2
INHOUDSOPGAVE
Inleiding en leeswijzer 1.
2.
3.
4.
Blz.
4
Kernbegrippen, rechten en plichten en belangrijkste doelstelling van de leerplichtwet 1696
5
1.1
Kernbegrippen
5
1.2
Rechten en plichten betrokken partijen en doelstelling
6
Uitvoering van de leerplichtfunctie in Langedijk
10
2.1
Cijfers
10
2.2
Toelichting per behandelend onderwerp
11
2.3
Toelichting op de zorgzwaarte
15
2.4
Eerste conclusie
16
2.4
Algemene werkzaamheden van de leerplichtambtenaar
16
Ontwikkelingen
17
3.1
Landelijke ontwikkelingen
17
3.2
Regionale ontwikkelingen
18
Conclusies, aanbevelingen en activiteitenplan 2009-2010
21
4.1
conclusies en aanbevelingen
21
4.2
activiteitenplan
22
Bijlage: 1
Overlegsituaties
2
Leerlingenzorg
3
Lijst met afkortingen
3
Inleiding Voor u ligt het jaarverslag leerplicht 2008-2009 van de gemeente Langedijk. In het jaarverslag wordt een beeld geschetst van de uitvoering van de leerplichtfunctie binnen de gemeente. Met dit verslag wordt door Burgemeester en Wethouders voldaan aan de wettelijke verplichting (art. 25 van de leerplichtwet 1969) de gemeenteraad te informeren over het gevoerde beleid in de gemeente Langedijk. In dit verslag is naast de cijfers over schoolverzuim, ook informatie opgenomen over het landelijk, regionaal en gemeentelijk beleid ter voorkoming/bestrijding van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. U krijgt in dit verslag een toelichting op de cijfers; het aantal leerplichtige leerlingen, het aantal meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim en het aantal leerlingen dat in behandeling is geweest bij leerplicht. Ook geven wij in dit verslag inzicht in het netwerk van de leerplichtambtenaren, de ontwikkelingen/acties met betrekking tot regionalisering van de leerlingenadministratie, de samenwerking met Justitie, de voorzieningen voor probleemleerlingen en de gang van zaken na de invoering van de kwalificatieplicht.
Een korte leeswijzer. Hoofdstuk 1 beschrijft de wijze waarop de Leerplichtwet moet worden uitgevoerd en de gemeentelijke rol daarin. Hoofdstuk 2 beschrijft de uitvoering van de leerplichtfunctie in Langedijk in het schooljaar 2008-2009, hoofdstuk 3 beschrijft de landelijke en regionale ontwikkelingen en in hoofdstuk 4 treft u de conclusies aan over het afgelopen jaar en de aanbevelingen en het activiteitenplan voor het schooljaar 2009-2010. Tot slot treft u nog een bijlage aan waarin een overzicht wordt gegeven van de overlegvormen van de leerplichtambtenaar, de leerlingenzorg wordt beschreven en een lijst met afkortingen.
4
1.
Kernbegrippen, rechten en plichten en belangrijkste doelstelling van de leerplichtwet 1969
1.1
Kernbegrippen
Volledige leerplicht Het begin van de volledige leerplicht valt op de eerste schooldag van de maand volgend op de maand waarin de jongere vijf jaar geworden is. De volledige leerplicht geldt tot en met het schooljaar waarin het kind 16 wordt, of aan het einde van het twaalfde schooljaar. De basisschoolperiode telt mee voor acht jaar, ook als de leerling hier in werkelijkheid korter over heeft gedaan.
Kwalificatieplicht Na het laatste schooljaar van de volledige leerplicht begint de kwalificatieplicht. Daar zit geen dag tussen. Met de kwalificatieplicht wordt de leerplicht verlengd tot de dag dat de leerling een startkwalificatieheeft gehaald, of de dag dat de leerling 18 jaar wordt.
Startkwalificatie Onder startkwalificatie wordt verstaan een afgeronde opleiding op het niveau van beginnend beroepsoefenaar. Dat komt neer op een diploma havo, vwo of mbo niveau 2.
Absoluut schoolverzuim Bij absoluut verzuim staat de leerplichtige leerling niet ingeschreven bij een erkende school of onderwijsinstelling. Via de leerlingenadministratie wordt het absolute verzuim geregistreerd. De leerplichtambtenaar moet actie ondernemen om de leerling terug te leiden naar school.
Relatief schoolverzuim De leerplichtige leerling verzuimt, al dan niet met medeweten van de ouder(s)/verzorger(s), incidenteel of geregeld de school. Het relatief verzuim is onder te verdelen in signaalverzuim, zorgwekkendverzuim. Vaak liggen hier gezins- en/of sociaal-emotionele problemen aan ten grondslag. Daarnaast is er nog sprake van luxeverzuim.
Signaalverzuim Hieronder wordt verstaan het doorgaans kortstondig verzuim van leerlingen. Hierbij gaat het om verzuim van minder dan drie dagen aaneengesloten. In principe handelt de school dit verzuim zelf af.
Zorgwekkend verzuim Hierbij gaat het om verzuim van meer dan drie dagen aaneengesloten of 1/8 deel van de lessen (± 15 lesuren) per maand. Bij dit verzuim wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld door de school. De leerplichtwet stelt dat de ouders verantwoordelijk zijn voor het schoolbezoek van hun kind(eren). Tevens zijn zij verantwoordelijk voor het absent melden van hun kind. De jongere vanaf 12 jaar wordt zelf ook verantwoordelijk gehouden voor geregeld schoolbezoek. Het primaat blijft bij de ouders, maar de leerling zelf kan zo nodig ook strafrechtelijk vervolgd worden voor ongeoorloofd schoolverzuim.
Luxeverzuim Hier gaat het om vakantieverlof buiten de schoolvakantie om. Dit kan verleend worden voor maximaal 10 schooldagen. Als de directeur hiervoor geen toestemming verleend en ouders gaan toch, dan is er sprake van luxeverzuim.
5
1.2 Rechten en plichten van betrokken partijen Bij het naleven van de leerplichtwet zijn vier partijen betrokken: de leerling, de ouders, de school en de lokale overheid. De rechten en plichten van de gemeente en de leerplichtambtenaar worden in dit hoofdstuk als laatste behandeld. Een samenvatting van de rechten en plichten van de overige partijen volgt eerst.
1.2.1 De leerling Jongeren hebben recht op onderwijs. De andere kant van dat leerrecht is de leerplicht. Vanaf hun 5e levensjaar tot het schooljaar waarin zij de 18-jarige leeftijd bereiken moeten zij naar school. (uitgezonderd de leerlingen die voor hun 18e verjaardag een startkwalificatie hebben behaald). Gehuwde leerplichtigen hebben zelfstandig de inschrijvingsplicht en zijn zelf verantwoordelijk voor geregeld schoolbezoek. Jongeren van 12 jaar en ouder kunnen zelfstandig verantwoordelijk gesteld worden voor ongeoorloofd schoolverzuim. Vervangende leerplicht is mogelijk vanaf 14-jarige leeftijd.
1.2.2 De ouders Ouders zijn verplicht hun leerplichtige kinderen in te schrijven op een school. Zij dragen zorg voor geregeld schoolbezoek door de kinderen en zien toe op het huiswerk maken. Ouders zijn verantwoordelijk voor het absent melden van hun kind op school en nemen daarbij de spelregels op basis van de leerplichtwet in acht.
1.2.3. De scholen Scholen hebben in hun onderwijsplan beleid en maatregelen opgenomen die tot doel hebben om verzuim te voorkomen en geven aan welke preventieve maatregelen zij treffen bij kort verzuim. Uit dit verzuimbeleid vloeit voort hoe zij de samenwerking zien met ouders, leerplichtambtenaar en waar nodig andere professionele hulpverleners. Scholen hebben een meldingsplicht aan de gemeente met betrekking tot zorgwekkend schoolverzuim van leerplichtigen. Op basis van de leerplichtwet hebben scholen ook verplichtingen op het gebied van het verlenen van verlof/vakantie, toelating, in- en uitschrijving, schorsing en verwijdering van leerplichtigen.
1.2.4. Taken van de gemeente Het toezicht op naleving van de leerplichtwet is opgedragen aan burgemeester en wethouders. Zij wijzen daarvoor één of meerdere ambtenaren aan, welke in de volksmond leerplichtambtenaren worden genoemd. Het college brengt jaarlijks, voor 1 oktober, verslag uit aan de raad over het laatst afgesloten schooljaar en voor 1 november rapporteren zij aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De leerplichtambtenaar biedt voornamelijk hulp aan leerlingen, ouders en scholen bij het zoeken naar oplossingen van zorgwekkend schoolverzuim, voortijdig schoolverlaten en waar nodig vrijstelling van de leerplicht. Het accent ligt in eerste instantie op maatschappelijke zorg en niet op controle en sanctie. Preventie is het uitgangspunt. De leerplichtambtenaar met een diploma Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) is bevoegd tot het opmaken van een proces-verbaal. Een proces-verbaal wordt opgemaakt in die situaties, waarin de leerplichtwet doelbewust wordt overtreden en maatschappelijke zorg geen oplossing heeft kunnen bieden.
1.2.4 De taken van de leerplichtambtenaar De huidige taken van de leerplichtambtenaar kunnen in een vijftal functies worden gerubriceerd: • een controlerende functie (toezien op naleving van de leerplichtwet); 6
• • • •
een registrerende functie (administratie en analyse); een preventieve functie (advisering/voorlichting/ingrijpen bij verzuim en voortijdig schoolverlaten); een curatieve functie (hulpverlening/verwijzing en bemiddeling); een justitiële functie (het opmaken van een proces-verbaal bij (aanhoudend) verwijtbaar gedrag van ouders/leerling/directeur van de school).
De controlerende functie In de leerplichtwet is een aantal verplichtingen opgenomen, waaraan ouders/verzorgers en schooldirecties zich dienen te houden. Het toezicht daarop heeft het karakter van controle. De leerplichtambtenaar onderzoekt de oorzaak van het verzuim en gaat na of de school voldoende aandacht besteedt aan dit verzuim. Tevens wordt in de leerlingenadministratie gecontroleerd of de leerplichtigen daadwerkelijk ingeschreven staan bij een school.
De registrerende functie De leerplichtambtenaar registreert de gegevens van leerlingen. Hiervan worden dossiers aangelegd. Er worden rapporten opgesteld naar aanleiding van huisbezoeken, schoolbezoeken en gesprekken met ouders, leerlingen en instanties. Deze gegevens worden onder meer benut voor het jaarverslag.
De preventieve functie Deze functie heeft samen met de curatieve functie de hoogste prioriteit binnen het leerplichtbeleid. Het voorkomen dan wel stopzetten van schoolverzuim is ongetwijfeld de meest effectieve wijze om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Verzuim is doorgaans het signaal tot een onderliggende problematiek en de eerste fase in het proces tot afhaken van de leerling. De taak van het onderwijsveld is om tijdig een dergelijk signaal te erkennen en om te buigen en zo nodig de leerplichtambtenaar hiervan op de hoogte te stellen, en samen een actieplan op te stellen. Het mag duidelijk zijn dat de leerplichtambtenaar geen hulpverlener is, maar ervoor zorgt dat de leerling en/of zijn ouders door de juiste instanties verder worden geholpen.
7
De curatieve functie Jongeren die recht hebben op onderwijs en desondanks niet geregeld aan dat onderwijs deelnemen, hebben recht op hulp die gericht is op het ondervangen en/of wegnemen van de oorzaak ervan, ook wanneer die gelegen is in hun eigen gedrag. In de meeste gevallen is schoolverzuim een symptoom van achterliggende problemen. Voor wat betreft de problemen op het gebied van verzuim begeleidt en motiveert de leerplichtambtenaar de jongeren, hun ouders/verzorgers en de school. Bij specifieke problematiek wordt doorverwezen naar hulpverlenende instanties als de (J)GGZ, het algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg e.a.. In zorgwekkende situaties kan de leerplichtambtenaar een melding doen bij het AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling). Om verwijzingen soepel te laten verlopen, is een goed netwerk essentieel.
De justitiële functie Wanneer de curatieve functie geen positief effect oplevert en wanneer er sprake is van een redelijk vermoeden van gemis aan zorg voor geregeld schoolbezoek of oneigenlijk handelen, maakt de leerplichtambtenaar, in het bezit van het diploma Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA), proces-verbaal op tegen de ouders/verzorgers van de leerling, de directie van de school/onderwijsinstelling of de jongere zelf. De jongere vanaf 12 jaar is namelijk mede verantwoordelijk voor zijn schoolbezoek. Dit betekent dat ook tegen de jongere zelf procesverbaal kan worden opgemaakt.
Activiteiten van de leerplicht De activiteiten die vanuit de gemeente door de leerplichtambtenaar / opsporingsambtenaar ondernomen worden, kunnen als volgt worden aangeduid: • het voeren van een leerplichtadministratie; • het onderzoeken en afhandelen van ongeoorloofd schoolverzuim; • het behandelen van verzoeken tot vervangende leerplicht; het melden van ongeoorloofde arbeid door een minderjarige aan de arbeidsinspectie; • het beslissen in het geval van verlof van meer dan 10 dagen bij gewichtige omstandigheden in overleg met de schooldirectie; • de leerplichtambtenaar heeft toegang tot de scholen en is bevoegd om personen te horen, ook buiten het eigen ambtsgebied; • de leerplichtambtenaar met BOA kan verbaliserend optreden bij het niet voldoen aan de verplichtingen door ouder(s)/verzorger(s)/leerling/directeur van de school • de leerplichtambtenaar neemt deel aan overleggen van Zorg Advies teams in het voortgezet onderwijs. De leerplichtambtenaar van Langedijk is lid van de ZAT’s op het Jan Arentsz college Langedijk, Johannes Bosco en Han Fortman in Heerhugowaard en op afroep op de overige scholen voor voortgezet onderwijs. • De leerplichtambtenaar is ook lid van de jeugdhulpverleningsnetwerken Noord en Zuid in Langedijk • Ook neemt de leerplichtambtenaar deel aan een aantal regionale overlegstructuren Voor een adequate uitvoering van de leerplichtwet is het noodzakelijk dat er een voortdurende samenwerking door alle betrokken partijen wordt bewerkstelligd. Hieronder is in schema nog eens aangegeven wat zoal de werkzaamheden zijn van de leerplichtambtenaar.
8
Deelname jeugdhulpverlenignsnetwerken
informeren
regievoering
adviseren
Deelname zorg advies teams
belangenbehartiging
Overzicht taken leerplichtambtenaar m.b.t. toezicht op naleving- en handhaving van de leerplichtwet 1969
bemiddeling
Toezicht houden signaleren
doorverwijzen
9
handhaven
onderzoek
2.
De uitvoering van de leerplichtfunctie in Langedijk
2.1 Cijfers: Er is gekozen voor een eenvoudige registratie van de meldingen rond het toezicht op de naleving van de leerplichtwet. Er is een splitsing gemaakt per schoolsoort. Allereerst treft u een schema aan met de leerplichtactiviteiten. Daarna wordt een toelichting gegeven. De genoemde getallen in dit hoofdstuk geven de harde cijfers weer. Hoeveel zorg of aandacht dit heeft gekost, is daaraan niet af te lezen. Om u daar inzicht in te geven volgt daarna informatie over de zorgzwaarte. Aantal leerplichtigen Volledig Kwalificatieplicht Totalen
Jongens 2.308 194 2.502
Meisjes 2.234 170 2.404
Totaal 4.542 364 4.906
Gegenereerd door G4LPA op 27-8-2009
Betreft:
Soort onderwijs:
Behandelde onderwerpen
Jongens
Meisjes
Totaal
Absoluut verzuim
08 09 2
07 08
1
07 08 1
08 09 2
07 08 1
2
Relatief verzuim
2.a
Signaalverzuim/ter kennisname
8
36
5
29
2.b
Zorgwekkend verzuim
18
6
10
8
2.c
4.a
Luxeverzuim Verlof gewichtige omst.heden meer dan 10 dagen Bemiddeling/melding van verwijdering Keerpunt
4.b
3 4
1
2
Klaas Groen
2
1
4.c
Herstart
1
2
5
Zorg en adviesmeldingen
16
23
6
Waarschuwingsbrieven
8
7
Vrijstellingen art. 5a
1
1
8
Vervangende leerplicht
8a
Art. 3a (14 jarigen)
8b
1
2
1
2
3
1
2
3
1
11
Art. 3b (15 jarigen) Art. 15 (voldoende ander onderwijs) Dispensatie VAVO AMK meldingen of aanvulling op melding van derden Proces Verbaal
12
Meldingen van schorsing
1
13
Meldingen RMC VSV’er
9 10
Totaal
10
07 08 1
13
65
1
13
60
28
14
4
20
9
2
14
2
1
30
5
07 08
7
0809
1
3
5
3
2
1
2
1
1
2
30
53
7
28
1
2 5
2
2
2
2
3
5
3
2
1
1
3
4
3
4
2
1
2
2
4
4
2
2
3
6
2
1
1
4
1
1
3
3
4
1
2 109
2
13
2
79
1
39
2
43
08 09
4
1 2
1
90
07 08
Kwalificatieplichtig 07 08 08 09 3
1
5
1
Speciaal
2
13 1
1 66
0809
2
3
8c
4
08 09 1
2 1
Voortgezet
Basis
169
2 11
22
97
124
1
12
11
2.2 Toelichting per behandeld onderwerp:
1.
Absoluut schoolverzuim
Er is sprake van absoluut verzuim wanneer ouders hun kind niet inschrijven op een school. In de verslagperiode stonden in eerste instantie 4 leerlingen niet ingeschreven op een school. Het ging hierbij om 1 basisschoolleerling en 3 leerlingen die wel een vmbo diploma hadden behaald, maar niet aangekomen waren op een vervolgopleiding. 2 daarvan zijn toch weer gestart met een opleiding, 1 is uiteindelijk uitgestroomd naar een baan.
2.
Meldingen van relatief schoolverzuim
In dit verslag is een onderscheid gemaakt in drie type relatief verzuim te weten, het signaalverzuim, het zorgwekkend verzuim en het luxeverzuim. Onder de kernbegrippen is verduidelijkt om wat voor verzuim het dan gaat.
2a.
Signaal verzuim
Opvallend is het verschil met schooljaar 07-08. Het aantal verzuimmeldingen dat ter kennisname is aangeboden is gestegen van 13 naar 65. Voor een groot deel is dit te danken aan de invulling van de leerplichtfunctie. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor het verzuim en de meldingsplicht daarvan. Een groot deel van deze meldingen is voor kennisgeving aangenomen. Op 10 meldingen is door de leerplichtambtenaar contact gezocht met ouders, omdat de problematiek toch zorgwekkender was dan in eerste instantie werd gedacht. In 5 van deze gevallen zochten ouders zelf contact met de leerplichtambtenaar.
2b.
Zorgwekkend verzuim
Het zorgwekkende verzuim is in vergelijking met vorig schooljaar verminderd van 28 naar 14 meldingen. Dit geeft niet automatisch aan dat het beter gaat. Het aantal zorg- en adviesmeldingen is immers fors gestegen. Voorafgaande aan die meldingen is er, achteraf gezien, ook vaak sprake van zorgwekkend verzuim.
2c.
Luxeverzuim
Er zijn 2 meldingen geweest van luxeverzuim. Deze zijn afgehandeld met een waarschuwing.
3.
Verlofaanvragen voor meer dan tien dagen
Er kan verlof wegens andere gewichtige omstandigheden worden aangevraagd. 11
De directeur kan ten aanzien van dezelfde jongere wegens de in het eerste lid bedoelde omstandigheden voor ten hoogste tien dagen per schooljaar verlof als bedoeld in dat lid verlenen. Indien het verlof ten aanzien van dezelfde jongere wordt gevraagd voor meer dan tien dagen per schooljaar, beslist de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de jongere, de directeur en de ouders gehoord hebbend. Hiervoor zijn in het afgelopen schooljaar geen verzoeken behandeld.
4.
Bemiddeling/melding van verwijdering
In 5 gevallen is door de leerplichtambtenaar bemiddeld bij (dreigende) conflicten tussen school, ouders en leerlingen. Deze staan verantwoord onder het Keerpunt, Klaas Groen en Herstart. De leerplichtambtenaar is in deze gevallen mede verantwoordelijk voor de aanmelding van deze leerlingen bij de permanente commissie leerlingenzorg, die de meldingen verder in behandeling neemt. Er zijn
4a.
Keerpunt/opvangklas:
In 1998 is de time-outvoorziening Opvangklas uitgebreid met de reboundvoorziening het Keerpunt. Dit bleek noodzakelijk omdat de Opvangklas niet in alle probleemgevallen kon voorzien. Het gaat om leerlingen in de leeftijd van 13 t/m 16 jaar die in een min of meer definitieve relatiebreuk met het Voortgezet Onderwijs verkeren. In het schooljaar 2008-2009 zijn beide voorzieningen opgegaan in één voorziening genoemd Het Keerpunt. In het verslagjaar zijn 3 leerlingen bij het Keerpunt aangemeld.
4b. Klaas Groen: De redenen waarom jongeren daghulp krijgen, zijn heel verschillend. Het gaat om jongeren die problemen ondervinden op school of in de omgang met leeftijdgenoten en/of volwassenen. Daghulp ziet de problemen op school altijd in relatie met thuis en de vrije tijd. In het verslagjaar is 1 leerling bij Klaas Groen aangemeld.
4c.
Herstart:
Hoewel Herstart door het REC(regionale expertise centra) wordt uitgevoerd beperkt de doelgroep zich niet tot leerlingen die vallen onder cluster 4. Het gaat om leerlingen die: meer dan vier weken thuiszitten; bekend zijn bij leerplichtambtenaar; niet in een indicatietraject zitten; en nog niet geïndiceerd zijn. De leerplichtambtenaar levert de gegevens aan de projectmedewerkers van Herstart. Deze nemen zo snel mogelijk contact op met ouders / verzorgers. De ouders krijgen een uitnodiging voor een intakegesprek. Als ouders akkoord zijn met de plaatsing in het project worden onderwijskundige- en (indien aanwezig) diagnostische gegevens opgevraagd. Dit is de feitelijke start van deelname aan het project Herstart. Doel van plaatsing in het project is om leerlingen na die periode van 13 weken (terug) te plaatsen in het onderwijs. 2 leerlingen zijn door tussenkomst van Herstart, weer geplaatst op een voor hen passende vorm van onderwijs.
12
5.
Zorg- en adviesmeldingen
In 53 gevallen werd geadviseerd aan scholen, ouders en instanties om leerlingen die hulp te bieden die noodzakelijk is om hun schoolcarrière goed af te ronden. Naast het aantal genoemde casussen is ook veel advies gevraagd en gegeven in de Zorg advies teams op de diverse scholen.
6.
Waarschuwingsbrieven
Er zijn dit schooljaar geen waarschuwingsbrieven verzonden. Overige leerplichtzaken hebben voorrang gekregen.
7.
Vrijstellingen
Op basis van artikel 5 van de leerplichtwet, kunnen ouders een beroep doen op vrijstelling van de verplichting tot inschrijven van de jongeren op een school. Het afgelopen schooljaar is 2 maal gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Beide keren ging het om artikel 5a en dus om jongeren die vanwege lichamelijke of psychische gronden niet geschikt zijn om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten.
13
8. 8a.
Vervangende leerplicht Artikel 3a, vervangende leerplicht 14 jarigen:
Een jongere die tenminste de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt en waarvan naar het oordeel van de leerplichtambtenaar is komen vast te staan dat hij niet geschikt is volledig dagonderwijs aan een school te volgen, kan een verzoek om vervangende leerplicht aanvragen. De leerling krijgt naast algemeen vormend onderwijs en op het beroep gericht onderwijs ook praktijktijd, bestaande uit arbeid van lichte aard, te verrichten naast en in samenhang met het onderwijs. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
8b
Artikel 3b, vervangende leerplicht 15 jarigen:
Leerplichtige leerlingen kunnen in het laatste jaar van de leerplicht een verzoek doen om gebruik te mogen maken van een leerwerktraject via het ROC op niveau 1 of 2. Dit komt zelden meer voor omdat de meeste VMBO scholen, door een wetswijziging, zelf ook deze mogelijkheid hebben gekregen. Er zijn 2 leerlingen die hiervoor een aanvraag hebben ingediend, welke zijn gehonoreerd.
8c
Artikel 15, vrijstelling wegens volgen voldoende ander onderwijs:
Leerplichtige leerlingen kunnen een vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs aanvragen. Hierbij moet worden aangetoond dat de jongere voldoende ander onderwijs geniet. Het gaat hier veelal om niet door het rijk bekostigd onderwijs. Opleidingen voor bijvoorbeeld scholing terwijl ze bij de Corus werken of als een leerling het leger in wil. Hiervan hebben 5 leerlingen gebruik gemaakt.
9.
Toelating Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO)
Voor Kwalificatieplichtigen bestaat de mogelijkheid om in zeer bijzondere omstandigheden, deel te nemen aan het volwassenen onderwijs. De leerplichtambtenaar doet dan onderzoek naar de omstandigheden en kan dan eventueel toestemming verlenen. Er werden 4 verzoeken ingediend en vier toegestaan.
10.
Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
In 4 gevallen is door de leerplichtambtenaar (drie maal in combinatie met andere instellingen) een melding bij het AMK gedaan. Het betrof hier kinderen die ernstig in hun ontwikkeling werden bedreigd.
11.
Proces-verbaal
In de verslagperiode werd er geen proces-verbaal opgemaakt. Het Openbaar Ministerie verwacht van de leerplichtambtenaren dat zij hun diploma Buitengewoon Opsporingsambtenaar behalen (BOA), zodat zij geen beroep hoeven te doen op de plaatselijke politie. De gemeente Langedijk heeft in dit schooljaar een leerplichtambtenaar met een BOA bevoegdheid, maar van een proces verbaal is dit schooljaar geen sprake geweest.
12.
Meldingen van schorsing
De scholen voor voortgezet onderwijs hebben de mogelijkheid een leerling te schorsen. Zij kunnen de leerling de toegang tot de school ontzeggen voor maximaal 5 aaneengesloten schooldagen. De scholen zijn niet verplicht een schorsing te melden. Doorgaans gebeurt dit wel, omdat dit meestal een dreigende schooluitvaller is. Schorsingen voor meer dan één dag moeten door de school gemeld worden aan de inspectie. Hoewel de basisscholen geen mogelijkheid hebben om een leerling te schorsen, wordt dit bij uitzondering wel toegepast. Het gaat in die gevallen om leerlingen bij wie, door hun gedragsproblematiek, de veiligheid van hen zelf en/of medeleerlingen niet meer gegarandeerd kan worden. Dit heeft zich het
14
afgelopen schooljaar 2 keer voorgedaan. De leerlingen zijn weer geplaatst op een juiste vorm van onderwijs. Vanuit het Voortgezet onderwijs zijn er 10 schorsingen gemeld.
13.
Melding RMC van voortijdig schoolverlaters
Leerlingen die voortijdig het school verlaten, moeten worden aangemeld bij het RMC (regionale meld en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten). Er zijn 2 leerlingen aangemeld bij het RMC. Het lukte de scholen van herkomst en de leerplichtambtenaar niet deze 2 leerlingen te behouden voor het reguliere aanbod van scholing. 2.3 Toelichting op de zorgzwaarte: De meldingen variëren in zwaarte. In dit verslag gaan we uit van 5 categorieën 3.1.1 administratieve afhandeling (AA) Hier gaat het om de meldingen die ter kennisname worden aangeboden, maar waarop wel een waarschuwingsbrief verzonden zou moeten worden. Dit schooljaar is er voor gekozen hierop geen actie te ondernemen, maar meer in te steken op de zorgleerlingen/meldingen. Bij het correct afhandelen van deze meldingen moet gerekend worden op ± 1 uur per melding. (administratieve afhandeling, dossier vorming en verzending brief.) In het afgelopen schooljaar vielen 65 zaken onder deze categorie. 3.1.2 Lichte zaken (LZ) Lichte zaken zijn onderwerpen zoals de aanvraag vrijstelling schoolbezoek wegens gewichtige omstandigheden of voor het volgen van ander onderwijs, of lichte verzuimgevallen. Na één gesprek volgt veelal een schriftelijke afhandeling met soms een waarschuwend karakter. Ook de meeste gevallen van luxe verzuim waar een Proces Verbaal op volgt worden gerekend tot de lichte zaken. De behandelingsduur varieert van ± 1 uur tot ± 5 uur. Gemiddeld komt het neer op ± 2 uur per melding. In het afgelopen schooljaar vielen 21 zaken onder deze categorie. 3.1.3 Middelzware zaken(MZ) Middelzware zaken vragen om een grondige aanpak waarbij onderzoek gedaan moet worden naar de achterliggende oorzaken van het verzuim of de aard van de gewenste vrijstelling. Interviews met ouders en leerlingbegeleiders zijn dan nodig. Een verwijzing naar hulpverlening of het zoeken naar alternatieve trajecten is aan de orde. De behandelingsduur is ± 8 uur per melding. In het afgelopen schooljaar vielen 35 zaken onder deze categorie. 3.1.4 Zware zaken(ZZ) Zware zaken vergen een intensieve inspanning om de jongeren en de ouders te motiveren de school te blijven bezoeken. Een hulpaanbod via ZAT, reboundvoorziening, en/of bureau Jeugdzorg is veelal aan de orde. Een alternatieve plaatsing is vaak het gevolg. In de meeste gevallen zijn het recidive zaken. De behandelingsduur is ongeveer 16 uur per melding. In het afgelopen schooljaar vielen 28 zaken onder deze categorie. 3.1.5 Zeer zware zaken(ZZZ) Onder zeer zware zaken worden die zaken verstaan die zo gecompliceerd zijn dat ze een bijzondere aanpak vergen en dat interventie van de Raad voor de Kinderbescherming, Advies en Meldpunt kindermishandeling en/of het opmaken van een proces-verbaal noodzakelijk is. De behandelingsduur ligt boven de 20 uur. Het complexe bij deze zaken is dat het ook vaak gaat om meer problemen binnen het zelfde gezin. In het afgelopen schooljaar vielen 20 zaken onder deze categorie.
15
2.4 Eerste conclusie In de verslagperiode is het aantal dossiers in tegenstelling tot vorig schooljaar, weer gestegen van 112 naar 169. Deels wordt dit veroorzaakt doordat de leerplichtfunctie weer grotendeels bezet wordt. Directeuren, mentoren en coördinatoren geven dit zelf aan. Ze melden weer meer zaken. Ook is er meer aandacht voor het melden van het verzuim. Veel scholen hebben nu een verzuimcoördinator, waardoor de scholen zelf meer “bovenop” het verzuim zitten. Maar landelijk gezien neemt de zorgvraag toe. Daarnaast is de wet aangepast, waardoor ook de kwalificatieplichtigen nu onder het taakveld van de leerplichtambtenaar vallen. Voor de leerlingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs geld dat die vallen onder de verantwoordelijkheid van de regionale leerplichtambtenaar, welke werkzaam is in Alkmaar. Maar alle kwalificatieplichtigen die deelnemen aan het voortgezet onderwijs vallen onder de verantwoordelijkheid van de lokale leerplichtambtenaar. Daarnaast wordt er, door de uitbreiding van de leerplichtfunctie, ook meer aandacht besteed aan het preventieve deel van de taakuitoefening en actieve deelname aan zorgadviesteams en de jeugdhulpverleningsnetwerken. Ook daar uit volgt actie van de leerplichtambtenaar. Het afgelopen schooljaar is gebleken dat de huidige formatie leerplicht niet toereikend is. De gecombineerde functie leerplicht/jeugdbeleid is zwaar onder druk komen te staan. De leerplichtambtenaar komt nog niet toe aan alle taken die zij heeft en aan een goede invulling van haar preventieve taak, komt zij helemaal niet toe. Onder het hoofdstuk conclusies en aanbevelingen komen wij hierop terug. 2.5 Algemene werkzaamheden van de leerplichtambtenaar In september 2009 heeft de leerplichtambtenaar een informatiemap samengesteld voor de scholen. In deze map is onder andere informatie terug te vinden over verlofregelingen, een aanvraagformulier, het verzuimprotocol en meer wetenswaardigheden. Dit is een eerste stap in de informatieverstrekking naar de scholen toe en kennismaking met de directies geweest. Verder is deelname aan de ZAT’s (Zorg Advies Teams) en de jeugdhulpverleningsnetwerken geoptimaliseerd. Vanuit die overleggen is opgevallen dat er in Langedijk toch veel gezinnen zijn waar meer problematiek aan de hand is dan alleen een spijbelend kind. Deze netwerken zijn daarbij belangrijk om afspraken te maken over de hulp naar ouders en kinderen toe. De leerplichtambtenaar heeft veel contact met de jongerenwerkers en wijkagenten. De korte lijnen maken de samenwerking prettig en zinvol.
16
3. ONTWIKKELINGEN 3.1 Landelijke ontwikkelingen
Wet investeren in jongeren Doelstelling van deze wet is jongeren te laten werken of leren, of een combinatie van beide. Hiermee wordt een duurzame- en substantiële arbeidsparticipatie van jongeren tot 27 jaar bevorderd en verhoogd. Met deze wet wordt de algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor jongeren onder de 27 jaar afgeschaft. De gemeente verstrekt de jongere het recht op een werkleeraanbod. Het werkleerrecht berust op de uitgangspunten dat de jongeren werken of leren en dat goed geschoolde dan wel over voldoende kwalificaties beschikkende jongeren makkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Het wetsvoorstel verplicht de gemeenten dan ook om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Alleen in de situatie dat een werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, of dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert, is een inkomensvoorziening gegarandeerd. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element van dit wetsvoorstel. Goede samenwerking tussen afdeling sociale zaken en de leerplichtambtenaar is van groot belang.
Verwijsindex risicojongeren (VIR) De Verwijsindex brengt risicomeldingen van hulpverleners bij elkaar en informeert hulpverleners onderling over hun betrokkenheid bij jongeren. De index moet bijdragen aan effectievere samenwerking van hulpverleners en gemeenten. De verwijsindex is een ICT-toepassing waarin risicomeldingen over jongeren van 0 tot 23 jaar worden vastgelegd. Het gaat daarbij om jongeren met problemen die hun persoonlijke ontwikkeling bedreigen en die hen buiten de maatschappij dreigen te plaatsen. Hulpverleners uit de jeugdketen melden deze risicosignalen aan de centrale, landelijke verwijsindex. Denk aan hulpverleners in de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de jeugdzorg, de leerplichtambtenaar of bij justitie. Wanneer er al eerdere meldingen over een bepaalde jongere zijn gedaan, worden de betrokken instanties actief geïnformeerd over elkaars
17
melding, waardoor een sluitende jeugdketen ontstaat. De verwijsindex houdt het aantal risicomeldingen over elke jongere bij. Zijn er twee of meer meldingen, dan is er sprake van een ‘match’. In dat geval krijgen de betrokken hulpverleners een e-mail hierover. Zodra ze hebben ingelogd, krijgen ze te zien door wie (inclusief contactgegevens) de melding is gedaan en over welke jongere een risico is gemeld. Dankzij deze informatie kunnen de betrokken hulpverleners eenvoudig contact met elkaar opnemen en samenwerken.
Kinderbijslagwet aangepast aan kwalificatieplicht In het debat in de Tweede Kamer was er brede steun voor het voorstel van minister Rouvoet van Jeugd en Gezin om de Algemene Kinderbijslagwet in lijn te brengen met de kwalificatieplicht. Inmiddels is het wetsvoorstel door de tweede kamer aangenomen en is men in afwachting van het besluit van de Eerste Kamer. De ouders van 16- en 17-jarigen hadden onder de "oude" AKW recht op kinderbijslag wanneer hun kind op school zat of ingeschreven stond als werkzoekende. Dat laatste criterium is door de kwalificatieplicht achterhaald; een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie moet immers op school zitten.
Rol van de leerplichtambtenaar: Met de wetswijziging is een belangrijke rol weggelegd voor de leerplichtambtenaar: die heeft zicht op het naar school gaan van jongeren en kan voortaan het signaal afgeven aan de Sociale Verzekeringsbank dat het hierin fout gaat. Daarmee krijgt de leerplichtambtenaar er een sanctiemiddel bij maar wel één met "herstelwerking". Want wanneer ouders en jongere er voor zorgen dat de situatie hersteld wordt (door in te schijven of door weer gewoon naar school te gaan) kunnen zij de sanctie (stopzetten van de kinderbijslag) vermijden. Overigens blijft hierin veel ruimte voor maatwerk en dat doet recht aan de complexe problematiek die vaak ten grondslag ligt aan het verzuim. Om wel kader te bieden voor het handelen van de leerplichtambtenaar in deze, maken Ingrado en VNG gezamenlijk een handreiking. Hierover wordt u uiteraard geïnformeerd. In ieder geval is duidelijk dat de eerste meldingen bij de SVB gedaan kunnen worden vanaf 1 december 2009 en dat die dan betrekking kunnen hebben op jongeren geboren na 1 oktober 1993. Verzuimmeldingen via de IB-groep (Informatie Beheergroep) Met ingang van het schooljaar 2009-2010 zijn VO en MBO scholen verplicht alle verzuim te melden via de IB groep. Op deze wijze gaat men er vanuit dat het verzuim beter in beeld komt en ook eerder gehandeld kan en gaat worden. Een belangrijke stap in het beleid rondom voorkomen van voortijdig schoolverlaten. De verwachting is dat ook hierdoor er meer meldingen zullen binnenkomen. Afschaffen maximale verblijfsduur vmbo De afgelopen jaren heeft het kabinet diverse initiatieven genomen om de doorstroom van het vmbo naar het mbo te verbeteren, zoals de introductie van de assistent-opleiding in het vmbo en de experimentele leergang vmbo-mbo2 . Voor een beperkte groep, met name laatbloeiers en overbelaste leerlingen vormt de maximale verblijfsduur in het vmbo (vijf jaar) een té grote hindernis. Daarom schaft dit kabinet de maximale verblijfsduur op het vmbo af. Hierdoor krijgen scholen meer armslag in hun strijd tegen de uitval van leerlingen en krijgen laatbloeiers de kans alsnog een vmbo diploma te halen. 3.2 Regionale ontwikkelingen
Regionale registratie leerling-gegevens Hierover wordt al langer overleg gevoerd. Ook hebben de gemeenten in Noord Kennermerland de intentie uitgesproken hieraan mee te zullen werken. Het proces heeft langere tijd 18
stilgelegen. Bij de gemeente Alkmaar moest eerst een aantal werkzaamheden verricht worden voordat dit proces verder in gang gezet kon worden. Daarnaast heeft de gemeente Alkmaar langere tijd te kampen gehad met personele problemen waardoor aan dit project niet gewerkt kon worden. Inmiddels is het overleg weer opgestart en wordt verwacht de regionale registratie met ingang van het schooljaar 2010-2011 operationeel te hebben.
Centra voor Jeugd en Gezin Er komt een Centrum voor Jeugd en Gezin: georganiseerd als één netwerkorganisatie met een fysiek inlooppunt. Daar kunnen ouders én professionals terecht voor zaken die het welzijn, de gezondheid en de opvoeding van jeugdigen aangaat. De zorg voor de jeugdigen in Langedijk zal via het CJG met behulp van de bestaande netwerken rondom jeugd en gezin beter gecoördineerd gaan worden. De leerplicht heeft binnen dit netwerk een belangrijke positie als ketenpartner. Er zal een schakel met Bureau Jeugdzorg en de Zorg- en Adviesteams in het onderwijs gerealiseerd worden. Eind 2011 moet elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin hebben. Jongerenloket Eind schooljaar 2007-2008 is bij het CWI in Alkmaar (Werkplein) het fysieke Jongerenloket ingericht. Het Jongerenloket is al vanaf 2005 operationeel, maar had tot nog toe geen fysieke plek. In het Jongerenloket worden regionaal de krachten gebundeld om voortijdig schoolverlaten te voorkomen en jongeren te helpen bij hun problematiek door ze in het juiste hulpverleningstraject te plaatsen. Het Jongerenloket is bedoeld voor jongeren vanaf 16 jaar, specifiek voor voortijdige schoolverlaters vanaf 16 jaar en werkloze jongeren tot 23 jaar. Het loket wordt gevormd door de ketenpartners Regionale Meld- en Coördinatiefunctie, het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), de afdeling Sociale Zaken van de regiogemeenten Noord-Kennemerland en het ROC Horizon College. Het jongerenloket heeft als doelstelling om in eerste instantie jongeren terug te leiden naar scholing, zodat een startkwalificatie behaald kan worden. Het jongerenloket zal een belangrijke partner zijn bij de uitvoering van de WIJ wet. Samenwerkingsconvenant Aanpak Schoolverzuim Arrondissement Alkmaar
Doelstelling van de samenwerking Door middel van de samenwerkingsafspraken willen de partnerorganisaties een sluitende aanpak creëren ten aanzien van kinderen onder de 12 jaar en jeugdigen vanaf 12 jaar die van school verzuimen. De aanpak betreft een zo spoedig mogelijke en consequente reactie gericht op het terugleiden naar school. Zo nodig wordt zorg afgedwongen (bemoeizorg). De betrokken organisaties zullen hun primaire processen zodanig (laten) uitvoeren dat de afgesproken stappen goed op elkaar aansluiten en onnodig tijdverlies wordt voorkomen. De organisaties zullen elkaar op de afgesproken wijze op de hoogte stellen van (het resultaat van) de gezette stappen.
Gemeenten/ Leerplichtambtenaren/ Scholen Beginnend schoolverzuim wordt door scholen met behulp van het intern schoolverzuimbeleid aangepakt. In- en uitschrijvingen moeten binnen 7 dagen gemeld worden aan de leerplichtambtenaar (art 18), ongeoorloofd verzuim moet direct gemeld worden (art 21). Een verwijdering van school moet terstond gemeld worden (art 18). De leerplichtambtenaar voert de gemeentelijke regie middels instructie aan de scholen en toezicht op de scholen en neemt het initiatief voor een adequaat vervolg op verzuimmeldingen. Snelle adequate reactie van de scholen (waarbij volledige registratie noodzaak is) kan spijbelgedrag in de kiem smoren. Veel preventieve werking gaat uit van de dagelijkse reactie op alle afwezigheid van een leerling en een goed contact met ouders. Lukt het de school niet om het verzuim te stoppen dan dienen stappen gezet te worden op grond van de leerplichtwet. 19
Volgens de regels van die leerplichtwet melden scholen ongeoorloofd schoolverzuim bij de gemeente waar de leerplichtige staat ingeschreven. De gemeentelijke leerplichtambtenaar (die altijd op elke melding van een school reageert en in overleg met school contact opneemt met de leerling en/of ouders) kan door eigen - zo mogelijk vrijwillige, maar nooit vrijblijvende - interventies proberen het schoolverzuim te stoppen.
20
4.
Conclusies, aanbevelingen en activiteitenplan 2009-2010.
4.1 Conclusies en aanbevelingen Zoals onder 2.4 al aangegeven, is het aantal dossiers in tegenstelling tot vorig schooljaar, weer gestegen van 112 naar 169. Deels wordt dit veroorzaakt doordat de leerplichtfunctie weer grotendeels bezet wordt. Directeuren, mentoren en coördinatoren geven dit zelf aan. Ze melden weer meer zaken. Ook is er meer aandacht voor het melden van het verzuim. Veel scholen hebben nu een verzuimcoördinator, waardoor de scholen zelf meer “bovenop” het verzuim zitten. Daarnaast is de wet aangepast, waardoor ook de kwalificatieplichtigen nu onder het taakveld van de leerplichtambtenaar vallen. Voor de leerlingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs geld dat die vallen onder de verantwoordelijkheid van de regionale leerplichtambtenaar, welke werkzaam is in Alkmaar. Maar alle kwalificatieplichtigen die deelnemen aan het voortgezet onderwijs vallen onder de verantwoordelijkheid van de lokale leerplichtambtenaar. Ook de zorgvraag onder leerlingen neemt toe. Niet alleen in Langedijk, landelijk is toename waarneembaar van meer complexe problematiek bij leerlingen. Dit wordt niet alleen door de leerplicht geconstateerd, maar ook door de verschillende instellingen zoals GGZ, GGD, politie en Bureau Jeugdzorg. Veel leerlingen hebben al contacten met de hulpverlening, politie of justitie, wanneer zij in aanraking komen met de leerplichtambtenaar. Door de forse problematiek zijn jongeren soms niet of heel moeizaam te motiveren om naar school te gaan. Ook neemt het aantal kinderen dat normoverstijgend gedrag vertoont toe en het aantal kinderen dat onder toezicht staat, is groeiende. De contacten met Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming worden steeds intensiever. Daarnaast wordt er, door de uitbreiding van de leerplichtfunctie, ook meer aandacht besteed aan het preventieve deel van de taakuitoefening en actieve deelname aan zorgadviesteams en de jeugdhulpverleningsnetwerken. Ook daar uit volgt actie van de leerplichtambtenaar. Zoals uit bovenstaande blijkt, speelt de leerplichtambtenaar een belangrijke rol op het totale veld van de professionals die zich bezighouden met opvoeding en onderwijs van leerplichtige leerlingen. Het afgelopen schooljaar is gebleken dat de huidige formatie leerplicht niet toereikend is. De gecombineerde functie leerplicht/jeugdbeleid is zwaar onder druk komen te staan. De leerplichtambtenaar komt nog niet toe aan alle taken die zij heeft en aan een goede invulling van haar preventieve taak, komt zij helemaal niet toe. Ingrado, vereniging voor leerplicht en RMC heeft hiervoor een formatierichtlijn leerplichtfunctie ontwikkeld. Deze komt grof gezegd neer op 1 fte op 3800 leerlingen. Voor de leerplichtfunctie is nu 0,6 fte beschikbaar of wel 24 uur per week op 4906 leerplichtige leerlingen. Daarnaast is er nog wat administratieve ondersteuning. Dit heeft met name betrekking op het bijhouden van de leerlingen administratie en applicatiebeheer. Geconcludeerd moet worden dat binnen de huidige functie het takenpakket van de leerplichtambtenaar niet volledig uitgevoerd kan worden. Het is daarom van belang de leerplichtfunctie uit te breiden tot 1 fte + de bestaande administratieve ondersteuning. Dit om de functie naar behoren uit te kunnen voeren.
21
4.2 Activiteitenplan Langedijk schooljaar 2009-2010 Hieronder wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die in het komend schooljaar gecontinueerd zullen worden. Scholen er aan herinneren dat mutaties tijdig moeten worden ingezonden zodat de gemeente absoluut schoolverzuim kan registreren. Informatie verstrekken omtrent de regelgeving bij extra verlof Intensiveren van de voorlichting omtrent een eventuele schorsing / verwijdering en de te volgen procedure. HALT-afdoening spijbelen toepassen. Kinderen vanaf 12 jaar die de lessen licht of matig (ongeoorloofd) verzuimen, kunnen dan een proces-verbaal ontlopen door een keuze te maken voor een traject bij bureau Halt. Dit instrument is een welkom middel bij de bestrijding van ongeoorloofd schoolverzuim. Gebleken is namelijk dat een “lik-op-stukbeleid” ook bij de handhaving van de Leerplichtwet effectief kan werken. Hiermee wordt in de regio al gewerkt. Starten met een preventief leerplichtspreek uur op het Jan Arentsz collge in Langedijk. Doel daarvan is vroegtijdig spijbelgedrag en te laat komen terug te dringen. Op scholen in de regio wordt hier al succesvol mee gewerkt. Herschrijven van de ambtsinstructie. De noodzaak hiertoe wordt mede veroorzaakt door veranderde wetgeving en de toenemende zorgtaak van de leerplichtambtenaar.
22
Bijlage 1.
Overlegsituaties
Overleg met het Openbaar Ministerie en arrondissementsoverleg leerplichtambtenaren: In het verleden waren dit twee verschillende overleggen. Vorig jaar is door de vergaderingen besloten hiervan één gecombineerd overleg te maken. In het afgelopen schooljaar is er twee maal vergaderd in dit verband. De leerplichtambtenaar van gemeente Langedijk is inmiddels voorzitter van dit overleg.
Overleg collega leerplichtambtenaren Vijf maal per jaar wordt overleg gevoerd door de leerplichtambtenaren uit de regio Noord Kennemerland. Hierin worden de regionale ontwikkelingen en de RMC-functie besproken; dit overleg wordt ook gebruikt voor collegiale consultatie over uitvoeringsproblemen.
Lokaal Netwerk Jeugdhulpverlening Dit lokaal netwerk bespreekt (desgewenst anonieme) meldingen van zorgindicaties voor kinderen tot 12 jaar. Deze meldingen worden binnen het netwerk besproken en afspraken worden gemaakt welke partij er mogelijk actie gaat ondernemen. Deelnemers zijn BJZ, GGZ, GGD, Evean, Rima, Wijkagent, IB’ers of directies van de scholen/SPL en de leerplichtambtenaar. Mogelijk sluit ook de kinderopvang zich in het nieuwe jaar aan bij het overleg.
Gemeentelijk Overleg Buitenjeugd en Overlast Dit gemeentelijk overleg vindt eens per kwartaal plaats waarbij alle beleid wordt besproken in het kader van overlast veroorzaakt door groepen buitenjeugd. Deelnemers van dit overleg zijn de vakwethouder, coördinator dorpsgericht samenwerken, de dorpsbeheerders, veiligheidsambtenaar, wijkagenten, Stichting Jeugd- en Jongerenwerk, en ambtenaar leerplicht en jeugd. Eenmaal per drie weken is er overleg tussen de ambulant jongerenwerkers, wijkagenten en ambtenaar leerplicht en jeugd.
Ingrado Twee maal per jaar vindt de vergadering plaats van alle bij Ingrado aangesloten collega’s. In dit landelijk overleg worden problemen en signalen uit de praktijk op lokaal en landelijk niveau aangegeven, nieuwe ontwikkelingen aangekaart en voorlichtingsprogramma’s en/of workshops georganiseerd. Daar waar nodig bespreekt het bestuur deze problemen met de VNG en /of het betreffende ministerie. Ingrado geeft een eigen kwartaalblad uit, waarin veel actuele onderwerpen rondom leerplicht en aan leerplicht gelieerde onderwerpen aan de orde komen. Voor snelle berichtgeving over actuele zaken worden nieuwsbrieven naar de leden verzonden, en wordt de website van de vereniging geraadpleegd. Door Ingrado is een brieven- en formulierenboek uitgegeven. Dit heeft tot doel te komen tot een uniform handelen van de leerplichtambtenaren. Het streven is om dit niet alleen regionaal maar ook landelijk te implementeren. Voor scholen, ouders en instanties wordt hierdoor eenduidigheid in handelen bevorderd. Ook in de gemeente Langedijk, lid van Ingrado, wordt hiervan dankbaar gebruik gemaakt.
23
2. Leerlingenzorg Binnen de gemeente wordt veel tijd en aandacht gegeven aan de leerlingenzorg. Niet alleen via de netwerken binnen en buiten Langedijk, ook op de scholen is de leerlingbegeleiding een wezenlijk onderdeel.
Zorg-Advies-Teams Op de VO-scholen komen gemiddeld eens per 6 weken de ZAT’s bij elkaar voor leerlingbespreking. Hieraan nemen deel de zorgcoördinatoren van de scholen, BJZ (schoolmaatschappelijk werk), GGD, leerplichtambtenaren en vaak de Jeugdpolitie. In deze teams worden leerlingen besproken waarvoor een indicatie bestaat voor extra aandacht/zorg. Vaak zijn dit de eerste meldingen waarop preventief actie kan worden ondernomen. Voordeel is dat de expertise aanwezig is om direct de benodigde maatregelen te nemen. Voor deze teams wordt deelfinanciering ontvangen via subsidiëring uit het PBOJ (Provinciaal Beleid aansluiting Onderwijs en Jeugdzorg). De leerplichtambtenaar van gemeente Langedijk neemt deel aan de ZAT’s van het Jan Arentszloc. Langedijk en het Trinitas College locaties Han Fortman en Johanes Bosco. Daarnaast is zij op afroep beschikbaar voor het ZAT van het Huygenscollege en het Clusius College. Basisscholen In de toekomst zal ook meer aandacht moeten worden geschonken aan de problemen die daar zijn. Hier geldt immers: een probleem in de kiem oplossen kost minder tijd en energie dan dit later te moeten doen in het voortgezet onderwijs. Veel problemen worden nu opgelost door de Interne Begeleiders van de school in samenspraak met de schoolarts en consultatie bij BJZ of de Samenwerkingsverbanden WSNS. Het is de bedoeling om, uit hoofde van de zorgtaak van de scholen, ook op de basisscholen ZAT’s te introduceren. De leerplichtambtenaar zal daar dan ook deel van gaan uitmaken. Dit zal, naar alle waarschijnlijkheid, verder vorm krijgen bij de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en gezin De basisscholen nemen ook deel aan het Lokaal Netwerk Jeugdhulpverlening (zie bijlage 2 Overleg- situaties).
24
3.
Lijst met afkortingen
CFI IBG BOA BJZ GGZ GGD HAVO VAVO VO AMK ZAT ROC RMC VMBO MBO REC LOM PBOJ IB SPL VNG WSNS IB-groep WIJ
25
Centrale Financiën Instellingen Informatie Beheer Groep Buitengewoon Opsporings Ambtenaar Bureau Jeugdzorg Geestelijke Gezondheidszorg Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hoger Algemeen Vormend Onderwijs Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs Voortgezet Onderwijs Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Zorg Adviesteam Regionaal Opleidingscentrum Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Regionaal Expertisecentrum Leer- en Opvoedingsmoeilijkheden Provinciaal Beleid aansluiting Onderwijs en Jeugdzorg Intern Begeleider Stichting Peuterspeelzalen Langedijk Vereniging Nederlandse Gemeenten Weer Samen Naar School Informatie Beheergroep Groningen Wet investering jongeren