8
4.2.5. 4.2.6.
Financiering van de educatie: de rol van de gemeenten Financiering van en verantwoordelijkheid voor scholing van werklozen en werkenden
Hoofdstuk 5 — Kwalitatieve aspecten van het beroepsonderwijs 5.1. Toetsing, beoordeling en examinering 5.2. Opleiding van docenten en praktijkopleiders 5.3. Beroepskeuzebegeleiding
Hoofdstuk 6 — Nieuwe ontwikkelingen en perspectieven 6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
Versterking van de kwalificatiestructuur BVE en de rol van sleutelkwalificaties Ontwikkelingen in de relatie tussen beroepsopleiding en beroepspraktijk Beroepsonderwijs en algemeen onderwijs Informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs
73 74 77 77 79 81 85 85 86 87 89
Bijlage 1 — Lijst met afkortingen
91
Bijlage 2 — Belangrijke organisaties
95
Bijlage 3 — Bronnen
99
Bijlage 4 — Begrippenlijst (nieuwe en vernieuwde termen)
103
BIJLAGEN
91
Bijlage 1 LIJST MET AFKORTINGEN AOB AVO BBO BOOB BRC BVE CAO CBA CBB CBO CBS CDA CITO COB COLO CREBO CV D ’66 EBB ECABO EGKS ELO EU GOA HAVO HBO HO ICT IVBO KMBO KSE KVE LBO LLW LOB LOK MAVO MBO MDGO MEAO MKB MTO NT2 OCenW OVDB O&S OU PvdA PEIL
Adviesbureau voor opleiding en beroep Algemeen voortgezet onderwijs Beroepsbegeleidend onderwijs Branchegewijs overleg onderwijs bedrijfsleven Branche-regio-combinatie Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Collectieve arbeidsovereenkomst Centraal bestuur voor de arbeidsvoorziening Centrum voor beroepsoriëntatie en beroepsbeoefening Cursorisch beroepsonderwijs Centraal bureau voor de statistiek Christelijk Democratisch Appel Centraal instituut voor toetsontwikkeling Commissie onderwijs bedrijfsleven Stichting centraal orgaan van de landelijke opleidingsorganen van het bedrijfsleven Centraal register beroepsopleidingen Centrum voor vakopleiding Democraten ’66 Enquête beroepsbevolking Landelijk orgaan voor economische en administratieve beroepsopleidingen Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal Elektronische leeromgeving Europese Unie Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid Hoger algemeen voortgezet onderwijs Hoger beroepsonderwijs Hoger onderwijs Informatie- en communicatietechnologie Individueel voorbereidend beroepsonderwijs Kort mbo Kwalificatiestructuur educatie Kaderwet volwasseneneducatie Lager beroepsonderwijs Leerlingwezen Landelijk orgaan van het beroepsonderwijs Leerovereenkomst Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Middelbaar dienstverlenings- en gezondheidszorgonderwijs Middelbaar economisch en administratief onderwijs Midden- en kleinbedrijf Middelbaar technisch onderwijs Nederlands als tweede taal Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Landelijk orgaan voor de verzorgende en dienstverlenende beroepen Oriëntatie en schakeling Open Universiteit Partij van de Arbeid Project extra impuls leerlingwezen
93
94
PROVE RBA ROC SO SOM SVM VAVO VBO VMBO VO VVD VWO WBO WCBO WEB WHW WO WSF WVO
Programmaeenheid rendementsvraagstukken volwasseneneducatie Regionaal bestuur voor de arbeidsvoorziening Regionaal opleidingencentrum Speciaal onderwijs Stichting opleiding metaal (Landelijk orgaan voor beroepen in de metaalsector) Sectorvorming en vernieuwing middelbaar beroepsonderwijs Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs Voorbereidend beroepsonderwijs Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voortgezet onderwijs Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wet op het basisonderwijs Wet op het cursorisch beroepsonderwijs Wet educatie en beroepsonderwijs Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek Wetenschappelijk onderwijs Wet op de studiefinanciering Wet op het voortgezet onderwijs
Bijlage 2 BELANGRIJKE ORGANISATIES MINISTERIES Ministerie van Buitenlandse Zaken Postbus 20061 2500 EB Den Haag tel: 070-348 64 86 fax 070-348 48 48 E-mail:
[email protected] www.minbuza.nl Centraal Bureau voor de arbeidsvoorziening Postbus 195 2700 AD Zoetermeer tel: 079-360 15 15 fax 079-360 16 16 www.arbeidsvoorziening.nl Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer tel: 079-323 23 23 fax 079-323 23 20 www.minocw.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag tel: 070-333 44 44 fax 070-333 40 33 www.minszw.nl LANDELIJKE VERENIGINGEN VAN SCHOLEN VOOR BEROEPSONDERWIJS BVE-raad (Landelijke belangenorganisatie van de instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie) Postbus 196 3730 AD De Bilt tel: 030-221 98 11 fax 030-220 25 06 www.bvenet.nl/bve-raad HBO-raad (Landelijke vereniging van hogescholen voor beroepsonderwijs) Postbus 123 2501 CC Den Haag tel: 070-312 21 21 fax 070-312 21 00 E-mail:
[email protected] www.hbo-raad.nl
95
96
ONDERSTEUNINGSINSTELLINGEN CINOP (Centrum voor innovatie van opleidingen in het beroepsonderwijs) Postbus 1585 5200 BP Den Bosch tel: 073-680 08 00 fax 073-612 34 25 E-mail:
[email protected] www.cinop.nl COLO (Centraal Orgaan van de landelijke opleidingsorganen beroepsonderwijs) Postbus 7259 2701 AG Zoetermeer tel: 079-352 30 00 fax 079-351 54 78 E-mail:
[email protected] www.colo.nl CITO (Centraal Instituut voor toetsontwikkeling) Postbus 1034 6801 MG Arnhem tel: 026-352 11 11 fax 026-352 13 56 E-mail:
[email protected] www.cito.nl SLO (Stichting leerplanontwikkeling) Postbus 2041 7500 CA Enschede telefoon: 053-484 08 40 fax 053-430 76 92 www.slo.nl WERKGEVERS- EN WERKNEMERSORGANISATIES FNV (Federatie Nederlandse vakverenigingen) Postbus 8456 1005 AL Amsterdam tel: 020-581 63 00 fax 020-684 45 41 www.fnv.nl CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond) Postbus 2475 3500 GL Utrecht tel: 030-291 39 11 www.cnv.nl VNO-NCW (Vereniging Nederlandse Ondernemers-Nationaal Christelijk Werkgeversbond) Postbus 93002 2509 AA Den Haag tel: 070-349 03 49 fax 070-349 03 00 E-mail: informatie@vno-ncw www.vno-ncw.nl
MKB-Nederland (Vereniging voor het Midden- en Kleinbedrijf) Postbus 5096 2600 GB Delft tel: 015-219 12 12 fax 015-29 14 14 E-mail:
[email protected] www.mkbnet.nl ONDERZOEK EN (STATISTISCHE) INFORMATIE VOOR HET BEROEPSONDERWIJS CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) Prinses Beatrixlaan 428 2273 XZ Voorburg tel: 070-337 38 00 fax 070-387 74 29 E-mail:
[email protected] www.cbs.nl Max Goote Kenniscentrum BVE Wibautstraat 4 1091 GM Amsterdam tel: 020-525 12 45 fax 020-525 12 70 E-mail:
[email protected] www. educ.uva.nl/MGK GION (Gronings Instituut voor onderzoek van onderwijs, opvoeding en ontwikkeling) Postbus 1286 9701 BG Groningen tel: 050-363 66 35 E-mail:
[email protected] www.rug.nl ITS (Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen) Postbus 9048 6500 KJ Nijmegen tel: 024-361 26 20 fax 024-365 35 99 E-mail:
[email protected] www.its.kun.nl OCTO (Onderzoek Centrum Toegepaste Onderwijskunde) Postbus 217 7500 AE Enschede www.utwente.nl/octo SCO-Kohnstamm Instituut voor onderzoek van opvoeding en onderwijs Wibautstraat 4 1091 GM Amsterdam tel: 020-525 12 01 fax 020-525 12 00 www.educ.uva.nl/sco
97
Bijlage 3 BRONNEN 1 LITERATUUR Onderzoeksrapporten en publicaties Ackermans, G. (1998). Higher professional education in the Netherlands: the hogescholen. The Hague: Nuffic, Netherlands Organization for International Cooperation in Higher Education, 16p. (Engelstalig) Batenburg, T. van (1996). Rendementsverbetering in het MBO. In: Th. A. van Batenburg & P.R. den Boer (red.). Startkwalificatie en voortijdig schoolverlaten. p.15-31. Amsterdam, Max Goote Kenniscentrum. Boer, P. den, Matthijsen Ch. (1997). Determinanten van doorstroom van VBO-MAVO naar MBO. SBN: 98 0733. Groningen, GION. Brown, A., Moerkamp, T., Voncken, E. (1999). Facilitating Progression to Higher Education from Vocational Paths. European Journal of Education Vol. 34, no. 2. ISSN 01418211. Paris, European Institute of Education (Engelstalig) Bruijn E. de (1995). Changing pathways and participation in vocational and technical education and training in the Netherlands. 160 p. ISBN: 90-6813-443-4. Amsterdam, SCO-Kohnstamm Instituut. (Engelstalig) Bruijn E. de (1995). Het (initieel) beroepsonderwijs in Nederland. In: Gids Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. Deel A-3. Den Haag: Elsevier. Bruijn E. de. (1997). Het experimentele en het reguliere: Twintig jaar voltijds kort middelbaar beroepsonderwijs, een studie naar de relatie tussen onderwijskundige vormgeving en rendement. 358 p. ISBN: 90-6813-533-3. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. (Met Engelse samenvatting.) Derriks, M., Kat E. de, Deckers P. (1995). Schoolkeuzemotieven van kinderen bij de overgang bo/vo. 115 p. ISBN: 90-6813-468-X. Amsterdam, SCO-Kohnstamm Instituut. Hövels, B., Meijer, K. (1994). Structures of Vocational Education and Training (VET) and the match between education and work: an international comparison. Netherlands: national report. 100 p. Den Haag, OSA. (Engelstalig) Kuhry, B. (1998). Trends in onderwijsdeelname: van analyse tot prognose. ISBN:905749-110-9. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau (met Engelse samenvatting) Linden, A.S.R. van der, Velden, R.K.W. van der (1998). Netto studieduren van hbo’ers met verschillende vooropleidingen. In: LICA-bulletin, jaargang 4 Mellink, E., Voncken, E., Bosma, Y., Karstanje, P. (1993). Functioneren en rendement van het schooldecanaat. 228 p. ISSN:0924-0926;22. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger. Moerkamp, T., J.H.A.M. Onstenk, Ch. Felix (1993). Kwaliteit en beschikbaarheid van leerarbeidsplaatsen voor MBO en leerlingwezen: eindrapport. Amsterdam: Stichting Centrum voor Onderwijsonderzoek, Universiteit van Amsterdam. 201 p.
99
100
Moerkamp, T., Voncken, E. (1996). The Netherlands: MBO. In: S. Manning (ed.) Qualifications with a dual orientation towards employment and higher education. A comparative investigation of innovative schemes in seven European countries. Intequal report I. ISBN: 3-929869. Berlin, WIFO. (Engelstalig) Moerkamp, T., Volman, M. (1997). Via MBO naar HBO. Een inventarisatie van ontwikkelingen in de relatie mbo-hbo. 64 p. ISBN: 90-75743-14-9. Amsterdam: Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. Mulder, M., Grave, W.S. de (red.) (1995). Ontwikkelingen in branche- en bedrijfsopleidingen. 296 p. ISBN: 90 5189 321 3. Utrecht, Lemma. Mulder, M. (1993). Opleidingen ’92. In: Magazine Opleidingen, jaargang 5, nummer 8, pagina 10-23. Nijhof, W.J., Streumer, J.N. (1994). Verbreed beroepsonderwijs. De Lier: Academisch Boekencentrum; Enschede: Faculteit der Toegepaste Onderwijskunde. 146 p. ISBN 905478-031-2 Nijhof, W.J., red. (1997). Ontwikkelingen in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Alphen aan den Rijn: Samsom, H.D. Tjeenk Willink, 129 p. ISBN 90-6092-979-9 Nijhof, W.J., J. Brandsma, eds.(1999). Bridging the Skills Gap between Work and Education. Dordrecht/Boston/London: Kluwer Academic Publishers. 225 p. ISBN 0-79235653-5 (Engelstalig) Onstenk, J., Meijer, J. (1998). De elektronische leeromgeving in de BVE-sector. ’s Hertogenbosch: CINOP. 86p. ISBN 90-5003-260-5 Onstenk, J. (1998). Lerend leren werken. Brede vakbekwaamheid en de integratie van leren, werken en innoveren. Delft: Eburon. 395 p. ISBN 90-5166-597-0 (met Engelse samenvatting) Roeleveld, J., Babeliowsky, M. (1996). Verder in het HBO?: de overgang van middelbaar naar hoger beroepsonderwijs. Zoetermeer, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; Den Haag: SDU DOP, 99p. ISBN: 90-346-3251-2 Roeleveld, J., Eck, E. van., Jong, U. de (1996). Een rechte stok is niet te vinden: leerwegen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam. 122p. ISBN: 90-6813-515-5. Voncken, E., Koopman, P. (1998). Het functioneren van het vbo. Een beschrijvend onderzoek naar de vormgeving en inrichting van het VBO op weg naar vernieuwing. 219 p. ISBN: 90-6813-570-8. Amsterdam, SCO-Kohstamm Instituut. Westerhuis, A., Hendriks, L. (1997). Vocational Education in the Netherlands. Developments in Initial and Continuing Vocational Education. 94 p. ISBN: 90-5463-062-0. ’s Hertogenbosch, CINOP. (Engelstalig) Zolingen, S. (1995). Gevraagd: sleutelkwalificaties: een studie naar sleutelkwalificaties voor het middelbaar beroepsonderwijs. Nijmegen: Universiteitsdrukkerij, 437p. ISBN 90-9008388-X (met Engelse samenvatting). Publicaties van de overheid en beleidsnotities Adviescommissie inzake de voortgang van het industriebeleid (commissie Wagner) (1994). Een nieuw elan, de marktsector in de jaren tachtig. Deventer: Kluwer.
Commissie dualisering (1993). Beroepsvorming langs vele wegen. Leiden: Distributiecentrum DOP. 132 p. ISBN 90-346-2881-7. Commissie MAVO/VBO-aansluitend onderwijs (commissie Van Veen) (1994). Recht doen aan verscheidenheid. Opzet en ontwikkelingsperspectief van de afsluiting MAVO en VBO, 60 p. ISBN: 90-346-3091-9. Leiden: Distributiecentrum DOP. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1996). Wet Educatie en Beroepsonderwijs deel 1. De Wet in hoofdlijnen. 36 p. ISBN: 90 346 3266 0. Zoetermeer: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. (Ook verkrijgbaar in het Engels: Adult and Vocational Education Act. Main outline. ISBN: 90 346 3358 6.) Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1996). Wet Educatie en Beroepsonderwijs deel 5. Regionale opleidingen-centra en overige instelling. 24 p. ISBN: 90 346 3270 9. Zoetermeer: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1996). Wet Educatie en Beroepsonderwijs deel 6. De kwalificatiestructuur beroepsonderwijs. 20 p. ISBN: 90 346 3271 7. Zoetermeer: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1996). Wet Educatie en Beroepsonderwijs deel 7. Educatie: de rol van gemeenten en instellingen. 83 p. ISBN: 90 3463272 5. Zoetermeer: ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1997). Ontwerp-Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) 1998. ISBN: 980 346 3463 9. Zoetermeer, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1998). Onderwijs in Nederland. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Directie Voorlichting. 34p. SDU Servicecentrum, Postbus 20014, 2500 AE Den Haag. (Ook in het Engels: Education in the Netherlands.) Tijdelijke adviescommissie Onderwijs-arbeidsmarkt (commissie Rauwenhoff) (1990). Onderwijs-Arbeidsmarkt: naar een werkzaam traject: advies van de tijdelijke commissie Onderwijs-Arbeidsmarkt. 115 p. ISBN: 90-14-0454-X. Alphen aan den Rijn, Samson H.D. Tjeenk Willink. Statistieken Centraal Bureau voor de Statistiek (1997). Onderwijsmatrix 1996. Voorburg CBS. Centraal Bureau voor de Statistiek (1997). Enquête beroepsbevolking 1996. Voorburg: CBS. ISBN 90-357-2752-5 * Centraal Bureau voor de Statistiek (1998). Statistisch Jaarboek 1998. 588 p. ISBN: 903572634 0. ISSN: 0924-2686. Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Centraal Bureau voor de Statistiek (1998). Kwartaalschrift Onderwijsstatistieken, 1998 I. jaargang 5, nr. 1. Voorburg/Heerlen, CBS. ISSN 1380-3832. * Centre for Educational Research and Innovation (1997). Education at a glance. OECD Indicators 1997. 415 p. ISBN: 92-64-15622-4. Paris: OECD.
101
102
European Commission (1997). Key Data on Vocational Training in the European Union. 132 p. ISBN: 92-828-1322-3. Luxembourg: Office for Official Publications of the European Communities. * Eurostat (1997). Basisstatistieken van de Europese Unie. Vergelijking met de belangrijkste partners van de Unie. 388 p. ISBN: 92-827-8498-3. Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. * ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1996). Voortgezet onderwijs in Cijfers, 1996. 111 p. ISBN: 90 346 32 776. Zoetermeer, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. * ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (1997). Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in kerncijfers 1998. ISBN:90 346 3475 2. Zoetermeer, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (1995) Kwartaalbericht Arbeidsmarkt. Eerste kwartaal 1995. Rijswijk, SZW. 2 INTERNETBRONNEN BVE-net www.bvenet.nl Internetproject van het ministerie van OCenW, gericht op het stimuleren van telematicagebruik in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Met o.a. links naar homepages van ROC’s en ondersteunende instellingen voor het beroepsonderwijs. Centraal Orgaan van de landelijke opleidingsorganen (COLO) www.colo.nl • English homepage • Beroepsonderwijs • Beroepspraktijkvorming Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) www.cbs.nl • Statline, de centrale database van het CBS (ook in het Engels te raadplegen) Max Goote Kenniscentrum Beroepsonderwijs & Volwasseneneducatie www.educ.uva.nl/MGK Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) www.minocw.nl/onderwijs • Rijksbegroting OCenW 1999 (met Engelse samenvatting) • OCenW in kerncijfers 1999 • Ontwerp-Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) 1998 (met Engelse samenvatting) • English description of the dutch education system (Engelstalig) • Education policy in the Netherlands 1994-1996 (Engelstalig) Ministerie van Buitenlandse Zaken www.minbuza.nl • International homepage
Bijlage 4 Begrippenlijst (gebaseerd op COLO- online Beroepsonderwijs Begrippenlijst) Adviescommissie onderwijs arbeidsmarkt (ACOA) De adviescommissie onderwijs arbeidsmarkt adviseert de landelijke organen beroepsonderwijs over de eindtermen van alle opleidingen uit de kwalificatiestructuur. Zij adviseert de minister over de doelmatigheid van de beroepsopleidingen. De commissie bestaat uit drie leden namens de overheid en drie leden namens de landelijke organen beroepsonderwijs, de sociale partners en de scholen. Assistent beroepsbeoefenaar De assistent beroepsbeoefenaar moet onder toezicht een reeks routinematige, eenvoudige werkzaamheden kunnen verrichten die een operationeel, uitvoerend karakter hebben en een beperkt deel van de totale productiecyclus vormen. Het assistentniveau is het eerste niveau van de kwalificatiestructuur. Assistentenopleiding Dit is niveau 1 van de beroepsopleidingen. Er gelden in beginsel geen toelatingseisen en de opleiding duurt minimaal een 1/2 jaar en maximaal 1 jaar. Basisberoepsbeoefenaar De basisberoepsbeoefenaar moet praktisch werk kunnen verrichten dat zelfstandig wordt uitgevoerd binnen de grenzen van aangeleerde of door ervaring verkregen technieken. Een basisberoepsbeoefenaar is een medewerker die vooral uitvoerend werkzaam is op productietechnisch niveau. Basisberoepsopleiding Dit is niveau 2 van de beroepsopleidingen dat opleidt tot basisberoepsbeoefenaar. De opleiding duurt 2 tot 3 jaar. Voorheen was dit de primaire opleiding in het leerlingwezen. Beroepsbegeleidende leerweg Opleidingen van de beroepsbegeleidende leerweg bestaan uit een praktijkdeel van zestig procent of meer van de studieduur. Voorheen heette deze leerweg het leerlingwezen. Beroepskwalificatie Een beroepskwalificatie is een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening. Beroepsopleidende leerweg Opleidingen van de beroepsopleidende leerweg bestaan uit een praktijkdeel van ten minste twintig procent en minder dan zestig procent van de studieduur.
103
104
Beroepsopleiding Een beroepsopleiding richt zich op de kwalificatie voor verschillende niveaus van beroepsuitoefening. De assistentopleiding is gericht op het eerste niveau; de basisberoepsopleiding op het tweede; de vakopleiding op het derde en de middenkader- en specialistenopleiding op het vierde en hoogste niveau van beroepsuitoefening. Beroepspraktijkvorming Van elke beroepsopleiding maakt opleiden in de praktijk van het beroep deel uit. Deze opleiding in de praktijk, de beroepspraktijkvorming, wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen de instelling, de deelnemer en het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van partijen en omvat zaken als: de duur van de overeenkomst, de omvang van de periode van de beroepspraktijkvorming, de begeleiding van de deelnemer, dat deel van de eindtermen dat de deelnemer tijdens de praktijkperiode moet realiseren en de beoordeling daarvan en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. De overeenkomst wordt mede ondertekend door een landelijk orgaan als het om de beroepsbegeleidende leerweg gaat. Beroepspraktijkvorming heeft dus betrekking op zowel het praktijkdeel van de beroepsbegeleidende leerweg als op het praktijkdeel van de beroepsopleidende leerweg. Beroepsprofiel Een beroepsprofiel geeft de essentie aan van een beroep en een omschrijving van de belangrijkste en meest voorkomende activiteiten in de beroepsuitoefening. Het beroepsprofiel bevat een gestructureerde verzameling uitspraken over: de essentie van een beroep of groep van beroepen; de centrale beroepsactiviteiten; de taken en handelingen die als regel in de uitoefening van het beroep voorkomen; de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer. In het beroepsprofiel moet voldoende breedte tot uitdrukking komen. Dat wil zeggen: duurzaamheid, in meerdere bedrijven uit te voeren en in meerdere functies uit te oefenen. Een beroepsprofiel moet zijn gelegitimeerd door de sociale partners van de desbetreffende bedrijfstak. Beroepsprofielen (of andere gelegitimeerde documenten) liggen ten grondslag aan de kwalificaties. BBL Beroepsbegeleidende leerweg BOL Beroepsopleidende leerweg BPV Beroepspraktijkvorming Centraal register educatie en beroepsonderwijs (CREBO) Het Centraal register educatie en beroepsonderwijs is het totaal aan geordende gegevens over de opleidingen uit de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs die door de bekostigde en niet-bekostigde instellingen worden verzorgd. Het CREBO bevat infor-
Begrippenlijst (nieuwe en vernieuwde termen)
matie over de duur, inhoud en niveau van de opleiding, welke instellingen de opleiding aanbieden en welke exameninstellingen de externe legitimering kunnen verzorgen. Het CREBO wordt vastgesteld door de minister van Onderwijs. Certificaat Een certificaat is een krachtens de wet erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de bezitter een omschreven deelkwalificatie heeft behaald. Een behaald certificaat blijft altijd geldig. Overheid en bedrijfsleven erkennen het document. Commissie onderwijs bedrijfsleven (COB) De Commissie onderwijs bedrijfsleven is een commissie van het landelijk orgaan beroepsonderwijs die voor de helft bestaat uit vertegenwoordigers van het onderwijs en voor de andere helft uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Alleen voor landelijke organen met een bipartiet bestuur is een commissie onderwijs bedrijfsleven verplicht. Complexiteit Dit is een van de drie criteria die het niveau van de kwalificatie bepalen. Het geeft de mate aan waarin (beroepsmatige) handelingen gebaseerd zijn op de toepassing en het bedenken dan wel het combineren van (routinematige en standaard-)procedures. De complexiteit van de beroepssituatie wordt hier getypeerd naar de mate waarin van routinematige of niet-routinematige procedures en van nieuwe oplossingsprocedures sprake is. De andere twee criteria zijn transfer en verantwoordelijkheid. Deelkwalificatie Een deelkwalificatie is een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die deel uitmaken van een kwalificatie en benodigd zijn in de beroepsuitoefening, in voortgezette studie of in het maatschappelijk functioneren. Het is een combinatie van eindtermen die, in het licht van de uitoefening van het beroep waarop de opleiding is gericht, een zelfstandige betekenis hebben. In de deelkwalificatie is beschreven wat iemand moet kennen en kunnen om een deel van het beroep vakbekwaam en verantwoord uit te oefenen. Er kunnen drie soorten deelkwalificaties onderscheiden worden: verplichte deelkwalificaties, verplichte keuzedeelkwalificaties (deelkwalificaties waartussen gekozen moet worden ten behoeve van differentiaties) en keuzedeelkwalificaties (deelkwalificaties die een leerling kan kiezen maar niet nodig heeft voor een diploma). De status van een deelkwalificatie is niet vaststaand, maar afhankelijk van de positie in het geheel van een kwalificatiestructuur van een bedrijfstak. Een behaalde deelkwalificatie wordt beloond met een certificaat. Diploma Een diploma is een krachtens de wet erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de bezitter een omschreven kwalificatie behaald heeft. Eindterm Eindtermen zijn als zodanig omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden en in voorkomende gevallen beroepshoudingen, waarover degene die de opleiding voltooit dient te beschikken, met het oog op het maatschappelijk en be-
105
106
roepsmatig functioneren, en die in voorkomende gevallen betekenis hebben voor de doorstroming naar het vervolgonderwijs. Eindtermen zijn voor het onderwijs hanteerbare beschrijvingen van kennis, inzicht, vaardigheden en/of houdingen die minimaal noodzakelijk zijn voor het behalen van een (deel)kwalificatie. De te behalen eindtermen bepalen de inhoud van de (deel)kwalificatie. Eindtermen zijn de officiële eisen die minimaal moeten worden verworven voor het verkrijgen van een diploma of certificaat. Het betreft het minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en/of houdingen. Eindtermendocument Dit document omvat: * een gestructureerde verzameling van eindtermen voor een (combinatie van) kwalificatie(s)/beroepsopleiding(en); * de plaats van de kwalificatie(s)/beroepsopleiding(en) binnen de kwalificatiestructuur van de bedrijfstak; * de indeling in deelkwalificaties en de raakvlakken met aangrenzende opleidingen binnen en/of buiten de bedrijfstak. Eindtermendocumenten worden door de landelijke organen geproduceerd aan de hand van een model of checklist. Format Het format is een uniform, bedrijfstakoverstijgend geheel van ordeningsprincipes voor het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur. Het format vormt het programma van eisen voor het opstellen en onderhouden van de kwalificatiestructuur en de eindtermendocumenten. Kwalificatie Een kwalificatie is een samenstel van deelkwalificaties in het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen, dat voor de uitvoering van een beroep (beroepskwalificering), verdere studie (doorstroomkwalificering) en/of het maatschappelijk functioneren (maatschappelijke/culturele kwalificering) vereist wordt. Kwalificaties zijn primair afgeleid van beroepsprofielen en van instroomprofielen van het vervolgonderwijs en van maatschappelijke en culturele situaties. Er bestaat een onderscheid tussen vereiste en geboden kwalificaties. De vereiste kwalificatie wordt geformuleerd door de sociale partners aan de hand van een beroepenanalyse. Het is het geheel aan kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen dat voor de uitoefening van een beroep wordt vereist. De geboden kwalificatie wordt geformuleerd door de landelijke organen beroepsonderwijs en de commissies onderwijs bedrijfsleven. Het is het geheel aan kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen dat een beroepsbeoefenaar kan aanbieden op de arbeidsmarkt na het behalen van bepaalde kwalificaties. Kwalificatieniveau Een kwalificatieniveau is een aanduiding van het niveau van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer. Onderschei-
Begrippenlijst (nieuwe en vernieuwde termen)
den wordt de assistent beroepsbeoefenaar (niveau 1), de basisberoepsbeoefenaar (niveau 2), de vakfunctionaris (niveau 3), de middenkaderfunctionaris en de specialist (niveau 4). De kwalificatieniveaus zijn geordend in een hiërarchische indeling parallel aan de Europese indeling van kwalificatieniveaus. Het geeft aan op welke niveaus gediplomeerde uitstroom mogelijk is. Kwalificatiestructuur De kwalificatiestructuur secundair beroepsonderwijs is een geordend en samenhangend geheel van op eindtermen gebaseerde kwalificaties en deelkwalificaties die voor het secundair beroepsonderwijs worden onderscheiden. Kwalificaties worden per bedrijfstak of groep van bedrijfstakken geordend. Landelijk orgaan beroepsonderwijs Het landelijk orgaan beroepsonderwijs is werkzaam ten behoeve van beroepsopleidingen die naar hun aard en samenhang tot eenzelfde bedrijfstak of groep van bedrijfstakken behoren. Landelijke organen beroepsonderwijs ontwikkelen en onderhouden de kwalificatiestructuur, bevorderen de kwaliteit van de plaatsen waar beroepspraktijkvorming wordt verzorgd, dragen zorg voor de beschikbaarheid van een toereikend aantal bedrijven en organisaties van voldoende kwaliteit die de beroepspraktijkvorming verzorgen en hebben mede de taak externe legitimering te verzorgen. De minister van Onderwijs stelt de werkgebieden van de landelijke organen vast. De landelijke organen dragen zorg voor een doelmatige en inzichtelijke onderlinge afstemming van werkzaamheden. Leerbedrijf Bedrijf waar de deelnemer het onderricht in de praktijk van het beroep (de beroepspraktijkvorming) krijgt. Het leerbedrijf draagt zorg voor de begeleiding van de deelnemers binnen het bedrijf. Het landelijk orgaan draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van leerbedrijven aan de hand van door het landelijk orgaan vastgestelde criteria. Alleen bedrijven met een gunstige beoordeling van het landelijk orgaan zijn bevoegd beroepspraktijkvorming voor een opleiding te verzorgen. Leerweg Een leerweg is een beschrijving van de wegen waarlangs een kwalificatie behaald kan worden. Onderscheiden wordt de beroepsbegeleidende en beroepsopleidende leerweg. Middelbaar beroepsonderwijs Het geheel van beroepsopleidingen gericht op de theoretische en praktische voorbereiding voor de uitoefening van beroepen. Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), ook wel secundair beroepsonderwijs genoemd, omvat twee leerwegen: de beroepsbegeleidende leerweg en de beroepsopleidende leerweg.
107
108
Middenkaderfunctionaris De eindkwalificaties middenkaderfunctionaris (en specialist) zijn gericht op beroepen waarbij het nemen van verantwoordelijkheid voor planning en/of administratie en/of beheer op een zelfstandige en onafhankelijke wijze aan de orde komen. De kwalificatie biedt perspectief voor zelfstandige ontwikkeling en het snel analyseren van een hoog niveau van vakvaardigheid. Middenkaderopleiding De middenkaderopleiding is het vierde en binnen het secundair beroepsonderwijs hoogste niveau van beroepsuitoefening. De opleiding duurt 3 tot 4 jaar. Onderwijsinstelling De instelling die op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs is erkend voor het verzorgen van onderwijs in de vorm van (beroeps)opleidingen en waarvan het bevoegd gezag de deelnemers de gelegenheid geeft een examen af te leggen. Deze definitie dekt de bekostigde en niet-bekostigde onderwijsinstelling. Opleiding Het geheel van onderwijsactiviteiten dat ten minste tot doel heeft een kwalificatie te realiseren. Praktijkdeel Dat deel van de beroepsopleiding dat in de praktijk van het beroep wordt uitgevoerd, de zogeten beroepspraktijkvorming. Deze kan bestaan uit een of meer praktijkperioden, met of zonder een arbeidsovereenkomst, al dan niet in een reëel loondienstverband. Regionaal opleidingencentrum (ROC) Onderwijsinstelling die het beroepsonderwijs verzorgt. Specialist De eindkwalificaties middenkaderfunctionaris en specialist zijn gericht op beroepen waarbij het nemen van verantwoordelijkheid voor planning en/of administratie en/of beheer op een zelfstandige en onafhankelijke wijze aan de orde komen. De kwalificatie biedt perspectief voor zelfstandige ontwikkeling en het snel analyseren van een hoog niveau van vakvaardigheid. Specialistenopleiding De specialistenopleiding richt zich op het vierde en hoogste niveau van beroepsuitoefening. De opleiding duurt 1 tot 2 jaar nadat het niveau van de vakopleiding is behaald. Stage Onderricht in de praktijk van het beroep, de zogenaamde beroepspraktijkvorming, dat verplicht is in de beroepsopleidende leerweg.
Begrippenlijst (nieuwe en vernieuwde termen)
Transfer Dit is een van de drie criteria die het niveau van de kwalificatie bepalen. Het geeft de mate aan waarin (kennis en) beroepsvaardigheden in andere (beroepsmatige) situaties toegepast kunnen worden. Beroepsbeoefenaren beschikken over kennis en vaardigheden die functie- en beroepsspecifiek zijn, maar ook over kennis en vaardigheden die meer beroepsonafhankelijk zijn. De verwachting is dat functiespecifieke vaardigheden geen of weinig transfer tot gevolg hebben en dat beroepsonafhankelijke vaardigheden in een breder vaardigheidsgebied toepasbaar zijn. De andere twee criteria zijn complexiteit en verantwoordelijkheid. Vakfunctionaris De vakfunctionaris draagt uitdrukkelijk een hiërarchische verantwoordelijkheid: hij of zij controleert en begeleidt het toepassen van geautomatiseerde routines en het toepassen van standaardprocedures door anderen. Voorts combineert of bedenkt de vakfunctionaris, in het licht van werkvoorbereidings- en beheersactiviteiten, procedures. Vakopleiding Niveau 3 van de beroepsopleidingen. Het leidt op tot zelfstandig beroepsbeoefenaar en duurt 2 tot 4 jaar. Voorheen was dit de voortgezette opleiding in het leerlingwezen. Verantwoordelijkheid Dit is een van de drie criteria die het niveau van de kwalificatie bepalen. Het geeft de mate aan waarin beroepsbeoefenaren aanspreekbaar zijn op hun (beroepsmatig) handelen en op de gevolgen daarvan voor het (beroepsmatig) handelen door anderen. Van de beroepsbeoefenaar wordt geëist dat hij/zij de beroepsmatige handelingen met zorg en toewijding uitvoert en daarover verantwoording kan afleggen. De verantwoordelijkheid kan beperkt zijn tot het functioneren binnen het eigen takenpakket, maar kan zich ook uitstrekken tot (het werk van) anderen. De andere twee criteria zijn complexiteit en transfer. Voortgezette opleiding Verouderde term voor de vakopleiding. Vrije ruimte De ruimte binnen de totale opleidingstijd die bedrijven en scholen naar eigen behoefte kunnen invullen met activiteiten die niet gericht zijn op het realiseren van de landelijk vastgelegde eindtermen. Onderdelen in de vrije ruimte worden niet landelijk erkend. De vrije ruimte biedt mogelijkheden voor onderdelen zoals regionale toespitsingen, technische ontwikkelingen, experimentele onderdelen voor de opleiding en bedrijfsspecifieke onderdelen. De vrije ruimte bestaat uit minimaal 10 procent van de brutostudiebelasting ofwel op jaarbasis minimaal 160 uur. Maximaal mag dit 20 procent zijn.
109
110
Zwaarte-aanduiding Per kwalificatie is de totale nominale studiebelasting uitgedrukt in tijd (studiebelastingsuren). De brutostudiebelasting is de norm van studiebelasting die een leerling per opleidingsjaar aan kan (1 600 uur per opleidingsjaar). De verhouding tussen brutogewicht en nettogewicht is de hoeveelheid studietijd (nettogewicht) die beschikbaar is voor het realiseren van de landelijk vastgestelde eindtermen, plus de hoeveelheid studietijd bestemd voor vrije ruimte. De nettostudiebelasting bedraagt minimaal 80 procent van de brutostudiebelasting en de vrije ruimte minimaal 10 procent van de brutostudiebelasting.
CEDEFOP — Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding Beroepsonderwijs en scholing in Nederland Trudy Moerkamp, Jeroen Onstenk SCO — Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen 2000 — 110 blz. — 21,0 x 29,7 cm ISBN 92-828-7628-4 Cat. nr.: HX-22-99-862-NL-C Prijs in Luxemburg (exclusief BTW): EUR 18,50
Nr. publicatie: 7008 NL
5 16 HX-22-99-862-NL-C
Tel. (30-31) 490 111 Fax (30-31) 490 020 E-mail:
[email protected] Homepage: www.cedefop.eu.int Interactieve website: www.trainingvillage.gr
4
Postadres: PO Box 22427, GR-55102 Thessaloniki
CEDEFOP
CEDEFOP — Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding Europe 123, GR-57001 THESSALONIKI (Pylea)
Beroepsonderwijs en scholing in Nederland
Prijs in Luxemburg (exclusief BTW): EUR 18,50
ISBN 92-828-7628-4
BUREAU VOOR OFFICIËLE PUBLICATIES DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN L-2985 Luxembourg
7008 NL
9 789282 876282 >