Schilderkunst in historisch perspectief Allegorie van de schilderkunst , 1670 - Nederlandse Barok (Jan Vermeer)
De wereld op z’n kop ? (naar ‘Kunst en Revolutie’ en ‘Kunst en Maatschappij’ van Willem Lodewijk Meijer) Idee-kunst (kunst = gebaar, geste, documenta) Voetstuk van de wereld,1961 Piero Manzoni
Op de sokkel staat ‘magische voetstuk’: Manzoni zet de werkelijkheid naar zijn hand door te poneren dat zijn sokkel de wereld draagt…!!
OUDE KUNST Vissers bezig met hun netten, ca 1640
(Jan van Goyen)
Giotto, Engel, ca. 1305. Detail uit Het Laatste Oordeel : het gezicht is uit het platte vlak gehaald en heeft huid en haar, kortom is een zelfstandig schilderij geworden
MODERNE KUNST De rozenvingere dageraad te Louse Point, 1963 (Willem de Kooning)
Picasso, Vrouwenhoofd, 1907. Detail uit De meisjes van Avignon: het gezicht is verscheurd en in een plat vlak gezet, kortom is een autonoom schilderij geworden.
(Grieks)-Byzantijnse stijl Russchische icoon anoniem (personen volgens een bepaald vast patroon geschilderd in het platte vlak)
Het schilderij staat als een wand voor je. Het vraagt geloof om door te dringen tot de hogere wereld die achter het schilderij schuilgaat. Om het schilderij te verstaan heb je een zekere ‘inleidende’ kennis van de kerk nodig, die je in de hogere wereld binnenleidt.
1305 Giotto:de doorbraak naar de (Latijns)–Westerse stijl”: door perspectief uit het platte vlak gehaald krijgen personen eigen vorm en body. Het schilderij kan als zelfstandig schilderij het bestaan onafhankelijk van zijn plaats in de architectuur van de kapel. De intocht van Christus in Jeruzalem, 1305 (Giotto)
Renaissance stijl 1400 -1600 Portret van een jong scholier, 1531 (Jan van Scorel) Nadruk op het heldere verstand
Barok-Stijl 1600-1750 Rembrandts zoon Titus aan de lezenaar,1655 (Rembrandt van Rhijn) Nadruk op de innerlijke bezigheid
Rococostijl 1750 -1775 overdrijving van de Barok, m.n. in wufte zin…!
Gelukkige voorvallen met de schommel, 1766 (Jean-Honoré Fragonard) Rechtsonder: hondje (= vanouds symool van trouw) blaft tevergeefs!
Rococostijl 1750 -1775 : overdrijving van de Barok, ook in beangstigende gevoelens….l
(De Ophaalbrug, uit de serie van de onheilspellende kerkers….. (Giovanni Battista Piranesi)
Sinds 1775 : de A-lijn (=rationele lijn) en de Neoclassicisme (= A-lijn) 1775- 1830 -
de idealistische, heroïsche lijn van de rede als reactie op de wuftheid van de rococo): oog voor wat de mens innerlijk bezig houdt vervaagd.
De dood van Socrates, 1787
(Jacques-Louis David)
‘Vrouwe rede’ is de nieuwe godsdienst !
B-lijn (=irrationele lijn) Romantiek (= B-lijn) 1775-1850 - in de menselijke geest (ratio) komen ook ‘vreemde, irrationele ideeën’ boven) De droom van de rede baart monsters, 1793 (Francisco Goya)
(vervolg) Neoclassicisme (= A-lijn) 1775- 1830
J.L. David schildert ‘’De dood van Marat”, samen met Robespierre, Danton, St.Just en David de kameraden van de revolutie, in het jaar twee (helemaal onder aan : ans deux)
(vervolg) Romantiek (= B-lijn) 1775- 1850 Zelfportret van de lijdende Goya? Tristes presentimientos de lo que ha de acontecer (=Sombere voorgevoelens van de komende gebeurtenissen), (Francisco Goya)
Krijtrotsen op Rügen,1818/19 (Caspar David Friedrich)
(vervolg) Neoclassicisme (= A-lijn) 1775- 1830
De eed van Horatius, 1785 (J.L.David) Napoleon steekt de Grote St. Bernardpas over (1800) (J.L.David)
(vervolg) Romantiek (= B-lijn) 1775- 1850 Monnik aan zee,1808/09) (Caspar David Friedrich)
(vergelijjk Paul Klee: ‘Het verst ben ik het vroomst…’) Het ongelukkige gezin, 1849 (Nicolas François Octave Tassaert,1800-1874)
H.R.Rookmaker: niet de geloofsinhoud maar de gelovige wordt geschilderd
Realisme (A-lijn) 1850-1875 Realisme wil slechts afbeeldend zijn. Het puur zichtbare. Het keert zich m.n. tegen het idealisme van de Romantiek maar ook van heroïsche van het (Neo)classicisme (vergelijk de school van Barbizon). Daardoor krijgen de personen op het schilderij een werkelijkheidsvreemd karakter. Het is een uiting van positvisme: de werkelijkheid is uitsluitend wat we zien en horen. Vgl,De Genestet:’Geef ons natuur en waarheid weer!’
De Steenbrekers, 1849-50
(Gustave Courbet)
De ontmoeting, ofwel Bonjour,meneer Courbet, 1854
(Gustave Courbet)
Realisme (B-lijn) 1850-1875 De landschapschilders in de winter (Honoré Daumier)
In deze prent neemt de cartoonist Honoré Daumier in 1864 de Plein-air schilders op de hak. De titel in het onderschrift meldt: - M'n beste, het ontbreekt je schilderij aan warmte. -En de schilder dan!
Don Quichote, 1868 (Honoré Daumier)
VERGELIJKING: Uit: ‘Kleinood en aanstoot: de Honderdguldenprent en andere Bijbelse historiën van Rembrandt’ van Willem Lodewijk Meijer: Let op de omkering! Jezus in het midden versus de schilder in het midden; de staande groep van de Farizeeën links in beeld versus de staande groep van de goede bekenden van de schilder rechts in beeld; bij beiden het kind in het midden; de neerliggende groep van de zieken rechts in beeld versus de neerliggende groep van de toenmalige heersende stand links in beeld.Courbet leverde maatschappij-& kunstkritiek Rembrandt van Rhijn, De Honderguldenprent : Christus en het Evangelie centraal
Gustave Courbet,Het Atelier,1855:de schilder centraal met de door hem vereerde vrouw
Impressionisme (A-lijn) 1870-1895
Claude Monet, Impression: Soleil levant, 1873
(Impressie, opkomende zon)
Symbolisme (B-lijn) 1870- 1895 Het ontstaan van het symbolisme is te zien als een reactie op het rond 1850 dominante realisme en naturalisme in de kunst. Verbeeldingskracht, fantasie en intuïtie werden centraal gesteld. Het symbolisme kenmerkt zich door een sterke hang naar het verleden en een gerichtheid op het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. Het symbool stond daarbij centraal, en wordt een zintuiglijk waarneembaar teken dat verwijst naar een poort, naar de niet-zintuiglijke wereld. De innerlijke, irrationele ervaringen worden belangrijk, met de nadruk op droombeelden en de dood. Vormen van machteloosheid, loomheid en decadentie roepen een sfeer op van onheilsverwachting en dreiging.
De Bruid, 1892 (J.Thorn Prikker)
Sensueel gekleurd: tulpen vormen een fallische symbool en de lelies lijken op doodshoofden
(vervolg) Impressionisme (A-lijn) 1870-1895
Monet hoorde met Manet, Degas,Renoir bij de Plein-air-schilders. Impressionisme keerde zich tegen het Realisme. Kathedraal van Rouen, West-façade,zonlicht ,1894 (Claude Monet)
(vervolg) Symbolisme (B-lijn) 1870- 1895 Symoblisme wil openbaring van de diepte van de werkelijkheid zijn vanuit de mens zelf.
De poorten van de hel,1880-1917 Klei,gips, hogte ruim 6 meter !! (Auguste Rodin) Vergelijk Michelangelo: de poorten naar het paradijs! En waar ander Christus Jezus plaats neemt, zit nu de peizende denker (=de kunstenaar).
(vervolg) Impressionisme (A-lijn) 1870-1895
Noirmoutier , 1892 (Pierre- Auguste Renoir) Schaduwen krijgen kleur!
(vervolg) Symbolisme (B-lijn) 1870-1895 Salomé et la tête de Jean-Baptiste, 1876 (Gustave Moreau)
Post-impresssionisme (A-lijn) 1900 – kenmerkend : kleurvlekjes/ optisch-fysisch. - de grondvormen van de natuur zijn : kubus, kegel. cilinder. De berg Sainte Victoire is vaak door Cézanne geschilderd en steeds meer non-figuratief. De berg St-Victoire, 1885-87
(Paul Cézanne)
Een struktuur zonder voorstelling…. Maar de voorstelling is nog niet helemaal verdwenen!
Cloisonnisme (Syntheticisme) (B-lijn)1900 (kleuren vloeien niet ineen, maar worden gescheiden door donkere lijn) -------kleurvlakken/ fantastisch-intuïtief. De Nabis (Hebreeuws voor profeten): Gauguin, Bonnard en Denis te Parijs legden de nadruk op kleur, gevoel, symbool en verbeelding.
Het visioen na de preek, 1888 (Paul Gauguin)
De maan en de aarde, 1893 (Paul Gauguin) –
primitieve kunst :
De Droom, 1910 (Henri Rousseau)
Pointillisme (A-lijn) 1890 - kleurstippen/ formeel-logisch Le Chacut,1889/90
(George Seurat)
Pre-Expressionisme (B-lijn) 1890 – kleurstrepen/ impulsief-emotioneel De weg met de cypres en de ster, 1890 (Vincent van Gogh)
Rond de eeuwwisseling: Jugendstil of Art Nouveau–(A-lijn): -de nadruk op de kleur -deformatie van de persoon De schreeuw, 1902
( Edvard Munch)
Jugendstil of Art Nouveau– (B-lijn): esthetische en de versmelting : De Kus1907/08 (Gustave Klimt)
De kus, 1897 ( Edvard Munch)
de nadruk op het
PABLO PICASSO The end of the road, 1898 (Pablo Picassso, Vroege periode)
PABLO PICASSO Het leven, 1903 (Pablo Picasso, Blauwe periode)
PABLO PICASSO Familie van koorddansers, 1905 (Pablo Picasso, overgang van blauwe naar rose periode) De vrouw rechts in beeld heeft geen ondergrond meer!
1907 Pablo Picasso: de doorbraak naar de moderne kunst: het perspectief is volledig verdwenen en daarmee schept de schilder zichzelf de ruimte om aan de personen een eigenwillige vorm en body te geven. Het schilderij is, afgedacht van verhaal en voorstelling, een autonoom schilderij geworden. De beeldopbouw is los van de inhoud of daaraan tegenovergesteld. Het is de ontkenning van de rechtmatige plaats. De verwarring van de zijnswijze( een trompe l’ etre): De werkelijkheid om ons heen is nog niets. En : de beschouwer van het doek is nog niemand: een trompe l’esprit (= verwarring van de geest) 1907 De Meisjes van Avignon (Pablo Picasso)
Kubisme (A-lijn) 1907-1920 Stilleven met viool, 1911/12 ( Pablo Picasso )
Verandering van perspectief :
het verlies van
het midden
'transparant'
'massief
De velden op de achtergrond lopen voor het oog door:
'transparant' De velden worden als afzonderlijke vormen gezien:
***********************************
(vervolg) Kubisme (A-lijn ) 1907-1920 Kaartspelende soldaten, 1917 ( Fernand Léger)
Massacre in Korea, 1951 Pablo Picasso
Epressionisme: vaak protestkunst (B-lijn) 1900Het is een reactie op het impressionisme. -provocerende kleuren, deformatie van de werkelijkheid -het wil uitdrukking geven aan emoties, maar wil niet langer de werkelijkheid imiteren. Eerder een caricatuur ervan geven. ‘Ík schep geen vrouw, maar een schilderij!’ FAUVISME (kunstenaarsgroep‘De Wilden’) : Harmonie in Rood, 1908 (Henri Matisse)
Dance (II), 1909/1910 ( Henri Matisse)
(vervolg) Kubisme (A-lijn ) 1907-1920 Huizen in L’Éstaque, 1908 (George Braque)
De diepte wordt verdoezeld
(vervolg) Expressionisme (B-lijn): 1900 de kunstenaarsgroep DIE BRÜCKE: De profeet, 1912 (Emil Nolde)
Berliner Straßenszene , 1913 Ernst Ludwig Kircher
(Hitler: “ontaarde kunst’’ )
‘Actie’-Kubisme (A-lijn) Nu Descendant un escalier,1912 (Marcel Duchamp)
Conceptuele Kunst (B-lijn) Readymade Biclycle Wheel, 1913 (Marcel Duchamp)
‘Das
Grosse
Abstrakte‘
1913/1914
Suprematisme Zwart vierkant (Kasimir Malevich )
und
‘Das Grosse
Reale‘ (ipse dixit Kandinsky)
1913/1914
Conceptuele kunst De flessendroger (Marcel Duchamp)
Neo-Plasticisme (A-lijn) 1920 Het aspect compositie wordt verabsoluteerd.
Compositie met rood, geel en blauw,1921 (Piet Mondriaan) De Stijl
Dadaïsme (B-lijn) 1920 De beweging is verwant aan het nihilisme: het opzettelijk irrationeel zijn en afwijzen van de algemeen geaccepteerde standaarden in de kunst. Merzxbild,46a, Kegelschilderij,1921 (Kurt Schwitters)
Futurisme (A-lijn) 1910 ‘Historry is bunk’
La Guerra, 1915, Giocoma Balla
Surrealisme (voorbij het realisme..!) (B-lijn) “I and the Village”, 1911 (Marc Chagall)
La torre rossa, 1913 (Giorgio de Chirico)
Abstracte Kunst (A-lijn) 1920 (geometrische abstracte of non-figuratieve kunst ) (DER BLAUWE REITER)
Black And Violet, 1923 (Wassily Kandinsky)
(vervolg) Surrealisme (B-lijn) Het aspect verbeelding wordt verabsoluteerd. Een paar met het hoofd in de wolken, 1936 (Salvador Dali)
Paul Klee zoekt het midden tussen A-lijn A en B-lijn: Vóór zijn doorbraak en aansluiting bij Der Blauwe Reiter is Paul Klee diep onder de indruk van Goya Hero with the Wing (De held met de vleugel), 1905
De ‘held’ lijkt wat op een mens, maar heeft ook iets met de vogelwereld gemeen (vleugel) evenals met de plantenwereld (been als boomstammetje met uitschietende loot).Als in een schoolvoorbeeld maakt Klee duidelijk wat hij van plan is. Hij staat hier vóór zijn doorbraak naar de moderne kunst, d.w.z. naar het ‘zich invoegen’ in het wereld –al, het zich oplossen tussen de dingen. Daarna valt de distantie, die nodig is om zo’n held te kunnen uitbeelden, weg.
Paul Klee
Het nieuwe midden : de eenheid ligt in het verborgene …!
Paul Klee staat bekend om zijn mystieke eenheidsdenken (=Y-denken: wat in de zichtbare wereld zich als tegenstelling openbaart is uiteindelijk ten diepste één ! Theologisch: orthodoxie en heterodoxie (vrijzinnigheid) zijn in de grond van de zaak één! Ze stoelen op dezelfde wortel; zijn twee kanten van dezelfde zaak! Highway en Byways (= Snelwegen), 1929 Paul Klee (lid van de kunstenaarsgroep de Blauwe Reiter en maakt gebruik van Egyptische motieven !)
Paul Klee Roofvogel, 1938 (Paul Klee)
Iets vogelachtigs, iets vrouwelijks en decoratiefs. De mystiek van Klee laat niet toe, dat we een schepsel te zien krijgen dat binnen de geschapen verhoudingen levensvatbaar zou zijn.
De jaren ’40-50 van de 20e eeuw: TACHISME Cobra-beweging : Karel Appel, Constant Nieuwenhuis, Corneille ed. Mannetje met de zon, 1947, (Karel Appel)
Blauwe palen, nr. 11, 1952 Jack Pollock die furore maakt met zijn ‘drippings’ en pourings’
2e helft van de 20e eeuw: Abstract expressionisme (colourfieldpainting) (A-lijn): Who’s afraid of red, yellow en and blue, ca 1967 Barnett Newman
2e helft 20e van de eeuw: Abstract expressionisme (actionpainting) ( B-lijn) Woman V, 1952-53 (Willem de Kooning)
2e helft 20e eeuw Niet-Kunst: Op-Art (A-lijn) Vega Sakk, 1965 (Victor Vasarely)
De schrijvende handen (Drawing Hands), 1948 (Maurits Cornelis Escher)
2e helft 20e eeuw Anti-kunst : Pop-Art (B-lijn)
Zachte ladder, zaag en emmer, 1967 (Claes Oldenburg)
2e helft 20e eeuw Niet-Kunst: Op-Art (A-lijn) Relativity, 1953 (Maurits Cornelis Escher)
Verbum, 1953 (Maurits Cornelis Escher)
(vervolg) Anti-kunst : Pop-Art (B-lijn)
Noordelijk Realisme in de hedendaagse schilderkunst
Nature Redivive. The three Kingdoms of Nature in Italian and Nordic Still life , (Henk Helmantel)
Hedendaagse post-moderne schilderkunst
Drie jongens op een vlot, 1983 (Sandro Chia)
Hedendaagse realistische schilderkunst Nieuw leven, 1972 (Henk Helmantel)
Hedendaagse post-moderne schilderkunst ‘Let a Thousand Flowers Bloom’, 2000 (Anselm Kiefer)