Inhoud
Q
R
Q. Fotogrammetrische instrumenten
1. Luchtfotografie; radiaaltriangulatie 2. Ontschranking; stereokaartering 3. Stereoscopen
70 81 87 94
De verzameling geeft een beeld van de ontwikkeling van de fotogrammetrie in Nederland sinds 1930.
Principes
Om een gebied bestreken door de overlap van een fotopaar tot kaart te verwerken dient men te beschikken over een aantal punten waarvan de coördinaten bekend zijn en op de foto’s herkenbaar. Indien men alle punten door terrestrisch aanmeten wil bepalen, zou het voordeel van fotogrammetrie maar zeer beperkt zijn. Al vóór 1930 werd dus de noodzaak gevoeld een methode van fotogrammetrische puntsbepaling te ontwikkelen. De oudste methode is de “radiaaltriangulatie”, technisch gecompliceerder was de “ruimtelijke triangulatie”. De radiaaltriangulatie, een betere naam zou zijn “foto-polygonering”, is gebaseerd op het feit dat voor een exact verticaal opgenomen foto richtingen gemeten in het midden van de foto (hoofdpunt = nadirpunt) gelijk zijn aan richtingen die men vanuit het aardse punt zou meten. Brengt men de hoofdpunten van de vorige en de volgende foto in de strook door middel van puntsoverdracht over naar de voorliggende foto, dan kan men op deze foto een hoek meten zoals in een polygoon. Afstanden kan men echter niet met een voldoende nauwkeurigheid vanaf de foto bepalen. Daarvoor vond men als oplossing het meten van “ruiten”. Er werden op iedere foto links en rechts van de vlieglijn, dicht bij de rand van de foto, punten gemarkeerd. Deze punten werden evenals de hoofdpunten overgedragen naar de voorgaande en volgende foto in de strook, maar ook naar foto’s van de aanliggende stroken. Dit is schematisch voorgesteld in de onderstaande figuur.
Foto 1
.2a .H1 .H2 .2b
Foto 2
. 2a .H1 .H2 .H3 .2b
Foto 3
.2a .H2 .H3 .2b
Geeft men de afstand H1-H2 een voorlopige waarde, dan kan men door voorwaartse snijding de afstand H2-2a berekenen, daaruit de afstand H2-H3, daaruit H2-2b en ter controle H2-H1. Deze operatie werd “doorrekenen van ruiten” genoemd. Met een radiaaltriangulator kon men de hoeken met een goede nauwkeurigheid meten. De totale nauwkeurigheid wordt begrensd door het feit dat foto’s nooit geheel verticaal opgenomen zijn en dus de richtingen van uit het hoofdpunt niet gelijk zijn aan de richtingen, die men in het terrein zou meten. Dit is bijzonder schadelijk als het terrein niet vlak is. Radiaaltriangulatie werd ook grafisch uitgevoerd in de vorm van de “slotted templatemethode”. Na 1950 werd de radiaaltriangulatie, met uitzondering van de slotted templatemethode steeds meer vervangen door de ruimtelijke triangulatie, eerst met behulp van een stereokaarteringsinstrument, later met de stereocomparator.
72
Apparatuur voor fotogrammetrische puntsbepaling Radiaaltriangulatoren Het oudste instrument voor het meten van hoeken op foto’s is de radiaaltriangulator van Carl Zeiss Jena, uitgebracht rond 1930 (nrs. 5171 en 5179). Hoewel dit een uitstekend instrument was, was het werken ermee vermoeiend. De oorzaak daarvan was dat na iedere draaiing van de plaatdragers de gezichtsvelden van elk oog apart draaiden, zodat door het draaien van prisma’s opnieuw fusie van de twee beelden gezocht moest worden. Schermerhorn kwam op de gedachte de prisma’s automatisch met de plaatdragers mee te laten draaien. De uitvoering van dat idee viel niet mee: de radiaaltriangulator van De Koningh is een nog al ingewikkeld apparaat geworden en het succes was niet enorm. Of er naast de twee in de collectie aanwezige instrumenten (nrs. 5177 en 5178) nog meer gemaakt zijn, is niet bekend. Toen de radiaaltriangulatie al minder gebruikt werd, trachtte R. Roelofs de methode nieuw leven in te blazen. Hij bedacht een instrument waarbij de foto’s vastlagen en het meetsysteem draaide. De firma Wild maakte twee prototypen (nr. 5172). Het was een uitstekend instrument, maar het kon de ontwikkeling in de richting van de ruimtelijke triangulatie niet meer tegenhouden.
Radiaaltriangulator, nr. 5171
73
Radiaaltriangulatoren, nrs. 5177 en 5178 en linksboven: Light Spot Projector, nr. 5203
Radiaaltriangulator, nr. 5177
74
Hulpapparatuur Als voorbereiding van een ruimtelijke triangulatie of een radiaaltriangulatie dienden er punten gemarkeerd te worden in de overlap van twee stroken. Indien er geen duidelijk herkenbare en aanmeetbare punten te vinden waren, moesten er in de gelatinelaag van de foto’s punten geprikt worden. Deze geprikte punten moesten dan ook in de aanliggende strook worden geprikt. Dit gebeurde onder stereoscopische waarneming om zeker te zijn dat men identieke punten had. Voor puntsoverdracht bedacht men allerlei geïmproviseerd gereedschap (nrs. 5181, 5182, 5187 en 5188). Van de eenvoudige gereedschappen is het puntsoverdrachtapparaat naar het ontwerp van P. Dongelmans gemaakt door Zeiss (nr. 5186) het vermelden waard. Later werd door Wild een kostbaar en geavanceerd “Punktübertragungsgerät” gebouwd. Dit is niet in de collectie aanwezig. Voor het maken van sleufmallen (slotted templates) maakte Zeiss in 1953 de Radial Secator (nr. 5190). Van Bergen Henegouwen bedacht nr. 5180.
Gleufmallensnijder, nr.5180
Puntmarkeringsringen en puntoverdrachtringen, nrs. 5181 en 5182
75
Stereoscopen, de hink-stereoscoop Stereoscopen werden al vroeg in de 19e eeuw gemaakt, eerst voor het stereoscopisch bekijken van tekeningen, daarna van stereofoto’s. Voor het bekijken van luchtfoto’s had men aanvankelijk eenvoudige lensstereoscopen, waarbij de foto’s in het brandvlak van de lenzen geplaatst werden. Voor het bekijken van grotere foto’s waren deze minder praktisch: men kon de afstand tussen corresponderende punten niet groter maken dan de afstand tussen de pupillen van het oog. Om dit te verbeteren gebruikte men spiegels: de spiegelstereoscoop. Wie het eerst een spiegelstereoscoop op de markt bracht is onbekend, maar De Koning was er vroeg mee, eerder dan Wild en vele andere. Mogelijk was Zeiss-Aerotopograph de eerste. Werden stereoscopen in het algemeen gebruikt om het terrein te analyseren, fotogrammeters gebruikten ze vrijwel uitsluitend voor puntsoverdracht. Indien punten overgedragen moesten worden naar een foto met een andere schaal werd de daarvoor ontworpen “hink-stereoscoop” gebruikt. Door één van de spiegels te verschuiven veranderde men de vergroting waaronder men de betreffende foto zag. Teneinde het beeld scherp te krijgen beschikte men over een set lenzen die men tussen oog en foto kon plaatsen (nrs. 5236 en 5243). Deze set lenzen werden gemaakt door De Koningh naar aanwijzingen van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Blokvereffeningssysteem ITC-Jerie Het trianguleren van stroken had het grote bezwaar dat er zeer vele waarnemingen nodig waren en er maar weinig overtollige waarnemingen gedaan konden worden. Het “vereffenen” van een strook was dan ook weinig effectief. Tegenspraken zag men pas als men twee aanliggende stroken ging vergelijken. Het is duidelijk dat er een computer nodig was, maar die was er voor 1960 nog niet in een voor dit doel bruikbare vorm. Bekend was de “slotted templatemethode” of sleufmallentriangulatie. Daarbij werden stroken aan elkaar bevestigd met een soort boordenknoopjes. Vaak wrong dat behoorlijk. De blokvereffening ITC-Jerie doet aan de slotted templatemethode denken. Hierbij werden er geen sleufmallen gemaakt van een foto, maar van een terreingedeelte bestreken door een stereoscopische overlap. De methode laat schaalverandering, translatie en rotatie per model toe. Elastiekjes zorgen voor een minimum aan tegenspraken. Men zou dit een analoge computer kunnen noemen, waarin de tegenspraken vertaald zijn in spanning in elastiekjes of veertjes (nr. 5183). Stereokarteerapparaten Het principe van de grote stereokarteerapparaten van o.m. Zeiss en Wild is het “terugprojecteren” van de luchtfoto. De luchtfoto (diapositief) wordt in een projector geplaatst die dezelfde meetkundige eigenschappen heeft als de opnamecamera. Aldus reconstrueert men de stralenbundel die de luchtfoto heeft doen ontstaan. Twee van zulke bundels, van elkaar overlappende foto’s, worden zodanig geplaatst dat de stralen van één terreinpunt uitgaand, elkaar snijden zoals tijdens de opname. De verzameling van snijpunten vormt een model van het terrein. Door middel van een in het optisch systeem geplaatst “meetmerk”, een zwarte punt, kan men dit model aftasten en opmeten. Door het meten van dezelfde terreinpunten in aansluitende modellen kan men de modellen met elkaar in verbinding brengen en zo een blokvormen en een blokvereffening uitvoeren van deze metingen. Na het meten van detailpunten binnen de verschillende modellen kan een gebied binnen het blok in kaart gebracht worden. Het principe van reconstructie van de stralenbundels is voor alle karteerapparaten gebruikt, zij het later dat de bundels niet optisch, maar mechanisch gereconstrueerd werden. Santoni te Florence was de eerste die dat type apparaten bouwde, op de voet gevolgd door Wild te Heerbrugg (Zwitserland). Een interessant stuk van de collectie is de Stereoplanigraph C4 (nr. 5205) van Carl Zeiss Jena. Het eerste model, de C1, werd in 1923 uitgebracht. De C4 werd aangeschaft door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat op 18 mei 1932 en gebruikt tot plm. 1956. Het principe van de Planigraph is het “terugprojecteren” van de luchtfoto. Deze wordt in een projector geplaatst die dezelfde meetkundige eigenschappen heeft als de opnamecamera. Aldus reconstrueert men de stralenbundel die de luchtfoto heeft doen ontstaan. Twee van zulke bundels, van elkaar overlappende foto’s worden zodanig geplaatst dat stralen van één terreinpunt uitgaand elkaar, zoals tijdens de opname, weer snijden. De verzameling van snijpunten vormt dan een model van het terrein. Door middel van een “meetmerk”, een zwarte punt, kan men dat model aftasten en opmeten, dus in kaart brengen. De Wild A6 Stereoplotter werd in 1938 uitgebracht. Plm. ± 1948 werd dit instrument door de Onderafdeling Geodesie van de TH aangeschaft. Het was jaren in gebruik bij de Meetkundige Dienst ten behoeve van kaarteringen voor Shell. Het instrument berustte op hetzelfde principe als zijn voorganger de Wild A5, maar was aanzienlijk minder nauwkeurig en daardoor goedkoper. Het was in de eerste plaats bestemd voor het maken van topografische kaarten van geaccidenteerd terrein. De opvolger van de Wild A6 werd de Wild A8 Stereoplotter, die bij de Topografische Dienst in de jaren ’50 van de 20e eeuw in gebruik werd genomen en een tweede exemplaar rond 1965 (nr. 5199). Daarna volgden de Wild Aviomap in 1977 (nr. 5201) en de Wild Aviolyth in 1995 (nr. 5202). Kuipers van Shell ontwierp een stereoplotter, de Light Spot Projector (nr. 5203) die als een omgekeerde Multiplex beschouwd kan worden. Het instrument, gebouwd door De Koningh, werd geen groot succes.
76
Kleine kaarteringsinstrumenten Calqueerstereoscoop Door Schermerhorn werd omstreeks 1935 een calqueerstereoscoop ontworpen, en gebouwd door De Koningh te Arnhem. Een ontschrankte foto (diapositief) werd overgetrokken (gecalqueerd) op transparant tekenmateriaal. Het interpreteren van de topografische details werd vergemakkelijkt doordat het terrein stereoscopisch waargenomen kon worden met behulp van een papierafdruk van de overlappende foto. Stereotop Het streven naar het produceren van betaalbare instrumenten leidde tot het ontwerpen van instrumenten die niet een exacte oplossing nastreefden. Van de zeer vele instrumenten die op de markt kwamen, werden de Stereomicrometer Officine Gallileo-Santoni en de Stereotop van Zeiss-Aerotopograph het meest gebruikt. De Stereotop (nr. 5200), uitgebracht in 1954, is gemaakt om van papierafdrukken van luchtfoto’s een kaart te vervaardigen, compleet met hoogtelijnen. Camera’s Zeiss, Wild, Ottica Meccanica, SOM, Williamson & Ross, Fairchild, Galileo en nog enkele andere fabrieken ontwikkelden camera’s voor verticale fotografie. De meeste fabrikanten gebruikten al heel vroeg film, een enkele maakte nog platencamera’s tot na 1945. Één daar van is de Wild Reihenmesskammer uit 1948 (nr. 5175). Het glasplaatformaat is 140 x 140 mm.
Luchtopnamecamera, nr. 5175
77
Nr. 5175
78
Detail nr. 5175
Nr. 5175
79
Ontschrankers Een verticale foto is nooit volkomen loodrecht opgenomen. Afwijkingen blijven meestal beperkt tot enkele graden, maar hierdoor ontstaan in de foto “fouten” die in het algemeen te groot zijn. In het geval van geaccidenteerd terrein heeft men ook bij een exact verticale foto last van perspectivische vertekeningen, die men niet met een ontschranker kan corrigeren. Een foto van vlak terrein kan men “terugprojecteren” zodanig dat de afbeelding gelijkvormig wordt aan het terrein. Instrumenten daarvoor ontworpen werden eerst onthoekers genoemd, daarna ontschrankers. (Duits: Entzerrungsgerat, Engels: Rectifier). Tot de collectie behoren ontschrankers van De Koningh (nrs. 5196 - 5198)”. Voor het uitwerken van foto’s van geaccidenteerd terrein gebruikt men stereokarteerapparaten (zie boven).
80
1.
Luchtfotografie; radiaaltriangulatie
Zie nr. 5175
Een opname van verkeersplein Oudenrijn door KLM Aerocarto in 1948 (rechts: naar Arnhem; boven: naar Amsterdam). 81
Luchtfotografie; radiaaltriangulatie nr.
omschrijving
jaar
5171
Radiaaltriangulator, Carl Zeiss, Jena, fabr.nr. 40724, geen onderstel, met 3 platendragers, waarvan één bij het Kadaster te Zwolle is Radiaaltriangulator, Wild, Heerbrugg, fabr. nr.RT 002, gebouwd naar ontwerp van prof. Roelofs. Telex-bladschrijver, zwart, Siemens, fabr.nr. T 39h, FS Sk 2176/10. Met aansluitkastje HN-5201-A31, nr . 9872. Werd ook gebruikt voor het produceren en lezen van ponsband, de toenmalige in- en output van de computer. Gereserveerd • Luchtopnamecamera Wild RC 7 (platencamera), fabr. nr. 132, voorzien van de magazijnen, nrs. 21 en 22. • Twee groene houten kisten, afmetingen 40 x 28 x 96 cm, met als inhoud resp. 2 magazijnen, nrs. 20 en 23, en 2 magazijnen, nrs. 42 en 43. 2 magazijnen, nrs. 54 en 55. Houten kistje, afmetingen 36 x 15 x 31 cm, met materialen. Driftmeter B3, Bendix Aviation Corp, fabr. nr.AF-42-1408; door TDN op onderstel geplaatst. Op 20 maart 1985 door KLM aan Rijkscommissie voor Geodesie geschonken. Radiaaltriangulator, zwart, G. de Koningh, Arnhem, fabr.nr. 3975; metalen onderstel. Met 6 zwarte platendragers, genummerd 2, 3, 4, 10, 13, 21. • Radiaaltriangulator, zwart, G. de Koningh, Arnhem, fabr.nr. 3985, afm. 160 x 42 x 52 cm (aanwezig bij het Kadaster te Zwolle). • Houten kist, inhoud 5 zwarte platendragers, genummerd 12, 16, 18, 22 en 24. • Houten kist, inhoud 5 zwarte platendragers, genummerd 7, 8, 15, 17 en 19. • Houten kist , inhoud 6 zwarte platendragers. Radiaaltriangulator, Carl Zeiss, Jena, fabr.nr. 35076. Geen onderstel. Gleufmallensnijder, naar ontwerp van Van Bergen Henegouwen, gebouwd door Technisch Fysische Dienst van LU, verrijdbaar. Puntmarkeringringen, 2 stuks in houten doosje (23 x 25 x 25 cm). Puntoverdrachtringen. Houten kistje 31 x 19 x 8 cm. Inhoud: 2 conische houders voor meetmerken, 4 inpassende conische meetmerkringen, 1 houder voor priknaald, 2 naalden. Mechanisch blokvereffeningssysteem, ontwerp prof. Jerie, in 2 houten kisten met gereedschap en onderdelen van templets. De afmetingen van de houten kisten zijn: 52 x 51 x 21 cm en 67 x 52 x 22 cm. Dit apparaat is bij de Topografische Dienst nooit gebruikt. Tijdklok voor een Klimsch-reproductiecamera Apparaat om luchtfoto’s te bekijken (?), NDR-Mimacro. Puntoverdrachtapparaat, Zeiss, Oberkochen, naar ontwerp van P. Dongelmans, 2 stuks, nrs. ITC 5 en 17. Gereserveerd Puntoverdrachtapparaat. Als nr. 5186, fabr.nr. 50261, 1 puntmarkeringsnaald in conische houder. Puntoverdrachtringen. Als nr. 5182, fabr. nr. 50216. Gleufmallensnijder (radiaalsecator), Zeiss Aerotopograph, Munchen, fabr.nr. 1072. Puntoverdrachtapparaat Wild, PUG4, nr. 4872, met houten kistje met materialen. Puntoverdrachtapparaat Zeiss PM1. Markeerinstrument Carl Zeiss MK 50927. Twee puntoverdrachtringen Carl Zeiss, nrs. KS 50383 en 50409. Opzetstukken voor Carl Zeiss orthometer, fabrieksnrs. 9119 en 9120; in houten kistje.
1936
5172 5173
5174 5175
5176 5177 5178
5179 5180 5181 5182 5183
5184 5185 5186 5187 5188 5189 5190 5191 5192 5193 5194 5195
1958-1976 ± 1960
1948
1938 1932-1950 1932-1950
± 1930
1932-1950 1932-1950 1950
1950-1960 1950-1960 1950-1960 1955 1970 1970 1970 1970
Telex-bladschrijver, nr. 5173
82
Driftmeter, nr. 5176
83
Gleufmallensnijder, nr. 5190
Fotogrammetrische instrumenten
84
Puntoverdrachtapparaat, nr. 5186
Nrs. 5188, 5189 en 5193-5195
85
Links: nr. 5172, rechts: nr. 5191
Puntoverdrachtapparaat, nr. 5192
86
2.
Ontschranking; stereokaartering
Contactafdrukkast, nr. 5208
Detail , nr. 5208
87
Ontschrankingsappaat, nr. 5196
88
Detail, nr. 5196
Ontschranking; stereokaartering nr.
omschrijving
jaar
5196
Ontschrankingsapparaat, zwart, fabrikant G.de Koningh, Arnhem, type II, met parabolische lampreflector, nr. 4119. Ontschrankingsapparaat, zwart, fabrikant G. de Koningh, Arnhem. Ontschrankingsapparaat, grijs, fabr. G. de Koningh, Arnhem, nr. 3913 (aanwezig bij het Kadaster te Zwolle) Stereokarteerapparaat Wild A8 Stereoplotter, Wild, Heerbrugg, fabr.nr. 389, met tekentafel en 3 gereedschapskastjes met materialen. Stereotop, Zeiss Aerotopograph, Munchen, fabr. nr. 8590, met bijbehorende houten kist, afm. 83 x 68 x 24 cm. Met houten kistje, afm. 31 x 56 x 9 cm. Stereokarteerapparaat Wild Aviomap AMH, Wild Heerbrugg, met voedingsapparaat (luchtdruk), twee dozen met materialen en lichtbak met lade. Stereokarteerapparaat Wild Aviolyth, Wild, Heerbrugg. Light Spot Projector, stereokarteerapparaat gebouwd naar ontwerp van Kuipers, G. de Koningh, Arnhem. Met voorschakelapparaat, doosje foto’s (glas) en enkele onderdelen. Gereserveerd Zeiss Stereoplanigraph C4, Carl Zeiss, Jena. Inpaskastje, behorende bij Wild A8 (nr. 5199) Contactafdrukkast voor luchtfoto’s, met houten kist en materialen. Contactafdrukkast voor luchtfoto’s, Lumoprint. Parallaxmeter Wild, drie exemplaren, waarvan één in doos. Calqueerstereoscoop, G. de Koningh, Arnhem. Bruin-houten tafel, afm. 89 x 206 cm, met twee halfcirkelvormige uitsparingen; twee op de tafel gemonteerde stereoscopen, gemerkt G. de Koningh, Arnhem, nrs. 4111 en 4118 en één transportabele stereoscoop, bevestigd aan pool met handvat, gemerkt G. de Koningh, Arnhem, nr. 4337 (oculairsysteem ontbreekt). Gereserveerd
1937-1960
5197 5198 5199 5200 5201 5202 5203 5204 5205 5206 5207 5208 5209 5210
52115213
1934-1950 1937-1950 1955-1980 1956-1965 1977-1990 1990-2000 ± 1948
1932-1958 1955-1980 1980-1995 1970 1935
89
Wild A8, nr. 5199
Wild Aviomap, nr. 5201
90
Wild Aviolyth, nr. 5202
Light Spot Projector, nr. 5203
91
Contactafdrukkast, nr. 5207
92
Calqueerstereoscoop, nr. 5210
Calqueerstereoscoop, nr. 5210, detail
93
Stereotop, nr 5200
3. Stereoscopen
94
Stereoscopen nr. 5214 5215 5216 5217 5218 5219 5220 5221 5222 5223 5224 5225 5226 5227 5228 5229 5230 5231 5232 5233 5234 5235
5236 5237
omschrijving Zakstereoscoop, in bruin etui; formaat etui 8,5 x 14,7 cm. Zakstereoscoop, in bruin etui. Zakstereoscoop, in bruin etui. Gereserveerd Zakstereoscoop, in bruin etui. Zakstereoscoop, in bruin etui. Zakstereoscoop, zonder etui. Brugstereoscoop Wetzlar, zwart, geleverd door Lancet, Amsterdam. Brugstereoscoop Wetzlar, zwart, geleverd door Lancet, Amsterdam. Brugstereoscoop Wetzlar, zwart, geleverd door Lancet, Amsterdam. Brugstereoscoop Wetzlar, zwart, geleverd door Lancet, Amsterdam. Brugstereoscoop Wetzlar, zwart, geleverd door Lancet, Amsterdam. Brugstereoscoop Wetzlar, zwart, geleverd door Lancet, Amsterdam. Cassella spiegelstereoscoop met 2 losse kijkers op hulpstuk. Fabr. Nr. 2374, in houten kist. Gemerkt: TD- H3. Spiegelstereoscoop, Wild fabr. nr. 16178, onderstel ontbreekt. Spiegelstereoscoop, Sokkisha MS-27, fabr.nr. 11094. Spiegelstereoscoop, Leica ST4, fabr.nr. 94552. Spiegelstereoscoop, grijs, Carl Zeiss Jena, fabr.nr. 45895, met 2 opzetkijkers en kist. Spiegelstereoscoop, Carl Zeiss Jena, fabr.nr. 45890, in groen kistje. Spiegelstereoscoop, Wild ST-4, fabr.nr. 10818, in kist. Spiegelstereoscoop, Zeiss Aerotopo, nr. 1381, in houten kist van formaat 41,8 x 25,2 x 9.8 cm. Prisma stereoscoop, met hangende fotodragers,(hangstereoscoop). In houten kist, met standaard en platendragers. Formaat kist 63 x 22 x 10 cm. Vermelding fabrikant: Heinrich Wild Heerbrugg, Schweiz no. 32. Spiegelstereoscoop, groen, geschikt voor stereoscopisch waarnemen van 2 foto’s op ongelijke schaal (hinkstereoscoop), G. de Koningh, Arnhem, fabr. nr. 4547. Spiegelstereoscoop, Topcon MS-3, fabr. nr. 930, in kist.
jaar 1935 1935 1935 1935 1935 1935 1932 1932 1938 1932 1932 1932 1951
1980 1980 1935 1970 1970 ± 1960
1935 1980
95
5238
5239 5240 5241 5242 5243 5244 5245 5246 5247 5248 5249 5250 5251 5252 5253 5254 5255 5256 5257 5258 5259 52605280
Hinkstereoscoop, G. de Koningh, Arnhem, fabr. nr. 4562. Met 3 stangen t.b.v. verplaatsen boven de foto’s, met bruine houten kist, afmetingen 64 x 20 x 14 cm, gemerkt no. 4562, incl. 4 inschuifbare lenzen voor vergroting en scherpstelling. Spiegelstereoscoop, Sokkisha, fabr. nr. 1517, in kistje. Spiegelstereoscoop, Sokkisha, fabr. nr. 1142, in kistje. Spiegelstereoscoop, Sokkisha, fabr. nr. 1533, in kistje. Spiegelstereoscoop, Sokkisha, fabr. nr. 1131, in kistje. Hinkstereoscoop, G. de Koningh, Arnhem, fabr. nr. 4542. Spiegelstereoscoop, groen, geschikt voor stereoscopisch waarnemen van 2 foto’s op ongelijke schaal Spiegelstereoscoop, Sokkisha, fabr. nr. 732, in kistje (deksel defect). Gereserveerd Zakstereoscoop, Carl Zeiss, groen, in etui. Spiegelstereoscoop, Sokkisha, nr. 1535, in kistje. Spiegelstereoscoop, Wild ST4 – 16560, in koffer. Stereoscoop op standaard, Carl Zeiss, Jena, met verstelbare oogbasis en transparante fotodrager. Gereserveerd Spiegelstereoscoop, fabrikaat G. de Koningh, Arnhem, fabr.nr.3991. Met 2 glijlinealen. In bruine houten opbergkist, afmetingen 53 x 23 x 9,5 cm. Linker prismablok onder oculair ontbreekt. Projector voor bekijken van luchtfotodiapositieven, Carl Zeiss KG30, fabr.nr.121703. Spiegelstereoscoop, Wild ST4, fabr.nr.16557. Spiegelstereoscoop, blauw-groen, met kijkers, met verkende luchtfoto en aansluitende luchtfoto voor stereoscopische waarneming. Testapparaat stereoscopisch zien. Zakstereoscoop, in bruin etui. Zakstereoscoop, Zeiss Aerotopo, in bruin etui. Afkomstig van het Kadaster te Alkmaar. Zakstereoscoop, in bruin etui; formaat etui 7,8 x 16,7 cm. Onbekend apparaat, breed ± 30 cm, wellicht voor het bekijken van luchtfoto’s. Made in U.S.A. by Colight Inc., Minneapolis Minnesota. Gereserveerd
Zakstereoscoop, nr. 5215
96
1935
1980 1980 1980 1980 1935 1980
1980
± 1935
1970
1975 1935 1935 1935
Hangstereoscoop, nr. 5235
Zakstereoscoop, nr. 5246
97