Raadsbesluit Nummer: 131064027 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 22 oktober 2013; overwegende: - dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Marker Wadden en de daarop betrekking hebbende stukken, waaronder het Milieueffectrapport en de Passende beoordeling, met ingang van 5 augustus 2013 gedurende zes weken ter inzage hebben gelegen en tevens digitaal konden worden geraadpleegd; - dat die terinzagelegging op 31 juli 2013 op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend is gemaakt; - dat in deze bekendmaking melding is gemaakt van de voor een ieder bestaande mogelijkheid om gedurende de termijn van terinzageligging schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerp bij deze raad naar voren te brengen; - dat vier zienswijzen zijn ontvangen; - dat deze zienswijzen zijn ingediend binnen de termijn van terinzageligging, zodat de indieners in hun zienswijzen kunnen worden ontvangen; - dat het college van de gemeente Lelystad in de ‘Reactienota bestemmingsplan en PlanMER Marker Wadden’ de gemeentelijke beantwoording van de zienswijzen heeft opgenomen en daarbij heeft aangegeven of al dan niet aan de zienswijzen tegemoet is gekomen; - dat op 7 oktober een advies van de Commissie voor de m.e.r. is ontvangen, en dat overwegingen over de door de Commissie gedane aanbevelingen zijn p e o genomen in d ‘Reactienota bestemmingsplan en PlanMER Marker Wadden’; op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is; gelet op de betreffende bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht;
Scenario’s gemeente Lelystad B E S L U I T:
1. de ‘Reactienota bestemmingsplan en PlanMER Marker Wadden’, bestaande uit: de Zienswijzennota en een Staat van wijzigingen, vast te stellen;
December 2014
v van het ‘Toetsingsadvies o e er h t milieueffectrapport’ van de Commissie voor de 2. kennis te nemen milieueffectrapportage (m.e.r.) en de bijgevoegde i notitie ‘Aanbevelingen u t het advies van de Commissie m.e.r.’ over de door de Commissie gedane aanbevelingen bij het bestemmingsplan te voegen;
Scenarioanalyse gemeente Lelystad
3. met inachtneming van het gestelde onder 1 en 2 het bestemmingsplan Marker Wadden gewijzigd
Inleiding 2
•
•
Bezuinigingen, woningmarktcrisis, decentralisaties, social media... De wereld van vandaag ziet er waarschijnlijk heel anders uit dan u zich 10 jaar geleden heeft voorgesteld. Een snel veranderende omgeving vraagt om een gemeente die zich in nauwe samenhang met haar omgeving mee ontwikkelt. Door een gedegen strategische conversatie daarover aan te gaan aan de hand van scenariobeelden, vallen patronen te ontdekken en ontstaan nieuwe inzichten en handelingsperspectieven. Onder het motto ‘het wensdenken voorbij’ heeft de gemeente gekozen voor de methode van scenario-planning met als doel het opstellen van brede toekomstscenario’s voor de stad en samenleving.
belichten daarom nooit één toekomstige mogelijkheid, maar proberen de verschillende ‘hoeken van het speelveld’ te onderzoeken waarin de gemeente zal acteren. Een goede set van scenario’s stimuleert mensen om wensbeelden ter discussie te stellen en oude patronen te doorbreken. Hoewel scenario’s dus geen toekomstvisie zijn, zijn ze wel uitermate geschikt om na te denken over robuust toekomstbeleid en het gesprek daarover te voeren. Ze bieden structuur in onzekerheid en ondersteunen zo besluitvormers bij het opstellen van robuuste lange termijn strategieën.
Scenario’s vormen geen prognoses of voorspellingen, maar kunnen worden getypeerd als voorstellingen. Scenario’s zijn ook geen toekomstvisies, geen wens- of droombeelden van de toekomst. Scenarioplanning is namelijk een methode die onzekerheden uit de externe omgeving als uitgangspunt neemt, waar je als gemeente weinig tot geen invloed op kunt uitoefenen, maar die wel gaan bepalen hoe de omgeving en samenleving eruit kunnen gaan zien en waar je als gemeente uiteindelijk wel mee moet leren omgaan. Ze
“Scenario’s zijn geen voorspellingen. Ze geven een beeld van hoe de toekomst eruit kan zien”.
Inleiding 3 ‘hoeken van het speelveld’. In dit rapport zijn 4 scenario’s opgesteld. Door bij het opstellen van strategie rekening te houden met alle scenario’s, kunt u toekomstbestendige keuzes maken. Probeer bij het werken met scenario’s niet te denken in wenselijkheid of waarschijnlijkheid. De scenario’s zijn vooral bedoeld om denkkaders op te rekken en te garanderen dat de strategie die u ontwikkelt robuust genoeg is in uiteenlopende omstandigheden. • •
•
Scenario’s komen tot stand door goed te kijken naar welke ontwikkelingen in de externe omgeving van de gemeente de meeste verandering teweeg kunnen brengen. Op basis van een aantal analyses worden twee kernonzekerheden vastgesteld: twee externe ontwikkelingen met een grote impact op de stad en met veel onzekerheid over hun verloop. Door eerst per kernonzekerheid twee extreme en tegengestelde uitkomsten te definiëren (bijv. hoog versus laag, sterk versus zwak) en vervolgens de kern-onzekerheden te combineren in een assenkruis (2x2), wordt de basis voor een scenarioset gelegd. Elke combinatie van extreme uitkomsten (4 in totaal) vormt het uitgangspunt van een scenario. De scenario’s vormen extreme gestileerde verhalen, maar zijn allen denkbaar en plausibel.
Scenario’s kunnen namelijk gebruikt worden om handelingsperspectieven (denkrichtingen, ideeën, mogelijke acties) te bedenken die ervoor zorgen dat Lelystad de uitdagingen van een scenario het hoofd kan bieden, maar ook de mogelijke kansen kan verzilveren. Handelingsperspectieven worden eerst voor individuele scenario’s bedacht en daarna getoetst op toepasselijkheid in de andere scenario’s. Zo wordt duidelijk welke opties het goed doen in elk scenario (de ‘robuuste’ opties) en welke minder. Door te toetsen op scenario’s kan men ook beredeneren hoe huidig of toekomstig beleid uitpakt in de diverse mogelijke toekomsten en wat de risico’s en opbrengsten daarvan zijn. Dit maakt het mogelijk om er weloverwogen over te besluiten.
Scenario’s zijn altijd extreem. Ze verbeelden de
Er zijn altijd meerdere scenario’s nodig die de ‘official future’ uitdagen en besluitvormers dienen gelijktijdig rekening te houden met alle scenario’s
Inleiding 4
•
•
Het gebruik wordt nog krachtiger wanneer de scenario’s niet eenmalig worden gebruikt, maar worden ingezet als een monitor om te bepalen in welke richting de externe omgeving zich beweegt. Wanneer je patronen hierin herkent, kun je namelijk ook bijsturen. Doordat er al handelingsperspectieven zijn opgesteld, ligt er dan in feite al een blauwdruk, de grote lijnen, om snel te kunnen schakelen. Kortom, met scenario’s kan de gemeente Lelystad zich veerkrachtig voorbereiden op een ongewisse toekomst en daarop blijven bijsturen. Voor deze studie is gebruik gemaakt van de City Strategy methode. Zie figuur hiernaast. Dit rapport volgt qua opbouw deze methode en bevat de stappen betreffende ‘externe invloeden’, oftewel de omgevingsanalyse (gevat in 14 trendkaarten, zie H.1), en de 4 resulterende scenario’s (H.2). Dit rapport kan beschouwd worden als een tussenproduct, waarvan de scenario’s nog verder verdiept en verrijkt worden in gesprekken met allerhanden betrokkenen bij de gemeente Lelystad.
Scenario’s
Strategische Strategische onzekerheden visie
Externe invloeden
Beleid Strategische Strategische vragen keuzen
Scope
Business model van de stad
© De Vries en Van Hanswijk Pennink, 2012
“Scenario’s zijn geen voorspellingen. Ze geven een beeld van hoe de toekomst eruit kan zien”.
1. Trendkaarten Omgevingsanalyse gemeente Lelystad
Totstandkoming 6
•
De eerste stap in een scenariostudie isde omgevingsanalyse. Daarin worden de externe invloeden op Lelystad geïnventariseerd. Hierbij wordt een zogenaamde PESTED analyse gebruikt. Er is gekeken naar trends en ontwikkeling op Politiek, Economisch, Sociaal, Technologisch, Ecologisch en Demografisch gebied. Hiervoor zijn desk research en interviews uitgevoerd (interviewpartners, zie bijlage).
•
Al deze ontwikkelingen zijn teruggebracht tot een veertiental ‘trendclusters’, zie volgende pagina’s. Gedurende de onderzoeksfase zijn door de interviewpartners en vanuit de bestudeerde literatuur enkele ‘strategische overwegingen’ naar voren gebracht. Deze zijn opgenomen in de beschrijving van de trends. Niet elke van deze zullen wellicht relevant of haalbaar zijn voor de gemeente Lelystad.
•
Deze trendclusters zijn vervolgens beoordeeld (zie volgende pagina) op hun mate van onzekerheid, impact op de strategische vragen en cross-impact (beïnvloeden ze ook veel andere trendclusters of is hun invloed beperkt). Uit deze analyse kwamen meerdere mogelijke kernonzekerheden naar boven. In overleg met de interne projectgroep is gekozen om op een as ‘urbanisering’ als een kernonzekerheid te nemen en op de andere de ‘mate van maatschappelijke kracht’ (zie p.22).
Omgevingsanalyse 7 Nr. Cat. Trend
Cross-impact
1
P
Meer taken en minder geld vanuit Den Haag
2
P
Lokale overheden schalen op
3
P
Toenemende samenwerking in de metropool
4
En Economische ontwikkeling
5
En Ontwikkeling woningmarkt
6
En Afname investeringscapaciteit maatschap. partners
7
En Opkomst vraaggedreven economie
8 9 10
S Toename maatschappelijke kracht S Toenemend belang mobiliteit en bereikbaarheid T Digitalisering van ons dagelijks leven
11
El Aandacht voor duurzaamheid groeit
12
D Vergrijzing en ontgroening bevolking
13
D Zorg wordt extramuraal
14
D Urbanisering zet volop door
HOOG
GEMIDDELD
LAAG
GEEN
Onzekerheid
Impact
P
1. Meer taken en minder geld vanuit Den Haag
D
En
El
S T
8 Herpositionering gemeenten Publieke taken en middelen worden door de economische crisis in brede zin heroverwogen. Gemeenten krijgen vanuit het Rijk steeds meer taken toebedeeld. De drie grote decentralisaties per 1 januari 2015 zijn belangrijke voorbeelden daarvan: gemeenten worden verantwoordelijk voor WWB’ers, WSW’ers en Wajongers, voor de jeugdzorg en delen van de AWBZ worden overgeheveld naar de WMO. Groepen waar relatief veel inwoners van Lelystad toe behoren. Een belangrijk argument is dat gemeenten dichter bij de burger staan en deze taken efficienter en beter kunnen vormgeven. Daarnaast is sprake van een bezuiniging: gemeenten krijgen minder middelen beschikbaar voor het uitvoeren van deze nieuwe taken. Als gevolg van de decentralisaties zal de focus van gemeenten meer verschuiven van het ‘fysieke’ domein naar het ‘sociale’ domein. Gemeenten worden tevens geconfronteerd met een daling van de algemene uitkering. Kortom, gemeenten moeten meer met minder middelen doen en dit zal ook een andere, nieuwe gemeentelijke rol eisen. Samenwerking en netwerksturing met ketenpartners en andere gemeenten zullen de plaats gaan innemen van de meer traditionele directieve aansturing. Bovendien zal een groter beroep worden gedaan op de zelfredzaamheid van burgers. Het is zoeken naar de juiste rolinvulling en de vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Vooralsnog genieten gemeenten redelijke beleidsvrijheid in de invulling hiervan. De vraag is echter of dit ook zo blijft. Andere vraagstukken zijn de rol van Europa, de toekomst van de ICL gelden en publieke sector werkgelegenheid in Lelystad.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
De overheveling van taken op het gebied van o.a. de AWBZ en de jeugdzorg zal ook voor Lelystad grote impact hebben en een uitdaging vormen. De uitvoering van deze taken gaat namelijk gepaard met een ‘efficiencykorting’. Toch brengen de decentralisaties ook kansen met zich mee. Eén partij (de gemeente) krijgt zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. Dit maakt dwarsverbanden mogelijk tussen de Wmo/AWBZ, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Een andere uitdaging ligt er op werkgelegenheidsgebied. 40% van de werkgelegenheid in Lelystad is in de publieke sector en is daardoor kwetsbaar voor publieke bezuinigingen.
• Werk samen met andere stakeholders en met het bedrijfsleven. • Ontwikkel de benodigde kennis en nieuwe vaardigheden die college- en raadsleden, maar ook ambtenaren nodig hebben voor de aansturing in de (keten)samenwerking.
Cross-impact
Onzekerheid
• Zet in op diversificering van werkgelegenheid van de inwoners • Onderscheid je als ‘woongemeente’ door de organisatie van en voorzieningen voor de nieuwe taken op het gebied van werk, wonen, zorg en jeugd te bieden.
Impact
P
2. Lokale overheden schalen op
D
En
El
S T
9 Herindeling en intergemeentelijke samenwerking Sinds het ontstaan van de gemeente als bestuurslaag tweehonderd jaar geleden voert men al de discussie omtrent het versterken van gemeentelijke besturen door schaalvergroting in de vorm van samenwerking en herindelingen. Nederland kent een lange historie van verschillende vormen van intergemeentelijke samenwerking (zoals het onderbrengen van bedrijfsvoeringstaken in gezamenlijke shared service centers, het uitvoeren van taken door middel van gemeenschappelijke regelingen en ambtelijke fusie/samenwerking). De vraag blijft opdoemen of de huidige schaal van gemeenten voldoende aansluit bij het groeiende aantal taken en verantwoordelijkheden die door het Rijk de laatste vooral op het gebied van zorg en samenleving worden gedelegeerd aan gemeenten. De komende jaren zal schaalvergroting en versterking van de uitvoeringskracht van gemeenten een belangrijk onderwerp op de bestuurlijke agenda blijven vormen, vooral in het licht van de aangekondigde decentralisaties in combinatie met de efficiencykortingen. Het organiseren van bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht, alsmede de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om taken goed uit te voeren, zal voor gemeenten in toenemende mate van belang zijn. Het huidige kabinet stimuleert tevens gemeentelijke herindeling, maar zij legt het initiatief daarvoor wel bij de gemeenten zelf. Het wensbeeld vanuit het Rijk is een gemeente met een omvang van 100.000 of meer inwoners, maar zij legt dit vooralsnog niet op. Grote vraag is wat deze ontwikkelingen met het democratisch bestel gaan doen.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Lelystad heeft voldoende schaal om de uitdagingen die o phaar afkomen in principe goed aan te kunnen. Schaalvergroting vanuit de stad is daarom niet een issue. Nu het kabinet de verplichte schaalgrootte (100.000 inwoners) eis van gemeenten heeft losgelaten, hoeft Lelystad ook niet te vrezen dat een schaalvergroting wordt opgelegd. Deze ontwikkeling wordt wel interessant als gemeenten om Lelystad heen gaan samenwerken en zodoende een sterke, concurrerende waardepropositie aan inwoners en bedrijven kunnen bieden. Richting de toekomst zal er wel mogelijk meer in intergemeentelijke samenwerking, zoals, de MRA worden gedaan.
• Zoek daar waar nodig de samenwerking op met logische partners om beleidscoordinatie en voldoende uitvoeringskracht te organiseren. • Ontwikkel en borg sturing op samenwerking bij zowel organisatie als bestuur.
Cross-impact
Onzekerheid
• Voorkom dat de afstand tot de burger te groot wordt.
Impact
P
3. Toenemende samenwerking in de metropool
D
En
El
S T
10 Toenemende rol Metropoolregio Amsterdam De meeste economische waarde zal in de toekomst gegenereerd worden in sterke stedelijke regio’s/metropools. Lelystad kan steeds meer gezien worden als een onderdeel van het ‘daily urban systeem’ van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) en zo profileert de stad zich ook internationaal. Veel nieuwe inwoners komen o.a. deze regio. Veel Lelystedelingen werken ook in of rond die steden en een toenemend aantal inkomende forenzen komt daar vandaan. Het is dan ook logisch dat Lelystad sinds 2009 een actieve deelnemer is van dit (vooralsnog) informele bestuursorgaan en samenwerkt op gebieden zoals economische ontwikkeling, ruimtelijke ordening, verkeer, landschap, etc. De mogelijke ontwikkeling van Lelystad Airport en Flevokust zal het belang van (formelere) samenwerking en positie in de regio alleen nog maar verder versterken. Niet alleen de economische ontwikkelingen in de MRA dienen daarom goed gevolgd te worden, maar ook de demografische: de druk qua inwoners zal toenemen en bijv. Amsterdam heeft beperkte uitleg- en inbreidingsmogelijkheden om daaraan tegemoet te komen. Een bredere ruimtelijk economische blik (op regionaal schaalniveau) op de ontwikkeling van Lelystad zal steeds noodzakelijker worden. Hierbij dient niet alleen gekeken te worden naar met name Almere en de MRA , maar mogelijk ook naar, bijv. Zwolle en de regio Utrecht en Hilversum. De eerstgenoemde is van belang i.r.t. bijv. de Hanzelijn, de laatste twee vanwege de sterke verwevenheid van de ‘Noordvleugel’ (alhoewel de plannen voor de Noordvleugel provincie nu geen doorgang lijken te vinden in Den Haag).
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Metropoolvorming zal doorzetten. Voor Lelystad is het bijzonder relevant op basis van unieke kwaliteiten (ruimte, recreatiemogelijkheden) niet alleen een positie in de MRA te bepalen, maar ook richting bijv. regio Zwolle. Een sterkere rol in de ontwikkeling van de regio(‘s) en een duurzaam goede verstandhouding met de grote gemeenten kan ruimte geven om eigen doelen te realiseren. Een blijvende actieve deelname in de MRA geeft mogelijkheden de economie gericht te versterken. Groot vraagteken is of de samenwerking wellicht richting de toekomst formeler wordt en daarmee bevoegdheden van Lelystad vermindert.
• Speel prominente rol in MRA: nog sterkere betrokkenheid bij ontwikkeling economisch en ruimtelijk beleid. Sterke strategische-bestuurlijke positie in MRA. • Definieer een heldere functie en profiel van de gemeente binnen metropoolregio of juist schakel tussen regio’s.
Cross-impact
Onzekerheid
• Zoek heldere partnerships met grote gemeenten binnen MRA en andere regio’s.
Impact
P
4. Economische ontwikkeling
D
En
El
S T
11 Onvoorspelbaarheid economische ontwikkelingen De Nederlandse economie staat sinds het uitbreken van de ‘kredietcrisis’ van 2008 onder druk. De effecten van de schuldencrisis zullen tot 2015 voelbaar zullen zijn, verwachten economen. Europese ramingen gaan van een matige economische groei van gemiddeld 1,5% per jaar tot 2020. Wanneer de economie zal aantrekken en of we oude groeicijfers ooit weer zien terugkeren, is onzeker. Nederland is als exportland daarbij ook sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in de rest van Europa, maar ook de rest van de wereld. Het huidige kabinet moet beleid vanuit Brussel opvolgen en heeft daaarom op tal van terreinen forse bezuinigingen en hervormingen heeft moeten doorvoeren. Ook gemeentefinancien komen onder druk, want in Nederland kennen we immers een ‘trap op, trap af’ systematiek waarbij de hoogte van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. De financiële positie van veel gemeenten is de laatste jaren sterk verslechterd door de toenemende werkloosheid (Wet werk en bijstand), de teruglopende uitkering uit het Gemeentefonds en afboekingen op grondexploitaties. Overheden zullen de komende jaren financiele orde op zaken stellen en hun schulden terugdringen. Niet alleen overheden, maar ook bedrijven en particulieren zullen aan ‘deleveraging’ doen. Tussentijdse aflossingingen op de hypotheekschuld zijn hier een goed voorbeeld van en consumptief kredietvolumes zijn minder geworden. Een belangrijke vraag is of de overheid de ‘deleveraging’ en bezuinigingstrend voortzet of dat, als de economie weer aantrekt, pijnlijke bezuinigingen worden teruggedraaid en de staatsschuld blijft groeien.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Inwoners en bedrijven kunnen de nodige effecten ondervinden van een mogelijk langdurige kwakkelende economie, zoals een gebrekkige doorstroming op de lokale woningmarkt en een toename van het aantal faillissementen en werklozen. Ook de Lelystad ontkomt de komende jaren niet aan de effecten van het verslechterde economische klimaat in combinatie met de bezuinigingen door het Rijk. De uitkering uit het gemeentefonds (excl. de decentralisatiemiddelen) zal weinig tot niet groeien (het Rijk bezuinigt), terwijl ook andere inkomsten (o.a. grondexploitaties) onder druk komen te staan. De drie decentralisaties en de efficiencykortingen die ermee gepaard gaan, kunnen ook hun weerslag hebben op de financiële armslag van de gemeente, vooral als de groep kwetsbare burgers relatief groot blijft.
• Zoek ook in regioverband naar manieren om (bijv. via samenwerking op specifieke economische clusters) de regionale en lokale economie te versterken. • Zoek op specifieke dossiers de samenwerking op met andere gemeenten om gezamenlijk kosten te kunnen besparen. • Breng in kaart op welke gebieden Lelystad mogelijk zou kunnen bezuinigen om de eigen financien structureel op orde te krijgen en tegelijkertijd de strategisch relevante onderscheidende kwaliteiten behoudt.
Cross-impact
Onzekerheid
Impact
P
5. Ontwikkeling woningmarkt
D
En
El
S T
12 Doormodderen of weer een opleving? Sinds de crisis zijn de huizenprijzen met gemiddeld 30% gedaald, ook in Lelystad heeft een sterke daling plaatsgevonden. De doorstroom is beperkt en het aantal opleveringen is tevens gedaald: in 2012 waren dat er maar 150 in Lelystad (tegen 650-950 p.j. in het begin van dit millennium). Strengere hypotheekeisen en toegenomen terughoudendheid van banken zijn enkele redenen. Echter, in den lande lijkt de markt weer enigszins op te leven en het algemeen beeld bij experts is dat prijzen vanaf 2014 weer licht stijgen (waarschijnlijk niet meer tot het oude niveau). Zowel positieve als negatieve scenario’s kunnen desondanks optreden. Een snelle stijging van huizenprijzen, zelfs met oververhitting van de markt als risico, kenmerkt het positieve scenario. Een grote latente vraag (vooral in de MRA wordt een grote woningbouwopgave verwacht), hoge spaartegoeden en een lage hypotheekrente, zijn mogelijke oorzaken daarvoor. Een lang aanhoudende crisis, duurzame hoge werkloosheid, stijgende hypotheekrente en een verder beperkte hypotheekrenteaftrek, kunnen een verdere verslechtering van de markt veroorzaken in het slechte scenario. Lelystad kent een relatief hoog huizenbezit: 66% t.o.v. 49% landelijk, waardoor de stad gevoelig is voor de markt. Het merendeel van de huizen zit in het goedkope segment, alhoewel de laatste jaren steeds meer duurdere woningen zijn gebouwd. Richting de toekomst wordt een groei van het inwonersaantal verwacht (richting 80.000 in 2023), met daarin een groter aandeel 65- en 75- plus. Andere relevante ontwikkelingen voor de woningmarkt zijn andere woon-werk patronen en een omslag van bezit naar gebruik (huur).
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
De ontwikkeling van de woningmarkt is niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van de stad (wat voor inwoners, wat voor voorzieningen?), maar ook de inkomsten van de gemeenten (grondexploitaties en WOZ). Uitdagingen liggen ook in investeren in de kwaliteit en duurzaamheid van bestaande woningen om aantrekkelijkheid in de markt te vergroten. Mogelijk is over een aantal jaar sloop-nieuwbouw een geschikt alternatief. Gezien de lage verhuisbereidheid van senioren ligt een andere uitdaging in het ‘seniorenproof’ maken van bestaande woningen. Kansen liggen eventueel in de grote verwachte woningbouwopgave in de Noordvleugel.
• Stem regionaal af om geen ‘race to the bottom’ te creëren. • Bouw naar de vraag en promoot onderscheidende kwaliteiten, ook richting bijv. werkgevers in de regio. • Ontwikkel in de buurt van zorgvoorzieningen gelijkvloerse woningen voor mensen met zorgvraag. • Jaag innovatie aan door mogelijkheden voor particulier opdrachtgeverschap te verruimen. • Stimuleer woningbezitters om energiebesparende maatregelen te treffen (isolatie, zonnepanelen, etc.).
Cross-impact
Onzekerheid
Impact
6. Afname investeringscapaciteit maatschappelijke partners
P D El
13 De gemeente is niet de enige die moet bezuinigen Om gemeentelijk ambities te realiseren werkt de gemeente Lelystad samen met maatschappelijke partners op een aantal gebieden (zorg, sociale woningbouw, etc.). Gezien het relatief hoge (stijgende) aantal Lelystedelingen dat zich niet zonder enige (overheids)steun kan redden en/of een laag inkomen heeft, zijn deze partners zeer noodzakelijk. Door ontwikkelingen als overheidsbezuinigingen, maar ook nieuwe wetgeving en de recessie, staat hun vermogen om te investeren in maatschappelijke doelen onder druk. Woningbouwcorporaties zijn een duidelijk voorbeeld hiervan. Zij ervaren meer druk op hun inkomsten door de situatie op de huizenmarkt, de maximering van huren en de verhuurdersheffing. Verwacht wordt dat investeringen in nieuwe projecten en in leefbaarheidsdoelstellingen door corporaties zullen teruglopen omdat corporaties zich voornamelijk zullen gaan focussen op het beheer van hun bestaande voorraad. In combinatie met trends zoals extramuralisering van de zorg en vergrijzing kunnen daardoor kwetsbare gebieden ontstaan. Andere maatschappelijke partners worden ook beperkt in hun investeringsmogelijkheden. Zorginstellingen zijn daar een voorbeeld van, door bijv. de verschuiving van intra- naar extramurale zorg. Onderwijsinstellingen zullen waarschijnlijk ook minder (financiële) mogelijkheden hebben om te investeren in jongeren die extra aandacht en zorg behoeven. Niet alleen het ‘sociale’ domein zal te maken hebben met deze ontwikkeling, maar ook het fysieke. Investeringen in een goede kwaliteit van het buitengebied kunnen onder druk komen te staan omdat landschapsbeheerorganisaties ook minder middelen zullen hebben.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Cross-impact
Door de beperktere middelen van maatschappelijke partners en gemeente kunnen bepaalde voorzieningen onder druk komen te staan. Dit zal een dialoog vergen tussen de gemeente en haar maatschappelijke partners over verwachtingen omtrent hun investerings- en dienstverleningsniveau (i.r.t. hun beschikbare middelen). Kansen liggen er in de opkomst van het maatschappelijk verantwoord ondernemen en publiek-private samenwerkingen. Dit vergt een mindset van de gemeente waarin zulke stakeholders vroegtijdig en volwaardig in worden betrokken, maar waar ook helder verwachtingsmanagement richting burgers voor noodzakelijk is.
• Zoek alternatieve investeerders die investeringen kunnen doen in de leefomgeving. Bespreek met bijv. pensioenfondsen, bedrijven en private vermogensbeheerders onder welke randvoorwaarden zij het interessant vinden om dit te doen.
Onzekerheid
• Voor bijv. mantelzorg, jongerencoaching, landschapsbeheer zal men vaker beroep op de inwoners moeten doen. Stimuleer, en ondersteun indien nodig, daarom burgerinitiatieven die bijdragen aan de leefomgeving. • Blijf in de regio samenwerking zoeken en maak optimaal gebruik van de nabije kennisinstellingen.
Impact
En S T
P
7. Opkomst vraaggedreven economie
D
En
El
S T
14 Van een aanbodgestuurde naar een vraaggedreven economie In het topsectorenbeleid wordt ondernemerschap gezien als een cruciale factor voor innovatie en als belangrijke voorwaarde voor de Nederlandse kenniseconomie om mondiaal onderscheidend te blijven. Een aanbodgestuurde economie gebaseerd op massaproductie. Internationale arbeidsdeling is het uitgangspunt. Goederen en diensten worden op grote schaal door multinationals geproduceerd. Hun aanbodketens worden opgeknipt en uitgevoerd op de gunstigste locatie. Productie verdwijnt uit Westerse landen en een economie van geavanceerde dienstverlening lijkt te ontstaan. Het einde is nog niet in zicht voor de ontwikkeling van massaproductie en ook kennisintensieve functies verdwijnen in toenemende mate uit Europa. Toch tekent zich een tegentrend af tegen de dominante ontwikkeling richting massa en schaal. De vraag naar maatwerk, decentrale productie en een meer vraaggedreven economie, vaak gedragen door innovatief MKB, neemt toe door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Het wordt mogelijk om tegen lage kosten in kleine batches hoogwaardige producten te maken door nieuwe productietechnologie (bijv. 3D printing). Gebruikers worden door ICT in staat gesteld om betrokken te zijn bij het ontwerp (cocreatie). Ook de EU zet veel op deze ontwikkelingen in. De aanwezigheid van een creatieve klasse die bedrijven aan steden bindt, is onmisbaar in zo’n economie. ‘Slimme’, duurzame stedelijke regio’s kunnen zich onderscheiden door te investeren in de banen van de toekomst en als proeftuin te fungeren voor nieuwe ontwikkelingen, omdat het niet meer om schaal maar om scope zal draaien.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
De centrale ligging in het land, multimodale ontsluiting en nabijheid tot creatieve centra zoals Amsterdam en Utrecht, bieden Lelystad een goede uitgangspositie. De ruimte die Lelystad tot haar beschikking heeft, biedt goede mogelijkheden om als proeftuin te fungeren. Toch kunnen er ook bedreigingen zijn voor goederengerichte- en ruimteextensieve sectoren en bedrijven. Een uitdaging is het verhogen van het opleidingsniveau van de bevolking, deze klaar te stomen voor de banen van de toekomst (flexibel, kennisintensief, interdisciplinair, ondernemend) en een aantrekkelijk klimaat te creëren voor (creatieve) kenniswerkers en ondernemers.
• Creëer de randvoorwaarden voor een positionering als proeftuin voor de toepassing van innovaties. • Stimuleer bedrijven en kennisinstellen om in de praktijk te testen op het vlak van elektrisch vervoer, nieuwe energievormen, etc. • Stimuleer ondernemerschap en initiatieven vanuit de maatschappij. Faciliteer inwoners bij het oprichten van energiecoöperaties, ondernemingen, en overige ondernemende vormen om zelfredzaamheid en innovatiekracht te vergroten. Accepteer dat niet alles zal lukken, maar blijf zoeken naar mogelijkheden.
Cross-impact
Onzekerheid
Impact
P
8. Toename maatschappelijke kracht
D
En
El
S T
15 Naar een andere rolverdeling De overheid zal vaker een beroep doen op de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers om grip te houden op de uitgaven. Burgers doen ook meer zelf en pakken nieuwe rollen op. Ze organiseren zich vaker in coöperatieve verbanden op verschillende gebieden, zoals energie, zorg en verzekeringen. Ook op sociaal gebied worden nieuwe (tijdelijke, flexibele) verbanden door hen gevormd, ondanks het feit dat oude verbanden leden verliezen. Digitalisering (bijv. social media) faciliteert deze ontwikkeling. Denk bijv. ook aan deel- en ruilsites. Bovendien wordt men mondiger. Ook bedrijven pakken vaker een maatschappelijke rol op en werken aan ‘social innovation’ en verleggen steeds meer hun focus van ‘shareholder value’ naar ‘stakeholder/social value’, waar ook bijv. duurzaamheid een centraal element in is. Het onderscheid tussen taken die van oudsher waren belegd bij óf de overheid, óf het bedrijfsleven, óf maatschappelijke verbanden, vervaagt. Vraagstukken dienen in gezamenlijkheid door deze partijen te worden opgepakt, veelal in netwerkverband, om als stad sterk en aantrekkelijk te blijven in een veranderende wereld. Een andere rol van de overheid past hierbij. Zij zal meer moeten gaan faciliteren en op onderdelen zelfs moeten loslaten in plaats van te reguleren en te sturen. Een tegentrend is dat sinds het uitbreken van de financiële crisis nieuwe sociale breuklijnen en kwetsbare groepen lijken te ontstaan waardoor de kans op sociale onrust en tweedeling kan toenemen welke de nieuwe maatschappelijke kracht kan ondermijnen. In Lelystad zijn ingrediënten hiervoor aanwezig (o.a. relatief laag inkomens- en opleidingsniveau).
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
’Social value’ zal voor steeds meer partijen een centrale rol spelen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de maatschappelijke ordening an sich, maar ook op de rol van de lokale overheid. Een nieuwe mindset en vaardigheden van bestuur en medewerkers zijn hiervoor nodig. De nadruk zal moeten verschuiven van ontwerp, strikte aansturing en ui-tvoering, naar nadruk op vertrouwen, facilitering en be-perkte regie. Ruimte, maar ook een gezamenlijke agenda, moet worden gegeven aan bedrijfsleven, maatschappelijke in-stellingen en burgers om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de gemeente. Aandachtspunt is de relatief grote groep inwoners welke minder zelfredzaam is.
• Zet in op specifieke domeinen en op de rol van regisseur c.q. de ontwikkeling tot regiegemeente. • Neem actief deel aan triple helix verbanden, zoals de MRA, om de regionale economie te stimuleren, de regio te marketen, bedrijvigheid aan te trekken en gezamenlijke vraagstukken op te pakken. • Ondersteun burgers en bedrijven door ruimte te creeren voor initiatieven vanuit de samenleving, durf lost te laten
• Denk na over slimme expirementen om burgerinitiatieven te stimuleren en te faciliteren. Accepteer dat niet alles zal lukken.
Cross-impact
Onzekerheid
Impact
P
9. Toenemend belang mobiliteit en bereikbaarheid
D
En
El
S T
16 Minder meer auto 50% van de Lelystedelingen werkt buiten de gemeente. In absolute getallen is de inkomende pendel zelfs groter dan de uitgaande geworden. Bereikbaarheid en mobiliteit is belangrijk voor de stad. Over de jaren is het autobezit in Lelystad ook met 50% toegenomen. Oorzaak van de toename (landelijke) is o.a. de economische concentratie en ruimtelijke verdunning, maar ook de drukke ‘spitsuurgezinnen’. Ook is er een toename van ouderen in het verkeer. De toename in autobezit lijkt nu echter af te remmen. Onder jongeren wordt autobezit nu al minder populair. Het delen van auto’s is een trend: het draait steeds meer om slimme mobiliteitsoplossingen en gebruik dan om bezit. Personenautobezit neemt dus af, maar het aantal gereden km’s neemt waarschijnlijk wel toe. Duurzaamheid zal een grotere rol spelen en het aantal elektrische auto’s zal tevens toenemen. Treingebruik zal ook lichtelijk stijgen (nu al 40% van spitsreizen van >10 km rond de G5 steden). De populariteit van de elektrische fiets (landelijk bezit met 50% gestegen van 2007-2011) zal blijven toenemen en kan voor relatief korte woon-werkafstanden een populair alternatief worden voor de auto. Door de vergrijzing zal het (recreatief) fietsgebruik toenemen. Digitalisering en het ‘Nieuwe Werken’ leiden niet per se tot minder verkeer en vervoer (mogelijk wel andere woon-werkpatronen en tijden). Vooral als publieke en private sector samenwerken kunnen‘big data’ en ‘slimme wegen’voor slimmer verkeersmanagement zorgen. De opkomst van een decentralere economie (3d printing, bijv.) kan leiden tot meer regionale en stedelijke transportbewegingen met kleinere voertuigen i.p.v. groot (nationaal) vrachtvervoer.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Voor zowel burgers als bedrijven blijft bereikbaarheid een belangrijk selling point van Lelystad. Met een vergrijzende bevolking en nog steeds relatief groot aandeel gezinnen is de kans aanwezig dat het aantal auto’s zal toenemen en bereikbaarheid onder druk komt. Aan de andere kant biedt bijv. het Nieuwe Werken de mogelijkheid tot andere werken dus reistijden en spreiding. Door de grote groep ouderen, zal ook het (elektrisch) fietsgebruik toenemen en druk verhogen op fietsinfrastructuur, zowel binnenstedelijk als recreatief. Daarnaast is een belangrijke vraag welk effect Lelystad Airport heeft op bereikbaarheid, zowel weg als OV, maar hier zijn al afspraken met het Rijk over gemaakt.
• Houd rekening met toename (elektrisch) autobezit gezinnen en ouderen in woningbouwprojecten. • Ga gesprek aan met werkgevers in de regio over bereikbaarheid, verduurzaming mobiliteit en hoe mensen uit de auto te krijgen.
Cross-impact
Onzekerheid
• Investeer in goede faciliteiten voor het wisselen van/overstappen op andere vervoersmodaliteiten. • Blijf bereikbaarheid in (boven)regionaal verband oppakken. • Zet in op slimmer verkeersmanagement.
Impact
P
10. Digitalisering van ons dagelijks leven
D
En
El
S T
17 Grote mogelijkheden, maar ook nieuwe bedreigingen De interacties en relaties tussen overheden, bedrijven, maatschappelijke instellingen en burgers zullen door de toenemende digitalisering sterk veranderen. Big data, cloud computing, 3D-printing, smart grids, ‘the internet of things’ (in alles een chip), gamification, digitalisering van de zorg en crowd sourcing zullen niet alleen ongekende mogelijkheden bieden, maar ook nieuwe bedreigingen en uitdagingen opwerpen. In sectoren, zoals retail, reisbranche, etc. is het business model al sterk veranderd hierdoor. Er zal een samenleving ontstaan waarin burgers extreme verwachtingen hebben van de dienstverlening van bedrijven, maar ook van overheden, zorginstellingen en dergelijke, ten gevolge van de snelle impact van digitalisering. De consument zal bijna voor alles wel een gratis app verwachten, welke het liefst ultiem maatwerk levert en dat real-time informatie ontsluit. Sociale media zal de consument in staat stellen zich razendsnel te organiseren en om vervolgens collectief actie te ondernemen. Met behulp van sociale media als Facebook, organiseren groepen zich nu al om gezamenlijk initiatieven te financieren (crowdfunding), inkoopvolume te bundelen (bijvoorbeeld voor energie) en zelfs onderlinge verzekeringsmaatschappijen te starten. Winkels zullen moeten inspelen op de verwachting van 24/7 maatwerk dienstverlening. Voor sommige partijen is dat een bedreiging, maar door e-commerce ontstaan ook niche winkels, welke vaak toch een (landelijk goed bereikbare) fysieke vestiging willen en nieuwe logistieke dienstverlening. Omdat informatie sneller beschikbaar wordt door de ‘internet of things’ en ‘big data’, ontstaan mogelijkheden tot slimmere interventies.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Cross-impact
Hoe de verhouding burger-overheid precies zal worden beïnvloed door de effecten van digitalisering op de maatschappij is nog onduidelijk. Zowel kansen (inzet technologie om civil society aan te sporen) als bedreigingen (burgers die zich organiseren tegen de gemeente) kunnen ontstaan. Een 24/7 digitale beschikbaarheid van de gemeentelijke dienstverlening zal een belangrijke verwachting zijn. E-commerce zal het winkelaanbod veranderen en de functie van het stadscentrum wijzigen. Nichewinkels zullen de reguliere stilaan vervangen. Winkelen en het centrum, als ook Bataviastad, zullen meer in het teken van beleving en ontmoeting staan.
• Maak meer gebruik van digitalisering voor beleidsdoeleinden. Zet bijv. social media in om burgers te activeren, onderzoek hoe de gemeente een rol kan spelen in of bewustwording m.b.t. crowd funding kan stimuleren om projecten of organisaties te financieren, etc.
Onzekerheid
• Maak gebruik van kennis in de regio. Werk samen met deze partners door bijv. gezamenlijke pilots te organiseren.
• Stimuleer de verdere digitalisering van de eigen dienstverlening en draag dat uit richting bewoners en bedrijven.
Impact
P
11. Aandacht voor duurzaamheid groeit
D
En
El
S T
18 Verduurzaming als ‘business driver’ Groen is ‘hot’. Duurzaam inkopen en produceren, efficiënter omgaan met energie en deze ‘groen’ en decentraal opwekken, duurzaam voedsel en vervoer (zowel particulier als ov) krijgen steeds meer aandacht. Steeds meer mensen spreken over de noodzaak van een ‘circulaire economie’ doordat grondstoffen schaarser worden. Het Rijk zet ook in op de transitie naar een groenere/’bio-based’ economie. Flevokust past bijv. in dat kader door alternatieven voor wegvervoer te bieden. Ook kunnen er kansen voor Lelystad liggen op het gebied van duurzame voedselproductie en wellicht andere duurzame economische activiteiten (reststromen, bijv.). Dit vraagt overigens wel werknemers die hiervoor de juiste expertise hebben. De druk op het verduurzamen van de woon- en leefomgeving wordt steeds sterker. Als gevolg van klimaatverandering zal het weer extremer worden en dit vergt de nodige infrastructurele en bouwoplossingen. Ook kan het grote gevolgen hebben voor groepen met een zwakke gezondheid. Bovendien zijn bij hen de kwaliteit en comfort van de woning vaak onder de maat, met een hoog energieverbruik en –rekening als gevolg . De tendens naar extramuralisering van de zorg en langer thuis wonen versterkt het belang van kwalitatief goede woningen. Structurele verduurzaming is nodig om een slag te maken in de kwaliteit van de woningvoorraad, goed comfort te bieden en CO2 reductiedoelstellingen te realiseren. Woningen worden toekomstvast, blijven voor brede doelgroepen geschikt en zijn beter verhuur- en verkoopbaar. Verduurzaming van de gebouwde omgeving biedt marktpartijen kansen om innovaties toe te passen en nieuwe werkgelegenheid te creëren.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Om bewoners aan te trekken en te behouden is verduurzaming van woningen belangrijk. Dit niet doen vormt een risico. Het structureel verduurzamen van vastgoed in de bestaande gebouwde omgeving biedt ook veel kansen. Partijen zouden ervaring kunnen opdoen met innovatieve toepassingen, integrale concepten, organisatievormen en financieringsmodellen (o.a. ESCO’s). Nieuwe bedrijvigheid kan hieruit ontstaan. Het gebruik van zonnepanelen zichtbaar stimuleren, maar ook het faciliteren van duurzaam vervoer en faciliteren van duurzame bedrijvigheid, kunnen aan het ‘groene’ imago van Lelystad bijdragen (een belangrijker wordend selling point).
• Geef als gemeente het goede voorbeeld door bijv. op meer plekken publieke oplaadpunten neer te zetten voor elektrische voertuigen. • Stimuleer verduurzaming van woningen en bevorder het zo energiezuinig mogelijk bouwen van nieuwbouw woningen middels afspraken met ontwikkelaars.
Cross-impact
Onzekerheid
Impact
P
12. Vergrijzing en ontgroening bevolking
D
En
El
S T
19 Grote demografische veranderingen De komende jaren zal de bevolkingsopbouw van Nederland grote veranderingen ondergaan. De groei van de laatste decennia van de actieve en beroepsbevolking zal tot stilstand komen. De leeftijdsgroep 20-65 jaar zal de komende 30 jaar gestaag dalen en de groep 65+ neemt toe. Zo ook in Lelystad, snel zelfs. Waar de groep 65+ in 2013 nog 13% was, zal deze 19% zijn in 2025. Hiervan zal 40% ouder zijn dan 75. Een steeds groter gedeelte van deze groep zal alleen wonen (toename van 74% tegen 2030) en niet meer in een instelling. Een groter gedeelte van de nieuwe generatie ouderen leeft alleen en heeft ook geen kinderen. Naast de ontwikkeling van de toename van het aantal ouderen is een verdere ontwikkeling te verwachten waarin ouderen actiever en vitaler worden (recreëren meer), met name de babyboomers. Maar toch verwacht men een toename van kosten gerelateerd aan de vergrijzing, omdat men langer leeft, zullen de kosten over een langere periode gemaakt worden. Gekoppeld aan de groter wordende rol van gemeente op zorggebied, legt dit extra druk op bijv. de WMO budgetten van gemeenten. Daarnaast vergt vergrijzing de aanwezigheid van voldoende voorzieningen voor ouderen, zowel op het gebied van zorg, maar ook bijv. recreatie en mobiliteit. Naast de toename van het aantal ouderen, zal het aantal kinderen afnemen (ontgroening). Dit zal ook de vraag naar voorzieningen doen veranderen (bijv. qua onderwijshuisvesting of sportvoorzieningen). Ondanks de ontgroening, gaan huidige prognoses voor Lelystad uit van een bevolkingsgroei naar een totaal inwonersaantal van 80.000. De MRA verwacht zelfs een groei van 530.000 inwoners.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
De vraag naar (type) woningen, voorzieningen, vervoer/mobiliteit en het type recreatiemogelijkheden (vraag neemt toe, dus kans voor Lelystad) zal veranderen onder druk van de demografische verschuivingen. Het ‘senioren-proof’ maken van bestaande woningen en het hebben van voldoende (zorg)voorzieningen vormt een grote uitdaging. De trend van alleenstaande en kinderloze senioren betekent tevens dat zij minder een beroep kunnen doen op mantelzorg. Senioren zijn ook minder verhuisbereid, wat leidt tot verminderde doorstroom op de huizenmarkt. Ander aandachtspunt is een teruglopend leerlingenaantal (ontgroening) i.r.t. bijv. onderwijshuisvesting.
• Stimuleer woningverbouwing voor ouderen.
Cross-impact
• Stimuleer mantelzorg en alternatieven daarvoor. • Stimuleer de komst van woon/zorgcombinaties. • Stimuleer woningbouw geschikt voor gezinsvormers. Hier blijft vraag naar in de regio en is nodig om leerlingenaantal op peil te houden. • Faciliteer flexibele huisvesting voor voorzieningen, bijv. door MFA’s waarin ruimtes van functie te veranderen zijn (van bijv. klas naar ouderenwoning).
Onzekerheid
Impact
P
13. Zorg wordt extramuraal
D
En
El
S T
20 Ouder, zelfstandiger, maar ook meer kosten De zorgkosten zullen in Nederland oplopen en een versobering van de zorg wordt door velen als onontkoombaar beschouwd. Ouderen (19% van de inwoners in 2025), maar ook andere zorgbehoevenden, zijn echter tegenwoordig gezonder, zelfstandiger en mobieler dan voorheen. Technologische ontwikkelingen op dit gebied bieden steeds meer kansen om dit te faciliteren: velden zoals e-health en remote monitoring maken snelle ontwikkelingen door. Hetzelfde geldt voor domotica. Ze kunnen daarom langer thuis blijven wonen en zorg ontvangen. Het Rijk is van mening dat deze extramuralisering van zorg ook zorgt voor een kostenreductie. Het wettelijk kader en de middelen zijn daarom ook aangepast. Zorg wordt minder als ‘recht’ en Rijkstaak gezien en wordt meer een vangnet welke door gemeenten moet worden geleverd (WMO). Zorg en wonen zijn qua financiering gescheiden: huisvesting moet door de cliënt zelf worden betaald. Drempels om in een verpleeg- of verzorgingstehuis te wonen, worden vergroot. Dit alles dwingt tot meer zorg in de directe omgeving, een breder aanbod in woonzorg en minder verblijfszorg. Een gevarieerder extramuraal woon- en zorgaanbod zal ontstaan als zorgbehoevenden meer regie krijgen over hun leven. Dit aanbod zal ook meer zijn afgestemd op de specifieke wensen van de cliënt, met daarin een grotere rol voor het eigen sociaal netwerk. Het beroep op eigen verantwoordelijkheid en mantelzorg impliceert overigens wel een versterking van de sociale cohesie. Deze verandering zal nieuwe uitdagingen opwerpen wat betreft gemeentelijke rol en expertise, het voorzieningenniveau en de woonvoorraad.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Lelystad zal de komende jaren veel effecten (7,6% > 75 jaar in 2025) ondervinden van de (‘dubbele’) vergrijzing. Het aandeel ouderen als % van de bevolking neemt niet alleen toe, maar deze zal ook langer (extramurale) zorg nodig hebben als gevolg van een langere levensverwachting. Niet alleen is dit een uitdaging vanwege beperkte gemeentelijke financiële middelen, maar ook vanwege de verminderde investeringscapaciteit van maatschappelijke partners. Vooral gezien de relatief grote groep kwetsbare inwoners, kan de druk op het sociaal domein hierdoor toenemen, met name voor de groep ouderen welke geen of een beperkt sociaal vangnet hebben.
• Zet in op samenwerking in de wijk/kern en het (laten) verbinden van zorg- en welzijnsactiviteiten. • Focus op verantwoordelijkheid en preventie en zet in op familieparticipatie, inzet vrijwilligers en bijv. bijstandsgerechtigden.
Cross-impact
Onzekerheid
• Maak sterker gebruik van nabijheid kennisinstellingen (bijv. Windesheim Flevoland). • Stimuleer het zelf laten aanpassen van woningen, zodat zorgbehoevenden (m.n. ouderen) langer in hun woning kunnen blijven wonen. • Kijk kritisch naar woonvisie en coördineer en maak prestatieafspraken met corporaties en zorginstellingen.
Impact
P
14. Urbanisering zet volop door
D
En
El
S T
21 De Noordvleugel als ‘mega city’ 60% van de wereld-bevolking leeft in 2030 in stedelijke regio’s. In toenemende mate zullen ook de economische activiteiten zich daar concentreren. De belangrijkste metropolitane regio in Nederland is de Randstad (onderverdeeld in de Noord-vleugel –Amsterdam en Utrecht– en de Zuidvleugel –Rotterdam en Den Haag–). Metropolen vormen een voedings-bodem voor innovaties op technisch, organisatorisch, maar ook sociaal gebied. Nieuwe inwoners worden getrokken door de dynamische bedrijvigheid en de daaraan gekoppelde welvaartsgroei. Velen bleven er tijdelijk, meestal vanwege het af-ronden van de opleiding of het krijgen van kinderen. Toch bleef men vaak in dezelfde economische regio wonen, maar dan in de suburbane zone. Voor opgroeiende kinderen biedt deze zone een veiligere, rustigere en groenere omgeving, terwijl de grote stad met hoogwaardige, gevarieerde culturele, winkel- en horecavoorziening dichtbij blijft. Door groene bufferzones blijft de druk op stad bovendien beheersbaar, vooral als ze een recreatieve functie vervullen. Voor veel burgers, bedrijven en investeerders is de quality of life die een stad en regio bieden een belangrijke vestigingsfactor. Steeds meer bestuurders en bedrijven zien dan ook het belang van een gevarieerde regio met meerdere soorten (complementaire) woon- en leef-klimaten. De MRA verwacht voor 2040 zelfs een bevolkingstoename van 530.000 inwoners; een extra huisvestingsopgave van 300.000 woningen. De trend van het wegtrekken uit de grote stad lijkt echter af te remmen. Door te investeren in de (binnen)stedelijke quality of life zullen grote steden ook proberen om zoveel mogelijk inwoners te behouden.
Score impact & onzekerheid Impact
Strategische overwegingen
Meer inwoners zullen naar grote steden, zoals Amsterdam en Utrecht trekken als deze sterker gaan inzetten op quality of life. Voor Lelystad ligt de uitdaging in het onderscheidend genoeg zijn om inwoners te trekken of zelfs te behouden. Het voorzieningenpeil op niveau houden of krijgen is hiervoor noodzakelijk. Het feit dat grote steden steeds beperktere uitlegmogelijkheden hebben is echter een kans. Daarnaast zal locatie voor werk (bijv. door het Nieuwe Werken) minder relevant worden en zullen woonlocaties op andere criteria worden geselecteerd, ook hier liggen kansen voor Lelystad, bijvoorbeeld als schakel tussen de MRA en regio Zwolle.
• Definieer heldere rol en profiel in de regio; wees onderscheidend genoeg. • Houd voorzieningenniveau op peil en in overeenstemming met het gekozen profiel. • Coördineer met regio op beleidsvelden zoals woningbouw, economische ruimtes en mobiliteit om werkgelegenheid, (onderscheidend) woningaanbod en connectiviteit te creëren of te waarborgen.
Cross-impact
Onzekerheid
Impact
Toekomstscenario’s Twee externe onzekerheden als basis 22
Lelystad urbaniseert niet mee
Urbanisering
Lelystad urbaniseert mee
Deze kernonzekerheid betreft de mate en de gevolgen van de (snelheid van de) toenemende urbanisatie en regionalisering van Nederland. In de stedelijke regio’s zullen zowel de bevolking als de economische bedrijvigheid zich concentreren. Wat dit voor Lelystad zal betekenen, is nog ongewis en in hoge mate afhankelijk van de positie die de stad binnen de regio, of juist tussen regio’s, kan innemen. Zal de urbanisering zich met name concentreren in de grote stad of zal deze zich verspreiden over de regio? Zal Lelystad in het MRA/groeigebied vallen en meeprofiteren van de groei daar of zal het ‘zwevend in niemandsland’ zijn. Daaraan gerelateerd zijn vragen zoals: zal Lelystad profiteren van urbanisering door bijv. een groei van het aantal inwoners of werkgelegenheid? Of zal de stad krimpen (doordat bijv. omliggende gemeenten juist meer inwoners trekken)? Zal het karakter van Lelystad urbaniseren door een eventuele groei, of zal het het huidige karakter van rust en ruimte kunnen behouden? Wat betekent dit voor de bevolkingsopbouw en de woningmarkt: zal Lelystad er bijv. meer ‘grote stedenproblematiek’ bij krijgen?
Laag
Maatschappelijke kracht Hiermee wordt gedoeld op de mate van zelfredzaamheid van de maatschappij en de veranderende rol van de overheid daarin. De onzekerheid wordt gekenmerkt door de mate waarin nieuwe vormen en relaties van samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en burgers ontstaan en in welke mate klassieke overheidstaken worden overgenomen. Maatschappelijke kracht heeft betrekking op burgers en de mate waarin die beschikken over de mogelijkheden om op sociaal en economisch vlak mee te kunnen, niet alleen materieel, maar ook sociaal (cohesie, netwerk) (2) op de maatschappelijke instellingen en hun vermogen om te investeren en maatwerk te leveren, (3) en op bedrijven en hun intentie en vermogen om te investeren in maatschappelijk relevante initiatieven, variërend van duurzaamheid tot sociaal ondernemen. Als afgeleide van de kracht van deze drie partijen acteert de overheid, door te stimuleren en te faciliteren of te ontwerpen en uit te voeren.
Hoog
2. Scenario’s Scenario’s gemeente Lelystad
Toekomstscenario’s Assenkruis 24
1. Groeien met Gedoe
2. Gezamenlijk Gedijen
3. Slinken met Sores
4. Krimpen met Kwaliteit
Lelystad urbaniseert niet mee In deze sectie zijn 4 extreme maar denkbare scenario’s beschreven. De scenario’s zijn bedoeld om te bespreken en na te denken over kansen, bedreigingen en handelingsperspectieven voor de gemeente.
Hoge maatschappelijke kracht
Lage maatschappelijke kracht
Lelystad urbaniseert mee
1. Groeien met Gedoe 25
1. Groeien met Gedoe
Het is 2025. Europa is de klap van de crisis van 2008 eigenlijk nooit echt te boven gekomen. Terwijl de wereldeconomie zich verder ontwikkelt, zakt het continent steeds verder in de economische ranglijsten. Alhoewel de Nederlandse economie alweer jaren zwarte cijfers laat zien, is de groei nooit groot geweest. Het schommelt voortdurend rond de 1 procent. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft de afgelopen jaren de voorzichtig stijgende lijn voortgezet en werkloosheid is –met name in stedelijke gebieden- al een tijd dalende. Vanuit Den Haag is het, haast traditionele, beleid ingezet om met gunstige vestigingsvoorwaarden (bijv. fiscale stimuli en loonmatiging) de economie te stimuleren. Het land is hiermee vooral gunstig voor lage toegevoegde waarde sectoren, zoals handel en logistiek. Het Rijk ontkomt ondanks het broos herstel niet aan verdere bezuinigingen. De vergrijzing is echt merkbaar geworden en de ontgroening zet deze ontwikkeling nog extra kracht bij. Den Haag doet in steeds grotere mate een beroep op de zelfredzaamheid van de burger, met name op het gebied van zorg. De afgelopen jaren heeft de economische groei zich sterk geconcentreerd in en rondom de grote steden. Niet alleen de ‘Zuid- en Noordvleugel’ doen het goed, maar ook regio’s zoals Eindhoven, Zwolle en Arnhem-Nijmegen. Banen in de meer perifere gebieden van het land liggen niet voor het oprapen en dit zorgt voor een trek naar de grote steden. In een poging de welvaart te verdelen tussen grote steden en landelijke gebieden bezuinigt Den Haag op de algemene uitkering van steden.
I
II
III
IV
V
VI
MRA doet het goed Vooral de MRA (Metropool Regio Amsterdam) doet het goed. Daar is een innovatieve en creatieve kenniseconomie ontstaan. De samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen begint gestaag zijn vruchten af te werpen. Voor de hoogopgeleide kenniswerker is Amsterdam ‘the place to be’. Ook andere groepen zijn gevoelig voor de aantrekkingskracht van de stad. Vooral onder de jeugd van het land. Een stroom van ‘oost’ naar ‘west’ is onder deze groep, ongeacht opleidingsniveau, ontstaan. Echter, het woningaanbod in en rond de stad is ontoereikend. Het zogenaamde ‘sponseffect’ heeft zijn grenzen bereikt. De woonkosten zijn in Amsterdam zijn nog nooit zo hoog geweest. De grote woningbouwopgave is dan ook een belangrijk issue, want voor velen is het wonen in de regio Amsterdam financieel onhaalbaar geworden. De gemeente Amsterdam probeert de nieuwe, veelal jongere, aanwas te accommoderen en probeert in te zetten op goedkopere woningen. Zo is bijvoorbeeld na jarenlange besluitvorming en rechtszaken eindelijk begonnen aan opspuiten van artificiële eilanden voor de bouw van IJburg 2, maar dit project is waarschijnlijk pas in 2030 klaar.
1. Groeien met Gedoe 26 Flevoland aantrekkelijk voor forenzen
(Semi-)publieke sector onder druk
Veel mensen die (willen) werken in de MRA verleggen daarom hun blik naar Flevoland. Een groot gedeelte van hen gaat wonen in Almere. Het lukt ook Lelystad om een aanzienlijk aantal nieuwe inwoners aan te trekken. Niet alleen de relatief lage prijzen van de woningen en aantrekkelijke woningbouwprojecten (zoals Warande) van de stad spelen een rol hierin, maar ook de goede verbinding met de rest van de MRA. Het spoorboekloos rijden op het spoor zorgt ervoor dat men gemakkelijk en snel naar het werk elders in de regio kan. De nieuwe afslag op de A6 naar Warande heeft de connectiviteit van de stad met de MRA verbeterd.
Een minder rooskleurig beeld is het voor een grote groep Lelystedelingen die al jaren in de stad wonen en werkzaam waren in de (semi)publieke sector. Deze staat namelijk door grote overheidsbezuinigingen sterk onder druk. Veel klappen zijn in de zorg gevallen, na de vele versoberingen die vanuit het Rijk zijn doorgevoerd. Zo hebben veel zorginstellingen drastisch moeten reorganiseren, waarbij de nodige ontslagen vielen. Ook in het onderwijs staan instellingen onder druk omdat zij steeds beperktere budgetten hebben voor ondersteunend personeel. De groep Lelystedelingen die in de (semi-)publieke sector werkzaam is, heeft het in toenemende mate moeilijk: ze verkeren in onzekerheid of zijn werkloos. Het beperkte investeringsvermogen van maatschappelijke organisaties vormt een ander zorgelijk punt. Zo is de financiële positie van woningcorporaties door de toegenomen heffingen vanuit het Rijk nog steeds slecht. Het gevolg is dat zij zich enkel kunnen richten op hun kerntaak en weinig kunnen investeren in de woon- en leefomgeving.
Ook het bestuur binnen de MRA heeft voor nieuwe aanwas van Lelystad gezorgd. Bij de MRA zijn inmiddels meer bestuurlijke bevoegdheden gelegd, vooral op ruimtelijk en economisch gebied. In de regiobrede visie is nadrukkelijk rekening gehouden met de rol van Lelystad als uitleglocatie. Zelfs corporaties uit Amsterdam hebben hier op ingespeeld door projecten te starten in Lelystad. Lelystad wordt steeds interessanter voor een groep hoogopgeleiden die ruimte en ‘value for money’ zoeken en tegelijkertijd dicht bij het werk in de MRA kan wonen. Daarnaast vinden nieuwe inwoners die bij Lelystad Airport en Flevokust werken een plek in de stad.
I
II
III
IV
V
VI
Substitutie door robotisering Niet alleen de (semi)overheidsbezuinigingen treffen de beroepsbevolking van Lelystad. Velen hebben ook hun baan verloren zien gaan door automatisering en robotisering. Gelukkig blijft handel en logistiek in de MRA, net zoals in de rest van Nederland, een redelijk sterke economische sector. Enkele nieuwe bedrijven kiezen Lelystad vanwege haar gunstige ligging en goedkope grondprijzen als vestigingslocatie. De vraag uit deze sector, ondanks een kwalitatieve mismatch qua vraag en aanbod op de arbeidsmarkt , zorgt er voor dat een aantal inwoners in ieder geval weer een tijdelijk contract heeft. Veel inwoners richten echter hun blik ook op Amsterdam en omstreken, vooral als ze werkzaam zijn in de zakelijke en financiële dienstverlening. Bataviastad zorgt voor aardig wat werkgelegenheid en kan de e-commerce concurrentie goed doorstaan. Deze heeft echter veel winkels in het centrum doen verdwijnen. In het centrum van Lelystad staan veel winkels leeg. Het zijn met name de kleinere winkels die het lastig hebben. De prijsbewuste consument zoekt het liefst koopjes online of bij grote ketens. Nichewinkels zijn richting Amsterdam en Almere getrokken, waar meer markt is voor beleving en experience.
1. Groeien met Gedoe 27 Zelforganisatie is niet van de grond gekomen Rond 2015 leek er zich een omslag af te tekenen naar een nieuw soort samenleving waarin mensen meer met elkaar zouden delen en elkaar zouden ondersteunen. Een tijdperk waarin zaken zoals gebruik in plaats van bezit, ruileconomie, duurzaamheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid, zelforganisatie en onafhankelijkheid van grote bedrijven, instituties en overheden een steeds grotere plaats zouden krijgen in de maatschappij. Deze omslag heeft echter zeer beperkt plaatsgevonden. Initiatieven zoals zorg- en energiecoöperaties, autodelen en samen koken zijn uiteindelijk niet meer dan een gimmick gebleken. Bedrijven die zulke zaken (online) faciliteerden en hip maakten, zijn inmiddels failliet door het ontbreken van een goed verdienmodel eronder. Een nieuwe maatschappelijke ordening waarin burgers op eigen initiatief invulling geven aan een nieuwe solidariteit en zelforganisatie is niet ontstaan. Op het gebied van sportverenigingen, groen in de wijk en natuurbeheer zijn er wel enkele succesjes door een sterk vrijwilligersbestand geboekt. Echter, dat succes heeft zich niet doorvertaald naar andere maatschappelijke vraagstukken. Sommige eigen initiatieven hebben zelfs een ongewild maatschappelijk effect. Daar waar mensen elkaar vinden, zijn het vaak mensen uit dezelfde wijk, met dezelfde achtergrond, interesses en belangen. Zij organiseren wel zelf zaken, maar dan ook alleen voor henzelf. Dit vergroot vaak de afstand tussen bevolkingsgroepen en wijken. De sociale interactie en cohesie tussen verschillende groepen is daarom mager te noemen. De bereidheid om aan een ander of de buurt te denken is derhalve relatief laag. Voor individualisme lijken dit hoogtijdagen. Tweedeling
in de oudere wijken waar veelal mensen wonen die al lang in Lelystad wonen gaat het aanzienlijk minder. De werkloosheid is er hoger en veel woningen staan ‘onder water’ als gevolg van nieuwbouw. In combinatie met de financiële kwetsbaarheid van deze groep (door werkloosheid of uitkeringsgerechtigdheid) is de capaciteit tot een kwaliteits- en verduurzamingsimpuls niet aanwezig. Verloedering ligt op de loer in deze wijken. De bereidheid om gezamenlijk dingen te organiseren om de problematiek tegen te gaan is laag. 2015 2016
2017 2018
I
II
III
IV
V
VI
· · · · ·
2020
· · ·
2021
· ·
2019
· 2022
2023
Er lijkt zich een Lelystad met twee gezichten af te tekenen. In met name de nieuwere wijken (zoals Warande) waar de nieuwe inwoners zich vestigen, gaat het sociaal gezien relatief goed. De werkloosheid is er laag en het gebrek aan sociale cohesie en solidariteit leidt niet tot noemenswaardige negatieve maatschappelijke gevolgen. Ruimtelijk is ook weinig aan te merken op deze wijken. Sommige inwoners investeren zelfs extra in het verduurzamen van hun woning om kosten te besparen. Echter,
· ·
2024
· · · · · · ·
2025
· ·
Werkloosheid is gedaald met 0,4% in Nederland; Lelystad blijft achter Strengere begrotingsregels uit Brussel dwingen Den Haag meer te bezuinigen Koopkracht met 0,75% gestegen Huizenmarkt nog maar 10% lager dan voor crisis 15% ontslagen publieke sector Voor het derde jaar op rij 0,9 % groei BNP Kabinet kondigt plan aan om meer bevoegdheden over te dragen aan metropoolregio’s Huizenprijzen Amsterdam op historisch hoogtepunt Nieuw zorgakkoord zorgt voor ontslagen bij MC Zuiderzee Facebook vraagt faillissement aan; Blablacar staat op omvallen na wederom slechte jaarresultaten CPB: banengroei het hoogst in Randstad Loonmatigingsmaatregelen blijven in stand, besluiten sociale partners na lang overleg Woningbouwcorporatie De Key uit Amsterdam start bouw nieuwe woningen in Atolwijk Werkloosheid blijft landelijk licht dalende lijn voortzetten. Zuiderzeewijk staat echter in landelijke top 5 wijken met hoogst % werklozen Alibaba opent groot distributiecentrum in Lelystad Aantal inwoners Lelystad afgelopen 10 jaar met 11% gestegen SCP rapport: sociale cohesie in Nederland bijna nog nooit zo laag geweest Eerste paal geslagen voor Ijburg 2 in Amsterdam Maatschappelijk middenveld in Lelystad start campagne om meer vrijwilligers te vinden Lelystad landelijk net uit top 10 wat betreft hoog gemiddeld aantal uitkeringen per inwoner Leegstand winkels in centrum bereikt 15% Reserves sociaal domein bijna uitgeput in Lelystad
1. Groeien met Gedoe 28 In een tijd dat zowel de overheid (van Rijk tot gemeente) als diverse maatschappelijke instellingen (zoals corporaties) een dringend beroep doen op de zelfredzaamheid van burgers, maar ook de cohesie, blijkt de overgang van een “verzorgingsstaat“ naar een “participatie samenleving” in de praktijk lastig te realiseren. Niet iedere burger heeft voldoende ‘burgerkracht’ om aan deze transitie invulling te kunnen en/of te willen geven. Een aanzienlijk deel van de bevolking in Lelystad is kwetsbaar te noemen en kan het niet alleen af. Het maatschappelijk ondernemen en de sociale innovatie vanuit het bedrijfsleven valt in de praktijk ook tegen. Veel bedrijven die zich vanwege lage grondprijzen en geografische ligging naar Lelystad hebben verplaatst, blijken, op een beperkte toevoeging aan de werkgelegenheid na, amper een maatschappelijke bijdrage te kunnen leveren aan de gemeenschap en voorzieningen van de stad. Dit maakt het ook lastig voor de gemeente om een nieuwe rol te vinden. Natuurlijk is er een gedeelte van de bevolking die de benodigde zorg, ondersteuning en opvang in eigen netwerk organiseert. Echter, dit geldt slechts voor een beperkte groep. Een groter gedeelte heeft te weinig eigen financiële draagkracht en een te beperkt netwerk. Een beroep doen op bijvoorbeeld mantelzorg is voor hen lastig, aangezien veel familie buiten Lelystad woont. De kwetsbare groep bestaat niet alleen uit werklozen of kwetsbare ouderen. Ook degenen die een baan hebben, vaak ook lager opgeleid, hebben moeite genoeg om het hoofd boven water te houden gezien het landelijke beleid van loonmatiging. Veel Lelystedelingen doen dan ook een beroep op publieke ondersteuning. Met name op het gebied van zorg. De focus op mantelzorg en extramuralisering heeft niet tot de gewenste besparingen geleid bij de gemeente, omdat deze in de praktijk toch vaak moet bijspringen. Dit zorgt er voor dat de gemeente niet alleen extra druk op de financiële middelen ondervindt, maar ook moeilijk kan loslaten. Een toename van controle en regulering vanuit de overheid is het gevolg en actieve burgers hebben steeds meer kritiek op het gebrek aan ruimte voor zelforganisatie. Daarnaast zijn de bereidheid en mogelijkheden om bij te dragen aan voorzieningen vanuit de maatschappij laag. Het is met name de gemeente die met pijn en moeite deze overeind probeert te houden.
I
II
III
IV
V
VI
25 FEBRUARI 2025 BESPAAR DOOR HET OUTSOURCENVAN UW GEMEENTERAAD EN RADIOLOGIEWERK COLLEGE DEBATTEREN WOENSDAG OVER ZORGBUDGET Tegenvallende cijfers over mantelzorg en buurtvrijwilligers zorgen ervoor dat de reserves van het zorgbudget bijna zijn uitgeput. Diverse fracties willen tekst en uitleg van het college.
LEEGSTAND CENTRUM : NOG STEEDS GEEN VERBETERING Met name kleinere ondernemers ondervinden grote concurrentie van prijsvechters en van online winkels, meldt de KvK. De gemeente geeft aan aan een plan te werken om de leegstand tegen te gaan.
KORT
• •
Jaarcijfers OMALA meevaller voor gemeente MC Zuiderzee kondigt grote reorganisatie aan
SALE
VACATURES Lelystad Airport
KOM LANGS VOOR DE LAAGSTE PRIJZEN!!!
Schoonmakers (tijdelijk) Grondpersoneel (tijdelijk)
SPORTVERENIGINGEN GEDWONGEN OM CONTRIBUTIE TE VERHOGEN Diverse clubs zien geen andere uitweg dan om hun contributies te verhogen. Het vrijwilligersaantal is laag, ondanks stijging aantal van het inwoners, en de vrijwilligersactie van vorig jaar heeft te weinig opgeleverd. Clubs vrezen dat de hogere contributies tot een verdere afname van het aantal leden gaat zorgen. De gemeente geeft aan dat zij weinig kan betekenen, maar gaat graag in gesprek.
1. Groeien met Gedoe 29 Beperkte financiële armslag De financiële armslag van de gemeente is beperkt door een matige economische groei en een structureel kleiner Gemeentefonds (excl. decentralisatiemiddelen). Daarnaast zijn de ICL gelden bijna afgebouwd. Het Rijk wilde deze eigenlijk helemaal afschaffen, maar na overleg over de financiële situatie en mogelijkheden van de gemeente is hiervan afgezien. Gezien de beperkte maatschappelijke kracht, ligt er extra druk op de gemeentefinanciën, die al onder druk stonden door de decentralisaties (waarop wederom een efficiency korting door Den Haag is doorgevoerd). Het compleet afbouwen van de ICL middelen is daarom tot nader order uitgesteld. Hierdoor wordt een verdere druk op het voorzieningenniveau in de stad enigszins voorkomen. Alhoewel de toestroom van nieuwe inwoners uit de MRA een relatieve zegen is (hogere absolute algemene uitkering uit het Gemeentefonds), zet de minder rooskleurige situatie van enkele oudere wijken en diens kwetsbare bevolking het imago van de stad als aantrekkelijke woon- en werkgemeente onder druk. Veel talentvolle jeugd verdwijnt daarom uit de stad. Grote vraag is hoe lang de nieuwe aanwas ook aan Lelystad verbonden blijft. Amsterdam en omliggende gemeenten zijn bijv. bezig met nieuwe bouwprojecten om deze groepen te bedienen en om lasten te verlagen. Daarnaast is het voorzieningenniveau daar hoger. Lelystad, daarentegen, lijkt geen andere uitweg te zien dan de lasten te verhogen. Het voorzieningenniveau dreigt bovendien te verschralen gezien de financiële perspectieven bij burgers, bedrijven en gemeente. Kortom, Lelystad groeit, maar de stad lijkt hier geen vruchten van te plukken.
I
II
III
IV
V
VI
1. Groeien met Gedoe 30 Een dag uit het leven van Marco, Mirjam, Jesse, Sven en Mirte Het is 20 juni 2025. Marc0 en Mirjam zijn op een informatiebijeenkomst over Warande. In deze woonwijk worden weer een aantal interessante woningen gebouwd. Ze zagen de aankondiging langskomen in de newsfeeds van de Flevodigipost. “Opvallend is dat veel van de andere bezoekers van deze bijeenkomst uit de Randstad lijken te komen. Nu bouwt Lelystad natuurlijk wel erg ruime en innovatieve woningen. En de prijs is niet te vergelijken met die van woningen uit de Randstad”, bepeinst Marco. “Daar vliegen de prijzen ondertussen de pan uit. Jammer! Anders zou hij er nog eens over denken te gaan verhuizen als hij een aantrekkelijke baan zou kunnen krijgen. Hij zag wel een paar aardige functies langskomen op Linked In in die regio. Dan zijn we ook af van dat gezeur van Jesse, dat hij op kamers wil in Amsterdam. Eigenlijk zou het mooi zijn dat hij in Lelystad zijn HBO opleiding zou kunnen doen. Helaas is daar in Lelystad nog steeds geen mogelijkheid voor. Voor hoger onderwijs moet je toch nog steeds naar Amsterdam. Maar tegenwoordig is het met de trein maar een kwartiertje vanuit Lelystad en kun je instappen wanneer je maar wilt. Vroeger toen Marco studeerde was die treinverbinding echt een ramp; altijd bevroren rails en kapotte wissels. Het helpt wel dat ze flink geïnvesteerd hebben in dat uit Oostenrijk afkomstige railsysteem. En dat ze een aantal stations in Almere er tussen uit hebben gehaald, was ook niet verkeerd. Wel veel protest uit Almere natuurlijk, maar stuk beter voor Lelystad.”
“Marco heeft dit wel leuk bedacht, maar het is maar de vraag of we ons zo’n smart home wel kunnen permitteren”, gaan Mirjams gedachten ondertussen een heel andere kant op. “Straks raak ik mijn baan in de Thuiszorg nog kwijt als het zo door gaat. Dat nul uren contract neigt steeds meer naar de nul uur dan de 18 uren die ik tot voor kort altijd werkte. Het erge is dat ik ondanks dat ik minder werk het even
I
II
III
IV
V
VI
druk blijf houden. Nu ook weer die operatie van ma. Ik kan natuurlijk straks weer voor haar zorgen en boodschappen doen, ook als ze straks blijvend minder kan doen. Mijn zus heeft het goed bekeken door helemaal in Groningen te gaan wonen. Alles komt nu op mij neer. En hoe moet het met pa als ma geopereerd wordt? Die kan niet alleen thuis wonen met die Alzheimer. Misschien moet hij maar tijdelijk bij ons in huis komen. Vervelend dat hij niet eens in aanmerking komt voor een verpleegtehuis. Straks op de terugweg nog maar even langs de vergadering van de oudercommissie en doorgeven dat ik er mee ga stoppen. En dan snel naar huis voor het eten! Ondertussen thuis. “Als zijn moeder nou snel terugkomt kan ze zijn extra huiswerk controleren en mag hij gaan voetballen”, zit Sven zich te verbijten. “Wel balen dat zijn team nog maar eens in de twee weken traint, omdat er geen trainers genoeg zijn. Die volwassenen schijnen gewoon nooit tijd te hebben. Zo kan hij nooit profvoetballer worden. Als zijn moeder niet snel komt, gaat hij lekker met zijn broer Jesse gamen. Die doet niet anders sinds hij zijn vakkenvulbaantje kwijt is geraakt doordat de supermarkt alles geautomatiseerd heeft. Waar is zijn zus trouwens? Zeker weer op haar kamer! Mirthe!” “Stoor me niet zo. Ik zit boven. Ik ben aan het shoppen”, gilt Mirthe. “Best een paar goede aanbiedingen op internet gescoord”, bedenkt ze tevreden. “In de stad is het de laatste tijd toch niets sinds Sting en H&M verdwenen zijn. Hoe laat zouden we trouwens gaan eten? Ik heb best wel honger.” “Jongens waar zit iedereen? Aan tafel!!!”
2. Gezamenlijk Gedijen 31
2. Gezamenlijk Gedijen
Het is 2025. De wereldeconomie is als kool gegroeid. De Europese economie ontwikkelt zich de laatste jaren bovengemiddeld sterk en Nederland draait in de hoogste regionen mee. Groeicijfers van boven 3% zijn de afgelopen jaren geen uitzondering geweest en werkloosheidscijfers zijn in twintig jaar niet zo laag geweest. Aanjagers voor de hervonden economische kracht zijn solide traditionele sectoren zoals agricultuur en logistiek, maar vooral ook de nieuwe focus van de Nederlandse economie. Mede geholpen door een sterk investerings-programma van de EU heeft Nederland zich gericht op een slimme, hoogwaardige, duurzame en creatieve economie. Op sociaal gebied is ook het nodige veranderd. Er is een afkeer van het ‘grote’ (multinationals, massaproductie) en meer aandacht voor de ander en het milieu. Consumenten hechten ook meer en meer waarde aan cocreatie, duurzaamheid, zelfvoorzienendheid, decentrale productie en maatwerk. Nederlandse bedrijven hebben daarom sterk ingezet op lokale productie, vergroening, mass-customization en cocreatie met afnemers. Dit leidt zelfs tot een voorzichtige (hoogwaardige) herindustrialisatie van het land. Ook het onderwijsbeleid in Nederland speelt op deze zaken in met een grote focus op bèta studies en ondernemerschap. MRA sterke economische regio
Het economisch zwaartepunt van de nieuwe economie ligt met name in en rond de grote steden. Dit is waar veel van de hoogopgeleide creatievelingen graag wonen en elkaar ontmoeten en inspireren. De Metropool Regio Amsterdam (MRA) heeft inmiddels de economische koppositie van
I
II
III
IV
V
Noord-Brabant overgenomen, mede door nauwe samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen in de regio. In de MRA doen vooral de creatieve- en ICT industrie, de logistieke sector en, doch in mindere mate, de industrie het goed. Veel van het jonge talent in Nederland trekt dan ook naar deze regio, niet alleen vanwege het economisch perspectief, maar ook vanwege de vele opleidingsvoorzieningen voor hen. Daarnaast is de regio Zwolle in opkomst, welke een sterke industriële en high tech materials sector kent. Waar voorheen economische activiteiten zich voorheen fysiek clusterden is geografische locatie tegenwoordig minder relevant. In de transitie naar een vraaggedreven en bottom-up georganiseerde economie hebben concentratie/clustering en andere oude vestigingsfactoren, niet meer hetzelfde gewicht als ruim tien jaar geleden. Bedrijven zoeken naar een stimulerende en kwalitatieve, veelal kleinschaligere omgeving, om zich te vestigen. Er is behoefte aan goede culturele-, recreatieve- en winkelvoorzieningen in de buurt/stad en goede bereikbaarheid met OV. Met de ICT voorzieningen die er zijn, is fysieke aanwezigheid op kantoor minder belangrijk. Meer en meer mensen, en zelfs complete bedrijven werken deels
2. Gezamenlijk Gedijen 32 vanuit huis of maken gebruik van slimme huisvestingsconcepten. De MRA heeft zich door deze ontwikkeling meer ontwikkeld als een netwerkmetropool, met Amsterdam als het zwaartepunt en meerdere goed functionerende ‘satellietsteden’ eromheen. Lelystad populaire locatie Alhoewel een deel van de nieuwe bedrijvigheid het oog laat vallen op Amsterdam, is ook Lelystad een populaire locatie. Er is letterlijk en figuurlijk voldoende ruimte om te ondernemen en dat voor een fractie van de kosten van Amsterdam. Ook de fysieke verbindingen met de rest van de MRA, zoals het intensief gebruikte OV, spelen nog steeds een rol, ondanks het afgenomen belang daarvan in een meer en meer digitale economie. Vooral innovatieve bedrijven op het gebied van (nieuwe maak)industrie, groene technologie, agricultuur en logistiek laten daarom steeds vaker hun oog vallen op Lelystad. Zij zien de stad ook als een ideale proeftuin om pilots in uit te voeren. De ruimte in en om de stad laat dit toe. Bovendien is de omvang van de stad ideaal, niet te groot en te druk maar ook niet te klein. Zo zijn er onlangs pilots gestart met elektrische deelauto’s en elektrische stadsbussen, maar ook op het gebied van klimaatneutraal wonen. Het imago van een onderzoeksvestiging van de TU Delft (in de Randstad was geen geschikte en betaalbare locatie te vinden) heeft als vliegwiel gewerkt om andere onderzoeksbedrijven op het gebied van groen en duurzaamheid aan te trekken. Daarnaast is door de roep naar duurzaamheid de binnenvaart een belangrijkere transportmodaliteit geworden. Flevokust ontwikkelt zich voortvarend. Niet alleen vestigen zich daar logistieke bedrijven, maar ook aanpalende bedrijvigheid, zoals maritieme techniek, onderhoud en dienstverleners. Een economisch nadeel van de toegenomen focus op duurzaamheid is dat de groei van het vliegverkeer wordt afgeremd. Daarnaast heeft de mondigere en actievere burger zich ook met succes georganiseerd (vaak online gestart) in verzet tegen verregaande ontwikkeling van Lelystad Airport. Zij hebben er o.a. voor gezorgd dat het aantal vluchten streng gereguleerd is. Bedrijvigheid rondom Lelystad Airport is daarom beperkt. Wat geldt voor bedrijven, geldt ook min of meer voor woningzoekenden.
I
II
III
IV
V
Kwaliteit van de stedelijke omgeving en veelal ook de buurt, geeft de doorslag voor veel woningzoekenden om zich in Lelystad te vestigen. Het gaat inmiddels weer beter met de woningmarkt in Nederland. Het vertrouwen in de financiële markten is sterk en de lonen zijn hoog. De huizenmarkt in Lelystad zit in de lift. Het Nieuwe Werken is inmiddels de norm. Alhoewel de ligging ten opzichte van én connectiviteit met de MRA, en in toenemende mate met Zwolle, nog steeds een belangrijke reden is voor mensen om in Lelystad te gaan wonen, spelen andere redenen een net zo, of zelfs sterkere rol. De aandacht van de huizenkoper gaat uit naar kwaliteit, niet alleen locatie en prijs. De vrije tijd die men besteedt in en nabij de stad, moet ook een beleving zijn en nieuwe ervaringen bieden. De ruimte en het groen en de nieuwe leisure faciliteiten rond Lelystad sluit hier sterk bij aan. Als het kan, willen consumenten ook graag inspraak hebben in het ontwerp. Lelystad biedt hier veel mogelijkheden toe, vooral in wijken waar sloop-nieuwbouw plaatsvindt. Ook herontwikkeling is populair, met name rond het centrum/stationsgebied, en dempt de vraag naar nieuwbouw.
2. Gezamenlijk Gedijen 33 Innovatieve woonomgeving Wanneer er gebouwd of herontwikkeld wordt, gebeurt dit met veel oog voor duurzaamheid. Er worden smart grids aangelegd en lokale energieopwekking is wijdverbreid. Veel inwoners hebben inmiddels hun eigen energiecoöperatie opgezet. Daarnaast is er veel aandacht voor ICTelementen in de huizen (internet of things, domotica), vooral nu er ook overal glasvezel is aangelegd. Woon en werkgebieden worden meer en meer gemengd, vooral nu de focus van de economie regionaler en lokaler is. Al met al zit de huizenmarkt in Lelystad in de lift. De vraag, mede gedreven door die uit de MRA, is hoog, maar er wordt vooral hoogwaardige nieuwbouw gerealiseerd. Dit is ook positief voor de vermogens-ontwikkeling (en daarmee financiële mogelijkheden) van de vele inwoners die een huis bezitten. De ruimte en value for money die Lelystad biedt aan bedrijven en woningzoekenden zorgt ervoor dat er ook meer innovatieve (hogere waarde toevoegende) bedrijven bijkomen. Ook trekt het hoger opgeleide mensen, zoals starters en gezinsvormers aan die meer ruimte (en rust) voor hun geld zoeken dan in Amsterdam, Almere of Zwolle. Dit zorgt voor meer balans in de economische structuur en bevolkingsopbouw. Lelystad is daardoor een dynamische woon- en werkstad en geen kwetsbare forenzenstad. De nieuwe bedrijvigheid die zijn weg naar Lelystad vindt, is niet alleen belangrijk voor het aantrekken van mensen met een hoger opleidingsniveau en inkomen richting de stad, maar ook voor bestaande inwoners, omdat het alternatieven biedt voor de kwetsbare werkgelegenheid in de (semi)publieke sector. Meer sociale cohesie In 2025 doet de burger meer samen. De samenleving is namelijk minder individualistisch geworden en heeft een coöperatiever karakter gekregen. Doordat de economie regionaler en stedelijker van aard is geworden, is (zowel financieel als sociaal) investeren in de directe (woon/werk)omgeving iets van alledag. Bedrijven en inwoners zijn meer betrokken geraakt bij ‘hun’ stad. De mens en maatwerk staan centraal. Bedrijven nemen meer initiatieven op het gebied van zorg, onderwijs,
I
II
III
IV
V
werk en inkomen, maar ook duurzaamheid. Co2 footprints worden geminimaliseerd en local sourcing krijgt een belangrijke impuls. Bedrijven hanteren een brede definitie van duurzaamheid. Zo investeren veel bedrijven in maatschappelijke doelen. De burger is hiervoor ook in toenemende mate bereid een bijdrage in te leveren. Niet alleen omdat er meer aandacht voor de ander is, maar ook omdat men meer tijd beschikbaar heeft, omdat forenzen minder noodzakelijk is. Vrijwilligers zijn daarom talrijk. Toch is het niet meer hetzelfde als jaren terug. Men organiseert zich nu veel meer op maat (op individuele interesses) en in tijdelijk verband. De collectiviteit van 2025 is daarom minder institutioneel, maar veel meer situationeel van aard. 2015 2016 2017
· · · · · ·
2018
· ·
2019
· ·
2020
· · ·
2021
· · · · · · ·
2022 2023 2024
2025
· · ·
Huizenprijzenstijging zet licht door Handelsakkoord EU-VS eindelijk rond Nederlandse economie na sterk jaar met 2,1% gestegen Toyota wil proef doen met zelfrijdende auto’s in Lelystad EU 2030 programma zet koers uit naar een duurzame en innovatieve low carbon economie Groot social media protest tegen uitbreiding vliegveld Lelystad; rechtszaak dreigt TU’s Delft en Eindhoven introduceren numerus fixus Nieuwe aanbieder deel- en leenverzekeringen zorgt voor grootste AEX lancering van het jaar Europa’s grootste fabrikant van solar powered boten vestigt zich in Lelystad. VNO-NCW en MKB Nederland zetten landelijk fonds op voor gratis kinderopvang MRA woontrendrapport: “Gezinnen verdwijnen uit Amsterdam de regio in” 16% Nederlanders voorziet in eigen energiebehoefte Avantium (biobased PET-flessen) opent tweede Nederlandse productielocatie in Lelystad 60% Nederlanders gebruikt met regelmaat ruil- en leensites; Den Haag stopt ICL gelden na bereiken mijlpaal 80.000 inwoners Derde smartgrid aangelegd binnen Lelystad in Kustwijk Bijna alle huizen in Lelystad inmiddels weer ‘boven water’ 90% kantoorpersoneel werkt 2 dagen in de week op afstand of thuis Siemens Medical rond succesvol Zorg op Afstand pilot in Lelystad af Bevolkingsopbouw Lelystad inmiddels vergelijkbaar met landelijk gemiddelde Spoorboekloos rijden na een jaar vertraging met succes geïntroduceerd % vrijwilligers nog nooit zo hoog geweest in Lelystad City marketing onderzoek stemt college tevreden
2. Gezamenlijk Gedijen 34 Digitale platforms en social media spelen een belangrijke rol in de totstandkoming en ondersteuning hiervan. Onder de bevolking zijn energie- en (thuis)zorgcoöperaties inmiddels ingeburgerd, is autodelen ongekend populair en snoepen ruilwebsites marktaandeel af van online winkels. Ook heeft crowdfunding een sterk aandeel in de kapitaalmarkt en is cocreatie op veel gebieden de standaard geworden. Waar 10 jaar geleden zulke zaken nog hypes leken, zijn er inmiddels veel bedrijven, van groot tot klein, die onder zulke initiatieven een goed verdienmodel hebben gelegd. Zo is er een industrie ontstaan op het gebied van ‘deelapps’ en ‘zorgapps’. Zulke apps matchen vraag en aanbod, variërend van goederen, diensten en expertise tot tijd beschikbaar voor vrijwilligerswerk. 3d-printing is inmiddels niet meer weg te denken uit het dagelijks leven en heeft bijv. PostNL van de ondergang gered.
bedrijven bij aan een omscholingsfonds voor mensen uit deze sector en doen ze, ook i.s.m. burgers (crowdfunding), investeringen in maatschappelijke doelen en in voorzieningen. Zo is er bijvoorbeeld zelfs een nieuw theater in het centrum bijgebouwd.
BESPAAR DOOR HET
Zorg op afstand ICT speelt bovendien een belangrijke rol in de zorg. Zorg wordt daarom ook meer en meer op afstand verzorgd. Voor degenen die te kwetsbaar zijn om thuis zorg te ontvangen en een beperkt sociaal netwerk hebben om terug te kunnen vallen op mantelzorg, zijn er nog steeds intramurale voorzieningen. Verschil met het verleden is wel dat deze kleinschaliger zijn en veel meer een binding hebben met de eigen buurt/wijk. Ook spelen veel bedrijven, ondernemers en vrijwilligers een rol hierin, want social return is een belangrijke waarde in dit scenario. Deze ontwikkeling, gecombineerd met een verbeterd financieel klimaat, zorgt ervoor dat de decentralisaties van zorgtaken goed gemanaged kunnen worden en het voorzieningenniveau op peil blijft. Deze nieuwe maatschappelijke kracht komt de overheid goed uit en zij ondersteunt het waar ze kan. Alhoewel de economie meezit, is soberheid nog steeds het devies. Alhoewel de samenstelling van kabinetten de afgelopen jaren wisselden, blijkt het afbouwen van de staatsschuld een thema waar iedereen zich achter kan scharen. De Rijksoverheid, en veelal ook de gemeente, treedt daarom meer en meer terug. Dit zorgde aanvankelijk ook voor ontslagen in en een beperkt investeringsvermogen van de (semi)publieke sector. In het kader van social return en social innovation pakten bedrijven en burgers veel zaken op. Zo dragen
I
II
III
IV
V
16 APRIL 2025
OUTSOURCENVANIN UWLELYSTAD 7e THUISZORGCOOPERATIE RADIOLOGIEWERK EEN FEIT Afgelopen maandag is officieel de nieuwe thuiszorgcoöperatie van de bewoners van de Boswijk opgericht. Hiermee volgt de wijk het voorbeeld van 6 anderen. Bewoners die lid willen worden, kunnen kijken op de Facebookpagina van de coöperatie voor meer informatie.
GEMEENTE PRESENTEERT FINANCIELE MEEVALLER Dankzij het gestegen inwonersaantal, hogere OZB opbrengsten en wederom een afname van het aantal uitkeringsgerechtigden, presenteert het college deze week een financiële meevaller in de behandeling van de Kadernota 2025-2028 later dit voorjaar. TESLA TOGETHER De elektrische gezinsauto is er nu voor iedereen!
MRA: POSITIEVE WERKGELEGENHEIDSCIJFERS
De MRA presenteerde vorige week de werkgelegenheidscijfers. De meeste groei zit in ICT en de creatieve industrie. Daarnaast doet de regio het goed qua logistiek. De sector die hard aan de weg aan het timmeren is, is de Kijk op onze website voor het Tesla maakindustrie. Opvallend is dat de Together deelautoplan. groei wederom goed verdeeld is over 2 9 APRIL de verschillende steden in de regio. Opening derde locat ie Opvallend is dat in het MKB de cijfers Grat is lokaal het snelst stijgen, vooral in de zorg. groent emandje .
2. Gezamenlijk Gedijen 35 Het centrum heeft door e-commerce ook een hele andere functie gekregen. Deze staat in het teken van beleving. Daarom is er ook er meer horeca bijgekomen. Veel grote ketens zijn inmiddels verdwenen en kleinere winkels die maatwerk en lokale producten bieden, zijn ervoor in de plaats gekomen. Bataviastad doet het nog steeds goed , maar heeft inmiddels wel veel winkels moeten omzetten naar horecafuncties. Dit is inmiddels ook een levendige locatie, welke het eigenlijk meer moet hebben van watergebonden recreatie en toerisme, dan alleen het shoppen. Ook zijn er op deze locatie meer woningen bijgekomen.
Beperkte financiële druk op gemeente Door het toegenomen aantal inwoners, zijn de algemene middelen van de gemeente toegenomen. Dankzij de sterke maatschappelijk kracht neemt bovendien de financiële druk op de gemeente af. Vooral op het sociale domein is dit goed nieuws. Alhoewel de bevolkingsopbouw gebalanceerder is geworden en financieel minder kwetsbaar (betere mix tussen opleidingsniveaus, werkzame sectoren en leeftijdsopbouw), nemen de vergrijzingskosten toch ook in Lelystad toe. De stijging van het aantal inwoners en een lagere druk op de voorzieningen betekent ook dat de stad inmiddels geen ICL gelden meer ontvangt. Dit wordt door een hogere algemene uitkering (stijging aantal inwoners) enigszins gecompenseerd. Bovendien is door het maatschappelijk belang dat aan groen wordt gehecht, de maatschappelijke zelforganisatie op het gebied van beheer van de openbare ruimte en natuur ook sterk. Alhoewel het nog steeds geen vetpot is voor de gemeente, kan zij rekenen op een sterke gemeenschap die haar verantwoordelijkheid voor de stad pakt. Naast de fysieke kwaliteiten die Lelystad biedt, is het ook deze maatschappelijke dynamiek die ervoor zorgt dat Lelystad het imago heeft van een aantrekkelijke woon-werkstad in de netwerkmetropool die de MRA inmiddels is geworden.
I
II
III
IV
V
Een dag uit het leven van Marco, Mirjam, Jesse, Sven en Mirte Het is 2025. Het gaat goed in het land en ook met Lelystad. Mirjam ziet mogelijkheden om haar handwerk te gaan verkopen. Vorig jaar met Pasen reageerden andere moeders op het schoolplein hier zo enthousiast op dat ze ze al op kleine schaal is gaan maken en verkopen. Nu heeft de turnvereniging gevraagd of ze er 500 kan maken tegen kostprijs zodat deze verkocht kunnen worden ten behoeve van Anita die met het turnen op de brug met de ongelijke liggers na een val een dwarslaesie heeft. Als ze dit nu doet samen met haar moeder, wil ze kijken of ze haar handwerken mogelijk breder kan verkopen en met meerdere mensen kan gaan produceren. Wellicht dat ze deze via een online store kan gaan verkopen, of misschien juist in een pop up shop. Van de turnvereniging hebben al mensen aangegeven dat ze haar graag willen helpen. Vader Marco maakt zich zorgen. Hij merkt dat het goed gaat maar dat McCain wil uitbreiden. Vooral de biologische lijn lijkt niet aan te slepen. Hij weet alleen niet of zijn team groter moet worden. Hij kan nu zijn werk amper aan en hij vraagt zich af of een groter team goed is voor hem. Het team draait eindelijk lekker. Men vertrouwt elkaar weer. Met de kinderen gaat het uitstekend. Jesse lijkt nu op school zijn draai gevonden te hebben. Hij doet goed zijn best en wil volgend jaar gaan studeren. Hij volgt zelfs al digitale HBO proefcursussen om zich voor te bereiden en krijgt regelmatig complimenten van de digitale docent! Zijn moeder heeft gezegd dat hij maar bij zijn vader moet aankloppen. Marco kijkt wat mogelijk is. Hij heeft nu spaargeld en mogelijk moet hij dat gaan beleggen in een appartement in Amsterdam. Tegen de tijd dat Jesse klaar is, wil Mirte waarschijnlijk ook gaan studeren. Als zij klaar is, kan hij het appartement verkopen als extraatje op zijn pensioen. De gedachte om er zelf te wonen samen met Mirjam kwam ook op in zijn gedachte, maar eigenlijk wil hij niet weg uit Lelystad. Het huis is ruim en de sfeer in de buurt is goed. Niet alleen doen ze steeds vaker dingen samen, zoals het beheer van het groen in de buurt, maar ook hebben ze zelfs een energiecoöperatie opgezet. Bovendien, wat zou de voetbalvereniging zonder hem moeten en de turnvereniging zonder Mirjam?
3. Slinken met Sores 36 van het land te vernieuwen ontbreekt. In een poging de overheidskosten houdbaar te maken, zet het Rijk, ondanks de precaire economische situatie, in op afbouw van de schuldenpositie, grote bezuinigingen en duidelijke lastenverzwaringen voor. Tegelijkertijd doet de overheid steeds meer een beroep op de zelfredzaamheid van de burger.
3. Slinken met Sores
Sterke sectoren ontwikkelen zich
Het is 2025. Nederland heeft er wel eens sterker voor gestaan. Alhoewel er af en toe perioden van herstel leken te gloren, heeft dat door blijvende onenigheid binnen de EU en afvlakking van de groei van de wereldeconomie nooit echt doorgezet. Nederland bevindt zich nog steeds in een structurele laagconjunctuur. Het consumenten- en ondernemersvertrouwen is laag en de bedrijfswinsten staan onder druk. Er wordt bijna geen vast arbeidscontract meer getekend en de bedrijfsinvesteringen zijn historisch laag. De werkloosheid is al jaren hoog. De economie is in dit scenario per sector georganiseerd en is nog vrij traditioneel te noemen. De industrie in Nederland is bijna compleet verdwenen en het land zakt steeds verder in internationale economische ranglijsten. Nederland probeert economisch overeind te blijven door het klassieke beleid van loonmatiging en gunstige vestigingsvoorwaarden voor buitenlandse bedrijven. Een visie om het economisch profiel
I
II
III
IV
V
Economische sectoren zoeken elkaar in dit scenario op en clusteren zich in ruimtelijke zin. Dit doen ze het liefst in de buurt van (grote) steden. Daar is vaak sprake van een goede infrastructuur, zijn er meer voorzieningen en is een groter aanbod aan (hoogopgeleide) arbeidskrachten. Steden zoeken naar manieren, vooral in deze tijden van financiële schaarste, om zichzelf aantrekkelijk te maken voor kenniswerkers, bijvoorbeeld door middel van het investeren in goede culture voorzieningen en kwalitatief aantrekkelijke woningen. Door het slechte economisch klimaat zoeken meer een meer mensen vanuit heel het land hun heil in de grote stedelijke regio’s in de hoop daar een baan te vinden. De urbanisering in Nederland versnelt en richt zich op de grote steden in het westen des lands. Ondanks het feit dat de werkgelegenheidsontwikkeling beperkt is, is de MRA nog steeds op economisch vlak toonzettend op het vlak van life sciences, ICT , voedsel en bloemen. De logistieke sector heeft zichzelf opnieuw moeten uitvinden, ten koste van veel banen. Ze legt zich nu toe op enkele hoge toegevoegde waarde niches.
3. Slinken met Sores 37 Lelystad is niet populair Per saldo kent de MRA een toename van het aantal inwoners. Amsterdam is de stad die de meeste aantrekkingskracht heeft. De huizenprijzen zijn relatief laag vanwege het economisch klimaat, maar ook omdat Amsterdam nieuwe wijken, zoals IJburg 2, heeft gerealiseerd. Toen er 10 jaar geleden een korte opleving in de markt leek te zijn, zette de stad vaart achter nieuwbouwprojecten. Iedere gemeente in de regio dacht weer kansen te zien voor nieuwe projecten en het ontbrak aan regie op dit vlak. Minder stringente milieuwetgeving (milieu en duurzaamheid heeft in deze laagconjunctuur geen prioriteit bij overheden en bedrijven) zorgde voor een snel bouwtempo. Een ‘race to the bottom’ was het gevolg. Aangezien de druk op de woningmarkt in Amsterdam relatief licht is en de prijsontwikkeling matig, voelt ook Flevoland dit. In zowel Almere als, in nog sterkere mate, Lelystad neemt het aantal nieuwe inwoners af. Aan de positie op de Hanzelijn heeft Lelystad in dit geval ook weinig: zowel Amsterdam als Zwolle zijn voor velen een aantrekkelijke en financieel haalbare woonplaats. De huizenmarkt is daarom slecht in Lelystad. De waarde van de huizen is in de jaren na de crisis van 2008 daarom amper gestegen. Veel hypotheken staan nog steeds ‘onder water’ en zetten daardoor de markt zo goed als op slot. Degenen die weg kunnen (huis staat niet onder water), doen dat. De slechte vermogenspositie van het hoge aantal huizenbezitters zorgt er bovendien voor dat het broodnodige onderhoud aan veel woningen amper wordt uitgevoerd. Ook wordt weinig gedaan aan verduurzaming, behalve als er snel kosten mee bespaard kunnen worden en het een lage investering betreft. De kwaliteit van de woningvoorraad loopt achteruit en dreigt de huizenprijzen voor langere tijd te beperken. Niet alleen de huizenmarkt in Lelystad krijgt klappen te verduren, de economie in de gemeente verkeert ook in zwaar weer. Zo zijn er een aantal industriële bedrijven verdwenen door outsourcing naar Azië en Latijns-Amerika, maar ook door verhuizing naar andere gemeenten met gunstigere vestigingsfactoren (bijv. clustering elders in de MRA). Daarnaast zijn er veel ontslagen gevallen in de (semi)publieke sector. De laagconjunctuur maakt overheidsbezuinigingen noodzakelijk, vooral omdat
I
II
III
IV
V
de vergrijzingskosten aan het oplopen zijn. Zo is het gerechtsgebouw verdwenen en is het aantal werknemers van de provincie in de loop der jaren gehalveerd. In de zorg zijn ook veel ontslagen gevallen. Velen zijn inmiddels flexwerker of ZZP’er geworden. Ook in het onderwijs vielen de nodige ontslagen, niet alleen vanwege bezuinigingen vanuit Den Haag, maar ook vanwege het dalend aantal inwoners van de stad. Het voorzieningenniveau is zienderogen aan het verschralen. 2015
·
2016
· ·
2017
·
2018 2019
2020 2021
2022
2023
2024
· · · · · · · · · · · · · · · ·
2025
· ·
Onenigheid over bevoegdheden bankenunie remt economische groei Eurozone, waarschuwt Draghi. Nederland daalt 6 plaatsen in Global Competitiveness Index Aantal nieuwbouwplannen in Nederland weer op niveau van voor de crisis, meldt het PBL. Vooral voor lager en middensegment in en rond grote steden, waar behoefte groot is 3% verlies werkgelegenheid in haven van Rotterdam door tegenvallende containeroverslag Zorgkosten lopen sneller dan gepland op Lastenverzwaring aangekondigd door nieuw kabinet Giant verplaatst productie Lelystad naar Indonesië Krimp zet sneller door dan verwacht, concludeert onderzoek van de UvA Onderzoek Rabobank toont aan dat het % huizen dat ‘onder water staat’ in Lelystad amper is gedaald Den Haag bezuinigt op het gemeentefonds Aantal verzorgingshuizen met 20% gedaald door fusies in afgelopen 3 jaar Ministerie van Binnenlandse Zaken publiceert onderzoek over kwaliteit woningen: Lelystad scoort laag Primark opent tweede filiaal in Lelystad KvK meldt dat bedrijfsinvesteringen op laagste peil in 10 jaar is Recordaantal klachten en rechtszaken tegen gemeenten vanwege thuiszorgbezuinigingen Lelystad Airport op 40% van geplande capaciteit Ijburg 2 wordt opgeleverd MVO Nederland heft zichzelf op door gebrek aan aandacht bij bedrijfsleven Aantal inwoners is gedaald naar 71.000, vooral hoger opgeleiden verdwijnen Burgemeester stelt een week de avondklok in na serie autobranden in Schepenwijk Lokale winkeliers vragen gemeentebestuur om maatregelen tegen grote prijsvechters 30% Lelystadse sportclubs zijn afgelopen 2 jaar gefuseerd vanwege financiele moeilijkheden en laag aantal vrijwilligers
3. Slinken met Sores 38 Vliegveld en Flevokust hebben het moeilijk De zakelijke dienstverlening heeft zich richting Amsterdam verplaatst. Handel en logistiek doen het inmiddels weer een stukje beter, alhoewel deze sectoren ook niet de groei hebben doorgemaakt zoals jaren terug voorspeld. Lelystad Airport is inmiddels gerealiseerd, maar het aantal vliegbewegingen en bedrijfsvestigingen vallen tegen. De gemeente wacht nog steeds met smart op rendement op haar investeringen. Schiphol heeft intussen ook de hubfunctie verloren aan andere vliegvelden. De verbreding van de A6 is er door deze ontwikkeling nooit gekomen. Ook Flevokust heeft het moeilijk: met een moeizaam draaiende wereldeconomie is het aantal containers lager dan gehoopt en de concurrentie van andere havens intensief. De mogelijkheden die er leken te zijn voor de haven in relatie tot de circulaire economie, zijn door de lage prioritering van duurzaamheid nooit tot wasdom gekomen. De winkels in Bataviastad doen het nog steeds goed (in deze tijden zoekt men naar outletkoopjes), alhoewel de toeristische doorontwikkeling van het gebied nooit van de grond is gekomen. Het centrum daarentegen biedt een minder florissant aangezicht. Veel panden staan leeg. Het zijn met name de kleinere winkels die de concurrentiestrijd met de online stores hebben verloren. Wat overblijft zijn veelal de grote ketens, met name de prijsvechters en dumpmarkten. Hoge werkloosheid en sociale onvrede De economische problematiek heeft binnen Lelystad de nodige weerslag op het sociale domein. De werkloosheid onder de inwoners is hoog, terwijl ook de werkgelegenheid binnen de eigen gemeente afneemt. Er sluipt daarom een zeker chagrijn in de samenleving, die zich uit in meer sociale problematiek, zoals korte lontjes, vandalisme, toenemende criminaliteit, een lage solidariteit en weinig behoefte bij burgers om een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. Jaren terug was de hoop aanwezig dat online platforms en social media nieuwe sociale verbanden zou smeden waarin zelforganisatie/ -redzaamheid, duurzaamheid, ruilen en delen en maatschappelijke verantwoordelijkheid leidend zou zijn. Hoewel er een kleine opleving was op het vlak van autodelen en de opkomst van coöperaties op het vlak van energie, zorg en verzekeringen,
I
II
III
IV
V
bleef de impact beperkt. Het sociaal ondernemen en bedrijven, waar men ook hoge verwachtingen van had, geen vlucht genomen. Gezien de laagconjunctuur van de is een strategie van kostenbesparing en flexibiliteit overeind te blijven als bedrijf. Voor ‘maatschappelijke
BESPAAR DOOR HET
innoveren door heeft eveneens afgelopen jaren de manier om
2 juni 2025
OUTSOURCENVAN UW TEGENVALLENDE CIJFERS FLEVOKUST RADIOLOGIEWERK
Ook in het eerste kwartaal van dit jaar, is er weinig groei te melden van de containerterminaloverslag van Flevokust. De directie geeft aan dat de wereldeconomie nog steeds te wensen overlaat en ze het komende jaar nog geen verbeteringen verwacht. Gedwongen ontslagen sluit de directie op termijn niet uit.
STRAATVUIL ERGERNIS NUMMER 1 Voor velen is de troep op straat in enkele wijken de grootste ergernis, volgens een enquête. Op de vraag of men zelf een rol kan spelen in het opruimen, wordt negatief geantwoord. ‘Het is niet mijn rotzooit, laat de ander het maar doen. Of de gemeente.’
In alle 3 de vestigingen voorradig
WOONZORG FLEVOLAND EN COLORIET KONDIGEN FUSIE AAN De twee grootste zorg en welzijn partijen gaan fuseren. Reden is kostenbesparing. Zowel inkomsten vanuit particulieren als gemeenten zijn al jaren te laag om kosten te dekken. De twee aanbieders gaan enkele locaties sluiten en samenvoegen. Daarnaast willen ze kosten besparen op overhead en personeel.
3. Slinken met Sores 39 verantwoordelijkheid’ is geen ruimte. In een tijd waarin de overheid –onder meer als gevolg van de decentralisaties in het sociale domein– meer vertrouwt op burgerkracht, neemt de vitaliteit en de cohesie waar die kracht op zou moeten rusten, dus af. Individualisering neemt toe en de solidariteit tussen mensen staat onder druk. Mantelzorg is iets waar slechts een enkeling zich in Lelystad mee bezig houdt en dan met name alleen voor eigen familie of vrienden. Er ontstaat in dit scenario in toenemende mate een tweedeling tussen burgers die hun eigen boontjes kunnen doppen en kwetsbare bevolkingsgroepen die aangewezen zijn op de overheid, met name de gemeente, voor ondersteuning. Zo kan een groep met een goed inkomen en aanvullende verzekering bijv. zorg op maat thuis ontvangen, vaak ook met veel technische/digitale ondersteuning. Een grote groep moet het echter doen met een gestandaardiseerde en vaak minimale ondersteuning vanuit de WMO. Ook nemen de verschillen toe tussen degenen die een goed aanvullend pensioen hebben en degenen die aangewezen zijn op de wederom verlaagde AOW. Dit zorgt voor de nodige spanningen tussen groepen en gevoelens van onvrede nemen toe. De tweedeling is inmiddels goed zichtbaar in de straten van Lelystad. Wijken waarin de werkloosheid laag is en zelfredzaamheid hoog, zien er aanzienlijk beter uit dan wijken waar de bevolking kwetsbaar is. In die laatste is steeds meer verloedering te zien. Dit is niet alleen slecht voor de huizenwaarden, maar ook voor het imago van de stad. Lelystad lijkt zo in een negatieve spiraal te komen, waarin de zelfredzame bevolking zich verder afschermt of zelfs vertrekt, waardoor het aandeel kwetsbare inwoners stijgt. Degenen die weg kunnen (wiens huizen niet ‘onder water’ staan), vertrekken namelijk uit de stad. Sommige typeren dit als een soort ‘brain drain’. Een minder financieel draagkrachtige, veelal lager opgeleide en ook kwetsbare groep blijft over. De economische en sociale tweedeling neemt zodoende toe en er lijkt onvoldoende maatschappelijke kracht te zijn om deze negatieve spiraal te doorbreken. Niet alleen de spanningen tussen burgers nemen hierdoor toe. Steeds vaker staan de gemeente en burgers lijnrecht tegenover elkaar. Een aantal persoonlijke drama’s in de levenssfeer van burgers zetten de verhouding op scherp, aangezien de gemeente verantwoordelijk wordt gehouden voor een gebrek aan ondersteuning en een laag
I
II
III
IV
V
voorzieningenniveau. De digitalisering van de dienstverlening van de gemeente lijkt de kloof tussen bestuur en burger alleen nog maar verder te vergroten.
Geen investeringskracht bij maatschappelijke partners Maatschappelijke partners en bedrijven kunnen tevens weinig bijdragen in het sociale domein. Woningcorporaties hebben als gevolg van vermogensheffingen door de overheid en een slecht functionerende woningmarkt nauwelijks ruimte om te investeren in woon- en leefomgeving. Schoolbesturen hebben geen middelen om (zorg)taken die buiten hun directe vallen op te pakken en bedrijven worden afgerekend op aandeelhouderswaarde, in plaats van stakeholderwaarde. Ook bij zorginstellingen is er door bezuinigingen vanwege de opgelopen vergrijzingskosten geen geld om naast de kerntaken nog bredere maatschappelijke activiteiten te ontplooien. Bedrijven en maatschappelijke partners voelen zich in dit economisch klimaat zelfs gedwongen om schaal te vergroten, te centraliseren
3. Slinken met Sores 40 en de dienstverleningsniveaus te verlagen (bijv. vestigingen sluiten, alleen nog maar digitaal contact, etc.). Kortom, maatregelen die de maatschappelijke kracht en sociale tegenstellingen niet ten goede komen.
Financiële mogelijkheden gemeente beperkt De positie van Lelystad is als gevolg van de economische en sociale ontwikkelingen in dit scenario uitdagend te noemen. Zij profiteert niet mee van de urbanisering van de MRA. Sterker nog, een leegloop lijkt plaats te vinden. Veel werkgelegenheid verdwijnt. De woningmarkt zit in een dip en het aantal inwoners daalt. Degenen die (enigszins) zelfredzaam zijn en weg kunnen, doen dit. De groep die over blijft lijkt meer en meer afhankelijk te worden van ondersteuning door de gemeente. Deze heeft echter te maken met sterke bezuinigingen. Niet alleen is de ‘trap op, trap af’ systematiek van het gemeentefonds aangepast om deze te kunnen verlagen, daarnaast is nog een extra efficiencykorting op de decentralisaties doorgevoerd. Dit komt extra hard aan vanwege de krimp in het inwonersaantal, waardoor de gemeente ook nog eens harder vergrijst en vergroent (jongeren en starters kiezen meer en meer voor Almere). De kosten lijken alleen maar op te lopen, en de middelen af. Er lijkt weinig andere keus (gezien de zwakke maatschappelijk kracht) om het dienstverlenings- en voorzieningenniveau verder te verlagen, strak te reguleren en daar waar kan de lasten te verhogen. Steeds meer stemmen gaan op om wellicht de samenwerking te zoeken met andere gemeenten, vooral nu vanuit de toezichthouders de term ‘Artikel 12’ steeds vaker wordt gebezigd. Dit is ook de reden waarom in Den Haag besloten is om voorlopig niet de ICL-middelen te korten.
Een dag uit het leven van Marco, Mirjam, Jesse, Sven en Mirte De ochtend begint niet fijn. Rob en Loes kondigden aan te gaan verhuizen. Wie blijven er straks nog over, denken Marco en Mirjam. Zij zien hun buren uit de wijk vertrekken naar steden als Almere en Amsterdam. Daar hebben zij meer kans op een baan en de huizenprijzen zijn er relatief laag. Het bedrijf waar Marco werkt gaat vanwege de gunstigere lokale omstandigheden en voorwaarden verhuizen nabij Amsterdam. Marco mag niet mee verhuizen, aangezien zij het bedrijf willen ‘verjongen’ en raakt hierdoor zijn baan kwijt. Ook Mirjam is bang om haar baan kwijt te raken. Haar nul-uren contract gaat meer naar de 0 uur neigen dan naar de 18 uur die ze voorheen werkte. Aangezien de werkgelegenheid steeds meer afneemt, zal het voor Marco en Mirjam lastig worden om een nieuwe baan te vinden in Lelystad. Ook met zoon Sven gaat het niet goed. Hij komt niet goed mee op school en hij krijgt vanuit school geen verdere begeleiding. Mirjam herinnert dat er jaren terug nog vrijwilligers waren die zich hiervoor inzetten, maar die tijd lijkt nu voorbij. Het gezin denkt erover na om ook te gaan verhuizen. Misschien ook naar Almere of Amsterdam, zoals veel van hun buren al hebben gedaan. Zij hebben een mooie en goedkope woning gezien in de nieuwe wijk IJburg 2 in Amsterdam. Ook wonen ze dan dichter bij moeder en vader, waar het steeds slechter mee lijkt te gaan. Zij krijgen nog wel steun vanuit de gemeente, maar eigenlijk vinden Marco en Mirjam de geboden thuiszorg wel heel erg karig. Mantelzorg vanuit de buurt van de ouders is er ook niet. Waar vind je nog mensen die iets voor elkaar willen betekenen, vragen ze zich af. Misschien dat door dichter bij te wonen, Marco en Mirjam nog een beetje kunnen helpen. In Lelystad gaat het alleen maar slechter en hun thuissituatie wordt er ook niet beter op. Het zal echter wel lastig worden om te gaan verhuizen. Door het hoge aantal huizenbezitters en doordat Lelystad steeds minder aantrekkelijk wordt voor nieuwe bewoners, wordt het bijna onmogelijk om hun huis te verkopen. Marco en Mirjams huis heeft nog geen enkele ‘hit’ gehad op Funda. Komen ze hier ooit uit?
I
II
III
IV
V
4. Krimpen met Kwaliteit 41
4. Krimpen met kwaliteit
We schrijven 2025. De wereldeconomie is na een aanloopperiode die duurde tot 2017 inmiddels weer aangetrokken en dit vertaalt zich in groei van de werkgelegenheid, een positieve handelsbalans en een positief consumenten- en ondernemersvertrouwen. Van een sterke groei is geen sprake, maar de groei is gestaag en stabiel. De economie van Nederland is nog redelijk traditioneel ingericht. Deze is voornamelijk in sectoren georganiseerd en aanbod-gedreven. Nederlandse bedrijven zijn vaak onderdeel van complexe internationale aanbodsketens. Handel en logistiek is nog steeds een kernactiviteit van Nederland, maar ook zakelijke en financiële dienstverlening en de agrosector presteren goed. De economie wordt echter ook van (onderop) gestimuleerd door lokaal ondernemerschap en de opkomst van nieuwe productietechnieken zoals 3d-printing. Door meer stabiliteit op de Europese financiële markten is krediet ook ruimer voorhanden om hierin te investeren. In navolging op het topsectorenbeleid zijn overheidsinvesteringen in onderwijs, kennisinfrastructuur en connectiviteit vooral gericht op het versterken van de prioriteitssectoren. De positie van de Nederlandse overheid is op veel niveaus echter wezenlijk veranderd. Na jaren van bezuinigingen is het de centrale overheid gelukt de financiën weer in balans te krijgen. Door het aantal ministeries terug te brengen en het ambtelijk apparaat fors in te krimpen zijn belangrijke kostenbesparingen gerealiseerd. Ook op provinciaal niveau hebben de nodige bezuinigingen plaatsgevonden, maar als bestuurslaag is deze nog steeds in tact. De focus van de vorige jaren op kostenbesparing, schaalvergroting en herindeling heeft ook op gemeentelijk niveau gezorgd voor een nieuw
I
II
III
IV
V
VI
landschap. Alhoewel de ooit genoemde ondergrens van 100.000 inwoners is losgelaten voor gemeenten, zijn vele toch uit zichzelf gaan herindelen. Het gevolg is dat het aantal gemeenteambtenaren fors is geslonken. Geen stedelijke concentratie Van een sterke concentratie van het economisch herstel in de steden is in dit scenario geen sprake. Stedelijke regio’s presteren wel bovengemiddeld, maar de groei is geografisch redelijk verspreid door Nederland. In de MRA regio zijn het met name de ICT, creatieve industrie, (internationale) zakelijke dienstverlening en handel/logistiek die bovengemiddeld presteren. Binnen de regio clusteren deze zich op specifieke locaties. De Zuid-As is bijv. nog steeds het zakelijk en financieel dienstverleningscentrum van Nederland en het foodcluster zetelt zich rondom Zaandam. Voor de meeste mensen is forenzen een vast onderdeel van het werkend leven. De bereidheid om afstanden of te leggen is bij de meeste ook aanwezig. Connectiviteit is daarom een speerpunt in de regio. De MRA heeft meer bevoegdheden op dat gebied
4. Krimpen met Kwaliteit 42 gekregen vanuit het Rijk. Vaak compenseren mensen het forenzen door één of meerdere dagen thuis te werken, wat door werkgevers ook gestimuleerd wordt. Niet alleen om huisvestingskosten te reduceren, maar ook om reiskosten te besparen in het licht van hogere energieprijzen en emissiebelastingen. Economie Lelystad ontwikkelt zich goed Lelystad profiteert ook van de aantrekkende economie. Enkele industriële bedrijven nemen voorzichtig weer wat mensen aan. Met name de logistieke sector presteert sterk. Flevokust is inmiddels een belangrijke containerterminal geworden. Containervolumes zijn toegenomen en Lelystad neemt deze stroom graag over van Amsterdam (welke zich meer toelegt op bulkvervoer). Binnenvaart is in populariteit toegenomen, ook voor kortere afstanden, vanwege gestegen brandstofprijzen voor vrachtvervoer over de weg. Lelystad Airport is echter nog niet tot wasdom gekomen. Schiphol heeft geen groei doorgemaakt wat betreft het aantal lange passagiersvluchten en cargo vluchten. Hoge brandstofprijzen en emissiebelastingen maken luchtvervoer duur. Uitbreiding is daarom op de lange baan geschoven. Lelystad heeft daarom niet de directe economische vruchten kunnen plukken die verwacht waren. Toch profiteert de stad indirect. Zo heeft de connectiviteit van Lelystad een impuls gekregen: zo is de A6 verbreed en is er een afslag bijgekomen, vooruitlopend op de geplande luchthavenontwikkeling. Bataviastad speelt economisch een grote rol in Lelystad. Het trekt veel mensen uit het hele land die een dag een leuke shopping experience willen hebben, maar ook willen recreëren op of bij het water en daarna ook nog een hapje willen eten. Steeds meer mensen weten ook hun weg te vinden van daar naar het centrum. Net zoals Bataviastad is daar ook de focus verlegd van puur winkelen naar meer leisure beleving en voorzieningen. Lokale ondernemers zijn goed ingesprongen op deze behoeften. Daarnaast hebben enkelen zich ook succesvol toegelegd op maatwerkproducten en op lokaal en duurzaam geproduceerde goederen.
Lelystad als schakel tussen MRA en Zwolle Alhoewel de huizenmarkt in Nederland ook die van Lelystad weer uit het slop trekt, wordt er weinig bijgebouwd. Warande was het laatste grote nieuwbouwproject van de stad. In de MRA regio wordt wel volop gebouwd, want de aantrekkingskracht van het gebied rond Amsterdam blijft hoog. De hoofdstad 2015
· ·
2016
· ·
2017
· · · · ·
2018 2019
· 2020
·
2021
·
2022
· · ·
2023
2024
· 2025
I
II
III
IV
V
VI
· · · ·
· ·
Economisch herstel Duitsland zorgt voor groei werkgelegenheid Nederland Den Haag houdt vast aan hoogte middelen decentralisaties om onder de 3% norm van Brussel te blijven 4 zorgcoöperaties opgericht in Lelystad Nederlander brengt huishoudboekje op orde en probeert zo min mogelijk met overheid te maken te hebben, stelt het Nibud Wereldbank meldt dat de wereldeconomie met 2,5% is gegroeid Energieprijzen met 20% gestegen Uitbreiding Lelystad Airport na overleg Alderstafel uitgesteld Aantal faillissementen van startende ondernemingen gedaald Verdichting grote steden zorgt voor heroriëntatie gezinsvormers op woonlocatie, ziet Vereniging Eigen Huis Vraag naar lokale producten met 13% gestegen dit jaar, meldt LTO Nederland Minister van Financiën presenteert met trots begrotingsevenwicht op Prinsjesdag Aantal provincieambtenaren met 30% lager dan 5 jaar geleden. MRA neemt vervoersinfrastructuur taken over van provincies. MKB in Lelystad start groot duurzaamheidsinitiatief 3 pensioenfondsen en 2 corporaties investeren in sloop-nieuwbouw project Havendiep Werkgelegenheidscijfers Lelystad bijna naar landelijk gemiddelde toegegroeid Binnenvaartbewegingen Flevokust met 20% toegenomen afgelopen jaar Bataviastad verkozen tot beste winkellocatie MRA buiten Amsterdam Multi-generatiewoningen zijn groeimarkt in Lelystad O&S Lelystad: minder inwoners, maar opleidings- en inkomensniveau zijn gestegen Recordaantal lokale coöperatieve verbanden opgericht; Lelystad voert zelfs enkele lijstjes aan Uitgaande pendel Lelystad is 10% hoger dan inkomende Aantal buurtinitiatieven in Lelystad voor vijfde jaar op rij gestegen
4. Krimpen met Kwaliteit 43 heeft inmiddels alle mogelijke uitleglocaties benut en andere steden in de regio, zoals Amstelveen en Almere, zetten ook in op groei van het aantal inwoners. Zij proberen vooral in te zetten op betaalbare huur en middensegment koop. In Lelystad gaat men niet mee in deze ontwikkeling. Prijzen in de MRA zijn namelijk gestabiliseerd door het op de markt komen van nieuw aanbod in dat segment. Dit maakt bijbouwen voor het lagere en sociale woningbouw segment minder aantrekkelijk en dit gebeurt dan ook nog maar mondjesmaat in Lelystad. Sterker nog, door sloop en nieuwbouw in de oudere wijken van de stad wordt zelfs het aantal woningen in dat segment verkleind. Projectontwikkelaars zien in hun marktonderzoek namelijk dat met name tweeverdieners met banen in de MRA en regio Zwolle geïnteresseerd zijn in Lelystad. Haar geografische ligging en verbeterde connectiviteit met beide regio’s (zoals frequentere treinen op de Hanzelijn en verbreding van de A6) maakt een rol als schakel tussen beide regio’s mogelijk. De stad biedt daarnaast rust en groen als alternatief voor de verdichting en uitbreiding die verdere urbanisering in de MRA met zich meebrengt. Dit trekt ook gezinnen en gezinsvormers uit de MRA aan die juist op zoek zijn naar die rust en ruimte. Ontwikkelaars hebben bovendien ook het succes gezien van ondernemende creatievelingen uit Amsterdam die een jaar of vier geleden huizen (soms zelfs complete blokken) in oude wijken collectief overkochten van senioren die moesten verhuizen of waren overleden. Vervolgens transformeerden zij deze woningen tot duurzame en ruime gezinswoningen waarvoor in bijv. Amsterdam een vermogen moest worden neergelegd. Veelal kregen deze projecten ook een soort ‘communal living’ karakter. Niet alleen zorgden zulke locaties voor een ruimtelijke kwaliteitsimpuls, maar de doelgroep die hier op afkwam was vaker ook nog eens minder kwetsbaar (jonger, hoger opgeleid en hoger inkomen) en veelal bereid te investeren in de eigen leefomgeving.
Het verbeteren van de kwaliteit binnen de bestaande grenzen is daarom een lijn waar projectontwikkelaars brood in zien en zij zetten, met het oog op de eerdergenoemde ontwikkelingen, in op meer midden- en hoger segmen-twoningen in de stad. Zo is hierdoor het stationsgebied inmiddels populair bij hoogopgeleide tweeverdieners die beide in andere delen van het land werken. Daarnaast heeft het stadscentrum een nieuwe
I
II
III
IV
V
VI
kwaliteitsimpuls gekregen. De financiering die nodig is voor deze, met name sloop-nieuwbouw-, ontwikkelingen wordt steeds vaker bij alternatieve financiers gevonden, zoals pensioenfondsen. Daarnaast hebben ook corporaties weer meer ruimte om te investeren in de kwaliteit van hun voorraad. Doordat er niet teveel wordt bijgebouwd, stijgen de prijzen op de Lelystadse huizenmarkt stabiel. Dit is ook goed voor de vermogenspositie van de huiseigenaar, welke dan ook meer bereid is om te investeren in de eigen woning en de eigen buurt. Degenen die minder binding hebben met Lelystad vertrekken naar een nieuwe woning in de MRA, want door het grotere aanbod daar zijn de prijzen gedaald. Er is voldoende doorstroom in Lelystad om nieuwe projecten te kunnen realiseren en nieuwe inwoners te trekken. Het feit dat Lelystad een populaire woongemeente wordt, is terug te zien in het feit dat de uitgaande pendel inmiddels weer groter is dan de inkomende. Al met al is er weliswaar sprake van een lichte krimp van het totale aantal inwoners, maar de bevolkingsopbouw begint wel steeds meer te lijken op het Nederlands gemiddelde.
4. Krimpen met Kwaliteit 44 Meer zelfredzaamheid Dat de overheid op alle niveaus af kan met een kleiner apparaat en op tal van beleidsterreinen taken heeft kunnen overdragen aan de samenleving, is een resultante van een veranderde ordening in de maatschappij. Burgers zijn door de afbouw en hervormingen van de verzorgingsstaat, veelal noodgedwongen, zelfredzamer geworden. Het is de Den Haag gelukt burgers aan te spreken op het nemen van hun eigen verantwoordelijkheid en de overheid biedt hiervoor ook de ruimte door regelgeving aan te passen en daar waar nodig te verruimen of af te schaffen. In reactie op een terugtrekkende overheid zijn mensen elkaar ook meer gaan opzoeken. Het besef dat men het met elkaar moet rooien is gegroeid bij de burger. Sociale cohesie en solidariteit zijn daarom belangrijke kernwaarden. De investeringskracht van maatschappelijke organisaties is hierdoor ook toegenomen. Aangezien Lelystad niet meer een functie heeft van een goedkoop alternatief in de MRA, maar zich juist positioneert als aantrekkelijke woongemeente tussen de MRA en regio Zwolle, zijn de inwoners die kiezen er te wonen ook meer bereid zich te binden aan de stad en zich in te zetten voor de ander. De stad is niet meer een noodgedwongen, betaalbaar tussenstation totdat men elders kan wonen. De nieuwe aanwas van inwoners, welke het gemiddelde opleidingsniveau van de stad opschroeft, brengt ook de nodige kennis en vaardigheden met zich mee om nieuwe maatschappelijke verbanden te organiseren en te laten renderen. Alhoewel veel van deze samenwerking digitaal gefaciliteerd wordt, is de behoefte aan fysieke ontmoeting en inzet echter nog groot. Menselijk contact, vooral in de eigen leefomgeving, wordt belangrijk gevonden in een tijd waarin steeds meer de nadruk komt te liggen op digitale interactie (en robotisering) in de werkomgeving. Doordat de Lelystadse samenleving zich krachtig ontwikkelt via horizontale verbanden heeft ook de gemeente haar rol opnieuw gedefinieerd. De nadruk ligt op het stimuleren en faciliteren van initiatieven vanuit de maatschappij. Door zaken los te laten, nemen burgers en maatschappelijke instellingen taken als groenonderhoud, wijkbeheer, veiligheid en afvalinzameling over van gemeenten. Zo is de sociale veiligheid sterk verbeterd doordat burgers zelf het initiatief
I
II
III
IV
V
VI
hebben genomen om burgerwachten in het leven te roepen. Ook op het gebied van zorg en energie ontstaan op wijk- en buurtniveau coöperatieve verbanden, waarbij burgers veelal samenwerken met scholen, zorginstellingen en corporaties. Lelystad is een van de koplopers op dit gebied.
25 augustus 2025
BESPAAR DOOR HET Groene hypotheek UWte lager uw kosten. Des te lagerOUTSOURCENVAN het energielabel, des RADIOLOGIEWERK Wij denken graag mee over het verduurzamen van uw huis! Kijk op onze website en app voor meer informatie.
BUURT BARBECUE WEEKEND “GEWELDIG SUCCES” Afgelopen week vond wederom het jaarlijkse buurt barbecueweekend plaats. Alhoewel dit al een aantal jaren zeer populair is, heebben dit jaar nog meer mensen meegedaan dan ooit. De wethouder wijkfacilitatie spreekt van een “…geweldig succes. Iedereen doet mee en treft elkaar hier, van jong tot oud en alle rangen en standen.”
MULTIGENERATIE WONINGEN IN OPKOMST Na het succes van de twintig multigeneratie woningen in Lelystad-Haven, komen er steeds meer vergelijkbare initiatieven bij. Volgende week woensdag organiseren de gemeente, zorginstellingen en ontwikkelaars gezamenlijk een informatieavond erover. CENTRADA BEREID GEDEELTE KOSTEN NIEUW PARK EN BUURTHUIS SCHEPENWIJK TE BETALEN De gemeente en de woningbouwcorporatie praten over de aanleg van het nieuwe park tussen de Schoener en Tjalk zoals deze in het masterplan is opgenomen. Centrada geeft aan bereid te zijn een gedeelte van de ontwikkelingskosten op zich te nemen. Ook voor een bijdrage aan het nieuwe buurthuis, staat ze open.
4. Krimpen met Kwaliteit 45 ‘Social value’ centraal Het belang van sociaal ondernemerschap en ‘social value’ creatie is fors toegenomen. Naast woningcorporaties bieden ook steeds meer private partijen sociale huisvesting aan. Daarnaast investeren veel bedrijven in goede thuiswerkvoorzieningen, niet alleen als kostenbesparingsmiddel en met het oog op duurzaamheid, maar ook om vrijwilligerswerk te stimuleren. Het milieubewustzijn en de aandacht voor verduurzaming onder de bevolking is toegenomen mede door het laatste rapport van het IPCC. Ook in het bedrijfsleven wordt hier meer aandacht aan geschonken met name bij het MKB. Grotere bedrijven blijven duurzaamheid vooral zien als compliance factor en gaan vaak niet verder dan wat de regelgeving voorschrijft. Desalniettemin, zorgt dit ervoor dat er wel slagen worden gemaakt op het gebied van groene mobiliteit en het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Burgers dragen ook hun steentje hieraan bij door zelf te investeren in verduurzaming van woningen (nieuwbouw of transformatie) en het collectief oprichten van duurzame ESCo’s (energy service companies).
I
II
III
IV
V
VI
Gemeente als facilitator De gemeente kijkt met genoegen naar de ontwikkelingen in de stad. Vanwege de aantrekkende economie, en het in stand blijven van de ‘trap op, trap af’ systematiek is de algemene uitkering gestegen. Door een lichte daling van het bevolkingsaantal wordt deze stijging echter teniet gedaan. Toch worden nieuwe bezuinigingen niet direct noodzakelijk geacht. Op lokaal niveau heeft de gemeente een rol ten aanzien van het stimuleren van ondernemerschap en het faciliteren van burgerinitiatieven. Zo werkt de gemeente binnen het sociale domein nauw samen met burgers, corporaties en schoolbesturen en wordt het bedrijfsleven betrokken bij de ontwikkeling van voorzieningen. Het niveau van voorzieningen is daarom sterk geworden. De sterke maatschappelijke kracht die aanwezig is in de stad, zorgt ervoor dat de gemeente op veel gebieden zaken aan anderen kan overlaten Dit is ook de reden waarom Den Haag de ICL-middelen heeft gehalveerd. Deze maatschappelijke kracht betekent ook dat er meer middelen zijn voor degenen die niet zo zelfredzaam zijn. Deze groep is niet alleen vanwege economische omstandigheden in absolute omvang geslonken (minder werkloosheid, hogere inkomens), maar ook omdat veel van hen een goedkope woning konden vinden in de MRA vanwege het verhoogde aanbod
4. Krimpen met Kwaliteit 46 daar. Bovendien is ook het relatieve aandeel kwetsbare burgers vanwege de instroom van de afgelopen jaren gedaald. De nieuwe Lelystedelingen zijn over het algemeen jonger en financieel draagkrachtiger. Vergrijzing en ontgroening worden hierdoor afgeremd en jeugdvoorzieningen kunnen in stand worden gehouden (ondanks een krimp in totaal bevolkingsaantal). Ook verlicht dit de druk op de gedecentraliseerde zorgtaken. De meeste burgers kunnen dus zorg zelf financieren en organiseren, eventueel met behulp van wijkgenoten of apps. Degene die dat niet kunnen, kunnen nog steeds rekenen op hulp van de gemeente, wiens bijdrage eerder financieel ondersteunend dan uitvoerend te noemen is. Wanneer zorg echt niet meer thuis kan worden aangeboden, wordt deze intramuraal verzorgd. Ook hier wordt, net zoals op economisch gebied, wel gekeken naar schaalvoordelen en worden de instellingen groter. Daarnaast worden meer en meer voorzieningen geclusterd. Zo zijn er meer zorginstellingen rond het MC Zuiderzee gebouwd. Er is door burgers en bedrijven dus veel geïnvesteerd in het verbeteren van de woon- en leefomgeving. Lelystad is vooral aantrekkelijk voor forenzen die graag centraal gelegen willen wonen, met veel rust, groen, water en ruimte. Forenzen die dicht bij Amsterdam of een andere stad in de buurt willen wonen, maar dan zonder de drukte en de hoge prijzen. Daarnaast is de stad populair van Amsterdam tot Zwolle om haar recreatiemogelijkheden. Lelystad heeft zich in dit scenario ontwikkeld tot een aantrekkelijke woonstad.
Een dag uit het leven van Marco, Mirjam, Jesse, Sven en Mirte De moeder van Mirjam moet naar het ziekenhuis voor een operatie. Opa komt zo lang bij Mirjam en Marco wonen. Ze denken dat dit wel goed moet komen. Mirjam werkt momenteel wel meer (het is zo druk op het werk), maar Jesse en Mirte zijn best vaak thuis. Als ze Sven uitleggen dat opa dol is op voetbal, dan neemt Sven hem ook wel onder zijn hoede. Sven heeft zelf sowieso even wat extra aandacht nodig. Zijn leraar heeft aangegeven dat er weinig ruimte vanuit de budgetten is om extra begeleiding op hem in te zetten. Het kleine beetje extra geld wat er nog is, moet ingezet worden op zij die het echt nodig hebben en heeft Sven nu niet. Sven moet, volgens school, gewoon zelf meer doen. Als hij nu wat beter zijn best doet in de klas en zijn zus nu wat minder doet, dan gaat het met beide kinderen beter. Eén moeder heeft al aangeboden dat ze voor de kinderen die wat meer moeten oefenen best wekelijks wil gaan oefenen op woensdagmiddag. Sven wordt hier niet blij van, want dan heeft hij juist voetbaltraining. Mirte vindt dat school niet zo moet zeuren en haar gewoon haar gang moet laten gaan. Ze haalt goede cijfers en “dat het saaaaaai is op school is niet haar schuld”. Mirjam is aan het kijken of ze een plusgroep kan opzetten, maar school of andere instanties geven tot op heden niet thuis. Vanuit de andere ouders lijkt er wel veel interesse voor te zijn. Eventueel huren ze zelf wel iemand in. Op het werk van Marco gaat het goed. Zijn team draait goed en het ziekteverzuim is goed onder controle. Hij ziet weinig veranderingen de komende tijd, maar dat mag ook wel een keer. Nu kan hij eindelijk aan de slag om de duiventil te schilderen of kan hij daadwerkelijk het team van Sven gaan coachen. Misschien dat hij ook een keertje kan meelopen met de buurtwacht, denkt hij. Mirjam werkt parttime in Zwolle. Met de trein is ze daar zo. Wanneer ze niet werkt, doet ze veel in de buurt. Zo hebben ze bijvoorbeeld een urban farming groepje opgezet. Daarnaast houdt ze zich twee avonden in de week weer bezig met haar oude passie: zingen. Voor het seniorenkoor heeft ze zich inmiddels onmisbaar gemaakt.
I
II
III
IV
V
VI
Scenario’s vergeleken 47
1
2
3
4
Aantal Inwoners (2014: 76.000)
84.000
81.000
68.000
71.000
Werkloosheid
8%
6%
14%
6%
Gem. Inkomen (2012: 31,8)
30,2
35,2
26,1
34,8
% Uitkeringen (2014: 10.000 op 76.000=13,2%)
19,3%
15,8%
24,7%
16,1%
Gem. huizenprijzen t.o.v. 2015 (=100)
120
140
102
145*
Aard economie
Traditioneel, gericht op schaal, aanbodgestuurd, niet-duurzaam
Innovatief, vraaggestuurd, decentraal, low carbon, circulair en
Traditioneel, gericht op schaal, aanbodgestuurd, niet-duurzaam
In overgang van traditioneel en grootschalig naar nieuw, vraag-gestuurd en duurzaam
*: prijsontwikkeling is gematigd positief (minder sterk dan scenario 2 vanwege hoger aanbod in MRA), maar gemiddelde is hoger omdat veel laagsegment woningen vervangen zijn door midden- en hoger segment.
Scenario’s vergeleken 48
Meer taken en minder geld vanuit Den Haag Toenemende samenwerking in de metropool
Economische ontwikkeling
Ontwikkeling woningmarkt
Afname investeringscapaciteit maatschap. partners Opkomst vraaggedreven economie Toename maatschappelijke kracht
1
2
3
4
Harde bezuinigingen
Geen bezuinigingen
Harde bezuinigingen
Geen bezuinigingen
Triple helix samenwerking zorgt voor bovengemiddelde cijfers; Amsterdam leidend
Sterke regionale samenwerking in netwerkmetropool
Iedere gemeente voor zich
Sterke regionale samenwerking, extra bevoegdheden qua mobiliteit
Groei 0,9 %; krappe kredietmarkt
Groei 3 %; ruime kredietmarkt; EU sterke rol
Groei 0,1 %; krappe kredietmarkt
Groei 1,9 %, ruime kredietmarkt
Positieve prijsontwikkeling (ondercapaciteit MRA); vooral laag- en middensegment; nieuwbouw
Positieve prijsontwikkeling (ondercapaciteit MRA), doorstroom aanwezig, (sloop)nieuwbouw, toename aantal woningen, meer op middensegment gericht
Negatieve prijsontwikkeling (nieuwe woningen in MRA; uitstroom uit Lelystad), veel onderwater, bouw ligt stil in Lelystad
Licht positieve prijsontwikkeling; sloopnieuwbouw (netto afname aantal woningen), meer gezinswoningen midden en hoger segment
Neemt af; focus op kerntaken
Weer op peil; bredere oriëntatie
Neemt af; focus op kerntaken
Weer op peil; bredere oriëntatie
Komt niet van de grond
Is dominant
Komt niet van de grond
Niet dominant, maar in opkomst (bottom up)
Zwakke maatschappelijke kracht
Sterke maatschappelijke kracht
Zwakke maatschappelijke kracht
Sterke maatschappelijke kracht
De trend ‘Lokale overheden schalen op’ is niet opgenomen in de tabel omdat het onderwerp als minder relevant voor Lelystad wordt beschouwd
Scenario’s vergeleken 49
1
2
3
4
Connectiviteit van groot belang; spoorboekloos rijden trein; nieuwe afslag A6. Veel uitgaande pendel en transport over weg.
Van essentieel belang voor Lelystad als onderdeel netwerkmetropool; decentrale focus economie maakt urban logistics van belang; opkomst thuiswerken houdt het enigszins beheersbaar; groene mobiliteit (zowel auto als ov) in opkomst
Minder prioriteit en vraag afname (minder forenzen en weglogistiek); verbreding A6 afgeblazen.
Speerpunt in de MRA en van belang voor Lelystad als schakel tussen MRA en regio Zwolle; A6 verbreed en extra afslag (ondanks tegenvallende groei Airport), intensivering Hanzelijn
Geen grote revoluties; beperkte invloed op dagelijks leven en economie
Sterk versneld; hoge invloed op dagelijks leven en economie
Geen grote revoluties; beperkte invloed op dagelijks leven en economie
Lichtelijk versneld; enige invloed op dagelijks leven en economie
Beperkte aandacht duurzaamheid
Duurzaamheid leidend maatschappelijk en economisch thema; opkomst circulaire economie
Duurzaamheid geen prioriteit
Duurzaamheid heeft primair aandacht als kostenbesparingsmiddel; bottom up wel meer aandacht voor bijv. local sourcing eten en duurzame productie, maar voornamelijk een niche
Vergrijzing en ontgroening bevolking
Nieuwe aanwas zorgt voor mindere vergrijzing en ontgroening
Nieuwe aanwas zorgt voor mindere vergrijzing en ontgroening
Versneld door uitstroom van bijv. gezinnen naar elders in MRA
Nieuwe aanwas zorgt voor mindere vergrijzing en ontgroening
Zorg wordt extramuraal
Extramuralisering zet door; rol overheid nog groot door lage zelfredzaamheid
Extramuralisering zet door; rol overheid klein door hoge zelfredzaamheid
Extramuralisering zet door; rol overheid nog groot door lage zelfredzaamheid
Extramuralisering zet door; rol overheid klein door hoge zelfredzaamheid
Urbanisering zet sterk door; Amsterdam staat centraal, Lelystad overloopgebied
Urbanisering zet sterk door; diffuus over (MRA) verspreid, Lelystad onderdeel netwerkmetropool
Urbanisering zet sterk door; Amsterdam e.o. staan centraal, Lelystad valt er teveel buiten
Urbanisering zet gematigd door; economische groei redelijk verspreid; Lelystad schakel tussen MRA en regio Zwolle
Toenemend belang mobiliteit en bereikbaarheid
Digitalisering van ons dagelijks leven
Aandacht voor duurzaamheid groeit
Urbanisering zet volop door
Kansen en uitdagingen 50 Scenario 1 •
•
•
• •
•
•
•
Op welke manier kunnen we de lokale economie versterken? Wat kunnen partners als maatschappelijke instellingen en bedrijven voor ons betekenen wanneer ook zij te kampen hebben met een gebrek aan middelen? Hoe kunnen we het beste burgers stimuleren om zelf taken op te pakken? Welke instrumenten kunnen we daarvoor inzetten?
Scenario 2 •
•
•
Hoe kunnen we sociale tweedeling het hoofd bieden? Hoe kunnen we de sociale veiligheid verhogen, zodat we als gemeente aantrekkelijk blijven voor burgers en bedrijven? Hoe creëren we trots op de gemeente bij onze burgers? Hoe creëren we gemeenschapsgevoel met beperkte middelen? Op welke wijze kunnen we technologie inzetten in de relatie met onze burgers?
•
•
•
•
Hoe stimuleren we duurzaamheid bij burgers en bedrijven? Welk schaalniveau is nodig om invulling te kunnen geven aan de diverse uitdagingen? Welke partners passen daarbij?
•
•
Op welke wijze geven we vorm en inhoud aan de nieuwe relatie met burgers, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven en welke rol speelt technologie daarbij? Hoe creëren we de juiste balans tussen reguleren versus loslaten? Welk ambtelijk apparaat is daarvoor nodig en welke competenties dienen we te ontwikkelen om onze veranderende rol te vervullen? Hoe kunnen we de regeldruk verminderen om ruimte creëren voor nieuwe initiatieven? Hoe kunnen we ons binnen de regio verder positioneren als onderscheidende (woon)gemeente?
Willen we nog nieuwe bedrijventerreinen ontwikkelen? Zo ja, gericht op welke sectoren? Wat kunnen we als gemeenten doen om een creatieve netwerkeconomie te creëren en het stimuleren van (lokaal) ondernemerschap? Hoe combineren we duurzaamheid met een groei van Lelystad Airport? Hoe kunnen we ons binnen de regio positioneren als proeftuin voor stedelijke vernieuwing (verduurzaming, wonen, mobiliteit)?
Kansen en uitdagingen 51 Scenario 3 •
•
•
•
•
•
•
•
Hoe stoppen we de krimp (en eventueel, hoe krimpen we met behoud van kwaliteit)? Hoe geven we een positieve impuls aan een slechte woningmarkt? Hoe voorkomen we de exodus?
Scenario 4 •
•
Op welke manier kunnen we de lokale economie versterken? Hoe verhogen we het onderscheidend vermogen van Lelystad in de regio? Hoe kunnen we ons profileren als aantrekkelijke en onderscheidende woongemeente binnen de regio en kunnen we meer zelfredzame (hoger opleidingsniveau en inkomen) burgers aantrekken?
•
•
•
Hoe kunnen we de sociale veiligheid verhogen, zodat we als gemeente aantrekkelijk blijven voor burgers en bedrijven? Hoe creëren we trots op de gemeente en gemeenschapsgevoel bij onze burgers? Hoe kunnen we burgers stimuleren om zelf taken op te pakken? Welke instrumenten kunnen we daarvoor inzetten gezien de beperkte middelen? Wat kunnen partners als maatschappelijke instellingen en bedrijven voor ons betekenen wanneer ook zij te kampen hebben met een gebrek aan middelen? Welk schaalniveau is nodig om invulling te kunnen geven aan de diverse uitdagingen? Welke partners passen daarbij?
•
•
•
Hoe creëren we de juiste balans tussen reguleren versus loslaten? Wat zijn taken die zich daar het beste voor lenen? Op welke wijze geven we vorm en inhoud aan de nieuwe relatie met burgers, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven? Welke rol ambiëren wij als gemeente en welk ambtelijk apparaat is daarvoor nodig met welke competenties? Wat is onze rol ten aanzien van verduurzaming op het gebied van wonen, werken en mobiliteit? Hoe stimuleren we sloop-nieuwbouw voor een kwaliteitsimpuls? Hoe interesseren we ontwikkelaars en financiers? Hoe nieuwe inwoners? Welke wijken lenen zich daarvoor en wat gebeurt er met de bestaande bewoners? Hoe kunnen we de regeldruk verminderen om ruimte te creëren voor nieuwe initiatieven? Hoe zetten we als gemeente in op het stimuleren en faciliteren van (lokaal) ondernemerschap? Hoe verstevigen we onze positie ten opzichte van regio Zwolle? Hoe staat dat in verhouding tot de MRA?
Nawoord
Nawoord 53
Dit document is kan worden beschouwd als een tussenproduct. De scenario’s die hier in staan zullen nog worden verrijkt, aangevuld en verdiept door de gemeente. Dit kan door met interne en externe stakeholders van de gemeente de vier geschetste werelden te verkennen. Het hebben van scenario’s krijgt echter pas echt waarde wanneer ze ook daadwerkelijk worden gebruikt als een middel om strategie mee te toetsen of nieuwe handelingsperspectieven te genereren. Ze vormen een goed startpunt voor het voeren van een strategische conversatie, zowel intern als extern. Bovendien kan aan de hand van de scenario’s goed gekeken worden naar hoe toekomstvast bepaald beleid is, maar ook wat mogelijke nieuwe handelingsperspectieven of beleidsopties voor de gemeente kunnen zijn.
Wellicht vind je een bepaald scenario wenselijk, een ander juist niet. Misschien vind je ook het ene scenario waarschijnlijker dan de ander. Om toekomstvaste keuzes te maken is het echter van belang om elk scenario als even waarschijnlijk te zien en bij elk scenario je te verplaatsen in die toekomst. Stel jezelf vragen over wat je zou doen in die scenario’s, waar zie je kansen, waar bedreigingen? Vervolgens kun je bestaand beleid hierop toetsen. Daarnaast kun je ook nieuwe handelingsperspectieven bedenken. Sluit het (bestaande of nieuwe) beleid aan op elk scenario (toekomstvast) of is deze juist relevant voor een van de vier (dus risicovol)? Ga je bewust bepaalde risico’s nemen of speel je alleen op safe? De scenario’s vormen een uitstekende achtergrond voor de strategische conversatie hierover.
Hiervoor is het belangrijk om jezelf en/of degene met wie je dit wilt doen te herinneren aan wat scenario’s nou ook alweer precies zijn. Het doel van scenariodenken is om voorbereid te zijn op meerdere toekomsten. Vaak baseren wij (bewust, maar meestal onbewust) onze acties en strategieën op een idee van hoe wij denken dat de toekomst eruit gaat zien of hoe we willen dat deze vorm zal krijgen. Echter, de toekomst correct voorspellen doet niemand. Het denken in scenario’s zorgt ervoor dat je juist bewust wordt van dat er meerdere mogelijke toekomsten kunnen ontstaan. De scenario’s zijn vier extreme, maar plausibele toekomstbeelden. Het zijn vier mogelijke toekomstbeelden met elk een eigen karakter en dynamiek.
Zoals in de inleiding reeds kort is aangestipt, is scenarioplanning geen eenmalig, maar een continu proces. De scenario’s zoals nu voorliggen zijn in principe allen even waarschijnlijk. Naarmate de tijd vordert, zullen bijvoorbeeld bepaalde onzekerheden zekerder worden. Door de externe omgeving te monitoren hierop kun je bijsturen. Het geeft inzicht in welke scenario’s relevanter worden en welke minder waarschijnlijk. Door over alle scenario’s nagedacht te hebben en handelingsperspectieven te hebben opgesteld, heb je in ieder geval een blauwdruk om op de nieuwe omstandigheden in te spelen.
Bijlagen
Bijlage 1 Interviewpartners 55
1.
Bas Jan van Bochove (burgemeester Weesp)
2.
Andries Greiner (voorzitter Bedrijfskring Lelystad)
3.
Eric van der Kooij (teamleider Team Metropoolregio, gemeente Amsterdam)
4.
Jop Fackeldey (wethouder, gemeente Lelystad)
5.
Ed Rentenaar (wethouder, gemeente Lelystad)
6.
Nico Versteeg (gemeentesecretaris gemeente, Lelystad)
7.
Arjen Adriaanse (prof. Universiteit Twente, Ballast Nedam)
Bijlage 2 Projectgroep 56
Gemeente Lelystad
Jester Strategy
1.
Gerry Asselman
1.
Michiel de Vries
2.
Joke Dekker
2.
Jeroen Toet
3.
Jolanda Kramer-Bovens
4.
Jeroen Kruk
5.
Anton Maris
6.
Robert-Jan Moorman
7.
Rene Oosterloo
8.
Andi Oushoorn-Notosoetarso
9.
Geert-Jan Put
10.
Lyan Rijkmans
11.
Erik de Swart
12.
Guido Vermeer
13.
Joldert de Vries
Bijlage 3 CV’s Scenariogezin 57 Gezin: 5 personen
•
hobby's: stappen, stappen en stappen
Woont: Landstrekenwijk in 2-onder-1-kapper
•
heeft moeite met autoriteit (m.n. van zijn moeder(s))
•
wat van vader niet mag, compenseert moeder (ex)
Vader , Marco, 52 •
werkzaam bij McCain teamleider
•
werkt fulltime
•
ex woonachtig in Tjalk
•
hobby's: voetbal en duiven
•
ouders overleden, broer woont in Siera Leone met gezin en werkt voor Shell
Moeder, Mirjam, 45 •
• •
•
op basis van 0-uren contract werkzaam in Thuiszorg (of hoe dat dan heet) tot maximaal 18 uur Hobby’s : handwerken en actief op school
•
vertoont op zich geen afwijkend gedrag maar is wel tiener, dus verslaafd aan elektronische gadgets (telefoon, sociale media, gamen)
Zoon, Sven, 12 • •
Groep 8 – volgend jaar naar voortgezet onderwijs Is druk en zeer snel afgeleid maar een diagnose van ADD of ADHD is tot op heden niet gesteld
•
Heeft veel moeite op school met lezen (een zwakke lezer, geen dyslexie)
•
Als hij vrij is, voetbalt hij
•
Als hij buiten is, is hij op de voetbalvelden
•
Voetbal is lust en leven
ouders wonen in Druiventros ; vader weet het niet meer zo goed, moeders mag onder mes voor de schouder
Dochter, Mirte, 8
zus woon met haar gezin in Groningen
•
Groep 6
•
Fanatiek met alles
•
Vaak clashes op school vanuit pure verveling
Zoon, Jesse, 17 •
Zoon van vader uit eerdere relatie
•
Turnt op hoog niveau
•
co-ouderschap – laatste jaar Havo
•
3 vriendinnen waar ze álles mee doet (ook turnen)
•
wil graag in Amsterdam gaan naar HBO op kamers
•
verslaafd aan telefoon