hoofdstuk inhoudsopgave pagina

hoofdstuk inhoudsopgave

pagina

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

examenreglement voor HAVO en VWO afnemen van het examen indeling van het eindexamen, profielwerkstuk onregelmatigheden geheimhouding

2 2 2 2 3

2

inhoud van het examen

3

3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13

regeling van het examen regeling van het eindexamen schoolexamen mededeling cijfers schoolexamen cijfer schoolexamen inhalen/herkansing toetsen schoolexamen VWO en HAVO verlenging van de periode waarover het s.e. zich uitstrekt examendossier VWO en HAVO tijdvakken en afname c.e. uitslag herkansing centraal examen spreiding voltooiing eindexamen gang van zaken tijdens het centraal examen onvoorziene omstandigheden

4 4 4 5 5 6 7 7 7 8 9 9 9 10

4.1 4.2

de toetsperioden voor havo 4 en vwo 4 de toetsperioden voor havo 5

11 12

5

verklaring van de afkortingen

13

6.1 6.2 6.3

overzicht vakken tweede fase Eindexamenrooster 1e en 2e tijdvak overzicht toegestane hulpmiddelen 2008

14 15 16

7

dyslexiefaciliteiten bovenbouw

17

1 2

bijlagen reglement Commissie van toezicht commissie van beroep (samenvatting reglement)

18 19

Examenreglement voor HAVO en VWO 2008-2009, tbv havo 4&5, vwo 4&5 St. Michaël College, Zaandam 24-9-2008

pagina 1

1.1

EXAMENREGLEMENT van het ST. MICHAEL COLLEGE te ZAANDAM, vastgesteld door het bestuur van het St. Michaël College op 1 oktober 2008. Dit examenreglement is gebaseerd op de wettelijke bepalingen van "Inrichtings- en eindexamenbesluiten profielen havo-vwo”, per 1 augustus 2007 De aanduiding (art.3.1 etc.) verwijzen naar de artikelen van het eindexamenbesluit en de wijzigingen, waarop de artikelen van dit Examenreglement gebaseerd zijn. In gevallen waarin onderstaande artikelen tot een andere lezing leiden dan de officiële teksten toestaan, gelden deze laatste. Afkortingen: s.e. = schoolexamen; c.e. = centraal examen

1.2

Afnemen van het examen

1.2.1

De rector en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bestuur het eindexamen af. De rector wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen.

1.2.2

1.3

Indeling van het eindexamen, profielwerkstuk

art. 3

art. 4

1.3.1

Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen (s.e.), uit een centraal examen (c.e.) dan wel uit beide. 1.3.2. Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, waarin op geïntegreerde wijze, kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen, die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. Het profielwerkstuk krijgt een cijfer op de cijferlijst dat voor de uitslagbepaling meeweegt in het combinatie cijfer. 1.3.3 Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste een vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor vwo en 320 of meer voor havo. 1.3.4 Voor nadere bepalingen omtrent het profielwerkstuk zie aparte syllabus profielwerkstuk. 1.4

Onregelmatigheden

1.4.1

Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector, als voorzitter van de Commissie van Toezicht maatregelen nemen. Zie ook 1.4.4. Een kandidaat dient een kwartier vóór aanvang van een mondeling schoolexamen of luistertest aanwezig te zijn bij het lokaal waar het betreffende mondeling wordt afgenomen. Bij te laat komen wordt de kandidaat uitgesloten van deelname. Bij schriftelijke schoolexamens wordt de kandidaat indien hij meer dan een half uur te laat is niet meer toegelaten tot de examenzaal In geval van afwezigheid van de rector neemt de plaatsvervangend rector diens plaats in.

1.4.2

1.4.3


art. 5

pagina 2

1.4.4    

1.4.5

1.4.6

1.4.7

1.5

De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het s.e. of het c.e.; het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het s.e. of het c.e.; het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het s.e. of het c.e.; het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de commissie van toezicht aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het c.e. legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het c.e., dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en indien de kandidaat minderjarig is, ook aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. De kandidaat kan tegen een maatregel van de commissie van toezicht, zoals vermeld in lid 1 en lid 4 van artikel 1.4, in beroep gaan bij de door het bestuur van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de rector geen deel uitmaken. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekend gemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. Voor samenvatting van het reglement van de commissie van beroep zie bijlage commissie van beroep. Een exemplaar van het volledig reglement van de commissie van beroep ligt ter inzage bij de rector. Voor de commissie van toezicht gelden de voorwaarden van bijlage 1: reglement van de commissie van toezicht. Geheimhouding

art. 6

Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van het examenbesluit vwo/havo en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 2.

INHOUD VAN HET EXAMEN

Voor wat betreft het examenprogramma, de keuze van de eindexamenvakken, de vrijstelling en de eindexamenvakken wordt verwezen naar artikel 7 t/m 13 van het eindexamenbesluit.


pagina 3

3.

REGELING VAN HET EXAMEN

3.1

Regeling van het eindexamen

art. 31

Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) 3.1.1 3.1.2

    3.1.3   

Het bestuur stelt het examenreglement vast. Zie Artikel 1.2 en 1.3. Het bestuur stelt jaarlijks in principe vóór 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in ieder geval betrekking heeft op het lopende schooljaar. In het programma wordt aangegeven de algemene regelingen betreffende het schoolexamen: de tijdstippen waarop het s.e. wordt afgenomen de bekendmaking van de cijfers van het s.e. het herexamen van het s.e. de aard van het examendossier De commissie van toezicht stelt onder verantwoordelijkheid van het bestuur vast welke onderdelen van het examenprogramma per vak in het s.e. worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het s.e. de wijze waarop het s.e. plaatsvindt alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het s.e. voor een kandidaat tot stand komt.

3.2

Schoolexamen (s.e.)

3.2.1

Het schoolbestuur bepaalt het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt. (zie bijlage Overzicht toetsperiodes) Het toezicht op het s.e. wordt gehouden door de commissie van toezicht. (Zie bijlage Reglement commissie van toezicht) Het s.e. vwo en havo wordt in principe afgesloten voor de aanvang van het c.e. Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond indien: De vakken culturele en kunstzinnige vorming (ckv)en lichamelijke opvoeding (lo) zijn beoordeeld met voldoende of goed.

3.2.2 3.2.3 3.2.4 a. EN b.

EN c. EN d.

art. 32

de praktische opdrachten en toetsen van de vakken uit het algemeen gedeelte als aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting zijn afgelegd en derhalve voor deze vakken een eindcijfer is verkregen de vakken van het door de kandidaat gekozen profieldeel zijn getoetst als aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting het vak in het vrije deel is getoets als aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting.

EN e. EN f.

de overige onderdelen in het geheel vrije deel zijn afgelegd overeenkomstig het Programma van Toetsing en Afsluiting de handelingsdelen van de door de kandidaat gevolgde vakken naar behoren zijn afgerond.

Examenreglement voor HAVO en VWO 2008-2009, tbv havo 4&5,vwo 4&5 pagina 4 St. Michaël College, Zaandam 24-9-2008

3.3

Mededeling cijfers schoolexamen (s.e.)

3.3.1

Voor de aanvang van het c.e. vwo, havo maakt de rector aan de kandidaat bekend, voorzover van toepassing: welke cijfers hij heeft behaald voor het s.e. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld en Voor de aanvang van het c.e. deelt de rector de kandidaat schriftelijk mede, welke cijfers hij heeft behaald voor het s.e. in de vakken, waarin hij tevens c.e. zal afleggen. Elke kandidaat dient de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen en de eindbeoordelingen per vak te controleren. Door middel van de handtekening op de lijst met de definitieve beoordelingen bevestigt de leerling dat deze beoordelingen juist zijn vastgesteld en verklaart hij zich daarmee akkoord. Wanneer onderdelen van het s.e. worden afgelegd in schooljaren voorafgaande aan het eindexamenjaar worden minimaal 1x per jaar de cijfers behaald voor deze onderdelen van het s.e. door de rector aan de kandidaat bekend gemaakt.

a. b. 3.3.2 3.3.3

3.3.4

art. 33

3.4

Cijfer schoolexamen (s.e.)

3.4.1

Het cijfer voor het s.e. wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Elk s.e.-cijfer, of gemiddelde van s.e.-cijfers, met twee of meer decimalen wordt als volgt afgerond op één decimaal: Indien de tweede decimaal (voor afronding) 5 of hoger is, wordt de eerste decimaal met 1 verhoogd. Het eindcijfer van het schoolexamen wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de in het Programma van Toetsing en Afsluiting genoemde toetsen en het gewogen gemiddelde van de daarin opgenomen praktische opdrachten. Beide gemiddelden worden bepaald op één decimaal nauwkeurig. Op basis van het door het vak bepaalde verhouding van de relatieve zwaarte van beide componenten (toetsen en praktische opdrachten) in het desbetreffende vak wordt vervolgens het eindcijfer berekend conform het gestelde in lid 1 en 2. Indien in een vak geen centraal examen wordt afgenomen is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. In dat geval wordt het gewogen gemiddelde cijfer van toetsen en praktische opdrachten afgerond op een geheel getal, waarbij een decimaal van 5 of meer naar boven wordt afgerond. In afwijking van het eerste lid, worden het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met "voldoende" of "goed". Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende deelvakken, zoals blijkend uit het examendossier. In afwijking van het eerste lid worden de vakken uit het geheel vrije deel: oriëntatie op studie en beroep(osb), de blok-activiteiten, de vakken aangeduid met inleiding op ..... , verdieping van ..., beoordeeld met "voldoende" of "goed". Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken. De vakken uit het vrije deel zoals genoemd in lid 6 worden uiterlijk twee weken voor de laatste schoolonderzoekperiode afgesloten. Om deze vakken te kunnen afsluiten wordt van de kandidaat geëist dat hij minimaal de beoordeling voldoende behaalt. Wanneer dit resultaat niet behaald is, wordt dit uiterlijk 10 dagen voor de aanvang van de laatste schoolonderzoekperiode gemeld bij de commissie van toezicht. Deze neemt maatregelen.

3.4.2

3.4.3

3.4.4

3.4.5

3.4.6

art. 35


3.4.7

3.4.8

3.5

De handelingsdelen van de daarop betrekking hebbende schoolexamenvakken dienen naar behoren door de kandidaat te worden uitgevoerd. Wanneer dit resultaat niet behaald is wordt dit uiterlijk 10 dagen voor de laatste schoolexamenperiode gemeld bij de commissie van toezicht. Deze neemt maatregelen. Het artikel 3.5 is niet van toepassing op de in vijfde, zesde en achtste lid genoemde gevallen.

Inhalen/Herkansing toetsen schoolexamen VWO en HAVO

3.5.1. Toetsen die deel uitmaken van het schoolexamen worden alleen tijdens vooraf vastgestelde schoolexamenperioden gemaakt. Verhindering, zoals ziekte, moet zo spoedig mogelijk vooraf worden gemeld bij de rector. 3.5.2. Herkansing Indien voor een toets die wordt beoordeeld door middel van een cijfer, een onbevredigend resultaat is behaald, kan deze worden herkanst. Één toets wordt alleen herkanst tijdens een vooraf vastgestelde herkansingsperiode. De regels voor het aantal malen dat kan worden herkanst worden vastgesteld door het bestuur. 3.5.3. Aantal herkansingen In H4, V4 en V5 kan maximaal één toets over schoolexamenperiode 2 en maximaal één toets over schoolexamenperiode 4 worden herkanst. In H5 en V6 kunnen maximaal één toets over schoolexamenperiode 1, maximaal één toets over schoolexamenperiode 2 en maximaal twee toetsen over schoolexamenperiode 3 worden herkanst. In bijzondere gevallen kan het bestuur met kennisgeving aan de onderwijsinspectie hiervan afwijken. 3.5.4. Cijfer bij herkansing Het definitieve cijfer van een toets die wordt herkanst is het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en de eerder met onbevredigend resultaat afgelegde toets. 3.5.5 Inhalen Een toets die niet gemaakt is in de daarvoor aangewezen schoolexamenperiode dient te worden ingehaald. Dit geschiedt tijdens de voor de betreffende schoolexamenperiode vastgestelde herkansingsperiode. Een ingehaalde toets die wordt beoordeeld door middel van een cijfer, waarvoor een onbevredigend resultaat is behaald, kan niet worden herkanst.


3.6 3.6.1

3.6.2 a.

b.

c.

3.7

Verlenging van de periode waarover het schoolexamen zich uitstrekt Aan het einde van het schooljaar wordt voor alle kandidaten die aan het schoolexamen hebben deelgenomen in het vierde leerjaar havo of vwo of in het vijfde leerjaar vwo door de vergadering van aan de kandidaat lesgevende examinatoren een bindende uitspraak gedaan over het al dan niet vervolgen van het schoolexamen van de kandidaat in het volgende schooljaar. Indien een kandidaat in een van de in lid 1 genoemde leerjaren doubleert, heeft dit de volgende gevolgen voor het schoolexamen en het examendossier: Indien een kandidaat doubleert in het vierde leerjaar, vervallen alle reeds behaalde cijfers en beoordelingen, behalve die van de vakken die alleen een schoolexamen kennen die tevens dat jaar met minimaal een voldoende zijn afgesloten, en start de kandidaat opnieuw met de opbouw van het examendossier. De examinator bepaalt in hoeverre de kandidaat reeds verzameld materiaal opnieuw mag gebruiken. Indien een vwo-kandidaat doubleert in het vijfde leerjaar blijven de behaalde cijfers en overige beoordelingen uit het vierde leerjaar geldig. Alle reeds behaalde cijfers en beoordelingen uit het vijfde leerjaar vervallen behalve die van de vakken die alleen een schoolexamen kennen die tevens dat jaar met minimaal een voldoende zijn afgesloten. De examinator bepaalt in hoeverre de kandidaat reeds verzameld materiaal opnieuw mag gebruiken. Indien een kandidaat doubleert in het laatste leerjaar (havo 5 of vwo 6) blijven de volgende onderdelen van het examendossier geldig:  behaalde cijfers en beoordelingen uit leerjaar 4(havo) of de leerjaren 4 en 5 (vwo). Deze kunnen, beperkt, in het examenjaar door de doubleur worden verbeterd om een bredere basis te verwerven  de eindcijfers of -beoordelingen, mits minimaal voldoende, van de vakken die alleen een schoolexamen kennen ( geen centraal examen) De examinator bepaalt in hoeverre de kandidaat reeds verzameld materiaal opnieuw mag gebruiken. Examendossier VWO en HAVO

art. 35c

Het s.e. voor het vwo en havo bestaat uit een examendossier. Het examendossier is een overzicht van de behaalde resultaten per vak. Verder kunnen worden vermeld het onderwerp van het profielwerkstuk en bijzondere activiteiten. De leerling is houder van leesdossier, schrijfdossier, kunstdossier en praktische opdrachten. Indien noodzakelijk dient de leerling dit te overleggen aan betreffende examinator of de commissie van toezicht. 3.8

Tijdvakken en afname c.e.

3.8.1

Het c.e. voor de scholen voor voortgezet onderwijs wordt afgenomen in het laatste leerjaar. Het c.e. voor de scholen kent drie tijdvakken: het eerste, het tweede en het derde tijdvak.

3.8.2

art. 37


3.9

Uitslag

3.9.1

Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddeld van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 45 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. Het eindcijfer voor de vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd, wordt bepaald volgens artikel 3.4. de kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd: a. indien hij: 1. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 3. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel 4. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, b. indien geen van de eindcijfers van onderdelen, genoemd in 3.9.4, lager is dan 4, en c. indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijk opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’. Bij de uitslagbepaling volgens 3.9.3. wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak voor zover van deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer, profielwerkstuk en levensbeschouwing en voor het vwo ook algemene natuurwetenschappen. De rector bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het 3.9.4, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in 3.9 lid 1 t/m 5, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansen bedoeld in artikel 3.10. Zodra de uitslag ingevolge het eerste tot en met vijfde lid is vastgesteld, maakt de rector deze tezamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 3.10 bepaalde. Op dat moment maakt de rector tevens de behaalde cijfers bekend aan de overige kandidaten. De uitslag is definitieve uitslag indien art. 3.10, 1e lid geen toepassing vindt.

3.9.2 3.9.3

3.9.4

3.9.5

3.9.6

3.9.7

art. 49


3.10

Herkansing centraal examen

art. 51

3.10.1 De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat de uitslag volgens artikel 3.9 is vastgesteld het recht in het tweede tijdvak of, indien artikel 45, eerste lid, uit inrichtingbesluit havo/vwo van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het c.e.. 3.10.2 De kandidaat stelt de rector voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. 3.10.3 Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde c.e.. geldt als definitief cijfer voor het c.e. 3.10.4 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 48 uit het inrichtsbesluit havo/vwo en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat medegedeeld.

3.11

Spreiding voltooiing eindexamen

art. 59

3.11.1 Het bestuur kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee opeenvolgende schooljaren wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. 3.11.2 Het bestuur geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het c.e. In bijzondere gevallen kan het bestuur afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken c.e. heeft afgelegd. 3.11.3 Artikel 3.10 eerste tot en met vierde lid, is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid eindexamen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het eindexamen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld.

3.12

Gang van zaken tijdens het centraal examen

3.12.1 Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het tijdstip van opening van de enveloppe tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. 3.12.2 Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door of vanwege de rector, tenzij door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven ander papier is verstrekt. 3.12.3 De kandidaat plaatst aan de linkerbovenkant van het papier zijn examennummer en aan de rechterbovenkant zijn naam, tenzij een andere plaats wordt aangegeven. 3.12.4 Omtrent de inhoud van het examen wordt geen mededeling gedaan 3.12.5 Gedurende het examen is het de kandidaat niet geoorloofd zich zonder vergunning van diegenen die toezicht houden, uit het examenlokaal te verwijderen. 3.12.6 Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de rector verhinderd is bij een of meer toetsen in het 1e tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het 2e tijdvak de gelegenheid gegeven het C.E. op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 3.12.7 Indien een kandidaat in het 2e tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het C.E. in het 2e tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het 3e tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. Examenreglement voor HAVO en VWO 2008-2009, tbv havo 4&5,vwo 4&5 pagina 9 St. Michaël College, Zaandam 24-9-2008

3.12.8 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector maatregelen nemen. 3.12.9 Het gebruik van boeken, tabellen en andere hulpmiddelen is de kandidaat verboden met uitzondering van die waarvan het gebruik door de commissie, belast met de vaststelling van de opgaven, is toegestaan. Deze boeken, tabellen en andere hulpmiddelen zijn in het examenlokaal aanwezig en worden door de rector of een door hem aangewezen leraar onderzocht.(voor hulpmiddelen zie mededelingen CEVO) 3.12.10 Mobiele telefoons zijn verboden in de examenzaal.

3.13

Onvoorziene omstandigheden Ondanks de grote zorgvuldigheid waarmee dit examenreglement is samengesteld kan het voorkomen dat er omstandigheden ontstaan die niet voorzien zijn. In voorkomende gevallen beslist de rector.


4.1 periode

DE TOETSPERIODES VOOR 4 HAVO EN 4 & 5 VWO week

1

data

s.e.cijfers aflezen

s.e. cijfers uitreiken

Geen SE

2

2

Ma 5 januari 2009

3

t/m

Vr 9 januari 2009

ma. 19-01-09

Do. 22-01-09

t/m

Vr 19 juni 2009

Ma. 22-06-2009

Vr. 26-06-2009

Geen SE

4

24/25

Vr 12 juni 2009

* kleine periode voor mondelingen, modulair werkende vakken, enz, Herkansingen periode Aantal

data

2

1

di. 27 t/m 30 januari 2009

4

1

Ma. 29 juni 2009

Uitreiken herk. Form. ma. 19-01-09

Inleveren herk. Form. Do. 22-01-09

Inleveren opgaven Ma. 26-01-09

Aflezen s.e. cijfers Ma. 09-02-09

Do. 25-06-09

ma. 22-06-09

Vr. 26-06-09

In schooljaar 2008-2009 In schooljaar 2009-2010*

* Wijziging per 22-09-08 Inzage s.e. cijfers en tekenen s.e. cijfers Inzage Datum s.e. cijfers Ma 22 juni 2009 Tekenen s.e. cijfers Vr 26 juni 2009 s.e. cijfers herkansing/herex. 1e week schooljaar 08-09 Tekenen s.e. cijfers 1e week schooljaar 08-09 herkansing/herex.

Tijdstip 08.30 – 10.00 uur 09.00 uur 09.00-10.30 wordt nog bekend gemaakt


4.2

DE TOETSPERIODES VOOR 5 HAVO

periode

week

data

1

42

2

2

Ma 13 oktober 2008 Ma 5 januari 2009 Vr 3 april 2009

3

14/15/16 Herkansingen periode Aantal

data

1

1

Ma.10-11-2008

2

1

4

1

di. 27 t/m 30 januari 2009 Do. 23/24-04-2009

t/m

Vr 17 oktober 2008

s.e.cijfers aflezen Ma. 03-11-09

t/m

Vr 9 januari 2009

ma. 19-01-09

Do. 22-01-09

Wo. 06-05-09

Do 07-05-09

t/m

Wo 15 april 2009

s.e. cijfers uitreiken Vr. 07-11-09

Uitreiken herk. Form. Ma. 03-11-2008

Inleveren herk. Form. Wo 26-11-08

Inleveren opgaven Vr.07-11-2008

Aflezen s.e. cijfers Vr. 21-11-08

Ma. 19-01-2009

Do 22-01-09

Ma. 26-01-09

Ma. 09-02-09

Do. 09-04-2009

Do 16-04-09

Do. 16-04-2009

Inzage s.e. cijfers en tekenen s.e. cijfers Inzage Datum s.e. cijfers Do. 16-04-2009 Tekenen s.e. cijfers Wo. 06-05-2009 s.e. cijfers herkansing/herex. Do. 07-05-2009 Tekenen s.e. cijfers Vr. 08-05-2009 herkansing/herex.

Tijdstip 08.30 – 10.00 uur 08.30 – 10.00 uur 09.00 uur 14.00 uur


5.

VERKLARING VAN DE AFKORTINGEN

Periode Periode waarin de toets wordt afgenomen Week

Nummer van de week waarin de toets, opdracht plaats vindt of start (week 36, 37, etc.)

Inhoud

Omschrijving van de stof

SLU

Het aantal studielasturen verbonden met de stof van een toets, opdracht, etc.

Vorm

M: S: C: PO: HO:

mondeling schriftelijk computer praktische opdracht opdracht uit het handelingsdeel

Soort:

O: G: P: W: E: V: PT:

open vraag gesloten vragen presentatie werkstuk essay verslag periode toets

Weging:

Het percentage waarvoor het cijfer in het eindcijfer meetelt. Voor onderdelen die met een cijfer beoordeeld worden. V: voldoende G: goed

Her

Herkansing J: mogelijk N: niet mogelijk TV: tot resultaat voldoende is

Opm:

Opmerkingen onder andere over: de uiterste datum van inlevering, de aard van de opdracht, klassikaal, individueel, in overleg, presentatie, ICT aspecten, osb componenten, etc.

?

Er is nog geen mededeling van de sectie ontvangen, informeer bij de vakdocent.


6.1

OVERZICHT VAKKEN TWEEDE FASE - SE/CE (se= schoolexamen / ce=centraal schriftelijk examen) totaaloverzicht vakken ivm uitgifte PTA

vak

2008-2009 afkorting havo

vwo

Aardrijkskunde

herijking 2e fase

ak

Algemene natuurwetenschappen

herijking 2e fase

anw

Biologie

herijking 2e fase

biol

se+ce se+ce

BSM (Bewegen, Sport en Maatschappij)

herijking 2e fase

bsm

se

se

Culturele kunstzinnige vorming

herijking 2e fase

ckv

se

se

Duits

herijking 2e fase

dutl

se+ce se+ce

Economie

herijking 2e fase

econ

se+ce se+ce

Engels

herijking 2e fase

entl

se+ce se+ce

Frans

herijking 2e fase

fatl

se+ce se+ce

geschiedenis

herijking 2e fase

ges

se+ce se+ce

Informatica

herijking 2e fase

in

se

Kunst algemeen

herijking 2e fase

kua

se+ce se+ce

Kunst- beeldende vorming

herijking 2e fase

kubv

se

se

Kunst - muziek

herijking 2e fase

kumu

se

se

Levensbeschouwing

herijking 2e fase

lb

se

se

Lichamelijke opvoeding

herijking 2e fase

lo

se

se

Maatschappijleer

herijking 2e fase

maat

se

se

Management en organisatie

herijking 2e fase

m&o

se+ce se+ce

Natuur, Leven en Technologie

herijking 2e fase

nlt

se

Natuurkunde

herijking 2e fase

nat

se+ce se+ce

Nederlands

herijking 2e fase

netl

se+ce se+ce

Scheikunde

herijking 2e fase

scheik

se+ce se+ce

Wiskunde A

herijking 2e fase

wisA

se+ce se+ce

Wiskunde B

herijking 2e fase

wisB

se+ce se+ce

Wiskunde C

herijking 2e fase

wisC

Wiskunde D

herijking 2e fase

wisD

se

se

pw

se

se

Profielwerkstuk

se+ce se+ce se

se

se

se+ce


6.2

EINDEXAMENROOSTER 1E EN 2E TIJDVAK 2009

dag

datum

tijd

vak

havo

ma

18-5

13.30-16.30

ne

di

19-5

09.00-11.30

kua

di

19-5

13.30-16.30

wisa

di

19-5

13.30-16.30

wisb

wo

20-5

09.00-12.00

ges

wo

20-5

13.30-16.00

fatl

ma

25-5

13.30-16.00

econ

di

26-5

09.00-11.30

ak

di

26-5

13.30-16.30

biol

wo

27-5

13.30-16.30

mo

do

28-5

13.30-16.30

nat

di

2-6

09.00-11.30

dutl

di

2-6

13.30-16.30

scheik

wo

3-6

13.30-16.00

entl

do

4-6

09.00-12.00

kua 2e tijdstip

2e tijdvak is vanaf 22 juni 2009


6.3

Overzicht toegestane hulpmiddelen 2009

AK

Bosaltas 52/53e druk

BIOL

Biodata

DUTL

Woordenboek du-ne

ECON

Grafische rekenmachine

ENTL

Woordenboek en-ne

FATL

Woordenboek fa-ne

NAT, SCHEIK

Grafische rekenmachine, Binas 5e druk

WisA

Grafische rekenmachine, roosterpapier.

WisB

Grafische rekenmachine, roosterpapier.

NETL

Woordenboek Nederlands

CKV2

Computer

M&O

Grafische rekenmachine

Alle examens

Woordenboek Nederlands eendelig

Alle hulpmiddelen worden door de school verstrekt, met uitzondering van de grafische rekenmachine.


DYSLEXIEFACILITEITEN BOVENBOUW

7

Leerlingen uit de bovenbouw met een officiële dyslexieverklaring, opgesteld door een psycholoog of orthopedagoog hebben de volgende faciliteiten:    

  

Voor alle schriftelijke schoolexamens geldt dat dyslectische leerlingen 30 minuten verlenging krijgen. Zo ook voor alle schriftelijke centrale examens. Spellingsfouten die te wijten zijn aan dyslexie mogen door de examinator indien van toepassing, niet in mindering worden gebracht op de toe te kennen punten Gebruik van de computer als tekstverwerker bij het centraal schriftelijk examen Nederlands. De spellingscontrole mag aan. Indien dit uitdrukkelijk staat gemeld in het officiële dyslexierapport van de betreffende leerling: gebruik van de daisy-diskette (voorgelezen centraal schriftelijk examen) als aanbevolen hulpmiddel. De dyslectische versie van de luistertoetsen van het cito betreffende de moderne vreemde talen ( Engels, Frans, Duits) Op verzoek van de dyslectische leerling: grootschrift alle schoolexamens en centraal schriftelijk eindexamen. Aanbevolen wordt dit van de voren te oefenen. Indien mogelijk: toetsen mondeling afnemen

Algemeen:    

leerlingen met een dyslexieverklaring plakken een rood stickertje op het schriftelijk werk om docenten eraan te herinneren rekening te houden met de dyslexie. Leerlingen liever niet laten voorlezen. Leerlingen in de bovenbouw kunnen een afspraak maken met de dyslexiebegeleider verbonden aan het St. Michaël College. Indien een leerling dyslexie heeft, wordt er vanuit gegaan dat de cijfers op het rapport tot stand gekomen zijn rekening houdend met bovenstaande afspraken.


Bijlage 1 COMMISSIES Reglement Commissie van toezicht 1 De commissie van toezicht bestaat uit de rector, een conrector en een docent. 2 De taken van de commissie van toezicht zijn: 3 toezicht op de totstandkoming en / of aanpassing van het Programma van Toetsing en Afsluiting 4 toezicht op de naleving van het Programma van Toetsing en Afsluiting 5 toezicht op de absentie tijdens het s.e. en beoordeling van de redenen van verzuim 6 bepalen of er aanleiding is een kandidaat extra herkansing toe te staan 7 bepalen of er redenen zijn een kandidaat het recht op een herkansing te onthouden 8 uitspraak doen in geschillen betreffende het s.e., waarbij leerling en docent na onderling overleg en na tussenkomst van de verantwoordelijke coördinator, niet tot overeenstemming kunnen komen 9 zich schriftelijk op de hoogte laten stellen over met redenen omklede afwijkingen van het Programma van Toetsing en Afsluiting en daar toestemming voor geven of aan onthouden 10 Over de werkwijze:  de kandidaat of docent die een uitspraak van de commissie wil, meldt de zaak zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de commissie van toezicht. Deze brief dient ingeleverd te worden op het secretariaat.  de commissie hoort de betrokkenen  de commissie doet schriftelijk een bindende uitspraak  de commissie brengt ouders/verzorgers en mentor van de betrokken leerling(en) op de hoogte. De commissie van toezicht bestaat uit: mevrouw drs. E. van Eerden, rector Mevrouw drs. M. Ruigrok, conrector bovenbouw De heer drs. R. Molanus, docent.


Bijlage 2 Commissie van beroep (samenvatting reglement) Van de commissie van beroep mag de rector geen deel uitmaken. 1. De commissie van beroep is bevoegd beroepen te behandelen van kandidaten die in verzet komen tegen een strafmaatregel van de rector, zoals vermeld in artikel 1.4 lid 1 en 4. De commissie van beroep heeft geen bevoegdheden ten aanzien van bezwaren van vermeend onjuiste of onbillijke behandeling van een kandidaat. 2 Termijnen: Het beroep wordt binnen drie (school)dagen, nadat de beslissing van de commissie van toezicht schriftelijk aan de kandidaat is bekend gemaakt, schriftelijk ingediend bij de commissie van beroep. Het beroep dient te worden geadresseerd aan het schooladres; een kopie van het beroep gelijktijdig versturen aan het huisadres van de voorzitter van de commissie van beroep 3 De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift. De commissie mag de termijn, met redenen omkleed, verlengen met ten hoogste twee weken. 4 De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van artikel 1.4 het 4e lid. 5 De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat aan de ouders/verzorgers/voogden van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie. 6 Tegen een uitspraak van de Commissie van Beroep staat geen hoger beroep open. De commissie van beroep bestaat uit: Voorzitter:  De heer drs. M.J.H. Würth Treilerstraat 131 1503 JE ZAANDAM, tel: 075-6168161 Lid: 

Mevrouw drs. M. Weisglas NOVA College Burg. Hogguerstraat 2 1064 EB AMSTERDAM, tel: 020-4801726 tel: 06-51097134



Mevrouw C. van Zandbergen De Draai 18 1151 CE BROEK IN WATERLAND tel: 020-4033477

Lid:


hoofdstuk inhoudsopgave pagina

Recommend Documents