Jaarstukken 2013
Inhoudsopgave: Aanbiedingsbrief Jaarstukken 2013 Jaarverslag Gemeente Lelystad 2013 Jaarrekening gemeente Lelystad 2013 Incl. SISA verantwoording Jaarverslag Grondbedrijf
De raad van de gemeente Lelystad
uw brief van
behandeld door GM Akkerman-Caprino
uw kenmerk
algemeen nummer 14 0320
ons kenmerk
datum
U14-82206 U14-82206 bijlagen
CS-CA dossiernummer
onderwerp Aanbiedingsbrief jaarstukken 2013
pr-nummer
Geachte leden van de raad, Bijgaand treft u de volgende jaarstukken 2013 aan: jaarrekening 2013, jaarverslag 2013 en het jaarverslag Grondbedrijf 2013. Het jaar 2013 sluit af met een positief rekeningresultaat van € 4,6 mln., voornamelijk veroorzaakt door incidentele meevallers. De financiële analyse op hoofdlijnen is in het eerste hoofdstuk van de jaarrekening (hoofdstuk 1.1 financiële samenvatting) opgenomen. Daarom wordt in deze aanbiedingsbrief niet verder ingegaan op dit onderdeel. Een belangrijk aandachtspunt in de jaarrekening 2013 is de waardering van de grondexploitaties. De inschattingen en de bandbreedtes zijn omkleed met onzekerheden vanuit de markt waardoor geen zekerheid kan worden gegeven over de toekomst van de grondexploitaties. Op basis van deze onzekerheid heeft de accountant een verklaring met beperking afgegeven. De accountant benadrukt dat het hier gaat om een onzekerheid en niet om een fout. De overige onderdelen van de jaarstukken zijn wel goedgekeurd door de accountant. In het verslag van bevindingen gaat de accountant in op verschillende aandachtspunten en aanbevelingen die hij aan de hand van de controle heeft geconstateerd. In deze brief gaan wij verder in op de bestuurlijke aandachtspunten in het controleverslag van de accountant. Bestuurlijke aandachtspunten controleverslag Grondbedrijf De accountant geeft aan dat de afgelopen jaren de wijze waarop maatschappij kijkt naar de rol van de jaarrekening veranderd is en dat wordt verwacht dat de jaarrekening niet meer alleen terugkijkt naar het verleden, maar ook een voorspellend karakter heeft. Vanwege de gevolgen van de economische crisis op de vastgoedmarkt staat de waarde van de
ons kenmerk U14-82206
datum
pagina 2
vastgoedportefeuille (de gronden van de gemeente) onder druk. Uitgangspunten en parameters die gedefinieerd zijn bij de Meerjaren Prognose Grondbedrijf (MPG) zijn daarom steeds belangrijker geworden in de bandbreedte van de waardering van de balansposten grondexploitaties. Zoals in de inleiding al is aangegeven zijn de onzekerheden over de effecten van de parameters en uitgangspunten rondom de fasering (tempo van afgifte) voor de accountant reden geweest om een controleverklaring met een beperking af te geven. Bij de gemeente worden de uitgangspunten en parameters jaarlijks in de (MPG) door de raad vastgesteld. Daar nu zit ook het knelpunt. Om dit knelpunt te kunnen begrijpen is enige toelichting op het proces op zijn plaats. Toelichting proces De accountant redeneert dat indien de raad binnen afzienbare tijd nieuwe uitgangspunten en parameters zou gaan kiezen, hierdoor de waarde van de grondexploitaties aanzienlijk zou kunnen wijzigen. De controlerende accountant heeft dan de plicht om nú al mee te wegen wat de invloed zou kunnen zijn van mogelijke wijzigingen voor de bandbreedte waarbinnen de waardering van de grondexploitaties in de jaarrekening zich zou kunnen begeven. De raad gaat uiteraard over de besluitvorming aangaande mogelijke aanpassingen van deze uitgangspunten en parameters en de verwachte besluitvorming hierover is in het najaar van 2014 – conform de reguliere planning en controlcyclus. De herziening van parameters is uiteraard al in voorbereiding op ambtelijk niveau en er zijn op hoofdlijnen bandbreedtes berekend waarbinnen de effecten zich kunnen bewegen (in verschillende scenario’s). Dit is dan ook voor de accountant aanleiding om rondom de waardering van de grondexploitatie een bepaalde onzekerheid mee te laten wegen. Uiteindelijk zal bij de nieuwe MPG (2014) de raad (nieuwe) uitgangspunten kiezen, zal het effect van gewijzigde parameters bekend zijn en kan exact bepaald worden in welke mate dit leidt tot herwaarderingen in de grondexploitaties. In het kader van zorgvuldigheid is afgesproken dat de accountant, vanuit de natuurlijke adviesfunctie, kritisch zal meekijken met de eerstvolgende MPG (2014). Verbonden partijen Het college onderschrijft het belang om nauwlettend alle verbonden partijen te blijven volgen. De accountant adviseert om voor het volgende verantwoordingsjaar scherpere afspraken te maken met de Coöperatie Parkeer Service (CPS) over de kwaliteit van de interne beheersing en de door hun e accountant uit te voeren werkzaamheden. CPS is de organisatie die sinds het 2 halfjaar van 2013 uitvoering geeft aan parkeerbeheer in Lelystad en ook de financiële stromen beheert en verantwoordt. De overgang naar CPS heeft gefaseerd plaatsgevonden en er zijn afspraken gemaakt om de overgang soepel te laten verlopen. De werkzaamheden die CPS uitvoert op het financiële vlak zijn in het verleden door de gemeente zelf uitgevoerd. Er is daarom ook veel expertise in huis om de informatie van CPS betreffende de controles en volledigheid naar waarde te schatten. Met CPS zijn intussen scherpe afspraken gemaakt over zowel de kwaliteit van de interne beheersing als de financiële verantwoording. Dit proces wordt uiteraard voorgezet en zal resulteren in een controleprotocol waarbij voor alle partijen duidelijk is aan welke controle-eisen voldaan dient te worden. Jaarrekeningcontrole De accountant merkt op dat er nog een kwaliteitsslag is te maken op de onderdelen risicomanagement, verfijnen van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit en inventariseren van belangrijkste risico’s van verbonden partijen. In de reactie op de managementletter 2013 (verslag van bevindingen interim controle ) is reeds ingegaan op de maatregelen die in 2013 genomen zijn om het risicomanagement verder in te bedden in de organisatie. Risicomanagement is een vast onderdeel in de reguliere planning en control cyclus waardoor men vroegtijdig inzicht krijgt in de financiële consequenties van diverse risico’s. Inventariseren van risico’s die vanuit de decentralisaties op de gemeente afkomen is een belangrijk onderwerp dat organisatiebreed wordt opgepakt. Hier speelt vooral het op afstand zetten van taken een belangrijke rol in het bepalen van risico’s. Ten aanzien van de verbonden partijen merkt de accountant zelf ook in zijn bevindingen op dat bij de gemeente Lelystad al op een serieuze en kwalitatief hoogstaande wijze omgegaan wordt met zaken als interne controle en analyse van verbonden partijen. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit is reeds een kwaliteitsslag gemaakt door bij de jaarrekening 2013 op advies van de accountant de uitgebreide risicoanalyse van de exploitatie en het Grondbedrijf mee te nemen.
ons kenmerk
datum
pagina
U14-82206
3
Voorts wordt door de accountant opgemerkt dat er nog verbeteringen zijn door te voeren op de processen rechtmatigheid, interne controles en IT beheersomgeving. In 2013 stond de organisatie, voor wat betreft rechtmatigheid, voor een grote uitdaging. Vanwege structureel te kort aan capaciteit om de rechtmatigheidcontrole efficiënt maar ook zeker doeltreffend in te richten en uit te voeren, heeft de raad in 2013 incidenteel budget ter beschikking gesteld om op dit gebied een kwaliteitsimpuls door te voeren. Door onder meer het proces zo veel mogelijk te uniformeren en te automatiseren, vakafdelingen te betrekken en verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen controle, is invulling gegeven aan de randvoorwaarden die gesteld zijn aan het rechtmatigheidsproces. Hieruit voortkomend is opdracht verleend aan Ernst & Young voor het implementeren van het Key Control Dashboard van Yellowtail. Een systeem waarin door de gehele organisatie de controles op een eenduidige wijze kunnen worden beschreven en vastgelegd. Dit levert tijdwinst op in de jaarlijkse controle door de accountant. Hiertoe is het normenkader herijkt, zijn key controls aangebracht per proces en zijn systeem én werkmethode geïmplementeerd. Op deze wijze is niet alleen rechtmatigheidcontrole voor 2013 geborgd, maar ook de controle voor de jaren daarna. Implementatie van de werkwijze en het systeem heeft de nodige kinderziekten doorstaan en het college is tevreden over de procesverbetering die in zo een korte periode ( binnen 1 jaar) is bereikt. De volgende stap van de implementatie is, zoals de accountant ook aangeeft, gericht op het verder verfijnen van de beschrijving van controlestappen. Het college onderschrijft de aandachtspunten voor de jaarrekeningcontrole die de accountant in haar verslag noemt. Voor wat betreft de IT controles, interne controles en verantwoordingen van externe partijen is het streven deze gereed te hebben vóór de jaarlijkse controle van de accountant. Dat is ook het afgelopen jaar grotendeels gelukt. Het college merkt wel op dat vanaf de zomer 2013 de organisatie werkt met een nieuwe controlerende accountant die de accenten, zeker voor wat betreft de interne processen, anders legt. Dit vergt in het begin van deze nieuwe samenwerking extra afstemming, zoals ook ervaren is binnen de organisatie, maar het college heeft er alle vertrouwen in dat deze afstemming de komende periode zijn vruchten zal afwerpen. Frauderisico-analyse Het college is het niet eens met de opmerking van de accountant dat de organisatie onvoldoende stuurt op het voorkomen van fraude. Het management onderschrijft de noodzaak om frauderisico’s op de agenda te hebben, en heeft dat ook verwoord in de reactie op de management letter 2013. Met de actualisatie van de integriteitcode (september 2013), training voor de organisatie om met deze hernieuwde code en het protocol aan de slag te gaan en door preventie in te bedden in de technische functiescheiding van opdrachtnemer en budgethouder, alsmede functiescheiding in geautomatiseerde systemen, is het college van mening dat er actief aandacht is voor frauderisico’s. Ook worden er maatregelen genomen daar waar dat nodig is. Periodieke interne controles geven daarnaast genoeg houvast om eventuele fraude op te sporen. Hoogachtend, het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave Jaarverslag 2013 1. ALGEMENE INLEIDING ....................................................................................................2 2. PROGRAMMAVERANTWOORDING ....................................................................................3 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
IEDEREEN DOET MEE ...........................................................................................................3 OP WEG MET TALENT.........................................................................................................12 LEEFBARE STAD ................................................................................................................24 STERKE STAD ...................................................................................................................35 VEILIGE STAD....................................................................................................................47 GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING ...................................................................................55
3. PARAGRAFEN ............................................................................................................. 58 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.7. 3.6
BEDRIJFSVOERING ............................................................................................................58 FINANCIERING ...................................................................................................................59 GRONDBELEID ..................................................................................................................63 LOKALE HEFFINGEN ...........................................................................................................68 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN .....................................................................................73 W EERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING................................................................77 VERBONDEN PARTIJEN ......................................................................................................87
BIJLAGEN…………………...……………………………………………………………………..92 BIJLAGE 1, VERSTREKTE SUBSIDIES:……………………………………………………………………..93
Jaarverslag 2013
1
1. Algemene inleiding Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de gemeente Lelystad, een zelfstandig te lezen verantwoording over het jaar 2013. Samen met de jaarrekening 2013 vormen deze documenten de jaarstukken 2013 van de Gemeente Lelystad. De jaarstukken worden opgemaakt volgens de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Het jaarverslag 2013 is als volgt opgebouwd: - Programmaverantwoording - Paragrafen Met de programmaverantwoording legt het college verantwoording af over de realisatie van de beoogde effecten, beleidsdoelen en prioriteiten zoals genoemd in de programmabegroting 2013. Met de paragrafen legt het college verantwoording af over de in de programmabegroting 2013 genoemde beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen.
Jaarverslag 2013
2
2. Programmaverantwoording
Vigerende beleidsnota's - Verlengde beleidsnota vrijwilligerswerk 2011 - 2014 - Nota Buurthuis- en Opbouwwerk (vastgesteld 2010) - Visie op het Nieuwe Werken in de Wijk (vastgesteld 2012) - Verlenging integratienota 2011 - 2014 - Beleidskader inburgering Lelystad: Nieuwe Nederlanders op weg naar burgerschap 2007 - 2012 - Beleidsplan Wmo 2011 - 2014 - Nota aanpassing pakket individuele Wmo voorzieningen (vastgesteld 2011) - Nota toegang en indicatiestelling Wmo (vastgesteld 2012) - Visie op hoofdlijnen decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg (vastgesteld 2012) - Regiovisie verslavingszorg Flevoland 2008 - 2012 - Nota lokaal gezondheidsbeleid 'Gezonde kansen, gezonde stad' 2010 - 2014 - Regiovisie huiselijk geweld Flevoland 2010 - 2013 - Stedelijk Kompas Flevoland 2010 - 2014 - Nota informele zorg Lelystad 2013-2016 - Nota schuldhulpverlening 2011-2014
2.1
Iedereen doet mee
De Wet maatschappelijke ondersteuning kent negen prestatievelden, namelijk: 1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden; 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer; 7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang; 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen; 9. het bevorderen van verslavingsbeleid. Hierna is in de subprogramma’s “Betrokkenheid en participatie” en “Bieden van zorg” beschreven welke inzet er in 2013 op deze prestatievelden is geweest. Hierbij stond het bevorderen van eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en participatie centraal. We wilden de eigen kracht van de burgers meer benutten en actief burgerschap stimuleren. Er is daarbij zoveel mogelijk gewerkt vanuit het “stepped-care principe” d.w.z. eerst de eigen kracht en de eigen
Jaarverslag 2013
3
mogelijkheden en het eigen netwerk (familie, buurt e.d.) gebruiken en versterken. Daarna kijken naar de mogelijkheid om vrijwilligers in te zetten en, pas als dat niet voldoende is, professionele ondersteuning en hulp inzetten. De eigen verantwoordelijkheid stond voorop maar daar waar nodig werd passende ondersteuning geboden.
2.1.1 Betrokkenheid en participatie
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Meer inwoners die van wijk- en buurtvoorzieningen (buurtcentra, sportvoorzieningen, kinderopvang e.d.) gebruik maken. Meer jongeren die vinden dat er voldoende activiteiten voor hen zijn in de eigen buurt.
Verantwoording 2013
Stijging van het percentage inwoners dat buurtvoorziening regelmatig bezoekt: van 28% in 2010 naar 40% in 2014.
De laatste peiling heeft in 2010 plaatsgevonden. De volgende peiling staat gepland voor najaar 2014.
Bron: Burgerpeiling BLD-OS. Stijging van het aandeel jongeren (1218 jaar) dat vindt dat er voldoende activiteiten voor jongeren in de eigen buurt zijn van 40% in 2010 tot 44% in 2014.
De laatste peiling heeft in 2010 plaatsgevonden. De volgende peiling staat gepland voor najaar 2014.
Meer sociale cohesie in de buurten.
Bron: GGD Jongerenenquête. Stijging gemiddelde schaalscore sociale kwaliteit van de buurt van 5,9 in 2009 naar 6,4 in 2014 (6,1 in oktober 2011).
Meer inwoners die zich actief voor verbetering van de buurt inspannen.
Bron: Burgerpeiling BLD-OS. Stijging van het percentage inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest de buurt te verbeteren: van 22% in 2009 naar 26% in 2014 (23% in oktober 2011).
Uit de peiling eind 2013 blijkt dat de schaalscore voor sociale kwaliteit gelijk is gebleven aan de score eind 2009 (5,9). Er is aldus geen sprake van een toename van de sociale cohesie. Bij de peiling eind 2013 gaf 28% van de inwoners aan dat ze het afgelopen jaar actief zijn geweest om de buurt te verbeteren. In 2009 was dit nog 22%. De doelstelling (stijging naar 26%) is hiermee (ruim) gehaald.
Bron: Burgerpeiling BLD-OS. Meer inwoners verrichten vrijwilligerswerk.
Percentage inwoners dat vrijwilligerswerk doet blijft gelijk aan of is boven landelijk gemiddelde (percentage Lelystad 2010 49%). Bron: Burgerpeiling BLD-OS (tussenpeiling in najaar 2012).
Bij de peiling eind 2012 gaf 45% van de inwoners aan dat zij het afgelopen jaar vrijwilligerswerk hebben verricht. Vergelijking met landelijke cijfers is moeilijk. Bij het SCP en de CBS bestaat er geen overeenstemming hoe een landelijk gemiddeld moet worden gemeten cq vastgesteld. Volgens een onderzoek van Movisie is het percentage landelijk afgenomen van 41% in 2008 naar 38% in 2012.
Wat hebben we er voor gedaan? Bevorderen sociale cohesie We willen de binding in de samenleving bevorderen door de inwoners meer in de gelegenheid te brengen om elkaar te ontmoeten op straat-, buurt-, wijk- en stedelijk niveau. Er is daartoe in 2013 geïnvesteerd in het in stand houden en realiseren van goede en wervende voorzieningen op wijkniveau
Jaarverslag 2013
4
zoals buurthuizen, multifunctionele accommodaties en driesterrensteunpunten. Er zijn vanuit deze voorzieningen aansprekende activiteiten (op het gebied van cultuur, sport, welzijn en dergelijke) aangeboden. Het uitgangspunt daarbij was deze activiteiten zoveel mogelijk toegankelijk waren voor iedereen. Er is ingezet op het stimuleren van deelname van mensen uit alle culturen. Ook is er in het kader van Agenda 22 een aantal onderwerpen uitgewerkt gericht op bevordering van deelname van mensen met een beperking. Versterking vrijwilligerswerk Het vrijwilligerswerk is versterkt conform de nota “Voor Elkaar”. Er zijn in 2013 diverse activiteiten georganiseerd o.a. om meer vrijwilligers uit bepaalde doelgroepen (zoals senioren en mensen met een uitkering) te werven. Ook is er in 2013 een pilot gestart gericht op het vinden van vrijwilligersplaatsen voor mensen met een beperkte arbeidscapaciteit. Goede informatievoorziening Het is belangrijk dat mensen zoveel mogelijk zelf de weg weten te vinden richting allerlei activiteiten. Een goede informatievoorziening had daarom ook in 2013 de nodige aandacht. Bewoners konden met hun vragen en ideeën zowel in het stadhuis terecht als bij de 8 wijkinfopunten verspreid over de stad. Ook waren deze loketten/infopunten altijd digitaal bereikbaar.
Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein
Beoogde prestatie in 2013
Realiseren wervende wijkvoorzieningen
Voorbereidingen bouw MFA Zuiderzeewijk is afgerond.
De voorbereidingen voor de MFA Zuiderzeewijk zijn afgerond. Begin 2014 is de eerste paal geslagen.
Voorbereidingen bouw MFA Waterwijk is afgerond.
In 2013 is gestart met de (ver)bouw van de MFA Waterwijk. De oplevering vindt maart 2014 plaats.
Voorbereiding bouw MFA Boswijk is afgerond.
In 2013 is de (ver)bouw van de MFA Boswijk grotendeels afgerond. De oplevering en opening vindt begin 2014 plaats.
Vervolgtraject bouw MFA Warande is nader ingevuld. Er worden zinvolle en aantrekkelijke (ontmoetings)activiteiten in en vanuit de diverse wijkgebouwen/ MFA’s/ driesterrensteunpunten aangeboden.
MFA Warande is in verdere voorbereiding. In alle vier stadsdelen zijn er vanuit de diverse wijkvoorzieningen activiteiten georganiseerd. Daarnaast werden bewoners gestimuleerd zelf activiteiten aan te dragen en zij werden ondersteund bij de uitvoering hiervan.
Conform de verlengde nota “Voor elkaar” (looptijd tot 2015) zijn: - het vrijwilligerssteunpunt uitgebreid. - maatschappelijke stages breed ingevoerd (alle leerlingen die instromen in het schooljaar 2011/2012 lopen tijdens hun schoolloopbaan een maatschappelijke stage). - 65-plussers (zilveren kracht) en mensen met een uitkering actiever betrokken bij het vrijwilligerswerk. - Ondernemers meer betrokken bij het vrijwilligerswerk.
Het vrijwilligerssteunpunt is conform de nota “Voor Elkaar” uitgebreid. Er is veel inzet geweest op het werven van vrijwilligers onder specifieke doelgroepen, zoals senioren en mensen met een uitkering. Er is een pilot gestart waarbij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden ingezet in het vrijwilligerswerk. De eerste resultaten zijn positief. Er is in Lelystad een goede structuur opgezet om leerlingen kennis te laten maken met vrijwilligerswerk. Inmiddels is landelijk bepaald dat de verplichte maatschappelijke stages vanaf schooljaar 2014-2015 verdwijnen. Er wordt, gezien de goede structuur die is
Realiseren van een zinvol en aantrekkelijk (welzijns) aanbod in de wijken
Versterken van het algemene vrijwilligerswerk.
Jaarverslag 2013
Verantwoording 2013
5
opgebouwd, nader onderzocht in welke vorm maatschappelijke stages kunnen worden voortgezet. Stimuleren van interculturalisatie van welzijnen zorginstellingen.
Conform de verlengde nota integratiebeleid worden welzijns- en zorginstellingen meer “toegankelijk” voor inwoners van alle culturen.
Bevorderen emancipatie allochtone vrouwen.
Deelname allochtone vrouwen aan (algemene) welzijnsactiviteiten is toegenomen.
Voorkomen van discriminatie.
Anti discriminatie voorziening blijft beschikbaar in Lelystad.
Verder invulling geven aan Agenda 22.
De thema’s, die eind 2012 worden vastgesteld, zijn uitgewerkt.
In de MFA’s zijn ruimtes gratis beschikbaar gesteld voor zelforganisaties/interculturele activiteiten. Daarnaast hebben deze organisaties subsidie ontvangen voor het organiseren van activiteiten. In de MFA’s zijn ruimtes gratis beschikbaar gesteld voor zelforganisaties van allochtone vrouwen. Daarnaast is ingezet op deelname aan reguliere activiteiten bijvoorbeeld in Atolplaza door koffieochtenden te organiseren. Er is een anti discriminatievoorziening beschikbaar: het Bureau Gelijke Behandeling Flevoland fungeert voor alle Flevolandse gemeenten als antidiscriminatie voorziening. Lelystad is koplopergemeente voor het LHBT (lesbische vrouwen, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders) beleid en vraagt in dit kader aandacht voor het tolerantie in de samenleving. In 2013 is extra aandacht gegeven aan het feit dat iedereen mag zijn wie hij is binnen de samenleving (extra aandacht bij sport, scholen, kerken/moskeeën). In 2013 zijn de lopende thema’s gerealiseerd en is een plan gemaakt voor toekomstige invulling Agenda 22. In 2013 is aandacht geschonken aan toegankelijkheid van openbare gebouwen en de bewustwording van bewoners.
2.1.2 Bieden van zorg We willen dat iedereen in Lelystad zoveel mogelijk meedoet. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid staan voorop maar daar waar nodig wordt op maat gerichte ondersteuning en passende zorg geboden om het mogelijk te maken zelfstandig te blijven functioneren of om inwoners (weer) op weg te helpen naar een zelfstandig bestaan.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Inwoners voelen zich gezond/ gaan zich gezonder gedragen.
Vasthouden van percentage inwoners dat eigen gezondheid in het algemeen als (minimaal) „goed‟ beoordeelt op niveau van 2010 (84%). Bron: Burgerpeiling BLD-OS
Jaarverslag 2013
Verantwoording 2013 Eind 2012 beoordeelde 78% van de inwoners de eigen gezondheid in het algemeen als (minimaal) 'goed'. Dit is in belangrijke mate lager dan het streefpercentage (84%). De volgende peiling vindt eind 2014
6
Geen verdere groei van jongeren met overgewicht. Geen verdere groei van jongeren met overmatig alcohol gebruik.
(tussenpeiling in najaar 2012).
plaats. De daling doet zich voor in alle leeftijdscategorieën.
Stabiliseren van het aandeel jongeren (12-18) met overgewicht op het niveau van 2010 (10%).
De GGD heeft sinds de peiling 2010 geen jongerenenquête uitgevoerd. Om synchroon te lopen met de met de landelijke peiling zal de volgende jongerenenquête in 2015-2016 worden uitgevoerd.
Stabilisering van het aandeel jongeren dat overmatig drinkt op het niveau 2010 (26%).
Bron: GGD Jongerenenquête. Voorkomen van verdere groei Stabilisering van het aandeel van (zware) problematiek onder jeugdigen met een jeugdzorgindicatie de jeugd van 0-18 jaar. op het niveau 2009 (3,2%) Werkelijk 2010: 3,3%, 2011: 3,4%. Gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de individuele Wmoverstrekkingen.
Mantelzorgers voelen zich minder vaak te zwaar belast.
Bron: Bureau Jeugdzorg. De tevredenheid van Lelystedelingen is gelijk of hoger dan de landelijk gemiddelde score (gemiddeld rapportcijfer in 2011: huishoudelijke hulp 7,7 (landelijk 7,8); gehandicaptenvoorzieningen 7,3 (landelijk 7,5)). Bron: SGBO. Percentage (actieve) mantelzorgers dat aangeeft zich (te) zwaar belast te voelen daalt van 19% in 2010 naar 15% in 2014. Bron: Burgerpeiling BLD-OS (tussenpeiling in najaar 2012).
Het aantal vrijwilligers in de zorg wordt vergroot.
Kwetsbare groepen, vooral ouderen en gehandicapten, kunnen actiever deel (blijven) nemen aan de maatschappij.
Percentage inwoners dat onverplicht en onbetaald buren- of gehandicaptenhulp geeft stijgt van 12% in 2010 naar 15% in 2014. Bron: Burgerpeiling BLD-OS (tussenpeiling in najaar 2012). Ouderen en arbeidsongeschikten scoren gemiddeld hoger op de leersituatie-index: ouderen van 95 in 2008 naar 100 in 2014; arbeidsongeschikten van 86 in 2008 naar 95 in 2014. Bron: Burgerpeiling BLD-OS (tussenpeiling in najaar 2012).
Het aandeel jeugdigen met een jeugdzorgindicatie bij Bureau Jeugdzorg bedroeg in 2012 3,4%.
Bij de laatste peiling in 2012 gaven gebruikers van individuele Wmoverstekkingen een gemiddeld rapportcijfer van 7,7 voor huishoudelijke hulp en een 7,3 voor gehandicaptenvoorzieningen. Dit ligt iets onder het landelijk gemiddelde (resp. 7,8 en 7,5). Bij de peiling eind 2012 gaf 20% van de (actieve) mantelzorgers aan zich (te) zwaar belast te voelen. Er is aldus nog geen sprake van daling. De volgende peiling vindt eind 2014 plaats. De gemiddelde leeftijd van mantelzorgers stijgt en het gemiddeld aantal uren per mantelzorger laat ook een stijgende lijn zien. Bij de peiling eind 2012 gaf 12% van de inwoners buren- of gehandicaptenhulp. Dit aandeel is vanaf 2006 vrij constant gebleven. Er is vooralsnog geen sprak van een stijging. Bij de peiling eind 2012 scoorden ouderen gemiddeld 97 op de leefsituatie-index. Arbeidsongeschikten scoorden gemiddeld 88. Voor beide groepen is er sprake van een lichte stijging. De volgende peiling vindt eind 2014 plaats.
Wat hebben we er voor gedaan? Basisaanbod gezondheidszorg We hebben in 2013 ingezet voor een goed algemeen basisaanbod van (gezondheid)zorg voor de inwoners van Lelystad: voldoende huisartsen en tandartsen, gezondheidscentra verspreid over de stad, een basisziekenhuis, een goede ambulancedienst, adequate infectieziektebestrijding etc. In 2013 is intensief overleg gevoerd met zorgverzekeraar Achmea, het ziekenhuis en de huisartsen om te komen
Jaarverslag 2013
7
tot afspraken om de kosten van de zorg terug te brengen door het versterken van de eerstelijnszorg en het verbeteren van de samenwerking tussen welzijn en eerste- en tweedelijnszorg. Er wordt hierbij uitgegaan van een wijkgerichte aanpak. Dit heeft eind 2013 geresulteerd in de ondertekening van het convenant “Lelystad in beweging” dat in 2014 en volgende jaren haar uitwerking krijgt. Investeren in preventie We hebben in 2013 diverse activiteiten georganiseerd gericht op gezondheidspreventie. De nadruk lag hierbij op het bevorderen van een gezonde leefstijl en het tegengaan van overgewicht (onder andere via de projecten “Lelystad gaat voor gezond” en “Ik lekker fit”). In 2013 is de Waterwijk de pilot “Welzijn op recept” gestart. De bedoeling is hiermee een verschuiving van zorg naar welzijn tot stand te brengen. Basis ondersteuningsaanbod Er is geïnvesteerd in het in standhouden en versterken van het basis aanbod zoals welzijnsactiviteiten in de wijken, mantelzorgondersteuning, maatschappelijk werk, ouderenadviseurs, het project thuisadministratie, scootmobielpools, gezinscoaches en schoolmaatschappelijk werk. Het is met het oog op de decentralisaties belangrijk dat de basis goed op orde is. Hiermee kan worden voorkomen dat er onnodig een beroep gedaan wordt op zwaardere (en duurdere) vormen van ondersteuning. Mantelzorgondersteuning In 2013 is de nota informele zorg vastgesteld. De uitvoeringspunten uit deze nota zijn opgepakt. Er is veel inzet geweest om zorgvrijwilligers te werven. Het aantal zorgvrijwilligers (bij Welzijn Lelystad) is mede hierdoor toegenomen. Respijtzorg is een belangrijk thema zeker gezien de aankomende decentralisaties. Er is daarom in 2013 overleg gevoerd met partijen om te komen tot voldoende respijtvoorzieningen in de stad en dit moet leiden tot concrete resultaten in 2014 en volgende jaren. Sociale wijkteams De sociale wijkteams, die in 2012 van start zijn gegaan, hebben zich in 2013 verder ontwikkeld. Inwoners konden met allerlei (ondersteunings)vragen terecht bij deze teams. In overleg met de bewoners werd er dan naar passende oplossingen en ondersteuning gezocht. Er werd daarbij gewerkt op basis van het stepped-care principe. Er is in 2013 hard gewerkt aan een doorontwikkeling van de teams zodat zij bij de decentralisatie de centrale toegang kunnen zijn voor alle ondersteuningsvragen van inwoners. Wmo voorzieningen/kanteling Er was voor de inwoners, die aanvullende ondersteuning nodig hadden, een sober maar kwalitatief goed pakket van individuele Wmo voorzieningen beschikbaar. Ook het gemeentelijk loket, waar actief wordt samengewerkt met MEE IJsseloevers en de MO-groep, is gaan werken vanuit het stepped-care principe. Er werden uitgebreide vraagverhelderende gesprekken gevoerd waarbij in overleg met de klant werd gezocht naar passende oplossingen alvorens tot indicatiestelling over te gaan. Er is maatwerk verleend en dit heeft geleid tot een daling van het gebruik van individuele Wmo voorzieningen in 2013. Opvang kwetsbare inwoners Voor de zeer kwetsbare inwoners waren er opvangvoorzieningen beschikbaar zoals een crisisopvang en een dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen. Ook zijn er voorbereidingen getroffen voor het realiseren van een de specifieke woonvoorziening voor de groep (ex-)verslaafden met psychiatrische problematiek die veel begeleiding nodig heeft. De oplevering vindt plaats in het vierde kwartaal van 2014.
Jaarverslag 2013
8
Preventie jeugdzorg In 2013 is de preventieve jeugdzorg (Centrum Jeugd en Gezin) versterkt zodat hiermee het beroep op de duurdere jeugdzorg wordt teruggedrongen. Er is ingezet is het versterken van de eigen kracht van gezinnen vanuit positief opvoeden. Ook preventie van jeugdcriminaliteit heeft in 2013 de nodige aandacht gekregen. Het is van belang dat allerlei preventieve voorzieningen goed op orde zijn. Door het goed organiseren van de preventieve jeugdzorg, zoals de inzet van consultatiebureaus en opvoedondersteuning, kan het beroep op de duurdere jeugdzorg worden teruggebracht. Het uitgangspunt is: positief opvoeden en de eigen kracht van gezinnen versterken. Er is, vooruitlopend op de decentralisatie van de jeugdzorg, in 2013 een aantal pilots gestart. Daarvoor is 3% van het provinciale budget ingezet. Een voorbeeld hiervan is de pilot “Over en weer” gericht op langdurige lichte begeleiding voor gezinnen met en geringe zelfredzaamheid. Een ander voorbeeld is de pilot “Sterk in de Klas” gericht op samenhangende ondersteuning voor kind, gezin en leerkracht. Er is verder ingezet op preventie van jeugdcriminaliteit. De preventieve inzet is essentieel om te voorkomen dat de gemeente straks (bij de decentralisatie) geconfronteerd wordt met zeer hoge kosten op het terrein van de jeugdzorg. Decentralisaties In 2013 is hard gewerkt aan de voorbereiding van de geplande decentralisaties van jeugdzorg- en AWBZ taken. De kadernota’s zijn in de eerste week van 2014 ter besluitvorming aan de raad aangeboden.
Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein
Beoogde prestatie in 2013
Aanbod eerstelijnszorg is op peil.
Er zijn voldoende huisartsen, tandartsen en verloskundigen (er zijn geen wachtlijsten).
Basisziekenhuiszorg is in Lelystad beschikbaar.
Behoud van een (inhoudelijk en financieel) “gezond “ basisziekenhuis in Lelystad.
Bevorderen van een actieve en gezonde leefstijl
Er zijn diverse projecten uitgevoerd gericht op gezonde leefstijl vooral onder jongeren en vrouwen.
Preventieve jeugdzorg is goed op orde.
Er functioneert een efficiënt Centrum voor Jeugd en Gezin. De signalering en doorverwijzing van probleemsituaties is goed en duidelijk geregeld.
Jaarverslag 2013
Verantwoording 2013 Het zorgaanbod is op peil: er zijn voldoende huisartsen, tandartsen, verloskundigen. Eind 2013 hebben gemeente, huisartsen, ziekenhuis en Achmea het Convenant “Lelystad in beweging” ondertekend met als doel de kosten van de zorg terug te dringen en de samenwerking tussen welzijn, eersteen tweedelijnszorg te bevorderen. Er is sprake van een (inhoudelijk en financieel) gezond ziekenhuis. Het ziekenhuis werkt samen met andere ziekenhuizen om de kwaliteit te verhogen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft medio 2013 op verzoek van de MC groep besloten het balanssteun dossier te sluiten. Hiermee kwam ook een einde aan de toezichthoudende rol van rijk, provincie en gemeenten. Met de MC groep en de provincie is afgesproken periodiek overleg te blijven voeren. Op 30 basisscholen is het programma “Ik Lekker Fit” uitgevoerd. In de Waterwijk is de pilot ‘Welzijn op recept’ succesvol gestart. De basis voor het functioneren van de CJG samenwerking is vastgelegd in de notitie Samenwerken in het CJG Lelystad. De preventieve activiteiten zijn in samenhang geboden en uitgevoerd. Er zijn speerpunten benoemd voor verdere
9
doorontwikkeling van de samenwerking. Ook in 2013 is door alle professionals gewerkt met het vastgestelde stappenplan voor signaleren en het organiseren van de ondersteuning. De CJG partners zijn, samen met de jeugdzorgpartners, in 2013 nauw betrokken geweest bij de voorbereiding van de inrichting van het nieuwe jeugdstelsel in het kader van de Jeugdwet. De GGD heeft in 2013 de inhoud van het contactmoment voor adolescenten ontwikkeld. In twee lessen wordt met een jeugdverpleegkundige klassikaal aandacht besteed aan een gezonde leefstijl: leerlingen vullen een digitale vragenlijst in. Dit is input voor een klassenprofiel en thema’s die in een tweede les aandacht krijgen. In september 2013 is gestart met de uitvoering de leefstijllessen op school. Er is in het kader van de jeugdgezondheidszorg, conform landelijke regelgeving, een extra contactmoment voor adolescenten ingevoerd.
Welzijn Lelystad heeft verschillende activiteiten gericht op preventie van criminaliteit en vergroten van weerbaarheid van jongeren in de leeftijd van 10 tot 14 jaar uitgevoerd. Onderwijs, zorg, jeugdreclassering en politie hebben afspraken gemaakt over de begeleiding van risicojongeren van 12 tot 18 jaar. In 2013 ging het om 35 jongeren.
Er zijn extra preventieactiviteiten uitgevoerd ter voorkoming van jeugdcriminaliteit.
Het Eropaf Team richt zich op begeleiding van (risico)jongeren van 17 tot 24 jaar. Het Eropaf Team is de linking pin tussen veiligheid, zorg, onderwijs en arbeid. Het Eropaf Team heeft in 2013 contact gehad met 139 jongeren. De trajecten van 61 jongeren zijn afgesloten (verhuisd of positief afgerond), de trajecten van de overige 78 jongeren zijn nog in uitvoering.
Er zijn voldoende opvangvoorzieningen voor zeer kwetsbare inwoners.
Er is een dag- en nachtopvang. De voorbereidingen voor de komst van een woonvoorziening voor mensen met verslavings- en/of psychiatrische problematiek zijn afgerond.
Samenwerking en afstemming tussen welzijn en zorg is verbeterd.
Er functioneren integrale teams voor welzijn en zorg die gebiedsgericht werken vanuit het “stepped-care” principe. De wijkverpleging (Zichtbare Schakel) maakt onderdeel uit van dit
Er is een dag- en nachtopvang. Er is een locatie gevonden voor de beschermd woonvoorziening. De verbouwing van het pand is in 2013 gestart en de opening zal plaatsvinden in het vierde kwartaal van 2014. Het communicatietraject richting omwonenden is direct na het vinden van een locatie gestart en het bestemmingplan is zonder bezwaar gewijzigd. Er is een buurtbeheergroep opgericht. In alle stadsdelen is een sociaal wijkteam actief (4 in totaal). In deze teams zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: MDF, Kwintes, Welzijn Lelystad en Icare
Jaarverslag 2013
10
Het Zorgplein werkt voor wat betreft de Wmo vanuit het stepped-care principe (kanteling)
team.
(wijkverpleegkundige). De teams werken vanuit het stepped-care principe waarbij de eigen kracht en mogelijkheden centraal staan. Er is in 2013 hard gewerkt aan een doorontwikkeling van de teams zodat zij bij de decentralisatie de toegang kunnen zijn voor alle ondersteuningsvragen van inwoners.
Het Zorgplein is zodanig ingericht dat de vragen/verzoeken, waarvoor het relevant is, worden afgehandeld volgens het stepped-care principe. Er worden met de betrokken cliënten zogenaamde “keukentafelgesprekken” gevoerd.
In 2013 waren de partijen die betrokken zijn bij de verstrekking van individuele Wmo voorzieningen (gemeente, MEE en MO-zaak) geconcentreerd op het gemeentelijk zorgplein. In vraagverhelderende gesprekken is bepaald welke ondersteuning het meest passend was. Deze gesprekken gingen uit van het stepped-care principe. De nieuwe werkwijze heeft ertoe bijgedragen dat het gebruik van huishoudelijke hulp in 2013 is afgenomen. De Wmo voorzieningen zijn verstrekt op basis van het pakket, zoals vastgesteld door de raad.
De betrokken partijen bij het verstrekken van individuele Wmo voorzieningen (gemeente, MEE, MOzaak) zijn geconcentreerd op het gemeentelijke Zorgplein. Er wordt een adequaat pakket aan individuele Wmo voorzieningen geboden.
Het aangepaste pakket, zoals in 2011 door de raad is vastgesteld, is beschikbaar. Eind 2012 wordt een voorstel voorgelegd voor aanpassing van het aanbod huishoudelijke hulp. Implementatie hiervan zal eind 2013 plaatsvinden (na het afsluiten van nieuwe contracten met de leveranciers).
De mantelzorgondersteuning en het vrijwilligerswerk in de zorg worden versterkt.
De mantelzorgondersteuning en het vrijwilligerswerk in de zorg zijn versterkt conform de doorontwikkelde nota informele zorg (mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk in de zorg). Deze nota zal eind 2012 aan de raad worden voorgelegd. De decentralisatie van De decentralisatie van de jeugdzorg rijkstaken (Jeugdzorg en AWBZ en aantal AWBZ taken is zodanig taken) is goed voorbereid. voorbereid dat deze nieuwe taken op de verwachte invoeringsdatum (2014/2015) adequaat kunnen worden opgepakt.
Inwoners weten weg naar welzijns- en zorgvoorzieningen en –diensten goed te vinden.
De informatievoorziening rond de Wmo (digitaal loket, loket in stadhuis, 8 wijkinfopunten e.d.) is goed op orde.
Er is een samenhangend aanbod voor wonen, welzijn en zorg.
Er functioneren verspreid over de stad driesterrensteunpunten (De Hoven, Hanzeborg en Uiterton).
Jaarverslag 2013
De geplande landelijke bezuinigingen op de huishoudelijke hulp zijn uitgesteld tot 1-1-2015. De contracten met de leveranciers zijn daarom tot die datum verlengd. In de Kadernota transitie AWBZ/Wmo, die in de eerste week van 2014 aan de raad is voorgelegd, zijn de kaders voor de invulling van de huishoudelijke hulp vanaf 1-1-2015 opgenomen. De nota informele zorg is vastgesteld. De uitvoeringspunten uit die nota zijn opgepakt. Er is veel inzet geweest om zorgvrijwilligers te werven. Dit heeft geleid tot een toename van het aantal zorgvrijwilligers (bij Welzijn Lelystad)
In 2013 is hard gewerkt aan de voorbereiding van de decentralisatie van AWBZ- en jeugdzorgtaken in 2015. In de eerste week van 2014 zijn de kadernota’s transitie AWBZ/Wmo en Jeugdzorg ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Op basis hiervan zal in 2014 de voorbereiding verder worden ingevuld. Er zijn verspreid over de stad 8 wijkinfopunten. Er is in 2013 via websites, folders e.d. bekendheid gegeven aan deze wijkinfopunten. Er zijn in Lelystad drie driesterrensteunpunten. Er is daar sprake van diverse woonvormen gecombineerd met een samenhangend aanbod van welzijnsen zorgvoorzieningen.
11
2.2
Op weg met talent
Vigerende beleidsnota's Een goede schoolloopbaan voor iedereen - Kadernota Lelystadse Educatieve Agenda 2011 - 2014 - Uitvoeringsplan LEA 2013 "Presteren met onderwijs" (januari 2012) - IHP onderwijs 2013 - 2022 - Kadernota brede school 2009 - 2012 - Nota Jongleren 2011 - 2014 - Voortgang Jongleren/VVE 2012-2013 (april 2012) - Herijking Brede School 2013 - 2014 Sport en recreatie - Kadernotitie Sport 2009 – 2012 – 'Startschot' - De Kadernota sport 2013-2016 “Koers houden en kansen benutten” Zoveel mogelijk mensen aan het werk - Overgangsnota 'Op weg met Werk' (vastgesteld 2010) - Onderzoek naar het rendement van bestedingen aan de participatievoorziening in de gemeente Lelystad(Lelystad 2011) - Nota 'Op weg met Werken naar Vermogen' (vastgesteld 2011) - Nota "Werk in uitvoering" (april 2012) - Kadernota participatiewet “een toegangspoort tot arbeidsmart” (maart 2013) Inkomensondersteuning - Nota 'Meedoen is mogelijk', herijking integraal armoedebeleid (vastgesteld 2009) - Nota schuldhulpverlening 2011 - 2014 - Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad Spoor 1 (februari 2012)
Lelystad is een stad die door en voor mensen is gemaakt. De talentontwikkeling van onze inwoners bepaalt in belangrijke mate de kracht van de Lelystadse samenleving. Talentontwikkeling draagt evenzeer bij aan een betere toekomst voor het individu in die samenleving. “Op weg met talent” staat dan ook voor het belang te investeren in de ontwikkeling van het kind tot volwaardig participerende burger. Het succesvol volgen van onderwijs en het hebben van werk zijn de belangrijkste aanjagers voor de verbetering van de positie van onze inwoners. Het volgen van onderwijs is de opstap voor sociale stijging in de maatschappij. Een belangrijk doel daarbij is te zorgen voor een goed gekwalificeerde beroepsbevolking. Ook sport is in het collegeprogramma geduid als vliegwiel voor actieve participatie. En wie niet automatisch mee kan komen in de participatiemaatschappij, kan rekenen op een steuntje in de rug van de gemeentelijke overheid. Afgelopen jaar is er een bezuiniging doorgevoerd op de budgetten voor schoolzwemmen, brede school en sport. Ook is in 2013 in lijn met de landelijke ontwikkeling richting harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang, op het peuterspeelzaalwerk een aanvullende bezuiniging te realiseren met ingang van 2014. Daarnaast is het leerlingenvervoer inhoudelijk tegen het licht gehouden, nadat al eerder naar de aanbesteding en criteria was gekeken, waarmee de verantwoordelijkheid dat kinderen naar school gaan nadrukkelijker bij de ouders is komen te liggen. Dit heeft geleid tot het tot 0 terugdringen van de 6 ton
Jaarverslag 2013
12
overschrijding op leerlingenvervoer, daarbovenop is nog circa 3 ton bespaard ten opzichte van de begroting. Naast deze bezuinigingen blijven we ook wel degelijk investeren in de talentontwikkeling van onze inwoners. Aan de hand van de Lelystadse Educatieve Agenda investeren we onder meer in het jonge kind door hoge kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie, het stimuleren van creativiteit en ontwikkeling van kinderen door Brede Scholen, versterking van het regulier onderwijs bij de invoering van passend onderwijs, het voorkomen van voortijdige schooluitval op het voortgezet en beroepsonderwijs, en in doorlopende leerlijnen met name van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO tot aan de arbeidsmarkt. Tevens zijn meer middelen nodig geweest voor de algemene en bijzondere bijstand. De nog voortdurende economische crisis heeft tot gevolg dat het aantal bijstandgerechtigden stijgt. Hierdoor neemt ook het beroep dat wordt gedaan op de bijzondere bijstand en andere inkomensondersteunende maatregelen toe. De verwachting is dat deze trend in de komende jaren zal doorzetten, deels omdat de voorstellen in het kader van ‘Werken naar vermogen’ naar alle waarschijnlijkheid ‘ontdooid’ zullen worden. Aan de andere kant is er in het voorzieningenaanbod wel degelijk bezuinigd. Zo zijn de budgetten voor kinderopvang, minimabeleid en uitvoering BBZ naar beneden bijgesteld. Samengevat proberen we via het programma ‘Op weg met talent’ inwoners van onze stad in hun kracht te zetten en kansen te bieden. Daar waar dit niet lukt, biedt de lokale overheid een vangnet waar de inwoners, ook in financieel moeilijke tijden, op mogen blijven vertrouwen. Opdat zo min mogelijk talent verloren gaat en mensen hun zelfredzame positie (weer) kunnen innemen.
2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Handhaven opleidingsniveau van de beroepsbevolking
Handhaven van het aandeel van de beroepsbevolking met een opleiding op minimaal middelbaar niveau boven het landelijk gemiddelde (Lelystad op 77% en NL op 76% in 2010).
Verantwoording 2013 Uit schattingen van het CBS blijkt dat in 2011 in Lelystad 75% van de beroepsbevolking een opleiding op minimaal middelbaar niveau heeft. Landelijk is dat aandeel 77%. Er zijn geen recentere cijfers beschikbaar.
Bron: CBS / EBB
Minder voortijdig schoolverlaters (VSV)
Daling in het jaarlijks aantal nieuwe vsv-ers, aantal voor 2011 is 270. Dit is een reductie van 11%. Convenantdoelstelling: reductie 10% per jaar. Bron: www.vsvverkenner.nl
Jaarverslag 2013
De reductie van 10% minder VSV’ers is gerealiseerd. In het schooljaar 20122013 waren er op 1 oktober 224 voortijdig schoolverlaters. Dit is een daling van bijna 20% ten opzichte van schooljaar 2011-2012. In het nieuwe VSV convenant dat loopt van 20122015 zijn echter ook ambities per schoolniveau afgesproken. Hierbij zien we dat Lelystad voor MBO 1, MBO 3 / 4 en Havo/Vwo bovenbouw nog slagen moet maken om binnen de gestelde ambities uit het VSVconvenant te komen.
13
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein
Beoogde prestatie in 2013
Betere leerkansen voor jonge kinderen (VVE)
Uivoering geven aan de nota JongLeren: vergroten van het bereik van VVE, sluitende aanpak tussen het consultatiebureau en de voorschoolse voorzieningen, huisbezoeken als onderdeel van educatief partnerschap, inzet op het verbeteren van het taalniveau, kwaliteitsimpuls voor de voorschoolse voorzieningen.
Aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV)
Daling van het aantal voortijdig schoolverlaters, door onder andere investeringen in doorlopende leerlijnen, goede handhaving door leerplicht, afspraken over verzuimbeleid, en goede zorg op en rond het onderwijs.
Verantwoording 2013 Het bereik van VVE bijvoorbeeld gestegen van 16% in 2002 naar bijna 80% in 2012, er zijn sluitende afspraken gemaakt tussen het consultatiebureau en de peuterspeelzaal, het taalniveau van de leidsters is verbeterd, en er zijn er extra HBO’ers ingezet in de peuterspeelzalen ter versterking van het aanbod. In het afgelopen jaar hebben we samen met de scholen intensief ingezet op het naar school krijgen en het op school houden van jongeren en dat met resultaat, want we hebben bijna 20 procent minder VSV’ers. Omdat schooluitval begint bij verzuim ligt daar een sterke focus van leerplicht. Niet alleen bij het wettelijk verzuim van meer dan 16 uur in 4 weken, maar al eerder zet Leerplicht met preventieve spreekuren in op een stevig lik op stuk beleid rondom verzuim. Daarnaast is afgelopen jaar met de zomeractie extra ingezet op het (voor de peildatum oktober) ingeschreven krijgen van jongeren.
Voor- en Vroegschoolse Educatie De gemeente Lelystad geeft hoge prioriteit aan talentontwikkeling van de jeugd. Veel valt daarbij te verwachten van de investering in jonge kinderen. De uitdrukking “Jong geleerd is oud gedaan” maakt dat duidelijk. Met Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gaat het om extra aandacht op vier domeinen: taal, rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkelingen. Op dit moment vraagt in Lelystad met name de achterstand op het gebied van taal om extra inzet. Daarom is de ambitie ook uitgesproken “(bijna) geen kind met (taal)achterstand naar groep 3”. Met ingang van 2013 is dit vertaald naar scherpe afspraken met de betrokken partners over de prestaties die moeten leiden tot een betere taalontwikkeling bij deze jonge kinderen. Afgelopen jaar is het bereik van 80% bijna gehaald. Daarnaast zijn de leidsters van de peuterspeelzalen getoetst op hun eigen taalniveau, en waar nodig is extra scholing aangeboden. De sluitende aanpak tussen consultatiebureau en peuterspeelzalen is vastgelegd in concrete afspraken en er is verder invulling gegeven aan het vormgeven van educatief partnerschap. In lijn met landelijke ontwikkelingen is de ouderbijdrage van peuterspeelzalen en kinderopvang dichter bij elkaar gebracht, en is kritisch gekeken naar het netwerk van peuterspeelzalen. Hiermee is een aanvullende structurele bezuiniging gerealiseerd van € 50.000 met ingang van 2014. Brede School De brede school is een hechte samenwerking tussen minimaal twee basisscholen, een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of BSO en een maatschappelijke instelling. Op basis van de actualisering van het brede schoolbeleid is de regie op de uitvoering nadrukkelijk bij het onderwijs
Jaarverslag 2013
14
komen te liggen. Stichting School heeft dit actief opgepakt onder de naam School in Verbinding, waar de andere schoolbesturen bij aanhaken. De aanvragen zijn dit jaar volgens de vastgestelde kaders en criteria getoetst, en daarmee zijn tweederde van de scholen nu brede scholen met een uitdagend aanbod buitens schools voor kinderen. Passend onderwijs De scholen staan voor een grote opgave door de invoering van passend onderwijs. Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Met de invoering van passend onderwijs zijn samenwerkingsverbanden, en in het verlengde daarvan de schoolbesturen verantwoordelijk voor de interne leerlingenzorg en lichte en zware onderwijsondersteuning. Dit moet ertoe leiden dat kinderen zo regulier mogelijk naar school gaan, waar nodig met passende ondersteuning. Vanuit de Lelystadse Educatieve Agenda is in dit kader enerzijds ingezet op het versterken van passend onderwijs aan hoogbegaafden in Lelystad. Dit heeft ertoe bijgedragen dat alle basisscholen nu het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafden gebruiken. Daarnaast is ingezet op het versterken van de kwaliteit van leerkrachten en het terugplaatsen van leerlingen vanuit het speciaal onderwijs naar regulier. De regie op passend onderwijs ligt bij het onderwijs, maar heeft een sterke samenhang met gemeentelijke taken, zoals huisvesting, leerlingenvervoer en het jeugdbeleid/jeugdhulp. Over deze samenhang is een apart notitie opgesteld die ter informatie aan de raad is aangeboden (‘Samenhang decentralisatie jeugdzorg en passend onderwijs’). In het kader van passend onderwijs is ook het leerlingenvervoer nader bekeken. De gemeente betaalt immers de vervoerskosten voor leerlingen uit primair onderwijs en speciaal onderwijs die binnen zes kilometer van hun huis geen passend onderwijs kunnen krijgen. Dit gebeurde in het verleden veelal met taxibusjes. In 2013 is de verordening leerlingenvervoer door de gemeenteraad aangescherpt en heeft het college aanvullend daarop een aantal beleidsregels vastgesteld. De eigen verantwoordelijkheid van ouders voor het halen en brengen is hierbij centraal komen te staan. Als gevolg van de gewijzigde verordening en de bijbehorende beleidsregels zijn er dit jaar minder kinderen in aanmerking gekomen voor leerlingenvervoer en hebben er meer kinderen een fiets- of een openbaarvervoersvergoeding gekregen. Dit heeft geleid tot het tot 0 terugdringen van de 6 ton overschrijding op leerlingenvervoer, daarbovenop is nog circa 3 ton bespaard ten opzichte van de begroting. Voortijdig Schoolverlaten Het afgelopen jaar is een forse daling in het aantal VSV’ers gerealiseerd. Dit is mede te danken aan het lik op stuk beleid dat Leerplicht en RMC voeren rondom verzuim. Ook leerlingen met licht verzuim (minder dan 16 uur in 4 weken) worden gesproken op de preventieve spreekuren. Daarnaast is er afgelopen jaar ingezet op de samenwerking met het VO en het MBO. Met deze partners vindt maandelijks in overleg plaats over VSV. Rondom de zomer is er met de zomeractie ingezet op het voor 1 oktober in de schoolbanken krijgen van de jongeren. Hiervoor zijn de leerplichtambtenaren, de RMCconsulenten en de talentmanagers onder andere bij de leerlingen thuis op bezoek geweest om hen te bewegen zich voor een opleiding in te schrijven. Lelystad heeft een blijvende opgave om het voortijdig schoolverlaten drastisch terug te dringen. Daarbij blijft aandacht nodig voor snelle interventie en hoogwaardig handhaven van de leerplicht zonder dat dit leidt tot incidentbestrijding. Handhaving en preventie moeten elkaar hierin versterken. Hierbij is het van belang om een stedelijk sluitend vangnet te blijven bieden voor kwetsbare jongeren. Doorlopende lijn VMBO-MBO-HBO Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en daarmee voorwaarde voor economische groei. Doorlopende leerlijnen van MBO naar HBO en richting arbeidsmarkt zijn van belang. Dit wordt met de komst van de Hogeschool Windesheim Flevoland, zowel in Almere als Lelystad, verder verstevigd. Het opleidingsaanbod van de lesplaats Lelystad vindt gefaseerd plaats, waarbij valt te denken aan luchtvaartonderwijs of aan water gerelateerd onderwijs.
Jaarverslag 2013
15
Het MBO College Lelystad werkt aan versterking van het opleidingsaanbod in Lelystad, met name gericht op de hogere twee niveaus en versterking van het techniekonderwijs, in het bijzonder gericht op composieten. Het MBO College Lelystad, het voortgezet, het speciaal en het praktijkonderwijs hebben onderzocht op welke wijze zij gezamenlijk tot onderwijs arrangementen kunnen voor jongeren die geen startkwalificatie zullen kunnen halen, maar die wel via een arbeidskwalificatie toegeleid kunnen worden naar de arbeidsmarkt. Dit plan van aanpak zal in de eerste helft van 2014 gereed zijn. Specifiek speelt hierbij ook de bestuursoverdracht van praktijkschool De Steiger. Immers ook hier geldt dat het van belang is te komen tot een inbedding te komen binnen een groter geheel, met een optimaal perspectief op de arbeidsmarkt. In 2013 is het reorganisatieplan verder uitgevoerd, en staat alles klaar om dat in augustus 2014 daadwerkelijk de overdracht naar Eduvier kan plaatsvinden.
Huisvesting Goed onderwijs begint met goede onderwijshuisvesting. Met het jaarlijkse IHP hebben we hiervoor een gedegen systematiek ontwikkeld. Middels het nieuwe beleidskader onderwijshuisvesting (dat in het derde kwartaal aan de Raad is aangeboden) kijken we kritisch naar de rol en verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Ook de veranderende financiële context maakt dat noodzakelijk. De gemeente heeft een zorgplicht voor voldoende en adequate huisvesting, maar daarbij wordt vanuit het nieuwe beleidskader onder meer ingezet op een actiever leegstandsbeleid. Zo geeft geen uitbreiding bij de Kring plaatsgevonden, maar maken zij nu gebruik van twee leegstaande lokalen bij de Watergeus. Bij het opstellen van toekomstige IHP’s wordt dan ook nog kritischer gekeken naar investeringen. Ten aanzien van het voortgezet onderwijs is in 2013 nog geen verdere duidelijkheid gekomen over de toekomstige huisvestingsbehoefte van de Stichting Voortgezet Onderwijs Lelystad (SVOL). Hiervoor loopt een separaat proces, conform afspraken met de Raad. Daarbij heeft de SVOL aan gegeven niet op 1 maart met hun plannen te komen, maar naar verwachting 1 augustus met een deelplan VMBO.
2.2.2 Meer sport en recreatie De kadernota sport 2009-2012 “Startschot” en uitvoeringsnota 2009-2012 “Van start tot finish” was vier jaar lang ons sportieve kompas binnen de gemeente Lelystad. Met die visie hebben we krachten in de stad weten los te maken die op een enthousiaste en betrokken wijze samen handen en voeten hebben gegeven aan het sportaanbod in de stad. We hebben sportieve ruimte geboden aan de inwoners, verenigingen en sportieve partners en deze zijn hiermee ook aan de slag gegaan. Dit enthousiasme willen we ook de komende jaren koesteren. Daarom hebben we de focus van het sportbeleid uit 2008 scherp gesteld op 2012. Het resultaat is geen totaal ander sportbeleid maar wel een beleid met andere accenten. Wij beogen hiermee onszelf en onze partners een scherper en concreter beeld te verschaffen van onze kijk op sport in de nabije toekomst. Een gezamenlijke kijk voor een gezamenlijke sportieve koers, verwoord in de nieuwe kadernota sport 2013-2016 “Koers houden en kansen benutten”. In deze kadernota sport 2013-2016 zijn de volgende speerpunten benoemd en verder uitgewerkt;
Sportparticipatie op peil houden Sportaccommodaties aantrekkelijk houden Vitale sportverenigingen ondersteunen Slimme dwarsverbanden stimuleren Lelystad als watersportstad positioneren
Jaarverslag 2013
16
Wat wilden we bereiken? Lelystad is een sportieve stad met een breed scala aan verenigingen en de daarbij behorende (fysieke) infrastructuur en een grote groep van actieve en betrokken burgers. Dit is iets om te koesteren en (duurzaam) op peil te houden, dit gaat niet zonder actieve ondersteuning vanuit de gemeente. Sport en bewegen is belangrijk voor iedereen van jong tot oud. Voldoende mogelijkheden bieden om te sporten is daarbij een voorwaarde. Dit kunnen voorzieningen zijn die in georganiseerd (vereniging)verband of in ongeorganiseerd verband worden gebruikt. Maar dit kan ook een gevarieerd aanbod zijn die laagdrempelig en op wijk- en stedelijk niveau worden aangeboden. Verenigingen zijn belangrijk voor de sociale cohesie in deze stad. Een vitale sportvereniging is een vereniging die de continuïteit van de vereniging voor zowel de korte als lange termijn waarborgt door organisatorische en financiële gezondheid en daardoor in staat is een bijdrage te leveren aan de sportdoelstellingen en bredere maatschappelijke thema’s in de stad. Het ondersteunen van deze vitale verenigingen is van belang om hen ook daadwerkelijk te equiperen voor deze taak. Sport is meer dan bewegen alleen. Sport is het vliegwiel voor actieve participatie. Sport kan daarbij een middel zijn voor het bereiken van andere (beleids)doelstellingen. Door sport breder te positioneren kan sport een wezenlijke bijdrage leveren aan bijv. onderwijs, gezondheid, citymarketing, de economischeen toeristische ontwikkeling van Lelystad. Lelystad biedt de inwoners veel mogelijkheden. Maar door te focussen op wat al sterk is kunnen we deze mogelijkheden optimaal benutten. Door te kiezen voor Lelystad als watersportstad kunnen we ons als stad aan het water verder positioneren en de vele facetten van de watersport verder benutten. Hierdoor bieden we kansen aan onze inwoners, ondernemers en bedrijven en zijn we ook op dit gebied in staat om slimme dwarsverbanden te maken die hetgeen al sterk alleen nog maar sterker maakt. Van beklang daarbij is om een juiste afstemming en synergie te creëren zodat alle partijen hier ook optimaal van profiteren.
Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten
Verantwoording 2013
Hoge mate van sportparticipatie Het aandeel Lelystedelingen dat willen wij vasthouden regelmatig (minstens eens per maand) sport is minimaal 70% of hoger. -
In 2013 hebben de vitale sportverenigingen ondersteuning gekregen bij de realisatie van hun sportieve en maatschappelijke doelen. Sportactiviteiten in de wijk i.s.m. andere partners en het onderwijs zijn gecontinueerd. Specifieke aandacht en ondersteuning voor groepen die achter blijven in de sportparticipatie
Wat hebben we er voor gedaan? In Januari 2013 is de nieuwe sportnota 2013-2016 door de raad vastgesteld. De punten die hierin zijn genoemd zijn in 2013 opgepakt. Ook zijn de voorbereidingen getroffen voor een nieuwe dienstverleningsovereenkomst met het sportbedrijf vanaf 2015 en is een taakstelling geformuleerd voor de te realiseren tarievennota in 2014. Conform de huidige dienstverlening heeft sportbedrijf opdracht gekregen om uitvoering te geven aan de eerste vier speerpunten. Binnen de transitiedossiers is nadrukkelijk gekeken op welke wijze sport kan bijdragen aan de te halen doelstellingen. Verenigingen hebben ondersteuning gekregen (inhoudelijk en financieel) en met hen is ook gespreken over de verdere invulling van de vitale vereniging.
Jaarverslag 2013
17
Lelystad heeft zich middels een aantal grote evenementen steeds meer als watersportstad weten te onderscheiden. Ook zijn de mogelijkheden voor een groot mondiaal zeilevenement (AWMRT) verder onderzocht en is dit in besluitvorming gebracht.
Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Vasthouden van de sportparticipatie in Lelystad
Beoogde prestatie in 2013 Uitvoering geven aan (de bezuiniging van 10% in) de sportnota zoals die in het vierde kwartaal 2012 aan de Raad wordt aangeboden.
Verantwoording 2013 In Januari 2013 is de kadernota sport 2013-2016 door de raad vastgesteld met daarin de speerpunten en ambities voor het sportbeleid de komende jaren.
2.2.3 Verhogen arbeidsparticipatie en bieden inkomensondersteuning Wij willen dat onze burgers zoveel mogelijk zelfredzaam zijn. Daar waar dat niet lukt bieden wij ondersteuning gericht op de toeleiding naar werk of een vorm van maatschappelijke participatie en eventueel een (tijdelijke) aanvulling op het inkomen. Daarnaast willen wij armoede zoveel mogelijk voorkomen en proberen we jongeren klaar te maken voor de arbeidsmarkt. Het jaar 2013 zou voor de gemeente het jaar worden van de Wet ‘Werken naar Vermogen’ en de daarmee gepaard gaande veranderingen. De turbulente politieke werkelijkheid heeft echter tot uitstel geleid, maar mag (om de financiële risico’s te kunnen managen) lokaal niet leiden tot stilstand. We gaan daarom door met de uitwerking van de besluiten die genomen zijn door de Raad naar aanleiding van de nota “Werk in uitvoering”. ( Citaat uit de programma begroting 2013, blz 42) De WWnV is in 2012 controversieel verklaard waarmee een einde kwam in de totstandkoming van deze wet. Het nieuwe kabinet heeft dit wetsvoornemen opgepakt onder de naam “Participatiewet” met een invoeringsdatum van 1 januari 2015 en een voornemen voor een groot aantal wijzigingen in de WWB per 1 juli 2014. De betreffende wetten zijn ook in 2013 nog niet vastgesteld. De gemeente is niettemin doorgegaan met de uitvoering van een aantal belangrijke voornemens .
Wat wilden we bereiken ( zie de nota “Werk in uitvoering” 1. Het gericht inzetten van re-integratiemiddelen door het benoemen van doelgroepen; 2. Het beter managen van het financiële risico op de uitkeringslast en het bevorderen van uitstroom uit de WWB door het oprichten van een “Werkbedrijf” ; 3. Het ontwikkelen van een werkgevers aanpak i.s.m het UWV; 4. Vorm geven aan de noodzakelijke transitie van de sociale werkvoorziening. 5. Het organiseren van een regionale back-office voor de sociale diensten in Flevoland; In de bestedingsnota Participatie budget is uitwerking gegeven aan de in de nota “werk in uitvoering “genoemde doelgroepen. Ingericht op basis van de verdien capaciteit. De gemeente heeft per doelgroep de instrumenten benoemd en de beschikbare middelen daarvoor beschikbaar gesteld. Wij hebben per 1 juli 2013 het “Werkbedrijf Lelystad BV” opgericht dat per 1 november 2013 volledig operationeel is. Een voorbeeld dat door veel gemeenten wordt gevolgd. Voor de bedrijfsvoering van het werkbedrijf wordt volledig gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuur van het Concern voor Werk. Wij bevinden ons thans in de opstartfase van het bedrijf. De werkcoaches van de gemeente zijn samengevoegd met hun collega’s van het Concern voor Werk op de locatie van het werkbedrijf. Er is veel aandacht besteed aan scholing en het samenvoegen van de werkprocessen, de inrichting en de ontsluiting van de systemen. Zodra de opstart fase voorbij is zal de aandacht volledig kunnen worden gericht op het realiseren van de doelstelling : “ Zorg voor uitstroom van WWB gerechtigden naar werk” De aanhoudende en steeds dieper ingrijpende crisis zit ons natuurlijk niet mee. Ondanks de crisis worden er nog steeds goede resultaten geboekt. Vooruitlopend op de Participatiewet maar volledig indachtig de daarin opgenomen ambities met betrekking tot de groeiende rol van de werkgevers in de opstelling en uitwerking van regionaal
Jaarverslag 2013
18
arbeidsmarktbeleid, wordt er al geruime tijd gewerkt aan het vormgeven van een gemeentelijke werkgeversaanpak. Dit vertaalt zich naar een tweetal ontwikkellijnen. Enerzijds heeft de gemeente haar visie en ambitie verwoord in een nota “Visie op werkgeversdienstverlening”, waarbij de rol van en de relatie die de gemeente beoogt met de werkgever op hoofdlijnen is weergegeven. Daarnaast zijn de voorbereidingen getroffen voor de inrichting van een lokaal ondernemersplein – passend binnen het overall concept, landelijk en regionaal (met Almere) – dat begin 2014 geopend zal worden. Binnen regionale gremia worden deze ontwikkellijnen nauwgezet afgestemd met de overige gemeenten in de regio en het UWV. Met de inrichting van het werkbedrijf is een belangrijke stap gezet in de vanuit een bedrijfseconomisch opzicht verantwoorde start van de transitie van de sociale werkvoorziening. Aangezien de concrete instroomaantallen in de WSW voor de periode 2014 niet afnemen, zijn de maatregelen ruimschoots op tijd en zal op het moment dat de daadwerkelijke krimp in zal zetten sprake kunnen zijn van een gecontroleerd proces, waarbij vrijvallende en dus kostendragende infrastructurele capaciteit binnen de sociale werkvoorziening, wordt ingezet ten behoeve van werkzaamheden voor het werkbedrijf. Verwacht wordt dat NOP in 2014 met de Werkcorporatie in oprichting een zelfde stap zal zetten. Voor wat betreft de daadwerkelijke krimp van de sociale werkvoorziening is er natuurlijk sprake van een (politieke) afhankelijkheid – het proces van de Participatiewet langs de Tweede en Eerste Kamer – maar de verwachting is dat de wet bij acceptatie c.q. formele vaststelling ten opzichte van de nu bekende ambities aangaande de sociale werkvoorziening geen verrassingen meer zal brengen. In de tweede helft van 2012 en de eerste helft van 2013 is met ambitie gewerkt aan de voorbereiding van een regionale back office voor sociale zaken. Echter bleek op enig moment in het proces dat er zich zwaarwegende vraagstukken voordeden ter zake de inrichting van de gemeentelijke ICT infrastructuur bij de drie gemeenten, dit ten behoeve van een gemeenschappelijk ICT platform voor de regionale back office, alsmede betreffende de huisvesting van de gemeenschappelijke back office en de daarmee gepaard gaande kosten. Op basis van nader onderzoek bleken uiteindelijk zowel Almere als Dronten niet langer geïnteresseerd in een regionale back office, dit in tegenstelling tot Lelystad waar de voordelen wel degelijk werden gekend, en is in onderling overleg besloten het project te staken. Kwetsbare jongeren/Startersbeurs De overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt voor jongeren heeft in 2013 extra aandacht gekregen. Mede onder invloed van de sterk stijgende jeugdwerkloosheid maar ook onder invloed van nieuwe ontwikkelingen in het middelbaar beroeps onderwijs en het speciaal en praktijkonderwijs is gewerkt aan vangnetvoorzieningen voor jongeren in een kwetsbare positie, een regionaal actieplan Jeugdwerkloosheid en de introductie van de startersbeurs voor jongeren. Deze laatste is in eerste instantie bedoel voor jongeren die de startkwalificatie hebben gehaald. Minimabeleid en schuldhulpverlening Preventief armoedebeleid (spoor 1) Het preventieve armoedebeleid wordt consequent en stelselmatig uitgevoerd om belemmeringen in de armoedesituatie, op basis van het armoederisicoprofiel, te doorbreken of te voorkomen. Het gaat hierbij om het terugdringen van de overerving van armoede door het bieden van kansen aan kinderen om te voorkomen dat ze in een achterstandssituatie terecht komen. De gemeente heeft ook in 2013 interventies ingezet voor kinderen en hun ouders en gewerkt aan het onderhouden en uitbreiden van het netwerk van organisaties die op dit beleidsterrein een rol ( kunnen) spelen. Aan de door de gemeente verzorgde basis cursus armoede onder de loep hebben inmiddels 250 professionals meegedaan. De verdiepingscursus is inmiddels gevolgd door 50 daarvan. Minimabeleid (spoor 2) De stapeling van bezuinigingen die door het Rijk zijn doorgevoerd (en met name de meest kwetsbaren hard treffen) in combinatie met de stijgende klantenaantallen leiden tot een toenemend beroep op de bijzondere bijstand. Als gevolg hiervan zijn de budgetten voor de komende jaren verhoogd (daar waar een bezuiniging is doorgevoerd op een aantal instrumenten). Wij streven ernaar de mensen die onder of op de armoedegrens leven te ondersteunen waar het kan en zoeken daarbij zo veel mogelijk de aansluiting bij het maatschappelijk middenveld. (Citaat Programma begroting 2013)
Jaarverslag 2013
19
We hebben hiertoe eind 2013 een aantal pilots opgestart met de Stichting Welzijn, waarbij de actoren op het maatschappelijk middenveld en de consulenten (P coaches) van de Gemeente gezamenlijk optrekken. De visie is uiteindelijk om de bijzondere bijstand meer en meer te verschuiven van curatief naar preventief. Schuldhulpverlening Het uitgangspunt blijft dat voor iedereen die dit nodig heeft de schuldhulpverlening beschikbaar blijft. Naast het oplossen van schulden wordt door de uitvoerende organisaties (MDF en IDO) ingezet op een integrale benadering, waarbij ook aspecten die de oorzaak of het gevolg zijn van een slechte financiële situatie worden meegenomen.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Zoveel mogelijk mensen aan het werk naar vermogen.
Verantwoording 2013
Doelgroep 80-100% : Deze groep stroomt zelfstandig uit naar reguliere arbeid.
Deze doelgroep 80-100% vindt zelfstandig werk. De gemeente zorgt alleen voor handhaving en inzet van specifieke instrumenten ( Work Fast)
Doelgroep 50-80% : Deze groep gaat door middel van begeleiding geheel of gedeeltelijk aan het werk.
De gemeente zet hiervoor gerichte instrumenten in. Voor deze doelgroep is een uitstroom percentage gehaald van 25 %.
Doelgroep 0-50% : Deze groep vindt aansluiting bij de zorg in het maatschappelijk middenveld. Een klein deel gaat door middel van begeleiding gedeeltelijk aan het werk of stroomt door naar de groep 50-80%.
Werkbedrijf
Het werkbedrijf biedt werk door middel van detachering en begeleiding naar werk voor de mensen met een verdiencapaciteit vanaf 50 %.
Werkgevers
Er is een zodanige werkgeversaanpak gerealiseerd dat zowel op lokaal als op regionaal niveau de toeleiding van klanten naar de arbeidsmarkt en het maatschappelijk ondernemerschap bevordert .
WSW
Zoveel mogelijk mensen regulier laten werken. Voor mensen met een WSW-indicatie is werk beschikbaar in een beschermde omgeving.
Jaarverslag 2013
Voor de doelgroep 0-50% zijn in 2013 specifieke trajecten opgezet, waarbij aansluiting is gezocht bij het maatschappelijk middenveld via de wijkteams. Hiertoe zijn in december 2013 een tweetal pilots opgezet met het Werkbedrijf en met Stichting Welzijn. Met het operationeel worden van het werkbedrijf Lelystad BV per 1 november 2013 beschikt de gemeente over een organisatie die zich specifiek voor Lelystad inzet op de re-integratie van WWB gerechtigden, het realiseren van uitstroom uit de WWB en het realiseren van besparingen op de uitkeringslast. Er is een goede start gemaakt met het formuleren en implementeren van beleid ter zake de werkgeversdienstverlening en op regionaal niveau wordt intensief afgestemd op het regionaal arbeidsmarktbeleid. Een en ander zal in 2014 verder zijn beslag krijgen. Het realiseren van de taakstelling t.w de zorg voor arbeidsplaatsen voor 307,57 SE. Deze doelstelling is volledig gerealiseerd. Onder invloed van de crisis zijn er minder (groeps) detacheringen bij reguliere werkgevers uitgevoerd.
20
Regionalisering
Een regionale backoffice levert een efficiënte dienstverlening aan de gemeenten Almere, Dronten en Lelystad voor wat betreft de uitkeringsen debiteurenadministratie. Schuldhulpverlening blijft beschikbaar voor iedereen die dit nodig heeft, waardoor minder een beroep gedaan hoeft te worden op andere maatschappelijke voorzieningen
Vanwege zwaarwegende bezwaren ter zake ICT en huisvesting hebben de drie gemeenten besloten het project voor een regionale back office te beëindigen. De financiële zelfstandigheid van de doelgroep is waar mogelijk bevorderd.
Minimabeleid (spoor 2)
De beschikbare middelen binnen de bijzondere bijstand (instrumenten die aangeboden worden zijn onder andere: participatiebijdrage, langdurigheidtoeslag, leenbijstand, bewindvoering, individuele bijzondere kosten et cetera) worden optimaal benut.
De uitputting van het budget spoor 2 is meer dan 100%. Het afgelopen jaar is een sterke daling te zien geweest in het aantal aanvragen voor woninginrichting. De bezuinigingen van 2011 zijn in 2013 in de volle breedte zichtbaar geworden. Daartegenover staat echter een sterke toename in de verstrekking van aanvragen bewindvoering.
Preventief armoedebeleid (spoor 1)
Het regisseren van de instandhouding van de maatschappelijke keten waardoor het signaleren van en doorverwijzen bij armoederisico’s door alle betrokken partners optimaal plaats vindt.
De gemeente heeft in samenwerking met het maatschappelijk middenveld verder gewerkt aan het terugdringen van de overerving van armoede. Door het bieden van kansen aan kinderen (en hun ouders) om te voorkomen dat ze in een achterstand situatie terecht komen. Hierbij heeft gemeente Lelystad de regierol vervuld. De uitvoering heeft plaatsgevonden zoals beschreven in de nota “Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad (Spoor 1).
Schuldhulpverlening
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Doelgroepen
Beoogde prestatie in 2013
Verantwoording 2013
De volgende re-integratie- en participatie-instrumenten worden ingezet: Doelgroep 80-100%: Handhaving op doelmatigheid, individuele controle op activiteiten om de terugkeer naar de arbeidsmarkt mogelijk te maken.
Jaarverslag 2013
Voor de doelgroep 80-100% is het hele jaar work fast ingezet, een methodiek waarbij de nadruk ligt op handhaving, want de klant kan zelfstandig werk vinden. Hier zijn goede resultaten behaald, 75 % van de 195 cliënten in work fast zijn of niet ingestroomd of uitgestroomd uit de uitkering.
21
Doelgroepen
Doelgroep 50-80%: Verloning, werkervaringsbanen, loonkostensubsidie en nieuw te ontwikkelen instrumenten binnen het werkbedrijf.
Werkbedrijf
Oprichten van het werkbedrijf.
Werkgevers
Voor de doelgroep 50-80% zijn genoemde instrumenten ingezet. Tot 1 november door de werkcoaches van de gemeente en concern voor werk. Vanaf 1 november is het werkbedrijf Lelystad operationeel. De trajecten verloning, werkstage zijn succesvol. Voor deze doelgroep is een uitstroompercentage gehaald van 25 % van gemiddeld 200. Er zijn in 2013 41 Klanten uitgestroomd met behulp van een loonkostensubsidie. Deze vorm van uitstroom staat als gevolg van de crisis onder druk. Doelgroep 0-50%: Incidenteel inzet Voor de doelgroep 0-50% hebben wij van instrumenten uit de doelgroep 50- gewerkt aan de transitie van 80%, zoals loondispensatie. Er wordt individuele hulp naar het realiseren een netwerk ontwikkeld samen met het van de verbinding met de bestaande maatschappelijk middenveld. zorg infrastructuur. Onze trajectcoaches werken nu binnen de wijkteams aan de uitvoering van het beleid. Hiertoe zijn in december 2013 een tweetal pilots opgezet met het Werkbedrijf en met Stichting Welzijn. Uitgangspunt is dat met het beschikbare budget van 100K tot 1-12015 tenminste 40 personen een voorschakeltraject krijgen aangeboden waarvan minimaal 50% doorstroomt naar een regulier re-integratietraject richting betaald werk. Op 1 juli 2013 is het werkbedrijf Lelystad BV opgericht. Opzetten van zowel een lokale als een Afgezien van het structurele contact regionale werkgeversbenadering. van het werkbedrijf /Concern voor werk heeft de gemeente als onderdeel van de werkgevers benadering de oprichting van het “Ondernemersplein “ Lelystad voorbereid, in samenwerking met de regio. De start is voorzien in het voorjaar van 2014
WSW
Opzetten en uitvoeren maatregelen transitieplan.
Regionalisering
Uitvoeren van het project regionalisering in samenwerking met Almere en Dronten.
Schuldhulpverlening
Wij voeren het vastgestelde schuldhulpverlenings beleid uit, conform de nota 2011-2014.
Jaarverslag 2013
Voor het realiseren van de doelstellingen heeft het Concern voor Werk een scala aan activiteiten en reintegratie instrumenten ingezet. Samen met Dronten en Almere is een uitvoerige verkenning gemaakt van de mogelijkheden en randvoorwaarden van een regionale backoffice voor de sociale diensten. Zoals hiervoor reeds gememoreerd hebben de betrokken gemeenten uiteindelijk besloten af te zien van deze vorm van samenwerking. In 2013 hebben de twee gesubsidieerde instelling, MDF ( 1791) en IDO ( 400) aanvragen in behandeling genomen van bewoners met een financiële hulpvraag. Het aantal mensen met schulden is toegenomen. Genoemde instellingen hebben de afgesproken aantallen trajecten gerealiseerd. Door de toename is een wachtperiode ontstaan
22
tussen de intake en de start van het traject. In de tussenliggende periode wordt huis en haard veilig gesteld en andere vormen van hulpverlening mogelijk gemaakt. Minimabeleid (spoor 2)
Wij voeren het vastgestelde armoedebeleid uit, conform de nota ‘Meedoen is mogelijk’ (2009).
Preventief armoedebeleid (spoor 1)
Wij voeren het preventieve Wij hebben instrumenten en armoedebeleid uit, dat is vastgesteld in activiteiten ontwikkeld en ingezet (o.a. februari 2012. School’s cool met 20 kinderen, Summer’s cool met 74 kinderen en Plustijd op 7 basisscholen) ten behoeve van kinderen en hun ouders, die onder het armoederisicoprofiel vallen, om te zorgen dat zij niet in een achterstandsituatie terecht komen. e Wij hebben voor de 8 keer de conferentie armoedebeleid georganiseerd, Wij hebben het netwerk versterkt. Hiermee borgen wij het preventieve armoedebeleid, waardoor professionals en vrijwilligers armoede beter kunnen signaleren en ook gericht kunnen doorverwijzen (waaronder het scholen van de professionals en vrijwilligers en het Kanspunt).
Jaarverslag 2013
Het armoede beleid krijgt vorm door het aanbieden van onder andere de volgende instrumenten: de participatiebijdrage ( 800 aanvragen), de langdurigheid toeslag ( 1100 aanvragen), leenbijstand, bewindvoering (500 aanvragen) en het verstrekken van individuele bijzondere bijstand. De opgedragen bezuinigingsopgave is volledig gerealiseerd.
23
2.3
Leefbare stad
Vigerende beleidsnota's - Kwaliteitsstructuurplan (KSP) (vastgesteld 2002) - Gebruik van de openbare ruimte- terrassen; nadere regels (vastgesteld 2011) - Gebruik van de openbare ruimte - uitstallingen; nadere regels (vastgesteld 2011) - Waterplan Lelystad (vastgesteld 2004) - Gemeentelijk MilieuPlan – GMP3 (vastgesteld 2006) - Kadernota klimaatbeleid 2010 - 2013 - Groenstructuurplan 1997 (richtlijn) - Berm en beheerplan(vastgesteld 2003) - Nota fauna beleid (vastgesteld 1992) - Gemeentelijk rioleringsplan 2011 - 2015 - Bosbeleidsplan (vastgesteld 1996) - Afvalbeleidsplan 2012 - 2015 - Nota Bodembeheer 2003 - 2016 - Nota Mobiliteit Lelystad – Mobiliteitsvisie (vastgesteld 2011) - Tankstationbeleid 2008-2012 - Nota geluidbeleid Lelystad 2010 - 2015 - Archeologische monumentenzorg in Lelystad (vastgesteld 2008)
2.3.1 Wijkontwikkeling en - beheer Op het gebied van stedelijke vernieuwing en woningverbetering is samen met Centrada en het ministerie van BZK gekozen voor ronde tafelconferenties stedelijke vernieuwing op uitnodiging. Met behulp van externe partijen en bewoners heeft dit geleid tot vier proposities ter verbetering van de leefbaarheid in de Atol- en Zuiderzeewijk. Twee proposities zijn inmiddels startklaar. Met de inzet van ISV middelen is in samenwerking met St. Welzijn gewerkt aan projecten onder de noemer “mensen maken de straat”. Inmiddels zijn er zo’n 40 projecten waarbij buurtleefbaarheid gekoppeld wordt aan actieve betrokkenheid van bewoners. Met betrekking tot het onderhoud van de openbare ruimte is het proces van het voortschrijdend meerjarenprogramma grootonderhoud doorontwikkeld en is een stap gezet naar een integraler programma. In de uitvoering is afgestemd met bewoners en bedrijven.
Jaarverslag 2013
24
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Vasthouden leefbare/ vitale wijken.
Vasthouden van de hoge gemiddelde schaalscore algemene evaluatie van „de buurt‟ op de gemiddelde waarde 2001-2009 naar 2014, en wel op 7,8 voor heel Lelystad, op 7,7 voor de bestaande wijken (7,6 in 2011) en op 8,3 voor de nieuwe wijken (8,4 in 2011). Vasthouden van het gemiddelde rapportcijfer „leefbaarheid in de buurt‟ op het niveau van 2009 tot 2014 en wel op 7,2 (7,3 in 2011).
Vasthouden betrokkenheid van inwoners bij ontwikkelingen in de buurt.
Bron: Burgerpeiling FAB-OS. Vasthouden van het percentage inwoners dat bij belangrijke veranderingen in de buurt op zijn minst over de plannen wil mee praten (39% in 2010). Bron: Burgerpeiling FAB-OS.
Beperking stijging verloedering in de woonwijken.
Beperkte stijging van gemiddelde score op verloederingsschaal: van 4,2 in 2009 naar maximaal 4,5 in 2014 (3,9 in 2011). Bron: Burgerpeiling FAB-OS.
Dienstverlening in de wijk
Beperkte daling van tevredenheid van bewoners over de gemeentelijke dienstverlening in de wijk: van 67% in 2009 naar minimaal 63% in 2014 (68% in 2011).
Verantwoording 2013 De score eind 2013 is tot net boven ambitie gestegen. De waardering van inwoners in bestaande wijken blijft iets onder doelstelling (7,6 ipv 7,7); de waardering in nieuwe wijken is tot ongekende hoogte (8,7) gestegen. Het gemiddelde rapportcijfer 'leefbaarheid' is op 7,2 gebleven; de doelstelling is dus gerealiseerd. Buurten in noordoost scoren doorgaans iets lager; in westelijke stadsdelen iets hoger. Een burgerpeiling over deze thematiek is sinds 2010 niet gehouden. Wanneer wij kijken naar drie andere indicatoren voor ‘betrokkenheid’ uit de burgerpeiling ‘Wonen, Leefbaarheid en Veiligheid’ zien wij bij alle drie een stijging in betrokkenheid eind 2013 ten opzichte van eind 2011: Aandeel inwoners dat voorgaand jaar naar eigen mening actief is geweest de buurt te verbeteren (van 23% naar 28%); aandeel inwoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid van de buurt (van 87% naar 88%) en aandeel inwoners dat naar eigen mening gehecht is aan de buurt (van 65% naar 72%). Op basis van deze indicatoren kan verondersteld worden dat de betrokkenheid van inwoners is gestegen sinds 2011. De schaal is landelijk gewijzigd en Lelystad heeft hierbij aangesloten. Inwoners worden voortaan gevraagd hun 'eigen overlast' aan te geven ipv 'verloedering als buurtprobleem in het algemeen'. De scores zijn aanzienlijk beter dan in 2011 (gemiddeld 2,1 ipv 3,9). Pas na bekendmaking van de landelijke bevindingen in het voorjaar kunnen de resultaten van 2013 geïnterpreteerd worden. De laatste peiling hierover is begin 2012 gehouden. Toen was er 68% tevredenheid.
Bron: Burgerpeiling FAB-OS
Jaarverslag 2013
25
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein
Beoogde prestatie in 2013
Regie gemeente op sociale en Opstellen van jaarlijks fysieke herstructureringsopgave prestatieafspraken met Centrada en 70-er en 80-er jaren wijken de stichting Welzijn Lelystad. versterken
Stimuleren actieve De actieve betrokkenheid van betrokkenheid bewoners bij hun bewoners bij hun leefomgeving wordt leefomgeving gestimuleerd door het uitvoeren van projecten in het kader van het ISV.
Stimuleren particuliere woningverbetering.
Het stimuleren van particuliere woningverbetering wordt in de Zuiderzeewijk en Atolwijk voortgezet door het verstrekken van leningen vanuit het Stimuleringsfonds van de Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVN) In 2013 worden 50 - 60 aanvragen verwacht waarvan er naar verwachting 15 een lening ontvangen. Het vervolg in 2013 is wel afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie van het project particuliere woningverbetering (PWV) welke is voorzien medio 2012. Samen met Centrada wordt gekeken of er interventies te plegen zijn om particuliere knelpunten op te lossen. Samen met het centraal fonds en het ministerie wordt gezocht naar mogelijkheden om de investeringscapaciteit van Centrada, bij het vinden van oplossingen, te vergroten.
Jaarverslag 2013
Verantwoording 2013 Voor 2013 en 2014 zijn jaarafspraken met Centrada gemaakt, net als in de jaren daarvoor. De afspraken voor 2013 zijn tussentijds geëvalueerd, besproken in bestuurlijke overleggen en op punten bijgesteld. De eindevaluatie volgt in het eerste kwartaal 2014. Met de inzet van deze ISV-middelen zijn in 2013 in de stad zo'n 40 kleinschalige projecten opgezet onder de noemer 'Mensen Maken de Straat'. In al die projecten is de verbetering van buurtleefbaarheid gekoppeld aan een actieve betrokkenheid van bewoners. Daarover zijn met buurtbewoners concrete afspraken gemaakt o.a. in de vorm van adoptieovereenkomsten. In de begeleiding en ondersteuning is samengewerkt met de St. Welzijn. In 2013 zijn 3 aanvragen voor PWV leningen in de Atol- en Zuiderzeewijk gedaan terwijl 16 eigenaren belangstelling hebben getoond. Op basis van de voortgangsrapportage PWV heeft het college besloten het verstrekken van leningen voor particuliere woningverbetering te continueren, als financiële stimulans. Dit betekent dat aanvragen van leningen wel in behandeling worden genomen maar dat er geen sprake meer is van actieve procesbegeleiding. Vanwege rijksbeleid op corporaties is niet ingezet op overleg met het centraal fonds en het ministerie om de investeringscapaciteit van Centrada te vergroten, maar is gekozen voor een andere benadering om problemen in de wijk op te lossen. De gemeente is samen met Centrada en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in begin 2013 gestart met de ronde tafel conferenties stedelijke vernieuwing op uitnodiging. Er zijn drie conferenties gehouden met externe partijen en bewoners met het doel voorstellen van die partijen te krijgen ter verbetering van de leefbaarheid in de Atol-en Zuiderzeewijk Dit heeft geresulteerd in vier proposities: een buurtbedrijf van bewoners, een klusbedrijf van gemeente en Centrada, een voorstel voor verduurzaming van particuliere woningen door bouwers en een voorstel tot terugkoop van woningen door Centrada.
26
De eerste 2 proposities zijn nauw met elkaar verweven en startklaar. Bestrijden overlast
Overlast bestrijden we zoveel mogelijk op maat. Inwoners, gemeente, Centrada, welzijnsorganisaties en politie werken samen om overlast te voorkomen en te bestrijden. De gemeente kan hier maar beperkt iets betekenen.
Het op basiskwaliteit houden van de openbare ruimte
Van het voortschrijdend MJP-GO 2013-2017 wordt de jaarschijf 2013 uitgevoerd. Bewonersparticipatie vindt plaats conform de participatieladder trede 1 en 2.
Tevredenheid van bewoners over beheer en onderhoud van de openbare ruimte
De samenwerking tussen de toezichthouders, handhavers, wijkpreventieteams, ST. Welzijn, Centrada en de wijkagenten is verbeterd. Hierdoor kon sneller worden opgetreden. Het convenant met de kamerverhuurders werpt inmiddels ook vruchten af wat is terug te zien in het sterk afgenomen aantal meldingen. Aandachtspunt is nog wel de registratie van meldingen ten behoeve van goede dossieropbouw. Het werkplan 2013 WSP en Groen is nagenoeg volledig binnen de vastgestelde kaders gerealiseerd. Het werkplan Spelen heeft in de voorbereiding, door goede afstemming met bewoners, vertraging opgelopen en zal in 2014 worden gerealiseerd.
Het werkplan 2014 is inmiddels vastgesteld. Het voortschrijdend programma 2015 – 2018 is voor kennisgeving aangenomen. Klachten en meldingen over hinderlijke De uitvoering naar aanleiding van situaties worden, niet meer ad-hoc meldingen worden indien mogelijk maar in het reguliere werkproces gebundeld. 75% van de meldingen zijn opgelost. Ten alle tijden worden de binnen de gestelde termijn bewoners hierover geïnformeerd. afgehandeld. De inzet is om dit percentage te verhogen, waarbij inmiddels met moderne telefoons meldingen op locatie gelezen kunnen worden en een snellere afhandeling en terugkoppeling naar bewoners mogelijk is.
2.3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer De provincie heeft een herverdelingsmodel voor de BDU vastgesteld waarin met ingang van 2014 dalende vergoedingen voor Lelystad zijn opgenomen. Overleg met de provincie heeft nog niet tot een betere verdeling geleid. In 2014 wordt opnieuw bekeken op welke wijze de rijksbezuiniging kan worden gerealiseerd. Lelystad is in 2013 toegetreden tot het overleg van de stadsregio Amsterdam over de vorming van de Vervoersregio Amsterdam. Op het gebied van gedragsbeïnvloeding en verkeerseducatie zijn diverse acties uitgevoerd. Rondom scholen is dit, waar nodig, ondersteund met fysieke maatregelen. De eerste fasemaatregelen op het groene carré zijn doorgevoerd om de doorstroming en veiligheid te bevorderen. Voor het stadhart is in goed overleg met bewoners, bedrijfsleven en instanties een fietsplan opgesteld. Besluitvorming en uitvoering zal in fasen plaatsvinden. De inkomsten uit parkeren blijven achter bij de parkeerexploitatie. In het voorjaar van 2014 zal een analyse en uitgebreide rapportage over de parkeerexploitatie aangeboden worden. Voor bewoners in de Stelling is een gewijzigd parkeerbeleid vastgesteld.
Jaarverslag 2013
27
De verkeersvisie buitengebied is geactualiseerd. Besluitvorming over de aanleg van een fietspad langs de Larserringweg is in voorbereiding.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Grotere verkeersveiligheid.
Verantwoording 2013
Stijging gemiddeld rapportcijfer verkeersveiligheid onder inwoners van 6,5 in 2009 naar 7,0 in 2014 (6,8 in 2011).
Eind 2013 gaven inwoners gemiddeld een 6,8 rapportcijfer voor de verkeersveiligheid in de stad. Dit betekent geen stijging sinds 2011.
Bron: Burgerpeiling FAB-OS.
In 2013 waren er 57 ongevallen met letsel. Sinds 2011 blijft het aantal ruim onder het streefgetal van 80, al blijft het jaarlijks aantal sinds 2011 licht stijgen.
Daling van het aantal ongevallen met letsel of dodelijke afloop (van gemiddeld 102 tussen 2006 en 2010) tot onder 80 per jaar.
Aandachtspunt hierbij is dat de Bron: Regio Politie / bewerkingregistratie FABvan ongevallen door de politie de OS. laatste jaren sterk is verminderd. Sinds 1-1-2010 hoeft de politie alleen nog maar dodelijke ongevallen te registreren. De registratie van ongevallen met ziekenhuisgewonden en overig gewonden is onvolledig. Landelijke doelstellingen (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 2012) richten zich daarom getalsmatig alleen nog op vermindering van doden en ernstig gewonden.
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Verkeersveiligheid
Optimaliseren interne verkeerstructuur
Beoogde prestatie in 2013 In 2013 zullen verkeersveiligheidprojecten worden gerealiseerd op het basisonderwijs. Waar nodig wordt deze gedragsbeïnvloeding ondersteund door infrastructurele aanpassingen rondom de scholen. In 2013 zal ook – wederom in competitieverband- het scholierendebat weer worden georganiseerd op het basisonderwijs en het VO. De ongevallencijfers van Lelystad worden geanalyseerd, en waar nodig worden infrastructurele aanpassingen uitgevoerd, om de verkeersveiligheid te verhogen. Aandacht blijft voor de doorstroming op de Groene Carré (korte termijnmaatregelen). Tevens wordt de invoering van VRI beïnvloedingssystemen voor openbaar vervoer en hulpdiensten gecontinueerd.
Jaarverslag 2013
Verantwoording 2013 Het werkplan verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding is uitgevoerd. Zo hebben basisscholen meegedaan aan het verkeersveiligheidslabel en het project verkeersouders. VVN heeft verkeersexamens afgenomen, zijn zijn debatten geweest op de SGL, De Rietlanden, De Steiger en het Groenhorst College. In het buitengebied zijn door de sector ‘modderborden’ geplaatst bij erven om te waarschuwen tegen gladheid in het oogstseizoen. Ook is de verkeersvisie van het buitengebied geactualiseerd. Op de Ziekenhuisweg is een zebrapad aangebracht met een safecrossinstallatie. De K&R-strook achter het station is aangepast, evenals de taxistandplaats. De verkeerslichten Stationsplein zijn van KAR (korte afstandsradio) voorzien ten behoeve van het openbaar vervoer en de hulpdiensten.
28
Fietsroutes en fietsbeleid
Verbeteren stadsbushaltes
Monitoring busvervoerconcessie Lelystad
Kleinschalig collectief vervoer (Regiotaxi, WMO, AWBZ, leerlingenvervoer)
BDU verkeer en vervoer
De laatste onderdelen van het fietsplan Stadshart worden uitgevoerd.
Het fietsplan Stadshart is voorbereid en in december 2013/ januari 2014 in de raad behandeld. In het stadshart zijn tijdelijke fietsenrekken bijgeplaatst, die in 2014 door permanente stalgelegenheid vervangen worden. In 2015 dient in Lelystad minimaal De doelstelling van 45% toegankelijke 50% van de halteperrons volledig haltes binnen de bebouwde kom in toegankelijk te zijn voor rolstoelgebruik 2013 is gehaald. Diverse bushaltes en voor mensen met en visuele zijn toegankelijk gemaakt, zoals beperking. De prioriteit ligt bij de druk bijvoorbeeld de Centrumbrug, Batavia gebruikte haltes, knooppunthaltes en Stad, Jol-West en een aantal haltes in haltes bij belangrijke voorzieningen de Atolwijk en Waterwijk. (winkelcentra, Toegankelijkheid van het busstation ziekenhuis/verpleeghuizen/verzorgings Centrum is onderzocht en er is een huizen, middelbare scholen en ROC’s, paneel met dynamische reisinformatie en toeristische trekkers). De geplaatst. De benodigde aanpassingen worden met het GOL herinrichtingsmaatregelen dienen in besproken. samenhang met een HOVEind 2013 zal minimaal 45% van de busverbinding naar het vliegveld haltes binnen de bebouwde kom bekeken te worden. volledig toegankelijk zijn. Het busstation Centrum zal in 2014 of 2015 toegankelijk gemaakt worden. Het busstation Centrum wordt uiterlijk in 2013 van een centraal geplaatst overzichtsdisplay met dynamische reisinformatie voorzien. Het eventueel plaatsen van displays (met audiofunctie voor visueel gehandicapten) per perron zal bekeken worden in relatie tot de planvorming voor verbetering van de toegankelijkheid. De prestaties van de concessiehouder De prestaties van Arriva zijn van het openbaar vervoer worden gemonitord op basis van de gemonitord (zowel op basis van de gestandaardiseerde gegevens die informatie van de concessiehouder als Arriva aanlevert, de landelijke OVdoor onafhankelijke steekproeven met klantenbarometer per concessie, en mystery guests) en de mystery-guest-onderzoek. Op basis concessiehouder wordt afgerekend op van de in 2013 bekend geworden geleverde prestaties (bonus en/of stijging van de klanttevredenheid in de boetes). OV-klantenbarometer over het jaar 2012 heeft Arriva een bonus ontvangen. In 2012 is gestart met een onderzoek Het onderzoek naar kleinschalig naar de toekomst van het kleinschalige collectief vervoer is in 2013 door de collectieve vervoer in Lelystad provincie en de Flevolandse (Regiotaxi, leerlingenvervoer, AWBZgemeenten gezamenlijk opgepakt. In vervoer enz.). In 2013 wordt een de stuurgroep Regiotaxi is besluit genomen over de wijze waarop afgesproken dat wordt ingezet op deze vervoersstromen in de toekomst scheiding van regie en uitvoering, georganiseerd worden. waarbij de regie wordt uitgevoerd door een mobiliteitscentrale. Besluitvorming en aanbesteding wordt voorbereid zodat de nieuwe opzet per 2015 operationeel zal zijn. In 2013 worden afspraken gemaakt Overleg met de provincie over de BDU met de provincie over de verdeling van heeft niet tot een eerlijkere verdeling de beschikbare BDU verkeer en van de middelen geleid. De provincie vervoer, en deze worden binnen heeft voor 2014 een BDULelystad projectmatig besteed. Tevens verdeelmodel vastgesteld met dalende wordt geprobeerd een afspraak te vergoedingen voor Lelystad voor maken over de toekomstige zowel het openbaar vervoer als de ontvangsten van de BDU verkeer en overige verkeersprojecten. In 2013 is vervoer in relatie tot de mogelijke Lelystad toegetreden tot het overleg
Jaarverslag 2013
29
komst van de Vervoerregio Amsterdam.
Beperken parkeeroverlast schilgebied Stadshart
van de stadsregio Amsterdam over de vorming van de Vervoerregio per 1-12015. Aan dit overleg wordt ook deelgenomen door de provincie Flevoland en Almere. In 2013 wordt bekeken hoe Er zijn aantrekkelijke parkeeroverlast in het schilgebied parkeerabonnementen voor nietrondom het stadshart beperkt kan bewoners ingevoerd voor de worden. Onderdeel hiervan is o.a. het parkeergarages (€ 300 per jaar) en invoeren van een aantrekkelijk geprijsd parkeerterrein Parkwijk (€ 250 per parkeerabonnement. jaar). Voor de Stelling heeft de raad de oude situatie hersteld. In andere gebieden rondom het centrum is nagegaan of de bewoners invoering van een vergunninggebied steunen.
2.3.3 Versterken duurzaamheid De uitvoering van maatregelen op het gebied van klimaatbeleid zijn uitgevoerd binnen het SLOK programma. Dit programma is in 2013 afgerond en zal in 2014 geëvalueerd worden. Met betrekking tot DEon heeft de provincie uiteindelijk zelfstandig gekozen om een stichting op te richten. De landelijke structuurvisie “windenergie op land” is aangepast aan de wensen van de Lelystadse gemeenteraad met betrekking tot windmolens in het Markermeer. In samenwerking met provincie en regionale partijen is de eerste fase van stappenplan “opschalen en saneren” afgerond. Ca. 70% van alle adressen in het buitengebied hebben zich verenigd in de Federatie Wind Flevoland. Deze federatie heeft van de overheden de goedkeuring gekregen voor het uitvoeren van fase 2 en 3 uit het stappenplan. De kaders voor de onttrekkingen uit het vrij besteedbare deel van de NUON reserve zijn vastgesteld en hebben betrekking op duurzaamheidsaspecten. Er wordt gewerkt aan een kadernota voor duurzaamheidsbeleid 2014-2017. Deze zal in het voorjaar van 2014 afgerond zijn. Op het gebied van afvalbeleid is er bijzondere aandacht geweest voor de positie van HVC. De doelstelling van 56% afvalscheiding in 2015 kan worden gehaald. Echter, landelijk is de ambitie van 60% naar 65% verhoogd. Dit vraagt heroverweging van ons afvalbeleid.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Handhaven geluidsnorm
Geen geluidsniveaus boven de 58 dB (= Lelystads maximum) op de eerstelijns bebouwing voor de bestaande bouw langs de buitenring en de radialen van Lelystad voor de periode 2010-2015. In 2015 nieuwe berekeningen uitvoeren ter herijking van deze vastgestelde waarde.
Verantwoording 2013 Conform besluitvorming zal er in 2015 een herijking komt van de vastgestelde waarde van het Lelystads maximum van 58 dB(Lden) plaatsvinden. Dit zal gebeuren aan de hand van akoestisch onderzoek op basis van berekeningen en nieuwe wet- en regelgeving m.b.t. geluid. Tussentijds wordt bij projecten en/of naar aanleiding van klachten getoetst aan het geluidbeleid voor de specifieke locaties.
Jaarverslag 2013
30
Behouden luchtkwaliteit
Duurzamer en veerkrachtiger watersysteem
Handhaven van de luchtkwaliteit op niveau van 2007.
Uit onderzoek is gebleken dat de luchtkwaliteit in Lelystad sinds 2007 licht is verbeterd. Zowel de Bron: Verkeersmodel Lelystad / Beleid. concentraties voor fijn stof als NO2 zijn gedaald. Op basis van de huidige inzichten is er in Lelystad geen overschrijding te verwachten van de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Ook niet voor de locatie aan de stationsweg omdat de intensiteit voor 2015 nu lager wordt ingeschat dan in 2007. In 2014 voldoet het stedelijk Het watersysteem voldoet, na watersysteem aan de doelstellingen afronding van het baggeren in 2014, van het KSP/Waterplan (kwaliteit, aan de doelstellingen van het beleving en ecologie). waterplan. Bron: BOR.
Schone bodem, meer hergebruik en minder afval.
In 2015 voldoet Lelystad aan het landelijke percentage 56% voor scheiding en in 2020 naar 60 % hergebruik van huishoudelijk afval (Bron: Landelijk Afvalstoffenplan II).
Sinds 2009 schommelt percentage vlak onder 55%. Op basis van het huidige beleid wordt naar verwachting eind 2015 voldaan aan de doelstelling van 56%. Echter, landelijk is de doelstelling inmiddels bijgesteld naar 65 % in 2015. Om dat ambitieniveau (enigszins) te kunnen nastreven is heroverweging noodzakelijk. In 2013 zijn daartoe inmiddels de nodige acties in gang gezet die in 2014 zullen leiden tot concrete voorstellen.
Handhaven van de gemiddelde bodemkwaliteit op gebiedsniveau (= hele provincie). Bron: Nota Bodembeheer / Beleid. Duurzamer bouwen en minder energie gebruiken.
Met verankering van het beleid in onze eigen werkzaamheden en toezicht op de naleving in het veld blijft de gemiddelde bodemkwaliteit gehandhaafd. In 2020 wordt 80% van de in Lelystad De doelstelling om in 2020 80% van gebruikte energie duurzaam opgewekt, de in Lelystad gebruikte energie met uitzondering van het duurzaam op te wekken is nog niet energiegebruik voor verkeer en behaald. Om de doelstelling te halen is vervoer. een stijging van het percentage nodig. Omdat de ontwikkeling van Bron: Beleid. windturbines binnen de gemeentegrenzen al enige tijd stil ligt, staat ook de toename van het percentage vrijwel stil. Met de provincie en omliggende gemeenten wordt inmiddels hard gewerkt aan het opschalen en saneren van de windturbines in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. De locatie IJsselmeerdijk/Houtribdijk is daarbij al volop in voorbereiding. De planning is dat deze locatie vanaf 2018 van nieuwe turbines voorzien zal worden. De verwachting is dat tussen 2018 en 2020 daarmee de beoogde 80% gehaald zal worden. Daarnaast wordt de komende jaren steviger ingezet op de uitrol van zonnepanelen bij burgers en bedrijven.
Jaarverslag 2013
31
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Voldoen aan wet- en regelgeving geluid, gemeentelijk geluidbeleid 20102015 en relatieve verbetering luchtkwaliteit
Uitvoering van de kernmaatregelen van het waterplan.
Uitvoeren maatregelen verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (vGRP).
Beoogde prestatie in 2013
Verantwoording 2013
Afhankelijk van de uitwerkingen in 2012 zullen voor de rozengaard in 2013 maatregelen genomen worden om te voldoen aan de waarde 58 dB.
Bij de uitwerking is gebleken dat met inwerkingtreding van het nieuwe Reken- en meetvoorschrift geluid (RMV2012) er op dit moment wordt voldaan aan het gemeentelijk geluid beleid van 58 dB voor de situatie Rozengaard.
Toetsen geluidsbelasting en zo nodig alternatieven inbrengen bij de uitvoering van onderhoudsprojecten op de dreven in het kader van het grootonderhoudsprogramma.
In het kader van grootonderhoud is akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de Stationsdreef en zijn voorbereidingen getroffen voor de Visarenddreef. Daarbij wordt ook getoetst aan het geluidbeleid 20102015.
Continueren van het aantal fietsritten korter dan 7,5 km op het niveau van 2010.
Om budgettaire redenen is naar het aantal fietsritten korter dan 7,5 km in 2013 geen onderzoek gedaan.
Afhankelijk van de beschikbaarstelling van rijksmiddelen via de provincie voor de verbetering van de luchtkwaliteit, aanvullende verbetermaatregelen realiseren. Bijvoorbeeld een (verdere) uitrol van oplaadpunten voor elektrisch vervoer en maatregelen ter bevordering van de doorstroming van het verkeer op plaatsen waar nu stagnatie plaats vindt. Nagegaan wordt of NSL gelden in 2013 kunnen worden ingezet om de in 2012 ingeslagen weg voort te zetten. Te denken valt aan het, afhankelijk van de behoefte, realiseren van laadpunten in de openbare ruimte. Voortzetting kernmaatregelen waterplan. Definitieve afronding wordt verwacht in 2014. De oevers zijn dan omgevormd volgens KSP/Waterplan en de ecologische kwaliteit wordt gemonitord in samenhang met landgebonden soorten. Het wegwerken van de baggerachterstand is afgerond in 2013. In 2015 zijn op basis van het vGRP (2011-2015) alle verbetermaatregelen uitgevoerd. Naast reguliere uitvoering is in 2013 bijzondere aandacht voor:
In 2013 heeft de uitrol van oplaadpalen in Lelystad een vervolg gekregen met het aangaan van een contract voor 100 palen in MRA verband. Gelijktijdig wordt nu een aanbesteding van grotere omvang (600 palen voor het MRA gebied) voorbereid. De financiële bijdrage van Lelystad wordt gedekt door de NSL subsidie die in 2014 nog beschikbaar is.
• Het gestructureerd inspecteren en reinigen van het DWA/RWA/SWA
In 2013 is de riolering op structurele wijze gereinigd en geïnspecteerd. Nu is ca. 40% van de stad in beeld. De komende jaren gaan we op die voet door, zodat in 2018 de stad volledig is geïnspecteerd en we een goed beeld van de status van het riool hebben over een periode van 8 jaar. Daarmee zijn we in staat zijn om nauwkeurig te
Jaarverslag 2013
De kernmaatregelen zijn nagenoeg allemaal uitgevoerd. Met de afronding van het baggeren in 2014 is het waterplan gerealiseerd.
Het onderzoek naar en opheffen van foutieve aansluitingen is als verbetermaatregel genoemd in het vGRP. In het onderzochte gebied van 2013 zijn geen foutieve aansluitingen gevonden.
32
bepalen waar en wanneer welke maatregelen nodig zijn. Optimaliseren gemeentelijke grondstromen.
Inzetten kennis van de ondergrond.
De fysieke grondbank wordt ingezet om hergebruik van grond, waarbij de gemeente Lelystad ontvanger en/of ontdoener is, te faciliteren. De virtuele grondbank krijgt vorm door met regionale gebiedspartners een kennisnetwerk op te bouwen waarbinnen uitwisseling van grond wordt gestimuleerd en gefaciliteerd met digitale hulpmiddelen. Uitvoeren maatregelen uit onderzoek dataontsluiting (2011) waaronder het vroegtijdig in het planproces inbrengen van de kennis van de ondergrond.
Verder optimaliseren huidige scheidingsystematiek.
Op basis van evaluatie van het afvalbeleidsplan worden in de periode 2013-2015 bijstellingsmaatregelen uitgevoerd. In 2013 worden op basis van beschikbare middelen plannen uitgewerkt om de bijstellingsmaatregelen te concretiseren.
Vergroten duurzaamheid.
Op basis van het in 2012 door het bestuur vast te stellen duurzaamheidsprogramma zal voor woningbouw een kwaliteitsinstrument worden ingevoerd voor zowel de locatie als de woningen. Op deze wijze kan per project een haalbare ambitie worden vastgelegd. Daarnaast
Jaarverslag 2013
De gemeente gaat doelmatig om met grondgebruik en gaat efficiënt om met de grondstromen binnen Lelystad. Hergebruik is hierbij het streven. Verdere ontwikkeling in de vorm van een virtuele grondbank ligt stil zolang de woningbouw niet aantrekt. Waar van belang is kennis over de ondergrond ingebracht in planprocessen. Alle maatregelen zijn uitgevoerd, voor zover het detailniveau past bij de gemeentelijke praktijk en er geen sprake is van geheime informatie. Aandachtspunt is nog de chemische bodemkwaliteit. Deze hangt samen met de voorgang van de automatisering bij de Omgevingsdienst. Als gevolg van landelijke ontwikkelingen, bezuinigingsmaatregelen bij HVC en beperkte ambtelijke capaciteit heeft in 2013 een herprioritering van werkzaamheden plaatsgevonden. De doelstelling om eind 2015 een scheidingsdoelstelling van 56% te behalen komt daardoor niet in gevaar. Nadruk heeft gelegen op het wegnemen van onvrede cq. vergroten van de tevredenheid bij inwoners, het verbeteren van serviceverlening door HVC en aandacht voor de financiële positie van HVC in aandeelhoudersverband. Op basis van de in 2013 aangegane Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022, zijn maatregelen in voorbereiding genomen m.b.t. de inzameling van kunststof afval, Pet flessen, zwerfafval. Ten aanzien van de inzameling en/of verwerking van andere fracties zoals papier, grof huishoudelijke - en chemische afvalstoffen, matrassen, afgedankte elektrische apparaten en GFT zijn maatregelen in voorbereiding die in de loop van 2014 nader zullen worden uitgewerkt. Het ligt in het voornemen daar de uitbreiding van het aantal ondergrondse containers bij te betrekken. De provincie heeft inmiddels subsidie beschikbaar gesteld voor een op te richten stichting DEon. De provincie is daarbij de enig betrokken partij. Gemeente Lelystad kan aansluiting zoeken, dat zal in 2014 worden onderzocht.
33
ondersteunen we de verdere uitwerking van het Regionaal Duurzaam Energie en ontwikkelingsbedrijf (DEon), de paraplu waaronder de duurzaamheid in Lelystad versneld vergroot kan worden. Eveneens wordt in samenwerking met andere overheden (gemeenten, provincie, Rijk) gewerkt aan grootschalige sanering en opschaling van windenergie.
Per jaar maken 20 eigenaren van woningen gebruik van een duurzaamheidslening (aanname: € 10.000,- gemiddeld per woning). Inzetten op klimaatsneutraliteit.
Regionale Uitvoeringsdienst Flevoland
Het SLOK programma voor 2013 wordt uitgevoerd (programma loopt tot eind 2013). De acties zoals beschreven in de uitvoeringsnota klimaatbeleid (2011) worden uitgevoerd. In 2012 is binnen de regio Flevoland een Omgevingsdienst of Regionale Uitvoeringsdienst (Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek: OFGV) opgericht. De OFGV moet onderdeel gaan uitmaken van een landsdekkend systeem van Omgevingsdiensten. De oprichting van Omgevingsdient is verplicht gesteld door het Rijk. Medewerkers en middelen zullen vanaf 1-1-2013 zijn overgeheveld naar de OFGV.De gemeente Lelystad zal fungeren als opdrachtgever.
Jaarverslag 2013
In 2013 is fase één van het stappenplan Opschalen en Saneren doorlopen. Dat houdt in dat een programma van eisen is opgesteld en dat de gebieden zich hebben verenigd in de Federatie Wind Flevoland. De in totaal vijf gebieden dekken nu ongeveer 70% van alle adressen in het buitengebied en laten zich door de opgerichte Federatie naar de overheden vertegenwoordigen. De Federatie heeft van de overheden een “go” gekregen voor het uitvoeren van de tweede en derde fase en is daarbij benoemd tot unieke partner voor het opschalen en saneren van de windturbines in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. Met betrekking tot de duurzaamheidslening zijn 19 aanvragen in 2013 gedaan. Hiervan zijn er 5 toegewezen en 4 nog in behandeling. De rest is afgewezen, omdat ze niet aan de gestelde eisen voldeden. Het SLOK programma is in 2013 afgerond en zal worden uitgewerkt in een evaluatiedocument dat in het tweede kwartaal van 2014 beschikbaar zal zijn. Per 1 januari 2013 is de OFGV zelfstandig gestart en heeft zij de (milieu) medewerkers van Lelystad en de MSF en Seph per deze datum overgenomen. Het jaar 2013 stond in het teken van het maken van proces en resultaatafspraken. Er is een opdrachtgevers overleg opgericht welke 3 a 4 keer per jaar bijeenkomt en er samen met de OFGV en de 17 partners wordt afgestemd.
34
2.4
Sterke stad
Vigerende beleidsnota's - Lichte Actualisatie Structuurplan Lelystad 2015 - Meerjarenbouwprogramma 2011-2015 - Strategisch Marketing Plan 2008 - 2020 - Actualisatie cultuurnota 2013 - 2016 - Kadernotitie Sport 2009 – 2012 – 'Startschot' -Uitvoeringsnota Sport 2009-2012 'Tussen start en finish' - Naar een sterke economie in Lelystad (vastgesteld 2003) - Nota kantorenmarkt 2011 - 2014 - Strategisch acquisitiebeleid Lelystad (vastgesteld 2011) - Winkelstructuur Lelystad 2020 (vastgesteld 2011) - Kaderstelling Kampeernota Lelystad 2008 - Nota Recreatie en Toerisme (vastgesteld 2005) - Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie (vastgesteld 2009) - Programma Wonen, Welzijn en Zorg 2005- 2015 - Woningmarktmonitor 2010 - Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) - Beleidsregel Leegstandwet - Thermometer sociale woningmarkt - Beleidsregel en convenant kamerverhuur - Verordening particuliere woningverbetering Lelystad Zuiderzeewijk en Atolwijk 2010 - Convenant Stichting Harmonisch Wonen 2011 - 2014 - Lokaal akkoord 2010-2013 gemeente Lelystad - Centrada - Masterplan versnelde groei (vastgesteld 1996) - Kadernota Grondbeleid (vastgesteld 2012)
De economische crisis duurt voort. Tegen deze achtergrond is veel energie gestoken in de samenwerking met marktpartijen, het maatschappelijke middenveld en de burgers om hun verantwoordelijkheid voor de stad, voor het werken, wonen en recreëren in de stad invulling te geven en de juiste randvoorwaarden daarvoor te creëren. Sterk is ingezet op de regionale samenwerking en lobby binnen de MRA (Metropool Regio Amsterdam). De kaders voor de ontwikkeling van de stad zijn geactualiseerd; de lichte actualisatie structuurvisie Lelystad 2015 is door de gemeenteraad vastgesteld. Bovendien is hard gewerkt aan de basisvoorwaarden voor de ontwikkeling van Lelystad Airport en de binnenhavenontwikkeling Flevokust. De bereikbaarheid van Lelystad is door de opening van de Hanzelijn toegenomen. Voor het eerst sinds 2009 is er weer sprake van een positief vestigingsoverschot en groeit de stad langzaam. Het stadshart heeft het echter zwaar. Voor alle partijen is het hard knokken om geen koopkracht te verliezen en de levendigheid in het centrum te behouden. Door een intensieve samenwerking tussen de KUBA-instellingen wordt het hoofd geboden aan de forse bezuinigingen en ingezet op de duurzaamheid van de culturele infrastructuur in Lelystad. Voor de ontwikkeling van de
Jaarverslag 2013
35
kust is veel aandacht uitgegaan naar Bataviastad (één van de belangrijkste dagtoeristische attracties van Flevoland). De tevredenheid en stadstrots zijn de afgelopen jaren toegenomen. Voor de city marketing breekt een nieuwe fase aan waarin de aandacht vooral uitgaat naar verbetering van de bekendheid en het imago van Lelystad bij de buitenwacht. In die lijn zijn in 2013 activiteiten opgezet. De bezoekers aantallen aan de kust tijdens de grote evenementen zijn gelijk gebleven met 2012. Opvallende activiteiten in 2013 waren o.a. de “première en presentatie van de film “de Nieuwe Wildernis “ en als uitschieter in december de SBS6 kerstparade (35.000 bezoekers!).
2.4.1 Werken aan de basis Door de economische crisis is het aantal voltijds arbeidsplaatsen sinds 2011 licht gaan dalen; in april 2013 werden 29.265 voltijds arbeidsplaatsen geteld. In 2013 is volop meegedraaid in MRA en is vooral het contact met andere overheden binnen de MRA verbreed over meerdere terreinen. Aan economische samenwerking en de samenwerking op het gebied van de ruimtelijke ordening en verstedelijking zijn meer onderwerpen toegevoegd, zoals de arbeidsmarkt, duurzaamheid, verkeer en vervoer en Europese subsidies. Centraal staat de inzet voor een vergroting van de werkgelegenheid, verbetering van het economisch profiel door de ontwikkeling van de luchthaven en de binnenhaven Flevokust en een groter aandeel aan ruimte-extensieve (internationale) innovatieve MKB bedrijven. Essentiële voorwaarden om de transitie van een op (overheids)diensten gebaseerde economie naar een meer op goederen en industrie gebaseerde economie mogelijk te maken. Voor de verdere ontwikkeling van Lelystad Airport heeft de gemeenteraad besloten om het Aldersadvies onder voorwaarden tot uitgangspunt te nemen. Het luchthavenbesluit zal volgens planning door de minister van I&M worden genomen voor november 2014.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Groei van de werkgelegenheid.
Stijging van het aantal voltijds arbeidsplaatsen in Lelystad van 30.100 in 2010 naar 32.000 in 2014 (30.500 in 2011).
Verantwoording 2013 In 2013 is het aantal voltijds arbeidsplaatsen 29. 265 (april 013).
Bron: Provincie Flevoland
Jaarverslag 2013
36
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Versterken positionering in regionaal verband: o.a. iIntensivering en versterking netwerk en partnership in onder andere MRA. EDB Amsterdam en de IJsseldelta.
Beoogde prestatie in 2013 Volwaardige deelname (naast AKG/BKG en PRES) aan: 1. AEB (Amsterdam Economic Board) waaronder de clusters logistiek & handel en life sciences 2. Metropoolregionale economische verkenningen 3. Deelname Hanzelijn Monitor (2 jaar, daarna evaluatie)
Verantwoording 2013 Het afgelopen jaar bevond de AEB (voorheen EDB Amsterdam) zich in zekere zin nog steeds in de opbouwfase. Om het contact met de regionale overheden (publieke contacten) te verbeteren wordt in januari 2014 een accountmanager bij de Board speciaal belast met het verbeteren van de verbindingen tussen Board en gemeenten. Dit vormt het natuurlijke moment om het Lelystadse bedrijfsleven te richten op de werkzaamheden binnen de speerpuntclusters. Ook in 2013 is door Lelystad bijgedragen aan de totstandkoming van de Economische Verkenningen van MRA. Deze publicatie is begin 2014 verschenen. Dit jaar heeft Windesheim de éénmeting van de Hanzelijn Monitor gepubliceerd. Dit waardevolle meerjarige onderzoek is tevens een geschikt vehikel gebleken om de contacten te onderhouden met de Zwolse regio.
Realiseren geschikte werklocatie: aanleg nieuwe bedrijfsterreinen.
• Uitvoering business case Binnenhaven Flevokust (op basis van go/no go besluit in 2013) • PPS-constructie met risicodragende derden partijen realiseren. • Start uitvoering (o.a. aanleg dijklichaam van de insteekhaven)
Het voorstel voor de ontwikkeling van de binnenhaven Flevokust heeft geen raadsmeerderheid gekregen (mede door maatschappelijke zorg over de businesscase). De gevolgen worden nader bezien. Samen met de provincie zal een nieuw, meer gefaseerd voorstel uitgewerkt worden.
• In zetten op acquisitie potentieel kerngebied OMALA Ontwikkeling Lelystad Airport.
* Vaststellen bestemmingsplan Luchthaven * Bijdrage aan uitwerking advies Alders met daarin uitwerking van o.a. landzijdige ontsluiting, route structuur en compensatieregelingen * Voorbereiden luchthavenbesluit (o.a. MilieuEffectRapportage) * Maatwerk oplossing voor luchtverkeersleiding
Jaarverslag 2013
Bestemmingsplan Luchthaven is vastgesteld. Voor de verdere ontwikkeling van Lelystad Airport heeft de gemeenteraad besloten om het Aldersadvies onder voorwaarden tot uitgangspunt te nemen. Negen sporen worden uitgewerkt; Lelystad is verantwoordelijk voor spoor 9 – Economische Effecten. De sporen zullen in fasen ontwikkeld worden. Het luchthavenbesluit zal volgens planning door de minister van I&M worden genomen voor november 2014.
37
Gerichte acquisitie.
Uitvoering InvesteringsPremieRegeling MKB 2008-2013.
1. Focus vasthouden binnen geselecteerde sectoren: - Inzetten op industrie gericht op o.a. onderhoudsbedrijven bij de luchthaven - Versterken Life Sciences: ondersteuning iBoost (opvolger van Immuno Valley Project) - Faciliteren High Containment Unit 2. AAA (Amsterdam Airport Area 3. Lelystadse bedrijven betrekken Evaluatie InvesteringsPremieRegeling MKB 2008 – 2013 en bepalen vervolgstappen m.b.t. restant middelen.
Acquisitie is verricht op logistiek en maintenance, repair en overhaul (mrobedrijven), vooral bij en in het kader van de luchthavenontwikkeling. Tevens is ingezet op life science, recreatie en toerisme. Resultaten zijn de vestiging van mro-bedrijven op de luchthaven en bedrijfsactiviteiten op WUR- en KFC-terrein. Middels de Voorjaarsnota 2008 heeft de raad 1 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van een nieuwe stimuleringsregeling voor innovatieve MKB bedrijven welke zich in Lelystad willen vestigen dan wel gaan uitbreiden. De gemeente Lelystad heeft aanspraak kunnen maken op subsidiemiddelen vanuit het Europese OP West programma en hiermee haar eigen bijdrage kunnen verdubbelen zodat 2 miljoen beschikbaar is gekomen voor de uitvoering van de MKB Regeling Lelystad. Er is hierbij ambitieus ingezet op het creëren van nieuwe werkgelegenheid voor Lelystad (1fte per € 10.000 subsidie) Eind 2013 is de regeling gesloten voor het indienen van nieuwe initiatieven. Op dit moment hebben 8 ondernemingen een subsidiebeschikking ontvangen, en voor twee initiatieven verwachten wij op korte termijn een beschikking af te geven. De verwachting is dat aan het einde van de regeling in totaliteit € 1,8 miljoen is ingezet bij innovatieve ondernemingen, waarmee 180 nieuwe arbeidsplaatsen zijn gerealiseerd.
Ruimte bieden om te ondernemen.
Ondertekening Convenant Smarter Cities
Jaarverslag 2013
Ondertekening Convenant Smarter Cities reeds in 2012 gerealiseeerd.
38
4.2 Kwaliteit aanbod versterken Voor het eerst sinds 2009 is er weer sprake van een positief vestigingsoverschot en een langzame groei van het aantal inwoners. In 2013 zijn er - ondanks de vastgelopen vastgoed- en woningmarkt - 170 woningen opgeleverd. Voor de vernieuwing van de bestaande stad is veel nadruk gelegd op een intensievere samenwerking met bewoners, corporatie en andere maatschappelijke instellingen en op de thema’s duurzaamheid en particuliere woningverbe-tering. Het stadshart heeft het zwaar. Alle zeilen dienen bijgezet te worden om geen koopkracht te verliezen en de levendigheid in het centrum te behouden. Het aanbod aan culturele activiteiten is in stand gehouden, o.a. door ontwikkeling bioscoopfunctie door Agora theater. Ook de toeristische attracties van Lelystad krijgen in het kader van Amsterdam Bezoeken Holland Zien (ABHZ) in MRA verband meer aandacht.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Vasthouden van de huidige inwoners en aantrekken van huishoudens van buiten de gemeente.
Goed functioneren van het stadshart voor de eigen bewoners.
Positief vestigingsoverschot (jaarlijks positief saldo van het aantal vestigers min het aantal vertrekkers) (in 2010 resp 2011 een negatief saldo van circa -200 resp. -150 personen). Bron: GBA Stijging van gemiddelde rapportcijfer dat bezoekers van het stadscentrum geven; van 6,1 in 2009 naar 6,4 in 2014 (6,6 in 2012).
Verantwoording 2013 In 2012 is het vestigingsoverschot positief en wel 1,6 (vestigingen/1000 inw 42 – vertrek/1000 inw 40,4). De gegevens voor 2013 zijn pas in het voorjaar beschikbaar. In 2012 is het gemiddelde rapportcijfer 6,6 (streefcijfer is gerealiseerd).
Bron: Goudappel Coffeng Stijging van het aandeel inwoners dat van mening is dat het stadshart gezellig is; van 21% in 2010 naar 35% in 2014 (19% in 2012). Bron: burgerpeiling FAB-OS Groei van de werkgelegenheid Stijging van het aantal werkzame in de toeristisch-recreatieve personen in de horeca-recreatieve sector. sector (met 3% per jaar ten opzichte van 1950 in 2010) naar 2200 in 2014 (1970 in 2011).
Aandeel inwoners blijft stabiel, rond 20%.
In 2012 is het aantal werkzame personen weer bijna gelijk aan het aantal in 2010, en wel 1900 werkzame personen. De gegevens voor 2013 zijn er nog niet.
Bron: Provincie Flevoland.
Jaarverslag 2013
39
Waardering culturele voorzieningen handhaven op niveau van 2011.
Het rapportcijfer van 6,5 voor 'vrijetijdsvoorzieningen' in de stad in 2011 vasthouden.
Meer gebruik van het groen in en om de stad.
Bron: burgerpeiling FAB-OS. Groei van het bezoekersaantal Natuurpark en Oostvaardersplassen (150.000 respectievelijk 115.000 in 2010 naar 200.000 in 2014).
Eind 2013 was het rapportcijfer 6,4
In 2012 was het bezoekersaantal in het Natuurpark 150.000 en in de Oostvaardersplassen 117.750.
Bron: Park administraties
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein
Beoogde prestatie in 2013
Bestemmingsplannen globaal en flexibel maken.
Afronding van de aanpassing van alle nieuwe maar ook reeds op de rit staande bestemmingsplannen.
Versterken woonbeleid
Actualisatie Woonvisie Voorbereiding vier jarige prestatieafspraken met de corporaties en jaarlijkse toets van de jaarafspraken Beheer en uitvoering bouwstroommeter als dynamisch sturingsinstrument
Verantwoording 2013 De plannen welke voor 1 juli 2013 moesten worden afgerond zijn ook daadwerkelijk afgerond. Het gaat dan om de volgende bestemmingsplannen: Luchthaven Lelystad, Stadsrandgebied, Lelystad Haven, Bedrijven- terrein Noordersluis en Midden West. Daarnaast de beheersverordeningen: Hollandse Hout en IJsselmeer Markermeer en Oostvaardersplassen. Naar aanleiding van rechterlijke uitspraken zijn een tweetal bestemmingsplannen aangepast: Reparatieplan Larserknoop en Partiële hervaststelling Groene Velden. De startnotitie actualisatie woonvisie is op 5 november 2013 door het college vastgesteld. De startnotitie wordt eerste kwartaal 2014 door raad behandeld. De woonvisie zal in het laatste kwartaal van 2014 ter besluitvorming worden aangeboden. In 2014 zal er een nieuw Lokaal Akkoord worden gesloten met Centrada voor de jaren 2015-2018. De jaarafspraken 2013 zijn tussentijds geëvalueerd en eindevaluatie wordt eerste kwartaal 2014 ter besluitvorming aangeboden aan college en ter informatie aan de raad. De bouwstroommeter wordt vanwege bezuinigingen en de daarmee gepaard gaande teruggang in formatie op woonbeleid op dit moment niet bijgehouden.
Jaarverslag 2013
40
Herijking MeerjarenbouwProgramma
Herprogrammering woningbouwproductie opgenomen in Meerjarenbouwprognose als zelfstandig onderdeel van het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf . Het toevoegen van 200 woningen per jaar waarvan; - 50% voor mensen van buiten; - 33% voor particuliere opdrachtgeverschap, inclusief collectief opdrachtgeverschap; - 30% te realiseren in de sociale woningbouw (huur/koop); - investeren in de bestaande wijken (woningen en woonomgeving).
Stimuleren en faciliteren van duurzame herstructurering van bestaande wijken
De woningbouw volgt – binnen de kaders – de vraag. Verduurzamen van de bestaande woningvoorraad, zowel door de corporaties als door de particuliere eigenaren: • leningen voor particuliere woningverbetering • duurzaamheidsleningen • inzetten op meer maatwerk, kleine fysieke aanpassingen en vergroting van de betrokkenheid van bewoners (ISV-projecten)
Stimuleren van (collectief) particulier opdrachtgeverschap.
Inhoudelijke ondersteuning van mensen die zelf, eventueel in groepsverband, een woning willen bouwen, vooral op het terrein van advies en juridische ondersteuning. Realiseren van huisvesting voor Realisatie van “Skaeve Huse” doelgroep, die door hun woongedrag veel overlast bezorgen Uitvoering Nieuw Masterplan Stadshart
Concentreren en versterken van de winkel 8 Inrichting en beheer openbare ruimte, dat niet ontwikkeld wordt. Invoeren van BedrijfsInvesteringsZone (BIZ)
Jaarverslag 2013
Er zijn 170 Woningen in 2013 opgeleverd, waarvan 164 in de sociale sector (door Centrada 11 sociale koop en 153 sociale huurwoningen) (97% van het totaal). Middels de ISV projecten voor duurzaamheid en particuliere woningverbetering en de verordening particuliere woningverbetering voor de Atol-en Zuiderzeewijk is geïnvesteerd in de bestaande wijken
In 2013 hebben 16 bewoners interesse getoond in de leningen voor particuliere woningverbetering. Uiteindelijk zijn 3 aanvragen ingediend. Voor de duurzaamheidsleningen hebben 61 bewoners interesse getoond. Dat heeft tot 4 aanvragen geleid. Er is dus wel degelijk interesse maar door omstandigheden (financiële draagkracht, gestelde voorwaarden regeling en anders) zijn minder leningen afgesloten. In het kader van het ISV project maatwerk/ kleine maatregelen zijn in 2013 veel projecten, samen met bewoners voorbereid. De projecten, die in 2014 tot uitvoering zullen komen, zijn o.a. het opknappen van het fjordpark, gereedschapsuitleen, containers uit de straat, erfafscheidingen, sociale sofa’s en kleine maatregelen. In 2013 zijn er geen cpo’s gerealiseerd. Er zijn verschillende gesprekken gevoerd, maar dat heeft helaas niet tot concrete projecten geleid. Een geschikte en betaalbare locatie voor Skaeve Huse is niet gevonden. In 2014 wordt opnieuw een locatieonderzoek gedaan. Het nieuwe masterplan 3.0 is in juli 2013 vastgesteld door de gemeenteraad. De organisatie heeft de opdracht gekregen om twee concrete projecten in het kader van versterking van de winkelacht uit te voeren, nl. de sloop en herinrichting van de Waag en de herinrichting van het stadhuisplein en de grondexploitatie te herzien om financiële risico's voor het stadshart te verkleinen. Beide projecten zijn in 2013 voorbereid. Voor wat betreft de
41
inrichting en beheer van niet ontwikkelde gebieden is in 2013 een inventarisatie gemaakt van de betreffende gebieden, de te treffen maatregelen op groot en dagelijks onderhoudsniveau en een voorstel voor dekking bepaald. In 2014 volgt het voorstel richting college en raad over de concrete voorstellen met financiering. Het BIZ is in 2012 ingevoerd door de stichting ondernemersfonds groene carre die uitvoering geeft aan de BIZ en de gemeente die bij verordening een aantal afspraken en werkwijzen heeft vastgelegd. In 2014 is gebleken dat de BIZverordening niet gehandhaafd kan worden als gevolg van een fout in de draagvlakmeting. De gevolgen hiervan en hoe nu verder zijn momenteel onderwerp van gesprek. Breed cultureel voorzieningenniveau behouden
Doorontwikkelen van cultureel ondernemerschap samen met de KUBA instellingen.
De generale taakstelling voor de KUBA-instellingen van 195.000 euro voor 2013, heeft geleid tot een gezamenlijke inzet van de betrokken Faciliteren van projecten op het gebied culturele instellingen voor van professionele – en amateurkunst kostenreducatie en aanvullende en het aanbod van cultuureducatie. inkomstenverwerving, marketing e.d. Hierbij is getracht het aanbod aan culturele activiteiten van de instellingen zoveel mogelijk in stand te houden. Deze gemeenschappelijke inspanningen voor cultureel ondernemerschap worden in 2014 doorontwikkeld. Bij het Agora theater is in 2013 met name de nieuwe bioscoopfunctie tot ontwikkeling gekomen; met als resultaat 50.000 extra bezoekers in 2013. In 2013 is subsidie en ondersteuning verleend aan 40 organisaties ten behoeve van bijna 60 culturele activiteiten voor de inwoners en bezoekers van Lelystad.
Realisatie van Bataviastad
Fase 4 uitbreiding Batavia stad
Focus op regionale samenwerking toerisme en recreatie (MRA)
Via deelname aan de werkgroep Toerisme MRA onderzoeken of ingespeeld kan worden op projecten die uit dat verband worden opgestart (zoals e-tourism en Amsterdam Bezoeken, Holland Zien - ABHZ).
Jaarverslag 2013
Bestemmingsplan uitbreiding is onherroepelijk. De ontwikkelaar van Batavia Stad heeft grondaankoopovereenkomst met gemeente getekend. In 2013 is de nieuwe periode van ABHZ van start gegaan. De focus voor Lelystad is nu met name invulling van de karakters op lokaal niveau, zodat deze goed meegenomen kunnen worden in de internationale promotie door Amsterdam Marketing. Lelystad heeft de karakters New Land en The Big Lake. Met ondernemers en gebiedspartners is in 2013 gekeken op welke wijze invulling gegeven kan worden. In 2014 zullen de eerste
42
projecten van start gaan. Daarnaast zal er een toeristische agenda MRA komen, waarin de gezamenlijke visie wordt vastgelegd. Lelystad participeert hierin. De AEB (Amsterdam Economic Board) heeft in 2013 een regionale hotelstrategie opgesteld. Deze wordt verder uitgerold naar de MRA gemeenten. Lelystad zal als een van de eerste, naast Amsterdam en Haarlemmermeer, een kansenkaart ontwikkelen.
2.4.3 Verbeteren regionale bereikbaarheid De bereikbaarheid van Lelystad is met de opening van de Hanzelijn sterk verbeterd. Perspectief op verder verbetering is goed door de inzet van de ‘Beter Benutten Maatregelen’ door het rijk op de trajecten A6 – Lelystad Airport en NS station – Lelystad Airport.
Foto: Opening Hanzelijn
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Ontwikkeling Lelystad als regionaal vervoersknooppunt.
Verantwoording 2013
Handhaven van het percentage Lelystedelingen dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met de auto overal makkelijk naar toe' (84% in 2010, 86% in 2012).
Bij de laatste peiling in oktober 2012 was het streefpercentage van 86% gerealiseerd. Volgend peiling in najaar 2014 gepland.
Stijging van het percentage Lelystedelingen dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met het openbaar vervoer overal makkelijk naar toe' (52% in 2010, 57% in 2012) naar 60% in 2014.
Bij de laatste peiling in oktober 2012 was het streefpercentage bijna gerealiseerd, en wel 57%.
Bron: Burgerpeiling FAB-OS
Jaarverslag 2013
43
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Verbetering bereikbaarheid Lelystad Zuid Lelystad (transferium Lelystad).
Beoogde prestatie in 2013
Verantwoording 2013
3de aansluiting A6 en bereikbaarheid Lelystad Airport
3de aansluiting A6 en bereikbaarheid Lelystad Airport In Januari 2014 start Rijkswaterstaat Uitvoering van Beter Benutten met de uitvoering van de Beter maatregelen door rijk, provincie en Benutten maatregelen aan de gemeente aan bestaande aansluiting. aansluiting van de Larserweg op de Het rijk wil 3de aansluiting A6 pas na A6. 2023. Lelystad zet in op realisatie na In 2012 en 2013 is een MIRT 2017/2018 op het moment dat onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkeling Luchthaven dat Landzijdige bereikbaarheid van noodzakelijk maakt. Lelystad Airport. Maatregelen, die vanuit dit onderzoek worden OV SAAL voorgesteld zijn ondermeer: Dit project is een initiatief van en wordt Extra aansluiting op de A6 uitgevoerd door het Rijk. Doel is met verbindingsweg naar uitbreiding van capaciteit op het spoor Lelystad Airport. tussen Lelystad en Schiphol. Verbetering van de busverbinding tussen NS Station Zuid station Lelystad Centrum en Lobby voor realisatie Station Zuid na Lelystad Airport. 2025. Sation t.b.v. Warande en Verbreding van de A6 tussen Larserknoop met sprinterbediening. Almere en Lelystad naar 2 Verbinding van Airport Lelystad blijft rijbanen met 3 rijstroken. georiënteerd op NS Lelystad Centrum. Aanleg van de Warandedreef na 2022 Voor de zomer van 2014 neemt de minister een besluit over deze maatregelen en worden afspraken gemaakt over de financiering. Station Zuid Uit bovengenoemd MIRT onderzoek is naar voren gekomen dat een OV verbinding via station Lelystad Zuid geen verbetering geeft. Een station met bediening door Sprinters is mogelijk zodra Warande zover is gerealiseerd dat voldoende reizigers van dit station gebruik maken. Naar verwachting is dat niet voor 2030 het geval. OV-SAAL In augustus heeft de staatssecretaris een keuze gemaakt ten aanzien van de maatregelen uit OV-SAAL op de Flevolijn en hierover een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. De maatregelen zijn: - vanaf 2023 is hoogfrequent rijden op de Flevolijn mogelijk (6 IC’s/6Sprinters per uur). - Op station Weesp komen 2 extra sporen (van 6 naar 8 sporen) om inhalen van Sprinters mogelijk te maken. - Vanuit Leystad blijven directe ICverbindingen met zowel Zuidas als Amsterdam CS mogelijk. Er komt geen spoorverdubbeling (ook niet partieel) in Almere.
Jaarverslag 2013
44
Verbeteren oost-west verbindingen.
N23 west Het westelijke deel van de N23 (Lelystad-Enkhuizen) bestaat uit een verbetering van de bestaande wegverbinding over de Markerwaarddijk en een kortsluiting tussen de Houtribweg en de Markerwaarddijk over de “Baai van Van Eesteren”. De uitvoering voor de verbetering van de bestaande weg, met een uitbreiding naar 3 rijstroken loopt. De kortsluiting over de Baai van Van Eesteren wordt niet voor 2020 gerealiseerd. Rondje Randstad, A30.
De uitvoering voor de verbetering van de bestaande weg loopt (provincie), De uitbreiding naar 3 rijstroken wordt echter niet gerealiseerd. De kortsluiting over de Baai van Van Eesteren wordt niet voor 2025 gerealiseerd.
2.4.4 Imago versterken De tevredenheid en stadstrots zijn de afgelopen jaren toegenomen. Nu breekt voor de city marketing een nieuwe fase aan waarin de aandacht vooral uitgaat naar verbetering van de bekendheid en het imago van Lelystad bij de buitenwacht. In die lijn zijn in 2013 activiteiten opgezet. De bezoekers aantallen aan de kust tijdens de grote evenementen zijn gelijk gebleven met 2012. Aansprekende activiteiten in 2013 waren o.a. de Oldtimerdagen aan de kust (20.000 bezoekers), Bataviadagen/nationale sloepenshow (20.000 bezoekers), Lelystart, het kroningsfeest, de “première en presentatie van de film “de Nieuwe Wildernis “ en als uitschieter in december de SBS6 kerstparade (35.000 bezoekers!).
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Meer waardering voor Lelystad onder inwoners en bedrijven in omliggende regio’s.
Vergroten van bekendheid Lelystad.
Verantwoording 2013
Stijging van gemiddeld schaalscore In 2012 is de gemiddelde schaalscore ‘imago Lelystad’ onder omwonenden ‘imago Lelystad’ onder omwonenden (5,8 in 2009, 5,9 in 2012) richting 5,9 en de gemiddelde schaalscore gemiddeld schaalscore ‘identiteit ‘identiteit Lelystad’ onder bewoners 7. Lelystad’ onder inwoners (6,9, in 2010, 7,0 in 2012). Bron: Burgerpeiling Intomart / FABOS. Stijging van gemiddeld schaalscore ‘bekendheid Lelystad’ onder omwonenden : 4,7 in 2009 (5,1 in 2012) naar 5,6 in 2014.
In 2012 is de gemiddeld schaalscore ‘bekendheid Lelystad’ 5,1.
Bron: Burgerpeiling Intomart
Jaarverslag 2013
45
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Versterken city marketing.
Beoogde prestatie in 2013 Uitvoering jaarplannen CML aan de hand van domeinen; Wonen, Werken en Vrije Tijd; Goede afstemming van beleid en activiteiten tussen marketing, acquisitie, accountmanagement, evenementen, externe communicatie en pr en stadspromotie, met als gevolg bundeling van evenementen met daardoor een een meer bovenregionale uitstraling te bevorderen (Oldtimer dagen aan de kust in 2012 met 25.000 bezoekers en een toename in Bataviastad van 9.000 in 2011 naar 16.000 in 2012); Door middel van publiciteit een mediawaarde van rondom 3 mln bewerkstelligen Één stadsstijl voor Lelystad; Evalueren aansturing en regie op city marketing.
Verantwoording 2013 In mei/juni 2013 presenteert prof.dr. P.P. Tordior het rapport “ Citymarketing Lelystad strategische focus en synergie”. De conclusie uit het rapport is dat de citymarketing van Lelystad op koers ligt (ook wat betreft de doelgroepen) , maar dat er ook sprake is van een zekere urgentie om de onbekendheid en het imago, bij in het bijzonder de buitenwacht te versterken. CML heeft een gefaseerde koers uitgezet. De tevredenheid en stadstrots zijn de afgelopen jaren toegenomen. Nu breekt een fase aan waarin de aandacht vooral uitgaat naar verbetering van de bekendheid en het imago van Lelystad bij de buitenwacht. In die lijn zijn in 2013 activiteiten opgezet. De bezoekers aantallen aan de kust tijdens de grote evenementen zijn gelijk gebleven met 2012. Aansprekende activiteiten in 2013 waren o.a. de Oldtimerdagen aan de kust (20.000 bezoekers), Bataviadagen/nationale sloepenshow (20.000 bezoekers), Lelystart, het kroningsfeest, de “première en presentatie van de film “de Nieuwe Wildernis “ en als uitschieter in december de SBS6 kerstparade (35.000 bezoekers!). Alleen de film de “Nieuwe Wildernis” was goed voor een mediawaarde van over de 5 mln. De personele samenstelling van Citymarketing Lelystad (CML) is in het laatste kwartaal van 2013 voor 80% vernieuwd. Het nieuwe team is er in geslaagd de netwerken in en buiten Lelystad te versterken en uit te bouwen.
Jaarverslag 2013
46
2.5
Veilige stad
Vigerende beleidsnota's - Kadernota veiligheid 2012 - 2015 - Beleidsplan handhaving fysieke leefomgeving 2011 - 2014 Het gaat goed met de veiligheid in Lelystad. Dalende criminaliteitscijfers laten een positief beeld zien. Maar wat misschien nog belangrijker is, is dat de veiligheidsbeleving van de bewoners is toegenomen. Het gemeentelijk veiligheidsbeleid van de afgelopen jaren lijkt vruchten af te werpen. Wel moeten opgemerkt dat persoonlijke factoren een groot effect hebben op de veiligheidsbeleving, maar vanuit het beleid maar beperkt zijn te beïnvloeden. Het afgelopen jaar is echter meer dan eens duidelijk geworden dat de overheid zich zal moeten voorbereiden op een veranderde rol. Uit contacten met inwoners, organisaties en bedrijven blijkt vooralsnog dat, ondanks de meer regisserende en coördinerende rol van de overheid, veiligheid door inwoners en ondernemers als één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de overheid worden gezien. Enerzijds wil de inwoner minder bemoeienis van de overheid of meer ruimte om zelf initiatieven te ontplooien. Anderzijds verwacht de inwoner wel dat de overheid sommige thema’s als “core business” blijft beschouwen. De overheid kan die verantwoordelijkheid niet alleen dragen; samenwerking op diverse niveaus wordt steeds belangrijker voor het sturen op veiligheid. Om op veiligheid te kunnen sturen, zal informatie moeten worden gehaald: de gemeente moet haar inwoners en veiligheids-partners opzoeken. Tegelijkertijd zullen dezelfde partijen de informatie ook komen brengen. Hiermee worden alle partijen deelgenoot van hetzelfde probleem. Het gebruik maken van kennis en kunde van partners en het aangaan van samenwerkingsverbanden moet leiden tot een gezamenlijke aanpak. Op regionaal niveau zijn de veiligheidsregio’s hier een voorbeeld van. Op wijkniveau worden initiatieven als buurtpreventie gestimuleerd. De inwoner komt dichter bij het bestuur, het beleid en de uitvoering. Daarmee zal de inwoner van Lelystad meer deel gaan uitmaken van het vormgeven van de eigen leefomgeving en invulling kunnen gaan geven aan veiligheid als basisbehoefte. Veiligheid wordt veel meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid en meer maakbaar. Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen de belangengroep OKL en de gemeente. De grote vlucht die internet en daarmee de sociale media hebben genomen, is iets om terdege rekening mee te houden. Informatie is sneller beschikbaar voor iedereen. De overheid is daardoor sneller bereikbaar én aanspreekbaar. Al deze veranderingen hebben invloed op het veiligheidsbeleid. Met die bewustwording zijn stappen gezet op gebied van gezamenlijk brainstormen met diverse maatschappelijke organisatie, ondernemers en inwoners. In de komende jaren zal moeten blijken hoe dit verder vormgegeven kan worden. Het inzetten van sociale wijkteams is daarin al een goede stap om daar waar nodig maatwerk te leveren maar ook vooral om te signaleren de juiste partners dan wel inwoners zelf aan het werk te zetten.
Jaarverslag 2013
47
In 2014 sluit Lelystad aan bij Veiligheidshuis Flevoland voor een periode van twee jaar. Halverwege 2015 vindt een evaluatie plaats of de aansluiting wordt gecontinueerd. Er is veel energie gestoken in de aanpak van problematiek van multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond. Lelystad is één van de vier proeftuingemeenten. Deelname aan de proeftuin heeft vooral opgeleverd dat bij alle betrokken organisaties de specifieke aandacht en alertheid voor problemen van Roma gezinnen toegenomen is. Daarin zijn concrete resultaten geboekt zoals vermindering van ongeoorloofd schoolverzuim, succes-volle aanpak van het gedwongen uithuwelijking en deelname van jongeren en jongvolwassenen aan begeleidingstrajecten en gerichte inzet van de politie. Het Regionaal Crisisplan 2011-2014 (de opvolger van de gemeentelijke rampenplannen), is dit jaar alweer toe aan een eerste verlenging. In 2013 hebben de beide Veiligheidsregio’s het Organisatieplan Bevolkingszorg vastgesteld. Hierdoor zal in 2014 een verdere regionalisering van een aantal sleutelfuncties plaatsvinden. Dat wil ook zeggen oefenen, trainen en opleiden, voor zowel nieuwe als bestaande functies En dat alles om vorm en inhoud te geven aan een van de meest essentiële taken van de overheid, zeker in de moderne en risicovolle samenleving van nu: op een verantwoorde wijze veiligheid bieden aan inwoners in geval van een (dreigende) ramp of calamiteit. Ook wordt in 2014 een nieuw convenant gesloten met het Nederlandse Rode Kruis. Dit neemt veel werk uit handen van gemeenten. Per 1 januari 2014 is het nationale Slachtoffer Informatie Systeem (SIS) in werking getreden. Dit wordt daadwerkelijk uitgevoerd door de ANWB. De samenwerking met de Veiligheidsregio Gooi & Vecht wordt steeds intensiever, ook op het gebied van opleiden, trainen en oefenen.
2.5.1 Veiligheid
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein Beoogde effectresultaten Aantoonbare vermindering van criminaliteit in al zijn vormen.
Verantwoording 2013
Daling van het jaarlijks aantal verdachten in de leeftijd van 18 tot 24 jaar van gemiddeld 5,25% van alle jongeren in 2005-2010, naar 4,25% in de jaren 2012-2015.
Het aandeel verdachten onder 18-24 jarigen is in twee jaar tijd van 5% naar 4% (in 2012) gedaald.
Daling van het jaarlijks aantal verdachten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar van 3,7% in 2005-2010 (2,2% in 2011) tot onder het gemiddelde van alle G31 steden in 2012-2015 ( dit was 3,6% in 2005-2010, 2,6% in 2011)
Het aandeel verdachten onder 12-18 jarigen is in twee jaar tijd van 2,8% naar 1,9% (in 2012) gedaald. Dit ligt onder het G31 gemiddelde van 2,2%.
Bron: KPLD ,bewerking FAB-OS
Jaarverslag 2013
48
Aantoonbare vermindering van criminaliteit in al zijn vormen.
Veilige woonomgeving
Daling van het aandeel ‘harde kern’ recidivisten onder jongeren (4,1% in 2005-2010) tot onder het gemiddelde van alle G31 steden (3,7% in 20052010).
Het aandeel ‘harde kern’ recidivisten onder jongeren is in 2012 voor het tweede opeenvolgend jaar onder het gemiddelde van alle G31 steden (1,9% t.o.v. 2,3%)
Bron: KPLD ,bewerking BLD-OS Daling van het aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt op plekken waar groepen jongeren rondhangen van 67% in 2009 ( en 63% in 2011) naar Nederlands gemiddelde in 2015 van (46% in 2009 en 43% in 2011)
Het aandeel is drastisch gedaald van 63% in 2011 naar 41% in 2013, onder het Nederlands gemiddelde van 2011. Deze ambitie lijkt haalbaar.
Daling van de gemiddelde schaalscore “sociale overlast in de woonomgeving ( van 2,0 in 2009) naar 1,7 ( Nederlands gemiddelde Nederlands gemiddelde in 2009 en 2011) in 2015.
Schaal 'sociale overlast' is in 2013 veranderd van samenstelling, volgend op wijziging in landelijk schaal. Eind 2013 was het gemiddelde score in Lelystad (slechts) 1,0. Landelijke gemiddelde op nieuwe samenstelling is nog niet bekend.
Daling van het aantal delicten in woonwijken van gemiddeld 6,7 in de jaren 2005-2010 naar 5,0 per 100 inwoners in 2015 ( 5,3 in 2011)
De daling van het aantal delicten zet zich in 2013 gestaag voort. Met een gemiddelde van 5,1 delicten per 100 inwoners is de ambitie - onder de 5,0 in 2015 - goed in zicht.
Bron: Regio Politie, bewerking FABOS
Veilig uitgaan
Handhaving van het gemiddeld rapportcijfer buurtveiligheid van 7,2 ( in 2005-2009) boven het Nederlands gemiddelde van 6,9 in 2009 ( in 2011 7,2 In Lelystad, 7,0 in Nederland)
Eind 2013 was het gemiddelde rapportcijfer licht gezakt (naar 7,1). Dit is nog altijd hoger dan het Nederlands gemiddelde (7,0) uit 2011.
Daling van de gemiddelde schaalscore “verkeersoverlast in de woonomgeving” (van 4,0 in 2009 en 3,7% in 2011), naar Nederlands gemiddelde in 2015 ( 3,8% in 2009 en 3,6% in 2011)
Schaal 'verkeersoverlast' is in 2013 veranderd van samenstelling, volgend op wijziging in landelijke schaal. Eind 2013 was het gemiddelde score in Lelystad (slechts) 2,8. Landelijke gemiddelde op nieuwe samenstelling is nog niet bekend.
Bron: Burgerpeiling FAB OS / Landelijk IVM Daling van het aantal geweldsdelicten in het Stadshart van gemiddeld 175 in de jaren 2005-2010, naar maximaal 150 in de jaren 2012 tot 2015.
Het aantal geweldsdelicten in 2013 in het Stadshart was voor het 2e jaar achter elkaar onder de 150. Doelstelling voor 2015 is haalbaar.
Daling van het aantal inwoners dat zich wel eens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden van 47% ( in 2009) naar Nederlandse gemiddelde 25% ( in 2009) in 2015.
Aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt rondom uitgaansgelegenheden is sinds 2012 fors gedaald (van 44% naar 26%). Doelstelling van 25% in 2015 is opeens dichtbij.
Jaarverslag 2013
49
Wat hebben we er voor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Verminderen criminaliteit
Beoogde prestatie in 2013
Verantwoording 2013
Uitvoeren van sluitende trajecten voor meer- en veelplegers.
De GGD voert de vrijwillige nazorg voor ex-gedetineerden uit. Het betreft jaarlijks ongeveer 200 personen waarvan een kwart een hulpvraag bleek te hebben. De meer- en veelplegers worden besproken in het Scenario-overleg. Vanuit dit overleg is een plan van aanpak opgesteld voor re-integratie. Uit onderzoek is gebleken dat niet alle gedetineerden tijdens detentie gesproken worden. Hierdoor is de hulpvraag niet altijd duidelijk. Met GGD, PI, IDO en Exodos is afgesproken voortaan alle gedetineerden persoonlijk te spreken en daarnaast te monitoren of interventies ook daadwerkelijk leiden tot vermindering van recidive. Deze pilot is start in januari 2014.
Uitvoeren Plan van Aanpak Vermindering jeugdcriminaliteit.
Het Eropaf Team richt zich op begeleiding van (risico)jongeren van 17 tot 24 jaar. Het Eropaf Team is de linking pin tussen veiligheid, zorg, onderwijs en arbeid. De werkmethodiek is sterk outreachend. Er is een “Top 100 samengesteld door aanmeldingen van criminele jongeren door politie, aangevuld met risicojongeren vanuit zorg. Het Eropafteam heeft contact gehad met 139 jongeren. De trajecten van 61 jongeren zijn afgesloten (verhuisd of
Jaarverslag 2013
50
positief afgerond), de trajecten van de overige 78 zijn nog in uitvoering. Continueren Roma-aanpak
De in 2008 gestarte activiteiten, gericht op een sluitende aanpak van multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond, heeft in 2013 een sterke impuls gekregen. Dit komt voort uit de deelname aan het landelijk programma “Aanpak uitbuiting Roma kinderen”, in het kader waarvan Lelystad één van de proeftuingemeenten was. Er is plan van aanpak gemaakt, waarin tien thema’s zijn benoemd waarop de komende jaren verdere activiteiten worden uitgevoerd. De ontwikkeling van de integrale familieaanpak staat hierin centraal. De samenwerking tussen partijen in de strafrecht, onderwijs en zorgketens heeft hierdoor een stevige impuls gekregen.
Aanpak huiselijk geweld
Uitvoering geven aan de Wet tijdelijk huisverbod Uitvoering geven aan afspraken, zoals vastgelegd in Convenant aanpak huiselijk geweld.
Concrete resultaten van de aanpak zijn vermindering van ongeoorloofd schoolverzuim, succesvolle aanpak van het gedwongen uithuwelijking van jonge meisjes, vergroting deelname kinderen aan VVE-activiteiten, deelname van jongeren en jongvolwassenen aan begeleidingstrajecten en gerichte inzet van de politie. In 2013 zijn 30 Risicotaxatieinstrument Huiselijk Geweld (RIHG) ingevuld. Hiermee verzamelt de hulpofficier van justitie informatie over de mogelijke pleger van huiselijk geweld, het precieze verloop van het geweldsincident en de gezinsachtergronden. Als uit het RIHG blijkt dat de situatie zich leent voor een huisverbod wordt deze door de burgemeester direct opgelegd. In 2013 zijn 18 huisverboden opgelegd. Daarvan zijn 8 huisverboden verlengd. Het opleggen van een huisverbod gaat gepaard met het starten van hulptrajecten voor de dader, slachtoffer en de eventueel betrokken kinderen in het gezin. Het betreft hier regionale afspraken tussen de Flevolandse gemeenten, Politie, Steunpunt Huiselijk Geweld, Reclassering Nederland en Bureau Jeugdzorg. Een goede samenwerking en afstemming onderling blijft van belang.
Jaarverslag 2013
51
Veiliger wijken
Veiligheid in ruimtelijke planproces
Stedelijke veiligheidsthema’s zullen als zodanig worden opgepakt. Prioriteiten en mate van inzet worden door betrokken partners vastgesteld. Hiertoe wordt samengewerkt in de Integrale wijkteams van Welzijn Lelystad.
De Sociale Wijkteams zijn in eerste aanleg t.b.v. zorg en welzijn. Ondanks dat veiligheid niet hun primaire taak is, vallen alsnog veel door hen geleverde producten onder de noemer veiligheid of leefbaarheid. De teams hebben in eerste aanleg een signalerende functie voor de partners op het terrein van veiligheid en leefbaarheid. Besloten is om te onderzoeken hoe de communicatie op dit gebied kan worden verbeterd en hoe deze teams ook voor handhaving een signalerende functie kunnen hebben. De resultaten van dit onderzoek worden medio juni 2014 verwacht.
Er wordt met name ingezet op die locaties waar sprake is van verloedering en (woon)overlast.
De samenwerking tussen de toezichthouders, handhavers en de wijkagenten is verbeterd. Hierdoor kon sneller worden opgetreden. Het convenant met de kamerverhuurders werpt inmiddels ook vruchten af wat is terug te zien in het sterk afgenomen aantal meldingen. Aandachtspunt is nog wel de registratie van meldingen ten behoeve van goede dossieropbouw
Concreet kunnen genoemd worden: - Inzet van ambulant jongerenwerk, talentmanagers ten behoeve van overlastgevende probleemgroepen
In feite betreft het de werkzaamheden van het Eropaf Team zoals dit staat verwoord onder Uitvoeren Plan van Aanpak Vermindering jeugdcriminaliteit. Uit de shortlist van de politie Flevoland blijkt Lelystad één hinderlijke jeugdgroep te hebben in het centrum. Er zijn geen overlastgevende of criminele jeugdgroepen gesignaleerd. Op de hinderlijke jeugdgroep wordt ingezet door politie, in nauwe samenwerking met jongerenwerk van Welzijn.
Toezien op Keurmerk Veilig Uitgaan
Horeca ondernemers, gemeente en politie spreken elkaar aan op gemaakte afspraken in het Convenant. Het convenant loopt in 2014 af en moet herzien worden.
Alle nieuwe woonwijken voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen Veiligheid wordt in al zijn facetten van begin af aan volledig betrokken
Het betreft hier regulier beleid
Borging veiligheid in RO-proces door ontwikkelen van veiligheidscan naar Lelystads model
Een veiligheidscan is niet nodig gebleken; veiligheid is voldoende geborgd in het ruimtelijke planproces. Wel is naar voren gekomen dat bij het proactief reageren op nieuwe initiatieven veiligheid soms te laat als hema wordt meegenomen. Inmiddels zijn hier goede afspraken over gemaakt om dit te voorkomen.
Jaarverslag 2013
In het ruimtelijke planproces wordt veiligheid van begin af aan meegenomen. Voor Externe Veiligheid was dit overigens al bij wet geregeld.
52
Veiliger bedrijventerreinen
Openbare orde en veiligheid
Door een terugtredende overheid zal alleen tijd worden gestoken in het motiveren van bedrijven tot een gezamenlijk aanpak van de veiligheid.
Activiteiten op dit gebied hebben zich alleen beperkt tot een hercertificering van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO-B) voor het bedrijventerrein Larserpoort.
De gemeente stimuleert/motiveert bedrijven tot gezamenlijke aanpak die de veiligheid bevordert.
Er is meegewerkt aan hercertificering en actief promoten bij nieuwe vestigers.
Voortzetten uitvoering Wet BIBOB
De Lelystadse BIBOB beleidslijn is toegepast in de branche Drank en horeca, prostitutie en coffeeshop.
Participeren en gebruik maken van het Regionaal informatie en Expertisecentrum (RIEC) MiddenNederland
De samenwerking met het RIEC Midden Nederland is versterkt en ingebed in een structurele overleg met de belastingdienst, gemeentelijke handhavers, juristen, adviseurs en de politie in Lelystad.
Uitvoering van het project ‘Van coffeeshop naar overlast?’
In juni 2013 zijn de resultaten bekend gemaakt van het door het Bonger Instituut voor Criminologie uitgevoerde onderzoek naar de gevolgen van de komst van een coffeeshop in Lelystad. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de komst van de coffeeshop niet heeft geleid tot stijging van overlast en onveiligheidsgevoelens. Het project is conform de planning beëindigd.
Inbewaarstellingen (IBS-en)
In 2013 zijn 96 IBS-en opgelegd. In de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (de wet Bopz) is neergelegd onder welke voorwaarden iemand met een psychiatrische stoornis tegen zijn wil kan worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit wordt door de rechter beslist op basis van een door een psychiater opgestelde verklaring. Indien het gevaar als gevolg van een psychiatrische stoornis heel acuut is en een beslissing van een rechter niet kan worden afgewacht, heeft de burgemeester de beslissingsbevoegdheid. Deze spoedeisende maatregel heet een Inbewaringstelling ofwel IBS. De IBS is een instrument dat 24-uur per dag kan worden opgelegd
Implementatie en toepassing van de Het betreft hier regulier beleid Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast
Jaarverslag 2013
53
Crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg
Regionaal opleiden en oefenen
Ook in 2013 zijn weer de jaarlijkse bijscholingen en trainingen gevolgd door de betrokken functionarissen uit de Rampenstaf. Inmiddels zijn alle zes OvD’s Bevolkingszorg gediplomeerd.
Samenwerking met Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, alsmede met regionale en landelijke samenwerkingsverbanden verder vorm geven.
In december 2013 hebben de beide Veiligheidsbesturen het (inter)Regionale Organisatieplan Bevolkingszorg vastgesteld. De onderhandelingen met het Nederlandse Rode Kruis over een nieuw convenant zijn bijna afgerond.
Met de KNRM de reddingspost Lelystad realiseren.
Het KNRM station is eind 2013 officieel in gebruik genomen. Vanaf eind oktober tot 31 dec. 2013 is er 5 maal uitgerukt voor een incident. De verwachting is dat men op jaarbasis ca. 60 maal zal uitrukken.
Jaarverslag 2013
54
2.6
Gemeentelijke dienstverlening
Vigerende beleidsnota's - Bevolkingsprognose Lelystad 2011 - 2027 - Meerjaren Uitvoerings programma (MOP) 2010 - 2014 - Toekomstvisie Lelystad 2020 - Visie en veranderopgave Maatschappelijk Vastgoed (vastgesteld 2009)
2.6.1 Gemeentelijke dienstverlening De programma’s zijn geborgd in de lijn en daarmee is het Programma als geheel ontvlochten. De voortgang op de kwaliteit en de realisatie ligt daarmee eveneens in de lijn. Er zijn in 2013 geen onderzoeken geweest naar klanttevredenheid of toegankelijkheid. Over de resultaten is daarom niets concreets te vermelden. In de tabel “verantwoording 2013” wordt per onderdeel aangegeven welke ontwikkelingen er in 2013 zijn geweest.
Wat wilden we bereiken? Beoogde maatschappelijke effecten (doelstellingen)
Beoogde effectresultaten (indicatoren plus ambitie) 2013 en 2015 Ambitie 2005
2007
2009
2011(12)
2013
Ambitie 2015
Toegankelijkheid
5,4
5,9
6,3
6,3
6,8
6,8
Openingstijden
6,9
6,7
6,9
6,9
7
7
Duidelijkheid
6,2
6,9
7,7
7,7
7,7
7,7
Snelheid
5,5
5,5
5,7
5,7
6,7
6,7
Afhandelingsproces
5,9
5,9
6,3
6,3
6,8
6,8
Veiligheid
5,3
5,3
6,3
6,3
6,7
6,7
Vriendelijkheid
7,1
7,2
7,2
7,2
7,3
7,3
6
6,4
6,6
6,6
7
7
Indicator klanttevredenheid
Gemiddelde
Jaarverslag 2013
55
Wat hebben we daarvoor gedaan? Beoogde prestaties Doel/ beleidsterrein Toegankelijkheid vergroten: - Uitbreiding digitaal loket
Snelheid verhogen: - Verbetering servicenormen - Vermindering lastendruk Afhandelingsproces verbeteren: - Klantbeeld registreren - Kanaalintegratie - Basisregistraties koppeling
Duidelijkheid verbeteren: - Persoonlijke internetpagina (PIP) - Contract van Lelystad - Communicatie dienstverlening
Beoogde prestatie in 2013
Verantwoording 2013
Contact formulier (algemene informatie) Contactformulier voor algemene en specifieke informatie doeleinden op Bezwaar op gemeentelijke belastingen lelystad.nl aanwezig. Ook is gerealiseerd dat er digitaal Integrale horecavergunning bezwaar gemaakt kan worden op een aanslag van de gemeentelijke Aansluiten bij het landelijk project lokale belastingen. bekendmakingen In december een aansluiting gerealiseerd voor landelijke bekekendmakingen (KOOP). e-mail afhandeling versnellen en Er zijn verschillende processen d.m.v. verbeteren Lean geoptimaliseerd. Daarnaast is er een continue verbetering gaande op aantal processen herontwerp de afhandeling van de verschillende realiseren klantcontacten. Backoffice bereikbaarheids sturing via In 2013 is de gemeentelijke rapportages organisatie voorzien van bereikbaarheidsrapportages en Digitale terugbelnotities realiseren obv worden terugbel afspraken digitaal aan dossiers medewerkers doorgegeven. Er is een extern onderzoek geweest Kanalen zo snel mogelijk naar één naar de telefonische bereikbaarheid, afhandelingsproces (proces waarvan de uitkomsten besproken zijn herontwerp) en de verbeteringen projectmatig worden doorgevoerd in de organisatie.
Voortgang via alle kanalen zichtbaar maken op PIP Verder uitbreiden en zo nodig aanpassen Contract van Lelystad
Op verschillende processen is de afhandeling kanaalonafhandelijk gemaakt. PIP is in 2013 niet verder uitgebreid. De aanpassingen voor het Contract van Lelystad worden in 2014 doorgevoerd. In 2013 is de start gemaakt met de inventarisatie van de noodzakelijke aanpassingen.
Communicatie 14 0320 telefoonnummer uitbreiden
In 2013 zijn geen verdere campagnes gevoerd voor de bekendheid van het nieuwe algemene telefoonnummer. In 2014 zal in relatie tot de servicenormen en de onderzoeksresultaten van de telefonische bereikbaarheid opnieuw naar de noodzaak hiervan worden gekeken.
Informatie gekoppeld aan geografische componenten starten
In 2013 is een nieuwe GIS-viewer in gebruik genomen. Burgers kunnen op basis van GIS, informatie via de kaart van Lelystad raadplegen.
Jaarverslag 2013
56
2.6.2 Gemeentelijke organisatie Onder subprogramma 6.2 valt de gemeentelijke organisatie. In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt nader op dit onderwerp ingegaan.
2.6.3 Algemene dekkingsmiddelen (en onvoorzien) In de gemeentelijke administratie wordt een onderscheid gemaakt tussen doeluitkeringen en algemene dekkingsmiddelen. De doeluitkeringen worden bij de desbetreffende beleidsvelden als inkomsten verantwoord. De algemene dekkingsmiddelen worden in dit subprogramma opgenomen. Bij het aanwenden en inzetten ervan staat de doelstelling voorop dat het zo effectief en efficiënt mogelijk moet gebeuren en waarbij lastenverzwaring voor de Lelystadse samenleving zoveel mogelijk moet worden vermeden. Ten behoeve van de verantwoording moet een onderscheid gemaakt worden in geldstromen die binnen en geldstromen die buiten de invloedsfeer liggen van de gemeentelijke organisatie. Het voorbeeld van een geldstroom die door de gemeentelijke organisatie maar marginaal te beïnvloeden is, vormt de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. Het formuleren van beleidsdoelstellingen op dit gebied (anders dan het streven naar maximalisatie ervan de uitkering) is niet realistisch. Het formuleren van beleidsdoelstellingen op onderwerpen die wel beïnvloedbaar zijn door de gemeentelijke organisatie, zoals bijvoorbeeld de gemeentelijke heffingen en treasury, is wel aan de orde. De bij deze verschillende stromen horende doelstellingen met daarbij de resultaten over 2013 worden beschreven in de verschillende paragrafen, te weten de paragrafen financiering, grondbeleid, lokale heffingen en deelnemingen. Het zou verwarrend werken om de doelstellingen van deze onderwerpen en de verantwoording daarover op deze plek nogmaals te presenteren. Maar omdat aan de betreffende onderwerpen diverse producten met bijbehorende budgetten hangen is het noodzakelijk deze een plaats te geven binnen een programma voor de doorvertaling naar het programmaniveau. De producten zijn dus administratief ondergebracht bij het subprogramma Algemene Dekkingsmiddelen en gekoppeld aan programma 6. Voor de verdere inhoudelijke verantwoording wordt dan ook verwezen naar de genoemde paragrafen in hoofdstuk drie.
Jaarverslag 2013
57
3. Paragrafen 3.1
Bedrijfsvoering
In de paragraaf bedrijfsvoering worden de actuele ontwikkelingen beschreven op het gebied van het beheer van de middelen die worden ingezet om de doelen, zoals beschreven in de programma’s, te verwezenlijken. Vernieuwing en innovatie Lelystad heeft de laatste jaren voortvarend ingezet om de verschillende ontwikkelingen in de maatschappij die als uitdagingen op onze organisatie afkomen het hoofd te bieden. Met behulp van de leantrajecten en informatie uit de benchmark Vensters voor Bedrijfsvoering is er verder vormgegeven aan een efficiënte organisatie. Daarnaast hebben lopende trajecten zoals de proeftuin en de het leantraject hun waarde inmiddels bewezen. Doel van de proeftuin is de deelnemers inzicht in hun eigen professionele gedrag te geven, zodat ze in staat zijn hun werk op een andere manier te benaderen en meer met innovatieve en onorthodoxe oplossingen te komen. De in de proeftuin opgedane ervaring kan meteen worden toegepast in de eigen werkomgeving en zorgt als een “olievlek” voor de stimulering van innovatie in de organisatie. In het kader van het project verbetering bedrijfsprocessen worden door de lean-methode onze processen verbeterd. Inmiddels zijn 25 processen volgens de lean-methode aangepakt, en zijn er intern “lean practitioners” opgeleid en gecertificeerd. Onder andere het besluitvormingsproces voor de langdurigheidtoeslag en het besteltraject van de inkoop zijn sterk op doorlooptijd verbeterd. Naast de directe financiële opbrengst van het lean maken van een proces (uren, budget) is de belangrijkste opbrengst de invloed die medewerkers hiermee krijgen op hun eigen werkwijze en daardoor de versterking van hun eigenaarschap en verantwoordelijkheid voor de manier van werken en het uiteindelijke resultaat. Daarnaast zijn onder meer op een technisch niveau de nieuwste ontwikkelingen geïntroduceerd, zodat de gemeentelijke dienstverlening hiermee in de pas blijft lopen. Mede dank zij de investeringen in menselijk kapitaal en het aansluiten van de organisatie op de laatste ontwikkelingen van de techniek, zijn we in staat de uitdagingen zo optimaal mogelijk aan te gaan. Personeel De organisatie is in beweging. Daar waar dit gevolgen heeft voor de omvang van de benodigde formatie ontstaat personele frictie. De verwachting is dat deze beweging de komende jaren aan zal houden, waarbij de continuïteit en de werkdruk belangrijke aandachtspunten zijn voor de aansturing van de organisatie. Van alle Herplaatsingskandidaten (HPK’s) heeft nu 76% een nieuwe plek gevonden. Voor 7 HPK’s ligt de oplossing tussen nu en eind 2014. Voor 5 HPK’s moet nog een verdere inspanning worden geleverd. Daarmee is de personele frictie die is voortgekomen uit de eerste herschikkingen in de organisatie zo goed als afgerond, wat een goede uitgangspositie biedt voor het opvangen van de personele frictie die in 2014 en 2015 mogelijk zal ontstaan. Herplaatsing is een gedeelde verantwoordelijkheid. Vanuit de organisatie wordt het frictiebudget ingezet als investering in deze medewerkers bij het vormgeven van hun mobiliteitsvraagstuk. Leidinggeven 2013 stond voor het management in het verder verankeren van de verandering voor wat betreft de stijl van leidinggeven. Daar waar de jaren 2011-2012 in het teken hebben gestaan van reflectie, dialoog en intervisie en de ontwikkeling van het nieuwe managementteam, is afgelopen jaar de aandacht komen te liggen op de interactie tussen leidinggevende en medewerker. De investering lag voornamelijk in het
Jaarverslag 2013
58
ontwikkelen bij de medewerker van een groter bewustzijn dat hij of zij zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen werk en waardecreatie voor de organisatie en samenleving. Het management faciliteert deze ontwikkeling door het scheppen van een cultuur en een werksfeer waarin dit gedrag snel en volledig tot ontwikkeling zal komen. HRM De eerder vastgestelde visie op HRM sluit, vertaald naar beleid, goed aan op de ontwikkelrichting die de organisatie is ingeslagen en de veranderingen op de arbeidsmarkt. Voor 2013 heeft het HRM-beleid goed voldaan in haar ondersteuning van de organisatie. ICT De rode draad bij ICT is dat de wereld om ons heen complexer is geworden en dit proces zal de komende jaren doorgaan. Paradoxaal genoeg is er een grotere standaardisering van de informatievoorziening nodig, om in te spelen op die toegenomen complexiteit. Als we een doorkijk maken naar waar we over drie jaar staan, dan willen we als gemeente Lelystad de beschikking hebben over een gestandaardiseerde informatiehuishouding dat intern/extern met (keten) partners, burgers en bedrijven efficiënt en veilig gedeeld kan worden. Hervorming bedrijfsvoering De hervorming van de bedrijfsvoering, gestart in 2012 met het ‘lean’ maken van een zestal processen waaronder het Inkoopproces en de Wet Werk en Bijstand, is in 2013 gestaag doorgegaan. Verschillende trajecten zijn inmiddels doorgelicht en de werkwijze van continue verbetering van de processen raakt meer en meer verankerd in de organisatie. Ook in de komende jaren gaat dit traject verder. Naast ‘lean’ heeft de Gemeente Lelystad deelgenomen aan Vensters voor Bedrijfsvoering. Hier worden gemeenten met elkaar vergeleken op verschillende bedrijfsvoeringaspecten. Daar waar Lelystad op basis van de uitkomsten aanleiding zag om een verdiepingsonderzoek te starten is dit gestart. Bedrijfsvoeringskosten In 2013 zijn de kosten voor een concernbrede bedrijfsvoering bijeengebracht op een product in programma 6. Hierdoor beperken de in de overige programma’s opgenomen lasten zich hierdoor tot de direct aan de activiteiten toe te rekenen kosten van het afdelingsmanagement. Doordat deze systematiek wordt toegepast is het gemakkelijker een beeld te vormen van de financiële consequenties van een gemeentelijke activiteit.
3.2
Financiering
In het treasurystatuut staat het kader voor de inrichting van de financieringsfunctie. De uitwerking van het statuut wordt in de financieringsparagraaf van begroting en jaarrekening opgenomen. De financieringsparagraaf gaat in op de eisen die de Wet Fido (Financiering Decentrale Overheden) stelt. Hieruit moet blijken dat: -
de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient; aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt voldaan; en het beheer prudent en risicomijdend is.
Anders gezegd, het financieringsbeleid is gericht op zo gunstig mogelijke rendementen tegen zo weinig mogelijk risico’s.
Jaarverslag 2013
59
tabel: langlopende schuld
Vermogenspositie De langlopende schuld is het afgelopen jaar toegenomen. In 2013 zijn er een vijftal leningen van elk € 10 mln. aangetrokken (zie tabel nieuwe leningen). De komende jaren zal de langlopende schuld zich vermoedelijk op een stabiel niveau begeven.
Jaar:
In miljoenen euro's
2005
32
2006
43
2007
35
2008
81
2009
129
2010
145
2011
184
2012
191
2013
199
Tabel: Nieuwe leningen Geldgever
Rente
Soort Datum collegebesluit
BNG
Hoofdsom € 10.000.000 30 september 2013 tot 30 september2022
2,554%
Fixe
25 juni 2013
BNG
€ 10.000.000 11 november 2013 tot 11 november 2023
2,764%
Fixe
25 juni 2013
NWB
€ 10.000.000 11 november 2013 tot 11 november 2024
2,885%
Fixe
25 juni 2013
NWB
€ 10.000.000 11 november 2013 tot 11 november 2025
3,000%
Fixe
25 juni 2013
Prov. Groningen
€ 10.000.000 29 november 2013 tot 30 november 2015
0,485%
Fixe
25 juni 2013
Financieringsbeleid Het streven is de nodige leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s te beheersen. Bij het sluiten van leningen houden we rekening met de bestaande leningenportefeuille, de rentevisie, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het moment van aantrekken van gelden en de grootte van het bedrag zijn afhankelijk van de geldstromen. De Wet Fido geeft een ruimte van twee kwartalen om een overschrijding van de kasgeldlimiet te consolideren (kortlopende geldlening omzetten in een langlopende geldlening). Het tijdstip en omvang van een aan te trekken lening hangt ook af van de realisatie van de uitgaven voor het investeringsplan en de uitgaven en inkomsten van de grondexploitatie. Het is moeilijk om ze ruim van te voren in te schatten. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de hoogte van het bedrag aan waarvan de wetgever vindt dat daarover een renterisico mag worden gelopen. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een looptijd korter dan één jaar. In het geval de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden, dan dienen er binnen drie maanden maatregelen te worden getroffen om de overschrijding teniet te doen. Door consolidatie (aantrekken van langlopende geldleningen) wordt de korte termijnschuld omgezet naar de lange termijn schuld. De kasgeldlimiet is maximaal 8,5% van de totale begroting, voor 2013 is het begrotingstotaal € 228,7 miljoen, dus de toegestane kasgeldlimiet is circa € 19,4 miljoen. Het uitgangspunt is dat een eventueel financieringstekort, zolang we maar binnen de kasgeldlimiet blijven, zoveel mogelijk met kort e e geld gefinancierd (lagere rente) wordt. Zoals blijkt uit onderstaande tabel is er in het 2 en 3 kwartaal 2013 de kasgeldlimiet overschreden. Hierdoor hebben we kunnen profiteren van de aantrekkelijke lage e rentestand van de korte rente. In het 4 kwartaal 2013 is er geconsolideerd, waardoor de overschrijding van de kasgeldlimiet teniet is gedaan.
Jaarverslag 2013
60
Berekening kasgeldlimiet 2013 (bedragen in duizenden euro's) Tabel: Kasgeldlimiet
Bedragen x € 1.000 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
228.683
228.683
228.683
228.683
omvang begroti ng per 1 j anuari 2013 (= gronds l ag) (1) Toeges tane kas gel dl i mi et i n procenten van de gronds l ag
8,50%
8,50%
8,50%
8,50%
19.438
19.438
19.438
19.438
16.667 2.312
25.000 386
30.000 -2.486
16.000 -759
3.432
2.163
1.535
1.381
Totaal netto vl ottende s chul d
-15.547
-23.223
-25.979
-13.860
Toeges tane kas gel dl i mi et (1)
19.438
19.438
19.438
19.438
3.891
-3.785
-6.541
5.578
i n bedrag (2) Omvang vl ottende korte s chul d opgenomen gel den < 1 j aar s chul d i n rekeni ng-courant Ges torte gel den door derden < 1 j aar Deri vaten contracten Overi ge gel dl eni ngen ni et zi j nde vas te s chul d (3) Vl ottende mi ddel en Contante gel den i n kas Tegoeden i n rekeni ng-courant Overi ge ui ts taande gel den < 1 j aar Deri vatencontracten (4) Toets kas gel dl i mi et
Ruimte (+)/ Overschrijding (-)
Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer Tabel:renterisico’s Bedragen x € 1mln. mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Verder wordt voor het renterisico uitgegaan van het Nr: Berekening renterisiconorm Rekening 2013 bedrag van de te betalen 1 Renteherzieningen 0 aflossingen. Onderstaand is het renterisico t.o.v. de renterisiconorm 2 Betaalde aflossing 52 in beeld gebracht. Uit onderstaande 3 Renterisico (1+2) 52 tabel blijkt dat de renterisiconorm met circa € 6 miljoen is 4 Renterisiconorm 46 overschreden. De renterisiconorm is 5a Ruimte onder renterisiconorm (4>3) gerelateerd aan het 5b Overschrijding renterisiconorm (3>4) -6 begrotingstotaal. Bij het afsluiten van de leningen in het verleden is rekening gehouden met een hoger Berekening renterisiconorm begrotingstotaal. Het 4a Begrotingstotaal 229 begrotingstotaal van 2013 is echter 4b Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% drastisch gedaald van € 281 miljoen (2012) naar € 229 miljoen. In de 4 Renterisiconorm 46 financieringsparagraaf bij de Programmabegroting 2013 is deze (lichte) overschrijding van de renterisiconorm reeds voorzien.
Schuldquote en solvabiliteitsratio Achtergrond: Schulden zijn bij gemeenten voor het financieren van het bezit. Met lenen verplaatst een gemeente de aanschafkosten van bezit naar de toekomstige gebruikers. Door voor de aanschaf van bezit te lenen
Jaarverslag 2013
61
worden uitgaven gedaan zonder dat er in dat jaar inkomsten tegenover staan. De aflossingen (en rente) op de lening moeten uit toekomstige belastinginkomsten en Solvabiliteit: gebruikersheffingen worden Het eigen opgebracht. De last van de vermogen in een percentage van aanschaf van het bezit drukt zo op het balanstotaal. de toekomstige bewoners. En het 40% zijn juist de bewoners van morgen Debt ratio: die de vruchten van het De bruto schuld in een gemeentelijk bezit plukken. Wordt in 60% percentage van plaats van lenen eerst gespaard het balanstotaal. voor de aanschaf van het bezit dan betalen de bewoners van gister feitelijk voor het genot dat de bewoners van morgen van de gemeentelijke bezittingen hebben. Een goed voorbeeld is riolering. Voor de aanleg van riolering wordt geld geleend. Nadat de bewoners zijn aangesloten, brengt de gemeente een gebruikersheffing voor de riolering bij de bewoners in rekening. Met de opbrengst uit deze rioolheffing lost de gemeente ook de lening voor de aanleg af. Daarmee zijn de kosten van de aanschaf van de riolering naar de gebruikers verplaatst.
Solvabiliteitsratio en debtratio 2013
Norm schuldquote Een goed kengetal om de hoogte van de schulden van een gemeente te beoordelen is de netto schuld als aandeel van de inkomsten. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Hoe hoger het inkomen des te meer schuld een gemeente kan aangaan. Dit kengetal uitgedrukt in procenten wordt de netto schuldquote genoemd. Voor de inkomsten in de noemer moet voor dit kengetal worden uitgegaan van de inkomsten voor de bestemming van de reserves. De inzet van reserves op de exploitatie zijn geen inkomsten. Reserves op de balans zijn immers geen geld. De formule voor de netto schuldquote luidt: netto schuldquote = (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) − (langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen+ liquide middelen + overlopende activa) inkomsten voor bestemming reserves.
Voor een gemeente geldt dat het licht op rood springt als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt. Er is dan sprake van een zeer hoge schuld. De raad heeft middels een bij de begroting 2014 een maximale schuldquote ingesteld van 100%. Ontwikkeling van de Schuldquote in 2013:
Schuldquote & 6.Voorraadquote 75%
80% 64%
70% 60% 50% 40% 30%
52% 48%
51%
69% 51%
38% 24%
56%
schuldquote Voorraadquote
20% 10% 0%
Ondanks de daling van de netto schuld is de schuldquote gestegen van 69% in 2012 naar 75% in 2013. Deze stijging is als gevolg van daling van de inkomsten ten opzichte van 2012. De daling heeft
Jaarverslag 2013
62
vooral betrekking op daling van verkopen in de grondexploitaties, lagere winstuitkeringen, lagere huuropbrengsten en pachtopbrengsten. De schuldquote is nog ruim onder de door de raad gestelde norm van 100% en daarmee kan geconcludeerd worden dat de schuldquote van de gemeente binnen 1 de acceptabele normen valt die ook door het VNG zijn geformuleerd . Het huidige financiële beleid is erop gericht om meer schulden in de toekomst af te lossen uitgaande van de huidige investeringsplanning. Dat betekent dat bij een gelijkblijvend inkomstenniveau de schuldquote in de toekomst zou kunnen dalen. Natuurlijk kun je ook de vraag stellen in hoeverre het bezit op de balans is afbetaald. Dat wordt uitgedrukt met de solvabiliteitsratio. Normaal bevindt de schuldratio van een gemeente zich tussen de 20% en 70%. Het is het spiegelbeeld van de debtratio (basis is brutoschuld). Bij een schuldratio van 60% bedraagt de solvabiliteitsratio (100% - 60%) = 40%. EMU saldo Het EMU-saldo van een gemeente is evenals de netto schuld een financieringsresultaat. Maar in de definitie van het EMU-saldo worden aanvullend op onze definitie van de netto schuld de leningen van de gemeente aan derden en aan verbonden partijen meegenomen. Het gerealiseerde EMU-Saldo 2013, op basis van de IV-3 matrix van het CBS, is € 2.960.000,- negatief
3.3
Grondbeleid
Grondbeleid is feitelijk het doelgericht ingrijpen van de overheid in de grondmarkt ten aanzien van de aspecten vraag, aanbod of prijs. In de Kadernota Grondbeleid (2010) is de keuze gemaakt om bij voorkeur als “actief zelfstandig regisseur” de grondexploitatie ter hand te nemen ter uitvoering van de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan (gebaseerd op het structuurplan). Binnen het grondbeleid wordt het geheel aan instrumentarium beschreven dat de gemeente toe kan passen in de omgang met de grond ter versterking van het ruimtelijk beleid en welke voorkeuren zij heeft in de uitvoering daarvan. Ontwikkelingen 2013 Door de economische crisis zijn de verkopen bescheiden geweest namelijk 2,0 ha grond, waarvan 1,2 ha. bedrijventerrein en 0,8 ha voor de bouw van 40 projectwoningen. Sinds een aantal jaren zijn gesprekken gevoerd om in het noordelijk gedeelte van Flevokust een multimodale overslagfaciliteit te realiseren. Dit in combinatie met de ontwikkeling van een “nat bedrijventerrein” waaraan in de Metropool Regio Amsterdam nog een grote behoefte bestaat. De gemeenteraad heeft op 17 december 2013 uiteindelijk niet ingestemd met de voorgelegde planontwikkeling voor 115 ha. Daarmee is impliciet tevens besloten de concept Grondexploitatie voor dit gebied niet vast te stellen en blijft dit gebied vooralsnog tot de strategische voorraad behoren. Ten aanzien van de woningbouwontwikkeling heeft de raad uitgesproken dat de grens voor een sociale koopwoning in de nieuwbouw wordt geïndexeerd van € 171.000 naar € 150.000 vrij op naam voor een eengezinswoning en dat tot en met 2016 wordt gestopt met het faciliteren en subsidiëren van sociale koopwoningen. Ook moet het bouwrijp maken in een zo laat mogelijk stadium gebeuren, zodat niet meer bouwrijpe grond in voorraad is dan volgens de vigerende prognose in 3 jaar kan worden afgezet. In deze paragraaf Grondbeleid wordt nader ingegaan op het grondbeleid hetgeen voor de raad om twee redenen van belang is: ten eerste de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma’s; ten tweede het financiële belang en de risico’s. Deze belangen kunnen elkaar overigens beïnvloeden.
1
zie ook Houdbare gemeentefinanciën, VNG 2013
Jaarverslag 2013
63
Visie op het grondbeleid en beschikbare instrumenten Door de veranderde situatie op de grondmarkt en de diversiteit in belangen die dit met zich mee brengt, is het meer dan ooit van belang dat de overheid regie blijft voeren bij de realisatie van het ruimtelijk beleid. Het voeren van de regie is gepast om de publieke dimensie van de ruimtelijke ordening veilig te stellen en een optimale allocatie van de grond te bereiken. In de praktijk zijn er factoren die van invloed zijn op de mogelijkheden om regie te voeren. De belangrijkste factoren zijn: -
De mate waarin de gemeente een (grond)positie in een bepaald gebied heeft; De complexiteit van een bepaalde ontwikkeling; De mate waarin de gemeente het risico van de ontwikkeling wil dragen; De beschikbaarheid van medewerkers die over de gevraagde expertise beschikken en de mate waarin voldoende capaciteit aanwezig is om het project ook op een goede wijze af te ronden.
Het gemeentelijk grondbeleid is een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. De volgende aspecten kunnen worden onderscheiden: -
De architectonische en ruimtelijke kwaliteit van de te ontwikkelen locatie mede in relatie tot andere beleidsvelden; De relatie met het woningbouwprogramma en de markt: worden er voldoende kwalitatief goede woningen gebouwd?; De relatie met de economische beleidsdoelstellingen voor wat betreft de verkoop van bedrijfsterrein; De financiële dimensie en hiermee in samenhang de haalbaarheid; De tijdsdimensie (voortgang).
Doel van het beleid is enerzijds de ondersteuning van het ontwikkelen van de leefomgeving en anderzijds het zo goed mogelijk realiseren van een positief bedrijfsresultaat voor voeding van de Reserve Ontwikkeling Stad. Het Grondbedrijf vertaalt de doelstellingen van de beleidssectoren, het Structuurplan en het daaruit voortvloeiende stedelijk programma naar financieel economische kaders voor ruimtelijk fysieke projecten. In de Kadernota Grondbeleid is aangegeven dat voor de uitvoering van dit beleid onder meer de volgende instrumenten beschikbaar zijn: Het proces met betrekking tot de Meerjaren Prognose Grondbedrijf (MPG). Ten behoeve van het opstellen van Meerjaren Perspectief Grondbedrijf wordt gekeken en een inschatting gemaakt van marktontwikkelingen qua volume en programmering en worden tevens de gehanteerde parameters getoetst. Hier zitten onzekerheden in. Immers een kleine aanpassing van de gehanteerde parameters alsmede de volumes heeft een bandbreedte van vele miljoenen tot effect. Het proces van het opstellen van het MPG vraagt actuele en strategische informatie inzake de verwachtingen aangaande de ruimtelijke ontwikkeling van Lelystad. Dit wordt door het college voorbereid en conform de huidige reguliere planning en controlcyclus in het najaar van 2014 aan de raad ter behandeling voorgelegd. Het college zal verschillende scenario’s met bijbehorende bandbreedtes gaat uitwerken en middels de MPG aan de Raad voorleggen. Het afzettempo m.b.t. woningbouw lijkt zich na 2015 conform het behoedzaam scenario te gaan ontwikkelen.. Het afzettempo m.b.t. bedrijventerreinen is momenteel onzeker en lastig in te schatten. Enerzijds mag, gelet op de economische impuls vanuit luchthavenontwikkeling, verwacht worden dat de verkoop van bedrijfskavels gaat aantrekken, anderzijds zijn er schuivende panelen op het economische vlak die maken dat economische sectoren met veel ruimtebehoefte aan kracht afnemen. Gelet op de aanwezige voorraad bedrijventerrein in relatie tot het mogelijke afzettempo alsmede de specifieke ontwikkelingen rondom Luchthaven en Flevokust kleven er momenteel diverse onzekerheden aan de waardering van
Jaarverslag 2013
64
de voorraad gronden bedrijventerreinen. De gemeente is hierin ook afhankelijk van de besluitvorming op landelijk niveau, specifiek rondom de realisatie van de luchthaven. Een ander dilemma is te vinden rondom de gehanteerde parameters. Aan de kostenkant wordt meerjarig uitgegaan van een stijging van 1,5% per jaar. Het is de vraag of de inflatie de komende jaren op dat niveau blijft. De opbrengstenkant is gerelateerd aan het gehanteerde prijsniveau van de gronden. In de nota grondprijzen vindt om de twee jaar een herijking plaats. Op dit moment vindt in voorbereiding op de MPG 2014 een marktconsultatie plaats. De eerste signalen geven aan dat er weinig prijselasticiteit aanwezig is. Anders gezegd, de grondprijzen meerjarig bevriezen dan wel laten dalen, zal een minder aantrekkende werking hebben op de vraag. De particuliere consument heeft op andere argumenten de afgelopen jaren terughoudend gereageerd op nieuwbouwprojecten. Met betrekking tot de bedrijfsgronden is genoemde relatie tussen grondprijs en vraag nog minder sterk aanwezig. Verkennend onderzoek toont aan dat m.b.t. de vestigingscriteria voor bedrijven het element grondprijs als een van de minst invloedrijke vestigingsfactoren geldt. Gevoeligheidsanalyses Los van bovenbeschreven uitgangspunten en marktinschattingen zijn en worden diverse gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. In een gevoeligheidsanalyse bekijkt men wat het effect van een verandering van één veronderstelling (of een groep veronderstellingen) is op de uitkomst van de kosten- en batenanalyse. Aanpak in de komende tijd Vanuit de hiervoor geschetste situatie zullen wij concreet de komende maanden de volgende acties ondernemen: -
-
In een gefaseerde aanpak de exploitatielast van het grondbedrijf terugdringen, door nu als eerste de ontwikkelingsformatie los te koppelen van de werkelijke omzet en de toegerekende overhead te beperken tot het bij de werkelijke omzet behorende niveau; De exploitatie versterken mede door een effectiever dus financieel aantrekkelijker, tijdelijk beheer van de strategische grondvoorraden; De actieve voorraden afstemmen op het uitgiftetempo; Het weerstandsvermogen vergroten;
Een actief (strategisch en anticiperend) aankoopbeleid De gemeente Lelystad heeft door middel van een afspraak met het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) gronden op afroep beschikbaar (onafhankelijk van onderhandelingen m.b.t. de aankoopprijs). Binnen de bestaande stad zal voor herstructureringsgebieden en wijkontwikkelingsplannen daarnaast steeds vaker bij andere partijen moeten worden aangekocht. Volledig kostenverhaal via de grondexploitatie In principe wil de gemeente zelf bouw- en woonrijp maken. Daarbij is het uitgangspunt dat binnen de gemeente een grondexploitatie in principe minimaal budgettair neutraal ontwikkeld moet kunnen worden. Bij het nemen van risico’s dienen ook kansen tot een positief resultaat aanwezig te zijn. Op deze manier behoudt de gemeente het initiatief en heeft de mogelijkheid tot het zelf selecteren van partners bij de planontwikkeling. Kostenverhaal via exploitatieovereenkomsten Indien een derde (ontwikkelaar / bouwer) grondeigenaar is en zelf bouw- en woonrijp maakt zal de gemeente met die partij een exploitatieovereenkomst afsluiten. In die overeenkomst wordt vastgelegd welke gemeentelijke kosten voor rekening van de ontwikkelaar / bouwer zullen komen. Het voeren van een marktconform prijsbeleid
Jaarverslag 2013
65
Hierdoor ontstaat optimalisatie van de samengestelde gemeentelijke beleidsdoeleinden en kan flexibel worden gereageerd op veranderingen op de grond- en woningmarkt. De gemeente geeft zelf sturing aan het uitgeven van grond en kavels. Meerjaren investerings- en risico analyses Op basis van de meerjarenbouwprognose (MBP) wordt een meerjareninvesteringsprogramma opgesteld waardoor de financiële consequenties van de gemaakte keuzes inzichtelijk worden. Tevens worden periodiek risicoanalyses opgesteld. Sinds 2012 is het MBP opgenomen in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG). Voor de periode t/m 2014 is gekozen voor een behoedzaam scenario, dat uitgaat van gemiddeld 200 woningen per jaar. Voor 2013 werd aangestuurd op 100 woningen. Bij deze jaarrekening zijn de resultaten gebaseerd op het scenario behoedzaam, waarbij de productie naar beneden is bijgesteld naar 50 woningen voor de jaren 2014 en 2015 en de bedrijventerreinen naar 1,5 hectare. Hiertoe zijn voorzieningen getroffen bij deze rekening. Het productievolume over de totale planperiode is evenwel niet bijgesteld. De komende periode zal worden bekeken op welke wijze de exploitatielasten van het Grondbedrijf kunnen worden teruggedrongen zowel waar het gaat om de bedrijfsvoeringkosten als ook de primaire exploitatielasten (interne uren). Zoals hiervoor aangegeven is de jaarrekening 2013 gebaseerd op het scenario behoedzaam en de parameters (prijzen, rente, indexering) in aansluiting op het MPG 2013. De bespiegelingen over prijzen, parameters en planning zijn buiten het proces van deze jaarrekening gehouden. Een aanpassing hiervan vraagt een integrale benadering in de eerstvolgende MPG en zal afhankelijk van de bestuurlijke keuzes mogelijk ook financiële consequenties hebben. De gevoeligheid van uitgifteaantallen is daarbij groot. Zo zal, indien het uitgiftetempo structureel lager wordt, ook de totale grondvoorraad opnieuw moeten worden bekeken. De nu getroffen voorzieningen zullen voor dergelijke effecten niet toereikend zijn. Resultaat Grondbedrijf De onderbouwing van de resultaatbepaling is opgenomen in de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf. Het rekeningresultaat van het Grondbedrijf bedraagt € 5.191.000 nadelig en is opgebouwd uit de volgende posten: - Winstneming (resultaat uit normale bedrijfsvoering) € 587.000 - Getroffen voorzieningen t.b.v. woningbouwlocaties € 3.515.000 -/- Getroffen voorzieningen bedrijventerreinen € 1.330.000 -/- Rente-effect Flevokust € 309.000 -/- Niet gedekte bedrijfsvoeringkosten € 329.000 -/- Overige resultaten € 295.000 -/Het totaal nadelig resultaat ad € 5.191.000 wordt als volgt bestemd: -Een onttrekking aan de Reserve Risico Grondexploitatie € 4.837.000. -Een onttrekking aan de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) € 455.000. -Een onttrekking aan de Algemene Reserve Grondbedrijf € 177.000. -Een onttrekking aan de Reserve Antwoord van Lelystad € 149.000. -Een storting in de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen € 427.000
Jaarverslag 2013
66
Uitgangspunten reserves in relatie tot risico’s Het aan- en verkopen van gronden brengt risico ’s met zich mee. Om deze reden zijn twee reserves gevormd: 1. 2.
Risicoreserve grondexploitatie; Algemene Reserve Grondbedrijf.
Ad 1 Risicoreserve grondexploitatie In grondbedrijfcomplexen worden de risico’s gedurende de duur van de grondexploitatie gedekt door de Risicoreserve grondexploitatie. De vorming van deze reserve vindt plaats door de grondexploitaties op 7 risico’s en 6 kansen te analyseren. Kans maal omvang (van verlies of winst) leidt tot een risicofactor. Deze risicofactor wordt in geld vertaald, te weten de gewenste risicobuffer. Deze risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de situatie per 1 januari van het betreffende jaar. In de Nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2013 is het risicopercentage aangepast van 3,7 naar 3,33. Risico stagnerende afzet op de woningmarkt: per grondexploitatie kan het risicoprofiel verschillen. In verband met de economische crisis loopt het Grondbedrijf extra risico voor de afzet van woningen en bedrijven. De marktomstandigheden hebben er toe geleid, dat de meeste projecten in ontwikkeling heronderhandeld en aangepast moesten worden. Kleine projecten (kleine woningaantallen) lijken nog het meest kansrijk in de markt. Deze tendensen zijn voor de organisatie arbeidsintensiever. Hierdoor ontstaat extra druk op de planontwikkelingskosten. Om deze kostenpost toch beheersbaar te houden wordt kritisch gekeken naar de omvang van de benodigde bouwplanontwikkelingen alsmede naar innovatieve oplossingen in het planontwikkelingsproces zelf. De Risicoreserve grondexploitatie eindigt met een saldo € 0, bij een benodigd saldo van € 11.387.000. Er is geen ruimte om stortingen te doen in de Algemene Reserve Grondbedrijf en de Reserve Ontwikkeling Stad. Ad 2 Algemene Reserve Grondbedrijf De Algemene reserve Grondbedrijf is bedoeld voor: -
Afdekking van tekorten bij negatieve grondexploitaties bij de start van een complex; Afboeking van boekwaarden van terreinen c.q. panden die de marktwaarde te boven gaan; Incidentele tegenvallers buiten lopende complexen; Specifieke doelen welke door de raad worden bepaald.
Door de raad is de minimale grootte van deze reserve gesteld op 10% van de boekwaarde van de A-staten min voorzieningen, per ultimo 2013 komt dit uit op een gewenste hoogte van € 2.889.000. Zodra een verhoogd risicoprofiel aan de orde is zal bijstelling - wellicht op tijdelijke basis – moeten plaats vinden. Bij de actualisatie van de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf wordt jaarlijks aandacht besteed aan de vraag of bijstelling nodig is. Het saldo van de Algemene Reserve Grondbedrijf is € 177.000 -/-.
Jaarverslag 2013
67
3.4 Lokale heffingen De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk beleid. De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de heffingen, die gemeente Lelystad bij haar burgers en bedrijven in rekening heeft gebracht. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de gerealiseerde lokale heffingen en de oorzaken van de afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013. Daarnaast wordt inzicht gegeven in het in 2013 uitgevoerde kwijtscheldingsbeleid. Een beschrijving van de ontwikkeling van de lokale lastendruk per huishouden maakt het beeld van de lokale lasten compleet. Lokale heffingen In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de inkomsten uit de lokale heffingen. Deze staan vervolgens toegelicht. Tabel: begrote en gerealiseerde opbrengsten uit lokale heffingen Gemeentelijke belastingen
Bedragen * € 1000,-
Begroting 2013, incl. Rekening 2013 wijzigingen
1. Onroerende-zaakbelastingen
Saldo
19.903
20.205
8.023
7.995
591
567
4 Rioolheffing
1.830
1.751
5. Leges
2.477
1.588
6. Marktgelden
167
134
- 33
7. Lijkbezorgingsrechten
412
301
- 111
8. Parkeerbelastingen (parkeergeld en naheffingen)
2.758
2.442
- 316
9. Precariobelasting
1.560
1.503
-
10. Bedrijfsinvesteringzone (BIZ)
0
-96
11. Liggelden Bataviahaven
0
0
0
37.721
36.390
-1.331
12. Kwijtscheldingen
875
897
- 22
13. Dubieuze debiteuren
353
400
- 47
1.228
1.297
-69
36.493
35.093
2. Afvalstoffenheffing 3. Hondenbelasting
Totaal inkomsten uit lokale heffingen
Totaal oninbaar inclusief kwijtschelding Totaal lokale heffingen
+ 302 -
28
-
79
- 24
-889
-
-
57 96
1.400
1. Onroerende zaakbelastingen De opbrengst onroerende-zaakbelastingen is ten opzichte van vorig jaar marginaal verhoogd. Door uitvoering van het coalitieakkoord heeft er een lastenverlichting plaatsgevonden via de onroerendezaakbelasting in verband met het nog resterende te verrekenen bedrag als gevolg van de taakoverdracht naar het Waterschap van € 107.000,-. Wegens het niet doorgaan van de toeristenbelasting is de ozb-opbrengst voor niet woningen (ondernemers) met € 103.000,- verhoogd. Aan inkomsten is € 20,2 miljoen gegenereerd. De hogere inkomsten worden veroorzaakt door het positieve resultaat van € 126.000,- uit oudere jaren voor 2013 en € 176.000,- over het jaar 2013. Daarnaast lopen er nog verschillende procedures welke het resultaat voor de komende jaren zou kunnen beïnvloeden.
Jaarverslag 2013
68
2. Afvalstoffenheffing De tarieven afvalstoffenheffing zijn voor 2013 niet verhoogd met de inflatiecorrectie. De geraamde opbrengst bedraagt € 8,02 miljoen. De gerealiseerde opbrengst komt uit op € 7,99 miljoen. Daarmee komt de gerealiseerde opbrengst afvalstoffenheffing lager uit dan de geraamde opbrengst. 3. Hondenbelasting De tarieven hondenbelasting zijn voor 2013 niet verhoogd. De geraamde opbrengst bedraagt € 591.000,-. De gerealiseerde opbrengst komt uit op € 567.000,-. Daarmee komt de gerealiseerde opbrengst hondenbelasting € 24.000,- lager uit dan de geraamde opbrengst. 4. Rioolheffing De tarieven afvalstoffenheffing zijn voor 2013 niet verhoogd met de inflatiecorrectie. De geraamde opbrengst bedraagt € 1,830 miljoen. De gerealiseerde opbrengst komt uit op € 1,751 miljoen. Daarmee komt de gerealiseerde opbrengst lager uit dan de geraamde opbrengst. De lagere inkomsten worden veroorzaakt door een verschuiving van een 2 of meerpersoonshuishouden naar een eenpersoonshuishouden, waarbij een lagere tarief geldt. Daarnaast is het aantal gerealiseerde woningen achtergebleven bij de raming. 5. Leges Hieronder worden de afwijkingen van de leges toegelicht, met uitzondering van de leges die samenhangen met het product handel en ambachten, welke zijn opgenomen onder het kopje marktgelden. De totale legesinkomsten zijn begroot op € 2,5 miljoen terwijl € 1,6 miljoen aan legesinkomsten zijn gegenereerd. De verantwoording zal per onderdeel worden aangegeven. Leges Stadswinkel (saldo - €183.000): De legesinkomsten zijn begroot op € 1008.000,-. De gerealiseerde inkomsten bedroegen € 825.000,-. Hierdoor ontstaat een nadelig saldo van € 183.000,-. De nadelige baten worden voornamelijk toegeschreven doordat er minder rijbewijzen verkocht zijn dan begroot (€116.000,-) . In 2006/2007 bij de invoering van het nieuwe rijbewijs (creditcard model) zijn er veel burgers geweest die op dat moment een nieuw rijbewijs hebben aangeschaft. Aannemelijk is dat daardoor het aantal verkochte rijbewijzen in dit jaar lager ligt dan prognose. De begrote legesbaten inzake de burgerlijke stand is niet naar beneden bijgesteld, terwijl de tarieven naar beneden zijn bijgesteld (€121.000,-). Op de overige legesposten zoals reisdocumenten, nationale wetgeving en overige dienstverlening wordt per saldo € 54.000 aan baten genoten. Leges Dienstverlening (saldo - € 706.000): De legesinkomsten zijn begroot op € 1.469.000,- terwijl de gerealiseerde inkomsten € 763.000,bedroegen. Hierdoor ontstaat een nadelig saldo van € 706.000,-. Het nadelig saldo wordt als volgt toegeschreven aan de volgende producten. - veiligheid APV, drank en horeca,registratie kinderopvang en evenementen ( saldo - € 4.000) Voor bovenstaande diensten zijn de baten begroot op € 71.000. De legesinkomsten bedroegen € 67.000. - sloop, bouw- en gebruiksvergunningen (saldo - € 702.000) Voor bovenstaande diensten zijn de baten begroot op € 1.398.000,- terwijl de gerealiseerde legesinkomsten € 696.000,- bedroegen. Door de terughoudende bouwactiviteiten zijn de inkomsten niet gerealiseerd conform de begroting. Er wordt wel veel verbouwd, dus qua aantallen van te behandelen aanvragen is niet zoveel teruggang meer, echter dit levert nauwelijks leges op. Met name de terugloop in grote bouwprojecten heeft een nadelig effect op de legesinkomsten. De legesinkomsten zijn sterk afhankelijk van de grotere projecten en de laatste jaren zit dit percentage op 4 a 5 % van de aanvragen (terwijl dit percentage enkele jaren geleden nog 7 a 8% bedroeg).
Jaarverslag 2013
69
6. Marktgelden Voor het jaar 2013 zijn de baten begroot op € 167.000,- als gevolg van de terugloop van het aantal marktkramen, is € 134.000,- aan marktgelden gegenereerd. Daarmee komt de gerealiseerde marktgelden € 33.000,- lager uit dan geraamd. 7. Lijkbezorgingrechten Voor het jaar 2013 zijn de baten begroot op € 412.000,- terwijl € 301.000,- aan legesinkomsten zijn gegenereerd. Hierdoor ontstaat een nadelig saldo van € 111.000,-. De lagere baten worden veroorzaakt doordat er minder begravingen hebben plaatsgevonden. 8. Parkeerbelasting Voor het jaar 2013 zijn de inkomsten begroot op € 2,75 miljoen. De gerealiseerde inkomsten bedroegen € 2,44 miljoen. De lagere inkomsten hebben meerdere oorzaken: de economische crisis en de daarmee samenhangende toegenomen leegstand van het aantal winkels in het stadshart. 9. Precariobelasting Voor het jaar 2013 zijn de inkomsten begroot op € 1,560 miljoen terwijl € 1,503 miljoen aan inkomsten zijn gegenereerd. Daarmee komt de gerealiseerde precariobelasting € 57.000,- lager uit dan geraamd. De lagere inkomsten wordt veroorzaakt omdat de leverancier in zijn aangiftebiljet het aantal meters ten opzichte van het voorgaande jaar lager heeft aangegeven. Het geschil loopt nog. 10. Bedrijfsinvesteringszone Aangezien het vereiste draagvlak voor de “Verordening BI-zone Groene Carré Lelystad 2012” bij de hertelling van de stemmen is weggevallen, heeft de gemeenteraad de betreffende Verordening ingetrokken. De uitgekeerde subsidie van € 96.000,- komt ten laste van de winst en verliesrekening. 11. Liggelden Bataviahaven Er is sprake van een exploitatieovereenkomst waarbij de gemeente per saldo een vergoeding betaalt aan de exploitant voor de door deze gemaakte kosten. 12. Kwijtschelding Met ingang van 1 januari 2013 kunnen natuurlijke personen die een bedrijf of een zelfstandig beroep uitoefenen, de zogenaamde kleine ondernemers, net als natuurlijke personen kwijtschelding aanvragen. De kwijtscheldingsnorm die in Lelystad wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben op bijstandsniveau (= gelijk aan de norm van 100%) of lager in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de overige belastingen zoals bijvoorbeeld de hondenbelasting of de leges wordt geen kwijtschelding verleend. In 2013 is er in totaal voor € 897.000,- aan kwijtschelding verleend, terwijl er voor kwijtschelding € 875.000 begroot is. Tabel: Kwijtschelding ingedeeld naar soort
Kwijtschelding voor
begroot
geboekt
verschil
ozb
€ 35.000
€ 18.000
+ € 17.000
afvalstoffenheffing
€ 700.000
€ 729.000
- € 29.000
rioolheffing
€ 140.000
€ 150.000
- € 10.000
Totaal
€ 875.000
€ 897.000
- € 22.000
13. Dubieuze debiteuren Belastingen
Jaarverslag 2013
70
Bij de uitvoering van de invorderingswerkzaamheden op het gebied van gemeentelijke belastingen komt het voor dat belastingschuldigen de aanslagen gemeentelijke belastingen niet kunnen voldoen. Hierbij gaat het om burgers die onder de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) vallen, bedrijven die in staat van faillissement verkeren of in andere bijzondere situaties waardoor de belastingschuld niet wordt voldaan. Door de economische situatie neemt het aantal faillissementen en WSNP toe. Het bedrag dat oninbaar wordt geleden neemt toe. Herijking van de voorziening heeft plaatsgevonden en is op niveau gebracht. Hierdoor is het budget met € 47.000 overschreden. Lastendruk- vergelijking woonlasten 2013 Hieronder staat een vergelijking van de woonlasten in 2013 tussen Lelystad en de gemeenten in Flevoland en enkele met ons vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). In de ranglijst is de gemeente met de laagste woonlasten de gemeente met het laagste rangnummer. Tabel: vergelijking woonlasten per gemeenten Gemeente
Woonlasten
Woonlasten
rangnummer: 1 = laagste woonlasten
Eenpersoons-
Meerpersoons-
430 = hoogste woonlasten
huishoudens
huishoudens
Flevoland
656
681
Zeewolde
580
635
75
Lelystad
560
641
85
Almere
690
690
172
Noordoostpolder
652
691
175
Dronten
717
717
231
Urk
723
723
246
Hoorn
559
635
73
Spijkernisse
654
654
104
Vlaardingen
617
684
160
Bunschoten (goedkoopste gemeente)
488
508
1
Wassenaar(duurste gemeente)
937
1149
430
Vergelijkbare gemeenten(1)
hoogste en laagste woonlasten
1
vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). e
Uit bovenstaande tabel blijkt dat gemeente Lelystad de 85 plaats inneemt. In 2012 stond de gemeente Lelystad op plaats 96 (goedkoopste in Flevoland). In 2011 stond de gemeente Lelystad op plaats 132. In 2010 op plaats 140. In 2009 op plaats 171. In 2008 op plaats 247. In 2007 op plaats 280 en in 2006 op plaats 279. Kostendekkendheid 2013
Jaarverslag 2013
71
De kostendekkendheid van de leges verschaft inzicht in de procentuele over- of onderdekking van de producten en diensten gemeentebreed. Door middel van een tabel wordt de mate van kostendekkendheid inzichtelijk gemaakt. Het gaat om de volgende titels: algemene dienstverlening, dienstverlening vallende onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning en dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn. De kostendekkendheid van de geraamde lasten en de geraamde baten (voor zover te achterhalen is) bedraagt per titel: titel naam
geraamde lasten
1 Algemene dienstverlening
geraamde baten
saldo
kostendekkendheid (*)
€ 2.806.425
€ 1.091.378
€ -1.715.047
-61%
2 Dienstverlening valllende € 1.350.000 onder de fysieke leefom-
€ 1.261.000
€ -89.000
-7%
€ 516.038
€ 259.500
€ -256.538
-50%
€ 4.672.463
€ 2.611.878
€ -2.060.585
-44%
geving/omgevingsvergunning 3 Dienstverlening onder de dienstenrichtlijn
vallende Europese
Totaal (*) += procentuele overdekking - = procentuele onderdekking Toelichting Titels:
(**) De opbouw van de titels verwijzen naar de tarieventabel van de legesverordening Lelystad 2013. Bij de titel 1 , algemene dienstverlening heeft betrekking op o.a. leges burgerlijke stand, reisdocumenten, -rijbewijzen,- winkeltijdenwet, -kansspelen etc. Bij de titel 2, Dienstverlening vallende onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen heeft betrekking op o.a. leges betreffende WABO. De WABO integreert een groot aantal (circa 25) vergunningen, ontheffingen en meldingen (verder te noemen toestemmingen) tot één omgevingsvergunning. Bij titel 3, dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn heeft betrekking op o.a. leges betreffende toezicht op o.a. horecabedrijven, kinderopvang, organiseren van evenementen of markten, brandbeveiliging verordeningen etc.
Jaarverslag 2013
72
3.5
Onderhoud kapitaalgoederen
Lelystad is ruim 76.000 ha. groot. Hiervan bestaat 24.000 ha. uit land en de rest uit water. De gemeente heeft circa 820 ha. groen en 600 hectare verharding te onderhouden in de op het land aanwezige openbare ruimte. De openbare ruimte moet kunnen inspelen op de wensen en behoeften vanuit de samenleving: de inwoners wonen, werken en recreëren in hun leefomgeving. Om dit mogelijk te maken zijn kapitaalgoederen nodig: wegen, kunstwerken, water en riolering (infrastructuur), openbaar groen, verlichting, sportfaciliteiten (voorzieningen) en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud daarvan is bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten, waarvoor financiële middelen moeten worden vrijgemaakt. Het onderhoud wordt door middel van Dagelijks Onderhoud (DO) en Groot Onderhoud (GO) uitgevoerd. Zijn de DO en GO ingrepen niet voldoende om de functionele kwaliteit te waarborgen, dan worden aanvullende maatregelen ingezet. Dit is het geval bij functieveranderingen, onder andere door gewijzigd beleid (bijvoorbeeld duurzaam veilig, invoeren politiekeurmerk). Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de Programmabegroting en geeft het beleidskader omtrent het onderhoud van kapitaalgoederen. De uitgaven van het onderhoud van kapitaalgoederen komen terug in verschillende programma’s in het programmaplan. De kaders voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn vastgelegd in het „Kwaliteitsstructuur Plan Lelystad” (KSP) met een daarbij behorende kostenraming, door de raad vastgesteld op 14 februari 2003. Een belangrijk onderdeel van het KSP is het Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR) waarin de visie op de openbare ruimte wordt verwoord. Er is geen standaardeenheid van kwaliteit maar er kan per gebied en per onderdeel gevarieerd worden. In het KSP is dit in de vorm van matrixoverzichten nader uitgewerkt. De meerjarenraming openbare ruimte geeft op basis van het vastgestelde KSP-scenario een doorkijk van de te verwachten onderhoudskosten in de komende decennia. In 2011 heeft een herijking van de meerjarenraming plaatsgevonden. In deze herijking zijn, naast de beleidswijzigingen waartoe de raad heeft besloten en de areaaluitbreidingen, o.a. de gevolgen van de bezuinigingen op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte verwerkt. Bij de berekeningen wordt uitgegaan van de huidige technische staat van de openbare ruimte. Uitgangspunt is de beeldkwaliteit zoals beschreven in het KSP. De meerjarenraming openbare ruimte moet aantonen dat de openbare ruimte van Lelystad ook op lange termijn - mits sober en doelmatig – te onderhouden is met inzet van de beschikbare middelen, inclusief de ICL-uitkering. Hierbij wordt uitgegaan van een kwaliteit volgens het ‘basisscenario’ van het KSP. Dit krijgt zijn doorwerking zowel aan de kosten- (de daarmee corresponderende lagere prestaties) als aan de middelenkant (minder budget). Voor het onderdeel ‘riolering’ is een uitzondering gemaakt en wordt de doorkijk genomen tot het jaar 2050. Het onderdeel ‘riolering’ is separaat uitgewerkt in het verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (vGRP) 20112015 dat op 9 maart 2011 door de raad is vastgesteld. Tot voor kort werd de werkvoorraad met betrekking tot het groot onderhoud telkens voor een periode van vijf jaar bepaald en vastgelegd in een Meerjarenprogramma Groot Onderhoud. Sinds 2013 wordt voor het eerst gewerkt met een integraal voortschrijdend meerjarenprogramma waarin naast Wegen, straten, pleinen (WSP) ook groen, watergangen en kunstwerken en riolering zijn opgenomen. Het programma ‘Integraal Groot Onderhoud Openbare Ruimte (I-GOR) 2014-2018’ omvat het werkplan 2014 en het meerjarenprogramma 2015 -2018. Wegen, straten en pleinen (WSP) De kwaliteit van de verharding voldoet op dit moment aan de afgesproken eisen; binnen de systematiek van het KSP wordt uitgegaan van een kwaliteit op basisniveau. Bij dagelijks onderhoud (DO) gaat het onder meer om het ad hoc repareren van het wegdek, het recht leggen van tegels en het schoonhouden. Groot onderhoud (GO) vindt planmatig plaats en is gericht op het verlengen van de levensduur. Gelijktijdig met het uitvoeren van groot onderhoud kunnen herinrichtingmaatregelen worden toegepast om de functionaliteit van de openbare ruimte aan te passen. Op 12 juni 2012 heeft de raad
Jaarverslag 2013
73
het afstemmingskader herinrichtingmaatregelen groot onderhoud vastgesteld. In oktober 2013 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het werkplan GO WSP 2014 als onderdeel van het I-GOR 2014 2018. Groen en speelvoorzieningen Het beleidskader voor groen is vastgelegd in het KSP en het Bomenbeleidsplan. Het groenbeheer kent globaal de volgende doelen:
Het beheer en de instandhouding van technische, recreatieve, ruimtelijke en ecologische functies van het groen binnen en buiten de bebouwde kom; Bewustwording van burgers over het nut en de noodzaak van groenvoorzieningen.
Het betreft het beheer en onderhoud en de noodzakelijke vervanging van bomen en het overige groen. Het betreft zowel dagelijks onderhoud als groot onderhoud. Dit gebeurt aan de hand van kwaliteits- en onderhoudsniveaus. Het groot onderhoud grootschalig groen is opgenomen in het meerjarenprogramma GO Groen 2014-2018. Het groot onderhoud in de woongebieden is integraal onderdeel van het meerjarenprogramma GO WSP 2014-2018. Beide maken onderdeel uit van het IGOR 2014 – 2018. Voor speelvoorzieningen is het beleid vastgelegd in het Speelruimtebeleid 2013 en is het Attractiebesluit van toepassing. Het gaat om het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen in de openbare ruimte. Voor het groot onderhoud is een meerjarenprogramma 2013-2017 vastgesteld.
Bossen Het beheer van de bossen vindt plaats op basis van het Bosbeleidsplan 1996, het Bosbeheerplan 20092018. Daarbij is veel aandacht voor de recreatieve voorzieningen en in deze beheerplanperiode extra aandacht voor randenbeheer. De houtopstanden worden budgetneutraal beheerd. Riolering De gemeente heeft een zorgplicht voor, afvalwater, hemelwater en grondwater binnen haar grondgebied. In het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 t/m 2015 verwoordt de gemeente hoe zij invulling wil geven aan deze zorgplichten. In de kosten DO is rekening gehouden met de inspecties en reiniging van het rioolstelsel. Bij de kosten GO zijn de vervangingskosten van de riolering opgenomen. Op basis van de lokale omstandigheden wordt uitgegaan van een vervangingstermijn van 60 jaar. Dit geldt niet voor de vervanging van rioolgemalen, deze hebben een eigen afschrijvingsperiode per gemaal en installatie. De hoofdrioolgemalen zijn eigendom van het waterschap. Watergangen Bij de raming van de kosten is rekening gehouden met watergangen, vijvers, fonteinen, sluizen, waterlopen, natuurlijke en beschoeide oevers. Het Waterplan (2002) en het Baggerplan (2004) vormen de basis voor het beleid en de uitvoering. Er is gekozen voor het uitvoeren van de zogenaamde kernmaatregelen uit het Waterplan (baggeren, aanpassing inrichting en monitoring) binnen een periode van tien jaar. De uitvoering van die kernmaatregel aanpassing inrichting is in 2013 afgerond. Het baggeren is qua uitvoering sinds 2011 in handen van het waterschap, maar ook daarvoor geldt dat de afgesproken taken uit het baggerplan (kernmaatregel) eind 2014 zijn afgerond. Conform de wettelijke maatregel, is het watersysteem in beheer en onderhoud bij het Waterschap. In de raamovereenkomst is geregeld op welke manier het beheer van het water is georganiseerd. Het Waterschap is primair verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, waterberging en waterafvoer. Een deel van de werkzaamheden is overgedragen aan het Waterschap. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van: Constructieve toestand van de duikers Fonteinen (o.a. Zilverparkvijver) voor belevingswaarde Ca. 20 km zware beschoeiing
Jaarverslag 2013
74
Waterkering Bovenwater Sluis Hollandse hout Diverse tunnelgemalen Opvoergemalen en drainagegemalen Een beperkt deel van de watergangen Bataviahaven De Haven wordt sinds 2002 gebruikt voor diverse activiteiten, zoals de huisvesting van een chartervloot, het organiseren van evenementen en als ligplaats voor passanten. Het dagelijks onderhoud en beheer is ondergebracht bij de Stichting Bataviahaven. Dit is geregeld met een dienstverleningsovereenkomst waarin financiële afspraken tot en met 2015 zijn vastgelegd. De ontwikkeling en uitbreiding van de haven staan niet stil. In 2013 is een aanpassing gerealiseerd aan de hellingbaan en zijn extra faciliteiten aangebracht voor het snel te waterlaten van kleine open zeilbootjes bij wedstrijden. Het groot onderhoud van de haven ligt bij de gemeente. Voor groot onderhoud is in 2012 een meerjarenplan vastgesteld om deze kapitaalgoederen op een juiste manier te beheren. Straatmeubilair Hieronder wordt verstaan: zitbanken, afvalbakken, bewegwijzering, straatnaamborden, afrastering, fietsrekken, verkeersborden, paaltjes, damwanden en muurtjes. Op het gebied van bewegwijzering en straatnaambebording worden diverse activiteiten ondernomen (onder andere bordensanering en fietspadenbewegwijzering). Kunstwerken (infrastructureel) De bruggen, tunnels, hoge routes en hellingbanen zijn opgenomen in een beheerprogramma voor de uitvoering van groot onderhoud. Hierin staan alle gegevens van de kunstwerken opgenomen, inclusief technische inspecties en de verwachte kosten van het groot onderhoud voor de komende jaren. De technische inspecties worden afhankelijk van het type brug per drie jaar geactualiseerd. Bij de inspecties worden de kunstwerken beoordeeld op de aspecten: veiligheid, functionaliteit en esthetica. Kunstobjecten (cultureel) In de Auteurswet van 1912 is vastgelegd dat eigenaren van een kunstwerk de verplichting hebben dit werk naar behoren te beheren, te onderhouden en waar nodig te restaureren. Als eigenaar van een groot aantal kunstwerken draagt dus ook de gemeente deze verantwoordelijkheid. In een plan voor regelmatig onderhoud en beheer van kunstwerken in gemeentelijk bezit is voorzien voor de kunstwerken met bouwkundige elementen, zoals de Zuil en de Hurkende Man. Voor de beeldende kunst in gemeentelijk bezit is in 2006 een systematische meerjarig onderhoudsprogramma geïntroduceerd. Vanaf 2006 vindt het onderhoud van de beeldende kunst conform dit programma plaats. Parkeren In het kader van het masterplan Stadshart en de ontwikkeling van het kustgebied zijn er vanaf 2005 een aantal parkeervoorzieningen gerealiseerd. Het betreft zowel straat- als garageparkeren. De raad heeft in 2011 ingestemd met het verhuren van onderdelen van de parkeerterreinen rond Bataviastad, met uitzondering van het casco van de parkeergarage Kust en de parkeervoorziening voor de haven. De financiële gevolgen van de straatparkeerplaatsen, terreinen en garages in het Stadshart, het Lelycentre en het parkeerterrein P6 bij de kust zijn opgenomen in de parkeerexploitatie Stadshart die eind 2012 is geactualiseerd. Voor de parkeergelegenheden Bataviahaven, Lelycentre en Stadshart wordt toegewerkt naar kostendekkendheid. Het onderhoud van de parkeergarages valt binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente en is onderdeel van de parkeerexploitaties. Omdat het om vrij nieuwe garages gaat, bestaat het onderhoud in de komende jaren voornamelijk uit dagelijks onderhoud.
Jaarverslag 2013
75
De parkeerexploitatie is opgesteld aan de hand van parkeermodellen die zijn gebaseerd op landelijke ervaringscijfers met daarin aannames met betrekking tot investeringen, parkeerbehoefte, groot en dagelijks onderhoud. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de al opgedane ervaring in bijvoorbeeld de onderhoudskosten. Actualisatie van de parkeerexploitaties is gebaseerd op actuele informatie van deze uitgangspunten en geeft inzicht in het verloop van kosten en opbrengsten in de toekomst. In 2013 is met name gewerkt aan het verder optimaliseren van de parkeerhandhaving en het invoeren van schilparkeren rond het Stadshart. Het vervangen van de verouderde straatautomaten is uitgesteld tot na de besluitvorming in de gemeenteraad halverwege 2014 na verwerking van het resultaat over het eerste kwartaal van 2014. Vervanging van de parkeerautomaten is noodzakelijk om verdere kosten te kunnen besparen en het feit dat de parkeerautomaten aan het einde van de levensduur zijn. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de diensten van de Coöperatie ParkeerService. De uitvoering van taken op het gebied van parkeerbeheer zijn in 2013 opgedragen aan de Coöperatie ParkeerService en het gemeentelijk Werkbedrijf. Openbare verlichting Beleidsdoel: Het kwalitatief, doelmatig beheren en onderhouden van de openbare verlichting in de gemeente. Met het kwalitatief, doelmatig beheren en onderhouden van de openbare verlichting wordt bedoeld: Kwalitatief goede verlichting Veilige verlichting Duurzame verlichting Financieel haalbare verlichting De openbare verlichting kan aan de beleidskaders (waaronder de aansluiting met het KSP), zoals geformuleerd in het beleidsplan openbare verlichting 2005, worden getoetst. Het nieuwe beleidsplan openbare verlichting is gereed en zal in 2014 worden vastgesteld. Gebouwen De gemeente heeft diverse gebouwen in eigendom zoals de gebouwen voor onderwijs, cultuur, parkeergarages, brandweerkazerne, gemeentelijke huisvesting (waaronder Stadhuis, Wigstraat, buurthuizen en dergelijke. Voor het onderhoud van deze gebouwen is een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP) opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd op basis van inspecties. Met het MJOP als basis wordt jaarlijks het werkprogramma voor het daarop volgende jaar voorbereid. ICL De onderhoudsvoorzieningen worden deels gevuld met ICL-middelen en deels met gemeentelijke (eigen) middelen. Deze voorzieningen zijn de dekkingsbron voor de kosten van het onderhoud van de openbare ruimte. Het KSP-scenario ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte geldt onverkort als uitgangspunt voor berekening van de onderhoudskosten.
Jaarverslag 2013
76
3.6
Weerstandvermogen en risicobeheersing
Artikel 11 - BBV 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a) de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b) alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen en risicobeheersing bevat ten minste: a) een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b) een inventarisatie van de risico's; c) het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's. Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit enerzijds en de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit anderzijds.
Risico's
Beschikbare weerstandscapaciteit
Gewenste weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
De ratio van het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de gewenste weerstandscapaciteit. In onderstaande secties volgen achtereenvolgens een inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit (§ 6.1) en de gewenste weerstandscapaciteit (§ 6.2). Daarna volgt een risico-inventarisatie (§ 6.3) en met behulp van deze gegevens wordt vervolgens het weerstandsvermogen bepaald (§ 6.4). Afsluitend wordt dieper ingegaan op de risicoreserve grondbedrijf (§ 6.5).
3.6.1 Inventarisatie beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het huidige niveau. Binnen de gemeente Lelystad vallen de algemene reserve en de deels vrij besteedbare bestemde reserves onder de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit zijn die middelen, die permanent ingezet kunnen worden om langdurige tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Binnen de gemeente Lelystad vallen de onbenutte belastingcapaciteit en de flexibiliteit in de begroting onder de structurele weerstandscapaciteit.
Jaarverslag 2013
77
Incidentele weerstandscapaciteit Het eerste deel van de incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene Reserve. De norm van de Algemene Reserve is bepaald op 10% van de algemene uitkering (zonder de ICL-bijdrage). De algemene uitkering bedroeg voor het jaar 2013 € 79.057.407,- Dit houdt in dat de norm voor de Algemene Reserve gesteld wordt op € 7,9 miljoen. De stand van de Algemene Reserve per 31-12-2013 bedraagt € 7.053.637 en ligt daarmee onder de norm van 7,9 miljoen. Naar verwachting is na verwerking van het rekeningresultaat 2013 de reserve weer op het minimumniveau. Bij de incidentele weerstandscapaciteit worden ook de bestemmingsreserves betrokken. Bestemmingsreserves zijn weliswaar ingesteld voor een bepaald doel, maar de raad kan besluiten deze middelen alsnog op een andere manier te besteden. In de berekening van de incidentele weerstandscapaciteit worden o.a. de Nuon reserves meegenomen. Hierbij worden alleen de delen van de Nuon reserves betrokken die niet bedoeld zijn om het wegvallen van het dividend te compenseren. Structurele weerstandscapaciteit Het eerste onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit betreft de onbenutte belastingcapaciteit. Dit is het verschil tussen de belasting die geheven zou moeten worden om de heffingen kostendekkend te maken en het bedrag dat werkelijk geheven wordt. Het gaat daarbij om de rioolheffing en de maximum tarieven van de onroerende zaak belasting en de afvalstoffenheffing. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt € 2.663.000,-. Rioolheffing Op basis van het huidige gemeentelijke Rioleringsplan is de grondslag voor de rioolheffing als volgt verdeeld: Soort gebruikers Gebruikers woningen Gebruikers niet-woningen totaal
heffingsgrondslag
in de heffing betrokken
Onbenutte belastingcapaciteit
€ 3.336.655,-
€ 1.853.000,-
€ 1.483.655,-
€ 1.179.345,-
€
0,-
€ 1.179.345,-
€ 4.516.000,-
€ 1.853.000,-
€ 2.663.000,-
De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt maximaal € 2.663.000,-. OZB Op 22 mei 2013 is tijdens het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) besloten dat er een nieuwe indicator voor de macronorm OZB dient te komen ter vervanging van de huidige macronorm OZB. De macronorm OZB voor 2014 is gesteld op 2,45%. Hier zat geen systematiek achter, maar was rekenkundig bepaald. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 16 september 2013 is besloten dat de evaluatie van de systematiek van de macronorm en een eventuele nieuwe norm voor 2015 in het voorjaars-Bofv 2014 aan de orde komen. Voorlopig is de onbenutte belastingcapaciteit niet te berekenen. Afvalstoffenheffing. In het afvalbeleidsplan is besloten de afvalstoffenheffing volledig kostendekkend te maken, daarmee resteert er dus geen onbenutte belastingcapaciteit meer. Het tweede onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit is de flexibiliteit exploitatiebegroting. Belangrijke elementen bij de beoordeling hiervan zijn: - De mogelijkheid om binnen een kort tijdsbestek de kosten te beïnvloeden - Inzicht in het minimumniveau van de wettelijke taken die de gemeente moet uitvoeren
Jaarverslag 2013
78
in
de
- De bereidheid die binnen de gemeente bestaat om bestaand beleid te heroverwegen. De mogelijkheden om bij lopende verplichtingen binnen een kort tijdsbestek (oftewel binnen een begrotingsjaar) de kosten te beïnvloeden zijn zeer beperkt. Ook is het vrijwel niet mogelijk binnen een jaar de kosten verbonden aan niet-wettelijke taken te verminderen. Wel heeft de gemeente in de begroting ruimte voor flexibiliteit in de vorm van de post college onvoorzien. Hiermee heeft het college een begrotingsruimte van € 214.000 beschikbaar, waarover het vrij kan beschikken. In de tabel hieronder wordt de totale incidentele en structurele weerstandscapaciteit van de gemeente Lelystad weergegeven. Tabel: Beschikbare w eerstandscapaciteit
Bedrag x € 1.000 Incidenteel
Algemene reserve AD
7.054
Algemene reserve GB
-177
Bestemde reserves (ROS) Reserve Nuon (vrij besteedbaar) Reserve Nuon (nog niet vrij besteedbaar)
Structureel
0 16.653 13.238
Onbenutte belastingcapaciteit Flexibiliteit in de exploitatiebegroting
2.663 214
Totale w eerstandscapaciteit
36.768
2.877
* De stand van de Reserve Ontwikkeling Stad per 31-12-2-13 bedraagt € 1.4 mln., maar dit bedrag is inmiddels volledig bestemd.
3.6.2 Gewenste weerstandscapaciteit Een risico bestaat uit de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en het mogelijke gevolg wat dit met zich meebrengt. Op basis van het product ‘kans maal gevolg’ dient een aanpak gekozen te worden om met het risico om te gaan. Deze aanpak kan betrekking hebben op het verkleinen van de kans op een gebeurtenis of op het beperken van de gevolgen van een gebeurtenis. Het aanwenden van weerstandscapaciteit is gericht op het laatste. Risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn de mogelijke gebeurtenissen met een negatief financieel gevolg voor 2014 en verder, die niet anders te ondervangen zijn dan door het aanwenden van weerstandscapaciteit. Risico’s die binnen de exploitatie worden opgevangen, waar een risicovoorziening voor is ingesteld of (reguliere) risico’s waarvoor verzekeringen zijn afgesloten, hebben geen financiële consequenties en maken daarom geen deel uit van deze paragraaf. In het algemeen kan worden gesteld dat door maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder een toenemende complexiteit en wijzigingen in de verhouding tussen rijksoverheid en gemeenten, de financiële risico’s de laatste jaren zijn toegenomen. Ook de financiële crisis en decentralisatie van het Rijk richting gemeenten leidt tot toenemende risico’s.
3.6.3 Risico-inventarisatie Bij het opstellen van deze jaarrekening is tevens een aanvang gemaakt met een organisatiebrede risico-inventarisatie. Hierbij is gekeken naar zowel financiële als niet-financiële risico’s. Bij nietfinanciële risico’s gaat het om mogelijke gebeurtenissen die weliswaar geen direct financieel gevolg hebben maar die bijvoorbeeld wel de reputatie van de gemeente schaden. Bij de risico-inventarisatie zijn de risico’s geanalyseerd naar oorzaak en gevolg. En bij gevolg is tevens gekeken naar de kans dat het risico zich voordoet en hoe groot de mogelijke schade is als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Op basis daarvan zijn de geïnventariseerde risico’s geclassificeerd, hieronder worden de belangrijkste risico’s weergegeven. Niet-financiële risico’s of risico’s die wel financieel zijn, maar waar niet direct een concreet bedrag aan te koppelen is worden hierna beschreven. Daarna volgt het overzicht van de
Jaarverslag 2013
79
mogelijke risico’s waarvan een reële kans bestaat dat ze zich voordoen in het begrotingsjaar 2014. Op basis van deze geïnventariseerde risico’s wordt de benodigde incidentele en structurele weerstandscapaciteit bepaald. Voor risico’s met een kans groter dan 75% zal een voorziening getroffen worden. Grondbedrijf De risico’s van het Grondbedrijf worden verderop in deze paragraaf onder het kopje Risicoparagraaf Grondbedrijf toegelicht. Decentralisaties De verschuiving van taken van het rijk naar de gemeente voor jeugd, werk en zorg komt steeds dichterbij. De start voor jeugdzorg en AWBZ staat gepland voor januari 2015 en de implementatie voor 2014. Financieel zullen deze decentralisaties de nodige gevolgen hebben. Enerzijds omdat er minder geld beschikbaar komt, anderzijds omdat ook het verdeelmodel van gelden wijzigt waarbij het de vraag is hoe dit voor de gemeente Lelystad uitpakt. Daarnaast is de tijd tot invoering kort en moet er veel werk verzet worden wat de nodige druk op de organisatie legt, en daarmee risico’s met zich mee brengt. Wel wordt het nodige gedaan om zicht te houden op de risico’s. Er komt een landelijke set om risico’s in beeld te brengen. De werkgroep van Flevolandse gemeenten is een risico-inventarisatie gestart. Daarnaast komen de betrokken instellingen zelf met afbouwplannen. Op afstand zetten van taken Nu meer taken op afstand gezet worden, bestaat het risico dat wij als gemeente door burgers aangesproken worden op door derde partijen uitgevoerde taken. De burger ziet de gemeente als verantwoordelijke en dat de uitvoering elders belegd is, waarbij wij als gemeente minder invloed hebben op de wijze van uitvoering, kan schadelijk zijn voor het beeld van de betrouwbare overheid. Een voorbeeld hiervan is de overheveling van taken aan de Omgevingsdienst Flevoland – Gooi en Vechtstreek.
Risico-inventarisatie financieel Hierna worden de risico’s genoemd die een mogelijk concreet financieel effect kunnen hebben voor het begrotingsjaar 2014. Deze worden meegenomen in de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit.
Jaarverslag 2013
80
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Agora
40%
Incidenteel
100
40
Bedragen x € 1000,-
Risico / gebeurtenis
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
begraafplaatsrechten
65%
Structureel
100
65
Bedragen x € 1000,-
De Agora heeft een negatief eigen vermogen.Voor 2013 w ordt een negatief resultaat verw acht van € 95.000. Ook voor het jaar 2014 is het de vraag of er sprake zal zijn van een sluitend exploitatieresultaat. Daarmee is de kans aanw ezig dat er een beroep gedaan w ordt op de gemeente voor extra financiele ondersteuning.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
BDU verkeer en vervoer
70%
Structureel
400
280
Bedragen x € 1000,-
Om verschillende redenen is het aantal begrafenissen per jaar minder dan geprognosticeerd. Daarom zijn de inkomsten op de begraafplaats minder dan begroot. Als de trend om te cremeren i.p.v. te begraven versterkt doorzet en het aantal overlijdens minder is dan gedacht zou het aantal begrafenissen de komende jaren w eleens 25 minder kunnen zijn dan geprognosticeerd.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Parkeren
50%
Structureel
600
300
Bedragen x € 1000,-
Lelystad ontvangt van de provincie tw ee bijdragen uit de BDU verkeer en vervoer: De BDU-OV voor bekostiging van de exploitatie van het OV (ca. € 2,4 miljoen per jaar) en de BDU-directe uitkering (ca. € 400.000 per jaar). De hoogte van beide uitkeringen is door de provincie gekoppeld aan rijksbezuinigingen, landelijk/regionale herverdeeleffecten en intergemeentelijke herverdeeleffecten. De uitkering aan Lelystad w ordt mogelijk negatief beïnvloed door achterblijvende indexaties rijk, door extra bezuinigingen rijk, door stagnatie w oningbouw Flevoland t.o.v. andere provincies, en door achterblijvende w oningbouw Lelystad t.o.v. andere Flevolandse gemeenten. Daarnaast overw eegt de provincie de uitkeringen voor de stadsdiensten Lelystad en Almere extra te korten om tekorten in het streekvervoer te dekken en tevens de directe uitkering af te bouw en naar 0. Er is sprake van meerjarige cumulatieve risico's.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Blauw alg Bovenw ater
50%
Incidenteel
300
150
Bedragen x € 1000,-
Per 1 juli 2013 is het parkeerbeheer overgedragen aan de Cooperatie Parkeerservice. Hierdoor w ordt er een efficiencyslag gemaakt en w orden de kosten beperkt. Landelijk is het onzeker hoe de economie zich ontw ikkelt en hoe daarmee samenhangende de aantrekkingskracht van het stadshart in Lelystad en het aantal bezoekers, de frequentie en de duur van hun bezoek aan het stadshart zich zal ontw ikkelen. Hierdoor w ordt op verzoek van de gemeenteraad zo min mogelijk groot onderhoud gedaan (13 november 2012, besluit Z12-240846). Hiermee w ordt ook op kosten bespaard. Deze kosten zullen mogelijk later moeten w orden ingehaald. Het tekort per maand bedraagt circa 52.000. (raadsbrief 30 oktober 2013, met kenmerk 131067202) Op basis van de voorlopige resultaten uit 2013 ontstaat zal het tekort op de parkeerexploitatie zich in 2014 bew egen tussen de 200.000 en 300.000 na uitputting van de egalisatiereserve. De egalisatiereserve is halverw ege 2014 uitgeput. Daarnaast is er landelijk een discussie of de vergoeding die gemeenten ontvangen op mulderfeiten komt te vervallen. Voor Lelystad gaat dit over circa 70.000,- per jaar.
Door een gerechtelijke uitspraak is de gemeente verplicht een duiker aan te leggen teneinde blauw algoverlast voor aanw onende te voorkomen. De kosten hiervoor bedragen € 300.000,-. Daarnaast loopt de gemeente het risico een dw angsom van maximaal€ 100.000,- te moeten betalen indien de duiker niet binnen drie maanden na het vonnis is aangelegd. De gemeente heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Er is met de aanw onende overeengekomen dat het risico van de dw angsom vervalt zolang het hoger beroep nog niet is behandeld.
Jaarverslag 2013
81
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Onkruidbeheer op 60% Incidenteel 60 36 verharding (w sp reinigen) Om in 2015 een w eloverw ogen aanbesteding "onkruidbestrijding op verharding" op de markt te zetten w ordt in 2014
Bedragen x € 1000,-
Risico / gebeurtenis
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Storm schade
60%
Incidenteel
100
60
Bedragen x € 1000,-
proefsgew ijs alternatieve methoden toegepast. De, tot nu toe, bekende niet chemische methoden zijn gemiddeld 5x duurder.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Veegbestek
50%
Incidenteel
50
25
Bedragen x € 1000,-
Door zw are storm kunnen de uitgaven onverw acht hoger zijn dan verw acht. De laatste jaren zijn er vaker in het najaar zw are stormen.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Verbonden Partijen: IJsselm eergroep
30%
Structureel
250
75
Bedragen x € 1000,-
Er is een geschil ontstaan met de firma die het veegbestek uitvoert over de aanbestedingsprocedure. Het risico is verlies van de juridische procedure en daaruit volgende schadeclaim.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Verbonden Partijen HVC
20%
Incidenteel
150
30
Bedragen x € 1000,-
De Ijsselmeergroep heeft met de komst van de Participatiew et te maken met dreigende tekorten als gevolg van de subsidiedaling. Inmiddels heeft de Ijsselmeergroep een pakket van maatregelen genomen en heeft daarmee een sluitende meerjarenbegroting. Het is echter w el een behoorlijk taakstellende begroting en daarom nemen w e dit als risico op.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Algem ene Uitkering
10%
Incidenteel
1.000
100
Bedragen x € 1000,-
De gemeente Lelystad is voor iets meer dan 3% aandeelhouder van HVC N.V. In de ballotageovereenkomst is opgenomen dat de aandeelhouders de tekorten van HVC aanvullen. In de jaren 2011 en 2012 heeft HVC het tekort ten laste gebracht van de eigen algemene reserve. Voor 2013 w ordt ook nog een verlies verw acht en de kans bestaat dat ons gevraagd w ordt om ons deel van het tekort over te maken aan HVC. HVC is een ombuigingsprogramma gestart en dit moet er voor zorgen dat het verlies over 2013 jaar minder hoog is dan voorgaande jaren.
De hoogte van de Algemene Uitkering is o.a. afhankelijk van de uitgaven van het Rijk. Als het Rijk meer uitgeeft ontvangt ook de gemeente meer Algemene Uitkering (principe 'samen trap op en af'). Mocht in 2014 blijken dat de departementen een onderuitputting van hun budgetten hebben dan kan er nog een correctie in 2014 op de Algemene Uitkering van 2013 plaatsvinden.
Jaarverslag 2013
82
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Verstrekte leningen
5%
Incidenteel
8.554
428
Bedragen x € 1000,-
Risico / gebeurtenis
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Borgstellingen
10%
Incidenteel
33.236
3.324
Bedragen x € 1000,-
De gemeente Lelystad heeft voor een bedrag van ruim 9,8 miljoen euro geld uitgeleend aan diverse partijen. Het risico bestaat dat deze partijen op enig moment niet in staat zijn om aan hun aflossingsverplichtingen te voldoen, danw el failliet gaan w aarmee de gehele restant leningbedrag w ellicht niet teruggehaald kan w orden. Het risico dat alle partijen tegelijk in betalingsproblemen geraken en het volledige uitstaande bedrag niet verhaald kan w orden is klein.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Borgstellingen WsW
1%
Incidenteel
91.881
919
Bedragen x € 1000,-
De gemeente Lelystad heeft voor ca 33,2 miljoen euro aan borgstellingen verstrekt. Een aantal van de grootste borgstellingen is verstrekt aan verbonden partijen. Een borgstelling w ordt ingeroepen op moment dat een partij niet aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Doorgaans is dat pas het geval bij faillissement of surseance van betaling. De kans dat dit gebeurt is niet heel groot, zeker niet in het geval van verbonden partijen, daarbij zal in een eerder stadium gestuurd w orden op het bijstellen van de koers, danw el dat er vanuit de gemeente tijdelijke aanvullende maatregelen w orden genomen
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Legesinkom sten
10%
Incidenteel
500
50
Bedragen x € 1000,-
De gemeente Lelystad is, evenals alle Nederlandse gemeenten, deelnemer in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw . Hierbij staan w ij garant voor de leningen die Centrada aangaat. Het gaat daarbij om een bedrag van ruim 91 miljoen euro. Het gaat om een indirecte garantstelling. De w oninbouw corporatie heeft eigen financiële zekerheden in de vorm van eigen vermogen en liquiditeit. Het centraal fonds volkshuisvesting stelt eisen aan die zekerheden. Daarnaast heeft het w aarborgfonds zelf een borgstellingsreserve en heeft zij regresrecht op de deelnemers. Pas als voorgenoemde opties niet afdoende zouden blijken, w ordt de gemeente aangesproken. De kans dat dit zal gebeuren w ordt als bijzonder klein ingeschat.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Belastinginkom sten
10%
Incidenteel
400
40
Bedragen x € 1000,-
De legesinkomsten w orden vooral beinvloed door de grotere bouw projecten, hierin is al een aantal jaren een teruggang in te zien. De begroting is hier w elisw aar op aangepast, maar in het meest ongunstige geval kunnen de legesinkomsten bijna 500.000 minder zijn dan begroot.
De belastingsinkomsten lopen als gevolg van de economische situatie terug: er is minder nieuw bouw en meer leegstand bij bedrijven w aardoor er minder OZB geheven kan w orden. Daarnaast w ordt meer kw ijtgescholden. In het meest ongunstige geval is het totale bedrag aan minder inkomsten dan begroot zo'n 400.000.
Jaarverslag 2013
83
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
CAO ontw ikkelingen
10%
Structureel
200
20
Bedragen x € 1000,-
Risico / gebeurtenis
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Uitkeringen
10%
Incidenteel
1.750
175
Bedragen x € 1000,-
De CAO-onderhandelingen liggen al enige tijd stil. Mochten deze in 2014 hervat w orden en er toch een structurele loonsverhoging afgesproken w orden dan betekent dit een financieel nadeel van 200.000 bij een loonsverhoging van 1%.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Inkom ensondersteuning
10%
Incidenteel
250
25
Bedragen x € 1000,-
Als de w erkloosheid harder stijgt dan nu verw acht en de rijksbijdrage lager w ordt dan verw acht dan kan het totaal nadeel oplopen tot ca. 1,8 miljoen.
Risico / gebeurtenis
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
Omala
10%
Incidenteel
3.000
300
Bedragen x € 1000,-
Doordat de regelingen op gebied van inkomensondersteuning open einde regelingen zijn, lopen w ij als gemeente een financieel risico.
Lelystad participeert samen met de gemeente Almere en de provincie Flevoland in de Ontwikkelingsmaatschappij Airport Lelystad Almere (OMALA) die belast is met de (toekomstige) gebiedsontwikkeling voor het bedrijventerrein rond de luchthaven. Door het in 2014 verwachte besluit inzake de baanverlenging en daarmee het ontwikkelingsperspectief van de luchthaven en haar omgeving, wordt een stimulans verwacht in deze gebiedsontwikkeling. Indien onverhoopt dit besluit niet of afwijkend genomen wordt, heeft dat consequenties voor de toekomstige gebiedsontwikkeling en daarmee op de businesscase van OMALA. Afgeleid daarvan kan dit leiden tot financiële consequenties van aanzienlijke omvang voor de gemeente Lelystad.
3.6.4 Bepaling weerstandsvermogen Om het weerstandsvermogen te bepalen wordt gekeken naar hoeveel middelen er beschikbaar zijn structureel en incidenteel en hoeveel weerstandscapaciteit noodzakelijk is op basis van de risico analyse. Als de beschikbare weerstandscapaciteit groter is dan de benodigde weerstandscapaciteit dan is er voldoende weerstandsvermogen. Dit wordt hieronder schematisch weergegeven.
Jaarverslag 2013
84
Incidenteel weerstandsvermogen Op basis van de risico-inventarisatie uit de vorige paragraaf is er een bedrag nodig van € 5,7 mln om de incidentele risico’s financieel af te dekken. Als we het tekort in het weerstandsvermogen reserves van het grondbedrijf groot € 14.453.000 (zie risicoparagraaf grondbedrijf) meetellen dan is totaal nodig aan weerstandscapaciteit € 20.153.000. De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit is ca. € 36,9 miljoen euro en is dus voldoende. Structureel weerstandsvermogen Voor de geïnventariseerde risico’s met een structureel gevolg voor de begroting is een bedrag van € 740.000,- nodig aan weerstandscapaciteit. Beschikbaar is ruim 2,8 miljoen aan structurele weerstandscapaciteit. Daarmee is formeel het structurele weerstandsvermogen voldoende. Wel is het zo dat de structurele weerstandscapaciteit als gevolg van de afgelopen bezuinigingen wel krapper is geworden, de ‘lucht’ is immers uit de begroting gehaald. Mochten zich in de toekomst meer structurele risico’s voordoen dan bestaat de kans dat deze eerst uit de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit opgevangen moeten worden om vervolgens te anticiperen op deze nieuwe situatie door alsnog ruimte te vinden in de begroting.
3.6.5 Risicoparagraaf grondbedrijf Bepaling weerstandsvermogen Risicoreserve Grondbedrijf Jaarlijks wordt het risicoprofiel geactualiseerd binnen de gemeentelijke systematiek van de Kadernota voor de Begroting door middel van de Kadernota Meerjaren Perspectief Grondbedrijf. Bij de Begroting wordt deze uitgewerkt tot de Nota Meerjaren Perspectief Grondbedrijf. De maximale omvang van de risicoreserve wordt afgeleid van de nog te realiseren investeringen en grondopbrengsten, immers over beiden worden risico ’s gelopen. Hiertoe is per grondexploitatie een risicoprofiel opgesteld gebaseerd op kansen en bedreigingen. De saldi van de kansen en bedreigingen vormen de omvang van de reserve. Deze omvang wordt vertaald in een percentage dat weer wordt gebruikt voor de prognose van de risicobuffer. Dit percentage is bij het MPG 2013 gedaald van 3,7 naar 3,33. Voor een nadere onderbouwing van het risicopercentage wordt verwezen naar het MPG 2013. Bij het opmaken van de jaarrekening wordt jaarlijks de hoogte van de Reserve risico grondexploitatie bepaald. Indien door de stortingen uit de verschillende grondexploitaties de aldus berekende maximaal benodigde risicoreserve wordt overschreden dan wordt het meerdere overgeheveld naar de Algemene Reserve Grondbedrijf. Dat is over 2013 niet het geval. Het saldo van de Risicoreserve grondexploitatie is in 2013 verder gedaald van € 4.837.000 naar € 0 bij een benodigd saldo van € 11.387.000 op basis van het nieuwe risicopercentage zoals berekend in het MPG 2013. De voorzieningen zijn in 2013 per saldo toegenomen met € 5.626.000 tot € 26.041.000. Bovenstaande resultaten zijn gebaseerd op het scenario behoedzaam, waarbij de productie voor de jaren 2014 en 2015 naar beneden toe zijn bijgesteld, maar het totale volume bouwproductie over de gehele looptijd is gehandhaafd. Voor de woningbouw betekent dat een bijstelling van 200 woningen naar 50 woningen voor de jaren en 2014 en 2015 en voor bedrijventerreinen betekent dat een bijstelling naar 1,5 hectare. Zoals hiervoor aangegeven is de jaarrekening 2013 gebaseerd op het scenario behoedzaam en de parameters (prijzen, rente, indexering) in aansluiting op het MPG 2013. De bespiegelingen over prijzen, parameters en planning zijn buiten het proces van deze jaarrekening gehouden. Een aanpassing hiervan vraagt een integrale benadering in het eerstvolgende MPG en zal afhankelijk van de bestuurlijke keuzes mogelijk ook financiële consequenties hebben. De gevoeligheid van uitgifteaantallen is daarbij groot. Zo zal, indien het uitgiftetempo structureel lager wordt, ook de totale grondvoorraad opnieuw moeten worden bekeken.
Jaarverslag 2013
85
Het MPG 2013 is gebaseerd op het scenario “behoedzaam”. De individuele grondexploitaties zijn op dit scenario doorgerekend en financieel vertaald. In het najaar van 2013 is gestart met het herijken en financieel vertalen van een aantal (nieuwe) scenario’s. Bij de waardering in de jaarrekening is uitgegaan van het meest realistische perspectief voor de korte termijn. Over eventuele bijstellingen op de middellange en lange termijn zal bij het MPG een voorstel worden gedaan. Hoewel een voorzichtig herstel van de woningmarkt lijkt te zijn aangevangen, zal het naar verwachting nog enige tijd duren voordat dit ook effect heeft op de woningbouwontwikkeling en daarvan afgeleid de grondverkoop door de gemeente. De beschikbare ruimte binnen de exploitatie van het grondbedrijf om bij te dragen aan de centrale bedrijfsvoering is met dit lagere volume ook lager, hetgeen in 2013 heeft geleid tot een tekort. Daarnaast wordt momenteel zowel gewerkt aan de krimp van de projectorganisatie alsmede een herverdeling van de beschikbare personele capaciteit. De dekking uit projecten is fors teruggelopen en inmiddels is de flexibele schil al zo goed als verdwenen. Op dit moment wordt geïnventariseerd in hoeverre de beschikbare interne capaciteit afwijkt van de behoefte van het Grondbedrijf respectievelijk het Groot Onderhoud. In lijn met het beschreven risico in de paragraaf weerstandsvermogen uit de programmabegroting 2014 is de verwachting dat we te maken hebben met een lagere vraag aan interne uren vanuit het grondbedrijf dan begroot. Het structurele aspect van toerekening van interne kosten zal worden betrokken bij de op te stellen scenario’s. Daarnaast zal richting de toekomst worden gekeken of de uitgangspunten voor de berekening van de grondexploitaties op het gebied van de interne kosten moeten worden herzien. Bij de crisismonitor mei 2014 zal meer duidelijk zijn omtrent de te verwachten onderdekking. Algemene Reserve Grondbedrijf De Algemene Reserve Grondbedrijf is € 177.000 negatief (benodigd saldo € 2.889.000). De verwachting is dat deze reserve de eerstkomende jaren nog niet kan worden gevoed, eerst zal de Reserve Risico grondexploitatie op peil dienen te worden gebracht. Weerstandsvermogen Grondbedrijf Ten aanzien van de aankoop en doorlevering van de kavel Klunder ten behoeve van de ontwikkeling van het OMALA-gebied geldt dat de afwikkeling hiervan is voorzien nadat het luchthavenbesluit is genomen. Zolang is er geen zekerheid over het resultaat van de hiermee verbonden transacties. De boekwaarde tezamen met de verwervingswaarde zal naar verwachting hoger zijn dan de verkoopwaarde aan OMALA. Hiertoe is al een voorziening getroffen waarvan zal moeten blijken of deze toereikend is in overleg met de medeaandeelhouders Provincie Flevoland en Gemeente Almere. Daarnaast geldt dat Klunder een procedure heeft aangespannen tegen OMALA en indirect de gemeente vanwege een (vermeende) pachtkwestie. Dit is nog onder de rechter; een uitkomst is hiervan niet te voorspellen. Het tekort in het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf bedraagt € 14.453.000 (algemene reserve tekort € 3.066.000 en risico reserve tekort € 11.387.000). Het geïnvesteerd vermogen inclusief 2 erfpachtgronden bedraagt € 161.199.000. Het risico per m ad € 15,68 ligt bij een netto geïnvesteerd vermogen (na aftrek van reserves en voorzieningen) van € 135.334.000 op een verantwoord niveau. Hierbij moet worden opgemerkt dat een deel van de grondvoorraad nog toekomstig openbaar gebied betreft. De jaarlijks geprognosticeerde verkoopopbrengsten zijn in totaal hoger dan de onvermijdbare rentelasten over het vermogen. Vanuit het geïnvesteerd vermogen zijn, zonder aanvullende investeringen in bouwrijp maken, voldoende bouwrijpe kavels beschikbaar te stellen om aan de huidige vraag naar grond te kunnen voldoen.
Jaarverslag 2013
86
3.7 Verbonden partijen Een verbonden partij is een partij waarmee de gemeente Lelystad een financiële én een bestuurlijke relatie heeft. Dit kunnen zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke organisaties zijn. De reden dat relaties worden aangegaan met verbonden partijen, is de uitvoering van een bepaald publiek belang, terug te vinden in de programma’s. Deze paragraaf geeft de visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. Definitie Een partij is dus een verbonden partij wanneer er voor de gemeente Lelystad sprake is van een financieel én een bestuurlijk belang. Een bestuurlijk belang houdt in het hebben van zeggenschap in een derde rechtspersoon, hetzij via een zetel in het bestuur, hetzij door uitoefening van stemrecht als aandeelhouder. Een financieel belang ontstaat, wanneer de gemeente middelen aan een derde partij ter beschikking heeft gesteld, die niet verhaalbaar zijn indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor voor de gemeente Lelystad aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Verhaalbaar houdt binnen deze definitie in dat er een grond is om het aan de derde partij beschikbaar gestelde bedrag terug te vorderen. Of dit daadwerkelijk een kans van slagen heeft, is hierbij geen criterium. Het gaat bij deze begrotingsparagraaf dus met name om partijen waarin de gemeente deelneemt (vennootschappen), om partijen waar de gemeente een gemeenschappelijke regeling mee heeft, stichtingen, verenigingen en om partijen die van de gemeente kapitaal ontvangen voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid en waarin de gemeente tegelijkertijd een bestuurlijk belang heeft. Verder is er ook sprake van een verbonden partij indien er subsidie verstrekt wordt en de gemeente Lelystad zitting in het bestuur heeft. Toelichting bij overzicht verbonden partijen In onderstaande tekst staan, per programma, alle partijen vermeld die voor de gemeente Lelystad als verbonden partijen worden aangemerkt. De financiële gegevens zijn gebaseerd op de laatste door de accountant vastgestelde jaarrekening. Ten tijde van het opstellen van de gemeentelijke jaarrekening zijn de meeste verbonden partijen zelf ook hun jaarrekening aan het opstellen, dit betekent dat de laatst vastgestelde jaarrekening doorgaans die van 2012 is. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt ingegaan op de risico’s met betrekking tot verbonden partijen. In voorgaande paragrafen verbonden partijen is gekozen om alleen die verbonden partijen op te nemen die een wezenlijke bijdrage leverde aan de programma’s of die een relatie hadden met het weerstandsvermogen van de gemeente gelet op de omvang of het financieel belang. In het kader van transparantie is nu gekozen om alle verbonden partijen op te nemen, ongeacht omvang of belang. Per verbonden partij wordt de informatie opgenomen zoals vermeld in het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV): de naam en de vestigingsplaats; het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidenlijk provincie in de verbonden partij heeft; het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; het resultaat van de verbonden partij.
Jaarverslag 2013
87
Verbonden partijen program m a 1. Iedereen doet m ee Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan GGD Flevoland Lelystad Uitvoering van de Wet Publieke Gezondheid -
Verbonden partijen program m a 2. Op w eg m et talent Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan Sportbedrijf Lelystad N.V. Lelystad De relatie met het Sportbedrijf Lelystad is aangegaan voor het uitvoeren van gemeentelijk sportbeleid. Werkvoorzieningsschap IJsselm eergroep Emmeloord Het publiek belang dat door het ‘Werkvoorzieningsschap IJsselmeergroep’ wordt gediend is het samen met andere gemeenten in gemeenschappelijke regeling uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en Wet Inschakeling Werkbedrijf Lelystad B.V. Lelystad
Het realiseren van een optimale uitstroom vanuit de bijstand (WWB) naar werk. Opgericht per 1 juli 2013. De cijfers betreffen de tw eede helft 2013.
Verbonden partijen program m a 3. Leefbare stad Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan Alliander N.V. Arnhem Nutsvoorziening Coöperatie ParkeerService Amersfoort
HVC (huisvuilcentrale) Alkmaar
Het verrichten van parkeerdiensten voor o.a. de gemeente Lelystad. De gemeente Lelystad is per 1 juli 2013 lid gew orden van de Cooperatie Parkeerservice.
Het publieke belang dat door deze partij wordt gediend is het reguleren van de afvalverwerking Flevoland/Noordholland -
Jaarverslag 2013
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
4.130
4.356
1.829
2.139
226
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
10.425
10.207
10.199
8.596
-38
1.409
1.429
2.748
3.156
20
0
3
0
0
3
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
3.079.000
3.203.000
4.239.000
4.211.000
224.000
281
682
2.972
2.187
401
87.434
68.145
994.809
982.027
-19.485
88
Verbonden partijen programma 3. Leefbare stad Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan Vereniging van Eigenaren Agoradek
Lelystad
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
De relatie met deze partij is aangegaan om het parkeren te reguleren. Visie: Beleidsvoornemens: De cijfers hebben betrekking op 2013
NUON Amsterdam
Vitens N.V. Utrecht
OFGV Lelystad
Vereniging van Eigenaren Com binatiegebouw 2 Lelystad
Nutsvoorziening Geen, aandelen w orden verkocht in tranches conform de eerder gesloten overeenkomst. De laatste tranche w ordt in 2015 verkocht.
Nutsvoorziening: zekerstellen van de watervoorziening. -
Het toezicht en de handhaving op de milieu- en brandveiligheid regelgeving wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst. De OFGV is per 1 januari 2013 operationeel gew orden, cijfers zijn nog niet voorhanden. Wel is bekend dat de stand van de Algemene Reserve op 1-12013 € 324.000,- betrof.
1
5
4
0
1
4.101.000
3.333.000
2.747.000
3.501.000
-693.000
398.300
386.100
1.282.100
1.296.500
29.600
0
0
0
0
0
33
35
0
0
1
653
576
460
244
-74
Ook met deze partij is een relatie aangegaan om het parkeren te reguleren en het reguleren van appartementen recht. Beleidsvoornemens: Aanpassen aan betaald parkeren achteraf; Renovatie dient eind 2006 gereed te zijn.
Perspectief B.V. in liquidatie Lelystad
Perspectief zorgt ervoor dat mensen worden begeleid naar de arbeidsmarkt door uitvoering te geven aan gemeentelijk beleid op het gebied veiligheidszorg en parkeerbeheer. Perspectief is per 1-7-2013 opgeheven, momenteel w ordt dit afgew ikkeld. Afronding van de liquidatie naar verw achting in 2014.
Jaarverslag 2013
89
Verbonden partijen program m a 4. Sterke stad Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan Stichting Uiver Constellation Lelystad Het behoud van het vliegend mobiele erfgoed OMALA B.V Lelystad
Het doel van Ontwikkeling Maatschappij Airport Lelystad Almere (OMALA) is het versterken van de sociaal-economische structuur, bevordering van werkgelegenheid in Flevoland in samenhang met de ontwikkeling van Lelystad Airport door het realiseren van een hoogwaardig Businesspark. -
Ontw ikkeling Maatschappij Airport Garden City Lelystad Belangrijkste activiteiten zijn: het verwerven van de noodzakelijke gronden, deze ontwikkelen en uitgeven aan luchtvaartgerelateerde en andere bedrijven. Lelystad is aandeelhouder voor een onbeperkte duur. Technofonds Flevoland B.V. Lelystad
Doelstelling is het in het kader van het regionale technologiebeleid verstrekken van risicodragend kapitaal, in de vorm van participatie in het aandelenkapitaal en / of het verstrekken van achtergestelde leningen, aan startende en doorstartende ondernemingen in het MKB in Flevoland. -
Verbonden partijen program m a 5. Veiligheid Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan Veiligheidsregio flevoland Lelystad De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen: a. Brandweerzorg b. geneeskundige hulpverlening c. de damenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding d. rampenbestrijding en crisisbeheersing e. het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer. Er w ordt nauw samengew erkt met de Veiligheidsregio Gooi & Vecht
Jaarverslag 2013
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
0
750
0
0
0
181
192
181
333
11
3.001
3.001
6.667
8.034
0
9.864
10.213
153
116
349
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
6.313
6.831
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
9.829
90
14.997
517
Verbonden partijen program m a 6. Voor de Lelystedeling Naam Openbaar belang Vestigingsplaats Veranderingen die zich hebben voorgedaan BNG (Bank Nederlandse Gem eenten) Den Haag BNG is bankier voor overheden. Erfgoedcentrum Nieuw Land n.v.t.
Het Erfgoedcentrum Nieuw Land is ingesteld met het doel de belangen van de partners bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden en collecties die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie, het archeologisch depot van de provincie, de archiefbewaar-plaatsen van de gemeenten, het waterschap, het Nieuw Land Poldermuseum van de Stichting Nieuw Land en het Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland van de Stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders, in gezamenlijkheid te behartigen. -
Jaarverslag 2013
Eigen Vermogen jan-12 dec-12
1.897.000
511
bedragen * 1.000 Vreemd Vermogen Resultaat jan-12 dec-12
2.752.000 134.563.000 139.476.000
344
8.632
91
8.228
332.000
-86
Bijlagen
Jaarverslag 2013
92
Bijlage1, verstrekte subsidies: Naar aanleiding van de aanbevelingen in het rapport van de Rekenkamer: ‘Sturen en Schaven’, is er in dit jaarverslag een overzicht opgenomen van de verstrekte subsidies van het afgelopen jaar ( zie raadsbesluit 12 februari 2013). Verleende subsidies 2013 AGOG - gezondheidszorg 2013
Bedrag €
2.000
Agora - Agora 2013
€
910.285
Agora - diversen 2013
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
35.000 3.000 5.000 880 500 2.000 800 12.500 3.704 34 24.690 431 30.000 5.000 150 50.436 41.940 28.551 28.626 925 16.052 1.000 1.750 1.000 500 21.500 3.000 6.000 265 5.000 9.000 10.000 525 3.000 3.000 173 173 115 500 2.228.640 60 40.000 48.600 66.446
ALS - beeldende kunsten 2013 ALS - cultureel erfgoed OMD 2013 Amare Consort - podiumkunsten 2013 Amare consort -podiumkunsten 2013 Apollo - podiumkunsten 2013 Artemis - Scholierensport 2013 Artifest - beeldende kunsten 2013 Atletiek Vereniging Spirit- deskundig technische leiding 2013 Atletiekvereniging Spirit - kaderopleiding 2013 Back to Balance-weerbaarheidstraining 2013 Badminton Combinatie Flevoland- deskundig technische leiding 2013 Barak - beeldende kunsten 2013 Barak - beeldende kunsten 2013 Big Band Q-buskers - amateurkunst 2013 Blijfgroep - sociale veiligheid en maatschappelijk werk 2013 Bureau gelijke behandeling - sociale veiligheid en maatschappelijke dienstverlening 2013 Bureau gelijke behandeling x - integratie 2013 Bureau Gelijke Behandeling x - sociale veiligheid en integratie 2013 Buurthuis De Brink - amateurkunst 2013 Buurtvaders - sociale veiligheid 2013 Chr. mannenkoor Lelystad - amateurkunst 2013 Chr. mannenkoor Lelystad - amateurkunst 2013 Circle of music - amateurkunst 2013 Circle of music - amateurkunst dkb 2013 Clip GGZ - gezondheidszorg 2013 COC Zwolle - maatschappelijke dienstverlening 2013 Culturale - beeldende kunsten 2013 Damvereniging Lelystad - Evenementensubsidie 2013 Dancetour - jeugd en jongerenwerk 2013 Dancetour - podiumkunsten 2013 De Stal- activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 2013 Exakwa - Evenementensubsidie sport 2013 Filmtheater - filmtheater 2013 Filmtheater - letteren 2013 Flevo Musketiers - Evenementensubsidie 2013 Flevo musketiers - kaderopleiding 2013 Flevo Musketiers - Kaderopleiding 2013 Flevolands symfonieorkest - amateurkunst 2013 Flevomeerbibliotheek - bibliotheekwerk 2013 Geredja Mojili - integratie 2013 GGD Flevoland - sociale veiligheid 2013 GGZ Centraal - gezondheidszorg 2013 GOL - gehandicaptenbeleid 2013
Jaarverslag 2013
93
Verleende subsidies 2013
Bedrag
Gospelkoor Sign4U - amateurkunst 2013 Gymvereniging Lelystad - Deskundig technische leiding 2013 Handbal Vereniging Lelystad - Scholierensport 2013 Harmonieorkest Lelystad - amateurkunst 2013 Het Wilde oog - beeldende kunsten 2013 Humanitas - diversen 2013 Humanitas - ouderenbeleid 2013 Humanitas- activiteitensubsidie kindervakantieweken 2013 IBS-Al Ihsaan - VVE 2013-2014 Icare - Gezondheidszorg 2013 Icare - VVE 2013 IDO - diversen 2013 IDO - sociale veiligheid 2013
€ € € € € € € € € € € € €
350 11.739 56 3.000 3.000 65.140 43.120 2.500 14.500 125.000 39.264 262.400 9.000
IFMAF - cultureel erfgoed 2013 IJsclub Lelystad - Investeringssubsidie 2013 Internationaal Zomerfestival - podiumkunsten 2013 Izere - amateurkunst 2013 Izere - amateurkunst 2013 Jade - integratie 2013 Kamerkoor Lelystad - amateurkunst 2013 Kamerkoor Lelystad - amateurkunst dkb 2013 Kleurrijke dans - integratiew erk 2013 Kubus - amateurkunst Intendant 2013 Kubus - amateurkunst WAK 2013 Kubus - beeldende kunsten KUBA 2013 Kubus - community act cultuurscout 2013 Kubus - kunstzinnige vorming 2013 Kubus/Underground - amateurkunst en podiumkunsten 2013 Kubus/Underground - jeugd en jongerenw erk 2013 Kubus/Underground - podiumkunsten 2013 Kunstuitleen - beeldende kunsten - expositie 2013 Kunstuitleen - beeldende kunsten - huisvesting 2013 KVF -beeldende kunsten 2013 Kw intes - jeugd en jongerenw erk 2013 Kynologenclub Flevoland - Evenementensubsidie 2013 Law n Tennisvereniging Lelystad - Investeringssubsidie 2013 Leger des Heils - maatschappelijke opvang en jeugd en jongerenw erk 2013 Lelyruiters - deskundig technische leiding 2013 Lelystadse fotoclub - amateurkunst 2013 Lenco Regatta- Zeilevenement 2013 LTVL - deskundig technische leiding 2013 LTVL - Topsportevenement 2013 Mamyo - vrijw illigersorganisaties 2013 MBO College - Presteren met Onderw ijs 2013 MBO College (ROC Flevoland)- College 4 leadership: Leren van topsport 2013 MBO college- Techniekdag Walibi 2013 MDF - diversen 2013 Mind at Work- Meiden met Pit 2013 Mixed Hockeyclub Lelystad - dekundig technische leiding 2013-2014 Nationale Vereniging De Zonnebloem - activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties 2013 New Land Singers - amateurkunst 2013 NFFS - amateurkunst en beeldende kunsten 2013 NFFS - letteren 2013 Nieuw land Erfgoedcentrum - cultureel erfgoed 2013 NOOR - brede schoolsubsidie Al Ihsaan 2013-2014 OBS De Boeier - integratie 2013 OSOL - Activiteitensubsidie vrijw illigers 2013 Oudgediendenvereniging van Brandw eer Lelystad- activiteitensubsidie vrijw illigers 2013
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
2.500 4.945 1.000 500 500 4.000 1.685 350 19.777 50.750 5.000 16.000 100.000 1.446.000 2.500 361.700 2.000 6.000 10.500 14.000 30.000 600 32.500 318.803 313 451 5.000 5.263 2.500 10.000 16.214 106.827 20.000 2.350.392 90.000 6.516 5.400 500 5.500 6.500 2.000 7.076 844 4.420 2.310
Jaarverslag 2013
94
Verleende subsidies 2013
Bedrag
Peuterspeelzaal de Dukkies - PSZ 2013 € 18.450 Peuterspeelzaal De Sterretjes - PSZ 2013 € 21.525 Platform ontmoetingen Lelystad - integratiew erk 2013 € 500 Poëtikos - letteren 2013 € 5.000 Poëtikos - letteren 2014 € 5.000 Programmaraad - letteren 2013 € 2.500 P-team - integratiew erk 2013 € 19.150 Radio Lelystad - AV-media I 2013 € 14.000 Radio Lelystad -AV-media A. 2013 € 16.000 ROC Flevoland - Onderw ijs composieten in Flevoland 2013 € 96.915 ROC Flevoland (MBO College) - Pilot Zomertaalschool 2013 € 20.000 ROC Flevoland (MBO College)- Presteren met Onderw ijs (realisatie technocampus) 2013 € 4.000 S.V. Batavia '90 - evenementensubsidie 2013 € 800 Sans Fumare - vrijw illigersw erk 2013 € 500 Schaatstraininggroep - DTL 2013-2014 € 1.490 SCPO - brede schoolsubsidie Christelijke basisscholen 2013-2014 € 37.170 Show - en trompetterkorps X-treme - amateurkunst 2013 € 1.000 Show - en trompetterkorps X-treme - amateurkunst 2013 € 1.500 Show - en trompetterkorps X-treme amateurkunst I 2013 € 750 Sign4U - amateurkunst 2013 € 498 SKL - Doorontw ikkeling VVE 2013/2014 € 115.240 SKL - Instapje 2013 € 43.340 SKL - Instapje 2013 - aanvullend 10 gezinnen extra € 10.250 SKL - Peuterspeelzaal+ 'Muizefant' € 50.000 SKL - Peuterspeelzaalw erk 2013 € 197.820 SKL - Schollingsplan 2011-2014 € 25.517 SKOFV - brede schoolsubsidie Katholieke basisscholen 2013-2014 € 21.085 Slachtofferhulp Nederland - activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties 2013 € 18.778 SPNF - amateurkunst 2013 € 1.250 Sportservice Flevoland - evenementensubsidie 2013 € 500 Stella Maris - amateurkunst 2013 € 7.000 Stella Maris - amateurkunst dkb 2013 € 375 Stella Maris - amateurkunst dkb 2013 € 375 Steunpunt Archeologie - cultureel erfgoed 2013 € 3.250 Stichting Antilliaanse Vijftig Plussers- activiteitensubsidie vriijw illigersorganisaties 2013 € 5.000 Stichting de Verborgen Bron- activiteitensubsidie vrijw illigersorganisatie 2013 € 21.500 Stichting Dierenw eide Lelystad - activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties 2013 € 8.200 Stichting Dutch Extreme - evenementen NK w indsurfen 2013 € 4.000 Stichting Flevomeer Bibliotheek - Boekenpret 2013 € 27.883 Stichting Flevomeer Bibliotheek - Schakelklas 2013 € 221.029 Stichting Het Belevenissenbos Lelystad- activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties 2013 € 10.000 Stichting Insaf - integratiew erk 2013 € 16.680 Stichting Kindercentra Lelystad - scholingsplan VVE 2013 € 69.799 Stichting Kindercentra Lelystad - VVE 2013 € 1.074.204 Stichting Maharishi Onderw ijs Nederland - Fontein brede school subsidie 2013-2014 € 2.160 Stichting Match - Zeilevenement 2013 € 15.110 Stichting Mitera - activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties 2013 € 8.500 Stichting Peuterspeelzaal De Roezemoes - aanvullende subsidie 2013 € 5.740 Stichting Peuterspeelzaal De Roezemoes - PSZ 2013 € 44.280 Stichting Schaatspromotie Flevoland -Evenementen 2013 € 5.000 Stichting SchOOL - brede schoolsubsidie openbare basisscholen 2013-2014 € 50.025 Stichting Scouting Baden Pow ell - Activiteitensubsidie vrijw illigersorgnisaties € 5.000 Stichting Vogelopvangcentrum Midden- Nederland - activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties 2013 € 1.400 Stichting voor Voortgezet Onderw ijs Lelystad - Desk.bevorderen docent passend onderw ijs schooljaar 2013-14 € 15.000
Stichting voor Voortgezet Onderw ijs Lelystad - Deskundigheid bevorderen docenten passend onderw ijs 2013 € Stichting Vrienden van de Uiterton - Activiteitensubsidie vrijw illigersorganisaties € Stichting Zeilbaak - evenementensubsidie 50 Mijl 2013 € SVOL- VSV trajecten (o.a. Op de Rails) 2013 €
Jaarverslag 2013
95
15.000 2.460 1.500 230.000
Verleende subsidies 2013
Bedrag
Tactus - gezondheidsdzzorg 2013 Tafeltennisclub Lelystad United - scholierensport 2013 Technocentrum Flevoland - Flevolandse Week van de Techniek 2013 Technocentrum Flevoland- Flevotalent junior 2013 Tennisvereniging Poseidon - Investeringssubsidie 2014 Theaterstichting Ooit - amateurkunst 2013 Toerclub Flevoland - evenementensubsidie 2013 Uitgast - podiumkunsten 2013 VAC - integratie 2013 VAZ - Integratie 2013Verliezen verw erken Flevoland - vrijw illigersw erk 2013 Vitree -maatschappelijke opvang 2013 Vollybalvereniging Volta - evenementensubsidie 2013 VVNL - integratie 2013 Welpart - maatschappelijke opvang 2013 Welzijn - diversen 2013 Welzijn - gehandicaptenbeleid 2013 Welzijn - integratiew erk 2013 Wende - podiumkunsten 2013 WSNS - Nieuw e arrangementen Passend Onderw ijs 2013/2014 WSNS- Hoogbegaafden 2013/14 WSNS Lelsytad- Leerlingbegeleiding schooljaar 2013/2014 Zinspelers - amateurkunst 2013 Zonnew ende - letteren 2013 Zw em en Poloclub de Houtrib - Evenementen 2013
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Jaarverslag 2013
96
58.013 50 7.000 55.000 5.750 1.327 750 12.000 17.790 2.500 1.250 75.000 1.500 173.406 72.000 1.522.038 10.000 30.000 2.000 40.000 20.000 177.000 5.000 15.000 257
Jaarrekening 2013
Jaarrekening 2013 1.
SAMENVATTING RESULTAAT.....................................................................................................4 1.1 BALANS EN RESULTATENREKENING ......................................................................................4 1.2 FINANCIËLE SAMENVATTING .................................................................................................6 1.3 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN ....................................................................................12 1.4 RESULTAAT GRONDBEDRIJF ..............................................................................................13 2. HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN IN DE JAARREKENING EN DE TOELICHTING ....................16 2.1 IEDEREEN DOET MEE .........................................................................................................17 2.1.1 BETROKKENHEID EN PARTICIPATIE .............................................................................18 2.1.2 BIEDEN VAN ZORG.....................................................................................................18 2.2 OP WEG MET TALENT.........................................................................................................20 2.2.1 GOEDE SCHOOLLOOPBAAN VOOR IEDEREEN ...............................................................21 2.2.2 SPORT EN RECREATIE ...............................................................................................24 2.2.3 VERHOGEN ARBEIDSPARTICIPATIE .............................................................................25 2.3 LEEFBARE STAD ................................................................................................................27 2.3.1 W IJKONTWIKKELING EN -BEHEER ...............................................................................28 2.3.2 OPTIMALISEREN STEDELIJK VERKEER .........................................................................30 2.3.3 VERSTERKEN DUURZAAMHEID....................................................................................32 2.4 STERKE STAD ...................................................................................................................34 2.4.1 W ERKEN AAN DE BASIS .............................................................................................35 2.4.2 KWALITEIT AANBOD VERSTERKEN...............................................................................36 2.4.3 VERBETEREN REGIONALE BEREIKBAARHEID ................................................................37 2.4.4 IMAGO VERSTERKEN..................................................................................................38 2.5 VEILIGHEID .......................................................................................................................39 2.5.1 VEILIGE STAD............................................................................................................40 2.6 VOOR DE LELYSTEDELING .................................................................................................41 2.6.1 GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING ...........................................................................42 2.6.2 GEMEENTELIJKE ORGANISATIE...................................................................................43 2.6.3 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN ................................................................................45 3. BALANS EN TOELICHTING .......................................................................................................48 3.1 W AARDERINGSGRONDSLAGEN ...........................................................................................48 3.2 BALANS ............................................................................................................................51 3.3 VASTE ACTIVA...................................................................................................................54 3.4 VLOTTENDE ACTIVA ...........................................................................................................60 3.5 EIGEN VERMOGEN .............................................................................................................66 3.6 VOORZIENINGEN ...............................................................................................................73 3.7 LANGLOPENDE SCHULDEN .................................................................................................78 3.8 VLOTTENDE PASSIVA .........................................................................................................79 3.9 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN ...............................................................82 4. BIJLAGEN .............................................................................................................................84 4.1 SPECIFIEKE UITKERINGEN .................................................................................................84 4.2 SPECIFICATIE ICL STORTINGEN .........................................................................................89
Jaarrekening 2013 (3 juni 2014)
Leeswijzer 1. Algemene toelichting Stelsel van baten en lasten Op de jaarrekening is het baten-lastenstelsel van toepassing. De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Resultaatbepaling Het saldo van de rekening van baten en lasten wordt bepaald door het saldo uit de normale bedrijfsvoering en de bijzondere baten en lasten. Stortingen (toevoegingen aan) en onttrekkingen (verminderingen van) reserves worden na bepaling van het resultaat van de programma’s verantwoord. Resultaatbestemming Het nog niet bestemde deel van het saldo van de rekening van baten en lasten wordt afzonderlijk opgenomen in de balans. De gemeenteraad geeft, al dan niet op voorstel van het College van B&W, een bestemming aan het exploitatieresultaat. Over deze bestemming neemt de gemeenteraad een besluit. Mutaties voorzieningen Lasten die worden gedekt uit voorzieningen maken geen onderdeel uit van de programma’s. Dit zijn projecten in het kader van bijvoorbeeld groot onderhoud. In de jaarrekening worden deze in een apart hoofdstuk nader toegelicht. Onttrekkingen uit voorzieningen hebben geen effect op het exploitatieresultaat. 2. Opbouw van de tabellen Begroting na wijzigingen De begroting in de totaaltabel bestaat uit de primitieve begroting plus alle wijzigingen daarop tot het eind van het boekjaar. Vervolgens worden in de daaropvolgende tabel de verschillen tussen begroting (inclusief wijzigingen) en realisatie weergegeven. Afrondingsverschillen Binnen de tabellen kunnen er kleine verschillen zijn door afronding. Gerealiseerd resultaat De presentatie van het resultaat per programma is conform de indeling van Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit bestaat uit het saldo van baten en lasten en mutaties in de reserves. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt welke kosten ten laste gebracht zijn van de reserves en welke bedragen zijn toegevoegd aan de reserves. Lasten en baten Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) verplicht de gemeente de verantwoording zo op te stellen dat afwijkingen zowel bij de baten als de lasten zichtbaar zijn. De wetgeving (Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten) verplicht gemeenten de incidentele en structurele budgetten en de realisatie inzichtelijk te maken. Toelichting op afwijkingen ten opzichte van de begroting • Afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn geconsolideerd weergegeven op subprogramma niveau. Het saldo van de afwijkingen kleiner dan €50.000,- staat vermeld onder de noemer ‘niet toegelichte kleine verschillen’. • Financiële afwijkingen worden door middel van een ‘V’ of een ‘N’ onderverdeeld naar Voordelen- dan wel een Nadelen ten opzichte van de begroting. • Het BBV schrijft voor dat de budgetten ingedeeld moeten worden naar incidentele- en structurele budgetten. Alleen indien het totaal aan structurele lasten volledig wordt gedekt door structurele baten is er sprake van ‘materieel’ begrotingsevenwicht.
2 Jaarrekening 2013
•
Incidentele en structurele afwijkingen: In de financiële analyse is in de tekst aangegeven of de afwijking incidenteel of structureel is. Bij een structurele afwijking zal er in de nieuwe begroting hiervoor een oplossing moeten worden gevonden.
Gerealiseerd resultaat De presentatie van het resultaat per programma is conform de indeling van het BBV. Dit bestaat uit het saldo van baten en lasten en mutaties in de reserves. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt welke kosten ten laste gebracht zijn van de reserves en welke bedragen zijn toegevoegd aan de reserves.
3 Jaarrekening 2013
1.
Samenvatting resultaat
1.1
Balans en resultatenrekening
De balans en de toelichting daarop komen in hoofdstuk 3 uitgebreid aan de orde. Hieronder volgt een beknopte toelichting van de majeure wijzigingen in de balans 2013 ten opzichte van 2012. • • • • •
De omvang van de materiële vaste activa is afgenomen, omdat er minder is geïnvesteerd dan is afgeschreven in 2013; De voorraden en onderhanden werk zijn toegenomen door activiteiten die uitgevoerd voor de verschillende grondbedrijfcomplexen in 2013; De vorderingen zijn afgenomen als gevolg van afloop van de krediettermijn verstrekt in het kader van de verkoopbevorderende maatregelen ten aanzien van grondverkoop; Het eigen vermogen is afgenomen door uitvoering van diverse projecten waarvoor een deel van dit vermogen is ingezet als dekking; Er heeft een verschuiving plaats gevonden van langlopende naar kortlopende schulden in 2013 (schulden met een looptijd > 1 jaar naar schulden met een looptijd< 1 jaar).
Balans Balans
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
31 decem ber 2012
Totaal activa Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste Activa Totaal Vaste activa
205.582
210.202
21.278
21.005
226.860
231.206
129.025
124.124
27.021
30.327
Vlottende activa Voorraden en onderhanden w erk Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Liquide middelen Overlopende activa Totaal Vlottende activa Totaal Totaal activa
1.320
4.399
19.655
22.660
177.021
181.510
403.881
412.717
Totaal passiva Vaste Passiva Eigen vermogen
81.388
86.434
Voorzieningen
80.647
79.214
201.150
203.329
363.185
368.977
34.014
31.674
6.682
12.065
Schulden met een looptijd > 1 jaar Totaal Vaste Passiva Vlottende passiva Schulden met een looptijd < 1 jaar Overlopende passiva Totaal Vlottende passiva Totaal Totaal passiva
40.696
43.739
403.881
412.717
4 Jaarrekening 2013
Tabel: Sam envatting resultaten per kostencategorie
Bedrag x € 1.000
Prim itieve begroting
Kostencategorie Lasten 00U Niet in te delen lasten 11U Loonbetalingen en sociale premies 12U Sociale uitkeringen personeel 21U Werkelijk betaalde rente 22U Toegerekende rente 30U Personeel van derden 31U Energie 333U Ov. aankopen en uitbest. duurz. goederen 341U Betaalde belastingen 342U Betaalde pachten en erfpachten 343U Aank. niet duurz. goederen en diensten 411U Inkomensoverdrachten aan het rijk 421U Subsidies aan marktproducenten 422U Sociale uitkeringen in geld 423U Soc. uitk. in natura aan personen 424U Ov. ink.overdr. a.d. overh.( excl. rijk) 425U Overige inkomensoverdrachten 60U Reserveringen 61U Kapitaallasten 622U Overige doorbelastingen 63U overige verrekeningen 432U Invest.bijdr. en ov. kap.lasten g overh. Totaal Lasten Baten 21I w erk.ontv. rente en w instuitkeringen 30I Vergoedingen voor personeel 321I Huren 322I Pachten 332I Overige verkopen duurzame goederen 34I Overige goederen en diensten 401I Belasting op producenten 402I Belasting op inkomen van gezinnen 411I Inkomensoverdrachten van het rijk 421I Baten mbt vergoeding en verh. soc.uitk. 422I Ov. ink.overdr. v d overheid (excl.rijk) 423I Overige inkomensoverdrachten 60I Reserveringen 62I Kostenplaatsen 63I Overige verrekeningen 22I Toegerekende rente 432I Inv.bydr.en Kapitaaloverdr niet overheid 331I Opbrengst van grondverkopen Totaal Baten Totaal sam envatting resultaten per
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-2.623 -2.136 -487 -6.547 -4.544 -187 -1.087 -5.215 -1.260 -65 -26.060 -459 -2.710 -29.139 -10.529 -9.044 -41.000 -18.960 -15.984 -50.666 0 0 -228.703
1.794 -2.581 0 -184 0 -129 37 0 10 0 -5.960 0 -626 -1.669 -574 -7.798 7.923 -1.785 41 -877 -446 -1.376 -14.200
-829 -4.717 -487 -6.731 -4.544 -316 -1.051 -5.215 -1.250 -65 -32.020 -459 -3.336 -30.808 -11.104 -16.841 -33.077 -20.745 -15.943 -51.542 -446 -1.376 -242.903
0 -4.468 -763 -5.883 -4.770 -1.988 -1.278 -1.833 -1.369 -78 -31.185 -421 -3.281 -32.762 -11.191 -26.031 -20.960 -27.689 -15.911 -50.983 -2.985 -718 -246.545
829 249 -276 849 -226 -1.673 -227 3.383 -119 -13 835 37 55 -1.954 -87 -9.189 12.117 -6.943 32 559 -2.539 658 -3.642
1.454 4 2.553 1.855 6.738 15.391 21.759 591 137.595 3.089 3.569 43 2.551 18.169 2.119 5.550 424 5.694 229.148 445
7 0 430 260 0 668 73 0 5.731 841 997 0 7.426 -11.099 -1.234 9.661 0 0 13.760 -440
1.461 4 2.983 2.115 6.738 16.059 21.832 591 143.326 3.929 4.566 43 9.976 7.070 885 15.210 424 5.694 242.908 5
1.758 149 2.682 2.085 706 15.831 21.956 567 145.090 4.861 4.125 40 14.687 7.273 11.701 15.417 525 1.673 251.125 4.580
297 145 -300 -30 -6.033 -229 124 -24 1.764 932 -441 -4 4.711 202 10.816 207 101 -4.020 8.217 4.575
Deze tabel geeft inzicht in de verschillende soorten kosten en opbrengsten van de gemeente.
5 Jaarrekening 2013
1.2
Financiële samenvatting
Algemeen
De economie laat eind 2013 de eerste voorzichtige tekenen van herstel zien en na twee jaar van recessie lijkt de Nederlandse economie voorzichtig uit het dal te klimmen.
De ontwikkeling in de huizenmarkt van de afgelopen jaren maakt dat de gemeente Lelystad, net als veel andere gemeenten, kritisch naar de grondexploitaties moet kijken. Het productievolume over de totale planperiode en de parameters (prijzen, rente, indexering) zijn in aansluiting op het door de raad vastgestelde MPG 2013, gebaseerd op het ‘behoedzame’ scenario. Tegelijkertijd wordt echter geconstateerd dat in 2012 en 2013 het aantal woningen volgens dit behoedzame scenario niet is gehaald. Binnen deze jaarrekening wordt de prognose voor 2014 en 2015 daarom ingestoken op 50 woningen en respectievelijk 2,5- en 3,75 hectare voor wat betreft de bedrijventerreinen. Een eventuele aanpassing van prijzen, parameters en planning zal integraal benaderd worden binnen de eerstvolgende MPG. Afhankelijk van deze analyses en de daarmee samenhangende bestuurlijke keuzes volgt een doorrekening van eventuele financiële consequenties. Analyse Jaarresultaat
Aan het begin van het begrotingsjaar is het lastig te voorspellen wat het uiteindelijke jaarrekeningresultaat zal zijn. In de 1e crisismonitor van begrotingsjaar 2013 (januari) werd op basis van de crisisgerelateerde begrotingsonderdelen nog een negatief jaarresultaat ingeschat van €1,7 mln. Dit beeld werd min of meer bevestigd in de crisismonitor van mei 2013, waarna er voor ruim €1 mln. is bijgestuurd om het verwachte tekort op terug te dringen tot €0,6 mln. Het gerealiseerde rekeningresultaat 2013 is € 4,5 mln. positief, voornamelijk veroorzaakt door incidentele meevallers.. Zo is er bijvoorbeeld op diverse terreinen voorgesorteerd op toekomstige bezuinigingstaakstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de bedrijfsvoering. . Een ander voorbeeld van een meevaller in 2013 is voortgekomen uit het zogeheten ‘herfstakkoord’ dat eind 2013 gesloten is tussen het kabinet, D’66, CU en de SGP. Dit akkoord heeft een positief effect gehad op de ontwikkeling van het gemeentefonds en daarmee op de algemene uitkering die de gemeente in 2013 heeft ontvangen. Daarnaast zijn er voornamelijk incidentele voordelen gerealiseerd binnen diverse begrotingsonderdelen. In de volgende tabel wordt op hoofdlijnen een samenvatting gegeven van de afwijkingen, resulterend in het rekeningresultaat 2013 van €4,5 mln. positief. Tevens is er bij ieder voor- of nadeel aangegeven of de afwijking incidenteel of structureel is ten opzichte van de huidige meerjarenraming. In hoofdstuk twee worden de afwijkingen ten opzichte van de begroting groter dan €50.000,- per programma verder toegelicht. bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 1 Incidenteel 1
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel) Huishoudelijke hulp en voorzieningen gehandicapten
686
6 Jaarrekening 2013
Bedrag
bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 2 Incidenteel/ structureel 2
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel)
Bedrag
Exploitatielasten Scholen en MFA's
-516
Incidenteel 3
Leerlingenvervoer
-246
Incidenteel 4
Voortijdig schoolverlaters
-118
Incidenteel 5
Bijstandsuitkeringen
Incidenteel/ structureel 6
209
BBZ
-162
bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 3
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel)
Bedrag
Incidenteel 7
Dagelijks onderhoud (openbare ruim te, asfalt en stadshoofdw egen)
254
Incidenteel 8
Beheer en onderhoud
182
Incidenteel 9
Afvalstoffen
408
Incidenteel 10
Restitutie financiële bijdrage ivm opheffing sam enw erkingsverbanden MSF en Seph
145
bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 4
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel)
Bedrag
Incidenteel 11
Afboeking vordering
-108
Incidenteel 12
Terugbetaling opgelegde aanslagen Bedrijfsinvesteringzone
-100
bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 5 Incidenteel 13
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel) Bestuurlijke boetes
-155
7 Jaarrekening 2013
Bedrag
bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 6
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel)
Bedrag
Structureel 14
Leges Rijbew ijzen, burgelijke stand en bouw leges
-953
Incidenteel 15
OZB & dw anginvordering OZB
Incidenteel 16
Bedrijfsvoering
Incidenteel 17
Frictiebudget en opleidingen
451
Incidenteel 18
Onderhoud stadhuis, vandalism ebestrijding
411
Incidenteel 19
Ontvangen dividend en rentebaten op verstrekte leningen
Incidenteel 20
Rente
Incidenteel 21
College onvoorzien
444 1.476
369 -376
Incidenteel 22
Sociale Lasten
Incidenteel 23
Stelpost kapitaallasten
Incidenteel 24
Algem ene Uitkering
Incidenteel 25
Bijsturingsm aatregelen crisism onitor m ei 2013
Incidenteel 26
Vrijval Bosw ijk uit de bestem de reserve
135 -834 690 304 1.335 300
bedragen x €1000,-
Analyse jaarrekeningresultaat 2013 Programma 1 t/m 6 Incidenteel 27
Afw ijkingen groter dan €100.000,- (onderverdeeld naar incidenteel en structureel) Overige verschillen kleiner dan € 100.000,-
Bedrag
348
Rekening resultaat 2013
4.580
Financiële positie en continuïteit
Aan de ene kant is er de afgelopen jaren gestuurd op een meerjarig sluitende begroting, terwijl er aan de andere kant de verantwoordelijkheden richting de samenleving niet minder worden. De schaarsheid van middelen maakt dat er in de afgelopen periode normen zijn vastgesteld, onder andere om te sturen op de financiële positie van de gemeente. Om de financiële positie van een gemeente in beeld te brengen, stelt een gemeente jaarlijks de balans op en een overzicht van de exploitatie in baten en lasten. Op basis van verschillende kengetallen kan een gemeente vergeleken worden met andere gemeenten. De kengetallen debt ratio en solvabiliteitsratio zijn gebruikelijk om de financiële positie van organisaties weer te geven. Deze ratio’s zijn voor een gemeente als kengetal echter onzuiver, omdat deze uitgaan van bruto schuld. De schuldquote is een ratio die beter toepasbaar is voor de beoordeling van de gemeentelijke financiële positie. De schuldquote geeft de verhouding aan van de netto schuld ten opzichte van de inkomsten. De gemeenteraad heeft in 2013 bij vaststelling van de programmabegroting 2014 een norm van 100% voor de schuldquote vastgesteld. Ondanks de daling van de netto schuld is de schuldquote gestegen van 69% in 2012 naar 75% in 2013. Deze stijging is het gevolg van een daling van de inkomsten ten opzichte van 2012. De daling heeft vooral betrekking op daling van verkopen in de grondexploitaties, lagere winstuitkeringen, lagere huuropbrengsten en pachtopbrengsten. De schuldquote is nog ruim onder de door de raad gestelde norm van 100% en daarmee kan geconcludeerd worden dat
8 Jaarrekening 2013
de schuldquote van de gemeente binnen de acceptabele norm valt die ook door het VNG zijn geformuleerd. Het huidige treasurybeleid is erop gericht om schulden af te lossen uitgaande van de huidige investeringsplanning. Dat betekent dat de schuldquote in de toekomst zal dalen, uitgaande van een gelijkblijvend inkomstenniveau en de huidige investeringsplanning. Een stijging van de inkomsten, zoals die te verwachten is bij de decentralisaties, zal de schuldquote nog verder laten dalen.
Risicoprofiel en risicomanagement en weerstandsvermogen
Bij het opstellen van deze jaarrekening is tevens een aanvang gemaakt met een organisatiebrede risico-inventarisatie. Hierbij is gekeken naar zowel financiële als nietfinanciële risico’s. Bij niet-financiële risico’s gaat het om mogelijke gebeurtenissen die weliswaar geen direct financieel gevolg hebben maar die bijvoorbeeld wel de reputatie van de gemeente schaden. Bij de risico-inventarisatie zijn de risico’s geanalyseerd naar oorzaak en gevolg. Hoe verhouden deze risico’s zich tot het weerstandsvermogen? Om het weerstandsvermogen te bepalen wordt gekeken naar hoeveel middelen er structureel en incidenteel beschikbaar zijn en hoeveel weerstandscapaciteit noodzakelijk is op basis van de risico analyse. Op basis van de risico-inventarisatie blijkt dat de omvang van het weerstandsvermogen voldoende is om de risico’s inclusief de risico’s van het grondbedrijf af te dekken. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat het weerstandsvermogen binnen het grondbedrijf is niet toereikend (fors beneden de norm). Wanneer de beschikbare weerstandscapaciteit van de overige reserves betrokken worden is het weerstandsvermogen toereikend.
Grondexploitaties:
Provinciale toezichthouders en accountants zijn al een tijdje op de lijn dat de waardering van de grondexploitaties “reëler” moet zijn. De gemeente Lelystad is daarmee eens en kijkt niet weg voor de ontwikkelingen die zich in de vastgoedmarkt voordoen. In de volgende toelichting wordt uiteengezet op welke wijze de gemeente hier invulling aan geeft. Huidige uitgangspunten Met betrekking tot de jaarrekening 2013 is afgelopen periode gekeken naar de wijze waarop, op basis van het afzetvolume van 2012 en 2013, de jaren 2014 en 2015 gaan verlopen. Er is besloten om in 2014 en 2015 tot een verlaging en vertraging van de verwachte afzet van woningen en bedrijven te komen van respectievelijk 50 woningen en 3 ha bedrijventerrein. Na 2015 verwacht de gemeente een aantrekkende markt waarbij het door Lelystad berekende ‘behoedzaam scenario’ wordt aangehouden Deze ingreep voor 2014 en 2015 heeft geleid tot het treffen van een extra voorziening van € 4,5 mln. welke in de cijfers van de jaarrekening is verwerkt. Wat is het behoedzaam scenario? Zowel het CBS als de Metropool Regio Amsterdam verwachten dat de komende 30 jaar er in de metropoolregio nog 300.000 woningen toegevoegd moeten worden. Dat is eenzelfde aantal als in de afgelopen 30 jaar in de regio zijn gebouwd. In die periode zijn er in Lelystad ongeveer 30.000 woningen gerealiseerd, grotendeels ten behoeve van nieuwe inwoners van de stad. Voor de komende 30 jaar verwacht Lelystad echter een veel kleiner aantal te bouwen: 10.000 woningen. Daarvan is een groot deel bestemd voor de eigen inwoners, doordat de huishoudens gemiddeld kleiner worden, en zal het inwoneraantal slechts met 10.000 nieuwe inwoners toenemen, een veel kleiner aantal dan de stad in de voorgaande periode gewend was. Overigens verwachten wij dat een belangrijk deel van deze groei
9 Jaarrekening 2013
in de eerstkomende 10 jaar plaatsvindt en dat de groei daarna geleidelijk afneemt. Ten overvloede, het gaat hierbij om een behoedzaam scenario waarbij nog geen rekening is gehouden met de migratieinvloeden als gevolg van de trek naar de steden en het berekende tekort aan woningen wat daarmee samenhangt. In de afgelopen jaren is er met betrekking tot de parameters aan kosten- en opbrengstenkant uitgegaan van een stijging van 0,5%. Voor 2014 is dat ook nog het geval. De jaren na 2014 wordt aan beide kanten uitgegaan van 1,5%. Dit is gebaseerd op de verwachte inflatieontwikkeling welke een normaal verloop heeft. Momenteel werkt de gemeente aan een nieuw MPG (Meerjaren Perspectief Grondbedrijf). In dit nieuwe MPG (2014) wordt per individuele grondexploitatie bekeken of de gehanteerde parameters, het afzettempo en zo nodig de programmering bijstelling behoeven of niet. De uitkomsten van het nu vigerende MPG (2013) zijn gebruikt bij de opstelling van de cijfers bij de jaarrekening 2013, aangevuld met het treffen van een voorziening voor de achterblijvende afzet op korte termijn. Omdat het prognoses betreffen en op dit moment de toekomst rondom grondexploitaties meer onzekerheden bevat dan wij gewend waren, is de bandbreedte van de inschattingen op dit moment met meer onzekerheden omkleed dan in het verleden. Wij willen graag benadrukken dat het onzekerheden betreffen die niets zeggen over de cijfers als zodanig. Die zijn niet “goed” of “fout”, ze zijn alleen gegeven de huidige situatie in de markt naar het oordeel van de accountant niet zeker genoeg. Om die zekerheid te verkrijgen is nader onderzoek nodig, dat bij Lelystad conform de Planning & Control cyclus wordt uitgevoerd in de voorbereiding tot de vaststelling van de MPG 2014. Aanpassing van grondexploitaties, bv. verlengen van de exploitatieduur door achterblijvende grondopbrengsten kan leiden tot een tussentijdse afwaardering van de in bezit zijnde gronden. Er zijn op dit moment indicaties dat een mogelijke neerwaartse bijstelling van de bandbreedte van de waardering tot een van de opties behoort. Vanwege de mogelijke impact op de financiële situatie van de gemeente zijn wij van mening dat bijstelling van de waardering van de gronden zorgvuldig onderzoek vraagt en dito afstemming tussen raad, college en ambtelijke organisatie. Dit nader onderzoek vindt cf. de afspraken tussen raad en College in de MPG 2014 plaats.
10 Jaarrekening 2013
11 Jaarrekening 2013
1.3
Overzicht van baten en lasten
Deze tabel laat per programma zien wat er geraamd is bij de begroting en wat de daadwerkelijke uitkomsten waren bij de afsluiting van 2013. Het verschil tussen begroting en rekening kan ofwel een voordeel (+) ofwel een nadeel (-) zijn. Tabel: Sam envatting resultaten per program m a Program m a's P1 Iedereen doet m ee Lasten Baten Totaal P1 Iedereen doet m ee P2 Op w eg m et talent Lasten Baten Totaal P2 Op w eg m et talent P3 Leefbare stad Lasten Baten Totaal P3 Leefbare stad P4 Sterke stad Lasten Baten Totaal P4 Sterke stad P5 Veiligheid - Veilige stad Lasten Baten Totaal P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Lasten Baten Totaal P6 Voor de Lelystedeling Subtotaal program m a's Algem ene dekkingsm iddelen Kw ijting belastingen Deelnemingen Algemene uitkering Uitvoering w et WOZ Baten, OZB gebruikers Baten, OZB eigenaren Baten, hondenbelasting Lasten heffing en invordering gem.bel. Treasury activiteitenn <1 jaar Treasury activiteiten >1 jaar Precariobelasting Toeristenbelasting Totaal dekkingsm iddelen Saldo van baten en lasten Reserves P1 Iedereen doet mee P2 Op w eg met talent P3 Leefbare stad P4 Sterke stad P6 Voor de Lelystedeling Subtotaal m utaties reserves Gerealiseerd resultaat
Bedrag x € 1.000
Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-23.614 1.760 -21.854
267 -99 169
-23.347 1.662 -21.685
-22.719 1.880 -20.838
628 219 847
-77.620 45.953 -31.667
-6.690 7.748 1.058
-84.310 53.701 -30.609
-88.856 56.375 -32.481
-4.546 2.673 -1.872
-44.743 18.059 -26.684
-7.035 3.497 -3.538
-51.778 21.556 -30.222
-50.809 21.202 -29.607
969 -355 615
-26.974 17.119 -9.855
-1.168 -934 -2.102
-28.143 16.185 -11.958
-33.211 16.835 -16.376
-5.068 650 -4.418
-7.899 568 -7.331
-244 210 -34
-8.143 778 -7.365
-8.072 606 -7.466
71 -172 -101
-34.165 8.454 -25.710 -123.101
-417 -2.073 -2.490 -6.938
-34.582 6.381 -28.201 -130.040
-29.639 5.630 -24.009 -130.778
4.942 -751 4.192 -738
-353 1.033 94.150 -606 2.366 17.431 591 -592 -824 9.826 1.300 132 124.455 1.354
0 0 -365 0 43 62 0 5 -40 1.055 260 -132 887 -6.051
-353 1.033 93.785 -606 2.410 17.493 591 -587 -864 10.881 1.560 0 125.342 -4.698
-400 1.202 94.090 -582 2.972 17.233 567 -485 -56 9.696 1.503 -5 125.732 -5.046
-48 170 305 23 562 -260 -24 101 808 -1.185 -57 -5 390 -348
0 0 77 -893 -92 -909
-153 1.376 2.124 2.132 132 5.611
-153 1.376 2.201 1.239 40 4.703
-153 1.762 2.295 5.428 294 9.626
0 386 94 4.189 254 4.923
445
-440
5
4.580
4.575
Overzicht van de werkelijke incidentele baten en lasten (conform artikel 28, lid c BBV)
12 Jaarrekening 2013
Dit overzicht wordt opgesteld om een confrontatie mogelijk te maken tussen de werkelijke en de geraamde incidentele baten en lasten volgens de jaarrekening en de begroting. Dat betekent dat incidentele afwijkingen op structurele budgetten niet als incidenteel toegelicht worden. Overigens wordenalle mutaties in reserves worden als incidenteel aangemerkt met uitzondering van de mutatie in de Nuon reserve ten behoeve van de compensatie dividend derving. Let op: deze duiding van incidentele baten en lasten is niet hetzelfde als de typering in de afwijkingen ten opzichte van de vastgestelde meerjarenraming (zoals dat in de samenvattende tabel binnen de inleiding is gedaan).
Tabel: Incidentele m iddelen
Bedrag x € 1.000 Begroot
Programma
lasten
programma 1.
-466
programma 2.
Realisatie
baten
verschil
lasten
baten
-
-466
-528
-4.909
4.047
-862
programma 3.
-2.378
1.481
programma 4.
-651
376
verschil -
-528
-3.513
2.559
-954
-896
-1.733
973
-759
-275
-522
178
-344
programma 5.
-174
-
-174
-130
-
-130
programma 6.
-2.104
4.612
2.508
-77
4.839
4.762
-10.682
10.516
-165
-6.503
8.549
2.046
-5.274
7.976
2.702
-5.062
12.687
7.625
-15.955
18.492
2.537
-11.564
21.235
9.671
Totaal incidenteel in exploitatie Mutaties in reserves Totaal incidenteel
1.4
Resultaat Grondbedrijf
Het resultaat van het grondbedrijf uit normale bedrijfsvoering vóór het treffen van voorzieningen bedraagt voor het boekjaar 2013 € 587.000 voordelig. Wettelijke regelgeving (BBV) verplicht een juiste stand van de boekwaarden te verantwoorden m.b.t. de Gronden in exploitatie (de B-staten) en de Gronden niet in exploitatie genomen (A-staten). Het volgende overzicht geeft inzicht van alle in 2013 getroffen voorzieningen voor een bedrag van € 4.845.000. De overige resultaten ad € 933.000 nadelig bestaan uit een bijdrage aan de Algemene Dienst ad € 329.000 inzake centrale bedrijfsvoering; een bijdrage aan Centrada ad € 455.000 vanwege afspraken gemaakt in het Lokaal Akkoord; rentelasten uitgestelde betaling en bijdragen als gevolg van verkoopstimulerende maatregelen in het kader van het Antwoord van Lelystad ad € 149.000. Het bedrijfsresultaat na het treffen van alle voorzieningen bedraagt € 5.191.000 nadelig.
13 Jaarrekening 2013
Conform de systematiek uit het Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2013 wordt de volgende winstbestemming voorgesteld: Resultaatbestemming Bedrijfsresultaat normale bedrijfsvoering
€
586.909 voordelig
Resultaat centrale bedrijfsvoering
€
328.885- nadelig
Bijdrage aan Centrada Lokaal Akkoord (ROS)
€
455.000- nadelig
Resultaat verkoop stimulerende maatregelen (Antwoord van Lelystad)
€
149.108- nadelig
Bedrijfsresultaat nadelig vóór het treffen van voorzieningen
€
346.083- nadelig
Totale toevoeging aan voorzieningen:
€
4.844.970- nadelig
Bedrijfsresultaat 2013 na het treffen van voorzieningen en vóór bestemming
€
5.191.054- nadelig
De volgende voorzieningen zijn op basis van de actualisatie getroffen, vrijgevallen of aangewend: de Waterwijzer
€
Warande restgebieden
€
65.179 49.938-
Larserknoop
€
155.205-
Larserpoort Klunder
€
62.791-
€
1.630.808-
€
202.755-
resultaat voorzieningen B-staten
€
5.007.216-
Vrijval Voorziening bovenwijkse voorzieningen (rotonde Oostranddreef)
€
365.000
resultaat voorzieningen A-staten Onderhanden werken Stadshart
€
279.322
Buitenhof
€
108.893-
Hanzepark
€
308.836-
Bataviahaven
€
370.980-
Noordzoom fase 1 oost
€
16.035
Werkeiland
€
58.381-
Warande dgb.1
€
1.835.136-
Flevopoort
€
989.539-
Resultaatbestemming op basis van reeds genomen besluiten Storting Reserve Bovenwijkse Voorzieningen
€
427.103-
Onttrekking Antwoord van Lelystad
€
149.108
Onttrekking ROS
€
455.000 €
Te bestemmen bedrijfsresultaat 2013
€ 5.014.049bedrijfsresultaat grondbedrijf 2013 (nadelig)
€
€ 5.014.049Onttrekking Reserve Risico Grondexploitatie € 4.837.435 saldo € 0
€ 176.615Onttrekking Algemene reserve grondbedrijf € 176.615 saldo € 176.615 negatief
5.014.049- nadelig
€0 ROS
14 Jaarrekening 2013
177.004 voordelig
Tabel: Mutaties voorzieningen
Bedrag x € 1.000
Mutaties voorzieningen
31 decem ber 2013 -65
Type
Onttrekking voorziening Waterw ijzer
A-staat
Dotatie voorziening Larserpoort kavel Klunder
A-staat
63
Dotatie voorziening Warande restgebieden
A-staat
50
Dotatie voorziening Larserknoop
A-staat
155
subtotaal A-staten
203
Onttrekking voorziening Stadshart
B-staat
Dotatie voorziening Buitenhof
B-staat
-279 109
Dotatie voorziening Hanzepark
B-staat
309
Onttrekking voorziening Noordzoom fase 1 oost
B-staat
-16
Dotatie voorziening Bataviahaven
B-staat
371
Dotatie voorziening Werkeiland
B-staat
58
Dotatie voorziening Warande deelgebied 1
B-staat
1.835
Dotatie voorziening bedrijventerrein Flevopoort
B-staat
989
Dotatie voorziening Onderhanden w erken
B-staat
1.631
subtotaal B-staten
5.007
Vrijval Bovenw ijkse Voorzieningen
-365
Totaal toevoeging aan voorzieningen
4.845
Tabel: Weerstandsverm ogen grondbedrijf
Bedrag x € 1.000
Sam envatting grondbedrijf
Benodigd
Stand
Tekort
Saldo Reserve Risico Grondexploitatie 31 december 2013
11.387
0
-11.387
Saldo Algemene Reserve Grondbedrijf 31 december 2013
2.889
-177
-3.066
14.276
-177
-14.453
Weerstandsverm ogen Grondbedrijf per 31 decem ber 2013
15 Jaarrekening 2013
2. Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting In dit hoofdstuk wordt per programma de volgende informatie getoond: • • •
Een uitsplitsing van de baten en lasten op programmaniveau, waarbij de primitieve begroting, de tussentijdse begrotingswijzigingen en de uiteindelijke rekening naast elkaar worden gezet; Op subprogramma niveau wordt vervolgens inzicht geboden in het gerealiseerde financiële resultaat; Ten slotte volgt aan het einde van ieder subprogramma een analyse van de financiële afwijkingen (verschillen) tussen de gewijzigde begroting en de uiteindelijke realisatie;
Toelichting op afwijkingen ten opzichte van de begroting • Afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn geconsolideerd weergegeven op subprogramma niveau. Het saldo van de afwijkingen kleiner dan €50.000,- staat vermeld onder de noemer ‘niet toegelichte kleine verschillen’. • Financiële afwijkingen worden door middel van een ‘V’ of een ‘N’ onderverdeeld naar Voordelen- dan wel een Nadelen ten opzichte van de begroting. • Het BBV schrijft voor dat de budgetten ingedeeld moeten worden naar incidentele- en structurele budgetten. Alleen indien het totaal aan structurele lasten volledig wordt gedekt door structurele baten is er sprake van ‘materieel’ begrotingsevenwicht. • Incidentele en structurele afwijkingen: In de financiële analyse is in de tekst aangegeven of de afwijking incidenteel of structureel is. Bij een structurele afwijking zal er in de nieuwe begroting hiervoor een oplossing moeten worden gevonden.
16 Jaarrekening 2013
2.1
Iedereen doet mee
Tabel: Resultaat per program m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P1 Iedereen doet m ee Saldo van baten en lasten Lasten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Lasten Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten P12 Bieden van zorg Totaal Lasten Baten P12 Bieden van zorg Totaal Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Lasten (inclusief reserves)
Bedrag x € 1.000
20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-4.997 -18.617 -23.614
21 246 267
-4.976 -18.371 -23.347
-4.986 -17.732 -22.719
-11 639 628
38 1.723 1.760 -21.854
0 -99 -99 169
38 1.624 1.662 -21.685
68 1.813 1.880 -20.838
30 189 219 847
0 0
-355 -355
-355 -355
-355 -355
0 0
0 0 0 -21.854
202 202 -153 16
202 202 -153 -21.838
202 202 -153 -20.991
0 0 0 847
Baten (inclusief reserves)
Bedrag x € 1.000
20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 P11 P12 Bieden van Betrokkenheid en zorg participatie Begroot
P11 P12 Bieden van Betrokkenheid zorg en participatie
Gerealiseerd
Begroot
17 Jaarrekening 2013
Gerealiseerd
2.1.1 Betrokkenheid en participatie Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P11 Betrokkenheid en participatie Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
-4.997 38 -4.959 -4.959
Begroting na w ijzigingen
21 0 21 21
Rekening
-4.976 38 -4.938 -4.938
Verschil
-4.986 68 -4.919 -4.919
Tabel : Financiële verschillen P11 Betrokkenheid en participatie I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
-11 30 19 19
bedragen x € 1.000
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I /S
Saldo van baten en lasten
68
30 V
19 V
68
30 V
19 V 19 V
-4.976
-4.986
11 N
-4.976
-4.986
11 N
0
0
-
0
0
-
0 -4.976
0 -4.986
11 N
0 38
0 68
30 V
38 38
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
De afwijkingen zijn kleiner dan € 50.000 en daarom niet verder toegelicht.
2.1.2 Bieden van zorg
Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per subprogramma P12 Bieden van zorg Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Primitieve begroting
Wijzigingen
Begroting na wijzigingen
Rekening
Verschil
-18.617 1.723 -16.895
246 -99 148
-18.371 1.624 -16.747
-17.732 1.813 -15.919
639 189 828
0 0 0 -16.895
-355 202 -153 -5
-355 202 -153 -16.900
-355 202 -153 -16.072
0 0 0 828
18 Jaarrekening 2013
Tabel : Financiële verschillen P12 Bieden van zorg
bedragen x € 1.000
I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
lasten begroting realisatie
baten verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Voorzieningen huishoudelijke ondersteuning Voorzieningen gehandicapten
Niet toegelichte (kleine) verschillen
S
-7.170
-6.406
764 V
S
-3.323
-3.542
I /S
-7.878
-7.784
219 N 95 V
-18.371
-17.732
639 V
-355
-355
-
-355 -18.726
-355 -18.087
639 V
Saldo van baten en lasten
1.209
1.350
141 V
905 V
415
463
48 V
219 N 143 V
1.624
1.813
189 V
828 V
202
202
-
-
202 1.826
202 2.015
189 V
828 V
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
Voorzieningen huishoudelijke ondersteuning Lagere incidentele lasten als gevolg van minder aanvragen en een lager aantal geïndiceerde uren (voordeel van €764.000,-). Incidenteel hogere baten als gevolg van een hogere ontvangen eigen bijdrage vanuit het Centraal Administratie Kantoor. De realisatie van deze ontvangen bijdrage voor de Wmo voorzieningen is hoger uitgevallen dan begroot door onder andere de invoering van de vermogenstoets bij de vaststelling van de eigen bijdrage (voordeel van € 141.000,-). Voorzieningen gehandicapten Per saldo incidenteel hogere lasten (nadeel van €219.000,-) als gevolg van: 1. een hoger dan begrote gemiddelde huurprijs voor scootmobielen en rolstoelen, in verband met relatief veel speciale aanpassingen, die gebruikers nodig hebben voor hun handicap (nadeel van €64.000,-); 2. het in 2013 betalen van een factuur van december 2012 (nadeel van €56.000,-); 3. de afhandeling van een aantal duurdere woningaanpassingen, die al in eerdere jaren waren afgegeven. Door bijvoorbeeld revalidatie of ziekenhuisopname heeft verbouwing bijvoorbeeld pas later plaatsgevonden (nadeel van €115.000,-); 4. lagere lasten dan was begroot op het gebied van collectief vervoer (voordeel van €16.000,-).
19 Jaarrekening 2013
2.2
Op weg met talent
Tabel: Resultaat per program m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P2 Op w eg m et talent Saldo van baten en lasten Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Lasten (inclusief reserves)
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-22.427 -4.302 -50.891 -77.620
-4.099 -90 -2.501 -6.690
-26.527 -4.392 -53.392 -84.310
-26.624 -4.409 -57.823 -88.856
-97 -17 -4.431 -4.546
4.957 0 40.996 45.953 -31.667
4.164 0 3.584 7.748 1.058
9.121 0 44.580 53.701 -30.609
7.393 0 48.981 56.375 -32.481
-1.728 0 4.401 2.673 -1.872
-200 0 -200
200 0 200
0 0 0
-220 0 -220
-220 0 -220
200 0 200 0 -31.667
-54 1.230 1.176 1.376 2.434
146 1.230 1.376 1.376 -29.233
752 1.230 1.982 1.762 -30.719
606 0 606 386 -1.486
Bedrag x € 1.000
Baten (inclusief reserves)
70.000
70.000
60.000
60.000
50.000
50.000
40.000
40.000
30.000
30.000
20.000
20.000
Bedrag x € 1.000
10.000
10.000
0
0 P21 Goede schoolloopbaan voor ieder
P22 Sport en recreatie
Begroot
P23 Verhogen arbeidsparticipatie en
P21 Goede schoolloopbaan voor ieder
P22 Sport en recreatie
Gerealiseerd
Begroot
20 Jaarrekening 2013
P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Gerealiseerd
2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P21 Goede schoolloopbaan voor ieder Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-22.427 4.957 -17.470
-4.099 4.164 65
-26.527 9.121 -17.405
-26.624 7.393 -19.231
-97 -1.728 -1.825
-200 200 0 -17.470
200 -54 146 211
0 146 146 -17.260
-220 752 532 -18.699
-220 606 386 -1.439
Tabel : Financiële verschillen P21 Goede schoolloopbaan voor ieder I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
Verschil
bedragen x € 1.000
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Verhuuropbrengst gymzalen Energielasten Exploitatie MFA's De Steiger Voortijdig schoolverlaten Voor- en vroegschoolse educatie Inkomensondersteuning Storting voorziening Onderhoud scholen Leerlingenvervoer
S S S S S I S I S S
-439 -264 -2.709 -882 -3.778 -261 -784 -735 -1.309
-595 -407 -3.192 -747 -2.330 -314 -1.272 -952 -1.555
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I/ S
-15.366
-15.260
156 N 143 N 483 N 134 V 1.448 V 53 N 488 N 217 N 246 N 106 V
-26.527
-26.624
97 N
Saldo van baten en lasten
431
354
77 N
2.883 918 3.705 0
2.980 665 2.206 61
1.184
1.127
97 V 253 N 1.499 N 61 V 57 N
77 N 156 N 143 N 386 N 118 N 51 N 8V 488 N 217 N 246 N 48 V
9.121
7.393
1.728 N
1.825 N
386 220
386 V 0V 386 V 1.439 N
Reserves De Steiger Exploitatie noodschool
I I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
0
0
220 N -
0 -26.527
-220 -26.844
220 N 317 N
-220
146
146
386 V 220 V 0V
146 9.267
752 8.145
606 V 1.121 N
Verhuuropbrengst gymzalen. Incidenteel lagere baten op het gebied van verhuuropbrengsten gymzalen (nadeel van €77.000,-). Energielasten Deels structureel en deels incidenteel hogere lasten (nadeel van €156.000,-) als gevolg van: 1. het niet actueel zijn van de begroting als gevolg van enkele jaren niet indexeren van de begroting in combinatie met stijgende energiekosten en areaalvergroting, en; 2. de strenge winter van begin 2013 en de daarbij behorende hogere stookkosten. Exploitatie MFA's Structureel hogere lasten (nadeel van €143.000,-) als gevolg van hogere schoonmaaklasten voor de Atolplaza, de Borg en Hanzeborg (het niet actueel zijn van de begroting als gevolg van enkele jaren niet
21 Jaarrekening 2013
indexeren en een inhaalslag in verband met het kwaliteitsniveau van de schoonmaak voor met name de Borg). De Steiger Incidenteel hogere lasten in verband met hogere personele uitgaven van De Steiger (nadeel van €383.000,-) en het instellen van een voorziening om het personeel te begeleiden naar ander werk (nadeel van €100.000,-). Ter voorbereiding op de verzelfstandiging medio 2014 is een Sociaal Plan opgesteld, waarmee het proces om de personele lasten in evenwicht te brengen met de (personele) Rijksvergoeding wordt begeleid. Daarnaast is er sprake van incidenteel hogere baten in 2013 als gevolg van niet geraamde terugontvangsten van het UWV en de Belastingdienst over voorgaande jaren (€97.000,-). Afwijkingen in baten en lasten worden per saldo verrekend met de reserve van De Steiger, waarmee deze afwijkingen voor de gemeenterekening een budgetneutrale uitwerking hebben. Het hierboven beschreven, per saldo nadelige, effect binnen de baten en lasten (€386.000,-) wordt gecompenseerd door een evenzo hoge onttrekking uit de reserve (zie tabel op de vorige bladzijde). Voortijdig schoolverlaten Per saldo incidenteel lagere baten (nadeel van €253.000,-) als gevolg van de zogenoemde ‘meeneemregeling’ (nadeel van €245.000,-) en overige lagere baten (nadeel van €8.000,-). Het betreft een doeluitkering, welke verantwoord dient te worden via de SISA regeling. Daarnaast per saldo incidenteel lagere lasten (voordeel van €134.000,-), door: (1) lagere lasten als gevolg van de hierboven beschreven meeneemregeling (voordeel van €245.000,-); (2) hogere lasten als gevolg van niet actuele budgetten 2013 (nadeel van €111.000,-). Met ingang van 2014 zijn budgetten voortijdig schoolverlaten binnen de begroting geactualiseerd, waarmee laatstgenoemde afwijking is gecorrigeerd. Voor- en vroegschoolse educatie Incidenteel lagere baten en lasten (voor- en nadeel van €1.499.000, per saldo 0) als gevolg van het doorschuiven van een deel van ontvangen Rijksbijdrage Voor- en vroegschoolse educatie naar 2014. Daarnaast incidenteel hogere lasten (nadeel van €51.000,-) door wachtgeldverplichtingen van oudwerknemers van de Stichting Onderwijsvoorrang Lelystad (€46.000,-) en incidenteel hogere overige lasten (€5.000,-). Inkomensondersteuning Incidenteel hogere lasten als gevolg van een stijging van het aantal klanten dat aanspraak maakt op de voorziening kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie (nadeel van €53.000,-binnen deze open einde regeling). Daarnaast incidentele baten in 2013 in verband met de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijdragen op grond van de regeling Kinderopvang (voordeel van €61.000,-). Storting voorziening Incidentele storting in de onderhoudsvoorziening IHP in 2013, welke verantwoord wordt binnen programma 2 in plaats van programma 6 (resulterend in een nadeel van €488.000,- binnen dit programma en evenzo groot voordeel binnen programma 6). Deze storting is resultaatneutraal verschoven, aangezien het betrekking heeft op het onderhoud van scholen. Onderhoud scholen Incidenteel hogere lasten op het gebied van dagelijks onderhoud schoolgebouwen (nadeel van €217.000,-). Door de uitvoering van groot onderhoud bij met name Brink en Leathare werd de noodzaak tot extra dagelijks onderhoud duidelijk.
22 Jaarrekening 2013
Leerlingenvervoer Incidenteel hogere lasten (nadeel van €246.000,-), enerzijds doordat de nieuwe verordening leerlingenvervoer (en de daarbij behorende besparingen) pas per augustus 2013 kon ingaan (€142.000,-) en anderzijds is eenmalig een vergoeding betaald aan de vervoerder, voor de op basis van het contract overeen te komen frictievergoeding (€104.000,-). Exploitatie noodschool Incidenteel hogere lasten tegenover evenzo hogere baten binnen de reserve als gevolg van het doorschuiven van de kosten voor de noodschool Zuiderzeewijk. Het betreft een technische budgetneutrale afwijking, waartoe wel is besloten middels de decembernotitie 2013, maar abusievelijk niet is verwerkt in de begroting 2013.
23 Jaarrekening 2013
2.2.2 Sport en recreatie Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P22 Sport en recreatie Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
-4.302 0 -4.302 -4.302
Begroting na w ijzigingen
-90 0 -90 -90
Rekening
-4.392 0 -4.392 -4.392
Verschil
-4.409 0 -4.409 -4.409
Tabel : Financiële verschillen P22 Sport en recreatie
bedragen x € 1.000
I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
-17 0 -17 -17
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I/ S
Saldo van baten en lasten
0
-
17 N
0
-
17 N 17 N
-4.392
-4.409
17 N
-4.392
-4.409
17 N
0
0
-
0
0
-
0 -4.392
0 -4.409
17 N
0 0
0 0
-
0 0
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
De afwijkingen binnen dit subprogramma zijn afzonderlijk kleiner dan € 50.000,- per stuk en worden daarom niet verder toegelicht.
24 Jaarrekening 2013
2.2.3 Verhogen arbeidsparticipatie Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-50.891 40.996 -9.895
-2.501 3.584 1.083
-53.392 44.580 -8.812
-57.823 48.981 -8.842
-4.431 4.401 -30
0 0 0 -9.895
0 1.230 1.230 2.313
0 1.230 1.230 -7.582
0 1.230 1.230 -7.612
0 0 0 -30
Tabel : Financiële verschillen P23 Verhogen arbeidsparticipatie en I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
Verschil
bedragen x € 1.000
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie BBZ Bijstandsuitkeringen Inkomensondesteuning Reïntegratie WSW
Niet toegelichte (kleine) verschillen
S S S S S
I/ S
Saldo van baten en lasten
-1.203 -31.849 -3.623 -7.956 -7.835
-1.446 -34.629 -3.687 -7.816 -8.484
847 30.494 444 4.721 7.325
928 33.483 331 4.581 8.049
-1.761
243 N 2.779 N 64 N 140 V 649 N 836 N
-926 -53.392
1.609
81 V 2.988 V 112 N 140 N 724 V 860 V
162 N 209 V 176 N 75 V 25 V
749
-57.823
4.431 N
44.580
48.981
4.401 V
30 N
0
0
-
1.230
1.230
-
-
0 -53.392
0 -57.823
4.431 N
1.230 45.810
1.230 50.211
4.401 V
30 N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
Bbz Structureel hogere lasten als gevolg van een toename van de Bbz uitkeringen (voorlopige uitkering) en een hogere bijdrage in de onderzoekskosten, onder andere schuldhulpverlening (nadeel van €243.000,). Daarnaast incidenteel hogere baten in 2013 als gevolg van de afrekening van de regeling Bbz (inclusief de onderrealisatie van de ingevoerde normering en de aflossing bedrijfskrediet) leidt tot een hogere Rijksbijdrage (voordeel van €81.000,-). Bijstandsuitkeringen Incidenteel hogere als gevolg van een hoger aantal bijstandsklanten (nadeel van €2.779.000,-). Daarnaast incidenteel hogere baten als gevolg van de hogere Rijksbijdrage op het gebied van bijstandsuitkeringen (voordeel van €2.988.000,-). De voornaamste verklaring voor deze afwijking binnen de baten en lasten is de stijging van de klant aantallen. In de begroting werd nog uitgegaan van gemiddeld 2029 klanten (bij een gemiddelde uitkeringslast van €14.200,-), terwijl het werkelijk gemiddelde klantenaantal over 2013 uit is gekomen op 2110 (met een gemiddelde uitkeringslast van €14.620,-).
25 Jaarrekening 2013
Inkomensondersteuning Incidenteel lagere baten terugvordering bijzondere bijstand doordat er minder leenbijstand (o.a. minder vergoeding inrichtingskosten € 112.000,-) is verstrekt. De incidenteel hogere lasten bijzondere bijstand worden veroorzaakt door stijging kosten beschermingsbewind en toeslagen voor uitwonende jongeren € 63.000,-. Totaal nadeel van € 176.000.
Re-integratie Het saldo op re-integratie is 0. De meeneemregeling bedraagt € 497.000. Hier staan verplichtingen tegenover van prestaties die doorlopen in 2014 (o.a. de Startersbeurs voor € 191.000).
WSW Incidenteel hogere baten door een hogere rijksbijdrage € 724.000, de bijdrage wordt doorbetaald aan de GR IJsselmeergroep. Incidenteel hogere last betreft de doorbetaling van de WSW subsidie aan de GR IJsselmeergroep € 724.000. Deze is hoger dan geraamd in verband met de eveneens hogere rijksbijdrage voor de WSW. Het voordeel van € 75.000 ontstaat doordat de gemeentelijke bijdrage lager is vastgesteld dan was begroot (bijdrage is gebaseerd op 307,57 arbeidsjaren, conform de beschikking van het ministerie).
26 Jaarrekening 2013
2.3
Leefbare stad
Tabel: Resultaat per program m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P3 Leefbare stad Saldo van baten en lasten Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Lasten (inclusief reserves)
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
Verschil
-24.713 -6.366 -13.664 -44.743
-1.551 -5.117 -368 -7.035
-26.264 -11.483 -14.032 -51.778
-26.513 -10.589 -13.707 -50.809
-249 894 325 969
1.230 6.062 10.767 18.059 -26.684
427 3.147 -77 3.497 -3.538
1.657 9.209 10.690 21.556 -30.222
2.343 8.244 10.615 21.202 -29.607
686 -965 -75 -355 615
-40 0 -40
-41 -545 -586
-81 -545 -626
-55 -545 -600
26 0 26
0 0 117 117 77 -26.607
781 1.862 68 2.710 2.124 -1.414
781 1.862 185 2.828 2.201 -28.021
786 1.868 241 2.895 2.295 -27.312
5 6 56 68 94 709
Bedrag x € 1.000
30.000
Baten (inclusief reserves)
Bedrag x € 1.000
30.000
25.000
25.000
20.000
20.000
15.000
15.000
10.000
10.000
5.000
5.000
0
0 P31 P32 Optimaliseren P33 Versterken Wijkontwikkeling stedelijk verkeer duurzaamheid en -beheer
Begroot
P31 P32 P33 Versterken Wijkontwikkeling Optimaliseren duurzaamheid en -beheer stedelijk verkeer
Gerealiseerd
Begroot
27 Jaarrekening 2013
Gerealiseerd
2.3.1 Wijkontwikkeling en -beheer Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P31 Wijkontw ikkeling en -beheer Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-24.713 1.230 -23.483
-1.551 427 -1.124
-26.264 1.657 -24.606
-26.513 2.343 -24.170
-249 686 436
-40 0 -40 -23.523
-41 781 739 -384
-81 781 699 -23.907
-55 786 731 -23.439
26 5 31 468
Tabel : Financiële verschillen P31 Wijkontw ikkeling en -beheer I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
Verschil
bedragen x € 1.000
lasten begroting realisatie
baten verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Afkoopsom Prorail Kabels en leidingen Stadshoofdw egen Asfalt en belijning Onderhoud w egen Reiniging Gladheidbestrijding Schades Onderhoud w atergangen Openbaar groen Begraafplaats
Niet toegelichte (kleine) verschillen
S S S S S S S S S S S
0 -47 -488 -380 -1.008 -761 -389 -68 -36 -3.572
I/ S
-19.515 -26.264
Saldo van baten en lasten Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
-758 0 -401 -212 -957 -689 -696 -141 -127 -3.315
-19.216
758 N 47 V 87 V 167 V 51 V 73 V 307 N 73 N 91 N 257 V 298 V
-26.513
249 N
-81
-55
26 V
-81 -26.345
-55 -26.568
26 V 223 N
132
758 28
1.143
758 V 104 N 60 V 111 N 83 V
57 N 87 V 167 V 51 V 73 V 307 N 13 N 91 N 257 V 111 N 381 V
54
113
412
301
1.060 1.657
2.343
686 V
436 V
781
786
5V
31 V
781 2.438
786 3.129
5V 691 V
31 V 468 V
Afkoopsom Prorail Incidenteel hogere baten in 2013 door het overdragen van toekomstig onderhoud aan objecten Hanzelijn van Prorail aan de gemeente (voordeel van €758.000,-). Daartegenover incidenteel hogere lasten, doordat deze afkoopsom in de voorziening GO Bovengronds is gestort (nadeel van €758.000,en daarmee resultaatneutraal). Kabels en leidingen Structureel lagere baten door minder aanvragen voor het aanleggen van nieuwe kabel- en leiding tracés (nadeel van €104.000,-). Daarnaast om diezelfde reden structureel lagere lasten (voordeel van €47.000,-). De begroting voor 2014 en verder is hierop al aangepast.
28 Jaarrekening 2013
Stadshoofdwegen Incidenteel lagere lasten doordat enkele wegvakken vanwege de onderhoudsstaat in het groot onderhoudsprogramma zijn opgenomen, waardoor de dagelijks onderhoudskosten lager zijn uitgevallen. Tevens incidenteel lagere lasten, doordat er extensief onderhoud aan bomen en beplanting langs de stadshoofdwegen is uitgevoerd (totaal voordeel van €87.000,-). Asfalt en belijning Incidenteel lagere lasten als gevolg van terughoudende uitgaven op het gebied van asfalt en belijning in woonwijken (voordeel van €167.000,-). Dit past in het streven om onderhoud meer op te nemen in de planmatige aanpak van het groot onderhoudsprogramma en het ‘werk met werk’ maken. Onderhoud wegen Incidenteel lagere lasten als gevolg van de beperkte noodzaak van – en terughoudend omgaan methet uitvoeren van onderhoud in afwachting van de uitvoering van groot onderhoud en herinrichting in het Stadshart (voordeel van €51.000,-). Reiniging Incidenteel lagere lasten als gevolg van minder klachten en meldingen (voordeel van €73.000,-).
Gladheidbestrijding Incidenteel hogere lasten in verband met relatief veel sneeuwval begin 2013, waardoor bovenop de 19 geraamde strooiacties nog 14 extra strooiacties zijn uitgevoerd (nadeel van €307.000,-). Schades Incidenteel hogere lasten door schades aan openbare verlichting (nadeel van €73.000,-), die grotendeels worden gedekt door incidenteel hogere baten door het verhalen van schades (voordeel van €60.000,-). Onderhoud watergangen Incidenteel hogere lasten in verband met het herstel van bermsloten en reguliere onderhoudsmaatregelen watergangen die niet onder de overeenkomst met het Waterschap vallen (nadeel van €91.000,-). Openbaar groen Incidenteel lagere lasten als gevolg van minder klachten en meldingen. Daarnaast is terughoudend omgegaan met de inboet van plantmateriaal en is minder dierplaagbestrijding nodig geweest. Verder is alleen het hoogst noodzakelijke snoeionderhoud uitgevoerd (voordeel van €257.000,-). Begraafplaats Structureel lagere baten doordat er minder begravingen hebben plaatsgevonden (95 begrafenissen in plaats van de geraamde 136, nadeel van €111.000,-).
29 Jaarrekening 2013
2.3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P32 Optim aliseren stedelijk verkeer Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-6.366 6.062 -304
-5.117 3.147 -1.970
-11.483 9.209 -2.274
-10.589 8.244 -2.345
894 -965 -71
0 0 0 -304
-545 1.862 1.317 -653
-545 1.862 1.317 -958
-545 1.868 1.323 -1.022
0 6 6 -64
Tabel : Financiële verschillen P32 Optim aliseren stedelijk verkeer I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp Exploitatie Openbaar vervoer Parkeren Stadshart Groene Carré
Niet toegelichte (kleine) verschillen
budget
-3.472 -3.820 -245
-3.203 -3.557 -124
I/ S
-3.945 -11.483
I I I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
lasten begroting realisatie
S S I
Saldo van baten en lasten Reserves Groene Carré Parkeren Kust Parkeren Stadshart
Verschil
bedragen x € 1.000 baten verschil begroting realisatie 3.361 2.816 185
3.065 2.549 100
-3.705
269 V 263 V 121 V 241 V
2.847
-10.589
894 V
-545 -545 -12.028
verschil
saldo
2.530
296 N 267 N 85 N 317 N
26 N 4N 36 V 76 N
9.209
8.244
965 N
71 N
60 253 604
21 294 608
-545
-
945
945
39 N 41 V 4V 0N
39 N 41 V 4V 0N
-545 -11.134
894 V
1.862 11.070
1.868 10.112
6V 959 N
6V 64 N
Openbaar vervoer Lagere incidentele lasten en baten (€ 269.000,- ) dan geraamd doordat de lasten en baten behorende bij de nog te besteden BDU subsidie voor openbaar vervoer (uit voorgaande jaren) aan de begroting 2013 is toegevoegd maar worden pas in 2014 benut. Per saldo is dit resultaat neutraal. Het onbenutte bedrag wordt via de December notitie 2014 aan de begroting 2014 toegevoegd. Daarnaast een overschrijding op overige lasten van € 26.000,- .
Parkeren Stadshart Lagere onderhoudskosten parkeergarages dan geraamd doordat bij besluit van 13 november 2012 (Z12-240846) alleen groot onderhoud wordt uitgevoerd om de garages in stand te houden. Dit heeft in 2013 bijna niet plaatsgevonden. Lagere structurele baten door achterblijvende opbrengst parkeerbelastingen als gevolg van meerdere ontwikkelingen. Hierbij moet gedacht worden aan: verminderen aantal handhavers, economische crisis en de daarmee samenhangende toegenomen leegstand van het aantal winkels in het Stadshart. Het tekort op de parkeerexploitatie Stadshart wordt gedekt uit de egalisatiereserve parkeren. Het begrote tekort op de parkeerexploitatie Stadshart in 2013 is € 604.000 daarmee is de realisatie ca. € 4.000 hoger uitgekomen, zodat dit bedrag extra uit de reserve is onttrokken.
30 Jaarrekening 2013
Groene Carré Lagere incidentele lasten (€ 121.000,-) doordat door besluitvorming van de raad niet alle voorgestelde maatregelen voor het Groene Carré zijn uitgevoerd. Dit leidt ook tot lagere incidentele baten uit de BDU subsidie voor verkeer en vervoer (€ 85.000,-) en lagere onttrekking uit de reserve (€ 39.000,-) . De resterende middelen in de reserve worden volgens het raadsvoorstel voor financiering van het fietspad Larserringweg ingezet. Parkeren Kust Incidenteel extra lasten € 41.000 als gevolg van herstelwerkzaamheden ten behoeve van de overdracht van het parkeerterrein Batavia Stad. Deze worden gedekt uit de egalisatiereserve parkeren, waardoor hogere incidentele onttrekking uit deze reserve..
31 Jaarrekening 2013
2.3.3 Versterken duurzaamheid
Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P33 Versterken duurzaam heid Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-13.664 10.767 -2.897
-368 -77 -445
-14.032 10.690 -3.341
-13.707 10.615 -3.092
325 -75 249
117 117 -2.780
68 68 -377
185 185 -3.156
241 241 -2.851
56 56 305
Tabel : Financiële verschillen P33 Versterken duurzaam heid I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp Exploitatie Afvalstoffen Rioolheffing Klimaatbeleid en dw angsommen Particuliere w oningverbetering Opheffing samenw erkingsverbanden milieu
Niet toegelichte (kleine) verschillen Saldo van baten en lasten Reserves Particuliere w oningverbetering
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
budget S S S S S
bedragen x € 1.000
lasten begroting realisatie
baten verschil begroting realisatie
-6.290
-6.001
-714 -1.721
-769 -1.576
289 V 54 N 145 V
-5.307
-5.361
55 N
8.141
-14.032
-13.707
325 V
I
-
I
I/ S
Verschil
0
0
-
0 -14.032
0 -13.707
325 V
655 1.830 65
774 1.751 -7
verschil 119 V 78 N 72 N -
408 V 78 N 72 N 54 N 145 V
8.097
44 N
99 N
10.690
10.615
75 N
249 V
0
56
56 V
56 V
185
185
0V
0V
185 10.876
241 10.856
56 V 19 N
56 V 305 V
Afvalstoffen Incidenteel lagere lasten in 2013 door een daling van de ingezamelde hoeveelheden en minder afkeur door vervuilde hoeveelheden papier. Daarnaast lagere incidentele lasten door de eindafrekening van HVC inzake de verwerking van afvalstoffen 2012 (voordeel van €289.000,-). Incidenteel hogere baten door nagekomen inkomsten (voordeel van €119.000,-) uit voorgaande jaren (stichting afvalzorg en Nedvang). Rioolheffing Lagere baten in 2013 door een verschuiving van meer- naar eenpersoonshuishoudens, waarvoor een lager tarief geldt. Daarnaast is het aantal gerealiseerde woningen achtergebleven bij de raming (totaal nadeel van €78.000,-).
32 Jaarrekening 2013
saldo
Klimaatbeleid en dwangsommen Incidenteel lagere baten in 2013 doordat er nog een Rijksvergoeding van €26.000,- stond geraamd, die niet langer ontvangen wordt (met ingang van 2014 is dit reeds gecorrigeerd in de meerjarenraming). Daarnaast is er in 2013 €14.000,- minder aan dwangsommen opgelegd en is bovendien €33.000,terugbetaald, doordat enkele dwangsommen uit voorgaande jaren geheel of gedeeltelijk teniet zijn verklaard (totaal nadeel €72.000,-). Particuliere woningverbetering De doorberekende lasten (€ 54.000,-) voor particuliere woningverbetering, welke worden gedekt door een gelijke bijdrage (baten) vanuit de bestemmingsreserve. Opheffing samenwerkingsverbanden milieu Incidenteel lagere lasten (€ 145.000,-) in verband met de restitutie van de financiële bijdrage van de gemeente aan de milieusamenwerkingsorganen MSF en SEPH, welke per 1 januari 2013 zijn opgegaan in de OFGV.
33 Jaarrekening 2013
2.4
Sterke stad
Tabel: Resultaat per program m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P4 Sterke stad Saldo van baten en lasten Lasten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten P42 Kw aliteit aanbod versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken Totaal Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Lasten (inclusief reserves)
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-882 -23.238 -1.001 -1.853 -26.974
-229 -911 0 -29 -1.168
-1.111 -24.149 -1.001 -1.882 -28.143
-1.083 -29.140 -976 -2.012 -33.211
27 -4.991 25 -130 -5.068
125 16.994 1 0 17.119 -9.855
111 -1.045 0 0 -934 -2.102
236 15.949 1 0 16.185 -11.958
208 16.608 0 19 16.835 -16.376
-28 660 -1 19 650 -4.418
-1.018 -1.018
366 366
-652 -652
-247 -247
406 406
125 0 125 -893 -10.748
119 1.647 1.766 2.132 30
244 1.647 1.891 1.239 -10.719
169 5.506 5.675 5.428 -10.948
-75 3.859 3.784 4.189 -229
Bedrag x € 1.000
Baten (inclusief reserves)
35.000
35.000
30.000
30.000
25.000
25.000
20.000
20.000
15.000
15.000
10.000
10.000
5.000
5.000
Bedrag x € 1.000
0
0 P41 Werken P42 Kwaliteit P43 P44 Imago aan de basis aanbod Verbeteren versterken versterken regionale bereikbaar Begroot
P41 Werken P42 Kwaliteit P43 P44 Imago aan de basis aanbod Verbeteren versterken versterken regionale bereikbaar Begroot
Gerealiseerd
34 Jaarrekening 2013
Gerealiseerd
2.4.1 Werken aan de basis Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P41 Werken aan de basis Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-882 125 -757
-229 111 -118
-1.111 236 -875
-1.083 208 -876
27 -28 -1
125 125 -632
119 119 1
244 244 -631
169 169 -707
-75 -75 -76
Tabel : Financiële verschillen P41 Werken aan de basis
bedragen x € 1.000
I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie MKB Regeling Lelystad 2008 Afw ikkeling vordering Niet toegelichte (kleine) verschillen
I I
-463 0
-346 -108
236
177
-629
117 V 108 N 18 V
I/ S
-648
0
-1.111
-1.083
27 V
I
-
I
Saldo van baten en lasten
31
59 N 31 V
58 V 108 N 49 V
236
208
28 N
1N
227
169
58 N
58 N
17
0
17 N
17 N
244 480
169 376
75 N 103 N
75 N 76 N
Reserves MKB Regeling Lelystad 2008
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
0
0
-
0 -1.111
0 -1.083
27 V
MKB Regeling Lelystad 2008 Een incidentele bijdrageverlening in het kader van de MKB Regeling Lelystad 2008 is in 2013 ingetrokken, resulterend in een voordeel van €117.000,- aan de lastenkant. De subsidiebaten en de onttrekking aan de reserve zijn als gevolg hiervan ook lager (nadeel van 59.000,- en nadeel van €58.000,-). Via een technische begrotingswijziging in de december notitie 2014 zal dit budget, na goedkeuring van de raad, weer opgenomen worden in de begroting 2014. Afwikkeling vordering Incidenteel hogere lasten als gevolg van het buiten invordering stellen van een verordening (nadeel van €108.000,-).
35 Jaarrekening 2013
2.4.2 Kwaliteit aanbod versterken Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P42 Kw aliteit aanbod versterken Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-23.238 16.994 -6.245
-911 -1.045 -1.956
-24.149 15.949 -8.200
-29.140 16.608 -12.531
-4.991 660 -4.331
-1.018 0 -1.018 -7.263
366 1.647 2.013 58
-652 1.647 995 -7.206
-247 5.506 5.259 -7.272
406 3.859 4.265 -66
Tabel : Financiële verschillen P42 Kw aliteit aanbod versterken I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
Verschil
bedragen x € 1.000
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Bedrijfsinvesteringszone (Biz) Grondexploitatie
I I/ S
-15.776
-20.803
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I/ S
-8.373
Saldo van baten en lasten
100 14.851
0 15.612
-8.337
5.027 N 36 V
997
100 N 761 V 1N
100 N 4.266 N 35 V
998
-24.149
-29.140
4.991 N
15.949
16.608
660 V
4.331 N
1.577
5.436
70
70
3.859 V 0N
4.266 V 2N
1.647 17.596
5.506 22.114
3.859 V 4.518 V
4.265 V 66 N
Reserves Grondexploitatie
I
-652
-245
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
0
-2
407 V 2N
-652 -24.802
-247 -29.386
406 V 4.585 N
Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Bedrijfsinvesteringszone (Biz) Incidenteel lagere baten in 2013 als gevolg de recente hertelling ten aanzien van de draagvlakmeting voor het invoeren van een Bedrijfsinvesteringszone. Met het intrekken van de verordening is ook besloten de opgelegde aanslagen over 2013 ongedaan te maken en de ondernemers en eigenaren het betaalde bedrag, inclusief wettelijke rente terug te betalen (nadeel van €100.000,-). Grondexploitatie De baten en lasten van de grondexploitatie zijn in combinatie met de mutaties in de reserves binnen dit subprogramma budgettair neutraal. Een nadere toelichting op het resultaat van het grondbedrijf, inclusief de voorgestelde resultaatbestemming, is weergegeven binnen paragraaf 1.4: resultaat grondbedrijf.
36 Jaarrekening 2013
2.4.3 Verbeteren regionale bereikbaarheid Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P43 Verbeteren regionale bereikbaar Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
-1.001 1 -1.000 -1.000
Begroting na w ijzigingen
0 0 0 0
Rekening
-1.001 1 -1.000 -1.000
Verschil
-976 0 -976 -976
Tabel : Financiële verschillen P43 Verbeteren regionale bereikbaar I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
25 -1 24 24
bedragen x € 1.000
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I/ S
Saldo van baten en lasten
0
1N
24 V
0
1N
24 V 24 V
-1.001
-976
25 V
-1.001
-976
25 V
0
0
-
0
0
-
0 -1.001
0 -976
25 V
0 1
0 0
1N
1 1
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
De afwijkingen binnen dit subprogramma zijn afzonderlijk kleiner dan € 50.000,- per stuk en worden daarom niet verder toegelicht.
37 Jaarrekening 2013
2.4.4 Imago versterken Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P44 Im ago versterken Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
-1.853 0 -1.853 -1.853
Begroting na w ijzigingen
-29 0 -29 -29
Rekening
-1.882 0 -1.882 -1.882
Verschil
-2.012 19 -1.993 -1.993
Tabel : Financiële verschillen P44 Im ago versterken
bedragen x € 1.000
I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
-130 19 -111 -111
lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I/ S
Saldo van baten en lasten
19
19 V
111 N
19
19 V
111 N 111 N
-1.882
-2.012
130 N
-1.882
-2.012
130 N
0
0
-
0
0
-
0 -1.882
0 -2.012
130 N
0 0
0 19
19 V
0 0
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
De afwijkingen binnen dit subprogramma zijn afzonderlijk kleiner dan € 50.000,- per stuk en worden daarom niet verder toegelicht.
38 Jaarrekening 2013
2.5
Veiligheid
Tabel: Resultaat per program m a P5 Veiligheid - Veilige stad
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Saldo van baten en lasten Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Totaal Saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
Lasten (inclusief reserves)
Wijzigingen
Rekening
-244 -244
-8.143 -8.143
-8.072 -8.072
71 71
568 568 -7.331 -7.331
210 210 -34 -34
778 778 -7.365 -7.365
606 606 -7.466 -7.466
-172 -172 -101 -101
Bedrag x € 1.000
Baten (inclusief reserves)
8.000
7.000
7.000
6.000
6.000
5.000
5.000 Begroot
Bedrag x € 1.000
Begroot
4.000
Gerealiseerd
Gerealiseerd
3.000
3.000
2.000
2.000
1.000
1.000
0
Verschil
-7.899 -7.899
8.000
4.000
Begroting na w ijzigingen
0 P51 Veiligheid - Veilige stad
P51 Veiligheid - Veilige stad
39 Jaarrekening 2013
2.5.1 Veilige stad Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P51 Veiligheid - Veilige stad Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
-7.899 568 -7.331 -7.331
Begroting na w ijzigingen
-244 210 -34 -34
Rekening
-8.143 778 -7.365 -7.365
Verschil
-8.072 606 -7.466 -7.466
Tabel : Financiële verschillen P51 Veiligheid - Veilige stad I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
71 -172 -101 -101
bedragen x € 1.000 lasten
baten
begroting realisatie
verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Bestuurlijke strafbeschikking. Niet toegelichte (kleine) verschillen
I I/ S
Saldo van baten en lasten
160
5 601
155 N 17 N
155 N 54 V
618 778
606
172 N
101 N 101 N
-8.143
-8.072
71 V
-8.143
-8.072
71 V
0
0
-
0
0
-
0 -8.143
0 -8.072
71 V
0 778
0 606
172 N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
Bestuurlijke strafbeschikking Incidenteel lagere baten in 2013 als gevolg van sterk achterblijvende inkomsten uit de bestuurlijke strafbeschikking (nadeel van €155.000,-). In 2013 is slechts voor €5.000,- aan bestuurlijke boetes uitgeschreven, waar €160.000,- aan inkomsten was begroot. Met het vaststellen van de programmabegroting 2014 zijn de begrote inkomsten structureel naar beneden toe bijgesteld naar €40.000,-. Onderzocht moet worden in hoeverre het niveau van opbrengsten in 2013 verhoogd kan worden naar dit bedrag.
40 Jaarrekening 2013
2.6
Voor de Lelystedeling
Tabel: Resultaat per program m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P6 Voor de Lelystedeling Saldo van baten en lasten Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Lasten (inclusief reserves)
Rekening
Verschil
-2.865 -30.737 -10.792 -44.394
-61 -188 2.734 2.485
-2.925 -30.926 -8.058 -41.909
-2.857 -26.894 -8.066 -37.817
68 4.031 -8 4.091
2.936 5.519 134.684 143.138 98.744
0 -2.073 -2.015 -4.088 -1.603
2.936 3.445 132.669 139.050 97.141
2.010 3.564 133.967 139.541 101.723
-926 119 1.298 490 4.582
-125 0 -2.076 -2.201
0 -1.400 -39 -1.439
-125 -1.400 -2.115 -3.640
-125 -1.400 -2.115 -3.640
0 0 0 0
75 0 2.034 2.109 -92 98.652
292 0 1.279 1.571 132 -1.471
367 0 3.313 3.680 40 97.181
345 0 3.589 3.933 294 102.017
-22 0 276 254 254 4.836
Bedrag x € 1.000
Baten (inclusief reserves)
160.000
160.000
140.000
140.000
120.000
120.000
100.000
100.000
80.000
80.000
60.000
60.000
40.000
40.000
20.000
20.000
0 P61 Gemeentelijke P62 Gemeentelijke P63 Algemene dienstverlening organisatie dekkingsmiddelen
Begroot
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
0 P61 Gemeentelijke P62 Gemeentelijke P63 Algemene dienstverlening organisatie dekkingsmiddelen
Begroot
Gerealiseerd
41 Jaarrekening 2013
Bedrag x € 1.000
Gerealiseerd
2.6.1 Gemeentelijke dienstverlening Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P61 Gem eentelijke dienstverlening Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-2.865 2.936 71
-61 0 -61
-2.925 2.936 11
-2.857 2.010 -848
68 -926 -858
-125 75 -50 21
0 292 292 231
-125 367 242 252
-125 345 220 -628
0 -22 -22 -880
Tabel : Financiële verschillen P61 Gem eentelijke dienstverlening I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
Verschil
bedragen x € 1.000
lasten begroting realisatie
baten verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Leges rijbew ijzen Leges burgerlijke stand Leges bouw vergunningen Niet toegelichte (kleine) verschillen
S S S I/ S
Saldo van baten en lasten
343 201 1.398
213 80 696 1.020
130 N 121 N 702 N 27 V
130 N 121 N 702 N 95 V
993 2.936
2.010
926 N
858 N 22 N 22 N 880 N
-2.925
-2.857
68 V
-2.925
-2.857
68 V
-125
-125
-
367
345
22 N
-125 -3.050
-125 -2.982
68 V
367 3.303
345 2.354
22 N 948 N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
Leges rijbewijzen Incidenteel lagere baten in 2013 als gevolg van het achterblijven van het aantal verkochte rijbewijzen ten opzichte van het trendmatig gemiddeld aantal verkochte rijbewijzen (nadeel van €130.000,-). Deze tendens lijkt de komende twee jaar nog aan te houden, waarna vanaf 2015 weer een sterke stijging te verwachten is. Leges burgerlijke stand Incidenteel lagere baten in 2013 als gevolg van de verhoging van de tarieven, begin 2013. Deze verhoging had een sterk negatief effect op het aantal te voltrekken huwelijken, waarna besloten is het tarief weer naar beneden toe bij te stellen, resulterend in een incidenteel nadeel van €121.000,- in 2013. Voor de jaren 2014 en verder is de begroting aangepast op deze nieuwe situatie. Leges bouwvergunningen Structureel lagere baten in 2013 in verband met de teruglopende bouwactiviteiten (nadeel van €702.000,-).
42 Jaarrekening 2013
2.6.2 Gemeentelijke organisatie
Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P62 Gem eentelijke organisatie Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-30.737 5.519 -25.219
-188 -2.073 -2.262
-30.926 3.445 -27.481
-26.894 3.564 -23.330
4.031 119 4.150
0 0 0 -25.219
-1.400 0 -1.400 -3.662
-1.400 0 -1.400 -28.881
-1.400 0 -1.400 -24.730
0 0 0 4.150
Tabel : Financiële verschillen P62 Gem eentelijke organisatie I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
bedragen x € 1.000 lasten
begroting realisatie
baten verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Ontvangst pensioenpremie Ondersteuning college Frictiekosten Bijsturing 2013 Onderhoud Stadhuis Storting onderhoudsvoorziening Bedrijfsvoering Gebouw en
Niet toegelichte (kleine) verschillen
S S I I S S S S
-202 -608 -1.335 -325 -631 -17.272 -4.669
-95 -280 -157 0 -125 -154 -15.796 -4.523
I/ S
-5.883
-5.764
95 N 78 N 451 V 1.335 V 200 V 477 V 1.476 V 146 V 119 V
-30.926
-26.894
4.031 V
-1.400
-1.400
-
-1.400 -32.326
-1.400 -28.294
4.031 V
Saldo van baten en lasten
0
95
330
95 V 103 V 81 N 2V
0N 78 N 451 V 1.335 V 200 V 477 V 1.579 V 65 V 121 V
3.003 114
3.106 33
328 3.445
3.564
119 V
4.150 V
0
0
-
-
0 3.445
0 3.564
119 V
4.150 V
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
I
Ontvangst pensioenpremie Incidenteel hogere baten in 2013 door niet geraamde ontvangst van het werknemer- en werkgeversdeel pensioenpremie wethouders (voordeel van €95.000,-). Door storting in de betreffende voorziening (nadeel van €95.000,-) verloopt dit resultaatneutraal. Ondersteuning college Incidenteel hogere lasten ad €50.000,- door niet begrote inhuur en incidenteel hogere lasten ad €28.000,- door hogere salariskosten. Frictiekosten Incidenteel lagere frictiekosten in 2013 in verband met de doorontwikkeling van de organisatie (voordeel van €451.000,-).
43 Jaarrekening 2013
Bijsturing 2013 Naar aanleiding van de crisismonitor mei 2013 zijn er een aantal bijsturingmaatregelen getroffen, resulterend in een voordeel ter grootte van €1.335.000,-. Onderhoud stadhuis Incidenteel lagere lasten voor het dagelijks onderhoud aan het stadhuis (voordeel van €200.000,-). Storting onderhoudsvoorziening Incidentele storting in de onderhoudsvoorziening IHP in 2013, welke verantwoord wordt binnen programma 2 in plaats van programma 6 (resulterend in een nadeel binnen programma 2 en een voordeel binnen programma 6). Deze storting is resultaatneutraal verschoven, aangezien het betrekking heeft op het onderhoud van scholen. Bedrijfsvoering Deze verzameling van afwijkingen worden als incidenteel getypeerd, doordat ofwel: (1) de afwijkingen een incidenteel karakter hebben - Hogere verhuuropbrengsten, omdat het UWV langer gebruik gemaakt heeft van het gemeentehuis dan was begroot (€0,2 mln.); - Onderuitputting van centraal opleidingsbudget, arbo budget, vitaliteitsbeleid en dergelijke (in verband met de focus in 2013 op hervormingstrajecten als Lean) (€0,4 mln.). (2) de budgetten reeds deels zijn afgeraamd na 2013 Verschillende budgetten zijn reeds afgeraamd na 2013. Vooruitlopend hierop is in 2013 beperkt gebruik gemaakt van deze budgetten (centrale P&O budgetten, werving en selectie en dergelijke). Het beperkt aanspreken van deze budgetten heeft in 2013 heeft dus nog een incidenteel voordeel als gevolg (€0,4 mln.). (3) reeds is voorgesorteerd op de toekomstige taakstelling bedrijfsvoering De reeds in de begroting verwerkte taakstelling op de bedrijfsvoering loopt op tot in totaal €1,5 mln. structureel (vanaf 2015). Door voor te sorteren op de uiteindelijke realisatie van deze taakstelling zijn in 2013 al structurele voordelen gerealiseerd. Voorbeelden van kostenbesparingen zijn beperking van de bezetting, energie, efficientere beveiliging, lagere telefonie-, porti- en vrachtkosten (€0,5 mln.). In de jaarschijven na 2013 zullen deze besparingen echter tegenover de taakstelling worden gezet, door de daarbij behorende budgetten af te ramen. Dit zorgt ervoor dat de afwijking in 2013 als incidenteel getypeerd moet worden (om dubbeltelling te voorkomen). Gebouwen Incidenteel lagere lasten op het gebied van vandalismebestrijding gemeentelijke gebouwen (voordeel van €146.000,-). Incidenteel lagere baten door niet ontvangen verzekeringsgelden brandschade Bataviawerf.
44 Jaarrekening 2013
2.6.3 Algemene dekkingsmiddelen
Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P63 Algem ene dekkingsm iddelen Saldo van baten en lasten Lasten Baten Totaal Saldo van baten en lasten Mutatie reserves Lasten Baten Totaal Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-10.792 134.684 123.892
2.734 -2.015 720
-8.058 132.669 124.611
-8.066 133.967 125.901
-8 1.298 1.290
-2.076 2.034 -42 123.849
-39 1.279 1.241 1.960
-2.115 3.313 1.198 125.810
-2.115 3.589 1.474 127.376
0 276 276 1.566
Tabel : Financiële verschillen P63 Algem ene dekkingsm iddelen I ncid ent eel/ St ruct ur eel
onderw erp
budget
Verschil
bedragen x € 1.000
lasten begroting realisatie
baten verschil begroting realisatie
verschil
saldo
Exploitatie Deelnemingen Precariobelasting Algemene uitkering OZB Brandschade uitkering Zandbank Heffingen Korte rente Lange rente Toegerekende rente College onvoorzien diversen w aaronder vrijval stelpost kapitaallasten
Niet toegelichte (kleine) verschillen
S S S S I S S S S S S
I/ S
Saldo van baten en lasten
1.100 1.560 93.785 19.903 0 159
1.260 1.503 94.089 20.205 57 301
15.572
15.986
161 V 57 N 304 V 302 V 57 V 142 V 415 V -
161 V 57 N 304 V 302 V 57 V 142 V 808 V 1.599 N 415 V 135 V 690 V 67 N
-864 -4.691
-56 -6.290
-135 -561
0 129
808 V 1.599 N 135 V 690 V
-1.807
-1.849
42 N
591
566
24 N
-8.058
-8.066
8N
132.669
133.967
1.298 V
1.290 V
-
1.279
1.196
83 N
83 N
Reserves reserve bovenw ijkse voorzieningen
I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Gerealiseerd resultaat
-2.115
-2.115
0V
2.034
2.392
359 V
359 V
-2.115 -10.172
-2.115 -10.180
0V 8N
3.313 135.982
3.589 137.556
276 V 1.574 V
276 V 1.566 V
Deelnemingen Incidenteel hogere baten door hogere dividenduitkeringen: HVC (voordeel van €39.000,-); Alliander (voordeel van €25.000,-); Vitens (voordeel van €18.000,-). Daarnaast tevens hogere baten als gevolg van een niet begrote slotuitkering van de Gemeenschappelijke Regeling Automatisering oost Nederland in liquidatie (voordeel van €71.000,-). Samen met overige afwijkingen van €8.000,- resulteert dit in een totaal voordeel van €161.000,-.
45 Jaarrekening 2013
Precariobelasting Structureel lagere baten doordat de opgaaf van het aantal mogelijk te verrekenen kilometer kabel afwijkt van voorgaande jaren, door een dispuut met de betreffende leverancier (nadeel van €57.000,-). Algemene uitkering Incidenteel hogere baten met name als gevolg van het zogeheten ‘herfstakkoord’. Het kabinet heeft met de oppositiepartijen D’66, ChristenUnie en SGP onder andere de afspraak gemaakt om in 2013 nog €600,- mln. uit te trekken voor het onderwijs. Aangezien het gemeentefonds meebeweegt met de Netto Gecorrigeerde Rijksuitgaven ontvangen de gemeenten als gevolg van dit besluit ook meer middelen en gaan ze mee ‘de trap op’ (totaal voordeel €304.000,-). OZB gebruikers en eigenaren Incidenteel hogere baten (voordeel van €302.000,-), enerzijds als gevolg van ontvangen middelen met betrekking tot voorgaande jaarschijven (voordeel van €126.000,-) en anderzijds als gevolg van hogere baten over jaarschijf 2013 (voordeel van €176.000,-). Er lopen nog verschillende procedures welke het resultaat over komende jaren kunnen beïnvloeden. Brandschade uitkering Zandbank Hogere baten als gevolg van een niet begrote uitkering door de brandschade van school Zandbank (voordeel van €57.000,-). Heffingen Hogere incidentele baten door een toename in het aantal aanmaningen en dwangbevelen, wat tot een stijging van de dwanginvorderingswerkzaamheden en opbrengsten heeft geleid (voordeel van €142.000,-). Korte rente Incidenteel lagere lasten, doordat de korte rente historisch laag staat (voordeel van € 808.000,-). Lange rente Incidenteel hogere lasten op het gebied van de lange rente (nadeel van €1.184.000,-). De gemeente Lelystad heeft te maken met een bestaande leningportefeuille en een gespreide herfinancieringbehoefte (mede afhankelijk van de wettelijke bepalingen omtrent de verdeling tussen korte financiering en lange financiering). Met ingang van 2014 zijn de geraamde rentelasten meerjarig in evenwicht gebracht met de verwachtingen omtrent de huidige leningenportefeuille en toekomstige herfinancieringbehoefte. Daarnaast hogere lasten van €415.000,- als gevolg van de storting in de voorziening (toegerekende) rente onderhanden werk. Dit verloopt budgetneutraal (zie toelichting op de hogere baten, binnen het volgende onderdeel: toegerekende rente). Toegerekende rente Incidenteel hogere baten als gevolg van niet geraamde (toegerekende) rente aan Onderhanden werk, dit verloopt budget neutraal omdat de storting hiervan in de voorziening eveneens niet is geraamd (zie toelichting bij de lasten). College onvoorzien Incidenteel lagere lasten als gevolg van het niet volledig aanspreken van het begrotingsonderdeel ‘College onvoorzien’ (voordeel van €135.000,-).
46 Jaarrekening 2013
Diversen waaronder vrijval stelpost kapitaallasten Incidenteel lagere lasten als gevolg van diverse ontwikkelingen (vrijval van €35.000,- in verband met het niet gebruikt deel ondersteuning WWB’ers (collegebesluit 131029905); vrijval stelpost kapitaallasten (€526.000,-) en vrijval overlopende balansposten voorgaande jaren van ruim €129.000,-
47 Jaarrekening 2013
3.
Balans en toelichting
3.1
Waarderingsgrondslagen
In deze inleiding bij de Balans en de toelichting daarop gaan we in op de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Sinds januari 2013 heeft de Commissie BBV een aantal notities uitgebracht over de volgende onderwerpen: - notitie Rente Deze notitie heeft tot doel inzicht te gegeven in de begrippen (renteresultaat, omslagrente en rente over de eigen (interne) financieringsmiddelen), de verschillende verwerkingswijzen in de begroting en jaarrekening en duidelijkheid te verschaffen aan de gemeenteraad waar de te beïnvloeden knoppen zitten. Dit heeft binnen de administratie van de Gemeente Lelystad niet geleid tot aanpassingen. - notitie Waardering vastgoed Deze notitie gaat in op de verwerking en verantwoording van vastgoed en geeft antwoord op de vraag onder welke omstandigheden vastgoed duurzaam moet worden afgewaardeerd. Er heeft in 2013 geen afwaardering plaats gevonden. - notitieTtoerekening kosten van bestedingen in de openbare ruimte aan grondexploitaties Deze notitie geeft een verdere verduidelijking op bestaande regelgeving onder welke voorwaarden het is toegestaan om investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut uit de grondexploitatie te halen, te activeren en de jaren erna door middel van afschrijvingen ten laste van de exploitatie te brengen. Binnen de administratie van de Gemeente Lelystad worden geen investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd conform de nota activeren en afschrijven. - notitie Erfpacht in het BBV Deze notitie gaat in op de balanswaarderingen van erfpachtgronden en de gehanteerde uitgangspunten voor erfpacht. Deze notitie leidt niet tot aanpassingen in de waardering van de erfpachtgronden binnen de vaste activa. - notitie Het BBV & Arbeidskostengerelateerde verplichtingen In deze notitie wordt een richtinggevende formulering / invulling verwoord van het BBV-begrip “arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume” en is van belang voor financiële deskundigen en beleidsbepalers betrokken bij de verslaggeving van de centrale overheden.
Verschuivingen op de balans Dit jaar hebben er geen verschuivingen plaatsgevonden op de balans.
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de historische kosten of verkrijgingsprijs of indien lager de marktwaarde, tenzij anders is aangegeven. Voor baten en lasten geldt dat ze worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten worden verantwoord voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen als ze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn.
48 Jaarrekening 2013
Financiële instrumenten De Gemeente Lelystad kent alleen primaire financiële instrumenten en voor de waardering hiervan wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen van Financiële vaste activa; Vorderingen; Liquide middelen; Schulden. De gemeente kent géén andere financiële instrumenten zoals derivaten, hedgetransacties etc.
Pensioenverplichting Met behulp van de actuariële methode wordt jaarlijks berekend welk kapitaal nodig is om aan de pensioenverplichting te kunnen voldoen. Op basis van hiervan wordt de dotatie in enig jaar aan de pensioenvoorziening worden bepaald. De hoogte van de dotatie is mede afhankelijk van de marktrente. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn bezittingen met een meerjarig economisch of maatschappelijk nut. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Onder investeringen met een economisch nut worden verstaan investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven (bijvoorbeeld door de kosten ervan in tarieven te verwerken) en/of die verhandelbaar zijn. Alle andere investeringen zijn investeringen met een maatschappelijk nut, zoals investeringen in wegen, pleinen bruggen, etc. Deze worden niet geactiveerd, maar worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. De waardering van materiële vaste activa is gebaseerd op de historische aanschafwaarde minus de al gedane afschrijvingen. Afschrijvingen vinden plaats op basis van annuïteiten. Er worden alleen economische materiële vaste activa opgenomen die meer bedragen dan € 50.000. Financiële vaste activa De financiële vaste activa bestaan uit: Langlopende geldleningen Deelnemingen De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Dit is de aanschafprijs, verminderd met voor wat de geldleningen betreft, de aflossingen op de geldleningen. Indien de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijgingsprijs wordt ze afgewaardeerd tegen de marktwaarde. Op deelnemingen en effecten wordt in principe niet afgeschreven. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Voorraden De voorraden van de Algemene Dienst betreffen de projecten die nog in aanbouw zijn. De overige voorraden betreffen grondvoorraden van het Grondbedrijf. De gronden zonder kostprijsberekening en de onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingkosten verminderd met de verkoopopbrengst en bijdragen. Nb. Aan de gronden zonder kostprijsberekening wordt geen rente toegevoegd. Vervaardigingkosten zijn kosten voor bouw- en woonrijp maken. De hoofdinfrastructurele en overige werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingkosten verminderd met de subsidiebijdragen. In aanvulling op de grondslagen voor resultaatbepaling geldt dat winsten op bouwgrondexploitaties (met kostprijsberekening) worden verantwoord naar rato van de voortgang van de werken. De voortgang wordt bepaald door middel van de gerealiseerde kosten te delen op de verwachte kosten. De winst wordt dan naar rato toegerekend. In geval van duurzame waardevermindering worden voorraden gewaardeerd tegen lagere marktwaarde. In geval van duurzame waardevermindering worden voorraden gewaardeerd tegen lagere marktwaarde. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Jaarlijks wordt de inbaarheid van de vorderingen beoordeeld. Zo nodig wordt er een voorziening dubieuze debiteuren getroffen die als correctie op de vorderingen wordt verwerkt. Jaarlijks wordt de administratie opgeschoond, dat wil zeggen vorderingen die oninbaar blijken te zijn, worden afgeboekt. De voorziening wordt gevormd op basis van de statische methode. Dat wil zeggen dat de dubieusheid per debiteur wordt beoordeeld.
49 Jaarrekening 2013
Liquide middelen De liquide middelen zijn direct opeisbaar en tegen nominale waarde gewaardeerd. Reserves De reserves zijn onderverdeeld in algemene reserve en bestemmingsreserve. Een algemene reserve heeft geen specifieke bestemming en wordt vooral aangehouden als financiële buffer voor algemene risico's. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. De raad kan een verkozen bestemming echter ongedaan maken en besluiten een andere bestemming aan te wijzen voor het geld. Hierdoor zijn bestemmingsreserves in theorie vrij besteedbaar. Voorzieningen Van een voorziening is sprake als het risico concreet omschreven is, maar het moment van besteding van de gelden nog niet vaststaat. Het gaat hierbij ook om zogenoemde egalisatievoorzieningen om de kosten van bijvoorbeeld onderhoud over een aantal jaren gelijk te trekken. In de nota Reserves en Voorzieningen is het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen geactualiseerd. Daarbij zijn ook de reserves en voorzieningen zelf geactualiseerd. In de nota is gesteld dat dit voortaan jaarlijks bij de jaarrekening gedaan wordt, in plaats van eens in de vier jaar bij de nota reserves en voorzieningen. Deze actualisatie maakt onderdeel uit van het jaarrekeningproces. De reserves en voorzieningen die in deze jaarrekening zijn weergegeven zijn dus getoetst aan de beleidscriteria uit de nota Reserves en Voorzieningen. Er wordt geen rente toegerekend aan- of geïndexeerd op reserves of voorzieningen met uitzondering van enkele reserves van het Grondbedrijf die toegelicht worden in de Meerjaren Perspectief Grondbedrijf. Langlopende schulden Vaste schulden met een rentetypische looptijd van een jaar of langer (leningen) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Kortlopende schulden (< 1 jaar) De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Opname van de administratie van het onderwijs In 2008 is de financiële administratie van De Steiger verwerkt in een separate subadministratie en vervolgens aangesloten op de gemeentelijke administratie. Om de verantwoording van De Steiger naar het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap te faciliteren is de inrichting van de subadministratie geënt op de regelgeving vanuit het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Deze regelgeving wijkt op een aantal onderdelen af van het BBV, vooral bij de waardering van activa en de typering reserve versus voorziening aan de passivazijde van de balans. Omdat de gemeente verplicht is het BBV te volgen zijn voor De Steiger in de aansluiting van de subadministratie aanpassingen gedaan om deze te laten voldoen aan de BBV-voorschriften. Grondslagen voor resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van baten en lasten. Dit houdt in dat baten en lasten, ongeacht of ze tot betaling hebben geleid, worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Indirecte kosten worden via een kostenverdeelstaat toegerekend naar de verschillende afdelingen. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks
50 Jaarrekening 2013
terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Met betrekking tot het resultaat van het Grondbedrijf is de volgende winstbepaling vastgesteld. Van alle bestuurlijk vastgestelde grondexploitaties wordt naast de boekwaarde (saldo van gemaakte kosten en gerealiseerde opbrengsten) ook een berekening gemaakt van de nog te maken kosten en nog te realiseren opbrengsten. Aan de hand van de fasering van de nog te maken kosten en nog te realiseren opbrengsten wordt met behulp van parameters (kosten- en opbrengstenstijging 0,5 procent in 2014 en 1,5 procent vanaf 2015 bij een rente van 4 procent) het saldo van de diverse grondexploitaties op contante waarde per 1 januari berekend. Voor de winstbepaling wordt vervolgens per jaar, per (deel)exploitatiebegroting het contant gemaakt resultaat genomen naar rato van de in dat jaar gerealiseerde opbrengstverkopen in verhouding tot de totaal nog te realiseren opbrengstverkopen. De opbrengsten worden pas als gerealiseerd beschouwd nadat de gronden notarieel zijn getransporteerd. De som van deze berekende bedragen over alle vastgestelde grondexploitaties levert het bedrijfsresultaat per jaar op. Op 17 december 2013 heeft de raad besloten welke incidentele exploitatie budgetten op basis van de vastgestelde kaders voor doorschuiven in aanmerking komen. De eventuele aanpassing van budgetten in het nieuwe jaar zijn vastgesteld op basis van de realisatie ten tijde van de rekening maar overschrijden nooit het totaal toegekende budget waartoe initieel is besloten. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
3.2
Balans
Het jaar 2013 is afgesloten met de op de volgende pagina weergegeven balans.
51 Jaarrekening 2013
Tabel: Balans activa
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Balans activa
31 decem ber 2012
Vaste activa Materiële vaste activa Gronden uitgegeven in erfpacht Overige investeringen met een econ. nut Totaal materiële vaste activa
9.639 195.944 205.582
8.962 201.240 210.202
3.357 9.491
3.357 9.491
5.298 -1.457
5.917 -1.998
4.588 21.278
4.238 21.005
Totaal vaste activa
226.860
231.206
Vlottende activa Voorraden en onderhanden w erk Gronden zonder kostprijsberekening Hoofd-infrastructurele w erken Overige w erken Voorraden Onderhandenw erk Totaal voorraden en onderhanden werk
28.889 0 1.110 -14 99.040 129.025
21.093 49 998 0 101.984 124.124
16.976 431 9.614 27.021
22.290 0 8.038 30.327
1.308 11 1.320
4.390 9 4.399
19.655 19.655
22.660 22.660
Totaal vlottende activa
177.021
181.510
Totaal activa
403.881
412.717
Financiële vaste Activa Kapitaalverstrekking aan: Deelnemingen Verbonden partijen Overige langlopende leningen Overige langlopende leningen VZ Overige langlopende leningen Verstrekte leningen: Verstrekte leningen (Verbonden partijen) Totaal financiële vaste activa
Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Overige vorderingen Rekening-Courantverhoudingen Vorderingen op openbare lichamen Totaal Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Liquide middelen Bank- en Girosaldi Kassaldi Totaal Liquide middelen Overlopende activa Overlopende activa Totaal weg Overlopende activa
52 Jaarrekening 2013
Tabel: Balans passiva Balans passiva
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
31 decem ber 2012
Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserves Bestemde reserves Saldo boekjaar Totaal eigen vermogen
6.877 69.931 4.580 81.388
7.809 77.815 809 86.434
Voorzieningen Voorzieningen bestemde gelden derden Voorzieningen overig Totaal voorzieningen
73.504 7.143 80.647
71.849 7.365 79.214
1.988 199.081 81 201.150
2.077 201.215 37 203.329
363.185
368.977
34.014 6.682 40.696
31.674 12.065 43.739
40.696
43.739
403.881
412.717
Schulden met een looptijd > 1 jaar Afkoopsommen Leningen (opgenomen) Waarborgsommen Totaal schulden met een looptijd > 1 jaar
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Vlottende passiva Schulden met een looptijd < 1 jaar Overlopende passiva Totaal vlottende passiva
Totaal vlottende passiva Totaal passiva
53 Jaarrekening 2013
3.3
Vaste activa
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste activa. De vaste activa bestaan uit materiële en financiële vaste activa. Tabel: Vaste activa Vaste activa
31 Herdecem ber schik2012 king
Materiële vaste activa Gronden uitgegeven in erfpacht Gronden uitgegeven in erf pacht 8.962 Totaal Gronden uitgegeven in erfpacht 8.962 Overige investeringen met een econ. nut Bedrijfsgebouw en 161.202 Gronden en terreinen AD 10.589 Grond-w eg-/w aterb.w erken 2.087 Machines, app. Installaties 22.146 Overige materiële activa 5.217 Vervoermiddelen Totaal Overige investeringen m et een econ. 201.240 nut Totaal Materiële vaste activa 210.202 Financiële vaste Activa Kapitaalverstrekking aan: Deelnemingen (Overige) 3.357 Deelnemingen (Verbonden partijen) 9.491 Totaal Kapitaalverstrekking aan: 12.849 Overige langlopende leningen Overige langlopende leningen 5.917 VZ Overige langlopende leningen -1.998 Totaal Overige langlopende leningen 3.918 Verstrekte leningen: Verstrekte leningen (Verbonden partijen) 4.238 VZ Verstr. leningen (Verbonden partijen) Totaal Verstrekte leningen: 4.238 Totaal Financiële vaste Activa 21.005 Totaal vaste activa 231.206
Bedrag x € 1.000 31 Bijdragen Inves- Desinve- Afschrijvan decem ber teringen teringen vingen derden 2013
677 677
9.639 9.639
34 -215
685
-7
180
720 81 35 1.522 2.198
-1
-8 -8
-4.319 -48 -44 -1.824 -575 -6.809 -6.809
157.595 10.326 2.043 21.222 4.723 35 195.944 205.583
3.357 9.491 12.849 444 542 986
-1.063 -1.063
5.298 -1.457 3.841
400
-50
4.588
400 1.386 3.584
-50 -1.113 -1.121
4.588 21.278 226.861
-6.809
Materiële vaste activa In 2012 is de Nota activeren en afschrijven door het college vastgesteld. Alle mutaties zijn conform deze nota verwerkt. Verder heeft er, zoals elk jaar, een aanwezigheidscontrole plaatsgevonden. Gronden uitgegeven in erfpacht De mutatie binnen de gronden uitgegeven in erfpacht groot € 677.000 betreft onder andere een gebied aan de Flevokust Zuid. Overige investeringen met een economisch nut Bedrijfsgebouwen De toename van de balanspost bedrijfsgebouwen betreft onder meer een aanvulling op de vervangende nieuwbouw de Zevenster (€ 447.000) en de renovatie van schoolgebouw De Brink (€143.000).
Machines, apparaten en installaties De investeringen in machines, apparaten en installaties betreffen voorzieningen ten behoeve van filmvoorstellingen in theater Agora (€ 220.000) die verhuurd worden aan het theater en diverse investeringen in ICT hardware (€ 500.000) zoals de servers waarop de gemeentelijke applicaties draaien.
Overige materiële vaste activa
54 Jaarrekening 2013
De toename van de balanspost “overige materiële vaste activa” betreft de eerste inrichting van schoollokalen en de bijbehorende Onderwijs LeerPakketten (€ 81.000)
Vervoermiddelen De toename komt door de vervanging van de bedrijfsauto voor de landmeters (€35.000)
Financiële vaste activa In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de deelnemingen en verstrekte leningen. Tabel: Deelnem ingen en verstrekte leningen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Deelnem ingen en verstrekte leningen
31 decem ber 2012
Deelnem ingen (Overig) 052001 Deelnemingen Aandelenkapitaal OMAGC CV Aandelenkapitaal Vitens Deelname Aandelenkap.Huisvuilcentrale Deelname aandelenkapitaal Alliander Deelname Aandelenkapitaal BNG Deelname Aandelenkapitaal Technofonds Totaal Deelnem ingen (Overig)
1.000
1.000
98
98
4
4
1.195
1.195
38
38
1.022
1.022
3.357
3.357
Deelnem ingen (Verbonden partijen) 052101 Verbonden partijen Aandelenkap.Ontw ikkelingsmij.Airport L/A Aandelenkapit. NV Sportbedrijf Lelystad BV Perspectief, aandelenkapitaal
25
25
9.198
9.198
18
18
250
250
Totaal Deelnem ingen (Verbonden partijen) Totaal deelnem ingen 050001 Overige langlopende leningen Agora Theater Batavia overbruggingskrediet 2006 Cafetariamodel (Gemal) DO Openb.groen Dierenw eiden Erfgoed Centrum Nieuw land Stichting IJsselmeerziekenhuizen Stichting stimuleringsfonds volkshuisvesting Stichting VO Verstrekte hypotheken eigen personeel Totaal 050001 Overige langlopende leningen 050011 VZ Overige langlopende leningen Agora Theater Stichting IJsselmeerziekenhuizen Totaal 050011 VZ Overige langlopende leningen 051101 Verstrekte leningen (Verbonden partijen) Omala Lening Onderhandse lening NV Sportbedrijf LLS Totaal 051101 Verstrekte leningen (Verbonden partijen)
9.491 12.849
9.491 12.849
248 223 31 27 547 1.333 2.072 420 397 5.298
248 257 36 0 562 2.000 1.893 480 442 5.917
-125 -1.332 -1.457
0 -1.998 -1.998
3.053 1.535 4.588
2.653 1.585 4.238
Totaal verstrekte leningen Totaal deelnem ingen en verstrekte leningen
8.429 21.278
8.156 21.005
St.Uiver en Constellation, participatie
55 Jaarrekening 2013
Kapitaalverstrekkingen Toelichting deelnemingen (overig) Vitens De gemeente Lelystad is aandeelhouder van Vitens N.V. Het belang van de deelneming kan worden omschreven als het zekerstellen van een continue watervoorziening ten behoeve van inwoners en bedrijven (w.o. een adequaat leidingennet) en het streven naar zo laag mogelijke tarieven.
HVC N.V. Het publieke belang dat door deze partij wordt gediend, is het reguleren van de afvalverwerking in Lelystad. Er is sprake van een aandeelhouderschap voor onbeperkte duur.
Alliander De gemeente Lelystad is aandeelhouder van Alliander. Het belang van deze deelneming kan worden omschreven als het zekerstellen van een continue energievoorziening en het streven naar zo laag mogelijke tarieven. Het aandeelhouderschap in Alliander is ontstaan na de splitsing van NV Nuon. De balanswaarde van Alliander is, conform richtlijnen van BBV, gebaseerd op de historische kostprijs van de oude Nuon. De gemeente Lelystad heeft 873.863 aandelen Alliander.
BNG De gemeente Lelystad is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De BNG is een bank voor overheidsinstanties. De BNG is dan ook volledig in handen van Nederlandse overheden. Lelystad is voor 0,009% aandeelhouder van BNG.
OMAGC CV In 2008 is de OMALA NV opgericht om slagvaardig te kunnen inspelen op de bedrijfsontwikkelingen nabij de luchthaven Lelystad. Het gaat hier om een gelijke deelneming van de gemeenten Almere, Lelystad en de provincie Flevoland in deze NV. Vooruitlopend op de oprichting van Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City CV (hierna: OMAGC CV) is door ieder van de deelnemende partijen een lening van € 1.000.000 verstrekt aan OMALA NV. Bij het aangaan van de geldlening is bepaald dat na oprichting van OMAGC CV de geldlening direct wordt afgelost en is omgezet in aandelenkapitaal van OMAGC CV.
Technofonds Doelstelling is het in het kader van het regionale technologiebeleid verstrekken van risicodragend kapitaal, in de vorm van participatie in het aandelenkapitaal en/of het verstrekken van achtergestelde leningen, aan startende en doorstartende ondernemingen in het MKB in Flevoland, waarbij het gaat om ontwikkelingen bij bedrijven op technologisch-innovatief terrein. In 2009 heeft Lelystad 772 extra aandelen aangekocht door een kapitaalstorting te doen ter waarde van € 350.000.
56 Jaarrekening 2013
Toelichting deelnemingen (verbonden partijen) Ontwikkelingsmij.Airport Lelystad/Almere In 2008 is de OMALA NV opgericht (zie ook OMALA CV). Het gaat hierom een gelijke deelneming via de CV van de gemeenten Almere, Lelystad en de provincie Flevoland in deze NV, ieder tot een bedrag van € 25.000.
Sportbedrijf Lelystad N.V. Sportbedrijf Lelystad, is van start gegaan op 1 februari 1999 is eigenaar van en beheert en exploiteert bijna alle sportaccommodaties in Lelystad. Tevens verzorgt het Sportbedrijf sportstimuleringsactiviteiten en is het sportsteunpunt er ondergebracht. De gemeente Lelystad heeft met het Sportbedrijf Lelystad een dienstverleningsovereenkomst voor het uitvoeren van gemeentelijk sportbeleid. De meest recente officieel vastgestelde jaarrekening is die van 2012.
Perspectief B.V. in liquidatie In 2008 is stichting Perspectief omgezet in Perspectief BV. Gemeente Lelystad is enig aandeelhouder en heeft ten behoeve van de oprichting € 18.000 gestort als aandelenkapitaal. Stichting Perspectief is begin 1997 opgericht ten behoeve van de bevordering en afstemming van de additionele werkgelegenheid en uitvoering van taken op het terrein van veiligheidszorg, parkeerbeheer en wijkgericht werken. In 2013 is besloten om Perspectief B.V op te heffen. De afwikkeling is reeds gestart, afronding wordt in 2014 verwacht.
St. Uiver Constellation In 2012 hebben KLM, Schiphol en de gemeente Lelystad de de stichting Uiver Constellation opgericht. In de stichting is het recht ondergebracht om de vliegtuigen Uiver en Constellation te behouden en te exploiteren, waaronder het recht om de vliegtuigen aan een derde ter beschikking te stellen, in dit geval aan Libéma, de huidige exploitant van het Aviodrome. De oprichting van de stichting heeft bijgedragen aan het behoud van Aviodrome voor Lelystad.
Overige langlopende leningen Toelichting verstrekte leningen overige Agora Theater Op 1 april 2012 is een lening van (€ 275.000) aan het Agora theater verstrekt om de liquiditeitspositie te versterken. In 2013 is besloten het aflossingsdeel van de lening voor een periode van drie jaar aflossingsvrij te maken. De voorziening risico voorziening lening stichting Agora Theater van € 125.000 is ingesteld in november 2008 ten laste van de ROS en dient ter dekking van een lening aan de stichting Agora. Conform de verslagleggingsregels van het BBV wordt de voorziening in mindering gebracht op de post leningen. Batavia overbruggingskrediet De lening is in 2006 verstrekt voor de tweede tranche van een ondersteuningstraject. De lening heeft een looptijd van 13 jaar. Op deze lening is in 2013 € 34.254 afgelost.
57 Jaarrekening 2013
Cafetariamodel Het Cafetariamodel is afgenomen naar € 31.000. Het cafetariamodel is een onderdeel van de arbeidsvoorwaarden van de Gemeente Lelystad. Er is in 2013 € 5.000 uitbetaald aan deelnemers.
Erfgoedcentrum Nieuw Land In 2009 is ten behoeve van de investering voor de herbouw van de voormalige kantine van het werkeiland Lelystad-haven op het museumcomplex van het Nieuw Land Erfgoedcentrum een lening ad. € 591.000 verstrekt. De lening wordt in gelijke termijnen in 40 jaar worden afgelost. De lening is rentevrij verstrekt, de aflossing heeft conform het aflossingsschema plaatsgevonden. Stichting Dierenweides Lelystad In 2013 is er een lening verstrekt van € 27.400 dit om de financiële gevolgen als gevolg van de fraude te kunnen dragen, terwijl een derde daarvoor verantwoordelijk is. De aflossing zal in overleg met de stichting in redelijke termijn worden bepaald ca. 10 jaar. Stichting IJsselmeerziekenhuizen In 2008 heeft de gemeenteraad besloten een lening van € 2.000.000 te verstrekken voor de warme doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen. Deze lening wordt afgelost in 3 gelijke termijnen voor het eerst op 31 december 2012, tenzij op het moment van aflossing de solvabiliteit van de geldnemer lager is dan 15% of als deze door de terugbetaling onder de 15% komt, dan wordt het bedrag van de aflossing in mindering gebracht van de getroffen voorziening. In 2013 heeft dit op basis van de jaarstukken 2012 plaatsgevonden. De aflossing heeft nog niet plaatsgevonden in afwachting van de vaststelling van de solvabiliteitspositie van het ziekenhuis. Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Deze lening is bestemd voor particuliere woning verbetering en voor starters op de woningmarkt. De uitvoering van dit besluit ligt bij Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. De gemeente Lelystad heeft een bijdrage verstrekt van € 2.300.000, van dit bedrag is voor € 2.072.000 aan leningen verstrekt het resterende saldo staat verantwoord onder de nog te ontvangen bedragen. Stichting voor Voortgezet Onderwijs Lelystad (lening Rietlanden) Aan Stichting voor Voortgezet Onderwijs Lelystad is een lening verstrekt ad. € 600.000. De ingangsdatum van de lening is 1 augustus 2007 en loopt uiterlijk tot 2020. De lening is verstrekt voor een goede financiële afwikkeling van de besturenfusie tussen het bestuur van de Stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs in Lelystad en omstreken en het bestuur van het openbaar voortgezet onderwijs. Conform het afgesproken aflossingsschema is er in 2013 € 60.000 afgelost. Verstrekte hypotheken eigen personeel De post verstrekte hypotheken aan eigen personeel neemt af door aflossingen van oude leningen en doordat de gemeente geen nieuwe leningen meer verstrekt.
Verstrekte leningen Toelichting nieuw verstrekte leningen verbonden partijen Ontwikkelingsmaatschappij Airport Lelystad/Almere (Omala) Het doel van Ontwikkeling Maatschappij Airport Lelystad Almere is het versterken van de sociaaleconomische structuur en bevorderen van werkgelegenheid in Flevoland in samenhang met de ontwikkeling van Lelystad Airport door het realiseren van een hoogwaardig Businesspark. Belangrijkste activiteiten zijn: het verwerven van de noodzakelijke gronden, deze ontwikkelen en uitgeven aan
58 Jaarrekening 2013
luchtvaartgerelateerde en andere bedrijven. In 2013 is er voor € 400.000 aan nieuwe leningen verstrekt aan OMALA NV.
Sportbedrijf Lelystad In 2002 is € 2.723.000 verstrekt aan Sportbedrijf Lelystad voor de bouw van het racketcentrum. De lening loopt tot en met 2031. Deze onderhandse lening is conform voorwaarden afgelost.
Toelichting Voorzieningen verstrekte leningen Stichting IJsselmeerziekenhuizen In 2008 heeft de gemeenteraad besloten een bijdrage van € 2.000.000 te leveren voor de warme doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen. Deze lening wordt afgelost in 3 gelijke termijnen voor het eerst op 31 december 2012, tenzij op het moment van aflossing de solvabiliteit lager is dan 15% of als deze door de terugbetaling onder de 15% komt. De aflossing heeft nog niet plaatsgevonden in afwachting van de vaststelling van de solvabiliteitspositie van het ziekenhuis.
59 Jaarrekening 2013
3.4
Vlottende activa
De vlottende activa worden in deze paragraaf nader toegelicht. Tabel: Vlottende activa
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 129.025 27.021 19.655 1.320 177.021
Vlottende activa Voorraden en onderhanden w erk Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
31 decem ber 2012 124.124 30.327 22.660 4.399 181.510
Voorraden en onderhanden werk De post onderhandenwerk bestaat uit Onderhanden werk algemene dienst en Onderhanden werk grondbedrijf. De post onderhanden werk algemene dienst is in 2013 € 3.508.000 en het onderhanden werk grondbedrijf is in 2013 € 95.532.000, samen is de post onderhanden werk totaal € 99.040.000. Onderhanden werk Tabel: Voorraden en onderhanden w erk
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 39.113 -10.225 28.889 0 0 3.508 111.349 -15.817 99.040 1.097 1.097 129.025
Voorraden en onderhanden w erk Niet in expl.genomen gronden NIEGG Voorziening niet in expl.genomen gronden subtotaal Hoofd-infrastructurele w erken subtotaal Onderhanden w erk Algemene Dienst Onderhanden w erk Grondbedrijf Voorziening Voorraden en OHW GB subtotaal Overige w erken subtotaal Totaal Voorraden en onderhanden w erk
31 decem ber 2012 31.114 -10.022 21.093 49 49 1.683 110.694 -10.394 101.984 998 998 124.124
Onderhanden werk algemene dienst Op de deze post worden de investeringsprojecten in uitvoering vastgelegd. Wanneer de projecten worden opgeleverd of gerealiseerd zijn, vindt overheveling naar materiële vaste activa plaats. Totaal aan toegekende investeringskredieten per balansdatum in uitvoering bedraagt € 11.977.000. Ultimo 2013 is er € 3.350.000 uitgegeven. De grootste post wordt gevormd door investeringen in de Marktplaatsen € 3.062.000. Tabel: Specificatie onderhanden w erk Specificatie onderhanden w erk
Bedrag x € 1.000 Restant krediet begin 2013
Realisatie in 2013
Restant
Dienstverlening
370
187
Gebouw enbeheer
400
24
376
10.494
3.062
7.433
100
52
48
Marktplaatsen Onderw ijs Overige Eindtotaal
183
613
183
430
11.977
3.508
8.470
60 Jaarrekening 2013
Onderhanden werk grondbedrijf Tabel: Onderhanden w erk grondbedrijf
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Onderhanden w erk Grondbedrijf Boekw aarde per 1 januari 2013 respectievelijk 2012
31 decem ber 2012
110.694
113.957
-7.723
-3.477
102.971
110.480
Overheveling van “gronden zonder kostprijsberekening” Overheveling naar “gronden zonder kostprijsberekening” Overheveling naar “overige w erken Boekw aarde Bij: Bestedingen in het jaar gespecificeerd naar: - Grondaankopen
466
- Rente bijschrijvingen en algemene kosten
4.727
6.032
- Overige bestedingen
3.638
9.314
- Overige vermeerderingen Totaal bestedingen
39
463
8.404
16.275
-690
-2.486
Af: Opbrengsten in het jaar gespecificeerd naar: - Verkopen - Onttrekking voorzieningen
-9.265
- Ontvangen subsidies - Overige verminderingen
-97
-4.662
-787
-16.413
Resultaatneming
761
352
Resultaat
761
352
111.349
110.694
- Voorziening Stadshart
-2.755
-2.918
- Voorziening Hanzepark
-4.242
-3.782
- Voorziening onderhanden w erk
-3.081
-1.712
- Voorziening Warande deelgebied 1
-1.835
0
- Voorziening Houtribhoogte
-830
-480
- Voorziening Bataviahaven
-1.854
-1.426
-169
-57
0
-15
Totaal opbrengsten
Subtotaal Onderhanden w erk Af: Voorziening onderhanden w erk grondbedrijf:
- Voorziening Buitenhof (Gelderse Hout) - Voorziening Noordzoom fase 1 Oost - Voorziening bedrijventerrein Flevopoort - Voorziening Werkeiland Subtotaal Voorzieningen Totaal Onderhanden w erk Grondbedrijf
-990
0
-61
-3
-15.817
-10.393
95.532
100.301
De afname van de boekwaarde (inclusief voorzieningen) van € 100.301.000 naar € 95.532.000 wordt globaal veroorzaakt door de overheveling van het complex Flevokust Noord naar de Gronden zonder kostprijsberekening (A-staten) voor -/- € 8.000.000, door het treffen van voorzieningen -/- € 5.000.000, door de rentebijschrijving ad € 5.000.000, de kosten bouwrijp maken € 4.000.000 en door de verkopen ad -/- € 1.000.000. In het Jaarverslag van het Grondbedrijf 2013 , een bijlage bij deze jaarrekening worden de mutaties op deze complexen verder toegelicht.
61 Jaarrekening 2013
Gronden zonder kostprijsberekening De toename van de boekwaarde van € 21.094.000 naar € 28.889.000 miljoen wordt in grote lijnen veroorzaakt door overheveling van het complex Flevokust Noord voor € 8.000.000, de kosten planvoorbereiding Flevokust en bouwrijpmaken Larserplein € 2.000.000, en door verkopen vermindert de boekwaarde met € 2.000.000. Onder gronden zonder kostprijsberekening verstaan we: -
Gronden met grondexploitaties in voorbereiding
-
Gronden met haalbaarheidsanalyses en/of solitaire ontwikkelingen
-
Gronden waarvan nagenoeg alle gronduitgiften zijn gerealiseerd en die binnen afzienbare termijn kunnen worden afgesloten. De nog te maken kosten en opbrengsten worden verantwoord via de zogenaamde A-staat.
Tabel: Gronden zonder kostprijsberekening
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Gronden zonder kostprijsberekening Boekw aarde per 1 januari 2012 respectievelijk 2013
31 decem ber 2012
31.114
27.919
7.723
3.476
2.349
1.295
- Overheveling naar "onderhanden w erken" - Overheveling van "onderhanden w erken" - Overheveling van "overige w erken" - Kosten verw erving/bouw rijp maken - Resultaatneming / vrijval voorzieningen
-365
230
-1.708
-1.806
39.113
31.114
- Voorziening Larserpoort kavel Klunder
-4.236
-4.173
- Voorziening restgebieden Warande
-3.867
-3.817
- Voorziening Larserknoop
-1.183
-1.028
- Voorziening Noorderzijl (Meerdijkhaven)
-387
-387
- Voorziening Graansteiger
-511
-511
- Voorziening Kust-Centraal
-40
-40
- Opbrengst verkopen Subtotaal Gronden zonder kostprijsberekening Af: Voorzieningen Gronden zonder kostprijsberekening:
- Voorziening Werkeiland binnengebied (niet in exploitatie)
0
0
- Voorziening Waterw ijzer
0
-65
-10.224
-10.021
28.889
21.093
Subtotaal Voorzieningen Totaal gronden zonder kostprijsberekening
62 Jaarrekening 2013
Vorderingen Tabel: Uitzettingen korter dan één jaar (Vorderingen) Uitzettingen korter dan één jaar (Vorderingen)
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Overige vorderingen Deb iteuren algemeen Debiteuren belastingen Debiteuren Sociale Zaken Totaal Overige vorderingen Rekening-Courantverhoudingen Rekening courant O.L. Totaal Rekening-Courantverhoudingen Vorderingen op openbare lichamen Vorderingen op openbare lichamen Totaal Vorderingen op openbare licham en Totaal uitzettingen korter dan één jaar
Tabel: Debiteuren algem een naar ouderdom Debiteuren algem een minder dan 1 maand 1 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 maanden en ouder * Af: Debiteuren Openbaar Lichaam Subtotaal
31 decem ber 2012
2.960 4.426 9.590 16.976
6.530 5.845 9.915 22.290
431 431
0 0
9.614 9.614 27.021
8.038 8.038 30.327
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 1.356 510 807 1.675 -1.170 3.178
31 decem ber 2012 1.948 70 57 4.666
Voorziening dubieuze debiteuren -219 Totaal debiteuren algem een 2.960 * In de ouderdomsanalyse zijn de vorderingen op de openbare lichamen inbegrepen. Deze w orden separaat op de balans getoond bij de vorderingen op openbare lichamen.
6.741 -211 6.530
Debiteuren algemeen De post openstaande debiteuren algemeen laat ten opzichte van 2012 een afname van € 3.670.000 zien. Er zijn als gevolg van de afgenomen economie veel minder facturen verstuurd. Het bedrag aan openstaande posten van 6 maanden en ouder is afgenomen doordat de debiteuren, die gebruik maakte van de verkoopbevorderende maatregel grondverkoop aan hun verplichtingen hebben voldaan. Deze maatregel bood de kopers een betalingstermijn van 2 jaar. Op moment van schrijven is de post debiteuren in 2014 al weer verder afgenomen met € 1.255.000 als gevolg van de verkoopbevorderende maatregel grondverkoop. Verder heeft er een verschuiving plaatsgevonden van Debiteuren algemeen naar Vorderingen op openbare lichamen van € 938.000. Debiteuren belastingen De daling van de belastingdebiteuren van € 1.419.000 wordt grotendeels veroorzaakt door een snellere verwerking van de ontvangsten binnen de belastingadministratie. Debiteuren sociale zaken (Soza) De debiteuren sociale zaken bestaan uit Debiteuren Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) en Debiteuren Zelfstandigen Loket Flevoland (ZLF). De Debiteuren WIZ zijn in 2013 met € 594.000 toegenomen. De voorziening is gestegen met € 270.000. Alle vorderingen zijn in 2012 individueel beoordeeld op de zgn. statische benadering en op
63 Jaarrekening 2013
basis hiervan is de voorziening dubieuze debiteuren op peil gebracht. Met de additionele storting in 2013 is (net als in 2012) 40% van het debiteuren saldo voorzien in de voorziening dubieuze debiteuren. De beoordeling op individueel niveau is een continu proces en heeft vooralsnog geen aanleiding gegeven om de voorziening nog verder op te hogen. Bij de Debiteuren ZLF is sprake van een toename van € 204.000. Tot en met 2012 was er geen voorziening getroffen op de Debiteuren ZLF. De getroffen voorziening van € 853.000 is ca 20% van het openstaande debiteurensaldo. Dit is ruim voldoende aangezien voor het grootste deel van de Debiteuren ZLF 75% van de ontvangst afgedragen moet worden aan het rijk. Over dit deel van het openstaande saldo is het risico voor de Gemeente Lelystad slechts 25%. Rekening courant O.L. (openbare Lichamen) De leningen vanuit het Startersfonds en de duurzaamheidsleningen die de gemeente Lelystad verstrekt, worden uitgevoerd door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). Het openstaand saldo bedraagt € 431.000 die op de Rekening courant Openbare Lichamen wordt verantwoord. Tot en met 2012 stond deze post onder de overlopende activa (nog te ontvangen bedragen). Vorderingen op openbare lichamen De vordering die open staat in verband met BTW bedraagt € 8.676.000 en betreft een vordering op het btw Compensatiefonds. De vordering is ten opzichte van vorig jaar met € 639.000 licht gestegen. De afrekening vindt één keer per jaar plaats. Verder heeft er een verschuiving plaatsgevonden van Debiteuren algemeen naar Vorderingen op openbare lichamen van € 938.000.
Overlopende activa Ondertaande tabellen worden niet toegelicht, maar zijn alleen toegevoegd om inzicht te verschaffen Tabel: Overlopende activa Overlopende activa Kruisposten Nog te ontvangen bedragen NTOB bijdragen derden (overheid) Vooruitbetaalde bedragen Totaal overlopende activa
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 130 15.979 1.166 2.380 19.655
Tabel: Nog te ontvangen bedragen
31 decem ber 2012 107 17.542 311 4.700 22.660
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 13.248 1.128 321 289 257 218 200 318 15.979
Nog te ontvangen bedragen Verkoop aandelen nuon Baten precariobelasting WMO voorschotten PGB (Erf-) pacht Baten parkeerexploitatie Vorderingen De Steiger Baten Onroerend zaak belasting Overig Totaal nog te ontvangen bedragen
64 Jaarrekening 2013
Tabel: Vooruitbetaalde bedragen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 817 328 279 158 135 129 127 407 2.380
Vooruitbetaalde bedragen Regionale Brandw eer Gezondheidszorg 322.685 Toezicht en handhaving DO gemeentelijke gebouw en WWB Verzekeringen Subsidie Brede School Overig < 100 Totaal vooruitbetaalde bedragen
Liquide middelen Tabel: Liquide m iddelen Liquide m iddelen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Bank- en Girosaldi Kassaldi Totaal Liquide m iddelen
31 decem ber 2012
1.308
4.390
11
9
1.320
4.399
Bij de ING bank heeft de Gemeente Lelystad een rekening courant krediet van maximaal € 10.000.000. ook bij de Bank Nederlandse Gemeenten is een rekening courant krediet beschikbaar van € 11.200.000. Binnen de Bank- en Giro zitten ook de liquide middelen van De Steiger van bijna € 1.300.000, deze middelen staan niet ter vrije beschikking van de gemeente.
65 Jaarrekening 2013
3.5
Eigen vermogen
In de onderstaande tabellen wordt het verloop van de reserves weergegeven. Tabel: Eigen verm ogen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Eigen verm ogen
Resultaat boekjaar (vorig jaar)
31 decem ber 2012
Algemene reserves
6.877
0
7.809
Bestemde reserves
69.931
0
77.815
4.580
-693
809
81.388
-693
86.434
Resultaat boekjaar (na bestemming) Totaal eigen verm ogen
Tabel: Reserves
Reserves
Bedrag x € 1.000 Boekw aar de 31 Veerm eer- Verm indecem ber deringen deringen 2012
Bestem m ing resultaat 2012
Boekw aar de 31 decem ber 2013
1000 Algemene reserve AD
7.809
14
-769
0
1001 Algemene reserve GB
0
0
-177
0
-177
809
4.580
-116
-693
4.580
1006 Reserve bestemd resultaat
84
2.819
-854
0
2.050
2014 Reserve ontw ikkeling stad
2.709
-400
-863
0
1.446 0
1004 Resultaat boekjaar AD (na bestemming)
2018 Bovenw ijkse voorzieningen 2043 Risico Grondexploitatie 2045 Antw oord van LLS vraag en aanbodkant 2046 Grondexploitatierisico OMALA
7.054
0
62
-62
0
4.837
183
-5.020
0
0
297
0
-149
0
148 1.000
1.000
0
0
0
2060 IPR/MKB regeling
687
0
-169
0
519
2063 Dienstverlening/Telefonie
566
125
-345
0
346
2086 Reserve Nuon (Comp dividend)
31.772
1.350
-2.001
0
31.122
2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar)
17.477
265
-1.089
0
16.653
2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden)
13.239
13.239
0
0
0
2090 Reserve ISV
2.275
55
-753
0
1.577
2210 Reserve De Steiger
1.271
0
-212
0
1.059
3020 Egalisatiereserve Parkeren
1.601
589
-1.417
0
773
86.434
9.643
-13.995
-693
81.388
Eindtotaal
66 Jaarrekening 2013
Algemene reserves
Tabel: Algem ene reserves
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012 7.809 0 7.809
Algem ene reserves 1000 Algemene reserve AD 1001 Algemene reserve GB Totaal algem ene reserve
Verm eerdering
Verm indering 14 0 14
-769 -177 -946
31 decem ber 2013 7.054 -177 6.877
Algemene reserve algemene dienst Deze reserve is ter dekking van (on)voorziene risico’s die niet op een andere wijze zijn op te vangen. Onvoorziene risico zijn risico’s, die niet van te voren zijn in te schatten en onontkoombaar en onbeïnvloedbaar zijn. Het door de raad vastgestelde gewenste minimumniveau is 10% van de algemene uitkering (excl. ICL). Dat betekent dat het minimum niveau van de algemene reserve uitkomt op € 7,9 mln. De stand per 31 december 2013 bedraagt € 7,054 mln., bij bestemming van een deel van het rekeningresultaat 2013 wordt de algemene reserve Algemene Dienst op niveau van de norm gebracht. Algemene reserve grondbedrijf Tabel: Algem ene reserve grondbedrijf
Bedrag x € 1.000
Algemene reserve grondbedrijf Benodigde Algem ene Reserve Grondbedrijf conform IFLO-system atiek 10% van de boekw aarde excl. voorzieningen
2.892
Saldo per 1 januari
0
Onttrekking nadelig bedrijfsresultaat 2013
-177 Totaal onttrekkingen
Saldo per 31 decem ber 2013
-177 -177
Het beginsaldo op deze reserve was nul en in 2013 heeft een onttrekking plaatsgevonden van € 177.000 ten gunste van het nadelig bedrijfsresultaat. De algemene reserve Grondbedrijf is bedoeld voor: -
Afdekking van tekorten bij negatieve grondexploitaties bij de start van een complex;
-
Afboeking van boekwaarden van terreinen c.q. panden die de marktwaarde te boven gaan;
-
Incidentele tegenvallers buiten lopende complexen;
-
Specifieke doelen welke door de raad worden bepaald.
Door de raad is de minimale grootte van deze reserve gesteld op 10% van de boekwaarde min voorzieningen, per ultimo 2013 komt dit uit op een gewenste hoogte van € 2.889.000. Zodra een verhoogd risicoprofiel aan de orde is zal bijstelling - wellicht op tijdelijke basis – moeten plaats vinden. Bij de actualisatie van de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf wordt hier jaarlijks aandacht aan besteed of bijstelling nodig is. Door de huidige economische situatie wordt vanwege de noodzaak tot in het instellen van voorzieningen een fors beroep gedaan op het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf. Dit heeft tot gevolg dat de Risicoreserve grondexploitatie nihil is en dat de Algemene Reserve Grondbedrijf € 177.000 negatief is. De verwachting is dat deze reserve niet eerder dan in 2016 uit nieuwe resultaten van het Grondbedrijf op peil kan worden gebracht.
67 Jaarrekening 2013
Tabel: Risicoreserve grondexploitatie
Bedrag x € 1.000
Risicoreserve grondexploitatie Benodigde Risicoreserve Grondexploitatie conform systematiek MPG 2013 (risicopercentage 3,33%) Saldo per 31 december 2013 voor resultaatbestemming Onttrekking nadelig bedrijfsresultaat 2013
11.387
4.837 -4.837
Saldo per 31 decem ber 2013
0
Tabel: Weerstandsverm ogen grondbedrijf
Bedrag x € 1.000
Sam envatting grondbedrijf
Benodigd
Stand
Tekort
Saldo Reserve Risico Grondexploitatie 31 december 2013
11.387
0
-11.387
Saldo Algemene Reserve Grondbedrijf 31 december 2013
2.889
-177
-3.066
14.276
-177
-14.453
Weerstandsverm ogen Grondbedrijf per 31 decem ber 2013
Bestemde reserves In de tabel hieronder vindt u het overzicht van bestemde reserves. Daarna volgt een toelichting op die bestemde reserves waarbij de grootste bewegingen worden toegelicht.
Tabel: Bestem de reserves
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
Bestem de reserves
Verm eerdering
31 decem ber 2013
Verm indering
Bestemde reserves grondbedrijf 2018 Bovenw ijkse voorzieningen 2043 Risico Grondexploitatie 2045 Antw oord van LLS vraag en aanbodkant
0
62
-62
0
4.837
183
-5.020
0
297
0
-149
148
1.000
0
0
1.000
6.135
245
-5.232
1.148
1006 Reserve bestemd resultaat
84
2.819
-854
2.050
2014 Reserve ontw ikkeling stad
2.709
-400
-863
1.446
2046 Grondexploitatierisico OMALA Totaal Bestem de reserves grondbedrijf Bestemde reserves overig
2060 IPR/MKB regeling
687
0
-169
519
2063 Dienstverlening/Telefonie
566
125
-345
346
2086 Reserve Nuon (Comp dividend)
31.772
1.350
-2.001
31.122
2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar)
17.477
265
-1.089
16.653
2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden)
13.239
0
0
13.239
2090 Reserve ISV
2.275
55
-753
1.577
2210 Reserve De Steiger
1.271
0
-212
1.059
3020 Egalisatiereserve Parkeren
1.601
589
-1.417
773
Totaal Bestem de reserves overig
71.680
4.804
-7.702
68.783
77.815
5.049
-12.934
69.931
Totaal Bestem de reserves
68 Jaarrekening 2013
Bestemde reserves grondbedrijf 2018 Bovenwijkse voorzieningen De reserve is ingesteld om dat deel van de grondkosten te financieren dat niet rechtstreeks aan één complex kan worden toegerekend. De afdracht vindt gefaseerd plaats aan de hand van de terreinuitgifte. Verder wordt de reserve gevoed met verkregen subsidies voor de realisatie van de opgenomen werken of aanwending van algemene subsidies. Tevens kan er sprake zijn van bijdragen van derden. De vermeerdering in 2013 bestaat voor € 62.000 uit afdrachten uit complexen op basis van de terreinuitgifte. In plaats van een turborotonde bij de Oostranddreef ad € 650.000 heeft de raad besloten tot een soberder oplossing in de vorm van een verkeersregelinstallatie voor € 285.000. Het saldo van de reserve ad € 427.000 is ingezet als bijdrage aan de Algemene Dienst conform de begroting 2013. Hierna is de stand van de reserve nihil. Dit impliceert dat pas nieuwe bovenwijkse projecten in uitvoering kunnen worden genomen nadat vanuit de grondexploitaties de benodigde afdrachten richting de Reserve Bovenwijkse voorzieningen hebben plaatsgevonden. 2043 Risico reserve grondexploitatie (risicoreserve) Jaarlijks wordt bij het opmaken van de programmarekening de hoogte van de Reserve risico grondexploitatie bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks een nota Meerjaren Perspectief Grondbedrijf opgemaakt waarbij het risicoprofiel wordt geactualiseerd. De maximale omvang van de risicoreserve wordt afgeleid van de nog te realiseren investeringen en grondopbrengsten. Immers over beiden worden risico ’s gelopen. Hiertoe is per grondexploitatie een risicoprofiel opgesteld gebaseerd op kansen en bedreigingen. De saldi van de kansen en bedreigingen vormen de omvang van de reserve. Deze omvang wordt vertaald in een percentage dat wordt gebruikt voor de prognose van de risicobuffer. Op grond van het bij de MPG 2013 vastgestelde percentage van 3,33 zou de reserve € 11.387.000 moeten bedragen. Na onttrekking van het saldo ad € 4.837.000 ten gunste van het nadelig bedrijfsresultaat 2013 is de stand van de reserve € 0. De reserve zal de komende jaren worden aangezuiverd uit nieuwe resultaten van het Grondbedrijf. 2045 Antwoord van Lelystad vraag- en aanbodzijde In verband met de economische crisis loopt het Grondbedrijf extra risico voor de afzet van woningen en bedrijven. De in 2009 ingestelde maatregelen onder de noemer “Het Antwoord van Lelystad” zijn in 2012 beëindigd. 56 kavelkopers hebben gebruik gemaakt van 2 jaar uitgestelde betaling. 281 kopers in de Warande van zowel kavels als projectbouw woningen hebben een bijdrage van € 2.600,- ontvangen in de aansluitkosten op de stadsverwarming. Grondexploitaties zijn ontlast voor rentederving en projectontwikkelaars zijn extra gestimuleerd. Om alle verplichtingen uit de tot en met 2011 afgesloten contracten te kunnen nakomen is voor het komende jaar het restant bedrag nodig. Stand van de reserve per 31 december 2013 bedraagt € 148.000. 2046 Grondexploitatierisico Omala De exploitatie van de gronden gelegen tussen het bedrijventerrein Larserpoort en de luchthaven Lelystad is door OMALA NV in 2011 ter hand genomen ten behoeve van de CV (Airport Garden City). In 2011 is door de drie vennoten, gemeente Almere, gemeente Lelystad en de provincie, de eerste onverdeelde kavel, Larserpoort Barenbrug, economisch ingebracht in de CV. Om de risico ’s te beperken is de juridische eigendom van de kavel bij de inbrengende vennoten gebleven. De stand van de reserve ter dekking van de overige risico’s per 31 december 2013 bedraagt € 1.000.000.
69 Jaarrekening 2013
Bestemde reserves overig Toelichting bestemde reserves overig 1006 Reserve bestemd resultaat Jaarlijks wordt bij de kadernota een besluit genomen over de bestemming van het rekeningresultaat van de exploitatie van baten en lasten. Positief resultaat moet binnen twee jaar worden bestemd anders worden de middelen toegevoegd aan de Algemene reserve. De middelen die aan het eind van het eerste jaar nog niet besteed zijn worden in de 1006 Reserve bestemd resultaat geboekt. Over deze reserve lopen de doorschuifbudgetten waartoe in december 2013 is besloten, deze vormen het eindsaldo van deze reserve. 2014 Reserve ontwikkeling stad Het doel is om verwachte onrendabele projecten te financieren. Dit kunnen zowel projecten zijn waarin 'stenen gestapeld worden' als projecten met een meer sociaal maatschappelijk en/of cultureel karakter. Per project wordt een afzonderlijk raadsbesluit genomen dat aan de criteria voldoet. Uitgangspunt bij de vorming van deze reserve is dat deze gevoed wordt uit de winsten van het grondbedrijf. Voor de inzet van de ROS zijn de volgende criteria vastgesteld: • • •
De aantrekkingskracht en toekomstwaarde van Lelystad wordt verhoogd; Bijdrage aan de ontwikkeling van de stad waarbij het nuttigheidsrendement zich over een reeks van jaren uitstrekt; Afboeking of sloopkosten van gebouwen die hun functie hebben verloren.
In onderstaand overzicht is het verloop van de ROS als totaal gepresenteerd. Binnen de ROS is een deel van de middelen geoormerkt voor de RES (Reserve Economische Stimulering).
Tabel: Verloop Reserve Ontw ikkeling Stad
Bedrag x € 1.000
Overzicht verloop Reserve Ontw ikkeling Stad
Begroting
Realisatie
Totaal
Totaal
Beginstand 2013 Geplande onttrekkingen: Groene Carré maatregelen eerste fase
2.709
2.709
-60
-21
Hellingbaan Bataviahaven
-192
-153
Doorontw ikkeling RHA en versterking
-407
-204
-50
-30
Stimulering ontw ikkeling kust Bijdrage Centrada na 2012 Maatregelen n.a.v. crisimonitor kaveladviesw inkel, informatie duurzaam bouw en
-1.280
-455
-400
-400
-10
B11-18159 HCU -> RES
-300
Bijdrage Bijdrage Alpari World Match Racing Tour 2014
-125
Begrote storting 2014
200 Totaal onttrekkingen
Stand per 31 decem ber 2013
-2.624 85
-1.263 1.446
2060 Reserve IPR/MKB Deze reserve is bedoeld voor de uitvoering van de Midden- en Kleinbedrijf (MKB) subsidieregeling Lelystad 2008 – 2013. Deze regeling heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het versterken van de economische structuur, het stimuleren van het innovatieklimaat en het creëren van nieuwe werkgelegenheid binnen de grenzen van de gemeente Lelystad. De MKB subsidie komt voort uit een cofinanciering van de gemeente Lelystad (€ 1.000.000), een subsidie (€ 1.075.000) (incl. 75.000,bijdrage uitvoeringskosten) vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
70 Jaarrekening 2013
programma (verhouding 50/50) en een Provinciale cofinanciering (€ 75.000 ten behoeve van de uitvoeringskosten). De subsidie aan de MKB ondernemer bedraagt minimaal € 50.000 en maximaal € 250.000 waarbij per € 10.000 één structurele arbeidsplaats dient te worden gecreëerd. De termijn voor indiening van nieuwe subsidie aanvragen is per 31 december 2013 beëindigd. De projecten dienen uiterlijk 31 maart 2015 gerealiseerd te zijn en de definitieve eindverantwoording richting EFRO dient uiterlijk 1 juni 2015 plaats te vinden. Van onze bijdrage is deze reserve gevormd en de vooruit ontvangen subsidie gelden van derden (EFRO) worden verantwoord onder de overlopende passiva en komen in termijnen binnen. De beschikbare middelen zijn ultimo 2013 voor een groot deel beschikt aan MKB ondernemingen. In 2013 is er € 169.000,- onttrokken. De eindstand (ultimo 2013) van de reserve bedraagt € 519.000. 2063 Dienstverlening en telefonie Deze reserve is ingesteld ter reservering van de toegekende incidentele middelen noodzakelijk voor de uitvoering van het programma Dienstverlening tot en met 2014. Doel van het Programma is het verbeteren van de dienstverlening, het verlagen van de administratieve lasten en het verhogen van de efficiëntie. Hiervoor is door de ambtelijke programmagroep een realisatieplan e-dienstverlening opgesteld dat is vastgesteld door het college. Er is € 345.000 onttrokken voor een onderzoek telefoniekanaal voor bereikbaarheid via het 140320 nummer, licentiekosten DigiD en E-Herkenning. Daarnaast is het deel gelden vanuit het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP), onttrokken naar aanleiding van het besluit tot vrijval hiervan op grond van de Programmabegroting 2013 en het restant hiervan in 2014. De eindstand (ultimo 2013) van de reserve bedraagt € 346.000. 2086 Reserve Nuon –compensatie dividend Deze reserve is ontstaan uit de verkooptransactie van NUON en dient ter compensatie van het structureel wegvallen van het dividend uit de exploitatie. Vanaf 2009 valt hierdoor jaarlijks € 2.001.000 vrij. Er heeft overeenkomstig de begroting een dotatie in de reserve plaatsgevonden van € 1.350.000. De dotatie betreft rente, deze wordt jaarlijks toegevoegd op basis van eenmalig bepaald percentage in 2009 van 4,25%. 2087/ 2088 Reserve Nuon –vrij besteedbaar De opbrengst van de verkoop is niet ineens ontvangen, maar komt in tranches binnen. In 2009 is besloten de nog te ontvangen tranches af te romen van de reserve NUON niet besteedbaar naar de reserve NUON vrij besteedbaar. De raad kan besluiten aan deze reserve onttrekkingen te doen, dit is vrij besteedbaar. De wens van de raad is om deze reserve in te zetten voor duurzaamheid. In 2015 wordt het laatste bedrag ontvangen en kent deze reserve zijn volledige omvang. 2090 Reserve ISV Deze reserve Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) is ingesteld ter reservering van de toegekende incidentele middelen benodigd voor de uitvoering van diverse projecten. Onttrekking uit de ISV-reserve is alleen mogelijk als de middelen ingezet en beschikbaar gesteld worden voor de uitvoering van de Stedelijke Vernieuwing ofwel de herstructurering van de jaren 70- en 80 wijken in Lelystad conform de huidige ISV-voorwaarden. De beschikbare middelen zijn ultimo 2013 voor een groot deel gelabeld aan projecten. In 2013 is er € 753.000,- aan de reserve onttrokken. De eindstand (2013) van de reserve bedraagt € 1.577.000. 2210 Reserve De Steiger De hoogte van deze reserve is gebaseerd op de jaarrekening van De Steiger met in achtneming van de voor de gemeente geldende financieel administratieve regels. De gemeenteraad heeft januari 2014 besloten het bevoegd gezag van praktijkschool De Steiger aan Eduvier Onderwijs groep over te dragen en alle reserves en voorzieningen, inclusief de liquiditeiten over te dragen per 1 augustus 2014 op basis van de bij de overdracht definitief vast te stellen schoolbestuurlijke balans. 3020 Egalisatiereserve Parkeren
71 Jaarrekening 2013
Deze reserve wordt gebruikt om de baten en lasten van parkeren te egaliseren over een langere periode. Er is dit jaar conform de begroting € 589.000 gestort in de reserve. De uitname uit deze reserve betreft onder andere voor 2013 het negatieve resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening van de parkeergarages van € 722.000 en een bedrag van € 400.000 voor de eenmalige frictiekosten als gevolg van het opheffen van de Stichting Perspectief.
72 Jaarrekening 2013
3.6
Voorzieningen
In de onderstaande tabel wordt het verloop van de voorzieningen weergegeven. Tabel: Voorzieningen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
Voorzieningen
Verm eerdering
31 decem ber 2013
Verm indering
2010 Kunstw erken/hoge routes
13.327
1.766
-2.058
13.035
2011 Riolering
29.632
2.177
-510
31.299
4.553
303
-153
4.702
0
1.270
-571
699
5004 Groot onderhoud stadhuis
344
344
-224
464
5045 Risico VZ lening Agora
125
0
-125
0
5059 Alternatief FLO
954
38
0
992
5001 Pensioenen w ethouders 5003 Groot onderhoud gemeentelijke gebouw en
5061 Voorziening Bovenw ijkse Voorzieningen
650
-365
0
285
28.465
10.082
-9.790
28.758
5063 Voorziening De Steiger
299
175
-63
412
5804 IHP Onderhoud
864
359
-1.221
1
79.214
16.148
-14.716
80.647
5062 Voorziening GO Bovengronds
Totaal voorzieningen
Toelichting voorzieningen De ICL voorzieningen (2e tabel) worden na de overige voorzieningen toegelicht. 5001 Pensioenen wethouders Voor jaarlijks terugkerende verplichtingen van een niet vergelijkbaar volume moet een voorziening worden getroffen. Dit doet zich voor als een wethouder bij verandering van werkkring vraagt om het pensioen over te dragen aan een andere pensioenverzekeraar. De voorziening is gevormd voor de huidige en de ex-wethouders. Op grond van verslagleggingsregels van het BBV moet de voorziening de pensioenverplichting van alle opeisbare overdraagbare pensioenen bevatten. De pensioen aanspraken van de wethouders zouden per 2012 worden overgedragen aan het ABP. Omdat de dekkingsgraad van het ABP te laag is, is de overdracht hiervan tot nader orde uitgesteld. De pensioenaanspraken groeien jaarlijks. Totaal is er in 2013 € 303.000 gestort in de voorziening en is in 2013 € 153.000 is uitgekeerd. 5003 Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Deze voorziening is ingesteld om schommelingen in het meerjarig grootonderhoud op te vangen. Stortingen en onttrekkingen aan deze voorzieningen worden gedaan op basis van onderhoudsplannen. De voorziening bedroeg aan het begin van het jaar € 0. Er heeft overeenkomstig de nota reserves en voorzieningen en de begroting een dotatie in de voorziening plaatsgevonden van € 1.270.000. In 2013 is er € 571.000 onttrokken conform het groot onderhoudsplan. 5045 Risico VZ lening St. Agora theater Deze voorziening van € 275.000 is ingesteld in november 2008 en dient ter dekking van een lening aan de stichting Agora. Conform de BBV moet deze voorziening in mindering gebracht worden op de post leningen. 5059 Functioneel leeftijdsontslag brandweerpersoneel De regeling “functioneel leeftijdsontslag brandweerpersoneel” is van toepassing op brandweermedewerkers, die op 31 december 2005 in dienst waren van de gemeente Lelystad in een repressieve functie en deze onafgebroken vervullen tot aan 59 jarige leeftijd. De medewerkers kunnen vanaf die leeftijd met functioneel leeftijdsontslag. De verplichting om zorg te dragen voor de doorbetaling
73 Jaarrekening 2013
van deze medewerkers is niet overgegaan naar de veiligheidsregio en ligt bij de gemeente. Het totaal saldo ( € 992.000) van deze voorziening is voldoende om de komende 7 jaar de nominale verplichting te voldoen bij een ongewijzigd medewerkersbestand. 5061 Voorziening Bovenwijkse Voorzieningen De voorziening is gevormd om een turborotonde bij de Oostranddreef aan te leggen. In plaats van een turborotonde bij de Oostranddreef ad € 650.000 heeft de raad besloten tot een soberder oplossing in de vorm van een verkeersregelinstallatie voor € 285.000. Het verschil van € 365.000 is teruggestort in de reserveBovenwijkse Voorzieningen. 5063 Voorziening Steiger De hoogte van deze voorziening is gebaseerd op een drietal voorzieningen zoals aangegeven in de jaarrekening van De Steiger. Het betreft een voorziening voor groot onderhoud De Steiger van € 301.506, een voorziening voor het Sociaal Plan van € 73.833 en een jubileumvoorziening € 36.390. De gemeenteraad heeft in januari 2014 besloten het bevoegd gezag van praktijkschool De Steiger aan Eduvier Onderwijs groep over te dragen en alle reserves en voorzieningen, inclusief de liquiditeiten over te dragen per 1 augustus 2014 op basis van de bij de overdracht definitief vast te stellen schoolbestuurlijke balans. 5804 IHP onderhoud Deze voorziening is ingesteld om schommelingen in het meerjarig grootonderhoud voor onderwijshuisvesting op te vangen. Stortingen en onttrekkingen aan deze voorzieningen worden gedaan op basis van onderhoudsplannen. In 2013 is er voor € 1.062.000 onderhoud gepleegd aan schoolgebouwen. Het onderhoud dat aan gymzalen is uitgevoerd bedroeg € 160.000.
74 Jaarrekening 2013
ICL voorzieningen Deze voorzieningen hebben ook een perspectief naar de toekomst. Hier liggen theoretische modellen onder om te berekenen wat in de toekomst nodig is aan onderhoud. Gezien de leeftijd van Lelystad (stichting begin jaren ’80) begint een piek in onderhouds- en vervangingsuitgaven na 40 à 50 jaar, dat betekent vanaf 2025. In het vastgestelde onderhoudsplan, het meerjarenraming-kwaliteit structuurplan (juni 2011), zijn voor de komende 30 jaar de benodigde middelen doorgerekend op basis van eenheidprijzen, areaal en het door de raad vastgesteld onderhoudsniveau. In 2012 is het meerjarenprogramma 2013-2017 vastgesteld waarbij de onderhoudsplannen verder zijn geconcretiseerd door middel van o.a. inspecties in de openbare ruimte. Voor uitvoering van dit programma zijn er voldoende middelen in de voorziening opgenomen Tabel: Inzet ICL-uitkering
Bedragen x € 1.000 ICL - bijdrage 2013
Storting in voorzieningen
Reguliere uitgaven
984
344
640
Bovengronds
10.167
6.507
3.660
Kunstw erken
1.952
1.413
539
Riolering
1.059
520
539
Inzet ICL-uitkering Stadhuis Bibliotheek
Overcapaciteit ckv
470
470
Overcapaciteit Agora
190
190
Bijdrage in boekw aarde Houtribhoogte
372
372
Bijdrage problematiek v/h 'Opdracht'
168
168
Totaal inzet ICL-uitkering
15.362
8.784
6.578
Tabel: ICL Voorzieningen
ICL-voorzieningen realisatie 2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 5004 Groot onderhoud stadhuis 5062 Voorziening GO Bovengronds Totaal Realisatie ICL-voorzieningen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012 13.327 29.632 344 28.465 71.769
Inflatiecorrectie
Verm eerdering ICL-delen
0 0 0 0 0
1.413 520 344 6.507 8.784
Verm in31 dering tbv decem ber w erkplan 2013
Storting overig 353 1.657 0 3.575 5.585
75 Jaarrekening 2013
-2.058 -510 -224 -9.790 -12.582
13.035 31.299 464 28.758 73.556
Tabel: Overige stortingen
Bedragen x € 1.000 Begroting na w ijziging
Overige stortingen
Realisatie
769
769
Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2003 tbv WSP
500
500
Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2005 tbv WSP
300
300
Extra storting Rioleringsplan
408 1.049 BTW voordeel op de ICL-uitkering bestemmen voor het KSP 2e tranche (meerdere 1.049 ICL voorzieningen) 1.100 NJN 09 Extra storting aanvulling voorzieningen ivm herijking KSP 1.100
Extra storting van de algemene middelen in de reserve riolering
NJN 2010 aanvulling WSP voorziening Invulling Formatie ten behoeve van beheer Riolering Inflatiecorrectie voorgaande jaren Afkoopsom toekomstig onderhoud hanzelijn Overig Totaal overige stortingen
408
90
90
-270
-270
907
907
0 -26
758
4.827
5.585
-26
Overige Stortingen De overige stortingen hebben betrekking op de eerder door de raad genomen besluiten om de voorziening verder aan te vullen uit eigen middelen. In 2013 is incidenteel een extra storting gedaan. Prorail heeft de toekomstige groot onderhoudslasten afgekocht en daarmee overgedragen aan de gemeente. De bijdrage hiervoor van € 757.858 is gestort in de voorziening bovengronds. Prijscompensatie / inflatiecorrectie In voorgaande jaren is steeds bij gestort op basis van een inflatiecorrectie op de beginstand van deze voorzieningen. Vanaf 2013 vinden deze aanvullende stortingen niet meer plaats. Dit sluit aan op de lijn die het ministerie volgt ten aanzien van indexering. Eventuele effecten van prijsindex zullen integraal worden meegenomen in de volgende meerjarenraming grootonderhoud. Storting ICL-delen Zoals aangegeven in de tabel ICL-uitkering is in 2013 € 8.784.000 gestort in de voorzieningen ten behoeve van het uitvoeren van het groot onderhoud op basis van de definitieve vaststelling ICL bijdrage. *Zie ook bijlage 4.2 met specificatie van de begrote en de gerealiseerde stortingen. Tabel: Onttrekkingen ICL voorziening
Onttrekkingen ICL voorziening 2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 5004 Groot onderhoud stadhuis 5062 Voorziening GO Bovengronds Totaal onttrekkingen ICL voorziening
Bedragen x € 1.000 onttrekking t.b.v. w erkplan Begroting Realisatie Verschil 2013 2013 0 2.058 2.058 660 510 -150 179 224 45 7.101 9.790 2.689 7.940 12.582 4.642
Toelichting Onttrekkingen: In de begroting 2013 zijn de projecten opgenomen zoals deze in het meerjarenprogramma 2012-2016 voor 2013 waren gepland. Vervolgens zijn voor 2013 op alle onderdelen nieuwe jaarplannen vastgesteld, 2013-2017. De begroting is intern aangepast aan de nieuwe werkplannen. Het totaal aan bestedingen is conform de nieuwe plannen geraamd op € 16,4 miljoen in plaats van circa € 7,9 miljoen. Het verschil met de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door Kunstwerken en Bovengronds. Voor Kunstwerken is in de begroting geen bedrag opgenomen. Na vaststelling van de plannen is er € 2,7 miljoen beschikbaar gesteld. Voor Bovengronds is het budget met € 5,5 miljoen verhoogd ten opzichte
76 Jaarrekening 2013
van eerdere plannen. De onttrekkingen in 2013 vallen hierdoor hoger uit dan opgenomen in de begroting 2013. Ten opzichte van de jaarplannen 2013 zijn er diverse afwijkingen in de uitgaven. Plan € 16,4 miljoen, realisatie € 12,6 miljoen. De onderbesteding van € 3,8 miljoen heeft diverse oorzaken. Op het onderdeel wegen, straten en pleinen had dit diverse oorzaken. Op een aantal projecten waren de uitgevoerde maatregelen minder zwaar dan voorzien. Er zijn aanbestedingsvoordelen behaald door de aanhoudende economische situatie. Het programma is bijna geheel uitgevoerd en wat niet is uitgevoerd is inmiddels aanbesteed en uitvoering vindt plaats in 2014. Bij het cluster spelen heeft de uitvoerige voorbereidingsfase (participatietrajecten met bewoners) ervoor gezorgd dat uitvoering in 2014 gaat plaatsvinden in plaats van in 2013. Bij de kunstwerken is het grotendeels veroorzaakt door aanbestedingsvoordelen.
77 Jaarrekening 2013
3.7
Langlopende schulden
Tabel: Langlopende schulden
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013 199.081 81 1.988 201.150
Langlopende schulden 067000 Leningen (opgenomen) 067300 Waarborgsommen 080100 Afkoopsommen Totaal Langlopende schulden
31 decem ber 2012 201.215 37 2.077 203.329
Onder de langlopende schulden worden verstaan, de leningen, de waarborgsommen en de afkoopsommen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Afkoopsommen Onder de afkoopsommen worden de bedragen verantwoord van erfpachters die hun erfpacht in één keer hebben afgekocht. Jaarlijks wordt een deel van deze afkoopsom als erfpachtopbrengst verantwoord. Leningen In 2013 is in totaal € 50.000.000 aan lange financiering aangetrokken en voor € 52.110.000 afgelost. De behoefte aan vaste financieringsmiddelen is grotendeels een gevolg van de herfinanciering van contractueel afgeloste leningen. De rentelasten op deze leningen bedragen in 2013 totaal € 5.842.000. De rentelasten van deze leningen nemen jaarlijks af door aflossingen.
Specificatie aangetrokken geldleningen De nieuwe leningen zijn afgesloten bij diverse partijen en kennen de volgende condities: Tabel: Nieuw e leningen Hoofdsom
Bedrag x € 1.000 Rente periode in jaren
Looptijd in jaren
rentepercentage
rentelasten 2013
10.000
9
9
2,55%
65
10.000
10
10
2,76%
39
10.000
11
11
2,89%
40
10.000
12
12
3,00%
42
10.000
2
2
0,49%
4
Waarborgsommen Deze hebben betrekking op de door de Gemeente Lelystad aangeboden kavels. Deze waarborgsommen hebben betrekking op nog niet gepasseerde koopwoningen, bouwterreinen en overige projecten. Daarnaast hebben de waarborgsommen betrekking op aan aannemers in gebruik gegeven werkterreinen.
78 Jaarrekening 2013
3.8
Vlottende passiva
Tabel: Kortlopende schulden Kortlopende schulden
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
31 decem ber 2012
Af te dragen rijksgelden Soc. Zaken
2.616
3.436
Crediteuren algemeen
4.461
9.221
ING
3.813
6.521
20.000
10.000
Kasgeldleningen Nog te betalen salarissen Premies en Loonheffing Te verrekenen GAK premies Uitkeringen Totaal Kortlopende schulden
13
39
2.475
1.977
636
479
34.014
31.674
Kortlopende schulden Af te dragen rijksgelden sociale zaken De af te dragen rijksgelden Sociale Zaken heeft betrekking op de afdrachtverplichting aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de regelingen IOAW, IOAZ en Bbz. De verplichting wordt actueel op het moment dat de teruggevorderde gelden voor de regelingen daadwerkelijk zijn ontvangen. Deze post vormt dan de tegenhanger van de post Vorderingen debiteuren Sociale Zaken. Crediteuren algemeen Onder de crediteuren algemeen zijn schulden verantwoord op basis van ontvangen goederen en geleverde diensten. Het openstaand saldo per 31 december 2013 bedroeg € 4.461.000. Een groot deel van de afname ten opzichte van 2012 zit in een verschuiving naar andere balansposten (“Premies en loonheffing” en “Vooruitbetaalde bedragen”). Anderzijds is het aantal facturen in 2013 verder afgenomen met 1.175. Kasgeldleningen In 2013 zijn de kasgeldleningen met € 10.000.000 toegenomen. Er staan aan het einde van het jaar 3 kasgeldleningen open van respectievelijk € 10.000.000 bij Aegon schade, € 6.000.000 bij Aegon NV en € 4.000.000 bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Nog te betalen salarissen Er resteert een relatief klein bedrag aan nabetalingen op de balans voor de te betalen netto salarissen. Nog te betalen netto salaris heeft betrekking op nagekomen betalingen of correcties. Premies en loonheffing Het saldo op de rekening “af te dragen ABP” premies bestaat uit de nog te betalen premie december 2013. Het saldo op de rekening ‘af te dragen loonheffingen” is € 2.475.000.
79 Jaarrekening 2013
Overlopende passiva Tabel: Overlopende passiva Overlopende passiva
31 decem ber 2013
Nog te betalen bedragen Overige overlopende passiva Restituties belastingen VOB bijdragen derden (overheid) Vooruit ontvangen bedragen Totaal Overlopende passiva
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
2.873
8.279
27
52
29
15
3.445
3.325
308
395
6.682
12.065
De post nog te betalen bedragen is met € 5.406.000 afgenomen ten opzichte van 2012. De afname wordt onder andere veroorzaakt door terugbetaling van een bedrag van € 2.850.000 van de Steiger aan Stichting School. Als gevolg van het overgaan van de bankrekening van Stichting School naar De Steiger moest deze betaling nog plaatsvinden. Daarnaast wordt de afname veroorzaakt door terugbetaling van € 1.267.000 aan het Agentschap SISA. Dit bedrag was teveel ontvangen in verband met de inburgering van nieuwkomers. Tabel: Nog te betalen bedragen
Nog te betalen bedragen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Rente langlopende leningen
1.397
BIZ Stadshart
135
Huur Welzorg
108
Overig (< € 100)
1.233
Totaal nog te betalen bedragen
2.873
Tekorten op door het ministerie SZW beschikbaar gestelde participatiebudget worden door de gemeente zelf gefinancierd. Derhalve bedraagt de meeneemregeling € 0 en niet in de bovenstaande tabel opgenomen.
Tabel: VOB bijdragen derden (overheid) VOB bijdragen derden (overheid) Onderw ijsachterstandenbeleid Exploitatie stadsdienst MKB regeling Bijdrage in het zelfstandigenloket Flevoland Voortijdig schoolverlaten EFRO kw aliteitsimpuls leefomgeving Ondernemerspunt Flevoland Project Bosw ijk Meeneemregeling BBZ Overige Totaal VOB bijdragen derden (overheid)
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012 1.065 754 470 270 173 156 135 114 0 188 3.325
Verm eerdering
Verm indering
1.347 482 292 0 245 13 0 59 497 510 3.445
80 Jaarrekening 2013
1.065 754 470 270 173 156 135 114 0 188 3.325
31 decem ber 2013 1.347 482 292 0 245 13 0 59 497 510 3.445
Tabel: Vooruit ontvangen bedragen
Vooruit ontvangen bedragen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2013
Opbrengst leges glasvezelnetw erk
198
Overig (< € 100)
110
Totaal vooruit ontvangen bedragen
308
De vooruit ontvangen bedragen hebben betrekking op verzonden huur- en erfpachtnota’s 2013 voor een bedrag van € 308.000.
81 Jaarrekening 2013
3.9
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Hieronder worden de verplichtingen vermeld die niet uit de balans blijken. De gemeenschappelijke regelingen worden toegelicht in de paragraaf verbonden partijen van het jaarverslag. Gewaarborgde geldleningen De Gemeente Lelystad staat garant voor een aantal leningen. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen directe en indirecte garantstellingen. De indirecte garantstellingen zijn leningen waarvoor de gemeente via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat. Er is hier sprake van een achtervangpositie. Dit betreffen de leningen van woningcorporaties. De totale achtervangpositie bedraagt € 93.681.000. De gemeente heeft tevens een aantal directe garantstellingen afgegeven aan derde partijen, voor een bedrag van totaal € 31.436.000. Wanneer de gemeente borg staat voor een lening houdt dit een risico in en bestaat de mogelijkheid dat de gemeente daarop wordt aangesproken. Directe borgstellingen De grootste borgstellingen bestaan uit de borgstelling van: • • •
Sportbedrijf Stichting Flevomeer Bibliotheek HVC NV
€ 4.622.000 € 4.000.000 € 21.440.000
Indirecte borgstellingen Het Waarborgfonds voor Sociale Woningbouw maakt optimale financiering voor woningcorporaties mogelijk. Het WSW staat borg voor leningen die woningcorporaties aantrekken. Door de zekerheidsstructuur, waarbij de gemeenten en het Rijk in de achtervang zitten, heeft het WSW een triple A-rating en kunnen woningcorporaties goedkoop geld lenen. • • • • • • •
Woningcorporaties actief in Lelystad Stichting Harmonisch Wonen Woningstichting De Kleine Meierij Woonzorg Nederland Centrada Woonstichting Leyakkers Woonservice
Achtervang De gemeente kent een achtervang functie voor het WSW. De achtervang houdt in dat de gemeente een renteloze lening verstrekt aan het WSW. Deze achtervang vindt plaats nadat het eigen vermogen van de woningcorporatie en de borgstellingsreserve van het WSW is aangesproken. In het theoretische geval dat de gemeenten op hun achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling waarbij het Rijk 50 % voor haar rekening neemt en door alle deelnemende gemeenten aan het waarborgfonds de overige 50 % . Van deze 50 % wordt de ene helft door de schade gemeenten bijgedragen en de andere helft door alle deelnemende gemeenten. Het enige risico wat de gemeente Lelystad loopt is de rente die ze misloopt bij het verstrekken van de renteloze lening. Verlofrechten Het aantal restant (verlof)uren van het gemeentelijk personeel bedraagt op balansdatum 38.000 uur. De waarde van dit verlof is becijferd op € 874.000. Het aantal restant (verlof) uren en de waarde hiervan is gedaald ten opzichte van 2012. Het uitbetalen van verlofuren is niet afdwingbaar. De gemeente heeft het beleid om het aantal verlofuren (verlofstuwmeer) terug te dringen tot de afgesproken norm van 80 uur per persoon. Het tot ultimo 2013 opgebouwde recht op vakantietoelage bedraagt € 1.237.000
82 Jaarrekening 2013
Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen betreffen lopende contracten (groter dan € 50.000) voor een totaal bedrag van € 4.435.000. Niet uit balans blijkend recht Geen Wet normering topinkomens De Wet Normering Topinkomens (hierna: WNT) vervangt de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) en is op 6 december 2011 door de Tweede Kamer en op 13 november 2013 door de Eerste Kamer aangenomen. Ook publiekrechtelijke organisaties zoals gemeentes en provincies vallen onder de WNT. De ingangsdatum is 1 januari 2013. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging en de ontslagvergoeding van topfunctionarissen (norm is € 228.599 in 2013). Daarnaast is sprake van een openbaarmakings-verplichting die ook betrekking heeft op niet topfunctionarissen voor zover deze een bezoldiging genieten boven de voor de organisatie geldende bezoldigingsnorm. Dit geldt eveneens voor (externe) medewerkers van wie de bezoldiging meer bedraagt dan de WNT norm of die een ontslagvergoeding genieten die uitgaat boven de op de organisatie van toepassing zijnde bezoldigingsnorm. Nb: Politieke ambtsdragers vallen niet onder de WNT. •
Top functionarissen: Dit betreft zowel topfunctionarissen die op basis van een arbeidsovereenkomst of aanstelling werkzaam zijn als functies van topfunctionaris die op andere wijze worden vervuld. Bij gemeenten en provincies is dat de secretaris en de griffier.
Naam top functionaris:
N. Versteeg
Bezoldigingscomponenten:
J. Woltjer
Gewezen grifier Griffier t/m 31 Griffier vanaf 1 augustus september september 2013 t/m november 2013 2013 2013 2013
Gemeente Secretaris
jaar:
WNT
2012
2013
N.A. IJnema
2012
Bruto beloning
€
187.340
€
102.237
€
105.679
€
83.039 €
Kostenvergoeding
€
8.069
€
1.470
€
1.526
€
400
€
-
€
Beloningen betaalbaar op termijn(*)
€
33.190
€
18.933 €
12.989
€
8.757
€
Totaal
€
228.599
€
16.533 € 120.240
€
126.138
€
96.428 €
54.566 €
63.323 €
32.320
€
200
€
273
4.379 €
4.138
36.899
€
22.861
27.272
(*) betreft werkgeversdeel van premies voor pensioenregelingen, VUT/VPL, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen etc. •
Overige functionarissen (niet zijnde topfunctionarissen):
De bezoldiging moet gepubliceerd worden, indien deze de WNT-norm overschrijdt. Voor wat betreft functionarissen die werkzaam zijn anders dan in dienstbetrekking (inhuur) hoeven alleen gepubliceerd te worden indien zij meer dan 6 maanden werkzaam zijn in een periode van 18 maanden. De bezoldigingen hoeven alleen op functienaam gepubliceerd te worden, niet op persoonsnaam. Op basis van deze criteria is er geen inhuur die de norm overschrijdt. •
Ontslagvergoedingen: Onder de WNT bedraagt de maximale overeengekomen vergoeding voor topfunctionarissen bij het beëindigen van hun dienstverband € 75.000. Er zijn in 2013 geen ontslagvergoedingen groter dan € 75.000 verstrekt.
83 Jaarrekening 2013
4.
Bijlagen
4.1
Specifieke uitkeringen
De doelstelling van Single information en Single audit (SiSa) voor specifieke uitkeringen is de verantwoordings- en controlelasten voor gemeenten en provincies te verminderen. Daarom wordt door het Rijk per specifieke uitkering minder verantwoordingsinformatie en controle gevraagd. Bovendien wordt aangesloten bij het reguliere jaarrekeningproces van de medeoverheden. Het verantwoordingsjaar 2013 is het achtste jaar waarin het principe van SiSa wordt toegepast op de verantwoording van specifieke uitkeringen. De verantwoording naar het Rijk bestaat uit de verplichte bijlage zoals die in deze jaarrekening is opgenomen. In deze bijlage is per specifieke uitkering aangegeven welke financiële afspraken en prestatieafspraken zijn gerealiseerd. De wijze waarop de verantwoording is vastgelegd, is voorgeschreven door het ministerie. De verantwoording is door de accountant gecontroleerd en heeft een verslag van bevindingen toegevoegd over fouten en onzekerheden. Het verslag van bevindingen is niet in de jaarrekening opgenomen. In de onderstaande tabel treft u de specifieke uitkeringen aan waarover de gemeente Lelystad in 2013 verantwoording heeft moeten afleggen. Sisa regelingen verantw oording 2013 Departem ent I&M I&M I&M I&M OCW OCW SZW SZW SZW SZW SZW
Num m er E11B E26 E27B E29 D1 D9 G1 G1A G2 G3 G5
Specifiekeuitkering Nationaal Samenw erkingsprogramma Luchtkw aliteit (NSL) Spoorse door-snijdingen Brede doeluitkering verkeer en vervoer Tijdelijke regeling stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten Onderw ijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB) Wet sociale w erkvoorziening (Wsw ) 2013 Wet sociale w erkvoorziening (Wsw ) totaal 2012 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB 2013 Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Wet participatiebudget (WPB) 2013
Toelichting op de verantwoordingstabel (vanaf de volgende bladzijde) Voor alle specifieke uitkeringen geldt, dat alléén de witgelaten vakjes door de medeoverheid moeten worden ingevuld. Als een specifieke uitkering op de gemeente Lelystad van toepassing is, moet altijd een waarde zijn ingevuld. Deze waarde kan ook ‘0’ (nul) zijn.
84 Jaarrekening 2013
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer D1
Specifieke uitkering
Departement OCW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N
Besteding (jaar T) Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)
Besluit regionale melden coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Aard controle R Indicatornummer: D1 / 01
Aard controle R Indicatornummer: D1 / 02
€ 665.056 Onderwijsachterstanden Besteding (jaar T) aan beleid 2011-2014 (OAB) voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten
€ 173.329 Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
Gemeenten OCW
D9
I&M E11B Nationaal Samenwerkingsprogram ma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
€ 1.611.787 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
€ 340.871 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€ 253.489 Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
€ 1.085.101 Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste bijdragen door derden = van rentebaten gemeente op contractpartners (niet rijk, door provincie verstrekte provincie of gemeente) bijdrage NSL
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 01
1 131067 snellaadpunt electrisch rijden 2 1376540 oplaadpalen openbare parkeergarages 3 1564991 e-oplaadpunten in de publieke ruimte Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 02
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 03
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 04
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 05
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve besteding ten laste van eigen middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve besteding ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 07 Indicatornummer: E11B / 08 Indicatornummer: E11B / 09 Indicatornummer: E11B / 10 1 131067 snellaadpunt electrisch € 70.000 €0 € 60.000 rijden 2 1376540 oplaadpalen openbare € 85.450 € 400 €0 parkeergarages 3 1564991 e-oplaadpunten in de € 0 €0 €0 publieke ruimte
85 Jaarrekening 2013
Hieronder per regel één I&M E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa beschikkingsnummer en in de tussen medeoverheden kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie Provinciale beschikking en/of verordening
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Overige bestedingen (jaar T)
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
1 1380020 BDU directe uitkering € 0 2012 2 1271068 €0 toekenningsbeschikking 2012 OV-expl. Stadsdienst Lelystad
€0
3 1451508 beschikking 2013 OV- € 2.656.065 exploitatie openbaar vervoer: "stadsdienst Lelystad € 452.913 4 1502611 Voorschotbeschikking BDU onderdeel directe uitkering 2013 gemeente Lelystad 5 1073506 Haltetoegankelijkheid € 0 en -voorzieningen 2010 gemeente Lelystad
€0
Kopie beschikkingsnummer
1 2
3
4
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 06 1380020 BDU directe uitkering 2012 1271068 toekenningsbeschikking 2012 OV-expl. Stadsdienst Lelystad 1451508 beschikking 2013 OVexploitatie openbaar vervoer: "stadsdienst Lelystad 1502611 Voorschotbeschikking BDU onderdeel directe uitkering 2013 gemeente Lelystad
5 1073506 Haltetoegankelijkheid
E29 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05
€0
€0
€0
Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve overige Toelichting bestedingen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08
Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10
€ 160.619
€0
Ja
€ 2.619.255
€0
Ja
€ 2.656.065
€0
Ja
€ 452.913
€0
Ja
€ 303.863
€0
dit project is reeds verantwoord Ja in sisa 2011 en door de provincie vastgesteld. zie vaststellingsbeschikkingen 1409001 en1460454
Besteding (jaar T)
Eindverantwoording Ja/Nee
Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T)
en -voorzieningen 2010 gemeente Lelystad
I&M
Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water
86 Jaarrekening 2013
SZW
G1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZW
G1A
Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01
8,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.
G2
Aard controle R Indicatornummer: G1 / 02
1,03 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1);
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 03
Nee Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
SZW
Het totaal aantal inwoners dat Volledig zelfstandige uitvoering is uitgestroomd uit het Ja/Nee werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze
1 0995 (Lelystad) Gebundelde uitkering Besteding (jaar T) algemene op grond van artikel 69 bijstand WWB_gemeente 2013 Gemeente Alle gemeenten verantwoorden hier het I.1 Wet werk en bijstand gemeentedeel over (WWB) (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 04
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 05
19,06 Besteding (jaar T) IOAW
304,03 8,99 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Besteding (jaar T) IOAZ Rijk)
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
€ 749.959 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 1.140.399 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
426,00 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
€ 29.093.627 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 394.041
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€ 15.726
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
€ 17.517
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€ 11.755 € 155.214 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja
87 Jaarrekening 2013
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€ 3.178
SZW
G3
Besteding (jaar T) Besluit levensonderhoud gevestigde bijstandverlening zelfstandigen (exclusief Bob) zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeent e 2013 Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€ 504.482 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 123.762 € 37.461 € 189.242 Besteding (jaar T) aan Volledig zelfstandige uitvoering uitvoeringskosten Bob als Ja/Nee bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze.
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
€0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 380.079
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Ja
€0
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
1533 Volledig zelfstandige uitvoering Besteding (jaar T) Ja/Nee participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 02
Ja
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 4.791.947
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 245.280
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€ 9.206
88 Jaarrekening 2013
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€0
1.413 520 344 6.507 8.784
Stortingen ICL voorziening
2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 5004 Groot onderhoud stadhuis 5062 Voorziening GO Bovengronds Totaal Stortingen ICL voorziening
1.413 520 344 6.507 8.784
0 0 0 0 0
Jaarrekening 2013 (3 juni 2014)
Begroting 2013
storting ICL Realisatie Verschil 2013
Specificatie ICL stortingen
Tabel: Stortingen ICL voorziening
4.2
353 1.657 2.817 4.827
353 1.657 0 3.575 5.585
0 0 0 -758 -758
storting overig Begroting Realisatie Verschil 2013 2013
Bedrag x € 1.000
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
89
inflatiecorrectie Begroting Realisatie Verschil 2013 2013
jAARVERSLAG 2013 gRONdBEDRIJF
Afdeling Economie & Vastgoedontwikkeling
INHOUDSOPGAVE
Verslag
1
Stand van Zaken Geïnvesteerd vermogen Onderhanden werken Gronden zonder kostprijsberekening Reserves en voorzieningen Bedrijfsresultaat Te verwachten resultaten onderhanden werken Eigen vermogen
5
Toelichting complexen I Gronden niet in exploitatie (A-staten) II Gronden in exploitatie (B-staten)
9 15
Resultaat complexen (incl. Staat Q)
29
Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Gronden, aan- en verkopen Gronden in beheer (hoeveelheden) Gevoteerde kredieten en budgetten Overzicht Reserves en Voorzieningen
31 33 35 36
1 Jaarverslag 2013 van het Grondbedrijf van de gemeente Lelystad Beheer Het beheer van het Grondbedrijf berustte in 2013 bij het college van Burgemeester en Wethouders. De heer J.A. Fackeldey is door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen tot wethouder van het Grondbedrijf. Krachtens de Beheersverordening Grondbedrijf 2010 is de directeur, de heer G.J. Put, belast met de dagelijkse leiding van het Grondbedrijf. Daarnaast trad de heer A.F. ter Haar plaatsvervangend op. Organisatie De werkzaamheden die verband houden met de grondexploitaties zijn voornamelijk verricht door de afdeling Economie en Vastgoedontwikkeling in samenwerking met collega ’s binnen het domein Strategie en Beleid. De organisatie van deze afdeling is afgestemd op de volgende hoofdtaken: a. De financiële administratie b. De bedrijfseconomische bewaking van de grondexploitaties en c. De werkzaamheden ten behoeve van het beheer en de uitgifte van gronden. Voor wat betreft de planontwikkeling en -realisatie wordt nauw samengewerkt met collega ’s binnen en buiten het domein Strategie en Beleid. Conclusie Algemeen Het Grondbedrijf faciliteert de ruimtelijke ambities van de gemeente Lelystad. Traditioneel is de gemeente altijd sterk op groei van de stad gericht geweest. Door de huidige crisis op de woningmarkt is ook voor Lelystad het groeitempo momenteel aan de lage kant. Per 31 december 2013 is ten behoeve van de grondexploitatie € 151.572.159 geïnvesteerd en in erfpachtcomplexen € 9.626.799. Bruto is gaat hiermee een investering van € 161.198.958 gemoeid. Investeren in grond houdt in dat er gecalculeerde risico’s worden genomen. Binnen de grondexploitaties wordt hieraan in toenemende mate permanente aandacht gegeven. Dit komt onder meer tot uiting in de recente herzieningen die in de belangrijkste exploitaties in het afgelopen jaar zijn uitgevoerd. Hiermee zijn de risico’s actueel beoordeeld en zeer beheersbaar binnen de exploitaties. Ook het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf vraagt in deze moeilijke tijden om continue aandacht. De Algemene Reserve Grondbedrijf bedraagt per 31 december 2013 € 176.615 negatief (benodigd € 2.888.865) en de reserve ter dekking van risico’s tijdens de exploitatieduur bedraagt € 0 (benodigd € 11.386.935). Het tekort in het benodigde weerstandsvermogen van het Grondbedrijf is daarmee per balansdatum € 14.452.415. De voorzieningen t.b.v. complexen Grondbedrijf bedragen in 2 totaal per 31 december 2013 € 26.041.188. Het risico per m ligt met € 15,68 op een verantwoord niveau bij een netto geïnvesteerd vermogen van € 135.334.385 inclusief erfpachtgronden en na aftrek van voorzieningen en bij een bedrijfsvoorraad van 863,3 ha. De geprognosticeerde verkoopopbrengsten zijn in totaal hoger dan de onvermijdbare rentelasten over het vermogen. Vanuit het geïnvesteerd vermogen zijn voldoende bouwrijpe kavels beschikbaar te stellen om aan de huidige vraag naar grond te kunnen voldoen. Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat 2013 uit normale bedrijfsvoering is € 586.909 voordelig. Voor € 4.844.970 was het noodzakelijk voorzieningen in te stellen of op te waarderen. De overige resultaten ad € 932.993 nadelig bestaan uit een bijdrage aan de Algemene Dienst ad € 328.885 inzake centrale bedrijfsvoering; een bijdrage aan Centrada ad € 455.000 vanwege afspraken gemaakt in het Lokaal Akkoord; rentelasten uitgestelde betaling en bijdragen als gevolg van verkoopstimulerende maatregelen in het kader van het Antwoord van Lelystad ad € 149.108.
2 De bepaling van het bedrijfsresultaat alsmede de hoogte van de voorzieningen is gebaseerd op het scenario behoedzaam, waarbij de productie voor de jaren 2014 en 2015 naar beneden is bijgesteld van 200 woningen naar 50 woningen en de bedrijventerreinen van 5 hectare naar 1,5 hectare. Het productievolume over de totale planperiode is niet bijgesteld. De parameters (prijzen, rente, indexering) die daarbij gehanteerd zijn sluiten aan op het MPG 2013. De bespiegelingen over prijzen, parameters en planning zijn buiten het proces van deze jaarrekening gehouden. Een aanpassing hiervan vraagt een integrale benadering in het eerstvolgende meerjarenperspectief Grondbedrijf en zal afhankelijk van de bestuurlijke keuzes mogelijk ook financiële consequenties hebben. De gevoeligheid van uitgifteaantallen is daarbij groot. Zo zal, indien het uitgiftetempo structureel lager wordt, ook de totale grondvoorraad opnieuw moeten worden bekeken. Het totaal te bestemmen nadelig resultaat bedraagt € 5.191.054. Toelichting exploitatieverloop Door de economische crisis zijn de verkopen bescheiden geweest namelijk 2,0 hectare grond, waarvan 1,2 hectare bedrijventerrein en 0,8 hectare voor de bouw van 40 projectwoningen. De eerste fase van een in 2012 afgesloten verkoopcontract met een bedrijf voor de levering van circa 4 hectare in Flevokust zuid is afgenomen. Het gaat om 0,68 hectare. Sinds een aantal jaren zijn gesprekken gevoerd om in het noordelijk gedeelte van Flevokust een multimodale overslagfaciliteit te realiseren. Dit in combinatie met de ontwikkeling van een “nat bedrijventerrein” waaraan in de Metropool Regio Amsterdam nog een grote behoefte bestaat. De gemeenteraad heeft op 17 december 2013 uiteindelijk niet ingestemd met de voorgelegde planontwikkeling voor 115 ha. Daarmee is impliciet tevens besloten de concept Grondexploitatie voor dit gebied niet vast te stellen en blijft dit gebied vooralsnog tot de strategische voorraad behoren. Dit in afwachting van een poging van de provincie Flevoland om in vervolg op de eerdere plannen toch tot een zekere ontwikkeling te komen. Toekomstperspectief De resultaten van het grondbedrijf staan door de crisis al enige tijd onder druk. Er is sprake van aanhoudende uitval van de vraag. Op basis van de meerjarenbouwprognose (MBP) welke onderdeel uitmaakt van het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) wordt een meerjaren investeringsprogramma opgesteld waardoor de financiële consequenties van de gemaakte keuzes inzichtelijk worden. Tevens worden periodiek risicoanalyses opgesteld. Naast de aandacht die vanuit en in de Structuurvisie wordt besteed aan de grondexploitaties zal in de toekomst ook nadrukkelijker stil worden gestaan bij de strategische voorraden binnen de “nog niet in exploitatie genomen gronden”. Hiervoor is het van belang dat door de raad in hoofdlijnen uitspraken worden gedaan over het voornemen tot ontwikkeling en het duiden van de termijn waarbinnen dit wordt voorzien. Daarmee wordt een extra stap gezet in het gebalanceerd ontwikkelen van de woningbouw binnen de gemeente Lelystad. Met het terugvallen van de inkomsten zal scherp aan de wind gezeild moeten worden en de kosten moeten worden beheerst. De ontwikkeling van de luchthaven en Flevokust kan bijdragen aan omzetperspectief om zodoende het grondbedrijf als totaal rendabel te houden. De winstwaarschuwing blijft onverminderd van kracht. Actieve monitoring van de ontwikkelingen blijft daarmee van groot belang.
3
Conform de systematiek uit het Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2013 wordt de volgende winstbestemming voorgesteld: Resultaatbestemming € 586.909 € 328.885€ 455.000€ 149.108€ 346.083-
Bedrijfsresultaat normale bedrijfsvoering Resultaat centrale bedrijfsvoering Bijdrage aan Centrada Lokaal Akkoord (ROS) Resultaat verkoop stimulerende maatregelen (Antwoord van Lelystad) Bedrijfsresultaat nadelig vóór het treffen van voorzieningen
voordelig nadelig nadelig nadelig nadelig
De volgende voorzieningen zijn op basis van de actualisatie getroffen, vrijgevallen of aangewend: de Waterwijzer Warande restgebieden Larserknoop Larserpoort Klunder resultaat voorzieningen A-staten Onderhanden werken Stadshart Buitenhof Hanzepark Bataviahaven Noordzoom fase 1 oost Werkeiland Warande dgb.1 Flevopoort resultaat voorzieningen B-staten
€ € € €
65.179 49.938155.20562.791-
€ € € € € € € € €
1.630.808279.322 108.893308.836370.98016.035 58.3811.835.136989.539-
Vrijval Voorziening bovenwijkse voorzieningen (rotonde Oostranddreef)
€
202.755-
€
5.007.216-
€
365.000
Totale toevoeging aan voorzieningen:
€
4.844.970- nadelig
Bedrijfsresultaat 2013 na het treffen van voorzieningen en vóór bestemming
€
5.191.054- nadelig
Resultaatbestemming op basis van reeds genomen besluiten Storting Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Onttrekking Antwoord van Lelystad Onttrekking ROS
€ € €
427.103149.108 455.000 €
Te bestemmen bedrijfsresultaat 2013
€ 5.014.049bedrijfsresultaat grondbedrijf 2013 (nadelig)
€ 5.014.049Onttrekking Reserve Risico Grondexploitatie € 4.837.435 saldo € 0
€
€ 176.615Onttrekking Algemene reserve grondbedrijf € 176.615 saldo € 176.615 negatief
177.004 voordelig 5.014.049- nadelig
€0 ROS
4
Resultaatbestemming € 5.014.049- nadelig
Te bestemmen bedrijfsresultaat 2013 Als volgt te bestemmen: Benodigde Risicoreserve Grondexploitatie conform systematiek MPG 2013 (risicopercentage 3,33%) € 11.386.935 Saldo 31-12-2013 Reserve Risico Grondexploitatie Onttrekking nadelig bedrijfsresultaat Storting t.l.v. de Algemene Reserve Grondbedrijf Saldo per 31-12-2013
€ € € €
4.837.435 5.014.049- € 176.615 € -
Benodigde Algemene Reserve Grondbedrijf conform de IFLO-norm, zijnde 10% van de boekwaarden van de niet in exploitatie genomen gebieden A-staten -/- de voorzieningen € 2.888.865 Saldo 01-01-2013 Algemene Reserve Mutaties 2013 Saldo per 31-12-2013
€ € €
176.615176.615-
Na onttrekking aan de Risicoreserve en de Algemene Reserve GB is het te bestemmen resultaat
5.014.049 voordelig 176.615- nadelig
176.615 voordelig
€
0
Na uitvoering van de hiervoor genoemde winstbestemming wordt het volgende overzicht van het weerstandsvermogen gegeven: Algemene Reserve Grondbedrijf Reserve Risico Grondexploitatie Totaal Weerstandsvermogen negatief
Lelystad, 31 maart 2014 Directeur Grondbedrijf,
G.J. Put
Stand 01-01-2014 € 176.615€ € 176.615-
5
Stand van zaken Het geïnvesteerde vermogen is als volgt opgebouwd: per 01-01-2013 Onderhanden werken Gronden zonder kostprijsberekening Hoofd-infrastructurele werken Overige werken
110.694.367 31.114.452 49.257 998.208 142.856.284 8.962.174 151.818.458
Erfpachtgronden Geïnvesteerd vermogen
mutatie 2013
per 31-12-2013
654.289 7.998.701 (49.257) 112.142 8.715.875 664.625 9.380.500
111.348.655 39.113.153 1.110.350 151.572.159 9.626.799 161.198.958
De stijging van de boekwaarde wordt in grote lijnen veroorzaakt door de rentebijschrijving op de B-staten € 4,5 miljoen, de kosten planvoorbereiding/bouwrijp maken € 6,7 miljoen, verkopen -/- € 2,4 miljoen. Voor de gronden in exploitatie (B-staten) is een exploitatiebegroting beschikbaar. Ten aanzien van deze gronden kan inzicht worden gegeven in de vermoedelijke exploitatieresultaten. Zie hiervoor het balansdossier Grondbedrijf. Voor de (nog) niet in exploitatie zijnde gronden (A-staten) is een inschatting gemaakt wanneer deze gronden zullen worden uitgegeven en wat het financiële resultaat van de uitgifte zal zijn. Samenvatting mutaties Onderhanden Werken Onderhanden werken
2013
Boekwaarde per 31 december Overheveling van "gronden zonder kostprijsberekening" Overheveling naar "gronden zonder kostprijsberekening" Overheveling van "overige werken" Boekwaarde per 1 januari Bij: Bestedingen in het jaar gespecificeerd naar: grondaankopen rente en algemene kosten overige bestedingen storting bovenwijkse voorzieningen Totaal bestedingen
Af: Opbrengsten in het jaar gespecificeerd naar: verkopen onttrekking voorzieningen overige verminderingen Totaal opbrengsten Resultaatnemingen Boekwaarde per 31 december
2012 110.694.367
113.957.273
7.723.070-
3.476.615-
102.971.296
110.480.658
465.962 6.032.054 9.313.981 462.724
4.726.298 3.637.064 39.366 8.402.728
689.824 96.903
16.274.721
2.485.897 9.264.670 4.662.159 786.727
16.412.725
761.358
351.713
111.348.655
110.694.367
6 Samenvatting mutaties Gronden zonder kostprijsberekening
Boekwaarde per 1 januari De voornaamste mutaties zijn de volgende: -Overheveling naar "onderhanden werken" -Overheveling van "onderhanden werken" -Overheveling van "overige werken" -Kosten bouwrijp maken (incl.bovenwijks) -Opbrengst verkopen / bijdragen -Resultaatneming / vrijval voorzieningen Boekwaarde per 31 december
31-12-2013 31.114.452
31-12-2012 27.919.477
7.723.070
3.476.615
2.348.242 1.707.695364.91639.113.153
1.295.009 1.806.372229.723 31.114.452
Stand en mutatie van de Reserves en Voorzieningen per 1-1-2013 Algemene reserve Grondbedrijf
-
mutatie 2013 176.615-
Reserve Risico Grondexploitatie
4.837.435
4.837.435-
Reserve Antwoord van Lelystad
297.375
149.108-
Reserve Bovenwijkse Voorzieningen
-
-
per 31-12-2013 176.615148.267 -
Reserve grondexploitatierisico Omala Totaal bestemmingsreserves
1.000.000 6.134.809
4.986.542-
1.000.000 1.148.267
Voorziening Onderhanden werken
1.712.506
1.368.708
3.081.213
Voorziening Stadshart
2.917.814
162.609-
Voorziening De Waterwijzer
65.179
65.179-
Voorziening Buitenhof (Gelderse Hout)
57.463
111.192
168.655
3.781.804
460.108
4.241.912
Voorziening Hanzepark
2.755.205 -
Voorziening Noorderzijl (Meerdijkhaven)
387.194
387.194
Voorziening Graansteiger
511.442
511.442
Voorziening Kust-Centraal
39.799
39.799
Voorziening Houtribhoogte
479.960
349.799
829.759
Voorziening Bataviahaven
1.425.779
428.011
1.853.790
2.978
58.500
61.478
Voorziening Werkeiland Voorziening Noordzoom fase 1 oost Voorziening Restgebieden Warande
15.419 3.817.017
15.41949.938
3.866.955
Voorziening Warande deelgebied 1
-
1.835.136
1.835.136
Voorziening Flevopoort
-
989.539
989.539
4.172.821
62.791
4.235.612
1.028.293 20.415.469
155.205 5.625.719
1.183.498 26.041.188
Voorziening Larserpoort kavel Klunder Voorziening Larserknoop Totaal voorzieningen Voorziening Bovenwijkse Voorzieningen Totaal reserves en voorzieningen
650.000 27.200.278
365.00097.562
Voor een toelichting op de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar bijlage 4 van dit verslag
285.000 27.297.840
7 Bedrijfsresultaat 2013: Het bedrijfsresultaat 2013 bedraagt € 5.191.054,- nadelig (2012 € 9.565.820,- nadelig) en is als volgt tot stand gekomen: Regulier bedrijfsresultaat 2013: Saldo onttrekkingen onderhanden werken Saldo onttrekkingen gronden zonder kostprijsberekening Saldo storting (onder)erfpachtcomplex
4.245.858 567.671 193.7854.619.744
Overig bedrijfsresultaat 2013:
571.310
Totaal bedrijfsresultaat 2013:
5.191.054
Te verwachten resultaten Onderhanden Werken Ramingen per 31 december
2013
Nog te maken kosten Geraamde opbrengsten nog uit te geven gronden t.b.v. woningbouw overige nog uit te geven gronden Totaal geraamde opbrengsten gronduitgifte
2012 118.467.274-
124.921.596 86.926.072
120.424.442-
124.946.505 96.312.418 211.847.668
221.258.923
11.635.070
11.983.740
Subtotaal
105.015.463
112.818.221
Op boekwaarde bijgeschreven / af te schrijven
111.348.655-
110.694.367-
Bijdragen (nog te verwachten)
Nog te nemen resultaat
6.333.192-
2.123.855
Mutatie Eigen Vermogen
Eigen Vermogen
Algemene Reserve Grondbedrijf Resultaat nadelig na het treffen van voorzieningen Bestemming op basis van reeds genomen besluiten: Onttrekking Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) Storting Reserve Bovenwijkse Voorzieningen Onttrekking Reserve Antwoord van Lelystad Bedrijfsresultaat Grondbedrijf 2013 nadelig Onttrekking Reserve Risico grondexploitatie
5.191.054-
455.000 427.103149.108 5.014.0494.837.435
-
Onttrekking Algemene Reserve Grondbedrijf
176.615-
Eigen vermogen 2013
176.615-
9
Gronden niet in exploitatie (totaal € 39.113.153,16)
A1 - Kop van De Veste (0.2.1) Het project is in 2010 stopgezet. Momenteel zijn er geen nieuwe ontwikkelingen. De grond wordt als strategische voorraad beschouwd voor toekomstige ontwikkelingen. De kosten (€ 710,67) die in 2013 ten behoeve van dit project zijn gemaakt worden ten laste van het bedrijfsresultaat 2013 gebracht. De boekwaarde na afboeking van deze kosten per 31 december 2013 bedraagt dan € 564.846,40. De m²-prijs van het aangekochte terrein van 24.449 m² bedraagt € 23,10. Zodra sprake is van nieuwe ontwikkelingen in dit gebied zal een grondexploitatie worden opgesteld.
A2 - Gordiaan - Campus (0.3.0) Het gebied Gordiaan Campus is aangemerkt als strategisch ontwikkelgebied. In dit gebied wordt rekening gehouden met de bouw van voorzieningen t.b.v. het voortgezet onderwijs. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 2.877.095,97 ofwel € 13,67 per m².
A3 - Spaceboxen Grietenij (0.3.0) Bij Raadsbesluit van 2 maart 2006 is ingestemd met de realisatie van 48 woonunits (Spaceboxen) ten behoeve van jongerenhuisvesting, waarvan 24 woonunits ten oosten van de Grietenij en 24 woonunits ten noorden van de woonwijk De Veste, tijdelijk voor 5 jaar. Op 27 februari 2008 heeft het college besloten de Spacebox-woningen ten noorden van de woonwijk de Veste niet te plaatsen. De staat van dit complex (Spaceboxen De Veste) is inmiddels afgesloten. De spaceboxen in de Grietenij zijn door Centrada aangeboden aan een marktpartij voor de verhuur als tijdelijke woonruimte voor mensen in dringende woonsituaties. De gemeente heeft een bijdrage geleverd aan Centrada ter dekking van de verkooptransactie van de spaceboxen. Met de vastgoedexploitant is een huurovereenkomst voor de grond gesloten, voor ten minste 5 jaar op een locatie ten zuiden van de Rietlanden. De eerste 5 jaar vraagt de gemeente geen vergoeding (huur) voor het gebruik van de grond, zowel de exploitant als de gemeente hebben een inspanningverplichting om na 5 jaar publiekrechtelijk met nog eens 5 jaar te verlengen. Bij de verlenging is de exploitant wel een jaarlijkse huursom verschuldigd. Uitgaande van een exploitatie van 10 jaar zijn de huurinkomsten voor de gemeente na 10 jaar € 131.241,84. Het complex kan worden afgesloten en het voordelig saldo van dit complex ad € 44.617,12 is ten gunste van het bedrijfsresultaat 2013 gebracht.
A4 - Gordiaan Middendreef (0.3.4) Dit complex is in 2006 uit exploitatie genomen; inmiddels zijn de bedrijventerreinen allemaal uitgegeven en is een resultaat van € 575.293,- gerealiseerd. In 2010 is een tweetal kavels door de gemeente teruggekocht en in 2011 en 2012 zijn deze kavels weer aan andere partijen verkocht. In 2013 is het laatste gedeelte van de terreinafwerking en groeninrichting ter hand genomen, deze werkzaamheden zullen in 2014 worden afgerond. In 2013 is ten laste van dit complex een aanvullend resultaat van € 200.000,- aan het bedrijfsresultaat toegevoegd. De boekwaarde van het complex bedraagt per 31 december 2013 € 50.523,27 cr.
A5 - Centrum-Oost (1.0.0) De Waterwijzer In dit complex is de verwerving van het gebouw de Waterwijzer verantwoord en tijdelijk in gebruik geweest als huisvesting van het gemeentelijk ambtenarenapparaat. Na de oplevering van het gerenoveerde Stadhuis medio 2011 was de Waterwijzer weer leeg. Voordat de grond aan de marktpartij conform gesloten koopovereenkomst van 25/26 juni 2009 kon worden overgedragen heeft de gemeente het gebouw op kosten van de marktpartij ontdaan van asbest en vervolgens gesloopt.
10
In 2012 is de grond t.b.v. de bouw van een appartementencomplex van 40 appartementen via de marktpartij aan Centrada geleverd. Verder bestaat het programma op deze locatie nog uit 54 starterswoningen waarvan de grond nog geleverd moet worden. Als gevolg van renteverlies is in 2010 en 2012 een voorziening getroffen van in totaal € 65.178,71. In 2013 is deze voorziening samen met een bedrag van € 54.487,50 (ten laste van het bedrijfsresultaat 2013) in mindering op de boekwaarde gebracht. De boekwaarde van dit complex per 31 december 2013 bedraagt € 532.115,00.
A6 – Lelycenter (1.0.0) In dit complex worden de interne begeleidingsuren ten aanzien van de herontwikkeling van kantorenlocaties verantwoord. De boekwaarde van dit complex ad € 57.515,61 is ten laste van het bedrijfsresultaat 2013 gebracht.
A7 – IJssellaan (1.1.1) De gemaakte kosten in dit complex hebben betrekking op begeleidingsuren van een nog niet gerealiseerde verkoop t.b.v. een uitbreiding van een moskee. De boekwaarde van dit complex ad € 4.621,64 is ten laste van het bedrijfsresultaat 2013 gebracht.
A8 - Oostervaart Platinastraat (1.3.1) Dit complex (groot 20.404 m²) is via de packagedeal met RVOB (voorheen Domeinen) verworven. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 €15,56 per m² of te wel € 317.516,12 in totaal. Dit perceel is geschikt voor de vestiging van bedrijven in de verwerkende industrie gerelateerd aan de agrarische sector. In 2012 is het bestemmingsplan herzien met een verruiming van de bestemmingsmogelijkheden, waardoor de marktwaarde van dit complex is verhoogd.
A9 - Zuigerplasdreef / Binnenhavenweg (1.3.7) Dit complex is via de packagedeal met RVOB (voorheen Domeinen) verworven. Het complex is groot 15.500 m² en de boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 159.089,94 ofwel (€ 10,26 per m²). Het betreft een strategische grondverwerving voor de toekomst.
A10 - Gelderse Hout - Triade (1.7.7) In 2010 is in een packagedeal met Staatsbosbeheer nog 1,9 ha grond verworven. In het Gelderse Hout is in 2008 een agrarisch bedrijfsgebouw met bijgebouwen, ondergrond, erf en parkeerterrein (3,8 ha.) aangekocht. Daarnaast is de pacht ontbonden van de Staat der Nederlanden van circa 25 ha. en ook is de pacht ontbonden van grond in eigendom van de gemeente Lelystad van ca. 4 ha. Teneinde het grondgebruik veilig te stellen worden de betrokken gronden van circa 29 ha. op jaarbasis verpacht. Een combinatie van zorginstellingen heeft voor circa 8.400 m² grond t.b.v. huisvesting en een dagbesteding voor 24 tot 36 cliënten. De grondtransactie is in 2009 afgerond. In 2013 zijn nog € 28.074,57 kosten gemaakt ten behoeve van verlichting toegangsweg naar de zorginstelling en een aanpassing van de bermen van deze weg. Deze kosten zijn in dit complex verantwoord en t.l.v. het bedrijfsresultaat 2013 gebracht. De nu in totaal overige gronden 39.581 m² zijn aangekocht om een strategische grondpositie in dit gebied te verkrijgen. Dit gebied is in het structuurplan aangewezen als mogelijk toekomstig woningbouwgebied. Woningbouw is voorzien in de periode na 2023. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 698.650,58 ofwel € 17,65 per m².
11
A11 - Gelderse Hout – Landtong (1.7.7) Deze locatie is beschikbaar voor toekomstige horeca/woningbouw ontwikkelingen. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 20.204,53 ofwel € 1,16 per m².
A12 – Lelystad Noord-West, HVL, de Roef, Aldi en de Kandelaar (2.2/2.3) Bij de herziening van Wijkontwikkelingsplan Lelystad Noord-West (WOP 1) in 2011 is besloten een viertal projecten als niet-actieve grondexploitaties te beschouwen. In potentie kunnen daar nog additioneel 55 woningen worden gerealiseerd maar deze zijn nu niet opgenomen in het meerjaren woningbouwprogramma. De boekwaarde (verwerving HVL-locatie) bedraagt per 31 december 2013 € 365.000,-.
A13 – Schepenwijk midden Iriszorg (2.2.6.) In de Schepenwijk staat het pand “De Haak”, Gondel 36-11, voormalig kantoor van de Grontmij. Iriszorg heeft het pand gekocht en is voornemens om dit gebouw om te vormen tot appartementen voor beschermd en begeleid wonen en crisisopvang. In totaal zullen er circa 45 appartementen van diverse afmetingen worden gerealiseerd. Aan de oostzijde van het pand wordt een speelplaats voor kinderen gerealiseerd. Kinderen uit de buurt mogen gebruik maken van de speelplaats, het dient duidelijk te zijn dat de speelplaats van Iriszorg is. Voor de parkeerplaatsen en tbv waterschap worden erfdienstbaarheden gevestigd. Op verzoek van de gemeente wordt de openbare trap vanaf de Gondelbrug afgebroken. De kosten komen voor rekening van de gemeente. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 125.350,00 cr.
A14 – Kust-centraal (2.3.1) Het plangebied is ca. 8,9 ha. groot en wordt begrensd door Batavia-Haven aan de noordzijde, de Houtribweg aan de oostzijde, Graansteiger aan de zuidzijde en Oostvaardersdiep aan de westzijde. De bouw van fase 1 en 2 is inmiddels afgerond. Fase 3, (noordfase, tevens de laatste fase) komt voorlopig niet tot ontwikkeling. De grond van fase 3 is voorlopig strategische voorraad. Er is een voorziening ingesteld van € 39.799,08 om de boekwaarde op een verantwoord niveau te brengen. De boekwaarde is per 31 december 2013 € 576.262,08.
A15 - Graansteiger (2.3.6) Het plangebied is 4,5 ha. groot en op grond van een normatief ruimtegebruik gebaseerd op 105 woningen. Woningbouw wordt de komende jaren niet verwacht. De grond is om die reden voorlopig strategische voorraad. Ten laste van de reserve Kust is een voorziening ingesteld om toekomstige 2 ontwikkelingen mogelijk te maken. De m -prijs bedraagt € 10,-. De boekwaarde is per 31 december 2013 € 961.442,35. Minus de voorziening van € 511.442,35 geeft een waarde van € 450.000.
A16 – Noorderzijl (2.3.6) Het plangebied is 7 ha. groot en op grond van een normatief ruimtegebruik gebaseerd op 130 woningen. Woningbouw wordt de komende jaren niet verwacht. De grond is om die reden voorlopig strategische voorraad. Ten laste van de reserve Kust is een voorziening ingesteld om toekomstige 2 ontwikkelingen mogelijk te maken. De m -prijs bedraagt € 10,-. De boekwaarde is per 31 december 2013 € 1.087.194,26. Minus de voorziening van € 387.194,26 geeft een waarde van € 700.000.
12
A17 – Recreatiezone Bovenwater (3.7.2) Dit complex betreft de uitgifte t.b.v. de verplaatsing van een midgetgolfbaan. In 2013 is de grondverkoop gerealiseerd, in 2014 zullen nog enkele aanvullende werkzaamheden plaatsvinden en het complex (budget neutraal) worden afgesloten De boekwaarde bedraagt per 31 december 2013 € 11.393,80 cr.
A18 – de Landerijen (4.3) Dit gebied is in 2011 met een totaal resultaat van € 58.880.852,- uit exploitatie genomen. In 2012 is ten laste van dit complex nog € 600.000 aan het resultaat toegevoegd, waardoor het totaal resultaat (al afgedragen) op € 59.480.852,- komt. Nagenoeg alle gronden zijn inmiddels overgedragen aan de afdeling Stedelijk Beheer / Beheer Openbare Ruimte. Na het voltooien van voor de waterhuishouding benodigde werken en de terreinafwerking rondom het nog te bouwen appartementencomplex (hoek rotonde) kan dit complex worden afgesloten. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 1.063.571,69 cr.
A19 - Larserplein (4.7.8) Dit gebied maakt onderdeel uit van één van de in het structuurplan aangegeven knooppunten. Het gebied heeft een horecabestemming. De uitgifte van terreinen zal nadrukkelijker onder de aandacht dienen te komen. In het kader van een packagedeal met Staatsbosbeheer en besluitvorming in de raad is in 2010 het resterende deel van het gebied verworven. De aankoop betreft een perceel van 61.417 m². In het kader van een packagedeal met RVOB (voorheen Domeinen) is in 2008 een perceel groot 18.496 m² verworven. In 2011 is 400 m² grond verkocht voor uitbreiding bij een bestaand bedrijf. In 2013 is 3.040 m² grond verkocht ten behoeve van een fastfood drive-in restaurant. In 2014 worden de uitvoeringswerkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling afgerond. Totaal is nu 152.571 m² grond in bezit van de gemeente. De intentieovereenkomst uit 2012 is afgehandeld. Er is geen overeenkomst gesloten. Er lopen nog wel een aantal initiatieven die ter beoordeling naar de stuurgroep “nieuwe initiatieven” gaan. De boekwaarde bedraagt per 31 december 2013 € 814.054,03 ofwel € 5,34 per m². In 2014 is nog ca € 120.000,- aan uitvoeringskosten geraamd.
A20 - Warande 5.2/5.3 Restgebieden (5.0.0) Gezien de omvang van het totale exploitatiegebied wordt Warande in fasen ontwikkeld te weten ste 1 deelgebied Warande 2012 vastgestelde grondexploitatie en voor de overige gebieden de Bouwrekening Complex Warande 5.2/5.3 Restgebieden (5.0.0). Mocht de planontwikkeling voor het geheel tijdelijk stagneren, dan geven deze grenzen een logische beëindiging. De boekwaarde van Complex Warande 5.2/5.3 Restgebieden bedraagt per 31 december 2013 € 10.758.704,88. In het eerste deelgebied van Warande is gebleken dat de inbrengwaarde van de grond bij de ontwikkeling niet hoger mag zijn dan € 25,00 per m². De boekwaarde bedraagt € 39,03 per m². Er is een voorziening getroffen in 2012 van € 3.817.017,14 voor de herwaardering van de m²-prijs tot € 25,00. In 2013 is deze voorziening verhoogd naar totaal € 3.866.954,88 om de m²-prijs van € 25,00 te handhaven.
A21 – Flevokust-noord (7.1.8) Op basis van de in 2012 opgestelde Business Case en de concept grondexploitatie is in samenwerking met Havenbedrijf Amsterdam en de Provincie Flevoland de besluitvorming t.a.v. het in ontwikkeling nemen van dit gebied voorbereid.
13
In de Raad van 2 juli 2013 zijn nadere voorwaarden ten aanzien van de uitwerking gedefinieerd. In september 2013 heeft Havenbedrijf Amsterdam besloten zich terug te trekken, mede op grond dat zich geen gegadigden hebben gemeld voor het exploiteren van de container terminal. 17 december heeft de Gemeenteraad geconstateerd dat niet aan al haar voorwaarden was voldaan. De consequentie hiervan is dat de Raad ook de grondexploitatie Flevokust niet heeft vastgesteld. De geprognosticeerde rente 2013 ad € 308.922,81 is in dit complex verantwoord en weer t.l.v. het bedrijfsresultaat 2013 gebracht. Provincie en Gemeente zoeken gezamenlijk naar varianten die leiden tot een haalbare Business Case. De boekwaarde voor dit complex (ca. 115 HA) bedraagt per 31 december 2013 € 8.583.358,47 met een verantwoorde m² prijs van € 7,46.
A22 – Flevokust-zuid (7.1.8) Dit complex bevat het zuidelijk deel van Flevokust (fase 2). In 2013 is de gronduitgifte (in erfpacht) t.b.v. de vestiging van een hoogwaardig technologisch bedrijf gerealiseerd. De boekwaarde voor dit complex (ca. 100 ha.) bedraagt per 31 december 2013 € 3.819.453,80 met een verantwoorde m² prijs van € 3,76.
A23 - Lelystad Airport (Schiphol Group) (7.5.8) De op dit complex gemaakte planvoorbereidingskosten in het kader van het toekomstig exploitatieplan Lelystad Airport worden via een exploitatiebijdrage of middels een anterieure overeenkomst doorberekend aan toekomstige ontwikkelingen. Door vernietiging van het aanwijzingsbesluit in 2011 zullen veel van deze planvoorbereidingskosten weer opnieuw gemaakt worden. Het exploitatieplan geeft aan dat historische kosten tot 2 jaar terug alsnog in rekening gebracht kunnen worden. Deze kosten worden wel meegenomen in de overeenkomst maar worden niet geactiveerd. Om die reden worden deze kosten jaarlijks afgeboekt ten laste van het bedrijfsresultaat (€ 90.022,06). De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 0,00.
A24 - Larserknoop voorheen Megapark Larserpoort (7.8.1) De op dit complex gemaakte kosten in het kader van de ontwikkelingstrategie Lelystad Airport worden in rekening gebracht bij de N.V. OMALA, een ontwikkelingsmaatschappij van de Gemeente Lelystad, de Gemeente Almere en de Provincie Flevoland. In 2009 zijn over de hoogte van de door te berekenen historische kosten afspraken gemaakt met genoemde partners. In 2012 is het bestemmingsplan en in het verlengde daarvan het exploitatieplan door de Raad van State op een aantal punten vernietigd. Voor de reparatie van het bestemmingsplan en exploitatieplan zijn in 2012 en 2013 extra kosten gemaakt en zullen in 2014 ook kosten gemaakt worden. Als eigenaren van de overige gronden zelf gaan ontwikkelen dan kunnen deze kosten ten dele via het exploitatieplan worden verhaald. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 1.183.498,03. Voor deze boekwaarde is een voorziening getroffen ad € 1.183.498,03.
A25 - Larserknoop / Larserpoort Klunder (7.8.1) Vooruitlopend op het in exploitatie nemen van dit gebied zijn de kosten ten behoeve van verwerving van het erfpachtrecht (Klunder) van een gebied groot 44 ha verantwoord. Inmiddels zijn de onderhandelingen met RVOB opgestart om het blote eigendom van deze kavel te verwerven. Na verwerving van het blote eigendom zal het volle eigendom (blote eigendom en erfpachtrecht) aan Omala N.V. worden overgedragen. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31-12-2013 € 7.045.505,48 en na aftrek van de getroffen voorziening van € 4.235.612 nog € 2.809.893,48. De afronding van de discussie over de verwerving en de grondwaarde is in overleg met alle betrokken partijen uitgesteld tot het moment dat het luchthavenbesluit inzake de beoogde baanverlenging door de Minister van I&M is genomen. Voorzien is dat dit uiterlijk op 1 november 2014 zal zijn genomen. De
14
afwikkeling hiervan wordt dus voorzien in het komende boekjaar. In het boekjaar 2013 is derhalve geen wijziging van de eerdere posities opgenomen. Daarnaast geldt dat Klunder een procedure heeft aangespannen tegen OMALA en indirect de gemeente vanwege een (vermeende) pachtkwestie. Dit is nog onder de rechter, een uitkomst is hiervan niet te voorspellen.
15
II Gronden in exploitatie (totaal € 111.348.655,24) B1 Stadshart (0.0.0) Ten behoeve van de herontwikkeling van het centrum van Lelystad is op 6 juli 2001 een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen gemeente Lelystad en William Properties (later Fortis en daarna ASR). Daarmee was de oprichting van OntwikkelingsMaatschappij Stadshart een feit. Een onderdeel van de overeenkomst was de gezamenlijke grondexploitatie die jaarlijks werd herzien voor de vaststelling van de jaarbudgetten. In 2008 is de samenwerking beëindigd en functioneerde OMS als een zelfstandige BV waarvan de gemeente Lelystad 100% eigenaar was. Ook OMS als 100% dochter van de gemeente herzag jaarlijks de grondexploitatie en planning van het Stadshart. Significante afwijkingen (> € 100.000,- en > 3 maanden) werden gerapporteerd en na goedkeuring van de AVA werd de gemeenteraad geïnformeerd. Sinds 1 juli 2010 is de liquidatie ingezet en is de overdracht van alle passiva en activa naar het gemeentelijk grondbedrijf gerealiseerd. Bij de oprichting van een nieuw complex in het grondbedrijf is de structuur van de exploitatie van het Stadshart aangepast aan de geldende structuur binnen het grondbedrijf. Het Stadshart en de grondexploitatie maken nu deel uit van de totale portefeuille van het grondbedrijf. De markontwikkeling heeft grote invloed op een aantal projecten in het Stadshart en dat heeft vooral gevolgen voor de ambitie en fasering. Daarom is eind 2011 ingezet op de herijking van het Masterplan en de daarbij horende financiële consequenties. In juli 2013 heeft dit geleid tot de vaststelling van de herziene grondexploitatie Stadshart 2013. Tegelijkertijd is vastgesteld dat nog in hetzelfde jaar een actualisatie tegemoet wordt gezien gebaseerd op de volgende principes: a. uitgaven zoveel mogelijk pas doen als de daarmee samenhangende inkomsten gerealiseerd zijn; b. indien vooruitlopend op deze inkomsten voorinvesteringen nodig zijn, dient daar een adequaat gedekte risicoreservering tegenover te staan. Deze actualisatie is vastgesteld door de Raad op 28 januari 2014. De totale toevoeging van het programma in het Stadshart omvat ca. 400 appartementen en 160 2 eengezinswoningen. Daarnaast wordt ca. 55.000 m b.v.o. (bruto vloeroppervlakte) aan detailhandel, kantoren, dienstverlening, Leisure en horeca toegevoegd. Daarvan zijn inmiddels 155 appartementen 2 gerealiseerd en 40.000 m b.v.o. van vooral winkels en kantoren. Het restant programma omvat nog 2 ca. 235 appartementen en 160 eengezinswoningen en 15.000 m b.v.o. voorzieningen. Voor een goed overzicht en om financieel grip te houden op het totale Stadshart is een vierdeling gemaakt: - Gerealiseerde gebieden. Resultaten van deze deelgebieden komen ten bate van de grondexploitatie; - Gebieden met looptijd tot en met 2022. Dit zijn de deelgebieden aan de Winkel8; - Gebieden met een looptijd tot en met 2027. Dit zijn de deelgebieden die pas na het functioneren van de winkel8 tot ontwikkeling worden gebracht, tenzij de markt daar anders om vraagt; - Potentiële ontwikkelgebieden. De gebieden maken onderdeel uit van de grondexploitatie, maar de ontwikkeling is gedurende de looptijd van de grondexploitatie niet financieel gemaakt. Het geheel vormt de grondexploitatie Stadshart.
16
Vierdeling
Projecten
Studiegebieden
Openbare ruimte
Algemeen
Overig gebied
Niet gebiedsgerelateerde plankosten t/m 2013
Dukaatplein Gerealiseerde gebieden
Zilverparkkade De Waag, 1ste fase
Deelgebieden met looptijd t/m 2022. Globaal aangeduid als de Winkel8
TheaterkwartierAgorahof
ABC/Dcomplex, deel ABC
Dukaatpassage
samenvoeging
TNT-locatie TheaterkwartierAgoraweg Deelgebieden met looptijd t/m 2027
Stadspark
Parkwijk De Waag, 2de fase Zilverpark oost
Stationsbalkon noord Potentiele ontwikkelgebieden
Stationsbalkon zuid
Waag noord ABC/Dcomplex, deel D
boekwaarde is onderdeel samenvoeging, ontwikkeling niet
Agoradek
De boekwaarde van het complex Stadshart bedraagt per 31 december 2013 € 7.060.728,11. In 2008 en 2012 is een voorziening getroffen. Vanaf 2012 wordt rente bijgeschreven op de voorziening. Per 31-12-2013 bedraagt de voorziening € 2.755.205,-. In 2012 is het Masterplan Stadshart herijkt. Belangrijkste aspecten van de herijking zijn: versterken winkel8, verlenging van de looptijd met 10 jaar tot 2027 en het gedeeltelijk schrappen van programma. Stand van zaken per deelgebied: Gerealiseerde deelgebieden ste De gerealiseerde gebieden zijn Dukaatplein, Zilverpark en Waag 1 fase. Het resultaat is apart inzichtelijk gemaakt en opgenomen in de totale grondexploitatie. De openbare ruimte is overgedragen aan de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Dukaatplein Stand van zaken Deelgebied Dukaatplein is afgerond. Openstaande budgetten zijn in 2012 afgesloten. Het plein Promesse voor Blok A is opgenomen in deelgebied 9 “overig gebied”. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 444.846,14 nadelig. Zilverpark Stand van zaken Dit project is afgerond. Openstaande budgetten zijn in 2012 afgesloten.
17
De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 4.934.898,31 voordelig. ste Waag 1 fase Stand van zaken De eerste fase van het project De Waag is afgerond (blok B, C, D en E). Openstaande budgetten zijn de in 2012 afgesloten. De 2 fase van dit project is naar achteren verschoven. Tot de herontwikkeling van fase 2 van start gaat, wordt het bestaande parkeerdek gesloopt en het terrein tijdelijk ingericht. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 1.828.286,63 voordelig. Ontwikkelingen t/m 2022 Globaal zijn deze ontwikkelingen aangeduid als de Winkel8 en bestaan uit de deelgebieden Theaterkwartier-Agorahof, ABC-complex, Waag-tussenfase, Openbare ruimte winkel8structuur, Dukaatpassage, Agoradek-tussenfase, TNT-locatie en Algemeen. Theaterkwartier-Agorahof Stand van zaken 2 Het huidige programma van 15 woningen met 775 m b.v.o. horeca blijft gehandhaafd en wordt de aangevuld met leisure/horeca programma vanuit de Waag 2 fase. De herinrichting van het plein is niet meer van toepassing en daarom uit de grondexploitatie gehaald. De boekwaarde van dit deelgebied is ondergebracht bij Theaterkwartier-Agoraweg. Ontwikkeling & fasering Theaterkwartier is gesplitst in de tijd. Tot ca. 2017 ligt de focus op Agorahof. Op dit plein wordt deels de horeca en leisure gerealiseerd dat eerst was bedacht in de Waag. Nu de ontwikkeling van de Waag voor langere tijd is uitgesteld, is het idee ontstaan aan de Winkel8 het programma van horeca en leisure te realiseren. Het appartementencomplex aan Agoraweg is uitgesteld tot 2020. ABC-complex Stand van zaken De “D” component is voorlopig geschrapt uit het ABC/D-complex. De eerstkomende jaren wordt ingezet op uitbreiding en herontwikkeling van het bestaande ABC-complex. Ook hier geldt dat een deel van het programma van de Waag is verplaatst naar dit deelgebied. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 375.088,07 nadelig. Ontwikkeling & fasering De partijen in het ABC-complex willen graag uitbreiden. Medio 2012 is een eerste schets gemaakt, maar in deze schets is het parkeren nog onvoldoende uitgewerkt. In 2015-2016 is de uitgifte gepland. Overig gebied Stand van zaken Dit deelgebied bestaat uit de herinrichting van de openbare ruimte die niet al onder de deelgebieden valt. Deze openbare ruimte omvat de bestaande straten in het Stadshart en krijgen een andere materialisering conform de Toolkit. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 3.178.535,16 nadelig. Ontwikkeling & fasering De komende jaren ligt de focus op de winkel8. De openbare ruimte aan die winkel8 wordt daarin meegenomen. Hiervoor geldt dat het basisniveau ten laste komt van groot onderhoud, de extra’s komen voor rekening van de grondexploitatie. De totale bijdrage vanuit groot onderhoud omvat € 1,95 miljoen. Dukaatpassage Stand van zaken Voor de herontwikkeling van deelgebied Dukaatpassage - waarvan de huidige bioscoop onderdeel is wordt de komende tijd gezocht naar een nieuwe invulling van het gehele blok met alle stakeholders. Het initiatief ligt bij de vereniging van eigenaren. Met de huidige huurder is geen overeenkomst bereikt, waardoor vanaf februari 2013 de bioscoop leeg is komen te staan. De aankoop van de bioscoop is door het grondbedrijf in 2009 gedaan en verantwoord onder de D-staten in de jaarrekening. Zodra zekerheid is over de herontwikkeling, wordt de bioscoop ingebracht in de
18
grondexploitatie. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 44.461,09 nadelig. Ontwikkeling & fasering In dit deelgebied is aan de kostenkant de verwerving van de bioscoop opgenomen. Aan de opbrengstenkant is de verkoop van de bioscoop opgenomen voor een bedrag van € 0,75 miljoen. De inbreng in de grondexploitatie is gepland in 2020, de verkoop in hetzelfde jaar. Daarnaast is een bijdrage opgenomen voor het dichtzetten van de arcades en het opknappen van de gevels van de horecadriehoek. Deze bijdrage is een onderdeel van de winkel8 en gepland in 2015. TNT-locatie Stand van zaken Als gevolg van het vertrek van de winkel van het postkantoor op de TNT-locatie vindt onderzoek plaats naar de stedenbouwkundige en programmatische mogelijkheden van deze locatie. Het distributie planologisch onderzoek vormt daarbij een belangrijk uitgangspunt. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 38.087,39 nadelig. Ontwikkeling & fasering Dit deelgebied is een particuliere ontwikkeling. De gemeentelijke inbreng is het erfpachtdeel van de grond plus de verkoop van een strook openbare grond waar nu de fietsenrekken staan. Daartegenover staat de afkoop van het erfpacht uit de grondexploitatie aan het grondbedrijf. Algemeen Stand van zaken Dit deelgebied bestaat uit kosten voor planschade en algemene kosten ten behoeve van de planontwikkeling. Goed beschouwd is deelgebied Algemeen meer een functioneel deelgebied dan een deelgebied met een ontwikkelingsopgave. De kosten voor de planontwikkeling zijn vanaf 2014 niet meer opgenomen in dit deelgebied. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 8.759.623,40 nadelig. Ontwikkeling & fasering De niet-projectgebonden kosten van planontwikkeling lopen door tot en met 2013. Daarna zijn de kosten voor planontwikkeling gekoppeld aan het programma. Ontwikkelingen t/m 2027 Vanaf 2017 - als de winkel8 is gerealiseerd - wordt ingezet op de overige ontwikkelingen van het Stadshart. Theaterkwartier-Agoraweg Stand van zaken De ontwikkeling van het appartementencomplex aan de Agoraweg is uitgesteld. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 38.371,63 nadelig. Ontwikkeling & fasering Tussen het theater en het Agoradek is ruimte voor een solitair gebouw bestaande uit ca. 40 appartementen. In de plint kan op beperkte schaal commerciële dienstverlening plaatsvinden. De uitgifte is gepland in 2020. Parkwijk Stand van zaken De Parkwijk ligt aan de oostkant van het Stadshart. Het huidige gebruik van het terrein bestaat uit scholengemeenschap de Arcus met de naastgelegen gymzaal, een tijdelijk parkeerterrein en een groot stuk open gebied waar bijvoorbeeld festivals plaatsvinden. Ook is hier het poppodium gerealiseerd als resultaat van de “speak-up challenge” in 2009. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 350.208,68 nadelig. Ontwikkeling & fasering Voor de ontwikkeling is het van belang dat er een goede verbinding met het ABC-complex is en daarmee met de rest van het Stadshart. De Parkwijk wordt ontwikkeld als een gemengd stedelijk
19
gebied met de nadruk op wonen (ca. 145 grondgebonden woningen). In de loop van de tijd kunnen functies als een atelier, praktijk aan huis of een galerie zich vestigen. In de grondexploitatie is uitgegaan van een gematigde fasering van ca. 15 woningen per jaar vanaf 2021 tot ca. 30 woningen in 2026. Tot die tijd krijgt het gebied een tijdelijke groene inrichting. de
Waag 2 fase Stand van zaken de Voordat sprake is van een 2 fase van de Waag is er een tussenfase dat zich richt op de sloop van het parkeerdek en de inrichting van de openbare ruimte rondom het bestaande complex “De Gordiaan”. Het beeld daarbij is dat het bestaande gebied een opknapbeurt krijgt in de vorm van een boomgaard en een beperkt aantal parkeerplaatsen, zodat het voor de komende vijf tot tien jaar een aanvulling is op het Stadshart. Onderdeel van deze fase is een nieuwe invulling van het bestaande grotendeels leegstaande complex. Het oorspronkelijk programma is deels verplaatst naar Agorahof en ABC-complex. ste De boekwaarde van dit deelgebied is ondergebracht bij Waag1 fase. Ontwikkeling & fasering de Het programma dat nog resteert in gebied Waag 2 fase bestaat uit leisure, wonen en een extra 2 toevoeging van 1.700 m b.v.o. detailhandel zoals omschreven in het DPO (Distributie Planologisch Onderzoek). De uitgifte is gepland in 2022-2024. Stadspark Stand van zaken Het programma voor dit deelgebied blijft gehandhaafd. De planvorming heeft voorlopig geen prioriteit. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 459,78 nadelig. Ontwikkeling & fasering Ontwikkeling heeft geen prioriteit. Planning van de ontwikkeling is in 2026-2027. Zilverpark-oost Stand van zaken Het gebied is in 2012 tijdelijk ingericht als groen. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 122.239,90 nadelig Ontwikkeling & fasering In dit deelgebied is het maximum aangehouden van 35 woningen van wat in het bestemmingsplan mogelijk is. De planvorming heeft voorlopig geen prioriteit. Uitgifte is gepland in 2021. Potentiële ontwikkelgebieden Agoradek Herontwikkeling van het Agoradek is op dit moment niet realiseerbaar. Gedurende de looptijd van de grondexploitatie is de herontwikkeling van Agoradek niet opgenomen. De woningen zijn gerenoveerd in 2013 en de parkeergarage wordt nu gerenoveerd. In de grondexploitatie is een bijdrage opgenomen voor de sloop van het restant van de hoge route. Deze bijdrage is gekoppeld aan de ontwikkeling van de appartementen in het Theaterkwartier.. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 121.379,30 nadelig. ABC/D-complex Het complex waar nu de supermarkt DEKA (eigenaar Delta Lloyd) is gevestigd is losgekoppeld van het ABC/D-complex. Gedurende de looptijd van de grondexploitatie wordt ingezet op de ontwikkeling van het ABC-complex. Stationsbalkon-noord Het kantorenprogramma is geschrapt uit de grondexploitatie. De ontwikkeling laat op zich wachten, daarom wordt dit terrein tijdelijk ingericht als grasveld met een beperkt aantal parkeerplaatsen. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 13.187,07 nadelig.
20
Stationsbalkon-zuid Het kantorenprogramma is geschrapt uit de grondexploitatie. In de grondexploitatie is de huur van de coffeeshop opgenomen en verlengd met 2 jaar tot en met 2015. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 321.896,62 Waag-noord Ook het kantorenprogramma van Waag-noord is geschrapt uit de grondexploitatie. De locatie is tijdelijk ingericht als groen. De boekwaarde van dit deelgebied bedraagt per 31 december 2013 € 15.528,82
B2 - Buitenhof (1.7.7) Het bestemmingsplan Golfwoongebied Buitenhof is in 2008 vastgesteld en het woningbouwplan is in uitvoering genomen. Het plan betreft een vorm van wonen met wellness voor ouderen in het duurdere middensegment van de woningmarkt. Het terrein heeft een bruto oppervlakte van ca. 60 hectare. Het programma voorziet in de bouw van ca. 500 woningen, de aanleg van een golfbaan, de bouw van een clubhuis met recreatieve voorzieningen zoals tennis, zwembad en een sloephaven. Het hoofdgebouw met zwembad en restaurant is gerealiseerd. De grond is in één keer verkocht aan de ontwikkelaar zonder de overdracht van de openbare wegen in het plangebied. Het bouw- en woonrijp maken van het gebied evenals de aanleg van de wegen wordt door de ontwikkelaar gedaan. Ontwikkeling van het gebied zal gefaseerd plaats vinden. Per afgeronde fase ontvangt de gemeente een bijdrage per woning en voor het uitgegeven gebied. Inmiddels is afgesproken dat per gerealiseerde en notarieel overgedragen woning wordt afgerekend. Op dit moment zijn ca. 55 woningen gerealiseerd waarvan 24 zijn opgeleverd en afgerekend. Begin 2012 is de (herziene) grondexploitatie door de raad vastgesteld. De bouw van het geluidscherm langs de A6 is deels uitgevoerd. De ecozone (groot 30.000 m²) wordt niet gerealiseerd. Onderzocht wordt of de ontwikkelaar die grond kan overnemen dan wel dat er een ander openbaar gebruik gerealiseerd kan worden. Door het lage tempo van verkoop en ontwikkeling worden de geplande afdrachten per jaar niet gehaald en zijn er extra renteverliezen. De grondexploitatie laat daardoor een negatief resultaat zien. Een voorziening ad € 168.655,00 voor het tekort is ingesteld. De ontwikkelaar is gekomen met een voorstel tot aanpassing van het planconcept. Hiervoor is een aanpassing van het bestemmingsplan in voorbereiding genomen, waarbij onder andere de opgenomen appartementen gebouwen zullen vervallen. Naar verwachting zal dit in de loop van 2014 tot vaststelling leiden. De mogelijke financiële consequenties (onder andere door eerdere betaling van de bijdrage per geleverde woning i.p.v. per afgeronde fase, maar in totaal minder woningen) zullen worden opgenomen in de komende herziening van de grondexploitatie. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 3.980.160,89.
B3 - Oostervaart-Oost (1.8.3) Op 19 april 2011 is de herziene grondexploitatie Oostervaart-Oost 2010 door de raad vastgesteld. Het bedrijventerrein Oostervaart is uitgebreid en opgewaardeerd. In het gebied is een beeldkwaliteitplan van kracht. Daarnaast is uitgebreid aandacht besteed aan de kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte. Het exploitatiegebied is grotendeels bouwrijp gemaakt; de kosten zijn voor 81% uitgevoerd, de terreinafwerking is voor een deel gelijktijdig met het bouwrijp maken uitgevoerd. Wanneer ca. 75% van de uitgeefbare gronden is uitgegeven zal met de aanvang van de groeninrichting worden begonnen. Van de uitgifte ten behoeve van bedrijven is ca. 51% gerealiseerd, voor de overige 49% (groot 104.187 m²) worden de resterende opbrengsten gefaseerd in de jaren 2014 tot en met 2025 (gemiddeld wordt uitgegaan van ca.1,0 ha. per jaar). Indien de in de grondexploitatie opgenomen afzet per jaar niet wordt gehaald komt de opbrengst onder druk te staan door extra renteverliezen. Door het sturen op prijsbeleid wordt getracht een snellere uitgifte van minder courante bedrijfskavels te bespoedigen en zo het renterisico van de grondexploitatie te beperken. Op basis van de laatste inzichten wordt een positief resultaat verwacht van € 358.190,-, waarvan eind 2013 € 303.122,- is gerealiseerd en afgedragen.
21
De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 4.328.393,67.
B4 - HanzePark (2.2.4) Op 5 november 2013 is de herziening grondexploitatie HanzePark 2013 door de raad vastgesteld. In het gebied is zichtbaar dat de bouw van woningen zowel in het noordelijk groenstedelijk deel als in het ten zuiden van de diagonaal gelegen stedelijk deel vordert. In het zuidelijk gelegen deel is de bouw van de vier woontorens met een halfverdiepte parkeergelegenheid afgerond. Daarnaast is een appartementencomplex kleiner van omvang gebouwd. In aansluiting op deze bebouwing zijn er 40 grondgebonden woningen gerealiseerd. Tevens zijn in het zuidelijke gelegen gebied ontwikkelmogelijkheden voor 51 woningen en een appartementencomplex gelegen in het park. De herontwikkeling van de Ankerplaats is door Centrada afgerond. In het noordelijk gelegen deel is er verleden jaar een gronduitgifte gepasseerd t.w. 11 woningen NCB Projectrealisatie B.V. En afgelopen jaar is er een gronduitgifte gepasseerd t.w.1 woning NCB Projectrealisatie B.V. Een groot deel van de woningbouw is in het noordelijk deel van Hanzepark gerealiseerd. In de rijksgebouwen cluster is een drietal kantoorpanden (Rechtbank inclusief uitbreiding, OM en Raad voor de kinderbescherming) gerealiseerd. De bouwblokken HP-9 en HP-20 t/m HP-22 zijn bestemd als kantoorlocaties. Om kantoren te kunnen faciliteren zullen in een “wisselzone” kantoormeters via een wijzigingsbevoegdheid binnen het bestemmingsplan kunnen worden vervangen door woningbouw. In de grondexploitatie is voor dit deelgebied in de berekening uitgegaan van (de minder gunstige variant) woningbouw / appartementen. De invloed van de markt heeft zich laten gelden in het programma voor de appartementen en de kantorenmarkt. Een aantal factoren speelt hierin een rol te weten: gefaseerd afnemen van de grond, taaie onderhandelingen over het te realiseren programma, daaraan gerelateerde grondprijs, niet doorberekenen van de inflatie, rentevergoedingen dan wel reserveringsvergoedingen. Deze factoren hebben grote invloed op het resultaat. Daarnaast zijn nog invloeden te noemen als ruimere afspraken over de start bouw versus verkoop woningen en daarmee de situatie dat een kavel in fasen wordt afgenomen. Herontwikkeling vraagt om aanpassingen in het openbaar gebied. De stand van de getroffen voorziening t.b.v. Hanzepark was per 31 december 2012 € 3.781.804,-; deze wordt opgehoogd met de rente op de voorziening in 2013 met € 151.272,16. De voorziening moet als gevolg van rentelasten voor de toekomst en een tragere uitgifte, in 2013 met € 308.835,84 opgewaardeerd worden tot een bedrag van € 4.241.912,- . De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 10.941.716,65.
B5 - Lelystad Noord-west, voorheen WOP-1 NW, de Bolder, Maranatha, Jol Parkeiland en Galjoenzuid (2.2/2.3) Het plangebied van het Wijkontwikkelingsplan 1 (Wop-1 noordwest) beslaat de Schepenwijk Midden en betreft de wijken: Jol, Galjoen, Stadseiland, Punter, Kempenaar, Schouw West, Kogge en Gondel. Naast de projecten genoemd in deze exploitatiebegroting is in deze wijken binnen de looptijd van de exploitatie tevens groot onderhoud aan het openbare gebied gepleegd. Tevens zijn bijna 1.200 2 huurwoningen door de woningbouwcoöperatie opgeknapt en is er ca. 2.000 m b.v.o. winkelruimte in het winkelcentrum Jol uitgebreid. De financiering vindt enerzijds plaats door middel van opbrengsten uit grondverkoop ten behoeve van nieuwbouw woningen en voorzieningen. Anderzijds wordt gefinancierd uit de voorziening Wegen, Straten en Pleinen, subsidies ISV en EPD en een bijdrage uit de ROS In 2011 heeft de raad de herziene exploitatiebegroting Wop-1 vastgesteld. Hierin werd besloten om een viertal projecten als niet-actieve complexen te beschouwen. Deze kunnen eventueel in de toekomst, als daar aanleiding toe is, alsnog in exploitatie worden genomen. Het grootste deel van de projecten is afgesloten en een drietal projecten loopt nog door tot en met 2018, dat betreft GaljoenZuid, Parkeiland en de Bolder. Het project de Maranatha in de Gondel is afgerond en kan worden afgesloten.
22
Op basis van de laatste inzichten wordt een positief resultaat verwacht van € 790.256,- (reeds afgedragen € 756.356,-). De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 157.542,73.
B6 - Kust De grondexploitatie Kust-totaal die uit 7 deelgebieden bestond, is bij de herziening 2012 opgesplitst in drie zelfstandige grondexploitaties, de overige drie gebieden en de hoofdstructuur zijn uit exploitatie genomen. De reserve Kust is ingezet om deze wijzigingen mogelijk te maken en om de bestaande grondexploitaties te versterken. De herziening is 14 mei 2013 door de raad vastgesteld. Overzicht van de oorspronkelijke deelgebieden met de wijzigingen in de herziening 2012 Hoofdstructuur Kust uit exploitatie Kust-Centraal uit exploitatie is strategische voorraad Batavia-Haven zelfstandige grondexploitatie Graansteiger uit exploitatie is strategische voorraad Noorderzijl uit exploitatie is strategische voorraad Bataviastad zelfstandige grondexploitatie Houtribhoogte zelfstandige grondexploitatie B – 6a Batavia-Haven Het exploitatiegebied omvat ca. 12,2 ha. Uitgeefbaar 4 hectare, nog uit te geven ca. 2 hectare. Het parkeren voor de bewoners en bezoekers vindt plaats in de uitgeefbare bouwblokken. Voor de bezoekers van de commerciële ruimte zijn parkeerplaatsen gerealiseerd onder het plein Lelybaan in een parkeergarage. Dit plein en garage is onderdeel van de parkeerexploitatie. Het totaal uitgeefbaar gebied omvat ca. 450 woningen en 3.750 m² b.v.o. (bruto vloeroppervlakte) commerciële ruimte in de plint. Als blijkt uit een distributie planologisch onderzoek dat meer commerciële ruimte mogelijk is, dan kan 3.750 m² b.v.o. extra worden gerealiseerd. Het plan omvat vijf bouwblokken. In december 2005 is de grond van fase 1 (bouwblok 1 & 2) getransporteerd. Deze fase omvat ca. 200 woningen, waarvan een groot deel gestapeld. De bouw van blok 1 is gerealiseerd en de woningen zijn vanaf december 2008 opgeleverd. De ontwikkeling van bouwblok 2 komt door de huidige kredietcrisis niet van de grond. De eerdere functiewijziging van wonen naar onderwijs wordt omgezet naar wonen. De onderwijsfunctie wordt niet meer gerealiseerd. De financiële gevolgen van deze wijziging is in de herziening 2012 verwerkt. Rondom blok 1 is het terrein afgewerkt. Ook zijn de nog niet uitgegeven gronden tijdelijk ingericht. De vingersteigers en de golfbreker zijn in 2010 aangelegd. De boulevard is aangelegd. De afrondende werkzaamheden zijn in 2013 uitgevoerd. De aanleg van boulevard en steigers/golfbreker is financieel ondersteund door een EFRO subsidie “Kansen voor west”. Er is een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van het havenkantoor. De bouwblokken 3,4 en 5 zijn gefaseerd in de jaren 2017 tot en met 2021. De herziene grondexploitatie 2012 is in mei 2013 vastgesteld door de raad. In deze herziening is bepaald dat de grondexploitatie Batavia-Haven als zelfstandige grondexploitatie doorgaat. De grondexploitatie Batavia-haven heeft een nadelig resultaat van € 1.853.790,-. Ter hoogte van het nadelige resultaat is een voorziening ingesteld. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 9.174.492,61.
B – 6b Bataviastad Het plangebied is ca. 38,5 ha. groot en wordt begrensd door de Markerwaarddijk in het noorden, de Houtribweg in het oosten, de Helling in het zuiden en het Markermeer aan de westzijde. Een aantal percelen is buiten beschouwing gelaten; het gaat dan om onder meer al gerealiseerde uitgiften, het parkeerterrein van FOV, NISA. Het 7-Provinciënplein blijft tot aan verkoop FOV gehandhaafd als parkeerterrein. Het exploitatiegebied is dan ca. 22,7 ha. groot. Dit exploitatiegebied is verdeeld in: Verharding 45.000 m²; Groen 82.000 m²;
23
Uitgeefbaar 100.000 m².
Het huidige tijdelijke parkeerterrein, de ingerichte parkeerterreinen als ook de kavel noord-west zijn langdurig verhuurd aan een commerciële partij en zullen voorlopig niet meer ontwikkeld worden. Bataviastad moet het toeristisch centrum worden van Lelystad. Vertier en ontspanning gaan hand in hand en trekken de nodige bezoekers. Het Factory Outlet Village (FOV) is op dit moment de grootste trekker. In 2012 is het tankstation aan de Markerwaarddijk gerealiseerd. De intentieovereenkomst voor het Middengebied (voormalig BEEC) is niet verlengd. Het gebied kan nu op een andere wijze worden ingevuld. Tot einde looptijd grondexploitatie kan nog in totaal ca. 35.000 m² grond uitgegeven worden verdeeld in commerciële ruimte 8.600 m² en leisure 26.400 m². e De onderhandelingen over het realiseren van de 3 fase Factory Outlet zijn in een ver gevorderd stadium. Er is sprake van gefaseerde afname van de grond. Boulevard Bataviastad is met ondersteuning van een EFRO subsidie aangelegd. Nog niet afgehandeld zijn afrondende werkzaamheden installatie slagboom om de boulevard ter hoogte van de werf af te sluiten ten behoeve van de voetgangers tussen de werf en de Bataviaboot. De herziene grondexploitatie 2012 is in mei 2013 vastgesteld door de raad. In deze herziening is bepaald dat de grondexploitatie Bataviastad als zelfstandige grondexploitatie doorgaat. De grondexploitatie Bataviastad heeft een positief resultaat. Volgens de afgesproken systematiek is er in 2013 resultaat vrijgevallen ad € 870.904,De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 1.032.486,13.
B – 6c Houtribhoogte Houtribhoogte heeft een oppervlakte van ca. 24,0 ha. en wordt begrensd door de Houtribweg, de Oostvaardersdijk en de Markerwaarddijk. Naar aanleiding van een uitgeschreven prijsvraag in 2002 is in december 2003 een koop-/realisatieovereenkomst gesloten met Zuiderzee Vastgoed. Het nettowoongebied is ca. 13 ha. groot. De overige 11 ha. is gereserveerd voor de inrichting van een landschappelijke groene zone. Het programma omvat ca. 195 woningen van het type vrijstaand en 2-onder-1-kap en rijenwoningen met een gemiddelde VON-prijs van ca. € 325.000,- (prijsvraag). De 101 woningen van fase 1 en fase 2 zijn gedeeltelijk in aanbouw en gedeeltelijk in verkoop. Tot nu toe zijn in totaliteit 78 woningen gebouwd. Houtribhoogte is een zogenoemd turn-key ontwikkeling. Dit betekent dat Zuiderzee Vastgoed - als ontwikkelaar- behalve de woningen ook de inrichting van de openbare ruimte voor zijn rekening neemt. Kosten die voor rekening van de gemeente komen zijn: verwerving, planontwikkeling, toezicht en een bijdrage aan bovenwijkse voorzieningen. Bij de overdracht van de grond van de gemeente naar de projectontwikkelaar bleek volgens de gesloten overeenkomst een risico te bestaan dat BTW betaald moest worden over het verschil tussen de bieding en verwerving. Door het sluiten van een fiscale overeenkomst als aanvulling op het contract is dit risico weggenomen. Volgens de koop- en realisatieovereenkomst zouden de woningen in 2009 worden opgeleverd. De projectontwikkelaar heeft echter uitstel gevraagd. Naast uitstel is ook de afzetbaarheid van het nog te realiseren programma ter discussie komen te staan. Om het project aan te jagen is fase 2b aangemeld door de ontwikkelaar voor subsidie van VROM, de e 3 tranche stimuleringsgelden voor woningbouwprojecten. De verdere afspraken over afname 2b zijn in een nadere overeenkomst vastgelegd. Fase 2b is juridisch en fysiek verdeeld in 3 tranches. De eerste tranche is in 2011 afgenomen en de woningen zijn gerealiseerd. Het tweede deel is niet binnen de afgesproken tijd afgenomen. In 2012 zijn gesprekken gestart om tot concrete afspraken te komen over afhandeling van het contract. De koop/realisatieovereenkomst staat onder druk waardoor de geraamde opbrengsten niet zeker zijn. Er is een voorziening ingesteld ten bedrage van € 829.759,om dat risico af te dekken. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 4.601.471,15.
B7 – Schoener-Zuidwest (2.4.7) De herziene grondexploitatie 2013 is op 15 oktober 2013 door de raad vastgesteld. In 2009 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. De gronduitgifte is daarna gestart. Op de locatie kunnen
24
in totaal 37 woningen worden gebouwd. De CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) kavels (9) zijn niet tot uitgifte gekomen en in 2010 is besloten deze kavels als vrije kavels aan te bieden. In 2011 is de grond die tijdelijk in gebruik was bij Triade teruggeleverd aan de gemeente en vervolgens bouwrijp gemaakt. Op deze kavel kunnen 3 woningen worden gebouwd. Er is in 2012 één kavel verkocht en er is een aantal opties verleend. In totaal zijn nu 6 kavels verkocht. Het bouwrijp maken van het hele gebied is klaar. Tijdelijk beheer en onderhoud van het bouwrijp gemaakte gebied brengt extra kosten met zich mee. In het verlengde daarvan zal in 2014 gestart worden met een deel van de terreinafwerking (waar geen bouwactiviteiten meer plaatsvinden) en een deel van de bouwstraten zal worden hersteld. Het speelbos is aangelegd en in het groene gedeelte van de Schoener zijn wandelpaden aangelegd. Dit deel van de Schoener is nu definitief ingericht. Het eindresultaat wordt negatief beïnvloed door de vertraagde uitgifte en is afhankelijk van het tempo waarin de werkelijke uitgifte verloopt ten opzichte van de opgenomen fasering in de grondexploitatie. De boekwaarde bedraagt per 31 december 2013 € 1.457.662,67.
B8 - Noordzoom oost (2.7.1) Ten westen van de scholen (gelegen tussen de Herman Bekiusschool en de spoorbaan) is in het kader van boscompensatie bos aangeplant in het winterseizoen 2008 – 2009. De uitvoering van het laatste stuk boscompensatie is in 2012 afgerond. In 2011 zijn raildempers op het achterliggende spoor aangebracht. De resterende gronden zijn beschikbaar voor toekomstige bouwplannen. Noordzoom-west is eind 2010 afgesloten en het resultaat van Noordzoom-west is ingebracht in Noordzoom-oost. In 2014 zal een herziene grondexploitatie aan de raad worden voorgelegd. De boekwaarde bedraagt per 31 december 2013 € 57.009,01 cr.
B9 - Lelystad-Haven Werkeiland (3.5.3) Op 28 september 2010 is door de gemeenteraad de grondexploitatie voor het complex Werkeiland Lelystad-haven vastgesteld. De grondexploitatie Werkeiland is een vertaling van de exploitatieovereenkomst, zoals deze is gesloten met de ontwikkelaar. Het idee om geen bebouwing op het middengebied van het werkeiland te plaatsen in verband met het cultuurhistorisch karakter van het gebied en middels subsidie hier een cultuurparkje aan te leggen, is niet haalbaar gebleken. De gemeente heeft indertijd de grond aangekocht van de ontwikkelaar met de bedoeling om er, met gebruikmaking van subsidie, een cultuurparkje van te maken. Nu blijkt dat er niet voldoende middelen beschikbaar zijn om het cultuurpark te realiseren en de afspraak met de ontwikkelaar om de grond terug te kopen blijkt niet hard te zijn. De boekwaarde van het middengebied is inmiddels afgeboekt. De grond staat nu onbelast weer in de grondexploitatie werkeiland en de mogelijkheid om er een cultuurparkje van te maken en/of er woningen op te bouwen blijft bestaan. De bestaande woningen op het Werkeiland zijn gerenoveerd en een gedeelte van de terreinafwerking is uitgevoerd. Door de financiële crisis is er echter nog niet gestart met de nieuwbouw van woningen. De verwachting dat op “punt zuid” in 2011 met de bouw van 10 woningen zou worden gestart is niet bewaarheid. Het plan loopt nog verdere vertraging op. De uitvoering van het plangedeelte “havenfront midden en havenfront zuid” wordt voorlopig niet verwacht. De vastgestelde grondexploitatie sluit negatief € 61.478,-. Ter hoogte hiervan is een voorziening ingesteld. Verdere vertraging is reden tot zorg. De boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt € 544.859,13.
B10 - Noordersluis (3.8.0) 2
Het betreft hier een bedrijventerrein (ca 1.149.202 m ) dat al geruime tijd bestaat. De laatste terreinen (ca. 82.150 m²) moeten nog worden uitgegeven. Deze nog uit te geven terreinen zijn voornamelijk
25
kleine kavels. Onderdeel hiervan vormt ook de kavel tijdelijk slibdepot (ca. 40.000 m²), die nu kan worden uitgegeven. Voor het middengebied, rondom het Woonwagencentrum, is de grond inmiddels bouwrijp gemaakt. Totaal kan hier ca. 28.000 m² aan bedrijfskavels worden uitgegeven. In 2011 is de grondexploitatie Noordersluis herzien en begin 2012 door de raad vastgesteld. Op basis van de laatste inzichten wordt een totaal positief resultaat verwacht van € 6.187.080,-, waarvan t/m. 2013 al € 4.786.947,- is gerealiseerd. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 1.208.998,27.
B11 - Noordersluis-Zuidoosthoek (3.8.1) Het complex betreft een onderdeel van Noordersluis met een aparte grondexploitatie. In 2012 is de grondexploitatie herzien en door de raad vastgesteld. Er is nog ca. 35.250 m² uitgeefbare gronden beschikbaar. Op basis van de laatste inzichten wordt een positief resultaat verwacht van € 4.553.949,-, waarvan t/m 2013 € 3.528.319,- is gerealiseerd en afgedragen. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 736.584,35.
B12 – Westerdreef Zichtlocatie (3.8.1) Het complex is de voormalige groenstrook op het bedrijventerrein Noordersluis langs de Westerdreef. Door de vraag naar bedrijfslocaties met een goede zichtbaarheid vanaf doorgaande wegen is de strook langs de Westerdreef als bedrijventerrein in de planning opgenomen. Eind 2009 is de grondexploitatie herzien en begin 2010 door de raad vastgesteld. In 2014 zal de exploitatie weer worden herzien. Binnen dit complex liggen nog twee percelen, namelijk het voormalige fietscrossterrein en het perceel op de hoek van de Zuiveringweg, samen groot ca. 20.430 m². De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 728.625,40.
B13 – Rivierenbuurt-Zuidoost (4.2.5) Het vigerend bestemmingsplan kent een gemengde functie van wonen en werken. Het uitgeefbaar gebied voor wonen is geheel uitgegeven. Voor wat betreft werken is voorzien in het vestigen van bedrijven (waaronder kantoren) beperkt tot de categorieën 1 en 2. 2 In 2011 is de grondexploitatie herzien en inmiddels is ca 33.783 m grond uitgegeven en is nog ca. 2 13.274 m grond beschikbaar voor uitgifte. Op basis van de laatste inzichten wordt een totaal positief resultaat verwacht van € 550.942,-, waarvan t/m 2013 € 353.983,- is gerealiseerd en afgedragen. Inmiddels is ca. 79% van de te maken kosten uitgevoerd en van de opbrengsten is ca. 64% gerealiseerd. De boekwaarde van het complex bedraagt per 31 december 2013 € 500.580,80. ste
B14 - Warande 1
deelgebied (5.0.0)
In de afgelopen jaren is gewerkt aan de totstandkoming van de eerste projecten in Warande. Deze projecten beslaan productiejaargangen van gemiddeld 100 woningen. Die opleveringen hebben plaatsgehad in het goedkoopste en in het duurste segment. Het middensegment, van oudsher het domein van projectontwikkelaars, is ver achtergebleven. Het middensegment lijdt onder de dubbele financieringskramp: enerzijds krijgen ontwikkelaars de banken niet meer tot projectfinanciering, anderzijds zijn de eisen die banken stellen aan kopers zodanig verscherpt dat de doorstroming van het lage naar het middensegment stagneert. Voor deze eerste woningen zijn voorinvesteringen gepleegd zoals verwerving en bouwrijp maken. De werkzaamheden van een hoofdrioolgemaal en het inbouwen van drie rotondes en twee tunnels in de Larserdreef zijn afgerond.
26
Door de crisis worden de aantallen van 200 woningen per jaar op te leveren niet gehaald. Gemiddeld zijn er ongeveer 100 woningen per jaar gerealiseerd. De verwachting is dat deze aantallen weer zullen stijgen als de crisis voorbij is. Het einde van de (woningbouw) crisis is echter niet te voorspellen. Als gevolg van het lagere ontwikkeltempo is de looptijd van de grondexploitatie Warande e 1 deelgebied 2012 verlengd tot 2023 en zal de ontwikkeling van de volgende deelgebieden nog lang op zich laten wachten alsmede de bijdragen aan de hoofdplanstructuur. Om met name de rentecomponent beheersbaar te houden werd in 2012 voorgesteld om de grondexploitatie hoofdplanstructuur op te heffen en de kosten binnen het plangebied ten laste te brengen van de grondexploitatie Warande en de bovenwijkse kosten ten laste te brengen van de reserve bovenwijkse voorzieningen, waarbij de grondexploitatie Warande net als de andere grondexploitaties een vaste bijdrage van € 7,59 per m² (prijspeil 2012) uitgeefbaar terrein afdraagt aan de reserve bovenwijkse voorzieningen. Het bovenstaande is een reden geweest om de grondexploitatie Warande hoofdplanstructuur op te heffen en de kosten binnen het plangebied ten laste te brengen van de grondexploitatie Warande en de bovenwijkse kosten ten laste te brengen van de reserve bovenwijkse voorzieningen. In 2012 is de grondexploitatie Warande 2012 1 vastgesteld
ste
deelgebied herzien en in 2013 door de raad
Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 was beoordeeld of er nog “na balansdatum opgekomen ontwikkelingen” zijn die van een dergelijke invloed zijn dat deze het resultaat zouden beïnvloeden. Dat was namelijk wel het geval en daarom is het meegenomen in de jaarrekening 2012. ste
De getroffen voorziening t.b.v. de grondexploitatie Warande 1 deelgebied in 2011 van € 648.811,00 was bij de jaarrekening 2012 vrij gevallen en kwam ten gunste van het rekeningresultaat. Op basis van de laatste inzichten was er in 2012 een positief resultaat verwacht van € 144.810,00 waarvan nog niets was afgedragen. ste
Het eindresultaat van Warande 1 deelgebied is afhankelijk van de werkelijke uitgifte t.o.v. de opgenomen fasering in de grondexploitatie. Warande moet een wijk zijn met een mix aan segmenten. De doelgroep voor Warande is divers en we moeten ruimte hebben om huishoudens die zich willen vestigen te kunnen accommoderen. Voor de kwaliteit en uitstraling van de wijk is het ook goed om een mix te hebben aan woonsegmenten. In de huidige crisis is er nu een druk op het realiseren van woningen in het lagere segment. Dit geeft momenteel al een eenzijdig beeld in Warande, dat niet helpt bij het neerzetten van het kwalitatieve beeld voor Warande. In de huidige economische situatie is het van belang de markt te volgen. Door de dip van 39 woningen in het jaar 2013 is voor Warande een scenario doorgerekend met voor de jaren 2014 ca. 50 woningen, 2015 ca. 75 woningen en voor de jaren 2016 t/m 2018 ca. 100 woningen en vanaf 2020 een stijgende woningbouwproductie tot 200 woningen per jaar. Als gevolg van deze scenarioberekening zijn de rentelasten en een tragere uitgifte het gevolg en dient ste er bij de jaarrekening een voorziening te worden getroffen voor Warande 1 deelgebied tot een bedrag van € 1.835.136,00. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 42.730.781,20.
B15 - Flevopoort (5.8.0) Het bedrijvenpark Flevopoort heeft een oppervlak van 183 ha. waarvan 82,8 ha. uitgeefbaar. In 2012 is een herziene grondexploitatie opgesteld en in december 2012 door de raad vastgesteld. Het complex bestaat uit 5 clusters. Hiervan zijn 4 clusters in ontwikkeling genomen. De clusters 1 en 2 zijn direct gelegen aan de A6; de clusters 4 en 5 zijn ten noorden gelegen van de Lagevaart. De investeringen en opbrengsten van de herziene grondexploitatie zijn geactualiseerd. In de berekening is een temporisering toegepast die evenwicht geeft in de totaal in de gemeente uit te geven bedrijfskavels. In het kader van de totale afzet van bedrijvenkavels kan het gebied Flevopoort niet geïsoleerd worden beschouwd. Mede door de ontwikkeling van Lelystad Airport en daaraan gerelateerde ontwikkeling
27
bedrijvenpark Larserknoop (OMALA), is het van belang op totaalniveau te kijken naar de afzetmogelijkheden. Dit houdt in dat in de beschouwing de verkopen in andere bedrijfsterreinen binnen de gemeente zowel in categoriering als in verkooptempo zijn meegewogen bij de fasering voor Flevopoort. Het resultaat daarvan is dat voor de fasering uitgegaan is van een uitgiftetempo in 2014 van de verkoop van 1,0 ha. per jaar oplopend naar einde looptijd van 6 ha. per jaar; hierdoor is de looptijd verlengd tot 2029. De ontwikkelingen rond de uitbreiding van Lelystad Airport en in het verlengde daarvan het positief effect op het imago (Lelystad komt in de mental map dichter bij Amsterdam te liggen) en bijvoorbeeld de logistieke markt hebben een stimulerende werking op de uitgifte van kavels op Flevopoort. In 2009 is de basis infrastructuur voor breedband, te weten een geul met mantelbuizen, in het gebied aangelegd. Hierdoor kunnen breedband ondernemers hun glasvezelnet aanbieden aan huidige en nieuw te vestigen ondernemers. Ten behoeve van de nog uit te voeren werken in het openbaar gebied heeft, omdat het gebied al geruime tijd functioneert, een herijking plaatsgevonden. Hierdoor is een duidelijker beeld ontstaan op welke wijze het openbaar gebied al is en nog verder moet worden ingericht. Op basis van de laatste inzichten was er in 2012 een positief resultaat verwacht van € 335.141,00 waarvan € 87.695,00 was afgedragen. Als gevolg van de rentelasten en een tragere uitgifte, dient er bij de jaarrekening een voorziening te worden getroffen voor Flevopoort tot een bedrag van € 989.539,00. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 20.004.455,55.
B16 - Larserpoort (7.8.1) Het complex is een bedrijventerrein ten zuiden van de A6. De herziene grondexploitatie 2013 is op 14 januari 2014 vastgesteld door de raad. Dit complex is een zelfstandige grondexploitatie en maakt geen deel uit van het complex Larserknoop dat ten zuidwesten ligt van dit gebied. Eind 2009 is het gehele complex geschouwd ten behoeve van de overdracht van de infrastructuur aan de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Uit deze schouw komen nog enkele werkzaamheden voort die ten laste komen van de exploitatie. Deze kosten zijn opgenomen in de herziene grondexploitatie 2013. In 2013 is geen grond verkocht. In totaal is nog ca. 10,2 ha. bedrijventerrein beschikbaar. De boekwaarde van dit complex bedraagt per 31 december 2013 € 2.216.124,94. In het kader van de Beleidsregel Herstructureringsprojecten Flevoland 2013 heeft de gemeente Lelystad een subsidieaanvraag ingediend voor het project Larserpoort. Het college van B&W heeft in december 2013 ingestemd met het opstellen en indienen van de subsidieaanvraag voor dit project. Het doel van het project is het realiseren van een hoogwaardige kwaliteit van het terrein, een betere uitgeefbaarheid van de resterende vrije kavels en het aanzienlijk vergroten van de verkeers- en sociale veiligheid. Naar schatting is een investeringsbedrag nodig van circa € 1.000.000. Daartegenover staat een maximale subsidiebijdrage van 50%. De financiële effecten van deze investering zijn in de jaarrekening verwerkt en opgenomen in de raming van toekomstige uitgaven en inkomsten.
29 Staat Q : Resultaat complexen kapitaaluitgaven per 1-1-2013
Vermeerderingen in 2013
Verminderingen in 2013
Stadshart 0.0.0
6.282.885,73
777.842,38
-
Buitenhof 1.7.7
3.809.124,97
189.630,96
Oostervaart-Oost 1.8.3
4.259.992,46
210.191,21
10.001.428,84
1.011.326,40
Omschrijving
Winst nemen
kapitaaluitgaven per 31-12-2013
Onderhanden werken
HanzePark (Schouw-Oost) 2.2.4 Lelystad NW Jol Parkeiland, Galjoen-z. 2.2/2.3 Kust: Bataviahaven (Havenkwartier) 2.3.1 Kust: Bataviastad (Kust Museaal) 2.5.1
93.532,478.803.956,51 85.814,88-
148.646,65 370.536,10 197.397,01
Kust: Houtribhoogte 2.5.2
4.392.465,56
209.005,59
Schoener-Zuidwest 2.4.7
1.353.679,75
112.441,76
Noordzoom 1e fase Oost 2.7.1 Werkeiland 3.5.3
57.232,70-
2.289,31-
7.060.728,11
18.595,04 -
3.980.160,89 141.790,00-
71.038,59 105.775,55-
10.941.716,65 3.347,00-
50.000,00-
-
157.542,73 9.174.492,61
870.904,00
18.945,84
4.328.393,67
1.032.486,13 4.601.471,15
10.487,00 2.513,00
1.457.662,67 57.009,01-
501.815,43
43.043,70
-
1.074.435,89
275.727,89
-
141.165,51-
1.208.998,27
Noordersluis-Zuidoost 3.8.1
706.748,80
44.376,55
-
14.541,00-
736.584,35
Westerdreef Zichtlocatie 3.8.1
713.314,73
42.201,55
-
26.890,88-
728.625,40
Rivierenbuurt 4.2.5
410.190,65
22.095,15
-
68.295,00
500.580,80
Warande 1e deelgebied 5.2/5.3
39.754.491,22
3.680.958,59
704.668,61
Flevopoort 5.8.0
19.286.944,03
934.460,52
129.254,00
Larserpoort 7.8.1
1.856.401,84
135.134,91
102.971.296,36
8.402.727,61
564.846,40
710,67
-
782,63-
-
Noordersluis 3.8.0
Subtotaal (B-staten)
786.726,53
544.859,13
42.730.781,20 87.695,00-
20.004.455,55
224.588,19
2.216.124,94
761.357,80
111.348.655,24
Gronden zonder kostprijsberekening Gordiaan - Kop van de De Veste 0.2.1 Gordiaan - Campus 0.3.0
2.877.878,60
Gordiaan - Spaceboxen Grietenij 0.3.0
145.594,65-
100.977,53
Gordiaan - Middendreef 0.3.4
305.173,80-
54.650,53
Centrum-Oost De Waterwijzer 1.0.0
759.932,71
14.513,50
710,67-
2.877.095,97
-
44.617,12
-
200.000,00
122.665,00
564.846,40
119.666,21-
50.523,27532.115,00
Herontwikkeling Lelycenter 1.0.0
-
57.515,61
-
57.515,61-
-
IJssellaan 1.1.1
-
4.621,64
-
4.621,64-
-
Oostervaart Platinastraat 1.3.1
317.516,12
Locatie Zuigerplasdreef/ Binnenhavenweg 1.3.7
161.550,03
Gelderse Hout - Triade 1.7.7
687.507,77
Gelderse Hout - Landtong 1.7.7 Lelystad Noord-West, HVL-locatie 2.2/2.3 Schepenwijk midden Iriszorg 2.2.6
2.460,0939.217,38
-
317.516,12
-
159.089,94
-
28.074,57-
698.650,58
20.204,53
-
-
20.204,53
365.000,00
-
-
365.000,00
-
20.000,00
145.350,00
125.350,00-
Kust: Kust-Centraal 2.3.1
576.262,08
-
-
576.262,08
Kust: Meerdijkhaven, Graansteiger 2.3.6
961.442,35
-
-
961.442,35
1.087.194,26
-
-
1.087.194,26
Kust: Meerdijkhaven, Noorderzijl 2.3.6 Recreatiezone bovenwater 3.7.2
-
6.116,20
17.510,00
Landerijen 4.3.0
1.158.892,16-
95.320,47
Larserplein 4.7.8
1.303.143,79
231.380,24
10.708.767,14
49.937,74
-
Flevokust Noord 7.1.8.
7.723.070,31
1.169.210,97
-
Flevokust Zuid 7.1.8
4.321.859,00
174.294,80
Warande Restgebieden 5.2/5.3
Lelystad Airport 7.5.8
-
90.022,06
Larserknoop 7.8.1
1.028.293,06
180.204,97
Larserpoort Klunder 7.8.1
6.982.714,94
62.790,54
38.837.522,48
2.348.242,13
Subtotaal (A-staten)
11.393,80-
-
1.063.571,69-
720.470,00
814.054,03 10.758.704,88 308.922,81-
676.700,00 -
3.819.453,80 90.022,06-
25.000,00
1.183.498,03
1.707.695,00
8.583.358,47
7.045.505,48 364.916,45-
39.113.153,16
30 Staat Q : Resultaat complexen
Omschrijving
kapitaaluitgaven per 1-1-2013
Vermeerderingen in 2013
Verminderingen in 2013
450,83
-
Winst nemen
kapitaaluitgaven per 31-12-2013
Hoofd-infrastructurele werken Verkeersmaatregelen Groene Carré
450,83-
0,00-
Torenvalkweg Natuuractiviteitencentrum (NAC)
49.707,78
4.922,14
-
54.629,92-
-
Subtotaal (C-staten)
49.256,95
5.372,97
-
54.629,92-
1.131.470,82
14.964,74
-
1.146.435,56
12.234,91
-
12.234,91
102.590,72
-
0,00-
Overige werken Geb. in tijd.beh. pand Bioscoop 0.0.0 Stomerij Neringweg 0.0 Hotelkavel Kust 2.3.1 Woonschepen 3.2.9 Stimulering PO / CPO Warande 8.8.9 Stimulering woningbouw 8.8.9 Lokaal Akkoord Centrada 8.8.9 Beter benutten 8.8.9 Erfpachtcomplex 8.9.9 Subtotaal (D-staten) BOEKWAARDE COMPLEXEN
Voorzieningen NETTO BOEKWAARDE COMPLEXEN
In erfpacht uitgegeven gronden TOTAAL GEÏNVESTEERD VERMOGEN
91.800,00139.311,21 52.787,46136.000,008.013,31 -
4.607,24-
20.800,00
455.000,00
455.000,00
134.703,97
-
20.800,00 2.250,00-
10.790,72-
-
52.787,46136.000,00-
-
5.763,31
388.400,92
582.186,13
193.785,21
998.207,88
987.134,05
1.057.986,13
182.994,49
1.110.350,29
142.856.283,67
11.743.476,76
3.552.407,66
524.805,92
151.572.158,69
-20.415.468,67 122.440.815,00
8.962.173,89 151.818.457,56
-6.316.855,79 5.426.620,97
676.700,00 12.420.176,76
-691.136,68 2.861.270,98
-26.041.187,78 524.805,92
12.075,00 3.564.482,66
-
125.530.970,91
9.626.798,89 524.805,92
161.198.957,58
31
Gronden, inbreng/uitgifte/verkoop
Bijlage 1
Inbreng van gronden In 2013 zijn ten laste van het grondbedrijf de onderstaande percelen verworven. I.
Van de Staat der Nederlanden 0 m²
II.
Van derden 69 m²
Totaal
69 m²
in het gebied Gordiaan
0.0.4
32
Uitgifte van gronden In 2013 zijn de volgende gronden uitgegeven: Omschrijving
Waarvan per 31-12-2013 nog te transporteren in m²
Hoeveelheid in m²
Verkopen Centrum-Oost HanzePark Schepenwijk-midden Jol Botter Schoener Hollandse Hout Lelystad-Haven Recreatiezone Bovenwater Larserplein Warande Warande Flevopoort Flevokust Buitengebied
1.0.0 2.2.4 2.2.6 2.3.3 2.4.1 2.4.4 3.3.9 3.5.9 3.7.2 4.7.8 5.1.2 5.1.3 5.8.0 7.1.8 7.5.9
Totaal
12 280 3.620 52215 15 7 15 1.012 3.040 104 3.878 1.302 6.767 12
19.557
0
De totaal in 2013 uitgegeven oppervlakte kan naar bestemming als volgt worden gespecificeerd: Totaal
woningbouw bedrijfsvestigingen uitname t.b.v. AD diversen
3.740 12.173 0 3.644 19.557
m² m² m² m² m²
Vergelijkend overzicht over de periode 2000 t/m 2013 in m 2: Jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal
Woningbouw 339.610 438.995 60.447 358.097 15.31989.792 140.013 622.114 75.469 74.537 36.894 22.582 6.036 3.740 2.253.007
Bedrijfsvestigingen 162.047 172.409 69.434 21.766 70.620 54.603 27.697 67.793 72.595 44.866 48.122 25.377 3.370 12.173 852.872
Bijzondere doeleinden 4.341 1.274 11.074 0 7.869 32
Uitname t.b.v. AD
280.143
8.662 5.004
8.026 1.884
29.594
298.715
Diversen 353.298 36.563 28.321 114.355 3.264 43.870 49.947 33.922 9.205 8.474 212.237 170.370 3.741 3.644 1.071.211
Totaal 859.296 649.241 169.276 774.361 66.434 188.297 226.319 723.829 170.299 129.761 297.253 218.329 13.147 19.557 4.505.399
33
Bijlage 2
Gronden in beheer bij het grondbedrijf per 31 december 2013 ( in m² ) (Exclusief de in erfpacht uitgegeven gronden) Nr.
Saldo per
Verwerving
Uitgiften
Uitnamen
"om niet"
complex Gebied/omschrijving 0.0.0 De Waag-noord
1-1-2013
2013
2013
2013
2013
0.0
Saldo per Correcties
31-12-2013
2.795
2.795
Stadshart
53.640
53.640
23.575
0.0.1
Embrassade
0.0.4
Gordiaan
7.379
0.0.6
Ravelijn
19.516
23.575 69
7.448 19.516
0.2.1
De Veste kantorenterrein
7.949
7.949
0.2.1
Kop van de Veste
24.449
24.449
210.482
0.3.0
Gordiaan Campus
1.0.0
Centrum Oost (Lelycenter)
1.0.2
Langevelderslag / Houtribpark
27.473
210.482 12
27.461
112.962
112.962
1.3.1
Oostervaart (Platinastraat) BD-geb.
20.404
20.404
1.3.7
Binnenhavenweg / Zuigerplasdreef
15.500
15.500
1.7.7
Buitenhof
96.086
96.086
1.7.7
Gelderse Hout (Triade)
39.581
39.581
1.7.7
Landtong Dronterweg
1.8.3
Oostervaart -oost
2.1.2
Karveel
2.2.2
Kempenaar WOP III-GH
2.2.4
Hanzepark (Schouw-oost)
2.2.6
Schepenwijk-midden
2.2.7
HVL-locatie Schouw 45 (13 won.)
66.911
66.911
217.885
217.885
1.250
1.250
425 143.007 -
425 280 3.620
142.727 3.620
8.370
8.370
2.2.7
Unicum locatie WOP1-Q
2.040
2.040
2.3.1
Kust-centraal
39.338
39.338
61.397
61.397
2.3.1
Bataviahaven (Havenkwartier)
2.3.2
Punter herontwikkeling ALDI-locatie
2.3.3
Jol-Centre (W233c)
719 3.350
719 522-
3.872
2.3.3
Jol W II-W (W233-n)
7.373
7.373
2.3.6
Meerdijkhaven Graansteiger
32.233
32.233
75.356
2.3.6
Meerdijkhaven Noorderzijl
2.4.1
Botter
-
2.4.2
Havendiep Winkelcentrum
501
2.4.4
Schoener
-
2.4.7
Schoener
-
2.5.1
Kust Museaal (Bataviastad)
2.5.2
Houtribhoogte
2.7.1
Noordzoom fase 1 Oost
75.356 15
15
501
15
15
-
120.068
120.068
6.858
6.858
47.619
47.619
3.2.9
Woonschepen
6.171
3.3.9
Hollandse Hout
-
3.5.1
Lelystad-Haven
83.844
6.171 7
7
83.844
3.5.2
Lelystad-Haven
1.000
1.000
3.5.3
Werkeiland
2.695
2.695
3.5.9
Lelystad-Haven
-
15
15
-
3.7.2
Recreatiezone Bovenwater
-
1.012
1.012
-
3.8.0
Noordersluis
3.8.1
Noordersluis-zo
42.761
42.761
3.8.1
Westerdreef zichtlocatie
51.007
51.007
4.1.3
Boswijk OBG-terrein
4.1.3
Boswijk Bedrijventerrein
4.2.0
Waterwijk
4.2.5
Rivierenbuurt-zo
228.207
228.207
145
145
1.269
1.269
5.000
5.000
72.741
72.741
4.3.0
De Landerijen
638.260
4.7.8
Larserplein
155.611
3.040 3.982
5.0.0
Warande deelgebied 1
942.973
5.0.0
Warande restgebieden
275.670
5.8.0
Flevopoort
1.165.145
638.260 152.571 938.991 275.670 1.302
1.163.843
34
Bijlage 2
Gronden in beheer bij het grondbedrijf per 31 december 2013 ( in m² ) (Exclusief de in erfpacht uitgegeven gronden) Nr.
Saldo per
Verwerving
Uitgiften
Uitnamen
"om niet"
complex Gebied/omschrijving 7.1.8 Flevokust Noord
1-1-2013
2013
2013
2013
2013
7.1.8
Flevokust Zuid
Saldo per Correcties
1.149.227
31-12-2013 1.149.227
1.022.000
6.767
1.015.233
7.5.9
Buitengebied
7.8.1
Larserpoort
286.026
286.026
440.550
440.550
-
12
12
-
7.8.1
Larserpoort Klunder
7.8.1
Larserpoort Barenbrug
83.403
83.403
-
Ecozone
11.750
11.750
-
BD-terreinen
TOTAAL
21.215 8.183.161
69
19.557
-
-
4.696
21.215 8.168.369
35
In het verslagjaar zijn de volgende kredieten/ budgetten gevoteerd: kredieten/ budgetten t.l.v. Planvoorbereiding
omschrijving
Bijlage 3 Bedrag
2.4.7 en 5.1.0 Stimulering kavelverkoop Schoener west en Warande 5.1.0 Monitoring kiekendieven 7.1.8 Samenwerkingsverband Flevokust / Haven Amsterdam
10.000 35.082 690.000 735.082
Bouwrijp maken
4.7.8 Larserplein KFC 5.1.3 Warande Wonen in het parkbos 7.1.8 Flevokust-zuid 3-D Metalforming
215.000 319.500 57.500 592.000
Terreinafwerking
0.3.4 Parallelweg Middendreef (afronding) 2.2.4 HanzePark Rostock- en Lübeckstraat en de Bolder 2.3 Tijdelijke inrichting hotelkavel aan de Kust 2.3.7 Inrichting groenzone Galjoen 11 en Visarenddreef 3.8.0 Zetting woonwagencentrum Vaartweg 5.0 Warande Inrichting Salandpark fase 1 5.1. Warande definitieve inrichting Parnassialaan (entree Warande) 5.1.1 Warande Oeverzegge (Drijvend wonen) 5.1.1 Warande Boterbloemhof (10 woningen Klok)
44.000 307.000 91.589 25.000 60.000 47.000 114.000 143.000 42.300 873.889
Diversen
0.0.4 Aankoop stormerij Neringweg bij supermarkt Deen 0.3.0 Bijdrage aan Centrada inzake spaceboxen Grietenij 2.2.4 Ondergrondse containers Hanzepark en de Bolder 2.3.3 Ontbinding koopovereenkomst kavel Jol 4.3.0 Omkoppelen gemaal de Griend 7.8.1 Bijdrage MIRT-onderzoek landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport 5.1.0 Pacht en beheer perceel grond t.b.v. kiekendiefmitigatie en beoordeling
0 95.000 28.000 116.000 865.000 50.000 29.500 1.183.500
Totaal in 2013 gevoteerde kredieten In bedrijfsbegroting 2013 opgenomen Restant kredieten 2012 Totaal voor 2013 beschikbaar
3.384.471 600.000 3.476.686 7.461.157
36
Overzicht Reserves en Voorzieningen Saldo per 1-1-2013
Algemene Reserve
Bijlage 4 Rente bijschrijving
Stortingen
Onttrekkingen
Bedrijfsresultaat
-
176.615-
Bedrijfsresultaat 2013 nadelig
5.014.049-
Reserve Risico grondexploitatie
4.837.435
Reserve Antwoord van Lelystad
297.375 427.103 1.000.000
Totaal reserves
6.134.809
Saldo per 31-12-2013 176.615-
5.014.049
-
4.837.435-
-
149.108-
Reserve Bovenwijkse Voorz. Reserve Grondexploitatie Omala
Resultaatbestemming
148.267
427.103-
1.000.000
-
427.103
576.211-
5.014.049-
-
971.652
Voorziening Waterwijzer
65.179
Voorziening Kust-Centraal
39.799
39.799,08
Voorziening Graansteiger
511.442
511.442,35
Voorziening Noorderzijl
387.194
387.194,26
65.179-
-
Voorziening Warande restgeb.
3.817.017
49.938
3.866.954,88
Voorziening Megapark Larserknoop
1.028.293
155.205
1.183.498,03
Voorziening Larserpoort Klunder
4.172.821
62.791
4.235.612,00
Voorziening Onderhanden werken
1.712.506
68.500
Voorziening Stadshart
2.917.814
116.713
Voorziening Buitenhof
57.463
2.299
108.893
168.655,00
Voorziening Hanzepark
3.781.804
151.272
308.836
4.241.912,00
Voorziening Bataviahaven
1.425.779
57.031
370.980
1.853.790,00
Voorziening Houtribhoogte
479.960
19.198
330.601
15.419
617
2.978
119
Voorziening Noordzoom oost Voorziening Werkeiland
1.630.808
330.601-
3.081.213,18
279.322-
2.755.205,00
829.759,00 16.035-
-
58.381
61.478,00
Voorziening Warande deelgeb.1
-
1.835.136
1.835.136,00
Voorziening Flevopoort
-
989.539
989.539,00
Voorziening Bovenwijkse voorz. Totaal Voorzieningen:
650.000 21.065.469
365.000415.749
5.901.107
1.056.137-
285.000 -
-
26.326.188
De Algemene Reserve Grondbedrijf is bedoeld voor: - Afdekking van tekorten bij negatieve grondexploitaties bij de start van een complex; - Afboeking van boekwaarden van terreinen c.q. panden die de marktwaarde te boven gaan; - Incidentele tegenvallers buiten lopende complexen; - Specifieke doelen welke door de raad worden bepaald. Door de raad is de minimale grootte van deze reserve gesteld op 10% van de boekwaarde min voorzieningen, per ultimo 2013 komt dit uit op een gewenste hoogte van € 2.888.865. Zodra een verhoogd risicoprofiel aan de orde is zal bijstelling wellicht op tijdelijke basis – moeten plaats vinden. Bij de actualisatie van de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf wordt hier jaarlijks aandacht aan besteed of bijstelling nodig is. Door de huidige economische situatie wordt vanwege de noodzaak tot het instellen van voorzieningen een fors beroep gedaan op het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf. Dit heeft tot gevolg dat de Risicoreserve grondexploitatie nihil is en dat de Algemene Reserve Grondbedrijf sluit met een negatief saldo van € 176.615. De verwachting is dat deze reserve de eerstkomende jaren nog niet kan worden gevoed, eerst zal de Reserve Risico grondexploitatie op peil dienen te worden gebracht. Het tekort in de risicoreserve bedraagt per 31 december 2013 € 11.386.935.Na het afsluiten/overhevelen van een viertal complexen zal de benodigde Algemene Reserve aanzienlijk lager zijn (geschat € 1.790.000).
37 Reserve Risico grondexploitatie Jaarlijks wordt bij het opmaken van de programmarekening de hoogte van de Reserve risico grondexploitatie bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks een nota Meerjaren Perspectief Grondbedrijf opgemaakt waarbij het risicoprofiel wordt geactualiseerd. De maximale omvang van de risicoreserve wordt afgeleid van de nog te realiseren investeringen en grondopbrengsten. Immers over beiden worden risico ’s gelopen. Hiertoe is per grondexploitatie een risicoprofiel opgesteld gebaseerd op kansen en bedreigingen. De saldi van de kansen en bedreigingen vormen de omvang van de reserve. Deze omvang wordt vertaald in een percentage dat weer wordt gebruikt voor de prognose van de risicobuffer. Indien door de stortingen uit de verschillende grondexploitaties de aldus berekende maximaal benodigde reserve wordt overschreden dan wordt het meerdere overgeheveld naar de Algemene Reserve Grondbedrijf. Het risicopercentage is bij de MPG 2013 verlaagd van 3,7 naar 3,33. De benodigde stand van de reserve bedraagt €11.386.935. De stand per 1 januari 2014 bedraagt € 0. De reserve zal de komende jaren worden aangezuiverd uit nieuwe resultaten van het Grondbedrijf.
Reserve Antwoord van Lelystad. In verband met de economische crisis loopt het Grondbedrijf extra risico voor de afzet van woningen en bedrijven. De in 2009 ingestelde maatregelen onder de noemer “Het Antwoord van Lelystad” waarvoor € 6.500.000 uit de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) ter beschikking is gesteld zijn in 2012 beëindigd. 56 kavelkopers hebben gebruik gemaakt van 2 jaar uitgestelde betaling. 281 kopers in de Warande van zowel kavels als projectbouw woningen hebben een bijdrage van € 2.600,- ontvangen in de aansluitkosten op de stadsverwarming. Grondexploitaties zijn ontlast voor rentederving en projectontwikkelaars zijn extra gestimuleerd. Om alle verplichtingen uit de tot en met 2011 afgesloten contracten te kunnen nakomen is voor het komende jaar nog een bedrag van circa €173.074,- benodigd. Stand van de reserve per 31 december 2013 bedraagt €148.207. Het tekort van circa € 24.807 zal t.l.v. de betreffende exploitaties worden gebracht. De Reserve Bovenwijkse Voorzieningen is ingesteld om dat deel van de grondkosten te financieren dat niet rechtstreeks aan één complex kan worden toegerekend. De afdracht vindt gefaseerd plaats aan de hand van de terreinuitgifte. Verder wordt de reserve gevoed met verkregen subsidies voor de realisatie van de opgenomen werken of aanwending van algemene subsidies. Tevens kan er sprake zijn van bijdragen van derden. De vermeerdering in 2013 bestaat uit afdrachten op grond van terreinuitgifte € 62.103 en uit een correctie van de in 2012 getroffen voorziening t.b.v. de Oostranddreef ad € 365.000. Het saldo ad € 427.103 is onttrokken en bijgedragen aan de Algemene Dienst conform de begroting. Reserve Grondexploitatierisico OMALA De exploitatie van de gronden gelegen tussen het bedijventerrein Larserpoort en de luchthaven Lelystad is door OMALA NV in 2011 ter hand genomen ten behoeve van de CV (Ontwikkelings Maatschappij Airport Garden City). In 2011 is door de drie vennoten, gemeente Almere, gemeente Lelystad en de Provincie de eerste onverdeelde kavel, Larserpoort Barenbrug, economisch ingebracht in de CV. Om de risico ’s te beperken is de juridische eigendom van de kavel bij de inbrengende vennoten gebleven. Door ieder der drie vennoten is in 2010 aan OMALA NV bij wijze van werkkapitaal een storting van € 1.300.000 gedaan. Ter afdekking van de risico ’s is de reserve grondexploitatie Omala ingesteld ad € 2.500.000. In de kadernota 2012-2015 is bepaald dat in 2012 uit de reserve OMALA een bedrag ad € 1.500.000 vrijvalt ten gunste van de Algemene Reserve van de gemeente Lelystad. De stand van de reserve bedraagt per 31 december 2013 €1.000.000. Voorziening Bovenwijkse Voorzieningen Bij besluit Nota Reserves en voorzieningen is bepaald dat de Reserve Bovenwijkse voorzieningen gesplitst wordt in een Voorziening bovenwijkse voorzieningen en een Reserve bovenwijkse voorzieningen. In het gebiedsprogramma "Beter benutten" is door het rijk een subsidie beschikbaar gesteld van € 9,1 miljoen. De gemeente en de provincie dienen een cofinanciering beschikbaar te stellen van € 1,0 miljoen. Door de gemeente is in dit kader een bedrag van € 650.000 gereserveerd t.b.v. een turborotonde Oostranddreef. Het programma Beter benutten beoogt de bereikbaarheid van Lelystad vanaf de A6 te vergroten. Omdat deze cofinanciering onvermijdelijk is, dient deze gestort te worden in de Voorziening bovenwijkse voorzieningen. In 2013 is besloten geen uitvoering te geven aan de turborotonde, maar een verkeersregelinstallatie te realiseren. Hierdoor kon de voorziening voor € 365.000 vrijvallen ten gunste van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen. Overige Voorzieningen Voor een toelichting op de overige voorzieningen wordt verwezen naar de toelichting op de A- en B-staten.