijkheidsbesef. Bijvoorbeeld: Uitgaan en de volgende dag spelen, op tijd blessures laten behandelen, training verzuim, enz.
•
Toon ook belangstelling voor hun bezigheden buiten het voetbal (studie/examen, werk, autorijles, enz.)
•
Prestatieve wedstrijdbenadering (Als spelers bij de senioren komen, mag niets “vreemd” voor ze zijn.)
•
Streef naar een plezierig slot van hun jeugdvoetbalperiode! - 23 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
14- Onder 23-jarigen De overstap van de junioren naar de senioren is een van de moeilijkste veranderingen voor jeugdspelers.
Doelstelling: •
Talentvolle A-junioren (of zelfs eventueel B-junioren) laten wennen aan de eisen die bij senioren voetbal worden gesteld. Gewenning aan: Tempo, hardheid en tactiek.
•
Spelers die sinds kort selectiespeler zijn, zijn nu geen “waterdrager” meer maar vervullen een meer “bepalende” rol.
De organisatie Het “onder 23-jarige” team is dus géén doel op zich zelf maar een middel. Dit Beloftenelftal heeft een brugfunctie. Talenten moeten klaargestoomd worden voor het spelen bij de seniorenselectie. Het maakt onderdeel uit van de “lijn”: A1 – 0–23 – Tweede – Eerste Uitvoering De communicatie tussen: Hoofdtrainer, A-1 trainer, 0-23 coach en Technisch Coördinator moet zorgdragen voor een optimale uitvoering en overleg over: o o o o
Opstelling/samenstelling Speelwijze/tactiek Verhouding senioren – junioren Ontwikkelingen
Vertaling naar RKWIK I Om de belangen van RKWIK I niet te schaden, is gekozen voor het spelen van vriendschappelijke wedstrijden met als afsluiting een toernooi. Dit team zal de speelstijl van RKWIK I als uitgangspunt hanteren.
- 24 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
15- Technische zaken Technisch coördinator De Technisch coördinator draagt zorg voor een optimale voetbalcultuur in de vereniging, waarbinnen iedere voetballer tot maximale technische prestaties kan komen. •
Voorzitter van de Technische Commissie: Zorgt voor regelmatige overlegstructuur.
•
Ontwikkelen, uitwerken en uitdragen van een meerjarig Technisch Plan.
•
Hoofdverantwoordelijke voor het technische beleid tot en met de “onder de 23 jarigen”
•
Zorgt ( In samenwerking met de Hoofdtrainer en A1-Trainer) voor een eenduidige visie en werkwijze bij de selectie van; Het Eerste, Tweede , “0-23” en A1
Technische Commissie De Technische Commissie is verantwoordelijk voor het technische beleid van de Jeugdopleiding •
Overleg en ondersteuning met/van trainers en leiders.
•
Bewaken en uitdragen van het Jeugd-technische Beleidsplan.
•
Interne scouting
•
Samenstellen van jeugdteams i.o.m. trainers en leiders.
•
Communicatie met alle geledingen.
De Technische Commissie bestaat uit: • • • • • •
De Technisch Coördinator. Jeugd coördinator A, B, C-junioren. Jeugd coördinator D, E, F-pupillen. Hoofdtrainer (adviserende rol) Wedstrijdsecretaris. Lid Jeugdcommissie.
- 25 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
16- Winnaars mentaliteit Bij wedstrijden van diverse RKWIK- teams, valt op dat wedstrijden, regelmatig , onnodig verloren worden. Niet altijd is de tegenstander voetballend beter, maar laten wij het afweten op “mentaal gebied” Spelers kunnen op jonge leeftijd al, bewust gemaakt worden van het “willen winnen”. Binnen de trainingen constant werken in spel- en wedstrijdvormen. o o o o o o
Duel 1 – 1 (In allerlei vormen) Lijnvoetbal 2 – 2 t/m 11 – 11 Kort /intensief spelen, met herhalingen. Spelen in kleine ruimtes. Punten bijhouden.
Voor en tijdens de wedstrijd de spelers scherp coachen. “Durven voetballen” “ Op het randje spelen” Iedereen moet de bal willen hebben. Fanatiek voetballen (Wie de meeste duels wint, wint ook de wedstrijd.) o Onderlinge coaching stimuleren. o o o o
Belangrijk is om de spelers positief te blijven benaderen. Als de groep zich maximaal inzet, ongeacht de uitslag, waardering durven uit te spreken. In de Jeugdopleiding is het proces belangrijker dan het resultaat. Spelers mogen fouten maken.
- 26 -
Technisch Jeugdbeleidsplan RKWIK 2004 - 2007 Versie 1.0 / 6 september 2004
17- Tot slot Dit Technisch Jeugdbeleidsplan is alleen succesvol als de invulling in de praktijk goed is uitgevoerd. Naast de aansturing door een Technisch Coördinator, is het noodzakelijk dat we kunnen beschikken over gediplomeerde trainers bij A-1, B-1 en C-1. In principe bij ieder elftal: 2 leiders. RKWIK beschikt niet alleen over een “mooi verleden” maar ook over een “prachtige toekomst”
M. de Horn Technisch Coördinator v.v. R.K.W.I.K.
- 27 -