REGIO RIVIERENLAND
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Ontwikkelingen beroepsbevolking Ontgroening en vergrijzing Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Potentiële beroepsbevolking per gemeente Vergrijzing en verwachte uitstroom 2013-2023 Ontwikkeling percentage 55-plussers
4
Werkgelegenheid en werkloosheid Verdeling werkgelegenheid over branches Aandeel Zorg en Welzijn in totale werkgelegenheid Ontwikkeling aantal werknemers per branche Flexibele contracten per branche Vacatures per opleidingsniveau Niet-werkende werkzoekenden per gemeente Toename aantal nieuwe WW-uitkeringen
6
Mobiliteit Instroom per branche Uitstroom per branche
10
Onderwijs Instroom opleidingen Zorg en Welzijn Indicatie kans op werk Aantal gediplomeerden
11
Prognose personeel Uitgangspunten bij de prognose Ontwikkeling arbeidsmarkt per kwaliKicatie Ontwikkeling arbeidsmarkt per branche
13
Bijlagen
16
2
WZW arbeidsmarktmonitor regio Rivierenland 2015 is samengesteld door Koster & van Hooren in opdracht van WZW. Neem voor meer informatie contact op met WZW:
026 - 389 89 83 of
[email protected]
Uitgave augustus 2015.
REGIO RIVIERENLAND
Voorwoord Voor u ligt de WZW arbeidsmarktmonitor regio Rivierenland 2015. Dit rapport is onderdeel van de vier regionale arbeidsmarktrapporten die WZW jaarlijks voor u uitbrengt. Zorg en welzijn is altijd al een dynamische sector geweest. De sector maakt momenteel een tijd van grote kentering en transitie door. WZW ziet het daarom als haar taak om u van relevante arbeidsmarktinformatie te voorzien. Zodat u handvatten heeft om een integraal en duurzaam personeelsbeleid te voeren.
De huidige ontwikkelingen en de daarmee gepaarde bezuinigingen hebben complexe arbeidsmarktproblematiek als gevolg. Naast de ontgroening en vergrijzing is er ook steeds meer vraag naar hoger geschoolde medewerkers. Over onder meer deze trends, ontwikkelingen in personeelsvraag in uw regio en de verdeling van werkgelegenheid geeft dit rapport u sturingsinformatie. Het geeft u een beeld van de sector Zorg en Welzijn, voor nu en in de toekomst. Kortom, het is een handig en effectief hulpmiddel bij het formuleren van uw strategisch beleid.
Enkel met goede informatie over onze arbeidsmarkt kunnen we gezamenlijk een evenwicht creëren voor onze sector. Ik hoop daarom dat u het maximale uit deze monitor haalt.
Arno Spitters
Directeur WZW
3
REGIO RIVIERENLAND
Ontwikkelingen beroepsbevolking De Nederlandse bevolking ontgroent en vergrijst. Ook in de regio Rivierenland neemt het aantal jongeren af en is er sprake van een sterke stijging van het aantal ouderen (Kiguur 1). De beroepsbevolking zal echter niet afnemen omdat de pensioenleeftijd wordt verhoogd, in elk geval tot 67 jaar in 2021. In Kiguur 2 en tabel 1 is daarom de ontwikkeling van de beroepsbevolking weergegeven tot en met 2021. De beroepsbevolking conform de internationale deKinitie omvat iedereen van 15 tot 75 jaar die werkt (werkzame beroepsbevolking) en iedereen die zonder werk is maar wel beschikbaar en op zoek is naar werk (werkloze beroepsbevolking). Uitgaande van deze internationale deKinitie zal de beroepsbevolking in de periode 2011-2021 in regio Rivierenland stijgen met 9% (Kiguur 2 en 3). De stijging is het sterkst in de gemeenten Zaltbommel, Neder-Betuwe, Neerijnen en Culemborg. In de rest van de regio is sprake van een gemiddelde stijging. Alleen in de gemeente Buren stijgt de beroepsbevolking maar heel licht (tabel 1).
Figuur 1 Ontgroening en vergrijzing 24%
Tabel 1 Omvang beroepsbevolking per gemeente 2011
2016
2021
trend
Buren
12354
12555
12808
4%
Culemborg
13186
13186
14803
12%
Geldermalsen
12190
12613
13225
8%
Lingewaal
5121
5313
5521
8%
Maasdriel
11584
11983
12436
7%
Neder-Betuwe
10217
10812
11473
12%
5524
5838
6219
13%
Tiel
20632
21343
22231
8%
Zaltbommel
12283
13224
14135
15%
Totaal regio
103091
107594
112851
9%
Neerijnen
Figuur 2 Omvang beroepsbevolking 125.000
Jonger dan 15 jaar 65 jaar en ouder
21%
117.500
18%
110.000
15-75 jaar
Figuur 3 Trend beroepsbevolking 2011-2021 (Benchmark vergelijking met andere regio’s)
16% 12% 15%
102.500
12%
95.000
4
2010
2015
2020
9% 12% 2011
2016
2021
REGIO RIVIERENLAND
Ontwikkelingen beroepsbevolking In Kiguur 1 was zichtbaar dat de vergrijzing in de regio Rivierenland toeneemt. Wat betekent dit als we speciKiek inzoomen op het personeel per sector in de regio? De kleuren van de balkjes in Kiguur 4 geven aan hoe sterk de sectoren vergrijsd zijn in de regio. Sterk vergrijsde sectoren zijn Onderwijs en Overheid. De vergrijzing in Zorg en Welzijn is bovengemiddeld. Figuur 5 laat zien dat het aantal 55-plussers in alle branches van Zorg en Welzijn toeneemt. Vanwege de omvang van de sector is de impact van de vergrijzing voor Zorg en Welzijn bijzonder groot. Tot 2023 zullen zo'n 2.500 werknemers in Zorg en Welzijn de arbeidsmarkt in de regio Rivierenland vanwege hun leeftijd verlaten (Kiguur 4).
Figuur 4 Mate van vergrijzing en verwachte uitstroom door leeftijd
Figuur 5 Percentage 55-plussers naar branche, 2012 en 2014 30%
2012
2014
20%
10%
naar sector, projectie 2013-2023*
onv. gegevens
Overige dienstverlening 0%
Horeca en catering Financiële instellingen
ZKH
V&V
Thuiszorg
GGZ
30%
Landbouw, bosbouw en visserij Bouwnijverheid Vervoer en telecom
20%
Onderwijs Overheid Handel en reparatie
10%
Zakelijke dienstverlening Industrie
onv. gegevens
Zorg en welzijn 0 Niet vergrijsd
Gemiddeld
0% 500 1.000 1.500 2.000 2.500 Vergrijsd
Sterk vergrijsd
* Uitleg: de lengte van de balken geeft het aantal medewerkers aan dat uitstroomt vanwege leeftijd; de kleur van de balken geeft aan hoe sterk de sector vergrijsd is.
5
REGIO RIVIERENLAND
GHZ
Welzijn
Jeugdzorg
KOV
Werkgelegenheid en werkloosheid Zorg en Welzijn is een belangrijke sector voor de werkgelegenheid in de regio Rivierenland. De sector neemt 12% van alle banen in de regio voor haar rekening (Kiguur 7). De grootste branche binnen Zorg en Welzijn is Verpleging en Verzorging met 33% van alle banen (Kiguur 6). Ten opzichte van de andere regio’s is de branche Thuiszorg relatief groot met 25% van de banen. In de andere regio’s ligt dit percentage tussen 12 en 21%.
Zorg haakt niet aan bij groeiende economie “De economische opleving gaat grotendeels aan de zorg voorbij. Bezuinigingen en stelselwijzigingen zorgen voor een trendbreuk in de uitgavenontwikkeling. Terwijl de uitgaven aan zorg zeer beperkt groeien, zullen de zorgvolumes in 2015 en 2016 krimpen.”
Figuur 6 Verdeling werkgelegenheid over branches
Uit: Robuuste groei in meeste sectoren, ING Economisch Bureau, augustus 2015
zorg en welzijn, 2014
Figuur 7 Aandeel zorg en welzijn in totaal aantal banen, 2014
(Benchmark vergelijking met andere regio’s)
15% 17% 12% 26% 6
REGIO RIVIERENLAND
Werkgelegenheid en werkloosheid “Zorg haakt niet aan bij groeiende economie” volgens ING Economisch Bureau. Figuur 8 laat de krimp van de afgelopen jaren zien. In bijna alle branches (behalve Thuiszorg en Gehandicaptenzorg) is er een daling in het aantal werknemers zichtbaar.
Figuur 8 Aantallen werknemers in Zorg en Welzijn per branche, 2012-2014* ZKH
GGZ
Thuiszorg
V&V
1.600
2.500
2.200
50
1.500
2.440
2.080
40
1.400
2.380
1.960
30
1.300
2.320
1.840
20
1.200
2.260
1.720
10
1.100
2.200 2012
2013
2014
2012
GHZ
2013
2014
1.600
0 2012
Welzijn
2013
2014
Jeugdzorg
300
50
1.000
700
260
40
900
600
220
30
800
500
180
20
700
400
140
10
600
2012
2013
2014
100
2012
2013
2014
0
2012
2013
2013
2014
KOV
800
300
2012
2014
500
2012
2013
2014
* Onder werknemers worden ook gerekend: medewerkers met een nul-uren contract of een min-max contract en artsen die in dienst zijn van een instelling.
7
REGIO RIVIERENLAND
Werkgelegenheid en werkloosheid Figuur 9 Percentage flexibele contracten, 2012 en 2014* 40%
2012
Figuur 10 Vacatures naar opleidingsniveau, januari-april 2015
2014
30%
20%
10% onv. gegevens
0%
ZKH
V&V
Thuiszorg
GGZ
40%
30%
20%
10% onv. gegevens
0%
GHZ
Welzijn
Jeugdzorg
KOV
Voor een completer beeld van de werkgelegenheid worden in Kiguur 10 de recente vacatures beschreven naar opleidingsniveau. De Kiguur laat zien dat er geen vacatures beschikbaar zijn onder MBO-3 niveau. In Zorg en Welzijn wordt van oudsher veel met Klexibele contracten gewerkt. Het aandeel Klexibele contracten is sinds 2012 in de Ziekenhuizen en in de Verpleging en Verzorging echter afgenomen (Kiguur 9).
* Flexibele contracten zijn bedoeld voor de categorie oproepkrachten (medewerkers met nul-uren contracten); een min-max contract wordt beschouwd als een vast contract.
8
REGIO RIVIERENLAND
Werkgelegenheid en werkloosheid Hoewel veel overheidsmaatregelen, bedoeld om de groeiende kosten voor de zorg beheersbaar te houden, pas per 1 januari 2015 zijn doorgevoerd, waren zorginstellingen hier al jaren op aan het voorsorteren. Veel zorginstellingen hebben tijdelijke contracten niet verlengd, personeel moeten ontslaan of waren zelfs genoodzaakt hun deuren te sluiten (uit: UWV Zorg Sectorbeschrijving, 16 juni 2015). Figuur 11 laat dan ook zien dat het aantal nieuw aangevraagde WW-uitkeringen sinds 2012 is gestegen. In de regio Rivierenland gaat het om een toename van 73% (van 574 in 2012 naar 991 in 2014). Ook de economische recessie zorgt nog steeds voor een stijging van het aantal NWW-ers. In de regio Rivierenland zijn er vooral in de gemeente Tiel veel niet-werkende werkzoekenden. In Neerijnen is het aandeel NWW-ers het laagst.
Figuur 11 Toename van nieuwe WW-uitkeringen t.o.v. 2012 Zorg & Welzijn Nederland Zorg & Welzijn Regio Rivierenland Alle sectoren Regio Rivierenland
90% 75% 60% 45% 30% 15%
Figuur 12 Niet-werkende werkzoekenden per gemeente, februari 2015
2013
2014
Figuur 13 Toename van nieuwe WW-uitkeringen 2012-2014 Culemborg
(Benchmark vergelijking met andere regio’s)
Buren Neder-Betuwe
Geldermalsen
84%
Tiel
51%
Lingewaal Neerijnen Zaltbommel Maasdriel
9
10% of meer 8% tot 10% 6% tot 8% minder dan 6%
73% 50% REGIO RIVIERENLAND
Mobiliteit Figuren 14 en 15 laten zien dat de uitstroom de instroom overtreft bij met name instellingen in de Thuiszorg. De rode balken in Kiguur 15 geven de uitstroom uit de sector weer. Dat is inclusief de uitstroom richting werkloosheid. Niet alle werklozen vinden weer werk in de sector Zorg en Welzijn. Uit landelijke gegevens van het UWV blijkt dat zij ook weer werk vinden in sectoren zoals Onderwijs en Financiële en Zakelijke dienstverlening (Zorg, sectorbeschrijving, UWV, 16 juni 2015).
Figuur 14 Instroom per branche naar herkomst, 2014
Figuur 15 Uitstroom per branche naar bestemming, 2014
ZKH
ZKH
V&V
V&V
Thuiszorg
Thuiszorg
GGZ
GGZ
GHZ
GHZ
Welzijn
Welzijn
Jeugdzorg
Jeugdzorg
KOV
KOV 0
120
240
360
480
600
Binnen de branche Binnen sector Z&W Herintreder Buiten sector Z&W (o.a. uit opleidingen)
10
0
120
240
360
Binnen de branche Binnen sector Z&W Buiten sector Z&W (incl. werkloosheid) Pensioen
REGIO RIVIERENLAND
480
600
Onderwijs Figuur 16 laat een redelijk stabiel beeld zien van de instroom in MBO-BOL opleidingen in Zorg en Welzijn. Ook de instroom in de HAN is redelijk stabiel voor zowel de opleidingen in de Gezondheidszorg als voor de opleidingen in Gedrag en Maatschappij. Wat betreft MBO-opleidingen is er informatie beschikbaar over de kans op werk als een leerling een bepaalde opleiding afrond (van stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven). Alleen verpleegkundigen niveau 4 hebben in de regio Rivierenland nog goede kansen op werk. Over HBO-opleidingen is uit landelijke gegevens bekend dat vooral verpleegkundigen niveau 5 goede kansen hebben (Zorg, sectorbeschrijving, UWV, 16 juni 2015).
Tabel 2 Indicatie kans op werk MBO-opleidingen,
instroom in 2015 Goede/voldoende kansen: Verpleegkundige (niveau 4)
Figuur 16 Instroom opleidingen Zorg en Welzijn, 2011-2013 ROC Rivor
Matige kansen:
HAN
500
Verzorgende (niveau 3)
3.200
Pedagogisch medewerker jeugdzorg (niveau 4) Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg (niveau 4)
400
2.560
Persoonlijk begeleider specifieke groepen (niveau 4)
300
1.920
Geringe kansen: Zorghulp (niveau 1)
200
1.280
Helpende (niveau 2) Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3)
100
640
Pedagogisch medewerker kinderopvang (niveau 3) Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (niveau 4)
0
2011
2012
MBO - BBL MBO - BOL
11
2013
0
Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (niveau 4) 2011
2012
2013
HBO - Gezondheidszorg HBO - Gedrag en maatschappij
REGIO RIVIERENLAND
Sociaal Cultureel Werker/CMV'er (niveau 4)
Onderwijs Tabellen 3 en 4 geven het aantal gediplomeerde weer van het ROC Rivor (meest recente cijfers uit 2014) en van de HAN (meest recente cijfers uit 2013). In de regio studeren relatief veel helpenden, HBOverpleegkundigen, maatschappelijk werkers, pedagogen en sociaal pedagogische hulpverleners af.
Tabel 4 Gediplomeerden Hogeschool van Arnhem
en Nijmegen, 2013 GEZONDHEIDSZORG Opleiding tot Verpleegkundige
ZORG Zorghulp
16
Helpende
325
Verzorgende
41
Verpleegkundige
49
Medewerker maatschappelijke zorg
16
Persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg
10
Pedagogisch medewerker kinderopvang
16
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
12
26
Physician Assistant
25
Medische Hulpverlening
11
Opleiding tot Fysiotherapeut
132
Opleiding voor Ergotherapie
103
Opleiding voor Logopedie
113 45
Voeding en Dietetiek
114
Sport, Gezondheid en Management
127
Management in de Zorg
67
GEDRAG EN MAATSCHAPPIJ Creatieve Therapie
WELZIJN
Pedagogisch medewerker jeugdzorg
Advanced Nursing Practice
Mondzorgkunde
Tabel 3 Gediplomeerden ROC Rivor, 2014
208
Sport en Bewegingseducatie
73
Culturele en Maatschappelijke Vorming
71
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
5 15
212
Social Work
11
Human Resource Management
56
Pedagogiek
292
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
435
Toegepaste Psychologie
REGIO RIVIERENLAND
121
32
Prognose personeel In de tabellen 5 en 6 worden de prognoses gepresenteerd van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor Zorg en Welzijn voor de periode 2014-2019. De prognoses zijn opgesteld door RegioPlus. Deze cijfers betreffen een grotere regionale schaal (regio Zuidwest Gelderland, dit zijn WZW regio’s Nijmegen en Rivierenland) omdat de aantallen te klein zouden worden voor een betrouwbare prognose. Over het algemeen zijn er nog veel overschotten in 2015 en 2016. In de periode daarna komt er langzaam een kentering. De zorgvraag wordt complexer waardoor het niveau van de zorgverlener ook hoger moet zijn. Momenteel is er al een tekort aan HBO-verpleegkundigen en dit tekort zal in de komende jaren alleen nog maar toenemen. Ook zal de vraag stijgen naar MBO-4 verpleegkundigen, hetgeen zichtbaar wordt in een toenemend tekort vanaf 2016. Na 2017 zal het overschot aan verzorgenden omslaan naar een tekort. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een afname van MBO-studenten die door beeldvorming over slechte arbeidsperspectieven in de zorg minder vaak een opleiding in de zorg zullen gaan kiezen. Er is een relatief groot overschot aan pedagogen op HBO niveau en het overschot blijft constant. Dit heeft onder meer te maken met de vrij hoge HBO-uitstroom van deze beroepsgroep.
Tabel 5 Ontwikkeling arbeidsmarkt per kwalificatie, 2015-2019* Aantal werknemers
Trend
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2015-2019
Verpleegkundige, HBO
2.530
-10
-40
-40
-70
-90
-1,6%
Verpleegkundige, MBO-4
6.980
50
-10
-20
-20
-40
-0,1%
Verzorgende
5.610
210
90
10
-70
-100
0,5%
Sociaal pedagogisch hulpverlener
1.840
120
80
70
70
20
4,1%
Pedagogiek, HBO
460
80
80
90
100
90
21,8%
Maatschappelijk werk en dienstverlening
730
60
50
40
20
10
5,1%
Culturele en maatschappelijke vorming
180
10
10
0
0
0
2,1%
Pedagogisch werker, MBO-4
830
60
0
-30
-10
-110
-1,6%
Pedagogisch werker, MBO-3
440
130
130
90
90
50
29%
Sociaal cultureel werk
60
10
0
0
0
0
3,6%
Sociaal dienstverlener
80
0
10
0
0
0
1,8%
Medew. maatschappelijke zorg, MBO-4
1.540
70
40
50
30
20
2,8%
Medew. maatschappelijke zorg, MBO-3
500
50
40
30
30
20
6,3%
Volgend jaar is er nog nauwelijks een overschot aan pedagogisch werkers op MBO-niveau 4. Het tekort aan deze pedagogen vertoont na volgend jaar overigens een vrij grillig verloop en stijgt sterk na 2018. Hierin speelt mee dat er een verschuiving wordt verwacht in de vraag naar pedagogisch werkers van niveau 3 naar niveau 4. Gemiddeld neemt het overschot aan pedagogisch werkers met niveau 3 dan ook toe met maar liefst 29% gemiddeld.
13
Overschot en tekort op de arbeidsmarkt
REGIO’S RIVIERENLAND & NIJMEGEN
* Het percentage dat bij de trend is aangegeven leest men als volgt (voorbeeld): tussen 2015 en 2019 neemt het tekort aan HBO-verpleegkundigen toe met gemiddeld 1,6%. Daarnaast neemt het overschot aan HBO-pedagogen in die periode toe met gemiddeld 21,8%. Voor een nadere toelichting op de berekening van de prognoses zie bijlage 4.
Prognose personeel Tabel 6 Ontwikkeling arbeidsmarkt per branche, 2015-2019 Aantal werknemers
Overschot en tekort op de arbeidsmarkt
Trend
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2015-2019
Ziekenhuizen
16.090
100
20
10
-30
-60
0,0%
GGZ
2.270
50
30
30
20
10
1,3%
VVT
11.640
380
220
140
60
20
1,5%
Gehandicaptenzorg
4.000
160
110
110
90
50
2,7%
Overige zorg
5.120
40
30
20
20
10
0,5%
Zorg totaal
39.110
730
420
300
160
20
0,9%
WMD
1.930
100
70
50
40
0
3,0%
Jeugdzorg
550
30
20
20
20
10
3,9%
Kinderopvang
2.190
210
160
90
110
-10
5,5%
WJK totaal
4.670
330
250
160
170
0
4,3%
Zorg en WJK
43.780
1.070
660
460
330
20
1,2%
14
REGIO’S RIVIERENLAND & NIJMEGEN
In tabel 5 was te zien dat er gaandeweg tekorten zullen ontstaan aan personeel voor speciKieke functies in Zorg en Welzijn. Dit is deels ook zichtbaar op brancheniveau (tabel 6). De overschotten worden kleiner. Gemiddeld genomen is deze trend sterker bij branches in de zorg dan bij branches in welzijn. Ziekenhuizen zullen na 2017 te maken hebben met een tekort aan personeel dat zich op de arbeidsmarkt aanbiedt. Ook in de Kinderopvang word verwacht dat er een tekort zal optreden, zij het pas na 2018. De aantrekkende economie zal meer mensen naar de arbeidsmarkt trekken, waardoor er meer behoefte ontstaat aan kinderopvang.
Bijlagen Bijlage 1: Bronnen Tabel 1 Provincie Gelderland/PRIMOS ABF, Beroepsbevolking 1996-2050 Figuur 1 Provincie Gelderland/PRIMOS ABF, Beroepsbevolking 1996-2050 Figuur 2 Provincie Gelderland/PRIMOS ABF, Beroepsbevolking 1996-2050 Figuur 3 Provincie Gelderland/PRIMOS ABF, Beroepsbevolking 1996-2050 Figuur 4 UWV, Regio in beeld 2014 Figuur 5 PFZW, uitvraag data door WZW, juli 2015 Figuur 6 PFZW, uitvraag data door WZW, juli 2015 Figuur 7 CBS, Statline, juni 2015 Figuur 8 PFZW, uitvraag data door WZW, juli 2015 Figuur 9 PFZW, uitvraag data door WZW, juli 2015 Figuur 10 Werkeninzorgenwelzijn.nl, mei 2015 Figuur 11 UWV, uitvraag data door WZW, mei 2015 Figuur 12 UWV, Regio in beeld 2014 Figuur 13 UWV, uitvraag data door WZW, mei 2015 Figuur 14 PFZW, uitvraag data door WZW, juli 2015 Figuur 15 PFZW, uitvraag data door WZW, juli 2015 Figuur 16 Dienst Uitvoering Onderwijs, Ministerie van OCW, Databestanden Onderwijs Tabel 2 Kansopwerk.nl, mei 2015 Tabel 3 Dienst Uitvoering Onderwijs, Ministerie van OCW, Databestanden Onderwijs Tabel 4 Dienst Uitvoering Onderwijs, Ministerie van OCW, Databestanden Onderwijs Tabel 5 RegioPlus, Regioportretten Zuid-West Gelderland en Midden-Gelderland 2014-2015 Tabel 6 RegioPlus, Regioportretten Zuid-West Gelderland en Midden-Gelderland 2014-2015
15
REGIO RIVIERENLAND
Bijlagen Bijlage 2: Begrippenlijst CBS Centraal Bureau voor de Statistiek BBL Beroeps Begeleidende Leerweg BOL Beroeps Opleidende Leerweg CMV Culturele en Maatschappelijke Vorming MD Maatschappelijke Dienstverlening MMZ Medewerker Maatschappelijke Zorg NWW Niet-Werkende Werkzoekenden PFZW Pensioenfonds Zorg & Welzijn RegioPlus Stichting RegioPlus is het landelijk dekkend samenwerkingsverband van regionale werkgeversorganisaties voor zorg en welzijn SAW Sociaal Agogisch Werk SPH Sociaal Pedagogische Hulpverlening UWV Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen VOV Verpleging, Opvoedkundig en Verzorgend VVT Verpleeghuiszorg, Verzorgingshuiszorg en Thuiszorg WMD Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening
16
REGIO RIVIERENLAND
Bijlage 3: Regio indeling Regio Arnhem Arnhem Doesburg Duiven Lingewaard Overbetuwe Renkum Rheden Rozendaal Rijnwaarden Westervoort Zevenaar Regio Rivierenland Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel
Regio Nijmegen Beuningen Druten Groesbeek Heumen Millingen aan de Rijn Mook en Middelaar Nijmegen Ubbergen West Maas en Waal Wijchen Regio Ede Barneveld Ede Nijkerk Renswoude Rhenen Scherpenzeel Veenendaal Wageningen
Bijlagen Bijlage 4: Toelichting bij prognose personeel Het doel van de prognoses is niet om toekomstige tekorten of overschotten aan personeel exact te voorspellen. RegioPlus zegt daarover: "Door het grote aantal veranderingen in de sector zijn de gevolgen voor de omvang en samenstelling van de toekomstige werkgelegenheid echter lastig aan te geven. Daarbij komt dat het toekomstige gedrag van werkgevers, werknemers en overige stakeholders eveneens met onzekerheden omgeven is. In de prognoses die (..) worden gepresenteerd, zijn voor deze onzekerheden aannames gemaakt. Uiteraard moet daarmee rekening gehouden worden bij de interpretatie van de regionale prognoses.” De prognoses zijn wel bedoeld om een eerste inzicht te geven in de toekomstige arbeidsmarktsituatie in de sector Zorg en Welzijn . Op basis van deze inzichten kunnen de diverse actoren het arbeidsmarktbeleid verder vormgeven, zodat vraag en aanbod van personeel beter op elkaar aansluiten.
17
Bij het opstellen van de prognoses zijn aannames gemaakt over de volgende onzekerheden: • Er wordt uitgegaan van het zogenoemde 'minder vraag naar personeelscenario": verwacht wordt dat de werkgelegenheid in Zorg en Welzijn nog zal blijven dalen tot 2017. • Het aandeel niet-VOV-personeel zal afnemen: het is de verwachting dat bij de bezuinigingen in Zorg en Welzijn primaire processen worden ontzien. De uitbreidingsvraag voor VOV-personeel zal daarom over het algemeen groter zijn dan de uitbreidingsvraag voor het overige personeel. • De vraag naar hogere kwaliKicatieniveaus zal toenemen: de algemene trend is dat de extramuralisering en ambulantisering een vraag naar hogere kwaliKicatieniveaus tot gevolg heeft. • De vraag naar lagere kwaliKicatieniveaus (vooral op niveau 1 en niveau 2) neemt af: door bezuinigingen en de visie dat cliënten meer zelf moeten gaan organiseren in hun sociale systeem, verdwijnt een deel van de laagcomplexe zorg. Deze verschuift naar mantelzorgers en vrijwilligers en naar de particuliere markt. • De instroom van nieuwe mensen vanuit het onderwijs zal na 2017 afnemen: De oorzaak van deze terugval is een afname van het aantal leerlingen dat aan een zorg- en welzijnsopleiding begint. De verslechterde arbeidsmarktperspectieven in Zorg en Welzijn ten opzichte van enkele jaren geleden zijn een belangrijke verklaring voor deze trend. • Het is niet mogelijk prognoses te maken voor niveaus 1 en 2: er kan geen gebruik worden gemaakt van historische trends omdat - anders dan voorheen - zorgberoepen op niveau 1 en 2 door minder intreders op de arbeidsmarkt gekozen (kunnen) worden. Inmiddels zijn er ook organisaties in de huishoudelijk zorg actief die niet tot de zorgsector gerekend worden (zoals schoonmaakbedrijven). Het is daardoor lastig om een goed beeld te krijgen van het totaal aantal werkzame personen op de niveaus 1 en 2.
REGIO RIVIERENLAND