Kadernota 2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................................... 2 1. Aanbieding .................................................................................................................... 3 2. Ontwikkelingen .............................................................................................................. 4 3. Uitgangspunten ............................................................................................................. 11 4. Meerjaren prognose 2017-2020 ....................................................................................... 13 5. Reservepositie ............................................................................................................... 20 Bijlagen ............................................................................................................................ 26
Pagina 2 van 34
1. Aanbieding Inleiding Hierbij bieden wij u de kadernota 2017 aan. Zoals gebruikelijk is dit de opmaat naar de begroting 2017 met een doorkijk naar de periode tot en met 2020.
In deze nota formuleren we voorstellen voor het meerjarenbeleid waarbij we op hoofdlijnen verder gaan op de reeds ingeslagen weg. Er spelen momenteel diverse kwesties die zich lastig laten vertalen in een betrouwbaar financieel meerjarenperspectief. In paragraaf 2 “Ontwikkelingen” worden een aantal van deze zaken nader onder uw aandacht gebracht. Genoemde zaken brengen financiële risico’s met zich mee doordat de financiële impact op dit moment nog onvoldoende kan worden ingeschat. In deze paragraaf wordt ook aandacht besteed aan de door te voeren wijzigingen in het kader van het Besluit Begroten en Verantwoorden. Deze moeten met ingang van het begrotingsjaar 2017 worden doorgevoerd.
Vanwege deze onduidelijkheden/onzekerheden bij het financiële meerjarenperspectief is bij het vaststellen van de richtinggevende financiële kaders voor 2017-2020 besloten, net als de voorgaande jaren, vooralsnog niet te gaan voor een sluitende meerjarenbegroting maar voor een sluitende begroting 2017.
De uitgangspunten voor de begroting 2017-2020 zijn weergegeven in paragraaf 3 waarna in paragraaf 4 het geactualiseerd meerjarenperspectief wordt gepresenteerd. Tenslotte wordt in paragraaf 5 aandacht besteed aan de ontwikkeling van de reservepositie van onze gemeente.
Pagina 3 van 34
2. Ontwikkelingen I. Ontwikkelingen financieel meerjarenperspectief
Zoals genoemd in de aanbieding van deze Kadernota spelen op dit moment een aantal ontwikkelingen die zich financieel moeilijk laten vertalen in het op te stellen meerjarenperspectief 2017-2020. In deze paragraaf worden deze nader toegelicht. De onderwerpen betreffen: 1. Decentralisaties; 2. Tweede fase groot onderhoud gemeentefonds; 3. Mei-circulaire; 4. Peelsamenwerking 6.1; 5. Invoering vennootschapsbelasting (Vpb).
Ad. 1 Decentralisaties Er bestaat nog steeds onvoldoende duidelijkheid in de toereikendheid van de rijkswege toegekende budgetten voor de decentralisaties. In de praktijk komt het erop neer dat nog geen volledig inzicht kan worden gegeven in de kosten die we jaarlijks kunnen verwachten. Voor 2015 is sprake van een overschot. In hoeverre dit een structureel karakter heeft zal de komende jaren blijken. Daarnaast spelen nog een aantal zaken aan de inkomstenkant waarover nog overleg plaatsvindt tussen het Rijk en de betrokken partijen. Vooralsnog wordt ook voor 2017 e.v. uitgegaan van een budgettair neutraal karakter.
Ad. 2 Tweede fase groot onderhoud gemeentefonds Resultaten eerste onderzoek In maart 2015 heeft het ministerie van BZK de resultaten bekend gemaakt van de tweede fase groot onderhoud gemeentefonds die per 1-1-2016 in zou gaan. In de tweede fase groot onderhoud was ook het cluster volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV, onderdeel van Infrastructuur en Gebiedsontwikkeling) voorzien. De reacties van de VNG en de Raad voor Financiële Verhoudingen waren aanleiding om het voorstel terug te nemen en het cluster nader te toetsen op de resultaten. Uit het onderzoek is gebleken dat gemeenten met een groot buitengebied de gemaakte kosten onvoldoende gecompenseerd krijgen via het gemeentefonds. Vanaf 2016 zijn de voorlopige resultaten voor 1/3 deel verwerkt in de algemene uitkering. Dit als voorschot in afwachting van de definitieve resultaten van het vervolgonderzoek.
Resultaten vervolgonderzoek Onderzoeksbureau AEF heeft onder begeleiding van een commissie met een ambtelijke vertegenwoordiging vanuit de VNG, de Rfv (Raad voor financiële verhoudingen), enkele gemeenten, de vakdepartementen en de fondsbeheerders een verdiepingsonderzoek uitgevoerd. Inmiddels is dit onderzoek afgerond. De resultaten bevestigen de uitkomsten van het eerder onderzoek uit 2015.
Pagina 4 van 34
AEF signaleert wel enkele onzekerheden die van invloed zijn op de toekomstige kostenpatronen van gemeenten, zoals de ontwikkelingen als gevolg van de invoering van de Omgevingswet, conjuncturele veranderingen en het wegvallen van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Ook ten aanzien van gebiedsontwikkeling is niet aan te geven wat de opgave is, omdat niet eenduidig is wat het taakgebied precies omvat. Desondanks adviseert het onderzoeksbureau de voorgestelde verdeling in het onderzoek uit 2015 volledig in te voeren. Kleine gemeenten gaan er in de nieuwe situatie bijna 25 euro per inwoner op vooruit, terwijl zeer stedelijke gemeenten er 10 euro per inwoner op achteruit gaan. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken schrok dusdanig van de effecten van de herverdelingsoperatie, dat hij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) om een advies vroeg, zonder zelf een stadpunt in te nemen. De Rfv stelt zich op het standpunt dat de voorgenomen herverdeling onverkort moet worden doorgezet, omdat onderzoeken duidelijk uitwijzen dat kleine gemeenten en gemeenten met relatief veel buitengebied zijn onderbedeeld. Volgens financieel specialist Gijs Oskam van de VNG kiest de VNG-commissie Financiën in meerderheid voor een ruimere bedeling van de kleine gemeenten. Dat gaat ten koste van de stedelijke gebieden. Het bestuur van de VNG vergadert op 19 mei over het advies van de VNG-commissie Financiën.
Ad. 3 Meicirculaire Zoals vermeld zal het vervolg van het “groot onderhoud gemeentefonds tweede fase” onderdeel uitmaken van de meicirculaire. In deze meicirculaire zullen daarnaast ook andere zaken (o.a. het accres) aan de orde komen die van invloed zijn op de hoogte van de algemene uitkering. Om deze reden kan op dit moment dan ook nog geen volledig beeld worden gegeven in de ontwikkeling van de hoogte van de algemene uitkering voor de jaren 2017-2020.
Ad. 4 Peelsamenwerking Wat de structurele financiële gevolgen zijn voor de komende jaren is nog niet bekend. Zodra het totale financiële plaatje van alle business-cases bekend is kan nadere besluitvorming hierover plaatsvinden waarna de financiële doorvertaling hiervan in de (meerjaren)begroting zal plaatsvinden.
Ad. 5 Invoering vennootschapsbelasting (Vpb) Stand van zaken Someren In 2015 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van alle activiteiten die (mogelijkerwijs) onder de VPB gaan vallen. Uit deze inventarisatie is gebleken dat voor onze gemeente enkel de grondexploitatie onder de noemer van de Vpb valt. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de impact voor onze gemeente beperkt blijft. Naar onze inschatting biedt de algemene reserve grondbedrijf voldoende ruimte om de toekomstige vpb-aanslagen te kunnen betalen. Voorstel is dan ook om deze reserve als dekkingsmiddel hiervoor aan te wijzen.
Pagina 5 van 34
II Wijzigingen Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) Inleiding In deze kadernota willen wij u op een beknopte wijze inzicht in verschillende (wets)wijzigingen geven. De ingangsdatum van deze vernieuwing is 1 juli 2016, wat betekent dat de wijzigingen gelden met ingang van de begroting 2017. Uitzondering zijn de wijzigingen met betrekking tot de financiële kengetallen (reeds verwerkt in de begroting 2016), de vennootschapsbelasting en de grondexploitaties. Deze laatste twee zullen (met terugwerkende kracht) ingaan per 1 januari 2016. De aankomende wijzigingen zoals de uitvoeringsinformatie met verplichte taakvelden, inzicht in overheadkosten (waaronder het verplicht centraal ramen van overhead) en de wijzigingen omtrent grondexploitaties hebben een grote impact op de financiële inrichting en kunnen leiden tot aanpassing van financiële ramingen.
U vindt hieronder informatie over de volgende wijzigingen: 1. Uniforme indeling taakvelden
5. Inzicht in overhead en kosten
2. Beleidsindicatoren
6. Stelsel van baten en lasten
3. Kengetallen financiële positie
7. Grondexploitaties
4. Verbonden Partijen
8. Accountant
1. Uniforme indeling taakvelden Op basis van het huidige BBV stuurt de raad op programma's en het college stuurt op producten. De gemeenten mogen zelf de indelingen van de begroting in programma's en producten bepalen. Voor de programma's blijft dit zo. De vrijheid van het samenstellen van de producten wordt aan banden gelegd. In het kader van betere vergelijkbaarheid van baten en lasten die verbonden zijn aan de verschillende taken van gemeenten zal iedere gemeente circa 50 voorgeschreven taakvelden moeten hanteren. Deze taakvelden clusteren producten, taken en activiteiten. Taakveldramingen komen dus in de plaats voor de 'oude' productenramingen. Het staat de gemeenten vrij om binnen deze taakvelden naar eigen inzicht te clusteren of te splitsen, mits de hoofdstructuur maar zichtbaar blijft. Met ingang van de begroting 2017 dienen de gemeenten via taakvelden te rapporteren aan het CBS.
Vanaf het begrotingsjaar 2017 zullen de taakvelden worden opgenomen in de administratie ter vervanging van de huidige producten. Het toewijzen van de verplichte taakvelden aan de programma's kan gevolgen hebben voor de indeling van de programmabegroting en de uitoefening van de autorisatiebevoegdheid door de raad.
2. Beleidsindicatoren Om meer te sturen op effecten van beleid dient iedere gemeente in de programmabegroting en de jaarstukken een basisset van circa 50 beleidsindicatoren te hanteren. Deze basisset wordt voor alle gemeenten van toepassing en wordt gebaseerd op landelijk beschikbare bronnen. Door het opnemen van deze beleidsindicatoren krijgt de raad inzicht in prestaties van de gemeente in vergelijking met andere gemeenten en kunnen ze die uitkomst gebruiken om te sturen op gewenste maatschappelijke effecten. Pagina 6 van 34
Er worden geen landelijke normen vastgesteld. Het is aan de raad om te bepalen welke prestaties op de verschillende beleidsvelden nagestreefd worden. De gemeente krijgt daarnaast de ruimte om, naar eigen behoefte, extra indicatoren toe te voegen.
Voorstel In eerste instantie starten met de voorgeschreven set indicatoren en daar in overleg met uw raad later waar nodig extra indicatoren aan toe te voegen. Naast opname in de begroting en verantwoording worden deze indicatoren van het gemeentelijk domein digitaal beschikbaar gesteld op de website www.waarstaatjegemeente.nl .
3. Kengetallen financiële positie Het BBV gaat voorschrijven dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basis set van vijf financiële kengetallen t.w. : 1. Netto schuldquote; 2. Solvabiliteitsratio; 3. Kengetal grondexploitatie; 4. Structurele exploitatieruimte; 5. Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde.
4. Verbonden partijen Om te voorkomen dat dezelfde informatie in de verschillende beleidsstukken rond begroting en verantwoording moet worden opgenomen, worden de voorschriften met betrekking tot de paragraaf verbonden partijen in het nieuwe BBV vereenvoudigd. De paragraaf verbonden partijen wordt beperkt tot het geven van een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen, de financiële aspecten en risico's.
De informatie over verbonden partijen die gemeenten in de begroting en verantwoording opnemen moet aansluiten op de informatie over hun eigen posities, activiteiten en risico’s. Om deze reden wordt voortaan de informatie opgenomen als onderdeel van het betreffende programma waarop de samenwerking met de verbonden partij betrekking heeft.
Voorgestelde wijzigingen zullen worden betrokken bij het opstellen van de programmabegroting 2017. Wij beraden ons nog op welke wijze hieraan invulling kan worden gegeven.
5. Inzicht in overhead en kosten Omdat de huidige situatie van toerekening van indirecte kosten erg onoverzichtelijk is en de verschillen tussen gemeenten erg groot zijn, schrijft de nieuwe BBV een algemene definitie van overhead voor. Deze overhead wordt centraal onder een afzonderlijke taakveld als onderdeel van het programma algemene dekkingsmiddelen geregistreerd. Het wordt dus niet meer aan de afzonderlijke beleidsprogramma's toegerekend. Daar waar integrale kostprijsberekening een rol speelt, is het toegestaan deze toerekening buiten de administratie om (extra-comptabel) inzichtelijk te maken. Denk aan grondexploitatie, kostendekkende tarieven (heffingen en leges), Pagina 7 van 34
BTW, Vennootschaps-belasting en subsidieprojecten. In de paragraaf lokale heffingen moet worden toegelicht hoe de overhead wordt meegenomen in de integrale kostprijsberekeningen. In principe wordt de kostprijs gebaseerd op de aan het betreffende taakveld toegerekende lasten met een door de raad vastgesteld opslagpercentage voor de overhead. Door het centraal opnemen van overheadkosten als onderdeel van het algemene dekkingsmiddelen zullen de kosten van de andere programma's met deze component worden verlaagd.
Voorgestelde wijzigingen zullen worden betrokken bij het opstellen van de programmabegroting 2017.
6. Stelsel van baten en lasten Het stelsel van baten en lasten blijft bestaan. Alleen op het terrein van investeringen, het EMU saldo en het toerekenen van rent is enige aanpassing nodig.
I. Investeringen De huidige BBV laat de gemeenten veel vrijheid om investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (wegen, parken, etc.) al dan niet te activeren. Dit leidt tot grote verschillen tussen gemeenten. Daarom vervalt de beleidsvrijheid om investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut al dan niet te activeren. Alle investeringen dienen te worden geactiveerd en over de verwachte levensduur te worden afgeschreven. Deze nieuwe methode zal alleen van toepassing zijn op nieuwe investeringen. Het investeringsprogramma 2017-2020 is op dit punt aangepast aan de gewijzigde regelgeving.
II. EMU-saldo Het EMU-saldo is het verschil van inkomsten en uitgaven van de overheid. Om te voorkomen dat de overheidsfinanciën van EMU-landen ontsporen, is een aantal jaren geleden in het zogenaamde Stabiliteits- en Groeipact afgesproken dat het EMU-tekort maximaal 3% BBP mag bedragen. Voor gemeenten is het van belang te weten of de individuele referentiewaarden van het EMU-saldo die voor de individuele gemeenten berekend zijn, meerjarig overschreden worden. Omdat het consequenties heeft als de norm macro overschreden wordt, is het voor individuele overheden van belang om meerjarig op de individuele referentiewaarden te sturen. In het kader van een betere raming en beheersing van EMU saldo moet in de begroting worden opgenomen: -Een geprognosticeerde balans -Het meerjarig EMU-saldo -het EMU saldo dient in de paragraaf treasury van het jaarverslag te worden opgenomen.
Voorgestelde wijzigingen zullen worden betrokken bij het opstellen van de programmabegroting 2017.
Pagina 8 van 34
III. Rentetoerekening Het toerekenen van rente aan de taakvelden vindt plaats via het taakveld treasury. In het gewijzigde BBV worden baten en lasten van rente niet meer onder de afzonderlijke beleidsprogramma’s geregistreerd maar centraal onder een afzonderlijk taakveld. Hiermee vervalt de noodzaak van een complexe en veelal ondoorzichtige kostentoerekening aan alle gemeentelijke taken en activiteiten. Hiermee winnen begroting en verantwoording aan transparantie. Het BBV staat toe dat er een rentevergoeding over het eigen vermogen (reserves) mag worden toegerekend – als ware het een rentelast - aan de taakvelden. Hierdoor wordt een “vergoeding” berekend over het eigen vermogen (= een eigen financieringsmiddel) van de gemeente. Deze systematiek creëert een fictieve rentelast en leidt naar het oordeel van de commissie BBV tot het (onnodig) opblazen van de programmalasten en gaat daarmee ten koste van de eenvoud en transparantie. Daarom komt de commissie tot de volgende aanbeveling geen rente toe te rekenen aan de reserves. Wij volgen dit advies. De gevolgen voor het financieel meerjarenperspectief zijn al verwerkt in de kadernota.
7. Grondexploitaties De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. De wijzigingen gaan vanaf 1 januari 2016 gelden. De wijzigingen zullen op onderdelen ook een financieel effect geven.
Richttermijn van 10 jaar voor maximale duur van grondexploitaties De maximale duur van grondexploitaties wordt in principe gesteld op 10 jaar. Indien de inschatting is dat de looptijd langer wordt, is daarvoor een expliciet raadsbesluit nodig. Voor langer durende grondexploitaties moeten in dat raadsbesluit bovendien aanvullende beheersmaatregelen worden genomen. Een verplichte maatregel is bijvoorbeeld dat er geen indexering mag worden toegepast voor opbrengsten later dan 10 jaar. Deze wijziging wordt doorgevoerd om onzekerheden en risico's te beperken. Een toenemende looptijd van grondexploitaties betekent over het algemeen toenemende risico's. De gemeente Someren kent geen grondexploitaties met een looptijd die langer is dan 10 jaar.
Rentetoerekening De rentetoerekening aan de grondexploitatie is gewijzigd. Het is (nog steeds) toegestaan om een reëel deel van de rente toe te rekenen aan de grondexploitatie. Deze rente moet voortaan gebaseerd zijn op de werkelijk te betalen rente. Het is niet meer toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan de grondexploitatie. Als een gemeente geen externe financieringsmiddelen (vreemd vermogen) heeft aangetrokken voor de grondexploitatie, wordt er geen rente meer toegerekend.
Pagina 9 van 34
De gemeente heeft één lening (BNG) uitstaan. Begin 2017 wordt deze afgelost. Aangezien we verder geen vreemd vermogen hebben aangetrokken houdt dit in dat we geen rente meer toerekenen aan de grondexploitatie. Per saldo levert dit een plus op van ruim € 100.000,--. Dit voordelig saldo wordt met name veroorzaakt door het complex Groote Hoeven. Vanwege de hoge boekwaarde heeft dit complex het meest baat bij het feit dat geen rente wordt doorbrekend aan de grondexploitatie. 8. Accountant Raadsleden hebben recht op een goed beeld van de cijfers in begroting en jaarrekening. Ook mogen de cijfers niet ter discussie staan, een eerste klas accountantscontrole is dus nodig. Maar een gemeente is geen beursgenoteerde onderneming: dat vraagt om een accountantscontrole 'op maat'. Met dit uitgangspunt deed een breed samengestelde werkgroep onder leiding van Staf Depla (wethouder Eindhoven) onderzoek naar de accountantscontrole van de gemeenterekening. Het onderzoeksrapport bevat zeven adviezen, de werkgroep roept gemeenten (VNG), accountants (NBA) en het Rijk (BZK en Financiën) op om hiermee aan de slag te gaan. Het gaat onder meer om:
•
Het ontwikkelen van een handreiking tot versterking van het gemeentelijk opdrachtgeverschap.
•
De invoering van een eigen rapportage van het college over de financiële rechtmatigheid.
•
Meer aandacht in de accountantsopleiding voor de eigenheid van gemeenten.
•
Het opstellen van een specifieke interpretatie voor decentrale overheden van de accountantscontrole-standaarden.
•
Het waarborgen van het toezicht op de accountantscontrole van de gemeenterekening, hierbij heeft de eventuele invoering van een status van Organisatie van Openbaar Belang (OOB) echter geen toegevoegde waarde.
Algemene conclusie Het aanpassen van de huidige programmabegroting naar een begroting die aan alle voorgestelde wijzigingen voldoet, vereist een forse inspanning van het ambtelijk apparaat. De totale financiële impact blijft weliswaar beperkt maar met name administratief zullen veel aanpassingen moeten worden doorgevoerd. De kosten per programma zullen wijzigen doordat geen overheadkosten aan de taakvelden worden doorberekend. Daarnaast kan het toewijzen van de taakvelden aan de programma's leiden tot wijzigingen in de huidige programma's. De administratie anders worden ingericht en cijfers zullen moeten worden gehergroepeerd. Door de vele omzettingen zullen geen vergelijkende cijfers over voorgaande jaren in de begrotingen kunnen worden opgenomen.
Voorstel In de programmabegroting 2017/2020 geen vergelijkende cijfers opnemen over voorgaande jaren. Bij de programmabegroting 2018 kunnen voor het eerst vergelijkende cijfers met 2017 worden opgenomen.
Pagina 10 van 34
3. Uitgangspunten Algemeen
Loon- en prijsontwikkeling Met betrekking tot de loon- en prijsontwikkeling hanteren we voor de begroting 2017 e.v. de nullijn. Dit houdt in dat geen rekening wordt gehouden met loon- en prijsstijgingen van derden. Uitzondering hierbij vormen de situaties waarbij berekeningen van stijgingen contractueel zijn bedongen.
Goederen en diensten Uitgangspunt is geen volume-uitbreiding. In geval dat toch sprake is van volume-uitbreiding dient dit gespecificeerd te worden toegelicht.
Huren en pachten De ramingen voor huren en pachten worden aangepast conform overeenkomsten dan wel wettelijke verhogingen. De betrokkenen dienen hierover tijdig te worden geïnformeerd.
Gemeenschappelijke regelingen Voor de gemeenschappelijke regelingen geldt, dat deze hun beleid presenteren op basis van ongewijzigd beleid. Nieuw beleid dient apart inzichtelijk te worden gemaakt en goedgekeurd door de deelnemende gemeenten. Door het rijk opgelegde efficiencykortingen voor gedecentraliseerde taken en andere algemeen geldende tegenvallers dienen zoveel mogelijk te worden vertaald richting de gemeenschappelijke regelingen.
Rente- en afschrijvingsbeleid
Afschrijvingen De investeringen zullen globaal getoetst worden op resterende nuttigheidsduur, gerelateerd aan de restant afschrijvingstermijn. Bij investeringen waarvan de resterende nuttigheidsduur beduidend afwijkt van de restant afschrijvingstermijn, kan extra worden afgeschreven dan wel opgewaardeerd.
Rentebeleid In het gewijzigde BBV vindt het toerekenen van rente aan de taakvelden plaats via het taakveld treasury. In feite fungeert het taakveld treasury als een kostenplaats. In de gemeente Someren vertoont de treasuryfunctie een voordelig saldo. De rente-inkomsten zijn immers hoger dan de rentekosten. We hebben immers maar 1 lening uitstaan (BNG). Deze wordt begin 2017 volledig afgelost. Om deze reden vindt er onder het nieuwe regime geen toerekening van rente plaats aan de taakvelden. Alhoewel in het BBV vooralsnog de mogelijkheid blijft bestaan om een rentevergoeding (of een vergoeding voor de inflatie) over het eigen vermogen te berekenen en deze door te belasten aan Pagina 11 van 34
de taakvelden, adviseert de Commissie BBV vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie deze systematiek niet (meer) toe te passen. Het volgen van dit advies houdt in dat we geen rente meer toevoegen aan reserves en voorzieningen. Wij volgen het advies van de Commissie BBV. In het geschetste financieel meerjarenperspectief is reeds met dit aspect rekening gehouden.
Belastingen en rechten
Onroerende-zaakbelasting Ten aanzien van de tarieven OZB wordt conform bestaand beleid uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Voor 2017 betekent dit een verhoging (op basis van het inflatiepercentage van 2015) met 0,6% volgens opgave van het CBS.
Rioolrechten In het dekkingsplan riolering is het rioolrecht voor de komende jaren “vastgelegd”. De gevolgen hiervan zullen in de begroting worden verwerkt.
Afvalstoffenheffing Bij de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht geldt als uitgangspunt dat de tarieven volledig kostendekkend zijn.
Toeristenbelasting Voor het tarief van de toeristenbelasting wordt uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Daarbij wordt opgemerkt dat het tarief eerst wordt aangepast, indien de gecumuleerde verhogingen afgerond 5 eurocent bedragen. In het handhavingsprogramma 2016 zijn de kosten voor handhaving arbeidsmigranten opgenomen. De noodzakelijke structurele kostenverhoging bedraagt € 13.380,--. Deze kan worden betaald uit een extra verhoging van de niet-ingezetenenbelasting. Hiervoor wordt vanaf 2018 het tarief van de niet-ingezeten belasting met € 0,15 verhoogd. De verhoging van de lasten 2017 wordt incidenteel ten laste van het exploitatiesaldo gebracht.
Overige heffingen De overige heffingen (hondenbelasting, marktgelden en leges) dienen zoveel mogelijk kostendekkend te zijn.
Pagina 12 van 34
4. Meerjaren prognose 2017-2020 In het volgend overzicht is het meerjarenperspectief geactualiseerd waarbij is uitgegaan van de vastgestelde begroting 2015. Bij het geschetste meerjarenperspectief moet het volgende worden opgemerkt: 1. Er is geen rekening gehouden met de effecten van de mei-circulaire 2016; 2. Er wordt uitgaan van een constant loon- en prijsniveau naar de toestand 1-1-2016; 3. Uitgangspunt is dat de overdracht van taken van het Rijk naar de gemeenten (de drie decentralisaties) budgettair neutraal verlopen.
Financieel meerjarenoverzicht Bedragen x 1.000
Meerjarenperspectief Jaar
2017
2018
2019
2020
Resultaat primaire begroting
183
-21
-174
-174
A. Mutaties algemene uitkering
141
284
308
308
PM
PM
PM
PM
uitkering
324
263
134
134
C. Wettelijke mutaties:
-184
-209
-209
-209
Bijgesteld resultaat
140
54
-75
-75
D. Noodzakelijke mutaties:
-309
-296
-296
-296
Bijgesteld resultaat na verw. noodz. mutaties
-169
-242
-371
-371
E. Wenselijke mutaties:
-188
-188
-188
-188
Bijgesteld resultaat na verwerking wensen
-357
-430
-559
-559
0
-27
-52
-83
-357
-457
-611
-642
B. Gevolgen groot onderhoud gemeentefonds cluster VROMSH Bijgesteld resultaat na mutaties algemene
F. Structurele lasten investeringsprogramma Bijgesteld resultaat na verwerking IP
Pagina 13 van 34
Nadere toelichting opgenomen posten in meerjarenperspectief A. Mutaties algemene uitkering (2017 € 141.000 voordeel) 2017
2018
2019
2020
Accressen
77
186
175
175
BTW-compensatiefonds (septembercirculaire)
66
77
109
109
Combinatiefunctionarissen (decembercirculaire)
80
80
174
197
200
200
397
540
484
484
-80
-80
Verwachte verlaging accres/BCF
-176
-176
-176
-176
Verwacht voordeel
141
284
308
308
Overige verschillen (met name wijziging hoeveelheidsverschillen) Totaal Af: claims Combinatiefunctionarissen (decembercirculaire)
Accressen De reeds ingeboekte accressen vanaf 2017 blijven onveranderd hoog in de decembercirculaire 2015. Vanuit diverse geledingen worden steeds grotere vraagtekens geplaatst bij de realiteitswaarde ervan. Meevallers zijn namelijk nauwelijks ingezet voor hogere rijksuitgaven (wat een hoger accres geeft). Wel voor lastenverlichting (wat geen hoger accres geeft in het kader van het plan van de grote belastingherziening). Daarnaast blijven hogere uitgaven door de steun aan Griekenland buiten de Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven (NGRU). Hetzelfde geldt ook voor steun aan vluchtelingen ‘in de regio’. Via diverse media wordt ook al aangekondigd dat nieuwe bezuinigingen zullen moeten worden doorgevoerd. De beheerder van PAUW (Product Algemene Uitkering voor het Web) die de berekeningen voor nagenoeg alle gemeenten verzorgd en nauwe contacten onderhoudt met het ministerie van Financiën, voorziet als gevolg van genoemde ontwikkelingen bij de rekening van het accres 2016 in de meicirculaire 2017 een eindstand van ± € 450 miljoen ofwel een daling van ± € 200 miljoen. Vertaald naar onze gemeente bedraagt het nadeel 16 punten. Elk punt vertegenwoordigd een bedrag van ongeveer € 11.000,- zodat het totale nadeel kan worden becijferd op € 176.000,--.
Pagina 14 van 34
BTW compensatiefonds Omdat gemeenten naar inschatting van het ministerie van Financiën de komende jaren minder BTW declareren bij het rijk dan het daarvoor geldende plafond, krijgen ze dat niet gedeclareerde deel in het gemeentefonds gestort. In 2015 gaat het om € 24 miljoen extra, in 2016 om € 106 miljoen. De bedragen cumuleren, dus samen € 130 miljoen extra in 2016. De jaren daarna zijn er nog mutaties, maar het cumulatief effect in 2019 is nog steeds redelijk op het niveau van 2016, namelijk € 122 miljoen. Deze mutaties hebben net als het accres een zeer volatiel karakter. Ook is niet duidelijk waarop deze cijfers gebaseerd zijn en hoe betrouwbaar deze zijn. Om deze reden is terughoudendheid in het structureel inboeken van voordelen gewenst.
Combinatiefuncties (decembercirculaire) In het kader van het project Brede Impuls Combinatiefuncties zijn over de jaren 2016 t/m 2018 rijksbijdragen toegekend. Het betreft hier een jaarlijks bedrag van € 80.400. In september 2015 is krediet gevraagd voor de totale kosten waarbij rekening is gehouden met de rijksbijdragen.
Toelichting Overige verschillen De opgenomen bedragen betreffen niet alleen de reguliere hoeveelheidsverschillen maar ook verschillen als gevolg van een andere definitie van gehanteerde eenheden ( bijv. aantal woningen, bedrijven) welke deels een gevolg zijn van het groot onderhoud. Voor wat betreft de bedrijven tellen voortaan de zzp’ers ook mee. B. Gevolgen groot onderhoud gemeentefonds cluster VHROSV (VolksHuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing) (2017 PM-raming) Uit het onderzoek is gebleken dat de verdeling van het cluster VHROSV aangepast dient te worden. Kleinere gemeenten geven namelijk meer uit dan waar in het ijkpunt rekening mee wordt. Voor onze gemeente betekent dit een verhoging van de algemene uitkering van ongeveer € 350.000. Het streven is om de uitkomsten hiervan in de meicirculaire 2016 op te nemen. Zoals reeds opgemerkt is de Minister terughoudend in het daadwerkelijk doorvoeren van deze verhoging. De VNG is gevraagd hierover te adviseren.
C. Wettelijke mutaties (2017 € 184.000 nadeel)
Veiligheidsregio (2017 € 84.000 nadeel) Cebeon heeft de gevolgen van de herijking van het gemeentefonds van het clusteronderdeel Brandweer en Rampenbestrijding (B&R) in beeld gebracht. Bijna alle gemeentes krijgen een hogere bijdrage. In de gemeenschappelijke regeling is afgesproken dat de gelden in het clusteronderdeel Brandweer en Rampenbestrijding van het gemeentefonds ten goede komen aan de Veiligheidsregio. Het is gebruikelijk dat de hoogte van toegekende budgetten in de begroting wordt gebaseerd op te verwachten kosten. Een directe relatie met het theoretisch bedrag dat hiervoor uit het gemeentefonds is berekend, wordt niet gelegd.
Pagina 15 van 34
De gelden die beschikbaar zijn vanuit het gemeentefonds voor de diverse clusters komen niet één op één overeen met de begroting. Deze systematiek geeft de gemeente(raad) juist de vrijheid om zelf te bepalen waar men hoeveel geld aan besteedt. In de huidige begroting is reeds rekening gehouden met deze verhoging van de algemene uitkering. De verhoging van de kosten van de veiligheidsregio heeft hierdoor een negatief effect op het resultaat.
De bijdrage voor de gemeente Someren wordt als gevolg van de gekozen systematiek in 2017 verhoogd tot een bedrag van € 915.808. In de meerjarenbegroting 2016-2019 is voor 2017 een bijdrage voorzien van € 832.308. Dit betekent dus een tekort van € 84.000. Aangetekend moet worden dat in 2017 het model Deurne nog gehanteerd wordt voor de berekening van de verschuldigde bijdragen. Hierdoor wordt de gemeente Someren nog deels gecompenseerd voor de hogere bijdrage. Vanaf 2018 komt dit model te vervallen en komen de meerkosten volledig voor rekening van de gemeente .
Verhoging salarissen ingevolge afgesloten principe-cao akkoord (2017 € 230.000 nadeel) De VNG en de vakbonden hebben een principe-akkoord bereikt over de Cao van Gemeenten. Het akkoord is een kortdurende cao met procesafspraken en een loonafspraak. De cao loopt van 1 januari 2016 tot 1 mei 2017. Per 1 januari 2016 stijgen de salarissen met 3%, en per 1 januari 2017 met 0,4%. Voorlopig wordt in afwachting van het definitieve akkoord uitgegaan van het gesloten principe akkoord.
Toerekening rente aan reserves (2017 € 130.000 voordeel) Alhoewel in het BBV de mogelijkheid vooralsnog blijft bestaan om een rentevergoeding (of een vergoeding voor de inflatie) over het eigen vermogen te berekenen en deze door te belasten aan de taakvelden, adviseert de Commissie BBV vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie deze systematiek niet (meer) toe te passen. Het volgen van dit advies houdt in dat we geen rente meer toevoegen aan reserves en voorzieningen. Vanaf 2017 volgen wij het advies.
D. Noodzakelijke mutaties (2017 € 309.000 nadeel)
Bestuur gerelateerde kosten (2017 € 50.000 nadeel) Het merendeel van het bedrag bestaat uit de extra afdracht loonheffing in gevolge de werkkostenregeling (€ 35.000). Het overige bedrag betreft een structurele verhoging van de mutatie in de voorziening wethouders (€ 15.000).
Handhavingsprogramma: niet ingezetenen belasting (2017 € 13.000 nadeel) In het handhavingsprogramma 2016 zijn de kosten voor handhaving arbeidsmigranten opgenomen. De noodzakelijke structurele kostenverhoging bedraagt € 13.380. Deze kan worden betaald uit een extra verhoging van de niet-ingezetenenbelasting. Hiervoor wordt vanaf 2018 het tarief van de niet-ingezeten belasting met € 0,15 verhoogd. De verhoging van de lasten 2017 wordt incidenteel ten laste van het exploitatiesaldo gebracht. Pagina 16 van 34
Diverse verhogingen plantsoenen (2017 € 56.000 nadeel) Onderhoud ontsnipperingsmaatregelen (€ 2.000) Aan de Somerenseweg en de Kromvenweg liggen ter hoogte van de kleine Aa voorziening om dieren onbelemmerd onder de weg door te kunnen laten (voorziening tbv ontsnippering). Bij de aanleg van deze voorzieningen is géén bedrag voor onderhoud aangevraagd. Deze kosten zijn geraamd op € 2.000,- exclusief BTW per jaar.
Beheer Ecologische Verbindingszone (EVZ) De Hutten (€ 6.000) In de eerste helft van 2016 zal de aanleg van EVZ De Hutten gerealiseerd worden. Vervolgens ligt bij de gemeente Someren de taak om deze EVZ te beheren. In 2016 zijn de beheerkosten geraamd op € 3.000 (een ander deel van het beheer zit in het contract bij de aannemer). Vanaf 2017 zijn de structurele beheermaatregelen geraamd op € 6.000 per jaar. Deze € 6.000 dienen structureel geraamd te worden.
Onderhoud recreatieve paden en halfverharding (€ 8.000) De laatste jaren zijn op diverse plekken recreatieve paden van halfverharding aangelegd. Voor onderhoud aan deze paden is geen budget beschikbaar. De conditie van de paden die al lange tijd liggen is zodanig, dat hier (kleinschalig) onderhoud nodig is.
Onkruidbestrijding (€ 40.000) Verschillende jaren is het verbod op de toepassing van chemische onkruidbestrijding uitgesteld. Dit mede omdat alternatieven duurder zijn en vaak minder effectief. Inmiddels is besloten met onmiddellijke ingang de chemische onkruidbestrijding alsnog te verbieden. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke verhoging van de noodzakelijke middelen om een alternatieve onkruidbestrijding te kunnen toepassen. Voor volgend jaar wordt een gezamenlijke aanbesteding van onkruidbestrijding en vegen van wegen voorbereid, waarbij een structurele verhoging van het huidige budget niet vermijdbaar is.
Jeugd (2017 € 55.000 nadeel) Op basis van het beleidsplan Integraal Jeugdbeleid gemeente Someren 2014-2017 en signalen over een toename van drugsgebruik is in samenwerking met maatschappelijke partners een plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak is in april door de raad vastgesteld. Het gevraagde bedrag kan als volgt worden gespecificeerd: Programma versterken weerbaarheid primair onderwijs Aanvullend gastlessen/ ondersteuningsaanbod primair onderwijs SOVA training risicokinderen primair onderwijs
30.000 5.000 10.000
Matchmentor jeugdigen
7.500
Alcoholinterventie JGZ bij onderzoek groep 7
2.500
Pagina 17 van 34
I&A (2017 € 60.000 nadeel) In 2011 is besloten tot een gezamenlijk team I&A Asten-Someren met een totale omvang van 14 fte. Voor Someren betekende dat een uitbreiding van 1 fte. Deze is vanaf de begroting 2012 incidenteel gefinancierd vanuit het E-budget. In 2016 ronden we dat project af waardoor er geen incidentele dekking meer is voor deze uitbreiding. Inmiddels is ook duidelijk dat door de toegenomen digitalisering de uitbreiding een structureel karakter heeft. Vandaar het voorstel deze formatie uitbreiding structureel te financieren.
Aframing taakstelling Management (2017 € 45.000 nadeel) Op basis van de brede peelsamenwerking, waartoe in 2014 besloten is, is een bezuiniging van 2 ton doorgevoerd op management: 1 directielid en 1 afdelingshoofd minder. Nu de samenwerking in de Peel flink is afgeschaald is er van een grote formatie vermindering geen sprake. Dit betekent dat in plaats van 3 afdelingshoofden er gewerkt dient te worden met 4 afdelingshoofden. Dit zou betekenen dat bijna de helft van de ingeboekte besparing weer ongedaan dient te worden. Omdat er echter gekozen is om de functie van concerncontroller te combineren met afdelingshoofd bedrijfsvoering is de benodigde formatie uitbreiding slechts 0,5 fte. Hiermee bekostigen we een controllers functie die een deel van de werkzaamheden van de concerncontroller zal overnemen.
Vennootschapsbelasting (2017 € 30.000 nadeel) De invoering van vennootschapsplicht voor overheden brengt extra werk met zich mee. Hoewel nog onduidelijk is of deze werkzaamheden in huis of uitbesteed kunnen worden zal de invoering kosten met zich meebrengen. Deze advies en administratiekosten zijn gemeente breed omdat jaarlijks de aangifte gedaan zal moeten worden.
E. Wenselijke mutaties (2017 € 187.800 nadeel)
Hogere kosten handhaving (2017 € 177.800 nadeel) De extra kosten van de uitbreiding van 3 FTE voor het team Handhaving is als volgt:
Juridisch medewerker:
€
75.000
Toezichthouder:
€
63.600
Juridisch administratief onderst.
€
56.000
Tekort team Handhaving
€ 194.600
Resterende vacatureruimte 0,3 fte
€
Tekort team H:
16.800
€ 177.800
De afgelopen 3 jaar is jaarlijks incidenteel € 90.000 ter beschikking gesteld en in 2015 waren de kosten voor onvoorziene handhaving € 120.000 waardoor er sprake was van een overschrijding in de exploitatie. Voor het incidentele budget zijn 2 fte ingezet die ook deels inzet leverden bij onvoorziene handhaving.
Pagina 18 van 34
De 3e fte toezichthouder zal ook deels op incidenten ingezet worden, deels op reguliere taken (met de mogelijkheid om aan de kwaliteitscriteria te kunnen voldoen) en deels op een nieuwe taak (meer toezicht). Bovengenoemde structurele verhoging zal ervoor zorgen dat incidentele bijraming niet meer nodig zal zijn en er geen overschrijding in de exploitatie meer wordt verwacht.
Brainport (2017 € 10.000 nadeel) Brainport Development vraagt ruim vier ton per jaar extra om de ambities van Brainport Development te verwezenlijken. Dat geld komt bovenop de 3,8 miljoen euro die de organisatie nu jaarlijks krijgt. Het extra geld zou door de 21 regiogemeenten opgebracht moeten worden, verdeeld naar inwonertal.
F. Structurele lasten investeringsprogramma (2017 € 0) In aanvulling op de IP posten jaarschijf 2017-2019 uit de begroting 2016, zijn er nieuwe IP posten aangemeld en hiervan zijn de structurele lasten in 2018 € 27.000, in 2019 € 52.000 en in 2020 € 83.000.
Verwachte saldo (2017 € 356.800 nadeel) In de uitgangspunten is uitgegaan van het meest negatieve scenario voor wat betreft het te verwachten accres. Ook is geen rekening gehouden met een verdere verhoging van de algemene uitkering ingevolge het herijken van het Cluster VROMSV. Wij gaan ervan uit dat de mei-circulaire uiteindelijk toch een plus oplevert als het gaat om de hoogte van de algemene uitkering. Daarnaast verwachten we toch een bedrag aan inkomsten in te kunnen boeken in het kader van treasuryactiviteiten. Op basis hiervan gaan we ervan uit een sluitende begroting 2017 te kunnen presenteren.
Pagina 19 van 34
5. Reservepositie Inleiding De vermogenspositie is een vast onderdeel van de Kadernota omdat deze bestanddelen een belangrijke bijdrage aan de realisering van het door uw raad voorgenomen beleid leveren. Ten aanzien van het beheer van de reserves en voorzieningen is vastgestelde nota “Reserves en voorzieningen 2011” als algemeen beleidsuitgangspunt gehanteerd. De saldi vermeld onder de kolom saldo 1-1-2016 zijn de werkelijke saldi volgens de jaarrekening 2015 per ultimo 31-122015. Saldo Naam reserve
1-1-2016
Saldo dotaties
claims
1-1-2017
Algemene reserves 1. Algemene reserve grondbedrijf
10.830.528
2. Algemene risicoreserve
1.500.000
3. Algemene reserve vrij aanwendbaar
1.411.444
4. Vastgelegde algemene reserve
116.458
766.239
10.180.747 1.500.000
1.238.391
33.101.750
173.053 33.101.750
46.843.722
116.458
2.004.630
44.955.550
Bestemmingsreserves 5.
Reserve rekenkamerfunctie
20.000
0
0
20.000
6.
Reserve bindingsactiviteiten / bijzonder belonen
59.974
6.500
66.474
0
7.
Reserve rehabilitatie licht belaste wegen
1.022.000
86.000
102.871
1.005.129
8.
Reserve automatisering
246.889
84.941
90.000
241.830
9.
Reserve E-gemeente
593.286
0
593.286
0
10. Reserve schoolgebouwen
375.000
0
375.000
0
11. Reserve bossen
303.768
0
30.000
273.768
12. Reserve groenbeheer
560.040
56.629
27.488
589.181
38.844
0
14. Reserve basisvoorziening
241.525
0
150.000
91.525
15. Reserve decentralisatie AWBZ
153.422
0
153.422
0
32.552
0
13. Reserve frictiekosten Wet werken naar vermogen
16. Reserve vergunninghouders 17. Reserve sociaal domein 18. Reserve transitie jeugdzorg
38.844
32.552
1.000.000
1.000.000
148.225
0
148.225
0
16.856
0
16.856
0
69.493
0
69.493
0
300.587
0
300.587
0
19. Reserve dekking niet-structurele lasten 2003/2006 20. Reserve dekking niet-structurele lasten 2007/2010 21. Reserve dekking niet-structurele lasten 2011/2014 22. Reserve dekking niet structurele lasten 2015/2018
318.057
318.057
Pagina 20 van 34
23. Reserve heractivering
3.834.935
0
3.834.935
0
24. Egalisatiereserve BCF
191.750
0
191.750
0
22.341
0
22.341
953.329
268.893
200.744
1.021.478
27. Reserve buitengebied in ontwikkeling
567.428
260.371
500.476
327.323
28.Reserve sociaal beleid
579.268
0
579.268
0
29.Reserve kapitaallasten
662.176
0
662.175
0
25. Reserve artikel 22 26. Reserve bijzondere werken
30. Reserve HNG-depot
Totaal reserves
436.359
0
436.359
0
12.748.104
763.334
8.869.807
4.641.631
59.591.826
879.792
10.874.437
49.597.181
Nadere toelichting reserves:
Ad 1. Algemene reserve grondbedrijf De algemene reserve grondbedrijf dient als tijdelijk dekkingsmiddel voor gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen en/of waardoor nog geen exploitatieberekening voorhanden is en als buffer voor onvoorzienbare of algemene risico's (conjuncturele of marktrisico's). In de grondnota is bepaald dat de minimale hoogte van de algemene reserve grondbedrijf dient te voldoen aan een combinatie van de IFLO-norm en de scenario-analyse. Het verwachte verloop van de reserve is als volgt:
Stand 1-1-2016 Rente 2016
10.830.528,00 108.305,00
7-08 Kapitaallasten IHP
-171.405,00
Storting reserve Bijzondere werken / BIO uitgifte 2015
-388.209,00
Actualiseren bestemmingsplannen Verbeteren verkeersveiligheid Loovebaan/Boerenkamplaan
-44.855,00 -100.000,00
Herstellen civieltechnische kunstwerken
-30.000,00
Ontrekking lasten -/- baten startersleningen
-31.770,00
Resultaat complex Eegelshoeve Stand 1-1-2017
8.153,00 10.180.747,00
Ad 2. Algemene risicoreserve Deze reserve wordt gezien als een algemene buffer voor rekeningtekorten en calamiteiten. In de nota reserves en voorzieningen is aangegeven dat voor risico’s een bedrag van € 1.500.000,-moet worden aangehouden.
Ad 3. Algemene reserve vrij aanwendbaar Door de raad vastgesteld beleid is om een eventueel positief exploitatieresultaat af te storten in deze reserve en dit in te zetten als dekking voor incidentele uitgaven van het investeringsprogramma. In de stand van de reserve is de storting van ruim 4 ton vanuit het project "verkoop gronden en handhaving illegaal grondgebruik" nog niet verwerkt.
Pagina 21 van 34
Stand 1-1-2016 1.411.444 Rente 2016
28.229
Lopende claims
-829.030
Ip 2016-2019
-437.590
Stand 1-1-2020
173.053
Ad 4. Vastgelegde algemene reserve Deze reserve wordt gebruikt voor interne financiering. De jaarlijkse rentebijschrijving op deze reserve wordt volledig ingezet als dekkingsmiddel voor de exploitatie.
Ad 5. Reserve Rekenkamer Deze is gevormd voor kosten van onderzoeken die voorheen door de rekenkamercommissie werden verricht.
Ad 6. Reserve bindingsactiviteiten Deze reserve is bedoeld voor de bindingsactiviteiten en het bijzonder belonen van het personeel. In de onttrekking is ook de naheffing van belastingdienst in het kader van de werkkostenregeling opgenomen.
Ad 7. Reserve rehabilitatie licht belaste wegen Deze reserve is bedoeld voor het vervangen van wegen aan het einde van de levensduur.
Stand 1-1-2016 Storting Verkeersveiligheid Loovebaan/Boerenkamplaan Stand 1-1-2017
1.022.000 86.000 -102.871 1.005.129
Ad 8. Reserve automatisering Deze reserve is bedoeld voor de dekking van de kosten voor vervanging van apparatuur voor dataopslag, backup en uitwijk.
Ad 9. Reserve E-gemeente Deze reserve is gevormd voor de kosten van uitvoering van het E-realisatieplan.
Ad 10. Reserve onderhoud schoolgebouwen Het onderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen vallen sinds 1-1-2015 niet meer onder de zorgplicht van gemeenten. Om een “”warme” overdracht mogelijk te maken is besloten om een aantal maatregelen ter verbetering van het binnenklimaat uit te voeren. De kosten hiervan zijn als claim op de reserve verwerkt.
Pagina 22 van 34
Ad 11. Reserve bossen Deze reserve heeft het karakter van een egalisatiereserve. Daarnaast is er op deze reserve een claim van € 30.000,-- voor de herbebossing van de voormalige stort.
Ad 12. Reserve groenbeheer Deze reserve is gevormd voor de rehabilitatiekosten van plantsoenen en eventuele exploitatietekorten tijdens de geplande omvorming van plantsoenen.
Stand 1-1-2016 Storting Bomenbeleidsplan
560.040 56.629 -10.738
Boomveiligheidsinspecties
-4.050
Vervanging oud plantsoen
-12.700
Stand 1-1-2017
589.181
Ad 13. Reserve frictiekosten Werken naar Vermogen Deze reserve is gevormd om extra frictiekosten naar aanleiding van de Wet werken naar vermogen op te kunnen vangen.
Ad 14. Reserve basisvoorziening De resultaten van Atlant worden toegevoegd cq onttrokken aan de reserve Basisvoorziening. Als claim op deze reserve is nog de standplaatswijziging team WIZ opgenomen ad € 150.000,--.
Ad 15. Reserve decentralisatie AWBZ Conform het raadsbesluit op 19 december 2012 is deze reserve gevormd vanuit het restant van de in 2012 beschikbaar gestelde middelen voor de AWBZ decentralisatie.
Ad 16. Reserve vergunninghouders Deze reserve dient ter financiering van projecten ten behoeve van asielzoekers, verblijfsgerechtigden en vergunninghouders. Onttrekkingen aan deze reserve zijn reeds meerjarig in de begroting verwerkt. Na verwerking is het saldo nihil.
Ad 17. Reserve sociaal domein In april 2016 is besloten een bedrag van € 1.000.000,- om tegenvallers op te vangen. De reserve heeft het karakter van een egalisatiereserve.
Ad 18. Reserve transitie jeugdzorg Conform het raadsbesluit op 19 december 2012 is deze reserve gevormd vanuit het restant van de in 2012 beschikbaar gestelde middelen voor de transitie jeugdzorg. Voor de periode 2016-2019 worden vanuit deze reserve middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het plan van aanpak weerbaarheid.
Pagina 23 van 34
Ad 19 t/m 22 Reserves dekking niet structurele lasten Deze reserve dient ter dekking van nog niet uitgevoerde investeringen. De claim omvat alle projecten uit het restant investeringsprogramma.
Ad 23. Reserve heractivering Deze reserve is ter dekking van kapitaallasten (incidentele lasten) opgenomen. Tegenover de reserve staat een compenserende (debet)balanspost. De accountant heeft de reserve verplicht gesteld teneinde een inzicht te verstrekken op investeringen welke feitelijk direct ten laste van een reserve zijn geboekt. De bespaarde rente wordt op deze reserve bijgeschreven.
Ad. 24 Reserve BCF Deze reserve is bedoeld om gevolgen van de invoering van het BTW compensatiefonds op te vangen. Onttrekkingen aan deze reserve zijn reeds meerjarig in de begroting verwerkt. Na verwerking is het saldo nihil.
Ad. 25 Reserve artikel 22 Deze reserve is o.a. ontstaan als gevolg van de boekwinst op de verkoop van onroerend goed (Floreffestraat) en de stortingen van BLS middelen (BLS = Besluit Locatiegebonden Subsidies) . Aanwending van de reserve is voorbehouden aan bestedingen in het kader van de volkshuisvesting.
Ad 26. Reserve bijzondere werken Deze reserve is gevormd om kosten te betalen, welke niet direct aan het betreffende bouwgrondexploitatie gebied toe te rekenen zijn, maar mede ten behoeve van dat gebied worden gemaakt of daar indirect mee verband houden. De storting van de reserve komt tot stand via een dotatie van € 5,-- per m² uit te geven grond. De bespaarde rente wordt op deze reserve bijgeschreven. Conform BBV mogen er vanaf 2010 geen stortingen in reserves plaatsvinden vanuit de grondexploitaties. Om deze reden vindt de storting vanuit de algemene reserve grondbedrijf plaats.
Stand 1-1-2016 Rente 20126 Torenplein en Lambertusstraat Speelplaatsenplan Storting bijzondere werken 2016 Stand 1-1-2017
953.329 19.067 -81.692 -119.052 249.826 1.021.478
Ad. 27. Reserve buitengebied in ontwikkeling Deze reserve is bedoeld om op meerdere fronten in financiële zin ondersteuning te bieden aan reconstructie ontwikkelingen. De storting van de reserve komt tot stand via een dotatie van € 5,-per m² uit te geven grond. Conform BBV mogen er vanaf 2010 geen stortingen in reserves plaatsvinden vanuit de grondexploitaties. Om deze reden vindt de storting vanuit de algemene reserve grondbedrijf plaats. Pagina 24 van 34
Stand 1-1-2016 Rente 2016 Storting reserve Bijzondere werken / BIO uitgifte 2015
567.428 10.545 249.826
Ecologische verbindingszone Sang en Goorkens
-144.079
Aankoop gronden kleine Aa voor EZV
-232.699
Ontsnipperingsmaatregelen Opstellen dorpontwikkelingsplannen
-2.688 -14.642
Aanpak wegen buitengebied
-106.368
Stand 1-1-2017
327.323
Ad. 28 Reserve sociaal beleid Deze reserve is bedoeld om de extra kosten voor de samenvoeging van bedrijfsvoering en de niet gerealiseerde bezuinigingen te dekken. Daarnaast verlopen de frictiekosten van de DVO buitendienst ook via deze reserve. Ten slotte loopt de reservering om de mogelijke formatieve gevolgen van de ontwikkelingen in en van onze organisatie adequaat te ondersteunen, ook via deze reserve.
Ad. 29 Reserve kapitaallasten Uit deze reserve worden de afschrijvingslasten betaald die incidenteel afgedekt zijn. Tegenover de reserve staat een compenserende (debet)balanspost.
Ad. 30 Reserve HNG-depot Eind 1995 heeft het hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten het hypotheekbedrijf verkocht. De overnamesom wordt m.i.v. 1 september 1996 in 25 termijnen aan de deelnemende gemeenten uitgekeerd. Naar aanleiding van opmerkingen van de accountant is voor het nog te ontvangen deel in 2011 een reserve gevormd. Voorheen kwam de jaarlijkse uitkering t.g.v. de exploitatie. Volgens de BBV is dit echter niet toegestaan.
Pagina 25 van 34
Bijlagen
Pagina 26 van 34
Pagina 27 van 34
Pagina 28 van 34
17-40200 Vervangen openbare bluswatervoorzieningen (2017 € 70.000,--) Op basis van het Bouwbesluit 2013 moeten gemeenten investeren in de openbare bluswatervoorziening, voor zover de dekking vanuit het waterleidingnetwerk ontoereikend is. Gemeente Someren heeft ongeveer 30 openbare bluswatervoorzieningen. Dit zijn geboorde putten van de gemeente die meer gebruikt zullen gaan worden wanneer er minder brandkranen zijn. Op deze geboorde putten zit geen vaste bocht. In de standaard uitrusting op een nieuwe tankautospuit zit geen opzetstuk (is ook niet mogelijk ivm ruimte). Een los opzetstuk op de kazerne wat nagebracht wordt bij een incident werkt is geen optie. Het plaatsen van vaste opzetstukken op de openbare bluswatervoorzieningen zal naar schatting € 70.000,-- bedragen.
17-40301 Herinrichting parkzone Loovevijvers (2017 € 68.000,--) De Loovevijvers en de groenzone rondom de vijvers maken een aanzienlijk deel uit van de groenstructuur van de kern Someren en bieden ruimte aan tal van functies. Recente contacten tussen de gemeente en omwonenden hebben duidelijk gemaakt dat er verschillende wensen en aandachtspunten zijn ten aanzien van beheer, gebruiksfuncties en beleving van het betreffende gebied. Door het opstellen van een integraal inrichtingsplan voor de vijvers en de groenzone worden alle functies, wensen en aandachtspunten bij elkaar gebracht. De kosten voor de herinrichting van de groenzone rondom de vijvers zijn niet voorzien in het IP 15-50302 Loovevijvers (jaarschijf 2017). De kosten worden geraamd op € 68.000,--.
17-40302 Asfalteren fietspaden Kanaalstraat en Witvrouwenbergweg (2017 € 97.300,--) Sinds kort zijn er subsidiemogelijkheden voor het asfalteren van fietspaden van tegels welke onderdeel zijn van het 'regionaal fietsnetwerk. Het fietspad naast de Kanaalstraat en het stukje Witvrouwenbergweg t.h.v. de Brigantijn is te asfalteren, hier liggen geen kabels en leidingen onder. Daarbij kan het stukje Witvrouwenbergweg worden ingericht als een 2 richtingen bereden fietspad, zoals op de rest van de rondweg. Voor het asfalteren van de fietspaden verwachten we € 34.500,-- subsidie. Subsidievereiste is dat wel het volledige bedrag wordt opgenomen in de begroting. Het college heeft besloten hiervoor de reserve bijzondere werken te gebruiken. Ingevolge de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften is dit niet meer toegestaan en zal deze post als structurele last moeten worden opgenomen.
17-40303 Aanleg bermkantverharding Dellerweg (2017 € 56.200,--) De Dellerweg is toe aan groot onderhoud. Naast schade aan de asfaltverharding van de rijbaan is er ook veel bermschade aanwezig. Om de conditie van de berm te verbeteren, onderhoudskosten te verlagen en de verkeersveiligheid van langzaam verkeer te verbeteren willen we de Dellerweg voorzien van grasbetontegels. In combinatie met groot asfaltonderhoud zijn de kosten hiervoor aanzienlijk lager dan wanneer dit op een andere moment gebeurt.
Pagina 29 van 34
17-40304 Onderhoud plattelandswegen (2017 € 30.750.-- / 2018 € 11.000,--) Als bezuinigingsmaatregel is besloten om het onderhoud aan de meest rustige plattelandswegen zonder doorgaande functie niet meer op te nemen in de exploitatie. Hierdoor is de jaarlijkse storting voor de voorziening wegen lager geworden. Als onderhoud noodzakelijk is, dan dient dit opgevoerd te worden via het IP.
17-40305 Rehabilitatie hoofdwegen (2019 € 554.000,-- / 2020 € 136.000,--) Zoals aangegeven in het rapport 'Wegbeheer 2016-2018 zijn diverse hoofdwegen de komende jaren aan rehabilitatie toe. De verharding is aan het einde van de levensduur en dient vervangen te worden. De rehabilitatie van de Kerkendijk is al voorzien in 2016 en 2017 en die van de Nieuwendijk (deel tussen Kerkendijk en Beliënberkdijk) in 2018. Vervolgens zijn ook de Hugterweg en Lieropsedijk (tussen Provincialeweg en Loovebaan) in 2019 en Nieuwendijk (tussen Beliënberkdijk en Vaartdijk) in 2020 aan vervanging toe.
17-40306 Herinrichting bedrijventerrein Sluis XI (2018 € 465.500,--) Op het bedrijventerrein Sluis XI ligt een 'opgave' voor riolering en wegbeheer. Er is op een aantal wegen onderhoud nodig en het riool dient op een aantal wegen afgekoppeld te worden. Hiervoor zijn vanuit het beheer dan ook de nodige middelen gereserveerd. Uit het 'Herstructureringsplan Bedrijventerreinen' blijkt dat de aanwezige bedrijven de nodige wensen hebben die betrekking hebben op het openbare gebied. Met een aanvullende investering boven op de middelen die in 2018 beschikbaar gemaakt worden vanuit riool, wegen en groen (respectievelijk € 670.000,--, € 180.000,-- en € 30.000,--) kan het gebied worden aangepakt. Het riool kan worden afgekoppeld en alle verharding en groen vervangen.
16-40300 Vervanging oud plantsoen (€ 12.700) Het voorstel is om voor 2016 t/m 2019 jaarlijks € 12.700,-- exclusief compensabele BTW beschikbaar te stellen om oud plantsoen dat is afgeschreven en niet meer aan de norm en kwaliteit van deze tijd voldoet, te vervangen. De kosten werden betaald uit de reserve groenbeheer. Ingevolge het besluit BBV moeten deze kosten worden geactiveerd.
Overig beleid conform coalitieprogramma
15-50302 Loovevijver (€ 100.000,--) In 2015 doen we een onderzoek naar de waterkwaliteit van de Loovevijver. Mogelijk komen hier maatregelen uit naar voren ter verbetering van de waterkwaliteit. Daarnaast kan de groeninrichting rondom de vijver omgevormd worden (open structuur). Deze werkzaamheden brengen de nodige kosten met zich mee. Uit de inventarisatie van de civieltechnische kunstwerken blijkt dat de beschoeiing van de vijvers vervangen moet worden voor €121.000,--. Op dit moment is niet duidelijk wat er moet gaan gebeuren en of de beschoeiing terugkomt. Derhalve wordt voorgesteld om vooralsnog een bedrag van € 200.000,-- exclusief compensabele BTW (globale schatting) op te nemen voor 2017, waarvan 50 % uit de voorziening riolering. De kosten voor groen zijn hierin niet meegenomen. Ingevolge het besluit BBV moeten de kosten die uit de reserve vrij aanwendbaar worden betaald, alsnog worden geactiveerd. Pagina 30 van 34
17-50400 Windmolens (2017 PM) De haalbaarheid wordt onderzocht. Het initiatief voor het bouwen en exploiteren van de windmolens ligt bij Zummere Power. De (voorbereidings-)kosten, o.a. opstellen bestemmingsplan, laten uitvoeren van allerlei onderzoeken e.d. zijn weliswaar voor Zummere Power maar ook voor de gemeente zullen er mogelijk kosten zijn in dit kader. Met name omdat het project alleen maar tot stand kan komen op basis van de meerwaardebenadering. Een goed beeld van de financiële gevolgen van het initiatief ontbreekt nog en daarom wordt vooralsnog een PM post opgenomen.
17-50401 Uitvoering beleidsnota recreatie en toerisme (2017 € 25.000,-- / 2018 € 25.000,--) Er is budget voor het uitvoeren van toeristische-recreatieve projecten. Er is bij de totstandkoming van dit budget geen rekening gehouden met de doorbelasting van personele uren, wat vanaf 2016 geldt. Gelet op het verwachte aantal te besteden uren uit de jaarplanning is aanvullend budget noodzakelijk van € 25.000,-- in 2017 en € 25.000-- in 2018.
17-50500 Uitbreiden en herinrichten milieustraat (2017 € 1.500.000,--) De gemeenteraad heeft op 26 november 2015 een voorbereidingskrediet ad. € 60.000,-beschikbaar gesteld om een plan voor uitbreiding en herinrichting van de milieustraat op te stellen. De onderzoeksfase is onlangs gestart en deze fase wordt het inrichtingsplan met bijbehorende raming opgesteld. De hoogte van het gevraagde krediet is een indicatie van de te verwachten kosten en zal worden bijgesteld als definitieve besluitvorming over de herinrichting heeft plaatsgevonden.
17-50501 Cradle tot Cradle (2017 € 100.000,--) Op basis van de motie in de raad van 30 oktober 2014 en de uitkomsten van de beeldvormende raadsbijeenkomst van januari 2016 over het onderwerp cradle tot cradle is een ambitiedocument en Roadmap gemaakt waarmee de C2C principes in het gemeentelijk beleid en projecten verder verankerd zullen worden. Het ambitiedocument en de Roadmap zijn aan uw raad ter kennisname aangeboden middels een raadsinformatievoorstel in de vergadering van 26-5-2016. In dit raadsinformatievoorstel is reeds aangekondigd dat een IP post wordt aangevraagd ten tijde van de behandeling van de kadernota, zodat u een integrale afweging kunt maken over ter beschikking te stellen budgetten in 2017. Gedurende 1,5 jaar zal er extra inzet moeten worden gepleegd om het ambitiedocument te kunnen uitvoeren. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen € 100.000,-incidenteel voor het dekken van de kosten (extra) ambtelijke inzet, projectleiding, inlenen expertise, advies en onderzoek.
17-40600 Vervangen bosplantsoen en bomen sportpark Someren-Heide en Lierop (2017 € 12.000,-- / 2018 € 12.000,--) Een deel van de bomen op het sportpark in Someren-Heide heeft last van de essentaksterfte, waaraan de bomen dood zullen gaan. Daarom willen we deze bomen vervangen door een minder gevoelige boomsoort. Pagina 31 van 34
Op het sportpark in Lierop is langs een deel van het kunstgras hoofdveld een wildgroei van diverse boomsoorten aanwezig, waarbij de vogelkers als onder beplanting de overhand heeft. We willen ook hier de beplanting saneren door andere bomen en onder beplanting. 2017 Someren-Heide: € 12.000,--; 2018 Lierop: € 12.000,--.
15-40600 Vervanging kunstgras tennisbanen (2020 € 72.100,--) Het betreft de vervanging van de kunstgras tennisbanen in de gemeente Someren omdat deze niet meer voldoen aan de eisen. Deze banen kunnen in vier jaar tijd worden gerenoveerd waarbij in 2017 gestart moet worden. Bij deze renovatie dient ook het hekwerk vervangen te worden omdat dit in een slechte staat verkeert. De vervangingen in 2017 t/m 2019 zijn reeds opgenomen in het bestaande investeringsprogramma. Voor 2020 komt hier nu de vervanging in Someren-Heide bij. 2017: Someren (raming € 169.100,-- incl. BTW; conform IP 2016, jaarschijf 2017); 2018: Someren-Eind (raming € 91.100,-- incl. BTW; conform IP 2016, jaarschijf 2018); 2019: Lierop (raming € 86.300,-- incl. BTW; conform IP 2016, jaarschijf 2019); 2020: Someren-Heide (raming € 72.100,-- incl. BTW; nieuwe IP post).
17-40800 Herstel en vervanging sporttoestellen sportaccommodaties (2017 € 30.000,--) Als gevolg van de invoering van een aangepast keuringssysteem zullen er in 2017 meer dan gemiddeld toestellen in de sportaccommodaties moeten worden vervangen of worden aangepast. Gemiddeld wordt uitgegaan van een jaarlijkse kostenpost van € 12.500,-- tot € 15.000,--. Op basis van de inspecties zal in 2017 extra moeten worden geïnvesteerd in onder andere de ophangsystemen van diverse kliminstallaties, valbeveiliging van de basketbalinstallaties e.d. Naar verwachting zullen de kosten oplopen naar ongeveer € 45.000,--. Eénmalig is dus een extra investering noodzakelijk van € 30.000,--.
12-40801 Vervangen speeltoestellen (2020 € 42.000,--) Betreft het vervangen van speeltoestellen welke niet meer voldoen aan de wettelijke eisen of zijn versleten. De vervangingen worden uitgevoerd conform het speelruimtebeleid. 2017: € 60.950,00 (conform IP 2016; jaarschijf 2017); 2018: € 48.000,00 (conform IP 2016; jaarschijf 2018); 2019: € 81.650,00 (conform IP 2016; jaarschijf 2019); 2020: € 42.000,00 (nieuwe IP post). In verband met de jaarlijkse inspectie worden de bedragen jaarlijks aangepast op basis van huidige staat en mogelijk afwijken. Ingevolge het besluit BBV moeten deze kosten voortaan worden geactiveerd.
17-11000 Opstellen bestemmingsplan Buitengebied (2017 € 600.000,-- / 2018 € 650.000,-- / 2019 € 650.000,-- / 2020 € 650.000,--) De raad heeft besloten een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied op te willen stellen. Dit wil ze doen in deelgebieden. Voor het eerste deelgebied heeft hij al € 300.000,-- beschikbaar gesteld. Onderhavige aanvraag gaat over de andere deelgebieden die de komende jaren moeten worden herzien. Het betreft een intensief en omvangrijk traject, waarbij we voor het eerst sinds 20 Pagina 32 van 34
jaar weer een uitgebreide controle uitvoeren voordat we het bestemmingsplan buitengebied herzien. Het zijn de uitvloeisels uit deze controles (bestemmingsplanherziening danwel handhaving) die kosten met zich meebrengen. In dit bedrag is jaarlijks € 50.000,-- begrepen voor het opstellen van beleid voor onder meer het maken en beheren van sloop stimulerende maatregelen en het maken van beleid voor woningen in het buitengebied.
17-11002 Invoeren Nieuwe omgevingswet (2017 € 50.000,--) De omgevingswet treedt naar verwachting per 1 december 2018 in werking. De verbeterdoelen van de Omgevingswet zijn: 1. een samenhangende bandering van de fysieke leefomgeving; 2. het vergroten van de bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving; 3. het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht; 4. het versnellen en verbeteren van besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving.
De kosten bestaan voornamelijk uit de inzet van expertise op het gebied van processen en automatisering, en voor aanpassingen aan het zaaksysteem. De eigen inbreng in de procesverbetering zal in hoge mate tot het reguliere werk behoren.
17-41100 Bijwerken statisch archief (2017 € 26.400,--) Dit werk betreft het opschonen en herïnventariseren van het (papieren) archief. Archieven van 20 jaar en ouder moeten ingevolge de Archiefwet worden overgebracht naar een (openbare) archiefbewaarplaats. In ons geval het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHC-e). Aanvankelijk werd uitgegaan van 1980 t/m 1989 en daar is het budget van €25.600,- destijds ook op afgestemd. Door het project DMS is dit werk na toestemming van de toezichthouders (Provincie en RHC-e) niet opgepakt. Nu is de tijd daar om dat wel te doen. De periode verlengen naar 1995 is formeel logisch (na 20 jaar openbaar) maar ook praktisch omdat op deze periode t/m het jaar 1995 dezelfde vernietigingslijst van toepassing is. Aangezien hierdoor méér m1 archief over te dragen zijn, is er aanvullende budget nodig.
17-41101 Overgang naar digitaal archief (2017 € 102.900,--) Per april 2016 is het zaaksysteem operationeel. Het is de bedoeling dat vanaf dat moment er geen papieren dossiers meer worden opgebouwd maar dat alles zoveel mogelijk digitaal gaat plaats vinden. Daarnaast zijn medewerkers zelf verantwoordelijk voor het digitaal archiveren. In het kader hiervan dienen nog de volgende werkzaamheden uitgevoerd te worden: - opschonen van het dynamische papieren archief - het eventueel scannen van papieren dossiers die nodig zijn voor huidige werkzaamheden - het digitaal archiveren vanaf invoering zaaksysteem tot aan de nieuwe werkwijze waarmee medewerkers dit zelf doen.
Pagina 33 van 34
17-41102 Doorontwikkelen zaaksysteem (2017 € 25.000,-- / 2018 € 25.000,--) Het zaaksysteem Verseon kent een eerste integrale oplevering in april 2016 op basis van alle zaaktypen die omgedacht zijn. Daarmee worden alle externe en interne processen van de gemeente Someren digitaal in 1 zaaksysteem uitgevoerd. Het bedrag voor de doorontwikkeling wordt ingezet om de processen verder te automatiseren en voor verbetering van de functionaliteit voor de gebruikers. Dit zijn specialistische technische aanpassingen waarvoor we externe partijen nodig hebben. Door deze aanpassingen kan extra efficiency worden behaald en de kwaliteit verbeterd worden. Het voorstel is om deze kosten ten laste van de reserve automatisering te brengen.
Pagina 34 van 34