JAARREKENING 2010 1
2
INHOUDSOPGAVE Pagina: Hoofdstuk 1 Inleiding........................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2 Balans en gerealiseerde baten en laten 2010 ................................................................ 6 Hoofdstuk 3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling....................................................... 9 Hoofdstuk 4 Toelichting op balansposten ......................................................................................... 12 Hoofdstuk 5 Waarborgen en garanties ............................................................................................. 31 Hoofdstuk 6 Toelichting op de niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen .............. 32 Hoofdstuk 7 Toelichting op de rekening van baten en lasten ........................................................... 33 7.1 Algemeen................................................................................................................................ 33 7.2 Overzicht gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen ........................................................... 33 7.3 Gerealiseerd resultaat 2010 voor bestemming....................................................................... 33 7.4 Werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves ....................................................... 33 7.5 Gerealiseerd resultaat 2010 na bestemming.......................................................................... 34 7.6 Analyse saldo t.o.v. begroting 2010 ....................................................................................... 34 Hoofdstuk 8 Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ................................................ 45 Hoofdstuk 9 Programmaverslag........................................................................................................ 47 9.1 De Oude IJssel Vallei ...................................................................................................... 47 9.2 Vitaliteit kernen en buitengebied...................................................................................... 51 9.3 Oude industrie verbonden met cultuur en kunst.............................................................. 53 9.4 Energiek ondernemen ..................................................................................................... 56 9.5 De organisatie combineert wettelijke taken met vernieuwingen in de werkwijze ............ 60 9.6 Dienstverlening op maat .................................................................................................. 64 Hoofdstuk 10 Paragrafen .................................................................................................................. 70 10.1 Paragraaf Lokale heffingen............................................................................................. 70 10.2 Paragraaf verbonden partijen .......................................................................................... 75 10.3 Paragraaf Financiering ................................................................................................... 85 10.4 Paragraaf Bedrijfsvoering ................................................................................................ 90 10.5 Paragraaf Weerstandsvermogen..................................................................................... 95 10.6 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................... 104 10.7 Paragraaf grondbeleid ................................................................................................... 112 Accountantsverklaring ......................................................................................................................... 124 Raadsbesluit ........................................................................................................................................ 125
3
Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Voor u ligt de jaarrekening 2010. Deze rekening bestaat uit een programmarekening en een programmaverslag. In het jaarverslag wordt voor de programma’s verantwoording afgelegd via de vragen ‘Wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?’ In de programmarekening wordt onder andere specifiek ingegaan op de balans, de waarderingsgrondslagen, de rekening van baten en lasten en de bijbehorende toelichtingen. Verder vindt u nog de paragrafen. Aan het einde vindt u te zijner tijd de accountantsverklaring, het raadsbesluit en de bijlagen. Hoofdstuk 2 geeft de balans per 31-12-2009 en per 31-12-2010 en staat het overzicht van baten en lasten over het jaar 2010. Dit geeft een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per programma, de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen, het gerealiseerde resultaat vóór en na resultaatbestemming evenals de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. In hoofdstuk 3 staan de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling vermeld. De hoofdstukken 4, 5 en 6 gaan over de balans, waarborgen en garanties en de toelichtingen op de die niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen. In de hoofdstukken 7 en 8 wordt een toelichting gegeven op het gerealiseerde resultaat en de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. Deze toelichtingen bevatten tevens een overzicht van de aanwending onvoorzien evenals een overzicht van incidentele baten en lasten. In hoofdstuk 9 vindt u het programmaverslag. In hoofdstuk 10 staan de Paragrafen. In het raadsbesluit wordt een voorstel tot bestemming van het resultaat gedaan. Tot slot is in bijlage 1 de verplichte bijlage SISA-verantwoording opgenomen (Single Information Single Audit). Het betreft de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen.
5
Hoofdstuk 2 Balans en gerealiseerde baten en laten 2010
ACTIVA
Ultimo 2009
Ultimo 2010
Vaste activa Immaterieel Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief Subtotaal immaterieel
€ € €
128.737 138.033 266.769
€ € €
108.135 95.978 204.113
Materieel Investeringen met economisch nut: - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Subtotaal materieel
€ € € €
12.256 60.262.100 18.294.174 78.568.530
€ € € €
12.256 64.836.692 20.893.398 85.742.346
€ € €
742.216 0 3.750
€ € €
940.973 0 3.750
€ € €
0 40.161.135
€ € €
0 37.543.526
€ € €
0 4.891.038 45.798.139
€ € €
0 5.006.943 43.495.192
€
124.633.438
€
129.441.651
Voorraden Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: 1. Niet in exploitatie genomen bouwgronden Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Verliesvoorziening voorraden Verliesvoorziening woonvisie Vooruitbetalingen Subtotaal voorraden
€ € € € € €
7.019.990 28.935.341 -2.369.847 0 0 33.585.484
€ € € € € €
7.953.185 36.627.668 -4.254.437 -10.000.000 0 30.326.416
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen Subtotaal uitzettingen
€ € € € € €
64.249 0 0 1.337.646 0 1.401.895
€ € € € € €
50.051 0 0 1.195.263 0 1.245.314
Liquide middelen Kas- bank- en girosaldi
€
101.315
€
112.605
Overlopende activa
€
7.466.297
€
6.907.450
Totaal vlottende activa
€
42.554.991
€
38.591.785
Totaal generaal
€
167.188.429
€
168.033.436
Financieel Kapitaalverstrekkingen aan: 1. Deelnemingen 2. Gemeenschappelijke regelingen 3. Overige verbonden partijen Leningen aan: 1. Woningbouwcorporaties 2. Overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden Subtotaal financieel Totaal vaste activa
Vlottende activa
6
PASSIVA
Ultimo 2009
Ultimo
2010
Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Resultaat na bestemming Subtotaal eigen vermogen
€ € € €
8.900.412 12.052.948 34.457.817 55.411.177
€ € € €
27.209.284 14.095.537 -86.688 41.218.133
€ €
1.396.447 4.034.965
€ €
1.074.614 2.241.869
€ €
2.443.136 7.874.548
€ €
2.085.984 5.402.467
€
0
€
0
€ € € €
1.270.585 84.210.381 0 0
€ € € €
1.089.073 95.903.940 0 0
€ € € €
0 0 33.222 85.514.188
€ € € €
0 0 33.697 97.026.709
€
148.799.913
€
143.647.310
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Kasgelden Bank- en girosaldi Overige schulden Subtotaal netto-vlottende schulden
€ € € €
10.000.000 801.569 4.365.032 15.166.601
€ € € €
13.000.000 2.022.071 4.880.586 19.902.658
Overlopende passiva
€
3.221.915
€
4.483.469
Totaal vlottende passiva
€
18.388.516
€
24.386.127
Totaal generaal
€
167.188.429
€
168.033.436
Gewaarborgde geldleningen
€
53.342.821
€
50.893.577
Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Onderhoudsegalisatievoorzieningen Door derden beklemde middelen met specifieke aanwendingsrichting Subtotaal voorzieningen
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Obligatieleningen Onderhandse leningen van: 1. Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen 2. Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 3. Binnenlandse bedrijven 4. Overige binnenlandse sectoren 5. Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Door derden belegde gelden Waarborgsommen Subtotaal vaste schulden Totaal vaste passiva
Vlottende passiva
7
Programma 1 De Oude IJssel Vallei 2 Vitaliteit kernen en buitengebied Oude industrie verbonden met cultuur en 3 kunst 4 Energiek ondernemen De organisatie combineert wettelijke taken 5 met vernieuwingen in de werkwijze 6 Dienstverlening op maat 0 Totaal progamma's
baten 21.463.333 62.432
realisatie 2009 lasten 41.313.046 1.389.097
saldo 19.849.7131.326.665-
raming voor wijziging baten lasten saldo 9.269.750 22.868.697 13.598.94778.710 855.682 776.972-
raming na wijziging baten lasten saldo 18.654.074 33.117.021 14.462.94778.710 855.682 776.972-
baten 18.327.020 48.517
2.049.756 24.581.847
2.028.0447.831.829-
22.741 13.628.633
3.287.392 21.692.133
3.264.6518.063.500-
22.741 13.628.633
3.287.392 22.212.133
3.264.6518.583.500-
67.062 15.884.790
3.450.511 25.479.954
3.383.4499.595.164-
12.643.759 42.815.787
28.822.581 7.061.570
16.178.82235.754.217
13.543.976 20.033.042
24.398.295 26.923.686
10.854.3196.890.644-
13.743.976 20.045.792
24.598.295 27.132.336
10.854.3197.086.544-
15.019.736 4.058.036
25.818.695 8.004.730
10.798.9593.946.694-
93.757.040
105.217.897
11.460.857-
56.576.852
100.025.885
43.449.033-
66.173.926
111.202.859
45.028.933-
53.405.162
110.004.785
56.599.623-
35.338.592 1.219.000 5.410.780
35.725.933 1.156.436 5.524.211
-
35.725.933 1.156.436 5.524.211
42.406.580
-
87.950
41.968.372 87.950-
42.406.580 -
2.972.611-
95.811.741
110.004.785
447.329 -
15.512.937 -
685.021 -
14.827.916 -
504.940 704.698
496.493 853.487
16.431 -
480.063 853.487
1.085.440 653.009 54.500
1.746.460 179.000 1.922.599
18.655.867
4.549.511
114.467.608
114.554.296
35.769.397 1.829.284 4.976.172
-
35.769.397 1.829.284 4.976.172
35.338.592 1.219.000 5.410.780
-
35.338.592 1.219.000 5.410.780
35.338.592 1.219.000 5.410.780
-
Totaal algemene dekkingsmiddelen
42.574.853
-
42.574.853
41.968.372
-
41.968.372
41.968.372
-
resultaat voor bestemming
saldo 27.924.473950.885-
21.712 16.750.017
Algemene dekkingsmiddelen algemene uitkering Dividend Lokale heffingen
onvoorzien
realisatie 2010 lasten 46.251.493 999.402
-
-
-
-
107.950
107.950-
-
136.331.893
105.217.897
31.113.996
98.545.224
100.133.835
1.480.661-
108.142.298
111.114.909
3.486.877 -
300.723 -
3.186.154 -
95.274 -
511.945 -
416.671-
622.274 -
174.945 -
250.000 268.013
504.940 184.698
504.940 184.698
504.940 704.698
-
-
14.193.044-
resultaatbestemming 1 De Oude IJssel Vallei 2 Vitaliteit kernen en buitengebied Oude industrie verbonden met cultuur en 3 kunst 4 Energiek ondernemen De organisatie combineert wettelijke taken 5 met vernieuwingen in de werkwijze 6 Dienstverlening op maat 99 Algemene dekkingsmiddelen
250.000 268.013
-
319.300 179.000 301.843
131.184 179.000 850.305
Totaal resultaatbestemming
4.805.033
1.461.211
Resultaat na bestemming
141.136.925
106.679.108
188.117 548.4623.343.822 34.457.817
De realisatie 2009 is omgezet naar de nieuwe programma's.
-
1.038.571 474.146 54.500
179.000 72.573
2.352.129
763.518
100.897.353
100.897.353
1.038.571 295.146 18.0731.588.611 -
-
1.038.571 474.146 54.500
179.000 72.573
3.399.129
426.518
111.541.427
111.541.427
1.038.571 295.146 18.0732.972.611 -
661.020474.009 1.868.09914.106.356 86.688-
Hoofdstuk 3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de programmarekening De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s, die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de programmarekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Tenzij anders aangegeven staan alle bedragen vermeld in euro’s. BALANS
ACTIVA Vaste activa Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. Het afschrijvingsbeleid wordt toegepast conform de geldende regels van de gemeente Oude IJsselstreek. In de Financiële verordening gemeente Oude IJsselstreek (ex art. 212 Gemeentewet) is bepaald dat de bepalingen in deze verordeningen met ingang van het begrotingsjaar 2006 moeten voldoen aan wat in de verordening is gesteld. In de verordening (artikel 10) is bepaald dat de volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: a.
40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen;
b.
Zoals aangegeven in het vigerende GRP: rioleringen elektromechanisch deel;
c.
Zoals aangegeven in het vigerende GRP: rioleringen civieltechnisch deel;
d.
25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen;
e.
15 jaar: ·technische installaties in bedrijfsgebouwen;
f.
10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken; nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen; groot onderhoud woonruimten en bedrijfsgebouwen;
g.
variabel: tractiemiddelen/voertuigen;
h. i.
3 jaar: automatiseringsapparatuur en software; niet: gronden en terreinen.
Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten onderzoek en ontwikkeling vangt aan met ingang van het jaar van investering. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening. Materiele vaste activa met economisch nut: In erfpacht gegeven gronden De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij de eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Eventuele percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, worden tegen een geringe registratiewaarde opgenomen. Overige investeringen met economisch nut Deze materiele vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Op investeringen die vóór 2004 zijn gedaan c.q. beschikbaar zijn gesteld zijn in voorkomende gevallen reserves afgeboekt. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Deze materiele vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. In voorkomende gevallen zijn reserves in mindering gebracht op de investering. Indien een reserve niet voldoende dekking biedt wordt op de restant boekwaarde afgeschreven. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelen kapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen.
Vlottende activa Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Er wordt rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden. Tevens zijn onder deze post opgenomen de voorbereidingskosten voor toekomstige, per balansdatum nog niet in exploitatie genomen projecten. Zie voor nadere gegevens het desbetreffende overzicht onder de post Voorraden. De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), evenals een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en administratie- en beheerskosten.
10
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingkosten in mindering gebracht. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van geschatte kans op ontvangst van de vordering. Liquide middelen Deze activa worden tegen de nominale waarde opgenomen.
PASSIVA Reserves De (bestemmings)reserves zijn gevormd/ingesteld op basis van daartoe door de raad genomen besluiten. De vermeerderingen en verminderingen die ten gunste respectievelijk ten laste van (bestemmings)reserves zijn verantwoord, zijn eveneens gebaseerd op daartoe strekkende raadsbesluiten (veelal vastgelegd in oorspronkelijke begroting en/of begrotingswijzigingen). Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is dit betreffende totaalbedrag buiten de balans opgenomen als niet uit de balans blijkende verplichtingen. In de toelichting op de balans is nadere informatie opgenomen.
11
Hoofdstuk 4 Toelichting op balansposten Activa Balans 2010 204.113
Immateriële vaste activa
Balans 2009 266.769
Onder immateriële vaste activa worden begrepen die vaste activa die niet stoffelijk van aard zijn, en tevens niet onder de financiële vaste activa worden begrepen. Het verloop van de boekwaarde is als volgt: Boekwaarde 01-01-2010
Investering en
Extra afschrijvin gen
Afschrijvi ngen
Bijdragen van derden
Afwaardering
Boekwaarde 31-12-2010
Kosten verbonden aan geldleningen
128.736
0
0
20.601
0
0
108.135
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
138.033
10.329
0
52.383
0
0
95.978
Totaal
266.769
10.329
0
72.984
0
0
204.113
Balans 2010 85.742.346
Materiële vaste activa
Balans 2009 78.568.530
Materiele activa zijn stoffelijk van aard. De materiële vaste activa kunnen worden onderverdeeld in investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. Het verloop van de boekwaarde van investeringen met een economisch nut is als volgt: Boekwaarde 01-01-2010
Investering en
Extra afschrijvin gen
Afschrijvingen
Bijdragen van derden
Afwaardering
Boekwaarde 31-12-2010
In erfpacht uitgegeven gronden
12.256
0
0
0
0
0
12.256
Subtotaal
12.256
0
0
0
0
0
12.256
2.642.903
20.064
0
23.640
0
0
2.639.327
Bedrijfsgebouwen
22.766.955
2.258.118
0
897.928
0
0
24.127.145
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
28.179.587
4.842.114
0
1.271.754
52.227
0
31.697.720
Gronden en terreinen
Vervoermiddelen
910.630
45.075
0
147.133
0
0
808.572
Machines, apparaten en installaties
2.034.532
243.661
0
323.048
0
0
1.955.145
Overige materiele vaste activa
3.727.494
514.676
0
618.133
15.254
0
3.608.783
60.262.100 60.274.356
7.923.708 7.923.708
0 0
3.281.636 3.281.636
67.481 67.481
0 0
64.836.692 64.848.948
Subtotaal Totaal
12
Onder bijdragen van derden zijn bijdragen opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de betreffende investering. Onder de afwaardering staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardevermindering. Het verloop van de boekwaarde van investeringen met een maatschappelijk nut is als volgt: Boekwaarde 01-01-2010
Investeringe n
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
14.271.821
4.189.018
0
1.699.422
353.659
0
16.407.758
0
0
0
0
0
0
0
572.989
0
0
39.959
0
0
533.030
3.449.364
958.986
0
454.814
925
0
3.952.611
18.294.174
5.048.004
0
2.194.195
354.584
0
20.893.398
Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiele vaste activa Totaal
Extra Afschrijvinge Bijdragen afschrijvinge n van n derden
Afwaardering
Boekwaarde 31-12-2010
Onder bijdragen van derden zijn bijdragen opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de betreffende investering. Onder de afwaardering staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardevermindering.
Balans 2010 43.495.192
Financiële vaste activa
Balans 2009 45.798.139
De financiële activa betreffen verstrekte langlopende geldleningen, aandelen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen, in het bezit van de gemeente zijnde effecten evenals verstrekte geldleningen aan eigen personeel in het kader van de hypotheekregeling. Het verloop van de boekwaarde van de financiële vaste activa is als volgt: Boekwaarde 01-01-2010
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen
Investerin gen
DesAflossing investeringe en/afschr n ijvingen
Afwaardering
Boekwaarde 31-12-2010
742.216
198.757
0
0
0
940.973
0
0
0
0
0
0
3.750
0
0
0
0
3.750
woningbouw- corporaties
0
0
0
0
0
0
deelnemingen
0
0
0
0
0
0
overige verbonden partijen
0
0
0
0
0
0
overige langlopende leningen
25.933.481
0
0
2.008.909
0
23.924.572
Verstrekte hypotheken
14.227.654
0
0
608.702
0
13.618.952
0
0
0
0
0
0
4.891.038
341.082
0
225.177
0
5.006.943
45.798.139
539.839
0
2.842.788
0
43.495.192
gemeenschappelijke regelingen overige verbonden partijen Leningen aan:
overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar Bijdrage aan activa in eigendommen van derden Totaal
13
Toelichting Financiële vast activa Hypotheken eigen personeel In de wet Fido is bepaald dat per 1 januari 2009 het verstrekken van nieuwe leningen, vanuit de regeling Woningfinanciering ambtenaren, niet meer is toegestaan. De aangegane leningen vanuit het verleden blijven geldig onder de oude voorwaarden voor de restant duur van de looptijd. Startersleningen Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland In 2009 is besloten om deel te nemen in het Startersfonds SVN. De raad heeft hiervoor de Verordening VROM Startersleningen gemeente Oude IJsselstreek vastgesteld. In 2009 is € 400.000 in dit fonds gestort (onderdeel Kapitaalverstrekkingen Deelnemingen). Het totale bedrag is inmiddels uitgeleend/ Met het vaststellen van de jaarrekening 2009 is besloten een extra impuls te geven aan de woningmarkt door aanvullend € 500.000 beschikbaar te stellen. Ook in 2010 zijn er startersleningen verstrekt. De aanvullende storting in het Startersfonds heeft dit jaar niet plaatsgevonden, dit zal medio 2011 gebeuren. Duurzaamheidsleningen Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland Dit jaar is € 200.000 overgemaakt aan het SVN. Hiervoor kunnen particulieren van de Vogelbuurt een geldlening krijgen, waarmee zij duurzame investeringen aan hun woning kunnen financieren. In totaal is dit jaar voor € 45.000 verstrekt. Het is de bedoeling dat vanaf 2011 iedere huisbezitter binnen onze gemeente hierop aanspraak kan maken.
14
Balans 2010 30.326.416
Voorraden
Balans 2009 33.585.484
Het onderdeel voorraden wordt hieronder nader uitgesplitst in de posten ‘niet in exploitatie genomen bouwgronden’ en ‘ bouwgronden in exploitatie’. Gronden niet in exploitatie Voorraad gronden Centrumplan Gendringen Bontebrug Silvolde Den Es III Varsseveld Hofskamp-Oost III Vsv
182.823
204.492
0
Naar gronden in exploitatie 0
0
387.315
3.628
5.975
0
0
0
9.603
--
178.181
5.732
0
0
117.641
66.273
3,50
85.802
2.851
0
0
28.422
60.231
3,50
Boekwaarde 1-1-2010
Desinvestering
Investering
BoekWaarde 31-12-2010
AfWaarDering
Boekwaarde per m2 1,15
1.773.473
41.872
0
0
538.003
1.277.343
3,50
Centrumplan Terborg
250.296
19.215
0
0
269.512
0
--
Lenteleven West Gendr
106.628
154.977
0
0
0
261.606
--
1.217
39
0
0
1.256
0
--
1.504.126
1.222.901
0
0
0
2.727.027
--
25.163
-25.162
0
0
0
0
--
205.966
183.433
0
0
0
389.399
--
Lichtenberg Silvolde
640
21
0
0
0
660
--
Kromkamp Sinderen
4.466
0
0
4.466
0
0
--
1.766.825
1.141.705
0
0
1.331.375
1.577.154
17,41
3.112
1.735
0
0
0
4.847
--
917.597
218.296
0
0
0
1.135.892
81,31
10.046
45.788
0
0
0
55.834
--
7.019.989
3.223.870
0
4.466
2.286.209
7.953.185
Boekwaarde 1-1-2010
Investering
Hofskamp-Zuid Vsv Ulft-Noord, Biezenakker II Varsselder-Veldhunten Akkermansweide Terborg
Strategische aankopen Den Dam Breedenbroek Het Anker Ulft Varsselder (3e speelveld) Totaal
Gronden In exploitatie Vlasakker Megchelen Rieze IV Ulft Mariengaarde Gendringen Rieze VI Ulft De Hutten Noord Ulft De Hutten Zuid Ulft Rieze V Ulft Centrumplan Ulft Slawijkseweg Netterden Hofskamp-Oost II Vsv Eskopje Varsseveld Centrumplan Varsseveld Schimmels III Etten Essenkamp Varsseveld Kromkamp Sinderen Bomenbuurt Ulft Varsselder V/dPavert Gevolgen Woonvisie Totaal
Desinvestering
BoekWaarde 31-12-2010
-72.803 -249.916 32.941 2.691.489 5.943.462 4.573.266 2.653.259 2.689.533 238.531 9.687.037 -7.276 73.790 -5.597 687.622 0 0 0
72.803 9.650 -32.941 163.722 1.189.194 1.494.740 120.622 977.192 47.301 791.752 449.456 118.531 2.965 36.772 1.904.471 1.441.349 1.603.810
0 0 0 534.498 968.605 337.084 0 548.402 0 139.004 90.547 80.422 0 0 0 500 0
0 -240.266 0 2.320.713 6.164.052 5.730.922 2.773.882 3.118.323 285.832 10.339.786 351.635 111.899 -2.632 724.394 1.904.471 1.440.849 1.603.810
28.935.342
10.391.388
2.699.062
36.627.668
Exploitaties met verwacht voordelig resultaat 0 736.718 0 76.346 0 0 9.983 0 0 0 0 0 0 4.049 0 0 112.391 0 939.487
Voorziening verlieslatend complex
Balanswaarde 31-12-2010
0 0 0 0 831.340 877.315 0 1.852.876 40.344 96.913 93.569 38.729 933 0 71.255 351.137 0 10.000.000
0 -240.266 0 2.320.713 5.332.712 4.853.607 2.773.882 1.265.447 245.489 10.242.873 258.038 73.170 -3.565 724.394 1.833.216 1.089.712 1.603.810
14.254.437 *
22.373.231
* Dit zijn de complexen met een in de toekomst verwacht nadelig resultaat. Hiervoor zijn 2 aparte verliesvoorzieningen genomen. Deze voorzieningen worden op de balans als “verliesvoorziening voorraden” en “verliesvoorziening woonvisie” negatief gepresenteerd onder de vlottende activa. Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.
15
Balans 2010 1.245.314
Uitzettingen korter dan één jaar
Balans 2009 1.401.895
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of korter kunnen als volgt gespecificeerd worden: Soort vordering Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte deposito RC-verhoudingen met niet-financiële instellingen Overige debiteuren Overige uitzettingen Totaal
Saldo per 31-12-2009 64.249
Saldo 31-12-2010
Voorziening oninbaarheid
Saldo 31-12-2010
50.051
0
50.051
0
0
0
0
0
0
0
0
1.337.646
1.430.761
235.498
1.195.263
0
0
0
0
1.401.895
1.480.812
235.498
1.245.314
Het saldo van de vorderingen op 31 december 2010 is € 1.245.314. Het saldo van deze vorderingen bedraagt ultimo maart 2011 € 964.747 Hiervan heeft € 462.726 betrekking op vorderingen ouder dan 2010. De verschillende vorderingen hebben aanleiding gegeven tot het vormen van een voorziening dubieuze debiteuren. De voorziening dubieuze debiteuren is als volgt opgebouwd: Omschrijving Algemene debiteuren Belastingdebiteuren Totaal
Bedrag 202.257 33.241 235.498
Van de belastingdebiteuren is 10% en van de privaatrechtelijke vorderingen is 5% van de openstaande vorderingen opgenomen als dubieus. Daarnaast zijn enkele posten opgenomen waarvan vrij zeker is dat ze niet kunnen worden geïnd (bijvoorbeeld faillissement, schuldsanering).
Liquide middelen
Balans 2010 112.605
Balans 2009 101.315
2010 33.705 69.716 9.184 112.605
2009 78.421 6.915 15.978 101.315
De liquide middelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Omschrijving Banksaldi Girosaldi Kassaldi Boekwaarde per 31 december
16
Overlopende activa
Balans 2010 6.907.450
Balans 2009 7.466.297
2010 5.390.280 1.344.340 172.830 6.907.450
2009 6.087.395 1.378.902
De overlopende activa kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Omschrijving Nog te ontvangen bedragen Vooruit betaalde bedragen Overige overlopende activa Boekwaarde per 31 december
7.466.297
In de post “Nog te ontvangen bedragen” is een bedrag van € 4.041.340 opgenomen uit hoofde van de BCF-declaratie over 2010, dit bedrag zal rond 1 juli 2011 worden ontvangen. Daarnaast zijn als belangrijke posten te noemen een nog te ontvangen provinciale subsidie ad € 250.000 voor herinrichting Terborg, beschikking 2009, te verrekenen omzetbelasting uit oude jaren ad € 196.494 en de rentevergoeding á € 98.133 van Vitens over de achtergestelde lening. Het saldo “Vooruit betaalde bedragen”, bestaat met name uit betaalde verzekeringspremies voor het jaar 2011 á € 190.000, Contributie VNG € 50.000, voorschot GGD € 280.000 en voor € 205.000 aan interne uren, besteed aan investeringen. De “Overige overlopende activa” betreffen voor het grootste deel vorderingen op belastingdienst.
17
Passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen kan als volgt worden gespecificeerd: Omschrijving Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat verslagjaar Te onttrekken rekeningresultaat Boekwaarde per 31 december
Balans 2010 41.218.133
Balans 2009 55.411.177
2010 27.209.284 14.095.537
2009 8.900.412 12.052.948 34.457.818
-86.688 41.218.133
55.411.177
Algemene reserve De algemene reserve is bedoeld om mogelijke risico's en fluctuaties in de exploitatiesfeer op te kunnen vangen. Het is een vermogensbestanddeel dat bedrijfseconomisch gezien vrij aanwendbaar is. De algemene reserve kan als volgt worden gespecificeerd: Verloop algemene reserves
Saldo 01-012010
Algemene reserve *
41.153.178
490.276
799.839
16.193.562
0
950.052
9.501
0
0
0
42.103.230
499.777
799.839
16.193.562
0
Algemene reserve grondexploitatie Totaal
*
Rente Overige Onttrekking Vermindering Bestemming Saldo toevoeging toevoeging ter dekking resultaat 31-12van 2010 afschrijvingen Nnb 26.249.731
0
959.553
Nnb 27.209.284
Met het bestemmen van het resultaat over 2009 is per 1-1- 2010 € 33.135.818 van de verkoopopbrengst aandelen NUON toegevoegd aan de Algemene reserve. € 67.000 is overgehouden op het budget opstellen structuurvisie en is dit jaar uitgegeven.
De toevoegingen betreffen: - Er is voor een bedrag van € 499.777 aan bespaarde rente toegevoegd aan de Algemene reserves. - Een toevoeging in verband met de achtergestelde lening Vitens van € 179.000. - Toevoegingen vanuit het grondbedrijf i.v.m. afronding en inbreng projecten € 595.035 - Vrijval verliesvoorziening Riezengaarde € 25.804 De onttrekkingen betreffen: - De verliesvoorzieningen grondbedrijf is verhoogd met € 1.884.590. Daarmee komt de hoogte van de verliesvoorziening op € 4.254.437. - Verliesvoorziening in het kader van de woonvisie á € 10.000.000. Afwaardering gronden niet in exploitatie € 2.286.209, voorbereiding en communicatie OWN2020 € 481.631 en afsluiting complexen Mariëngaarde en Zaagmolenpad € 44.191. Totaal € 2.812.031. - Bijdrage aan Rationeel wegbeheer € 1.000.000, besloten bij begroting 2010. - Uitgaven resultaat 2010 ten behoeve het opstellen van structuurplannen € 67.000. - Compensatie diverse kosten DRU Cultuurfabriek € 129.940 conform besluit financiële opzet DRU. - Bijdrage herontwikkeling terrein Kiwitz € 300.000 zoals door uw raad is besloten in februari 2007. Naast genoemde onttrekkingen stellen wij u de volgende onttrekkingen voor: - Een reservering om uitgestelde raadsprojecten uit te kunnen voeren € 88.000. - Nog te betalen kosten in verband met fusietraject peuterspeelzalen € 65.600. - Inhuur ten behoeve van afronding project bewerking blijvende dossiers archief € 32.500. - Aanwending om exploitatie 2010 sluitend te maken € 86.688. (resultaatbestemming)
18
Bestemmingsreserves Op grond van artikel 43 BBV wordt onder een bestemmingsreserve verstaan een reserve waaraan door de gemeenteraad een specifieke bestemming is gegeven. Tot de bestemmingsreserves worden ook gerekend: • bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden; • overige bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves kunnen als volgt worden gespecificeerd: Verloop bestemmingsreserves
Saldo 01-01-2010
Rente toevoeging
Overige toevoeging
Onttrekking
Vermindering ter dekking van afschrijvingen
Bestemming resultaat 2010
Saldo 3112-2010
Bestemmingsreserves volledig bestemd: Reserve bufferfonds riolering **
0
0
1.731.867
Reserve verplaatsing smeltkroes/bibliotheek/centrumplan Ulft
116.761
1.168
0
91.553
0
0
26.376
Reserve onderwijshuisvesting (Brede School)
149.293
1.493
0
40.170
0
0
110.616
1.193.868
53.724
0
0
91.032
0
1.156.560
826.035
37.172
0
0
126.184
0
737.023
Reserve Almende College: Past.Bleumersmavo Reserve Paasberghal Reserve bijdrage 2005 Almende College: Isalacollege
1.731.867
1.273.126
57.291
0
0
93.666
0
1.236.751
Reserve werf Varsseveld
541.143
24.351
0
0
135.390
0
430.104
Reserve BBV Wegen
295.149
2.951
0
298.100
0
0
0
Reserve opknap Ulfterbrug
269.777
2.698
0
0
0
0
272.475
2.202.280
0
0
179.000
0
0
2.023.280
206.780
2.068
14.593
0
0
0
223.441
Reserve dividend BNG 2006
1.354.889
13.549
0
54.500
0
0
1.313.938
Reserve Cultuurcluster
1.175.295
11.753
0
275.000
0
0
912.048
Reserve WMO
676.199
6.762
0
582.961
0
0
100.000
Reserve Opleiding en ontwikkeling personeel
183.104
1.831
0
40.519
0
0
144.416
Reserve economische recessie *
500.000
5.000
0
368.789
0
0
136.211
20.000
200
0
0
0
0
20.200
Reserve archeologie *
500.000
5.000
0
0
0
0
505.000
Reserve banenplan ISWI *
235.000
2.350
0
0
0
0
237.350
0
0
1.177.569
0
0
0
1.177.569
11.718.699
229.361
2.924.029
1.930.592
446.272
0
12.495.225
Reserve beeldende kunst
94.016
940
16.431
0
0
0
111.387
Reserve monumenten
57.115
571
0
0
0
0
57.686
Reserve reconstructie wegen
71.490
715
0
0
0
0
72.205
139.517
1.395
0
0
0
0
140.912
7.429
74
0
0
0
0
7.503
327.693
3.277
0
85.440
0
0
245.530
Reserve achtergestelde lening Vitens Reserve begraafrechten
Reserve aanloopkosten VNG congres *
Reserve gelden Langenberg Totaal *
Overige bestemmingsreserves:
Reserve onderhoud openbaar groen Reserve Bodemsanering Openbare werken Fonds bovenwijkse voorzieningen grondexpl. Reserve achterterrein 't Klooster Ulft
17.683
177
0
0
0
0
17.860
Reserve stimulering leefbaarheid
214.252
2.143
28.727
0
0
0
245.122
Reserve bijdrage De Hutten
112.394
1.124
0
0
0
0
113.518
Reserve komuitleg grondexploitatie
203.297
2.033
12.195
0
0
0
217.525
Reserve revitalisering bedrijfsterreinen
302.920
3.029
23.260
0
0
0
329.209
Reserve aanloop- en frictiekosten Cultuurcluster Totaal overige bestemmingsreserves
Totaal bestemmingsreserves
41.443
414
0
0
0
0
41.857
1.589.249
15.892
80.613
85.440
0
0
1.600.314
13.307.948
245.253
3.004.642
2.016.032
446.272
0
14.095.539
19
* Met het bestemmen van het resultaat 2009 zijn diverse reserves ingesteld ter hoogte van € 1.255.000. (economische recessie, aanloopkosten VNG, archeologie en banenplan ISWI) Toelichting: de ' bestemmingsreserves volledig bestemd' betreft reserves waarbij al volledig het verloop is vastgelegd. Op het moment dat deze worden aangewend voor andere doeleinden dan heeft dit een nadelig effect op het saldo van de begroting. Bij aanwending van de overige bestemmingsreserves heeft dit niet direct gevolgen voor de begroting.
De volgende reserves dienen ter dekking van kapitaallasten: • Reserve Almende College (Past. Bleumersmavo) • Reserve Paasberghal • Reserve Almende College (Isalacollege) • Reserve werf Varsseveld Hieronder wordt de aard en reden weergegeven per reserve op grond van artikel 54 van het Besluit Begroting en Verantwoording. Bestemmingsreserves volledig bestemd: ** Reserve Bufferfonds riolering Aangezien wij op dit moment de toereikendheid van voorziening “Bufferfonds Riolering” in combinatie met de nu geldende GRP niet voldoende kunnen onderbouwen zijn wij op grond van de BBV verplicht de gelden over te boeken naar deze nieuw gevormde reserve. Het is de bedoeling dat, met het vaststellen van het nieuwe GRP in 2011, het totaal van deze reserve weer wordt overgeboekt naar de opnieuw te vormen voorziening “Buffersfonds Riolering”. Reserve verplaatsing smeltkroes/bibliotheek/centrumplan Ulft De kosten van bovengenoemde projecten worden ten laste van deze reserve gebracht. Reserve Brede School Deze reserve dient ter dekking van de realisatie van de Brede School Terborg en inmiddels deels bestemd voor de inrichting van het Kulturhus. Het restantsaldo wordt in 2011 betrokken bij de eindafrekening van de Rietborgh. Reserve Almende College: Past.Bleumersmavo Deze reserve is in het leven geroepen om de kapitaallasten van de terzake uitgevoerde investering langjarig te kunnen dekken. Jaarlijks wordt de marktrente( 4,5%) op de reserve bijgeschreven. Reserve Paasberghal Deze reserve is in het leven geroepen om de kapitaallasten van de terzake uitgevoerde investering langjarig te kunnen dekken. Jaarlijks wordt de marktrente(4,5%) op de reserve bijgeschreven. Reserve bijdrage 2005 Almende College: Isalacollege Deze reserve is in het leven geroepen om de kapitaallasten van de terzake uitgevoerde investering langjarig te kunnen dekken. Jaarlijks wordt de marktrente( 4,5%) op de reserve bijgeschreven. Reserve werf Varsseveld Deze reserve is in het leven geroepen om de kapitaallasten van de terzake uitgevoerde investering langjarig te kunnen dekken. Jaarlijks wordt de marktrente( 4,5%) op de reserve bijgeschreven. Reserve BBV wegen Deze reserve is ingesteld, vooruitlopend op het uit de investeringen halen van onderhoud wegen. Dit is een wettelijke verplichting. De reserve is dit jaar leeg geboekt.
20
Reserve opknap Ulfterbrug Deze reserve is benodigd voor uit te voeren noodzakelijk onderhoud aan de Ulfterbrug. Aangezien de brug voor een deel in beheer en onderhoud is van het Waterschap Rijn en IJssel moet met het Waterschap nog een afspraak worden gemaakt over de verdeling van de kosten. De besprekingen over de Ulfterbrug met het Waterschap zijn afgerond. Uitvoering van het groot onderhoud aan de Ulfterbrug is inmiddels in 2010 opgestart. Reserve achtergestelde lening Vitens De reserve is in 2006 gevormd in verband met de verkoop van de preferente aandelen Vitens. De reserve valt in 15 jaar (jaarlijkse termijn € 179.000) vrij ten gunste van de Algemene Reserve. Reserve begraafrechten De reserve is gevormd en wordt jaarlijks aangevuld met de jaarlijkse ontvangen afkoopsommen voor onderhoud van graven. Deze reserve heeft tot doel om de schommelingen in de tarieven op te vangen. Reserve dividend BNG 2006 In het jaar 2006 is er van de Bank Nederlandse Gemeenten een extra dividend ontvangen van € 1.449.910. De raad heeft dit bedrag bestemd ter financiering van de majeure projecten van de gemeente Oude IJsselstreek (DRU-cultuurfabriek). Reserve Cultuurcluster Evenals in 2006 is er in 2007 een extra dividenduitkering van de Bank Nederlandse Gemeenten geweest. De reserve is gevormd uit deze extra dividenduitkering 2007 ( € 1.449.911). In de raadsvergadering van 21 december 2006 is besloten, dit bedrag te bestemmen voor een mogelijk toekomstig exploitatietekort bij de DRU-cultuurfabriek. Dit geldt voor een periode van 10 jaar. Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning De reserve is gevormd uit de resultaatbepaling 2007. Deels is deze reserve in 2010 besteed voor invoering van nieuwe wet- en regelgeving. De huidige reserve dient ter opvang van de kosten die we gaan maken voor de multifunctionele ontmoetingsplek /skatebaan/ speelvoorzienigenen. Reserve Opleiding en ontwikkeling personeel e Deze reserve is ingesteld ten behoeve van opleiding en ontwikkeling van personeel. In de 2 berap 2010 is besloten om de helft van de uitgekeerde IZA-gelden hiervoor te reserveren. Reserve Economische recessie Deze reserve á € 500.000 is gevormd om uitvoering te geven aan het aanvalsplan Achterhoek Authentiek Anders. Door deze extra impuls willen we doorpakken en snel en adequaal anticiperen open dingen die zich voordoen in de samenleving en die bijdragen aan economisch herstel op lokale en regionale schaal. Sleutelwoorden zijn duurzaamheid en innovatie. Reserve VNG congres De Achterhoek is in 2011 gastregio voor het VNG congres. Er is afgesproken dat alle deelnemende gemeenten per inwoner € 0,50 reserveren voor de uitvoering van het congres. Voor onze gemeente komt dat neer op ongeveer € 20.000. Reserve Archeologie In het verdrag van Malta wordt beoogd dat cultureel erfgoed in de bodem dat in de bodem zit beter beschermd wordt. In Terborg zijn er op het terrein van de Coöp archeologische resten gevonden. Om hier gedegen archeologisch onderzoek te kunnen doen is deze reserve á € 500.000 ingesteld. De uitvoeringskosten voor het archeologisch onderzoek zijn inmiddels door Wonion vooruitbetaald. Vanuit deze reserve zal de gemeentelijke bijdrage in 2011 betaald worden. Reserve salariskosten aangenomen medewerkers ISWI Om navolging te kunnen geven aan het succesvolle project is € 235.000,00 gereserveerd om salariskosten te kunnen betalen. Reserve Langenberggelden De Regio Achterhoek heeft dit jaar de calamiteitenreserve, groot € 1.177.569 aan ons uitbetaald. Tijdens de raadsvergadering van 4 november is besloten deze gelden in te zetten om de
21
minderopbrengsten OZB over de periode 2011 tot en met 2014 af te dekken. Tevens dient deze ter dekking van de kapitaallasten van de kleine investeringen voor Veiligheid (investeringslijst 2011) Overige bestemmingsreserves: Reserve beeldende kunst Het doel van de reserve is het realiseren van kunstwerken in de gemeente Oude IJsselstreek. De grondslag voor deze reserve is gevormd door de nota kunst- en cultuurbeleid gemeente Oude IJsselstreek ‘met vuur voor cultuur’. Met de herijking van het kunstbeleid is de basis voor deze reserve verankerd in de meerjarenbegroting. Reserve monumenten Deze reserve is gevormd ten behoeve van lopende verplichtingen in het kader van subsidies onderhoud monumenten. Zowel voor rijksmonumenten als monumenten die op de gemeentelijke monumentenlijst voorkomen. Voorstel is om van deze reserve € 45.000 in een bestemmingsreserve molens te vormen. Reserve reconstructie wegen In 2006 is deze reserve gevormd t.b.v. een éénmalige inhaalslag om knelpunten in het onderhoud van de wegen op te lossen. Er is geconstateerd dat er een flinke achterstand bestond in het onderhoud van de bestratingen. Met name de klinkerverhardingen en de trottoirs gaven op een aantal plaatsen (te)veel oneffenheden te zien waarbij de Gemeente Oude IJsselstreek, op grond van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk gesteld kon worden voor evt. schade, als gevolg van bijvoorbeeld valpartijen. Reserve onderhoud openbaar groen Deze reserve is bedoeld voor de herinrichting van het terrein dat nu in gebruik is in park De Blenk te Ulft als tijdelijke huisvesting voor diverse zorgcentra. Er is destijds door het college van de voormalige gemeente Gendringen een besluit genomen om jaarlijks een vergoeding te vragen voor het gebruik van het terrein door de zorgcentra, met als doel om het terrein na het gebruik te kunnen herinrichten. Bodemsanering Openbare Werken De reserve is in 2001 ingesteld ten behoeve van de bodemsanering openbare werken. Mede gezien het feit dat er verontreiniging in de bodem van de voormalige opslagplaats openbare werken Gendringen (Nijverheidsweg) was geconstateerd. Deze reserve zal dienen ter dekking van mogelijke kosten opruimen bodemverontreiniging aldaar. Reserve bovenwijkse voorzieningen grondexploitatie Deze reserve wordt gevormd uit een bijdrage van € 2,50 voor iedere door de gemeente te verkopen m2 bouwgrond uit een grondcomplex. Het is een reserve gevormd voor werken of werkzaamheden, ten behoeve van verdere in- en uitbreidingsplannen (b.v. verkeersvoorzieningen en waterretentie), waarmee binnen de grondexploitatie geen rekening is gehouden, maar wel een relatie hebben met de plannen. Reserve herinrichting Achterterrein 't Klooster Ulft Deze reserve heeft geen doel meer en kan worden toegevoegd aan de reserve verplaatsing smeltkroes/bibliotheek/centrumplan Ulft. Reserve stimulering leefbaarheid De reserve dient ter stimulering van de leefbaarheid binnen de gemeente Oude IJsselstreek in de ruimste zin des woords. Met de reserve stimulering leefbaarheid kunnen initiatieven die bijdragen aan het creëren en/of in stand houden van een leef-, woon- en werkomgeving die past bij een vitale plattelandsgemeente, uitgevoerd worden. Momenteel zijn er geen concrete bestedingsdoelen te benoemen. Wel spelen er initiatieven rond wijkgericht werken en wijkbudgetten, waar deze reserve mogelijk voor ingezet kan worden.
22
Reserve bijdrage De Hutten Vanuit deze reserve is de gemeentelijke bijdrage stads- en dorpsvernieuwing verantwoord voor de uitvoering van het project de Hutten Zuid en ’t Gietelinck. Reserve fonds komuitleg grondexploitatie Deze reserve dient hetzelfde doel als de reserve bovenwijkse voorzieningen grondexploitatie. Voorstel is om deze reserve op te heffen en het saldo toe te voegen aan de reserve bovenwijkse voorzieningen grondexploitatie. Reserve fonds revitalisering bedrijfsterreinen (grondexploitatie) Deze reserve wordt gevormd uit een bijdrage van € 5,-- voor iedere door de gemeente te verkopen m2 bouwgrond uit een grondcomplex. Dit fonds kan ingezet worden voor bv bedrijfsverplaatsingen en revitalisering van bedrijventerreinen. Reserve aanloop- en frictiekosten Cultuurcluster Deze reserve is gevormd uit de resultaatbepaling 2007 en dient ter bestrijding van de toekomstige aanloopkosten uit het project Cultuurcluster.
23
Voorzieningen Balans 2010 5.402.467
Voorzieningen
Balans 2009 7.874.548
Voorzieningen worden gevormd wegens: • verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs valt in te schatten; • op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs valt in te schatten; • kosten die in een volgend dienstjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden en nog niet besteed zijn, met uitzondering van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Voorzieningen moeten precies de benodigde omvang hebben van de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet kleiner of groter zijn dan de verplichtingen of de risico’s, waarvoor ze zijn ingesteld. Om de toereikendheid van de voorzieningen te kunnen beoordelen is het noodzakelijk dat wordt beschikt over door de gemeenteraad vast te stellen beheersplannen, waaruit de benodigde omvang blijkt. Deze plannen moeten regelmatig worden geactualiseerd. Indien bij een dergelijk actualisatie blijkt dat de voorziening niet meer op niveau is, dan moet door middel van extra dotaties de voorziening weer op peil worden gebracht. Blijkt dat de voorziening meer dan toereikend is, dan kan het te veel (vrijval/surplus) eenmalig ten gunste van de exploitatie worden afgeboekt. In 2010 is gewerkt aan de actualisatie van de verschillende beheerplannen. Dit zal ook de komende jaren verder worden uitgewerkt. Hieronder wordt de aard en reden weergegeven per voorziening op grond van artikel 55 van het Besluit Begroting en Verantwoording.
24
De voorzieningen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Verloop voorzieningen Voor verplichtingen, verliezen en risico's
Saldo 01-01-2010
Toevoeging
555.182
Voorziening wachtgeldverplichting vm wethouders
206.083
Voorziening pensioenverplichting vm wethouders
519.379
Voorziening PMO en risicoinventarisatie Subtotaal
Aanwending
Saldo 31-12-2010
-
Voorziening wachtgeldverplichting vm personeel
Voorziening Verliezen bouwgrondexploitatie
Vrijval
25.804
0
0
159.640
395.542
0
0
104.313
101.770
45.000
0
87.096
477.283
0
25.804
0
0
15.000
0
4.980
100.020
60.000
25.804
356.029
1.074.614
256.650
0
136.361
1.218.217
31.630
0
0
226.043
3.385.128
1.731.867
3.631.700
0
31.830
0
9.412
175.827
457.819
0
478.879
321.021
95.000
0
62.935
300.761
4.319.287
2.241.869
90.000 1.396.448
Onderhoudsegalisatie Voorziening gemeentelijke objecten Voorziening speelruimtebeleidsplan Voorziening bufferfonds riolering Voorziening recreatiebad de Blenk Voorziening Huisvesting Onderwijs inclusief gymzalen Voorziening openbare verlichting Subtotaal
1.097.928 194.413 1.978.439 153.409 342.081 268.696 4.034.965
4.258.057
1.731.867
Van derden verkregen middelen Voorziening buitenschoolse opvang Voorziening Breedtesport
56.306 42.173
Voorziening Tijdelijke stimuleringsregeling Algemeen Maatschappelijk Werk
22.595
Voorziening opstellen klimaat- en Dubobeleid
3.329-
Voorziening preventief jeugdbeleid Voorziening Centr voor jeugd en gezin Voorziening Stimulering Goedkope Woningbouw Voorziening Participatiebonus Voorziening mantelzorgcompliment 2007
74.546 31.542
890.888 13.754 74.660
0
0
0
0
0
0
0
0
14.905
7.690
145.823
0
60.286
82.208
28.167
0
25.554
77.159
129.570
0
67.943
93.169
340.235
0
316.503
914.620
0
13.754
0
0
0
0
0
50.000
0
552.000
738.000
56.306 42.173
74.660
Voorziening Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten
1.240.000
Subtotaal
2.443.135
693.795
13.754
1.037.191
2.085.984
Totaal
7.874.548
5.011.852
1.771.425
5.712.507
5.402.467
25
Voor verplichtingen, verliezen en risico's Voorziening wachtgeldverplichting vm personeel Deze voorziening is gevormd ter bekostiging van de wachtgeldverplichting van een aantal personeelsleden van de voormalige gemeenten Gendringen en Wisch. Voorziening wachtgeldverplichting vm wethouders Deze voorziening is gevormd ter bekostiging van de wachtgeldverplichting van de voormalige wethouders van de voormalige gemeenten Gendringen en Wisch. Voorziening pensioenverplichting vm wethouders Deze voorziening is gevormd ter bekostiging van de pensioenvoorziening van de voormalige wethouders van de voormalige gemeenten Gendringen en Wisch. Voorziening verliezen bouwgrondexploitatie Deze voorziening is gevormd in verband met een verwacht nadelig resultaat van de bouwgrondexploitatie Riezengrave. Dit project inmiddels afgerond, derhalve zijn de gelden overgeboekt naar de Algemene Reserve Voorziening PMO en risicoinventarisatie Deze voorziening is gevormd voor het bekostigen van de wettelijke verplichtingen voor een Periodiek Arbeids- en Geneeskundig Onderzoek alsmede een risico-inventarisatie eenmaal in de 4 jaar. Onderhoudsegalisatie Gemeentelijke objecten Deze voorziening is opgebouwd op basis van een meerjarenonderhoudsplan (MOP) met als doel de kwaliteit van de gemeentelijke gebouwen te kunnen waarborgen. Het uitgangspunt hierbij is sober en doelmatig, maar wel gericht op kwaliteit (ook in milieutermen). Het MOP wordt financieel vertaald in een jaarlijkse bijdrage ten laste van de exploitatie ten gunste van de voorziening. Om de 10 jaar wordt het MOP vastgesteld en op basis van een jaarplan wordt het geactualiseerd en uitgevoerd. Over het jaar 2010 werd € 256.650 toegevoegd aan deze voorziening. Voorziening speelruimtebeleidsplan Het doel van deze voorziening is om de pieken in de verschillende vervangingsjaren op te kunnen vangen. Er is een financiële vertaling van plannen gemaakt. In de exploitatiebegroting is een jaarlijks gelijkblijvend bedrag (€ 31.630) opgenomen om dit te kunnen realiseren. Voorziening bufferfonds riolering Dit fonds is ingesteld bij de vaststelling van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) en dient gezien te worden als een egalisatiefonds. Jaarlijkse exploitatie-uitgaven riolering dienen gedekt te worden uit dit fonds, terwijl de ontvangen rioolrechten over het jaar aan het fonds worden toegevoegd. Met behulp van dit fonds is de bij het GRP voorziene tariefstijging van de rioolbelasting gereguleerd en genivelleerd. Aangezien wij op dit moment de toereikendheid van de voorziening in combinatie met de nu geldende GRP niet voldoende kunnen onderbouwen, zijn wij op grond van de BBV verplicht de gelden over te boeken naar de nieuw gevormde bestemmingsreserve “Bufferfonds riolering”. Het is de bedoeling dat met het vaststellen van het nieuwe GRP in 2011 deze reserve weer wordt overgeboekt naar de opnieuw te vormen voorziening “Buffersfonds Riolering”.
26
Voorziening recreatiebad de Blenk Deze voorziening is opgebouwd op basis van een meerjarenonderhoudsplan (MOP) vanuit de voormalige gemeente Gendringen met als doel de kwaliteit van het zwembad de Blenk te kunnen waarborgen. Het uitgangspunt hierbij is sober en doelmatig maar wel kwaliteit (ook in milieutermen). Het MOP wordt financieel vertaald in een jaarlijkse bijdrage (€ 31.830) ten laste van de exploitatie ten gunste van de voorziening. Deze voorziening is ontstaan vanuit het meerjarenonderhoudsplan gemeente Gendringen van waaruit het zwembad specifiek is uitgelicht. Voorziening Huisvesting Onderwijs inclusief gymzalen Deze voorziening is opgebouwd op basis van een meerjarenonderhoudsplan (MOP) met als doel de kwaliteit van de gemeentelijke onderwijsgebouwen te kunnen waarborgen. Het uitgangspunt hierbij is sober en doelmatig, maar wel kwaliteit. Het MOP wordt financieel vertaald in een jaarlijkse bijdrage ten laste van de exploitatie ten gunste van de voorziening. Dit jaar zijn er ook vanuit het ministerie OC&W tevens gelden ontvangen ter verbetering van het binnenmilieu klimaat. Voorziening openbare verlichting Deze voorziening dient voor het op peil houden en brengen van de Openbare verlichting in de gemeente Oude IJsselstreek. Er is een financiële vertaling van plannen gemaakt. Hierdoor is het in de exploitatiebegroting opgenomen bedrag ( € 95.000) elk jaar gelijk en kunnen pieken gemakkelijk worden opgevangen. Er is een doorrekening gemaakt van alle benodigde vervangingsplannen. Met een extra investering in 2006 (kerntakendiscussie) van € 400.000 is een inhaalslag gedaan om de achterstand weg te werken. Een vervangingsplan ligt hieraan ten grondslag. Het vervangings(beheers)plan laat tot 2015 een stabiel verloop zien, mits de huidige voorziening in stand kan blijven. In 2010 zal het plan worden geactualiseerd. Van derden verkregen middelen Voorziening buitenschoolse opvang De voormalige gemeente Gendringen ontving een rijksbijdrage in het kader van de regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang. Deze regeling wordt namens de gemeente uitgevoerd door Humanitas. De ontvangen bijdrage wordt doorbetaald aan Humanitas. De voorziening dient gehandhaafd te worden in verband met specifiek van derden verkregen middelen. Voorziening Breedtesport De Breedtesportimpuls is een stimuleringsregeling die bedoeld is om gemeenten te ondersteunen bij projecten die bijdragen aan een structurele verbetering van het lokale sportaanbod. Het betreft een co-financiering met het ministerie van VWS. Van alle nog niet benutte middelen is een voorziening gevormd. Deze voorziening moet mogelijk benut worden om de eventueel teveel ontvangen bijdrage van het Ministerie van VWS terug te betalen. Voorziening Tijdelijke stimuleringsregeling Algemeen Maatschappelijk Werk De voormalige gemeente Gendringen ontving in het kader van deze regeling een rijksbijdrage. De regeling werd door de gemeente uitgevoerd door Sensire. Aan de doelstellingen van de stimuleringsregeling is voldaan. Er is meer maatschappelijk werk aangeboden, dus hoeft er niet terugbetaald te worden aan het Rijk. Het restant van de voorziening is/wordt benut in 2011 voor een impuls/pilot (school)maatschappelijk werk.
27
Voorziening opstellen klimaat en Dubo-beleid 2003-2007 De gemeente ontvangt gedurende de periode van vier jaar een BANS subsidie voor de implementatie van het klimaat en Dubobeleid. De gemeente betaalt ook eigen middelen ter co-financiering. In 2010 zijn via de algemene uitkering gelden ontvangen voor het klimaatbeleid en toegevoegd aan deze voorziening. Ook de uitvoeringskosten e.d. van de duurzaamheidleningen via de SVN worden hieruit betaald. Voorziening preventief jeugdbeleid In het kader van preventief jeugdbeleid is in 2009 een specifieke uitkering van het Rijk ontvangen van € 31.011. Daarnaast zijn in 2010 in het kader van de regeling Centra voor Jeugd en Gezin specifiek gelden ontvangen voor jeugdbeleid. De aanwezige gelden op de voorziening dienen beschikbaar te blijven voor jeugdbeleid. Voorziening Centrum voor jeugd en gezin Deze voorziening is gevormd uit de middelen die de gemeente heeft ontvangen van de provincie t.b.v. een Centrum voor Jeugd en Gezin en uit de middelen in het kader van de brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin. De middelen, welke in de nabije toekomst nog zullen worden ontvangen, worden bijgeboekt op deze voorziening en voor dit doel ingezet. Voorziening Stimulering Goedkope Woningbouw Deze voorziening is gevormd uit de middelen die de gemeente heeft ontvangen van de provincie. Om de dreiging van een aanzienlijk tekort in het aanbod van woningen in het betaalbare segment tot staan te brengen hebben Provinciale Staten in 2007 een stimuleringsbijdrage ingesteld. Ook de uitvoeringskosten e.d. van de startersleningen via de SVN worden hieruit betaald Voorziening Participatiebonus Om de in het Deltaplan inburgering geformuleerde doelstellingen te bereiken stelt het Rijk vanaf 2009 extra middelen beschikbaar in de vorm van een zogenaamde “participatiebonus”. Deze gelden zijn dit jaar overgeboekt naar de balanspost “Vooruitonvangen van derden verkregen middelen”. Voorziening mantelzorgcompliment 2007 Betreft een binnen ontvangen bijdrage voor de stimulering van mantelzorg. Voorziening Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten. Deze voorziening is gevormd uit de middelen die de gemeente heeft ontvangen van Senter Novem (agentschap ministerie VROM) in het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Woningbouwprojecten. Voor diverse projecten binnen de gemeente zijn subsidies ontvangen.
28
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Balans 2010 97.026.709
Vaste schulden
Balans 2009 85.514.188
De vaste schulden zijn schulden met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer. Het verloop van de vaste schulden kan als volgt worden weergegeven: Vaste schulden
Onderhandse leningen van binnenlandse pensioenfondsen en overige financiële instellingen Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen Waarborgsommen Totaal
Saldo
Opgenomen
1-1-2010
in 2010
Rente 2010
Aflossing 2010
Saldo 31-12-2010
1.270.585
0
75.600
181.512
1.089.073
84.210.381
15.000.000
3.965.455
3.306.442
95.903.939
33.222 85.514.188
700 15.000.700
4.041.055
225 3.488.179
33.697 97.026.709
De totale rentelasten in 2010 hebben € 4.041.055 bedragen.
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar. Balans 2010 19.902.658
Netto vlottende schulden
Balans 2009 15.166.601
De netto vlottende schulden zijn schulden met een oorspronkelijke looptijd van korter dan één jaar.
De specificatie van de post netto vlottende schulden is als volgt:
Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Crediteuren RC verhouding met Stichtingen Gasthuisfonds en Idinkbos/Paasberg Totaal
Saldo 31-12-2010 13.000.000 2.022.071 4.586.310
Saldo 31-12-2009 10.000.000 801.569 4.122.132
294.277
242.900
19.902.658
15.166.601
Ultimo maart 2011 zijn de nog te betalen facturen onder de post crediteuren grotendeels afgewikkeld.
29
Overlopende passiva Balans 2010 4.483.469
Overlopende passiva
Balans 2009 3.221.915
De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:
Van derden verkregen middelen: OAB-Onderwijsachterstandenbeleid
Saldo 1-1-2010 Toevoeging 115.762 0
Aanwending 0
Saldo 31-12-2010 115.762
WI-Wet Inburgering
493.313
13.754
163.987
343.080
Generaal Pardon Regeling
159.717
0
0
159.717
WSW Gelden
0
27.510
0
27.510
Proj. Gezamenlijke beoordeling
0
60.000
0
60.000
Project Bomenbuurt
0
220.000
0
220.000
Project Biezenakker
0
50.000
0
50.000
Bijdrage jeugd en gezin
0
16.144
0
16.144
Subsidie praktische Gezinsondersteuning
0
138.095
0
138.095 290.000
Versnellingsgelden bodemsanering Schuldhulpverlening Subtotaal vooruitontvangen bedragen
0
290.000
0
36.936
58.093
43.314
51.715
805.729
873.596
207.301
1.472.024
100.102
489.406
Nog te betalen bedragen
1.225.315
1.538.101
Overige overlopende passiva
1.090.769
983.939
Totaal
3.221.915
4.483.469
Met ingang van het jaar 2009 moeten specifieke uitkeringen met een ingangsdatum van vóór 2007 opgenomen worden onder de overlopende passiva. Daarvoor werden deze uitkeringen opgenomen onder de voorzieningen. Jaarlijks wordt bekeken of er een onttrekking of juist een toevoeging plaats vindt. Bij sommige uitkeringen geldt dat wanneer naar verloop van tijd de gelden niet volgens beschikkingsafspraak zijn besteedt, de gelden terug betaald dienen te worden. Hieronder staan de > € 100.000 die dit jaar erbij zijn gekomen. De subsidie praktische Gezinsuitbreiding, groot € 138.095 is bestemd om lichte en middelzware opvoedingsvraagstukken tijdelijk op te lossen, waarbij binnen het gezin geen sprake is van een vermoedelijke aandoening bij het gezin. De versnellingsgelden bodemsanering, € 290.000 betreft een werkvoorschot van 50% ten behoeve van het project Centrum Terborg. Het is de bedoeling om de gelden van het project Bomenbuurt á € 220.000 in te zetten om 22 woningen een subsidie te verlenen van € 10.000 om de verkoop van de woningen aldaar aantrekkelijker te maken. Onder “Vooruit ontvangen bedragen” zijn 2 bedragen vanuit de Staat van activa hiernaar toe geboekt. Omdat er bij gebrek aan investeringsuitgaven een negatieve kapitaallast ontstond. Het betreft verkoop grond Lichtenberg en ruiling grond Stoltenborg. Het in 2009 ontvangen bedrag van Prorail, á € 100.000 blijft voorlopig ook nog staan totdat er uitgaven gedaan worden. Onder de post “nog te betalen bedragen” staan o.a. diverse kosten WMO, leerlingenvervoer en nog na te betalen subsidies. De post `Overige overlopende passiva` bestaat voornamelijk uit nog af te dragen loonheffing en diverse sociale premies van de maand december. Het grootste gedeelte is derhalve eind januari 2011 door ons betaald.
30
Hoofdstuk 5 Waarborgen en garanties Conform artikel 50 van het BBV wordt aan de passiefzijde van de balans buiten de balanstelling opgenomen het bedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt. Het onderdeel woningbouw betreft de achtervangpositie die de gemeente heeft ten aanzien van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Het betreft de waarborgen en garanties voor zover ze op dit moment bekend zijn.
Borgstellingen (aard van de geldlening) Woningbouw Drinkwatervoorz. Bouw bibliotheek 2 Accommodatie 2 R.C.-krediet Accommodatie 3 Accommodatie 4 Accommodatie 6 Accommodatie 7 Accommodatie 8 Accommodatie 9 TOTAAL
Oorspronkelijk bedrag
Percentage borgstelling
97.620.212 189.200.000 ca. 3.15% 95.293 90.756 54.453 907.560 52.184 1.037.931 22.689 90.756 1.350.000 290.521.834
Restantbedrag 1-1-2010
Restantbedrag 31-12-2010
50%
50.147.463
48.353.906
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 10
1.079.500 59.680 820 54.453 243.285 15.456 336.010 12.479 43.675 1.350.000 53.342.821
689.200 56.811 0 54.453 186.915 14.131 273.275 11.722 38.164 1.215.000 50.893.577
Het betreft oude waarborgen en garanties die conform de voorschriften vermeld worden. Hieronder een nadere toelichting per nog resterende borgstelling op 31-12-2010:
Borgstellingen Woningbouw
Drinkwatervoorz. Bouw bibliotheek 2 Accommodatie 2 R.C.-krediet Accommodatie 3 Accommodatie 4 Accommodatie 6 Accommodatie 7 Accommodatie 8 Accommodatie 9
omschrijving Diverse borgstellingen in het kader van de Waarborgfonds Sociale Woningbouw Rente en aflossing van lening Bouw bibliotheek Gendringen Bouw club en kleedaccommodatie Rekening courant krediet Nieuwbouw/renovatie bejaardencentrum Renovatie sportzaal Etten Nieuwbouw /renovatie bejaardencentrum Onderhoud sportzaal Herfinanciering onderhoud Borgstelling lening tbv inventaris
31
geldnemer Wisch Wonen en Parès
Besluit d.d. div.
N.V. W.O.G. Doetinchem Stg. Cultuur en Ontspanning V.V. Ulftse Boys
28-02-1962 28-03-1972 31-01-1980
M.M. Postel Gendringen M.M. Postel Gendringen
Dec. 1985 28-01-1988
Stg. Sportbelangen Etten M.M. Postel Gendringen
29-09-1988 28-01-1988
Stg. Sportbelangen Etten Stg. Sportbelangen Breedenbroek DRU-Cultuurfabriek
30-05-1996 29-02-1996 28-08-2010
Hoofdstuk 6 Toelichting op de niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen Verplichtingen Contracten Er zijn diverse contracten meerjarig of voor onbepaalde duur afgesloten. Hieronder volgt een opsomming met daarbij een korte toelichting, de volume van dit jaar en einde contractsjaar.
Bedrijfsnaam Klomp groepvervoer BV Raetsheren van Orden Raetsheren van Orden Dusseldorp Rioolservice Salland Oliemaatschappij Ter Horst Milieu Sita Ecoservie Nationale Nederlanden Electrabel Nederland
omschrijving leerlingenvervoer CAR verzekering Opstalverzekering Rioolinspectie Brandstof Inzameling huisvuil Inzameling huisvuil Premie eigen risico WGA Gas en electriciteit
Volume in 2010 € 278.000 € 20.000 € 105.000 € 95.000 € 95.000 € 311.000 € 291.000 € 35.000 € 330.000
Jaar einde contract 2013 2012 2012 2017 2013 Opgezegd per 1-7-11 Opgezegd per 1-7-11 2013 2011
Vorderingen Afwikkeling NUON aandelen In 2010 zijn de aandelen in NUON Energy verkocht aan het Zweedse Vattenfall. Een gedeelte van de opbrengst (€ 1.697.233) is ingehouden en gestort op een derdenrekening inzake de escrowregeling bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Deze escrow wordt in de komende vier jaar, onder verrekening van eventuele claims, uitbetaald. Jaarlijks dient de uitkering van de escrowgelden die niet langer risicodragend zijn verantwoord te worden als opbrengst. In 2010 hebben wij € 848.590 ontvangen. Per 31-12-2010 bedraagt het restant van de Escrowgelden € 848.643,00 Afwikkeling Provinciale subsidies BDU In het verleden zijn er bij de provincie diverse subsidies aangevraagd. Hiervoor is in een enkel geval een voorschot ontvangen. De uitkering van de resterende subsidiebedragen zal volgen na afwikkeling van de projecten. In totaal gaat om ruim € 875.000. In de Sisabijlage worden de meeste subsidies voorgelegd ter finale controle. Er is slechts voor € 45.000 op de balans rekening gehouden met deze ontvangsten. Deze subsidie is zelfs door de ouderdom van de vordering meegenomen in het saldo van dubieuze debiteuren.
32
Hoofdstuk 7 Toelichting op de rekening van baten en lasten 7.1 Algemeen Op grond van het Besluit Verantwoording en Begroting wordt een resultaat bepaald vóór de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Vervolgens worden de toevoegingen en onttrekkingen bepaald, waarna het resultaat ná bestemming wordt vastgesteld.
7.2 Overzicht gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen Realisatie begrotings -jaar Lokale heffingen niet gebonden Algemene uitkering Dividend Onvoorzien * Totaal
5.524.211 35.725.933 1.156.436 0 42.406.580
Raming begrotingsjaar na wijziging 5.410.780 35.338.592 1.219,000 -80.800 41.887.572
Raming begrotingsjaar voor wijziging 5.410.780 35.338.592 1.219,000 -100.800 41.867.572
* Werkelijke uitgaven ten laste van onvoorzien worden functioneel verantwoord. Voor een specificatie zie het afzonderlijke hoofdstuk 8 betreffende het overzicht algemene dekkingsmiddelen.
7.3 Gerealiseerd resultaat 2010 voor bestemming Op basis van de voorschriften BBV presenteren we eerst het saldo voor bestemming ( saldo programma’s inclusief de algemene dekkingsmiddelende, maar exclusief de reservemutaties) Zie overzicht op pagina 8. Het resultaat 2010 vóór bestemming bedraagt nadelig € 14.193.044.
7.4 Werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves De hieronder genoemde toevoegingen en onttrekkingen zijn verwerkt in de voorliggende programmarekening. Programma 01 – De Oude IJssel Vallei 02 – Vitaliteit kernen en buitengebied 03 – Oude industrie verbonden met cultuur en kunst 04 – Energiek ondernemen 05 – De organisatie combineert wettelijke taken met vernieuwingen…. 06 – Dienstverlening op maat Algemene dekkingsmiddelen TOTAAL
Onttrekking uit reserve 15.512.937 496.493 853.487 1.085.440 653.009 54.500 18.655.867
Toevoeging aan reserve 685.021 16.431 1.746.460 179.000 1.922.599 4.549.511
Het totaal van toevoegingen bestaat uit rente- en overige toevoegingen. De onttrekkingen bestaan uit verminderingen ter dekking van afschrijvingen en overige onttrekkingen. Het saldo van toevoegingen en onttrekkingen is € 14.106.356. Met andere woorden, onze reserves zijn per saldo met dit bedrag afgenomen. Zie nadere toelichting pagina 18.
33
7.5 Gerealiseerd resultaat 2010 na bestemming Het resultaat van de rekening van baten en lasten 2010 na bestemming bedraagt nadelig € 86.688 Het resultaat 2010 is als volgt opgebouwd: Gerealiseerde baten en lasten programma´s Algemene dekkingsmiddelen Gerealiseerd resultaat vóór bestemming
-56.599.623 42.406.580 -14.193.044
Werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
14.106.356
Gerealiseerd resultaat ná bestemming
-86.688
7.6 Analyse saldo t.o.v. begroting 2010 Resultaat Eindresultaat
-86.688
Analyse Volgens artikel 28 van het BBV bevat de toelichting op de programmarekening tenminste een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening voor alle onderdelen zoals genoemd onder paragraaf 7.5. Hieronder volgt een analyse van de jaarrekening 2010 per onderdeel. Alle afwijkingen groter dan € 25.000 worden geanalyseerd. Bij lagere afwijkingen is de hoogte van de informatiewaarde bepalend geweest om de analyse op te nemen. Voor de interne uren en de kapitaallasten is gekozen voor een totaalanalyse. De afkorting I staat voor een incidentele afwijking en de afkorting S voor Structureel. Programma 1 De Oude IJssel Vallei Analyse
I/S
Structuurplannen De opstelling van het structuurplan heeft langer geduurd en daardoor meer begeleiding gekost dan in eerste instantie voorzien. Extra kosten bijna € 40.000. Er zijn meer inspraakrondes gehouden. Bestemmingsplannen Door onderbezetting van het team Ruimtelijke Ordening heeft er veel inhuur moeten plaatsvinden om aan de minimale afhandelingstermijnen te kunnen voldoen. Daarnaast zijn er met name in het buitengebied veel ontwikkelaanvragen waaraan medewerking kan worden verleend maar waar een planwijziging voor nodig is. Niet alle gemaakte kosten konden worden verhaald. Extra kosten € 35.000. Planschade Er zijn verschillende planschadeverzoeken uitbetaald die niet op een ontwikkelaar verhaald konden worden. Daarnaast kost elk verzoek € 2.100 aan advieskosten. Hierdoor zijn de uitgaven hoger dan de inkomsten. De inkomsten zijn ontstaan doordat als een planschadeverzoek wordt afgewezen het drempelbedrag niet hoeft te worden terugbetaald. In de begroting 2010 was geen budget planschade opgenomen. Netto hebben wij € 25.000 uitbetaald.
34
Bedrag
I
40.000
Voor- of nadeel Nadeel
I
35.000
Nadeel
I
25.000
Nadeel
Analyse
I/S
WMO De WMO heeft na rekening te houden met een hogere algemene uitkering (zie aparte toelichting p. 39) nog een nadeel van € 131.000. Huishoudelijke verzorging (HV) Het tekort is met name te wijten aan het feit dat de middelen WMO niet zo snel stijgen als de stijging van de autonome vraag. Hierdoor is met name het tekort op de hulp bij het huishouden (HV) ontstaan. Daarin is te zien dat het aantal nieuwe klanten meer is toegenomen dan voorgaande jaren. Beleidsmatig is het van belang om meer inzicht te krijgen op de autonome vraag naar hulp bij het huishouden. Het tekort is ten aanzien van andere gemeenten in de regio lager, mede dankzij de inzet van de alfaconstructie. Deze constructie zorgt ervoor dat de burger dezelfde diensten ontvangt als bij Zorg In Natura, echter tegen lagere kosten. Leefvoorzieningen Het tekort op de leefvoorzieningen wordt met name veroorzaakt door een overschrijding op het budget rolstoelen en scootmobielen. Dit ondanks het feit dat 70% van de verstrekte scootmobielen en 63% van de rolstoelen een herverstrekking betreft, dus hergebruik van middelen betreft. Het aantal aangevraagde scootmobielen is wel gedaald ten opzichte van 2009, toen de overschrijding vele mate groter was op dat budget. Hiervoor kan geen verklaring worden gegeven. Wel is door de leverancier gesignaleerd dat dit een regionale trend betreft. Woonvoorzieningen De bouwkundige aanpassingen zijn beter op de goedkoopst compenserende wijze aangepakt. Hierdoor is dit budget binnen de begroting gebleven. Zwembaden Uitgaven: Energielasten Voor de zwembaden blijven de energielasten moeilijk te ramen. Er is voor de drie zwembaden een voordeel ontstaan op de energielasten van € 33.000. Voor een groot deel ontstaat dit verschil omdat de afrekening van 2009 hierin zit maar daarnaast was ook de afrekening over het jaar 2010 al tijdig bekend en is deze ook verwerkt. Dit geeft eenmalig een wat vertekend beeld, voor 2011 kunnen we met zuivere cijfers werken. Daarnaast is de mooie zomer van 2010 van invloed op het energieverbruik in het buitenbad. Inkomsten: De inkomsten bij de zwembaden hebben een positief saldo van ruim € 50.000. Enerzijds is dit te verklaren door de mooie zomer van 2010 waardoor er meer bezoekers zijn geweest bij de Paasberg dan het voorgaande jaar en waar bij de raming rekening was gehouden. De inkomsten hebben een directe relatie met de weersomstandigheden en laten zich ook moeilijk ramen. Voor 2010 betreft dit een incidentele stijging van 14.000. Daarnaast zien we bij zwembad van Pallandt ook hogere inkomsten, in voorgaande jaren zijn de ramingen steeds voorzichtig bijgesteld, naar het zich nu laat aanzien is dit een structureel beeld. Bij de eerste bestuursrapportage 2011 en voor de begroting 2012 zullen deze cijfers kritisch worden bekeken en geraamd. Het betreft een structurele stijging van € 39.000. Overige accommodaties Verhuur: Na-facturatie voorgaand dienstjaar op verhuur van diverse
35
Bedrag
Voor- of nadeel
S
131.000
I
33.000
Voordeel
I
14.000
Voordeel
S
39.000
Voordeel
I
37.000
Voordeel
Nadeel
Analyse
I/S
Bedrag
Voor- of nadeel
gemeentelijke gebouwen. Nabetaling energiekosten en servicekosten door de huurder van gebouw De Hove te Varsseveld over de jaren 2007, 2008 en 2009. Voetbalcomplexen Er zijn afspraken gemaakt over huurachterstanden over de periode van 2005 t/m 2010. Dit levert een eenmalig voordeel op van € 78.000 De voetbalverenigingen uit voormalig Gemeente Gendringen hadden een huurachterstand huur sportvelden. De clubs en de gemeente hadden hier een meningsverschil waardoor de clubs niet konden / wilden betalen. Er zijn door de gemeente ook geen rekeningen verzonden. Dit probleem is nu bijna opgelost en de meeste clubs hebben geen achterstand meer. Volkshuisvesting Dit product geeft een totaalvoordeel van € 26.000. Ter onderbouwing van gemeentelijk beleid is onderzoek gedaan naar de woningbehoefte binnen onze gemeente . Zo is o.a. deelgenomen aan de opstelling van een Regionale Woonvisie Hiervoor was € 10.000 geraamd, terwijl de gemaakte kosten in 2010 slechts € 3.500 hebben bedragen. Tevens heeft de gemeente het afgelopen jaar veel inzet geleverd voor het CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap)project met Wonion. Hiervoor was € 20.000 geraamd maar er zijn in 2010 hiervoor geen directe extra kosten gemaakt. Gronden en woningen In het jaar 2009 zijn er diverse huren opgezegd door verkoop van panden, hierdoor zijn er in 2010 minder huuropbrengsten binnengekomen in . Door deze verkopen zijn ook de kosten voor onderhoud/nutsvoorzieningen e.d. omlaag gegaan, per saldo € 8.000. Daartegenover staat een groot voordeel op dit product door de verkoop van het onroerend goed Dinxperloseweg 62 in Silvolde, á € 235.000. Kinderopvang In 2010 moesten alle gastouders die een verzoek tot registratie indienen, door GGD geïnspecteerd worden. Er zijn ruim 200 aanvragen voor registratie gastouderopvang ontvangen en afgewerkt. In verband met tijdsdruk zijn nog niet alle gastouders volledig door de GGD geïnspecteerd. De overschrijding is ontstaan door de vele inspecties. Er is een incidenteel voordeel behaald op de subsidiëring peuterspeelzalen, doordat een deel van de kosten ten laste van de specifieke uitkering onderwijs achterstanden beleid zijn gebracht. De fusie / overname van de peuterspeelzalen van Fidessa Welzijn naar Kinderopvang Humanitas zal op 1 maart 2011 een feit zijn. Sport Dit jaar is de nieuwe subsidieregeling 'welzijn, cultuur en sport, na de overgangsregeling voor het eerste jaar volledig operationeel. Met de vaststelling van de nieuwe subsidieregeling heeft de gemeenteraad enkele subsidienormen verruimd (loslaten woonplaatsbeginsel en subsidiëren vrijwilligersvergoedingen), terwijl daar in financieel opzicht geen dekking voor benoemd is. De overschrijding van € 75.000 op het budget 'subsidiëring sportverenigingen' is grotendeel hieraan te wijten. Er is € 30.000 minder uitgegeven voor breedtesport.
36
I
20.000
Voordeel
I
78.000
Voordeel
I
26.000
Voordeel
I
243.000
Voordeel
I
28.000
Nadeel
I
65.000
Voordeel
S
75.000
Nadeel
I
30.000
Voordeel
Programma 2 Vitaliteit kernen en buitengebied Analyse
I/S
Bossen en natuurterreinen Door de vroeg ingevallen winter zijn de onderhouds- en dunningswerkzaamheden uitgesteld naar begin 2011. Dit geeft een voordeel aan de uitgavenkant van € 11.500. Ten aanzien van de inkomsten dient te worden opgemerkt dat er voor € 9.500 meer hout is verkocht.
I
Bedrag 21.000
Voor- of nadeel Voordeel
Programma 3 Oude industrie verbonden met cultuur en kunst Analyse
I/S
Cultuurhistorisch erfgoed(monumenten) Het voordeel op dit product van € 24.500 is een gevolg van minder inhuren van externen t.b.v. het actualiseren en uitbreiden van de gemeentelijke monumentenlijst, omdat de inventarisatie nog niet was afgerond. Muziekonderwijs De extra kosten voor de gemeente exploitatie voor 2010 zijn eenmalig en worden veroorzaakt door de wijziging in de financiering, als gevolg van de prestatie- en budgetovereenkomst, te weten een bevoorschotting op basis van schooljaren i.p.v. boekjaren.
Bedrag
I
24.500
Voor- of nadeel Voordeel
I
60.000
Nadeel
Programma 4 Energiek ondernemen Analyse
I/S
Gladheidbestrijding Door de strenge winter 2009/2010 en door de barre winteromstandigheden, vanaf november, is er weer flink geïnvesteerd in de zoutinkoop. Budget is derhalve in 2010 met ruim € 95.000 overschreden. Minimabeleid Voor sociaal fonds en schoolkostenbijdrage zijn over 2010 meer aanvragen binnengekomen en toegekend dan verwacht. Naamsbekendheid van de regeling en de toekenningnorm hebben geleid tot meer aanvragen dan in eerste instantie verwacht. In totaliteit betekent dit een overschrijding van € 106.000. Bijzondere bijstand De aanvragen voor langdurigheidtoeslag zijn meer toegenomen dan verwacht. Het project van 2009 om niet-gebruik terug te dringen werpt meer dan verwacht zijn vruchten af. Daarnaast is de toekenningnorm verruimd en komen dus meer mensen in aanmerking voor deze regeling. Het totale nadeel op de bijzondere bijstand is € 143.000 Leerlingenvervoer In de loop van het kalenderjaar is de uitvoering van het leerlingenvervoer gegund aan de firma Klomp uit Ede. De nieuwe aanbesteding resulteert niet in lagere kosten. Het aantal leerlingen dat aanspraak maakt op leerlingenvervoer is gegroeid. Bovendien moeten steeds grotere groepen leerlingen stage lopen, wat resulteert in meer individuele ritten. De problematiek van de leerlingen die vervoerd worden lijkt de laatste jaren heviger te worden. Het aantal leerlingen dat geïndiceerd wordt voor individueel vervoerd is daardoor toegenomen. ISWI Vanuit het ISWI is in 2010 over het jaar 2009 een overschot
37
Bedrag
Voor- of nadeel Nadeel
I
95.000
S
106.000
Nadeel
S
143.000
Nadeel
S
190.000
Nadeel
I
100.000
Voordeel
Analyse
I/S
terugbetaald aan de gemeente, waardoor er een positief saldo ad € 100.000,- resteert. Dit bedrag kan worden ingezet om de loonkosten van het banenplan ISWI in 2010 (mede) te voldoen. Huisvesting Onderwijs Vanuit het Rijk is er een eenmalige bijdrage ontvangen voor binnenmilieu maatregelen. Deze bijdrage is doorgesluisd naar de basisscholen.
Bedrag
Voor- of nadeel
I
258.000
Voordeel
I
258.000
Nadeel
Programma 5 De organisatie combineert wettelijke taken met vernieuwingen in de werkwijze Analyse
I/S
Reiniging en afvalverwijdering De opbrengsten papier en Nedvang zijn hoger dan geraamd. Door de gunstige papierprijzen een voordeel behaald van € 110.000. De opbrengsten uit glas en kunststof verlopen via het afvalfonds (Nedvang). Voor 2010 heeft dit een voordeel opgeleverd van ca. € 120.000. Dit structurele voordeel wordt in de toekomst verrekend in de afvalstoffenheffing. Afvalstoffenheffing De opbrengsten afvalstoffenheffing zijn € 27.000 hoger uitgevallen dan begroot. De oorzaak ligt in het feit dat de areaaluitbreiding niet was meegenomen in de begroting. De afvalstoffenheffing en reinigingsrechten betreffen een kostendekkend verhaal. Jaarlijks wordt een afvalstoffenbegroting opgesteld met zo realistisch mogelijk geraamde kosten en inkomsten voor dát jaar. De afvalstoffenheffing is op deze begroting gebaseerd waarbij wordt uitgegaan van maximaal 100% kostendekkendheid (ergo: we mogen er niet aan "verdienen"). Het kan echter voorkomen dat de werkelijke kosten of opbrengsten afwijken van de geraamde bijvoorbeeld doordat er meer of minder afval wordt aangeboden of de prijs voor afvalstoffen (papier, kunststof etc.) stijgt of daalt. Bouwvergunningen Het financiële verschil met de raming is ontstaan doordat er veel minder vergunningen zijn verleend dan voorgaand jaar. Er zijn met name vergunningen verleend voor kleinere projecten/bouwwerken. Er zijn maar weinig grotere bouwplannen uitgevoerd. Van de grotere bouwplannen is er een aantal projecten nog niet vergund of doorgeschoven naar 2011 (zoals woningen Kiwitz terrein, centrumplan Ulft 2e fase, enz). Het tekort is structureel, maar al wel verwerkt in de meerjarenbegroting vanaf 2011. Tegelijkertijd met de legesvermindering is er ook gesneden in de kosten. Zo is en wordt de formatie teruggeschroefd (minder vergunningverleners en bouwhandhavers, in totaal minimaal -/- 30% gerealiseerd in 2010 en 2011). Daarnaast wordt er ook bespaard op indirecte kosten (huisvesting, management, ondersteuning, werkplekkosten etc), maar deze zijn niet direct zichtbaar. Wel moet opgemerkt worden dat de grote projecten relatief meer bijdroegen aan de legesinkomsten dan de kleine, omdat de leges voor de kleine projecten vaak minder dan 100% kostendekkend zijn (grootste schouders dragen de zwaarste lasten). Hierdoor nemen de leges relatief sterker af dan de werkzaamheden.
38
Bedrag
Voor- of nadeel
S
230.000
Voordeel
I
27.000
Voordeel
I
658.000
Nadeel
Analyse
I/S
Bedrag
Voor- of nadeel
Ook zijn door de invoering van de omgevingsvergunning een groot aantal bouwactiviteiten (met name achter en naast de woning) vergunningsvrij, waardoor er dus ook geen leges geheven kunnen worden. Deze bouwactiviteiten moeten echter wel voldoen aan de bouwvoorschriften. Er wordt daarom in het kader van een goede dienstverlening veel tijd gebruikt voor het informeren en adviseren van inwoners. Ook is er nog steeds toezicht en soms handhaving nodig en stellen veel inwoners vragen aan de gemeente over (vergunningsvrije) bouwwerken bij hun buren. Bovendien dient de gemeente in het kader van de WOZ goed inzicht te hebben in de bouwwerken binnen de gemeente (al zijn deze vergunningsvrij). Dit kost ook tijd. De legesinkomsten gaan dus achteruit terwijl de werkzaamheden gelijk blijven of zelfs toenemen Welstandcommissie De uitgaven voor de welstandscommissie zijn gerelateerd aan de vergunningen voor bouwwerken. Doordat er minder vergunningen zijn aangevraagd, zijn er minder uitgaven gedaan aan de welstandcommissie. RO-ontheffingen Doordat de herziening van de bestemmingsplannen nog niet gereed is en er ontheffingen zijn verleend voor bewonen van recreatiewoningen levert dit een extra inkomsten op van € 25.000. Groenvoorzieningen Het tekort van € 63.000 is hoofdzakelijk een gevolg van het feit dat de externe meerkosten (hogere apparaatskosten en prijsindex) over de afgelopen drie jaar, niet verwerkt zijn in de meerjarige exploitatiebegroting. Daarnaast waren de areaaluitbreidingen niet in de begroting verwerkt. Belastingen De opbrengsten O.Z.B. zijn 114.000 hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt doordat de totale economische waarde van de niet woningen bij de definitieve waardering hoger uitviel dan bij de begroting was ingeschat. Wegen Het product wegen geeft in 2010 een positief resultaat van € 213.000. Door de taakstellende bezuiniging van € 115.000 is een deel van het oorspronkelijke onderhoudsprogramma niet uitgevoerd. Een ander effect is dat door de vroeg ingevallen winter er diverse werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2011. Om bovenstaande effecten structureel te voorkomen is het instellen van een wegenfonds een adequate oplossing, vergelijkbaar met het Rioolbufferfonds of voorziening vervanging Openbare Verlichting. De extra opbrengst heeft te maken met de grote aantal meters opengemaakt wegdek door externe aannemers waarvoor een vergoeding wordt betaald. Het voordeel op het budget van bruggen is een gevolg van het feit dat er een behoorlijke achterstand is ontstaan in het jaarlijks onderhoud aan bruggen. In de tweede helft van 2010 is inmiddels een begin gemaakt met het inlopen van deze achterstand. Riolering Ten opzichte van de begroting is er een onderschrijding op de uitgavenraming incl. uren en kapitaallasten van plm. € 206.526. De onderschrijding doet zich hoofdzakelijk voor op het onderdeel “kapitaallasten”. In 2010 wordt er daardoor € 206.526 minder onttrokken aan het rioleringsfonds dan oorspronkelijk was geraamd. Het voordeel van plm. € 43.128 aan de inkomstenkant is een gevolg
39
I
57.000
Voordeel
I
25.000
Voordeel
S
63.000
Nadeel
I
114.000
Voordeel
S I
115.000 98.000
Voordeel Voordeel
I I
250.000 250.000
Voordeel Nadeel
Analyse
I/S
Bedrag
Voor- of nadeel
I/S
Bedrag
van een hogere opbrengst rioolrechten. Uieindelijk verloopt het product “Riolering” budgettair neutraal en geeft geen voor-cq nadeel. Het voordelig saldo van € 249.654 komt uiteindelijk o.a. door middel van een toevoeging, ten gunste van het rioleringsfonds.
Programma 6 Dienstverlening op maat Analyse Verkiezingen De toerekening van de portokosten en de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen hebben geleid tot een forse overschrijding van 57.000 op dit product. Algemene uitkering De algemene uitkering voor het jaar 2010 is te berekenen op een totaalbedrag van € 31.228.552. Dit is incl. € 59.106 voor Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK, deze is toegevoegd aan de voorziening) € 76.923 voor inburgering en excl € 4.496.791 WMOuitkering. Opgemerkt dient te worden dat hierbij rekening is gehouden met een uitkeringspercentage van 1.545. Voor het overige zijn er tot een totaalbedrag van € 146.618 verrekeningen (vaststelling eenheden/maatstaven) algemene uitkering ontvangen over de jaren 2008 en 2009. Algemene uitkering(WMO) Binnen de algemene uitkering is voor de WMO een bedrag ontvangen van € 4.496.791. Er is geraamd € 4.333.040. Derhalve een voordeel op de WMO-uitkering t.o.v. de raming van € 163.751. Onvoorzien Er is in 2010 slechts € 20.000 ten laste gekomen van onvoorzien ten gunste van Haïti. Er resteert nog een bedrag van € 80.800 Nutsbedrijven Als gevolg van de verkoop van NUON aandelen in juni 2009 is er € 176.000 minder dividend ontvangen dan oorspronkelijk geraamd. Daar tegenover staat een voordeel van een uitkering van de Escrowgelden ten bedrage van € 848.590.Zie hiervoor de toelichting in Hoofdstuk 6 “niet uit de balans blijkende vorderingen en verplchtingen. Bank Ned. Gemeenten Door meevallende bedrijfsresultaten van de BNG over het jaar 2009 hebben wij een eenmalig verhoogde dividenduitkering ontvangen ten bedrage van € 114.035. Overige baten en lasten In deze post zitten diverse stelposten voor bezuinigingen. Gezamenlijk tellen deze op tot € 870.000. Binnen de diverse producten zijn deze bezuinigingen grotendeels gerealiseerd. Dekkingsplan 2010 Vermindering subsidies welzijnsorganisaties Aanbesteding/contracten Externe adviseurs/personeel derden
geraamd
gerealiseerd verschil
125.000
125.000
0
200.000 345.000
115.000 345.000
85.000 0
40
I
I
57.000
Voor- of nadeel Nadeel
I
223.000
Voordeel
I
163.750
Voordeel
I
80.000
Voordeel
S I
176.000 848.500
Nadeel Voordeel
I
114.000
Voordeel
200.000
Nadeel
Analyse Afromen reguliere budgetten TOTAAL
I/S 200.000
85.000
115.000
870.000
670.000
200.000
Bedrag
Voor- of nadeel
Voor het onderdeel bezuinigingen subsidies zijn alle subsidiebudgetten kritisch onder de loep genomen, waarbij een groot deel van de 'vrije bestedingsruimte' weggenomen is zonder vervelende, directe maatschappelijke effecten. Daarmee is de betreffende bezuiniging gerealiseerd. Bij aanbesteding/contracten is € 115.000 bezuinigd bij onderhoud wegen (zie p. 39) De personele bezuiniging van € 345.000 is structureel ingevuld door een aantal functies te laten vervallen. Zie voor verdere toelichting op de personeelslasten de analyse verderop deze pagina. Van het afromen van de reguliere budgetten is € 85.000 daadwerkelijk gerealiseerd. Zodoende is van het totaal te bezuinigen bedrag à € 870.000, € 670.000 gerealiseerd. Kapitaallasten In 2010 is de afwijking op de kapitaallasten dankzij betere investeringsplanningen en verscherpt budgettoezicht minder dan 1%. Hierdoor is de onderuitputting van de kapitaallasten sterk terug gedrongen. Nagekomen baten en lasten Aan de uitgavenkant is o.a. aan de voorziening dubieuze debiteuren een bedrag bijgeboekt van plm. € 116.000. Aan de inkomstenkant is een bedrag van € 1.177.000 verantwoord zijnde de zgn. Langenberggelden. Deze gelden zijn conform de begrotingsbespreking gestort in een nieuwe bestemmingsreserve ter compensatie van de lagere OZB opbrengst. Personeelslasten In de programmabegroting van 2010-2013 is een taakstellende structurele bezuiniging opgenomen voor het bedrag van € 345.000 op personeel op een personeelsbegroting van ± € 18 miljoen. Deze is ingevuld. Ondanks het invullen van de structurele bezuinigingsopgave is er toch een overschrijding van € 557.000. wettelijke verplichtingen cao tekort rmo tekort or niet invullen vacatures niet vervangen bij zwangerschap detachering personeel minder reiskosten vergoed Aankoop verlof Minder werving en selectie
-195.000 -204.000 -500.000 -40.000 102.000 78.000 65.000 37.000 30.000 70.000
Totaal
-557.000
Het nadeel van € 195.000 is ontstaan door in het verleden vertrokken medewerkers waaraan wettelijke verplichtingen ten grondslag liggen. In de begroting 2011 is deze verwerkt.
41
I
Nadeel
I
116.000
I
1.177.000
Voordeel
I
1.177.000
Nadeel
557.000
Nadeel
Analyse
I/S
Bedrag
Voor- of nadeel
Op basis van de nieuw afgesloten CAO gaf 2010 een nadeel van € 204.000. Deze is in de begroting van 2011 verwerkt. De grootste incidentele tegenvallers zijn overschrijdingen bij de afdeling Ruimtelijke en Maatschappelijke ontwikkeling ad € 500.000 en Openbare Ruimte ad € 40.000. RMO Door vertrek van de teamleider Ruimtelijke Ordening zijn kosten gemaakt voor overbrugging, werving en selectie. Eind 2010 zijn beide vacatures gecombineerd ingevuld waardoor een besparing op termijn mogelijk is. Als gevolg van de hoeveelheid projecten en de snelheid waarmee onder meer het centrumplan Ulft, Varsseveld, Varsselder/Veldhunten, Vogelbuurt/Biezenakker, Gietelinck en Terborg moesten worden uitgewerkt was er veel inhuur noodzakelijk. Inhuur was ook noodzakelijk als gevolg van ziektevervanging, op sleutelposities vielen mensen uit zoals bij de structuurvisie. Daarbij kwam dat ook de regionale woonvisie veel aandacht heeft gevraagd van de afdeling. Veel inhuur kon worden betaald uit de reservering voor bestemmingsplannen, maar dat bleek lang niet voldoende. Het taakveld onderwijs is ondersteund door een externe voor het opstellen van een onderwijs huisvestingsplan. Tevens was er inhuur van een facilitair projectmanager en een teamleider voor het zorgloket. OR De overschrijding bij Openbare ruimte wordt verklaard door de extra inzet bij de gladheidbestrijding. De meevallers ad € 382.000 worden voor het grootste deel verklaard doordat wij een aantal vacatures tijdelijk niet hebben ingevuld. Tevens hebben we minder vervangen bij zwangerschap en ziekte. Daarnaast hebben we door detachering van personeel inkomsten gehad. Ook is er minder uitgegeven aan reiskosten en hebben veel mensen verlof gekocht. Door deze economische tijden was het makkelijker om mensen te werven en is er minder uitgegeven aan werving en selectie, loopbaanbegeleiding en ARBO. Automatiseringsinfrastructuur De kosten van het netwerk zijn toegenomen door een nieuwe glasvezelverbinding en het afsluiten van een nieuw contract wegens groter verbruik. De overige overschrijding is deels te verklaren door een overschrijding op hardware en een deel door het nieuwe werken. De hardware betrof o.a. livestreaming van de raadsvergadering. Met de bestaande hardware bleek dat technisch niet mogelijk. Door het nieuwe werken maken meer medewerkers gebruik van een mobiele telefoon. Dus aanschaf, aantal abonnementen en mobiele belminuten zijn toegenomen, waardoor flexibel werken en bereikbaarheid zijn toegenomen. Er is ook een aantal laptops aangeschaft met dit doel. Op deze manier kunnen we klantgerichter en efficiënter werken. Het incidentele voordeel valt te verklaren doordat er in het kader van de regionale samenwerking automatiseringsdiensten aan derden zijn verleend waarvan de opbrengst niet was geraamd. Informatisering en applicaties Beheerskosten van de diverse applicaties waren niet goed in de
42
I S
115.000 42.000
S
35.000
Voordeel
S I
54.000 70.000
Nadeel Nadeel
Nadeel Nadeel
Analyse
I/S
begroting verwerkt. Daarnaast waren er hogere beveiligingseisen waar we aan moesten voldoen door wettelijk benodigde uitwisseling met landelijke voorzieningen. Door het versneld invoeren van vervangende gebruikersvriendelijker applicaties konden we dubbele onderhoudskosten niet helemaal vermijden. Openbare orde en veiligheid In 2010 is een besparing op het veiligheidsbeleid gerealiseerd van € 30.000. Dit betreft budget dat niet noodzakelijk is voor het uitvoeren van het veiligheidsbeleid. Gemeenteraad Het overschot op de reguliere raadsbudgetten van plm. € 35.000 is deels een gevolg van afwijkingen door het verkiezingsjaar, en het gevolg van de langdurige uitval van de vaste raadsadviseur waardoor een aantal gebudgetteerde activiteiten nog niet kon worden opgestart. Aangegeven is om een aantal deelbudgetten te reserveren in een zgn. raads/griffie/rekenkamer-reserve, namelijk: 5000 euro voor vierjaarlijkse meerdaagse raadsexcursie + 13.500 euro restant deelbegroting digitaal burgernetwerk voor de uitgestelde aanloopkosten + 16.430 euro restant stelpost kwaliteitsontwikkeling griffie (door het presidium vrijgegeven voor incidentele uitgaven). Raadsvergoedingen De inwonersklassen die gelden voor de vergoeding en de onkostenvergoedingen voor raadsleden zijn teruggebracht van 18 naar 9. Oude IJsselstreek viel binnen de klasse van 40.000 tot 50.000 inwoners, dit is geworden 40.000 tot 60.000 inwoners. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 is de aangepaste vergoeding uitgekeerd. Dit resulteert in 2010 tot een overschrijding van € 64.000 Lokale rekenkamer De nieuwe rekenkamercommissie is pas aan het einde van het jaar op gang gekomen, mede door de nieuwe tijdelijke interne secretaris. Vanwege de late opstart rekenkamercie is er van het regulier budget een flink bedrag overgebleven. Aangegeven is derhalve om een tweetal bedragen te reserveren in een zgn. raads/griffie/rekenkamerreserve, namelijk € 10.000 conform raadsbesluit 22 juni 2010 voor intern rekenkamersecretariaat t/m augustus 2011 en € 43.000 voor uitgesteld rekenkameronderzoek vanwege late opstart rekenkamercie. Huisvesting gemeentekantoor Gendringen De verwarming en de koeling werken in het gebouw niet juist. Er zijn diverse noodzakelijke aanpassingen verricht om medewerkers (arbo) in het gebouw te kunnen laten werken. Daarnaast zijn er extra noodzakelijke werkzaamheden verricht t.b.v. data-aansluitingen Ook t.b.v. data-aansluiting zijn diverse koelingen aangebracht. Bij renovatie was het riool niet juist aangesloten. Hoge extra kosten. Omdat de installateur failliet is moeten wij de schade zelf betalen en kunnen helaas niets claimen t.a.v. garantie etc. In 2011 komt een plan dat voor een structurele oplossing moet zorgen.
Bedrag
Voor- of nadeel
I
30.000
Voordeel
I
35.000
Voordeel
I
64.000
Nadeel
I
53.000
Voordeel
I
59.000
Nadeel
* In bovenstaande tabel zijn per hoofdstuk afwijkingen > € 25.000 verklaard. Rest nog per saldo een voordeel van € 93.562 dat bestaat uit vele kleinere afwijkingen die we niet nader toelichten. In het structurele voordeel zit een voordeel op reiniging en afvalverwijdering. Dit structurele voordeel zal zich vertalen in een lagere afvalstoffenheffing. Samenvatting van bovenstaande toegelichte afwijkingen:
43
Verklaring tekort: Incidenteel Structureel Rest * Totaal
Nadeel 3.970.000 874.000
Voordeel 4.244.750 419.000 93.562
Saldo 274.750 -455.000 93.562
4.844.000
4.757.312
-86.688
44
Hoofdstuk 8 Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Lokale heffingen De gemeente Oude IJsselstreek kent de volgende niet bestedingsgebonden gemeentelijke heffingen:
Toeristenbelasting Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Totaal
Realisatie 2010 85.032 5.288.832 150.347 5.524.211
Raming 2010 na wijziging 81.900 5.171.158 157.713 5.410.780
Raming 2010 voor wijziging 81.900 5.171.158 157.713 5.410.780
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.
Algemene uitkering De verantwoorde algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds zijn gebaseerd op de ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekende informatie.
Algemene uitkering 2010 Algemene uitkering 2009 Algemene uitkering 2008 Totaal
Realisatie 2010 35.589.315 238.906 -102.288 35.725.933
Raming 2010 na wijziging 35.338.592 0 0 35.338.892
Raming 2010 voor wijziging 35.338.592 0 0 35.338.592
Voor een nadere analyse wordt verwezen naar pagina 39 van deze jaarrekening.
Dividenden Verantwoord zijn de navolgende dividenden:
BNG NUON / Alliander Vitens Totaal
Realisatie 2010 402.035 654.969 96.431 1.156.435
Raming 2010 na wijziging 288.000 831.000 100.000 1.219.000
Raming 2010 voor wijziging 288.000 831.000 100.000 1.219.000
In de jaarrekening zijn alleen de werkelijk ontvangen dividenden opgenomen. Het betreffen de ontvangen dividenden over het kalenderjaar 2009.
Onvoorzien In de primitieve begroting is in het programma Algemene Dekkingsmiddelen een post voor onvoorziene uitgaven opgenomen ad € 100.800. De raming van deze post is gebaseerd op een bedrag van € 2,50 per inwoner. In het begrotingsjaar zijn de volgende begrotingswijzigingen ten laste van de onvoorziene uitgaven gebracht. Bedrag 100.800 20.000 80.800
Stand 1-1-2010 Donatie Haïti Stand 31-12-2010
45
Overzicht incidentele baten en lasten Conform artikel 28 van het BBV bevat de toelichting op de programmarekening een overzicht van de incidentele baten en lasten. Hieronder staan deze met een omvang van > € 200.000.
Incidentele lasten
Bedrag 131.000 362.000 658.000 1.151.000
Incidentele baten Escrow uitkering afwikkeling NUON aandelen Uitkering calamiteitenreserve de Langenberg Algemene uitkering o.a. uit oude jaren Verkoop pand Dinxperloseweg 32 Totaal incidentele baten
Bedrag 848.590 1.177.569 223.000 235.000 2.485.159
Uitvoeringskosten WMO Personeelskosten Leges Bouwvergunningen Totaal incidentele lasten
46
Hoofdstuk 9 Programmaverslag 9.1
De Oude IJssel Vallei
Programma inhoud Belangrijke ontwikkelingen
Dit programma beschrijft de doelstellingen, de acties en de kosten met betrekking tot het gebied “De Oude IJsselvallei”. Met de “De Oude IJsselvallei ” bedoelen we de as Etten-Terborg-Silvolde-Ulft-Gendringen. De keuze voor een gebiedsgerichte aanpak moet worden ondersteund met een gebiedsontwikkelingsplan, waarin beschreven staat welke problematiek op termijn moet worden aangepakt en welke interventies passen bij dit gebied en de ontwikkelingen die worden voorzien. In 2010 zijn twee plannen ontwikkeld die de gebiedsgerichte aanpak ondersteunen. Een is de structuurvisie voor het gehele gemeentelijk grondgebied. De gebiedsvisie Dru industriepark beschrijft de ontwikkelingsrichting van het Dru-gebied in de ruime zin van het woord.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan? Hoofddoelstelling programma: In dit gebied is sprake van een unieke combinatie van landelijk wonen met stedelijke voorzieningen op een hoog niveau met aandacht voor leefbaarheid en het behoud van sociale binding. De “Oude IJssel Vallei” is aantrekkelijk voor alle inwoners van de gemeente.
1
Subdoelstelling: De leefbaarheid kenmerkt zich onder meer door het verbeteren van de woonvoorzieningen, het niveau van de openbare ruimte, de sociale samenhang en het handhaven van het huidige niveau basisonderwijs.
Bijzonderheden: 1.1 Ontwikkelen van een gemeentelijke structuurvisie In 2010 is de structuurvisie in samenspraak met een brede vertegenwoordiging uit de samenleving tot stand gekomen. Deze zal in 2011 worden vastgesteld. De structuurvisie dient als wettelijke basis voor de te maken bestemmingsplannen en het actualiseren er van. 1.2 Waarborgen ruimtelijke kwaliteit In 2010 is er door omstandigheden nog veel gebruik gemaakt van externen. Dit is de eenduidigheid van planvorming niet ten goede gekomen. In 2010 is de basis gelegd om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van externen waardoor de ruimtelijke kwaliteit beter dan voorheen gewaarborgd kan worden. 1.3 Verder ontwikkelen van de centrumplannen Terborg en Ulft en deelplan Gendringen. De centrumplannen Terborg en Ulft zijn al uitgewerkt en in uitvoering. In 2010 is gestart met het uitwerken van gebiedsvisies voor de Paasberg en het centrum van Gendringen. 1.5 Nemen van veiligheidsverhogende verkeersmaatregelen De reconstructie van de weg Oversluis in Ulft is een voorbeeld van een wegenproject waar nadrukkelijk veiligheidsbevorderende maatregelen zijn genomen. . De provincie werkt aan het verbeteren van de verkeersveiligheid op een aantal parallelwegen in onze gemeente. In 2010 is gestart met de werkzaamheden langs de N818 van Terborg naar Varsseveld. Een ander belangrijk verkeersveiligheidproject waar al druk aan wordt gewerkt, is het Largas-project in Terborg. In 2010 is hieraan een vervolg gegeven met de herinrichting van de Walstraat en Industrieweg in Terborg. Meer concrete uitvoeringsplannen op het gebied van verkeersveiligheid volgen uit het nog op te stellen GVVP (Gemeentelijk Verkeer- en Vervoer Plan) die in 2010 is voorbereid en in 2011 zal worden vastgesteld.
47
1.7 Ouders ondersteunen bij de opvoeding van hun kinderen. Na de opening van de fysieke loketten van het CJG en de lancering van de website in 2009 zijn in 2010 de pijlen van het CJG gericht op het verbinden van de spelers in het veld en het versterken van het netwerk en de samenwerking. In dat kader is gestart met de pilot ‘zorgstructuur Kulturhus de Rietborgh’ waarbij de zorgstructuur van het onderwijs wordt verbreed en gekoppeld aan het lokale zorgnetwerk om een sluitende aanpak te creëren en de juiste personen aan tafel te hebben. In de eerste fase van deze structuur staat ‘preventie’ centraal waar de bovengenoemde aandachtspunten onderdeel van zijn. Financiering vanuit de Brede Doel Uitkering CJG die we t/m 2011 van het Rijk ontvangen. 1.8 Inbedden van school/jeugdmaatschappelijk werk in het onderwijs om vroegtijdige signalering van problematiek van kinderen op school te realiseren en aan te pakken. In oktober 2010 zijn we gestart met de pilot Jeugd Maatschappelijkwerk (JMW) op de Wesenthorst en op het Mezzo College. De eerste berichten laten zien dat er een succesvolle start is gemaakt met de begeleiding van 15 jongeren. Tevens is er een start gemaakt in het regionale overleg voor een regionale inbedding. De kosten van het experiment JMW hebben we laag kunnen houden door een bijdrage van de tijdelijke subsidieregeling plusvoorziening overbelaste jongeren en het Regionale Meld en Coördinatiepunt (RMC) die gezamenlijk 90% van de kosten dekken. 1.9 Opstellen en uitvoeren van nieuw jeugdbeleid. Op 9 december 2009 heeft de raad het jeugdbeleid vastgesteld, voor de uitvoering is een jeugdagenda opgesteld. In 2010 is het aantal uren jongerenwerk opgehoogd van 1 naar 1,8 fte. Daarnaast zijn de werkplannen van Fidessa Welzijn m.b.t. jeugd herzien en samengevoegd, het aanbod voor deze doelgroep kan op deze manier beter integraal worden aangeboden. Het uitbreiden en inrichten van (multifunctionele) ontmoetingsplaatsen is doorgeschoven naar 2011 en zal deels worden opgenomen in het wijkgericht werken. Gerealiseerd volgens doelstelling. Gerealiseerd conform doelstelling:
2
1.4
De bestaande wijkverbeteringsplannen verder uitvoeren.
1.6
Vanaf de start deelnemen aan projectontwikkeling
1.10
Binden en boeien van jonge gezinnen.
Subdoelstelling: Handhaven dan wel aanpassen van het huidige voorzieningenniveau van onderwijs, welzijn en sport op een niveau dat vergelijkbaar is met andere gemeenten van dezelfde omvang.
Bijzonderheden: 2.1 Onderzoek doen naar de haalbaarheid van brede scholen, kulturhusen, dorpshuizen en overige multifunctionele accommodaties. Realiseren doen we alleen als er sprake is van Privaat Publieke Samenwerking constructies (PPS) of shared service centers en wanneer aantoonbaar een inverdieneffect wordt bereikt. De multifunctionele accommodatie “Kulturhus de Rietborgh” is augustus 2010 in gebruik genomen. Er is een “Stichting beheer kulturhus de Rietborgh” opgericht. Door Fidessa als beheerder verder uitgewerkt in een 2-tal ondernemingsplannen “exploitatie en programma kulturhus”. Op initiatief van de gemeente is door de gebruikers van de Rietborgh inhoudelijk verder gewerkt aan de ontwikkeling en vormgeving van de onderlinge samenwerking. Doel is om van intern meer extern gericht te gaan werken, van individueel aanbod naar gecombineerd aanbod. De Lichtenberg in Silvolde wordt in 2011 in gebruikgenomen. De voorbereidingsfase MFA Kon. Wilhelminaschool/Maranathaschool is afgerond en in stadium van vertaling programma van eisen naar schetsontwerp.
48
Het haalbaarheidsonderzoek MFA Ulft-Noord is november 2010 opgestart. Met de e schoolbesturen in Gendringen zijn 1 oriënterende gesprekken gevoerd. 3
Subdoelstelling: Een integrale invulling van de term “belevingseconomie”
Bijzonderheden: 3.1 Maken van een plan van aanpak belevingseconomie Ook in 2010 is het de organisatie slechts marginaal gelukt hieraan invulling te geven, we hebben ons beraden over de wijze waarop we onze gemeente qua marketing en beleving op de kaart kunnen zetten. Het ontbreekt ons vooralsnog aan tijd en capaciteit hieraan invulling te geven. 4
Subdoelstelling: Landelijk wonen met stedelijke voorzieningen kenmerkt zich door een combinatie van ecologische waarde, duurzame ontwikkelingsplannen en kwalitatief hoogwaardige woningbouw. Tenslotte bevorderen we synergie tussen de lokale, culturele-, onderwijs- en sportorganisaties.
Bijzonderheden: 4.1 Ontwikkelen van een “duurzaamheidsacademie”. In onze gemeente zijn tal van initiatieven op het terrein van duurzaamheid, innovatie, leiderschap en ondernemerschap. Voorbeelden hiervan zijn ecologische woningen, bewust energiegebruik, innovatief aanbesteden en duurzaam vervoer. Onderwijs en bedrijfsleven trekken hierin gezamenlijk op. Zij willen komen tot een zogenaamde “duurzaamheidsacademie”. Deze academie werkt voor en door de Achterhoek en heeft de techniek als centraal thema. Waar mogelijk en gewenst zetten wij ons als gemeente in om deze ontwikkelingen te faciliteren en te ondersteunen. 4.3 De bestaande uitbreidings- en herinrichtingsplannen worden grotendeels volgens planning uitgevoerd De plannen genoemd in Op Weg Naar 2020 en de speerpunten staan door de gewijzigde inzichten in wonen, die zijn verwoord in de Regionale woonvisie onder druk. Aanpassingen wat betreft de woningaantallen, de woningsoorten en de planning zijn onvermijdelijk. In 2010 is samen met de regiogemeenten de regionale Woonvisie opgesteld. De gevolgen voor de individuele projecten zullen in 2011 duidelijk worden. 4.4 Deelnemen aan de regeling brede scholen, sport en cultuur De gemeente heeft afgezien van deze regeling, omdat er niet voldoende financiën beschikbaar zijn om deze uit te kunnen voeren. Daarnaast zou deelname leiden tot gedeeltelijke overlap met bestaande ondersteuning van het verenigingsleven (subsidieregeling welzijn, sport en cultuur).
Gerealiseerd conform doelstelling: 4.2.
De uitbreidings- en herinrichtingsplannen worden getoetst op duurzaamheid.
49
5
Subdoelstelling: Participatie van iedereen aan de maatschappij (Iedereen doet mee)
Bijzonderheden: 5.1 Uitvoeren van en zoeken naar efficiëntie- en effectiviteitverbeteringen binnen het Wmo-beleid en aanstellen van noodzakelijke medewerkers hiervoor. In 2010 zijn de verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de daarbij behorende beleidsregels herzien, waardoor deze beter aansluiten bij de Kanteling van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Daarbij is ook een aantal beleidswijzigingen meegenomen, waarmee de uitvoering weer aansluit bij de jurisprudentie van de afgelopen tijd. Er is kritisch gekeken naar de goedkoopst compenserende wijze en zijn de voorliggende voorzieningen goed in beeld gebracht. Er vindt overleg plaats over regionale samenwerking, waaronder samenwerking op het gebied van medische advisering. Hieraan wordt in de loop van 2011 uitvoering gegeven. In 2010 is ondersteuning ingezet om de werkzaamheden op het zorgloket te optimaliseren. Zo is het computerprogramma vervangen door een programma dat landelijk veel gebruikt wordt voor de uitvoering van WMO en WWB en waaruit ook managementinformatie kan worden gegenereerd. Ook is, mede door ziekte van een medewerker en door de noodzaak om motivering in de toekenningen dan wel afwijzingen meer op maatwerk gericht te formuleren, tijdelijk een coach/toetser ingehuurd, die dit proces begeleid heeft. De inzet van de alfaconstructie voor het leveren van huishoudelijke hulp in 2010 is een groot succes gebleken. Hierdoor was het nodig om hier noodzakelijke medewerkers voor aan te stellen. Deze medewerkers zijn budgetneutraal ingezet, waardoor zij niet van invloed zijn op het personeelsbudget. 5.2 Een arrangement ontwikkelen voor zelfstandig wonen tot op hoge leeftijd Met de nodige inspanning van zorgaanbieders en gemeente is de functie begeleiding ingevuld in de vorm van huiskamer projecten. Het ontwikkelen van een arrangement is doorgeschoven naar 2011 als gevolg van de wijzigingen in de Wmo Gerealiseerd conform doelstelling: 5.3
Uitvoeren van de Wet participatiebudget
5.4
Voorkomen van armoede
50
9.2
Vitaliteit kernen en buitengebied
Programma inhoud
Dit programma beschrijft de doelstellingen, de acties en de kosten met betrekking tot de vitale kernen en het buitengebied.
Belangrijke ontwikkelingen
In 2010 is de Structuurvisie Oude IJsselstreek opgesteld die de keuze voor een gebiedsgerichte aanpak ondersteund. Hierin is beschreven welke problematiek op termijn moet worden aangepakt en welke interventies passen bij dit gebied en de ontwikkelingen die worden voorzien. De structuurvisie is een belangrijke onderlegger voor het op te stellen bestemmingsplan buitengebied.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Hoofddoelstelling programma: Een leefbaar buitengebied met vitale kernen waarin de bevolking verantwoordelijkheid neemt voor eigen leven. Verder is men bij elkaar betrokken. De landschappelijke- en ecologische kwaliteit wordt verbeterd door middel van landschapsontwikkeling. Het verenigingsleven wordt ondersteund en de leegloop komt tot stilstand.
1
Subdoelstelling: Een leefbaar platteland met vitale kernen
Bijzonderheden: 1.1 Verder ontwikkelen van het Centrumplan Varsseveld In 2010 zijn een aantal deelprojecten in ontwikkeling of gerealiseerd. Er is gewerkt aan een inrichtingsplan voor het centrum van Varsseveld. 1.3 Opstellen van ruimtelijk beleid ten aanzien van het platteland. De functie van het platteland verschuift van een agrarische in toenemende mate naar wonen en recreëren. We onderzoeken deze verandering van functies in relatie tot trends en ontwikkelingen die op ons afkomen. Dit wordt onder andere vastgelegd in het nieuw op te stellen bestemmingsplan voor het buitengebied. De kaders voor dit bestemmingsplan zullen in 2011 worden vastgesteld waarna het plan kan worden vormgegeven. Voor de herplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven is in samenwerking met de gemeente Montferland een bestemmingsplan opgesteld voor het Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG). 1.5 Herzien en aanscherpen van de subsidieregeling De subsidieregeling heeft nog geen algehele herijking ondergaan, omdat de daarvoor noodzakelijke (beleids)kaders ontbreken. In 2011 zal een nieuwe Wmo-beleidsnota opgesteld worden. Deze nota moet voldoende kaders geven om vervolgens de subsidieregeling te kunnen herijken/aanscherpen. Gerealiseerd conform doelstelling : 1.2
De bestaande herstructureringsplannen verder uitvoeren.
1.4
Medewerking verlenen aan dorpsplannen.
1.6
Behouden van de minimale voorzieningen
51
2
Subdoelstelling: Een hogere landschappelijke- en ecologische kwaliteit door het stimuleren van landgoedontwikkeling en een nieuw ecologisch evenwicht.
Bijzonderheden: 2.1 De uitvoering van het Landschapsontwikkelingsplan krijgt extra aandacht. In 2010 is de uitvoering van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) verder vormgegeven. Hiermee dienen we onze eigen inwoners (een strek landschap draagt immers in sterke mate bij aan de leefbaarheid), maar oefenen we ook meer aantrekkingskracht uit op nieuwe inwoners en toeristen (versterking economische mogelijkheden). Belangrijk onderdeel van het LOP is de landschapscoördinatie. Initiatieven worden begeleid tot uitvoeringsplannen en de bewoners van het buitengebied worden gestimuleerd en geleerd hoe het onderhoud van de landschapelementen zelf ter hand te nemen
52
9.3
Oude industrie verbonden met cultuur en kunst
Programma inhoud
Dit programma beschrijft de doelstellingen, de acties en de kosten met betrekking tot het ontwikkelen van het DRU Industriepark waarin bij uitstek zichtbaar wordt hoe oude industrie verbonden is met cultuur en kunst.
Belangrijke ontwikkelingen
Industrieel erfgoed staat in de belangstelling met name waar het nieuwe toepassingen betreffen. Door de ontwikkeling van het DRU Industriepark bestaat de mogelijkheid nieuwe initiatieven een kans te geven en nieuwe verbindingen tussen allerlei partijen te laten ontstaan. Vanuit het kunst- en cultuurbeleid dat in september wordt afgerond met de opening van de DRU Cultuurfabriek komen projecten voort die de wisselwerking tussen economie, kunst, cultuur en onderwijs bevorderen. Grote festivals als Huntenpop en De Achterhoek Spektakel Toer hebben een aansprekend podium gekregen.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Hoofddoelstelling programma: Het DRU Industriepark heeft een landelijke- en internationale uitstraling waardoor recreatie en toerisme, kunst en cultuur, landschapsontwikkeling en wonen elkaar versterken. Dankzij deze versterking wordt het DRU Industriepark bekend als één van de belangrijke cultuurgoederen van Nederland. 1
Subdoelstelling: Het DRU-gebied heeft een bovenregionale rol waarin kunst en cultuur worden verweven met landschap en natuur.
Bijzonderheden: 1.1 Ontwikkeling DRU park, een combinatie van natuur, kunst, opleiding en nieuwe architectuur en economie (werkgelegenheid) Om het DRU park in alle opzichten goed in te bedden in haar omgeving is een gebiedsvisie opgesteld voor het oostelijk deel van vallei van de Oude IJssel tussen Terborg en de Oversluis inclusief het Paasberggebied. Op basis daarvan kan een uitvoeringsplan ontwikkeld worden voor het DRU park. Het uitvoeringsplan moet duidelijk maken welke bedrag voor realisatie gereserveerd moet worden.
1.2 Het realiseren van een technologisch centrum, een combinatie van opleiding, techniek, museum en kunst. De afbramerij/ijzergieterij is een van de 7 rijksmonumenten die gerestaureerd wordt en een herbestemming krijgt. Door de gemeenteraad is een investeringsbudget vastgesteld en een exploitatiebudget. In samenwerking met betrokken partijen wordt een concept realisatieplan uitgewerkt. De subsidieaanvraag bij de provincie zal in juni 2011 ingediend worden. 1.3 Het ontwikkelen van de gebiedsvisie DRU Industriepark. Op 23 juni 2010 werd de oorspronkelijke visie geëvalueerd. Daarna is samen met alle betrokken partijen gewerkt aan een nieuwe visie voor het gebied. Eind 2010 was de visie bijna gereed. 17 maart 2011 is de nieuwe gebiedsvisie vastgesteld. 1.4 Samen met partners ontwikkelen programma binnen en buitenruimte tijdens de bouw en daarna (het zogenaamde DRU toneel) Het DRU-complex en het Drupark beschouwen wij als een groot podium. Wij proberen om binnen bestaande budgetten aan dit podium invulling te geven. Het Vonk festival was in 2010 een van de grotere evenementen op het terrein.
53
1.5 Samen met partners ontwikkelen marketingstrategie en marketingprogramma De voorgenomen ontwikkeling van marketingstrategie en marketingprogramma heeft zich nog niet echt ontwikkeld. De eerste nieuwsbrief over het DRU Industriepark zal begin 2011 verschijnen. Het uitbrengen van de web site DRU Industriepark moet nog gebeuren. 1.6 Historie van het DRU Industriepark verwerken in nieuwe plannen De gedachte leeft om in samenwerking met belanghebbende organisaties (Oudheidkundige Vereniging, IVN, Belangenvereniging) de Oude Begraafplaats aan de Wiekenseweg weer in ere te herstellen en hierbij gietijzeren grafmonumenten te gebruiken. Een plan hiervoor wordt in 2011/2012 opgesteld en uitvoerbaar gemaakt. 1.7 Haalbaarheidsonderzoek instellen naar het realiseren van een depotmuseum en werkateliers voor jong afgestudeerde en hoogopgeleide jongeren in het Drupark Dit onderwerp is nog niet uitgewerkt maar staat opgenomen in de nieuw vastgestelde gebiedsvisie DRU Industriepark. 1.11 Samenwerken in de Europese Ring van IJzersteden Onze gemeente is sinds 2005 lid van de Europese Ring van IJzersteden. Besloten is om binnen de Ring concrete stedenbanden aan te gaan. De Ring zorgt er voor dat de stedenbanden en/of projecten die hieruit ontstaan, bij de Europese Commissie worden aangedragen voor cofinanciering uit de beschikbare middelen 2007-2013. In 2010 heeft de Gemeente Oude IJsselstreek de jaarlijkse conferentie georganiseerd, gelijktijdig met het succesvolle VONK ijzerfestival. Gerealiseerd conform doelstelling:
2
1.8
Instellen accountmanager DRU
1.9
Uitvoeren kunst- en cultuurbeleid
1.10
Faciliteiten verstrekken voor jongeren verspreid over de gemeente
Subdoelstelling: Het is goed wonen, werken en beleven op het complex
Bijzonderheden: 2.1 Ontwikkelen van beeldmerk DRU Cultuurfabriek Het beeldmerk is ontwikkeld. In 2010 zijn grote vorderingen gemaakt met de besprekingen die gevoerd zijn tussen gemeente en DRU verwarming in Duiven. De finale ondertekening heeft 8 februari 2011 plaats gevonden. 2.3 Verbeteren van het recreatief toeristisch voorzieningenniveau Naast investeringen in ons toeristisch hoofdthema wordt breed ingezet op de verbetering van ons recreatief toeristische voorzieningen niveau. In 2010 is gestart met de herbouw van de Gesinkschure nabij het Hofshuus te Varsseveld. Het project Engbergen is volop in uitvoering, binnen project 't Venne is de uitvoering gestart en voor het gebied Idinkbos / Nibbelinkbos is gestart met de visievorming. In 2011 zal dit samen met de bewoners van het gebied leiden tot een uitvoeringsplan. Via een optimalisatie van de padenstructuren worden de verschillende voorzieningen recreatief ontsloten. Plannen zijn in voorbereiding om een fietsverbinding langs de Boven-Slinge van Oeding (Dld.) via Winterswijk, Bredevoort, Aalten, Varsseveld, Slangenburg, Sluiscomplex De Pol, Stroombroek naar Montferland te realiseren. Een belangrijke toeristische as loodrecht op de verbinding Doesburg-Bocholt.. De herkenbaarheid van recreatieve voorzieningen is toegenomen door de succesvolle objectbewegwijzering Gerealiseerd conform doelstelling:
54
2.2 3
De gemeente als onderdeel van de “regio Achterhoek” meer promoten
Subdoelstelling: Extra aandacht voor monumenten en archeologie
Bijzonderheden: 3.1 In 2010 volgt een Plan van Aanpak borging Cultuurhistorie en Archeologie Het plan van aanpak is in 2010 opgesteld. Het is de bedoeling het PVA in 2011 vast te stellen.
4
Subdoelstelling: De historie van het gebied herstellen en zichtbaar maken in nieuwe plannen:
4.1
Waardevolle elementen vastleggen in het Monumenten- en archeologiebeleid en verankeren in bestemmingsplannen We zetten in op behoud van cultuurhistorische waarden en archeologie. Bescherming van ons erfgoed kan door deze te verankeren in de bestemmingsplannen in het kader van de modernisering monumentenbeleid. Ter voorbereiding hierop zijn in 2010 de gemeentelijke cultuurhistorische waarden beschreven en vastgelegd in een archeologische waardenkaart. Een belangrijk voorbeeld van het zichtbaar maken van de historie van het gebied zijn de opgravingen bij de nieuwbouw van de Walstaete in Terborg geweest. De archeologische e opgravingen hebben inzicht gegeven in van de wijze van bouwen in de 14 eeuw.
55
9.4
Energiek ondernemen
Programma inhoud
Energiek ondernemerschap in brede zin bevorderen door specifiek aandacht voor kenniseconomie, duurzaamheid, bereikbaarheid en maakindustrie.
Belangrijke ontwikkelingen
Door de economische recessie verkeren diverse bedrijven in zwaar weer en komen innovatie en investeringen in ontwikkeling van mensen onder druk te staan.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Hoofddoelstelling programma: Oersterk en glashelder ondernemerschap bevorderen met behulp van kenniseconomie, duurzaamheid, bereikbaarheid en maakindustrie. 1
Subdoelstelling: Een voor goederen en personen goed bereikbare en verkeersveilige gemeente
Bijzonderheden: 1.2 Verbeteren van het openbaar vervoer en innovatieve vervoersvormen. Kijkend naar het openbaar vervoer wordt gewerkt aan de spoorverbinding ArnhemWinterswijk. In 2010 is de stationsomgeving in Varsseveld en Terborg verbeterd. Er zijn meer parkeerplaatsen aangelegd en extra fietsenstallingen geplaatst. Samen met de regiopartners maken we sterk voor een dubbelspoor Arnhem-Winterswijk. 1.4. Op- en vaststellen van het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) Concrete uitvoeringsplannen op het gebied van bereikbaarheid volgen uit het te stellen GVVP dat in 2011 klaar is. Gerealiseerd conform doelstelling:
2
1.1
Meewerken aan het verbeteren van de A18/N18.
1.3
Bevorderen van duurzame mobiliteit
Subdoelstelling: Bedrijven in onze gemeente zijn in staat de benodigde arbeidskrachten van het gewenste niveau aan te trekken en te behouden.
Bijzonderheden: 2.1 Inzicht vergaren in de economische kaart van de gemeente. We hebben in 2010 een begin gemaakt met het ontwikkelen van een economische kaart van alle bedrijven in Oude IJsselstreek. We hebben daarvoor een stagiaire van de HAN ingezet; wegens onvoldoende formatie is er na zijn vertrek verder geen actie ondernomen. Gemikt wordt op het inzetten van stagiaires in 2011. 2.2 Zorgen voor een aantrekkelijk studeer- en werkklimaat Het lijkt er op dat het voor jongeren "alleen in de stad gebeurt" en dat er nauwelijks een geschikte arbeidsmarkt is voor hoogopgeleiden in de Achterhoek en ook in Oude IJsselstreek. Daarom zijn er in 2010 initiatieven ontwikkeld om te voorkomen dat deze trend bewaarheid zal gaan worden. Het onderwijs heeft zich samen met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke partners verenigd op het thema duurzaamheid.
56
3
Subdoelstelling: De gemeente Oude IJsselstreek heeft voor het bedrijfsleven de beschikking over een hoogwaardige aansluiting op het glasvezelnetwerk om optimale communicatie van dataverkeer mogelijk te maken.
Bijzonderheden: 3.1 Uitvoeren project “Glasvezel” Het gemeentelijke project Glasvezel hebben we in 2010 in samenhang met de regionale initiatieven als “Fiber to the Farm” verder in uitvoering gebracht. Aan de hand van het startdocument van Reggefiber (zomer 2010) is de situatie in Oude IJsselstreek in het najaar 2010 onderzocht. Aan de hand van een discussienota is besloten om het aan de markt over te laten om glasvezel aan te leggen in de gemeente. De bijdrage vanuit de gemeente beperkt zich tot het faciliteren van de markt. Op initiatief van het Programmateam Duurzame Economie is eind 2010 een versnellingstafel ingezet om het regionale glasvezelproject dat vooral gericht is op het verbinden in het buitengebied "vlot te trekken". 4
Subdoelstelling: Een bloeiend ondernemersnetwerk dat innovatie stimuleert en faciliteert
Bijzonderheden: 4.1 Uitvoeren aanvalsplan “Achterhoek Authentiek Anders” We hebben ons in 2010 ingezet voor meer duurzame (economische) projecten door te participeren in het regionaal aangestuurd Duurzaam Ondernemenfonds. Vanuit dit fonds worden onder bepaalde voorwaarden aan innovatieve bedrijven kredieten verstrekt voor opschaling of overschakelen van productie in de regio Achterhoek naar nieuwe/innovatieve duurzame producten. Dit Duurzaam Ondernemenfonds is een zogenaamd revolving fund. Onderwerpen die in het kader van het Aanvalsplan Achterhoek Authentiek Anders zijn uitgewerkt zijn o.m. het project Bedrijven in Crisistijd, het project Career Centrum Achterhoek, de Werkconferentie die geleid heeft tot het Akkoord van Groenlo, de Werkcentrale Achterhoek, de structuurvisie bedrijventerreinen gevolgd door een eerste aanzet van een Regionaal Programma Bedrijventerreinen. Voor het uitvoeren van het Aanvalsplan zijn initiatieven ingezet om kennisdeling door middel van netwerkbijeenkomsten te stimuleren en de samenwerking tussen verschillende netwerken. Dat gebeurt op gemeentelijk niveau, maar we dragen ook ons steentje bij op regionaal niveau. Gerealiseerd conform doelstelling: 4.2. 5
Het ondernemersloket invoeren
Subdoelstelling: Bedrijfslocaties in Oude IJsselstreek en de Regio Achterhoek worden duurzaam ontwikkeld waarbij optimaal ruimtegebruik, door bijvoorbeeld inbreiding, en allocatie van bedrijven het uitgangspunt is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van alle wettelijke en subsidiabele mogelijkheden die ons ter beschikking staan.
Bijzonderheden: 5.1 Bedrijven faciliteren in het vinden van en verplaatsen naar een vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering en ruimtelijke ordening/leefbaarheid wenselijke locatie binnen de gemeente of de regio Achterhoek. De subsidies aan het Anker Ulft en Kiwitz Megchelen zijn in 2010 afgerekend, De bedrijfsverplaatsingen van Van de Pavert Varsselder-Veldhunten, Kromkamp Sinderen en Lettink Westendorp volgen in 2011. In verband met tijdsdruk die op de herontwikkeling van de plangebieden Kromkamp Sinderen en Van de Pavert Varsselder ligt en het toentertijd uitblijven van de provinciale besluitvorming, zijn in juli 2010 afzonderlijke voorstellen over deze gebieden behandeld. Inmiddels zijn alle provinciale subsidies door de provincie toegekend.
57
Als gevolg van het Landelijk Convenant Bedrijventerreinen waarin is vastgelegd dat we nationaal gezien over teveel bedrijventerreinen beschikken, zijn in 2010 voorstellen ontwikkeld die een reductie van de capaciteit aan bedrijventerreinen tot gevolg heeft. Samen met de Provincie is deze capaciteit regionaal met de acht gemeenten in de Regio Achterhoek geformuleerd. Eind 2010 heeft dat zijn weerslag gekregen in het ontwerp van het zgn. Regionaal Programma Bedrijventerreinen dat door de Provincie in samenwerking met de gemeenten is opgesteld. Voor Oude IJsselstreek heeft dit ondermeer tot gevolg dat de voorgenomen uitbreiding met het industrieterrein in Varsseveld, met Hofskamp Oost III, voorlopig in de ijskast is gezet. 5.2 Verder transformeren van “oude” bedrijfsterreinen. We zijn begonnen om de Rieze V opnieuw bouwrijp te maken en een nieuwe verkaveling te geven. De voorgenomen totale transformatie van Akkermansweide laat nog op zich wachten. In het licht van de uitkomsten voor woningbouw door de regionale woonvisie is in de zomer van 2010 besloten om voor dit project even pas op de plaats te maken. Er zijn nog geen besluiten genomen over het perspectief van Akkermansweide. Het bedrijfsleven kan nog geen duidelijkheid worden geboden. Eind 2010 zijn twee zgn. schetsschuit-bijeenkomsten georganiseerd; de resultaten van die bijeenkomsten vormen de onderleggers voor het vervolg van het project. 5.3 Doorzetten van de ontwikkeling van Hofskamp-Oost III Vanwege de voorgenomen transformatie van Akkermansweide werd Hofskamp Oost III gezien las het zgn. compensatiegebied waardoor het het totaal aan capaciteit aan bedrijventerreinen in de gemeente gelijk zou blijven. Onder druk van de provinciale structuurvisie bedrijventerreinen, het Regionaal Programma Bedrijventerreinen en de Regionale Woonvisie komt de totale transformatie van Akkermansweide in een ander daglicht te staan. Mede als gevolg daarvan zijn de plannen voor de ontwikkeling van Hofskamp Oost III voorlopig in de ijskast gezet. 6.1 Work First principe toepassen. Veel mensen die zich bij het ISWI meldden zijn direct doorgeleid naar het werkbedrijf en van daaruit uitgestroomd naar regulier werk. Dus hebben deze mensen niet in een uitkeringssituatie gezeten. De exacte aantallen zijn nog niet bekend.
Gerealiseerd conform doelstelling: 5.4 6
Aankopen van verpauperde locaties
Subdoelstelling: Iedereen die kán werken werkt. Mensen die zelf echt niet voor een minimum inkomen kunnen zorgen, worden voldoende ondersteund.
Gerealiseerd conform doestelling: 6.2 Via alle kanalen actief op zoek gaan naar mensen die inkomensondersteuning nodig hebben. 6.3
7
Beleid maken en uitvoeren van de langdurigheidtoeslag met voldoende capaciteit.
Subdoelstelling: Bereikbaar en goed basisonderwijs
Bijzonderheden: 7.1 Opstellen van een huisvestingsplan voor strategische keuzes Het Integraal Huisvesting Plan is opgeleverd in het voorjaar van 2010. Hierin wordt naar de toekomst van onderwijs in onze gemeente gekeken. We zien dat de krimp in het basisonderwijs de nodige (financiële) gevolgen met zich mee zal brengen. Clustering van
58
voorzieningen, met behoud van kwaliteit, staat nu, in afstemming met accommodatiebeleid/ leefbaarheid, op de agenda. In verschillende kernen wordt inmiddels gewerkt aan het toekomstbestendig maken van de onderwijshuisvesting.
Gerealiseerd conform doelstelling: 7.2
Organiseren van maatschappelijke stages
59
9.5
De organisatie combineert wettelijke taken met vernieuwingen in de werkwijze
Programma inhoud
In dit programma zijn de taken opgenomen die niet direct in de programma’s 1 t/m 4 thuishoren. Het gaat veelal om de uitvoering van wettelijke taken. De taken betreffen vooral de loketwerkzaamheden, veiligheid, volksgezondheid en milieu, en het werk in de openbare ruimte. In dit programma zijn de doelstellingen, de belangrijkste acties en kosten opgenomen. De modernisering van het openbaar bestuur; belangrijke aspecten: samen met de inwoners de richting bepalen, deze hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Gewijzigde wetgeving op het terrein van de bijzondere wetten (milieu, veiligheid ruimtelijke ordening en bouwen)
Belangrijke ontwikkelingen
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Hoofddoelstelling programma: De gemeentelijke organisatie voert de wettelijke taken op een goede en moderne wijze uit. De organisatie loopt voorop binnen gemeenteland. De omgevingskwaliteit is goed en veilig.
1
Subdoelstelling: Een veilige samenleving
Bijzonderheden: 1.1 Organiseren en coördineren van de veiligheidszorg Ondanks het doorvoeren van een besparing van € 25.000 is de veiligheidzorg in grote lijn volgens plan verlopen. 1.2 Organiseren van de brandweerzorg De brandweerzorg heeft in 2010 goed gefunctioneerd. Het personeel heeft de nodige opleidingen gevolgd en er is goed geoefend. Het aantal uitrukken bedroeg 295 en dat is een lichte stijging ten opzichte van 2009. De voorgenomen organisatiewijziging is gerealiseerd. Per 1 januari 2011 functioneert de brandweerzorg onder de vlag van Brandweer Achterhoek West. Financieel gezien is het product budgettair neutraal verlopen. 1.5 Voorbereiden gemeentelijke organisatie op rampenbestrijdingstaken Er wordt op VNOG-niveau gewerkt aan een nieuw crisisplan en -organisatie. In afwachting hiervan is de uitvoering van het opleiding- en oefenplan beperkt uitgevoerd. De consequenties hiervan zijn gering. Het beleidsteam heeft geoefend en het gemeentelijke actiecentrum heeft een workshop uitgevoerd. Gerealiseerd conform doelstelling:
2
1.3
Uitvoeren van de Algemene Plaatselijke Verordening
1.4
Uitvoeren van de bijzondere wetten
1.6
Bieden van optimale rechtszekerheid voor de burger
Subdoelstelling: Bouwwerken zijn veilig, gezond om in te verblijven en passen in hun omgeving. Activiteiten zijn duurzaam en doelmatig, belasten het milieu minimaal en passen eveneens in hun omgeving.
Bijzonderheden:
60
2.1 Verlenen van omgevingsvergunningen. De Wabo is in werking getreden. Sinds 1 oktober kunnen omgevingsvergunningen digitaal worden aangevraagd. De implementatie van het Wabo-software-pakket levert nog de nodige problemen op. Verder is de digitale afhandeling nog een aandachtspunt. Door de aanpassing van bouwregels zijn veel minder bouwwerken vergunningplichtig geworden. Verder hebben we te maken met de economische recessie waardoor met name de grote bouwwerken stagneren dan wel niet doorgaan. Dit leidt tot een forse afname van de legesinkomsten (circa 50%, i.c. circa € 600.000). Er is een aanvang gemaakt met het actualiseren van het welstandsbeleid. Vaststelling vindt plaats in 2011. Tenslotte wordt opgemerkt dat het aantal verleende ro-ontheffingen groter is dan gepland. Dit leidt tot een financiële meevaller. 2.3. Uitvoeren van het handhavingprogramma. Uitvoering van de milieuhandhaving is volgens planning verlopen. De handhaving op bouw/ro loopt 15% tot 20% achter op de prognose. Dit komt doordat een van de bouwhandhavers medio 2010 is vertrokken en de vacature niet is ingevuld, vooruitlopend op de discussie over zero based budgetting. Dit leidt er direct toe dat de voorraad achterstallig werk niet kan worden bijgewerkt; de nieuwe bouwprojecten kunnen wel worden bijgehouden. Het budget voor de controle op permanente bewoning van recreatiewoningen (€ 25.000) is vervallen; gelet op de gestelde prioriteiten heeft op dit vlak dan ook geen controle plaatsgevonden. Het opstellen van nieuw handhavingsbeleid is gepland na de discussie over zero based budgetting in 2011. 2.4 Het opstellen en uitvoeren van diverse milieubeleidsplannen. In 2010 is het beleid externe veiligheid, het waterplan en de vrijstellingsregeling voor bodemonderzoek bij bouwvergunningen vastgesteld. Het vaststellen van het geluidbeleid is, in afwachting van landelijke ontwikkelingen, uitgesteld. Het klimaatuitvoeringsplan 2010 is volgens plan verlopen. Met het voorbereiden van het klimaatbeleid 2010-2020 is een start gemaakt. De besluitvorming over dit beleid moet in 2011 plaatsvinden. 2.5 Het uitvoeren van het afvalstoffenplan. De aanbesteding van de afvalstoffeninzameling heeft in 2010 veel aandacht gekregen. Eind 2010 werd er toegewerkt naar een samenwerking met Doetinchem. Begin 2011 zal hierover de besluitvorming plaatsvinden. De uitvoering van het afvalstoffenplan verloopt in grote lijn volgens plan. De aanbesteding van de verwerking van de afvalstoffen zit in een eindstadium. Ook hierover zal begin 2011 de besluitvorming plaatsvinden. Financieel gezien was 2010 een goed jaar. Met name door goede prijzen voor (afval)grondstoffen en een goede inzameling van papier, glas en kunststof is er sprake van een positief resultaat van € 260.000. Gerealiseerd conform doelstelling: 2.2
De omgevingskwaliteit waarborgen door zorgvuldig ontheffingenbeleid
3
Subdoelstelling: De openbare ruimte voldoet aan de vastgestelde beeldkwaliteitplannen.
Bijzonderheden: 3.2 Het uitvoeren van het vast te stellen beheersprogramma. Op basis van het vastgestelde kaders voor het beleid van het openbare groen, wordt het beheersprogramma gemaakt. Ook wordt er gewerkt aan het opstellen van een kwaliteitshandboek Integraal Beheer Openbare ruimte (IBOR) 3.5 Efficiënt en effectief onderhouden van wegen Er is dit jaar een "proef"gedaan met het toepassen van een raambestek voor zowel elementverhardingen als asfaltwegen. Dit is positief ontvangen. In het eerste kwartaal van 2011 worden de raambestekken voor een periode van 3 jaar aanbesteed. De klachtenregistratie en de afhandeling hiervan krijgt steeds meer vorm. Dit geldt ook voor de organisatie rondom het onderhoud van wegen. Door de bezuiniging van 10 % in combinatie
61
met de strenge winter (flinke winterschade) is het programma voor 2010 voor een deel niet gerealiseerd. Een flink aantal wegen zijn doorgeschoven naar 2011. Als dit structureel gebeurt, krijgt de gemeente met een onderhoudsachterstand van de wegen te maken. 3.6 Duurzaam veiligstellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur. Op basis van het vastgestelde kaders voor het beleid van het openbare groen, wordt een groenstructuurplan gemaakt. 3.7 Zorgen voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater zodat wateroverlast voorkomen wordt. De uitvoering van het gemeentelijke rioleringsplan is in grote lijn volgens plan verlopen. Met de aanleg van het laatste bergbezinkbassin aan de Ulftseweg in Silvolde is een begin gemaakt. Naar verwachting zijn de werkzaamheden voor de bouwvak 2011 afgerond. Verder is het nodige verharde oppervlak afgekoppeld en loopt de voorbereiding van nog een aantal projecten om nog meer af te koppelen. Gerealiseerd conform doelstelling:
4
3.1
Het gebiedsgericht vaststellen van de kwaliteit van de openbare ruimte.
3.3.
Het structureel uitbreiden van de buitendienst
3.4.
Optimaliseren van de meldingenservice.
3.8
Zorgen voor veilige speeltoestellen.
3.9
Zorgen voor een goede openbare verlichting.
Subdoelstelling: Handhaven huidig niveau volksgezondheid.
Bijzonderheden: 4.2 Uitvoeren van het alcoholmatigingsplan. Er zijn diverse actiepunten uitgevoerd. Het deelproject 'hokken en keten' is nog niet verder uitgewerkt. In overleg met het jeugd- en jongerenwerk wordt gekeken of de voorgeschreven methodiek wel aansluit bij de lokale situatie en doelgroep. De projectperiode alcoholmatiging liep af in 2010. De (tussen)resultaten van het project waren zeer positief. Daarom is in regionaal verband samen met de GGD een projectplan 'eindplan alcoholmatiging' opgesteld, dat binnenkort ter besluitvorming voorgelegd wordt aan de verschillende colleges in de regio Achterhoek.
4.4 In het beeld brengen van de zorgnetwerken. Vanaf oktober is een lokale zorgcoördinator aangesteld. Deze is voor alle ketenpartners aanspreekpunt wanneer de hulpverlening in een gezin stagneert. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het organiseren van een op het gezin afgestemd zorgoverleg, het aanspreken van betrokken partijen en het komen tot een oplossing. Gerealiseerd conform doelstelling: 4.1
Het beheren van BDU taken volksgezondheid en jeugdgezondheidszorg.
4.3
Uitvoeren van maatwerkprojecten in het kader van JGZ.
62
5
Subdoelstelling: Doelmatige en doeltreffende bedrijfsvoering op het gebied van burgerlijke stand, de gemeentelijke basisadministratie en verkiezingen
Bijzonderheden: 5.1 Het afgeven van identiteitsgebonden producten. Er zijn meer identiteitskaarten en rijbewijzen afgegeven dan gepland. Dit leidt tot extra legesinkomsten van € 33.000
63
9.6
Dienstverlening op maat
Programma inhoud
Belangrijke ontwikkelingen
In dit programma wordt aangegeven op welke wijze wij de dienstverlening willen invullen. Het gaat dan zowel om de externe als de interne dienstverlening. Ook een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering is een belangrijk onderwerp waaraan in dit programma specifiek aandacht wordt besteed. De roep vanuit de rijksoverheid, maar ook lokale politiek, om te komen tot betere dienstverlening aan en administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven. Hiervoor is landelijk het concept “Antwoord” ontwikkeld. Een transparante overheid en dienstverlening op maat staan daarbij centraal.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Hoofddoelstelling programma: Burgers, bedrijven en instellingen zijn tevreden over de transparante dienstverlening die op maat wordt aangeboden: digitaal waar mogelijk, maar ook rekening houdend met specifieke wensen. Zij participeren bij het maken van beleid. De gemeente staat op de kaart en heeft een goed imago.
1
Subdoelstelling: Burgers, bedrijven en instellingen zijn tevreden over de dienstverlening
Bijzonderheden: 1.1 Vorm geven aan het concept “Antwoord©” In 2010 is het ‘Dienstverleningsconcept’ ontwikkeld waarin is uitgewerkt op welke manier gemeente Oude IJsselstreek vorm geeft aan haar huidige en toekomstige dienstverlening. Leidend hierin zijn het concept Antwoord© en normen over onze service, de zogenaamde BurgerServiceCode. Op basis hiervan is een plan opgesteld waarin is aangegeven welke resultaten de komende jaren tot 2015 gerealiseerd zullen worden. Daarnaast is in de periode augustus en september een traject georganiseerd samen met de werkgroep ‘Gewoon doen’, om de klantgerichtheid binnen onze organisatie verder te verbeteren. 1.2 Verbeteren dienstverlening van het Telefonisch informatiecentrum(TIC) Eind 2010 is gestart met het project ‘Telefonische dienstverlening’, als onderdeel van het project ‘Gemeente heeft Antwoord’. Het project zal minimaal twee belangrijke resultaten opleveren: Het grootste deel van de binnenkomende vragen wordt door het TIC direct afgehandeld. Alleen specialistische vragen worden doorgeleid naar de vakafdelingen. Het TIC kan altijd goede (status) informatie aan onze inwoners verschaffen over lopende aanvragen. Het TIC wordt daarbij adequaat ondersteund door een nieuw te implementeren applicatie. Daadwerkelijke aanschaf zal echter pas in 2011 plaatsvinden. 1.4 Onderzoeken of het ontwikkelen van een “plein voor werk, inkomen en zorg” synergie oplevert Sinds november 2009 is ervoor gekozen de samenwerking tussen beleid en uitvoering op het gebied van de Wmo te optimaliseren door ondermeer de beleidsmedewerker Wmo te positioneren in de buurt van het zorgloket en de teamleiding voorlopig te laten waarnemen door de voormalige teamleider Welzijn en maatschappelijke zorg. Gegeven het feit dat de middelen Wmo niet zo snel toenemen als de autonome vraag was het noodzakelijk eerst te bekijken waar bijstellingen mogelijk waren alvorens de samenwerking op het gebied van werk, zorg en inkomen te gaan onderzoeken. In de tweede helft van 2010 is het onderzoek gestart. Het bleek al snel dat er ook belangrijke stappen te maken zijn op het gebied van regionale samenwerking die tegelijkertijd ook geld gaan opleveren. Voor de korte termijn is gekozen voor samenwerking in de regio op het
64
gebied van hulp bij het huishouden, intake en indicatiestelling en de inzet van woningaanpassingen en ergotherapie. In 2011 wordt verdere samenwerking onderzocht tussen centra voor Jeugd en Gezin, de onderkant van de arbeidsmarkt en zorg. Dit alles vooruitlopend op de wetswijzigingen die aanstaande zijn op deze terreinen. 1.5 Toepassen van landelijke standaarden (elektronische) dienstverlening. Na een succesvol doorlopen audit van het ministerie van VROM zijn we aangesloten op de landelijke voorziening in het kader van de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen). Ook het project Modernisering GBA (Gemeentelijke basisadministratie voor persoonsgegevens) is succesvol geïmplementeerd. Tenslotte is ook de veelbesproken omgevingsvergunning (in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht; WABO) succesvol ingevoerd per 1 oktober 2010. 1.6 Toepassen van mediation en premediation. Er zijn twee medewerkers opgeleid tot mediator en een aantal heeft de training mediationvaardigheden gevolgd. ‘Premediation’ wordt veel toegepast. Dit lijkt succesvol, omdat we inderdaad weinig bezwaarschriften binnen krijgen. In de regio is nu een pool van mediators waar onze gemeente een beroep op kan doen. Inmiddels hebben er verschillende succesvolle mediationtrajecten plaatsgevonden binnen de kring van deelnemende gemeenten Aalten, Oost Gelre, Winterswijk, Doetinchem, Montferland, Bronckhorst, Lochem, Zutphen en Hof van Twente. Gerealiseerd conform doelstelling: 1.3
2
Digitaal beschikbaar stellen van bestemmingsplannen.
Subdoelstelling: Burgerparticipatie en klantgerichte, aantrekkelijke en heldere communicatie
Bijzonderheden: 2.1 Beleids- en uitvoeringsplannen worden interactief voorbereid. De gemeenteraad heeft op 22 april 2010 een motie aangenomen dat raadsvoorstellen een communicatieparagraaf moeten hebben (n.a.v. advies burgerjury). Dit is meegenomen bij de verbetering van het format voor raadsvoorstellen dat begin 2011 wordt geïmplementeerd binnen de gemeentelijke organisatie. Via de driehoek en het presidium is geïnventariseerd bij welke meer wezenlijke beleidstrajecten de betrokkenheid van de gemeenteraad moet worden ingeregeld. 2.2 Verbeteren van de communicatie. De gemeenteraad heeft het rapport van de rekenkamercommissie vastgesteld als het gemeentelijke beleidskader voor communicatie. Op basis hiervan is een plan gemaakt met acties die zijn uitgevoerd in 2010 en een vervolg krijgen in 2011. Het restylen van de communicatiemiddelen wordt doorgezet, zodat steeds meer communicatiemiddelen van de gemeente een frisse, aantrekkelijke en herkenbare vormgeving krijgen. De nieuw vormgegeven gemeentepagina’s in de Gelderse Post die begin 2011 in een landelijke e verkiezing op de 4 plaats terecht zijn gekomen, zijn hiervan een belangrijk resultaat. In 2010 is veel aandacht uitgegaan naar verbetering van de communicatie over belangrijke projecten zoals de centrumplannen, het DRU Industriepark, de Vogelbuurt/Biezenakker en Engbergen. Tenslotte is de website flink doorontwikkeld, wat in 2011 (digitaal loket) ook wordt doorgezet. 2.3 Organiseren van scholierendebatten. Het initiatiefvoorstel-Hedin is uitgevoerd. Alle jongeren van 14 tot 18 jaar zijn aangeschreven door de burgemeester en een (eenmalige) jeugdgemeenteraad is gevormd. Deze heeft op 9 december 2010 ook een beslissing (mobiel jongerencentrum: camper en pannakooi) genomen over de besteding van 10.000 euro van het jeugdraadsbudget. De jongerenraad/jongerenparticipatie zal nog geëvalueerd worden.
65
2.4 Opzetten van een digitaal burgernetwerk. Dit onderdeel van het Plan Voor Burgerparticipatie Aanpak wordt in 2011 verder opgepakt. 3
Subdoelstelling: Een grotere naamsbekendheid en een goed imago
Bijzonderheden: 3.1 Opstellen plan van aanpak gebiedsmarketing. Er is een gebiedsmarketingstrategie voor de lange termijn opgesteld. Het college van B&W heeft dit in december 2011 vastgesteld. Hiermee heeft de gemeente een goede en stevige leidraad waarmee op termijn een sterke en gerichte positionering van Oude IJsselstreek, binnen de Achterhoek als geheel, gerealiseerd kan worden. Hierop vooruitlopend zijn al specifieke acties uitgevoerd om oude IJsselstreek te profileren op evenementen zoals Huntenpop. In 2010 heeft de Regio Achterhoek de campagne ECHT Achterhoek gelanceerd om met een meer marketinggerichte benadering de regio op de kaart te zetten. Oude IJsselstreek is nadrukkelijk aangesloten op en betrokken bij deze marketing op regionaal niveau. Gerealiseerd conform doelstelling: 3.2. 4
Uitvoeren communicatieplan Oersterk en vitaal.
Subdoelstelling: Een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering
Bijzonderheden: 4.1. Optimaliseren bedrijfsvoering Zorgloket. Door het aanstellen van een tijdelijke teamleider Zorgloket en het treffen van allerlei maatregelen zoals het optimaliseren van de werkprocessen, de bijscholing van klantmanagers en het inrichten van aanvullende digitale ondersteuning is een traject ingezet om te zorgen de Wmo en (een deel van) de Wwb effectief en efficiënt uitgevoerd worden. 4.2. Optimaliseren bedrijfsvoering Belastingen en samenwerking (met Doetinchem) onderzoeken. De bedrijfsvoering binnen Belastingen is op diverse punten verbeterd zodat het hoge kwaliteitspeil gewaarborgd werd en de kwetsbaarheid verminderd is. Ook is er een samenwerkingverband aangegaan met de gemeenten Montferland en Aalten. Gestart is met gezamenlijke inkoop op het terrein van taxatiediensten. 4.3 Zorgen voor een goede juridische kwaliteitszorg. De juridische kwaliteit wordt op verschillende manieren geborgd. De aanbevelingen uit de jaarverslagen van de Commissie bezwaarschriften en de klachtencoördinator worden stelselmatig in de organisatie geïmplementeerd. Verder is er een juridisch overleg in het leven geroepen waarin algemene onderwerpen als bezwaar en de Algemene wet bestuursrecht worden besproken. 4.4. Oprichten van een regionale omgevingsdienst voor het uitvoeren van VROM-taken. Rijk, provincie en de VNG sturen aan op een regionale omgevingsdienst per 1 januari 2012. Door ingrijpen van de 1e kamer is het verplichtende karakter van het oprichten van een regionale uitvoeringsdienst (RUD) voorlopig verzacht. Vanuit het Directeuren Netwerk Achterhoek is er een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke samenwerking op het gebied van de VROM-taken dat als basis diende voor bestuurlijke meningvorming binnen de Achterhoek. In 2011 wordt dit verder opgepakt o.a. richting de Provincie en het Rijk. 4.5 Samenwerken in de regio Achterhoek. De mogelijkheden zijn verkend en diverse afspraken zijn gemaakt (O.a. bij de samenwerking met de gemeente Doetinchem op het gebied van salarisadministratie die van start is gegaan
66
per 1 januari 2011) Er is tevens sterk ingezet op samenwerking op andere vlakken, wat een concreet vervolg zal krijgen in 2011. 4.6. Samenwerken binnen de regionale brandweer. De clustervorming brandweer is per 1 januari 2011 geëffectueerd. Dat betekent dat Oude IJsselstreek samen met Doetinchem, Montferland en Bronckhorst één brandweerorganisatie heeft 4.7 Optimaal gebruiken van het Document Managementsysteem (DMS) en invoeren van het Document Structuur Plan (DSP). In 2010 is het DMS gemeentebreed ingezet. Medewerkers dragen zelf zorg voor een correcte en tijdige afhandeling van hun emailberichten en overige interne en uitgaande documenten. Inkomende documenten worden door het taakveld DIV geregistreerd en digitaal verder de organisatie ingeleid. Ook met de invoering van het DSP is gestart, om de (digitale) doelstellingen uit het concept Antwoord© te halen. In 2011 krijgt dit vervolg. 4.9. Bieden van inkoopondersteuning bij het primaire proces. Het primaire proces wordt bij de inkooptaken ondersteund om tot een maximale en duurzame prijs/prestatieverhouding te komen met zo min mogelijk (juridische en financiële) risico's. ‘Inkoop’ heeft een aantal complexe Europese aanbestedingstrajecten actief en intensief begeleid. Door (regionale) samenwerking in inkoopteams wordt de juridische en inhoudelijke kwaliteit van bestekken gewaarborgd en waar mogelijk verbeterd. Daarnaast speelt vermindering van de inkoopkosten een belangrijke rol en is intern, maar ook extern gezocht naar inkooppartners. Er is en wordt een actieve bijdrage geleverd aan een groeiende samenwerking tussen de Achterhoekse gemeenten op het terrein van het gemeentelijke inkoopproces. Hierdoor is schaalvoordeel gerealiseerd en zijn kosten en kennis gedeeld. 4.10 Verder vormgeven van inkoopcontrol Het digitale contractregistratiesysteem is geïmplementeerd. Dit verbetert de juridische kwaliteitszorg, risicobeheersing, professionalisering van de inkoop en kostenbeheersing. Verder is er een inkoopdiagnose uitgevoerd waardoor er inzicht is in het totale inkoopvolume van de gemeente per productgroep en per afdeling. Deze gegevens worden gebruikt bij het opstellen van de inkoopagenda. Gerealiseerd conform doelstelling:
5
4.8
Regie voeren op de ondersteunende processen.
4.11
Zorgen voor een klantgerichte en kwalitatief goede facilitaire ondersteuning(8)
4.12
Doorontwikkelen en promoten elektronische dienstverlening.
Subdoelstelling: Klantgerichte, creatieve, ondernemende en betrouwbare medewerkers
Bijzonderheden: 5.4. Uitvoeren van “Gewoon doen” Er hebben verschillende acties plaatsgevonden, van bijeenkomsten over klantgerichtheid tot een “papier/kast/bureau opruim actie” 5.5 Sturen op diversiteit als meerwaarde Afgelopen jaar hebben we nauwelijks nieuwe medewerkers aangesteld. Daar waar mogelijk, is bij sollicitatiegesprekken gekozen voor kandidaten die door hun kwaliteiten voor een meer diverse samenstelling van het team zorgen.
67
5.6
Organisatieontwikkeling met als doel efficiënte en effectieve partner in de samenleving. De organisatieontwikkeling is in versnelling gekomen door het nieuwe collegeprogramma en door de bezuinigingen die op ons afkwamen. Met gerichte trainingen, een leiderschapsprogramma en intervisie is hiervoor extra aandacht geweest. Gerealiseerd conform doelstelling:
6
5.1
Leren van elkaar
5.2.
Laten instromen van jong talent in ‘algemene dienst’
5.3
Uitvoeren leiderschapsprogramma
Subdoelstelling: Goede internationale contacten
Gerealiseerd conform doelstelling: 6.1 Samenwerken met partnergemeente Benin Onze (ontwikkelings)samenwerking met Benin valt onder het programma Logo South 20112015 waarin 50 Nederlandse gemeenten deelnemen. De ervaringen tot nu toe zijn zeer positief. De financiering van het programma komt echter voor het overgrote deel vanuit het Rijk. De Tweede Kamer heeft op 16 december besloten deze budgetten voor in ieder geval 2011 te schrappen. In de loop van 2011 wordt duidelijk wat dit betekent voor onze (toekomstige) samenwerking met Benin. 7
Subdoelstelling: Een goed intern ondersteund(e) bestuur en directie
Bijzonderheden: Invoeren gemeenteprijzen De notitie is door de Raad aangenomen. Er wordt nu uitvoering aan gegeven. Gerealiseerd conform doelstelling: 7.1
8
Ondersteunen (mogelijk nieuwe) bestuurders.
Subdoelstelling: Goede huisvesting gemeentelijke diensten
Bijzonderheden: In stand houden en behouden van de gemeentelijke gebouwen Voor nagenoeg alle gemeentelijke gebouwen is in 2010 een meerjaren onderhoudsplan (MOP) opgesteld. Op basis van deze MOP's worden de gebouwen planmatig behouden en in stand gehouden. Binnen het gemeentehuis Gendringen is specifieke aandacht besteed aan de klimaatbeheersing, die niet goed functioneert. Te treffen maatregelen op korte termijn zijn doorgevoerd, waarbij de structurele oplossing in 2010 nog niet geheel in beeld was.
68
9
Subdoelstelling: Doelmatige en doeltreffende bedrijfsvoering op het gebied van burgerlijke stand, de gemeentelijke basisadministratie en verkiezingen
Bijzonderheden: 9.1 Organiseren gemeenteraadsverkiezingen 2010 De gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 zijn goed verlopen. Door de val van het kabinet hebben de verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer op 9 juni 2010 plaats gevonden in plaats van 11 mei 2011. Hierdoor zijn er in 2010 extra kosten gemaakt.
69
Hoofdstuk 10 Paragrafen 10.1 Paragraaf Lokale heffingen Algemeen De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op zowel de heffingen waarvan de besteding is gebonden (rioolheffing, afvalstoffenheffing) als heffingen waarvan de besteding niet van te voren is bestemd (OZB, hondenbelasting). Uit het overzicht “algemene dekkingsmiddelen” blijkt overigens van welke omvang het budgettaire belang is van met name de niet-bestemde heffingen. Dat inzicht, gekoppeld aan het inzicht over omvang, werking en reikwijdte van de lokale heffingen is van belang, omdat de budgettaire positie van de gemeente mede wordt bepaald door de wijze waarop het lokale belastinginstrument wordt gehanteerd. Het eigen gemeentelijke beleid De gemeente Oude IJsselstreek kent de volgende gemeentelijke belastingen en heffingen: a. gemeentelijke woonlasten: Deze bestaan uit: 1. afvalstoffenheffing; 2. onroerende zaakbelastingen; 3. rioolheffing; b. brandweerrechten; c. hondenbelasting; d. leges; e. lijkbezorgingsrechten; f. marktgelden; g. reinigingsrechten; h. toeristenbelasting. Ad a.
Gemeentelijke woonlasten
Om de gezamenlijk uitgesproken ambities te kunnen verwezenlijken heeft de gemeenteraad in november 2007 besloten dat de gemeentelijke woonlasten (de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de onroerende-zaakbelastingen zakelijk recht voor woningen), vanaf 2008 in totaliteit op begrotingsbasis jaarlijks met niet meer dan 5,5% mogen stijgen ten opzichte van het jaar daarvoor. Uitgangspunt is wel dat de afvalstoffenheffing en rioolheffing op begrotingsbasis maximaal 100% kostendekkendheid mogen zijn. De totale opbrengsten gemeentelijke woonlasten bedroegen in 2010 € 10.691.745. De werkelijke opbrengst gemeentelijke woonlasten is iets meer dan de raming (€ 90.487) en de reden is dat de areaaluitbreiding niet is meegenomen in de begroting. De belastingsoorten die onder de gemeentelijke woonlasten vallen, staan hieronder ook per belastingsoort weergegeven, omdat de wetgeving de term gemeentelijke woonlasten niet kent. Ad a1. Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente de verplichting heeft om daar afvalstoffen van huishoudelijke aard in te zamelen. Praktisch gezien komt het er op neer dat iedere huishouding bij moet dragen in de kosten die verbonden zijn aan de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. De gemeente is verplicht om bij de inzameling van afval onderscheid te maken tussen GFT-afval (de groene container) en overig afval (de grijze container). Daarnaast heeft de gemeente er voor gekozen om ook ten aanzien van glas, plastic, kleding, papier, grof groen afval en klein chemisch afval afzonderlijke inzamelingsacties te organiseren. Voor de inzameling van papier, die veelal door verenigingen en scholen wordt verzorgd, is een subsidieregeling van kracht. Voor de verwerking van het ingezamelde afval zijn door de Regio Achterhoek centrale contracten opgesteld. De inzameling van het afval was opgedragen aan een tweetal particuliere bedrijven.
70
Voor de tarieven van de afvalstoffenheffing wordt onderscheid gemaakt tussen een huishouding die bestaat uit meerdere personen en huishoudingen die bestaan uit één persoon. Het totaal van alle kosten, rondom de inzameling, verwerking en andere activiteiten ten aanzien van de huishoudelijke afvalstoffenheffing, dient volledig gedekt te worden door de tarieven van de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht. De totale opbrengst aan afvalstoffenheffing bedroeg in 2010 € 3.837.511. Onderstaand overzicht biedt inzicht in de tarieven afvalstoffenheffing. Type huishouding meerpersoonshuishouding - 1 persoonshuishouding
tarief 2009 € 251,04 € 155,88
tarief 2010 € 261,00 € 168,00
Ad a2. Onroerende-zaakbelastingen De heffing van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) geniet al jaren een meer dan gemiddelde belangstelling. Dat is ook wel begrijpelijk, omdat juist deze heffing bij uitstek het instrument is om ten aanzien van de gewenste of noodzakelijke begrotingsruimte standpunten in te nemen. De OZB bestaat in feitelijk uit een tweetal heffingen, te weten: a. een heffing van de zakelijk gerechtigde (veelal de eigenaar) van een onroerend goed waarop de heffing van toepassing is voor zowel woningen als zogenaamde niet-woningen; b. een heffing van degene die als gebruiker van een zogenaamde niet-woning (veelal de huurder of de eigenaar) dient te worden aangemerkt van een onroerend goed waarop de heffing van toepassing is. De heffing geschiedt op alle gebouwde onroerende registergoederen. Dit betekent dat deze goederen opgenomen moeten zijn in de kadastrale registers. Onder de heffingen vallen zowel woningen als bedrijven. Van de heffing is een beperkt aantal onroerende goederen vrijgesteld. Gedacht moet hierbij worden aan o.a. kerken, verkeerstechnische installaties en land- en tuinbouwgronden. De heffing wordt opgelegd aan degene die op 1 januari van het belastingjaar als “eigenaar” en/of als “gebruiker” van het belastingobject (het onroerend goed) kan worden aangemerkt. De grondslag voor de heffing van de OZB is de waarde die in het economisch verkeer aan het belastingobject kan worden toegekend. Die waarde wordt jaarlijks vastgesteld en wordt via een WOZbeschikking aan de belastingplichtige meegedeeld. Belastingplichtigen kunnen dan bezwaar maken tegen de hoogte van de taxatiewaarde. De op de WOZ-beschikking vermelde WOZ-waarde wordt door de belastingdienst gebruikt voor de inkomstenbelasting (huurwaardeforfait) en door de waterschappen voor de ingezetenenomslag. De belastingdienst en waterschappen betalen aan de gemeente een jaarlijkse vergoeding voor het door de gemeente beschikbaar stellen van WOZgegevens. Deze vergoeding is opgenomen binnen de begroting. De (her)waardering van het onroerend goed voor het belastingjaar 2010 heeft plaats gevonden naar de peildatum 1 januari 2009. De OZB wordt berekend naar een percentage van de vastgestelde WOZ-waarde. De totale opbrengst in 2010 aan onroerende-zaakbelastingen bedroeg € 5.288.832. Het aandeel dat betrekking heeft op de gemeentelijke woonlasten bedroeg € 3.639.205 (woninggedeelte) en het niet-woning gedeelte bedroeg € 1.649.627.
71
In onderstaande tabel is het tarievenoverzicht opgenomen.
Type OZB
1. gebruikers van a. woningen b. niet-woningen 2. eigenaren van a. woningen b. niet woningen
tarief 2009 percentage van de WOZwaarde
tarief 2010 percentage van de WOZwaarde
n.v.t. 0,1079%
n.v.t. 0,1015%
0,0829% 0,1282%
0,0947% 0,1220%
Ad a3. Rioolheffing De heffing van rioolbelasting wordt opgebracht door de gebruiker (bewoner) van een op de riolering aangesloten pand. De jaarlijkse lasten ten aanzien van de riolering hebben, als gevolg van een grillig investeringsverloop, geen stabiel karakter. Daarom is er voor gekozen om ten behoeve van het product riolering een egalisatiefonds in het leven te roepen. Dit heeft als voordeel dat de jaarlijkse tariefsaanpassing voor meerdere jaren gelijkmatig kan verlopen. In het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) zijn meerjarig de te treffen maatregelen opgenomen met de daarbij behorende bedragen. Uitgangspunt blijft dat het tarief van de heffing, meerjarig gezien, alle kosten dekt welke verband houden met de exploitatie van de gemeentelijke riolering. De totale opbrengst van de rioolheffing bedroeg € 3.402.029 in 2010. In dit bedrag zit een bedrag van € 187.000 dat betrekking heeft op het niet-woning gedeelte. Tariefoverzicht rioolrechten:
Oude IJsselstreek
tarief 2009 € 199,08
tarief 2010 € 199,08
Ad b. Brandweerrechten Brandweerrechten zijn verschuldigd voor door de brandweer verrichte diensten, anders dan in geval van brand- en rampenbestrijding e.d. Er gelden regionale tarieven. In de praktijk wordt zelden van de mogelijkheid om deze rechten te heffen gebruik gemaakt. Ad c. Hondenbelasting Voor het houden van een hond wordt als een directe belasting hondenbelasting geheven. Het tarief is progressief van opbouw. Dit betekent dat voor de 2e (en volgende) hond een hoger tarief geldt dan voor de 1e hond. Voor kennelhouders is het belastingtarief afgetopt. De opbrengst uit de hondenbelasting moet beschouwd worden als een algemeen dekkingsmiddel. Niettemin zijn in de afgelopen jaren maatregelen ter bestrijding van overlast, veroorzaakt door honden, getroffen waarbij uit de daaruit voortvloeiende lasten een relatie is gelegd met de tarieven voor de heffing van hondenbelasting. De totale opbrengst aan hondenbelasting bedroeg € 150.347 in 2010. Onderstaand overzicht biedt inzicht in de tarieven hondenbelasting.
e
- 1 hond e - 2 hond - kennel
tarief 2009 € 37,56 € 56,40 € 131,04
tarief 2010 € 37,56 € 56,40 € 131,04
72
Ad d. Leges De totale opbrengst aan leges bedroeg in 2010 € 1.108.980 In de primitieve begroting 2010 was de totale legesraming € 1.736.603. De grootste budgetafwijking zat bij de leges bouwvergunningen. Bij de eerste marap is de begroting hiervoor naar beneden bijgesteld met een totaalbedrag van € 463.000. Uiteindelijk bleek het werkelijke resultaat nog € 195.770 lager dan de aangepaste begroting. De oorzaak hiervan is dat het aantal aanvragen voor bouwwerken ver achter is gebleven bij de planning. Dit komt met name doordat er een aantal grote bouwplannen nog niet zijn vergund c.q. zijn doorgeschoven naar 2011. Ad e. Lijkbezorgingsrechten Er worden lijkbezorgingsrechten geheven voor het gebruik van een tweetal begraafplaatsen te weten de algemene begraafplaats in Varsseveld en in Terborg. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Doordat het steeds vaker voorkomt dat de nabestaanden bij het regelen van de uitvaart meteen de eigendomsrechten en het onderhoudsrecht voor langere periode afkopen, zijn de inkomsten lijkbezorgingsrechten gestegen tot € 117.935. Ad f. Marktgelden Er worden marktgelden geheven voor het innemen van standplaatsen op de wekelijkse warenmarkten te Gendringen, Silvolde, Terborg, Ulft en Varsseveld. De totale opbrengst van de marktgelden bedroeg in 2010 € 24.193. Ad g. Reinigingsrechten Naast de afvalstoffenheffing kennen we een reinigingsrecht. Dat recht is verschuldigd door bedrijven en instellingen die geringe hoeveelheden afval, passend in de ‘gemeentelijke containers’ aanbieden en die de gemeente hebben verzocht dat afval tijdens de normale inzamelingsactiviteiten mee te willen nemen. De totale opbrengst aan reinigingsrechten bedroeg in 2010 € 81.571. Onderstaand overzicht biedt inzicht in de tarieven reinigingsrechten.
Gemeente - grijze container - groene container - milieubox
tarief 2009 € 211,20 € 84,60 € 27,--
tarief 2010 € 216,96 € 84,60 € 27,--
Ad h. Toeristenbelasting De opbrengst uit de toeristenbelasting vormt een algemeen dekkingsmiddel. De belasting wordt geheven van personen die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie zijn opgenomen, maar die tegen het betalen van een vergoeding wel verblijf houden met overnachtingen in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeermiddelen e.d. De totale opbrengst van de toeristenbelasting bedroeg € 85.032 in 2010. Er wordt gebruik gemaakt van forfaitaire heffingsmogelijkheden. Dit betekent dat de belasting geïnd wordt bij degene die gelegenheid biedt om tegen betaling te overnachten, waarbij wordt uitgegaan van een gemiddelde bezetting. Ten aanzien van het tarief kan het volgende overzicht worden gegeven:
per overnachting
tarief 2009 € 0,64
tarief 2010 € 0,66
73
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet kwijtschelding verlenen voor de gemeentelijke heffingen, waarbij tot het autonoom beleid behoort het geven van een antwoord op de vraag voor welke heffingen die kwijtschelding mogelijk is. Bij de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid is de gemeente daarbij gebonden aan de rijksregelgeving, met dien verstande dat bij de vaststelling van de berekeningscomponent “kosten van bestaan” de gemeente een ruimere interpretatie kan en mag hanteren dan op dit punt door het rijk wordt gedaan. Het rijk hanteert voor de bepaling van de norm “kosten van bestaan” hierbij een bedrag dat overeen komt met 90% van de bijstandsnorm. Veruit de meeste gemeenten hanteren voor deze situatie een ruimere norm. Vaak wordt daarbij uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm. Voor de gemeente Oude IJsselstreek geldt eveneens dat bij aanvragen om kwijtschelding uitgegaan wordt van 100% van de bijstandsnorm. In 2010 is een totaalbedrag van € 221.103 aan gemeentelijke belastingen kwijtgescholden. Dit is rond 2,09% van de totaal geraamde opbrengsten gemeentelijke belastingen die voor gemeentelijke kwijtschelding in aanmerking komt. In 2009 werd in totaliteit € 213.566 aan gemeentelijke belastingen kwijtgescholden. Totaaloverzicht belastingen en heffingen
Soort Belasting/Heffing
Brandweerrechten Marktgelden Leges Lijkbezorgingrechten Toeristenbelasting Hondenbelasting OZB niet-woningen Reinigingsrechten Woonlasten Rioolrecht bedrijven
Werkelijke opbrengst 2009 0 23.462 1.873.803 91.812 88.124 155.730 1.565.801 82.716 9.718.164 175.000
Raming 2010 (primitief) 0 15.568 1.735.603 77.875 81.909 157.713 1.535.000 85.000 10.601.258 187.000
74
Raming 2010 na wijziging 0 15.568 1.272.603 77.875 81.909 157.713 1.535.000 85.000 10.601.258 187.000
Werkelijke opbrengst 2010
0 24.193 1.114.311 117.935 85.032 150.347 1.649.627 81.571 10.691.745 187.000
10.2 Paragraaf verbonden partijen Inleiding In deze paragraaf wordt aandacht geschonken aan de relaties en verbindingen van de gemeente met (verbonden) derde partijen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en waarmee financiële belangen gemoeid zijn. Onder bestuurlijke invloed wordt in dit verband verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake als de gemeente de middelen welke ten behoeve van de (verbonden) derde partij beschikbaar heeft gesteld als verloren dient te beschouwen in geval van faillissement van de verbonden partij. Van een dergelijk belang is ook sprake als financiële tegenvallers onder bepaalde voorwaarden door de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Subsidieverlening valt dus niet onder het begrip “verbonden partij.” Er is immers alleen sprake van een financieel belang en niet van een direct bestuurlijk belang. Men spreekt dus van een verbonden partij als er sprake is van zowel een bestuurlijk als een financieel belang. Voor de gemeenteraad zijn verbonden partijen om twee redenen relevant: 1. Verbonden partijen voeren beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De gemeente blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. De raad heeft nog steeds de kaderstellende en controlerende taak. 2. De kosten - het budgettaire beslag - en de financiële risico's die de gemeente met verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Beleid De paragraaf “Verbonden partijen” is een in het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een verplichte paragraaf. In artikel 21 van de “Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie gemeente Oude IJsselstreek” is bepaald dat in deze paragraaf bij de begroting (en de jaarstukken) in elk geval wordt ingegaan op: - nieuwe verbonden partijen; - het beëindigen van bestaande verbonden partijen; - de visie die de gemeente heeft op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; - de beleidsvoornemens van de verbonden partijen zelf; - het wijzigen van bestaande verbonden partijen; - eventuele problemen (risico’s) bij bestaande verbonden partijen. Overzicht van de verbonden partijen Deze paragraaf dient om op hoofdlijnen inzicht te geven in de verbonden partijen. Om die reden is het begrip ‘financieel belang’ in dit kader verruimd naar ‘aanmerkelijk financieel belang’, waarbij een financiële ondergrens is gehanteerd van € 50.000. Voor elke verbonden partij wordt gebruik gemaakt van een vast format. Onderdelen zijn de doelstelling, activiteiten en realisatie (jaarstukken) daarvan, deelnemende partijen, bestuurlijk belang, financieel belang, rechtmatigheid, risico’s en getroffen beheersmaatregelen, actuele ontwikkelingen, verantwoording enz. Er is nog geen specifieke aandacht besteed aan de visie die de gemeente heeft op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting. In de op te stellen nota “Verbonden partijen” wordt hier aandacht aan besteed.
75
1
Naam Relatie met programma
Doelstelling
Activiteiten
Deelnemende partijen Bestuurlijk belang
Financieel belang Rechtmatigheid
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s en getroffen beheersmaatregelen Verantwoording
Regio Achterhoek 3. Oude industrie verbonden met cultuur 4. Energiek ondernemen 5. Beheer gelijk op met ontwikkeling Gemeenschappelijke belangenbehartiging op het gebied van: • Grensoverschrijdende samenwerking • Verkeer en vervoer • Economische ontwikkeling en arbeidsmarkt • Jeugd en onderwijs • Cultuur waaronder zorg voor oud archief • Recreatie en toerisme • Zorg en welzijn • Milieu en afval • Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting De activiteiten ter bestrijding van de crisis zijn in 2010 voortgezet in de aanvalsplannen Achterhoek Authentiek Anders en de Green Deal. De samenwerking met bedrijfsleven, onderwijs, woningbouwcorporaties en andere overheden kreeg verder handen en voeten bij de afspraken van de Tafel van Groenlo. Innovatie en duurzaamheid vormen samen de leidraad voor lobby, projecten en beeldvormende en beeldbepalende activiteiten. Mogelijkheden voor hoger onderwijs dienen zich inmiddels aan. De voorbereidingen voor een Regionaal Erfgoedcentrum (Streekarchief en Staringinstituut) zijn getroffen; formeel kan het nieuwe centrum voorjaar 2011 van start. Dit jaar zijn verdergaande prestatieafspraken gemaakt met Achterhoek Bureau voor Toerisme en het Recreatieschap Achterhoek Liemers. Dit jaar is een Quick Scan uitgevoerd naar de nieuwe werkwijze van de Regio. De aanbevelingen daaruit zijn samengebracht met de voorbereidingen voor een Agenda Achterhoek 2020. Aan het eind van het jaar zijn suggesties geformuleerd voor een ‘andere’ manier van samenwerken tussen ‘de drie O’s’, te weten Ondernemers, maatschappelijke Organisaties en Overheid. Begin 2011 wordt daarover besluitvorming gevraagd, waarna de transitie ter hand kan worden genomen. Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Montferland en Winterswijk (toeristisch: Lochem en Zutphen) De gemeente bezet 1 zetel in het Algemeen Bestuur vanuit het college. (regiobestuurder) Per programmateam is 1 collegelid afgevaardigd. Voor 2010 bedroeg de bijdrage € 375.324,-. - Screening verordeningen op nut en noodzaak - Jaarlijks wordt voor accountantscontrole controleprotocol (inclusief normenkader) en toetsingscriteria opgesteld. Het is de bedoeling dat vanaf 2011 door de drie partijen (ondernemers, (maatschappelijke) organisaties en overheid) in coöperatief verband wordt samengewerkt ter realisering van de Agenda Achterhoek 2020. Gezamenlijk realiseren van de Agenda Achterhoek 2020. Financiële afwikkeling RA van oud naar nieuw inmiddels duidelijk (zie begrotingswijzigingen 2008 en 2009 e.v. RA) Informatievoorziening en verantwoording verlopen langs de lijnen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de regels van OIJS zelf.
76
2
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten
Deelnemende partijen
Bestuurlijk belang Financieel belang Rechtmatigheid Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Risico’s en getroffen beheersmaatregelen Verantwoording
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Gelre-IJssel 5. Beheer gelijk op met ontwikkeling Het op regionaal niveau vaststellen en uitvoeren van gezondheidsbeleid, Daarnaast heeft het college vanuit de Wet Publieke Gezondheid de verplichting om via het treffen van een gemeenschappelijke regeling zorg te dragen voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst. Preventieve en uitvoerende taken vanuit de wet publieke gezondheid, genoemd in de artikelen 2, 4, 5, 5a 6 en 7. Dit betreft o.a. de taken op het gebied van jeugdgezondheidszorg. - het uitbrengen van Hygiëne-adviezen aan instellingen; - het uitvoeren van inspecties bij kinderopvang als bedoeld in de Wet Kinderopvang; - het uitbrengen van medisch-milieukundige adviezen; - het vaccineren en voorlichten van reizigers; - het verrichten van teken op het terrein van forensische geneeskunde - Overige uit te voeren taken op het terrein van volksgezondheid, die van een GGD verwacht mogen worden ten behoeve van gemeenten, personen, instellingen en organisaties. Gemeenten Apeldoorn, Bronckhorst, Brummen, Elburg, Ermelo, Harderwijk Doetinchem, Epe, Lochem, Montferland, Voorst, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Oude IJsselstreek, Putten, Winterswijk, Zutphen, Aalten, Berkelland,Oost Gelre Portefeuillehouder volksgezondheid maakt vanuit college van B&W deel uit van het bestuur In de jaarrekening 2010 is een bedrag opgenomen van € 591.312 (begroting 2010 € 603.600) Wet Publieke gezondheid Wet gemeenschappelijke regelingen -Project alcoholmatiging jongeren in de Achterhoek en Stedendriehoek lopen t/m 2012 - Integrale Jeugsgezondheidszorg als onderdeel van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) De beleidsvoornemens zijn gebaseerd op de in 2010 vastgestelde strategische visie. Kern van deze visie is dat de gemeenten hebben gekozen voor een GGD die zich versterkt als een gemeenschappelijke gezondheidsdienst. De GGD heeft de opdracht gekregen diverse bezuinigingsscenario’s uit te werken. Hierover wordt in 2011 een besluit genomen. Via jaarverslag en jaarrekening legt de GGD verantwoording af aan de deelnemende gemeenten.
77
3
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten
Deelnemende partijen
Bestuurlijk belang Financieel belang Rechtmatigheid Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland 5. Beheer gelijk op met ontwikkeling Gemeenschappelijk en op regionaal niveau uitvoeren veiligheidsbeleid, specifiek gericht op brandweertaken en rampenbestrijding, zowel preventief als repressief. − Het instellen en in stand houden van een regionale brandweeralarmcentrale; − het instellen en in stand houden van een centrale post voor het ambulancevervoer; − het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; − het beschikbaar stellen van personeel en materieel voor het verlenen van bijstand; − het voorbereiden van de coördinatie bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen; − het voorbereiden van de organisatie voor het optreden van de brandweer in buitengewone omstandigheden en het regelen van de operationele leiding bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen; − het verzamelen en evalueren van gegevens ten behoeve van de waarschuwing en alarmering van de bevolking in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan; − het waarschuwen van de bevolking door middel van het sirenenet, het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; − het adviseren van de colleges van burgemeester en wethouders op het gebied van de brandpreventie, ter zake van voorbereidende maatregelen op het gebied van de brandbestrijding en -beperking in bepaalde objecten en over het aanschaffen van materieel; − het verzorgen van oefeningen met het oog op het optreden in groter verband en opleidingen; − het vaststellen van de taken van de binnen het grondgebied van de aan de regeling deelnemende gemeenten werkzame gezondheidsdiensten in het kader van de geneeskundige hulpverlening en de realisering daarvan; − het instellen en in stand houden van een organisatorisch samenwerkingsverband gericht op geneeskundige hulpverlening; − het zorg dragen voor bijstand bij de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening. Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Putten, Voorst, Winterswijk, Zutphen. Burgemeester vertegenwoordigt gemeente In de jaarrekening 2010 is een bedrag opgenomen van € 433.407,(begroting 2010 € 433.408,-) Wet veiligheidsregio’s en besluit veiligheidsregio’s (sinds 1 oktober 2010) Wet gemeenschappelijke regelingen. Met de komst van de Wet op de Veiligheidsregio’s is de kern-BAW opgezet (Brandweer Achterhoek West). Dit samenwerkingsverband bestaat uit de gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek. In dit kader zullen 1. oefeningen, trainingen en opleidingen, 2. communicatie en 3. planpreparatie gezamenlijk worden opgepakt. Op 1 januari 2011 is het beroepspersoneel van de brandweer in de gemeente Oude IJsselstreek formeel overgegaan naar VNOG. In 2010 is er een begin gemaakt met het opstellen van een
78
Risico’s en getroffen beheersmaatregelen
Verantwoording
4
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten Deelnemende partijen
Bestuurlijk belang Financieel belang Rechtmatigheid Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s en getroffen beheersmaatregelen Verantwoording
regionaal risicoprofiel en een regionaal crisisplan. Op basis van het regionaal risicoprofiel zal in 2011 een regionaal beleidsplan opgesteld worden. Binnen het cluster Brandweer Achterhoek West zal het beleid op de gebieden repressie, risicobeheersing en operationele voorbereiding in een beleidsplan gelijk getrokken worden voor de vier deelnemende gemeenten. De VNOG onderzoekt momenteel wat de consequenties zijn van de scenario´s als 0%, 10% of 20% bezuinigd moet worden op de begroting. In het voorjaar van 2011 zal het AB een besluit nemen over het toe te passen scenario. Het cluster Brandweer Achterhoek West garandeert de huidige brandweerzorg voor hetzelfde geld. In 2013 bedraagt zal de bijdrage van alle gemeenten €19,83 per inwoner bedragen. Dit komt overeen met het huidige prijsniveau van de gemeente Oude IJsselstreek, dat het laagste is van de deelnemende gemeenten. Wat andere gemeenten in 2011 en 2012 meer betalen wordt ingezet als veranderkapitaal/frictiekosten. Via jaarverslag en jaarrekening legt VNOG verantwoording af aan de deelnemende gemeenten.
Recreatieschap Achterhoek en Liemers 4. Energiek ondernemen Recreatieschap heeft tot doel behartigen gemeenschappelijke belangen deelnemende gemeenten op terrein openluchtrecreatie en toerisme. Bescherming bestaande natuurlijke waarden en landschappelijk karakter is daarbij uitgangspunt Gemeenten Lochem, Zutphen, Bronckhorst, Berkelland, Oost Gelre, Westervoort, Duiven, Rijnwaarden, Montferland, Doetinchem, Aalten, Winterswijk Lid college van B&W is lid Algemeen Bestuur, lid raad is plaatsvervanger In de jaarrekening 2010 is een bedrag opgenomen van € 91.470 WGR De taken van het RAL in het algemeen en in het bijzonder de beheerstaken zijn momenteel onderwerp van discussie. November 2010 is besloten om de ontmanteling actief op te pakken. Besluitvorming mag medio 2011 worden verwacht. Ontwikkeling van een routebureau. Omslag van beheer naar ontwikkeling Gemeente betaalt reguliere Wgr-bijdrage aan RAL. Het RAL heeft een aanzienlijke eigenvermogenspositie en voert hierbinnen haar taken uit. Via Jaarrekening en Jaarverslag legt het RAL jaarlijks verantwoording af aan de aangesloten gemeenten.
79
5
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten Deelnemende partijen Bestuurlijk belang
Financieel belang
Rechtmatigheid Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Risico’s en getroffen beheersmaatregelen Verantwoording 6
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten Deelnemende partijen
Bestuurlijk belang
Financieel belang Rechtmatigheid Ontwikkelingen Beleidsvoornemens
Risico’s en getroffen beheersmaatregelen Verantwoording
Cultureel Centrum “Amphion” 3. Oude industrie verbonden met cultuur Bieden breed cultureel theateraanbod in daarbij te onderscheiden kunstvormen. Op weg naar theater podiumplan Oost/Achterhoek met Cultuurfabriek DRU. Theater en conferenties Gemeenten Bronckhorst, Doetinchem en Montferland Burgemeester is vertegenwoordiger in Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Portefeuillehouder Cultuur is lid van de Raad van Commissarissen Gemeente is aandeelhouder en die aandelen hebben nog boekwaarde van € 3.750. De nieuwbouw van Amphion is medio 2010 gerealiseerd. De aandeelhoudende gemeenten hebben bijgedragen in de stichtingskosten. Raadsbesluit Professioneel theaterprogramma Oost Gelderland Opgezette beheerorganisatie zorgt voor het financieel management. Gemeenteraden hebben duidelijke grenzen bepaald en meegegeven aan Aandeelhouders (AVA). Financiële bijdrage uitbetaald in 2010 conform begroting. Stadsbank Oost-Nederland 4. Energiek ondernemen Op zowel maatschappelijk als zakelijk verantwoorde wijze: a. voorzien in behoefte aan geldelijk krediet; b. regelen schulden personen in financiële moeilijkheden conform de Wet Schuldhulpverlening; c. voorzien in budgetbeheer; d. geven voorlichting en advies over hiervoor genoemde zaken Kredietverlening, budgetbeheer, schuldhulpverlening, uitvoering wet schuldsanering natuurlijke personen. Gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo (O), Hof van Twente, Lochem, Losser, Montferland, Oldenzaal, Oost Gelre, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden, Winterwijk Portefeuillehouder sociale zaken is vanuit college B&W lid Algemeen Bestuur (en lid Dagelijks Bestuur); lid gemeenteraad is plaatsvervangend lid. Gemeente heeft ledenkapitaal ingelegd. Boekwaarde inleg is per 1 januari 2010 € 296.000. WMO De wet schuldhulpverlening treedt begin 2011 in werking; daarop wordt inmiddels met een nieuwe werkwijze geanticipeerd. Treasuryfunctie krijgt meer inhoud, de in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom zal een vast onderdeel gaan vormen van bestuurlijke rapportages.
Via jaarrekening en jaarverslag
80
7
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten
Deelnemende partijen Bestuurlijk belang
Financieel belang
Rechtmatigheid Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s en getroffen beheersmaatregelen
Verantwoording 8
Naam Relatie met programma Doelstelling
Activiteiten
Deelnemende partijen Bestuurlijk belang Financieel belang
Werkvoorzieningschap “WEDEO” 4. Energiek ondernemen Uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening, inhoudende dat personen met een afstand tot de arbeidsmarkt worden geholpen zich te ontwikkelen binnen hun mogelijkheden Conform de prestatieafspraken met de gemeente: begeleid werken, beschut werken, detachering van personen in de WSW, begeleiden van personen naar de hoogst haalbare positie op de werkladder. Gemeenten Doetinchem en Montferland Zowel vanuit raad als college van B&W is lid en plaatsvervangend lid in Algemeen Bestuur WEDEO afgevaardigd. In het dagelijks bestuur zit een lid van het college van B&W . Aan WEDEO te betalen bijdragen hebben betrekking op bestuurskosten en bedrijfsmatige exploitatie. De financiering van de bedrijfsmatige exploitatie is even hoog als de door het ministerie toegekende middelen hiervoor. In 2010 is voor € 5.791.053 aan rijksgelden doorbetaald. Wet sociale werkvoorziening, WMO Van binnen naar buiten werken: mensen naar een reguliere werkomgeving leiden. Hierbij positioneert WEDEO zich als een arbeidsontwikkelbedrijf. Naar verwachting komt er medio 2012 een nieuwe regeling tot stand: regeling werken naar vermogen, ter vervanging van WSW, WWB en Wajong, met forse financiële gevolgen voor m.n. WSW en WWB. Marktconform werken Door effecten economische crisis zal mogelijk onvoldoende opdrachten binnen worden gehaald, waardoor er een negatief resultaat behaald wordt. Maatregelen worden door Wedeo genomen om op andere wijze opdrachten binnen te halen. Via jaarrekening en jaarverslag en tussentijdse kwartaalrapportages. Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI) 4. Energiek ondernemen Uitvoering Wet Werk en Bijstand en daaruit voortvloeiende besluiten en regelingen. Eveneens voert ISWI meerdere wetten uit op het terrein van inkomensvoorzieningen ten behoeve van specifieke doelgroepen, zoals jongeren en zelfstandigen,. De regionale sociale recherche bij ISWI ondergebracht. Tot slot voert het ISWI de Wet participatiebudget, uit, te weten 1. Wet inburgering, 2. volwasseneneducatie en 3. re-integratie. Centrale doelstelling van het programma werk is werkzoekenden zo snel mogelijk laten uitstromen naar duurzaam regulier werk en de arbeidsparticipatie te bevorderen. Diverse re-integratie-instrumenten, zoals scholing, loonkostensubsidies en workfirstprojecten. ISWI heeft een eigen leer-werkbedrijf. Gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek In Dagelijks Bestuur ISWI zitten leden college van B&W, in Algemeen Bestuur zitten leden raad en college van B&W. Bijdrage ISWI valt uiteen in drie componenten, te weten: a. exploitatiebijdrage; b. aandeel in kosten bijstandverlening (inkomensdeel); c. aandeel in kosten wet participatiebudget. In de jaarrekening 2010 is een bedrag opgenomen van € 1.416.558
81
aan exploitatiebijdrage en € 7.219.592 aan kosten bijstandverlening en participatiebudget … Rechtmatigheid Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Risico’s en getroffen beheersmaatregelen
Verantwoording
9
Naam Relatie met programma Doelstelling Activiteiten
Deelnemende partijen Bestuurlijk belang
Financieel belang Rechtmatigheid Ontwikkelingen Beleidsvoornemens
Risico’s en getroffen beheersmaatregelen Verantwoording
Wet Werk en Bijstand en aanverwante wetten, WMO Vanuit het Rijk worden - geoormerkte- middelen toegekend voor de uitvoering van de WWB (inkomensdeel) en de participatiewet. De middelen vallen de komende sterk terug. Tevens neemt aantal aanvragen toe door effecten economische crisis, waardoor het financieel risico voor de gemeente aanzienlijk groter wordt. Naar verwachting komt er medio 2012 een nieuwe regeling tot stand: regeling werken naar vermogen, ter vervanging van WSW, WWB en Wajong, met forse financiële gevolgen voor m.n. WSW en WWB. Voortzetten bedrijfsvoering Groter financieel risico voor gemeente, door lagere bijdrage Rijk en toename aanvragen. ISWI breidt werkbedrijf uit, om zodoende meer inkomsten te genereren. Via jaarrekening en jaarverslag en tussentijdse kwartaalrapportages.
Alliander 6. Dienstverlening op maat Beheer van gas- en elektriciteitsnetten Onderhoud en beheer van elektriciteit- en gasnetten in een groot deel van Nederland. Ononderbroken leveren van energie aan klanten. Bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening. Aantal gemeenten en provincies in Nederland De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Op basis van een aandeelhoudersovereenkomst is vanuit het NUON/NOGA platform één vertegenwoordiger namens de gemeenten aangewezen. Gemeente heeft in Alliander een belang van 0,424% Jaarlijks wordt dividend uitgekeerd. Alliander is zelfstandig netwerkbedrijf na verkoop van NUON. Strategie o.m. gericht op vergroting concessiegebied. Overgaan naar duurzame economie Netten geschikt maken voor de distributie van lokaal opgewekte energie en energiestromen op elkaar afstemmen
Via jaarverslag
Naast de hiervoor opgenomen partijen zijn nog een aantal partijen waarbij de invloed van de gemeente Oude IJsselstreek van minder of ondergeschikt belang is. Dat betreft zowel de financiële invloed als ook de bestuurlijke invloed. Hierbij gaat het om de volgende partijen: - Stichting Idinkbos en Paasberg; - NV Bank Nederlandse Gemeenten; - Stichting Dierentehuis Oude IJssel ; - Univé; - Bestuursacademie Nederland; - Vitens; - Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren (IZA);
82
Deze organisatie verkeert in liquidatie; dit proces loopt t/m 2013 - Gemeenschappelijke regeling inzake de inrichting van een distributiedienst in kring 16; - Gemeenschappelijke Regeling Euregio Rijn-Waal; - Gemeenschappelijke Regeling Euregio Twente-Achterhoek-Emsland. Daarnaast is de stichting Cultuurfabriek DRU in de begroting 2010 en 2011 als verbonden partij genoemd. Echter, de definitie van verbonden partij geeft aan dat er bij een verbonden partij sprake moet zijn van een zetel in het bestuur dan wel het hebben van stemrecht. Dit is in het geval van de DRU niet aan de orde. Tot nu toe benoemt het gemeentebestuur wel de bestuursleden maar in de nabije toekomst zal ook dit niet meer aan de orde zijn omdat de stichting steeds meer op eigen benen komt te staan. Ontwikkelingen Omdat de gemeente haar aandelen NUON in 2009 heeft verkocht, is deze niet meer in het overzicht opgenomen. De verkoop van de aandelen heeft € 41.850.000 opgebracht. Daar staat tegenover dat de gemeente tegelijkertijd met de splitsing van NUON, aandeelhouder is geworden van Alliander, de netwerkbeheerder. Deze is nu in de lijst opgenomen.
Nr
Naam verbonden partij
Belang 2010 in €
1
Regio Achterhoek
375.324
2
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Gelre-IJssel Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland Recreatieschap Achterhoek en Liemers Cultureel Centrum “Amphion” Stadsbank Oost-Nederland Werkvoorzieningschap “WEDEO” Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI) Alliander
591.312
3 4 5 6 7 8 9
Totaal financieel belang
433.407
Opmerkingen Conform concept begroting Gemeenschappelijke Regeling Conform concept begroting Gemeenschappelijke Regeling Conform concept begroting Gemeenschappelijke Regeling
91.470 3.750. 296.000 5.791.053 1.416.558
Bijdrage € 814.493 in nieuwbouw Betreft de boekwaarde van de deelneming
Pm 8.998.874
Risico’s In toenemende mate leggen gemeenten de uitvoering van taken en activiteiten neer bij andere partijen. Redenen kunnen zijn: geen eigen capaciteit beschikbaar, te behalen efficiencyvoordelen en risicospreiding. Er zijn echter ook risico’s gemoeid met betrekking tot de verbonden partijen. Sowieso speelt bestuurlijk bijna altijd de “dubbele petten” problematiek. De risico’s zijn: - Niet realiseren taken, doelstellingen, prestaties etcetera; - Rollen, taken en verantwoordelijkheden binnen gemeente inzake verbonden partijen zijn onduidelijk en/of niet goed gescheiden; - Rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aandeelhouder/toezichthouder/commissaris/bestuurder zijn onduidelijk; - Democratische legitimatie is niet transparant en heeft te weinig aandacht; - Doelstelling, taken en activiteiten zijn onduidelijk; - Bij gemeente ontbreekt expertise betreffende verbonden partij en activiteiten; - Informatievoorziening verbonden partij is onvoldoende en/of niet tijdig; - Onvoldoende mogelijkheden om (tussentijds) bij te sturen; - Uittredingsmogelijkheden zijn onvoldoende concreet vastgelegd; - Onvoldoende zicht om bestuurlijke, beleidsmatige en financiële risico’s.
83
Naast de aard en omvang van de activiteiten wordt het risicoprofiel ook beïnvloed door de juridische vorm, structuur en organisatie van de verbonden partij. Er zijn verschillende juridische vormen, de belangrijkste zijn de stichting, de vennootschap (NV of BV), de gemeenschappelijke regeling en de publiek private samenwerking (PPS). Bij stichtingen loopt de gemeente uitsluitend risico over de aan de stichting verstrekte middelen en zijn bestuurders alleen aansprakelijk als er sprake is van wanbeleid. Dit betekent echter niet dat vanuit de gemeente geen (aanvullende) maatregelen nodig zijn om de risico’s te beheersen. Een stichting heeft namelijk zelden een buffer om tekorten of onvoorziene uitgaven op te vangen en tevens is het toezicht vaak niet goed geregeld. De financiële informatievoorziening zal derhalve adequaat inzicht moeten geven in de exploitatie en de continuïteit van de stichting en vanuit de gemeente zal initiatief moeten worden genomen om invulling te geven aan de toezichthoudende functie. Het risicoprofiel bij vennootschappen en PPS-constructies ligt vaak hoger. Voor PPS wordt vaak gekozen om tot risicodeling en -reductie te komen. Er is echter tevens sprake van een private partij met eigen (winst)doelstellingen. Financieel loopt de gemeente bij deze vorm risico voor het geïnvesteerde vermogen. Daarnaast is er echter bij gebiedsontwikkeling sprake van grote financiële belangen, kansen op voordelige resultaten, maar ook grote risico’s. Gemeenschappelijke regelingen hebben door de financiële risico’s een hoog risicoprofiel. De deelnemende gemeenten zijn samen volledig financieel aansprakelijk voor de regeling.
Het is belangrijk inzake verbonden partijen de volgende zaken goed te regelen: 1. Duidelijke afspraken over onder andere output en budget; 2. Heldere (op afspraken afgestemde) tussentijdse informatievoorziening; 3. Transparante verantwoording. Het is te adviseren prestatie- en/of managementcontracten af te sluiten. Hierin zijn opgenomen afspraken over: output, kwaliteit van dienstverlening, afbakening van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, eisen aan informatieverstrekking (inhoud en frequentie), mogelijkheden om bij te sturen, inzichtelijke verantwoording over rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid, hoe om te gaan met tekorten of overschotten, het toezicht door de gemeente. De gemeente Oude IJsselstreek is verbonden met een 9-tal partijen waarvan het bestuurlijk en het financieel belang als “aanmerkelijk” kan worden geschetst. De risico’s die zich daarbij kunnen voordoen zijn divers. Mede daarom wordt in een aantal gevallen daadwerkelijk gestreefd naar een maximale bestuurlijke invloed.
84
10.3 Paragraaf Financiering Inleiding De financieringsparagraaf (of treasuryparagraaf) vormt, op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), een verplicht onderdeel van zowel de begroting als de jaarrekening. Daarnaast vloeit deze paragraaf voort uit de bepalingen van de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Deze wet stelt regels met betrekking tot het financieringsgedrag van gemeenten. Het belangrijkste uitgangspunt is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden en het beheersen van de renterisico’s. In deze wet zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De treasuryfunctie wordt hierbij gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s De treasuryparagraaf is in samenhang met het treasurystatuut een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie van de gemeente. Beleid De activiteiten van de gemeenten op het gebied van financiering zijn, zoals in de inleiding vermeld, gebonden aan wettelijke kaders. De belangrijkste kaders zijn opgenomen in de Wet Financiering Decentrale Overheden, waarbij onze belangrijkste beleidsuitgangspunten zijn: - de gemeente mag uitsluitend leningen of garanties verstrekken uit hoofde van de ‘publieke taak’; - de gemeenteraad dient daarbij goedkeuring te verlenen aan derde partijen, waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij; - de gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie, indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico; Het prudente karakter wordt daarbij gewaarborgd door middel van de richtlijnen en de limieten zoals opgenomen in het treasurystatuut. - het gebruik van derivaten (beleggingproduct, bestaande uit meerdere productcategorieën, elk met een eigen karakter en een eigen beleggingsstrategie) is niet toegestaan; - Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten: 1. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak; 2. Om het renteresultaat te optimaliseren wordt de financiering met externe financieringsmiddelen zoveel mogelijk beperkt door eigen financieringsmiddelen in te zetten; 3. De onderhandse lening, is de enige toegestane leningsvorm bij het aantrekken van financieringen; 4. De gemeente vraagt indien mogelijk offertes op bij 3 instellingen (met een zogenaamde triple Arating) alvorens een financiering wordt aangetrokken. De resultaten van de eventueel overige offertes waarvan geen gebruik wordt gemaakt dienen later bij de uiteindelijke beslissing te worden vermeld. De huidige leningenportefeuille bestaat vooral uit één grote, in 2006 herziene, lening aangegaan met de NV Bank Nederlandse Gemeenten. In het door het college vastgestelde Treasurystatuut belangrijkste doelstellingen van de financieringsfunctie zijn: - verzekeren van een duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities; - beschermen van de gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals rente-, koers- en liquiditeitsrisico’s; - minimaliseren van kosten (intern en extern) bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities; - optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de Wet FIDO en het Treasurystatuut Hieronder worden enkele punten nader toegelicht.
85
Risicobeheer De risico’s die gelopen worden binnen onze gemeente bij de uitvoering van de treasurytaak bestaan voornamelijk uit liquiditeiten, rente en kredietrisico’s. Om die risico’s te beperken geldt er vanuit de wet Fido een vastgestelde kasgeldlimiet renterisiconorm. Inzake het risicobeheer geldt het volgende: Renterisico Dit is het risico dat de gemeente kan worden geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor reeds afgesloten leningen. Onder renterisicobeheer is het bewust beperken van de -negatieve- invloed van toekomstige rentewijzigingen op het resultaat van de organisatie en op de waarde van rentedragende activa en passiva. Ook het minimaliseren van de rentekosten en het optimaliseren van de rentebaten behoren tot dit onderwerp. Het renterisico wordt beperkt door een lening af te sluiten tegen een vast rentepercentage en per lening te bekijken welke leningsvorm en looptijd het meest gunstig is. Kredietrisico Dit is het risico dat de gemeente loopt wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen. In het treasurystatuut is vastgelegd dat de gemeente alleen geld mag uitlenen aan betrouwbare bedrijven (met minimaal een zogeheten AAA-rating), semi-overheden of aan instellingen waarvoor een solvabiliteitsratio van 0% geldt. Beperkte risico’s loopt de gemeente bij geldleningen die verstrekt zijn aan verenigingen. Leningen zoals die verstrekt zijn aan NUON en ter uitvoering van de Regeling Woningfinanciering Ambtenaren leveren geen reële risico’s op. De aandelen van de NUON zijn in 2009 verkocht en 50% van de waarde is inmiddels ontvangen. Het restant zal verspreid over de komende jaren aan ons worden overgemaakt. Hypothecaire leningen aan ambtenaren zijn begrensd door de waarde van het verbonden onroerend goed. Vanaf begin 2009 is het verstrekken van nieuwe hypotheken niet meer toegestaan. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat de gemeente op de korte termijn niet genoeg geld in kas heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. Hierom worden liquiditeitsplanningen en een liquiditeitsbegroting opgesteld. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen. Met name het goed plannen van investeringsuitgaven en het verschaffen van goed inzicht in de grondexploitatie draagt bij aan een goed liquiditeitsbeheer en vermindert de risico’s. Ontwikkelingen Relatiebeheer De NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de huisbankier van de gemeente Oude IJsselstreek. De dienstverlening verloopt naar tevredenheid en wordt eens per 5 jaar geëvalueerd. De gemeente heeft ook een rekening bij de ING bank en bij lokale Rabobanken. Kasbeheer Liquiditeitsprognoses kunnen in zijn algemeenheid worden verbeterd. Verder wordt gestreefd naar zo laag mogelijke omvang van het aantal (sub)kassen. Ten aanzien van de debiteuren geldt dat er een vast beleid is ten aanzien van de invordering. Voor belastingdebiteuren gelden wettelijke bepalingen en wordt voor de dwanginvordering gebruik gemaakt van een extern deurwaarderskantoor. Voor de overige -dubieuze- debiteuren wordt van geval tot geval bezien of dwanginvordering via de gerechtsdeurwaarder zowel juridisch als praktisch (kosten/baten) zinvol is. Rentevisie Voor de rentevisie maakt de gemeente vooral gebruik van de informatie van de Bank Nederlandse Gemeenten. In 2010 was er een voorzichtige economische groei, het inflatiecijfer was 1,3%. Voor te betalen rente, verschuldigd voor geldleningen ter compensatie van het financieringstekort, is in de begroting 2010 uitgegaan van 4,5% rente. Dit was gezien het renteverloop in 2010 een goede inschatting.
86
Financiering Financieringspositie De gemeente Oude IJsselstreek staat de komende jaren voor grote uitdagingen. Het bestuur is ambitieus en de visie “Oude IJsselstreek op weg naar 2020” zal verder uitgevoerd worden. Met name de diverse nieuwbouwprojecten, uitbreiding van diverse bouwgrondexploitaties en de realisering van de nieuwe centrumplannen, regionale samenwerking en zero-based budgeting zijn hier goede voorbeelden van. Voor de toekomst staan er diverse grote investeringen op het programma. De belangrijkste projecten zijn terug te vinden onder de beleidshoofdpunten. Hieronder worden de financieringsbehoeften afgezet tegen de financieringsmiddelen. Financieringsbehoefte Financieringsbehoefte 2009
Stand 31-12-2010
Vaste activa
124.633.438
129.441.651
Totaal financieringsbehoefte
124.633.438
129.441.651
Financieringsmiddelen Binnen de gemeente Oude IJsselstreek zijn volgende financieringsmiddelen beschikbaar: Financieringsmiddelen 2009 Vaste geldleningen o/g Reserves Voorzieningen
85.480.966 20.953.360 7.874.548
Stand 31-12-2010 96.993.012 41.218.133 5.402.467
Totaal financieringsmiddelen 104.925.731 143.613.612 NB Het rekeningresultaat, met name de NUON gelden, van 2009 á € 34.457.818 is per 1-1-2010 toegevoegd aan de algemene en diverse bestemmingsreserves. Beheersing risico’s Liquiditeitsrisico - kasgeldlimiet Ter beperking van het renterisico is in de Wet FIDO een norm opgenomen ten aanzien van de korte schuld, de zogeheten kasgeldlimiet. Deze limiet geeft de maximale omvang van de korte schuld (maximaal 1 jaar) aan. De limiet wordt berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Als de kasgeldlimiet wordt overschreden zal (een deel van) de kortlopende schuld moeten worden omgezet in een langlopende schuld (consolidatie van vlottende schuld). Voor Oude IJsselstreek zag dat er als volgt uit: Begrotingstotaal per 1 januari 2010 Vastgesteld percentage
100.724.780 8,5%
Kasgeldlimiet gemiddeld
8.561.606
Kasgeld 2010 gemiddeld
9.617.808
Overschrijding
-/- 1.056.202
De kasgeldlimiet is gemiddeld over het boekjaar overschreden. In 2011 zal overwogen worden om op basis van de wet FIDO een deel van de kasgeldbehoefte in langlopend om te zetten.
87
Renterisico - renterisiconorm Middels de renterisiconorm wordt bepaald welk renterisico de gemeente loopt op haar vaste schuld (leningen met een looptijd langer dan 1 jaar). De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat in enig jaar niet meer dan 20% van begrotingstotaal mag worden geherfinancierd. Hierbij is een minimumbedrag vastgesteld van € 2,5 miljoen. Uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Daarmee wordt voorkomen dat een groot- deel van de leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten. De ontwikkeling van de leningenportefeuille ziet er als volgt uit: Ontwikkeling leningenportefeuille
2010
Stand leningen 1 januari
85.480.966
Vervroegde aflossingen Reguliere aflossingen Nieuw aangetrokken leningen
0 3.487.954 15.000.000
Stand leningen per 31 december
96.993.012
De renterisiconorm wordt berekend als een percentage van de totale begroting. De omvang van de renterisiconorm van dit jaar is opgenomen in de onderstaande tabel. Berekening renterisiconorm
Begroting 2010
Begrotingstotaal Wettelijk vastgesteld percentage
100.724.780 20%
Renterisiconorm
20.144.956
De ontwikkelingen op het gebied van de renterisico’s zagen er dit jaar als volgt uit: Renterisico’s vaste schuld
Werkelijk 2010
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b. Nieuwe verstrekte lange leningen 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld 5.
Aflossingen
6.
Herfinanciering
0 0 0 15.000.000 15.000.000 3.487.954 15.000.000
Renterisico op vaste schuld (5+6)
18.487.954
De huidige opgenomen leningen bieden de geldgevers geen mogelijkheid tot renteaanpassingen. De te betalen rentelasten van opgenomen geldleningen bedroeg voor 2010 € 3.487.954
88
De toets van de renterisiconorm geeft het onderstaande beeld te zien. Toets renterisiconorm
Begroting 2010
Renterisiconorm Opgenomen geldlening + aflossing
20.144.956 18.487.954
Ruimte (+) - Overschrijding (-)
1.657.002
Geconcludeerd kan worden dat onze gemeente geen renterisico heeft gelopen in het kader van de lange financiering.
89
10.4 Paragraaf Bedrijfsvoering Beleid Er is geen grote beleidswijziging opgetreden op het gebied van de bedrijfsvoering in 2010. Ontwikkelingen Personeel en Organisatie In 2010 hebben 14 medewerkers de organisatie verlaten (5%). Dit is vergelijkbaar met de voorgaande jaren ( 15 medewerkers in 2008 en 2009) Het ziekteverzuim was ook over 2010 laag te noemen, namelijk 4,8 % exclusief zwangerschap. Dus onder ons streefgetal van 5%. Het is echter wel een stijging t.o.v. 2009 (3,9 %) In 2010 is uitvoering gegeven aan de nota “Een oersterke organisatie; strategisch personeelsbeleid van 2009 – 2012”. Het ontwerpen van een nieuwe gesprekscyclus, diversiteit en leiderschapsontwikkeling zijn daarbij de eerste zaken die opgepakt zijn in 2010. Naast de cursussen en trainingen die op individueel niveau gevolgd zijn, was er in 2010 ruim aandacht voor organisatie brede opleidingen en trainingen. - Alle taakvelden hebben een workshop gevolg in het kader van klantgerichtheid - Alle taakvelden zijn bezig geweest met feedback en samenwerking - Intervisie voor eerste medewerkers Dit alles om houding en gedrag meer in overeenstemming te brengen met de organisatie die we willen zijn en medewerkers daarin te faciliteren. We willen als organisatie flexibel, servicegericht, betrouwbaar, ondernemend en innovatief zijn. Ook moet de lerende organisatie passen bij de vier speerpunten: op de samenleving gericht, goed adviseur, integraal werken en strategie. In het collegeprogramma 2010-2014 “Doorzetten” worden drie voorwaarden aan de organisatie gesteld: 1. De winkel: dienstverlening blijft minimaal op het huidige niveau. De organisatie wordt omgevormd tot een klantgerichte en bestuursondersteunende organisatie. De winkel voert wettelijke taken en staand beleid snel, efficiënt en, waar mogelijk, met partners uit de regio uit. 2. Flexibel inspelen op de veranderende maatschappij: strategisch beleid moet leiden tot effectieve programma’s die tot doel hebben levensvatbare en toekomstbestendige kernen te vormen. Daarbij wordt integraal gewerkt aan het behoud van jongeren en gezinnen en een grotere verscheidenheid van werkgelegenheid, natuur en een gevarieerd aanbod van woningen en voorzieningen 3. Snel inspelen op lokale vraag: Er dient meer flexibiliteit en schakelvermogen in de organisatie te komen. Dit vraagt voornamelijk een andere houding en gedrag en moet door de nieuwe organisatiestructuur ondersteund en gestimuleerd worden. Om onze organisatie goed te kunnen richten op hetgeen het college wil bereiken én om een betere sturing te kunnen geven is een structuur- en cultuurverandering nodig. Het model waarop we in 2010 hebben ingezet om teamleiders meer verantwoordelijkheden te geven vroeg om keuzes. Ook de projecten die er nu intern en extern zijn, moeten op een goede manier in de organisatie ingebed worden. Het overgrote deel van de werkzaamheden betreft het uitvoeren van wettelijke taken en bestaand beleid. Dit willen we zo efficiënt mogelijk doen. Een kleiner percentage van onze werkzaamheden betreft innovatie en creatie. Dit moet integraal en in samenwerking met de uitvoering voor een goede borging zorgen zodat het zelflerend vermogen van deze organisatie groeit. In 2010 is er veel aandacht geweest voor de organisatie ontwikkeling waarbij de input vanuit de organisatie is verwerkt in een voorstel dat naar de ondernemingsraad is gestuurd voor advies. In 2011 zal de organisatieontwikkeling concrete vormen aan gaan nemen,
90
WOPT Op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) is openbaarmaking in de jaarrekening verplicht van de beloning van een ieder die in publieke loondienst is en wiens beloning in enig jaar hoger is dan het op dat jaar betrekking hebbende gepubliceerde belastbaar loon van ministers. Deze informatie moet conform het artikel 28 van het BBV worden opgenomen in de toelichting op de programmarekening. In 2010 zijn er aan (voormalige) medewerkers van de gemeente Oude IJsselstreek geen beloningen toegekend boven het vastgestelde normbedrag. Informatisering en automatisering Doelstelling van informatisering is dat de juiste informatie op het juiste moment beschikbaar is voor de juiste personen. De vraag of dat geautomatiseerd is of niet, wordt zonodig beantwoord door informatieanalyse. Doordat wij als organisatie in onze systemen ook een wederzijdse afhankelijkheid hebben in de keten van informatievoorziening moest in 2010 hard gewerkt worden aan verbetering van diverse dataverzamelingen. Immers verbetering in de dienstverlening vanuit de lokale overheid wordt ingegeven vanuit klantgericht werken maar zeker ook vanuit een economisch perspectief, te weten het verlagen van administratieve lastendruk. Het aansluiten op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) is een stevige klus geweest die in 2010 middels een succesvolle audit is afgerond. Ook is dit jaar Omgevingsvergunning (WABO) geïmplementeerd. Doordat de uiteindelijke wet zo lang op zich heeft laten wachten is dit niet zonder slag of stoot gegaan. Met name de digitale communicatie met het landelijk netwerk brengt de nodige problemen met zich mee. Een punt van aandacht was de informatievoorziening rondom de WMO c.q. het zorgloket. De hoge dynamiek op dit werkveld bleek niet goed te combineren zijn met de inspanningen vanuit I&A om het werkproces te voorzien van een adequaat informatiesysteem. In 2010 is er dan ook gekozen voor de implementatie van een ander pakket. Dit pakket is succesvol geïmplementeerd maar heeft wel geleid tot een forse kostenoverschrijding. In de dienstverlening naar de burgers en bedrijven bewijst het Meldingenpunt een waardevol instrument. Er wordt veel gemeld en belangrijker er wordt veel afgehandeld. In 2010 zijn er 375 meldingen afgehandeld. Er dient een adequate manier gevonden te worden om de onderhoudslast van software licenties en de vervanging van software beter op elkaar aan te laten sluiten. Leveranciers veranderen regelmatig hun licentiebeleid. Uiteindelijk blijken we als afnemer hiervoor alleen meer te moeten betalen. Ook is een trend waarneembaar waarbij leveranciers zich contractueel langdurig binden aan afnemers. Concreet voorbeeld hiervan is dat Centric nu in de onderhoudslast ook de vervanging naar nieuwe versies van pakketten op heeft genomen. Enerzijds kan dit bijdragen aan een gelijkmatige verdeling van uitgaven over de jaren. Immers de investeringen rondom de vervanging van deze pakketten kan dan uitblijven. Anderzijds committeren we ons hiermee langdurig aan contracten. Hiermee was echter geen rekening gehouden. Uiteindelijk dienen dergelijke overschrijdingen definitief tot het verleden te behoren Planning en control In 2010 is het taakveld na een langere periode van onderbezetting weer helemaal op sterkte. De ingeslagen richting naar betere meetbaarheid en integratie van beleid en geld is doorgezet en heeft geleid tot een strakkere p&c planning. Het bewustzijn van verantwoording van de budgethouders is in 2010 verder vergroot doordat bij het opstellen van alle p&c-documenten een intensieve samenwerking plaats heeft gevonden tussen financiën en de budgethouders. De nieuw gestarte interne controller heeft in 2010 toegezien op de implementatie van een groot aantal verbeteringen op A+O gebied en daarmee voor een groot gedeelte gevolg gegeven aan de voorgestelde verbeteringen vanuit de managementletter 2009.
91
Documentaire informatievoorziening Het taakveld DIV heeft in 2010 voor de totstandkoming van het “Handboek Vervanging”, twee externe audits laten invoeren: één voor de waarborging van authenticiteit van documenten in het DMS Corsa en één voor de effectiviteit/ efficiëntie van het scanproces. Beide audits hebben een positieve uitslag. Bovendien zijn alle werkprocessen binnen DIV beschreven én is het Handboek opgesteld. De achterstand van de nog te bewerken archieven is afgenomen. De te bewaren en de te vernietigen archiefonderdelen van de voormalige gemeenten Wisch en Gendringen zijn geïnventariseerd en beschreven. Corsa Who (namen en adressenbestand) is in 2010 helemaal ‘geschoond’. Ook is nu het beheer geregeld, dit om nieuwe vervuiling te voorkomen. Tenslotte is er in 2010 gestart met een Documentair Structuurplan (DSP). De Gemeente Oude IJsselstreek kent een kleine 700 processen. Deze zijn allemaal geïnventariseerd en gekoppeld aan een proceseigenaar. In 2011 gaan we het DSP implementeren en verder uitbouwen. Het taakveld DIV is betrokken bij de projecten van gemeente@antwoord, WABO, Zaakgericht werken en GWS4Aall. Inkoop Het primaire proces wordt bij de inkooptaken ondersteund om tot een maximale en duurzame prijs/prestatieverhouding te komen met zo min mogelijk (juridische en financiële) risico's. Het taakveld Inkoop heeft een aantal complexe Europese en onderhandse aanbestedingstrajecten actief en intensief begeleid (zoals bijvoorbeeld het leerlingenvervoer en zonnecollectoren). Door samenwerking in inkoopteams wordt de juridische en inhoudelijke kwaliteit van bestekken gewaarborgd en waar mogelijk verbeterd. Uiteraard speelt vermindering van inkoopkosten in het inkoopproces ook een rol. Niet alleen intern maar ook extern wordt waar mogelijk gezocht naar inkooppartners. Er wordt een actieve bijdrage geleverd aan een groeiende samenwerking tussen de Achterhoekse gemeenten op het terrein van het gemeentelijke inkoopproces. Ook in 2010 zijn een aantal aanbestedingen uitgevoerd samen met andere gemeenten, zoals de aanbesteding afvalverwerking en strooizout. Naast het realiseren van schaalvoordeel, worden hierbij ook kosten en kennis gedeeld. Door het gebruik van inkoopteams, mantelcontracten, standaarddocumenten, het inkoophandboek en de inkoopvoorwaarden wordt een professionele inkopende organisatie gerealiseerd. Structurele aandacht voor het inkoop- en aanbestedingsbeleid blijft noodzakelijk om efficiënt en rechtmatig in te kopen. Verder is het digitale contractregistratiesysteem geïmplementeerd. Dit zal waar mogelijk worden uitgebreid. Dit moet leiden tot verbetering van de juridische kwaliteitszorg,risicobeheersing,professionalisering van de inkoop en kostenbeheersing.
92
Communicatie Begin 2010 is het taakveld communicatie gestart met een nieuwe werkwijze ten aanzien van het consulentschap. Vanwege twee zwangerschapsverloven binnen het taakveld (uren hiervan zijn gedeeltelijk opgevangen door een interimmer) en een langdurige zieke is de professionaliseringsslag nog niet zo ver doorgevoerd als verwacht. Het Kabinet heeft in 2010 de jaarlijkse evenementen (herdenking bij Rademakersbroek, de herdenking van 4-5 mei en de Veteranendag) georganiseerd. Voor het eerst is een receptie gehouden voor alle gedecoreerden binnen de gemeente Oude IJsselstreek. In 2010 ontvingen 13 personen een Koninklijke onderscheiding, waaronder twee raadsleden die na 12 ½ jaar afscheid namen van de raad. Het college van B&W heeft aan een plaatselijk kunstenaar de opdracht gegeven een Erepenning te vervaardigen. De Erepenning kan worden toegekend als blijk van waardering aan een persoon, die zich voor de gemeenschap Oude IJsselstreek op zeer uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft gemaakt. De gemeenteraad heeft het rapport van de rekenkamercommissie ‘Zeggen wat je doet, doen wat je zegt’ vastgesteld als het gemeentelijk beleidskader voor communicatie. Op basis van dit rapport heeft het college van B&W een uitvoeringsplan met activiteiten vastgesteld. De activiteiten dragen ertoe bij de aanbevelingen uit het rapport, ter verbetering van de communicatie, te realiseren. Het college van B&W heeft in 2010 een gebiedsmarketingstrategie voor de lange termijn vastgesteld. Hiermee is een belangrijke stap gezet in de professionele profilering en positionering van de gemeente. Hierop vooruitlopend zijn al specifieke acties uitgevoerd om Oude IJsselstreek te profileren op evenementen als Huntenpop en het VONK IJzerfestival. In 2010 heeft de Regio Achterhoek de campagne ECHT Achterhoek gelanceerd om de regio op de kaart te zetten. Oude IJsselstreek is nadrukkelijk aangesloten op en betrokken bij deze regionale marketing. De gemeentepagina’s in de Gelderse Post zijn opnieuw vormgegeven. Verder is in 2010 veel aandacht uitgegaan naar projectcommunicatie om de continuïteit en kwaliteit van de communicatie over belangrijke projecten zoals de centrumplannen, DRU Industriepark, Vogelbuurt/Biezenakker, Engbergen te waarborgen. Verder is de doorontwikkeling van de website een continu proces.
93
Juridische zaken De inzet van premediation lijkt zijn vruchten af te werpen. Er zijn in 2010 minder bezwaarschriften ontvangen dan de voorgaande jaren. Hoewel het niet aantoonbaar is, lijkt dit toch ook een gevolg van de inzet van premediation in het primaire proces. Ook bij de ontvangst van een bezwaarschrift wordt vrijwel altijd contact opgenomen met de bezwaarmaker om een besluit toe te lichten of om de bezwaarmaker uit te nodigen voor een gesprek. Dit leidt in sommige gevallen tot het intrekken van een bezwaarschrift. De inzet van een mediator uit de regiopool lijkt wat achter te blijven bij de verwachting. Het is onduidelijk wat hiervoor de reden is. Dit kan te maken hebben met het succesvol inzetten van premediation, het kan een kwestie van gewenning zijn, maar het kan ook zijn dat er te weinig zaken zijn die zich lenen voor het ‘echte’ mediation. Het juridisch overleg is vanaf 2009 ingevoerd in onze organisatie. Het overleg kent veel belangstelling uit de organisatie. Naast algemene onderwerpen, is er ook aandacht voor specifiek juridische onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het maken van een verordening. Het juridisch overleg leidt er toe dat het taakveld door steeds meer medewerkers makkelijker gevonden wordt bij juridische vragen. De zichtbaarheid van het taakveld is daarmee vergroot. Advisering vindt overigens niet alleen plaats als medewerkers gericht vragen stellen. Ook proactief worden medewerkers gewezen op van toepassing zijnde jurisprudentie, aandachtspunten bij advisering aan het college en de raad e.d. Project en kwaliteit In 2010 is op basis van het realisatieplan ‘De Verbinding’ een projectstructuur opgezet. Het project Gemeente heeft Antwoord© is opgezet, de stuurgroep Gemeente heeft Antwoord is ingericht en er is een uitgebreid implementatieplan opgesteld. In 2010 zijn een aantal projecten gestart en afgesloten. Verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening, waarbij de klant centraal staat. In 2012 is de organisatie aangepast aan de nieuwe manier van dienstverlening en is veranderd van een meer intern gerichte organisatie (o. aanbod gericht) naar een extern gerichte organisatie (o. vraaggericht). De organisatie moet van een productgerichte werkwijze naar een procesgerichte werkwijze overgaan. Een kort overzicht van de afgeronde projecten: • Aansluiting op de BAG • Modernisering GBA • Informatiearchitectuur Dienstverlening gemeente Oude IJsselstreek • Implementatie meldingenkaart • Dienstverleningsconcept De volgende projecten zijn gestart in 2010 en lopen door in 2011: • Telefonische dienstverlening • Invoering zaakgericht werken Daarnaast heeft het taakveld de veranderingen het Zorgloket ondersteunt door het beschrijven van de nieuwe werkprocessen. Deze werkprocessen bevatten de nieuwe werkwijze en zijn de basis voor de inrichting van het ondersteunende systeem, GWS4all. Op diverse terreinen is ondersteunt met het vastleggen van werkprocessen en deze zijn via intranet voor iedereen in te zien. Verder is in samenwerking met cultuurgroep Gewoon Doen een cultuurtraject gestart voor het verder ontwikkelen van een klantgerichte houding van de medewerkers. Dit traject heeft in het najaar plaatsgevonden onder de naam ‘Ik zie, ik zie wat u niet ziet!’.
94
10.5 Paragraaf Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van de gemeente is. Het geeft aan in welke mate de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen. Inzicht hierin is van groot belang. In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is opgenomen dat onder meer in de begroting hier specifieke aandacht aan besteed moet worden in een aparte paragraaf Weerstandsvermogen. Beleid Het bestaande beleid inzake het weerstandsvermogen is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen. Deze nota is in juni 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Voor een uitgebreide toelichting en beschrijving wordt naar de nota verwezen. In deze paragraaf zijn alleen de belangrijkste en actuele zaken opgenomen. Tevens is van belang de nota Reserves en Voorzieningen, deze is ook in juni 2006 vastgesteld. Beleidsuitgangspunten zijn: - Gemeente Oude IJsselstreek gebruikt in eerste instantie incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken; - Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan zullen deze eerst incidenteel worden afgedekt middels de incidentele weerstandscapaciteit. - Voor structurele tegenvallers wordt bij de eerstvolgende begroting dekking gezocht; - Er wordt rekening gehouden met een buffer in het weerstandsvermogen; Het weerstandsvermogen wordt zoveel mogelijk in tact gelaten en er wordt terughoudend opgetreden bij de beschikking over de algemene reserve. Dit omdat niet alle risico’s voldoende gekwantificeerd kunnen worden, de ontwikkelingen in het kader van “Oude IJsselstreek op weg naar 2020” aanvullende risico’s met zich meebrengen en de actualisering van beheerplannen nog niet volledig heeft plaatsgevonden. Om een goed beeld te houden op de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit worden deze minimaal tweemaal per jaar (bij de programmabegroting en de jaarrekening) geïnventariseerd; Deze inventarisatie heeft als bijkomende voordelen: - financiële risico’s kunnen worden ingeperkt als er tijdig maatregelen kunnen worden genomen; - door de periodieke uitvoering van de risicoanalyse wordt risicomanagement onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering - De post onvoorzien wordt alleen gebruikt voor eenmalige tegenvallers; Deze tegenvallers dienen te voldoen aan de volgende criteria: Onuitstelbaar, Onvoorzienbaar en Onvermijdbaar. Structurele knelpunten dienen op structurele wijze te worden opgelost. - De algemene reserve wordt volledig meegerekend bij de bepaling van de weerstands-capaciteit; - Risicomanagement wordt integraal en formeel ingevoerd; Dit betekent naast het afsluiten van verzekeringen, risico-inventarisatie en evaluatie op het gebied van de Arbowet, het toepassen planning en control (onder meer administratieve organisatie, interne controle, financial control en juridische control) en periodiek preventief en repressief onderhoud dat periodieke risicoanalyse en het nemen van maatregelen integraal onderdeel van de activiteiten worden. - Eén maal in de 4 jaar wordt er een nieuwe nota Weerstandsvermogen opgesteld. Dit is in 2010 in de vorm van de paragraaf weerstandsvermogen gegoten. In de toekomst zullen we ons gaan buigen over de beleidsuitgangspunten. Berekening van de weerstandscapaciteit: De weerstandscapaciteit bestaat uit de som van: a. de begrotingsruimte; b. de algemene reserves; c. bestanddelen van de bestemmingsreserves; d. de stille reserves; e. de niet-benutte belastingcapaciteit; f. mogelijke bezuinigingsmaatregelen.
95
Ad. a. Begrotingsruimte Voor de dekking van niet voorziene uitgaven is in de begroting een structureel bedrag van € 2,50 per inwoner, ofwel een totaalbedrag van € 100.800 opgenomen. Ad. b. Algemene reserves Omschrijving Werkelijke stand 1-1-2010
Werkelijke stand 31-12-2010
Algemene reserve
41.153.178
26.249.731
Algemene reserve grondbedrijf Totaal
950.052
959.553
42.103.230
27.209.284
Dit jaar er per saldo € 14.893.946 onttrokken vanuit de Algemene Reserve, verdere toelichting staat onder het kopje Passiva bij Hoofdstuk 4. Ad. c. Bestanddelen van de bestemmingsreserves De bestemmingsreserves zijn in 2006 in het kader van de nota Reserves en Voorzieningen opnieuw beoordeeld. Na 2006 zijn in de aanloop naar de begrotingen de reserves kritisch beoordeeld op de noodzaak om deze in stand te houden. Gevolg hiervan is dat er geen bestanddelen van de bestemmingsreserves meer beschikbaar zijn betreffende de weerstandscapaciteit. Ad. d. Stille reserves Dit betreft dit activa die tegen nul zijn gewaardeerd of waarvan de boekwaarde - beduidend - onder de handelswaarde ligt. De mogelijke meeropbrengsten die bij verkoop ontstaan kunnen voor andere doeleinden worden aangewend. Dit geldt wel alleen voor die bezittingen die op de markt te verkopen zijn. Bijvoorbeeld objecten die onderdeel zijn van de bouwgrondexploitatie zijn niet vrij te verkopen, evenmin als monumentale panden en objecten die onderdeel van de herhuisvesting zijn. Omschrijving
Doetinchemseweg 48 (Kwaksmölle) Klaproosstraat 28 (brandweergarage) Prinses Irenestraat 13 (El Bethel) Molenweg 17 (Buurtschapshuis Heelweg) F.B. Deurvorststraat 43 (St. Sluseborch) Biezenakker 2 (repetitieruimte) Molenberg 2 (het Pakhuus) Walstraat 24 (de Kameleon) Waalstraat 5 (ijsbaan) Hovenstraat 10 (Multifunctioneel gebouw) Bosweg 3 (speeltuin/kiosk) Hofstraat 15 (Humanitas) Netterdenseweg 1 (brandspuithuisje) Industrieweg 2 Gendringen (kantine) Oranjestraat 68a (bergruimte) De Tuit 11 (woning) Walstraat 22 (voormalig St. Jorisschool) Totaal
Boekwaarde
18.000 215.000 18.000
Actuele WOZwaarde wpd 1-12010 187.000 412.000 153.000
0 0 0 16.000 2.000 0
216.000 387.000 38.000 536.000 586.000 72.000
216.000 387.000 38.000 520.000 584.000 72.000
7.000 0 0 0 0 0 0 31.000 307.000
378.000 116.000 247.000 3.000 57.000 144.000 457.000 585.000 4.574.000
371.000 116.000 247.000 3.000 57.000 144.000 457.000 554.000 4.267.000
96
Weerstandscapaciteit 169.000 197.000 135.000
Ad. e. Niet-benutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit in Oude IJsselstreek bestaat uit: 1. Woonlasten Met betrekking tot de onbenutte belastingcapaciteit is het volgende te melden: Bij de afvalstoffenheffing en de rioolbelasting is sprake van volledige kostendekkendheid. Er is dus geen sprake van niet-benutte belastingcapaciteit. De limitering van de OZB-tarieven is al sinds enige jaren afgeschaft. Wel is het voorbehoud gemaakt dat de opbrengstenstijging van de OZB landelijk beperkt dient te blijven. Hiertoe is een macronorm ingesteld die de maximale opbrengstenstijging voor een bepaald jaar aangeeft. De macronorm voor 2010 is 4,3%. Dat betekent dat de opbrengststijging voor alle gemeenten in 2010 ten opzichte van 2009 maximaal 4,3% mocht bedragen. De macronorm voor 2011 is voorlopig vastgesteld op 3,5%. De gemeente Oude IJsselstreek heeft, uitgaande van de voorlopige macronorm van 3,50%, geen onbenutte belastingcapaciteit. 2. Leges Bij de heffing van leges wordt volledige kostendekkendheid als uitgangspunt gehanteerd. Van belang hierbij is of het totale bedrag aan legesinkomsten binnen de begroting, de aan de specifieke dienstverlening toegerekende lasten al dan niet volledig dekken. De uitslag van een kostendekkendheidonderzoek is gepresenteerd. Er dient nog wel vervolgonderzoek plaats te vinden over onze manier van de toerekening van de kosten.
Ad. f. Mogelijke bezuinigingsmaatregelen Er zijn geen mogelijke bezuinigingen die ruimte bieden inzake de weerstandscapaciteit. Totale weerstandscapaciteit De totale weerstandscapaciteit van de gemeente ziet er als volgt uit: Onderdeel
a. b. c. d. e. f.
Totaalbedrag
Begrotingsruimte Algemene reserves Bestanddelen bestemmingsreserves Stille reserves Niet-benutte belastingcapaciteit Bezuinigingsmaatregelen
100.800 27.209.284 0 4.267.000 0 0
Totaal weerstandscapaciteit
31.577.084
97
Totale omvang van risico’s De totale opbouw qua risico van de gemeente ziet er als volgt uit: Risico Categorie
Mate van inschatbaarheid
Beheersing *
5%
Slecht
Verminderen
200.000
10.000
5%
Slecht
Verminderen
200.000
10.000
10%
redelijk
Accepteren
250.000
25.000
10% 20% 25%
Redelijk Redelijk Slecht
Accepteren Accepteren Accepteren
100.000 200.000 200.000
10.000 40.000 50.000
50% 50%
Redelijk Redelijk
Verminderen Verminderen
200.000 40.000
100.000 20.000
25% 50% 50% 50% 50%
Slecht Slecht Slecht Redelijk Redelijk
Verminderen Accepteren Accepteren Accepteren Verminderen
100.000 10.000 500.000 600.000 400.000
25.000 5.000 250.000 300.000 200.000
div.
Redelijk
Accepteren
21.428.500
9.125.050
10%
Goed
Accepteren
p.m.
p.m.
10% 25%
Redelijk Slecht
Verminderen Accepteren
50.000 625.000
5.000 156.000
Leerlingenvervoer
10% 25%
Goed Slecht
Accepteren Accepteren
10.000 40.000
1.000 10.000
WMO, uitvoeringsregelingen
50%
Redelijk
Accepteren
135.000
67.500
h. garantstellingen Voetbalclub S.D.O.U.C. DRU-Cultuurfabriek
10% 30%
Goed Redelijk
Accepteren Accepteren
150.000 5.015.000
15.000 1.504.500
75% 75%
Slecht Goed
Accepteren Accepteren
p.m. 40.000
p.m. 30.000
10% 10%
Slecht Slecht
Verminderen Accepteren
p.m. p.m
p.m. p.m.
a. Aansprakelijkheid Schadeclaims b. Eigendommen Gemeentelijke eigendommen en accommodaties Percelen met bodemverontreiniging c. Bedrijfsvoering Ziekte Arbeidsmarktproblematiek Risico’s vanwege slanke organisatie (BMC rapport) Wachtgeldverplichtingen Pensioenaanspraken wethouders d. Financieel Bestuursdwang Proceskostenveroordeling WMO, nieuwe aanbesteding Bouwvergunningen Verkoop gemeentelijke eigendommen e. Grondexploitatie Zie paragraaf grondbeleid f. Verbonden partijen Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland ISWI Regionale aanpak “Achterhoek Authentiek Anders” g. Openeind regelingen Monumentensubsidies
i. Externe factoren Wet op de veiligheidsrisico AmvB kwaliteitseisen branweerpersoneel Decentralisatie Rijkstaken Risico’s door het doen en laten van anderen
Kans
98
Financiële gevolg
Risico
Risico Categorie
Kans
Mate van inschatbaarheid
Beheersing *
Financiële gevolg
Risico
Economische ontwikkelingen
10%
Slecht
Accepteren
p.m.
p.m.
j. Overige beperkte risico’s
1%
Slecht
Verminderen
p.m.
p..m 11.959.050
Totaal Risico’s
Hier worden de risico’s behandeld en is het totaaloverzicht van de risico’s waarmee de gemeente geconfronteerd wordt in een tabel opgenomen. De risico’s worden na de tabel verder toegelicht. De risico’s zijn onderverdeeld naar: a. Aansprakelijkheidsrisico’s b. Risico’s op eigendommen c. Risico’s van de bedrijfsvoering d. Financiële risico’s e. Grondexploitatie f. Verbonden partijen g. Openeind regelingen h. Grote projecten i. Externe factoren j. Overige beperkte risico’s Het totaaloverzicht van de risico’s van de gemeente Oude IJsselstreek ziet er als volgt uit: * Toelichting kolom “Beheersing”: Voor elk risico moet een keuze gemaakt worden uit de volgende vier maatregelen: 1. vermijden; Dit houdt in dat het beleid waar een risico door ontstaat, wordt beëindigd, op een andere manier wordt vorm gegeven of geen beleid gestart dat een risico met zich meebrengt. Ook kunnen werkprocessen zodanig ingevuld zijn, dat op die manier bepaalde risico’s worden vermeden. 2. verminderen; Door het risico af te dekken middels een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting. Hiermee worden de gevolgen van een risico dus beperkt. Tevens kan bij verminderen gedacht worden aan het aanpakken of wegnemen van de oorzaak van het risico. 3. overdragen; Dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, uit te laten voeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt. 4. accepteren; Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of overgedragen, wordt het risico geaccepteerd en zal eventuele financiële schade volledig middels de weerstandscapaciteit moeten worden afgedekt. Dit betekent niet dat het risico niet beïnvloedbaar is en daarom maar geaccepteerd moet worden. Het betekent dat het risico op dit moment geaccepteerd wordt en niet op één of andere wijze is afgedekt. Mocht de wens bestaan om het risico in de toekomst anders te beheersen dan zal gekozen moeten worden voor vermijden, verminderen of overdragen.
99
Toelichting risico’s a. Aansprakelijkheidsrisico’s Schadeclaims De gemeente kan op velerlei gebied aansprakelijk worden gesteld vanwege onzorgvuldig, onjuist of niet tijdig handelen. Hierbij kunnen we denken aan de volgende gebieden: • • •
Weg- en rioolbeheer Het gebied van vergunningverlening en handhaving (milieu, RO, bouwen, veiligheid) Gegevensregistratie en –informatie (m.n. wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, verder verstrekken van onjuiste informatie o.i.d.) • Niet-tijdig nemen van besluiten Deze risico’s kunnen aanzienlijk zijn. We hebben ons tegen dit soort schadeclaims verzekerd. Het eigen risico is in de begroting gedekt. In de uitzonderlijke gevallen dekt de verzekering de schade niet. Hiervoor is een beperkt restrisico opgenomen. b. Risico’s op eigendommen Gemeentelijke gebouwen en accommodaties De risico’s zijn aanzienlijk beperkt doordat de gemeente een zeer uitgebreide brand- en stormverzekeringen heeft afgesloten, waterschade en vandalisme zijn ook gedekt. Er geldt hiervoor een eigen risico van € 5.000 per gebeurtenis. Gemeentelijke percelen en bodemverontreiniging Wat betreft eigen percelen gelden de volgende risico’s: - er zit een verontreiniging die nog niet bekend is - er zit een verontreiniging die wel bekend is, maar bij nader onderzoek groter uitvalt - er zit een verontreiniging die zich verspreid tot op het perceel van de buurman - er zit een verontreiniging op het gemeentelijk perceel als gevolg van verspreiding vanaf het buurperceel Er zijn een aantal gevallen van bodemverontreiniging bekend; op basis van de huidige saneringsregels en –uitvoeringspraktijk schatten wij de hiermee gepaard gaande risico’s beperkt in. Een aantal risico’s zijn middels budgetten afgedekt. Een aantal andere gevallen kan in de toekomst nog problemen opleveren. Hiervoor is een globale totaalinschatting gemaakt. c. Risico’s van de bedrijfsvoering Ziekte Er kan volstaan worden met een beperkt restrisico. Wachtgeldverplichtingen Op het salaris van het personeel van de gemeente wordt een pseudo ww-premie ingehouden. Door die ingehouden premie in een voorziening onder te brengen zouden er middelen beschikbaar komen welke bij eventuele afvloeiing van personeel ingezet kunnen worden. Op basis van de voorschriften (BBV) is het niet meer toegestaan voor te verwachten kosten van een jaarlijks vergelijkbaar volume een voorziening in te stellen. Dit zou alleen kunnen bij een grootscheepse reorganisatie, omdat dan de kosten behoorlijk stijgen. Het was ook in het verleden al niet gebruikelijk dat gemeenten om die premies te reserveren. Deze werkwijze heeft wel tot gevolg dat ingeval van gedwongen ontslagen de gemeente risico loopt, omdat de uitkeringsinstantie in die situatie de (wachtgeld)uitkering bij de gemeente in rekening zal brengen.
100
Pensioenaanspraken wethouders Ieder jaar schat Loyalis opnieuw de beleggingstegoeden in. Er is de mogelijkheid om deze ingeschatte tekorten aan te vullen. Het zijn echter inschattingen van de eindwaarde van de beleggingen die ieder jaar wijzigen. Daarom is de keuze gemaakt niet ieder jaar aan te vullen maar deze bij de risico’s te vermelden. d. Financiële risico’s Bestuursdwang De gemeente heeft geen budget voor bestuursdwang. Het risico bestaat dat ergens binnen de gemeente bestuursdwang toegepast moet worden waarbij bijvoorbeeld sprake is van hoge opruimkosten. Deze kosten komen in eerste aanleg voor rekening van de gemeente. Wanneer de kosten niet te verhalen zijn op de overtreder blijft de gemeente met een schadepost zitten. Proceskostenveroordeling In het kader van vergunningverlening en handhaving kan de gemeente veroordeeld worden tot het betalen van een proceskostenvergoeding in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht. De rechter kan op grond van artikel 8:73 AWB (vernietiging besluit) een proceskostenvergoeding toekennen. Sinds 1 januari 2002 geldt er ook een proceskostenvergoeding bij bezwaarschriften procedures. Bouwvergunningen Gezien de economische recessie is er een groot risico dat er minder aanvragen zullen komen voor bouwvergunningen. De inkomsten zijn in 2010 afgeraamd ten opzichte van 2009. De werkelijke cijfers over 2010 blijken inderdaad achter te blijven bij de raming Verkoop gemeentelijke eigendommen In het kader van de herhuisvesting gemeentelijke diensten zijn diverse opbrengsten van verkopen van gemeentelijke eigendommen geraamd. Het is nog niet duidelijk wanneer deze geraamde opbrengsten volledig gerealiseerd worden. Het voormalige gemeentehuis in Varsseveld is per 2011 verhuurd voor lange duur aan Sensire. e. Grondexploitatie Gelet op de ambities opgenomen in de visie “Oude IJsselstreek op weg naar 2020” zal ook in 2010 het aanbod van bouwterreinen voor woningbouw groter worden en de risico’s zullen stijgen. Het is duidelijk dat de economische recessie hier per saldo negatieve gevolgen heeft. In de paragraaf Grondbeleid zijn de risico’s per project in beeld gebracht. In de tabel is het financiele totaalresultaat van de risico-inschatting opgenomen. f. Verbonden partijen Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland Als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland is de gemeente, tezamen met de overige deelnemende gemeenten, financieel aansprakelijk voor eventuele tekorten bij deze regio. ISWI Het ISWI voert voor de gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek de sociale wetgeving, onder andere de Wet Werk en Bijstand uit. In budgettaire zin is het ISWI een onzekere factor. De naar het ISWI toe gesluisde budgetten zijn in de afgelopen jaren toegenomen. Een verandering in het aantal uitkeringsgerechtigden heeft daarbij ook nog eens direct consequenties voor de door de gemeente te betalen bijdrage. Regionale aanpak “Achterhoek Authentiek Anders In het kader van de bestrijding van de recessie hebben een achttal gemeenten besloten om een fonds van € 5.000.000 op te richten om hiermee innovatieve bedrijven krediet te verstrekken. Voor alle gemeenten gaat het hier per deelnemer om € 625.000,=. Het wordt verstrekt als krediet en alhoewel de verwachting is dat dit geld terugkomt is er sprake van een zeker kredietrisico.
101
g. Openeind regelingen De uitgaven die gemoeid zijn met openeind regelingen zijn zoals de naam al aangeeft moeilijk te beïnvloeden door de gemeente. Uitgaven vinden plaats op basis van verordeningen en regelingen. De aanspraken die op de regelingen worden gedaan zijn niet te beïnvloeden door de gemeente. In Oude IJsselstreek is gaat het om de volgende regelingen: - Monumentensubsidies - Wet Maatschappelijke Ondersteuning (incl. voorzieningen gehandicapten) - Leerlingenvervoer - Bijzondere bijstand h. Garantstellingen De gemeente heeft zich garant gesteld voor het cultuurcluster. Er zijn garantstellingen verleend aan het cultuurcluster voor de huur die betaald moet worden aan de eigenaar van het complex, om het liquiditeitsrisico af te dekken en voor een afgesloten geldlening. Het totale risico dat de gemeente loopt per 31 december 2010 is € 5.015.000. (waarvan € 1.215.000 garantstelling afgesloten geldlening en € 3.200.000 huur over een periode van nu nog 8 jaar en € 600.000 voor de in 2010 afgegeven garantstelling). De kans dat de gemeente wordt aangesproken schatten wij in op 30%. Daarmee loopt de gemeente een risico van € 1.504.500. Verder heeft de gemeente een garantstelling afgegeven voor voetbalclub S.D.O.U.C ter waarde van € 150.000. i. Externe factoren Decentralisatie van rijkstaken In de afgelopen jaren zijn er de nodige taken vanuit het Rijk overgeheveld naar de gemeenten, waarbij de daarbij behorende middelen, veelal na een doelmatigheidskorting, aan het gemeentefonds zijn toegevoegd. Bovendien krijgt de gemeente ook taken ter uitvoering met een openeind karakter (zie g. Openeind regelingen). Risico’s door het doen en laten van derden Deze risico’s zijn niet of nauwelijks te voorspellen. In dit kader moet vooral gedacht worden aan projecten waarvan de uitvoering in een onomkeerbare situatie verkeert. Deze risico’s doen zich ook op andere terreinen in de exploitatiesfeer voor, maar zijn dan vaak van een andere omvang. Economische ontwikkelingen Het gaat hier toch om wat meer algemene ontwikkelingen buiten de invloedsfeer van de gemeente. Daarbij kan onder andere gedacht wordt aan renteontwikkelingen. Niemand garandeert dat de huidige lage rentestand voor opname van vast geld zal blijven voortduren. In de begroting wordt daar echter voor een deel wel op geanticipeerd. j. Overige beperkte risico’s In deze paragraaf worden enkele overige risico’s benoemd die verder weinig tot geen financiële gevolgen hebben. Het betreft de volgende zaken: - Gemeentegaranties en borgstellingen De gemeente heeft in het verleden voor vele tientallen miljoenen euro’s aan garanties en borgstellingen afgegeven, waarvoor de gemeente in theorie betalingsrisico loopt. Ook neemt de gemeente de zogeheten achtervangpositie in bij vele door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geborgde leningen ten behoeve van door Parès en Wisch Wonen opgenomen leningen. Ook hierbij gaat het om vele tientallen miljoenen euro’s. De risico’s welke uit dergelijke posities voortvloeien zijn in de praktijk gering. Het instituut gemeente-garanties bestaat al langere tijd niet meer. De waarde van de woningen, zeker vanuit de periode waarin het instituut gemeentegaranties nog bestond, is veelal hoger dan het schuldrestant op de betreffende woningen. Ook de financiële positie van Parès en Wisch Wonen baren geen zorgen met betrekking tot de ingenomen achtervangpositie. - Debiteuren
102
Het niet kunnen binnenhalen van een vordering is een risico. Dit risico is naar verwachting afgedekt door middel van een voorziening Dubieuze Debiteuren. - Planschade Als gevolg van de aanpassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mag de gemeente tegenwoordig met de initiatiefnemers van bouwprojecten weer afwentelingovereenkomsten afsluiten. Dat wil zeggen dat eventuele planschadeclaims voor rekening komen van de initiatiefnemer en niet voor de gemeente. Een mogelijk risico is echter nog de actualisering van enkele komplannen. Eventuele claims die daaruit voortvloeien zijn niet te verhalen. Er is nu nog geen zicht op wat voor consequenties dit zal hebben. - Hypotheken personeel De gemeente verstrekt hypotheken aan personeelsleden. Het onderpand voor de hypotheekverstrekking is de eigen woning van de hypotheekgever. Het beleid van de gemeente is dat de maximale hypotheek wordt gerelateerd aan de WOZ-waarde. Gezien de zekerheidsstelling loopt de gemeente hiervoor niet veel risico. - In het kader van vergunningverlening en handhaving kan de gemeente veroordeeld worden vanwege een onrechtmatige daad. Dit omdat de gemeente bijvoorbeeld een vergunning in strijd met de Wet heeft verleend, de bouw onterecht heeft laten stilleggen of onjuiste voorschriften heeft opgelegd die later gecorrigeerd moeten worden. De gemeente heeft hiervoor wel een wettelijke aansprakelijkheids-verzekering afgesloten
Weerstandsvermogen Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen is voldoende als financiële tegenvallers goed opgevangen kunnen worden en het saldo van de weerstandscapaciteit minus de risico’s positief is. Weerstandscapaciteit Risico’s
31.577.084 11.959.050
Weerstandsvermogen Minimale weerstandsvermogen
19.618.034 4.200.000
Hieruit kan geconcludeerd worden dat het weerstandsvermogen van de gemeente Oude-IJsselstreek ruim voldoende is, ondanks het feit dat veel risico’s moeilijk te kwantificeren zijn. De gemeente is dus ruim voldoende in staat om eventuele financiële tegenvallers op te vangen.
103
10.6 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 1. Algemeen De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen in eigendom. Het betreft hier onder andere openbaar groen, wegen, riolering, diverse gebouwen, openbare verlichting en kunstwerken. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is enerzijds bepalend voor het voorzieningenniveau en anderzijds ook voor de (jaarlijkse) lasten. Beheer Kapitaalgoederen dienen zo lang mogelijk een bijdrage te leveren aan het doel waarvoor zij zijn aangeschaft of vervaardigd. In vervolg op de verkrijging- of vervaardigingfase van kapitaalgoederen wordt gesproken over de beheerfase (fase 2) van kapitaalgoederen. Beheer moet daarbij worden gezien als meer dan ‘houden wat je hebt’. In de verplichte paragraaf onderhoud kapitaalgoederen dient het beleidskader, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling daarvan in de begroting en jaarrekening te worden aangegeven (artikel 12 van het BBV). Een essentieel onderdeel van de inhoud van deze paragraaf wordt bepaald door het gekozen ambitieniveau, de staat van onderhoud van de desbetreffende kapitaalgoederen en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Hierbij dient in acht te worden genomen dat achterstallig onderhoud leidt tot kapitaalvernietiging en afwaardering wanneer sprake is van duurzame waardevermindering (artikel 65 van het BBV). Bij een tijdelijke waardevermindering vanwege achterstallig onderhoud (zonder afwaardering) dienen de lasten van het wegwerken van achterstallig onderhoud ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht. In dit hoofdstuk gaat het over het beheer van de kapitaalgoederen in de gemeente Oude IJsselstreek. De kapitaalgoederen zijn grofweg als volgt te rubriceren: • Beheer infrastructuur, waaronder wegen, water, riolering en kunstwerken; • Beheer voorzieningen waaronder openbaar groen en speelplaatsen, openbare verlichting, sporten recreatiemogelijkheden; Ontwikkeling In 2010 is gewerkt aan de actualisatie van de verschillende beheerplannen. Dit zal ook de komende jaren verder worden uitgewerkt en bijgehouden (mutaties verwerken). Op basis van de vastgestelde plannen zal per kapitaalgoed inzicht worden gegeven in het gemeentelijke beleid, de doelstellingen, de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s. Onderhoud Onderhoud kan worden onderscheiden in groot onderhoud en klein onderhoud. Onder groot onderhoud wordt verstaan onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het object wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Klein onderhoud is het onderhoud dat in het eerste of het lopende planjaar op een klein gedeelte van het object wordt uitgevoerd. Onderhoudskosten worden gemaakt om het object gedurende de levensduur op een bepaald kwaliteitsniveau te houden (naar behoren laten functioneren en een bepaalde representativiteit laten behouden). De kosten van klein en groot onderhoud zijn dus niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. Bij het opstellen van het onderhoudsplan vindt afstemming plaats met de toekomstige werkzaamheden aan groen, wegen, riolering, etc., maar ook met de toekomstige ruimtelijk ontwikkeling. Een integrale benadering en aanpak wordt hier voorgestaan. De onderhoudsplannen bestaan naast het groot onderhoud ook uit klein onderhoud. Hierbij gaat het om het herstel van schades aan wegen, groen, riolering, etc.
104
2. Wegen. Beleid Het beleidsplan wegen is door de raad vastgesteld en op basis van dit plan worden de onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud van openbare wegen en civieltechnische kunstwerken. Uitgangspunt hierbij is dat tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten de openbare verharding en civieltechnische kunstwerken dienen te worden onderhouden. Een achterstand bij het onderhoud kan de veiligheid van weggebruikers in gevaar brengen en leiden tot klachten en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder. Verschillende beleidskeuzes leiden tot verschillende kwaliteitsniveaus van de te beheren infrastructuur. Er geldt evenwel een ondergrens voor de kwaliteit en dus ook voor de beleidskeuzes. Dit minimale beheerniveau wordt aangeduid als referentieniveau (R). Niveau R is landelijk door het Centrum voor Regelgeving en Opleidingen in de Wegenbouw (CROW) bepaald op basis van beleidskeuzes die maatschappelijk als minimaal worden ervaren voor de gebruikswaarde van de infrastructuur. Om tot een afgewogen oordeel te komen welke gedeeltes verharding wanneer aan de beurt zijn voor een onderhoudsmaatregel laten wij ons bijstaan door een geautomatiseerd wegbeheer programma (DG Dialog Wegen). In DG Dialog zijn de hiervoor geschetste uitgangspunten van beheer infrastructuur opgenomen. Één keer per twee jaar wordt alle wegen in de gemeente Oude IJsselstreek geïnspecteerd en beoordeeld op kwaliteitsniveau en schades. Ook dit gaat aan de hand van door het CROW opgestelde schadeclassificatie. Gerealiseerd in 2010 In 2010 is een aantal wegen gereconstrueerd. Prins Hendriklaan in Varsseveld, LARGAS fase 1, 2 en 3A in Terborg en Silvolde, aanleg parkeerplaats Schuylenburgh, de Vulcaanstraat in Terborg (nog in uitvoering), de Grote Beer in Ulft, de Anholtseweg in Gendringen (nog in uitvoering), verleggen Walstraat Terborg, diverse centrumplannen, diverse aanpassingen inbreidingslocaties, etc. Diverse wegen in de gemeente zijn voorzien van een nieuwe asfalt- of slijtlaag. Het benodigde bedrag wordt enerzijds als groot onderhoud in de exploitatiebegroting opgenomen en anderzijds worden reconstructies als investering op de meerjarige investeringslijst geplaatst. Product Rationeel wegbeheer, uitvoeringsplan
Kosten begroting 2010 1.000.000
Opstellen plan rationeel wegbeheer
Bestaande formatie
Reconstructies en herinrichting
Kapitaallasten
Financieel beleid mbt wegen
Bestaande formatie
105
Gerealiseerd Planmatig onderhoud en reconstructie van wegen, afgerond Bestaande budgetten
Diverse reconstructies Afgerond, in voorbereiding Gerealiseerd, het onderhoud is opgenomen in de exploitatiebegroting.
3. Kunstwerken en bruggen Beleid Uit een recente inventarisatie en inspectie is gebleken dat er met name een achterstand zit in het jaarlijks onderhoud van de kunstwerken. Hierbij moet gedacht worden aan het verwijderen van overtollige begroeiing, het reiniging van waterafvoeren, het schoonspuiten van de houten bruggen enz. Met de inhaalslag voor het jaarlijks onderhoud is inmiddels een begin gemaakt. De verwachting is dat medio 2011 de achterstand is ingelopen. Het (jaarlijks) onderhoud wordt uitgevoerd in het kader van de exploitatiebegroting, onderhoud bruggen. Uit de inspectie zijn verder een aantal kunstwerken naar voren gekomen waarbij grote beschadigingen zijn geconstateerd. Deze beschadigingen zijn relatief makkelijk te repareren en zullen in het voorjaar van 2011 worden uitgevoerd. Voor deze reparaties is een krediet beschikbaar. Tot slot gaven de resultaten van de bovengenoemde inspectie bij een tweetal bruggen aanleiding tot een nadere, meer uitgebreide inspectie. De resultaten hiervan zijn inmiddels bekend en leverde een advies op van een complete vervanging van beide bruggen, binnen 5 jaar. Aangezien het bij een dergelijke vervanging om aanzienlijke bedragen gaat, is aan een gespecialiseerd adviesbureau een second opinion gevraagd. De verwachting is dat dit advies begin maart 2011 binnen is. Op basis van dit advies zal een keus gemaakt worden. Voor de vervanging van beide bruggen is op dit moment geen krediet beschikbaar. Kwaliteitsniveau Op basis van eerder genoemde inventarisatie en inspectie zal een beheer/beleidsplan voor de kunstwerken worden opgesteld. Hierin zal het gewenste kwaliteitsniveau worden aangegeven. Uitgangspunt is een zodanig kwaliteitsniveau dat de kunstwerken en bruggen naar behoren functioneren en er dus geen sprake is van achterstallig onderhoud of gevaarlijke situaties. Bij het beheer heeft het voorkomen van gevaarlijke situaties eerste prioriteit. Tweede prioriteit is zorgdragen voor het goed functioneren van de voorzieningen, gevolgd door het wegwerken van achterstallig onderhoud. Pas daarna kan er echt sprake zijn van duurzaam beheer.
Gerealiseerd in 2010 Alle kunstwerken/bruggen zijn globaal geïnspecteerd en er is begonnen met het opstellen van een beheerplan voor bruggen. Met de inhaalslag voor het jaarlijks onderhoud is inmiddels een start gemaakt. Onderhoud bruggen
Bestaande budgetten en formatie
106
Het onderhoud is gerealiseerd en het beheerplan is doorgeschoven naar 2011.
4. Riolering Beleid Het gemeentelijke beleid is opgenomen in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het GRP bevat: a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater en het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. een overzicht van de aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a; c. een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen worden of zullen worden beheerd; d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen en van de in het plan aangekondigde activiteiten;b e. een overzicht van de financiële gevolgen van het plan. De Wet Milieubeheer biedt het wettelijk kader voor de gemeentelijke rioleringstaak. Hierin is opgenomen dat de gemeente zorg moet dragen voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater dat binnen haar grenzen wordt aangeboden. Hiervoor dient een beleidsplan opgesteld te worden waarin deze zorgplicht wordt uitgewerkt. Het opstellen van dit beleidsplan is een verplichting vanuit de eerder genoemde wet Milieubeheer. In het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is dus aangegeven hoe de gemeente invullingen denkt te geven aan haar zorgplicht. In 2020 moeten de systemen voldoen aan de algemene milieukwaliteit. Dit houdt in, dat bij lozingen vanuit de rioolwatersystemen geldt, dat geen stank, geen visuele verontreiniging, geen (vis)sterfte, geen verarming van ecologische diversiteit in open wateren mag voorkomen. De riolering moet dus voldoen aan het gestelde in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het huidige GRP heeft een looptijd van 5 jaar en is geldig tot 1 januari 2011. Met de herziening van het bestaande GRP is inmiddels een start gemaakt. In het nieuwe GRP dient de gemeente niet alleen vorm te geven aan haar zorgplicht voor afvalwater maar ook voor dat van hemelwater en grondwater. Dit is een verbreding van het bestaande GRP en volgt uit de nieuwe Waterwet welke in 2008 in werking is getreden. Alle riolen binnen de bebouwde kommen zijn geïnventariseerd op diameter, hoogteligging, materiaalsoort ed. Daarnaast is van het overgrote deel van deze riolen de toestand vastgesteld. Rioolbuizen worden hiervoor van binnen met een videocamera bekeken en schades worden volgens een landelijke NEN norm vastgelegd. Deze twee informatiestromen worden ingebracht in een rioolbeheer programma (DG Dialog riool). Hieruit komt een vervangingsplanning. Daarnaast zijn alle riolen in de diverse kernen doorgerekend voor wat betreft het functioneren. Bij deze berekeningen zijn de uitgangspunten zoals die zijn opgenomen in het GRP meegenomen. Door de uitkomsten van deze berekeningen te vergelijken met wat daadwerkelijk aanwezig is, ontstaat er een plan van eventuele verzwaringen van riolen of het plaatsen van randvoorzieningen (bergbezinkbasins). De vervangingsplanning kan eventueel enkele jaren aangepast worden, indien blijkt dat verzwaring van een bepaald rioolgedeelte meer prioriteit heeft vanwege steeds voorkomende problemen bij regenval. Zo komt er een lijst van te vervangen of te verzwaren riolen tot stand. Zoals reeds opgemerkt bij de infrastructuur, wordt getracht zoveel mogelijk af te stemmen met andere werken. Uit het rioolbeheer komen tevens jaarlijks te reinigen rioolgedeeltes naar voren. Apart te noemen valt nog het onderhoud en vervanging van pompgemalen ( minigemalen en grote gemalen). Hiervoor wordt twee keer per jaar een schouw gedaan en kleine reparaties direct uitgevoerd. Vervanging van gemalen gaat via de jaarlijkse investeringslijst. In 2010 heeft de gemeente Oude IJsselstreek meegedaan aan de door de stichting Rioned georganiseerde Benchmark Rioleringszorg. Aan deze benchmark hebben alle Nederlandse gemeenten deelgenomen. Op dit moment worden de resultaten verwerkt en zal er in regioverband een vergelijking gemaakt worden. De verwachting is dat in het voorjaar van 2011 de resultaten bekent zijn.
107
Gerealiseerd in 2010 Met het waterschap Rijn en IJssel zijn (bestuurlijke) afspraken gemaakt om de basisinspanning vanuit het GRP in te vullen tot uiterlijk 2010, i.p.v. de wettelijk vastgestelde termijn van 2006. Van de twee nog aan te leggen bergbezinkbassins, is het bassin aan de IJsselweg in Terborg inmiddels in werking. Met het bassin aan de Ulftseweg is een start gemaakt. De verwachting is dat medio 2011 dit laatste bassin ook in bedrijf is. In 2010 zijn een aantal grote werken opgestart waarvan de uitvoering doorloopt in 2011. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Anholtseweg (Gendringen), Grote Beer (Ulft) en Oversluis (Ulft). Alle kosten voor riolen worden gedekt via het egalisatiefonds riolering. Financieel kader De financiële dekking van het GRP vindt plaats door het heffen van een rioolrecht. Hierbij wordt kostendekkendheid nagestreefd. Product Actualisatie GRP Uitvoering GRP
Kosten begroting 2010 Bestaande formatie en budgetten Bestaande budgetten egalisatiefonds riolering
Voorkomen wateroverlast
Bestaande budgetten, egalisatiefonds riolering
Afkoppeling hemelwater
Bestaande budgetten, egalisatiefonds riolering
Gerealiseerd In 2006 is het GRP geactualiseerd Diverse reconstructies zijn uitgevoerd, een aantal is in uitvoering en een aantal wordt voorbereid en dit loopt over naar het jaar 2010. Aanleg en verbeteren bergbezinkbassins en riooloverstorten Diverse projecten, bv afkoppeling Schrijversbuurt
5. Beheer openbaar groen. Beleid De Gemeenteraad heeft in 2010 de kaders vastgesteld voor het groenbeleid. De uitwerking daarvan vindt in 2011 plaats. De uitgangspunten voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen worden in 2011 verder uitgewerkt. Op basis hiervan zal in de programmabegroting 2011-2014 inzicht gegeven worden in het gemeentelijke beleid, de doelstellingen, de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s. Bepaling planning onderhoud Het onderhoudsniveau van het openbaar groen in de Gemeente Oude IJsselstreek is voor wat betreft de kernen onderverdeeld in een viertal niveaus. Het onderhoud voor niveau 1 is het meest intensief en neemt voor niveau 2 , 3 en 4 steeds verder af. De niveaus zijn ingesteld bij instemming van de colleges van beide voormalige gemeenten. • • • •
Niveau 1 = intensief: winkelcentra, gemeentehuis, kerkpleinen, verzorgingstehuis Niveau 2 = aandacht: onderwijsinstellingen, speelterreinen, entrees naar dorpen, bedrijfsterreinen Niveau 3 = normaal: woonwijken Niveau 4 = extensief: ecologische zones, randen van dorpen, bermen van hoofdontsluitingswegen
Intensief betekent inrichten met bijzondere beplantingen, duidelijk aanwezige vormgeving, representatief uiterlijk, bijzondere materialen. Het beheer is gericht op esthetische waarde, netjes, strak.
108
Aandacht betekent ook een bijzondere inrichting, maar gebruik van mindere bijzondere materialen. Ook het beheer is minder strak. Beheer gaat verder de dan standaard maatregelen. Normaal betekent een inrichting met minder bijzondere materialen. Beheer wordt uitgevoerd volgens de stadaard maatregel. Extensief betekent een inrichting gericht op natuur. Gebruikte materialen doen daar in mee en zorgen voor een natuurlijke uitstraling. Het beheer beperkt zich tot het sturen van groen naar een gewenst eindbeeld door minimale ingrepen. Voor het groenbeheer gebruiken wij het programma DG Dialog groen. Hierin is de gehele oppervlakte en soort groen opgenomen en zijn de verschillende niveaus verwerkt. Het eindproduct is een bezettingsgraad van de gebiedsteams waardoor het onderhoud uitgevoerd moet worden. Naast deze gebiedsteams is er inzet van het werkvoorzieningschap WEDEO, het ISWI en externe bedrijven. De onkruidbestrijding op de verhardingen wordt in zijn geheel uitbesteed. Voor wat betreft de speelplaatsen wordt elke speelplek eens per 3 maand bezocht door een controleur. Hij bekijkt de toestand van de speelwerktuigen en voert zonodig reparaties uit. Voor groot onderhoud wordt een aparte planning gemaakt. Voortgang gepland onderhoud. Het halen van de planning van het groenonderhoud is van vele factoren afhankelijk. Een belangrijke factor daarvan is het weer. Bij afwisselend natte weersomstandigheden en veel zon zal de onkruidgroei explosief toenemen, met als gevolg, dat er een beduidend slechter beeld ontstaat dan gewenst is. Bij een droge zomer is dit beeld anders. In normale omstandigheden moet het gewenste aangegeven onderhoudsniveau met de huidige bezetting en beschikbare middelen(peildatum juli 2005) gehaald kunnen worden. Gerealiseerd in 2010 Er is binnen de kernen geen sprake van veel achterstallig onderhoud. In het buitengebied bij het boomonderhoud is wel sprake van achterstalligheid. Ook heeft de storm van het juni 2010 meer onderhoud aan bomen met zich meegebracht. Er is een groot bestand van Amerikaanse eiken die veel onderhoud vragen. Een groot deel van het achterstallig onderhoud is in 2010 weggewerkt. De rest zal de komende jaren worden weggewerkt tijdens het reguliere onderhoud. Er zal een plan worden opgesteld voor het beheer van de bomen. Product Opstellen groenbeheerplan
Kosten begroting 2010 Bestaande budgetten en formatie
Uitvoering planmatig onderhoud Bestaande budgetten en Streven naar een beeldkwaliteit formatie van het groen die beter overeenkomt met het wensbeeld van bewoners en bedrijven Herstel en renovatie van groen Investeringsplan 2007-2010, 200.000
Uitbesteden 2500 uur schoffelwerk
Bestaande budgetten
109
Gerealiseerd Niet gerealiseerd, is doorgeschoven naar 2011, na het opstellen van het groenbeleidsplan Uitvoering van het reguliere groenonderhoud.
In 2010 is het laatste deel van het plan uitgevoerd, conform het investeringsplan Vanwege de invallende winter en het plantseizoen is de uitvoering doorgeschoven naar het voorjaar van 2011. In 2010 is voor 2500 uur schoffelwerk uitbesteed
6. Speelplaatsen Beleid In 2006 is een speelplaatsenplan opgesteld. In dit plan zijn het voorgestelde gemeentelijke beleid en de uitgangspunten voor de renovatie en het opwaarderen van bestaande speelterreinen en de aanleg van nieuwe speelterreinen opgenomen. Op basis hiervan wordt in de programmabegroting 2011-2014 inzicht gegeven in de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s. Met name de speelterreinen die niet voldoen aan het Attractiebesluit (= landelijke normering voor de veiligheid van speelvoorzieningen en val ondergronden) worden gerenoveerd. Gerealiseerd in 2010 Het onderhoud is gerealiseerd en een aantal speeltoestellen is vervangen. Product Onderhoud speelattributen
Kosten begroting 2010 Bestaande budgetten en formatie
Vervanging speelattributen
Bestaande budgetten en formatie
Gerealiseerd Controle en inspectie van speeltoestellen (4 X per jaar), onderhoud van een groot aantal speeltoestellen en vervanging van speeltoestellen Gerealiseerd, een aantal speeltoestellen is vervangen.
7. Gemeentelijke gebouwen en accommodaties. Beleid Het planmatig onderhoud van de gebouwen is uitbesteed aan woningbouwvereniging Wonion. Het planmatig onderhoud wordt uitgevoerd aan de hand van een beheersplan. Het beheersplan is in 2009 opgesteld en wordt verder vertaald in een uitvoeringsplan. Uitvoeringsplan. In het beheersplan zijn de onderhoudskosten over een aantal jaren in beeld gebracht. Om de fluctuatie in de jaarlijkse kosten voor het beheer te voorkomen, is een voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen ingesteld. Gerealiseerd in 2010 Het noodzakelijke onderhoud is conform het beheersplan in 2010 uitgevoerd.
Onderhoud gebouwen Uitvoeringsplan
Bestaande budgetten uit voorziening Opstellen plan voor uitvoering van het onderhoud
110
Het noodzakelijke onderhoud is gerealiseerd. Niet gerealiseerd.
8. Water Beleid In 2010 is het Gemeentelijk Waterplan gereed gekomen. In dit waterplan is een integrale (water)visie opgenomen die ervoor moet zorgen dat de waarde van het water nu en in de toekomst behouden blijft en daar waar mogelijk wordt versterkt. Vanuit de nieuwe Waterwet heeft de gemeente de zorgplicht om in het openbaar gemeentelijk gebied maatregelen te treffen om structureel nadelig gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit voor zover het treffen van die maatregelen niet tot de zorg van het waterschap of provincie behoort. Hoe de gemeente deze zorgplicht in denkt te gaan vullen, zal opgenomen worden in het verbrede GRP wat in 2011 opgesteld zal worden. Gerealiseerd in 2010 In 2010 zijn er vergaande afspraken gemaakt met het waterschap Rijn en IJssel over de overdracht van stedelijk water van de gemeente naar het waterschap. Naast het eigendom krijgt het waterschap ook het beheer en onderhoud van dit water. Om te beginnen zijn hier principe afspraken over gemaakt. Verdere uitwerking volgt nog.
Product Waterbeleidsplan
Kosten begroting 2010 Bestaande budgetten en formatie
Gerealiseerd Vastgesteld
9. Openbare verlichting Beleid In 2006 is een vervangingsplan openbare verlichting opgesteld. Openbare verlichting is een hulpmiddel dat bijdraagt aan een veilige en leefbare openbare ruimte. Het is daarom een beleidsterrein waarbij het van belang is dat de gemeente zelf een sturende rol bij het definiëren van het beleid en het uitvoeren van het beheer en onderhoud vervult. Met het oog daarop is een geharmoniseerd en geactualiseerd beleids- en onderhoudsplan voor de openbare verlichting in ontwikkeling. Naast doelen, prioriteiten, kwaliteit en investeringsomvang zal aan het beleidsplan ook een meerjarenonderhoudsplan worden gekoppeld. Gerealiseerd in 2010 e De 1 fase van de nieuwe cyclus van het vervangingsplan is afgerond. Alle energie onzuinige lampen en armaturen zijn over een periode van 4 jaar (2006-2009) vervangen. Er is een structurele besparing op het energieverbruik van ± 400.000 kWu op jaarbasis (vanaf 2010).
Product Wegwerken achterstallig onderhoud (vervangingsplan)
Kosten begroting 2010 400.000
Uitvoering planmatig onderhoud
Bestaande budgetten en formatie
Onderhoudsplan en evaluatie beleidsplan
Bestaande budgetten en formatie
111
Gerealiseerd e De 1 fase van de nieuwe cyclus van het vervangingsplan is uitgevoerd Klachten en storingen verholpen, planmatig vervangen van lampen (groepsremplace) Eerste kwartaal 2011 gereed
10.7 Paragraaf grondbeleid 1.
Inleiding Onder grondbeleid wordt verstaan het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren, het omvat alle strategieën van de gemeente rond het verwerven, beheren, bewerken en uitgeven van gronden. Grondbeleid is een verzamelnaam van een aantal specifieke beleidsuitingen en kan worden ingezet om doelstellingen van de andere beleidsaspecten binnen de gemeente mede mogelijk te maken. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals: ruimtelijke ontwikkeling volkshuisvesting - verkeer en vervoer - cultuur, sport en recreatie - economische structuur. Daarnaast kan het grondbeleid grote financiële gevolgen hebben. Met name de financiële risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente. 1.1. Beleid Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij passief (of faciliterend) grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Er zijn ook mengvormen mogelijk, waarbij de gemeente en een of meer private partijen samen voor de ontwikkeling van een gebied zorgen. De gemeente Oude IJsselstreek voert daar waar mogelijk een actief (of strategisch) grondbeleid. Soms is de gemeente gedwongen het initiatief aan een particulier of ontwikkelaar over te laten. Met name de tendens van uitbreiding naar inbreiding betekent veelal dat de gemeente slechts regulerend kan, maar wel stimulerend moet optreden. Als tussenvorm van actief en passief grondbeleid kan de gemeente op verschillende manieren samenwerken met particuliere ondernemingen. Deze samenwerkingsvormen staan in de praktijk bekend onder de naam Publiek Private Samenwerking (PPS). Het komen tot samenwerking heeft voor beide partijen voordelen, meerwaarde. Het bestaande beleid op het gebied van Grondbeleid is opgenomen in de volgende stukken: - Nota Grondbeleid van 2005, een beleidsnotitie over de grondexploitatie; - In bestemmingsplannen; - Oude IJsselstreek Op Weg Naar 2020 van 2006, waarin opgenomen een ontwikkelvisie; 1.2. Gronduitgifte Voor de bepaling van de uitgifteprijs van bouwgrond is niet de optelsom van de kosten bepalend, maar wordt zoveel mogelijk de marktprijs benaderd. Daarnaast is voor de prijs van bedrijventerreinen van belang de samenwerkingsovereenkomst tot het realiseren van het regionale bedrijventerrein. De daarin vast te stellen grondprijzen zullen tevens van invloed zijn op de hoogte van de grondprijzen binnen onze bedrijventerreinen. In de geactualiseerde exploitatieberekeningen is de inzakkende afzetmarkt vertaald in bijstelling van het uitgiftetempo van bouwrijpe gronden. Ook zijn de geraamde kosten- en opbrengstenstijgingen bijgesteld. Dit heeft tot gevolg dat de verwachte resultaten afnemen en nadelige resultaten verder toenemen met als gevolg een toename van de verliesvoorziening. 1.3. Beleidsuitgangspunten reserves, voorzieningen en risico’s voor grondzaken De gemeente Oude IJsselstreek kent ingevolge de begrotings- en rekeningvoorschriften geen eigen algemene reserve voor de grondexploitatie. Bij gronden niet in exploitatie zullen boekwaardes moeten worden afgeboekt wanneer deze waarden boven de marktprijs liggen. Deze afboeking vindt plaats ten laste van de algemene reserves. Voor de gronden in exploitatie met nadelige resultaten wordt voor deze nadelige resultaten een verliesvoorziening getroffen. Dat wil zeggen dat een deel van de algemene reserve wordt vastgelegd om toekomstige verliezen af te kunnen dekken. Daarnaast worden risico’s geïnventariseerd en wordt de kans dat deze zich kunnen voordoen bepaald. Het uiteindelijke bedrag van het totaal van deze risico’s is van invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Deze zal groot genoeg moeten zijn om de risico’s af te dekken wanneer deze
112
risico’s zich voordoen. Dit impliceert dat het weerstandsvermogen groot genoeg moet zijn. Daarmee kan worden gesteld dat met financiële risico’s en verwachte nadelige resultaten binnen de grondexploitatie in voldoende mate rekening wordt gehouden. 2. Herziening (grond)exploitaties 2.1. aanpassingen Alle gronden zowel in exploitatie als niet in exploitatie zijn per 31 december 2010 (peildatum) herzien. Deze herziening hield het volgende in: • Bijstelling van de boekwaarden op basis van inkomsten en uitgaven in 2010. • Aanpassing van de fasering: Door de financiële en economische crisis is in 2010 bijna geen bouwgrond verkocht. De verwachting is dat ook in de eerstkomende jaren de grondverkopen op een laag niveau zullen blijven. Om deze reden zijn de gronden in exploitatie uitgefaseerd. Dat wil zeggen dat de looptijd van de exploitaties is verlengd. Hierdoor verslechterde het resultaat van de exploitaties. • Aanpassing parameters: De financiële en economische crisis heeft ook voordelen. Een van deze voordelen is de lage rente stand. Daarom kon de rekenrente in de exploitaties worden verlaagd van 4,5% naar 4%. Daarmee ligt de rekenrente nog iets boven het huidige niveau, zodat een renteverhoging in de toekomst opgevangen kan worden. De kostenstijging is verlaagd van 3% naar 2,5%. De afgelopen twee jaar is de inflatie beneden de 2% gebleven. Met het thans gehanteerde percentage kan een mogelijk oplopende inflatie worden opgevangen. De opbrengstenstijging is verlaagd van 2% naar 1%. In het huidige economische en financiële klimaat is het niet te verwachten dat de uitgifteprijzen van bouwrijpe gronden in de pas blijven lopen met de inflatie. Er is op dit moment zelfs een neerwaartse druk op de uitgifteprijzen. • In het dienstjaar zijn drie nieuwe complexen geopend, te weten Bomenbuurt te Ulft ,Van der Pavert te Varsselder en Kromkamp te Sinderen • Het complex Kromkamp Sinderen was opgenomen bij de gronden niet in exploitatie. Het complex is met de boekwaarde overgebracht van de gronden niet in exploitatie naar de gronden in exploitatie. • Twee complexen zijn afgesloten, te weten het complex Mariëngaarde in Gendringen en het complex Vlasakker in Megchelen. 2.1
Gronden in exploitatie In de tabel hieronder zijn de gronden in exploitatie opgenomen. Door de aanpassingen zoals hiervoor beschreven laten meerdere exploitaties een nadelig verwacht eindresultaat zien. Van de complexen waarin in 2009 al een nadelig saldo werd voorzien is het nadelig saldo toegenomen. Het besluit Begroting en Verantwoorden Provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat bij verwachte nadelige eindresultaten hiervoor een voorziening moet worden getroffen. De uitkomsten van de aanpassingen betekenen dat de huidige voorziening (van 2009) van € 2.369.847,-- niet voldoende is. De voorziening moet daarom verhoogd worden met € 1.884.590,-- tot in totaal van € 4.254.437,-- (zie tabel hierna). Dit houdt in dat de verliesgevende exploitatie een totaal verwacht verlies laten zien van € 4.254.437,-- op het moment dat deze exploitaties worden afgesloten. De exploitaties die positief eindigen kennen een verwacht positief resultaat van € 939.487,-De BBV schrijft hierover voor dat deze winst op exploitaties pas genomen mogen worden als nagenoeg alle kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd, dus op het eind van de looptijd van de exploitatie. Met ander woorden op het moment dat een exploitatie positief wordt afgesloten, wordt dit resultaat afgedragen aan de algemene dienst. Het complex Vlasakker in Mechelen is afgesloten met een voordelig resultaat van € 45.211,-- Dit wordt afgedragen aan de algemene dienst. Het complex Mariëngaarde in Gendringen is daarentegen afgesloten met een verlies van € 43.597,-- In de jaarrekening 2009 was hiervoor al een verliesvoorziening getroffen van € 40.974,-Of de in de exploitaties doorgevoerde aanpassingen de komende jaren voldoende blijken te zijn, is thans moeilijk in te schatten. Veel zal afhangen van de financiële en economische
113
ontwikkelingen. Daarom is bij de risico’s nog een risico opgenomen voor een mogelijk onvoorzien oplopen van de verliezen. Onderstaand het overzicht van de gronden in exploitatie: gronden in exploitatie
boekwaarde
investeringen
desinves-
boekwaarde
teringen
01-01-2010
Vlasakker Megchelen Rieze IV Ulft
31-12-2010
-72.803
72.803
0
0
-249.916
9.650
0
-240.266
exploitaties
voorziening
voorziening
Balans
met
verlieslatend
verlieslatend
waarde
positief
complex
complex
resultaat
jaarrek 2009
jaarrek 2010
736.718
0
0
0
-240.266
32.941
-32.941
0
0
Rieze VI Ulft
2.691.489
163.722
534.498
2.320.713
De Hutten Noord Ulft
5.943.462
1.189.194
968.605
6.164.052
De Hutten Zuid Ulft
4.573.266
1.494.740
337.084
5.730.922
Rieze V Ulft
2.653.260
120.622
0
2.773.882
Centrumplan Ulft
2.689.533
977.192
548.402
3.118.323
238.531
47.301
0
285.832
40.344
245.489
9.687.038
791.752
139.004
10.339.786
96.913
10.242.873
Mariengaarde Gendringen
Slawijkseweg Netterden Hofskamp-Oost II Varsseveld
40.974
31-12-2010
0
0
0
2.320.713
364.404
831.340
5.332.712
488.108
877.315
4.853.607
4.267
0
2.773.882
1.445.942
1.852.876
1.265.447
76.346
9.983
Eskopje Varsseveld
-7.275
449.456
90.547
351.635
93.596
258.038
Centrumplan Varsseveld
73.790
118.531
80.422
111.899
25.197
38.729
73.170
Schimmels III Etten
-5.597
2.965
0
-2.632
955
933
-3.565
687.622
36.772
0
724.394
0
724.394
Essenkamp Varsseveld
4.049
4.466
1.900.005
0
1.904.471
71.255
1.833.216
Bomenbuurt Ulft (Biezenakker II)
0
1.441.349
500
1.440.849
351.137
1.089.712
Varsselder Velthunten (V/d Pavert)
0
1.603.810
0
1.603.810
112.392
0
1.603.810
28.939.808
10.386.922
2.699.062
36.627.668
939.487
4.254.437
32.373.231
Kromkamp Sinderen
2.369.847
Door de wijzigingen in de exploitaties, zoals hiervoor beschreven, is het nadelig resultaat ten opzichte van 2009 toegenomen met € 1.884.590. De BBV schrijft voor dat wanneer een negatief resultaat wordt verwacht er een verliesvoorziening moet worden getroffen. Bij de herziening van de grondexploitatie van de bedrijventerreinen is nog geen rekening gehouden met de harmonisatie van de uitgifteprijzen in het kader van het regionale bedrijventerrein A 18. Deze harmonisatie gaat in 2011 in. Bij de herziening van de betreffende grondexploitatie voor het dienstjaar 2011 zal hier op worden ingegaan. 2.2
Gronden niet in exploitatie De landelijke commissie BBV beveelt aan om niet in exploitatie genomen gronden in aanmerking te nemen voor activering van vervaardigingkosten als deze grond past in de verwachting over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Voor de grond moet dan wel al een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze grond in de nabije toekomst zal worden bebouwd. De commissie voegt hier aan toe dat de boekwaarde nooit hoger kan zijn dan de marktwaarde. Als duidelijk wordt dat de voorgenomen bestemming niet of gedeeltelijk niet wordt gerealiseerd moet worden afgewaardeerd. De gronden niet in exploitatie zijn getoetst aan deze aanbevelingen. Dat wil zeggen dat is nagegaan of er een reëel en stellig voornemen bestaat dat deze gronden in de nabije toekomst zullen worden bebouwd. Het gaat hierbij om interne besluitvorming of om de bestaande structuurvisie die aan een bestemmingsplan vooraf gaat. In de structuurvisie 2011 is Bontebrug Silvolde niet opgenomen als toekomstige woonlocatie. Deze locatie is ook niet opgenomen in de woonvisie. Daarom zijn deze gronden nu afgewaardeerd naar agrarische waarde. e Ook het complex Den Es 3 fase is niet opgenomen als toekomstige bouwlocatie in de structuurvisie 2011 en ook niet in de woonvisie. Ook deze gronden zijn daarom afgewaardeerd. e Hofskamp Oost 3 fase is in de structuurvisie 2011 aangeduid als uitbreidingslocatie voor de langere termijn. De structuurvisie geef tevens aan dat het beleid erop gericht is dat de capaciteit aan bedrijventerreinen binnen de gemeente gelijk blijft. Uitbreiding van bedrijventerreinen is hiermee vooralsnog niet te verwachten. Aangezien er dus geen voornemen is om de terreinen in de nabije toekomst te ontwikkelen, zoals de BBV aangeeft, zijn ook deze gronden afgewaardeerd naar agrarische waarde.
114
. Daarnaast zijn de boekwaardes van de projecten Centrumplan Terborg en Revitalisering bedrijfsterrein Hofskamp-Zuid in Varsseveld afgeboekt. De kosten voor het Centrumplan Terborg waren al geactiveerd onder gronden niet in exploitatie in de jaarrekening 2009. Het betreffende deel van het centrumplan Terborg (herinrichting Jorisplein en omgeving) is afgerond. De boekwaarde moet derhalve worden afgewaardeerd .Tot slot is de waarde van de strategische aankopen verlaagd naar de huidige verwachte marktwaarde. Bij strategische aankopen wordt niet alleen de aankoopprijs van het pand geboekt, maar ook de bijkomende kosten als taxatiekosten, kosten voor de adviseur van de verkopende partij, vergoedingen voor gedwongen verhuizing en de notariële kosten en interne uren en rentebijschrijving. Daarnaast zijn de afgelopen jaren door de crisis op de woningmarkt de prijzen van onroerend goed gedaald. Dit alles heeft er toe geleid dat de boekwaarde van de strategische aankopen boven de marktwaarde kwam te liggen. Conform de BBV moet er dan afgeboekt worden. . In totaal bedraagt de afboeking van de waarde van gronden niet in exploitatie, projecten en onroerend goed € 2.286.209,-- Dit bedrag wordt ten laste gebracht van de algemene reserve. Met uitzondering van een gering bedrag van voorbereidingskosten van Revitalisering van bedrijventerrein Hofskamp-Zuid in Varsseveld waren mogelijke afboekingen al aangegeven in de risicoparagraaf bij de jaarrekening 2009 en de meerjarenbegroting 2011 – 2014. Onderstaand het overzicht van de niet in exploitatie genomen gronden: gronden niet in exploitatie
boekwaarde
investeringen
desinves-
naar
teringen
gronden
afboeken
boekwaarde
m2
in 01-01-2010 Vooraad gronden Centrumplan Gendringen
Den Es 3e fase Varsseveld Hofskamp-Oost 3e f Varsseveld
204.492
0
387.315
5.975
0
9.603
0 0
117.641
66.273
18.940
85.802
2.851
0
28.422
60.231
17.190
3,50
1.773.473
41.872
0
538.003
1.277.343
364.955
3,50
269.511
250.296
19.215
0
154.977
0
1.217
39
0
1.504.126
1.222.901
0
25.162
-25.162
0
205.967
183.433
0
Lichtenberg Silvolde
640
21
0
Kromkamp Sinderen
4.466
Varsselder Velthunten
Strategische aankopen Den Dam Breedenbroek Het Anker Ulft Varsselder Velthunten (3e speelvld)
2.3
1,15
0
106.628
Akkermansweide Terborg
337.025 --
5.732
0 178.182
Centrumplan Terborg
Biezenakker II (Ulft-Noord)
31-12-2010
3.627
Lenteleven West Gendringen Hofskamp-Zuid (rev.) Varsseveld
per m2
exploitatie
182.823
Zaagmolenpad Varsseveld Bontebrug Silvolde
boek waarde
-3,50
-261.606
--
2.727.027
--
389.399
--
660
--
1.256
--
--
4.466
1.766.825
1.141.705
0
3.112
1.735
0
1.331.375
4.847
917.597
218.296
0
1.135.892
10.046
45.788
0
55.834
7.019.989
3.223.870
0
4.466
2.286.209
1.577.154
7.953.185
90.565
17,41
13.970
81,31
--
-842.645
OWN 2020 In februari 2006 heeft de Raad het ontwikkelingsprogramma “Oude IJsselstreek, op weg naar 2020” onderschreven. De kosten hiervan hebben tot en met het dienstjaar 2010 € 1.370.723,-- bedragen. Van deze kosten is € 865.092,-- doorbelast aan de grondexploitaties van OWN 2020 projecten. De overige kosten ter grootte van € 481.631,-- zijn gemaakt voor projecten waarvoor geen grondexploitatie bestaat. Het betreft hier voorbereidingskosten voor onder andere het materplan Biezenakker/Vogelbuurt en communicatiekosten voor de OWN 2020 projecten, zoals Cultuurfabriek, Engbergen, Masterplan Vogelbuurt, Centrumplan Varsseveld, de Lichtenberg, Terborg Brede school, Varselder dorpshuis, centrumplan Terborg. Aangezien deze kosten niet kunnen worden doorgeboekt naar de grondexploitaties van OWN 2020 komen deze kosten ten laste van de algemene middelen.
115
2.4
3
Woonvisie In het kader van de regionale afspraken over woningbouwcapaciteit moet de gemeente de plancapaciteit voor de woningbouw terugbrengen. Berekend is dat de gemeente hiermee in het uiterste geval een financieel risico loopt van € 26.300.000. In de loop van 2011 en het voorjaar van 2012 zullen de eerste projecten waarop de woonvisie betrekking heeft onderwerp van besluitvorming worden. Het is daarom nodig nu een voorziening te treffen van € 10.000.000 om de gevolgen te kunnen dekken. Dit is het bedrag dat we in 2011 verwachten nodig te hebben voor de exploitaties Lenteleven en het Gietelinck. In de raad van januari 2011 is met u de regionale woonvisie besproken en daarbij is afgesproken dat u steeds per afzonderlijk (gewijzigd) bestemmingsplan en exploitatieplan wordt geïnformeerd over de gevolgen van de regionale woonvisie. Het overige bedrag van € 16.300.000 zal worden opgenomen in de risicoparagraaf hierna. Daarin is 40% , oftewel € 6.520.000 van dit bedrag opgenomen als risico. Afhankelijk van verdere ontwikkelingen in de plancapaciteit de komende jaren en de uitkomsten van overleg over een eventueel instellen van een krimpfonds c.q. provinciale bijdrage in de verliezen kan in de komende jaren worden bezien of een dergelijk risico bedrag voldoende is.
Financieel verloop en de risico’s per project In de hierna opgenomen tabellen is het financiële verloop van de projecten kort beschreven. Tevens wordt aangegeven bij welke projecten sprake is van financiële risico’s en wat de omvang van de risico’s is. Indien een project is opgenomen in de woonvisie wordt het project niet beschreven, tenzij er risico’s worden voorzien die niet in de financiële gevolgen van de woonvisie zijn opgenomen. Voor de woonvisie is een voorziening getroffen van € 10.000.000 en een risico opgenomen van € 6.520.000. ( zie hiervoor).Voor alle exploitaties geldt dat door verlaging van het prijsindexcijfer voor de kostenstijging en/of door verlenging van de uitgiftetermijn de verwachte eindresultaten lager zijn dan vorig jaar. Verschillende projecten laten nu een negatief eindresultaat zien, terwijl dit vorig jaar nog positief was. Indien dit leidde tot het nemen van een verliesvoorziening is dit hierna gemeld. Voor de exacte cijfers wordt verwezen naar de tabel onder paragraaf Gronden in exploitatie.
Gronden in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
60380203
Vlasakker
Mgch Ulft
60380205
Rieze IV
60380208
Mariëngaarde Gdg
60380209
Rieze VI
Ulft
60380210
Hutten-Noord / Het Gietelinck
Ulft
Omschrijving risico’s / opmerkingen Het project is in 2010 afgesloten met een voordelig resultaat van € 45.211,-In 2008 werd nog winst genomen. Gelet op de boekwaarde, de nog uit te voeren werken en een aantal nog uit te geven restpercelen en rekening houdende met een wat langere uitgiftetermijn wordt op eindwaarde alsnog een voordelig resultaat van ongeveer € 736.000,-- verwacht.. Het project is in 2010 afgesloten met een verlies van € 43.597,--. Voor bedrijventerreinen op de Rieze in Ulft is nog steeds belangstelling. Toch is in de exploitatieberekening van dit complex door de huidige economische crisis met een teruglopende belangstelling rekening gehouden. Het voordelige resultaat werd daardoor naar beneden bijgesteld, maar de exploitatie blijft een voordelige uitkomst houden. Bij het project Hutten Noord zijn meerdere partijen betrokken. Dit heeft tot gevolg dat er een groot aantal overeenkomsten is gesloten. Met partijen zijn zowel samenwerkingsovereenkomsten als realisatieovereenkomsten gesloten. Kenmerk van deze overeenkomsten is dat: • Gemeente koopt, saneert, sloopt waar nodig
116
Gronden in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
60380211
Hutten-Zuid
Ulft
60380213
Rieze V
Ulft
60380214
Centrumplan Ulft
Ulft
750.000
340.000 500.000 336.000
Omschrijving risico’s / opmerkingen en maakt bouwrijp. • Ontwikkelaar maakt woonrijp. • Er is een taakstellende grondexploitatie. • Gemeente levert bouwrijpe grond tegen vastgestelde grondprijzen. • Door partijen geaccordeerde taakstellende grondexploitatie. Door de financiële en economische crisis loopt de verkoop van kavels uit. Hierdoor is een tekort ontstaan door oplopende rentelasten. Daarnaast zijn gemeentelijke kosten in de exploitatie opgenomen. Dit was niet het geval in de oorspronkelijke exploitatie. Het project kent nu een negatief eindresultaat. Hiervoor is een voorziening genomen. De eerste fase van Hutten Zuid is afgerond. In fase 4 wordt gebouwd. Met de ontwikkelaar vindt op dit moment overleg plaats over de veranderingen in fase 3. Het is namelijk de bedoeling een nieuwe ontsluitingsweg van het centrum van Ulft door het gebied dat fase 3 omvat, aan te leggen. Het tracé van de weg door het gebied is thans nog onderwerp van discussie. De keuze kan financiële gevolgen hebben voor de grondexploitatie die voor rekening van de gemeente komt. Indien er door deze ontsluitingsweg minder woningen gebouwd kunnen worden, loopt de gemeente, door minder opbrengsten uit de gronduitgifte een risico.. Hiermee zal rekening worden gehouden bij het Verkeerscirculatieplan Ulft. Met de ontwikkelaar wordt thans overlegd over de voortgang van fase 2 en 3. Door de financiële en economische crisis loopt het project vertraging op. Er zal hierdoor mogelijk moeten worden herontwikkeld. Hier ligt een risico voor de gemeente dat wordt geschat op € 750.000,-- In de loop van 2011 zullen hierover voorstellen worden gedaan. De grond van Etna is tegen de oorspronkelijke prijs teruggenomen. Dit geeft weer mogelijkheden voor uitgifte in meer en kleinere kavels. De herziening van de grondexploitatieberekening laat zien dat met aanpassingen van de riolering en (energie) infrastructuur nog net een positief exploitatieresultaat te behalen is. Ook voor dit complex geldt dat mogelijk door aanpassing van de uitgifteprijs in verband met de afspraken rond het Regionaal bedrijventerrein, uiteindelijk nog een voordeliger resultaat wordt bereikt. In de overeenkomst met de ontwikkelaar is opgenomen dat de gemeente het betrokken onroerend goed koopt, deze sloopt en bouwrijpe grond levert. De ontwikkelaar vergoedt deze kosten aan de gemeente. Deze vergoeding is wel aan een plafond gebonden. Er ligt derhalve een risico voor de gemeente om aangekocht onroerend goed weer in de markt te moeten zetten. Dit risico wordt geschat op € 340.000,--.
117
Gronden in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
60380216
Slawijkseweg
Nett
60380221
Hofskampe Oost 2 fase
Vsv
60380226
Eskopje
Vsv
60380231
Centrumplan Varsseveld
Vsv
60380234
Schimmels
Ette n
127.500
Omschrijving risico’s / opmerkingen De ontwikkelaar legt de openbare ruimte aan. Hiervoor ontvangt hij een vergoeding van € 2,1 miljoen. Het is nog niet zeker of dit bedrag voldoende is. Mogelijk ligt hier nog een risico, wanneer de kosten hoger uitvallen. Dit risico wordt geschat op € 500.000,--. Om te voorkomen dat de nieuwbouw zou stagneren door marktomstandigheden is besloten een aantal inpandige parkeerplaatsen van de ontwikkelaar aan te kopen. De gemeente zal deze parkeerplaatsen weer op de markt zetten. Bij verkoop moeten de parkeerplaatsen mogelijk worden afgewaardeerd. Hier loopt de gemeente een risico van € 336.000,-Voor de ontsluiting van het centrum van Ulft zal er een nieuwe ontsluitingsweg worden aangelegd. De hiermee verband houdende kosten zijn niet in het centrumplan opgenomen. Deze kosten worden meegenomen bij het Verkeerscirculatieplan Ulft Met de ontwikkelaar is een aanvullende overeenkomst gesloten met betrekking tot de fase Kennedyplein Zuid. In 2011 zal dan ook de grondexploitatie worden herzien en aan de raad worden voorgelegd. De huidige exploitatie kent een tekort. Hiervoor is een voorziening getroffen. Grondexploitatie in een van de kleine kernen van de gemeente. Een deel van de bebouwing kan aan bestaande (maar wel te reconstrueren) wegen worden gerealiseerd. Voor het overige zal bouw- en woonrijp worden gemaakt voor een verbindingsweg in het plangebied. De fasering is bijgesteld. Het project kent nu een verwacht tekort van € 40.344,-- Hiervoor is een voorziening getroffen. Er zijn nog een aantal uitgaven te doen waardoor de investeringen verder oplopen, maar niet in die mate van eerdere ramingen, deze lijken aan de ruime kant. Financiële risico’s liggen er dan in de vertraging van de uitgifte en de daarmee samenhangende rentekosten. De fasering is dan ook aangepast. Door deze aanpassing is het verwacht resultaat iets onder de € 100.000,-- negatief. Hiervoor is een voorziening getroffen. Ook voor dit project is de uitgiftetermijn verlengd. Het verwachtte eindresultaat werd daardoor negatief. Hiervoor is een voorziening getroffen. Het plan kende een sluitende exploitatie. Met betrekking tot de plankosten zijn er met name door archeologische begeleiding en het verleggen van kabels en leidingen in het centrum meerkosten gemaakt. Voor het daardoor verwachte nadelige resultaat is een voorziening getroffen. Er is echter wel een risico. In de exploitatie is een uitkering uit het parkeerfonds opgenomen van € 127.500,--. Over dit fonds heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden Dit inbreidingsplan is inmiddels door een aannemer gerealiseerd. Met de aannemer zijn overeenkomsten gesloten tot overdracht van de ondergrond inclusief
118
Gronden in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
60380237
Essenkamp
Vsv
60380242
Kromkamp
Sind
60380243
Bomenbuurt
Ulft
60380244
Van de Pavert Algemene risico’s
Var ss 2.000.000
Omschrijving risico’s / opmerkingen de voorzieningen van openbaar nut. Ook de geraamde kosten van planwijziging en het toezicht op de uitvoering alsmede een bijdrage in het fonds bovenwijkse voorzieningen worden verhaald. Door meer interne uren wordt dit complex met een klein nadelig resultaat in 2011 afgesloten Dit inbreidingsplan wordt door de gemeente ontwikkeld en omvat in 2 fases in totaal 24 uit te geven bouwkavels voor 2^1 kapwoningen. Bij voorkeur in particulier opdrachtgeverschap. De eerste fase van bouwrijp maken is gereed. In 2010 zijn de eerste 4 kavels uitgegeven. Ook in dit complex is de uitgiftetermijn verlengd. Ondanks deze uitfasering wordt toch nog een, zij het gering, positief resultaat verwacht. Dit complex is in 2010 geopend met een sluitende exploitatie. Door wijziging van de parameters heeft het complex nu een verwacht nadelig eindresultaat van circa € 71.000,-- Hiervoor is een voorziening getroffen. In 2011 is de kosten- en opbrengstenbegroting herzien i.v.m. wijzigingen in het plan. De nieuwe exploitatie sluit neutraal. Ook dit complex is in 2010 geopend met een sluitende exploitatie. Echter door extra kosten door juridische procedures en archeologisch onderzoek en uitfasering kent de exploitatie nu een negatief resultaat. Hiervoor is een voorziening getroffen. Dit complex is eveneens in 2010 geopend. Naar verwachting eindigt de exploitatie positief. Naast de projectspecifieke risico’s zijn er in de projecten ook algemene risico’s. Deze hebben te maken met de fasering en met de gehanteerde parameters in de exploitaties. Deze risico’s zijn zoveel mogelijk in de huidige exploitaties verwerkt. Het is echter moeilijk in te schatten of dit voldoende is. Gelet op de huidige marktontwikkelingen, daling waarde onroerend goed en geringe verkopen van bouwrijpe grond, loopt de gemeente het risico dat ook de komende jaren de exploitaties moeten worden bijgesteld. Dat kan leiden tot het verder oplopen van de verliezen. Het risicobedrag is berekend door exploitaties verder uit te faseren en een opbrengstenstijging van 0% te hanteren voor de komende drie jaar.
Gronden niet in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
60380207
Voorraad gronden
Div
60380218
Centrumplan Gendringen
Gdg
75.000
Omschrijving risico’s / opmerkingen Een groot deel van de grondvoorraad is laag gewaardeerd, lager dan de agrarische waarde, er zijn derhalve geen financiële risico’s. Er is nog geen sprake van planvorming voor het centrum van Gendringen. Er kan dan ook nog niets
119
Gronden niet in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
60380224
Bontebrug
Slv
60380227
Den Es III
Vsv
60380228
Hofskampe Oost 3 fase
Vsv
60380235
Lenteleven II (West)
Gdg
60380236
HofskampZuid
Vsv
60380238
Biezenakker Ulft-Noord
Ulft
60380239
Varsselder-
Vsd
Omschrijving risico’s / opmerkingen worden gezegd over risico’s. Wel moet er op worden gewezen dat er panden leeg staan en dat deze panden dreigen te verloederen. Het is niet uit te sluiten dat dit proces zich doorzet. Tijdig oppakken zou daarom de boodschap moeten zijn. Voorlopig lijkt een investering in uitwerking plannen, planbegeleiding etc. nodig van € 75.000,- Deze zijn (nog) niet geraamd. Het is niet te verwachten dat op deze locatie in de nabije toekomst woningbouw wordt ontwikkeld. De gronden worden daarom afgewaardeerd en tegen agrarische waarde geactiveerd. Deze gronden worden afgeboekt naar de agrarische waarde. Om een derde fase van Hofskamp-Oost voor de toekomst mogelijk te maken is van de geboden mogelijkheid gronden aan te kopen ook gebruik gemaakt. Bijna alle gronden konden daarvoor worden aangekocht. De boekwaarde ligt echter boven de waarde van agrarische gronden. Omdat niet verwacht mag worden, gelet op de voorraad bedrijventerreinen, dat in de nabije toekomst het gebied wordt ontwikkeld als bedrijventerrein, wordt de boekwaarde van de gronden teruggebracht naar agrarische waarden. ( zie ook het onderdeel gronden niet in exploitatie) Als vervolg op het gerealiseerde deel Lenteleven I wordt Lenteleven II (West) nu voorbereid. De huidige boekwaarde betreft voorbereidingskosten die in de grondexploitatie worden ingebracht. Tot nu toe beperken de kosten zich tot een aantal interne uren besteed aan een onderzoek om tot revitalisering van dit bedrijventerrein te komen. Deze kosten worden afgeboekt omdat het niet aannemelijk is dat binnen afzienbare tijd een revitalisering kan worden gestart. Dit plan behelst de herstructurering van de Vogelbuurt, nieuwbouw in de Biezenakker, inpassing van voetbalvelden en de bouw van een MFA. In 2007 is over het plan een intentieovereenkomst gesloten met Parès (thans Wonion) In deze overeenkomst is afgesproken dat de gemeente in het kader van de herstructurering van de Vogelbuurt de openbare ruimte zal verbeteren/aanpassen. Hiervoor zijn ramingen opgenomen in het gemeentelijke investeringsplan. De geraamde bedragen lijken vooralsnog voldoende. Wel zijn er voor de aanpassing van de openbare ruimte panden aangekocht en gesloopt. De kosten voor aankoop en sloop van deze panden kunnen worden gedekt uit de ramingen die voor de Vogelbuurt in het gemeentelijk investeringsplan zijn opgenomen. Door de gemeente zijn de gronden in de Biezenakker die eigendom waren van Wonion overgenomen. De plannen voor het dorpshuis hebben een
120
Gronden niet in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
Veldhunten (Dorpshuis)
60380240
Akkermansw eide
Tbg
60380241
Lichtenberg
Slv
60380310
Strategische aankopen
Div.
60380311
Den Dam
Brbr
60380312
Herontwikkeli ng locatie Het Anker
Ulft
60380313
Varsselder – Veldhunten e 3 speelveld Regionaal bedrijven
300.000
500.000
200.000
Omschrijving risico’s / opmerkingen samenhang met de ontwikkeling van het gebied van e Van der Pavert en het 3 speelveld. De voorbereidingskosten die geboekt waren op dit project komen ten laste van de ontwikkelingen Van e de Pavert en 3 speelveld in Varsselder-Velthunten. Voor dit plan is door OPP en Arcadis een haalbaarheidsstudies verricht. Uit deze studies blijkt dat er een omvangrijk tekort gaat ontstaan als het gebied in exploitatie zou worden genomen. Thans wordt onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van andere vormen van transformatie. Ontwikkeling van De Lichtenberg als multifunctionele accommodatie is een samenwerking tussen gemeente en Wonion. Deze ontwikkeling bevindt zich nog buiten de grondexploitatie. In 2010 zijn de kosten van een aantal interne uren op dit grootboek van de grondexploitatie geboekt . Onder strategische aankopen zijn gronden en panden ondergebracht die zullen bijdragen in de ontwikkeling van een aantal plannen in het buitengebied, het centrum van Ulft,en Varsseveld. De boekwaarde van deze aankopen is aangepast aan de huidige marktwaarde. Bij de boekwaarden waren ook de bijkomende kosten als kosten voor taxatie, vergoedingen i.v.m. verhuizing en notariële kosten, bijgeboekt. Ook hierdoor lag de boekwaarde boven de marktwaarde. Daarnaast is het onroerend goed in waarde gedaald de afgelopen jaren. Door nu dit af te boeken ligt de boekwaarde nu op het niveau van de marktwaarde. Mogelijk dat de komende jaren, indien de waarde van onroerend goed blijft dalen, opnieuw een afboeking moet plaatsvinden. Het risico dat hierbij wordt gelopen wordt geschat op € 300.000,--. Dit plan voor Breedenbroek omvat de mogelijkheid 8 half-vrijstaande woningen te bouwen voor particulier initiatief. De kosten van voorbereiding worden ten laste van de exploitatie gebracht. Een aantal onderzoeken loopt. Hoewel er nog geen exploitatieberekening voor ligt mag worden aangenomen dat bij uitgifte door de gemeente de grondexploitatie tenminste sluitend zal zijn. Door aankoop van grond en opstallen en door verplaatsing van het bedrijf “Het Anker” door de gemeente is het risico voor de ontwikkeling van woningbouw in Hutten Zuid weggenomen. Er ligt echter wel een risicovolle opgave om tot exploitatie te komen. Lukt het ontwikkelen van dit plan niet dan wordt het financieel risico, nu opstallen zijn gesloopt en gesaneerd, voor het op de markt brengen van dit onroerend goed geschat op € .500.000,--. e Er zijn plannen om het 3 speelveld van Varsselder te bestemmen voor woningbouw. De gemeente is deelnemer in het regionale bedrijventerrein A 18. Door deze deelname draagt de
121
Gronden niet in Exploitatie Pr.nr.
Project
Risico
Omschrijving risico’s / opmerkingen
terrein A18 Woonvisie
3.1
gemeente risico wanneer de exploitatie verliesgevend is. Dit risico wordt geschat op € 200.000,--. . In het kader van de afspraken over de regionale woonvisie moet de gemeente de plancapaciteit voor de woningbouw terugbrengen. Dit brengt financiële risico’s met zich mee. In het uiterste geval zal de gemeente hierdoor circa € 26 miljoen verliezen. In dit kader wordt een voorziening gemaakt van € 10.000.000. Er vindt echter nog overleg binnen de regio plaats en met de provincie over het instellen van een krimpfonds. Daarnaast zal met ontwikkelaars worden nagegaan hoe zij middels woningbouw op toekomstige locaties kunnen worden gecompenseerd. De uitkomsten zijn derhalve nog zeer onzeker. De Raad heeft besloten om zodra in een project besluitvorming/ visievorming van de raad wordt gevraag de consequenties aan de orde te stellen. Gelet hierop wordt voor het resterende bedrag van € 16,3 miljoen een risico voorzien van 40%, oftewel € 6.520.000
16.300.000
Samenvatting van de risico’s in bedragen In onderstaande tabel zijn de risico’s samengevat met de inschatting van de kans dat het risico zich voordoet.
Complex-nr.
Risico in €
Omschrijving 60380211 60380214 60380214 60380214 60380231
Hutten Zuid herontwikkeling Centrumplan Ulft onroerend goed Centrumplan Ulft openbare ruimte Centrumplan Ulft parkeervoorz. Centrumplan Varsseveld algemene risico's grondexpl. 60380218 Centrumplan Gendringen 60380310 Strategische aankopen 60380312 Het Anker Regionaal bedrijventerrein A 18 Woonvisie totaal
750.000 340.000 500.000 336.000 127.500 2.000.000 75.000 300.000 500.000 200.000 16.300.000 21.428.500
Kans op risico 50% 50% 50% 80% 50% 50% 50% 50% 50% 20% 40%
Ten behoeve van de risico’s die mogelijk worden gelopen dient een bedrag van € 9.125.050,-- te worden opgenomen onder het weerstandsvermogen.
122
Risicoreserve in € 375.000 170.000 250.000 268.800 63.750 1.000.000 37.500 150.000 250.000 40.000 6.520.000 9.125.050
123
Accountantsverklaring (separaat verstuurd inclusief SISA-bijlage)
124
Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. 23 juni 2011
De raad van de gemeente Oude IJsselstreek,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 mei 2011.
BESLUIT: 1. De jaarstukken 2010 vast te stellen; 2. te onttrekken uit de Algemene reserve doordat realisatie in 2010 niet heeft plaatsgevonden. -
Uitgestelde raadsprojecten á € 88.000. Nog te betalen kosten in verband met fusietraject peuterspeelzalen, € 65.600 Inhuur ten behoeve van project bewerking blijvende dossiers archief, € 32.500
3. Resultaat aanvullen door onttrekking uit de algemene reserve, groot € 86.688. 4. Bestemmingsreserve achterterrein ’t Klooster Ulft opheffen en saldo à € 17.860 toevoegen aan Reserve verplaatsing Smeltkroes/Bibliotheek/Centrumplan Ulft; 5. Bestemmingsreserve komuitleg grondexploitatie opheffen en saldo à € 217.525 toevoegen aan reserve Fonds bovenwijkse voorzieningen grondexploitatie 6. Een reserve molenfonds in het leven te roepen en deze te voeden vanuit de bestemmingsreserve monumenten met € 45.000. 7. In te stemmen met de omzetting van de voorziening Bufferfonds riolering naar de nieuw gevormde bestemmingsreserve Bufferfonds riolering, groot € 1.731.867.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek in zijn openbare vergadering van 23 juni 2011,
De griffier,
De voorzitter,
J. van Urk
J.P.M. Alberse
125