Inhoudelijk verslag onderzoek The Image of Wageningen
123
Projectgegevens Titel
The Image of Wageningen en aanvullende resultaatverspreiding
Contactpersoon Organisatie
Mathilde Peen Buro Room Rijklof van Goensstraat 1 2593 EE Den Haag +31 (0)6 19652577
[email protected] www.buroroom.nl
Projectuitvoering Plaats projectuitvoering
ir. M. Peen - Buro Room ir. R. Berendsen - Buro Room ir. B. Claassen - Buro Room R. Patings - Buro Room Buro Room, Den Haag
Met medewerking van
A. Janssen - Anja Janssen 2D/3D ontwerp H. Kuijpers - Landschapsarchitect E. Van Gyseghem - Gemeente Wetteren (B) V. Notte - Gemeente Wetteren (B) F. Arents - Gemeente Wetteren (B) R. Vorobjev - Gemeente Wetter (D) H. Rühling - Gemeente Wetter (D) B. Gräfen-Loer - Gemeente Wetter (D) M. Van den Wijngaart - Gemeente Wageningen J. Van Wijk - Gemeente Wageningen A. Rommerts - Gemeente Wageningen H. Den Ouden - Wageningen Monumentaal L. Ter Zee - Wageningen Monumentaal H. Harsema - Uitgeverij Blauwdruk / Ahoi Architectuurcentrum H. Preston - First Aid for Text V. Krauch - Vertaalbureau Verena Krauch Neckargemund (D) J. Wilbanks - RRM Design Group California US Z. Zhifeng - CAUP Beijing University of Technology A. Dankaart-Steenblik - Gemeente Barneveld W. Nijboer - Gemeente Barneveld T. Hendriks - Gemeente Eersel & Reusel de Mierden (regio De Kempen)
Duur projecten
01 augustus 2011 - 30 september 2013
STEDENBOUW · LANDSCHAP · ARCHITECTUUR
© 2013 Buro Room Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden(n) op het auteursrecht.
2
Dit is een inhoudelijk verslag van het ontwerpend onderzoek The Image of Wageningen en een aanvullende opdracht voor resultaatverspreiding. Een onderzoek dat is gestart vanuit de probleemanalyse dat het stedenbouwkundig ontwerp binnen kleine tot middelgrote gemeenten meer en meer zijn functie verliest als instrument voor het maken van ruimtelijke en programmatische keuzes. Zonder goede regie is het niet goed mogelijk om visies over een lange periode vast te houden. Juist in een tijd waarin vooruitdenken en duurzaamheid hoog in het vaandel staan, lijkt de publieke stedenbouw als ‘vak van de lange adem’ buiten spel gezet. Hierdoor verdwijnt bij de overheid inhoudelijk de objectieve kennis van mogelijke oplossingsrichtingen van vraagstukken in de ruimtelijke ordening. Dit heeft als gevolg dat potentiële ruimtelijke kwaliteit niet wordt benut en dat kansen voor innovatieve aansturing worden gemist. In een onderzoeksperiode van augustus 2011 tot en met juni 2013 is getracht antwoord te geven op de volgende 3 centrale onderzoeksvragen: 1) Hoe kan de meerwaarde van het stedenbouwkundig ontwerp in de lokale ruimtelijke ontwikkeling weer aan het licht worden gebracht? 2) Via welke strategie en met welk instrumentarium kan deze meerwaarde verankerd worden in de actuele ruimtelijke ordening? 3) En hoe geeft dit invulling aan het publieke opdrachtgeverschap van kleine en middelgrote gemeenten? Op de volgende pagina’s vindt u een beknopt verslag van deze zoektocht. Een woord van dank gaat uit naar het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Uitgeverij Blauwdruk en alle hiernaast genoemde adviseurs, lokale deskundigen, auteurs en beeldleveranciers, die dit onderzoek mede mogelijk hebben gemaakt. De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in de Kleine Gemeente(s)gids met bijbehorende digitale animatie, en in Dossier Small Town Urbanism in ‘Scape International Magazine for Landscape Architecture and Urbanism. De publicaties zijn vanaf december 2013 bij Buro Room en Uitgeverij Blauwdruk verkrijgbaar.
3
Onderwerp van onderzoek is de gemeente Wageningen. Zij is hierin exemplarisch voor kleinere gemeenten die het niet ontbreekt aan ambities wat betreft de kwaliteit van de leefomgeving, maar die te weinig capaciteit, middelen, kennis of kunde hebben om vorm te geven aan ruimtelijke kwaliteit op stedenbouwkundig niveau. Het belang en de opzet van het project is tweeledig. Enerzijds is invulling gegeven aan de rol van de stedenbouw waardoor het ruimtelijke en programmatische potentieel van de stad is blootgelegd. Wageningen bestaat in 2013 750 jaar. Een mooi moment om de onderbelichte kwaliteiten van de stad inzichtelijk te maken zodat deze kunnen worden ingezet bij de structurele herstructeringsopgave die de kleine stad kenmerkt. Dit onderzoeksonderdeel laat de meerwaarde van samenhangende stedenbouw zien. Parallel aan dit ontwerpend onderzoek is het palet aan mogelijke stedenbouwkundige instrumenten geïnventariseerd dat ingezet kan worden in de praktijk. Zo kunnen kleinere gemeenten ook daadwerkelijk op ruimtelijke kwaliteit sturen. Hierbij is geleerd van de praktijk bij stedenbouwkundige diensten van de kleinere gemeenten Wetteren aan de Schelde (B), en Wetter aan de Ruhr (D). Daarnaast van ‘best practices’ uit regio de Kempen in Noord-Brabant, Barneveld als regiogemeente van Wageningen, kleine gemeenten in de Central Valley of California (VS) en kleine steden in de dynamische regio van Beijing in China.
8
10
7
11
9
12
Legenda
0
200
400
Bebost stuwwallandschap Wageningse Eng Oeverwallenlandschap Uiterwaardenlandschap Veenontginningslandschap Broekontginningslandschap
600 Meter
Figuur 1: Verschillende landschappen om de stad
4
Onderzoeksproces Een rapportage
De eerste onderzoeksfase bestond uit een stedenbouwkundige analyse van Wageningen en actuele planvorming in de gemeente. Hierbij zijn kernkwaliteiten en typologische kenmerken opgespoord die van belang zijn bij kwaliteitsbewaking. Hierbij zijn vijf gebiedskenmerkende thema’s verbeeld en verwoord die bepalend zijn voor de vorm en functie van de stad en haar stedenbouwkundige elementen; voor Wageningen als kennisstad binnen de regio Food Valley, als groene landschapsstad, als woonstad, waterstad en als verbonden stad. Deze thema’s zijn uitgewerkt naar de manier waarop deze door inwoners van Wageningen worden beleefd en de wijze waarop bestaande kwaliteiten vanuit stedenbouwkundig perspectief gekoesterd, of doorontwikkeld kunnen worden. In een tweede fase zijn de stedenbouwkundige situatie en kwaliteitszorg in Wetter (D) en Wetteren (B) onderzocht. In werkateliers hebben stedenbouwkundig ambtenaren van de betreffende diensten toegelicht hoe en binnen welke organisatiestructuur zij in Noord Rijn-Westfalen en Vlaanderen opereren en welke instrumenten hen ter beschikking staan. In fase drie zijn de eerder benoemde vijf hoofdthema’s verder uitgewerkt in ruimtelijke en functionele elementen die in hun onderlinge compositie ruimtelijke kwaliteit (gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde) bepalen. Op het niveau van de stad als geheel, haar netwerken en openbare ruimtes, clusters van kavels en gebouwde vormen. In totaal zijn er 40 driedimensionale bouwstenen opgetekend die elk gevormd zijn volgens een eigen systeem van stedenbouwkundige principes. Fase vier stond in het teken van de uitwerking van het instrumentenpalet. Er is een uitgebreid overzicht opgezet van planvormen, stedenbouwkundige voorschriften en organisatorische modellen waarmee kwaliteitszorg kan worden ingericht. Dit overzicht is in de context geplaatst van het systeem van (publiekrechtelijke) ruimtelijke ordening zoals we dat de afgelopen eeuwen in Nederland kennen of gekend hebben, als ook in het Belgische en Duitse systeem. In aanloop naar de nieuwe Omgevingswet zijn hier een aantal aanbevelingen gedaan die in de beoogde afwegingsvrijheid van gemeenten een rol zouden kunnen spelen. Relevante plannen die Wageningen de afgelopen 200 jaar lokaal gevormd hebben, zijn ook opgenomen in dit overzicht. In de laatste onderzoeksfase zijn alle onderzoeksbevindingen vastgelegd in de Kleine Gemeente(s)gids. Deze gids bestaat uit een deel A Stadsbiografie ruimtelijke Kwaliteit dat verbeeldt en verwoordt ‘waar voor gezorgd zou moeten worden’, deel B Instrumentenpalet kwaliteitszorg over ‘hoe dat zou kunnen gebeuren’, en een deel C Collega’s aan het woord, waarin ervaringen en aanbevelingen van (buitenlandse) collega’s zijn opgenomen. Deel C is het resultaat van een aanvullende opdracht tot resultaatverspreiding van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Deze persoonlijke verhalen zijn ook in ‘Scape Magazine (editie najaar ‘13) opgenomen. Als inleiding op de (hier en daar complexe) stedenbouwkundige theorie, is in de gids een korte Animatie opgenomen. Deze animatie probeert in een simpele boodschap het gat te dichten tussen de technische en politieke dimensies van stedenbouwkunde. Voor draagvlak moet het vak immers vooraleerst begrepen worden door een niet-stedenbouwkundige doelgroep, lokale bestuurders in het bijzonder. In een korte uitlegfilm worden de principes van de stedenbouw in een eenvoudige boodschap toegelicht. In dit verslag is als toelichting op de Kleine Gemeente(s)gids een indruk gegeven van de werkwijze in beeldmateriaal. Op de nevenstaande pagina en volgende pagina zijn bijvoorbeeld kaartbeelden opgenomen uit het hoofdstuk ‘Landschapsstad’ uit de Stadsbiografie. Elk hoofdstuk beschrijft in tekst en kaartbeelden de huidige situatie, de wijze waarop deze is ontstaan, en belicht in detail de ruimtelijke karakteristieken die handvaten bieden om stedenbouwkundige kwaliteit in Wageningen te bewaken of uit te bouwen.
5
16
19 14
15 18
13
17
20
Legenda
0
200
400
Steilrand Wageningse Berg Grebbedijk Diedenweg/Ritzema Bosweg Vestingpark Arboretum Laan Gezichtsbepalende boom Buitenplaats (Gelders Arcadië) Parkachtig wonen Parkachtig werken Stadslandbouw De Blauwe Bergen Sportlandschap
600 Meter
Figuur 2: Stadsranden en stadsgroen
In de kaartbeelden zijn 14 van de in totaal 40 relevante ruimtelijke eenheden aangegeven. Dit zijn iconen van het gezicht en de beleving van Wageningen, en belangrijke ruimtelijke componenten waar regie op kan worden gevoerd. Voor dit hoofdstuk zijn bijvoorbeeld opgetekend: 7) Veenontginningslandschap 8) Broekontginningslandschap 9) Oeverwallenlandschap 10) Bebost stuwwallandschap 11) Wageningse Eng 12) Uiterwaardenlandschap 13) Steilrand Wageningse Berg
14) Stadsrand Diedenweg 15) Vestingpark 16) Groenrand Nijenoord Allee (Blauwe Bergen) 17) Arboreta 18) Gezichtsbepalende bomen 19) Stadslandbouw 20) Stadion Wageningse Berg
6
Deze bouwstenen zijn weergegeven zoals in de voorbeelden in onderstaande figuren. Ze worden telkens begeleid door codes die verwijzen naar de wijze van kwaliteitszorg. Dit zijn de spreekwoordelijke ‘knoppen’ waar aan gedraaid kan worden. Variabelen, waarmee invloed uitgeoefend of gestuurd kan worden op ruimtelijke kwaliteit. Dit kunnen informele of formele instrumenten zijn, planvormen of voorschriften die zijn opgenomen in deel B, waarvan op de volgende pagina een fragment is weergegeven. Ook relevante duurzaamheidsaspecten komen hierin tot uitdrukking, zoals bijvoorbeeld compact bouwen, oriëntatie op zon of wind en gevelopeningen.
01
24
56
03
25
59
07
27
60
08
30
61
15
32
62
16
33
63
18
37
19
42
22
43
Figuur 3: #11 Wageningse Eng 07
Figuur 4: #21 Historisch centrum rondom de Hoogstraat
7
35
08
39
09
43
11
47
12
48
13
49
14
50
18
57
29
58
Figuur 5: Twee fragmenten uit Deel B - Kwaliteitszorg op stedenbouwkundig niveau
8
In de nevenstaande figuur is een fragment opgenomen van het instrumentenpalet uit deel B. Dit onderdeel van de gids bestaat uit 4 posters. Eén poster met een toelichting op de onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen, en 3 posters die het instrumentenpalet voor lokale kwaliteitszorg weergeven in Nederland (toegespitst op Wageningen), Vlaanderen (met informatie uit Wetteren) en Duitsland, Noord Rijn-Westfalen, de situatie in Wetter. Het fragment links toont in de kaart de reikwijdte (contouren) van planvormen gebruikt voor formele kwaliteitszorg in Wageningen en actuele projecten (nrs). In Wageningen zijn dit voornamelijk formele verordenende planinstrumenten. Daarboven een verbeelding van de huidige organisatie van de stedenbouwkundige dienst in de gemeente. In ‘blauw’ is de stedenbouwkundige vakexpertise aangegeven. Dit zijn gekwalificeerd stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten of architecten. Deze expertise bevindt zich op dit moment niet (of nauwelijks) binnen het ambtelijk apparaat. Wageningen betrekt hiervoor externe commissies. Foto: Roos Berendsen, Buro Room
Wetteren aan de Schelde. Wetteren is een kleine gemeente, kleiner dan Wageningen. Maar zij heeft 2 geregistreerd stedenbouwkundig ambtenaren in haar stedenbouwkundige dienst die direct het bestuur adviseren. In Vlaanderen is een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar verplicht bij gemeenten groter dan 10.000 inwoners. Foto: Roman Vorobjev, Gemeente Wetter (Ruhr)
Wetter aan de Ruhr is ongeveer even groot als Wetteren, maar kent zelfs een 4 à 5 koppige stedenbouwkundige dienst. Terwijl het totaal aantal ambtenaren niet veel meer dan de helft van Wageningen is. Wetter kent geen externe commissies die het bestuur adviseert.
9
In deel B zijn tevens conclusies en aanbevelingen opgenomen wat betreft het vormgeven van gemeentelijke kwaliteitszorg op verschillende niveaus. In onderstaande figuur zijn de belangrijkste conclusies beknopt samengevat.
Kwaliteitszorg via stedenbouwkundige planvormen • Nederland: meester in (krachteloze) plannen die wel grondgebieddekkend zijn, maar geen zwaartepunt hebben • Via bestemmingsplannen is overal een beetje regie. Verordeningen zijn gericht op punten, niet op structuren • Vlaanderen regelt met projectmatige RUP’s veel meer in detail met minder opgestapelde planvorming • Samenhang op stadsniveau vindt Wetteren in haar structuurplanning • Duitse collega’s werken met een slimme combinatie van 3 bindende plankaders voor verschillende gebieden • De Omgevingswet biedt gemeenten keuzevrijheid: hier kan geleerd worden van plankaders van de buren Kwaliteitszorg via stedenbouwkundige voorschriften • Bottom-line: duurzame stedenbouw is alleen geholpen met de meest noodzakelijke, gefundeerde voorschriften • Naar Duits voorbeeld: er kan meer worden gedaan met minder of flexibelere regels door ze slim te combineren • Minder aandacht voor beperkingen private kavels, meer proefopstellingen voor sturing op openbare ruimte Kwaliteitszorg via de organisatie van stedenbouwkundig advies aan bestuurders • Voor een degelijke kwaliteitszorg compacte relatie tussen stedenbouwkundige adviseur en bestuur van belang • Externe kwaliteitsteams hebben een minder sterke positie en invloed op planvorming dan interne adviseurs • In Vlaanderen is de stedenbouwkundig ambtenaar spilfiguur in de organisatie rondom de ruimtelijke ordening • Ambtelijke expertise delen is een interessante praktijkoplossing om ruimtelijke kwaliteit te borgen • Een ander voorbeeldmodel is een mengvorm van in- en externe samenwerking rondom expertise
Figuur 6: Focus op 3 niveaus van kwaliteitszorg: de belangrijkste conclusies & aanbevelingen
In onderstaande figuur is een fragment van het storyboard van de animatie opgenomen. Deze komt per 1 november via de website van Buro Room beschikbaar op http://www.buroroom.nl/pressroom. Bij de lancering van de kleine Gemeente(s)gids en de Scape zal het filmpje ook via andere digitale kanalen te bekijken zijn.
Een leefomgeving is meer dan een verzameling gebouwen, de ruimte tussen de gebouwen is minstens zo belangrijk
Figuur 7: De eerste scenes van de animatie volgens het principe ‘keep planning simple’.
10
Cahier (Dossier) Small Town Urbanism Ter afsluiting van dit verslag een korte inhoudsopgave van het Dossier (ca 10.000 woorden) dat wordt opgenomen in Scape International Magazine for Landscape Architecture and Urbanism. Het lezerspubliek van de Scape is breder dan alleen stedenbouwkundigen of ambtenaren, en het Dossier moet voor hen ook interessant zijn. Daarom hebben we er voor gekozen de actualiteit, problematiek en eigenheid van ‘stedenbouw in kleine steden’ nader te belichten. Algemener dus, dan alleen vanuit de scope van de gemeentelijke dienst, maar wel met dezelfde inhoudelijke context. Ook eens wat anders dan de metropolitane ‘best practices’ die we veelal vinden in internationale stedenbouwliteratuur. De resultaten van het onderzoek The Image of Wageningen vormen het hoofdartikel van het Dossier. Hierin aandacht voor het stedenbouwkundig ambt bij diensten in kleinere gemeenten in Nederland, Belgie en Duitsland. Vragen die o.a. aan de orde komen zijn: Waarom zou er speciale aandacht voor kleine gemeenten en kleine steden moeten zijn? Wat is de kracht en wat zijn de problemen van de lokale schaal? Wat is de werkcontext en binnen welke kaders valt er van collega’s te leren, ook in de internationale context? Wat zijn de opgaven waar de kleinere gemeenten voor staan en hoe gaan zij hiermee om? Daarnaast bestaat de special uit 4 portretten. Vier maal een persoonlijk verslag van een stedenbouwkundig ambtenaar van een kleine stad, waarin zij toelichten hoe zij inhoud geven aan hun vak in dienst van de stad, hoe zij positie verkrijgen in het werkveld, of zij voldoende expertise hebben en hoe zij als ervaringsdeskundige hun collega’s een tip mee zouden willen geven. • Stedenbouw in Wetteren (B) - Auteur: Els van Gyseghem, stedenbouwkundige ‘Wij zoeken een antwoord op de dualiteit tussen stedelijkheid en dorpse mentaliteit’ • Stedenbouw in Wetter (D) - Auteur: Roman Vorobjev, stedenbouwkundige ‘Op onze schouders ligt het hele spektrum aan stedenbouwkundige opgaven’ • Stedenbouw in Barneveld - Auteur: Mathilde Peen, Anouk Dankerts, Wim Nijboer, stedenbouwkundigen ‘Een stedenbouwkundige doe-gemeente die floreert in crisistijden’ • Stedenbouw in de Kempen - Auteur: Theo Hendriks, stedenbouwkundige ‘Ons verhaal van de Kempen’ Vervolgens ‘small town urbanism’ in Central Valley of California in de Verenigde Staten (ca 2.000 woorden). In Amerika is alles groot. Het lijkt erop dat de agenda van de gemiddelde stedenbouwer er op gericht is om de hele VS te veranderen in Manhattan. Niets is minder waar. Volgens Street Sense (CNU) zijn kleine steden in Amerika de ‘new frontier’ voor ruimtelijke ontwikkelingen. Hier worden groei en stedelijke vernieuwing op een natuurlijke manier gedreven door gemeenschapszin. De schaal van projecten is in verhouding tot de gemeente en een gezamenlijke onderneming, en daarmee kansrijk. Dit druist in tegen het algemene verhaal dat doorgaans wordt verteld over kleine en middelgrote steden: ‘Small towns are dying where they are not already dead. Everyone is moving to cities. The rural brain drain, goes on and on.’ Dit artikel focust op kleine steden in Central Valley of California, en beschrijft een aantal uitdagingen waar specifiek kleine gemeenten aldaar voor staan en daarnaast een serie stedenbouwkundige strategieën op lokaal of juist regionaal niveau, hoe hiermee om te gaan. John Wilbanks van RRM Design Group portretteert de situatie daar met sprekende voorbeelden. En als laatste de specifieke problematiek in kleine steden in de regio Beijing in China, door dr. Zhao Zhifeng van College of Architecture and Urban Planning, Beijing UT (ca 2.400 woorden). Deze problematiek ligt anders. Door de snelle economische groei verdwijnt het traditionele karakter van veel kleine Chinese steden. Dorpen worden in snel tempo opgeslokt door metropolen. Sinds 2003 hebben de onderzoekers van Beijing UT meer dan 20 kleine steden in de regio Beijing onderzocht. De karakteristiek en maat van kleinere steden spreekt bij Chinezen tot de verbeelding: Europese dorpen worden als inspiratiebron gebruikt voor nieuwe ontwikkelingen. In sommige andere steden is er duidelijk een verkeerde beoordeling van de schaal van bijv de openbare ruimte, die ontleent wordt aan voorbeelden in grote steden. Zo zijn er stadjes met lege pleinen van tienduizenden vierkante meters.
11