Bijlage 1 Lijst van afkortingen

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet

Bijlage 1 Lijst van afkortingen .............................................................................................

AB AC AGV AVD BNP BsT BZK CdK CPA CPI CoPI DB DCC DCMR CDO DWA GBT GC GGD GS KLPD NCC PCC RAC RBT R&I RIZA ROT RWA RWS Rwzi SBP SVSD VC VROM V&W WB WDIJ Wghr Wwh Wrzo ZB


: Algemeen bestuur AGV : Actiecentrum : hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht : Algemene Verkeersdienst : Bedrijfsnoodplan : Bestrijdingsteam : Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties : Commissaris van de Koningin : Centrale Posten voor het Ambulancevervoer : Coördinator Plaats Incident : Commando Plaats Incident : Dagelijks Bestuur AGV : Departementaal Coördinatiecentrum (via V&W) : Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond : Crisisdirectieoverleg : Droog Weer Afvoer : Gemeentelijk Beleidsteam : Geneeskundige Combinatie : Gemeentelijk Gezondheidsdienstdienst : Gedeputeerde Staten : Koninklijke Landelijke Politie Dienst : Nationaal Coördinatie Centrum (via BZK) : Provinciale Coördinatie Centrum : Regionale Alarm Centrale : Regionaal Beleidsteam : Reststoffenverwerking & Installatiebedrijf : Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling : Regionaal Operationeel Team : Regen Water Afvoer : Rijkswaterstaat : Rioolwaterzuiveringsinstallatie : Samenwerkende Pijpleidingbeheerder : Stormvloed waarschuwingsdienst : Verbindings Commandowagen : Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer : Verkeer & Waterstaat : Waterbeheer : Waarschuwingsdiensten Dijken en IJsselmeergebied : Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen : Wet op de waterhuishouding : Wet rampen en zware ongevallen : Zuiveringsbeheer

67


Bijlage 2 Begrippenlijst .............................................................................................

Actiecentrum

Alarmeren

Bedrijfsnoodplan

Beheergebied

Beleidsteam

Bestrijdingsplan Bestrijdingsteam

Bestuursdwang

Bestuurlijke coördinatie

Bestuurlijke organisatie

Bevoegd gezag

Bijstand


Het Actiecentrum voert op basis van de vastgestelde tactiek en de daaraan verbonden aanwijzingen van het CDO de maatregelen uit die noodzakelijk zijn voor de aanpak van het incident. Het geven van een attentiesignaal dat, al of niet via hetzelfde medium, dient te worden gevolgd door een oproep (eenheden / diensten) of een waarschuwing (o.a. het publiek). Het direct waarschuwen van de leden van een Actiecentrum, Calamiteiten Team of Beleidsteam. Locatie gebonden plan, waarin alle specifieke incidenten en calamiteiten die zich op de locatie kunnen voordoen zijn opgenomen. In het algemeen gebruikt in de zin van ‘het gebied waarover Hoogheemraadschap Amstel, Gooi & Vecht beheer voert’. De beleidsbepaling en bestuurlijke afstemming zijn essentiële onderdelen van het optreden van de organisatie voor de crisisbeheersing. De dijkgraaf is daarin formeel eindverantwoordelijk, vertegenwoordigt het hoogheemraadschap in en buiten rechte en heeft enkele bijzondere bevoegdheden. De dijkgraaf en zijn adviseurs vormen het beleidsteam dat in de vergadering de strategische beslissingen neemt. Het (crisis)directieoverleg informeert het beleidsteam over de stand van zaken en draagt zorg voor het opstellen van beleidsadviezen. Scenario gebonden plan, waarin voor de organisatie alle specifieke acties voor een scenario worden beschreven. Een bestrijdingsteam bestaat altijd uit de CPI. Daarnaast kan de CPI eventueel vaste (algemene) bestrijdingsteam(s), aannemers/bedrijven (o.a. via waakvlamovereenkomsten) en/of personeel de eigen organisatie inschakelen. Het door het bevoegde bestuursorgaan op kosten van de overtreder ongedaan maken van hetgeen in strijd met de wet is. De afstemming van het beleid met en tussen: de gemeenten, de rijksdiensten, andere overheden en instanties. Deze coördinatie wordt bereikt door: overleg met burgemeesters, in de provincie werkzame 'rijksheren', militaire commandanten en andere belanghebbenden; aanwijzingen aan burgemeesters over de rampbestrijding; het voorzien in een eenhoofdige operationele leiding. Het gedeelte van de leidingstructuur op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau: bestuurders en hun maatstaven waaronder de Gemeentelijke Rampenstaf. Al naar gelang de van toepassing zijnde wettelijke bepaling de burgemeester, de voorzitter van de regionale brandweer, de Commissaris van de Koningin, de Minister van Binnenlandse Zaken. Aanvullend potentieel van buiten de eigen dienst, aangevraagd door het bevoegd gezag.

68

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Bron- en effectbestrijding

Buitengewone omstandigheden Calamiteit

Calamiteitenorganisatie Commandostructuur

Coördinatie

Coördinatie Centrum (Rampbestrijding)

Commando Plaats Incident

Coördinator plaats Incident

Coördinerend burgemeester Crisis

Crisisbeheersing


Alle (acuut) te verrichten activiteiten ter directe bestrijding en stabilisatie van een incident en het terugdringen van gevaar. Alle te verrichten activiteiten ter directe bestrijding en stabilisatie van een incident en het terugdringen van gevaar. Gebeurtenissen die buiten het normale werkpatroon vallen en kunnen escaleren tot een calamiteit of rampsituatie. Een niet-routinematige gebeurtenis, die buiten het normale werkpatroon valt en die bovendien een acute bedreiging vormt of zou kunnen vormen voor de taakuitvoering van een organisatie en / of de samenleving, en waarbij de gezamenlijke aanpak verder gaat dan de gewone, dagelijkse samenwerking. De organisatie die wordt opgezet om een incident, calamiteit te bestrijden. De leidingstructuur van de rampbestrijdingsorganisatie op uitvoerend niveau, de operationeel gerichte leidingstructuur van een bepaalde dienst, van militaire eenheden of anderszins. De onderlinge afstemming van informatie, adviezen, verantwoordelijkheden of taken teneinde een doeltreffende besluitvorming of uitvoering te bevorderen. De plaats waar de (coördinerende) burgemeester en zijn rampenstaf, inclusief de operationeel leider, zijn ondergebracht (gemeentelijk, intergemeentelijk dan wel regionaal in te richten) Een team waarin de hoogst in rang aanwezigen leidinggevenden van de hulpverleningsorganisaties gezamenlijk overleggen en beslissingen nemen op basis van gelijkwaardigheid. Geeft leiding aan de feitelijke bestrijding op de plaats van het ongeval. Het team dat de coördinatie verzorgt op de plaats van het incident en dat de leiding geeft aan de uitvoerende activiteiten. De Coördinator Plaats Ongeval (CPI) is een medewerker van een (hulpverlening) organisatie (brandweer, politie, GHOR en AGV) die de coördinatie van zijn eigen organisatie op de incidentlocatie voor zijn rekening neemt. Voor AGV wordt deze de CPI (Coördinator Plaats Ongeval) genoemd en deze persoon heeft dus de coördinatie van AGV op de incidentlocatie in handen. Hij zal (indien ingesteld, eventueel) deelnemen aan het CTPI. De burgemeester die bij een gemeentegrensoverschrijdend incident de bemiddelaar en adviseur is voor de opperbevelhebbers. Een ernstige verstoring van de basisstructuren dan wel aantasting van fundamentele waarden en normen van het maatschappelijke systeem. Staat voor het geheel van maatregelen en voorzieningen dat de overheid treft in samenwerking met andere organisaties met het oog op (acute) noodsituaties ter waarborging van de veiligheid in brede zin. Daarbij staat de bescherming van voor overheid en samenleving vitale belangen centraal.

69

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Een organisatieplan waarin in algemene zin is aangegeven hoe in geval van een calamiteit of een dreigend calamiteit / incident gehandeld dient te worden teneinde tot een doelmatig bestrijden van de calamiteit en de gevolgen daarvan te komen. Een calamiteitenplan is te karakteriseren als een organisatieoverzicht en een waarschuwingen afsprakenschema met betrekking tot het optreden in situaties van calamiteiten. Het is een hulpmiddel voor de beheerder en diegenen die met de calamiteitenbestrijding en de coördinatie daarbij zijn belast. Crisismanagement Het beheersen van of de omgang met een crisis. Een proces dat bestaat uit vier elementen, te weten preventie, preparatie, respons en nazorg. De georganiseerde beheersing van crises. Departementaal Wordt in geval van een crisis op het beleidsterrein van één Coördinatie Centrum departement door de betrokken minister geactiveerd. Het (crisis)directieoverleg (CDO) vormt het scharnierpunt (crisis) directieoverleg tussen het beleidsteam en de uitvoerende sector(en). Het CDO voorziet het beleidsteam van advies en informatie en zet de geformuleerde strategie om in een tactiek voor de aanpak van het incident. Het CDO draagt zorg voor de afstemming binnen de eigen organisatie en voor een gecoördineerde inzet van alle medewerkers van de organisatie. Driehoeksoverleg Het overleg tussen een burgemeester en een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, in aanwezigheid van een politiechef, dat gericht is op de beleidsafstemming voor opdrachten aan de politie. Economische veiligheid Het belang economische veiligheid betreft de bescherming van de economie. Omdat de nationale economie internationaal is ingebed, heeft dit begrip een grensoverschrijdend karakter. Fasering Het opdelen van het scenario in verschillende fases. Gemeentelijke De plaats waar de burgemeester en zijn rampenstaf zijn Coördinatie Centrum ondergebracht. Gemeentelijke rampenstaf Een staf die bestaat uit een beleidsadviserend en een uitvoeringscoördinerend deel. De operationeel leider heeft binnen deze staf de functie van beleidsadviseur, en geeft leiding aan de uitvoeringscoördinatie. De volgende inhoudelijke functies worden binnen de GRS verricht: beleidsadvisering, operationele leiding en uitvoeringscoördinatie. Het door de burgemeester samengestelde orgaan dat hem bij het voeren van het opperbevel over de rampbestrijding bijstaat. Gemeentelijk beleidsteam Dit team adviseert de opperbevelhebber bij het maken van bestuurlijke afwegingen met betrekking tot de (GBT) rampenbestrijding en bij het nemen van beleidsbeslissingen. Het GBT is multidisciplinair samengesteld. Hoogwater Situatie waarbij het waterpeil hoger is dan het regulier gehandhaafde peil. Crisisbeheersingsplan

Internationale rechtsorde

Logistiek


Onder dit begrip valt de verdediging van het grondgebied en / of de veiligstelling van de onafhankelijkheid van het Koninkrijk en het handhaven of herstellen van de internationale rechtsorder onder meer in het kader van het Handvest van de Verenigde Naties. De verwerving, opslag, het beheer en onderhoudt en de

70


Melding

Motorkapoverleg

Nationaal Coördinatie Centrum

Nationale rechtsorde

Nazorg Noodplan

Ondersteuning

Ontruiming

Openbare veiligheid

Operationeel centrum

Operationeel leider


uitgifte van goederen. Alle voorbereidingen en handelingen die nodig zijn om het potentieel voor de bestrijding van ongevallen en rampen zo doeltreffend mogelijk in te zetten en te bevoorraden. Een binnenkomende mededeling (kennisgeving) over een gebeurtenis, meestal in de vorm van een klacht of noodsignaal. Het ad-hoc overleg tussen de hulpverleningsdiensten op uitvoerend niveau als er op de plaats van het incident incidenteel afstemming gewenst is. Fungeert als ondersteunende c.q. uitvoerende staf en facilitair bedrijf ten dienste van de interdepartementale crisisbesluitvorming op ambtelijk en politiek-bestuurlijk niveau. Bij een volledige opschaling bestaat het NCC uit het Operatiecentrum, de Eenheid Planning en Advies en de Eenheid Bestuurlijke en Juridische Zaken. Verzorgt interdepartementale coördinatie. Permanent ondergebracht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hierbij gaat het om de bescherming van de rechtsorde tegen bedreigingen. Tot dit begrip worden de openbare orde en de democratische rechtsorde gerekend. Het onderzoeken naar hoe een calamiteit heeft kunnen ontstaan en wie daar uiteindelijk verantwoordelijk voor is. Plan waarin maatregelen zijn beschreven om mogelijk uitval van het onderhavige object te voorkomen of op te lossen. Het geheel van secretariële, logistieke en verbindingstechnische voorzieningen, dat tot doel heeft een operationeel team (staf) of het beleidsteam te laten functioneren. Het voor korte duur verlaten van de verblijfplaats op een advies van parate diensten. Brandweer en politie kunnen direct tot een dergelijk advies overgaan, indien daarvoor, binnen te geven grenzen, een mandaat is verstrekt. Een voorwaarde daarbij kan zijn dat zij de ontruiming zelf in goede banen kunnen leiden. Het belang openbare veiligheid betreft de bescherming van personen en zaken anders dan in het kader van de nationale en internationale rechtsorde. Het gaat hierbij met name om grootschalige verstoringen van de gezondheidstoestand van de bevolking, overstromingen, branden, etc. Een locatie waar onder leiding van de operationeel leider de uitvoeringcoördinerende functie van een gemeentelijke rampenstaf wordt uitgeoefend. Deze functionaris is ten opzichte van de burgemeester verantwoordelijk voor de manier waarop de diensten samenwerken om de ramp te bestrijden. Hij oefent zijn bevoegdheid uit binnen de door de burgemeester te stellen grenzen. Het is zijn taak om beleidsbeslissingen te vertalen in operationele opdrachten en taakuitvoering van diensten af te stemmen, uiteraard in directe samenwerking met de betrokkenen. De functionaris in de gemeentelijke rampenstaf die door het bevoegd gezag is aangewezen om de operationele leiding uit te oefenen. Hij adviseert de burgemeester in het beleidsteam over operationele aangelegenheden. Beleidsbeslissingen vertaalt hij binnen het operationeel

71


Operationele leiding

Opperbevel

Opschaling

Preparatie

Preventie Pro-actie Provinciaal Coördinatiecentrum Provinciale rampenstaf

Ramp of zwaar ongeval

Rampbestrijding

Rampbestrijdingsplan

Rampenplan

Rampterrein

Ramptype


team in operationele opdrachten en hij coördineert de uitvoering daarvan. De bevoegdheid tot het in opdracht van de burgemeester geven van bindende aanwijzingen aan commandanten / hoofden van de rampbestrijding samenwerkende zelfstandige diensten, zonder daarbij te treden in de bevoegdheden van de commandanten / hoofden van de diensten aangaande de wijze van uitvoeren van taken. Opperbevel duidt op twee samenhangende notities: Enerzijds de politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid, anderzijds de zeggenschap over ieder die aan de (ramp)bestrijding deelneemt, zulks in het bijzonder met het oog op een goede coördinatie. De zeggenschap en daarmee de politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid over een ieder die aan de rampbestrijding deelneemt. Het opzetten van de calamiteitenorganisatie vanuit het dagelijks functioneren van de diverse diensten. Het overgaan van kleinschaligheid naar grootschaligheid. Vanuit de normale werkzaamheden wordt met gebruikmaking van bevoegdheden uit wetten, plannen en procedures de rampbestrijdingsorganisatie gevormd. De voorbereiding op de acute bestrijding van calamiteiten en rampen door planvorming, informatievoorziening, oefenen en opleiden. Het onderzoeken naar oorzaken van gebeurtenissen die kunnen voorkomen. Het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid. De plaats waar de Commissaris van de Koningin en zijn provinciale rampenstaf zijn gezeteld. Het door de Commissaris van de Koningin samengestelde orgaan dat de CvdK bijstaat bij zijn coördinerende en bijstand regelende taak in de rampbestrijding. Een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiele belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en waarbij de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Het geheel van overheidsmaatregelen ter bescherming van de bevolking gericht op de beperking of verzachting van de gevolgen van grote ongevallen en rampen. Het samenstellen van maatregelen dat voorbereid is voor het geval zich een ramp voordoet die naar plaats, aard en gevolgen voorzienbaar is (met “plaats” wordt hier niet slechts een gebied bedoeld, maar ook een object of een traject). Een organisatieplan waarin in algemene zin is aangegeven hoe in geval van een ramp of een dreigende ramp gehandeld dient te worden ten einde tot een doelmatig bestrijden van de ramp en de gevolgen daarvan. Het door de opperbevelhebber aangewezen gedeelte van een gemeente waarbinnen bijzondere regimes gelden ten aanzien van de handhaving en het herstel van openbare veiligheid en openbare orde. Een categorie van mogelijke rampen die qua soort effecten

72


Regionaal Beleidsteam (RBT)

Regionaal Coördinatie Centrum

Regionaal Operationeel Team (ROT)

Repressie Respons

Risico Scenario Situatie rapport (Sitrap)

Strategisch niveau Tactisch niveau Waterstaatswerken

Wet rampen en zware ongevallen


en qua ontwikkeling in de tijd op elkaar lijken. Bij rampen waarbij meer gemeenten betrokken zijn, wordt een RBT ingesteld. Dit team heeft een adviserende taak richting de opperbevelhebber bij het nemen van beleidsbeslissingen. Het RBT staat onder voorzitterschap van de (coördinerend) bestuurder. De plaats waar de coördinerend burgemeester en zijn intergemeentelijke rampenstaf (het intergemeentelijk samengesteld orgaan dat de coördinerend burgemeester bijstaat bij zijn bestuurlijk coördinerende functie) , inclusief de operationeel leider, zijn ondergebracht. Het gemeenschappelijke actiecentrum van de operationele hulpverleningsdiensten op tactisch niveau. Dit team is verantwoordelijk voor een gecoördineerde uitvoering van de rampbestrijding. Het ROT dient de praktische voorwaarden te scheppen voor de uitvoering, zoals het realiseren van een zodanige verdeling van middelen en eenheden, dat iedereen zijn taken ook daadwerkelijk kan uitvoeren. Het ROT draagt zorg voor de afstemming van de werkzaamheden op het rampterrein op de activiteiten in de actiecentra van de gemeentelijke en parate diensten. Zie respons. Het afhandelen en bestrijden van calamiteiten, het tegengaan van vervolgcalamiteiten en het hulpverlenen aan slachtoffers. Het product van het effect en de kans op een calamiteit of ramp in een bepaald gebied of plaats. Veronderstelde of geplande loop van gebeurtenissen. Een bondig rapport van de operationele en verzorgingstoestand dat periodiek op eigen initiatief of op aanvraag aan het hogere echelon wordt verstrekt. Het niveau waarop de beleidskaders worden vastgesteld waarbinnen de rampbestrijdingsorganisatie op gaat treden. Het niveau waarop de tactiek van het optreden bepaald wordt binnen de gestelde beleidskaders. Oppervlaktewateren en waterkeringen, met inbegrip van de daartoe behorende kunstwerken en hetgeen verder naar hun aard daartoe behoort. Wet waarin bevoegdheden en verhouding tussen overheden bij rampen zijn geregeld.

73


Bijlage 3 Bevoegdheden en Taken .............................................................................................

Bevoegdheden Algemeen

De Waterstaatswet 1900 kent het bestuur van AGV in geval van gevaar1, en zolang de daardoor ontstaande gevaarlijke situatie dat nodig maakt, de bevoegdheden toe om maatregelen te nemen die het nodig acht, zonodig in afwijking van wettelijke voorschriften. Deze bevoegdheid geldt niet indien de maatregelen in strijd zijn met de Grondwet of enig internationaal rechtelijke verplichting (Art. 72, lid 1). Bestuursdwang

De Waterschapswet kent de bevoegdheid aan het bestuur van AGV toe om bestuursdwang2 toe te passen (Art. 61, lid 1 en 2). Het toepassen van bestuursdwang is een belangrijk instrument dat gebruikt kan worden tijdens de afhandeling van calamiteiten. Deze bevoegdheid kan o.a. worden gebruikt voor handhaving van diverse wetten (bijvoorbeeld Wet bodembescherming, Wet verontreiniging oppervlaktewateren en Wet milieubeheer). Bestuursdwang houdt in: het door het bevoegde bestuursorgaan op kosten van de overtreder ongedaan maken van hetgeen in strijd met de wet is verricht. Ook de voorzitter (dijkgraaf) afzonderlijk is bevoegd om zonder bijeenkomst van het dagelijks bestuur alle maatregelen te nemen waartoe de besturen bevoegd zijn en dus bestuursdwang toe te passen (Art. 61, lid 3 en Art. 96, lid 1). Tijdens onvoorziene gebeurtenissen, waarbij snel handelen is geboden, hoeft dus niet het bestuur bijeen geroepen te worden. Wel moet de voorzitter de bestuursleden en gedeputeerde staten informeren over zijn beslissingen (Art. 96, lid 2). Binnentreden van woningen

De Waterstaatswet 1900 geeft de door het (dagelijks)bestuur van AGV aangewezen personen de bevoegdheid om een woning zonder toestemming van de bewoner te betreden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, ten einde de toestand van waterstaatswerken te onderzoeken (Art. 7). Onteigening in geval van watersnood

De Onteigeningswet geeft het dagelijks bestuur van AGV, voorzitter en ieder daartoe door dat dagelijks bestuur van het waterschap aangewezen lid van dat bestuur de bevoegdheid om ingeval van watersnood, dringend of dreigend gevaar voor doorbraak of overstroming, het ogenblikkelijk in bezit nemen van onroerende zaken of rechten (Art. 73). Dit, ten behoeve van maatregelen ter voorkoming of bestrijding van de watersnood (herstel, aanleg en versterking waterkeringen). Bevoegdheden ter bescherming van de waterbodem

De Wet bodembescherming (Wb) kent de waterkwaliteitsbeheerder bevoegdheden toe om onverwijld maatregelen te nemen voor het wegnemen van de oorzaak of dreiging van een verontreiniging of aantasting van de bodem onder een oppervlaktewater, de kust of de oever van een oppervlaktewater (Art. 30 en 35). Deze maatregelen kunnen zijn:

1

Onder “gevaar” wordt in de wet verstaan de omstandigheid waaronder de veiligheid van één of meer waterstaatswerken in onmiddellijk en ernstig gevaar is of dreigt te komen. Bestuursdwang is opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), (artikelen 5.21 t/m 5.31)

2


74

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Bevel tot staking van een handeling die de oorzaak is van de verontreiniging of aantasting of indien bij de handeling niet aan de eisen, zoals die door gedeputeerde staten is gesteld, wordt voldaan (Art. 30, lid 2). Ter plaatse een onderzoek in stellen naar de oorzaak en de omvang van de verontreiniging, de aantasting of de directe gevolgen (Art. 30, lid 3a); De oorzaak van de verontreiniging of de aantasting weg nemen dan wel de bodem te saneren of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken (Art. 30, lid 3b). De kosten die bij het nemen van de maatregelen worden gemaakt zijn in eerste instantie voor rekening van de waterkwaliteitsbeheerder. Deze kunnen echter verhaald worden op de veroorzaker van de verontreiniging (indien bekend) (Art. 75). Bevoegdheden m.b.t. verontreiniging oppervlaktewater

De Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) geeft AGV de bevoegdheid om verontreinigingen van oppervlaktewateren doeltreffend te bestrijden en te voorkomen. Daarvoor kan eveneens van de bevoegdheid bestuursdwang, zoals in de Waterschapswet en in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is vastgelegd, gebruik worden gemaakt. Middels de bevoegdheid van bestuursdwang die de waterschapswet geeft kan de veroorzaker worden gedwongen de benodigde maatregelen te nemen. Indien de veroorzaker in gebreke blijft of wanneer er sprake is van een dermate acute dreiging dat direct handelen is geboden heeft het bestuur de bevoegdheid om zelf de noodzakelijke maatregelen te nemen. Dit laatste zal ook plaats vinden indien geen veroorzaker bekend is. Bevoegdheden m.b.t. het verwijderen van wrakken

De Wrakkenwet geeft beheerders van wateren of waterstaatswerken de bevoegdheid vaartuigen, overblijfselen van vaartuigen en alle andere voorwerpen op te ruimen, die in openbare wateren zijn gestrand, gezonken of aan de grond zijn geraakt, of die zijn vastgeraakt op- of in waterkeringen of andere waterstaatswerken die in beheer zijn bij het hoogheemraadschap (Artikel 1). De voorwaarden die hiervoor gelden (kennisgeving van besluit) en de afhandeling van de kosten die ten behoeve van de opruiming worden gemaakt, worden in artikel 1 t/m 11 beschreven. Taken Naast de bevoegdheden dat het waterschap vanuit de weten regelgeving toegekend heeft gekregen, heeft het tevens een aantal taken, verantwoordelijkheden en verplichtingen die uit de diverse wetten voortvloeien. De bevoegdheden die zijn beschreven kunnen met name gezien worden als noodbevoegdheden die het dagelijks bestuur en voorzitter (dijkgraaf) tijdens het optreden bij calamiteiten kunnen toepassen. De taken, verantwoordelijkheden en verplichtingen die hier onder worden genoemd zijn voornamelijk (wettelijke)verplichtingen die het waterschap heeft ten einde goed voorbereid te zijn op calamiteiten. Deze zaken worden voor AGV voornamelijk voorgeschreven vanuit de Waterstaatswet 1900. De Waterstaatswet 1900 legt AGV de volgende verplichtingen op: • • • •


Het zorg dragen voor het houden van oefeningen (Art. 68, lid 1); Het jaarlijks aan gedeputeerde staten verstrekken van een overzicht van gehouden oefeningen (Art. 68, lid 3); Het opstellen van een calamiteitenplan en de bekendmaking daarvan (Art. 69, lid 1) Afstemming met calamiteitenplannen van andere beheerders, provinciale coördinatieplannen van provincie(s), rampenplannen van de gemeente(n)

75


•

•

• •

•

(Art. 69, lid 2 en 3); Het versturen van een concept calamiteitenplan voor commentaar naar het bestuur van de regionale brandweer, aan burgemeester en wethouders van de gemeenten binnen het beheergebied van het waterschap en aan overige beheerders (Art. 69, lid 5); Het vastgestelde calamiteitenplan dient te worden verzonden aan gedeputeerde staten, het bestuur van de regionale brandweer, aan burgemeester en wethouders van de gemeenten binnen het beheergebied van het waterschap, aan overige beheerders en ter kennisneming aan de Commissaris van de Koningin (Art. 69, lid 6); Het calamiteitenplan dient ten minste éénmaal per vier jaar te worden herzien en bijgewerkt (Art. 69, lid 8); Gedeputeerde staten zal controleren of het toegezonden calamiteitenplan voldoet aan de in artikel 69, lid 1 t/m 3, omschreven eisen. Indien dit volgens hen oordeel niet het geval is, kunnen zij het waterschap verzoeken het calamiteitenplan binnen het door hen te bepalen termijn te wijzigen (Art. 70, lid 1); Het zorg dragen van een analyse van het optreden en handelen van het waterschap tijdens incidenten en calamiteiten. Een exemplaar van deze analyse dient in elk geval ter kennisneming te worden verzonden aan gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van de gemeenten gelegen binnen het beheergebied van het waterschap (Art. 72, lid 4);

De Wet op de waterkering schrijft AGV de volgende verplichting voor: •

Het iedere vijf jaar uitbrengen van een verslag aan de provincie over de algemene waterstaatkundige toestand van de primaire waterkering(en) die in het beheer zijn van het waterschap. Hierin dient tevens een beoordeling te worden opgenomen over de veiligheid van de primaire waterkering(en) (Art. 9, lid 1 en 2);

De Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) schrijft het waterschap ook een aantal verplichtingen voor. Deze verplichtingen zijn voornamelijk verplichtingen m.b.t. de informatievoorziening tijdens de bestrijding en voorbereiding op rampen en zware ongevallen. Het dagelijks bestuur en/of dijkgraaf van AGV is verplicht: •

•

•

Het ingeval van een ramp of een zwaar ongeval zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen van de burgemeester van de gemeente waar de ramp of zwaar ongeval plaatsvindt (Wet rampen en zware ongevallen, Art. 11b, lid 1); In het geval van een ramp of een zwaar ongeval, relevante veiligheidstechnische informatie (indien het waterschap daarover beschikt) over te dragen (te informeren) aan de burgemeester van de gemeente waar de ramp of het zware ongeval plaatsvindt (Art. 11b, lid 2). Relevante veiligheidstechnische gegevens over te dragen (te informeren) aan de burgemeester, wethouders en het bestuur van de regionale brandweer, zodat zij hun taken in het kader van de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen naar behoren kunnen uitvoeren (Art. 2c, lid 1).

Bevoegdheden van de burgemeester Artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) definieert een ramp of zwaar ongeval als een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen dan wel grote materiële belangen in ernstige mate bedreigd worden of zijn beschadigd, waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en


76

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet organisaties van verschillende discipline vereist is om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. In de Wet rampen en zware ongevallen worden twee belangrijke zaken geregeld: ten eerste de voorbereiding van de rampbestrijding (in artikel 2 en verder) en ten tweede de taken en bevoegdheden bij het bestrijden van een ramp (in artikel 11). Artikel 2 geeft aan dat de voorbereiding een taak van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten is. Zij moeten bevorderen dat oefeningen ter bestrijding van rampen gehouden worden alsmede dat afspraken in het kader daarvan gemaakt worden. Indien een ramp zich heeft voorgedaan dan wel zich dreigt te ontwikkelen, berust het opperbevel bij de burgemeester van de desbetreffende gemeente (art. 11). Degenen die aan de rampbestrijding deelnemen, staan onder zijn bevel. De burgemeester kan zich laten bijstaan door een door hem samengestelde gemeentelijke rampenstaf. Voorts is degene die de leiding heeft over de brandweer tevens belast met de operationele leiding van de rampbestrijding, tenzij de burgemeester een andere voorziening treft. Indien er sprake is van een intergemeentelijke ramp, vervult de Commissaris van de Koningin de rol van coördinator tussen de betrokken gemeenten alsmede tussen de gemeenten en de rijksdiensten (art. 12). Aanvullende bevoegdheden kan de burgemeester ontlenen aan de Gemeentewet. Op grond van de artikelen 172 en 175 van de Gemeentewet kan de burgemeester ter handhaving van de openbare orde bevelen geven aan de politie. De bevoegdheden van de politie staan in de Politiewet. Deze zijn als volgt omschreven: ‘De politie heeft tot taak, in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de bestaande rechtsregelen, te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die dat behoeven’. In geval van rampen kan de politie ondersteuning bieden op het gebied van: 1 Handhaving van de openbare orde; 2 Evacuatie; 3 Voorkomen van verkeersopstoppingen; 4 Persvoorlichting. Met betrekking tot brand heeft de burgemeester op basis van artikel 173 de bevoegdheid om de brandweer bevelen te geven. Het voorgaande betekent dat indien er sprake is van een ramp of zwaar ongeval in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen, de burgemeester de politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt. Hij heeft de algehele leiding en stelt dus de prioriteiten bij het bestrijden van een ramp vast. Waternet houdt, ook in het geval van een ramp of zwaar ongeval, dezelfde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden als in een “normale” situatie. Wel bestaat altijd de mogelijkheid dat handelingen door de burgemeester of de Minister van BZK als niet juist worden gezien en Waternet gedwongen wordt handelingen na te leven of andere handelingen te verrichten.

Bevoegdheden van de Commissaris van de Koningin In geval van een ramp van meer dan plaatselijke betekenis in één of meer gemeenten of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bepaalt de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo), dat de Commissaris van de Koningin de burgemeesters, zoveel mogelijk na overleg met hen, de nodige aanwijzingen kan geven over het door hen inzake de rampbestrijding te voeren beleid. Voor deze aanwijzingen zal in het bijzonder aanleiding kunnen zijn bij


77

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet gecompliceerde rampsituaties, waarbij de bevoegdheden van andere bestuursorganen dan de burgemeester en van gemeentelijke diensten in het geding zijn. De aanwijzingen hebben in voorkomend geval indirect (via het opperbevel van de burgemeester) ook betekenis voor Waternet. Daarnaast kan de provincie (gedeputeerde staten of in dringende gevallen de Commissaris van de Koningin) ook op basis van de waterstaatwetgeving op een aantal punten de taakuitoefening Waternet direct beïnvloeden. Bij watersnoodrampen - die al gauw van meer dan plaatselijke betekenis zullen zijn - zal de Commissaris der Koningin met de meest betrokken leden van GS de rampbestrijding coördineren. Aangenomen mag worden dat dit in goed overleg zal geschieden met de betrokken burgemeesters en o.a. AGV. Indien de ramp van meer plaatselijke betekenis is, kan ook de Commissaris van de Koningin in de operationele leiding voorzien. In geval van een primair waterstaatkundige ramp zou daarvoor, in overleg met AGV, iemand van AGV kunnen worden aangewezen.

Bevoegdheden AGV-bestuur / Dijkgraaf De bevoegdheden van AGV ten aanzien van de bestrijding van waterstaatsongevallen staan beschreven in de Nederlandse wetgeving (zie paragraaf 2.1). In artikel 96 van de Waterschapswet is bepaald, dat wanneer de omstandigheden geen voorafgaande bijeenroeping van het AB of DB gedogen, de dijkgraaf in buitengewone omstandigheden de maatregelen kan treffen waartoe die besturen bevoegd zijn. De dijkgraaf legt daarvan achteraf verantwoording af. De (autonome) buitengewone bevoegdheden van het AGV-bestuur zijn geregeld in de Waterschapswet en de Wet op de waterhuishouding (Wwh). De bevoegdheden van het hoger gezag zijn grotendeels geregeld in het gehandhaafde gedeelte van de Waterstaatswet 1900. De in deze wet geregelde buitengewone riviercorrespondentie is vervangen door een informatie- en waarschuwingssysteem in de Wet op de Waterkering. De artikelen 90 tot en met 93 van de Waterschapswet bevatten de buitengewone bevoegdheden. Artikel 90 kent aan het dagelijks bestuur de bevoegdheid toe om bij dringend- of dreigend gevaar voor de waterkeringen, waterkwantiteit en/of waterkwaliteit de maatregelen te nemen welke het nodig oordeelt, desnoods met afwijking van andere dan bij de Grondwet gegeven voorschriften. Zo kan het bestuur bijvoorbeeld besluiten een watergang af te sluiten ter voorkoming van de verspreiding van een waterverontreiniging. Artikel 91 geeft het bestuur de bevoegdheid tot onteigening van specie van andere gronden, artikel 92 heeft betrekking op ogenblikkelijke inbezitneming van gronden en artikel 93 op het vorderen van materialen en het oproepen van een dijkleger en het verrichten van persoonlijke diensten door ingelanden. De bepalingen in de Wwh geven aan de minister van Verkeer en Waterstaat en aan gedeputeerde staten de bevoegdheid om aanwijzingen te geven aan AGV bij bepaalde omstandigheden, zoals een grote overvloed van oppervlaktewater. Op grond van deze wet kunnen in buitengewone omstandigheden formele rechtsverhoudingen, zoals vergunningen, in het algemeen belang ter zijde worden gesteld. Tenslotte heeft AGV bevoegdheden in het kader van de zogenaamde waakvlamovereenkomsten met aannemers.

Verhouding bevoegdheden burgemeester en AGV bestuur/dijkgraaf


78

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet In de situatie dat er sprake is van een (dreigende) ramp in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen, heeft de burgemeester op grond van artikel 11 het opperbevel. Deze bevelsbevoegdheid doorbreekt de normale staatsrechtelijke verhoudingen, immers in gewone omstandigheden zijn gemeenten en waterschappen/hoogheemraadschappen (AGV) nevengeschikt. Het bestuur van het hoogheemraadschap behoudt natuurlijk wel de eigen verantwoordelijkheid terzake. In de Memorie van Antwoord bij de Wet rampen en zware ongevallen wordt uitvoerig ingegaan op de verhouding tussen de bevoegdheden van de burgemeester en die van AGV. In geval van een ernstige dijkdoorbraak of overstroming zal niet alleen de noodzaak bestaan tot overheidsoptreden gericht op de waterstaatkundige aspecten van de rampbestrijding door het daartoe bevoegde gezag, maar is ook gecoördineerd overheidsoptreden noodzakelijk terzake van andere, met die gebeurtenis samenhangende aspecten van algemene veiligheid. Voor de coördinatie binnen het overheidoptreden als geheel is eenhoofdige leiding op het niveau van het lokale bestuur onontbeerlijk. De coördinatie dient te geschieden in het kader van het door de burgemeester in overleg en samenwerking met alle bij de rampbestrijding betrokken overheidsorganen en -diensten te voeren beleid, waarbij hij rekening zal houden met hun wettelijke bevoegdheden. Alleen in uiterste noodzaak zal de burgemeester het optreden van andere overheidsorganen en -diensten, inclusief AGV, dwingend beïnvloeden. Wanneer aan het bevoegde orgaan van AGV een aanwijzing wordt gegeven, is dit verplicht rekening te houden met deze aanwijzing bij zijn optreden op grond van aan hem bij of krachtens de wet toegekende bevoegdheden en dus ook bij de instructies aan de voor de rampenbestrijding onder zijn gezag staande personen. Het voorgaande betekent derhalve dat voorop staat dat AGV en gemeente bij het voorkomen of bestrijden van een ramp moeten samenwerken. Het is niet de bedoeling van de wetgever dat de burgemeester de taken en bevoegdheden van het bestuur van het hoogheemraadschap tot zich trekt. Ingeval van onenigheid heeft de burgemeester de doorslaggevende stem. Hij kan AGV een bevel geven. AGV dient zich daaraan te houden bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden. De burgemeester gaat daarbij niet op de stoel van AGV zitten, AGV houdt zijn eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. AGV en burgemeester zullen zich naar verwachting op verschillende aandachtsgebieden concentreren. AGV richt zich primair op waterbeheeraspecten, terwijl de burgemeester zijn handen vol zal hebben aan het redden en zonodig evacueren van mensen en levende have, aan de medische hulpverlening, het weren van ramptoerisme, etc. Het is dus minder een kwestie van of/of dan wel van en/en, wanneer het gaat over de verhouding van de bevoegdheden van burgemeester en Waternet. Het optreden bij calamiteiten maakt in de regel een adequaat gecoördineerde en soms ook multidisciplinaire aanpak noodzakelijk. Dit optreden betreft het bestrijden van de gevolgen van calamiteiten, die kunnen variëren van geringe schade tot ernstige verstoring van de openbare veiligheid, waarbij het leven en de gezondheid van personen in gevaar komen.


79


Bijlage 4 Beheergebied voor waterbeheer .............................................................................................

Waternet beheert het vaarwater en de boezemstelsels met achterliggende polders van het Hoogheemraadschap AGV. Boezemstelsels en achterliggende polders De boezem van hoogheemraadschap AGV kent de volgende boezemstelsels: •

Amstelland-west Boezem

AGV-Waternet beheert nagenoeg het gebied van de Amstelland-west boezem. Kaart 2 in de bijlagen geeft o.m. een overzicht van dit gebied. Ten westen van het ARK ligt de Amstelland-west boezem die in normale omstandigheden in open verbinding met het ARK staat. De Amstelland-west boezem kan gescheiden worden van het ARK door het afsluiten van de volgende verbindingskanalen (kunstwerken): • Grote Heicop (Joostendam);. • De Gaasp (Sluis te Driemond); • Angstel (Loenersloot); • De Diem (Kering De Diem/ARK). •

Stadsboezem Amsterdam

AGV-Waternet beheert in grote lijnen het gebied van de stadsboezem van Amsterdam. De Stadsboezem Amsterdam kan desgewenst van de NZK-boezem afgesloten worden door het IJ-front te sluiten. Het afsluiten van de boezemstelsels (zowel de Amstelland-west boezem als de Stadsboezem van Amsterdam) gebeurt in drie fases, bij een boezemstand van NAP -0.15 m (meetpunt RWS Surinamekade/Buitenhuizen of meetpunt CPI/MIDAS Montelbaanstoren). In de praktijk zal bij een waterstand van -0.20 m al worden gekeken of het IJ-front (gedeeltelijk) gesloten moet worden, b.v. wanneer er langdurige regen wordt verwacht. Een goede indicatie voor een hoogwatersituatie is het Zuidelijk deel van de Amstelland-west boezem nabij de Kromme Mijdrecht. Uit ervaring is gebleken dat hier de eerste hoge boezempeilen worden gemeten, respectievelijk de hoogste peilen gaan optreden. Bij het gemaal Zeeburg heeft de stadsboezem een verbinding met het IJmeer via een sifon onder het ARK, die afhankelijk van het beheer van de stadsboezem geopend dan wel gesloten is. Wanneer er aan de stadszijde van het gemaal Zeeburg een hogere waterstand heerst t.o.v. het IJmeer, zal het water eerst m.b.v. de sifon afgelaten worden met de roldeur open. Daarna zal de sifon en vervolgens zal de roldeur gesloten worden. Wanneer het waterstandsverschil tussen de stadszijde en het IJmeer niet meer aanwezig is moet het gemaal aangezet worden. Hierbij blijft de roldeur dicht en wordt de sifon geopend. Bij een boezemstand van NAP -0.30 m en slechte weersvooruitzichten wordt, indien mogelijk, ter plaatse van het gemaal Zeeburg water vrij afgelaten. Het boezemwater wordt, bij een nadering van de boezemstand van NAP -0.25 m, met het gemaal Zeeburg (max. cap. 56,7 m³/s) afgevoerd om verdere peilstijgingen te voorkomen. Het besluit om gemaal Zeeburg in bedrijf te stellen, moet altijd in overleg met RWS-NH. Bij oplopende waterstanden in de Stadsboezem Amsterdam wordt, door het gedeeltelijk sluiten van het IJ- en Amstel-front gemaal Zeeburg, Stadsboezem Amsterdam en de Amstelland-west


80

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet boezem op peil gehouden. Wanneer Zeeburg vol in bedrijf is, wordt alleen het water, van de stadsboezem Amsterdam en Amstelland-west, afgevoerd. Om een evenwicht te creëren tussen de aanvoer naar Zeeburg en de afvoer van gemaal Zeeburg, wordt de aanvoer vanaf de Amstelland-west boezem beperkt door zoveel pompen (van poldergemalen) uit te zetten als nodig is. • De Vechtboezem (gebied Gooi en Vecht) Ten oosten van het ARK ligt de Vechtboezem die in open verbinding met het ARK staat. De Vecht staat verder via de Groote Zeesluis te Muiden in verbinding met het IJmeer. De Vechtboezem heeft geen boezemgemalen. De verbinding tussen de Vechtboezem en het ARK wordt gevormd door de volgende objecten en/of verbindingskanalen:

• • • • • • •

Kering en Sluis Smal Weesp (Weesp); Kering Muidertrekvaart (Weesp); Sluis te Nigtevecht (Nigtevecht); Nieuwe Sluis (Nieuwe Wetering); Kerkvaart (Breukelen); Schutsluis (Maarssen).

De ’s Gravelandsevaart boezem

Ten noordoosten van de Vechtboezem ligt de 's-Gravelandsevaart boezem. De 's-Gravelandsevaart boezem heeft geen boezemgemalen, maar kan in geval van een hoogwatersituatie via de Sluis te Uitermeer en de Keetpoortsluis lozen op de Vecht. De (natuurlijke) afvoer van de 's-Gravelandsevaart boezem gaat ook via de Vecht en vervolgens naar het ARK of het IJmeer. Afvoer is uiteraard alleen mogelijk wanneer de waterstand op het IJmeer de mogelijk biedt. De 's-Gravelandsevaart boezem heeft naast de op de boezem lozende polders bij een hoogwatersituatie rekening te houden met het vrije afwateren van het gebied rond Bussum, welke voor een continue aanvoer van water zorgt. Hier kan men op inspelen door in de voorfase de waterstand in de polder en op de boezem vroegtijdig te verlagen (ref. milleniumnoodplan Waternet, Sector Watersysteem). Er moet wel rekening met de grondsoort gehouden worden. Binnen het Hoogheemraadschap AGV is afgesproken dat in een veengebied een waterverlaging pas 24 uur van te voren mag plaatsvinden. Wanneer dit eerder gebeurt, kan er schade aan de bodem ontstaan. Uitwisselingsboezems Aangrenzend aan de boezem van Hoogheemraadschap AGV liggen de volgende boezemstelsels waar Hoogheemraadschap AGV een uitwisseling mee heeft. Dit zijn: • Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal (ARK-NZK) (RWS, Dienst Noord-Holland en Utrecht); Markermeer (RWS, Dienst IJsselmeergebied); • Rijnlandsboezem. Hoogheemraadschap AGV heeft zijn beheergebied te midden van de ARK-, NZK-, Amstelland- en Vecht boezem. Deze watersystemen staan onder normale omstandigheden in open verbinding met elkaar; de gemiddelde waterstanden van deze waterlopen worden bepaald door het beheer op het Noordzeekanaal.

•

Amsterdam-Rijnkanaal / Noordzeekanaal / IJmeer / Markermeer

Het Hoogheemraadschap AGV verplicht zich de waterafvoer van de Utrechtse Vecht (Vechtboezem) af te voeren naar het Amsterdam-Rijnkanaal dan wel, indien daar noodzaak voor bestaat, naar het IJmeer. Het lozen van het


81

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet boezemwater van de Amstel (Amstelland-west boezem) kan ook naar Amsterdam-Rijnkanaal toe en Stadsboezem Amsterdam geschiedt via IJmeer. Het lozen naar het IJmeer vindt slechts in geval van hoogwatersituatie plaats, waarbij het peil van het Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal NAP -0.25 m of hoger is.

het het een het

Het besluit om gemaal Zeeburg in bedrijf te stellen moet altijd aan RWS-NH gemeld worden. Het Hoogheemraadschap AGV dient namelijk altijd RWS (Dienst Noord-Holland en Dienst IJsselmeergebied) op de hoogte te stellen indien zij op het IJmeer gaan lozen, in verband met de handhaving van het streefpeil op de Noordzeekanaalboezem (NAP –0.40 m). Bij een hoogwatersituatie kan de Groote Zeesluis te Muiden ingezet worden voor de afvoer van de Vecht naar het IJmeer. De Groote Zeesluis bestaat uit drie kolken, waarbij de kolk aan de westzijde als spuisluis dient. De streefpeilen van het IJsselmeer en Markermeer zijn gelijk. In het zomerhalfjaar (van april t/m september) is het streefpeil NAP –0.20 m en in het winterhalfjaar (van oktober t/m maart) NAP –0.40 m. De ARK-boezem kan extra bemalen worden door de inzet van de koelwatercentrale van de UNA; d.m.v. een schakeling van de UNA pompen kan water uit het ARK naar het IJmeer gebracht worden. Rijkswaterstaat, Regionale Dienst Utrecht kan daartoe aan de UNA een verzoek doen. De laatste jaren is echter gebleken dat het handhaven van het winterpeil op het Markermeer steeds lastiger wordt. Hierdoor worden de winterpeilen vaak overschreden en zijn de spuimogelijkheden op IJmeer gedurende de winter beperkt. In IJmuiden bestaat de mogelijkheid, mits de weersomstandigheden dit toelaten, tweemaal daags tijdens laagwater te lozen naar de Noordzee. Hieraan zijn echter wel voorwaarde m.b.t. de windrichting en -sterkte te IJmuiden verbonden. In het waterakkoord NZK-ARK zijn de gegevens over gemaal IJmuiden (o.a. opvoerhoogte, cap. etc.) te vinden. Afvoerstop Bij extreme hoogwatersituaties kan Rijkswaterstaat (Regionale Diensten NoordHolland, IJsselmeergebied en/of Utrecht) een verzoek tot mindering van de maaldebieten of een afvoerstop (bij waterstanden hoger dan NAP 0 m) voor de omliggende waterbeheerders doen uitgaan. Vaarwegbeheer Vaarwegen omgeving Amstel

AGV-Waternet heeft het vaarwegbeheer op de volgende vaarwateren in het gebied van de Amstel: • • • • • • • • • • • • • • •


Kromme Mijdrecht ; Weespertrekvaart/Gaasp; Abcouder Meer; Angstel; Bijleveld; Bullewijk; De Diem; Geer; Gein; Gemeenlandsvaart; Geuzensloot; Grootte Heicop; Heinoomsvaart; Het Nieuwe Diep; Holendrecht;

82

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet • • • • • • • •

Kerkvaart (Mijdrecht); Midden Wetering; Nauwe Gein; Nieuwe Wetering; Ringvaart van Groot Mijdrecht; Sluisvaart van de Poosdijersluis; (Oude) Waver; Winkel

Verschillende vaarwateren in het beheergebied van hoogheemraadschap AGV hebben een verbod voor vaartuigen, voortbewogen door mechanische kracht. Het gaat om de volgende vaarwateren: • Botshol; • Oud-AA; • Ouderkerkerplas; • Polderwateren. Vaarwegen omgeving Amsterdam

AGV-Waternet heeft binnen de gemeente Amsterdam geen vaarwegbeheer. Het vaarwegbeheer van de vlot en bevaarbare wateren in Amsterdam wordt door Binnenwateren Beheer Amsterdam (BBA), van de gemeente Amsterdam, uitgevoerd. Naast BBA zijn er nog twee vaarwegbeheerders waarmee AGVWaternet contact heeft, het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam (GHA), voor het havengebied en het IJ, en Rijkswaterstaat (RWS) voor het NZK en het ARK. Meldingen van aanvaringen worden alleen aan de betreffende vaarwegbeheerder en/of KLPD te water doorgegeven. De sierwateren binnen de gemeente Amsterdam zijn toegankelijk voor kleine bootjes (roeibootjes). Het toezicht hierop wordt door de stadsdelen uitgevoerd. De objecten (32 sluizen en keringen) in de gemeente Amsterdam worden door de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) beheerd. Waternet doet het onderhoud van de objecten onderwater en tot 5-10 meter voor de objecten. Het gaat hierbij om het begaanbaar houden van de sluizen en keringen, meestal door baggeren in en rond de objecten en het verwijderen van gezonken bootjes in de sluizen. De rest van de grachten en singels wordt door de afdeling Uitvoering van de Sector Watersysteem, gebaggerd. Het lichten van een schip gebeurt ook door de Sector Watersysteem, in opdracht van de vaarwegbeheerder (B.B.A.). B.B.A. of de KLPD te water zal vervolgens het procesverbaal opmaken. Vaarwegen omgeving Gooi en Vecht

In het gebied van Gooi & Vecht heeft AGV-Waternet op de volgende vaarwateren het vaarwegbeheer: • Smalweesp; • Muider trekvaart; • Toelatingskanaal; • Naarder trekvaart; • Vecht vanaf de Weerdsluis te • Singel-gracht in Muiden; Utrecht t/m Grote Zeesluis te • Singel-grachten in Naarden; Muiden; • Spiegelplas • ’s Gravelandsche Vaart; • Wijde Blik. • Karnemelksloot; • Kerkvaart (Breukelen); Verschillende vaarwateren in het beheergebied van Hoogheemraadschap AGVWaternet hebben een verbod voor vaartuigen, voortbewogen door mechanische kracht. Het gaat om de volgende vaarwateren: • Ankeveense Plassen; • Naardermeer; • Kortenhoefse Plassen; • Uitwatering Naardermeer; • Maarsseveense Plassen; • Polderwateren.


83


Bijlage 5 Beheergebied voor rioleringstaken .............................................................................................

Het beheergebied betreffende de rioleringtaken omvat het gebied van de gemeente Amsterdam. De beheergebieden voor de waterbeheerstaken en rioleringstaken hebben slechts een gedeeltelijke overlapping. De riolering in Amsterdam laat zich als volgt karakteriseren: De inzameling en transport van afvalwater binnen de bebouwde kom vindt plaats door vrijverval riolen. In de binnenstad zijn gemengde stelsels gesitueerd, in de buitenwijken (verbeterd) gescheiden stelsels. Het afvalwater wordt via gemalen en persleidingen uiteindelijk getransporteerd naar de rioolwater zuivering installaties (rwzi). In totaal is er tot eind 2005 ruim 3600 km riolering aangelegd. Onder beheer is: • • • • • • • • • • • • • • •

Gemengd Riool Dwa riool Rwa riool Overstortleiding Transportriool (gedeeltelijk onderhoud) Persleiding Vacuümleiding Rioolputten Regenwateruitlaten Overstorten (gemend stelsel) Nooduitlaten (gescheiden stelsel) Gemalen Drukrioolgemalen Bijzondere gemalen Overige constructies

524 km 782 km 1.613 km 13 km 237 km 420 km 4 km 130.250 stuks 3.660 stuks 353 stuks 228 stuks 317 417 43 80

In de databestanden zijn ook de gegevens opgenomen van circa 150 km drainage leiding. De oudste vrijverval riolen dateren uit omstreeks 1900, circa 60% van de lengte riolering is aangelegd na 1970. Het aantal straat- en trottoir kolken bedraagt circa 110.000 stuks. Om inzicht te krijgen in de ongevallen die op kunnen treden, wordt het rioleringsstelsel globaal beschreven aan de hand van Figuur 5.1 Op de verschillende typen stelsels (gemengd stelsel, gescheiden stelsel, verbeterd gemengd stelsel, verbeterd gescheiden stelsel) gaat dit crisisbeheersingsplan verder niet in.


84


Perceel x

Perceel y

Perceel z

Bedrijf x

awzi (indien nodig)

Gemaal x

Gemaal y

Eindgemaal

rwzi

Gemaal z

Figuur 5.1 Een globaal overzicht van een rioleringsstelsel.

De leidingen van de percelen naar het rioleringsstelsel zijn niet in beheer bij de Sector Afvalwater, maar wel in onderhoud. Omdat het uit hoofde van een gemeentelijke verordening niet is toegestaan om hier zelf onderhoud aan te plegen, voert de sector het onderhoud uit in opdracht (en dus ook voor rekening) van de perceeleigenaar. Indien nodig wordt het afvalwater van bedrijven gezuiverd in een (eigen) afvalwaterzuiveringsinstallatie alvorens het op de riolering terechtkomt. Diverse gemalen zorgen ervoor dat het afvalwater via persleidingen naar de rwzi wordt vervoerd. De gemalen en persleidingen zijn in functioneel beheer bij de Sector Afvalwater. Ook het objectbeheer berust bij deze sector. Het eindgemaal en de persleiding tussen het eindgemaal en de rwzi valt onder het beheer van de beheerder van de rwzi. Tijdens hevige regenperiodes kan het voorkomen dat het rioleringsstelsel de grote water hoeveelheden niet aankan. In dit geval wordt via een overstort direct op het oppervlaktewater geloosd. Er bestaan stelsels waarbij alleen het regenwater op het oppervlaktewater wordt geloosd, terwijl het afvalwater naar de rwzi wordt getransporteerd. Op deze manier wordt de vervuiling op het oppervlaktewater zoveel mogelijk beperkt.


85


Bijlage 6 Taakomschrijving en werkwijze dijkgraaf en adviserende staf (BT) .............................................................................................

Het beleidsteam richt zich in de advisering van de dijkgraaf op de volgende taken: • de beleidsbeslissingen over de bestrijding van het incident, voor zover dit de bevoegdheid van het hoogheemraadschap betreft en er samenwerking is met de overige bestuurlijke organisaties; • het doen van bestuurlijke voorstelen voor de coördinatie door de algemene crisisbeheersingsorganisatie; • het (zonodig) zorgen voor een liaison in de rampenstaf van de burgemeester c.q. het regionaal beleidsteam of het provinciaal coördinatiecentrum van de provincie; • het aanvragen van personele en materiële bijstand van elders; • het doen van voorstellen tot het toepassen van noodbevoegdheden hetzij intern (waterstaatkundig), hetzij extern; • woordvoering naar het publiek en de media. Bezetting: In het beleidsteam hebben ten minste zitting: • de dijkgraaf; • de secretaris - directeur; • de algemeen directeur; • hoofd van de Afdeling Communicatie; • bestuurlijk juridisch adviseur. De centrale coördinator crisisbeheersing en een medewerker voor de administratieve ondersteuning ten behoeve van de verslaglegging zijn bij de beraadslagingen aanwezig. De dijkgraaf bepaalt in hoeverre andere adviseurs zitting hebben in het beleidsteam. Taakverdeling binnen het team Elk van de deelnemers is belast met een specifieke taak: • de dijkgraaf is voorzitter van het BT. Hij ziet er op toe dat de taken van het BT worden uitgevoerd. Daarnaast is hij als dijkgraaf eindverantwoordelijk voor het optreden van de bestrijdingsorganisatie; • de secretaris – directeur behartigt de algemene belangen van het hoogheemraadschap en is procesbewaker; • de algemeen directeur draagt zorg voor de inbreng vanuit de bestrijdingsorganisatie, presenteert de stand van zaken en doet voorstellen voor de te nemen beleidsbeslissingen; • het hoofd communicatie adviseert de dijkgraaf over de communicatieaspecten die verband houden met de gekozen aanpak van de incidentbestrijding; • de bestuurlijk juridisch adviseur draagt zorg voor de advisering en toetsing van de bestuurlijk juridische aspecten van de beleidsvoorstellen; • de centrale coördinator crisisbeheersing adviseert het BT over de rechtmatigheid en kwaliteit van de bestrijding en over de procesbewaking; • de ondersteunende medewerker verzorgt de administratieve vastlegging en afhandeling van de afspraken.


86


Bijlage 7 Taakomschrijving en werkwijze directeur en (crisis)directieoverleg (CDO) .............................................................................................

Hoofdtaken van het (crisis)directieoverleg: Het (crisis)directieoverleg vervult in de principe de taken die ook door het reguliere directieoverleg worden behartigd. In het kader van de crisisbeheersing betreft dit in ieder geval de volgende taken: • het inschakelen van de centrale sectoren, afdelingen en adviseurs die binnen de organisatie van de crisisbeheersing een taak hebben; • de afstemming van de bestrijdingsmaatregelen op de reguliere taakuitvoering door de gehele organisatie; • de interne coördinatie tussen de betrokken sectoren en centrale afdelingen; • het doen van voorstellen voor beleidsbeslissingen, voorzien van een personele, financiële en bestuurlijk - juridische onderbouwing; • het voorbereiden van aanvragen voor personele en materiële bijstand door externe partijen; • het opstellen van een voorlichtingsstrategie en zorgdragen voor voorlichting aan het publek en de media; • het onderhouden van de contacten en het voeren van overleg met andere betrokken diensten en organisaties (gemeentelijke diensten en organisaties, de operationele diensten, Rijkswaterstaat, de veiligheidsregio en de provincie); • het bepalen wie namens de organisatie als liaison optreedt in het Regionaal Operationeel Team; Bezetting: Aan het (crisis)directieoverleg nemen te minste deel; • de algemeen directeur; • de betrokken sectordirecteuren van Drinkwater, Afvalwater en Watersysteem; • de sectordirecteur Middelen; • het hoofd van de Bestuurs- en directieondersteuning; • een communicatie adviseur • de secretaris van het directiemanagementoverleg;


87


Bijlage 8 Taakomschrijving en werkwijze Actiecentrum (AC) .............................................................................................

Hoofdtaken van de staf van het actiecentrum: De staf van het actiecentrum houdt zich ten minste bezig met de volgende taken: • het inschakelen van de medewerkers van de betrokken sector en de coördinatie van de inzet van de medewerkers van de organisatie bij de uitvoering van de bestrijdingstaken; • de beoordeling van de ongevalsituatie en het uitwerken van een prognose van de ontwikkelingen; • het doen van voorstellen over de maatregelen die intern en extern uitgevoerd moeten worden om de ongewenste effecten van de situatie te beheersen en te bestrijden; • het doen van voorstellen voor de besluitvorming door het (crisis)directieoverleg; • het geven van leiding aan de medewerkers die ter plaatse van het ongeval, of op andere locaties betrokken zijn met de uitvoering van de operationele maatregelen; • de zorg voor de logistieke ondersteuning; • het periodiek informeren van het CDO over de stand van zaken en de mogelijke ontwikkelingen; • de uitvoering van de voorlichtingsactiviteiten; • het (zonodig) doen van voorstellen aan CDO voor het aanvragen van personele en materiële bijstand van elders; • het onderhouden van de contacten met de externe organisatie die bij de operationele werkzaamheden zijn betrokken. Bezetting In de staf van het actiecentrum hebben ten minste zitting: • de voorzitter van de staf van het actiecentrum (één van de afdelingshoofden van de betrokken sector); • een coördinator scenario’s; • een coördinator maatregelen en ondersteuning; • een coördinator voorlichting; • een coördinator berichtencentrum; • een coördinator administratieve ondersteuning; Taakverdeling Elk van de deelnemers is belast met een specifieke taak: • de betrokken sectordirecteur is verantwoordelijk voor het functioneren van het actiecentrum en vertegenwoordigt de sector in het (crisis)directieoverleg en draagt er zorg voor dat er afstemming tussen de werkzaamheden van het CDO en het actiecentrum plaats vindt. Hij presenteert de stand van zaken en licht de werkzaamheden van het AC toe; • de voorzitter van de staf van het actiecentrum geeft namens de sectordirecteur leiding aan de werkzaamheden van het actiecentrum. Hij is procesbewaker en zit het periodieke overleg van de staf van het actiecentrum voor; • de coördinator scenario’s draagt er zorg voor dat het actiecentrum over alle relevante informatie beschikt om de aard en omvang van het ongeval te kunnen bepalen. Hij werkt de prognoses van de verwachte


88


•

•

•

•

ontwikkelingen uit en formuleert de voorstellen voor de maatregelen die door de eigen en externe organisatie kunnen worden genomen; de coördinator maatregelen en ondersteuning werkt de voorstellen uit over de inzetmogelijkheden van het personeel en de middelen die door de eigen organisatie en externe bedrijven kunnen worden geleverd. Hij maakt een inzetplan van de beschikbare middelen en draagt er zorg voor dat deze middelen ter beschikking komen van de coördinator op de plaats van het ongeval; de coördinator voorlichting draagt zorg voor de coördinatie van de uitvoering van de voorlichtingsmaatregelen en de overige communicatieaspecten. Hij volgt de ontwikkelingen in de media en komt met voorstellen hoe op deze ontwikkelingen moet worden geanticipeerd; de coördinator berichtencentrum handelt namens de medewerkers van het actiecentrum de inkomende en uitgaande berichten af en draagt er zorg voor dat de administratie van de berichtgeving via telefoon, fax, e-mail en per post worden geregistreerd in een logboek; de coördinator ondersteuning draagt zorg voor de facilitaire ondersteuning van alle medewerkers in het actiecentrum;

Personele invulling De leider van het Actiecentrum bepaalt in overleg met de betrokken afdelingshoofden de daadwerkelijke bezetting van het actiecentrum. De medewerkers van de sector verrichten de werkzaamheden in principe op de eigen kantoorwerkplek. Het actiecentrum is de plaats waar door de genoemde medewerkers de werkzaamheden worden gecoördineerd ten behoeve van de eigen crisisorganisatie. Hiervoor zijn de faciliteiten aanwezig en is de bereikbaarheid en het functioneren onder bijzondere omstandigheden gewaarborgd. Binnen de organisatie regelen de sectoren de personele bezetting van het actiecentrum. De voorzitter van de staf en de medewerker scenario’s hebben piketdienst. De overige functies worden bezet door medewerkers uit de vrije oproep. Facilitaire zaken draagt zorg voor de technische inrichting van de ruimte en het functioneren van de voorzieningen.


89


Bijlage 9 Centrale meldpunt en servicecentrum .............................................................................................

Waternet beschikt over een servicecentrum (call-centrum), waarin (ondermeer) de afhandeling van de volgende functies is ondergebracht: • telefoon en receptiefuncties; • informatie- en servicenummer; • klachten- en storingsmeldingen; • centrale meldpost voor spoedeisende meldingen (niet geplande werkzaamheden, waarbij een directe beoordeling ter plaatse noodzakelijk is om de aard, de omvang en de gevolgen van de gebeurtenis vast te stellen) en het opstarten van de eerste maatregelen (om de gevolgen te beperken en te bestijden). De centrale meldpost is 24 uur per dag bezet en verricht de volgende functies: • de verwerking van spoedeisende meldingen (volgens de instructies van de betreffende sectoren); • de alarmering van de medewerkers van de storingsdienst(en), wachtdienstmedewerkers en de piketfunctionarissen (Samengevat: ‘operationele medewerker’); • het verstekken van aanvullende informatie aan de operationele medewerkers die voor een spoedeisende melding zijn gealarmeerd; • volgens de (voorbereide) instructies alarmeren of informeren van de aangeven instanties en (zo nodig) bij de ‘operationele medewerker’ terugmelden van de verkregen informatie en opdrachten; • op verzoek van de ‘operationele medewerker’ uitvoeren van telefonische opdrachten; • bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten (brandweer, politie, gezondheidsdienst, milieudiensten), toezichthoudende instanties en gemeenten, provincies en andere waterschappen en afhandelen van verzoeken en opdrachten van deze instanties in overleg met één van de operationele medewerkers; • het bijhouden van het overzicht van de buiten kantooruren ingezette operationele medewerkers; • het uitvoeren en doorzenden van de (standaard)rapportages, die volgens de instructies (van de betreffende sectoren) moeten worden opgesteld; • is buiten ‘kantooruren’ het interne aanspreekpunt voor alle Waternet medewerkers. Op de centrale meldpost zijn aanwezig de actuele overzichten van de: • de functies en locaties die permanent door medewerkers van de organisatie zijn bezet; • de roosters van de storingsdienst(en), wachtdienstmedewerkers en piketfunctionarissen; • de alarmerings- en verbindingsmiddelen van de ‘operationele medewerkers’; • de bereikbaarheidsgegevens van alle medewerkers van Waternet; • het hulpverleningsregister van alle externe organisaties, die in de instructies, draaiboeken en bestrijdingsplannen zijn opgenomen; • de middelen en instanties, waarmee de organisatie ‘waakvlamovereenkomsten’ heeft afgesloten; • de instructies, draaiboeken, plannen en procedures, die betrekking hebben op de afhandeling van spoedeisende meldingen, de alarmering en de opschaling in crisisomstandigheden.


90


Bijlage 10

Externe organisaties

.............................................................................................

Departementale crisisstructuur Ministerieel Beleidsteam (MBT) / Ministerraad (MR) Crisisbesluitvorming op politiek-bestuurlijk niveau vindt plaats in het Ministerieel Beleidsteam of de Ministerraad. In de beperkte variant bestaat het MBT uit de betrokken bewindslieden, alsmede –indien daartoe aanleiding bestaat– de Minister-president, die dan het MBT voorzit. Het MBT kan in het NCC vergaderen. In de uitgebreide variant wordt het MBT gevormd door de (nagenoeg) voltallige Ministerraad (MR), onder voorzitterschap van de Minister-president. Interdepartementaal Beleidsteam (IBT) Crisisbesluitvorming op ambtelijk niveau vindt plaats in het Interdepartmentaal Beleidsteam. In de beperkte variant is een deel van de departementen betrokken bij de crisis. De beperkte IBT wordt voorgezeten door SG of DG van het meest betrokken departement. In de uitgebreide variant betreft het een crisis met een bijzonder grootschalig karakter waarbij (nagenoeg) alle departementen zijn betrokken. De uitgebreide variant IBT wordt voorgezeten door SG of DG van het meest betrokken departement. Nationaal Coördinatiecentrum / Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum Bestuurlijke coördinatie Bij een crisis met directe, ingrijpende gevolgen voor beleidsterreinen van meerdere departementen, volgt interdepartementale coördinatie. De bestuurlijke coördinatie wordt verzorgd door het Nationaal Coördinatie Centrum (NCC), dat permanent bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) is ondergebracht. Daarnaast fungeert het NCC als Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) voor BZK Operationele coördinatie Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) zorgt voor de coördinatie van de operationele inspanningen (zowel bij preparatie als bij respons). De kerntaak van het LOCC is de coördinatie van de operationele ondersteuning van de diverse disciplines bij grootschalige incidenten, rampen en evenementen. Daarnaast kan het LOCC gevraagd dan wel op eigen initiatief advies uitbrengen aan de Minister van BZK dan wel de (operationele) disciplines betreffende zaken gerelateerd aan de uitvoering van haar taken. Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) Indien een calamiteit (crisis) zich (hoofdzakelijk) afspeelt op het eigen beleidsterrein van een departement is het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) van het betreffende departement verantwoordelijk voor de in- en externe coördinatie met betrekking tot informatieverstrekking. Voor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is dit het Departementaal Coördinatiecentrum V&W (DCC V&W). Daarnaast heeft het DCC een operationele taak die gericht is op het coördineren van besluitvorming. Deze coördinatie maakt het onder meer mogelijk dat het Ministerie bij calamiteiten (crises) kan optreden. De belangrijkste taken (preparatie en respons) van het DCC zijn: • Het opstellen van het algemeen beleidskader crisismanagement van V&W;


voor

het

91

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet • • • • • • • • • • •

het verzorgen als het centrale aanspreekpunt voor crisismanagement voor het ministerie, zowel intern als extern; de kwaliteitsborging t.a.v. crisismanagement; de coördinatie van activiteiten voor de NAVO voor V&W; het verzorgen van de fysieke voorzieningen van het DCC-V&W; het verzorgen van de algemene procesbewaking en de operationele ondersteuning voor beleidsverantwoordelijken van een sector; fungeren als eerstelijns operationeel crisisteam voor de corporate dienst van de waterstaat en het zo nodig verder uitbreiden van de crisisorganisatie; afstemmen van de acties binnen het departement en met andere departementen en, indien nodig, het aansturen van acties; het verlenen van nazorg door onder meer het uitvoeren van evaluaties; het fungeren als kenniscentrum; informeren en adviseren van de departementale top; bewaken van de integrale besluitvorming.

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Vanaf 1 januari 2005 is de Staf van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) met een kernbezetting operationeel geworden. Deze staf is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het beleid en de analyse op het gebied van terrorismebestrijding. De staf opereert onder verantwoordelijkheid van de Ministeries van Justitie en BZK.

Regionale crisisstructuur Provincie De Commissaris van de Koningin (CdK) heeft, gelet op het gestelde in de Brandweerwet, de Politiewet en zijn ambtsinstructie, bevoegdheden wat betreft de bijstandsverlening en kan, indien nodig, optreden als er sprake is van een gemeenteoverschrijdende calamiteit. Wanneer meer gemeenten zijn betrokken, dient de Commissaris van de Koningin er voor te zorgen dat het beleid van de gemeenten onderling op elkaar wordt afgestemd. De Commissaris van de Koningin beschikt daartoe over een aanwijzingsbevoegdheid. De Commissaris van de Koningin kan worden bijgestaan door een Provinciale Staf. De kern van deze staf wordt door medewerkers van de afdeling Kabinet gevormd. De staf zal al naar gelang de aard van het incident, in voorkomende gevallen worden aangevuld met deskundigen, Het is dus mogelijk dat bijvoorbeeld de dijkgraaf het hoogheemraadschap AGV in de Provinciale Staf wordt gevraagd om vanuit zijn/haar deskundigheid adviezen te verlenen. De rol van de Commissaris van de Koningin blijft echter beperkt tot coördineren. Aangezien de Commissaris van de Koningin zowel door betrokken burgemeester(s) als door de waterstaatdienst(en) zal worden geïnformeerd, zal hij/zij als eerste in staat zijn initiatieven te nemen als onverhoopt een conflict van belangen optreedt. Provinciaal Coördinatiecentrum (PCC) Het PCC wordt door de chef-kabinet ingesteld. De Commissaris van de Koningin, bijgestaan door de Provinciale staf, zal tijdens crisissituaties in het PCC aanwezig zijn. De Commissaris van de Koningin heeft de volgende taken en bevoegdheden met betrekking tot de openbare orde en veiligheid: • coördineren van de bijstandsverlening; • het geven van aanwijzingen aan burgemeesters met betrekking tot het te voeren beleid; • uitvoeren van de aanwijzingen van de Minister van BZK;


92

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet • • • • •

het treffen van maatregelen ten behoeve van bijzondere voorzieningen, op grond van de in het provinciaal coördinatieplan aangegeven specifieke wetten; inwinnen van inlichtingen, het informeren van overige bestuurlijke autoriteiten en/of het voeren van overleg conform nadere bepalingen; bevorderen van afstemming van informatieverschaffing en de inhoud van de te verstrekken informatie; het houden van toezicht op de handhaving van openbare orde en veiligheid; het bevorderen van de samenwerking.

Veiligheidsregio De 25 veiligheidsregio’s in Nederland zijn een samenwerkingsverband tussen de hulpverleningsdiensten in de regio. Met de komst van de veiligheidsregio zijn de GHOR, politie en brandweer regionaal georganiseerd. Hoogheemraadschap AGV valt onder vier veiligheidsregio’s (brandweerregio’s): • Gooi en Vechtstreek • Amsterdam en omstreken • Utrechts Land • Zaanstreek-Waterland Aangrenzende en/of inliggende waterbeheerders Binnen het beheergebied van AGV zijn naast hoogheemraadschap AGV nog andere beheerders met aan het water gerelateerde taken aanwezig. Deze beheerders kunnen zowel taken binnen het beheergebied van AGV hebben als daarbuiten. Daarnaast zijn er nog diverse waterbeheerders buiten het beheergebied van AGV waar het hoogheemraadschap mee te maken heeft. Deze groep waterbeheerders is op te splitsen in twee groepen, namelijk Rijkswaterstaat en aangrenzende hoogheemraadschappen/waterschappen. Rijkswaterstaat Het Rijk beheert zelf de wateren die behoren tot het waterhuishoudkundig hoofdsysteem. Dit zijn de wateren die van bovenregionaal belang zijn. Het beheer van deze wateren wordt uitgevoerd door Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, dat een onderdeel is van het Ministerie voor Verkeer & Waterstaat. Het Directoraat-generaal Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de bescherming van Nederland tegen het water, de beschikbaarheid van voldoende (waterkwantiteit) en schoon water (waterkwaliteit) en de aanleg en het beheer van rijkswegen en wateren. De inrichting en taak van Rijkswaterstaat is geregeld in het ‘Organiek Besluit Rijkswaterstaat’ van 14 januari 1971. Het Directoraat-generaal Rijkswaterstaat bestaat uit een staf DG, 1 Corporate dienst, tien regionale diensten en zes specialistische diensten. De regionale diensten zijn belast met de aanleg, het onderhoud en het beheer van rijkswegen en -wateren. De specialis-tische diensten hebben als hoofdtaak het ontwikkelen en inzetten van specialistische kennis voor beheer en beleid. “De regionale diensten fungeren als frontoffice, de specialistische diensten als backoffice. Zij ondersteunen de regionale diensten met hun specialistische kennis. Dit betekent in de praktijk dat de specialistische diensten veel werkzaamheden voor de regionale diensten voorbereiden. Voor het publiek en de gebruikers zijn de districten en scheepvaartdiensten de zichtbare component.


93

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Rijkswaterstaat werkt nauw samen met provincies, gemeenten, waterschappen en overige partijen. De Waterschappen/hoogheemraadschappen Rijkswaterstaat is belast met de waterstaatszorg voor de Rijkswateren. De uitvoerende taken van de overige binnenwateren zijn door de provincies overgedragen aan waterschappen. Waterschappen zijn actief onder de benamingen (hoog-)heemraadschap, polderdistrict, waterschap en zuiveringschap. Een zuiveringschap is alleen belast met de zorg voor de waterkwaliteit. De overige instanties zijn belast met de zorg voor waterkwaliteit, waterkwantiteit, waterkering en/of (vaar-)wegen, afhankelijk van welke functies een provincie een waterschap toekent. De provincie houdt het toezicht op de waterschappen. De eindverantwoordelijkheid voor een goede waterstaatszorg in het hele land ligt bij het Rijk, dat het 'oppertoezicht' uitoefent op de provincies. Een waterschap vertoont sterke gelijkenissen met een gemeente: er is een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter (dijkgraaf). Het dagelijks bestuur heeft volgens de Waterschapswet de bevoegdheid om bij dringend of dreigend gevaar maatregelen te nemen die het nodig acht, bijvoorbeeld bij verontreiniging van het oppervlaktewater of bij dreigende overstromingen. Het hoogheemraadschap AGV heeft goede contacten met de omliggende waterschappen en hoogheemraadschappen. AGV heeft met de aangrenzende waterschappen en hoogheemraadschappen afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de zogenaamde waterakkoorden. Deze afspraken betreffen het aan- en afvoeren van water. Voor een optimale coördinatie tussen de diverse bestrijdingseenheden wordt bij de opschaling onderscheid gemaakt tussen: 1. lokale gebeurtenissen; 2. regionale gebeurtenissen. Bij lokale gebeurtenissen zijn de effecten van toepassing op één waterschap (in dit geval AGV). Bij regionale gebeurtenissen ondervinden meerdere waterschappen effecten van gebeurtenissen. Dit zijn de zogenaamde waterschap-overschrijdende gebeurtenissen (bijvoorbeeld op een grensgebied met Hoogheemraadschap van Rijnland). Indien sprake is van een regionaal gebeurtenis, dan zal het waterschap waar de gebeurtenis is ontstaan (de bron), als coördinerend waterschap optreden. Deze ondervindt in de regel de meeste overlast. De andere waterschappen treden op als ondersteunend waterbeheerder.


94


Bijlage 11

Middelen

.............................................................................................

Materieel en materiaal / Waakvlamovereenkomsten AMSTEL Steunpunt Winkel Waverdijk 6 Waverveen Materiaal: • aluminiumboot 'Monarch' met 6pk buitenboordmotor, op trailer • motorvlet "Waver", Mitsubishi diesel, voor inspectie • speedboot "Angstel", polyester, 45 pk Honda, voor handhaving • motordekschuit, diesel, ca. 25 ton • Aanhanger, voor calamiteiten (olieverontreinigingen) • absorberende schermen • voorraadcontainer • Inspectie vaartuig “Heikop”. Ligplaats Vinkeveen • Inspectie vaartuig “Geer”. Ligplaats Vinkeveen Waakvlamovereenkomsten: Loonbedrijf Fa. Jan v.d.Lee, Noordammerweg 104, 1187 ZV Amstelveen Overig Materiaal Steunpunt Winkel: • 3 (trekker)pompen, 17,0 m3/min • 2 dompelpompen Hidrostall, 15,0 m3/min • 1 motorpomp Honda,1,0 m3/min • 2 dompelpompjes, 2,5 m3/h • 1 stroomaggregaat 450 kVa, in container (RWZI Uithoorn) • 1 stroomaggregaat 290 kVa, op trailer 15 kva Los • 1 stroomaggregaat Honda, 2,2 kVa • 1 stroomaggregaat Honda, 1,9 kVa • 1 vrachtauto Mercedes, met kipper en 2,5 ton laadkraan • 3 pickups Mazda, 1 ton 2 picups Ford • 4 trekkers Deutz 3 trekkers Deutz • 4-wielige platte aanhangwagen • 2 x 100.000 ltr dieselolie / rood en wit (maximaal) • 1 x 10.000 liter dieselolie rood. Gemaal 1e Bedijking (Petronella) Amstelkade 121 Amstelhoek: • ca. 1.600 jute zandzakken • Klein gereedschap (kruiwagens, schoppen, olielampen, perkoenpalen) • Magazijnsleutels • Algemene sleutel regio Amstel: in wachtdienstkoffer • (zelfde als voor de BWO-keringen) Gemaal Bovenkerkerpolder Nesserlaan 9 Amstelveen: • 1 trekker, Deutz • Hydr. kraan, 2 ton, op aanhangwagen


95


Gemaal Middelpolder Amsteldijk Noord 68 Amstelveen: • Ca. 4.500 zandzakken Gemaal Holl. Sticht & Voorburg (W) Polderweg Loenersloot: • Ca. 400 m3 klei. Gemaal Zuiderlegmeer Kalfslagenweg Kudelstaart: • Ca. 200 m3 klei. Bakken met absorberende middelen aanwezig in gebied De Ronde Venen: • Pondskoekersluis; • Proosdijersluis; • Oudhuizersluis; • Demmeriksesluis. Zandzakken WVO schuurtje gemaal Petronella Loods steunpunt Waverveen

1400 stuks 4000 stuks

Overige aannemers: Met onderstaande aannemers wordt regelmatig zaken gedaan (let wel: met géén van deze aannemers bestaat een zgn. "waakvlamovereenkomst"!): Aannemingsbedrijf: Jeroen Verbruggen, Nutslaan 18 3641 RJ Mijdrecht, Loonbedrijven: Naam


Adres

Postcode

Plaats

Blijleven, G. Bodegraven Fridsma, Gebr. Galekop, G. Groot, Gerrit Jansen, Marchel Jong, Wim de Knippers Lee, Jan van der

Achterweg 2 Pr. Margietstraat 43 Randweg 101 Pr. Margrietstraat 22 Botshol 8

2435 NB 1396 JW 1422 ND 1396 JX 1391 HN

Waverveensepad 18A Lg. Nieuwkoop 6 Noordammerweg 104

3645 CM 3628 GC 1187 ZV

Zevenhoven Baambrugge Uithoorn Baambrugge Abcoude Zevenhoven Vinkeveen Kockengen Amstelveen

Mus, F. Oostenrijk, Ed

Kostverloren 3a Lange Stammerdijk 81

1183 TM 1109 BM

Amstelveen Driemond

Portengen, Chris.

Rijksstraatweg 93

3632 AA

Loenen a/d Vecht

Portengen, Cor Schuurman Verkuil & Zn

Ringdijk 10a Gein 53 Herenweg 7

1188 WC 1391 HA 3602 AM

Amstelveen Abcoude Maarssen

Vliet, Jan van

Oostkanaalweg 32

2461 ER

Ter Aar

Zeldenrijk

Binnenweg 14

1191 AA

Ouderk. a/d A.

96

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet AMSTERDAM Montelbaanstoren Oude Schans 2 1011 KX Amsterdam Overig Materiaal: • Sleepboot "Stadswaterkantoor", diesel 135 pk DAF • Zelfvarende onderlosser "Montelbaan", diesel 135 pk DAF, hydr. kraan en knijper • (baggerend tot 6,70 m diepte max.) • Beunbak 25 m3 • 2 Sluisdieper-schuitjes (bak) laadvermogen ca. 5 ton • diverse roeiboten en losse buitenboordmotoren • 1 losse ijsbrekerslof t.b.v. sleepboot "Stadswaterkantoor" • VW bestelbus Transporter • Aggregaat 9 kVA aan boord boot Montelbaan • Watervakuumpomp 4" aanzuig aan boord boot Montelbaan • Overdrukinstallatie t.b.v. beschermd werken in cabine en verblijf aan boord boot Montelbaan • 2 hydr. Pompunits t.b.v. het sluiten en openen van Kunstwerk 7 in opslag • Mobiele luchtcompressor 4 m³ met circa 80 meter beluchtingsslangen • Botulismeaanhanger, volledig ingericht • Calamiteitenaanhanger • Aanhanger met pompunit geluidgedempt • Pompunit in container • 100 meter oliescherm • Absorberende schermen • Absorberende matjes In regio Amsterdam wordt inzake waterbeheersmaatregelen veelal met onderstaande instanties samengewerkt: • Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV - Beheer Sluizen): • Dienst Binnenwaterbeheer (BBA): • Beluchtingscompressor via firma Roskam. GOOI EN VECHT Steunpunt Weesp Dammerweg 1c Weesp Materiaal: • Inspectieboot ‘Vecht en Amstel’ 165 PK, in de Vecht • Rubberboot met 115 PK buitenboordmotor op trailer • Aluminiumboot type ‘Monarch’ met 6PK buitenboordmotor op trailer • Polyester inspectieboot ‘Elisabeth’ met 15 PK buitenboordmotor op trailer • Olieadsorberend materiaal waaronder oliebooms, oliesweeps en doeken • Oliekerende schermen 5 stuks elk van 15 meter • Marifoon op centrale brugbediening • 1 BBA trekkeraangedreven pomp met capaciteit van 25 m3/minuut • 1 BBA dieselaangedreven pomp met geluidgedempte omkisting met capaciteit van 10 m3/minuut • 1 Lely trekkeraangedreven staartpomp met capaciteit van 8 m3/minuut • Alle pompen voorzien van een aansluiting op PE-buizen met diameter 250 mm • Voorraad PE-buizen 50 stuks van 6 meter lengte met diverse bochten hulpstukken


97

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet • • • •

1 Generator Yamaha 1,8 kVa 1 Generator Yamaha 4,3 kVa 1 Vrachtauto Mercedes met kipper en 10 ton meter laadkraan 1 Trekker Massey Ferguson

Overig Materiaal Steunpunt Weesp, Dammerweg 1c: • 1 Trekkerpomp Veneroni 8 m3/min • 2 Dieselpompen Lister/Stork 30m3/min • 1 Pomp Lister/Stork 1 m3/min • 1 Generator Yamaha 1,8 kVa • 1 Generator Yamaha 4,3 kVa • 1 Generator Deutz 100 kVa • 1 Vrachtauto Mercedes, met kipper en 2,5 ton laadkraan • 2 Trekkers Materiaal Loods Oud Zuilen, Oostwaard naast nr. 8, • 1 Veneroni trekkeraangedreven staartpomp met capaciteit van 25 m3/minuut • 1 BBA trekkeraangedreven pomp met capaciteit van 25 m3/minuut • 1 Generator Deutz 60 kVa • 1 Generator Deutz 100 kVa • Olieadsorberend materiaal waaronder oliebooms, oliesweeps en doeken • Oliekerende schermen 5 stuks elk van 15 meter Schotbalkenloods bij Opburenbrug Straatweg Maarssen: • 10.000 Zandzakken Terrein firma Van Oostrum BV te Westbroek • Kleidepot 200 m³ Waakvlamovereenkomsten: Naam H. de Boer Muiderberg BV aannemingsbedrijf Van Oostrum Westbroek BV aannemingsbedrijf Bouwman’s loonbedrijf VOF Oostenrijk en Van der Wurff VOF Ecoloss groep Teeuwissen Rioolreiniging


Adres

Postcode Plaats

Naardervaart 1 Burgemeester Huydecoperweg 32

1399 PH 3615 AD

Muiderberg Westbroek

Kerkdijk 70

3615 BH

Westbroek

Lange Stammerdijk 81 Oceanenweg 13

1109 BM Amsterdam Zuidoost (Driemond) 1094 BN Amsterdam

Bestevaer 50

1271 ZA

Huizen

98

Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Overige aannemers: Met onderstaande aannemers wordt regelmatig zaken gedaan (let wel: met géén van deze aannemers bestaat een zgn. "waakvlamovereenkomst"!): Naam

Adres

Postcode Plaats

E. Breukhof loonbedrijf Lange Muiderweg 16

1382 LA

Duikbedrijf Europa

Nijverheidsstraat 13a

3370 AB

Gebroeders Fridsma loonbedrijf G.F. de Graaf

Randweg 101

HardinxveldGiessendam 1422 ND Uithoorn

Amsterdamsestraatweg 61a

1411 AX

H.Griffioen loonbedrijf

’s-Gravelandseweg 7

1381 HH Weesp

W.A.M. Hildebrand

Straatweg 42a

3621 BP

Breukelen

Ben Hoogenhoud loonbedrijf Gijs Kroon VOF loonbedrijf G. Link loonbedrijf

Gein Zuid 45

1391 JH

Abcoude

Rijksstraatweg 155

1396 JK

Baambrugge

Overscheenseweg 1

1412 AA

Naarden

H. van der Meent & Zn Egelshoek 9a

1213 RD

Hilversum

Post loonbedrijf

Meentweg 97a

3755 PC

Eemnes

Ch. Portengen loonbedrijf C. Portengen loonbedrijven Gebroeders de Ronde Rosendaal & van Lith groenvoorzieningen De Vries Werkendam BV

Rijksstraatweg

3632 AA

Loenen aan de Vecht

Ringdijk 10a

1188 WC Amstelveen

Smalriemseweg 25 Verrijn Stuartweg 77

4112 NA Beusichem 1112 AW Diemen

Blankenstraat 9

5241 NR


Weesp

Naarden

Werkendam

99

Inzetbaar materiaal en materieel

Adres

Zandzakken

Gemaal Middelpolder Amsteldijk Noord 69 1183 TE AMSTELVEEN Tel. 020-6430428

5000 zandzakken op zolder van het gemaal

Gemaal Petronella 1e Bedijking Amsteldijk 21 Amstelhoek Sleutels voor dit gebouwtje in de wachtdienstkoffer, is ook de sleutel voor de BWO keringen

3000 zandzakken achterzijde gemaal

Depot Zuiderlegmeer Kalslagenweg Gemaal Winkel Waverdijk 6 Waverveen Werkplaats Gemaal Winkel Waverdijk 6 Waverveen Tel. 0297-582322

Klei

Noodbemaling stationair aanwezig

Deutz diesel, er moet een mobiele gastank geplaatst worden (lokatie 7), voor het vacuum is het noodzakelijk te beschikken over een mobiele vacuümpomp of een aggregaat op 380 V

Noodvoorzieningen opgeslagen

Algemene middelen

achter het gemaal, kruiwagens, schoppen, olielampen etc.

600 m³ klei in depot Kromhout diesel met bijbehorende gasolietank Noodbemalingsset met 3 pom- 1 vrachtauto met autokraan, pen van ca. 17 m³/min. afhan- geschikt voor vervoer noodbekelijk van opvoerhoogte malingsset

vrachtauto's, tractoren, kiepkar Noodaggregaat opgeslagen etc. met een vermogen van 290 KVA. Trailer voor vervoer aanwezig, rekening houden met vierwiel aangedreven tractor ca. 5 ton.


100

Inzetbaar materiaal en materieel

Adres

Zandzakken

Klei

Noodbemaling stationair aanwezig

Gemaal Amstelkade Amstelkade 47 Woerdense Verlaat

Kromhout diesel met bijbehorende gasolietank

Gemaal Waardassacker Voetangel 5 Abcoude


Gemaal De Horn De Horn Abcoude


Polderweg Nabij gemaal Holland Sticht en Voorburg West te Loenersloot

400 m³ klei in depot

Nesserssluis Nabij de Pont Nesserssluis

300 m³ klei in depot

Noodvoorzieningen opgeslagen

Algemene middelen

1 Lely-pomp door MF tractor aangedreven, cap.ca 20 m³/min., er is totaal 25 meter buis aanwezig

Werkplaats Oud-Zuilen Oostwaard naast nr. 8 Tel. 030-2435934

1 pomp op aanhangwagen cap. ca. 1 m³/min. 1 aluminium boot met 6 pk buitenboordmotor, geplaats op boottrailer

Bethunepolder Machinekade nabij nr. 25 Totaal eigen materiaal


8000 zandzakken 1300 m³ klei

101

Bedrijf-adres

Zwaar Materieel/grondverzetmateriaal van aannemers Inzetbaar

J. van der Lee Noorddammerweg 104 1187 ZV AMSTELVEEN

-shovel-trekker en kipper -vrachtauto met kraan -trekker met pomp 40 m³/min.

P. T. Meerleveld Pr. Marykestraat 37 1111 EH DIEMEN

-kranen -vrachtauto's -klei/zand

Fa. H.J. Kooyman Poelweg 2b 1424 PB DE KWAKEL

-vrachtauto's -containers -levering van mineralen

Fa. C. Portengen Ringdijk 10a bov. polder 1188 WC AMSTELVEEN Fa. K. Verbruggen Nutslaan 18 3641 RJ MIJDRECHT

-graafmachines -maken van stuwen

Fa. K. de Bruyn Veldweg 6 3646 AP WAVERVEEN

-vrachtauto's -containers -levering van mineralen

W. de Jong Waverveensepad 18 a 3645 CM VINKEVEEN

-tractoren -kiepwagens -diverse typen kranen w.o. minikraan, rupskraan en bandenkraan

G. Blijleven Achterweg 2 2435 NB ZEVENHOVEN

-diverse kranen -kiepwagens


102

Bedrijf-adres

Zwaar Materieel/grondverzetmateriaal van aannemers Inzetbaar

Loon-, verhuur- en transportbedrijf H. Spruyt Rijksstraatweg 3 3631 AA NIEUWERSLUIS

-2 mobiele graafmachines 800 ltr. -2 mini graafmachines 300 ltr. -1 mini graafmachine 100 ltr. -1 rups graafmachine 1250 ltr. breedte van de machine 3.20 m -1 shovel breedte 1.30 m -3 vrachtauto's met kraan 4x4, 6x4, 6x6 -2 dumpers 5 m³ -2 grondkarren 10 m³ -1 motor Japanner 4 m³ -1 pomp met 6"buizen ca. 25 m³/min. - ±100 m³ klei in voorraad

Bouwman's Loonbedrijf Kerkdijk 21 3615 BA WESTBROEK

-2 mobiele graafmachines -diverse bakken -1 graafmachine op rups 1000 ltr. -1 graafmachine op rups 1200 ltr. -2 grondkarren 10m³ -6 tractoren

Aannemingsbedrijf Grond-, wateren wegenbouw H. de Boer Muiderberg BV Naardervaart 1a 1399 PH MUIDERBERG

-1 graafmachine op rups 400 ltr. -1 graafmachine op rups 600 ltr. -1 graafmachine op rups 1000 ltr. -1 graafmachine op rups 1200 ltr. -3 shovels 200, 500, 800 ltr. -1 vrachtauto met kraan 6x2 -1 vrachtauto met kraan 6x6 -1 vrachtauto 6x6 -2 tractoren met kipkar 4m³ -1 moeraswagen -grond en zand uit voorraad leverbaar


103


Bijlage 12

Inventarisatielijst Crisisbeheersingsruimte

.............................................................................................

Vergadertafel met ruimte voor 16 personen PC/printer tafelopstelling Buffetkast voor materiaal Whiteboard of Flip-over Overheadprojector Tv Video Computer (netwerk) Dvd-speler Printer/kopieerapparaat Beamer Aansluiting tv/radio Telefoonaansluiting + telefoons Noodnetaansluiting t.b.v. telefoon Noodnetaansluiting t.b.v. fax BHV-pieper Ventilatorkachels (1000/2000 W) Radiocassetterecorder (stereoset) Cassettebandjes Cd-rom Telefoonboek nationaal noodnet Toegangspasjes Perforator A4 papier per pak A4 vervolgpapier per pak Transparanten t.b.v. overheadprojector per pak A4 schrijfblok Logboek telefoon Logboek fax Rampenplan gemeente Amsterdam Boekje netwerkkaarten Noodscenario’s DNN Haspel 50 m Verlengsnoer 2 m Zaklantaarns Crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Handboek crisismanagement DCC Map media Map algemeen Map sitreps blanco situatierapport millennium Map provinciale coördinatieplannen Reserve batterijen per pak Pennen blauw Potloden Liniaal Gom Whiteboard marker rood, groen, zwart, blauw


104


Bijlage 13

Verzendlijst crisisbeheersingsplan intern

.............................................................................................

• • • • • • •

•

•

•

Dijkgraaf leden van het Dagelijks Bestuur secretaris-directeur algemeen directeur bestuurs- en directieondersteuning strategisch centrum sectordirecteur Drinkwater o afdeling bron- en natuurbeheer o afdeling productie o afdeling Technisch beheer en onderhoud o afdeling Beheer o afdeling Uitvoering o afdeling Voorbereiding o afdeling Technische bureau o Storingsdienst o Waterkwaliteitsbewaking sectordirecteur Afvalwater o Hoofdafdeling Beheer en Riolering o Hoofdafdeling Onderhoud Riolering o Hoofdafdeling Projecten Riolering o Hoofdafdeling Financiën & Informatisering Riolering o Hoofdafdeling Exploitatie Zuiveringsbeheer o Hoofdafdeling Managementondersteuning Zuiveringsbeheer sectordirecteur Watersysteem o Hoofdafdeling Beleid Waterbeheer o Hoofdafdeling Beheer & Onderhoud Waterbeheer o Hoofdafdeling Planvorming & Realisatie Waterbeheer o Hoofdafdeling Emissies Waterbeheer o Hoofdafdeling Managementondersteuning Waterbeheer o Hoofdafdeling Handhaving sectordirecteur Middelen o Geïntegreerde P&O/HRM o Hoofdafdeling Beleid & Control o Hoofdafdeling Financieel beheer o Hoofdafdeling Interne controle o Afdeling Planning & Control o Afdeling ICT o Hoofdafdeling Klantencontacten o Hoofdafdeling Automatisering o Hoofdafdeling Informatievoorziening o Afdeling Diensten o Afdeling Huisvesting o Afdeling Facilitaire Zaken o Afdeling Post & Archief o Hoofdafdeling management ondersteuning AZ o Hoofdafdeling Bestuurlijk juridische Zaken o Bureau Arbo & Veiligheid o Kwaliteitsverbeteringsprojecten o Beveiligingscoödinator o Onderzoeksbureau


105


•

•

o sectordirecteur Research & Engeneering o Hoofdafdeling Projectmanagement o Hoofdafdeling Onderzoek en Advies o Afdeling Projecten o Hoofdafdeling Ondersteuning o Afdeling Research & Development o Operation & Research o Internationale Samenwerking sectordirecteur Klant, Markt & Relaties o Afdeling Klantcontacten o Afdeling Marketing o Bedrijfsinspectie o Afdeling Communicatie o Hoofdafdeling Communicatie o Hoofdafdeling Belastingen o Relatiebeheer


106


Bijlage 14

Verzendlijst crisisbeheersingsplan extern

.............................................................................................

Nr. 01. 02. 03. 04. 05. 06. 07. 08. 09. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41.

Externe Organisatie Gemeente Aalsmeer Gemeente Abcoude Gemeente Amstelveen Gemeente Amsterdam Gemeente Blaricum Gemeente Breukelen Gemeente Bussum Gemeente De Ronde Venen Gemeente Diemen Gemeente Hilversum Gemeente Huizen Gemeente Laren Gemeente Liemeer Gemeente Loenen Gemeente Maarssen Gemeente De Bildt (Maartensdijk) Gemeente Muiden Gemeente Wijdemeren Gemeente Naarden Gemeente Nieuwkoop Gemeente Ouder-Amstel Gemeente Uithoorn Gemeente Utrecht (postbus 1600) Gemeente Weesp Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam Het Plassenschap Loosdrecht Het Recreatieschap Vinkeveense Plassen Hoogheemraadschap van Rijnland Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden HHNK Natuurmonumenten Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Provincie Zuid-Holland Regionale brandweer Amsterdam e.o. Regionale brandweer Gooi- en Vechtstreek Regionale brandweer Rijnland Regionale brandweer Utrechts Land Regionale brandweer Zuid- en Midden Kennemerland Regionale politie Amsterdam Amstelland Regionale politie Kennemerland


Functie/Afdeling Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Bestuurlijke juridische ondersteuning Havenkantoor

Telefoon 0297-387591 0294-280215 020-5404400 020-5522849 035-5399500 0346-260937 035-6928587 0297-291722 020-3144687 035-6292004 035-5281911 035-5399628 0172-536536 0294-236262 0346-594341 030-2289411 0294-210210 035-6559595 035-6957811 0172-521128 020-4962165 0297-513111 030-2861000 0294-491391 020-5234750 030-2974001 030-2974004

Bedrijfsbureau Calamiteitencoördinator

071-5168940 030-6345942

Sector WBW Beheer administratie Afd. Kabinet Afd. Kabinet Afd. Kabinet Calamiteitencoördinator

0299-391408 035-6559933 023-5143143 030-2589111 070-4416427 020-5556666

Calamiteitencoördinator

035-6885508

Calamiteitencoördinator Operatiën

071-5797836 030-2867941


023-5159500


020-5599111

Bureau openbare orde en veiligheid

023-5122640

107


Nr. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64.

Externe Organisatie Functie/Afdeling Regio politie Gooi- en Vechtstreek Calamiteitencoördinator (raadhuis H'sum) Regionale politie Hollands-Midden Calamiteitencoördinator Regionale politie Utrecht Bureau grootschalig optreden Rijkswaterstaat directie ANI IJsselmeergebied Rijkswaterstaat directie Utrecht ANB Rijkswaterstaat, directie NoordCalamiteitenkamer Holland Staatsbosbeheer Stadsdeel Amsterdam Noord Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Bos en Lommer Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel De Baarsjes Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Osdorp Coördinator rampenplan, afd. 2 Stadsdeel Oud Zuid Stadsdeel Oud-West Alg. dienstverlening Stadsdeel Slotervaart/O'toomse Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Veld Stadsdeel Westerpark Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Zeeburg Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Zuideramstel Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Stadsdeel Zuidoost Ambtenaar Openbare orde en veiligheid Waterschap Vallei & Eem Calamiteitencoördinator CoCuWo Voorzitter EnSaCo Afdelingshoofd


Telefoon 035-6292004 0172-446059 030-2255430 0320-297501 030-6009759 023-5301486 072-5191700 020-6349911 020-5812853 020-5898686 020-5873119 020-6080151 020-5180897 020-5893640 020-5111666 020-5810311 020-6080787 020-5464464 020-5670165 033-4346000 0223-525025

108


Bijlage 15

Mutatieformulier

.............................................................................................

Mutatieformulier crisisbeheersingsplan AGV Dit formulier uitsluitend gebruiken voor het doorgeven van advies m.b.t. specifieke wijzigingen, toevoegingen of verwijderingen in het crisisbeheersingsplan AGV-Waternet Gegevens inzender Naam

:

Afdeling

:

Adres

:

Postcode / Plaats

:

Telefoon

:

Telefax

:

E-mail

:

Mutatie betreft

: Toevoeging / wijziging / verwijdering *

Te muteren bladzijde

:

Ingangsdatum mutatie

:

Uit te voeren mutatie

:

Datum Handtekening

: :

*) Doorhalen wat niet van toepassing is.

Dit formulier sturen naar: Coordinator Crisisbeheersing Spaklerweg 16 Postbus 94370 – 1090 GJ Amsterdam


109


Bijlage 16

Transmittal formulier

.............................................................................................

Geachte heer, mevrouw, Met dit ontvangstformulier wordt u opgenomen in de administratie van het hoogheemraadschap AGV als houder van een exemplaar van het “Crisisbeheersingsplan AGV”. Dit heeft onder meer als doel u tijdig te informeren over wijzigingen en aanvullingen van het crisisbeheersingsplan.

Ontvanger

Naam

:

Dienst / Instelling

:

Afdeling

:

Adres

:

Postcode/Plaats

:

Telefoon

:

Telefax

:

E-mail

:

Datum

:

Handtekening

:

Dit formulier sturen naar: Coordinator Crisisbeheersing Spaklerweg 16 Postbus 94370 – 1090 GJ Amsterdam


110


Bijlage 17

Overzichtstabellen en kaarten

.............................................................................................


•

Tabel 1 Overzichtstabel wateropgave polders

• • • •

Kaart 1 Vaarwegbeheer AGV-Waternet Kaart 2 Verzorgingsgebieden Kaart 3 Indeling polders in veiligheidsklassen Kaart 4 Inundatiediepten

111

Bijlage 1 Lijst van afkortingen

Recommend Documents