Inhoudsopgave Samenvatting
1
1. Inleiding
4
2. In historisch perspectief 3. NHTV: verbindend en leidend in een internationale setting
5
3.1 Bewezen kwaliteit 3.2 Sterkte-zwakteanalyse 3.3 De ambities voor de komende jaren
6
6 7 7
4. Onderwijskwaliteit en studiesucces
11
5. Zwaartepuntvorming en valorisatie
15
Verantwoording
20
4.1 Onderwijskwaliteit 4.2 Studiesucces 4.3 Kwaliteit docenten 4.4 Onderwijsintensiteit 4.5 Indirecte kosten
5.1 Toerisme, leisure, hotel en facility 5.2 Logistiek 5.3 Digital entertainment 5.4 Valorisatie-infrastructuur
Bijlagen
1. Opleidingen 2. Facts & Figures 3. Ambitieus studieklimaat 4. Doorstroom naar masteropleidingen 5. Onderzoeksvisie 6. Centre of Expertise logistiek 7. Centre of Expertise toerisme, leisure, hospitality 8. Overzicht publicaties
11 12 13 14 14
15 16 17 18
Samenvatting Profilering
NHTV wil op haar kennisdomeinen verbindend en leidend zijn in een internationale setting. NHTV is een gespecialiseerde instelling voor hoger onderwijs met in haar portfolio hbo- en woonderwijs en praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek. Daarmee vormt NHTV een schakel tussen wetenschap en beroepspraktijk en opereert ze voortdurend op het snijvlak van onderzoek en toepassing. NHTV biedt toponderwijs en leidt studenten, via een internationaal curriculum en in een internationale studie- en werkomgeving, op voor de globaliserende arbeidsmarkt. NHTV kennisdomeinen* > Digital Entertainment > Hotel & Facility > Stedenbouw, logistiek & mobiliteit > Toerisme > Vrije tijd
* Bijlage 1 geeft een overzicht van alle opleidingen
De ambitie leidend te willen zijn, impliceert dat NHTV de lat steeds hoger legt. Al jaren kiest NHTV voor kwaliteit boven kwantiteit. Er is sterk geïnvesteerd in de kwaliteit van de docenten (hiermee wordt in het gehele document m/v bedoeld, red.). Alle docenten hebben c.q. krijgen een rol in de kennisontwikkeling waardoor onderwijs en onderzoek verweven zijn. Dat deze investering in kwaliteit inmiddels breed wordt (h)erkend, blijkt uit diverse onderzoeken. Deze bewezen kwaliteit bouwt NHTV verder uit via de volgende beleidslijnen: > meer diversiteit in het onderwijs via een honoursprogramma, professioneel verrijkte drie jarige trajecten voor vwo’ers en bijbehorende masteropleidingen > toename van het aantal studenten dat studiepunten in het buitenland behaalt > het docentprofiel aanscherpen met onderzoeksvaardigheden, cross-culturele compe- tenties, voortdurende actualisering van praktijkervaring, spreekvaardigheid in het Engels op minimaal C1 niveau en een systematiek voor het monitoren van docentprofessionaliteit > onderzoek uitbreiden om invulling te geven aan de unieke positie als gespecialiseerde instel- ling voor hoger onderwijs met hbo- en wo-opleidingen > twee Centres of Expertise (in consortia) voor respectievelijk logistiek en toerisme, leisure, hotel, facility > binnen de topsector Creatieve Industrie uitgroeien tot een gerenommeerd kennisinstituut op het terrein van digital entertainment. Om dit beleid versneld tot uitvoering te brengen wil NHTV in aanmerking komen voor het selectieve budget.
Prestatieafspraken met betrekking tot profilering, zwaartepuntvorming en valorisatie
Portfolio Uitbreiding van de portfolio via masteropleidingen en wetenschappelijk onderwijs binnen de kennisdomeinen van NHTV waarvoor in Nederland nog geen pendant is (zie hoofdstuk 5). NHTV wil erkenning van OCW als gespecialiseerde instelling voor hoger onderwijs met in haar portfolio hbo- en wo-onderwijs en praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek om het profiel tot 2016 verder uit te werken. Onderzoek Alle docenten zijn betrokken bij kennisontwikkeling via vier kennisrollen. NHTV breidt haar onderzoek uit om invulling te geven aan de unieke positie als instelling voor hoger onderwijs met hbo- en wo-opleidingen. Randvoorwaarde is dat NHTV over onderzoeksmiddelen beschikt om invulling te geven aan het profiel. Docentprofiel Tot 2016 wordt de professionaliteitsscan ontwikkeld en uitgevoerd, waarbij een koppeling wordt gemaakt met de kennisrollen. Honours Honoursprogramma van 30 EC, waaraan in 2016* 3% van de studenten (vwo’ers, havisten en mbo’ers) in de bacheloropleidingen deelneemt. * In dit document wordt in de voorgestelde prestatieafspraken steeds gesteld 'in 2016'. Dit moet gelezen worden als 'per 31 december 2015'.
1
Vwo-trajecten Het percentage vwo’ers in de hbo-bacheloropleidingen is in 2016 15%. De randvoorwaarde daarbij is dat het wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid, dat de staatssecretaris v an OCW in zijn brief van 26 april jl. aankondigde, voldoende ruimte gaat bieden voor het driejarig traject voor vwo’ers in relatie tot 240 EC. Een driejarig traject voor vwo’ers moet zowel aantrekkelijk zijn voor de student als voor de instelling. Van het ministerie van OCW wordt verwacht dat het zich via beleid zichtbaar inzet op stimulering van vwo’ers om de keuze te maken voor driejarige vwo-trajecten in het hbo. Techniek Een toename van studenten in de technische opleidingen in de periode tot 2016 met 5% (buiten International Game Architecture and Design waarvan de numerus fixus blijft bestaan in verband met de arbeidsmarkt) door: - toename instroom overige technische opleidingen - professionele master Game Technology - professionele master Logistiek (in overleg met Dinalog) - een aanbod van technische modules voor studenten in de economische opleidingen. Internationalisering In 2016 heeft 60% van de studenten die afstuderen minimaal 30 EC in het buitenland behaald. Zwaartepuntvorming en topsectoren NHTV vraagt samen met Stenden Hogeschool en HZ het Centre of Expertise voor toerisme, leisure, hospitality aan. Met inbreng van CeLToR, waarin wordt samengewerkt met Wageningen University en Tilburg University, wordt dit Centre versterkt. Bijdragen aan de topsector Logistiek via de Human Capital Agenda: - Centre of Expertise Logistiek / Kennis Distributie Centrum in consortiumverband met Hoge- school Rotterdam, Hogeschool van Amsterdam, Fontys Hogeschool Venlo, Hogeschool Win- desheim en Hogeschool Arnhem Nijmegen - de instroom bij de twee logistieke bacheloropleidingen is in 2016 > 200 - in 2013 de professionele master Logistiek ontwikkelen na haalbaarheidsstudie in overleg met het topinstituut Dinalog - samenwerking met HZ om bij te dragen aan de logistieke ontwikkelingen in de Zuidweste- lijke Delta. Innovatiecontract: onderzoek verbinden aan de topsector Logistiek en de speerpunten in de provincie Noord-Brabant en in de Zuidwestelijke Delta. Bijdragen aan de topsector Creatieve Industrie via de Human Capital Agenda: - de bestaande master Imagineering, business innovation from the experience perspective, koppelen aan de topsector - de bestaande master Media Innovation koppelen aan de topsector - de master Game Technology in 2012 ontwikkelen en in 2013 aanvragen op basis van de subsidie van OCW voor masteropleidingen ten behoeve van de topsectoren - ondernemerschapsonderwijs vernieuwen en uitbreiden. Innovatiecontract: onderzoek verbinden aan de thema’s Media & ICT, Game, Business Innovation, Built Environment, Cultureel Erfgoed van de topsector Creatieve Industrie. Valorisatie NHTV streeft naar 25% groei in publicaties in (inter)nationale wetenschappelijke en/of vaktijdschriften in 2016. NHTV levert de overeengekomen bijdrage aan het Valorisatieprogramma West- en MiddenBrabant (stimuleren van ondernemerschap, ondersteunen van startende ondernemers en realiseren van nieuwe bedrijvigheid via het Transfer Office). Binnen dit project wordt het volgende gerealiseerd: - de verankering van valorisatie in de organisatiestructuur - doorontwikkeling ondernemerschapsonderwijs - aansluiting bij en bijdrage aan de regionale economische ontwikkeling. NHTV draagt met haar internationale ervaring en met de kennistransferactiviteiten bij aan de regionale/provinciale innovatieve bedrijvigheid (Agenda van Brabant, Strategische Agenda West-Brabant). 2
Onderwijskwaliteit en studiesucces
Het onderwijs binnen NHTV wordt goed gewaardeerd (NVAO, Nationale Studentenenquête NSE en Keuzegids HBO Voltijd). Deze kwaliteit wil NHTV de komende jaren nog verder verhogen, zodat zij een ambitieus studieklimaat kan blijven bieden, een optimaal studierendement kan behalen en afgestudeerden met uitstekende startkwalificaties aan de arbeidsmarkt kan afleveren. NHTV stuurt op capabele en gemotiveerde studenten die aan het begin van het tweede studiejaar in staat zijn om nominaal af te studeren. Deskundigheid en betrokkenheid van de docent bepalen de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek. NHTV wil het docentprofiel verder aanscherpen. De docent als professional moet zich kunnen concentreren op zijn inhoudelijke onderwijs- en onderzoekstaken en zijn docerende rol.
Prestatieafspraken met betrekking tot onderwijskwaliteit en studiesucces
Onderwijskwaliteit Bij de NVAO-accreditaties wordt in 2016 bij minimaal 50% van de ‘standaarden’ goed of excellent gescoord en het doel is dat iedere opleiding een bijzonder kenmerk krijgt toegekend. Bij ranking iedere opleiding in de top 3 van de NSE. Studiesucces Het bindend studieadvies wordt voor alle bacheloropleidingen in 2012/2013 verhoogd naar minimaal 52 EC en vervolgens stapsgewijs verder verhoogd op basis van de ervaringen met matching en selectie. De uitval uit de instelling blijft tot 2016 maximaal 28% en het percentage switchers blijft tot 2016 maximaal 4%. Het rendement is in 2016 75%. NHTV ziet als voorwaarde de mogelijkheid tot 100% decentrale selectie voor alle opleidingen, zonder het instellen van een fixus. Kwaliteit docenten - In 2013 functioneren alle docenten in het onderwijs én de kennisontwikkeling conform de vier kennisrollen. - In 2016 beschikt 85% van de docenten over een master degree of PhD. - In 2016 is de onderzoeksvaardigheidstraining ingevoerd. - In 2016 is de cross-culturele vaardigheidstraining ingevoerd. Onderwijsintensiteit NHTV handhaaft in de periode tot 2016 minimaal het huidige niveau van de contacttijden. Indirecte kosten NHTV is van mening dat de docent zich volledig moet kunnen concentreren op zijn inhoudelijke onderwijs- en onderzoekstaken en zijn docerende rol. Het optimaal kunnen functioneren van de docent staat voorop. NHTV wil voorkomen dat ondersteunende taken worden verschoven naar de docentfunctie. NHTV streeft ernaar dat het totaal aan ondersteuning binnen het benchmarkgemiddelde komt te liggen. Daarnaast vermindert NHTV ook de zogenaamde ‘externe overhead’ (accountant, HBO-Raad e.d.).
3
1
Inleiding In deze notitie beschrijft NHTV haar profiel als instelling voor hoger onderwijs (hbo en wo) en geeft een toelichting op de prestatieafspraken die zij met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil maken. De afspraken betreffen onderwerpen die zijn aangegeven in de brief van staatssecretaris Zijlstra d.d. 29 december 2011, maar ook onderwerpen die NHTV zelf inbrengt op basis van profilering en positionering, namelijk portfolio, onderzoek, internationalisering, excellente trajecten en studentenpopulatie. Het vigerend strategisch plan NHTV accelereert! heeft een looptijd van 2009 tot en met 2012. In het najaar van 2012 wordt de strategie tot en met 2016 herijkt. De huidige NHTV-strategie is leidend voor de afspraken die het College van Bestuur met het ministerie van OCW maakt. Er is geen nieuwe koers gekozen, maar vanuit de bestaande koers wordt expliciet in de afspraken vastgelegd waaraan NHTV gehouden kan worden. Het gaat om afspraken die getoetst zijn op haalbaarheid. Het missionstatement dat al jaren de leidraad voor NHTV is, luidt als volgt: NHTV profileert zich als een zelfstandige internationale instelling voor hoger onderwijs en onderzoek, die zich richt op de ontwikkeling van de beroepspraktijk en academische kennis in de verwante specialistische domeinen van: > Digital Entertainment > Hotel & Facility > Stedenbouw, logistiek & mobiliteit > Toerisme > Vrije tijd NHTV wil een bijdrage leveren aan de maatschappij door in nauwe samenwerking met de internationale werkvelden (jonge) mensen op te leiden tot verantwoordelijke professionals voor een globaliserende werk- en kennisomgeving. De instelling wil medewerkers en studenten inspireren en uitdagen hun talenten optimaal te ontwikkelen, hun kennis en kunde te integreren en die als professional of als academicus op excellente en duurzame wijze toe te passen in de samenleving. Profilering is voor een gespecialiseerde hogeronderwijsinstelling een vanzelfsprekendheid en een must. Het hoger beroepsonderwijs wordt gedomineerd door grote, brede en regionaal verankerde instellingen. Voor een gespecialiseerde instelling is het essentieel de omgeving scherp te blijven observeren en analyseren, de eigen niche helder te definiëren en daar constant aan te blijven werken. Om zelfstandig te kunnen blijven, en daar kiest NHTV voor, moet de meerwaarde steeds opnieuw worden bewezen, want de externe globaliserende omgeving is bepaald geen statisch gegeven. Bijzonder blijven en vernieuwend zijn binnen het hogeronderwijsstelsel blijft het adagium dat kenmerkend is voor NHTV.
4
2
In historisch perspectief NHTV bestaat als hogeschool sinds 1987 en is ontstaan uit een fusie van twee kleine nationale hbo-instellingen, het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie te Breda (1966) en de Nationale Verkeersakademie te Tilburg (1972). Ze zijn opgericht om voor deze, destijds nieuwe, kennisdomeinen opleidingen te bieden om de beroepspraktijk te professionaliseren, maar ook om wetenschappelijke kennis toe te passen (Nederlands Research Instituut voor Toerisme en Recreatie). Op basis van deze roots is de huidige portfolio ontstaan. Ontwikkelingen in de beroepspraktijk zijn steeds eerst vertaald in specialisaties binnen de bestaande opleidingen en vervolgens zijn ze doorontwikkeld tot nieuwe opleidingen: > uit de opleiding Mobiliteit (was Verkeerskunde) zijn de opleidingen Ruimtelijke ordening en planologie (1978) en Logistiek en technische vervoerskunde (1980) voortgekomen > de specialisatie management van vrijetijdsactiviteiten binnen de opleiding Toerisme is uitge- bouwd tot de opleiding Vrijetijdsmanagement (1994) > Kort-hbo toerisme en recreatie (1990) is ontwikkeld op verzoek van het MKB.
Rapport Commissie Veerman 'Differentiëren in drievoud' (p 31) 'Het verschil in oriëntatie tussen academisch en beroepsgericht zal in toenemende mate niet meer alleen met het type instellingen worden vereenzelvigd. In het grensgebied tussen beide sectoren zullen mengvormen en samenwerking ontstaan. Zo zullen som-
Aan het begin van deze eeuw, met het verdwijnen van monopolieposities van opleidingen (onder andere op het gebied van toerisme) onder het beleid van onderwijsminister Hermans in het kabinet Kok II, ontstond bij kleine, gespecialiseerde hogescholen als NHTV een grote kwetsbaarheid. Het beleid bood ook de kans om nieuwe opleidingen te starten. Die kans heeft NHTV benut: > de specialisatie hospitality binnen de opleiding Toerisme is doorontwikkeld tot Hoger Hotel onderwijs (2001) waaraan International Real Estate and Facility Management (2002) is toege- voegd > uit de opleiding Logistiek en technische vervoerskunde is de opleiding Logistiek en economie (2001) voortgekomen > de onderkenning van het belang van digitale media voor de toeristische en vrijetijds- industrie heeft geleid tot de opleiding International Media and Entertainment Management (2002), waaraan vervolgens International Game Architecture and Design (2006) is toegevoegd. Laatstgenoemde is mede op initiatief van de gemeente Breda ontwikkeld, omdat deze opleiding wordt gezien als katalysator voor de creatieve industrie in de stad. Dezelfde innovatiekracht is gebruikt om de gehele instelling een internationale focus te geven en de stap te zetten naar wetenschappelijk onderwijs op enkele kennisdomeinen. In 2008 heeft de discussie over de strategische koers geleid tot de conclusie dat er in toenemende mate behoefte is aan professionals met meer strategische kennis die in staat zijn verschillende disciplines te verbinden. Daarnaast is geconstateerd dat er binnen een aantal kennisdomeinen van NHTV geen wetenschappelijk onderwijsaanbod bestaat in Nederland. NHTV heeft ervoor gekozen deze opleidingen zelf aan te bieden en een onderscheidend profiel te creëren waarbij hoger beroepsonderwijs, wetenschappelijk onderwijs, praktijkgericht onderzoek en wetenschappelijk onderzoek binnen één instelling zijn bijeengebracht. Sinds 2009 biedt NHTV de wo-bachelor International Leisure Sciences aan en sinds 2010 de wo-bachelor Bachelor of Science Tourism als joint degree met Wageningen University.
mige hogescholen zich meer toeleggen op hoger beroepsonderwijs waarin onderzoek en professional masters een belangrijke rol spelen. (...) Daarnaast zijn er voorbeelden van hogescholen die ook nu al wo-opleidingen aanbieden.' *
Met valorisatie als kerntaak is er bij universiteiten een beweging waar te nemen waarbij ze zich meer gaan richten op de toepasbaarheid van kennis. NHTV maakt de tegengestelde beweging door vanuit de positie dicht bij de beroepspraktijk de kennisontwikkeling ook naar academisch niveau te brengen met behoud van de nauwe relatie met de beroepspraktijk. De behoefte daaraan is te illustreren aan de hand van het overheidsbeleid en met name van het demissionaire kabinet. Taken die tot voor kort op landelijk niveau werden aangestuurd, liggen nu volledig op decentraal niveau. Dit vraagt op decentraal niveau een geheel ander kennisniveau. Dit sluit volledig aan bij het rapport van de Commissie Veerman.
* Zo wil de NHTV zich profileren als kenniscentrum met alle voor haar vakgebied relevante disciplines. Dit impliceert een volledig opleidingscontinuüm met zowel hbo- als wo-opleidingen.
5
3
NHTV: verbindend en leidend in een internationale setting 3.1 Bewezen kwaliteit Voor een gespecialiseerde instelling als NHTV zijn onderscheidend vermogen en kwaliteit voorwaardelijk om op de lange termijn meerwaarde te bieden. NHTV heeft erkenning en waardering gekregen voor haar onderwijs, waarbij ze kiest voor kwaliteit boven kwantiteit. Dit betekent dat NHTV voor meerdere opleidingen een fixus en selectie hanteert. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de opleiding primair te stellen, de groei te beheersen en te zorgen dat hooggekwalificeerde afgestudeerden uiteindelijk een goede startpositie hebben op de arbeidsmarkt. Dit beleid heeft zijn vruchten afgeworpen, zoals blijkt uit de accreditaties, maar ook uit de resultaten van de Nationale Studentenenquête (NSE) en de Keuzegids HBO Voltijd. In de strategische periode vanaf 2009 is gewerkt aan een onderscheidende positionering: > academisering, internationalisering en excellentie zijn de strategische speerpunten die elkaar versterken en bijdragen aan de ontwikkeling van het onderwijs > wetenschappelijk onderwijs is in de portfolio opgenomen > aan het onderzoek is een stevige impuls gegeven: er is een onderzoeksvisie opgesteld waarbij onderzoek en onderwijs zijn verweven (zie bijlage 5) > de opleidingen staan landelijk steeds in de top drie en hebben goede tot zeer goede scores bij accreditatie; afgelopen jaren zijn tal van bijzondere kenmerken en/of excellente beoorde- lingen toegekend (zie bijlage 2) > er zijn twee professionele masteropleidingen toegevoegd aan het al bestaande masteraan- bod > het aantal en de diversiteit van buitenlandse studenten, docenten en managers is toegeno- men, evenals het aanbod aan Engelstalig onderwijs waarmee de internationale omgeving bin- nen de gehele organisatie dagelijks kan worden ervaren > de toename van studenten binnen de technische opleidingen was in 2010 156% ten opzichte van 2000 * > de investering in het opleidingsniveau van medewerkers rendeert in hoge mate, zoals blijkt uit de beoordeling van de deskundigheid van docenten bij accreditaties > er is een omvangrijk internationaal netwerk opgebouwd van partnerinstellingen, bedrijven en organisaties, om uitwisselingsprogramma’s voor studenten en docenten en buitenlandse sta- ges mogelijk te maken. Met een beperkt aantal buitenlandse onderwijsinstellingen (Penn State University (USA), Bournemouth University (UK), Hochschule Heilbronn (Duitsland), Haaga Helia (Finland), JAMK University of Applied Sciences (Finland) en Northern Arizona University (USA)) wordt samengewerkt op meer strategisch niveau op het gebied van geza- menlijke curriculumontwikkeling en onderzoek > er is een premaster waarbij studenten naadloos kunnen doorstromen naar een aantal wo-mas- teropleidingen in Nederland en Vlaanderen. Daarnaast geeft een aantal specifieke oplei- dingen naadloos toegang tot wetenschappelijke masteropleidingen van enkele buitenlandse universiteiten (zie bijlage 4). Het strategisch plan 2009-2012 is met de beoogde doelstelling van academisering ambitieus en heeft een inhoudelijke investering gevraagd van de medewerkers. Het is nu zaak de ontwikkeling door te trekken, te blijven presteren op topniveau en te consolideren met onderstaand profiel als leidraad.
Profiel: verbindend en leidend in een internationale setting NHTV is een gespecialiseerde instelling voor hoger onderwijs met in haar portfolio hbo- en wo-opleidingen en praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek. Daarmee vormt NHTV een schakel tussen wetenschap en beroepspraktijk en opereert ze voortdurend op het snij- vlak van onderzoek en toepassing. NHTV biedt toponderwijs en leidt studenten, via een internationaal curriculum en in een internationale studie- en werkomgeving, op voor de globaliserende arbeidsmarkt.
* bron: Techniek in bedrijf
6
3.2 Sterkte-zwakteanalyse Sterkten
Zwakten
NHTV heeft zich als nichespeler volledig ingezet op
Extern beleid legt op dit moment nadruk op de
kwaliteit en innovatie met als resultaat een uitste-
relevantie van regionale binding. Op enkele kennis-
kende reputatie en een geheel eigen positionering in
domeinen (bijvoorbeeld logistiek) is er een stevige
het hoger onderwijs, met zowel hbo- als wo-onderwijs.
regionale verankering, maar op andere domeinen is die
Alle opleidingen geven volgens de NVAO, NSE en de
bovenregionaal.
Keuzegids blijk van hoge kwaliteit. Kennistransfer wordt nog te weinig gefaciliteerd. De basis voor het succes ligt in de kwaliteit, motivatie en betrokkenheid van het personeel. NHTV biedt
Relatieve naamsbekendheid bij verschillende doel-
medewerkers kansen voor inhoudelijke en persoonlijke
groepen (met name vwo’ers).
ontwikkeling en ruimte in hun professioneel handelen. Docenten zijn goed bereikbaar voor studenten en de menselijke maat staat centraal. De internationale waardering heeft geleid tot strategische samenwerking met gerenommeerde buitenlandse universiteiten. Qua omvang is NHTV wereldwijd al jaren de grootste onderwijsinstelling op het terrein van toerisme en leisure. Veel topmanagers hebben ooit hun opleiding aan NHTV voltooid.
Kansen
Bedreigingen
De positie in de markt biedt kansen om het aandeel
Veel beleid is in de eerste plaats gericht op grote,
vwo’ers in de studentenpopulatie te vergroten.
brede instellingen en leidt ertoe dat continu de plek als relatief kleine nichespeler moet worden bevoch-
Er kan beter worden ingespeeld op vraagstukken in het
ten. Nog meer focus op regionalisering leidt ertoe dat
werkveld door het tot stand brengen van innovatieve
bovenregionale spelers in de regio in veel mindere
crossovers tussen verschillende domeinen (lees: oplei-
mate als partner worden gezien.
dingen). Samen met meer aandacht voor ondernemerschap en business innovation kan een bijdrage worden
Geen formele erkenning als hbo-wo instelling, beperk-
geleverd aan de topsectoren.
te onderzoeksmiddelen, moeilijk PhD’ers te binden.
Meer technische modules inbrengen in de economische
Toenemende internationale concurrentie (studenten-
opleidingen.
werving).
De positionering als instelling voor hoger onderwijs met hbo- en wo-opleidingen en als verbindende schakel tussen beroepspraktijk en wetenschap biedt kansen om bij te dragen aan transities in het werkveld. Via onderzoek kan NHTV ook haar internationale reputatie als kennisinstelling versterken.
3.3 De ambities voor de komende jaren Onderwijs NHTV biedt toponderwijs en zal: > een honoursprogramma voor de bacheloropleidingen ontwikkelen voor de bovengemiddeld presterende student > professioneel verrijkte driejarige hbo-bachelortrajecten aanbieden om meer vwo’ers te wer- ven (werktitel: HBO Premium) > professionele masteropleidingen koppelen aan de topsectoren > wo-bachelor- en masteronderwijs uitbouwen binnen de kennisdomeinen van NHTV waarvoor in Nederland nog geen wo-pendant is > het aanbod van Associate Degree opleidingen niet uitbreiden tenzij er een directe markt- vraag is; NHTV heeft binnen haar portfolio één Associate Degree, de Functiegerichte 7
>
bachelor toerisme en recreatie (voortgekomen uit de kort-hbo-opleiding), die wordt gekoes- terd vanwege de grote waardering door het MKB zich blijven inzetten, evenals in de afgelopen periode, voor toename van het aantal studenten in de technische opleidingen.
Prestatieafspraak Uitbreiding van de portfolio via masteropleidingen en wetenschappelijk onderwijs binnen de kennisdomeinen van NHTV waarvoor in Nederland nog geen pendant is (zie hoofdstuk 5 ). NHTV wil erkenning van OCW als gespecialiseerde instelling voor hoger onderwijs met in haar portfolio hbo- en wo-onderwijs en praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek om het profiel tot 2016 verder uit te werken.
NHTV kiest ervoor de kwaliteit van het onderwijs te koppelen aan gemotiveerde, talentvolle studenten om uitstekend gekwalificeerde professionals af te leveren aan de beroepspraktijk. Een gemotiveerde student wil worden uitgedaagd. NHTV beoogt met het honoursprogramma van 30 EC bovengemiddeld presterende studenten extra uitdaging te bieden om: > een nog betere startpositie te creëren op de arbeidsmarkt via het honoursprogramma met een focus op ondernemerschap, techniek of door erkende parels uit de verschillende curricula in een bredere context aan te bieden > een naadloze doorstroom te creëren naar een wo-master via een premaster (op basis van afspraken over doorstroom tussen de instellingen; zie bijlage 4). NHTV heeft op dit moment één honourstraject (ImaginHeroes). Het honoursprogramma wordt nog verder uitgewerkt. Het is de bedoeling in 2013/2014 te starten; 3% deelname aan het honoursprogramma in 2016 wordt het maximaal haalbare geacht. Prestatieafspraak Honoursprogramma van 30 EC, waaraan in 2016 3% van de studenten (vwo’ers, havisten en mbo’ers) in de bacheloropleidingen deelneemt.
Totaal aantal vwo’ers (exclusief vwo’ers in wo-opleidingen) collegejaar 2011/2012
11,9%
collegejaar 2010/2011
12,9%
collegejaar 2009/2010
15,8%
Binnen NHTV studeren relatief veel vwo-studenten in de hbo-bacheloropleidingen, maar helaas is er sprake van een daling de afgelopen jaren. Door het inrichten van professioneel verrijkte vwo-trajecten wil NHTV deze trend keren en in 2016 in de hbo-bacheloropleidingen het percentage van 15% vwo’ers bereiken. Op dit moment kunnen vwo’ers kiezen voor: > het reguliere vierjarige hbo-bachelorprogramma > een verkort driejarig traject met vrijstellingen binnen vrijwel alle opleidingen > wo-bachelor International Leisure Sciences of Bachelor of Science Tourism Met een nieuw professioneel verrijkt driejarig vwo-traject wil NHTV de professioneel gerichte vwo’ers in de hbo-opleidingen uitdaging bieden, laten kennismaken met de beroepspraktijk en laten bijdragen aan het onderzoek. Voor toerisme en leisure moet dit traject bovendien onderscheidend zijn ten opzichte van de wo-bachelors die NHTV ook aanbiedt om de student een weloverwogen keuze te laten maken.
Prestatieafspraak Het percentage vwo’ers in de hbo-bacheloropleidingen is in 2016 15%. De randvoorwaarde daarbij is dat het wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid, dat de staatssecretaris van OCW in zijn brief van 26 april jl. aankondigde, voldoende ruimte gaat bieden voor het driejarig traject voor vwo’ers in relatie tot 240 EC. Een driejarig traject voor vwo’ers moet zowel aantrekkelijk zijn voor de student als voor de instelling.Van het ministerie van OCW wordt verwacht dat het zich via beleid zichtbaar inzet op stimulering van vwo’ers om de keuze te maken voor driejarige vwo-trajecten in het hbo.
NHTV kiest voor innovatieve thema’s voor de professionele masters, waarbij de marktvraag leidend is. Op dit moment is de professionele master Game Technology in ontwikkeling waarvoor in 2013 in het kader van de subsidie van OCW voor masters binnen de topsectoren de aanvraag wordt ingediend. Het is de bedoeling de master Leisure Sciences, die nu nog door Tilburg University wordt aangeboden, vanaf 1 september 2013 onder te brengen bij NHTV. Hiervoor moet zowel de macrodoelmatigheidstoets als het accreditatietraject worden doorlopen. Voortbouwend op de jarenlange samenwerking met vijf partneruniversiteiten in Europa in het kader van het aanbieden van een wetenschappelijk masterprogramma, wordt nu overleg gevoerd om een business georiënteerde wo-masteropleiding toerisme als joint degree te ontwikkelen. 8
Afgelopen jaren is er door de groei van de bestaande technische opleidingen en de start van de opleiding International Game Architecture and Design een grote toename geweest in het aantal studenten binnen de technische opleidingen. Als bijdrage aan de Human Capital Agenda’s van de topsectoren Logistiek en Creatieve Industrie verkent NHTV twee professionele masteropleidingen. De portfolio biedt mogelijkheden om op het snijvlak van economische en technische opleidingen in het honoursprogramma en via minoren studenten in de economische opleidingen meer te betrekken bij technische vraagstukken waarmee zij in de toekomst eerder kiezen voor beroepen die ook op dit snijvlak liggen.
Prestatieafspraak Een toename van het aantal studenten in de technische opleidingen in de periode tot 2016 met 5% (buiten International Game Architecture and Design waarvan de numerus fixus blijft bestaan in verband met de arbeidsmarkt) door: - toename instroom overige technische opleidingen - professionele master Game Technology - professionele master Logistiek (in overleg met Dinalog) - aanbod technische modules creëren voor studenten in de economische opleidingen
Verbindend op het snijvlak NHTV wil een verbindende positie innemen tussen beroepspraktijk en wetenschap om een rol te vervullen bij transities in de diverse werkvelden. In deze positie wil NHTV niet alleen afgestudeerden afleveren met een uitstekende startkwalificatie maar ook nieuwe kennis vertalen naar de beroepspraktijk en praktijkvraagstukken naar de wetenschap. Om dit te kunnen realiseren, is er een nauwe samenwerking tussen hbo- en wo-onderwijs en onderzoek. Daartoe zijn hbo- en wo-onderwijs in dezelfde academie ondergebracht. Onderzoek vindt bovendien plaats op basis van een multidisciplinaire benadering. Zo opereert NHTV voortdurend op het snijvlak van onderzoek en toepassing. Ook zijn in de visie van NHTV onderwijs en onderzoek nauw met elkaar verweven. Om vorm te kunnen geven aan het snijvlak tussen de beroepspraktijk en wetenschap en om een optimale verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek te bewerkstelligen, worden alle docenten ingezet bij kennisontwikkeling door het invullen van een bepaalde kennisrol (zie bijlage 5): > rol 1: zich continu op de hoogte stellen van de meest actuele kennis vanuit de praktijk en de literatuur en, samen met studenten in het kader van hun curriculum, actief vormgeven aan activiteiten in het kader van de uitvoering van het NHTV onderzoeksprogramma > rol 2: actief zijn in consultancy en design / kennis uit de praktijk relevant maken voor het onderwijs > rol 3: verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek / verdieping in wetenschappe- lijke onderbouwing en houdbaarheid van praktijkgerichte kennis > rol 4: verrichten van fundamenteel / conceptueel wetenschappelijk onderzoek. In de rollen is ook de relatie met de beroepspraktijk verankerd. Aan het einde van 2012 zijn met iedere docent afspraken gemaakt over zijn kennisrol waardoor de gewenste en gerealiseerde bijdrage aan onderzoek gemonitord kan worden. Praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek hebben een ondersteunende structuur nodig om effectief te kunnen werken. De mediatheek is op academisch niveau gebracht om het praktijkgerichte en wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te ondersteunen. De facilitering bij het verwerven van (private) onderzoeksmiddelen, de beschikbaarheid van onderzoekstools en de organisatie van kennisvalorisatie worden uitgebouwd tot een stevige onderzoeksinfrastructuur. > >
Prestatieafspraken Alle docenten zijn betrokken bij kennisontwikkeling via vier kennisrollen. NHTV breidt haar onderzoek uit om invulling te geven aan de unieke positie als instelling voor hoger onderwijs met hbo- en wo-opleidingen. Randvoorwaarde is dat NHTV over onderzoeksmiddelen beschikt om invulling te geven aan het profiel.
TopProfi docentprofiel NHTV biedt medewerkers veel inhoudelijke ruimte, maar vraagt tegelijkertijd van de docent high performance binnen en buiten de instelling. De docent moet inspirerend, deskundig én integer zijn. Docenten worden gestimuleerd zich te ontwikkelen. NHTV investeert al jaren in master- en promotietrajecten. Tezamen met didactische vaardigheden en vaardigheid in het Engels zorgt dit voor een hoge basiskwaliteit. Om de ambities als internationale kennisinstelling 9
waar te kunnen maken is een verdere aanscherping van het docentprofiel noodzakelijk. Docenten moeten ook beschikken over onderzoeksvaardigheden en kennis van of ervaring met een cross-culturele leer- en werkomgeving. Van de docent wordt verwacht dat hij de professionele verantwoordelijkheid neemt om zich op zijn kennisdomein c.q. in zijn kennisrol, didactisch en in de relatie met de beroepspraktijk te blijven ontwikkelen. NHTV heeft hierbij een sturende en faciliterende rol. NHTV wil een systematiek ontwikkelen om de docentprofessionaliteit in kaart te brengen en te koppelen aan de onderwijs- en kennisrol die de docent vervult. De eerste stap daartoe is een professionaliteitsscan op het aangescherpte profiel. Vervolgens wordt gericht gewerkt aan verdere professionalisering waarbij zowel de organisatie als de docent inzicht hebben in de gewenste normscore. NHTV is bereid om de aanpak en de voortgang van dit proces met anderen te delen en wil graag als voorloper/pilot fungeren. Prestatieafspraak Tot 2016 wordt de professionaliteitsscan ontwikkeld en uitgevoerd, waarbij een koppeling wordt gemaakt met de kennisrollen.
Internationale kengetallen 49,3% van de studenten volgt in 2011/2012 Engelstalig onderwijs.
stages
NL
buitenland
2009/10
62,1%
37,9%
2010/11
55,4%
44,6%
2011/12
47,9%
52,1%*
uitwisseling
inkomend uitgaand
2009/10
50,2%
49,8%
2010/11
48,9%
51,1%
2011/12
41,6%
58,4%*
Internationale setting Al jaren geleden is gekozen voor profilering als internationale hogeschool. NHTV leidt studenten op voor een globaliserende arbeidsmarkt. De basis daarvoor ligt in het internationale curriculum, waarbij de inhoud van het programma en de praktijkvoorbeelden in internationaal perspectief worden geplaatst. Op dit moment loopt meer dan 50% van de studenten stage in het buitenland. In 2016 zal 60% van de studenten minimaal 30 EC in het buitenland verwerven door stages of door deelname aan uitwisselingsprogramma’s. NHTV streeft steeds naar een balans in studentenuitwisseling: uitgaande studentenmobiliteit verhoogt enerzijds de internationale ervaring van studenten en inkomende studenten en docenten zorgen anderzijds voor internationaal samengestelde studiegroepen (international classroom). Op dit moment gaan meer studenten naar het buitenland dan er naar Breda komen. Naast een intensivering van de studentenuitwisselingen wordt ook gestreefd naar een toenemend aantal docentuitwisselingen. Ter bevordering van de internationale mobiliteit en samenwerking zal worden aangesloten bij het ‘Erasmus for all’ programma van de EU.
buitenlandse studenten 2009/10
10,5%
2010/11
11,3%
2011/12
11,8%
De international classroom biedt de student een rijke leeromgeving die veel inzet vraagt van zowel docenten als van buitenlandse en Nederlandse studenten. Deze internationale leeromgeving vraagt een optimale diversiteit aan culturen binnen de groep. Het wervingsbeleid is daarop afgestemd.
buitenlandse medewerkers 31 maart 2012 9,2%
* tussenstand
Definitie buitenlandse student Een student met een tot NHTV toelaatbare vooropleiding die is voltooid in
Aan NHTV is sinds 2006 het lectoraat Cross-Cultural Understanding verbonden dat het gedachtegoed van cross-cultural education en de international classroom als didactisch concept verder ontwikkelt, waarbij in internationaal verband wordt samengewerkt en waarover wordt gepubliceerd. Prestatieafspraak In 2016 heeft 60% van de studenten die afstuderen minimaal 30 EC in het buitenland be- haald.
een niet-Nederlands onderwijssysteem en/of een student met een permanente verblijfsplaats buiten Nederland.
Definitie buitenlandse medewerker De medewerker die niet in Nederland is geboren én niet de Nederlandse nationaliteit bezit.
10
4
Onderwijskwaliteit en studiesucces 4.1 Onderwijskwaliteit Onderwijskwaliteit kenmerkt zich door het bieden van onderwijs in een omgeving waarin zowel studenten als medewerkers geïnspireerd en uitgedaagd worden om hun talenten optimaal te ontwikkelen, hun kennis en kunde te integreren en deze als beginnend professional of als wetenschapper op excellente en duurzame wijze toe te passen in de samenleving. Het onderwijs sluit aan bij de eisen van het kennisdomein, de vraag van het werkveld en de (leer)behoefte van studenten. Het onderwijs laat zich inspireren door haar stakeholders, maar blijft verantwoordelijk voor zowel de formulering van de leerdoelen als de invulling van het programma. Er wordt ook meer gevraagd van de student: de lat wordt hoger gelegd. Aan studenten wordt kennis en ondersteuning geboden die zij nodig hebben om zich te ontwikkelen tot professionals. Het stimuleren bij studenten van openheid, nieuwsgierigheid, innovatief vermogen, het durven volgen van de eigen intuïtie en ‘out of the box’ denken wordt hierbij belangrijk geacht. Studenten leren in de gecompliceerde internationale context vanuit verschillende perspectieven kijken naar informatie die impliciet of expliciet aanwezig is. Op basis van deze visie wordt voortdurend geïnvesteerd in de inhoudelijke en onderwijskundige kwaliteit van de opleidingen. De resultaten daarvan, zowel in de vorm van waardering van de studenten als van het afnemend werkveld, blijken steeds uit onderzoeken. Op veel aspecten van de NSE scoort NHTV boven het landelijk gemiddelde, waaronder het voorbereiden op de beroepspraktijk en de deskundigheid en betrokkenheid van docenten. Ook bij accreditaties van de NVAO scoren de NHTV-opleidingen goed, waarbij naast de deskundigheid van docenten de goede afstemming op de beroepspraktijk naar voren komt.
Het werkveld hospitality over NHTV ‘De strategie van Hilton Worldwide bestaat uit het scheppen van een goede band met hogescholen en universiteiten en het ondersteunen van
Omdat NHTV niet alleen de mening van studenten van belang acht voor de kwaliteitsbeoordeling van haar opleidingen, is ervoor gekozen om het oordeel van de NVAO als definitie te hanteren voor de evaluatie van de onderwijskwaliteit. Tot nu toe (in het oude accreditatiesysteem) hebben de opleidingen goede beoordelingen gekregen. In het nieuwe (aangescherpte) accreditatiesysteem wil NHTV dit kwaliteitsniveau continueren en ligt de lat op 50% goed of excellent, waarbij ook nog eens het streven is dat iedere opleiding een bijzonder kenmerk krijgt toegekend. Bij ranking moet iedere opleiding in de top 3 eindigen. Een overzicht van het oordeel van de NVAO tot nu toe is opgenomen in bijlage 2.
gemeenschappen waarin we actief zijn. Met meer dan 115 hotels in de pijplijn in Europa zal het aantrekken van groot talent van deze onderwijsinstellingen onze groei en ont-
> >
Prestatieafspraken Bij de NVAO-accreditaties wordt in 2016 bij minimaal 50% van de ‘standaarden’ goed of excellent gescoord en het doel is dat iedere opleiding een bijzonder kenmerk krijgt toege- kend. Bij ranking iedere opleiding in top 3 van de NSE.
wikkeling ondersteunen. We bieden een opleidingstraject waarin studenten de mogelijkheid krijgen extra studiepunten te verdienen en Cum Laude af te studeren. Uitmuntende studenten wordt na afstuderen de mogelijkheid geboden hun carrière te starten bij Hilton Worldwide. Voor 2012 zijn 12 studenten van de Hoge Hotelschool Breda geselecteerd om deel te nemen aan de Hilton Class.' Ben Bengougam vice-president HR Europe, Hilton Worldwide
11
4.2 Studiesucces Definities uitval
Uitval uit de instelling: het aandeel van het totale aantal eerstejaars voltijd bachelorstudenten (eerste inschrijving, hbo+wo) dat
Uitval De uitvalcijfers van de laatste jaren laten zien dat de uitval uit de instelling rond de 28% schommelt, iets hoger dan de landelijke cijfers. Uitval uit het eerste studiejaar van een opleiding betekent, gezien het beperkte aantal opleidingen, doorgaans ook uitval uit de instelling als geheel. Het aantal studenten dat switcht ligt relatief laag (rond de 4%), mede omdat een aantal opleidingen al jaren selecteert en/of een fixus hanteert.
na 1 jaar* niet meer bij NHTV staat ingeschreven.
Uitval uit de instelling / opleiding
Uitval uit de opleiding: het aandeel van het totale aantal eerstejaars voltijd bachelorstudenten (eerste inschrijving, hbo+wo) dat na 1 jaar* staat ingeschreven bij een andere opleiding (croho) bij NHTV.
Gerekend wordt met instroomjaar instelling (eerste keer HO bij NHTV).
(*peildatum 31 augustus)
Definitie rendement bacheloropleidingen Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten (eerste inschrijving, hbo+wo) die zich na het eerste
Rendement Het studierendement ligt relatief hoog. Dit is het resultaat van een aantal succesvolle maatregelen, waaronder selectie voor de poort en tijdens het eerste studiejaar. Daarnaast wordt al jaren ingezet op accurate voorlichting over inhoud en zwaarte van studieprogramma’s, het aanbieden van bijspijkercursussen en studieloopbaancoaching.
jaar* opnieuw bij dezelfde instelling inschrijven (herinschrijvers) en dat
Rendement bacheloropleidingen
binnen de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij NHTV het bachelordiploma behaalt.
Gerekend wordt met instroomjaar instelling (eerste keer HO bij NHTV). De basis is het aantal studenten met instroomjaar t minus het aantal uitvallers instelling in het eerste jaar t.
(*peildatum 31 augustus)
Aanpak NHTV wil afgestudeerden met uitstekende startkwalificaties op de arbeidsmarkt afleveren en tegelijkertijd een optimaal studierendement behalen en een ambitieus studieklimaat creëren. NHTV stuurt daarbij op capabele en (intrinsiek) gemotiveerde studenten die aan het begin van het tweede studiejaar in staat zijn om nominaal af te studeren. Daartoe worden allereerst de ingezette studiebevorderende maatregelen, zoals hierboven genoemd, verder aangescherpt en uitgebreid. Er komt meer aandacht voor sturing op studievoortgang, inclusief het tijdig afstuderen. Studenten worden gestimuleerd om optimaal te presteren. Ze worden meer aangezet tot het behalen 12
van het maximum aantal studiepunten door het aantal herkansingen te beperken. Examencommissies bewaken de kwaliteit op het gebied van toetsing en beoordeling en spelen een actieve rol bij de professionalisering van docenten op het gebied van toetsing. Bij het afstuderen worden bij de beoordeling externe deskundigen betrokken. Er wordt een ambitieus studieklimaat gecreëerd, waarbij enerzijds wordt ingezet op het aantrekken van ambitie en anderzijds op het verleiden tot ambitie. In de voorlichting en bij selectie en matching wordt meer aandacht geschonken aan de mogelijkheden voor ambitieuze studenten. Studenten die goed presteren krijgen voorrang bij deelname aan onderzoeksprojecten, bijzondere (internationale) stages of onderzoeksopdrachten voor het werkveld. Het doel is met een veeleisender en gedifferentieerder onderwijsaanbod beter in te spelen op de wensen en mogelijkheden van studenten (zie bijlage 3). Op dit moment hanteert NHTV numerus fixi en selecteert bij meerdere opleidingen. Dat is gebaseerd op borging van de kwaliteit van de opleiding, de arbeidsmarkt en Ruim baan voor talent (inclusief collegelddifferentiatie). Gebruikmakend van de mogelijkheden in het wetsvoorstel Wet Kwaliteit in verscheidenheid zet NHTV dit beleid de komende jaren voort. Bovendien verhoogt NHTV in 2012/2013 de ondergrens voor het Bindend Studieadvies (BSA) naar 52 EC om deze vervolgens stapsgewijs verder te verhogen op basis van de ervaringen met matching en selectie. Enerzijds zullen de maatregelen voor de poort naar verwachting het uitvalpercentage in het eerste studiejaar terugdringen, anderzijds zal de sterkere selectie in het eerste studiejaar het uitvalpercentage mogelijkerwijs doen stijgen. Per saldo wordt verwacht dat zowel het uitvalpercentage uit de instelling als het percentage switchers wordt gehandhaafd op het niveau van het cohort 2010 (respectievelijk 28 en 4%). De ambitie aangaande het studierendement voor 2016 is bescheiden daar veel maatregelen de instroom betreffen die in 2016 of later zal afstuderen. Er wordt van uitgegaan dat het huidige rendementscijfer van 74% kan worden verhoogd naar 76% in 2016. In de periode tot 2020 zal het studierendement verder kunnen oplopen tot boven de 80%. - - - -
Definitie master (docerend personeel) Docenten waarvan in het dossier bewijsvoering is opgenomen van: -
de doctorandus (drs.), meester
(mr.), ingenieur (ir.) titel
-
WO Master diploma
-
HBO Master diploma
-
(MO) Eerstegraadsbevoegdheid
Prestatieafspraken Het bindend studieadvies wordt voor alle opleidingen in 2012/2013 verhoogd naar minimaal 52 EC en vervolgens stapsgewijs verder verhoogd op basis van de ervaringen met matching en selectie. De uitval uit de instelling blijft tot 2016 maximaal 28% en het percentage switchers blijft tot 2016 maximaal 4%. Het rendement is in 2016 75%. NHTV ziet als voorwaarde de mogelijkheid tot 100% decentrale selectie voor alle opleidin- gen, zonder het instellen van een fixus.
4.3 Kwaliteit docenten
Deskundigheid en betrokkenheid van de docent bepaalt in hoge mate de kwaliteit van het onderwijs en de kennisontwikkeling. Daarom investeert NHTV al jaren in master- en promotietrajecten om hoogwaardig en geïnspireerd personeel te behouden. Bij nieuwe aanstellingen is een masteropleiding of PhD een voorwaarde voor het docerend personeel. Per 31 maart 2012 beschikte 74,4% van het docerend personeel over een master degree, 9,4% is bovendien gepromoveerd en 8,8% is bezig met een promotietraject. Daarnaast volgt 8,5% van de docenten momenteel een masteropleiding. Buiten het docerend personeel telt NHTV nog eens vier promovendi. Andere kwaliteitsaspecten van docenten waarop NHTV voortdurend stuurt, zijn: > iedere docent moet over een certificaat didactische bekwaamheid beschikken voordat een vast dienstverband wordt aangegaan > de (internationale) praktijkervaring, die wordt gekoppeld aan de kennisrol > minimaal niveau Engels C1 voor docenten die in Engelstalige opleidingen lesgeven. Dit alles beschouwt NHTV als basiskwaliteit. Vanuit de strategie moeten alle docenten in staat zijn om naast de onderwijsrol ook een rol in kennisontwikkeling te vervullen. Het huidige docentprofiel wordt aangescherpt met een aanbod van trainingen in onderzoeksvaardigheden en cross-culturele vaardigheden. NHTV organiseert deze trainingen via de in-company School for Creative Education.
13
Definitie didactische vaardigheden
Een van de volgende bewijsstukken is in het dossier aanwezig: - Certificaat van didactische bekwaam- heid VU (Huidig intern traject - 200
De inhoudelijke uitdaging die gepromoveerden zoeken, zal vooral via innovatie in de beroepspraktijk en valorisatie worden gerealiseerd, omdat NHTV beperkt middelen ontvangt voor haar (wetenschappelijk) onderzoek. Daarnaast wil NHTV enerzijds meer hoogleraren aan de instelling verbinden en anderzijds zeer ervaren en inspirerende professionals uit de beroepspraktijk voor een korte periode aantrekken.
SBL), Citowoz, Fontys, IOWO, IVLOS (UU) of door een ander door de NL overheid erkend opleidingsinstituut gespecialiseerd in onderwijs en didac- tiek. De opleiding moet hierbij verge- lijkbaar zijn aan de inhoud van de huidige cursus en een belasting verge-
Prestatieafspraken > In 2013 functioneren alle docenten in het onderwijs én de kennisontwikkeling conform de vier kennisrollen. > In 2016 beschikt 85% van de docenten over een master degree of PhD. > In 2016 is de onderzoeksvaardigheidstraining ingevoerd. > In 2016 is de cross-culturele vaardigheidstraining ingevoerd.
lijkbaar met de 200 SBL. - EVC (ervaringscertificaat) van didacti- sche vaardigheden IOWO/Fontys/VU - 1e of 2e graad lesbevoegdheid MO - Aantekening didactische bevoegd heid verkregen bij behalen univer- sitair diploma als drs., mr. of ir.
4.4 Onderwijsintensiteit
Het aantal contacturen varieert tussen de opleidingen. Op basis van de NSE varieert deze van 12,4 tot 24,8 uur per week. Het gaat hierbij om een gemiddelde over alle leerjaren. Gemiddeld bedraagt de ‘onderwijstijd met docent’ (tijdens colleges, stages, afstudeeronderzoeken, practica, tentamens, studiereizen en excursies) in het eerste studiejaar 22,1 uur per week en in de jaren daarna 14,5. Hierin reflecteert zich het didactisch uitgangspunt van een toenemende zelfsturing van studenten in de loop van hun studie. Uit het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs (meting 2010-2011) onder drie NHTVopleidingen (International Real Estate and Facility Management, Hoger Hotelonderwijs en Mobiliteit) blijkt het gemiddeld aantal contacturen in het eerste studiejaar voor de eerste twee opleidingen op ruim 16 uur per week te liggen en voor de laatste op ruim 27 uur per week. Naast de feitelijke contacttijd wordt de beschikbaarheid van docenten van groot belang geacht. Daarom dienen docenten naast de ingeroosterde contacttijden beschikbaar te zijn voor individuele studenten. Uit intern onderzoek blijkt dat studenten tevreden zijn over de bereikbaarheid van docenten. De beschikbaarheid wordt voortdurend gemonitord. Naast de kwantitatieve aspecten blijft de kwaliteit van de contacttijden voor NHTV van het grootste belang. Prestatieafspraak NHTV handhaaft in de periode tot 2016 minimaal het huidige niveau van de contacttijden.
4.5 Indirecte kosten
Definitie indirecte kosten De verhouding tussen de verschillende processen zoals die binnen een hboinstelling voorkomen en is vastgelegd in de CAO-HBO. Hierin worden de volgende processen onderscheiden: management proces (M-MT), primair proces, bedrijfsvoeringsproces (B-OBP). Binnen het primair proces wordt onderscheid gemaakt tussen onderwijsgevende (P-OP), onderwijsondersteunende (P-OBP) en managementfuncties (P-MT).
Indirecte kosten in 2011 | verdeling
Processen:
P = primair | B = bedrijfsvoering | M = management
aantal
aantal
kosten
FTE
medewerkers
personeel
P 64,2%
64,4%
70,9%
B 32,6%
32,9%
24,2%
M 3,3%
2,7%
4,9%
NHTV wil zoveel mogelijk middelen besteden aan de primaire processen van onderwijs en kennisontwikkeling. In 2010 zijn in het kader van de organisatieontwikkeling vier projecten gestart. Eén daarvan is het project Optimalisering bedrijfsvoering. Het streven daarbij is een ondersteuning (inclusief onder andere mediatheek) van maximaal 33% van de totale personeelsomvang te realiseren. Dit betekent een totale reductie van 26 fte. Dit proces loopt nog. NHTV wil een hoogwaardige kennisorganisatie zijn, niet alleen in het onderwijs en de kennisontwikkeling, maar ook in de bedrijfsvoering. Dit betekent voor de ondersteunende organisatie dat de kwaliteit van het ondersteunend personeel omhoog moet en tegelijkertijd het aantal fte omlaag. Dit geldt ook voor het management van de ondersteunende organisatie. Het terugdringen van de overhead mag echter geen doel op zich worden. De docent als professional moet zich kunnen concentreren op zijn inhoudelijke onderwijs- en onderzoekstaken en zijn docerende rol. Het optimaal functioneren van de docent staat voorop. NHTV wil voorkomen dat ondersteunende taken worden verschoven naar de docentfunctie.
Prestatieafspraken NHTV is van mening dat de docent zich volledig moet kunnen concentreren op zijn inhoude- lijke onderwijs- en onderzoekstaken en zijn docerende rol. Het optimaal kunnen functione- ren van de docent staat voorop. NHTV wil voorkomen dat ondersteunende taken worden verschoven naar de docentfunctie. NHTV streeft ernaar dat het totaal aan ondersteuning binnen het benchmarkgemiddelde komt te liggen. Daarnaast vermindert NHTV ook de zogenaamde ‘externe overhead’ (accountant, HBO-Raad e.d.).
14
5
Zwaartepuntvorming en valorisatie Zwaartepuntvorming bij een gespecialiseerde instelling met het profiel zoals dat in hoofdstuk 3 is beschreven, betekent zwaartepuntvorming over de volle breedte van de instelling. NHTV heeft primair gekozen voor een (inter)nationale positionering met, waar relevant en mogelijk, een regionale binding. Internationaal wordt ingespeeld op de ‘societal challenges’ zoals genoemd in het Horizon 2020 Framework Programme for Research and Innovation van de EU, met name waar het gaat om onderzoek op het gebied van transport en toerisme in relatie tot klimaatverandering. Provinciaal is de Agenda van Brabant relevant en NHTV is partner in de uitvoering van de Strategische Agenda West-Brabant, die meer en meer in het perspectief van Zuidwest-Nederland als economische regio komt te staan. De binding met de beroepspraktijk is in het voorgaande beschreven, de inhoudelijke ambities worden in de hierna volgende paragrafen beschreven. Voor alle kennisdomeinen is valorisatie relevant en worden er activiteiten ontplooid waaraan docenten via de onderscheiden kennisrollen zijn verbonden. NHTV is van mening dat voor het hoger beroepsonderwijs de kennisvalorisatie vooral plaatsvindt door afgestudeerden met een uitstekende startkwalificatie de stap naar de arbeidsmarkt te laten maken, veelal naar bedrijven en instellingen maar ook als startend ondernemer. De Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) geeft iedere hogeschool de praktijkgerichtheid in het onderzoek als opdracht mee. Verspreiding van kennis via publicaties is de afgelopen jaren, als resultante van het strategisch speerpunt academisering, sterk toegenomen. Tot 2016 wil NHTV het aantal (inter)nationale publicaties in wetenschappelijke en vaktijdschriften nog met 25% laten groeien (zie bijlage 8). Valorisatie krijgt nieuwe dimensies die moeten worden ingebed in de organisatie. Kennisontwikkeling vindt meer en meer plaats in consortia en in publiek-private samenwerkingsvormen. Met name op de domeinen digital entertainment en logistiek noodzaakt de belangstelling van het bedrijfsleven om een visie en beleid te ontwikkelen ten aanzien van de juridische entiteit, het intellectueel eigendom, spin-offs en start-ups. De ontwikkeling van deze infrastructuur wordt gerealiseerd via het Valorisatieprogramma West- en Midden-Brabant (zie 5.4). Prestatieafspraken NHTV streeft naar 25% groei in publicaties in (inter)nationale wetenschappelijke en/of vak- tijdschriften in 2016.
5.1 Toerisme, leisure, hotel en facility
NHTV heeft de ambitie op dit kennisdomein in Nederland leidend te zijn. De jarenlange monopoliepositie van toerisme en leisure in Nederland is nog steeds waarneembaar in de nauwe relatie met de beroepspraktijk, mede doordat veel topmanagers ooit hun opleiding aan NHTV hebben voltooid. Qua omvang is het wereldwijd al jaren de grootste onderwijsinstelling op het terrein van toerisme, leisure, hotel en facility. NHTV is al sinds een decennium gecertificeerd door de UN World Tourism Organization als kwaliteitsinstelling. In september 2012 verwacht NHTV door de World Leisure Organization te worden erkend als derde Centre of Excellence. Tot nu toe zijn Vancouver Island University (Canada) en Arizona State University (USA) de enige. Op het terrein van toerisme en leisure wordt door de unieke aanwezigheid van hbo- én woonderwijs zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderzoek verricht. Tegen de achtergrond van de Bachelor of Science Tourism als joint degree met Wageningen University en de samenwerking met Tilburg University (master Vrijetijdswetenschappen) is een aantal jaren geleden besloten het gezamenlijke onderzoeksinstituut CeLToR (Centre for Leisure and Tourism Research) op te richten. Daarin werken de instellingen samen aan (internationale) vraagstukken en valorisatie. Afhankelijk van het thema wordt de samenwerking verbreed naar Stenden Hogeschool, de Universiteit van Maastricht of worden internationale partners (bijvoorbeeld Penn State University, USA) betrokken.
15
Het werkveld toerisme en leisure over NHTV 'De Vrijetijdsindustrie is een kernsector in onze economie, zowel in bestedingen als in werkgelegenheid. De samenwerking van deze sector met een topinstituut in het hoger onderwijs is een cruciale voor-
Daarnaast werkt NHTV al een aantal jaren samen met HZ University of Applied Sciences (HZ). In 2010 is in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek gedaan, vastgelegd in het rapport Kerend Tij, naar de voorwaarden waaronder Zeeland duurzaam en kwalitatief goed beroepsonderwijs en hoger onderwijs kan blijven aanbieden. Om de potenties van Zuidwest-Nederland optimaal te ontwikkelen hebben NHTV en HZ besloten tot samenwerking op het toeristisch en wellnessdomein. Dit heeft geleid tot de oprichting van de Scaldis Academy waar onder andere de nieuwe opleiding Vitaliteitsmanagement en Toerisme* deel van uitmaakt. De samenwerking uit zich in gezamenlijke personele inzet (management, onderwijs en onderzoek). NHTV en HZ zullen de komende jaren Scaldis Academy gezamenlijk doorontwikkelen. In het kader van Pieken in de Delta is in 2007 het Kenniscentrum Kusttoerisme in het leven geroepen. Dit Kenniscentrum maakt deel uit van CeLToR.
waarde om verdere groei in een toenemend competitieve globale omgeving mogelijk te maken. Door de samenwerking met NHTV en Tilburg University werkt de Efteling op zowel professioneel als academisch niveau aan de strategische kennisontwikkeling en weet zij ook haar rol in de regionale ontwikkeling als Leisure Boulevard Midden Brabant
De combinatie van praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek, de samenwerking met universiteiten en de al jaren bestaande intensieve samenwerking met het bedrijfsleven resulteren in de ambitie van NHTV om in een consortium met HZ en Stenden Hogeschool een Centre of Expertise voor toerisme, leisure, hospitality aan te vragen, waarvan NHTV penvoerder is. In het Centre of Expertise worden de bestaande onderzoekscentra gebundeld (zie bijlage 7). In dit centre ontstaat volume en focus in het onderzoek dat vervolgens direct kan bijdragen aan innovatie in deze economisch belangrijke sector. Er is nu nog onvoldoende balans tussen publieke en private middelen. Die balans moet de komende jaren worden verbeterd. Tot op heden is er private inbreng van de Efteling, Molencaten Groep, Roompot, Recron, HISWA, ANVR en er zijn gesponsorde lectoraten. In de business case wordt zichtbaar gemaakt hoe het aandeel van private middelen wordt vergroot.
voortdurend te herdefiniëren.' Drs. Bart de Boer, directeur Efteling en parttime lector Business Development in Leisure aan NHTV 'Via de Efteling Academy,
Met de topsector Creatieve Industrie is er op het terrein van toerisme en leisure aansluiting bij twee thema’s. Cultural Heritage is het thema van de topsector waarop vanuit toerisme zal worden ingespeeld door het lectoraat Visitor Studies waarbij het erfgoedonderwijs en -onderzoek van NHTV is ondergebracht. De plannen zijn om dit in de Randstad met een aantal relevante (onderwijs)instellingen op te pakken. Het tweede thema binnen de Creatieve Industrie is Business Innovation waarop de master Imagineering volledig aansluit.
het intensieve samenwerkingsverband van de Efteling met NHTV, werkt de Efteling als hoeder van het Sprookje doorlopend aan innovatie van producten en diensten. Door de intensieve samenwerking als bijzonder lector vanuit het werkveld met de NHTV-lector Storytelling is het mogelijk om een bijzonder talentenprogramma vorm te geven waarbij
In de regio West-Brabant is er een goede samenwerking met het bedrijfsleven en de lokale overheden. De provincie heeft inmiddels de aandacht voor de vrijetijdsindustrie vergroot, omdat in Midden-Brabant de Leisure Boulevard een belangrijke economische motor is. NHTV speelt daarbij een actieve rol. Als voorbeeld kan de zeer intensieve samenwerking met de Efteling in de vorm van de Efteling Academy als publiek-private samenwerking worden genoemd. NHTV maakt ook deel uit van Midpoint waarin de drie O’s (overheid, ondernemers, onderwijs) in Midden-Brabant samenwerken. Onder deze paraplu functioneert de Leisure Academy Brabant (Avans, Fontys, Tilburg University, NHTV) met academische werkplaatsen op actuele thema’s als events, imagineering, storytelling, multifunctionele leisure locaties, productiviteit. De doelstelling is in tenminste tien academische werkplaatsen in publiek-private netwerken samen te werken aan kennisontwikkeling en projectrealisatie.
niet alleen studenten profiteren, maar ook de medewerkers van de Efteling zelf. Naast het ontwikkelen van nieuwe producten wordt er gewerkt
Prestatieafspraak NHTV vraagt samen met Stenden Hogeschool en HZ het Centre of Expertise voor toerisme, leisure, hospitality aan. Met inbreng van CeLToR, waarin wordt samengewerkt met Wageningen University en Tilburg University, wordt dit Centre versterkt.
aan meer fundamentele kennis rond Storytelling en business development. Afgestudeerden in het programma werken na hun afstuderen met een unieke kennisbasis verder binnen de brede vrijetijdssector.' Olaf Vugts MI, directeur Efteling en parttime lector Storytelling en Imagineering
5.2 Logistiek
Logistiek is niet alleen een landelijke topsector, maar ook een speerpunt in het overheidsbeleid in de Zuidwestelijke Delta. In West-Brabant maakt NHTV deel uit van de stuurgroep logistiek waarin de drie O’s uitwerking geven aan het speerpunt logistiek. Ook wordt intensief samengewerkt met het kennisinstituut Dinalog dat in Breda is gevestigd. De twee logistieke opleidingen zijn stevig verankerd in de regio en direct aangesloten bij de Human Capital Agenda van de topsector.
aan NHTV
* NHTV en HZ hebben een gezamenlijke notitie opgesteld 'Doorontwikkeling Scaldis' over de ontwikkeling van het toeristisch onderwijs en onderzoek in de Academie voor toerisme (NHTV) en Academie Scaldis (HZ) .
16
Het logistieke werkveld over NHTV 'Top of mind NHTV : visie, dynamiek, betrokkenheid, be-
Van 2007 tot en met 2010 is in de regio het project Vitale Logistiek uitgevoerd dat tot doel had een gemeenschappelijk kennisplatform logistiek te bouwen. Bij dit project waren betrokken: Kamers van Koophandel van Zeeland en West-Brabant, Tilburg University, Rewin, BOM, Syntens, TLN, Van den Bosch Transport, Harman International, Jan de Rijk en NHTV als penvoerder. Dit heeft geleid tot meer samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen het onderwijs en het bedrijfsleven.
wezen hoge kwaliteit en trendsetting. Naast de kwaliteit van de uitstromende student, vind ik met name de verankering met het bedrijfsleven en het experimenteren in bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden en -formats o.a. met Dinalog over Kennis Distributie
In samenwerking met Dinalog hebben alle logistieke opleidingen in Nederland op initiatief van NHTV (en als vervolg op het project Vitale Logistiek) het project Kennis Distributie Centra (KDC) opgezet om te komen tot zes regionale KDC’s verspreid over Nederland. Een KDC is dé spil in de regio voor het bedrijfsleven bij kennis- en innovatievragen. In een KDC werken regionale partners uit de drie O’s samen. Al jaren bestaat het Kennisakkoord, het inhoudelijk overleg tussen lectoren en het bedrijfsleven om te komen tot inhoudelijke afstemming van de kennisontwikkeling. Dit overleg aangevuld met Syntens en Dinalog vormt de stuurgroep van de KDC’s. Van het KDC Zuidwest-Nederland dat gevestigd is bij NHTV, maakt ook HZ deel uit.
Centra inspirerend.' Peter van der Meij, voorzitter Human Capital Tafel Logistiek en lid Strategisch Platform Logistiek 'De logistieke opleidingen van NHTV behoren tot de top bacheloropleidingen van Nederland. Kenmerkend voor deze logistieke opleidingen zijn de praktische componenten in het curriculum en de content
Alle logistieke opleidingen nemen deel aan het Landelijk Platform Logistiek HBO. Gezamenlijk hebben zij een intentieverklaring ondertekend voor deelname aan het innovatiecontract van de topsector Logistiek. In de Human Capital Agenda Logistiek, waarin NHTV participeert, is de aanbeveling opgenomen deze KDC’s uit te bouwen tot een sterke kennisinfrastructuur om te zorgen dat de wisselwerking tussen onderwijs (op alle niveaus) en het bedrijfsleven resulteert in excellente kwaliteit van het logistieke onderwijs en valorisatie via de innovatielijnen uit het adviesrapport van het Topteam logistiek van de topsector. De zes hogescholen die leidend zijn bij de vormgeving van de KDC’s hebben in overleg met de Human Capital Agenda Logistiek besloten gezamenlijk een Centre of Expertise aan te vragen om zo de continuïteit te garanderen. In bijlage 6 is de afspraak opgenomen, waarin tevens is aangegeven dat een verdere specialisatie / concentratie op deelgebieden binnen de logistiek per hogeschool zal plaatsvinden. NHTV opteert daarbij in ieder geval voor Event Logistiek.
gerichtheid. Hierbij speelt de participatie in diverse innovatieve projecten, waaronder ook Dinalog projecten, een belangrijke rol waardoor de docenten, en ook studenten,
In de Human Capital Agenda Logistiek wordt aangegeven dat er behoefte is aan 50% meer uitstroom vanuit het (logistieke) onderwijsveld. NHTV investeert al jaren in vergroting van de instroom en zal daar ook de komende jaren prioriteit aan geven. In het onderwijs zal de samenwerking met HZ worden geïntensiveerd met als doel het aanbod te behouden. Beide hogescholen sluiten uitstekend aan op de logistieke ontwikkelingen in de Zuidwestelijke Delta.
de kennisoverdracht naar MKB en andere marktpartijen als vanzelfsprekend kunnen realiseren. De voortrekkersrol van NHTV bij het Dinalog project Regionale Kennis Distributie Centra is daarbij een uitstekend voorbeeld van een verankering en verbinding van de opleiding met haar markt en het logistieke bedrijfsleven.' Ir. W.E.J.M. Bens, algemeen directeur Dinalog, Dutch Insti-
Prestatieafspraken > Bijdragen aan de topsector Logistiek via de Human Capital Agenda - Centre of Expertise Logistiek / Kennis Distributie Centrum in consortiumverband met Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Amsterdam, Fontys Hogeschool Venlo, Hoge school Windesheim en Hogeschool Arnhem Nijmegen. - De instroom bij de twee logistieke opleidingen is in 2016 > 200. - In 2013 de professionele master logistiek ontwikkelen na haalbaarheidsstudie in overleg met topinstituut Dinalog. - Samenwerking met HZ om bij te dragen aan de logistieke ontwikkelingen in de Zuidewes telijke Delta. > Innovatiecontract: onderzoek verbinden aan de topsector Logistiek en de speerpunten in de provincie Noord-Brabant en in de Zuidwestelijke Delta.
tute for Advanced Logistics
5.3 Digital Entertainment
In tien jaar heeft NHTV niet alleen twee hbo-bacheloropleidingen en een professionele masteropleiding op het terrein van digital entertainment in de markt gezet, maar ook een ambitieus onderzoeksprogramma ontwikkeld waarin gerenommeerde bedrijven veel interesse tonen en waarmee zij directe samenwerking zoeken. In 2005 is mede op initiatief van de gemeente Breda de opleiding International Game Architecture and Design ontwikkeld met de bedoeling de creatieve industrie te versterken en de aantrekkingskracht van Breda als vestigingsplaats te vergroten. De bacheloropleiding International Media and Entertainment Management, de masteropleiding Media Innovation (met een executive variant; gesubsidieerd door OCW) en de bacheloropleiding International Game Architecture and Design sluiten volledig aan bij de topsector Creatieve Industrie, met name de thema’s Media & ICT, Game Technology en Business Innovation. De 17
Het werkveld digital entertainment over NHTV NHTV, Ericsson, Northern Light, Talpa en IT Works werken samen aan de ontwikkeling van Intelligent Media Intermediary. Er wordt een Digital Assistant, een intelligente meta-app, ontwikkeld die zelfstandig informatie zoekt en filtert zodat de consument weer eigenaar wordt van zijn data. ‘De opleidingen binnen Digital
professionele masteropleiding Game Technology is in voorbereiding. Die aanvraag zal NHTV in 2013 indienen in het kader van de topsectoren. Digital Entertainment opereert vooral nationaal en internationaal en verwerft onderzoeksmiddelen op nationaal en Europees niveau. Het internationaal en multidisciplinair samengestelde onderzoeksteam richt zich op onderzoek en draagt door valorisatie van kennis bij aan de ontwikkeling binnen de industrie. Er wordt nauw samengewerkt met grote spelers uit de industrie. Daarbij kan NHTV de rol waarmaken die zij ambieert: de verbinding leggen tussen wetenschap en de beroepspraktijk en daarbij onderzoek doen en toepassingsgericht werken vanuit een interdisciplinaire benadering. De drie onderzoeksdomeinen, transmedia entertainment, games & virtual environment en ubiquitos media, sluiten naadloos aan bij de creatieve industrie. NHTV heeft voor het thema Media & ICT binnen de topsector Creatieve Industrie een intentieverklaring ondertekend. Door de verbinding tussen het onderzoek en de industrie wil NHTV zich de komende jaren op het terrein van digital entertainment ontwikkelen tot een gerenommeerd kenniscentrum dat door de industrie als preferred partner wordt gezien, bijdraagt aan de nationale topsector en internationale erkenning krijgt. Via het Valorisatieplan West- en Midden-Brabant (zie volgende paragraaf) wordt de doorontwikkeling tot gerenommeerd kenniscentrum ondersteund.
Entertainment in Breda zijn belangrijk voor de mediaindustrie. Ik wil graag energie steken in de valorisatie van ideeën van de studenten en de docenten. Talpa wil participeren in de opleiding en vindt de regionale binding niet leidend.
Technologieonderzoek ten behoeve van de game industrie vindt vooral plaats in samenwerking met Amerikaanse bedrijven, omdat deze bedrijven voldoende omvang hebben waardoor zij in deze dynamische bedrijfstak in staat zijn om echt vernieuwend onderzoek te kunnen financieren. Inmiddels zijn twee onderzoekers door respectievelijk Intel (ray tracing) en Otoy (cloud rendering) in staat gesteld om promotieonderzoek te verrichten. De belangstelling van de internationale partners steunt de opleiding in het voornemen zich ook meer te richten op Europese commerciële en academische partners, onder wie Philips en TNO.
Wanneer een opleiding echt top of the bill is, kan deze overal gevestigd zijn en komen de bedrijven toch wel.’ Mark Ramakers, CFO Talpa
De eerste spin-off van het onderzoek op het terrein van digital entertainment is het MediaLab. Het is een test- en onderzoeksomgeving waarin virtuele werelden tot leven worden gebracht en waarin kan worden vastgelegd waar mensen naar kijken en welke emoties dat oproept. Dit MediaLab heeft een breed scala van toepassingsmogelijkheden, bijvoorbeeld omgevingsbeleving in stadswijken, inrichting supermarkten, verpakking van producten, etc. Prestatieafspraken > Bijdragen aan de topsector Creatieve Industrie via de Human Capital Agenda - De bestaande master Imagineering, business innovation from the experience perspective, koppelen aan de topsector - De bestaande master Media Innovation koppelen aan de topsector - De master Game Technology in 2012 ontwikkelen en in 2013 aanvragen op basis van de subsidie van OCW voor masteropleidingen ten behoeve van de topsectoren - Ondernemerschapsonderwijs vernieuwen en uitbreiden > Innovatiecontract: onderzoek verbinden aan de thema’s Media & ICT, Game, Business Innovation, Built Environment, Cultureel Erfgoed van de topsector Creatieve Industrie.
5.4 Valorisatie-infrastructuur
NHTV heeft tot en met 2010 geparticipeerd in het project Starterslift en tot en met 2012 loopt het project Starterslift Creatief. Eerstgenoemd project heeft in 2011 een vervolg gekregen in het Valorisatieprogramma West- en Midden-Brabant dat tot doel heeft een excellent klimaat voor nieuwe bedrijvigheid te creëren op basis van valorisatie van kennis. In dit programma, dat loopt tot en met 2016, werken NHTV, Tilburg University en Avans Hogeschool samen. Het plan kent vier pijlers: 1. stimuleren van ondernemerschap 2. ondersteunen van startende ondernemers 3. realiseren van nieuwe bedrijvigheid via het Transfer Office 4. ondersteunen van groeiende ondernemingen. De interesse van het bedrijfsleven in het onderzoek op het terrein van digital entertainment heeft duidelijk gemaakt dat helder valorisatiebeleid en een faciliterende structuur moeten worden ontwikkeld om de intensieve samenwerking met het bedrijfsleven organisatorisch goed te kunnen inbedden (intellectueel eigendom, holding) en om de motivatie van innovatieve en
18
excellerende medewerkers en studenten voor ondernemende activiteiten te kunnen honoreren. Het Valorisatieprogramma West- en Midden-Brabant is hiervoor de motor. Ondernemerschap maakt al jaren deel uit van diverse curricula, NHTV-breed is er de minor ondernemerschap en hebben studenten de mogelijkheid af te studeren binnen hun eigen bedrijf. Maar ook breder geïnterpreteerd wordt er via competenties als Imagineering, Marketing en Bedrijfsvoering in de meeste curricula aandacht besteed aan zaken als ’new business models’, cocreatie, innovatieve waardecreatie en ’social entrepreneurship’. Dit laatste onderwerp vormt zelfs het centrale thema binnen het huidige honoursprogramma ImaginHeroes. Binnen het Valorisatieprogramma wordt het ondernemerschapsonderwijs vernieuwd en uitgebreid. Ondernemerschap zal onderdeel zijn van het honoursprogramma waarbij de focus wordt verlegd naar internationaal ondernemerschap en social entrepreneurship. >
Prestatieafspraak NHTV levert de overeengekomen bijdrage aan het Valorisatieprogramma West- en Mid- den-Brabant (stimuleren van ondernemerschap, ondersteunen van startende ondernemers en realiseren van nieuwe bedrijvigheid via het Transfer Office). Binnen dit project wordt bin- nen de hogeschool het volgende gerealiseerd: - de verankering van valorisatie in de organisatiestructuur - doorontwikkeling ondernemerschapsonderwijs - aansluiting bij en bijdrage aan de regionale economische ontwikkeling.
NHTV draagt met haar internationale ervaring en met de kennistransferactiviteiten bij aan de regionale/provinciale innovatieve bedrijvigheid (Agenda van Brabant, Strategische Agenda West-Brabant).
19
Verantwoording In het proces van de totstandkoming van de prestatieafspraken zijn interne en externe partijen betrokken. Medewerkers In november 2011 is in de vorm van presentaties per locatie informatie verstrekt aan alle medewerkers. In januari 2012 is per academie met de medewerkers discussie gevoerd over de bijdrage van de betreffende academie. In januari 2012 is overleg gevoerd met de managementteams per academie. In de periode november 2011 - april 2012 zijn de prestatieafspraken steeds geagendeerd in het overleg van het College van Bestuur met de academiedirecteuren. Meerdere consultaties van de Medezeggenschapsraad in 2012 en instemming van de Medezeggenschapsraad op 24 april 2012. Studenten Consultatie studenten in een bijeenkomst waarbij de studentleden van de opleidingscommissies en de deelraden zijn uitgenodigd. Meerdere consultaties van de Medezeggenschapsraad in 2012 en instemming van de Medezeggenschapsraad op 24 april 2012. Raad van Toezicht De prestatieafspraken zijn geagendeerd in de vergadering van de Raad van Toezicht in maart 2012. Buiten de vergadering is een gemandateerd lid van de Raad van Toezicht voortdurend betrokken. Werkveld In de vergadering van alle werkveldcommissies zijn de thema’s profilering, zwaartepuntvorming en valorisatie besproken en verwerkt in deze notitie. Met Dinalog heeft afstemming plaatsgevonden. Hogeronderwijsinstellingen Op bestuurlijk niveau heeft afstemming plaatsgevonden met Tilburg University, Wageningen University, Hogeschool Zeeland, Stenden Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Amsterdam, Fontys Hogeschool Venlo, Hogeschool Windesheim en Hogeschool Arnhem Nijmegen. Overige stakeholders Op bestuurlijk niveau is gesproken met B&W gemeente Breda, Regio West-Brabant, provincie Noord-Brabant.
Het College van Bestuur heeft dit document vastgesteld op 2 mei 2012.
20
Bijlagen
1. Opleidingen 2. Facts & Figures 3. Ambitieus studieklimaat 4. Doorstroom naar masteropleidingen 5. Onderzoeksvisie 6. Centre of Expertise logistiek 7. Centre of Expertise toerisme, leisure, hospitality 8. Overzicht publicaties
Bijlage 1 Opleidingen hbo bacheloropleidingen 39271 Functiegerichte bachelor toerisme en recreatie 34410 Hoger toeristisch en recreatief onderwijs 39279 Game Architecture and Design 34411 Hoger Hotelonderwijs 34952 Media and Entertainment Management 34436 Facility Management 34336 Logistiek en economie 34390 Logistiek en technische vervoerskunde 34282 Ruimtelijke ordening en planologie 34371 Mobiliteit (was Verkeerskunde) 34438 Vrijetijdsmanagement associate degree 80009 Functiegerichte bachelor toerisme en recreatie wo bacheloropleidingen 50756 Vrijetijdswetenschappen 55001 Tourism (joint degree met Wageningen University) professionele masteropleidingen 70073 Imagineering, business innovation from the experience perspective 70129 Media Innovation 70067 Tourism Destination Management
Bijlage 2 Facts & Figures Academie/opleiding
studenten studenten aantal aantal 2010/2011 2011/2012
VWO buitenlandse buitenlandse Nederlandse buitenlandse docenten NSE gem. score Engels/ studenten volgt docenten docenten vooropl. studenten exchange exchange master promovendi gepromoveerd tevredenheid stages Nederlands Engelstalig (meting Degree 2010/2011 2010/2011 2010/2011 opleiding opleiding 2011 opleiding onderwijs sept 2011) seeking 1 = zeer v/h totaal 2011/2012 incl. WO 2010/2011 ontevreden aantal bachelors 5=zeer studenten tevreden aantal % aantal %
NVAO voldoende
NVAO goed/ excellent
23,8%
76,2%
23,8%
76,2%
NVAO * = bijzonder kenmerk ** = excellent
Top sector
Academie voor toerisme Management toerisme- voltijd Management toerisme-duaal Management toerisme-deeltijd Functiegericht toerisme en recreatie Associate Degree Functiegericht toerisme en recreatie Tourism Destination Management European Tourism Management
1588 51 28 550 165 30
1606
N/E 8,9%
30 15 585 122 28
671
41,8%
2,0%
N N N/E N E E
10
100,0%
58,7%
E
68
100,0%
8,5%
62 28
0,0% 0,0% 10,6% 0,0% 100,0%
4
10
(WO Bachelor) Bachelor of Science Tourism Totaal academie
27 2443
68 2464
Academy for Leisure Vrijetijdsmanagement voltijd/duaal Vrijetijdsmanagement-deeltijd
1556 54
1679 40
25
14
26 1661
44 1777
Academy of Hotel and Facility Management International Real Estate and Facility Management International Hotel Management Totaal academie
365 542 907
376 599 975
5,4% 31,2%
Academy for Digital Entertainment International Media and Entertainment Management
719
756
20,3%
E
756
100,0%
International Game Architecture and Design
447
528
11,1%
E
528
100,0%
22 1184
22 1306
E
22
Academie voor stedenbouw, logistiek en mobliliteit Logistiek en economie Logistiek en technische vervoerskunde
236 159
264 180
9,2% 12,9%
N/E N/E
Ruimtelijke ordening en planologie
327
303
13,0%
Mobiliteit (was Verkeerskunde) Totaal academie
171 893
166 913
13,0% 33
3,7%
1
7435
13,2% 802
11,3%
130
(HBO Master) Imagineering
(1)
355
14,5%
75
70 276
69,2%
6,9%
3,7 3,7 3,6
438
E
14
100%(2)
E
44
9,4%
6,0%
26,1% 0,0%
3,7
(HBO Master) Media Innovation Totaal academie
TOTAAL NHTV 7088 (1) overig buitenlands diploma (2) NVAO Toets nieuwe opleiding score alleen voldoende/onvoldoende
(1)
80% 196
11,8%
14
29
80
145
8,0%
12,2%
29
11
18 136
17
2
55
376 599
32,4%
6,3%
136 563
44,6%
71,4%
CI NeXt Business Innovation
10,8%
100%(2)
52,4% 52,4%
47,6% 47,6%
4
38,1%
61,9%
3,9
23,8%
76,2%
**kwaliteit personeel
** eisen HBO
16,2%
* innovatieve beroepsgerichtheid in een internat. context **Afstemming vormgeving en inhoud
100%(2) 46,6%
13,8%
CI GATHER/ gaming CI Media & ICT
12,1%
16,7% 22,2%
4,1 4,1
76,2% 57,1%
23,8% 42,9%
N
0,0%
3,9
47,6%
52,4%
N
0,0%
4,1
52,4%
47,6%
49,3%
* Imagineering
12,9%
100,0%
32,0%
44 40
7,4%
100,0% 100,0%
88,9%
16
3,8 55,7%
E E 73
100,0%
28,4%
28,6% 100%(2)
100,0% (WO Bachelor) International Leisure Sciences Totaal academie
CI Cultural Heritage
100%(2)
61,5%
N/E N
* intercultural learning ** studiebegeleiding en informatievoorziening
73,2%
3,6%
5,4%
56,2%
8,8%
9,4%
3,8
Logistiek CI Built Environment
Algemene studiebevorderende maatregelen
Instroom studenten NHTV
Programma jaar 1
Excellente studenten
Ambitieuze studenten
Ambitieus studieklimaat
- Honours programma - Koppelen aan onderzoek lectoren - Koppelen aan topstage, top werkveld
Voorrang bij deelname top praktijkstages, minoren, (werkveld)onderzoek
(60 EC in jaar 1)
Norm studenten (52 tot 60 EC in jaar 1)
Programma jaar 2 t/m 4
Aandacht voor ambitieus klimaat NHTV Aandacht voor gedifferentieerd aanbod wo/hbo en mbo/vwo tracks Selectie/matching incl. gesprek
Potentiele studenten
Bijlage 3:
Met na 3 en na 6 maanden feedback naar student over studievoortgang scouting excellente student (‘pareltjes vinden’) Sturing op studievoortgang BSA verhogen naar minimaal 52 EC
Ambitie ‘kweken’, behouden en belonen. Uitdaging blijven bieden door een ambitieus studieklimaat: - Kwaliteit docenten - Rol onderzoek in onderwijs - Internationalisering (60% studenten min. 30 EC in buitenland) - Studievoortgangsbegeleiding en hulp bij keuzemomenten studie - Aanbod honours - Studenten met ambitie mogelijkheid bieden zich te laten uitdagen door b.v. switch naar Engelstalige opleiding, vwotrack, wo-bachelor etc.
Arbeidsmarkt of vervolgstudie (hbo of wo master)
Voorlichting en werving met extra:
Bijlage 4 (Naadloze) doorstroommogelijkheden naar academische masters NHTV hbo-bacheloropleidingen inclusief NHTV pre-master bieden naadloze doorstroommogelijkheid naar: Vrije Universiteit Brussel
- Msc in Management - Msc Bedrijfsvoering - Msc Eur.polis - Msc 4Cities
Universiteit Maastricht
- Msc International Business - Msc in learning (HRM) - Msc in Management and International Business (double degree with Universidada de Lisboa, Portugal) - Msc in Strategic Marketing (double degree with Queensland University of Technology, Australia)
Nijenrode Universiteit
- Msc in Management
Universiteit van Amsterdam
- Msc Business Studies ( + extra 30 EC pre-master)
Universiteit van Tilburg
- Msc Leisure Studies (uitsluitend bachelor vrijetijdsmanagement) - Msc Human Resource Management (+ extra 24 EC pre-master)
Wageningen Universiteit
- Msc Management, Economics and Consumer Studies (+GPA)
Universiteit Twente
- Msc Business Administration
Warwick University (UK)
- Msc Marketing & Strategy (+ 80% average grade)
1
De opleiding Hoger Toeristisch Recreatief Onderwijs (HTRO) biedt naadloze doorstroommogelijkheid naar: Bournemouth University (UK)
- Msc Tourism Management - Msc Tourism Management & Planning - Msc Tourism Management & Marketing
De opleidingen Logistiek en Economie en Logistiek en Technische Vervoerskunde bieden naadloze doorstroommogelijkheid naar: Cranfield University (UK)
- Msc in Logistics & Supply Chain Management
De opleiding Vrijetijdsmanagement (VTM) biedt naadloze doorstroommogelijkheid naar: Manchester Metropolitan University (UK)
- Msc Event Management
De opleiding Verkeerskunde biedt naadloze doorstroommogelijkheid naar: Fachhochschule Joannum (Oostenrijk)
1
- Msc in Energy & Transport Management
Het is de bedoeling de master Leisure Sciences, die nu nog door Tilburg University wordt aangeboden, vanaf 1 september 2013 onder te brengen bij NHTV.
Bijlage 5 NHTV Knowledge Development and Research (KD&R) NHTV has a fully integrated and coherent system of knowledge development, education and innovation that is steered by a common, recognizable focus and carried out by all teaching staff. Knowledge development is directed towards a problem or question that emerged from practice and is performed in multi-disciplinary and inter-academic research groups, which are divided into four roles (fundamental academic research, applied academic research, applied professional research, c.q. design and consultancy, and educational implementation). These research groups are steered and supervised by associate professors, supported by a central unit for knowledge development and guarded by a system for quality assurance. Four roles of knowledge development & research NHTV KD&R is on operational level organized in four roles. These roles have been developed analogous to the types 2 of research expressed in Pasteur’s Quadrant . Stokes distinguishes between ‘Bohr research’ (pure basic research that opts for the fundamental understanding of phenomena only), ‘Pasteur research’ (use-inspired research that opts for both the understanding and use of knowledge) and ‘Edison research’ (pure applied research that opts for the use of knowledge only). NHTV has adopted these three modes of knowledge development and added a fourth kind of knowledge development, which is related to education. The four roles are: Role 1: Education related knowledge development Kind of scholarship: Teaching Description: Most full-time (or nearly full-time) appointed lecturers supervise students who are doing work placements, research projects and graduate assignments. Lecturers are capable of offering detailed specialist guidance to students in performing these activities, and where possible, ensuring that industry and society learn about the results. In this way, projects contribute to knowledge development. Moreover, lecturers teach about concepts, theories and methodologies which are still under construction. Students can take these insights further and put them to the test in their research projects. In other words, a lot of knowledge can be complemented and adjusted in direct relation with education. Guest lecturers or part-time lecturers, being industry practitioners themselves, inspire student and lecturer awareness of whether education is still in alignment with ever changing circumstances. This is how new questions for knowledge and insights enter the institution. Expectedly, the majority of NHTV’s capacity will fulfil role 1 in KD&R. Output: Active participation in internal research seminars (of their research unit), relate the knowledge to the most up to date publications in their professional fields and implementation it in education, review and comment on project proposals written by colleagues and perform knowledge transfer (e.g. publications/workshops based on student research) Quality assurance: BKO (focus: valorisation in education) Role 2: Practice-based professional research (KD through consultancy and design) Kind of scholarship: Application Description: Based on its expertise, NHTV frequently provides consultancy services to industry clients or designs plans, structures or tools under commission. This is based on problems and needs for innovations that emerged from society and the industry (professional field). A great deal of knowledge can be developed by examining the effects of NHTV’s recommendations and designs that are based on existing knowledge in actual practice. This kind of knowledge development does not utilize ‘traditional empirical research methods’, but is fundamentally steered by the assessment of the user-value of existing knowledge. Are the recommendations adequate and effective in practice, or do they give rise to new problems? Was the assignment itself well thought-out? What can be learned from the cooperation between lecturers/consultants and the industry? The industry is changing rapidly with the result that its needs and requirements are shifting all the time, calling for adequate and tailored answers within a relatively short time span. These activities too are part of knowledge development, which in turn may tie in with the everyday practice of education. Output: Active participation in research seminars, implementation of knowledge in education, review and comment on project proposals written by colleagues (with purpose of learning and discussion) and perform knowledge transfer (publication and presentation of results, contract work) Quality assurance: BKO (focus: valorisation in industry (professional field) and education) Role 3: Practice-based academic research (Applied research) Kind of scholarship: Integration Description: This kind of research meets the traditional scientific research standards, but also the standards relating to its usefulness. The two worlds of science and practice are integrated when answering a research, or innovation, question that emerged from society or the industry (professional field: business, e.g.). This implies using a sound empirical methodology when formulating the question, line of approach, data collection; testing the assumptions, and publishing the results for fellow professionals. And in answering the research questions (i.e. solving the practical problem), research has to draw on existing (fundamental) theories and knowledge. Role 3 research is performed by lecturers who are specifically qualified to this end and have been allocated extra research time.
2
Stokes, D. E. (1997). Pasteur's Quadrant – Basic Science and Technological Innovation, Brookings Institution Press: Washington DC.
Output: Active participation in research seminars, implementation of knowledge in education, review and comment on project proposals, and perform knowledge transfer (publication, workshops and presentation of empirical research results, give professional advice) Quality assurance: BKO (+ SEP) (focus: valorisation in education, professional field and for professional and academic community) Role 4: Fundamental academic research (Basic, pure, theoretical research) Kind of scholarship: Discovery Description: Fundamental (or basic, pure, theoretical) academic research – its central theme not involving a practical issue or user value of generated knowledge, but the tenability of principles, concepts and theories - does occur within NHTV, but it is the exception rather than the rule. An example is doctoral research, which is the ultimate test for academic competence. Another example is the work of a single individual, who aspires to belong to the top of academia, by complying with all relevant requirements. Expectedly, only very few individuals will undertake fundamental research. Output: Organize seminars of academy research group, coordinate and steer research programmes, supervise colleagues, lecture in educational programmes, dissemination of research (publication and presentation of results) and keep up networks and professional relations Quality assurance: BKO (+ SEP) (focus: valorisation in education, professional field and for professional and academic community) KD&R will be performed in communities of practice (also called academic workplaces, or living labs) in which all four roles will have a place. In addition, researchers from research universities, other knowledge institutions, professionals from the work field and students will also participate. How KD&R will be managed, is the topic of the next paragraph. Research programme: Innovation in Creative, Cultural and Service Industries: in Pursuit of Quality of Life ‘Creative Industries’ refers to those industries that employ creative skills and talent on behalf of generating economic value. Examples are art, publishing, design, film, performing arts, software, (video) games, advertising, architecture, and music. ‘Cultural Industries’ initially resorted under ‘Creative Industries’, but has grown into a separate sector that refers to tourism and heritage, museums, theatres, sports and outdoor activities, theme parks and cultural events, but also accommodations, institutions, networks and spaces. It focuses not only on economic value, but also, and foremost, on cultural and social value. ‘Service Industries’, also called the tertiary sector of industry, refers to those industries that create economic value through the provision of intangible products and services, such as transport, distribution, food services and retail, but also hospitality, marketing and healthcare. The concept ‘innovation’ in the general title of the KD&R programme refers to developing (new) business models based on the sustainable design, production, innovation and management of conditions, processes, products and technology that support industries in the three core areas. Relevant industries and themes within these core areas are recreation, entertainment, travel, imagination, play, games, heritage, sports and outdoor activities, events, tourism, etc., within the context in which they take place, e.g. buildings and other accommodations, neighbourhoods, cities, parks and natural environments. Because these aspects imply a lot of recreational qualities and mobility, the industrial response to them requires a most creative approach and a strong concept of management and logistics. Programme lines of the five academies: Outlines In this section a brief overview is given of the main KD&R programmes of the five academies and the related programme lines. Concrete research projects are linked to one or more programme lines, in which cross overs between the academies take place. 1. Hotel & Facility: Main programme: Managing Hotel and Facility Interfaces a) Operational and strategic management of hospitality and facility organizations b) Creativity and innovation in hospitality and facility organizations c) Sustainability in hospitality and facility organizations. 2. Urban Design, Logistics, Mobility: Main programme: Sustainable innovation of logistics, mobility and utilization of available space a) Improving business sustainability and trade facilitation in the field of logistics b) Improving sustainable mobility by means of influencing human behavior and implementing information technology c) Sustainable utilization of available space on behalf of quality of life (QoL). 3. Digital Entertainment: Main programme: Innovations in media, markets and consumer behavior in the field of digital media a) Transmedia entertainment
b) Virtual environments and games c) Ubiquitous media. 4. Tourism: Main programme: Managing travel demand and (heritage) destinations a) Motivations and choices for travelling b) Management of facilities and accommodations to experience heritage, nature, culture and social networks at the destinations within political, ecological, technical, economical and cultural contexts. c) Mobility between demand and supply (integration) within political, ecological, cultural, economical and technical contexts. (CHECK TITLE!) 5. Leisure: Main programme: Leisure in a network society; meaningful experience and co-creative innovation a) Storytelling/ leisure experience & behavior b) Imagineering and creative entrepreneurship c) Co-creating events & places
Bijlage 6: Centre of Expertise Logistiek Om voor de logistieke sector focus en massa te bereiken zijn zes hogescholen, te weten NHTV (Breda), Fontys (Venlo), Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam, Windesheim (Zwolle) en Hogeschool Arnhem Nijmegen een samenwerking aangegaan op het gebied van logistiek onderwijs, praktijkgericht onderzoek en innovatieve ontwikkeling. Binnen het kader van profilering willen deze zes hogescholen gezamenlijk een landelijk Centre of Expertise Logistiek ontwikkelen, met zes regionale expertisecentra. Hogeschool van Amsterdam treedt hierbij op als penvoerder. Dit voorstel is in samenwerking met Topsector Logistiek en in afstemming met de andere hogescholen met logistiek onderwijs tot stand gekomen. Visie en doelstellingen De zes hogescholen hebben de ambitie gezamenlijk de hbo-kennisinfrastructuur te vormen voor de Topsector Logistiek. Het Centre of Expertise Logistiek wordt gevormd door zes regionale centra, elk een publiek private samenwerking tussen het regionale logistieke bedrijfsleven en een van de zes hogescholen. De centra krijgen hiermee een regionale verankering. Daarnaast zal ook de samenwerking worden opgezocht met relevante kennisinstituten, waaronder andere onderwijsinstellingen in de zes regio’s (horizontaal en verticaal) en Dinalog. Elk regionaal centre specialiseert en profileert zich onderscheidend op een of enkele thema’s binnen de logistiek die essentieel zijn voor innovatie binnen de Topsector Logistiek. Specialisatie en regionale thematisering zal plaatsvinden 3 op basis van economische zwaartepunten van het regionale logistieke bedrijfsleven , de trackrecord van de hogeschool en de ambitie die de hogeschool heeft voor de komende periode. Binnen elk regionaal centre werken de hogeschool en het bedrijfsleven samen aan excellent onderwijs, praktijkgericht onderzoek en innovatieve ontwikkeling. Bedrijfsleven en onderwijs nemen elk vanuit hun expertise hierin hun verantwoordelijkheid. Elke hogeschool heeft een lectoraat Logistiek dat bijdraagt aan praktijkgericht onderzoek. De zes regionale centra werken daarnaast samen als landelijk Centre of Expertise voor kennisuitwisseling en circulatie, samenwerking op het snijvlak van verschillende en elkaar aanvullende thema’s, en bijvoorbeeld uitwisseling van studenten via minoren. Voortbouwen op bestaande kennisinfrastructuur Het ontwikkelen van een Centre of Expertise Logistiek sluit aan bij de ontwikkelingen van de afgelopen periode binnen de sector: in samenwerking met de (Top)sector Logistiek, het Platform Kennisakkoord Logistiek en het kennisinstituut Dinalog is er een hbo-kennisinfrastructuur opgezet. De zes hogescholen, verspreid over Nederland, vormen op dit moment een publiek private samenwerking in de vorm van een Regionaal KennisDistributieCentrum (RKDC) met cofinanciering (nog deels in ontwikkeling). (Co)Financiering Dit voorstel heeft, aangezien op huidige infrastructuur en initiatieven kan worden voortgebouwd, een kansrijk ontwikkelingsperspectief. Om een extra ontwikkelingsimpuls te geven aan dit Centre of Expertise met zes regionale centra met eigen thematisch profiel binnen de logistiek, wordt een overheidsinvestering gevraagd van in totaal 7,4 miljoen voor de periode van vier jaar. In deze periode zal dit gematcht worden met 50% cofinanciering uit het bedrijfsleven. Na deze ontwikkelingsfase zal het Centre of Expertise zelfvoorzienend zijn. Vooruitblik Medio 2013 leveren de zes hogescholen, met als penvoerder Hogeschool van Amsterdam, een businessplan op waarin zowel de business case als het businessmodel voor het Centre of Expertise is uitgewerkt. Concreet zal hierin worden aangegeven welke partners (bedrijfsleven en kennisinstituten) binnen het centre samenwerken, een begroting en hoe de cofinanciering is georganiseerd.
3
Zie hiervoor ook Verkenningscommissie Van Pernis: HBO Techniek in bedrijf.
Bijlage 7: Centre of Expertise voor toerisme, leisure en hospitality Bijlage bij:
●
• •
Prestatieafspraken NHTV internationaal hoger onderwijs Breda Prestatieafspraken Stenden Hogeschool, Leeuwarden Prestatieafspraken HZ University of applied sciences, Vlissingen
1. Inleiding NHTV internationaal hoger onderwijs Breda, Stenden Hogeschool, Leeuwarden en HZ University of applied sciences, Vlissingen voeren al geruime tijd toegepast en wetenschappelijk onderzoek uit op het brede (internationale) terrein van Toerisme, Leisure en Hospitality, in samenwerking met partners uit de (internationale) academische wereld en in regionale en nationale verbanden met andere onderzoekscentra. De bundeling van bestaande onderzoeksactiviteiten en de noodzakelijk focus op een beperkt aantal relevante topics voor de industrie in de komende jaren geeft alle aanleiding om met elkaar de samenwerking aan te gaan onder de noemer van het Centre of Expertise voor Toerisme, Leisure en Hospitality. 4
2. Het belang van de sector De gastvrijheidseconomie bestaat uit het geheel van toeristische, recreatieve en culturele voorzieningen en activiteiten en vormt hiermee een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. Enerzijds omdat de sector hieraan een wezenlijke bijdrage levert; de Satellietrekening Toerisme van CBS laat zien dat in 2010 de economische betekenis van toerisme, leisure & hospitality € 35,8 miljard was, 2,9% van het bruto nationaal product. Daarvan was € 7,4 miljard (20%) afkomstig van inkomend toerisme en € 20 miljard (56%) van binnenlands toerisme. Het totaal is goed voor 408.000 toeristisch-recreatieve banen (4,4% van alle banen). Daarmee is de sector een van de grotere werkgevers van ons land. Anderzijds omdat de toeristisch-recreatieve sector randvoorwaarden schept voor een goede balans tussen wonen, werken en ontspannen en daarmee de ‘quality of life’ in Nederland vergroot. De sector vormt bij uitstek een context voor de ontwikkeling van creativiteit en sociaal, cultureel en netwerkkapitaal; de basis voor economische ontwikkeling. De groei van bezoekers en bestedingen is echter niet vanzelfsprekend; de internationale concurrentie is zeer groot en het creëren van voldoende onderscheidend vermogen is noodzakelijk om het vakantie- en vrijetijdsgedrag en het zakelijk toerisme in en naar ons land continu te bevorderen. Innovatie van product, marketing en business modellen is daarbij van groot belang. Zonder kennis kan er echter geen innovatie plaatsvinden. Onder de naam “Gastvrij Nederland, Nationale Raad voor toerisme, recreatie, horeca en vrije tijd” is in de afgelopen jaren een brede samenwerking ontstaan tussen een groot aantal partijen. In haar sectorvisie benoemt de Raad diverse thema’s waarover meer kennis moet worden ontwikkeld. Een sector welke zichzelf uiterst serieus neemt kan niet zonder specialistische onderzoekscapaciteit. Een krachtige onderzoeksorganisatie in de vorm van een Centre of Expertise op het terrein van toerisme, leisure en hospitality kan antwoord geven op de vele kennisvraagstukken in de sector. Op deze manier kan aan valorisatie van het toeristische en vrijetijdsproduct en aan (inter)nationale vraagstukken gewerkt worden, opdat de sector daar in de nabije toekomst, evenals de nieuwe managers in spe, haar voordeel mee kan doen.
4
Bronnen: Ecorys (2010), Toerisme: de banenmotor, Rotterdam; Gastvrij Nederland (2011), Sectorvisie ‘Versterken en Veraangenamen’. De gastvrijheidseconomie op haar waarde beoordeeld, Den Haag; NBTC & Gastvrij Nederland (2011), Kerncijfers gastvrijheidseconomie 2011, Leidschendam
3. Krachten bundelen in het Centre of Expertise Door de unieke aanwezigheid van HBO- en WO-onderwijs met zowel praktijkgericht als ook wetenschappelijk onderzoek heeft NHTV enige jaren geleden samen met Wageningen Universiteit & Research centrum (inclusief onderzoeksinstituut Alterra) en Universiteit van Tilburg haar onderzoeksactiviteiten op toerisme en leisure gebundeld in CeLToR: Centre for Leisure and Tourism Research. CeLToR brengt vanuit de drie instellingen onderzoekers bijeen die kennis hebben van disciplines die relevant zijn voor strategie en innovatie in de toeristische en vrijetijdssector. Daarbij kan zij o.a. gebruik maken van haar eigen Vrijetijdpanel, een onderzoekspanel dat representatief is voor de Nederlandse bevolking. Vanuit de kracht van de samenwerking van NHTV en Universiteit van Tilburg wordt ook richting gegeven aan de ontwikkeling van Leisure Academy Brabant, de kernspeler voor de regionale /provinciale ontwikkeling op het brede terrein van leisure.
Ook Stenden Hogeschool in Leeuwarden is actief op het onderzoeksterrein Toerisme en leisure. In het Sectorplan HBO Noord-Nederland 2010-2015 zijn, samen met een aantal andere partners, concrete doelstellingen geformuleerd op het terrein van innovatie, ondernemerschap en kennisvalorisatie om de Noord-Nederlandse Kenniseconomie te verstreken. In de programmalijn Toerisme is er nadrukkelijk voor gekozen om een expertisecentrum voor ondernemerschap te zijn met een sterke focus op internationalisering en ondernemerschap. Via het European Tourism Futures Institute (ETFI) worden ontwikkelingen in de branche gevolgd, relevante kengetallen opgeleverd, scenario analyses gemaakt en wordt continu gezocht naar duurzame oplossingen voor tal van branchepartijen. In het kader van het subsidieprogramma Pieken in de Delta hebben HZ University of applied sciences en NHTV internationaal hoger onderwijs Breda in 2006 samen Kenniscentrum Kusttoerisme opgericht. Genoemd kenniscentrum heeft een herkenbare positie op de markt verkregen. Daarnaast zijn in het kader van “Kerend Tij” initiatieven genomen om ook toeristisch onderwijs naar Zeeland te halen. Dit onderwijs, een 3-tal bacheloropleidingen, is thans ondergebracht in een zelfstandige academie, de Scaldis Academy. Door de opleidingen en Kenniscentrum Kusttoerisme nauw te laten samen werken is een complementair aanbod van onderzoek ontstaan, toegespitst op coastal business en kusttoerisme. De genoemde partijen hebben de ambitie om de krachten van bestaande onderzoekscentra te bundelen in het “Centre of Expertise voor toerisme, leisure en hospitality”. In dit nieuwe consortium gaan - naast de oorspronkelijke CeLToR partners - ook HZ en Stenden participeren, waarmee een geïntegreerde onderzoeksagenda kan worden ontwikkeld. Het Centre of Expertise zal daarmee naast de bestaande locaties van de reeds betrokken partijen in CeLToR (Breda, Wageningen en Tilburg) nog twee locaties kennen, te weten Leeuwarden en Vlissingen. Er is nu nog onvoldoende balans tussen publieke en private middelen. Die balans moet de komende jaren worden verbeterd. Tot op heden is er private inbreng van de Efteling, Molencate Groep, Roompot, Recron, HISWA, ANVR en er zijn gesponsorde lectoraten. In de business case wordt zichtbaar gemaakt hoe het aandeel van private middelen wordt vergroot.
4. Inbedding in de kennisinfrastructuur De drie hogescholen (en de twee universiteiten) zijn zeer goed ingebed in de Nederlandse kennis-infrastructuur op het gebied van toerisme, leisure en hospitality, zoals onderstaande afbeelding toont.
Maar ook het internationale netwerk is groot; de hogescholen werken zowel op het gebied van onderwijs als onderzoek samen met een groot aantal vooraanstaande instellingen over de hele wereld. Internationale onderzoekspartners omvatten universiteiten in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland, Nieuw-Zeeland, China, Zuid-Afrika en Australië. Daarnaast wordt o.a. gewerkt binnen de onderzoeksnetwerken van de Association for Tourism and Leisure Education (ATLAS), World Leisure Organisation (WLO), Vereniging voor Duurzaam Uitgaand Toerisme (IDUT) en World Tourism Organization (UNWTO). 5. De onderzoeksagenda Kennisvragen vanuit de sector vormen het kader voor de huidige onderzoeksagenda‘s. Dit kader is enerzijds gebaseerd op vragen geformuleerd in bijeenkomsten met stakeholders en anderzijds op de vragen benoemd in de sectorvisie Gastvrij Nederland en de Toekomstagenda Vrije Tijd & Toerisme. Enerzijds gaat het om kennisvraagstukken: • Kennis van motieven, wensen en gedrag van de consument • Kennis van maatschappelijk en economisch belang van de sector Anderzijds gaat het om procesvragen: • Hoe kan een ondernemer inspelen op wensen van de consument (marketing, productontwikkeling, innovatie) • Hoe kan de sector zich beter organiseren in Nederland (intersectoraal, regio’s, drie o’s = overheid, ondernemers, onderwijs) Een en ander wordt weergegeven in onderstaande matrix, waarbij monitoring altijd een belangrijke onderlegger vormt.
Binnen deze matrix worden meer specifieke onderzoeksthema’s benoemd. De uitwerking vindt altijd plaats in de vorm van werkplaatsen, waarin onderzoekers en studenten van betrokken instellingen gezamenlijk - met een actieve participatie vanuit het bedrijfsleven - aan onderzoeksvragen werken. De hogescholen die samen gaan werken in het Centre of Expertise hebben ieder hun eigen onderzoeksprogramma’s die elkaar aanvullen en inspelen op bovenstaande kennisthema’s. Onderstaande matrix geeft deze individuele onderzoekslijnen weer. Instelling
Academie
Thema’s
Onderzoekslijnen
NHTV
Toerisme
Managing travel demand and destinations
• Tourist motivations, decisions, and experiences • Management of destination heritage, nature, culture and social networks at the destinations within political, ecological, technical, economic and cultural contexts • Integration of supply and demand within political, ecological, cultural, economic and technical contexts
Leisure
Meaningful experience and cocreative innovation in (trans)sectoral leisure contexts
• Leisure experience, behaviour and meaning • Imagineering and creative entrepreneurship • Co-creative innovation in places, spaces and environments
Hotel & Facility management
Managing Hotel and Facility Interfaces
• Operational and strategic management of hospitality and facility organizations • Creativity and innovation in hospitality and facility organizations • Sustainability in hospitality and facility organizations
HZ
Scaldis
Coastal business
• Coastal tourism • Wellbeing in the Delta • Lifetime coastal sports
Stenden
Leisure & Tourism / Hospitality
• Scenario planning & future thinking • Sustainability & leadership • Service Management
• • • • •
Scenario planning and destination management Tourism for Peace Marine & Wetland studies Service studies in hospitality, leisure and tourism Innovative and sustainable gastronomy
De combinatie van bovengenoemde onderzoekslijnen met de matrix van kennisthema’s uit het werkveld leidt voor de periode 2012-2016 tot de volgende keuze voor belangrijkste onderzoeksthema’s van het Centre of Expertise: • Maatschappelijk en economisch belang van toerisme, leisure en hospitality • Innovatief ondernemerschap in toerisme, leisure en hospitality • Duurzame ontwikkeling van toerisme, leisure en hospitality • Toekomstvisie kustbestemmingen Gezien de ontwikkelingen in en om de sector worden deze thema’s door het betrokken bedrijfsleven alsmede de onderzoeksinstellingen als het meest relevant gezien. Een en ander kan worden verwoord in de volgende onderzoeksambitie: Door co-creatie en toepassing van kennis levert het Centre of Expertise voor Toerisme, Leisure & Hospitality een actieve en inspirerende bijdrage aan een duurzame en innovatieve ontwikkeling van
toerisme, leisure en hospitality. De kennis en inzichten van het Centre staan ter beschikking van overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen die actief zijn op het gebied van toerisme, leisure en hospitality. 6. Inzet en resultaten Binnen de hogescholen zijn reeds een groot aantal medewerkers actief op het gebied van onderzoek, al dan niet gekoppeld aan onderwijstaken. Dit omvat docenten, onderzoekers en lectoren, die (een deel van) hun tijd besteden aan onderzoek. De onderzoekscapaciteit van de drie hogescholen opgeteld is daarmee zo’n 40 fte in de huidige situatie. Op basis van de extra verkregen middelen kan worden ingezet op een integratie van onderzoeks-activiteiten, gericht op urgente kennisvragen in het werkveld. Hiermee kunnen de partners in het Centre of Expertise de relevantie van hun onderzoek voor het werkveld nadrukkelijk zichtbaar maken en daarmee een basis leggen voor financiering vanuit de de het werkveld op langere termijn. Verwachting is dat het aandeel 2 en 3 geldstroom activiteiten zo aanzienlijk kan groeien. Een en ander zal nader worden onderbouwd in een businessplan voor de komende vier jaar. De resultaten van het uitgevoerde onderzoek en gerelateerde producten (publicaties etc) van de deelnemende partijen binnen het Centre of Expertise worden op uniforme wijze toegankelijk gemaakt voor externe binnenlandse en buitenlandse partijen. Dit uiteraard met inachtneming van bijzondere afspraken met opdrachtgevers omtrent vertrouwelijkheid e.d. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de reeds bestaande communicatiekanalen van CeLToR. Naast de onderzoeksactiviteiten levert het Centre of Expertise de volgende output: • Jaarlijkse rapportage aan de sector over trends en ontwikkelingen in het Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd (eventueel regionaal vertaald indien gewenst door opdrachtgevers); • Coördineren en uitbreiden van monitoringsystemen, met als doel te komen tot een zowel nationaal als regionaal realiseerbaar systeem dat aansluit op de informatiebehoeften van ondernemers en beleidsmakers in het veld van toerisme, leisure en hospitality; • Continue afstemming van onderzoeksmissies; • Internationale positionering op basis van trend- en scenarioanalyses en innovatieve productontwikkeling; • Organisatie van nationale en internationale conferenties; • Het verbinden van onderwijs met onderzoek door koppeling naar de opleidingen bij alle partners. 7. Te maken afspraken De betrokken hogescholen maken in het kader van de prestatieagenda afspraken met elkaar en met het ministerie van OC&W. NHTV Breda zal hierbij optreden als penvoerder. De afspraken die met partners in andere verbanden reeds eerder gemaakt zijn, worden gerespecteerd en zoveel mogelijk versterkt en versneld. De via de prestatieagenda extra te verkrijgen onderzoeksmiddelen worden besteed aan het inzetten van extra onderzoekscapaciteit voor de gezamenlijk geformuleerde onderzoeksagenda. Een en ander in nauwe relatie met een de de adequate kennisvalorisatie en het versneld verkrijgen van 2 en 3 geldstromen om uiteindelijk te komen tot een duurzaam bestaansrecht van gezamenlijke onderzoeksactiviteiten op het gebied van toerisme, leisure & hospitality.
Bijlage 8 Publicaties Een andere vorm van valorisatie zijn publicaties en presentaties op congressen. Afgelopen jaren is het aantal publicaties in wetenschappelijke en vaktijdschriften sterk toegenomen. Publicaties Dissertaties Wetenschappelijk (boek of bijdrage boek) Wetenschappelijk (refereed) Conference papers Vakpublicatie Populariserend Overig Totaal
2008 4 10 15 1 21 0 6 57
2009 4 10 19 10 51 0 12 106
2010 2 14 38 9 52 6 15 136
2011 2 11 27 20 87 12 28 187