Inhoud. VVKSO Ondersteuning Informaticabeheer Beheer van een servergestuurd netwerk met Windows

Inhoud 14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.4.1 14.4.2 14.4.3 14.4.4 14.4.5 14.4.6 14.4.7 14.5 14.5.1 14.6 14.7

VVKSO

Het printerbeheer van Windows 2000...................................................................... 284 Hardware, software, server en netwerk .............................................. 284 Afdrukarchitectuur van Windows 2000 ............................................... 284 Afdrukken op het Internet ................................................................ 286 Een nieuwe printer operationeel maken.............................................. 287 Labo 92: De printer installeren .......................................................... 287 Een afdrukserver ............................................................................. 290 Labo 93: Delen van een bestaande printer op de server ....................... 291 Labo 94: Verbinden met een printer op afstand................................... 291 Labo 95: Rechten toekennen ............................................................ 293 Labo 96: Een printer controleren ....................................................... 294 Labo 96: Een printer publiceren in de Active Directory ......................... 295 Printerpooling ................................................................................. 297 Labo 97: Printerpooling .................................................................... 297 Labo 98: Afdruktaken plannen .......................................................... 298 Labo 99: Netwerkprinters ................................................................. 299

Ondersteuning Informaticabeheer

Beheer van een servergestuurd netwerk met Windows 2000 - 283

14

Het printerbeheer van Windows 2000

Windows 2000 kan naar een lokale of een netwerkprinter afdrukken en kan ook printers beschikbaar maken voor gebruik via het netwerk als afdrukserver. Het afdrukproces onder Windows 2000 maakt onderscheid tussen drie verschillende objecten.

14.1

Hardware, software, server en netwerk

Het afdruksysteem van het besturingssysteem Windows 2000 omvat drie onderdelen:

•

De afdrukapparaten of print device

In de Windows 2000-terminologie spreekt men niet van printers, maar van afdrukapparaten omdat toepassingen nooit rechtstreeks met deze hardware-printer communiceren. Dit afdrukapparaat is de werkelijke hardware die de afdruktaak uitvoert.

•

De afdruksoftware of printer, die afdrukverzoeken van toepassingen omzet in een vorm die de afdrukapparaten begrijpen. De ‘printer’ die een toepassing ziet, is een software-component die afdrukverzoeken vertaalt en de resulterende afdruktaak doorstuurt naar het juiste afdrukapparaat. De afdrukserver is een computer of netwerkcomponent die afdruktaken verwerkt en met het afdrukapparaat communiceert. Je kunt zelfs twee dezelfde afdrukapparaten (hardware-componenten) door maar één printer (software-component) laten aansturen. De eerste beschikbare printer drukt het huidige document af. Wanneer één printer meer dan één afdrukapparaat bedient, dan vormen deze afdrukapparaten een printerpool. De printer stuurt de af te drukken documenten naar het afdrukapparaat in de pool dat beschikbaar is.

•

De manier waarop het besturingssysteem afdrukt via het netwerk.

Als het afdrukapparaat is aangesloten op een andere computer in het netwerk, dan stuurt de netwerk-software het afdrukverzoek naar de computer waarop het afdrukapparaat is aangesloten. Deze computer stuurt het afdrukverzoek door naar het afdrukapparaat.

14.2

Afdrukarchitectuur van Windows 2000

Als een gebruiker vanuit een toepassingsprogramma wil afdrukken, krijgt deze te maken met de bovenstaande componenten. Het afdrukproces voor afdrukken in een netwerk ziet er als volgt uit: 1

Een afdruktaak wordt opgegeven binnen een toepassing en er wordt een bepaalde printer gekozen.

2

De grafische interface GDI (Graphics Device Interface) voorziet Windowsprogramma’s van één eenduidig systeem om grafische informatie aan de gebruiker te tonen. De GDI vertaalt de algemene afdrukverzoeken van de toepassing naar verzoeken die het printerstuurprogramma (Device Driver Interface) begrijpt. Als de printer een niet-Windows-computer is, vervangt een andere verzameling grafische routines de GDI.

3

Het printerstuurprogramma is de software-component die de algemene DDIaanroepen omzet in specifieke printeropdrachten die naar het afdrukapparaat worden gezonden.

VVKSO



4

De printrouter stuurt de afdruktaak naar de juiste printerspooler. Dit is een wachtrij voor afdruktaken.

5

Een printerspooler ontvangt afdruktaken van de router voor een lokale printer of voor een printer op afstand. De printerspooler roept de printprocessor aan om eventuele wijzigingen aan de afdruktaken aan te brengen en stuurt de taken één voor één naar de printmonitor. Printerspoolers kunnen afdruktaken ontvangen terwijl een andere afdruktaak wordt uitgevoerd. Afdruktaken die wachten om te worden afgedrukt, worden opgeslagen in spool-bestanden in het geheugen of op schijf.

6

Bij een printer op afstand stuurt de printerspooler de afdruktaak door naar de printserver. Daar wordt de afdruktaak in een wachtrij gezet. De spooler van een client gebruikt een RPC (Remote Procedure Call) naar de server spooler om de communicatie te starten. T o e p a s s in g e n GDI P r in te rs tu u rp ro g r a m m a R o u te r L o k a le p rin te rs p o o le r P rin t P ro c e s s o r

P r in tm o n ito r A fd r u k a p p a ra a t

7

De printprocessor brengt eventuele wijzigingen in de afdruktaak aan voordat deze naar de printmonitor worden gezonden. Zo wordt de besturing van de afdruktaak doorgegeven aan de scheidingspaginaprocessor, die (indien dit is opgegeven) een scheidingspagina toevoegt aan het begin van de taak.

8

De printmonitor is de software-component die de afdruktaak (die nu is omgezet in de taal van de printer) naar het afdrukapparaat stuurt. De lokale printmonitor communiceert met het afdrukapparaat via seriële en parallelle poorten, printershares op afstand, ... en kan de afdruktaak opslaan in een bestand in plaats van deze naar een printer te sturen.

9

De printmonitor kan ook de status van het afdrukapparaat aangeven (bezet, uit, gereed, papier of toner is op, ...), afdrukfouten opsporen en indien nodig een afdruktaak opnieuw uitvoeren. Als een printer iets aan het afprinten is, wordt deze printertaak in de spooler als een taak in voortgang aangeduid.

10 De printer ontvangt de taak, zet alle pagina's om in bitmapindeling en drukt deze af. Deze bit-map-indeling wordt vervangen door een RAW (ready for print)-bestand voor niet-Windows-computers. VVKSO



Je kunt dit nog schematisch voorstellen op de onderstaande manier.

14.3

Afdrukken op het Internet

Internet-afdrukken is een nieuwe voorziening van Windows 2000 waarmee je afdruktaken naar een printer kunt verzenden via het Internet. Zo kun je een ingevulde toets bijvoorbeeld van op afstand rechtstreeks naar de printer van de computerklas sturen, mits je de naam van de printer in het schoolnetwerk kent en de juiste bevoegdheid hebt. Deze techniek kun je ook toepassen in een lokaal netwerk of intranet. De printer wordt geïnstalleerd op het Windows 2000-systeem met een url in plaats van een naam voor de printer. Als je afdrukt vanop een Windows 2000 Server, stuurt de printspooler van de client dit afdrukverzoek door naar Microsoft IIS (Internet Information Server). Is de client een

VVKSO



Windows 2000 Professional toestel, dan wordt de Personal Webserver PWS van dit toestel gebruikt.

Internetafdrukken gebruikt het IPP (Internet Printing Protocol) als communicatiemiddel. Dit protocol zit ingesloten in het http-protocol. Als je via de browser afdrukt moet je er natuurlijk ook voor zorgen dat de gebruiker voldoende rechten heeft om te kunnen printen.

14.4

Een nieuwe printer operationeel maken

14.4.1

Labo 92: De printer installeren

Een netwerkprinter maakt het mogelijk dat verschillende gebruikers hetzelfde afdrukapparaat gebruiken. Om een netwerkprinter te installeren doe je het volgende: Kijk na in de Hardware Compatibility List of het stuurprogramma voor de nieuwe printer hierin voorkomt. In dat geval draagt Windows 2000 de nodige voorzieningen in zich om met deze printer te werken. Zo niet, dan heb je het stuurprogramma van de fabrikant nodig. In de meeste gevallen zal dit echter wel aanwezig zijn. Meld je aan als Administrator, Serveroperator of Printeroperator op de server om een printer toe te voegen. Kies Start - Instellingen - Printers om het venster Printers te openen. Op dit moment komt daarin nog een printer voor. Onderaan het linkervenster zie je wel een link staan Ondersteuning voor Windows 2000. Volg deze link en zoek de beschikbare printer op in de beschikbare HCL.

VVKSO



Dubbelklik op Printer toevoegen in het rechtervenster. Automatisch start de wizard voor het installeren van een printer. Je kunt deze wizard ook bereiken via het scherm Windows 2000 Deze server configureren. Daar moet je wel eerst de tab Afdrukserver kiezen.

Je bekomt het bekende scherm. Eens je deze keuze gemaakt hebt, is de printer al bijna geïnstalleerd. Het gaat hier duidelijk over een lokale printer. De meeste courante printers kun je gewoon als Plug and Play laten installeren. Je kiest er dus voor om alles Plug and Play te laten installeren. De computer gaat dan op zoek naar de nog niet geïnstalleerde printer en automatisch worden de nodige stuurprogramma’s en andere benodigdheden geïnstalleerd.

VVKSO



Laat eventueel een testpagina afdrukken en beëindig de installatie. Je ziet dan de printer staan in het venster Printers. Op dezelfde manier kun je ook nog een grote aantal andere printers installeren op deze computer.

Deze printer is nu volledig geïnstalleerd en kan reeds gebruikt worden door de beheerder van deze computer om te printen. Meld je aan op de server als een andere gebruiker. Is deze printer nog beschikbaar? Waarom (niet)?

VVKSO



14.4.2

Een afdrukserver

Wanneer je een printer toevoegt in een netwerk via een netwerkadapter, kun je op twee manieren afdrukken: zonder een afdrukserver (door op de computer van elke gebruiker een printer aan te sluiten) of met een afdrukserver (door elke gebruiker toegang te geven tot een printer die op de afdrukserver is aangesloten). •

Afdrukken zonder afdrukserver

De eerste methode gaat uit van het volgende voorbeeldscenario: een klein werkgroepnetwerk bestaat uit slechts enkele computers en een printer die rechtstreeks op het netwerk is aangesloten. Iedere gebruiker in het netwerk voegt de printer toe aan zijn of haar map Printers, maar deelt de printer niet. Iedereen gebruikt bovendien eigen instellingen voor het stuurprogramma. Het nadeel van deze configuratie is dat de gebruikers niet weten wat de werkelijke status van de printer is. Elke computer heeft zijn eigen afdrukwachtrij, waarin alleen de afdruktaken worden weergegeven die vanaf die computer zijn verzonden. Je kunt niet zien welke plaats jouw afdruktaak inneemt ten opzichte van de taken van andere computers. Een ander nadeel is dat foutmeldingen, bijvoorbeeld bij het vastlopen van papier of een lege papierlade, alleen worden weergegeven in de afdrukwachtrij van de taak die op dat moment wordt afgedrukt. Bovendien worden alle processen voor het af te drukken document uitgevoerd op die ene computer. •

Afdrukken met een afdrukserver

Bij de tweede afdrukmethode fungeert bijvoorbeeld een computer met Windows 2000 Server als afdrukserver. De printer wordt toegewezen aan de afdrukservercomputer en wordt gedeeld met andere gebruikers. Windows 2000 Professional kan ook fungeren als afdrukserver, maar daarbij gelden enkele beperkingen: Windows 2000 Professional ondersteunt geen Macintoshservices, geen NetWare-services en niet meer dan 10 verbindingen in hetzelfde lokale netwerk (LAN). Afdrukken met een afdrukserver biedt de volgende voordelen: • • • • •

De instellingen voor het printerstuurprogramma worden centraal beheerd op de afdrukserver. Er is één afdrukwachtrij die verschijnt op elke computer die met de printer is verbonden, zodat iedere gebruiker ziet welke plaats zijn of haar afdruktaak inneemt ten opzichte van andere taken die in de wachtrij staan. Foutmeldingen worden op alle computers weergegeven, zodat iedereen de werkelijke status van de printer kent. Sommige bewerkingen van de clientcomputer worden door de afdrukserver uitgevoerd. Je kunt één centraal logboek gebruiken voor beheerders die de printergebeurtenissen willen controleren.

Het enige nadeel van afdrukken via een server is dat je een computer nodig hebt die fungeert als afdrukserver. Het hoeft echter geen computer te zijn die uitsluitend fungeert als afdrukserver. Afdrukservers worden vaak geïmplementeerd op servers die ook andere taken uitvoeren. In dit geval is het de bedoeling om te werken met een afdrukserver en de beschikbare Windows 2000 Server, waarop de beschikbare printer reeds geïnstalleerd is, daarvoor te gebruiken.

VVKSO



14.4.3

Labo 93: Delen van een bestaande printer op de server

Als je een printer, die op de server aangesloten is, deelt dan kunnen andere netwerkgebruikers naar die printer afdrukken en de server gebruiken als afdrukserver. Als er regelmatig en veel moet afgeprint worden dan zal dit jouw computer extra belasten. In dat geval kun je overwegen een toestel te reserveren dat enkel dienst doet als afdrukserver. Je merkt dat de printer automatisch gedeeld staat bij een standaard-installatie. Als je de instellingen in verband met het delen van jouw printer wenst aan te passen, heb je daartoe steeds de mogelijkheid via het eigenschappenvenster van de printer. Open het eigenschappenvenster van de printer en selecteer het tabblad Printers Delen. Je kunt ook rechtstreeks op dit tabblad terechtkomen door met de rechtermuisknop te klikken op de printer en dan de optie Delen te kiezen.

Onderzoek de verschillende mogelijkheden voor het installeren van stuurprogramma’s voor vorige versies van Microsoft Windows via de knop Extra stuurprogramma’s. Zoek eerst en vooral de werking en de betekenis hiervan op in de bijgeleverde Help-functie.

14.4.4

Labo 94: Verbinden met een printer op afstand

Wanneer een printer niet rechtstreeks op het werkstation, maar op een afdrukserver aangesloten is, dan moet je van op het betrokken werkstation verbinding maken met de (remote) printer voordat je kunt afdrukken. Verder wordt beschreven wie voldoende rechten heeft voor het installeren en beheren van een printer. Heb je onvoldoende rechten, dan kun je natuurlijk weinig uitvoeren. VVKSO



Meld je aan als Administrator of een gebruiker die voldoende rechten heeft op het werkstation. Start de procedure om een nieuwe printer toe te voegen zoals hierboven, maar kies nu voor een Netwerkprinter.

Blader in de Active Directory of zoek de printer waarmee je verbinding wilt maken.

Selecteer de remote printer en klik op OK.

VVKSO



Klik op Voltooien. De printer is geïnstalleerd. In het venster Printers kun je duidelijk het verschil merken tussen een printer die aan de computer verbonden is en een computer die je via het netwerk aanspreekt.

Voor een aantal printopdrachten uit vanop verschillende computers, als verschillende gebruikers naar dezelfde printerwachtrij. Bekijk de verwerking hiervan via het venster dat je bekomt door te dubbelklikken op de beschikbare printer. Je bekijkt nu de inhoud van de printerwachtrij en de status van de verschillende documenten daarin. Deze wordt centraal bijgehouden, dus komen daarin ook de taken van andere gebruikers die via andere computers van deze printer gebruik maken.

14.4.5

Labo 95: Rechten toekennen

Vooraleer een gebruiker kan afdrukken op een printer, moet deze rechten hebben om op deze printer te werken. Open het tabblad Eigenschappen van de printer en selecteer het tabblad Beveiliging en klik op de knop Machtigingen.

VVKSO



De volgende rechten zijn mogelijk: rechten

betekenis

Geen toegang

De groep of de gebruiker die dit recht krijgt, mag deze printer niet gebruiken.

Afdrukken

De groep of de gebruiker mogen afdrukopdrachten versturen en kunnen afdrukken.

Documenten beheren

Deze gebruikers of groepen mogen uiteraard afdrukken, maar zijn ook gemachtigd om parameters in de afdrukrij in te stellen en opdrachten (ook van andere gebruikers) uit de afdrukrij te wissen.

Printers beheren

Aanvullend op de eigenschappen van het documentenbeheer mogen deze gebruikers ook de printer verwijderen en nieuwe printers installeren. Ook het installeren en verwijderen van afdrukrijen is uitsluitend bij Printers beheren toegestaan.

Meer uitgebreid betekent dit de volgende machtigingen: Printmachtiging

Afdrukken

Documenten beheren

Printers beheren

Documenten afdrukken

X

X

X

Documenten van de gebruiker zelf pauzeren, opnieuw starten en annuleren

X

X

X

Verbinding maken met een printer

X

X

X

Taakinstellingen voor alle documenten besturen

X

X

Alle documenten pauzeren, opnieuw starten en annuleren

X

X

Een printer delen

X

Printereigenschappen wijzigen

X

Printers verwijderen

X

Printermachtigingen wijzigen

X

Noteer welke standaardmachtigingen ingesteld zijn voor deze printer. Verwijder de groep Iedereen. Klik op Toevoegen om gebruikers of groepen toe te voegen. Voeg de groep klas6IB toe en geef deze het recht Documenten beheren.

14.4.6

Labo 96: Een printer controleren

Je kunt het gebruik van een printer controleren. Deze audit zegt je wie de printer heeft benaderd en wanneer dit is gebeurd. Open het eigenschappenvenster van de printer en kies het tabblad Beveiliging. Je kiest nu de knop Geavanceerd. VVKSO



Stel via het tabblad Controle in welke gebeurtenissen je voor welke gebruikers of groepen gebruikers wenst te laten controleren. Zorg er ook voor dat de instellingen van het logboek goed staan!

Voer een aantal printopdrachten of bewerkingen met printers uit en bekijk de gebeurtenissen in het logboek. Interpreteer de meldingen.

14.4.7

Labo 96: Een printer publiceren in de Active Directory

Als je de printer in de Active Directory wilt publiceren of wenst te verwijderen, kun je dit via het vakje Weergeven in de Active Directory uit het tabblad Delen van het Eigenschappenvenster van de printer. Als een printer opgenomen is in de Active Directory kunnen gebruikers een printer opzoeken via de opdracht Zoeken vanuit het startmenu. Je bekomt hetzelfde zoekvenster door binnen de Active Directory te laten zoeken naar de printer. VVKSO



Je ziet deze printer ook staan in de Active Directory als deelobject van de computer waar de printer aan hangt. In dit geval is dat de domeincontroller.

Bekijk de beschikbare printers in de Active Directory. Via de menu-optie Actie, zoeken kun je ook deze printer of andere printers opzoeken. Je kunt ook gebruik maken van geavanceerde zoekopties.

VVKSO



Zoek de beschikbare printer via de client op door gebruik te maken van verschillende opties.

14.5

Printerpooling

Printerpooling houdt in dat één printer (software-component) verbonden wordt met verschillende afdrukapparaten via verschillende poorten van de printserver. Alle afdrukapparaten in een printerpool moeten wel van hetzelfde type zijn of het zelfde stuurprogramma gebruiken. Afdrukapparaten Afdrukapparaten

Eén stuurprogramma

Verscheidene poorten met afdrukapparaten

LPT1 LPT1

Document gaat naar de eerst beschikbare poort

Printer Printer

LPT2 LPT2

LPT3 LPT3

De gebruiker drukt een document af zonder zich te bekommeren welk afdrukapparaat vrij is. De printserver kijkt zelf welke poort beschikbaar is. De poorten worden gecontroleerd in de volgorde dat zij zijn toegevoegd. Printerpooling is enkel nuttig in netwerken waar heel veel geprint wordt. Printerpooling vermindert immers de tijd dat documenten in een wachtrij staan. Voor de beheerder biedt printerpooling het voordeel dat hij slechts 1 printer moet beheren. Als je gebruik maakt van printerpooling, plaats dan de afdrukapparaten in elkaars nabijheid zodat de gebruikers niet naar verschillende plaatsen moeten gaan om hun documenten op te halen.

14.5.1

Labo 97: Printerpooling

Als je een printer wenst toe te voegen aan een printerpool, selecteer je de printer in het venster met de printers en open het eigenschappenvenster van deze printer. Kies daar het tabblad Poorten. Selecteer onderaan de optie Printerpooling inschakelen. Klik op de poorten die je wil toevoegen bijvoorbeeld LPT2 en LPT3. Configureer deze poorten en klik daarna op OK.

VVKSO



14.6

Labo 98: Afdruktaken plannen

Planning (Scheduling) van printjobs bied je de mogelijkheid te bepalen hoe en wanneer er geprint wordt. Open de eigenschappen van de beschikbare printer en kies het tabblad Geavanceerd. Je ziet daar drie verschillende gebieden, elk met hun eigen functie en betekenis. beschikbaarheid

Misschien vind je het handig grote printopdrachten ‘s nachts of tijdens de middagpauze te laten uitvoeren.

prioriteit

Als je voor één afdrukapparaat meer dan één printer-pictogram en dus meer dan één logische printer hebt gemaakt, dan worden de afdruktaken voor de printer met de hoogste prioriteit (99) eerst afgedrukt. De standaardinstelling is 1.

afdrukproces

Je bepaalt hier bijvoorbeeld of onmiddellijk met afdrukken wordt gestart of gewacht wordt totdat de laatste pagina in de wachtrij is gezet.

Beschikbaar Prioriteit

Afdrukproces

Opties

Beschrijving

Afdrukken zodra de laatste pagina in de wachtrij is geplaatst

Een document wordt pas geprint als het volledig in de wachtrij staat. Tijdens het ‘spooling-proces’ (het op de vaste schijf zetten en dan naar de printer sturen) is de toepassing niet beschikbaar.

Onmiddellijk beginnen met afdrukken

Het printen start - ook al is het document nog niet volledig in de wachtrij geplaatst. De toepassing die print is sneller vrij.

Rechtstreeks naar de printer

Geen wachtrij. Dit vermindert de afdruktijd. Gebruik

VVKSO



afdrukken

deze optie enkel voor een niet-gedeelde printer en op pc’s zonder vaste schijf.

onjuiste documenten in wachtrij houden

Klik hierop als de spooler de printerinstellingen moet controleren en vergelijken met de documentinstellingen voordat het document naar het afdrukapparaat wordt verzonden. Als de instellingen niet overeenkomen wordt het document in de wachtrij gehouden.

documenten uit de wachtrij eerst afdrukken

Als dit uitgeschakeld is worden de documenten enkel op basis van prioriteit verwerkt. Kies deze optie als je wilt dat een kleiner document eerder wordt afgedrukt dan een groter document dat nog niet volledig in de wachtrij is gezet.

Afgedrukte documenten bewaren

Documenten worden na het printen niet verwijderd. Zo kan een document opnieuw vanuit de wachtrij naar de printer worden gezonden i.p.v. via de toepassing. Niet echt bruikbaar voor normale en dus eenmalige printopdrachten.

Probeer het verschil uit tussen een printopdracht in de wachtrij zetten en rechtstreeks naar de printer sturen. Wat geeft het snelste een pagina uit de printer? Wat geeft een flinke vertraging op de computer? Verken de andere tabbladen en instellingen die je aan een printer kunt doen. Zoek in de bijgeleverde Help-functie nog andere mogelijkheden en instellingen op van de printmogelijkheden onder Windows 2000.

14.7

Labo 99: Netwerkprinters

Dit alles gaat uit van het feit dat je beschikt over een printer die via aan kabel aan een computer verbonden is. Deze computer kan een server- of een client-functie hebben in het netwerk. Er zijn echter ook printers die rechtstreeks verbonden kunnen worden met het netwerk, die een netwerkkaart en andere benodigde hardware in zich dragen. Zoek hierover informatie. Welke merken bieden die aan? Wat is de kostprijs? Wanneer zou je dit gebruiken? Een andere mogelijkheid is het aankopen van een printserver. Dit is geen echte colputer met scherm en toetsenbord, maar kan enkel gebruikt worden om een printer met een netwerk te verbinden. Zoek hierover informatie. Welke merken bieden die aan? Wat is de kostprijs? Wanneer zou je dit gebruiken?

VVKSO



VVKSO



Inhoud. VVKSO Ondersteuning Informaticabeheer Beheer van een servergestuurd netwerk met Windows

Recommend Documents