LIJST BIOBOEREN
����������������������� BIJLAGE 1
2
BIIJLAGE 1:
OVERZICHT BIOBOEREN
BIJLAGE 1: OVERZICHT BIOBOEREN Dit overzicht vermeldt Vlaamse bioboeren die bereid zijn om leerlingen op hun boerderij te ontvangen. Ze zijn gerangschikt per provincie, volgens postcode. Op sommige boerderijen kunnen leerlingen de handen uit de mouwen steken. Deze mogelijkheid wordt weergegeven met een icoontje:
þ o
´
ja, helpen kan neen, helpen kan niet misschien, helpen kan misschien na overleg met de bio-boer
Het is altijd mogelijk dat de bioboer je niet kan ontvangen, bv. door plotse werkzaamheden op de boerderij bij goed weer. Dat is eigen aan biologisch boeren, waar natuurelementen en weersomstandigheden het dagelijkse werk sterk mee bepalen. Omdat boeren hun tijd investeren in een klasbezoek vragen de boeren meestal een vergoeding. De richtprijs is 2,5 per leerling. Bepaalde gegevens (telefoon, gsm, e-mail...) kunnen soms snel veranderen. Dank bij voorbaat om dit te melden op www.biometklasse.be Op die manier blijft de website actueel.
BIIJLAGE 1:
OVERZICHT BIOBOEREN
3
4
BIIJLAGE 1:
OVERZICHT BIOBOEREN
Vlaams-Brabant Jean-Pierre De Leener groenten Bezemstraat 260 1600 Sint-Pieters-Leeuw 0476 98 42 25
[email protected] þ
Druiven Soniën Witherendreef 100 a 3090 Overijse 02 657 92 45 - 0474 78 22 51
druiven wijn
Jan Martens Walenstraat 13 3110 Rotselaar 016 44 52 23 - 0476 73 60 37
[email protected]
akkerbouw rabarber
Jos Vandeweyer Kriekelswarande 1 bis 3290 Schaffen 013 33 68 78
melkvee
PPK Roosdaal aardbeien Molenstraat 26 kleinfruit 1760 Roosdaal 054 32 08 46 - 047 74 21 48 þ
[email protected]
Jan en Patrick Van der Velpen Opvelpstraat 45 3360 Bierbeek 016 46 59 86 - 0477 66 43 52
[email protected]
fruit
Luc Tierens Opdorpstraat 18 1840 Malderen 052 34 22 20 - 0476 63 52 09
[email protected]
groenten akkerbouw
Paul Janssens Rode 26 a 3380 Glabbeek 016 77 91 87
[email protected]
fruit
Den Diepen Boomgaard Rijkenhoekstraat 80 1850 Grimbergen 02 270 00 35
[email protected]
groenten bakkerij
Marcel de Jong Kasteellaan 6 3450 Geetbets 0474 98 27 68
[email protected]
groenten kleinfruit
De Wikke Wonen en Werken Vaartkom 12 3000 Leuven 016 47 48 01 - 0474 74 39 91
[email protected]
groenten
Reinroods Bio Fruit Reinrode 77 a 3460 Assent 0496 80 05 07 - 0494 89 74 42
[email protected]
fruit
Wriemeling Drogenbosstraat 6 bus 1 3020 Veltem-Beisem 016 60 64 54
[email protected]
groenten
Fruitbedrijf Vogelsanck Driesstraat 56 3461 Bekkevoort 016 63 57 99 - 0475 73 13 43
[email protected]
fruit
De Appelfabriek Wolfshaegen 145 3040 Neerijse 016 47 27 81 - 0495 45 65 05
[email protected]
fruit fruitsap
Paul Eylenbosch Sollenberg 3 1654 Huizingen 02 356 77 09
akkerbouw neerhofdieren
Luc Pauwels Kruisstraat 2b 1740 Ternat 02 582 33 80 - 0497 61 33 76
akkerbouw groenten
þ
þ
o
o
o
þ
o
o
o
o
o
´
o
o
þ BIIJLAGE 1:
OVERZICHT BIOBOEREN
5
Antwerpen Ludo Van Alphen Solfstraat 6 2040 Berendrecht 03 568 03 86 - 0475 61 01 35
schapen
Natuureducatief Centrum Langendijk 17 2220 Hallaar 015 24 89 47
[email protected]
mestvee schapen
Coeck bvba Westmeerbeeksesteenweg 99a 2230 Ramsel 016 69 79 24
groenten
De Keerskorf Madestraat 13 2230 Ramsel 016 57 21 73 - 0478 62 69 38
groenten
Zuivelhoeve Oude Baan 21 2230 Herselt 014 54 14 45
[email protected]
legkippen
Rita Van Dyck Heiakker 22 2340 Beerse 03 311 58 85
varkens
De Sprong vzw Antwerpseweg 1 2440 Geel 014 58 09 91
schapen
´
o
o
o
´
´
Bioboer Busschots Mechelbaan 133 2500 Koningshooikt 03 482 16 32 - 0477 46 98 37
[email protected]
groenten fruit
Jeroen Bockx Oostmalsesteenweg 67 2520 Emblem 03 489 08 77 - 0496 65 76 90
[email protected]
groenten fruit
Dirk en Ilse ‘s Jongers Groenenhoek 56 2630 Aartselaar 03 887 57 71
[email protected]
melkvee
Szvarvany nv Hoeveweg 4 2800 Mechelen 015 55 11 47
groenten fruit
De Dobbelhoeve Goorstraat 43 2970 Schilde 03 383 07 82
[email protected]
groenten zuivel
De Groene Boerderij Akkerveken 3 2990 Wuustwezel 03 667 16 36 - 0495 57 38 75
[email protected]
varkens schapen geiten
‘t Wanthof Wanthofstraat 51 3740 Rosmeer-Bilzen 012 45 68 10
[email protected]
melkvee
Natlandhoeve bvba Stokstraat 2 3800 Zepperen (Sint-Truiden) 011 69 24 63 - 0494 07 19 39
[email protected]
rundvee
Gallinero Kleinaartstraat 32 3832 Ulbeek 012 74 14 82
[email protected]
groenten fruit pluimvee
´
þ
þ
þ
þ
o
þ
Limburg Stichting Ommersteyn de Schiervellaan 1 a 3650 Dilsen-stokkem 089 61 59 63 - 0478 29 36 97
geiten
De Wroeter Sint-Rochusstraat 8 3720 Kortessem 011 37 52 92
[email protected]
groenten
Edith Boënne Mielestraat 28 3770 Val-Riemst 012 45 33 57
[email protected]
groenten en fruit
6
o
þ
o BIIJLAGE 1:
OVERZICHT BIOBOEREN
þ
o
´
West-Vlaanderen Johan Martens Beverhoutstraat 21 8020 Oostkamp 050 79 19 11
[email protected]
kippen
Philip Vermeulen Tuinbouwstraat 2 a 8020 Ruddervoorde 050 27 69 97
[email protected]
glastuin kippen
De Zaaier korte Akkerstraat 2 8020 Ruddervoorde 050 27 02 44
groenten schapen
Augustijnenhof Diepstraat 14 8210 Loppem 050 20 11 44
groenten
Klokhofstede Pardoenstraat 12 8460 Oudenburg 059 51 92 21 - 0473 39 26 70
[email protected]
geiten
Pol Hanssens Gaverstraat 2 8560 Wevelgem 056 41 04 35
[email protected]
groenten aardbeien
De Groene Grond Steenstraat 5 8600 Esen 051 56 70 50
[email protected]
groenten
Werkperspectief vzw Sparkevaardekenstraat 4 8600 Diksmuide 051 51 05 72 - 0473 68 17 91
[email protected]
akkerbouw kruiden fruit
o
´
o
´
o
o
o
Purfruit Neerhoek 7 8720 Oeselgem 09 388 37 74
[email protected]
fruit
Lochting -Dedrie Oude Stadenstraat 15 8800 Roeselare 051 20 84 38
[email protected]
groenten kleinfruit
þ
þ
PCBT vzw akkerbouw Ieperseweg 87 groenten 8800 Beitem 051 27 32 00 o
[email protected] ‘t Wilgenroosje Ommegang West 22 8840 Staden 0473 29 15 92
´
Tuinsappen Lombarts Calville Slijpstraat 1 8902 Voormezele 057 36 30 20 - 0485 36 69 42
[email protected]
fruit fruitsap
‘t Rusthof Kattestraat 2 8920 Poelkapelle 057 48 95 31 - 0476 46 17 60
[email protected]
groenten
´
þ
Bio-bedrijf Hebben - Van Driessche groenten Singel 8 8970 Poperinge 057 33 71 08 - 0476 31 78 33
[email protected] þ
þ
Oost-Vlaanderen Puur Natuur Kalishoekstraat 93 9120 Melsele 03 775 60 16
[email protected]
groenten kippen vethaantjes
þ BIIJLAGE 1:
Theresiahoeve Bralstraat 3 9130 Verrebroek 03 773 43 90 - 0487 27 73 99
[email protected] OVERZICHT BIOBOEREN
akkerbouw varkens groenten
´ 7
De Teerling Daknamdorp 89 b 9160 Daknam 09 348 62 28
[email protected]
groenten
Emma De Schepper Spelonckvaart 30 9180 Moerbeke-Waas 09 346 89 91
[email protected]
groenten varkens rundvee
Geert Van Laere Zandvoortstraat 10 9200 Grembergen 0486 51 85 10
melkvee vlees
Sociale Werkplaats De Loods Alfred Nichelsstraat 14 9300 Aalst 053 77 65 72
[email protected]
groenten kruiden
De Waalhoeve Keienberg 10 9404 Aspelare 054 32 48 13
[email protected]
melkvee
De Boom bvba Groenlaan 66 9550 Herzele 053 62 20 68
[email protected]
bioslager schapen
Persijn FV Kamstraat 18 9550 Sint-Antelinks 054 50 15 40
[email protected]
groenten
Filip Renaer Sint-Lievensplein 10 9550 Herzele 054 50 04 64
[email protected]
melkvee
De Kollebloem Gaverland 34 9620 Erwetegem 09 360 93 22 - 0474 43 15 41
[email protected]
groenten
Marc Van Der Hauwert Borstekouterstraat 2 a 9630 Zwalm-Borst 055 49 69 27
witloof
8
þ
þ
o
´
´
o
o
þ
þ
o BIIJLAGE 1:
De Carmillekenshoeve Steenweg 19 9661 Parike 055 42 25 17
groenten
Gastvrije Aarde Koekoekstraat 17 9667 Sint-Kornelis-Horebeke 055 49 87 91
[email protected]
groenten
Tuinbouwpraktijkcentrum Tivoli Tivoli 98 9700 Oudenaarde 055 31 23 52
[email protected] o
fruit tomaten
o
´
PCG groenten Karreweg 6 9770 Kruishoutem 09 381 86 86 o
[email protected] De Wassende Maan Beekstraat 35 9800 Astene 09 386 82 14
[email protected]
groenten
De Kruidenfamilie Meerlaanstraat 24 9860 Balegem 09 360 37 18
[email protected]
kruiden
Humus bvba Zaubeekstraat 227 9870 Zulte 09 388 73 85 - 0472 97 02 77
[email protected]
akkerbouw groenten
De Zwaluw Verbindingsweg 66 9920 Lovendegem 09 372 77 84
[email protected]
melkvee kippen
De Spiegelhoeve Spiegelstraat 4 a 9940 Ertvelde 09 357 27 47
[email protected]
geiten
‘t Livinushof Molenkreekstraat 3 9981 Sint-Margriete 09 379 81 21
[email protected]
akkerbouw groenten
OVERZICHT BIOBOEREN
o
o
þ
o
o
þ
RECEPTEN
����������������������� BIJLAGE 2
Deze recepten komen uit de volgende boeken: - Handboek Ecologische Voeding, Diana Lauwers, Velt, Berchem, 2004. - Wat eten we vandaag? Gezond en lekker eten met kinderen van twee tot zestien jaar, Vreni De Jong, Christofoor, Zeist, 1993. - De vegetarische studentenkookgids, Veltman Uitgevers, Utrecht, 2005. www.veltman-uitgevers.nl.
2
BIJLAGE 2: RECEPTEN
INHOUD Een volwaardig menu met biologische producten
4
Warm buffet Eenpansgerecht van gierst met groenten Knolselderburger Groenteflappen Groene rijstsalade Penne met tuinbonen en feta Gestreepte macaroni met kaas Aardappelcurry Broodje met paprikaomelet Falafel of vegetarische pita Linzensalade met spinazie Tofuburger
5 6 6 7 7 8 8 9 9 10 10
Soepen Venkelsoep met tomaat en look Koolrabisoep met waterkers Komkommersoep Romige pompoensoep Rodebietensoep Groen soepje met broccoli Preisoep met linzen en kerrie
11 11 12 12 13 13 13
Hapjes Bloemen van winterpeen of daikon (Japanse rettich) Toastjes met eiersalade Tomaatjes met wilde-kruidenkwark Guacamole of avocadoboter Notenpasta met appel of ander fruit Groentespiesjes Dipsausjes voor bij de groentespiesjes Yoghurtmayonaise Kerriemayonaise Cocktailsaus Fetasaus Zebra’s met kwark en stroop Fruitspiesjes Fruitspiesje met kwarksaus Fruitspiesje met vruchtencoulis
21 21 21 22 22 22 23 23 23 23 23 24 24 24 24
Dranken Verwarmend winterdrankje: glühwein Verfrissend zomerdrankje: kruidenpunch Limonade Energiestoot Moeder natuur Fris rood drankje Appel-druivensap
25 25 25 26 26 26 26
Salades Voorjaarssalade met wilde kruiden Saladetorentje van aardbeien, avocado en citroen Kruidige komkommersalade Salade van kerstomaatjes met olijven en basilicum Mexicaanse salade Avocadosaus Slaatje met broccoli en gekiemde peulvruchten Slaatje van waterkers met witloof Salade van knolselder met appel Salade van rode biet met appel
15 15 16 16 17 17 17 18 18 18
Desserts Zomerfruitsalade Bananenmousse Peertje gestoofd in druivensap Cake met appel Rijstpudding met vruchtensaus
19 19 19 20 20
BIJLAGE 2: RECEPTEN
3
EEN VOLWAARDIG MENU MET BIOLOGISCHE PRODUCTEN INTRO Gezond is in. Te pas en te onpas worden we geconfronteerd met gezonde
voedingsregels. De officiële voedingsleer stelt al jaren dat er wat mis is met de westerse voeding. Meer en meer groeit het besef dat er een relatie is tussen hoe je leeft, wat je eet en je gezondheid.
ECOLOGISCHE Ecologische voeding sluit aan bij de voorschriften van de moderne VOEDING voedingswetenschap en voegt daar nog principes aan toe: • • • • •
keuze keuze keuze keuze keuze
voor voor voor voor voor
biologische ingrediënten; seizoensgebonden producten; weinig verpakkingsafval; producten van dichtbij; een vleesarme of vegetarische voeding.
De recepten die je in deze bundel vindt, zijn hierop gebaseerd.
GRANEN Je zal merken dat granen prominent aanwezig zijn in de recepten.
Zo kennen we rijst, tarwe, maïs, rogge, gerst, haver, gierst, spelt, boekweit en quinoa. Granen kunnen in z’n geheel (de volle korrel) gekookt worden, ze worden ook gemalen tot meel (voor brood, pannenkoeken, enz) of geplet tot vlokken (maïs, haver, rijst, boekweit…) We hebben het hier natuurlijk over volle granen, niet de industrieel bewerkte granen, zoals witte rijst of ontbijtgranen. Omdat niet iedereen zo vertrouwd is met granen, vind je hieronder enkele algemene tips voor het bereiden van granen.
Granen koken, volle korrel Het bereiden van granen is afhankelijk van vier factoren: • de hardheid van de graankorrels zelf: rijst en gierst zijn harder dan boekweit of quinoa • de hoeveelheid water die je gebruikt: hoe meer water je gebruikt, hoe platter de granen kunnen koken. • de kooktijd: hoe langer je iets kookt, hoe platter • de kookpot: • in een gewone pot met deksel: je kookt het best eerst het water en daarna voeg je er de granen aan toe. • snelkookpan: dit is het makkelijkst. Je doet water en granen in de pan, deksel erop, aan de kook brengen op hoog vuur. Als het water kookt, sist het ventieltje. Op een laag vuurtje warm houden tot het gaar is (een half uur tot 3 kwartier). Je kan drie bereidingen toepassen: • veel water, lange kooktijd (granenpap) • een vaste pap: 2 hoeveelheden water op 1 hoeveelheid granen • de harde korrel: 1,6 hoeveelheid water op 1 hoeveelheid granen (je proeft de korrel nog) Meestal voegen we een halve theelepel zout toe, maar dat is niet echt nodig. Je hoeft je niet te beperken tot het eten van 1 graansoort. Zo kan je boekweit met rijst combineren, of gierst, rijst en tarwe samen koken. Heel lekker. Na een beetje oefenen ben je snel een goeie kok.
4
BIJLAGE 2: RECEPTEN
WARM BUFFET 40
4
MINUTEN
PERSONEN
1 el olie 1 flinke prei, schoongemaakt, in 1,5 cm dikke stukken gesneden 500 g wortel of een andere stevige groente, in 1 cm dikke plakjes of blokjes gesneden 300 g gierst 6 dl bouillon 2 tl zout 1 tl gestampte korianderzaadjes of 1 tl kerrie 2-3 el peterselie, fijngeknipt
Eenpansgerecht van gierst met groenten De korte kooktijd van gierst is gelijk aan de kooktijd van de meeste stevige groentesoorten, alles kan in een pot op het vuur. Wel oppassen voor aanbranden: gebruik een pan met goed sluitend deksel, houd het vuur laag en controleer af en toe of er nog voldoende vocht in de pan zit. Serveer met een schaaltje geraspte kaas of gebakken of geroosterde zonnebloempitten en eet er een frisse bladsla bij. Geschikte groentesoorten zijn: - zomerbietjes in combinatie met bloemkoolroosjes - wortel met broccoli in roosjes - worteltjes in stukjes met verse erwtjes - sperziebonen, tuinbonen of snijbonen met tomaten (het vruchtblees in blokjes gesneden en uitgelekt, de laatste 5 minuten meekoken) - wortel met kleine spruitjes - pastinaak met koolraap - courgette met rode paprika Verwarm in een ruime pan met dikke bodem de olie met de prei en smoor hem op een matig vuur tot hij begint te slinken. Doe er ook de wortels bij en schep alles een paar tellen om tot alles lekker ruikt, maar nog niet aanbakt. Giet de bouillon erop en voeg de gierst toe. Laat alles aan de kook komen. Temper het vuur en laat, toegedekt, zachtjes 25 minuten koken. Proef of het graan en ook de groenten gaar zijn. Schep nu het zout en de kruiden erdoor en laat de pan, van het vuur af en toegedekt, nog vijf minuten staan. Bron: Wat eten we vandaag?
BIJLAGE 2: RECEPTEN - WARM
BUFFET
5
35
4
MINUTEN
STUKS
1 knolselder van 500 g 1 tl zout een snufje venkelzaad ca. 100 g belegen kaas, in 3 mm dunne plakjes gesneden ca. 10 g boter of een el olie 4 el zonnebloempitten
Knolselderburger Groente en eiwitrijk bijgerecht tegelijk; vlug en makkelijk gemaakt en lekker pittig. Knolselderburgers zijn grotendeels van tevoren klaar te maken. Snijd uit het midden van de knolselder 4 mooie plakken van ruim 1 cm dik en schil ze met een dunschiller. Leg de schijven met het zout en het venkelzaad in een pan en giet er zoveel kokend water op dat ze net onderstaan. Doe het deksel op de pan en laat alles koken. Laat de knolselderschijven 8 tot 10 minuten krap gaar worden. Haal ze uit het kookwater en snijd de plakken voorzichtig overdwars in twee helften. Laat de helften op elkaar liggen. Snijd de plakjes kaas op maat en beleg er de onderste helft mee; laat rondom een halve centimeter vrij. Leg de bovenste helft er weer op. Laat in een grote koekenpan vier klontjes boter smelten en leg hierop telkens een eetlepel zonnebloempitten. Leg hierop de selderijschijven en bak ze op een matig vuur aan beide kanten heel licht bruin. De kaas is intussen gesmolten en plakt de schijven dicht, de pitten zijn geroosterd. Leg de schijven op de voorverwarmde borden en strooi de in de pan achtergebleven pitten erover. Bron: Wat eten we vandaag?
50
4
MINUTEN
STUKS
Kant-en-klaar bladerdeeg voor flappen of taarten (eventueel diepgevroren) 1 taartbodem voor vier flappen (snijd de bodem in vier gelijke delen) of vier vierkante lapjes deeg
Groenteflappen Leg op de helft van elk lapje een portie vulling. Laat daarbij 1 cm van de rand vrij en besrijk deze met wat losgeklopt eiwit of met water. Klap de flap dicht en druk de randen voorzichtig aan. Leg de flappen op de bakplaat en bestrijk ze met melk of eierdooier. Verwarm de over voor. Als je wat deeg over hebt, kan je dit uitrollen en er vormpjes uit steken om er de flappen mee te versieren (met ei of water erop plakken). Prik met een vork een paar keer in de bolle bovenkant van de flappen om scheuren te voorkomen. Bakken: ca. 25 minuten bij 220°, middelste richel. Bron: Wat eten we vandaag?
Mogelijkheden voor de vulling (per flap): • 4 eetlepels gesnipperde, gestoomde prei en een snuifje rozemarijn(poeder) en eventueel 1 el gemalen kaas; • 4 el gesnipperde gebakken champignons, snuifje tijm en extra peper en eventueel wat fetakaas; • 4 el gesnipperde courgette, kort gebakken in look en olijfolie; • 4 el geraspte, geblancheerde worteltjes en bieslook; • 4 el fijngeprakte gerookte tofu en provençaalse kruiden; • 4 el gesnipperde gerookte zalm en dillegroen.
6
BIJLAGE 2: RECEPTEN - WARM
BUFFET
60
4
MINUTEN
PORTIES
2 koppen volle rijst 200 g broccoli 150 g warmoesbladeren 4 pijpuitjes ca. 150 g manouri (witte schapenkaas) 1 el olijfolie 2 el gehakte peterselie (kruiden)zout Voor de roomvinegrette: 1 el (soja)room 6 el neutraal smakende olie 1 el citroensap snuifje dragon (kruiden)zout peper
Groene rijstsalade Een salade met een zachte smaak. Maak de roomvinaigrette. Meng zout en citroensap en voeg al roerende de olie en de room toe. Kruid met een weinig peper en dragon. Kook de rijst gaar volgens het basisrecept. Stoom de broccoli beetgaar. Gebruik van de warmoes enkel de bladeren en bewaar de stengels voor een ander gerecht. Snipper de pijpui. Verhit de olijfolie. Fruit de pijpui. Voeg na 1 minuut de warmoes bij de ui. Voeg een bodempje water toe en laat zachtjes stoven (4 minuten). Laat de warmoes uitlekken. Hak de warmoes vervolgens fijn. Verdeel de broccoli in zeer kleine roosjes. Meng peterselie, warmoes, broccoliroosjes en rijst. Roer de vinaigrette erdoor. Kruid bij, indien nodig. Serveer lauw of koud en verbrokkel de kaas over de salade. Variante: warmoes kan je vervangen door spinazie of brandneteltoppen. Merk op: als je dit gerecht maakt met een rest gare rijst is het gerecht heel wat sneller klaar. Bron: Handboek ecologische voeding
30
4
MINUTEN
PORTIES
400 g penne 400 g prinsessenbonen 100 g zongedroogde tomaten in olie, uitgelekt en grof gesneden een handvol gemengde kruiden (zoals dragon, kervel of bieslook), grof gehakt 100 g feta, in grove blokjes zwarte peper
Penne met tuinbonen en feta Kook de pasta volgens de instructies op het pak en laat hem goed uitlekken. Stoom intussen de prinsessenbonen 4-5 minuten in een andere pot. Laat ze uitlekken en spoel ze af met koud water. Meng alle ingrediënten voor de dressing met een flinke mespunt peper en zout in een kommetje. Doe de bonen in een schaal en roer de pasta, tomaten en kruiden erdoor. Schep de dressing door de pasta, strooi er wat zwarte peper over en meng de feta erdoor. Meteen opeten! Bron: De Vegetarische studentenkookgids
Dressing: 4 el olijfolie 2 el balsamicoazijn 1/2 tl mosterd
BIJLAGE 2: RECEPTEN - WARM
BUFFET
7
25
4
MINUTEN
PORTIES
130 g macaroni 100 g broccoliroosjes 1 wortel, gesneden 50 g maïs uit blik 15 g boter 15 g bloem 2 dl melk 1 tl mosterd 100 g belegen kaas, geraspt 1 el broodkruim
Gestreepte macaroni met kaas Kook de pasta volgens de instructies op het pak. Stoom intussen de broccoli en wortel beetgaar. Voeg de maïs toe. Smelt de boter in een pan. Roer met een garde de bloem erdoor en laat deze in 1 minuut gaar worden. Roer er geleidelijk de melk door en breng alles al roerend aan de kook. Blijf roeren tot de saus dik en glad is. Meng de mosterd en 160 g kaas erdoor. Roer tot de kaas gesmolten is en neem de pan van het vuur. Laat de macaroni uitlekken en roer de saus erdoor. Schep 2/3 van de macaroni in een ovenschaal (als je een glazen schaal gebruikt, kun je de laagjes zien). Verdeel de wortel, broccoli en maïs er in laagjes op. Schep tot slot de resterende macaroni erop. Als je beschikt over een oven: strooi de resterende kaas en het broodkruim erover en zet de schaal 5 minuten onder een hete grill tot de bovenkant goudbruin is. Bron: De vegetarische studentenkookgids
30
4
MINUTEN
PORTIES
7,5 dl kokosmelk 400 g aardappels, geschild en in gelijke stukjes gesneden 50 g geroosterde pinda’s, grof gehakt 1 grote ui, gesnippperd 5 el water 80 g bruine suiker 2 tl zout Currypasta: 3 kardemonpeulen 1 tl korianderzaad 1 tl komijnzaad 2 kruidnagels 6 kleine rode chilipepers 2 teentjes knoflook, gehalveerd 1 tl kaneel 1 cm gemberwortel, geschild en gehakt 3 sjalotten, gesnipperd 1 stelgel citroengras, gehakt het sap van 1/2 limoen
8
Aardappelcurry Maak eerste de currypasta. Haal de zaadjes uit de kardemonpeulen en rooster de zaadjes met het koriander-, komijnzaad en de kruidnagels 2 minuten in een koekenpan zonder olie. Doe de geroosterde specerijen in een keukenmachine en pureer ze tot een dikke pasta met de resterende ingrediënten voor de currypasta. Verhit de kokosmelk in een grote pan en voeg 2 el currypasta toe. Roer goed en breng het mengsel aan de kook. Draai het vuur lager, doe de aardappel in de pan en kook ze 6 minuten. Voeg de pinda’s, ui, suiker, het water en zout toe. Roer goed zodat de suiker oplost en laat alles al roerend 5 minuten zachtjes koken. Draai het vuur hoger en laat het mengsel koken tot de aardappels gaar zijn. Heerlijk met naanbrood of rijst en een salade. Bron: De vegetarische studentenkookgids
BIJLAGE 2: RECEPTEN - WARM
BUFFET
20
4
MINUTEN
STUKS
Broodje met paprikaomelet Een kleurrijk ogend broodje dat ook erg leuk is bij een picknick of buffet. Maak de groenten schoon en snij de paprika’s in kleine stukjes. Klop de eieren los en kruid ze met zout, peper en paprikapoeder. Verwarm de olijfolie in de pan en bak de paprika’s op een zacht vuur beetgaar. Giet de eieren erover en bak een omelet. Haal de omelet uit de pan en steek er met een glas rondjes uit of simpeler: verdeel ze gewoon in vier. Leg tussen elk broodje een blad krulsla en een rondje ei.
4 ronde bruine broodjes 1 rode paprika 1 groene paprika 4 blaadjes krulsla 4 eieren 1 el olijfolie (kruiden)zout peper 1/2 tl paprikapoeder
Bron: Handboek ecologische voeding
75
8U
4
MINUTEN
WEEKTIJD
STUKS
4 pitabroodjes 200 g kikkererwten 2 wortelen 1/2 ijsbergsla 1/2 citroen 100 g kiemen (bv. fenegriek) 1 teentje look 1 tot 2 el sesampasta (tahin) looksaus (kruiden)zout 1/2 tl paprikapoeder peper Voor de looksaus: 2 teentjes look 3 el yoghurt 2 el mayonaise
Falafel of vegetarische pita Laat gedroogde kikkererwten eerst een nacht (of langer) weken in koud water. Neem hiervoor een niet te klein recipiënt want ze verdubbelen haast in volume. Door het weken wordt de kooktijd verkort. Doe daarna het weekwater weg (dit is beter voor de verteerbaarheid) en breng de kikkererwten aan de kook in ruim koud water zonder zout (met een takje bonenkruid bijvoorbeeld) en laat ze zachtjes gaar pruttelen. Giet vervolgens het kookwater af en laat de gare peulvruchten uitlekken. Om stuk koken te voorkomen wordt zout pas op het einde van de kooktijd toegevoegd. Je kan een snelkookpan gebruiken; de kooktijd wordt hierdoor ongeveer gehalveerd. Maak de looksaus: pers de look. Meng alle ingrediënten. Variante: voeg 1 eetlepel gehakte bieslook toe. Rasp intussen de wortelen en snij de sla fijn. Mix de gare kikkererwten met de look, sesampasta, citroensap en de kruiden tot een gladde massa. Warm de pitabroodjes in de oven of in een toaster. Vul de broodjes met geraspte wortelen, kiemen, fijngesneden sla en kikkererwtenpasta (hummus). Geef er looksaus bij. Variante: in het traditionele recept worden de pitabroodjes gevuld met warme kikkererwten-kroketjes. Rol kleine balletjes van de kikkererwten-pasta. Rol ze door losgeklopt eiwit en paneermeel en frituur ze. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - WARM
BUFFET
9
30
1U
4
MINUTEN
MARINEREN
STUKS
4 ronde broodjes 4 plakken rooktofu (± 300 g) 50 g kiemen 1 grote tomaat 4 slablaadjes 1 eiwit paneermeel 4 el mayonaise 2 el olijfolie
100
4
MINUTEN
PORTIES
300 g gekookte linzen (100 gram ongekookt) 1 kleine ui, overdwars in flinterdunne ringetjes geschaafd 1 knoflookteentje zeer klein gesneden 1 el citroensap of 2 el sinaasappelsap 2 tl mosterdzaad 1 mespunt zout 3 el olie 200 g jonge spinazie, gewassen en droog geslingerd 1 el lavas, bonekruid of andere verse tuinkruiden 200 g wortel 25 g geroosterde amandelstaafjes
Tofuburger Was de sla en laat hem uitlekken. Was de tomaat. Snij de tomaat in schijfjes. Snij de tofu in plakken van ongeveer 1 cm dik. Steek met een glas of ronde steekvorm rondjes uit de tofu. Strooi wat paneermeel op een plat bord. Giet het eiwit in een diep bord en klop het los met een vork. Haal de tofu eerst door het eiwit en daarna door het paneermeel. Verhit de olijfolie in een pan en bak de tofuplakjes goudbruin. Bestrijk de broodjes langs beide zijden met een dun laagje mayonaise. Leg er een blad sla, het warme tofurondje, wat kiemen en een schijfje tomaat op. Variante 1: leg nog een plakje jonge kaas bovenop het tofurondje. Variante 2: verwarm de broodjes voor je ze belegt. Bron: Handboek ecologische voeding
Linzensalade met spinazie Laat je niet afschrikken door de bereidingstijd, want dit gerecht laat je ten minste 1 uur rusten halverwege de bereiding. Een feestelijke, zomerse maaltijdsalade, die je bijna helemaal van tevoren kan klaarmaken. Verse bruine boterhammen met boter smaken er heerlijk bij. Of zonnebloempitten. Kook de linzen +/- 35 minuten in ruim water. Laat de linzen zeer goed uitlekken en doe ze in een schaal. Leg de ui en knoflook erop. Klop de ingrediënten van het tweede blokje in de genoemde volgorde tot een smeuïg sausje en giet dit over de linzen. Schep alles goed door elkaar, maar maak er geen puree van. Laat op een koele plaats (niet in de koelkast) ten minste 1 uur staan. Maak op een platte schaal een krans van de mooiste spinazieblaadjes. Snijd vlak voor het opdienen de rest van de spinazie in smalle reepjes en meng ze, samen met de verse kruiden, door de linzen. Leg de linzensalade in de spinaziekrans. Rasp de wortels fijn en leg ze met behulp van een ijspollepel of eetlepel op de spinaziekrans. Strooi over alles de nootjes. Variatie: Vervang de spinazie door de groene bladeren van ijsberg- of kropsla, het binnenste van een stronk andijvie of in de winter door 100 g winterpostelein of veldsla. Bron: Handboek ecologische voeding
10
BIJLAGE 2: RECEPTEN - WARM
BUFFET
SOEP Serveer soep met een boterham en iedereen heeft goed gegeten!
35
4
MINUTEN
PERSONEN
2 tot 3 kleine koolrabi’s 100 g waterkers 1 dl (soja)melk groentebouillon naar smaak peper
40
4
MINUTEN
PERSONEN
Koolrabisoep met waterkers Schil de koolrabi’s en hak ze in grove stukken. Kook ze in wat water gaar. Hak de waterkers fijn. Voeg bouillon en meer water bij de soep en breng aan de kook. Voeg de waterkers toe. Mix de soep. Voeg ook de melk toe. Breng de soep op smaak. Bron: Handboek ecologische voeding
Zomersoep met verse basilicum Een stevige soep met een heerlijk aroma
100 g doperwtjes (200 g ongedopt) 100 g tuinbonen (ca. 200 g ongedopt) 100 g prinsessenboontjes 100 g courgette 100 g prei 1 sjalot 100 g wortel 2 teentjes look 50 g twee- of driekleurenpasta 12 kerstomaatjes 1 takje bonenkruid 1 takje tijm ongeveer 8 takjes basilicum 1 el olijfolie groentebouillon naar smaak peper
35
4
MINUTEN
PERSONEN
2 dikke venkelknollen 2 grote tomaten (of ca. 2 1/2 dl tomatensaus of -vlees) 4 (niet te kleine) teentjes look 1 grote ui 1 el olijfolie groentebouillon naar smaak 1 tl Provençaalse kruiden 1 laurierblad peper
Maak de groenten schoon. Snij de prei in dunne ringen. Snij de wortel en de courgette in dobbel-steentjes. Breek of snij de prinsessenboontjes in kleine stukjes. Snipper de sjalot. Verwarm de olie en fruit de sjalot zachtjes glazig. Doe de groenten behalve de courgette en de tomaatjes hierbij. Voeg ook de tijm, het bonenkruid en 3/4 l water toe en breng de soep aan de kook. Roer als het water kookt, de pasta bij de soep en laat de soep verder zachtjes koken. Voeg na ongeveer 8 minuten de courgetteblokjes en de gesnipperde look bij de soep en laat ze verder koken. Hak intussen de basilicum fijn maar hou een dozijn kleine blaadjes apart voor de garnering. Halveer de kerstomaatjes. Voeg de bouillon en zo nodig meer heet water toe. Breng de soep verder op smaak met peper en zout. Schep de soep uit en garneer elk bord met de basilicumblaadjes en de kerstomaatjes. Bron: Handboek ecologische voeding
Venkelsoep met tomaat en look Een soep met een verrassende smakencombinatie. Maak de groenten schoon en snij de venkel in stukken. Snipper de ui en de look. Verwarm de olie en fruit de ui. Voeg de kruiden en de look toe en laat kort samen fruiten. Voeg nu de venkel en ca. 3/4l water toe, breng de soep aan de kook en laat ze zachtjes koken tot de groenten goed gaar zijn. Pel intussen de tomaten en snij ze in stukken of neem de kant-en-klare tomatensaus. Voeg de tomaat en bouillon en zo nodig nog wat extra heet water toe en laat de soep nog 5 minuten zachtjes pruttelen. Verwijder de laurier en mix de soep goed fijn. Breng verder op smaak met peper. Variante: een restje vis en/of visbouillon is erg lekker in deze soep. Bron: Handboek ecologische voeding BIJLAGE 2: RECEPTEN - SOEP
11
20
4
MINUTEN
PERSONEN
2 komkommers groentebouillon naar smaak 1/4 tl dragon 1/2 tl vers of gedroogd dillegroen 1 el gehakte bieslook peper een 12-tal bernagiebloempjes
Komkommersoep Een echte zomersoep met het verrassend frisse contrast van rauwe komkommer in warme soep. Snij de gewassen komkommer in stukjes (hou 1/4 apart). Kook de komkommer gedurende ongeveer 5 minuten en mix fijn. Voeg (heet) water, bouillon, dragon, dille en peper toe. Hak de overgebleven komkommer in kleine dobbelsteentjes (1/2 cm) of steek er met een meloenlepeltje balletjes uit. Voeg de koude komkommer bij de soep. Bestrooi elk bord soep met bieslook en bernagiebloempjes. Variante: voor een feestelijke soep kan je een eidooier losroeren in 1 dl (soja)room of koffiemelk en aan de soep toevoegen. Bron: Handboek ecologische voeding
30
4
MINUTEN
PERSONEN
500 g pompoen (Hokkaidopompoen) 2 uien 1 teentje look 1/2 l (soja)melk groentebouillon naar smaak 1 tl kerriepoeder snuifje paprikapoeder
Romige pompoensoep Het romige effect krijg je door toevoeging van (soja)melk. Gebruik het liefst pompoenen met een oranje schil, het resultaat is een prachtig oranje soep. Het is ook leuk om de soep te serveren in een uitgeholde pompoen. Snij de ui. Ontpit de pompoen en snij hem in stukken (de schil mag eraan blijven). Kook de pompoen en de ui gaar in weinig water (15 minuten). Mix de soep. Voeg geperste look, kerrie, groentebouillon, melk en (heet) water toe. Laat de soep nog eens goed doorwarmen. Bestrooi ter garnering elk bord soep met wat paprikapoeder. Variante: snij 1/4 rode, gele en groene paprika in blokjes, roerbak ze en voeg ze bij de soep. Bron: Handboek ecologische voeding
35
4
MINUTEN
PERSONEN
500 g pompoen (Hokkaidopompoen) 250 g champignons 2 uien 1 teentje look 1/2 l (soja)melk 1 el olijfolie groentebouillon naar smaak 3 el gehakte bieslook (kruiden)zout peper
12
Pompoensoep met champignons Deze soep is geïnspireerd op de romige pompoensoep. Gebruik voor de kleur ook hier het liefst een pompoen met een oranje schil. Maak de champignons schoon en snij ze in plakjes. Snij de uien. Ontpit de pompoen en snij ze in stukken (de schil mag eraan blijven). Kook de pompoen en de ui gaar in een bodempje water (15 minuten). Verwarm intussen de olijfolie en bak de champignons op een vrij hoog vuur (ongeveer 4 minuten). Kruid ze met peper en (kruiden)zout. Hou de paddestoelen warm. Mix de soep. Voeg geperste look, groentebouillon, melk en heet water toe en laat de soep nog eens goed doorwarmen. Schep de paddestoelen en de bieslook door de soep. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SOEP
40
4
MINUTEN
PERSONEN
200 g rode biet 150 g wortel 1 prei 100 g knolselder 1 tak selder 1 ui snuifje tijm 1 laurierblad 1 el olijfolie groentebouillon naar smaak 5 el zure room
20
4
MINUTEN
PERSONEN
450 g broccolistelen preigroen van 3 preien 300 g courgette 1 kleine ui snuifje tijm 1 dl (soja)melk groentebouillon naar smaak
50
4
MINUTEN
PERSONEN
50 g groene linzen 40 g rijst (bijvoorbeeld Thaïse) 1 pak prei 1 ui 2 teentjes look 1 afgestreken el kerrie snuifje tijm snuifje bonenkruid 1 laurierblad 2 el olijfolie kippen- of groentebouillon naar smaak zout
Rodebietensoep Deze prachtig helderrode soep kan rode biet misschien wat geliefder maken. Naar Russische traditie wordt er bij deze soep zure room gegeven. Rodebietensoep heet daar borsjt. Maak de groenten schoon en snij ze in zeer kleine stukjes. Verwarm de olie en fruit de ui samen met de tijm. Voeg de overige groenten, 1 l water en het laurierblad toe en kook de soep gaar. Voeg de bouillon (en meer heet water) bij de soep en laat de soep opnieuw goed doorwarmen. Verdeel de soep over de borden en schep in elk bord soep een flinke eetlepel zure room. Variante: voor een pittig accent: schil een stuk mierikswortel en rasp fijn. Roer ca. 1 opgehoopte eetlepel geraspte mierikswortel door de zure room. Bron: Handboek ecologische voeding
Groen soepje met broccoli Makkelijk, snel klaar en zacht van smaak. Maak de groenten schoon. Verwijder de schil van de courgette als ze bitter smaakt en schil ook de broccolistelen als ze hard en vezelig zijn. Snij alle groenten in grove stukken en kook ze samen met de tijm gaar. Pureer de soep, voeg bouillon, meer (heet) water en melk toe en laat ze nog even goed doorwarmen. Breng verder op smaak. Bron: Handboek ecologische voeding
Preisoep met linzen en kerrie Een maaltijdsoep. Kook de linzen gaar. Maak intussen de groenten schoon. Snij de prei in dunne ringen. Snipper de ui. Verwarm de olie en fruit de ui met de tijm, het bonenkruid, de kerrie en de geperste look. Voeg de prei, de rijst en 3/4 l water toe en laat de soep gaar koken. Voeg de gare linzen vervolgens bij de soep. Voeg ook de bouillon toe en leng de soep indien nodig aan met (heet) water. Laat de soep nog eens goed doorwarmen en breng eventueel verder op smaak met peper en zout. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SOEP
13
14
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SOEP
SALADES 15
4
MINUTEN
PERSONEN
1 bosje raapsteeltjes of 100 g veldsla 1 wortel 1 handje vogelmuur 8 paardenbloem- of molslablaadjes 8 blaadjes zuring 1 hand duizendblad 1 hand look-zonder-look 1 hand madeliefjes 4 paardenbloemen
Voorjaarssalade met wilde kruiden Een wandeling tussen de velden levert je de kruidige ingrediënten voor deze salade. Pluk alleen jonge blaadjes. Meng yoghurt en mayonaise. Was de raapsteeltjes of de veldsla en de kruiden. Rasp de wortel. Hak de kruiden grof klein. Meng alles luchtig door elkaar. Geef de saus er apart bij. Bestrooi de salade met de madeliefjes en de bloemblaadjes van de paardenbloem. Bron: Handboek ecologische voeding
voor de saus: 2 el yoghurt 2 el mayonaise
35
4
MINUTEN
PERSONEN
300 g aardbeien 1 kleine komkommer 4 blaadjes groene krulsla 2 kleine of 1 grote citroen(en) 2 rijpe avocado’s 150 g mozzarella voor de vinaigrette: 3 el balsamicoazijn 6 el neutraal smakende olie versgemalen peper zout
Saladetorentje van aardbeien, avocado en citroen Menusuggestie: serveer er desgewenst licht (stok)brood bij dat je in dikke plakken snijdt en lichtjes opwarmt in broodrooster of oven. Maak een vinaigrette door olie, kruiden en azijn te mengen. Was de sla, de komkommer, de aardbeien en de citroenen. Schil 1 citroen heel dun zodat je enkel de gele schil hebt; het wit smaakt bitter. Snij de schil vervolgens in heel dunne reepjes. Breng wat water aan de kook en laat de citroenschil ca. 5 minuten blancheren. Spoel de geblancheerde citroenschil onmiddellijk met koud water en laat uitlekken en afkoelen. Snij de komkommer (met of zonder schil) in zeer dunne plakjes. Snij de citroenen in dunne plakjes, verwijder de schil en het wit en snij de plakjes in kwartjes. Snij de sla in zeer dunne reepjes. Snij de mozzarella in lucifers. Snij de aardbeien in de lengte in dunne plakjes. Halveer en schil de avocado en snij ook deze in dunne plakjes. Schik op elk bord luchtige laagjes komkommer, mozzarella, aardbeien, sla, avocado en citroenkwartjes. Bestrooi elk laagje aardbeien met peper. Schik op de laatste aardbeien een dekje van slareepjes en eindig met mozzarella en citroenreepjes. Het oogt leuk als je de torentjes zo hoog mogelijk stapelt. Overgiet de saladetorentjes met de vinaigrette en serveer onmiddellijk. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SALADES
15
1 2 1 1
10
4
MINUTEN
PERSONEN
Kruidige komkommersalade
komkommer pijpuitjes tl vers of gedroogd dillegroen el gehakte bieslook
Maak een vinaigrette: vermeng de azijn, zout, peper en mosterd. Voeg de olie al roerende toe. Of eenvoudiger: doe alle ingrediënten in een flesje en schud flink. Snij de komkommer in heel dunne schijfjes. Meng komkommer en vinaigrette. Snipper de pijpuitjes. Meng alle ingrediënten. Bron: Handboek ecologische voeding
voor de vinaigrette: 6 el neutraal smakende olie 1-3 el azijn of citroen peper (kruiden)zout 1 tl mosterd
20
1U
4
MINUTEN
MARINEREN
PERSONEN
Salade van kerstomaatjes met olijven en basilicum Menusuggestie: dien op met ciabatta (Italiaans brood).
300 g kerstomaatjes in diverse kleuren (oranje, geel en rood) en vormen (rond en peervormig) 3 Romatomaten 4 el zwarte olijven 150 g witte gerijpte geitenkaas 1 klein bosje verse basilicum
Snipper de ui of de sjalot. Maak de vinaigrette door olie, azijn, ui of sjalot en pesto goed te mengen en verder op smaak te brengen met versgemalen peper. Snij de Romatomaten in kleine stukken. Halveer de kerstomaatjes. Meng de tomaten met de olijven en de vinaigrette en laat de salade minstens 1 uur marineren. Verbrokkel vlak voor het serveren de kaas over de salade en bestrooi met de basilicumblaadjes. Bron: Handboek ecologische voeding
voor de vinaigrette: 1 kleine rode ui of 1 sjalot 3 el olijfolie 1 el azijn (bv. rode wijnazijn) 3 el pesto versgemalen peper
16
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SALADES
25
4
MINUTEN
PERSONEN
150 g maïskorrels 1 ijsbergsla 2 wortelen 2 el olijven 3 tomaten 1 avocado 1/2 citroen maïschips
Mexicaanse salade Deze Mexicaanse salade kan je serveren als onderdeel van een zuiders koud buffet of als voorgerechtje. Bij deze salade hoort avocadosaus (zie het recept hieronder). Was de sla en snij hem in reepjes. Laat de maïs uitlekken. Gebruik je verse maïs, snij dan de (geblancheerde) kolven in stukjes van 2,5 cm of haal de korrels van de kolf. Rasp de wortelen. Snij de tomaten in plakjes of kwartjes. Snij de avocado doormidden, verwijder de pit en snij het vruchtvlees in plakjes. Besprenkel de avocado met citroensap. Schik alle ingrediënten tot een kleurrijk geheel en leg er wat maïschips bij. Variante: een restje rode of witte bonen laat zich goed in deze salade verwerken. Bron: Handboek ecologische voeding
1 2 3 1 1 1
10
4
MINUTEN
PERSONEN
rijpe avocado teentjes look el yoghurt tot 2 el mayonaise el citroensap Spaans pepertje
25
4
MINUTEN
PERSONEN
1 rode krulsla of 1 kropje roodlof 2 struikjes broccoli 75 g gekiemde bonen bv. kikkererwten, mungbonen, adukiboontjes en linzen (ook te koop onder de naam ‘sprouty’)
Avocadosaus Avocado verkleurt snel. Maak de saus dus kort vóór de maaltijd zodat ze nog fris van kleur op tafel verschijnt. Lekker bij knapperige ijsbergsla met gesnipperde ui. Meng yoghurt, mayonaise, citroensap en geperste look. Snipper het pepertje heel fijn en roer het door het sausje. Snij de avocado door, haal de pit eruit en prak het vruchtvlees fijn. Meng de avocado door de saus. Bron: Handboek ecologische voeding
Slaatje met broccoli en gekiemde peulvruchten De gekiemde bonen zorgen hier voor een verrassend knapperig, lekker en kleurrijk accent. Blancheer de kiemen gedurende zo’n 8 minuten en laat ze vervolgens uitlekken en afkoelen. Stoom de broccoli beetgaar, laat afkoelen en verdeel in kleine roosjes. Meng intussen alle ingrediënten voor de saus. Verdeel de sla in kleine stukken. Meng alle ingrediënten voor de salade luchtig door elkaar. Geef de saus er apart bij. Bron: Handboek ecologische voeding
voor de saus: 1 dl vinaigrette ongeveer 3 el mayonaise 1 el fijngehakte peterselie
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SALADES
17
10
4
MINUTEN
PERSONEN
100 g waterkers 3 struikjes witloof 100 g maïskorrels voor de vinaigrette: 6 el olijfolie 1-3 el azijn of citroen kruidenzout peper 1kl mosterd
15
4
MINUTEN
PERSONEN
1/2 knolselder 4 slablaadjes 1/2 kg zoete appels 1 el gehakte peterselie 1 citroen voor de saus: 2 el yoghurt 2 el mayonaise
Een simpele en vrolijk ogende salade. Maak de vinaigrette: Doe alle ingrediënten voor de vinegraitte in een flesje en schud flink. Kook de verse maïs en haal de korrels van de kolven of laat de maïs uitlekken. Snij het witloof. Verwijder de harde steeltjes van de waterkers. Meng alle ingrediënten en overgiet kort voor het serveren met de saus. Bron: Handboek ecologische voeding
Salade van knolselder met appel Was de sla. Meng mayonaise en yoghurt. Rasp de knolselder en de appels en besprenkel ze met citroensap. Meng knolselder en appel met de saus en de gehakte peterselie. Serveer de salade in bolletjes (met de ijslepel) op een slablad. Eventueel kan je de geraspte knolselder even kort blancheren vooraleer je het mengt met de appel en de saus. Dan bekom je een zachtere smaak. Bron: Handboek ecologische voeding
20
4
MINUTEN
PERSONEN
2 rode bieten 2 zoete appels 1 struikje witloof voor de saus: 2 el mayonaise 2 el yoghurt 1 el gesnipperde bieslook
18
Slaatje van waterkers met witloof
Salade van rode biet met appel Het zuurzoete van de appels verzacht de typische aardesmaak van de rode biet en de mooie presentatie doet de rest. Maak een sausje van mayonaise, yoghurt en gesnipperde bieslook. Rasp de biet en de appels en meng ze met de saus. Haal enkele mooie blaadjes van het witloof. Schep telkens met een ijslepel een bolletje rodebietensalade in een witloofblad. Variante: als je meer appel dan biet gebruikt, krijg je een smeuïg geheel waar zelfs geen sausje meer bij hoeft. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - SALADES
DESSERTEN 25
4
MINUTEN
PERSONEN
Fruitsalade met een puur-fruitsausje. Pers een halve meloen (met behulp van blender, sapcentrifuge of staafmixer). Snij het fruit in kleine stukjes maar hou 4 aardbeien apart voor de garnering. Verdeel het fruit in 4 schaaltjes en overgiet met het meloensap. Garneer elk dessertschaaltje met een aardbei.
1 zoete meloen 250 g aardbeien 2 perziken 2 pruimen
3 1 1 4 2
Zomerfruitsalade
Bron: Handboek ecologische voeding
15
4
MINUTEN
PERSONEN
rijpe bananen sinaasappel eiwit dl yoghurt el gemalen kokos
Bananenmousse Een eenvoudig dessert dat lekker zoet is als je goed rijpe bananen gebruikt. Plet of mix de bananen en meng ze met de yoghurt. Klop het eiwit stijf en meng dit door de bananenyoghurt. Verdeel over 4 dessertschaaltjes. Overgiet het dessert met sinaasappelsap. Garneer met een sinaasappelschijfje en wat kokos. Tip: geklopt eiwit wordt weer vloeibaar bij het staan, maak dit dessert dus niet te lang vooraf. Bron: Handboek ecologische voeding
25
4
MINUTEN
PERSONEN
4 rijpe peertjes 1 el maïzena 1/2 l rode druivensap 2 tl kaneelpoeder
Peertje gestoofd in druivensap Een licht fruitdessert is dit peertje met een rode buik. Schil de peertjes, maar laat de steeltjes eraan zitten. Laat de peren zachtjes koken in het druivensap met kaneel. De peertjes moeten gaar zijn (prik met een mesje tot in het binnenste van de peertjes om dat te controleren). Haal ze uit het sap. Los de maïzena op in een kwart kopje koud druivensap. Voeg de opgeloste maïzena bij de rest van het sap en laat koken tot de saus dikt. Verdeel de saus over 4 dessertschaaltjes, zet de peertjes erin en laat het gerecht afkoelen voor je het serveert. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - DESSERTEN
19
65
4
MINUTEN
PERSONEN
Rijstpudding met vruchtensaus Week voor de saus de papaya- of ananasblokjes in het sinaasappelsap gedurende minstens 1 u. Breng de koude melk met de rijst en het vanillestokje aan de kook, laat 10 minuten koken en zet dan het vuur zeer zacht. Laat de rijst zo ca. 50 minuten zachtjes garen, roer af en toe. Haal de rijst van het vuur, verwijder het vanillestokje en zoet de rijst. Schep de rijst in kommetjes, druk goed aan en laat zo afkoelen. Mix intussen de vruchtenblokjes in het sap. Verdeel de saus over de kommetjes en garneer met vers fruit.
rijstpudding: 100 g halfvolle rijst ca. 1 l melk 1 vanillestokje rietsuiker naar smaak
Bron: Handboek ecologische voeding
ter garnering: takje rode aalbessen, schijfje kiwi... voor de saus: ca. 2 dl sinaasappelsap 2 el (gedroogde) papaya- en/of ananasblokjes
40
45 MIN
4
MINUTEN
BAKTIJD
PERSONEN
200 g tarwebloem 80 g rietsuiker 150 g boter 2 tl wijnsteenbakpoeder 4 eieren 2 appels 1 citroen (+ schil) 1/2 tl vanillepoeder
Cake met appel Deze cake blijft lichtjes vochtig. Laat de boter zacht worden op kamertemperatuur. Roer (naar eigen keuze met de garde of met de deeghaken of kloppers van de handmixer of de keukenmachine) de suiker en de boter en eierdooiers heel goed door elkaar. Meng meel, vanille en bakpoeder in een aparte kom en voeg het geleidelijk bij de rest van het beslag. Roer tot je een glad beslag krijgt. Schil de appels en snij ze in kleine blokjes. Roer de appelblokjes, het citroensap en de geraspte schil bij het beslag. Klop het eiwit schuimig en spatel het voorzichtig door het deeg. Olie de cakevorm goed in en strooi er vervolgens een heel dun laagje meel in. Schep het deeg in de vorm. Verwarm de oven voor op 180°C en laat de cake in ca. 45 minuten bakken. Om te testen of de cake klaar is, kan je er met een breinaald in prikken. Als ze er schoon uitkomt, is het goed. Je kan ook in het midden op de cake drukken, als de cake terugveert, is hij gaar. Haal de cake uit de oven. Laat de gare cake 10’ afkoelen, haal hem uit de vorm en laat hem verder afkoelen op een taartrooster. Bron: Handboek ecologische voeding
20
BIJLAGE 2: RECEPTEN - DESSERTEN
HAPJES Bloemen van winterpeen of daikon
15
(Japanse rettich)
MINUTEN
2 extra dikke winterpeen en daikon
Neem van deze groente de dikste exemplaren die je kan vinden en schil ze. Snijd ze in 1/2 cm dikke plakken en steek er met een passend uitsteekvormpje bloemen uit. Bijzonder leuk is het, als je hetzelfde vormpje in twee maten hebt (of een rond of stervormig vormpje en een appelboor). Je kan dan zowel van de wortel als van de daikon grote bloemen uitsteken en uit de grote weer een kleine bloem. Leg nu in elke grote oranje bloem een kleine witte en andersom en u heeft gevulde twee kleurige bloemen. Dit kan je gebruiken om schotels te versieren. Variante: Wil je zelf vormen snijden? Dat kan ook! Bron: Wat eten we vandaag?
20
20
MINUTEN
TOASTJES
4 eieren 1/2 komkommer 2 augurkjes 1 el yoghurt 1 tot 2 el mayonaise 1 el gehakt dillegroen 1 el gehakte peterselie snuifje dragon kiemen voor de afwerking
Toastjes met eiersalade Kook de eieren hard (9’). Laat ze schrikken onder koud water en pel ze. Prak de eieren fijn met een vork. Hak de komkommer en de augurkjes. Meng alle ingrediënten. Smeren maar! Leg op elke toastje een toefje kiemen als afwerking. Bron: Handboek ecologische voeding
20 mini-toastjes
10
20
MINUTEN
TOMAATJES
100 g kwark 5 el gehakte verse kruiden (bieslook, kervel, roomse kervel, peterselie, citroenmelisse, tuinkers, dille, Oost-Indische kers, zuring, daslook, look-zonder-look, zevenblad, kleine veldkers,...) 20 kerstomaatjes
Tomaatjes met wilde-kruidenkwark Gebruik de kruiden die je vinden kan (in de winkel, in de tuin of in het veld). Was de kruiden en verwijder eventuele hardere stengels of bladnerven. Hak de kruiden fijn en meng ze door de kwark. Smeren maar! Snij een kapje van de tomaatjes (laat het steeltje eraan). Haal er met een scherp lepeltje wat van de zaadjes uit en schep wat kwark in het tomaatje, zet de kapjes er weer op. Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - HAPJES
21
25
20
MINUTEN
PORTIES
1/2 el citroensap ca 1/2 tl zout een klein appeltje of peertje geschild en zeer fijn geraspt (75 g) 1 grote, zeer rijpe avocado (250 g) 1 el bieslook, fijngeknipt 5 bruine boterhammen die je in 4 snijdt
Guacamole of avocadoboter Versierd met flinterdunne plakjes radijs, wortelen, zure augurken gevulde olijf en of een groen kruidenblaadje een zeer bijzonder smakend smeersel voor een feestelijke lunch of bij een drankje. Avocado’s zijn voedzaam en zeer ijzer- en vitaminerijk. Maak in een kom een sausje van de ingrediënten van het eerste blokje. Snijd de avocado overlangs doormidden en wip de pit eruit. Schep met een scherpe lepel het vruchtvlees uit de schil en laat het in het sausje vallen. Prak de avocado met een vork zo fijn mogelijk; of gebruik de staafmixer. Doe het smeersel in een glazen pot en laat het in de koelkast ten minste 20 minuten op smaak komen. Breng het vlak voor het gebruik op smaak met eventueel wat meer citroensap en/of zout. Strooi de bieslook over de besmeerde sneetjes. Bron: Wat eten we vandaag?
15
20
MINUTEN
PORTIES
Notenpasta met appel of ander fruit Besmeer het brood met een laagje notenpasta. Snij de appel of het andere fruit in plakjes en beleg het brood hiermee. Bron: Handboek ecologische voeding
notenpasta (bv. cashew, amandel, hazelnoten) 2 appels of ander fruit 5 boterhammen die je in 4 snijdt
30
20
MINUTEN
SPIESJES
Volgende groenten komen in aanmerking: kerstomaatjes ontpitte olijven bleekselder rode biet wortelen bloemkool ijskegels (witte langwerpige radijsjes) radijsjes champignons
Groentespiesjes Groentespiesjes op een halve kool, komkommer of watermeloen geprikt, zijn een leuke blikvanger. Je kan er een aantal dipsausjes bij geven. Snij de groenten in hapklare stukjes. Of nog mooier: steek figuurtjes uit met kleine uitsteek-vormpjes. Rijg de groenten aan satéstokjes. Zorg voor een fraaie kleurafwisseling. Sommige groenten (bloemkool, broccoli, selder,...) kan je vooraf even stomen. Variante: maak kleinere gesorteerde spiesjes (eventueel op kleine prikkers): • bleekselderstukjes met een dadel en een blokje emmentaler, de kleinere selderblaadjes ogen mooi, verwerk ze dus mee; • venkel met een stukje appel en een paar grote rozijnen (kies een rode en/of groene appel en laat de schil eraan); • bloemkool met een stukje ananas (de bloemkool kan je blancheren in wat bouillon met kerrie); • stukje koude kip met kleine champignons (in zijn geheel kort gebakken in een weinig olijfolie en bestrooid met gehakte peterselie). Bron: Handboek ecologische voeding
22
BIJLAGE 2: RECEPTEN - HAPJES
Dipsausjes voor bij de groentespiesjes Yoghurtmayonaise
3 el yoghurt 2 el mayonaise
Roer beide ingrediënten goed door elkaar. Variante: dillemayonaise: voeg 1 el zeer fijn gesnipperd dillegroen toe. Bron: Handboek ecologische voeding
Kerriemayonaise
4 pijpuitjes 3 el yoghurt 2 el mayonaise 1 tl citroensap 1 tl kerrie peper
Snij de pijpui zeer fijn. Meng alle ingrediënten. Bron: Handboek ecologische voeding
2 el (soja)room 2 el mayonaise scheutje ketchup 1/2 tl kelpamare of (kruiden)zout peper
50 g feta 2 el yoghurt 2 el mayonaise 1 tl verse, gehakte basilicum
Cocktailsaus Roer alle ingrediënten door elkaar. Bron: Handboek ecologische voeding
Fetasaus Mix de feta samen met 1 eetlepel yoghurt. Meng met de mayonaise, de rest van de yoghurt en de basilicum. Bron: Handboek ecologische voeding
20
20
MINUTEN
STUKS
10 boterhammen 5 plakken kaas
Minicroques Beleg het brood met de kaas. Bak de croque in een croque-ijzer of in een licht ingeoliede pan op zacht vuur. De smaak is erg verschillend volgens de kaas die je kiest. Probeer het eens met een plakje gruyère of lookkaas. Je kan een heleboel varianten bedenken door extraatjes toe te voegen. Je legt ze vóór het toasten tussen het brood met kaas. Snij ze in 4 en serveer deze miniporties warm. Varianten: voeg deze extraatjes toe: • plakjes tomaat en gehakte, verse basilicum • plakjes tempébacon • dunne schijfjes appel en een snuifje kerrie • een schijf ananas en een snuifje paprikapoeder Bron: Handboek ecologische voeding
BIJLAGE 2: RECEPTEN - HAPJES
23
20
8
MINUTEN
SPIESJES
vers fruit van het seizoen: aardbeien meloenballetjes appelpartjes druiven mandarijnpartjes sinaasappelschijfjes kiwikwartjes
Fruitspiesjes Ter afwisseling van de hartige hapjes. Snij het fruit in hapklare stukjes en rijg het aan de houten stokjes. Maak de fruitspiesjes kort vóór het serveren of leg ze in een lage schaal in wat vruchtensap zodat ze hun kleur behouden. Bron: Handboek ecologische voeding
8 satéstokjes
20
8
MINUTEN
PORTIES
100 g volle of halfvolle kwark 1 dl room 1 dl (exotisch) vruchtensap verse munt of citroenmelisse
20
8
MINUTEN
PORTIES
1 mango 2 kiwi’s 2 el opgelegde ontpitte krieken honing, esdoorn-stroop of rietsuiker naar smaak
15 MINUTEN
8
ZEBRA’S
4 dunne sneetjes roggebrood 100 g kwark boter appel- of perenstroop
Fruitspiesje met kwarksaus Klop de room stijf. Meng kwark, room en vruchtensap. Leg de fruitspiesjes op een dessertbord en geef er een eetlepel van de saus bij. Garneer met munt of melisse. Bron: Handboek ecologische voeding
Fruitspiesje met vruchtencoulis Een prachtig kleurenspel. Pureer de krieken en zoet ze. Schil de mango en pureer het vruchtvlees. Schil de kiwi’s en pureer ze. Zorg ervoor dat deze 3 sausjes ongeveer van gelijke dikte zijn. Leng ze eventueel aan met wat water of vruchtensap. Leg de fruitspiesjes op een dessertbord en leg er een lepel van elk sausje naast. Bron: Handboek ecologische voeding
Zebra’s met kwark en stroop Leg 1 boterham klaar. Besmeer hem met een laagje boter, een laagje stroop en hierbovenop een laagje kwark. Leg hier een boterham op en smeer hierop een laagje boter, een laagje stroop en hierbovenop een laagje kwark. Leg er weer een boterham op. Smeer nog eens boter, stroop en kwark en leg boterham nummer vier erbovenop. Snijd het stapeltje roggebrood eerst in vier vierkantjes en snijd de vierkantjes diagonaal door. Bron: Handboek ecologische voeding
24
BIJLAGE 2: RECEPTEN - HAPJES
DRANKEN 20
10
MINUTEN
GLAZEN
een sinaasappel een citroen 2 eetlepels groene thee 1 l water 3 kruidnagels 1 kaneelstokje 500 ml vlierbessensap ahornsiroop (naar smaak)
20
10
MINUTEN
GLAZEN
225 g honing 2 l water 225 ml citroensap 1,5 el rozemarijn 750 g aardbeien 225 ml limoensap 875 ml spuitwater ijsblokjes
5 MINUTEN
Verwarmend winterdrankje: glühwein Snij de sinaasappel en de citroen in schijfjes. Maak een infuus van de groene thee en het water. Laat het mengsel 5 minuten afgedekt trekken en zeef het nadien. Voeg de thee samen met het vlierbessensap, de citrusschijven, de kruidnagels en het kaneelstokje. Breng alles langzaam aan de kook en zeef de drank. Zoet de drank indien gewenst.
Verfrissend zomerdrankje: kruidenpunch Breng de honing, een liter water, 75 ml citroensap en de rozemarijn aan de kook. Blijf roeren totdat de honing is opgelost. Neem de pan van het vuur en laat het mengsel een 5 tal minuten afkoelen. Zeef daarna het mengsel in een kom. Druk de aardbeien door een fijne zeef in een kom. Voeg er de rest van het water, het citroensap, het limoensap en het spuitwater aan toe. Roer alles goed en laat het afkoelen. Serveer de punch met ijsblokjes.
Limonade Meng 1 deel spuitwater met 2 delen vruchtensap. Of voeg bij 1 deel water naar smaak diksap of siroop toe.
spuitwater appelsap of sinaasappelsap en/of appeldiksap of vlierbessensiroop of vlierbloesemlimonadesiroop
BIJLAGE 2: RECEPTEN - DRANKEN
25
Groente- en fruitsappen Sapcentrifuge
Voor de bereiding van deze recepten heb je een sapcentrifuge nodig. Die kan je vast wel ergens lenen voor een dag, vraag het aan familie, vrienden of collega’s.
10
4
MINUTEN
GLAZEN
400 g tomaten 800 g kool 1 bussel peterselie 4 stengels bleekselderij
10
4
MINUTEN
GLAZEN
2 pompelmoezen, geschild 400 g bleekselderij 400 g venkel ijsblokjes, gestampt
10
4
MINUTEN
GLAZEN
4 appels 200 g rode biet 400 g wortel ijsblokjes, gestampt
10
4
MINUTEN
GLAZEN
3 appels 250 g witte druiven
26
Energiestoot Pers de tomaten, kool en peterselie. Doe het sap in de glazen en steek in elk glas een stengel bleekselderij in om op te knabbelen. Heel verfrissend.
Moeder natuur Pers de pompelmoes, bleekselderij en venkel. Schenk het sap over wat ijs in de glazen en wacht niet te lang om het te serveren!.
Fris rood drankje Pers alle ingrediënten, schenk het sap in de glazen met ijsblokjes en serveer zo snel mogelijk. Gezondheid!
Appel-druivensap Pers de appels en de druiven in de sapcetrifuge. Garneer elk glas met een schijfje appel of een druif. Proost!
BIJLAGE 2: RECEPTEN - DRANKEN
AANSLUITING BIJ VAKKEN EN EINDTERMEN
����������������������� BIJLAGE 3
AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)
VOOR DE EERSTE GRAAD
2
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
Nederlands
geschiedenis
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
aardrijkskunde x
biologie x
x
sociaal-economische initiatie (Sei) x x x
x x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
x
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: bioreceptie
Leven in de bioappelboomgaard
Op ontdekking: de bioboer op
Introlessen 1e graad: eten en weten
AANSLUITING BIJ DE VAKKEN
x
x x
1
2
3
3
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: bioreceptie
Leven in de bioappelboomgaard
Op ontdekking: de bioboer op
Introlessen 1e graad: eten en weten
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 1. GEZONDHEIDSEDUCATIE
Eindtermen - De leerlingen … 1. HYGIËNE 1. kunnen het belang aantonen van lichaamshygiëne voor zichzelf en voor hun omgeving.
x
2. VOEDING 2. kunnen aan de hand van een model een evenwichtige maaltijd samenstellen. 3. zien in hoe het voedingsgedrag beïnvloed wordt door reclame en sociale omgeving. 3. GENOTSMIDDELEN (TABAK,
ALCOHOL EN DRUGS) EN GENEESMIDDELEN
4. weten dat het gebruik en misbruik van genots- en geneesmiddelen gevolgen heeft op de eigen gezondheid, de gezondheid van anderen, de sport- en leerprestaties en de sociale relaties. 5. kunnen eigen standpunten tegenover roken, alcohol- en druggebruik verantwoorden. 6. kunnen geneesmiddelen op de juiste wijze gebruiken en hoeden zich voor zelfmedicatie. 4. VEILIGHEID
EN
EHBO
7. zien in dat hun gedrag invloed heeft op de eigen veiligheid en die van anderen. 8. kunnen enkele veilige en onveilige situaties in hun eigen leefomgeving identificeren en kunnen voorbeelden geven van preventieve maatregelen. 9. kennen het verkeersreglement en de veiligheidsvoorschriften voor voetgangers, (brom)fietsers, passagiers en kunnen ze toepassen. 10. kunnen op een efficiënte manier hulp inroepen in een noodsituatie en zelf eerste hulp bieden bij kleine wonden. 5. STRESS
EN EMOTIES
11. kunnen onder begeleiding een negatieve stress-situatie bij zichzelf herkennen en hulp vragen. 12. leren omgaan met sociaal-emotionele en lichamelijke veranderingen in de puberteit. 6. RUST,
BEWEGING, HOUDING
13. kunnen een goede sta-, zit-, en tilhouding demonstreren en voorbeelden geven van mogelijke klachten die optreden bij verkeerde houdingen en bewegingen. 14. zien het belang in van een evenwichtige tijdsbesteding van (school-) werk, rust, ontspanning, beweging en de invloed ervan op de lichaamsconditie.
4
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: bioreceptie
Leven in de bioappelboomgaard
Op ontdekking: de bioboer op
Introlessen 1e graad: eten en weten
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 2. LEREN LEREN
Eindtermen - De leerlingen … 1. HET
DOMEIN VAN DE UITVOERING
1. kunnen losse gegevens ordenen en inprenten door gepast gebruik te maken van memotechnische middeltjes. 2. kunnen zich in samenhangende informatie oriënteren door het aanwenden van vormkenmerken: titels, subtitels, afbeeldingen en tekstmarkeringen. 3. kunnen samenhangende informatie inhoudelijk begrijpen en analyseren door de betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk, uit de context af te leiden. 4. kunnen bij het instuderen van een behandelde leerinhoud de noodzakelijke voorkennis opnieuw opzoeken in leerboek, werkboek of notities. 5. kunnen bij het leren van samenhangende informatie verdiepend werken (vragen stellen bij de leerstof en deze vragen beantwoorden, in korte, goed gestructureerde teksten tekstmarkeringen aanbrengen, een schema vervolledigen aan de hand van geboden informatie); verbanden leggen tussen elementen van de leerstof.
x
x
6. kunnen bij het oplossen van een probleem (het probleem herformuleren, onder begeleiding een oplossingsweg bedenken en verwoorden) de gevonden oplossingsweg toepassen en op correctheid inschatten.
x
7. kunnen informatiebronnen adequaat raadplegen (inhoudstafel en register gebruiken, elementen uit audiovisuele en geschreven media gebruiken); een documentatiecentrum of een bibliotheek raadplegen. 2. HET
x
x
x
x
x
x
DOMEIN VAN DE REGULERING
8. hun werktijd plannen en het nodige materiaal selecteren en ordenen.
x
x
1
9. zichzelf sturen met behulp van een antwoordblad, een correctiesleutel, de aanwijzingen van de leraar of de lesdoelstellingen. 10. de eigen werkwijze vergelijken met die van anderen, aangeven waarom iets fout gegaan is en hoe fouten vermeden kunnen worden. 3. HET
DOMEIN VAN DE ATTITUDES, LEERHOUDINGEN, OPVATTINGEN EN OVERTUIGINGEN
11. zijn bereid zelf naar oplossingen te zoeken en durven leer- en studieproblemen signaleren en uitleg of hulp vragen.
2
12. zijn bereid ordelijk, systematisch en regelmatig te werken. 13. beseffen dat leren reeds in de klas begint en niet alleen thuis gebeurt. 4. HET
DOMEIN VAN DE STUDIEKEUZE
14. hebben inzicht in de algemene structuur van het secundair onderwijs. 15. zijn bereid een onbevooroordeelde houding aan te nemen tegenover studierichtingen en beroepen.
3
x
16. kunnen eenvoudige strategieën aanwenden voor het maken van een studiekeuze. 17. tonen zich bereid om bij het kiezen van een studierichting rekening te houden met hun eigen (leer)mogelijkheden. BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
5
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
x
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
2. kunnen voorstellen formuleren om in de eigen leefomgeving de kwaliteit van lucht, water of bodem te behouden of te verbeteren.
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
x
Fiche 1 “Biotoog”
x
Bio proeven: bioreceptie
Op ontdekking: de bioboer op
1. kunnen voorbeelden geven van oorzaken van lucht-, water of bodemverontreiniging en de gevolgen aangeven voor mens, plant en dier in de eigen leefomgeving.
Leven in de bioappelboomgaard
Introlessen 1e graad: eten en weten
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 3. MILIEUEDUCATIE
Eindtermen - De leerlingen … 1. LUCHT,
WATER EN BODEM
x
x
3. gaan zorgzaam om met lucht, water en bodem in de eigen leefomgeving. 2. LEVENDE
x
x
WEZENS EN MILIEU
4. kunnen illustreren dat de verscheidenheid aan levende wezens samenhangt met en beïnvloed wordt door de landschapsstructuur en de menselijke benutting van het milieu.
x
x
x
x
x
x
x
x
7. kunnen enkele kenmerken van de relatie mens-milieu beschrijven in samenlevingsvormen in tijd en/of ruimte.
x
x
x
x
x
8. kunnen milieuproblemen en landschapsveranderingen in verband met het lokale ruimtegebruik kritisch onderzoeken.
x
x
x
x
x
9. zijn bereid om mee te ijveren voor natuurbescherming en het behoud van waardevolle landschappen.
x
x
5. kunnen illustreren hoe mensen uit verschillende culturen op verschillende wijzen met planten en dieren omgaan. 6. gaan respectvol en zorgzaam om met planten en dieren. 3. SAMENLEVING
x
x
EN RUIMTEGEBRUIK
x
4. AFVAL 10. kunnen door een eenvoudig kwalitatief en kwantitatief onderzoek aantonen welke afvalstoffen in de eigen leefomgeving voortgebracht worden. 11. kunnen illustreren dat zij door het voorkomen van afval en door hergebruik kunnen bijdragen tot de beperking van de afvalproduktie en passen dit toe. 12. kunnen uitleggen wat er met niet-gerecycleerd afval uit hun eigen leefomgeving gebeurt.
6
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
x
x x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: bioreceptie
Leven in de bioappelboomgaard
Op ontdekking: de bioboer op
Introlessen 1e graad: eten en weten
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 4. OPVOEDEN TOT BURGERZIN
Eindtermen - De leerlingen … 1. DE
KLAS EN DE SCHOOL
1. kunnen aan de hand van het schoolreglement hun rechten en plichten concreet illustreren. 2. kennen de functies en verantwoordelijkheden van al wie bij de school betrokken is en kunnen gebruik maken van de middelen die er bestaan om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken.
x
x
x
x
3. kunnen op een verdraagzame manier omgaan met verschillen in sexe, huidskleur en etniciteit. 4. kunnen voor conflicten in de omgang met leeftijdgenoten oplossingen bedenken en zijn bereid om ze uit te voeren. 5. zijn bereid zich in te zetten voor solidariteits- en andere acties in de klas of op school. 2. GEZINSVORMING
EN EIGEN LEEFKRING
6. kunnen verschillende gezinsvormen en gezinsculturen beschrijven en er begrip voor opbrengen. 7. kunnen zich een beeld vormen van het gedrag van mannen en vrouwen in de maatschappij in het algemeen en het gezin in het bijzonder en dit toetsen in de eigen leefkring. 8. weten waar ze terecht kunnen bij problemen in hun eigen leefkring. 3. MEDIA 9. kunnen de invloed van de media op hun eigen denken en handelen illustreren en kennen de mogelijkheden van het gebruik ervan ten voordele van de eigen vorming.
x
1
10. kunnen een kritische houding aannemen ten aanzien van allerlei vormen van berichtgeving. 4. DEMOCRATISCHE
VORMEN VAN BESTUUR
11. kunnen de basiselementen (verkiezingen, groeperingen, overleg en compromissen, meerderheid en oppositie) van het functioneren van ons democratisch bestel op een eenvoudige wijze uitleggen: op schoolniveau, op het politieke niveau.
x
2
12. kunnen met voorbeelden uitleggen hoe een overheid haar inkomsten verwerft en hoe zij die inkomsten aanwendt. 13. kunnen illustreren dat elk beleid rekening moet houden met ideeën, standpunten en belangen van diverse betrokkenen.
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
x
x
3
7
Introlessen 1e graad: eten en weten
Op ontdekking: de bioboer op
Leven in de bioappelboomgaard
Bio proeven: bioreceptie
Fiche 1 “Biotoog”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 5. SOCIALE VAARDIGHEDEN
1. kunnen zich als persoon present stellen: uitkomen voor een eigen mening en respect opeisen voor de eigen lichamelijke en seksuele ontwikkeling.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
2. kunnen respect en waardering voor anderen opbrengen: de eigenheid van medeleerlingen accepteren en waarderen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3. kunnen zich dienstvaardig tegenover anderen opstellen: het bijstaan van medeleerlingen bij schooltaken en schoolactiviteiten.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4. kunnen om hulp vragen en dankbaarheid tonen in probleemsituaties.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
5. kunnen in groepsverband meewerken en een toegewezen opdracht uitvoeren.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
6. kunnen bij een opgegeven groepstaak of bij een groepsdiscussie leiding geven.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
7. kunnen op gepaste wijze kritiek uiten tegenover een ander tijdens een groepswerk.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
8. kunnen opkomen voor de eigen rechten en voor de rechten van anderen uit de groep.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
9. kunnen zich discreet opstellen in een gezelschap en ten aanzien van vertrouwelijke informatie.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
10. kunnen ongelijk of onmacht toegeven in een discussie of in een spelsituatie.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
11. kunnen het verschil herkennen tussen verbaal en niet-verbaal gedrag bij zichzelf en bij anderen in concrete groepssituaties.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
13. Dialoog - De leerlingen leggen contact met anderen binnen de groep en staan open voor contact met anderen buiten de groep.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
14. Groepsdiscussie - De leerlingen kunnen in een groepsdiscussie hun mening weergeven, handhaven en bijsturen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
15. Taakgroep - De leerlingen kunnen onder begeleiding een taakgroep organiseren en bevorderen de onderlinge verstandhouding
x
x
x
x
x
x
x
x
x
16. Maatschappelijke en culturele patronen - De leerlingen kunnen uit aangeboden informatie, leef- en omgangsgewoonten binnen gezinnen of culturen weergeven en hun eigen gedrag daartegenover verwoorden en bespreekbaar stellen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Eindtermen - De leerlingen 1. DE
2. DE
ONTWIKKELING VAN EEN VOLDOENDE RUIM GAMMA VAN RELATIEWIJZEN
BEHEERSING VAN HET COMMUNICATIEVE HANDELEN OF HET OMGAAN MET ELKAAR
12. beheersen elementen van het communicatieve handelen (actief luisteren en weergeven wat een andere inbrengt, toegankelijk zijn en feedback geven over eigen gevoel, verduidelijken waarom zij voor een bepaald gedrag gekozen hebben, assertief zijn en opkomen voor de rol die zij op zich nemen in een groepsopdracht, effectbesef hebben en over hun eigen gedrag reflecteren); anderen de kans geven om te reageren 3. DE
8
DEELNAME AAN VORMEN VAN SAMENWERKING EN SOCIALE ORGANISATIE
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE EERSTE GRAAD
AANSLUITING BIJ VAKKEN EN VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMENEINDTERMEN (VOETen) VOOR DE TWEEDE GRAAD
2
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
De ethische matrix
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“ Fiche 3 “Leven in een biobodem” Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu” Fiche 5 “Wat bevat meer water?” Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
aardrijkskunde x x x x x x
biologie x x x x x x x x x
ecologie x x x x x x x x
economie x x x
cultuurwetenschappen x x x
godsdienst x x x
zedenleer x x x
geschiedenis x
Nederlands x
chemie
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
x
wiskunde
VOOR DE TWEEDE GRAAD
x x
x x
x x x
x x x x x
x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANSLUITING BIJ DE VAKKEN
x
x
x x
x
x x
x
x
1
2
3
3
1. GEZONDE
1. verzorgen en gedragen zich hygiënisch. 2. hanteren de richtlijnen voor een gezonde voeding, voor de aankoop en bewaring van voedingsmiddelen en de hygiënische bereiding van maaltijden.
x
3. passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen veiligheidsvoorzorgen in werkplaatsen, labo’s en in andere situaties.
x
4. herkennen een noodsituatie en treden daarbij efficiënt op. 5. schatten de risico’s bij gebruik van genotsmiddelen en medicijnen in en reageren assertief in verschillende aanbodsituaties.
x
6. kunnen omgaan met taakbelasting, examenstress en teleurstellingen. 7. tonen het belang aan van ergonomie en nemen een gevarieerde zithouding aan in leef- en werkomgeving. 2. RELATIES
EN SEKSUALITEIT
8. kunnen omgaan met vriendschap, verliefdheid, seksuele identiteit, seksuele gevoelens. 9. vormen een opinie over relaties en seksualiteit, en reflecteren over eigen gedrag. 10. bespreken de regelgeving over seksuele meerderjarigheid en ongewenst intiem gedrag. 11. bespreken vormen van machtsmisbruik binnen relaties en oefenen zich in fysieke en mentale weerbaarheid. 12. uiten hun wensen en gevoelens binnen een intieme relatie op een constructieve en onbevangen manier, stellen en aanvaarden grenzen. 13. staan kritisch tegenover seks en erotiek in de media.
4
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
x
EN ACTIEVE LEEFSTIJL
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
x
Eindtermen - De leerlingen ...
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
x
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
x
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
x
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
x
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
x
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: eco-buffet
x
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 1. GEZONDHEIDSEDUCATIE
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 2. LEREN LEREN
Eindtermen - De leerlingen ... 1. OPVATTINGEN
OVER LEREN
1. kunnen hun leeropvattingen, leermotieven en leerstijl in vraag stellen en zonodig veranderen. 2. INFORMATIE
VERWERVEN EN VERWERKEN
2. kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen.
x x x x
x
x
x
x
3. kunnen informatie kritisch analyseren en samenvatten.
x x x x
x
x
x
x
4. kunnen zinvol inoefenen, memoriseren, herhalen en toepassen. 5. kunnen probleemoplossingsstrategieën toepassen en de resultaten evalueren. 3. REGULERING
VAN HET LEERPROCES
6. kunnen een realistische werk- en tijdsplanning op korte termijn maken.
x
x
7. kunnen hun leerproces beoordelen op doelgerichtheid en zonodig aanpassen. 8. kunnen uit leerervaringen conclusies trekken voor een nieuwe leertaak. 9. beseffen dat ze de oorzaak van slagen en mislukken vaak subjectief toeschrijven.
1
10. beseffen dat het affectieve het leerproces beïnvloedt. 4. KEUZEBEKWAAMHEID 11. kunnen hun eigen interesses, capaciteiten en waarden verwoorden.
x
x x
x
x
2
12. kunnen een positief zelfbeeld ontwikkelen op basis van betrouwbare gegevens. 13. kunnen, rekening houdend met de eigen interesses, capaciteiten en waarden, een zinvol overzicht verwerven over studie- en beroepsmogelijkheden. 14. zijn bereid een onbevooroordeelde houding aan te nemen ten aanzien van studieloopbanen en beroepen.
x
15. kennen de verschillende fasen van een keuzeproces en kunnen ze doorlopen.
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
x x
x
x
5
3
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 3. MILIEUEDUCATIE
x
x
x
x
x
x
x
x
Eindtermen - De leerlingen ... 1. MILIEUZORG 1. kunnen milieu-aspecten op school identificeren en gericht zoeken naar informatie m.b.t. tot omgaan met middelen, grondstoffen en verbruiksgoederen. 2. zijn bereid tot een duurzaam gebruik van grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. 3. kunnen aan een milieuzorgsysteem op school meewerken en zoeken hierbij naar acties die bijdragen tot een duurzame oplossing voor een bepaald milieuprobleem. 4. kunnen contacten leggen met buitenschoolse milieuinstanties bij het werken aan het milieuzorgsysteem en sensibiliseren de school voor milieusparend gedrag. 5. kunnen omgaan met het gegeven dat een duurzame oplossing voor een milieuprobleem afhangt van rationele en niet-rationele factoren en niet altijd beantwoordt aan hun verwachtingen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
2. NATUURZORG 6. kunnen de specificiteit van en de verscheidenheid binnen een landschappelijk waardevol gebied met een hoge natuurwaarde beschrijven en bespreken. 7. kunnen elementen verzamelen die de kwetsbaarheid van een landschappelijk waardevol gebied met een hoge natuurwaarde aantonen en anderen sensibiliseren voor natuurbehoud of natuurwaardering. 8. voelen de waarde aan van persoonlijke natuurbeleving en het genieten van de natuur en de landschappen. 9. beseffen dat mensen met andere historische, socioeconomische of culturele achtergrond de natuur en een landschap anders kunnen ervaren. 10. zijn bereid zich in te zetten om de biodiversiteit en de waarde van een natuurgebied en van een landschap te behouden. 3. VERKEER
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
EN MOBILITEIT
11. maken veilig gebruik van eigen en openbaar vervoer. 12. kunnen de voor- en nadelen van verschillende vervoerswijzen afwegen.
6
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 4. MUZISCH-CREATIEVE VORMING
Eindtermen - De leerlingen ... 1. exploreren muzisch-creatieve uitingen zoals muziek, toneel, literatuur, dans, schilder- en bouwkunst, design, interieurs, mode en kleding, gebruiksvoorwerpen enz. als elementen die het cultuurbeeld van een gemeenschap mee bepalen: als statussymbool, als uiting van een persoonlijke esthetische smaak of als functioneel element.
x
2. ervaren dat muzisch-creatieve uitingen een mondiaal verschijnsel zijn en voorkomen op veel verschillende plaatsen, zoals musea, galerijen, publieke plaatsen (metro, stations ), openbare gebouwen, fabrieken, kantoren, religieuze plaatsen, private huizen, tuinen en parken,
x
x
3. erkennen de mogelijkheden van het gebruik van nieuwe technologieën (zoals ICT) en nieuwe media in en de impact van nieuwe materialen op verschillende muzisch-creatieve uitingen. 4. maken kennis met muzisch-creatieve productieprocessen en de activiteiten die deze processen ondersteunen
1 2 3
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
7
12. kunnen rechten en plichten binnen een concrete situatie uitleggen.
x
x
x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
x
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
x
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
11. kunnen meerderheids- en minderheidsstandpunten onderscheiden en benoemen.
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
x
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
x
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
x
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
10. oefenen inspraak en participatie in de school en beargumenteren het belang ervan ook in andere organisatievormen.
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
x
Fiche 1 “Biotoog”
x
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
x
Bioyoghurt leeft
9. kunnen besluitvorming op reële schoolse situaties toepassen.
De ethische matrix
Bio proeven: eco-receptie
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMen (VOETen) 5. OPVOEDEN TOT BURGERZIN
Eindtermen - De leerlingen ... 1. MENSENRECHTEN 1. kunnen de inhoud van de mensenrechten toelichten aan de hand van voorbeelden uit de mensenrechtencharters, inzonderheid aan de hand van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. 2. kunnen in eigen woorden uitleggen dat mensenrechten onderling afhankelijk zijn. 3. kunnen het universeel karakter van mensenrechten aantonen. 4. kunnen voorbeelden geven dat mensenrechten van iedereen voortdurende aandacht en inspanningen vergen en een dynamisch gegeven zijn. 5. herkennen schendingen van mensenrechten. 6. herkennen vooroordelen en discriminerend optreden bij zichzelf, bij anderen en in de media. 7. hebben belangstelling en respect voor mensenrechten en zijn bereid zich actief en opbouwend in te zetten voor hun eigen rechten en die van anderen. 8. hebben kritische belangstelling voor de behandeling van de mensenrechtenthematiek in de media. 2. ACTIEF
8
BURGERSCHAP EN BESLUITVORMING
x x
x
x
x
x
13. kunnen verschillende belangen op korte en langere termijn afwegen.
x
x
14. spannen zich in om de belangstelling, de standpunten x en de argumenten van anderen te respecteren.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
15. spannen zich in om voorstellen of argumenten genuanceerd te benaderen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
16. voelen zich aangesproken om binnen en buiten de school verantwoordelijkheid op te nemen en deel te nemen aan allerlei initiatieven.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
Onze reporters gaan de bioboer op
De ethische matrix
Bioyoghurt leeft
Bio proeven: eco-receptie
Bio proeven: eco-buffet
Landbouwschakelspel
Fiche 1 “Biotoog”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMen (VOETen) 6. SOCIALE VAARDIGHEDEN
2. oefenen zich in relatievormen die ze minder goed beheersen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3. uiten hun zelfwaardegevoel en opvattingen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4. worden zich bewust van en houden rekening met (on)gewenste effecten in een interactie.
x
x
Eindtermen - De leerlingen ... 1. INTERACTIEF
COMPETENTER WORDEN
1. zoeken uit welke relatievormen ze vaak gebruiken en in welke contexten.
2. COMMUNICATIEVE
VLOTHEID VERWERVEN
5. herkennen functie en belang van een aantal elementen van goede communicatie en geven aan welke van deze elementen zij al beheersen.
x
x
x
6. oefenen zich in elementen van het communicatieve proces die ze minder goed beheersen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
7. zijn bereid om de inbreng van de gesprekspartner ernstig te nemen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3. ZORG
DRAGEN VOOR RELATIES
8. kunnen het belang aangeven van volgende kenmerken van relaties: afspraken, regels, rolpatronen, machtsverhoudingen en gelijkwaardigheid.
x
x
1
9. kunnen aangeven dat men binnen een relatie keuzes maakt en dat men een relatie vorm geeft op basis van inzicht in haar kenmerken. 10. oefenen zich in het opbouwen en onderhouden van een relatie.
2
11. accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie. 4. IN
GROEP PROBLEEMOPLOSSEND SAMENWERKEN
12. passen belangrijke elementen van overleg en gezamenlijke probleemoplossing toe
x
13. zijn bereid om samen te denken, te argumenteren en te discussiëren om met anderen een situatie te verbeteren of een probleem op te lossen.
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE TWEEDE GRAAD
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3
x
9
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 7 “Wat koopt de consument? Waarom?”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
x
x
x
x
x
x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tavel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
x
Landbouwschakelspel
Bioyoghurt leeft
x
Bio proeven: eco-buffet
De ethische matrix
x
Bio proeven: eco-receptie
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 2e graad: Bio? Da’s logisch
AANSLUITING BIJ VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) 7. TECHNISCH-TECHNOLOGISCHE VORMING
Eindtermen - De leerlingen ... 1.TECHNIEK
BEGRIJPEN
1. kunnen effecten van techniek op mens en samenleving illustreren en in historisch perspectief plaatsen (zoals comfort, design, milieu, consumentisme …). 2. ‘TECHNISCH’ BEGRIJPEN 2. kunnen kennis en vaardigheden uit verschillende vakgebieden in technische realisaties herkennen.
x
x
3. kunnen de eigenheid van het technisch proces (bijvoorbeeld doelbepaling, ontwerpen, uitvoeren, evalueren) herkennen en omschrijven. 3. ATTITUDE 4. De leerlingen ontwikkelen een constructief kritische houding ten aanzien van techniek, technische beroepen en ondernemingen/organisaties.
10
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
x
x
x
VOOR DE TWEEDE GRAAD
x
x
x
AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)
VOOR DE DERDE GRAAD
2
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
De ethische matrix
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“ Fiche 3 “Leven in een biobodem” Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu” Fiche 5 “Wat bevat meer water?” Fiche 6 “Wat smaakt beter?” Fiche 8 “GGO’s” Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
aardrijkskunde x x x x x x x x
biologie x x x x x x x x x x x
ecologie x x x x x x x x x x x
economie x x x x
cultuurwetenschappen x x x
godsdienst x x x x x
zedenleer x x x x x
Nederlands x x
chemie
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
geschiedenis
wiskunde x
VOOR DE DERDE GRAAD
x x x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKKEN
x
x
x x
1
2
3
3
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
x
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
x
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
x
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: eco-buffet
x
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 1. GEZONDHEIDSEDUCATIE
Eindtermen - De leerlingen ... 1 LEEFSTIJL
EN LEVENSKWALITEIT
1. nemen een kritische houding aan tegenover hun voedingspatroon en zijn bereid het aan te passen, rekening houdend met criteria voor een evenwichtige voeding binnen diverse voedingssystemen.
x
x
2. benoemen risicofactoren voor eetstoornissen en de gevolgen daarvan. 3. kunnen anderen in nood helpen door het toepassen van eerste hulp en cardio- pulmonaire resuscitatie (CPR). 4. bespreken opvattingen over medische, psychische en sociale aspecten van gezinsplanning, zwangerschap en zwangerschapsonderbreking. 5. besteden aandacht aan maatschappelijke fenomenen zoals echtscheiding, éénoudergezinnen, zelfmoord, prostitutie, misbruik van genot- en geneesmiddelen, delinquent gedrag en verspreiding van aids. 6. gaan gepast om met vreugde, verlies en rouw, en leren uit hun ervaringen. 7. verwerven inzicht in de structuren en het beleid die de gezondheids- en welzijnszorg ondersteunen. 8. participeren aan het gezondheids- en veiligheidsbeleid op school en in hun omgeving.
x
x
2. ZORGETHIEK 9. dragen zorg voor zichzelf en voor anderen rekening houdende met thematieken zoals jeugdbeleid, ouderdom, sociale achterstelling en handicaps. 10. tonen respect voor zichzelf en anderen zoals personen met andere geaardheid, uit andere etnische groepen, uit andere culturen en met andere denkwijzen en overtuigingen.
x
x
x
11. herkennen bij zichzelf en anderen signalen van diverse vormen van partner- en sociale druk, fanatisme, discriminatie en onverdraagzaamheid en reageren daar passend en tijdig op.
4
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
x
x
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 2. LEREN LEREN
Eindtermen - De leerlingen ... 1. OPVATTINGEN
OVER LEREN
1. kunnen communiceren over de samenhang tussen hun leeropvattingen, leermotieven en leerstijl.
x
x
2. kennen verschillende leerstijlen en zijn bereid hun leerstijl zonodig aan te passen met het oog op te bereiken doelen. 2. INFORMATIE
x
VERWERVEN EN VERWERKEN
INFORMATIEVERWERVING 3. De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch selecteren en raadplegen met het oog op te bereiken doelen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
INFORMATIEVERWERKING 4. zelfstandig informatie kritisch analyseren en synthetiseren. 5. zinvol inoefenen, memoriseren en herhalen. 6. verwerkte informatie functioneel toepassen in verschillende situaties. PROBLEMEN
x
x
1
OPLOSSEN
7. op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren.
x
x
x
x
x
x
8. de gekozen oplossingswijze en de oplossing evalueren. ONDERZOEK 9. De leerlingen kunnen een onderzoek of een practicum voorbereiden, uitvoeren en de resultaten verantwoorden.
x
x
x
2
x
3
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
5
3. REGULERING COGNITIEVE
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
2. Leren leren, vervolg
VAN HET LEERPROCES REGULERINGSVAARDIGHEDEN
10. een realistische werk- en tijdsplanning op langere termijn maken.
x
x
11. hun leerproces sturen, beoordelen op doelgerichtheid en zonodig aanpassen.
x
x
12. toekomstgerichte conclusies trekken uit leerervaringen.
x
x
x
x
AFFECTIEVE
REGULERINGSVAARDIGHEDEN
13. de oorzaak van slagen en mislukken objectief toeschrijven. 14. in hun leerproces rekening houden met het affectieve. 4. KEUZEBEKWAAMHEID ZELFCONCEPTVERHELDERING 15. communiceren over hun eigen interesses, capaciteiten en waarden.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
16. een positief zelfbeeld ontwikkelen op basis van betrouwbare gegevens en daarover communiceren. HORIZONVERRUIMING 17. kunnen, rekening houdend met de eigen interesses, capaciteiten en waarden, een zinvol overzicht verwerven over studie- en beroepsmogelijkheden, dienstverlenende instanties met betrekking tot de arbeidsmarkt en/of de verdere studieloopbaan. 18. zijn bereid een onbevooroordeelde, roldoorbrekende en respectvolle houding aan te nemen ten aanzien van studieloopbanen en beroepen.
x
KEUZESTRATEGIEËN 19. De leerlingen kunnen de verschillende fasen van een keuzeproces doorlopen en rekening houden met de consequenties. OMGEVINGSINVLOEDEN 20. De leerlingen kunnen omgevingsinvloeden op het keuzegedrag onderkennen en er zich tegenover positioneren.
6
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
x
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
x
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
x
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
x
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
x
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
x
Fiche 1 “Biotoog”
Bio proeven: eco-buffet
x
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-receptie
x
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 3. MILIEUEDUCATIE
Eindtermen - De leerlingen ... 1. NATUUR-
EN MILIEUBELEID
1. kunnen beschikbare communicatiekanalen en milieueducatieve netwerken aanwenden bij milieu-initiatieven en -projecten. 2. kunnen het normverleggend en grensoverschrijdend karakter van milieuvervuiling bij productie en verbruik illustreren.
x
x
3. zijn bereid de milieureglementering toe te passen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4. hebben bij het kopen van goederen en verbruiken van diensten oog voor nieuwe milieuvriendelijke alternatieven of kleinschalige initiatieven in het kader van een duurzame ontwikkeling.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
5. zijn bereid actief deel te nemen aan het maatschappelijk debat over natuur- en milieubeleid.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
6. zijn bereid ethische normen te hanteren ten opzichte van scenario’s van bijvoorbeeld economische groei, welvaartsontwikkeling, demografische evolutie en biotechnologische ontwikkeling op mondiaal vlak.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
2. VERKEER
EN MOBILITEIT IN RUIMTELIJK BELEID
7. kunnen de voor- en nadelen van verschillende vervoerswijzen voor transport van personen, goederen en diensten afwegen op basis van verschillende criteria en een bepaalde keuze motiveren.
1
8. kunnen meewerken aan het opstellen en uitvoeren van een schoolvervoersplan en verdedigen hun eigen standpunt hierin. 9. kunnen een gedragspatroon ontwikkelen waarbij individuele gemotoriseerde verplaatsingen beperkt worden en milieubewust gekozen wordt voor een passende vervoerswijze.
2
10. kunnen individueel of in groep standpunten innemen t.a.v. een probleem van ruimtelijke inrichting of landschapsbeheer en nemen kennis van het overheidsbeleid ter zake.
3
11. zijn bereid om via een constructieve inbreng invloed uit te oefenen op beslissingen, maatregelen of voorstellen die een weerslag kunnen hebben op mobiliteit, verkeer en ruimtegebruik. 12. verwerven de kennis die moet volstaan als voorbereiding op het theoretisch rijexamen categorie B. BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
7
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 4. MUZISCH-CREATIEVE VORMING
Eindtermen - De leerlingen ... 1. staan open voor diverse muzisch-creatieve uitingen, zoals dans, design, muziek, architectuur...
x
2. ervaren muzisch-creatieve uitingen als een verrijkende inspiratie om te functioneren in de eigen leefwereld en om zich te kunnen inleven in die van anderen.
x
3. kunnen bij eigen muzisch-creatieve uitingen waarden en gevoelens betrekken, er vorm aan geven en dit als verrijkend ervaren. 4. zien in dat ten gevolge van nieuwe technieken en materialen de kunsten, de techniek en de wetenschappen meer en meer integreren.
8
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
x
VOOR DE DERDE GRAAD
Fiche 10 “De biooh’s verovoveren de markt
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 5. OPVOEDEN TOT BURGERZIN
Eindtermen - De leerlingen ... 1. DEMOCRATISCHE
RADEN EN PARLEMENTEN
1. kunnen de feitelijke werking van de parlementaire besluitvorming beschrijven. 2. kunnen de rol aangeven van fracties en commissies in de werking van raden (zoals gemeente- en provincieraden) en parlementen. 3. kunnen parlementen en raden (zoals gemeente- en provincieraden) situeren als belangrijke actoren in het vormgeven van de samenleving. 4. kunnen verschillende standpunten in parlementaire debatten van elkaar onderscheiden en met elkaar vergelijken. 5. kunnen voorbeelden geven van politieke beslissingen (b.v. onderwijs, jeugdbeleid) die hun leven rechtstreeks beïnvloeden. 6. kunnen beslissingen van een raad (zoals een gemeente- en een provincieraad) of parlement kritisch evalueren door ze te toetsen aan relevante informatie, de eigen opvatting en andere opvattingen. 7. aanvaarden beslissingen die volgens parlementaire procedures zijn genomen.
1
8. brengen waardering op voor de functie en de taken van leden van raden (zoals gemeente- en provincieraden) en parlementen. 2. MAATSCHAPPELIJKE
DIENSTVERLENING
2
9. kunnen informatie verzamelen over de maatschappelijke opdracht, het aanbod en de werking van maatschappelijke diensten en instellingen en van specifieke hulp- en informatiediensten voor jongeren. 10. kunnen hun eigen wensen of behoeften omzetten in hulp- en informatievragen.
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
3
VOOR DE DERDE GRAAD
9
x
x
x
17. zijn gevoelig voor het belang van persoonlijke inzet voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld.
x
x
x
12. durven een beroep te doen op maatschappelijke diensten of instellingen. 3. WERELDBURGERSCHAP
10
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
Fiche 10 “De biooh’s verovoveren de markt
x
11. kunnen aangeven hoe zij op deze diensten of instellingen een beroep kunnen doen en waar ze met eventuele klachten, meldingen of aanbevelingen terecht kunnen (o.m. ombudsdienst).
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
16. kunnen aangeven dat er verschillende opvattingen zijn over welvaart en over de herverdeling van deze welvaart.
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
x
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
x
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
x
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
x
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
15. kunnen de complexiteit van internationale samenwerking toelichten aan de hand van de concepten onderlinge afhankelijkheid, beelden en beeldvorming, sociale rechtvaardigheid, conflict en conflicthantering, verandering en toekomst.
Fiche 1 “Biotoog”
x
Landbouwschakelspel
x
Bio proeven: eco-buffet
x
Bio proeven: eco-receptie
x
Bioyoghurt leeft
14. kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat de mondiale dimensie in onze samenleving steeds explicieter wordt op o.m. politiek, economisch en cultureel vlak en dat deze evolutie voordelen biedt maar ook problemen en conflicten oplevert.
De ethische matrix
x
Onze reporters gaan de bioboer op
13. kunnen de rol van internationale instellingen illustreren.
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
Fiche 8 “GGO’s”
5. Opvoeden tot burgerzin, vervolg
Onze reporters gaan de bioboer op
De ethische matrix
Bioyoghurt leeft
Bio proeven: eco-receptie
Bio proeven: eco-buffet
Landbouwschakelspel
Fiche 1 “Biotoog”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 10 “De biooh’s verovoveren de markt
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 6. SOCIALE VAARDIGHEDEN
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Eindtermen - De leerlingen ... 1. STREVEN
NAAR HET ONTWIKKELEN VAN RELATIONELE VEELZIJDIGHEID
1. ontdekken de voor- en nadelen van verschillende relatievormen in verschillende contexten en maken op basis daarvan keuzes. 2. benoemen en duiden hun emoties, uiten deze gepast en x herkennen en duiden andermans emoties. 3. kiezen bewust relatievormen, rekening houdende met contextelementen zoals de situaties en de partners. 2. STREVEN
NAAR DUIDELIJKE COMMUNICATIE
4. communiceren doelgericht.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
5. hebben er oog voor dat ze wensen en situaties benaderen vanuit eigen en andermans authenticiteit en expressie.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
8. streven naar een evenwicht tussen eigen wensen, verlangens en belevingen, en het groepsbelang.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
9. kunnen omgaan met hiërarchie, macht en regelgevingen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
10. engageren zich om een eigen verantwoordelijkheid op te nemen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3. CONSTRUCTIEF
PARTICIPEREN AAN DE WERKING VAN SOCIALE GROEPEN
6. helpen mee aan het formuleren en realiseren van groepsdoelstellingen. 7. kunnen het belang en de mogelijke risico’s aangeven van het behoren tot formele en informele maatschappelijke netwerken en kunnen de voordelen ervan gebruiken.
4. CONFLICTHANTERING
1 2
EN OVERLEG
11. hebben inzicht in de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
12. zien het belang in van gevoelens en lichaamstaal bij het benaderen van conflicten.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
13. hanteren conflicten door de eigen belangen te behartigen zonder hierbij de belangen, motivaties en emoties van anderen uit het oog te verliezen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
14. zijn bij conflicten bereid naar anderen te luisteren, hen de kans te geven zich uit te drukken, hen te respecteren, hun emotionele grenzen te respecteren, te overleggen.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
VOOR DE DERDE GRAAD
3
11
Fiche 10 “De biooh’s veroveren de markt
Fiche 9 “Het leven van een biorijstboer uit Thailand”
Fiche 8 “GGO’s”
Fiche 6 “Wat smaakt beter?”
Fiche 5 “Wat bevat meer water?”
Fiche 4 “Landschap en landbouw - vroeger en nu”
Fiche 3 “Leven in een biobodem”
Fiche 2 “Mondina zet scheve tafel recht“
Fiche 1 “Biotoog”
Landbouwschakelspel
Bio proeven: eco-buffet
Bio proeven: eco-receptie
Bioyoghurt leeft
De ethische matrix
Onze reporters gaan de bioboer op
Introlessen 3e graad: Biobabbel JR.
AANSLUITING BIJ DE VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen): 7. TECHNISCH-TECHNOLOGISCHE VORMING
Eindtermen - De leerlingen ... 1. TECHNIEK
BEGRIJPEN
1. kunnen effecten van techniek op mens en samenleving illustreren en in historisch perspectief plaatsen (zoals comfort, design, milieu, consumentisme...).
x
x
2. kunnen effecten van techniek op menselijke gedragingen, houdingen, waarden en normen illustreren.
x
x
x
x
3. kunnen kenmerken van een technische benadering onderscheiden van andere benaderingen zoals wetenschappelijk, artistiek, sociaal. 4. kunnen gefundeerd oordelen over de rol van ondernemingen/organisaties in en voor de samenleving bijvoorbeeld met betrekking tot welvaart, ontwikkeling, welzijn. 2. TECHNISCH
BEGRIJPEN
5. kunnen kennis en vaardigheden uit verschillende sectoren herkennen.
x
6. kunnen eenvoudige ontwerpen en realisaties evalueren. 7. kunnen ondernemingen/organisaties karakteriseren als uitvoerders van technische processen en de rol van verschillende technische beroepen en vaardigheden hierbij toelichten.
x x
3. ATTITUDE 8. ontwikkelen een constructief kritische houding ten aanzien van techniek, technische beroepen en ondernemingen/organisaties.
12
BIJLAGE 3: EINDTERMEN
x
VOOR DE DERDE GRAAD
x
BIBLIOGRAFIE
����������������������� BIJLAGE 4
2
BIIJLAGE 4:
BIBLIOGRAFIE
BIBLIOGRAFIE INLEIDEND GEDEELTE
• Beleidsnota Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Yves Leterme,
Vlaams minister van landbouw, zeevisserij en plattelandsbeleid, www2.vlaanderen.be/ned/sites/landbouw/downloads/beleidsnota_ landbouw_leterme.pdf, 2004 • The World of Organic Agriculture, Statistics and Emerging Trends, IFOAM, www.ifoam.org/press/press/Statistics_2006.html, 2006 • De biologische landbouw in 2005, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Beleidsdomein landbouw en visserij, AM&S, www2.vlaanderen.be/ned/ sites/landbouw/publicaties/volt/36.html, 2006
INTROLESSEN • • • •
www.biotheek.be www.biologica.be www.bop.vgc.be/tijdschriften/kits/010901/vlinders.html Bio in vraag. Met antwoord!, Velt vzw voor de Biotheek, het Vlaamse informatie- en documentatiecentrum voor biologische landbouw en voeding., 2005 • Biobox, Velt vzw, 2003 • Biobabbel, Velt vzw, 2005 • The Atlas of Food, Erik Millstone, Tim Lang, Myriad Editions Limited, www.earthscan.co.uk, 2003
PROJECT- EN THEMALESSEN
• Op ontdekking: de bioboer op •
Prins Harry wroet in varkensmest, Het Volk, 2005
• Onze reporters gaan de bioboer op • •
Prins Harry wroet in varkensmest, Het Volk, 2005 Duurzaam met smaak, www.velt.be, 2006
• Leven in de bioappelboomgaard •
Onze boomgaard, Hans Webling, CNME Parkstad Limburg, 2004
• De ethische matrix • www.ethicalmatrix.net • Mens, dier en voedsel, een film over de bio-industrie en de gevolgen voor mens, dier en milieu, www.ciwf.nl, 2005 • Feiten en Cijfers - editie 2003, Vilt, 2003 • Stand van zaken biologische landbouw in Vlaanderen, Persbericht Landbouw en Visserij, www.Vlaanderen.be, 2004
BIIJLAGE 4:
BIBLIOGRAFIE
3
• Bio-yoghurt leeft • • •
www.katho.be/hivb/micromaat/pdf/module3yoghurt.pdf, 2004 ‘Ik spaar milieu en dieren aan lagere kosten’, www.vilt.be/gevilt/ detail.phtml?id=688, 2004 Wanneer is een verwerkt product biologisch?, www.integra-bvba.be, 2005
• Bio proeven: receptie en buffet • • • • • • •
Bio in vraag. Met antwoord!, Velt vzw voor de Biotheek, het Vlaamse informatie- en documentatiecentrum voor biologische landbouw en voeding, 2005 ‘Keuken, koken, kiezen’ brochure over duurzame voeding, Netwerk Bewust verbruiken, www.keukenkokenkiezen.be, 2005 www.velt.be Handboek ecologische voeding, Diana Lauwers, Velt vzw, 2003 Wat eten we vandaag? Gezond en lekker eten met kinderen van twee tot zestien jaar, Vreni De Jong, Christofoor, 1993 De vegetarische studentenkookgids, Veltman Uitgevers, www.veltmanuitgevers.nl, 2005 Ecologische voetafdruk in 125 recepten, De (h)eerlijke keuken, biodiversiteit op tafel, Jurgen Tack, 2005
• Landbouwschakelspel •
• • • • •
Het Waterschakelspel; ontworpen en uitgewerkt door Marc Zegels en Rudy Sempels i.s.m. Natuureducatief Centrum “De Vroente” te Kalmthout. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, 2000 Feiten en Cijfers - editie 2003, Vilt, 2003 Handboek Ecologisch Tuinieren, Herman Van Boxem, Guy Buysse, Bart Maes, Philip Robinet, Frank Williame, Velt vzw, Berchem, 2002 Het Milieu van de Natuur. Rolf Roos, Utrecht, 2000 Water, bron van leven, Maggie Black, vertaling Lieve De Meyer, Abcoude - Fontaine ; Brussel, 11.11.11, 2004 De ecologische voetafdruk, wwf, 2006 www.wwf.be/eco-footprint/nl/ecological-footprint/belgian_ footprint.htm
FICHES
• Bio-toog * Gezonde toog •
De gezonde toog in het GIB, www.gibbrasschaat.be, www.logoantwerpennoord.be
• Mondina zet scheve tafel recht •
www.Mondina.be
• Leven in een biobodem •
4
Het voedselweb onder de boerderij, Rinze Benedictus, www.bionieuws.nl, www.rivm.nl, 2005
BIIJLAGE 4:
BIBLIOGRAFIE
• Landschap en landbouw – vroeger en nu •
cursus natuurgids, www.natuureducatie-cvn.be, 2002
• Wat bevat meer water? en Wat smaakt beter? •
www.vwo-campus.net: Biologisch of conventioneel?, 2004
• Wat koopt de consument? Waarom? •
Marktonderzoek rond bio-voeding en ecologische voeding door studenten van het ECHO, het departement Economisch Hoger Onderwijs van de Katholieke Hogeschool Leuven (K.H.Leuven), www.echo.khleuven.be,
[email protected], 2006
• GG0’s • •
Een veld met biologische maïs in Spanje is besmet met GGO’s, Annaïs Sastre Morató, Plataforma Transgènics Fora! (PTF!), 2006 www.vitavitalis.be
• Het leven van een Thaise biorijstboer •
Gouden rijst, een getuigenis van een bio-rijstboer uit Thailand over eerlijke handel, Tine Hens, De Standaard, 2004
• De biooooh’s veroveren de markt • • •
Natuurlijk! Bio!, KTA Wemmel, www.lannoo.com, 2004 www.jma.org www.piazzadellarte.be
BIJLAGEN
• BIJLAGE 2 • • •
Handboek Ecologische Voeding, Diana Lauwers, Velt, 2004 Wat eten we vandaag? Gezond en lekker eten met kinderen van twee tot zestien jaar, Vreni De Jong, Christofoor, 1993 De vegetarische studentenkookgids, Veltman Uitgevers, www.veltmanuitgevers.nl, 2005
• BIJLAGE 3 •
Lijst met vakoverschrijdende eindtermen, www.ond.vlaanderen.be/DVO/ secundair/index.htm, 2002
• BIJLAGE 5 •
Deze lijst werd samengesteld met onder meer verklaringen van de website van het departement Landbouw en Visserij van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: www2.vlaanderen.be/ned/sites/landbouw/info/ woorden.html 2006
BIIJLAGE 4:
BIBLIOGRAFIE
5
6
BIIJLAGE 4:
BIBLIOGRAFIE
BEGRIPPENLIJST
����������������������� BIJLAGE 5
2
BIJLAGE 5: BEGRIPPENLIJST
BEGRIPPENLIJST Agrarisch natuurbeheer Alle activiteiten van landbouwers, al dan niet in samenwerking met anderen en al of niet tegen vergoeding of beloning, die het behoud en/of de ontwikkeling beogen van natuur- en landschapswaarden. Bestrijdingsmiddel Middel dat wordt gebruikt voor de bestrijding of het voorkomen van een aantasting door een schadelijk organisme. Het kan fysisch, chemisch of biologisch zijn en worden verder ingedeeld volgens het doelorganisme: vb. insecticiden (insecten), herbiciden (planten),... Biologisch bestrijdingsmiddel Niet-synthetisch bestrijdingsmiddel dat gebruikt mag worden in de biologische landbouw. Het kan een levend organisme zijn (bijvoorbeeld een lievenheersbeestje), een bacterie, een plantenextract, een van oudsher gebruikt middel zoals koper of zwavel (zie ook Biologische landbouw). Biologische landbouw Wettelijk geregelde landbouwmethode die er door aandacht voor o.a. het behoud van de bodemvruchtbaarheid, ruime vruchtwisseling, dierenwelzijn en genetische diversiteit in slaagt om plantaardige en dierlijke producten voort te brengen zonder gebruik te maken van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen, kunstmest, chemische toevoegingen in veevoeder, groeistimulatoren, hormonen of genetisch gewijzigde organismen. Biologisch-dynamische landbouw Landbouwmethode die beantwoordt aan alle voorschriften voor biologische landbouw (zie boven) en die bovendien aandacht heeft voor de integriteit van en de samenhang tussen plant, dier, bodem en planetenstelsel. Biologische voeding Voeding geproduceerd volgens de biologische landbouwmethode en verwerkt op een zo natuurlijk mogelijke manier, zonder gebruik van kunstmatige kleurstoffen, smaakstoffen en bewaarmiddelen. (Chemisch-)synthetisch bestrijdingsmiddel Bestrijdingsmiddel dat gebruikt wordt in de gangbare landbouw om ziekten en plagen te bestrijden. Het komt van nature niet voor. Duurzame ontwikkeling De ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Duurzame landbouw Een landbouw die praktijken hanteert die economisch efficiënt, ecologisch en sociaal aanvaardbaar zijn in eerste instantie voor de huidige generatie, maar zonder de kansen van toekomstige generaties te hypothekeren. Ecologische voeding Dit is duurzame voeding: voeding met respect voor mens (eerlijke prijzen) en natuur en milieu (energie en groendstoffengebruik). Het is een keuze voor producten van biologische herkomst, voor voeding aangepast aan de streek en het seizoen waarin je leeft, een vleesarm menu, het is winkelen en koken met zo weinig mogelijk afval…
BIJLAGE 5: BEGRIPPENLIJST
3
Gangbare landbouw Reguliere landbouw, niet-biologische landbouw. Geïntegreerde productiemethode Wettelijk geregelde productiemethode waarbij gestreefd naar het bestrijden van ziekten en plagen door gebruik te maken van een combinatie van biologische, fysische, chemische, mechanische of genetische middelen waardoor het middelengebruik tot een minimum kan worden gereduceerd. Ongewenste neveneffecten worden beperkt met het oog op de bescherming van het milieu en de gezondheid van de mens (consument én producent). Genetisch gewijzigd organisme (GGO) Organisme waarvan het genetisch materiaal veranderd is op een kunstmatige wijze, een wijze die in de natuur op zich onmogelijk is. Groenbemester Landbouwgewassen die geteeld worden omwille van gunstige effecten op de bodem, bijvoorbeeld bescherming van de bodem tegen erosie, verbetering van de bodemstructuur, aanvoer van organische stof en nutriënten in de bodem. Kunstmest Minerale of anorganische plantenvoedingsstoffen geproduceerd op een kunstmatige wijze, bijvoorbeeld superfosfaat. Mechanische onkruidbestrijding Methode waarbij onkruid op een mechanische wijze (vb. schoffelmachine, wiedeg, vingerwieder,...) bestreden wordt. Hierbij is het belangrijk om zoveel mogelijk preventief te werken en onkruidgroei te voorkomen. Natuurlijke vijanden Natuurlijke vijanden zijn organismen die ingezet worden om de gewassen te beschermen. Door hun natuurlijke levenswijze waarbij ze belagers als voedsel tot zich nemen – bijvoorbeeld lieveheersbeestjes die bladluizen op eten – helpen ze de landbouwer plagen in toom te houden. Vruchtwisseling Het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen. Pas na enkele jaren komt hetzelfde gewas weer op het perceel terug. Verbrede landbouw Verbrede land- en tuinbouw betreft verbrede activiteiten die altijd in combinatie met landbouwactiviteiten worden uitgevoerd. Deze ‘verbreding’ kan verschillende thema’s omvatten: agrarisch natuur- en landschapsbeheer, recreatie, zorg, afzet,... Voedergewassen Gewas dat als veevoer wordt geteeld vb. mais, luzerne,…
4
BIJLAGE 5: BEGRIPPENLIJST
HET LANDBOUWSCHAKELSPEL DE SCHAKELS
BIJLAGE 6 BIJLAGE 6 - REEKS 1
2
HET
LANDBOUWSCHAKELSPEL:
DE SCHAKELS
BIJLAGE 6