Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Inhoudsopgave pagina Voorwoord Hoofdstuk 1 Inleiding H 1.1 Achtergrond H 1.2 Probleembeschrijving H 1.3 Doelstelling H 1.4 Onderzoeksvragen en -ontwerp Hoofdstuk 2 Theoretisch Kader Hoofdstuk 3 Resultaten Hoofdstuk 4 Conclusies en Aanbevelingen 4.1 Conclusie 4.2 Aanbevelingen 4.2 Evaluatie Hoofdstuk 5 Literatuur en bijlagen
1
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Voorwoord Dit verslag is het resultaat van het onderzoek dat ik uitgevoerd heb in het kader van mijn opleiding aan het Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO) van de Universiteit van Amsterdam. De eerstegraads opleiding kan pas afgerond worden als een praktisch onderzoek is ontworpen en uitgevoerd dat een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de opleidingsschool. Door de schoolleiding en onderzoeksdocenten van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer (OSB) was voor het schooljaar 2009-2010 gekozen voor het thema differentiatie. Bij dit thema wilde ik niet aansluiten omdat dit zou leiden tot het profiel van ontwikkelaar. Omdat ik interesse heb om in de toekomst zelf mentor te worden heb ik gekozen voor profiel begeleiding, zodat ik nu zelf meer kan leren. In het profiel begeleiding wordt vooral gewerkt aan drie competenties: de interpersoonlijke, de pedagogische en samenwerking met de omgeving. Maar zonder samenwerking met collega's en begeleiders zou dit product nooit tot stand gekomen zijn. Ik wil iedereen van het ILO en de OSB die meegewerkt heeft aan dit onderzoek hartelijk bedanken !
2
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Hoofdstuk 1 Inleiding H 1.1 Achtergrond De Open Schoolgemeenschap Bijlmer of OSB is een school voor VWO, HAVO en VMBO in Amsterdam-ZO die al ruim 38 jaar bestaat. Open staat voor de ontmoeting van mensen in al hun verschillen. Schoolgemeenschap benadrukt dat alle schooltypen zijn verzameld in één gebouw. Gemeenschap staat voor sfeer en gezamenlijkheid. Bijlmer verwijst naar de standplaats van de school in Amsterdam. De school telt 1630 leerlingen en is ingedeeld in 6 deelscholen (3 voor de onderbouw, 2 voor VMBO, 1 voor bovenbouw HAVO/VWO). De organisatie in deelscholen geeft deze middelgrote school toch een kleinschalig karakter, wat prettig is voor de leerlingen en docenten. Iedere deelschool heeft een vast docententeam. Een klassenteam, bestaande uit de vakdocenten en een mentor, geeft les en begeleiding aan elke klas. Op de OSB is samenwerkend leren een van de pijlers van het onderwijs, dat probeert leerlingen het beste uit zichzelf te leren halen. Kenmerkend voor de OSB is de heterogene onderbouw van 2 jaren, waarin leerlingen van uiteenlopende culturele en maatschappelijke achtergronden en met verschillende talenten in een klas zitten1. In het meest ideale geval stroomt een leerling na het tweede schooljaar naar een hoger schooltype door dan het advies waarmee deze de basisschool verliet. Dit is echt mogelijk als door samenwerkend leren een leerling zich als het ware optrekt aan of laat inspireren door medeleerlingen. Van de 160 docenten zijn er 100 ook werkzaam als mentor voor één van de 68 klassen. Veel mentoren werken in duo's. De schoolleiding van de OSB heeft als uitgangspunt dat elke docent uit moet kunnen groeien tot mentor. In het ILO wordt vanaf het begin van de opleiding van docenten gewerkt met een competentiematrix2 waarin verschillend gedrag wordt beschreven, onderverdeeld in 7 competenties. Deze competenties zijn: pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, interpersoonlijk, organisatorisch, samenwerking met collega's, samenwerking met omgeving; reflectie en onderzoek. Leraren in opleiding leren zich te bekwamen in alle 7 competenties gedurende hun studieperiode aan het ILO. Omdat bij elke competentie gedrag beschreven wordt is het mogelijk om jezelf of iemand anders te beoordelen in welk ontwikkelingsstadium (beginnend, in ontwikkeling, competent of voorbeeldig) deze persoon zich bevindt. Ook is het mogelijk, als de competentiematrix met tussenpozen wordt ingevuld, om daadwerkelijke vooruitgang vast te stellen. Dit handige hulpmiddel was voor mij een soort steun in de rug tijdens de opleiding tot docent. Ik heb bedacht dat een soortgelijke matrix voor gedrag van mentoren op de OSB ook zinvol kan zijn, maar dat zo'n matrix nog niet bestaat.
1 2
OSB schoolgids 2009-2010 op www.openschoolgemeenschapbijlmer.nl. op www.ilo.uva.nl, tab: beoordeling
3
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
H 1.2 Probleembeschrijving In de publicatie in het kader van de Academische Opleidingsschool Amsterdam3 4 waar de OSB deel van uitmaakt wordt beschreven dat de mentor een spilfunctie heeft in de school. Omdat de school de mentortaak zo belangrijk vindt, wordt hier 140 klokuren per jaar aan toegekend. Ongeveer 8 à 10 jaar geleden is, door vertrek van veel ervaren mentoren en instroom van nieuwe docenten in deeltijd, een tekort ontstaan aan mentoren. Noodgedwongen is de oude praktijk verlaten van 1 jaar meelopen met en leren van ervaren mentoren. Het gevolg was dat nieuwe mentoren eerder starten met de mentortaak dan de schoolleiding van de OSB wenselijk vindt. Nieuwe mentoren zijn mogelijk minder goed getraind als ze starten met hun taak. In een enkel geval werd een onbevoegde docent (leraar in opleiding) ingezet als mentor. De OSB staat al vele jaren bekend in Amsterdam-ZO om de goede leerlingbegeleiding en wil natuurlijk graag aan dit beeld blijven voldoen. In de huidige mentortraining op de OSB worden de volgende thema's behandeld:
gespreksvoering met ouders en leerlingen ADHD/ADD observeren en signaleren omgaan met pubers en lastige leerlingen.
De trainingsbijeenkomsten voor mentoren werden door de nieuwe mentoren niet goed bezocht 5. Het gevolg van deze ontwikkeling is dat nieuwe mentoren onvoldoende training en inwerktijd krijgen, wat zich uit in het moeite hebben met gesprekstechnieken en invulling van het mentoruur. De schoolleiding is niet blij met deze ontwikkelingen en wil deze proberen te keren.
H 1.3 Doelstelling Met het onderzoek wil ik bereiken dat het maken van de competentiematrix kan helpen mentoren te laten reflecteren op hun eigen gedrag. Het moet duidelijk worden welke vaardigheden nog verbeterd moeten worden teneinde een goede mentor op de OSB te kunnen zijn. Ook kan de competentiematrix helpen een overzicht te krijgen van alle werkzaamheden die in het takenpakket van een mentor zitten.
3
De OSB werkwijze, 2008. De Academische Opleidingsschool Amsterdam (AcOA) is een samenwerkingsverband tussen het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam, het domein Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam, de Open Schoolgemeenschap Bijlmer, het Montessori College Oost en het Montessori Lyceum Amsterdam. Het AcOA heeft als doel docenten op te leiden voor de regio Amsterdam. Opleiden, onderzoek en onderwijsvernieuwing staan centraal. 5 Informatie van zorgcoördinator van de OSB Mw. Hilda Wegman. 4
4
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
H 1.4 Onderzoeksvragen en -ontwerp De centrale onderzoeksvraag is: Opmerking [h1]: Hoe kan een reflectie/evaluatiemiddel als de competentiematrix voor mentoren bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van mentoren op de oSB?
Hoe kan de kwaliteit van de nieuwe mentoren op de OSB verbeterd worden ? De deelvragen die hier onder vallen: 1. Hoe ziet de competentiematrix voor de OSB eruit ? 2. Hoe kan een instrument als een competentiematrix bijdragen aan kwaliteitsverbetering van mentoren ? 3. Op welke manier kan met behulp van een instrument bereikt worden dat mentoren tot reflectie komen over hun eigen functioneren en wenselijke ontwikkeling ? Wat is daar voor nodig ? 4. Hoe kan de scholing van mentoren op basis van het ontwikkelde instrument vorm krijgen?
Onderzoeksontwerp Het onderzoek is gestart met een korte vragenlijst voor de mentoren om achtergrondinformatie te verzamelen over hoe lang men werkzaam is op de OSB als docent en mentor, wat de behoefte aan training is etc. Als onafhankelijk onderzoeker moet ik de uitgangspunten van het onderzoek, de basisinformatie controleren. Vervolgens heb ik een literatuuronderzoek uitgevoerd naar goed mentorgedrag. Met deze informatie heb ik per competentie een lijst van mentorvaardigheden gemaakt. Deze lijst diende als basis voor het interview met mijn opdrachtgever Mw Mia Verhagen. Zij is al zeer lang werkzaam in verschillende functies op de OSB en nu als lid van de schoolleiding verantwoordelijk voor het mentoraat. Het interview had als doel het opleveren van het ideale beeld van mentorgedrag op de OSB. De informatie van het interview werd verwerkt in de competentiematrix voor mentoren. Als laatste werd de competentiematrix voorgelegd aan een aantal mentoren met het verzoek om feedback.
Tijdpad Week 7: Eerste gesprek opdrachtgever: vaststellen onderzoeksvraag. Ophalen map mentortraining bij zorgcoördinator. Week 12: Korte vragenlijst opgestuurd: digitaal per mail en papieren versie via postvakjes aan 100 mentoren. Week 17: Start literatuuronderzoek. Week 20: Interview opdrachtgever over ideaalbeeld mentorgedrag. Week 21: Opstellen competentiematrix Week 23: Verzoek aan 13 mentoren en leidinggevenden om feedback over competentiematrix. Week 23-24: Schrijven eindverslag.
5
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Hoofdstuk 2 Theoretisch Kader In de tijd dat ikzelf op de middelbare school zat (1973-1980) was het begrip mentor nog onbekend. Voor iedere klas was wel een klassenleraar beschikbaar, maar daar had je alleen mee te maken als er ernstige problemen met de schoolresultaten waren. Voor mij was dat niet van toepassing en daarom kan ik van mijn eigen klassenleraren er niet één herinneren (veel vakdocenten wel). Volgens de definitie van Fiddelaers-Jaspers is deze manier van leerlingbegeleiding de smalle visie6, waarbij het accent ligt op de cognitieve ontwikkeling. De begeleiding staat los van het onderwijsleerproces. Tegenover de smalle visie staat de brede visie van de leerlingbegeleiding, waarbij niet alleen sprake is van een onderwijsleerproces, maar ook van een opvoedingproces. De cognitieve ontwikkeling van de leerling is nauw verweven met de sociaal-emotionele ontwikkeling. De rol van docent blijft het overdragen van kennis en aanleren van vaardigheden, maar is verweven met de aandacht voor de sociale, geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de leerling. Daarnaast is ook het groepsproces en leefklimaat in de klas belangrijk. Van het docententeam wordt verwacht dat tijdens elke les, bij elk vak er aandacht is voor de behoeften van de leerlingen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. Alleen in een veilig leerklimaat kan een leerling zijn of haar aandacht en energie gebruiken om iets te leren. De brede visie op leerlingbegeleiding, ook aangeduid als geïntegreerde leerlingbegeleiding, is van toepassing op de OSB. De geïntegreerde leerlingbegeleiding kan samengevat worden in begeleiding van: Leren leren Leren leven Leren kiezen Naast de 'gewone' leerlingbegeleiding (eerste lijn) is er ook de speciale begeleiding binnen de school (tweede lijn) voor leerlingen waar de reguliere begeleiding niet voldoende blijkt te zijn. Als de hulpverlening binnen de school onvoldoende resultaat heeft, wordt hulp buiten de school ingeschakeld (derde lijnsbegeleiding) 7. Het mentoraat bestaat uit een pedagogisch samenwerkingsverband van de school met ouders om de leerling zo goed mogelijk te begeleiden. In dit samenwerkingsverband, de dynamische driehoek8, zijn er veel contacten tussen school, ouders en leerling die van grote betekenis kunnen zijn voor het leven van alle drie de partijen.
6
Fiddelaers-Jaspers & Verheul, (1996) 127. Informatiebulletin schooljaar 2009-2010 nummer 4: 22 september. 8 Bakker-de Jong & Mijland (2005) 26. 7
6
Opmerking [h2]: Opvoedings…?
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Fig 1 Overzicht van begeleidingsmogelijkheden van leerlingen. (overgenomen uit van der Wal9). De eerstelijns begeleiding wordt verzorgd door de mentor. De tweedelijns begeleiding bestaat uit het zorgadvies team van de OSB (bestaande uit zorgcoördinator, orthopedagoog, schoolarts, schoolmaatschappelijk werker en leerplichtambtenaar), decaan en remedial teacher. De derdelijns begeleiding wordt gevormd door specialisten uit de geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijk werk etc. Kenmerkend voor de OSB is dat iedere les begint en eindigt met een kring van stoelen voor docent en leerlingen. De beginkring wordt gebruikt om stof van de vorige les te herhalen, te kijken naar gemaakt werk, uitleg te geven over nieuwe lesstof en opdrachten en er is ruimte voor discussie. Door de kringvorm zijn de meeste leerlingen goed zichtbaar voor de docent, waardoor gemakkelijk contact gemaakt kan worden met alle aanwezigen. De eindkring wordt gebruikt om terug te kijken wat er gedaan en geleerd is in de afgelopen les. Deze momenten van terugkijken kunnen belangrijke leermomenten zijn voor leerlingen om bijvoorbeeld studievaardigheden te verbeteren of onduidelijkheden te verhelderen. Omdat alle mentoren ook vakdocent zijn is reflectie met leerlingen een onderdeel van het dagelijkse schoolleven op de OSB. Er kan worden gewerkt volgens de reflectiespiraal van Korthagen om tot verbetering te komen.10
9
van der Wal, de Mooij en de Wilde (2008) 265. Korthagen (1998)
10
7
Opmerking [h3]:
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Deze reflectiespiraal is ontwikkeld om leraren in opleiding te stimuleren om op zoek te gaan naar onderliggende oorzaken in plaats van tevreden te zijn met oppervlakkige en tijdelijke oplossingen.
Fig 2. Reflectiespiraal van Korthagen. Algemene vragen bij dit model: Fase 1: Waar wil ik op letten ? Fase 2: Wat is er gebeurd ? Fase 3: Wat vond ik daarin belangrijk ? Fase 4: Tot welke voornemens of wensen leidt dat? Fase 5 + 1: Het uitproberen van de ontwikkelende alternatieven.
Ook mentoren die niet tevreden zijn over hun manier van omgaan met en handelen in hun mentorklas zouden de reflectiespiraal kunnen gebruiken. Het is wel belangrijk dat de mentoren over zelfkennis beschikken zodat ze hun eigen sterke en zwakke kanten durven benoemen en kritisch kunnen kijken naar eigen handelen.
8
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Figuur 3. het ui-model van Korthagen. Laag 1 (kern): betrokkenheid; waar doe je het allemaal voor ? Laag 2: identiteit; hoe zie je jezelf ? Laag 3: overtuigingen; waar geloof je in ? Laag 4: bekwaamheden; wat kun je ? Laag 5: gedrag; wat doe je ? Laag 6: omgeving waar heb je mee te maken ?
9
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Vragenlijst voor Mentoren Vraag 1. Hoe lang ben je werkzaam op Open Schoolgemeenschap Bijlmer ? a. 0-2 jaar b. 3-5 jaar c. 6-10 jaar d. meer dan 10 jaar. Vraag 2. Hoe lang ben je mentor op OSB ? a. 0-1 jaar b. 2-4 jaar c. 5-10 jaar d. meer dan 10 jaar Vraag 3. Ben je ook mentor geweest op een andere middelbare school voordat je op de OSB kwam werken ? a. Nee. b. Ja, .......... jaar Vraag 4. Ben je bij alle mentortrainingen die op de OSB georganiseerd werden aanwezig geweest ? a. Nee. Waarom niet ?.......................................................... b. Ja Vraag 5. Waren hier bijeenkomsten bij die volgens jou niet zinvol of leerzaam zijn ? a. Nee b. Ja, namelijk.............................................., omdat........................................ Vraag 6. Welk onderwerp zou je graag opgenomen zien in de mentortraining van de OSB? ......................................................................................................................
10
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Resultaten 40 mentoren hebben de vragenlijst ingevuld. Vraag 1. Hoe lang ben je werkzaam op Open Schoolgemeenschap Bijlmer ? a. 0-2 jaar b. 3-5 jaar c. 6-10 jaar d. meer dan 10 jaar. 5 16 8 11 Vraag 2. Hoe lang ben je mentor op OSB ? a. 0-1 jaar b. 2-4 jaar c. 5-10 jaar d. meer dan 10 jaar 8 16 6 10 Vraag 3. Ben je ook mentor geweest op een andere middelbare school voordat je op de OSB kwam werken ? a. Nee. b. Ja, .......... jaar 23 17 docenten: 32, 1, 6, 3, 15, 18, 9, 15, 16, 20, 6, 13, 10, 6, 9, 12, 2 jaar Vraag 4. Ben je bij alle mentortrainingen die op de OSB georganiseerd werden aanwezig geweest ? a. Nee. Waarom niet ? Mentortrainingen vallen vaak samen met andere bijeenkomsten of op mijn vrije dag. (4x). Trainingen werden gegeven op dagen dat ik niet op OSB ben (2x). Bijeenkomsten nieuwe docenten bijwonen en andere bijeenkomsten buiten school. Qua tijd niet in te plannen, bezig met mentorgebonden taken op het moment van de trainingen enz. Tijdgebrek. (8x) Sommige gingen niet door ! Niet alle, maar 2 bijeenkomsten wel. Ik kwam halverwege het jaar binnen. Veel ervaring in het verleden opgedaan.(2x) Nog niet aangeboden. Niets van gehoord. Is nog niet aan de orde geweest. Waren er toen nog niet. (4x) Toen ik net mentor werd waren er nog geen trainingen. Toen ze werden ingesteld had ik al aardig wat mentor ervaring opgedaan. Die werden vroeger niet georganiseerd; er was toen scholing/begeleiding via de deelschool. Ik ben klassenleerkracht (25 jaar) op een basisschool geweest groep 7 en 8. Zeer veel ervaring opgedaan in vorige werk (20 jaar directeur basisschool) en zelf mentortrainingen gegeven, ook op OSB. Weet ik niet meer. (2x) Heb ik op mijn vorige school al gedaan. Na zo veel jaren lesgeven (38 jaar) vind ik het wel prima.
11
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
b. Ja:6 Vraag 5. Waren hier bijeenkomsten bij die volgens jou niet zinvol of leerzaam zijn ? a. Nee 7 b. Ja, namelijk.............................................., omdat........................................ Vanwege kennismaking met OSB werkwijze, omdat voor mij nieuw was. Stof niet aansloot op behoefte. Veel van hetzelfde. De bijeenkomst over interculturaliteit, verder waren de bijeenkomsten wel gezellig, maar voor mij was er niet veel nieuws bij. c. weet ik niet meer, vast soms nuttig en soms niet Vraag 6. Welk onderwerp zou je graag opgenomen zien in de mentortraining van de OSB? Oudergesprekken, (vooral voor jonge mentoren) (5x). Gesprekstechnieken met leerlingen (2 x). Hoe voer ik een keuze-adviesgesprek (goed of slecht nieuws). Ouder contact met zeer moeilijk bereikbare ouders. Inhoud mentorlessen. (3x) Mentoruur nu adhoc, versnipperd en docentafhankelijk. Omgaan met mentorles. (2x) Sturing in groepsproces als mentor. Team building, groepsvorming: hoe maak je van los zand-groepjes toch een geheel wat goed samenwerkt ? (2x) Hoe veiligheid op OSB is geregeld. Hogere eisen stellen aan leerlingen. Hogere discipline naar leerlingen. Time management (3x). Ben niet geheel op de hoogte van de inhoud van de training. (2x) Doelgericht werken met leerlingen. Stimuleren zelfstandigheid en verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. Cultuur/achtergrond verschillen. Zorgstructuur informerend. Hoe werkt het zorgsysteem, Welke mogelijkheden zijn er, Hoe ga je hiermee om? Zorgstructuur van de leerlingzorg in en buiten de school, doorverwijsmogelijkheden, basale info over STOP, BOPPI en instellingen als AMC de Meren. Bijhouden van LVS in Magister. Leerlingen begeleiden naar het niveau van hun basisschooladvies. "Factoren binnen de school" van APS. Er moet gezorgd worden voor de ontwikkeling van lesstof (bv. betrekking hebbende op alle activiteiten die gedurende het jaar plaatsvinden, als voorbereiding) Het stellen van prioriteiten, (Ook een lijst: wat hoort wel/niet bij je mentortaken), omgaan met ouders, conflicthantering, wanneer meld je een kind aan bij het zorgteam ? Informatie over ADHD etc. De complexiteit van de verschillende mentortaken, overzicht van het totaal. Geen training nodig, wel meer taakuren !
12
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Basis voor interview Mia Verhagen INTERPERSOONLIJKE COMPETENTIE gespreksvoering met leerlingen (open vragen stellen, leiden, begeleiden, bemiddelen, stimuleren, confronteren, luisteren, doorvragen, ruimte geven om uit te laten spreken) gespreksvoering met ouders de verschillende soorten gesprekken kennen en hoe die te voeren vertrouwen geven en ontvangen gedragspatronen herkennen en benoemen van individuele leerlingen en hele groep loyaliteit (conflicten voorkómen) PEDAGOGISCHE COMPETENTIE welbevinden van de leerling staat centraal vaststellen en tijdig bijstellen van pedagogisch beleid van de mentorklas. groepsprocessen herkennen signaleren van problemen (faalangst, pesten, ADHD, rouw en verdriet) corrigerende gesprekken ORGANISATORISCHE COMPETENTIE invulling van het mentoruur, planning bijstellen als mentorklas dit nodig heeft. Magister bijhouden klassenteam vergadering voorbereiden ouderavond organiseren SAMENWERKING MET COLLEGA'S COMPETENTIE contact met andere mentoren, docenten van klassenteam, deelschoolleider, zorgcoördinator informatie verstrekken via gesprek en mail informatie overdracht aan het eind van het schooljaar SAMENWERKING MET OMGEVING COMPETENTIE contact scholen, zorginstanties, vervolgopleidingen, AMC/stageplaatsen organisatie werkweek/ activiteitendagen (VAK)INHOUDELIJK EN DIDACTISCHE COMPETENTIE invulling mentorlessen (werken aan respect/zelfvertrouwen, studievaardigheden, maken van keuzes). op de hoogte zijn van zorgmogelijkheden op de hoogte zijn van studievoorlichting en begeleiding REFLECTIE EN ONDERZOEK COMPETENTIE eigen handelen in mentorpraktijk planmatig bijstellen op grond van ervaring zoekt en benut kansen voor eigen ontwikkeling op gebied van mentoraat.
13
Competentiematrix voor mentoren op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer
Bibliografie Bakker-deJong, M. en Mijland, I. Handboek voor elke mentor. Quirijn, Esch. (2005). Fiddelaers-Jaspers, R. en Verheul, C. Naar een geïntegreerde leerlingbegeleiding. EPN, Houten (1996). Groothuis, M en Verkuyl, H. Mentor in het voortgezet onderwijs: gids voor een aanpak met visie. Uitgeverij Nelissen , Soest (2008). Konig, A. In gesprek met de leerling. EPN, Houten (1995). Korthagen, F.A.J. (1998). Leren reflecteren, naar systematiek in het leren van je werk als docent. Uit: Fonderie- Tierie, L. en J. Hendriksen (red.) Begeleiding van docenten. Baarn: N. Nelissen, B.V.Leren reflecteren, 1998 Korthagen, F.A.J., Vasalos, A . Niveaus in reflectie: naar maatwerk in begeleiding. VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders. 23 (1). 29-38. (2002) van der Wal, J., de Mooij, I., en de Wilde, J., Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Uitgeverij Coutinho, Bussum (1996). Academisch werk in uitvoering. Opleiden, onderzoek en onderwijs in de Academische Opleidingsschool Amsterdam. Van Riessen M (red), Vossiuspers UvA, Amsterdam, (2010) Schoolgids van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer 2009-2010. Nu leren voor de wereld van morgen. Informatiebulletin schooljaar 2009-2010, nummer 4. Leerlingenzorg op de OSB.
14