JAARVERSLAG 2011 - 1
Loop niet voor mij, Want misschien volg ik je niet. Loop niet achter mij, Want misschien leid ik je niet. Loop gewoon naast mij, En wees mijn vriend.
~Albert Camus~
JAARVERSLAG 2011 - 2
INHOUD
Voorwoord
3
DEEL 1: AANDACHTSPUNTEN VAN DE WERKING Gebruikersraad in 2011 Verbeterproject De Open Poort Vliegden Noord in een nieuw kleedje De Wiek Ziekteverzuimbeleid Kwaliteitsplanning Strategieplan VTO-Overzicht
5 9 11 13 15 19 22 25
DEEL 2: STATISTISCHE GEGEVENS
28
DEEL 3: FINANCIËLE GEGEVENS
37
Papierscheppen Vliegden Oost
JAARVERSLAG 2011 - 3
VOORWOORD
Na een aantal intensieve jaren met 3 nieuwbouwprojecten,één grote verbouwing, de systematische uitbreiding van zowel het bewonersals het personeelsbestand, hoopten we in 2011 op een wat rustiger jaar. Vooral de nieuwe woongroepen van De Mistel hadden hier het afgelopen jaar behoefte aan. De nieuwbouw evolueerde van een huis naar een thuis met “nestwarmte”, personeelsleden werden een team en de bewoners en hun naaste familie werden geleidelijk meer en meer vertrouwd met elkaar en gaven ons hun vertrouwen. Activiteiten werden bezigheden op maat, met gevoel voor persoonlijke accenten en met respect voor ieders eigenheid. Het zorglandschap verandert echter enorm snel en ingrijpend. De minister zet met zijn nota 2020 de zorgvernieuwing resoluut op de sporen. Personen met een handicap worden eigenaar van hun zorgbudget. Zo hoort het. Maar de vraag aan de instellingen is ook “doe meer met dezelfde middelen”. Er werd dus effectief gestart met persoonsvolgende budgetten, en men vraagt de instellingen om meer reguliere diensten in te schakelen. De bedoeling is tegen 2020 de wachtlijsten weg te werken voor de mensen met de grootste noden. Voor veel instellingen betekent dit een zeer grote omschakeling. Gelukkig is De Klimroos vertrouwd met deze (nieuwe) visie. We geloven heel sterk in deze manier van zorgverlening. Ook kozen wij vanaf de start voor personen met zware zorgvragen. Personen met eigen budgetten kopen al vele jaren hun zorgen in bij ons. Hiervoor scheiden we in veel gevallen de handicap en niet handicapgebonden kosten. Zo wonen in de Mistel 17 bewoners die hun zorgen financieren vanuit 5 verschillende financieringsbronnen. Ook het gebruik van reguliere diensten is heel gewoon. Er komt een huisdokter over de vloer, we werken met zelfstandige kinesisten, verpleegkundigen en een logopediste. De Open Poort en De Wiek in Hamont zijn perfect aangepaste woonvormen die door de sociale bouwmaatschappij Kempisch Tehuis, en wat De Open Poort betreft ook door de gemeente Overpelt, zijn of worden gerealiseerd. Wij kunnen ons concentreren op de zorg. Samenwerkingsverbanden met de buurt, verenigingen, scholen, andere instellingen, de lijn, de gemeente,… zijn er volop. Deze manier van werken geeft ons naast perfecte inclusieve locaties, ook de “omgekeerde integratie”. Reguliere diensten en “gewone” mensen komen bij ons veelvuldig over de vloer. Dit is noodzakelijk om personen met hun persoonsvolgend budget, op maat te kunnen bedienen. Een zorgpakket op maat zal onderhandeld worden in de toekomst. Prijs/Kwaliteit van leven hoort bij de persoon zelf te liggen en die kiest. In dit veranderend zorglandschap zijn goede beleidskeuzes meer dan ooit belangrijk. Daarom herwerkt het directieteam jaarlijks, en om de 5 jaar grondig, zijn strategie. De toekomstgerichte acties kan je terugvinden in ons strategierapport. Uiteindelijk draait heel ons streven maar om één ding: mensen gelukkig(er) maken. Het zit vaak in die kleine dingen van elke dag: een lach, een woord, een mopje, een streling, een knipoog. Daar moet je even tijd voor maken. Bertolt Brecht zei het zo: Ik sta even stil, en dat is een hele vooruitgang ……
Jos Steensels Directeur
JAARVERSLAG 2011 - 4
JAARVERSLAG 2011 - 5
GEBRUIKERSRAAD IN 2011 In De Klimroos bestaat de Gebruikersraad uit zorggebruikers, familieleden, een lid uit de Raad van Toezicht en de ombudsvrouw. Elke groep wordt vertegenwoordigd. 2 zorggebruikers treden op als plaatsvervangers en worden pas uitgenodigd bij afwezigheid van een effectief lid. De Gebruikersraad vergadert minstens 3 keer per jaar. De agendapunten worden op voorhand aan de leden bezorgd. De zorggebruikers bereiden deze voor samen met een begeleider, zodat elk lid vanuit zijn groep een woordje uitleg kan geven over de stand van zaken. Zo kunnen ook inhoudelijk moeilijke thema‟s, zoals bijvoorbeeld de visietekst van palliatieve zorgen, op voorhand worden voorbereid. De voorzitter van de Gebruikersraad, Ghislaine Vrijsen, is samen met Fanny Aerts, vertegenwoordigster vanuit Mistel 1, lid van de Raad van Toezicht. Ze geeft tijdens deze vergadering een korte samenvatting van de Gebruikersraad. Vanuit de Raad van Toezicht volgt Gaston Kuppens de Gebruikersraden. Op die manier blijven de leden van de Raad van Toezicht goed op de hoogte van het dagdagelijkse reilen en zeilen van De Klimroos en wordt de mogelijkheid gecreëerd om vanuit de Gebruikersraad rechtstreeks vragen te stellen aan de Raad van Toezicht en vice versa.
De leden van de Gebruikersraad Vrijsen Ghislaine (Vliegden Noord – voorzitter Gebruikersraad) Kuppens Gaston (Raad van Toezicht) De Wachter Annie (Ombudsvrouw) Aerts Stefanie (Mistel 1) Christine Eijssen (Mistel 2) Stevens Patricia (De Open Poort) Bergerhof Bart (De Open Poort) Schetz Els (De Open Poort) Keeman Nellie (Vliegden Oost) Van Och Willy (Vliegden Oost) Vastmans Angèle (Vliegden Noord) Steensels Jos (directie) Van de Broek Lieve (sociaal assistente)
Vrijsen Ghislaine Voorzitter Gebruikersraad
KORTE WEERGAVE VAN DE BESPROKEN AGENDAPUNTEN IN 2011
1
BOUWPROJECTEN VAN DE KLIMROOS
De directeur gaf tijdens de Gebruikersraad steeds de stand van zaken over de verbouwing van Vliegden Noord en de bouw in Hamont in De Kempkens. De Kempkens is ondertussen omgedoopt tot „De Wiek‟. Tijdens de verbouwing van Vliegden Noord gingen de deelnemers tijdelijk naar Vliegden Oost. Vliegden Noord is ondertussen volledig verbouwd en terug in gebruik genomen. De Wiek zal opengaan in november 2012.
JAARVERSLAG 2011 - 6
Ook is het kunstwerk, gelegen tussen Vliegden Oost en De Mistel klaar. Dit kunstwerk symboliseert enerzijds een niet aangeboren hersenletsel, maar het is ook bedoeld als gedenkplaats voor overleden bewoners. Het werd officieel onthuld op 24 juni 2011.
2
TEKST PALLIATIEVE ZORGEN
De visietekst over palliatieve zorgen werd overlopen en besproken op de Gebruikersraad. Algemeen werd de tekst als emotioneel moeilijk maar ook als zeer zinvol ervaren. De meesten hadden al vaak over het thema nagedacht. Slechts enkelen hadden het ook ooit effectief ter sprake gebracht. De nood aan correcte informatie, een klankbord en een eerste opening om over palliatieve zorgen te kunnen spreken was groot. 3
WIJZIGING GESCHREVEN REFERENTIEKADER
In het geschreven referentiekader werden enkele nuances aangebracht in de tekst rond privacy. De definitie van privacy bevat twee delen: - Ergens alleen kunnen zijn, zowel de ruimte hiertoe hebben als de tijd hiervoor kunnen nemen. - Niemand op je terrein hebben als je dit zelf niet wilt, zowel op gebied van ruimte als op gebied van gedachten/gevoelens. Privacy bevat drie domeinen: - Privacy op gebied van je eigen lichaam. - Privacy op gebied van gedachten/gevoelens/wensen/dromen/angsten: we bepalen zelf graag wat we wel of niet delen met anderen. - Privacy op gebied van ruimte. Wanneer de zorggebruikers zelf niet kunnen instaan voor hun privacy, neemt de begeleiding hier verantwoordelijkheid voor op. Hierbij wordt rekening gehouden met persoonlijke grenzen, maar ook met maatschappelijke grenzen. De begeleiding vertrekt niet vanuit de eigen waarden, maar probeert zich in te leven in de persoon in kwestie. Deze aanvullingen werden besproken en unaniem goedgekeurd. 4
WAS
De was kwam ter sprake omwille van het lange wegblijven van sommige kledingstukken, de mogelijkheid om delicate stukken apart te wassen, en soms ook het verdwijnen of fout wassen van kledingstukken. Gezien wij werken met een “wakkere” nachtdienst en ook het dagcentrum bereid was om mee te werken, werd besloten om de was van de kleding zelf te doen. Er werden extra wasmachines en droogkasten aangekocht voor De Mistel en Vliegden Oost. Zij doen nu samen de was van De Mistel. Het plooien van de witte was zal in Vliegden Oost gebeuren als extra activiteit. St.-Oda blijft de lakens wassen.
JAARVERSLAG 2011 - 7
5
PRIJS LOGEREN
De Klimroos heeft geen erkenning voor „logeren‟. Deze vraag komt echter dikwijls vanuit een zeer grote nood. Men vraagt meestal opvang vanuit de thuissituatie voor een korte tijd. Soms is dit vooraf te plannen vb. omwille van vakantie, maar meestal is het omwille van crisissituaties binnen een gezin erg dringend. Het directieteam heeft beslist om hier aan tegemoet te komen, in de mate van het mogelijke. Voorlopig kan het waterbed beschikbaar gesteld worden. Later mogelijks een vrije studio in De Wiek, of op lange termijn zouden we met Lindelheide de proefwoning hiervoor kunnen gebruiken. De prijs wordt 125,22 euro per dag (=dezelfde prijs als logeren binnen een ADL setting) + hotelkost van 17 euro per dag. Als het een deelnemer betreft die al gesubsidieerd naar ons dagcentrum komt, wordt het bedrag 33 euro per dag. 6
LEDEN GEBRUIKERSRAAD
Angèle Vastmans en Willy Van Och treden op als vervangend lid van de Gebruikersraad en worden uitgenodigd bij afwezigheid van een andere deelnemer. 7
VERBETERPROJECTEN
Op de Gebruikersraad werden de verschillende verbeterprojecten van 2011 voorgesteld. Vliegden Noord had in 2011 als verbeterproject de verbouwingen van het dagcentrum. Vliegden Oost startte een fiets- en wandelproject op zodat er op regelmatige en ingeplande tijdstippen kan gefietst en gewandeld worden. Ze willen deze activiteiten zo uitbouwen dat ook de andere afdelingen van De Klimroos kunnen aansluiten bij dit project. Mistel 1 ging op zoek naar zinvolle en aangename hobby‟s voor de bewoners. Mistel 2 werkte rond het inplannen van activiteiten in een weekstructuur. In De Open Poort stond het verbeterproject in het teken van de privacy van de bewoners. 8
JAAR VAN DE VRIJWILLIGER
KSF 10: Vrijwilligerswerk verder uitbouwen Definitie: Een goede werving en opvolging doen van vrijwilligers en een lange termijn engagement nastreven. Indicator: Jaarlijks een overzicht maken van het aantal vrijwilligers, de inhoud van hun werk. Acties: De vrijwilligers extra in het zonnetje zetten in 2011 omwille van het jaar van de vrijwilliger met een ballonnenactie en extra opleiding. Er zijn 58 vrijwilligers (verdere onderverdeling zie BSC Stijn). Score: Zeer goed
JAARVERSLAG 2011 - 8
Tijdens het vrijwilligersfeestje werd er door de zorggebruikers een ballon opgelaten als dank voor het „extra hart en handen‟. Het feestje werd afgesloten met een heerlijke barbecue. 9
VOORSTELLING FINANCIEEL VERSLAG EN JAARVERSLAG
Het jaarverslag en het financieel verslag 2010 werden overlopen en toegelicht door de directeur. Er waren geen bemerkingen. 10
KLACHTENOVERZICHT
KSF 6: Zorggebruiker centraal stellen Definitie: Alle acties die we als voorziening ondernemen komen direct of indirect ten goede van onze zorggebruikers. Indicator: De resultaten van een bevraging van de tevredenheid van de zorggebruiker voorafgaand aan de handelingsplanning en/of bij de afronding van de zorg. De vraag "Hoe tevreden bent u " wordt bij voorkeur gesteld aan de zorggebruiker zelf, indien dit niet mogelijk is proberen andere mensen (teamleden, familieleden) die de bewoner goed kennen het antwoord van de bewoner in te schatten. Het antwoord wordt gegeven op een 10-puntenschaal waarbij 0 staat voor helemaal niet tevreden en 10 voor perfect tevreden. Acties: Bij elke bewoners-/deelnemersbespreking wordt de tevredenheid van de zorggebruiker bevraagd en weergegeven in het dossier. In 2011 was deze score gemiddeld 8.22/10. Score: Zeer goed Een overzicht van de klachten en de oplossingen hiervoor uit de bus kwamen werden voorgesteld aan de Gebruikersraad. - Er waren in totaal 4 klachten. - Er waren 20 ongenoegens. - Er waren geen bemerkingen.
JAARVERSLAG 2011 - 9
VERBETERPROJECT DE OPEN POORT Privacy 1
INLEIDING
Al vanaf de opstart in maart 2007 was De Open Poort een „vernieuwend, eigentijds, inclusief en uniek‟ woonproject, dat door iedereen, zowel binnen als buiten de sector, nauwgezet opgevolgd werd. Het VAPH gaf ons het statuut “lerend proefproject” omdat er in 2007 geen regelgeving was die dit soort woonvorm mogelijk maakte. Nu dient deze woonvorm, die inclusie en participatie centraal stelt, die handicapgebonden kosten scheidt van de niet handicapgebonden, die ook externe en reguliere diensten laat participeren, als model voor andere instellingen. Ook hier is de nota 2020 bepalend voor het toekomstig zorg- en woonbeleid. De meeste instellingen beginnen dit soort woonvormen nu pas uit te bouwen. Gaandeweg hebben we ook ervaren dat het niet alleen gaat om een andere manier van wonen, maar dat er ook een andere manier van begeleiden nodig is dan dat wat we tot dan toe gewend waren. De begeleiding staat zo dicht bij de bewoners, waardoor de grens van privacy, zowel van de begeleider als van de bewoner, niet altijd duidelijk is. De vraag werd dan ook vanuit de begeleiding gesteld om een jaar te werken rond „Privacy‟. We willen bewust stilstaan bij wat privacy voor ons en voor onze bewoners betekent, en hoe we deze zo goed mogelijk kunnen respecteren. 2
DOEL VERBETERPROJECT
Bij het uitwerken van dit project, stelden we twee doelstellingen voorop. Hieronder wordt beschreven wat we wilden bereiken en hoe we tewerk zijn gegaan. 2.1
Doelstelling 1
We willen voor elk van onze bewoners bekijken wat voor hen privacy betekent op verschillende gebieden (medische privacy, privacy in hun studio, privacy in de vrije tijd,…). Door dit te bevragen krijgen we een idee van wat onze bewoners belangrijk vinden en kunnen we rekening houden met hun individuele behoeften. 2.2
Beschrijving proces
In het begin van het project werd er van elke bewoner een vragenlijst afgenomen, waarin bevraagd werd hoe zij naar privacy keken. Op basis van de antwoorden werden er per bewoner richtlijnen opgesteld. Deze richtlijnen hebben ervoor gezorgd dat de begeleiding aanpassingen gemaakt heeft in hun omgang en benadering van de zorggebruikers. Zo is bijvoorbeeld de afspraak gemaakt dat er voor zaken zoals de post of de was enkel nog de studio binnen gegaan wordt als de bewoner thuis is. Ook vragen de meeste bewoners om zo weinig mogelijk informatie bijvoorbeeld over hun vrije tijd door te geven aan andere bewoners, ze geven aan dit liever zelf te doen. Na een half jaar zijn de bewoners opnieuw bevraagd over hun ervaringen sinds de aanpassingen. Zij waren over het algemeen enthousiast en vonden het zeker een meerwaarde dat er meer bewust werd stilgestaan bij hun privacy. Een reactie van een bewoner: “Ik vind dat tegenover een jaar geleden de begeleiding meer rekening houdt met mijn privacy. Ik heb daardoor het gevoel dat ik meer met hen individueel kan bespreken, dit is fijn.” 2.3
Doelstelling 2
Op basis van de individuele behoeftes van de bewoners willen we voor De Open Poort een algemene visie rond privacy uitwerken. Deze visietekst beschrijft wat privacy in zijn verschillende facetten betekent en hoe we vanuit De Open Poort hiernaar kijken en hoe we er mee omgaan.
JAARVERSLAG 2011 - 10
2.4
Beschrijving proces
De tekst is het resultaat geworden van een jaar werken rond het onderwerp, waarbij ervaringen van personeel en bewoners gebundeld worden. De tekst biedt in de toekomst handvaten, voor zowel de begeleiding als voor de bewoners, waardoor er langs beide kanten bewust stilgestaan kan worden bij het thema. Deze visietekst vindt u hieronder. 2.5
Visietekst privacy
De Open Poort kiest ervoor om mensen met een zware zorgbehoefte een aan hun mogelijkheden aangepaste woonomgeving te bieden, waarbij inclusie en participatie centraal staan. We streven naar zorg op maat voor elk uniek individu door telkens opnieuw te vertrekken vanuit de wensen en mogelijkheden van onze bewoners. We willen werken vanuit een onvoorwaardelijk respect voor elk uniek individu, waar de privacy ten alle tijden gerespecteerd wordt. Privacy, alleen zijn, tijd en ruimte voor jezelf hebben, dit is een basisbehoefte. Iedereen heeft graag een plekje voor zichzelf, waar men zich even kan terugtrekken zonder gestoord te worden. Maar ook op andere vlakken hebben mensen behoefte aan privacy, bijvoorbeeld op het gebied van persoonlijke informatie, wensen, dromen of gedachten. Vanuit deze basisgedachte willen we binnen De Open Poort privacy centraal stellen binnen onze dienstverlening. We benadrukken in eerste instantie het individuele karakter van privacy. Privacy is een erg persoonlijke aangelegenheid waarbij het een vereiste is om van de zorggebruiker zelf te vertrekken. Een bepaalde zorggebruiker zal het bijvoorbeeld fijn vinden dat zijn mening over een onderwerp gedeeld wordt met de andere zorggebruikers. Iemand anders kan in dat geval vinden dat zijn privacy geschonden wordt. Een goede beeldvorming is hierbij dan ook essentieel. Naast deze individuele grenzen, zijn er ook grenzen die voortkomen vanuit algemeen aanvaarde normen en waarden. Voor onze zorggebruikers is het niet altijd vanzelfsprekend zelf hun grenzen op het gebied van privacy te beschermen. Als begeleiding ondersteunen we onze zorggebruikers waar het nodig is, door hun grenzen te respecteren, ook als ze hier zelf geen oog voor hebben. Een aantal afspraken ter illustratie: De studio van de bewoner wordt gezien als zijn privédomein. We gaan als begeleider pas binnen na toestemming van de bewoner. We letten erop de deuren van de badkamer dicht te houden wanneer een bewoner zich hier bevindt. Informatie over één bewoner, wordt niet doorgegeven aan andere bewoner. Informatie over een bewoner wordt slechts doorgegeven aan andere begeleiding als deze relevant is voor de verdere begeleiding. Dossiers worden enkel ingekeken door personeel in functie van de begeleiding van de bewoner. Als informatie doorgegeven moet worden aan familie, wordt dit in de mate van het mogelijke eerst besproken met de bewoner. Wanneer we instaan voor de privacy van onze zorggebruikers, moeten we er alert voor zijn dat we niet vertrekken vanuit onze waarden en normen rond privacy („Hoe zou ik me voelen‟) maar wel dat we ons proberen in te leven in de zorggebruiker in kwestie („Hoe zou de bewoner zich voelen‟). Begeleiding dient hiervoor een empatische houding te kunnen aannemen, waarbij hij of zij zich zonder moeite en onbevooroordeeld kan inleven in de leefwereld van de bewoner. Een open teamcultuur, waarin er ruimte is voor het bespreken van elkaars sterke en zwakke punten, is onontbeerlijk om de begeleider in dit zoekproces te ondersteunen. Naast overleg op teamvergaderingen of binnen werkgesprekken, is ook informele overleg een goed moment om deze basishouding ter sprake brengen. Binnen De Klimroos vinden we het belangrijk bij te dragen tot de kwaliteit van leven van onze zorggebruikers. Door bewust om te gaan met privacy, willen we een stap verder zetten in het bieden kwaliteitsvolle zorg op maat.
JAARVERSLAG 2011 - 11
VLIEGDEN NOORD IN EEN NIEUW KLEEDJE Vliegden Noord droomde al een tijdje van een nieuwe look, met vooral aandacht voor meer daglicht. Nu men in Neerpelt, net voor onze deur, begon met grote bouw- en wegenwerken was dit het geschikte moment om ook onze plannen te realiseren. Het realiseren van een verbouwing kost veel tijd en daarom verhuisde Vliegden Noord van juni tot en met december (een half jaar) naar Vliegden Oost. Zoals bij elke verhuis is het in het begin even wennen aan de nieuwe omgeving, maar de collega‟s van Vliegden Oost zorgden voor een warm onthaal. Ze reorganiseerden hun werkruimtes en zochten extra bergruimte in 2 zeecontainers, zodat wij ons konden installeren in de vrijgekomen plaats, tussen de verhuisdozen en ander meubilair. Spoedig had iedereen zijn plekje gevonden en werd het een fijn samenwerken. Deelnemers konden hierdoor eens „gluren bij de buren‟ en bleven er ook vaak plakken. Werken in een andere omgeving, met andere deelnemers bleek soms leuker dan hetzelfde werk in je vertrouwde omgeving te doen. Verandering van spijs doet eten?! Er werden samen activiteiten gepland en deelnemers schreven al eens in bij activiteiten van het andere dagcentrum. Ook het atelier met industrieel werk van Vliegden Oost, was zeer in trek bij de deelnemers van Vliegden Noord. Samen boccia spelen, fietsen of wandelen zijn activiteiten die door de ligging van Vliegden Oost makkelijker te doen zijn “in het groen”. Aan ons tijdelijk verblijf in Vliegden Oost bewaren we fijne herinneringen, en het heeft ons allen een stapje dichter bij mekaar gebracht. Marc en Maurice, de mannen van onze technische dienst, leverden ondertussen prima werk in Vliegden Noord. Samen met de werkmannen van de verschillende externe firma‟s werd alles gemaakt, net zoals wij het gevraagd hadden. Sinds dinsdag 3 januari 2012 hebben deelnemers en personeel opnieuw hun intrek genomen in de vernieuwde lokalen. Iedereen was blij verrast met de veranderingen. Het voelde meteen goed aan om terug in de vertrouwde stek te komen. Kasten werden herschikt en oude afdankertjes die hun dienst ondertussen al ruim hadden bewezen werden vervangen door nieuw meubilair. In het crea gedeelte zorgt het frisse groen op de muren voor leuke en frisse ideeën. De aparte slaap- en TV ruimte geeft onze deelnemers meer rust, stilte en privacy. Ze kunnen er even tot rust komen, een pauze inlassen of eventjes knikkebollen om daarna de taakspanning weer te kunnen volhouden. Het vernieuwde kinélokaal stimuleert iedereen om onder begeleiding van onze geweldige kinesisten nog actiever te bewegen. De lage afscheidingswand van het hout- en klei-atelier is ook bewust gekozen. Dit verhindert de rechtstreekse inkijk maar geeft toch voldoende open ruimte om toezicht te houden en het gevoel om “erbij” te horen. Er is ook een extra toilet gekomen en deze ruimtes zijn beter aangepast voor rolstoelen. Ook is er nog een oproepsysteem bijgeplaatst. De nieuwe vloer is niet alleen mooi, maar vooral ook veiliger en onderhoudsvriendelijk. Het nieuwe plafond zorgt voor een betere geluidsdemping en een energiebesparing. De nieuwe verwarmingsketel alleen al zou ons 30 % energiebesparing moeten opleveren. De automatische deuropeners zorgen ervoor dat onze deelnemers nu zelfstandig binnen en buiten kunnen komen. Maar de allergrootste verandering is de dakconstructie. De grote ramen in onze dakkapel, zorgen voor veel natuurlijk licht. De deelnemers kunnen nu de zon zelfs voelen, en de regen zien en horen
JAARVERSLAG 2011 - 12
tikken op de ruiten. Het elektrisch openen van deze ramen, maakt dat onze ruimtes nu makkelijk te verluchten zijn met frisse buitenlucht. In samenwerking met de gemeente Neerpelt is er tegelijkertijd ook een groendak gerealiseerd. We leveren op deze manier een grote bijdrage aan een aantrekkelijke en mooie buurt, en bovendien levert dit dak een waardevolle ecologische bijdrage. Onze meerwaarde (want we kunnen het dak zelf niet zien) ligt in de langere levensduur van de dakbedekking, de geluids- en warmte-isolatie en de betere brandveiligheid. De grote doelstellingen van de verbouwing zoals het beter rolstoelaangepast maken, meer daglicht binnenhalen, beter te verluchten, een veilige en energievriendelijkere invulling geven, zijn allemaal gehaald en betekenen een grote meerwaarde voor de deelnemers en het personeel in de eerste plaats, maar ook voor het milieu en de buurtbewoners. Uit de eerste reacties blijkt dat we in deze opzet zeker geslaagd zijn.
EINDAFREKENING VERBOUWING VLIEGDEN NOORD
Architekt
1.234,00
Binnenafwerking - Thijs
27.413,72
Vloer-en schilderwerken - Van Gompel
33.222,54
Kempische Interieurbouw
50.465,34
Dak - Van Vlierden (gesubsidieerd)
32.659,44
Verwarmingsketel - Rutten
5.591,83
Besam
7.457,13
Ramen en deuren - Deco
4.620,55
Cools
5.939,21
Eigen werken TOTAAL
15.309,56 183.913,32
JAARVERSLAG 2011 - 13
DE WIEK KSF 2: Plaatsen uitbreiden en variëren Definitie: we proberen het aantal plaatsen uit te breiden al naargelang de behoefte van de regio en we proberen het aanbod te variëren zodat we beter zorg op maat kunnen bieden. Indicator: Het aantal personen die zorg krijgen opgesplitst in zorgaanbod. Acties: Invullen van onze DIO plaatsen, zoeken naar oplossingen voor logeren, en geleidelijk zoeken naar regularisatie van onze convenanten en plaatsen in onze reguliere bouw. Erkenning nursing De Mistel
DIO
11
convenant
PAB
verzekering
1
1
3
zelfbetalend
1
Totaal
17
(Knelpuntdossier)
Score:
De Open Poort
1
3
5
3
0
Totaal
12
3
6
4
3
12
1
29
In de dagcentra komen 18 deelnemers via een erkenning dagcentrum, en één via verzekeringsmiddelen. Hier sluiten nog 10 ook de mensen aan die in één van onze woonvormen verblijven. In woonzone De Zilverberk wonen 12 personen met een handicap, zelfstandig zonder personeelsondersteuning van ons, maar mits een rolstoelaangepaste woning en mits een oproepsysteem. Zeer goed
ARTIKEL VERSCHENEN IN: HAC Weekblad – 2 maart 2012 Internetgazet.be – 25 januari 2012 PROJECT DE WIEK IN NOVEMBER KLAAR Al geruime tijd kan je bouwprojecten zien groeien in de buurt van De Kempkens in Hamont. Graag geven we een woordje uitleg. De bouwheer en eigenaar van de gebouwen is het Kempisch Tehuis. Er komen 10 “gewone” sociale woningen en in de “grote blok” worden 13 rolstoelaangepaste appartementen gerealiseerd. Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel of een zware motorische handicap kunnen deze appartementen huren. Een niet-aangeboren hersenletsel of NAH wordt gekenmerkt door een blijvende hersenbeschadiging, opgelopen door een beroerte, een hoofdtrauma door een ongeval, hersentumoren, herseninfecties, zuurstoftekort … Het dienstencentrum De Klimroos zal instaan voor de permanente begeleiding van de cliënten, dag én nacht. Dienstencentrum De Klimroos, niet te verwarren met De Klimroos in Budel, maakt deel uit van vzw Stijn, een netwerkorganisatie van verschillende diensten en dienstencentra die zorg bieden aan personen met een beperking.
JAARVERSLAG 2011 - 14
Om verwarring met de serviceflats “De Kempkens” te vermijden, gaven we ons project een nieuwe naam: „De Wiek‟. Zowel de buurt als ons personeel heeft gestemd over deze nieuwe naam. De Wiek verwijst enerzijds naar de molen die er stond en staat, en anderzijds naar de wiek van een kaars en dus ook naar het kaarsenfabriek van Hamont. Wij van dienstencentrum De Klimroos zijn blij met deze naamkeuze. Symbolisch kan “De Wiek” ook staan voor "de kern, het lichtpunt, de vlam". Het vuur dat we zeker in onze werking willen steken! Voor meer informatie kan je terecht bij Jos Steensels, directeur De Klimroos, 003211 34 91 50 of via
[email protected]. Neem gerust een kijkje op onze website www.stijn.be.
KSF 1: Duidelijk beeld Definitie: We hebben een goed beeld van de zorgvragen van de mensen met een NAH in de regio via verwijzers, crz, … Indicator: Het aantal geregistreerde personen van onze doelgroep op de CRZ tov de beschikbare plaatsen. Acties: 1 keer per jaar brengt de sociaal assistente een stand van zaken op het directieoverleg (eventueel na een zorgbemiddelingsoverleg) Bij een gemelde open plaats voor woonvorm nursing in 2011 zijn er 37 kandidaten gemeld waarvan 12 uit prioriteitengroep 1, 11 uit prioriteitengroep 2 en 4 uit prioriteitengroep -1. Bij een open plaats dagcentrum waren er dit maar 3 uit prioriteitengroep 2. Dit geeft perfect een verhouding aan voor onze doelgroep in onze regio. Score: Zeer goed. Hierbij maken we wel volgende nuancering: Bij het openstellen van een plaats krijgen we slechts zicht op het aantal mensen dat zich aanmeldt voor deze plaats. We krijgen geen zicht op de totale wachtlijst, maar ook niet op de mensen die zorg nodig hebben, maar de weg niet vinden naar de juiste zorg. We krijgen dus een beperkt beeld.
JAARVERSLAG 2011 - 15
ZIEKTEVERZUIMBELEID DE KLIMROOS 1
UITGANGSPUNT
Vertrekkende vanuit de visietekst rond verzuimbeleid van vzw Stijn, wil De Klimroos nog eens benadrukken dat we streven naar tevreden en competente medewerkers in het algemeen. Als zodanig kadert het verzuimbeleid in het totale personeelsbeleid. We willen op dit vlak een duidelijk en concreet beleid voeren voor het welzijn van onze werknemers. Tevens vinden we het belangrijk dat personeel bewust wordt van de impact van ziekte op de organisatie, en verantwoord kan omgaan met ziekte. We onderschrijven dan ook de RICHTLIJN die vanuit de vzw naar voor wordt geschoven en zien ons beleid als een verdere concrete uitwerking hiervan. Het welzijn van ons personeel is uiterst belangrijk en verdient onze volledige aandacht. Personeel dat gezond is en zich goed voelt in zijn job zal beter renderen op alle vlakken. De Klimroos wenst een positieve aanpak na te streven, uitgaand van het vertrouwen dat we in onze medewerkers hebben. Zich goed voelen op het werk is afhankelijk van zeer veel factoren. Gemotiveerde medewerkers verkrijg je door hen meer verantwoordelijkheid te geven, kansen te geven tot zelfontplooiing en doorgroei, door goede relaties met collega‟s, door een goede verloning, en zeker door erkenning en waardering te geven. Dit geeft aan dat we ons verzuimbeleid dan ook niet enkel afstemmen op ziekteverzuim alleen. Preventief werken rond werkdruk en stress kan er voor zorgen dat er een beter evenwicht komt tussen draagkracht en draaglast, en hierdoor kan een ziekte soms voorkomen worden. 2
ENKELE BEPALINGEN
Onder ziekte verstaan we de fysieke en/of psychische verschijnselen die wijzen op verstoring van functionele evenwicht tussen fysieke, mentale of sociale draagkracht en draaglast. De draaglast kan samengevat worden als de verplichtingen, gebeurtenissen en problemen, en de draagkracht slaat op de beschermende factoren zoals sociaal netwerk, collega‟s, mentaal vermogen,…. Dit gaat gepaard met een medische diagnose. Ziekteverzuim is een vorm van gedrag dat bepaalt hoe men omgaat met een ziektetoestand. Het is de strategie die gehanteerd wordt om ziekte een plaats te geven in het dagelijks functioneren. Naargelang de aard van de ziekte heeft de zieke meer/minder keuzemogelijkheden. 3
SOORTEN VERZUIM
Men spreekt van zwart, grijs, wit en zelfs “roos” verzuim. Onderzoek wijst uit dat 10 % zwart verzuim zou zijn. Dit is verzuim zonder gegronde reden. Bij 60% grijs verzuim maakt de persoon een keuze om niet te gaan werken maar kan dit verantwoorden. Het 30% witte staat voor verzuim met onweerlegbare en duidelijke medische redenen waar de keuze van een persoon geen optie is, en het roze verzuim tenslotte zijn de mensen die ziek zijn en toch komen werken, wat ze eigenlijk beter niet doen!
JAARVERSLAG 2011 - 16
4
IMPACT VAN ZIEKTE
De impact van een zieke collega is altijd groot. Economisch zou men dit in geld kunnen uitrekenen, maar in ons werk is dit zeker niet alleen aan de orde. Ons “product” is kwaliteit van leven te bieden door middel van het aanbieden van goede zorgen en onze cliënten gelukkig te maken. Voor de medewerker zelf zijn er de doktersrekeningen, de pijn, de zorgen, een verstoorde relatie met collega‟s, het gevoel van niet goed te functioneren in zijn/haar job, het eventuele loonsverlies bij langdurige afwezigheid, .. Voor de collega’s betekent dit dat zij de afwezigheid moeten opvangen, hun afspraken moeten afzeggen, soms extra familiale druk ervaren door vb. extra kinderopvang te voorzien enz . Er kan ook een negatieve sfeer ontstaan… Voor de cliënten betekent een afwezige collega dat zij niet de vertrouwde medewerker krijgen, of soms zelfs minder hulp krijgen dan voorzien was of minder tevreden zijn. Voor de organisatie betekent dit een boel extra werk, een belemmering in het halen van de doelstellingen, en er zijn ook de financiële gevolgen. Andere medewerkers moeten gebeld, er moeten dienstroosters gewijzigd, activiteiten en afspraken worden afgezegd of herpland. 5
METEN IS WETEN: DE BRADFORD FACTOR
Het uitgangspunt is dat veelvuldige korte periodes van afwezigheid meer storend werken op het functioneren van een organisatie (en duurder zijn voor de werkgever) dan uitzonderlijke periodes van langere duur. Daarom kent de Bradford-formule een exponentiële waarde toe aan het aantal gevallen van afwezigheid en slechts een eenvoudige waarde aan het aantal dagen van afwezigheid. Frequentie in het kwadraat x aantal dagen = Bradford Factor De frequentie is hierbij het aantal nieuw begonnen ziekteperiodes binnen een bepaalde tijdspanne Vb. 1 jaar. Het aantal dagen is de som van alle dagen van de ziekteperiodes over deze tijdspanne. Werknemer A was 10 dagen afwezig in een jaar: 5 afwezigheden van elk 1 dag en 1 afwezigheid van 5 opeenvolgende dagen. Frequentie = 6 Aantal dagen = 10 Bradford Factor: 6² x 10 = 360 Werknemer B was 15 dagen afwezig in een jaar: 3 afwezigheden van elk 5 dagen. Frequentie = 3 Aantal dagen = 15 Bradford Factor: 3² x 15 = 135
JAARVERSLAG 2011 - 17
De voorbeelden tonen aan dat Werknemer A, met minder afwezigheidsdagen, een hogere Bradford Factor heeft dan Werknemer B die meer dagen afwezig was in dezelfde tijdspanne. 6
PREVENTIEVE MAATREGELEN
Zonder een volgorde van belangrijkheid te willen aangeven en zonder volledig te zijn sommen we een aantal beleidsopties op die er toe moeten bijdragen om het verzuim zo laag mogelijk te houden. Wij streven er naar om het personeel, veel vrouwen met kinderen, een haalbaar aantal uren te laten werken om de combinatie met hun gezinsleven beter te kunnen realiseren. Dit resulteert in deeltijdse contracten voor meer dan de helft van onze werknemers. Vanuit een duidelijke functieomschrijving trachten we ook duidelijkheid in taken te creëren. Extra belasting wordt eerlijk verdeeld vb. bij terug komen bij ziekte, een evenredige taakverdeling We zijn soepel in afspraken rond systemen van tijdskrediet, loopbaanonderbreking en landingsbanen. We voeren een actief beleid om mensen te laten werken op afdelingen die hen liggen. De ene werkt graag verzorgend, de andere liever bij mensen met gedragsproblemen, er zijn dagcentra, en inhoudelijk is er een heel andere werking in De Open Poort of De Wiek, …. We stimuleren zelfontplooiing in ons VTO beleid. We trachten via een coachende leiderschapsstijl “werken op automatische piloot” en burn out tegen te gaan. We voeren om de 5 jaren een tevredenheidsonderzoek bij het personeel en vragen ook naar hun wensen. Wij voeren een instellingsbeleid waar mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun job. Buiten de wettelijke barema‟s is er geen speling tot extra financiële beloning. Sociaal is dit wel mogelijk en bij speciale gelegenheden (10, 25, 35 jaar dienst en bij pensioen) of bij een uitzonderlijke prestaties doen we dit met kleinere attenties (een vermelding, een cadeau, een eenmalige premie, een bos bloemen,… ) en hopen dat mensen toch vooral hun waardering krijgen van elkaar. We streven een familiale en open, maar toch geborgen en respectvolle sfeer na in de dagelijkse werking. Het personeelfeest is gratis en er is ook een jaarlijkse uitstap. De teams mogen elk jaar een studiedag of bezoek doen en de leefgroep krijgt een attentie bij Nieuwjaar. We zijn een instelling met een platte structuur en een open omgangsstijl, waar iedereen vlot bij iedereen en zeker ook bij de leidinggevenden, kan aankloppen. We hebben een vertrouwenspersoon die heel dicht bij het personeel staat en indien nodig de brug kan vormen naar de preventieadviseur voor psychosociaal welzijn. We hebben maatregelen die de fysieke werklast verlagen en de risico‟s beperken. Enkele voorbeelden zijn het verplicht dragen van veiligheidsschoenen, het verplicht gebruik van tilliften, het preventiebeleid voor mrsa, … Al van bij de sollicitaties wordt er goed gepeild naar fysieke en psychische paraatheid die nodig is voor de job. Het griepvaccin wordt gratis toegediend. 7
DE LEIDINGGEVENDE HEEFT EEN HEEL CENTRALE ROL Er wordt door de leidinggevenden op elk teamoverleg uitleg gegeven rond dit (nieuwe) ziekteverzuimbeleid. De leidinggevenden worden bijgeschoold in coachen, open communicatie en leidinggeven. De leidinggevende is het eerste aanspreekpunt bij ziekte, of andere verzuimredenen. Hij/zij bekijkt of en hoe er een oplossing kan geboden worden door vb. wisselen van diensten, het terugnemen van overuren, enz. Voor het opstellen van de dienstlijst wordt er gewerkt met een “wensenlijst” waar in de mate van het mogelijke mee rekening gehouden wordt zodat het personeel zijn privé activiteiten kan blijven doen en de combinatie met een gezinsleven beter mogelijk wordt.
JAARVERSLAG 2011 - 18
Er is een actief beleid om nieuw personeel te begeleiden door o.a. peter/meterschap. Coaching is het voornaamste begeleidingsstijl die we introduceren in alle afdelingen en diensten. Jaarlijks krijgt iedereen een werkgesprek, om de 5 jaren een evaluatiegesprek, maar er kunnen ook disfunctioneringsgesprekken zijn als het misloopt. 8
CURATIEVE MAATREGELEN
Er zal altijd verzuim zijn. Het is belangrijk om hier duidelijke afspraken te hebben. Mondelinge ziektemelding aan de direct leidinggevende (of bij afwezigheid aan de volgende in lijn of aan degene die van piket is) én aan de groep, via een telefoontje (geen sms) dient zo snel mogelijk te gebeuren. We houden ons aan de bepalingen van het arbeidsreglement beschreven onder de rubriek “onvermogen tot werken”. Het ziektebriefje moet binnen de 2 werkdagen binnen zijn. 1 dag ziekte kan in vertrouwen en zonder ziektebriefje. We volgen strikt onze afwezigheidcoëfficiënt op en bepalen onze Bradford Factor. De arbeidsongevallen, zwangerschappen en ziektes bekijken we in detail en vergelijken, vb. tussen deeltijders en voltijds werkenden, bij de staffuncties, bij het leefgroeppersoneel,… We geven dit weer in ons jaarverslag. We maken zowel een individuele Bradford Factor, als een gemiddelde (of mediaan) voor De Klimroos op. We geven verzuim een plaats in werkgesprekken. Bij frequent (kort)verzuim of een vermoeden van roos en zwart verzuim zal het hoofd direct een verzuimgesprek houden. Maar ook grijs verzuim zal aan de hand van de Bradford Factor ter sprake gebracht worden. Bij langdurige ziekte (meer dan 3 weken) wordt steeds mondeling contact gelegd door de direct leidinggevende om te informeren naar de toestand. Zo hopen we een welgemeende interesse te tonen en eventueel een terugkeer te bespoedigen, en een demotivatie van collega‟s tegen te gaan. De persoon die terugkeert uit een langdurig ziekte wordt opvangen bij terugkeer. Er wordt zo snel mogelijk een persoonlijk gesprekje gedaan. Vooraf worden de collega‟s al geïnformeerd. We trachten de draagkracht en de draaglast van een personeelslid in evenwicht te brengen. Bij een Bradford Factor die hoger is dan 110, en waar een sterk vermoeden is van grijs verzuim, zal een verzuimgesprek plaatsvinden. Een mogelijke piste is om te werken met de TOM score (Taken Op Maat). Deze schaal brengt 5 kerntaken in kaart die de draagkracht en draaglast van een persoon op elkaar zouden moeten afstemmen. 1. Fysieke belasting. Dit is de mate waarin aspecten eigen aan het werk op het lichamelijk vlak een invloed uitoefenen. 2. Psychosociale belasting. Dit geeft de mate aan waarin aspecten eigen aan het werk qua motivatie en op emotionele vlak een invloed uitoefenen. 3. Organisatorische belasting. Dit scoort de mate waarin aspecten eigen aan de organisatie van het werk voor belasting zorgen. 4. Belasting door werkomstandigheden zijn vb. onhygiënische werkomstandigheden, onveilige werkomstandigheden, niet-comfortabele werkomstandigheden. 5. Belasting door tijdsdruk. Dit is de verhouding tussen taken en de tijd om die uit te voeren en de mate waarin die in evenwicht is. Eenmaal dit in kaart kunnen we samen voorstellen formuleren om tegemoet te komen aan de knelpunten.
JAARVERSLAG 2011 - 19
KWALITEITSPLANNING DE KLIMROOS JAAR 2011 THEMA: BRANDBESTRIJDING EN EVACUATIE: PROCEDURES, INSTRUCTIES, ACTIEKAARTEN
1
INVALSHOEK
De Klimroos wil al de brandprocedures, -materialen en systemen overzichtelijk op papier hebben staan. Deze informatie wil zij implementeren op al haar afdelingen zodat de veiligheid van bewoners/deelnemers en personeel zo maximaal mogelijk kan gegarandeerd worden. De Klimroos heeft in al haar accommodaties erkende systemen voor brandpreventie voorzien. Al de gebouwen zijn ook gekeurd door de brandweer op brandveiligheid en evacuatiemogelijkheden. Hier is een schriftelijk verslag van. Het is echter een opvallende vaststelling dat de kennis omtrent de werking van deze apparaten en procedures heel vlug vervaagt bij het basispersoneel. Hierdoor kan ook nieuw personeel bij hun instap niet duidelijk en goed geïnformeerd worden door de anciens. De veiligheid van zorggebruikers en personeel kan alleen verzekerd worden als deze procedures gekend zijn en goed kunnen worden uitgevoerd, want anders zijn ze zeker niet snel uitvoerbaar tijdens crisisen dus panieksituaties. De Klimroos wenst de kennis van zijn werknemers omtrent de nodige procedures jaarlijks te evalueren. Tot slot wil De Klimroos een jaarlijkse controle/evaluatie inplannen op de juistheid, updating en werking van de aanwezige brandpreventiesystemen, de aanwezige materialen. Hier zal een onderscheid gemaakt worden tussen de gebouwen die De Klimroos in eigen beheer heeft en de gebouwen waar zij geen eigenaar is (De Open Poort). 2
MEETBARE DOELSTELLING
2.1
Alle informatie m.b.t. de brandveiligheid is verstrekt en doorgenomen door het basispersoneel
Door de informatie omtrent de brandpreventie op elke afdeling in een handige kaft te voorzien, en bovendien toe te voegen aan de checklist betreffende de noodzakelijke informatie die ieder personeelslid krijgt bij indiensttreding, kunnen we garanderen dat iedereen deze info omtrent brandpreventie tijdig doorkrijgt. 2.2
De informatie is gekend en de procedures kunnen ook uitgevoerd worden
Door enerzijds om de 2 jaar een brandoefening ter plaatse te organiseren en anderzijds een jaarlijkse controle van de procedurekennis op een teamvergadering in te plannen, zullen we de “vervaging” trachten te minimaliseren. 2.3
Een blijvende update wordt geïnstalleerd en de alertheid wordt aangescherpt
Een schriftelijke of mondelinge controle van de kennis van het personeel zal op teamvergadering worden voorgelegd. 2.4
Er wordt een interne audit specifiek op dit vlak georganiseerd
Ook de vzw Stijn heeft beslist om het screenen van de brandveiligheid als actiepunt te nemen voor 2011. Van hier uit zal er een audit georganiseerd worden.
JAARVERSLAG 2011 - 20
3
WERKWIJZE De brandprocedures worden bijgewerkt en afgestemd op de setting. De logistieke dienst wordt bijgeschoold en verantwoordelijk voor dit onderdeel. Zij kijken ter plekke na of alle elementen van de procedure aanwezig en in orde zijn vb. de pictogrammen, controle brandblussers,… De logistieke dienst zal de kaftjes per afdeling in orde maken. De vormingsverantwoordelijke zal de info omtrent brandpreventie toevoegen aan het VTO-plan en aan de checklist voor nieuw personeel. De logistieke dienst zal jaarlijks op de teams kort de gehele procedure herhalen. Hij staat in het komende jaar (samen met de zorgcoördinator war VTO betreft) dan ook in voor de algemene opvolging van dit verbeterproject.
4
ONTPLOOIDE ACTIVITEITEN EN TIJDSPLANNING
4.1
Voorbereiding
Eén persoon van de (nieuwe) logistieke dienst wordt aangesteld om zich in te werken in deze materie. Hij dient zich te gaan informeren bij de preventieadviseur en hij dient de procedures die er al zijn door te nemen. Verder zal hij voor het gebouw dat niet onze eigendom is (De Open Poort) met de gemeente contact opnemen om ook daar de brandprocedure op te vragen en eventueel bij te sturen voor onze bewoners. Hij leert overal hoe branddetectiesystemen werken. Hij controleert overal de materialen: zijn alle pictogrammen aanwezig, hangen er brandblussers (en dekens) en zijn de brandblussers gecontroleerd, … Hij maakt eventuele mankementen of tekorten in orde. 4.2
Tijdsplanning
De logistieke dienst zorgt tegen midden februari 2011 dat elke afdeling een intern noodplan heeft dat realistisch gekoppeld is aan de desbetreffende locatie. Hij zorgt ervoor dat alle nodige documenten op hun juistheid en volledigheid gecontroleerd zijn in samenspraak met de preventieadviseur. Vervolgens zorgt hij er voor dat op alle groepen de juiste documenten aanwezig zijn. Tegen half maart neemt de logistieke dienst initiatief om, in samenspraak met de VTOverantwoordelijke en de diensthoofden, alle relevante informatie op een teamvergadering over te brengen aan alle werknemers van De Klimroos. De vormingsverantwoordelijke controleert of iedereen aanwezig heeft kunnen zijn bij deze informatieoverdracht. De vormingsverantwoordelijke zorgt er ook voor dat geleidelijk aan alle werknemers van De Klimroos een concrete training met „kleine blusmiddelen‟ krijgen, zoals voorzien binnen de VTO-pakket van vzw Stijn (de bus van Somati). Wegens de grote vraag naar deze opleiding kunnen we slechts 3 personeelsleden per keer laten deelnemen aan deze sessies. Tegen eind april controleert de logistieke dienst of alle onderhoudscontracten in orde zijn en de jaarlijkse controles op de aanwezige technieken ingepland zijn. Ook de controle van de aanwezige brandblusapparaten, brandkranen, en branddekens worden ingepland en uitgevoerd. Tegen eind juni 2011 zijn alle teams van De Klimroos goed geïnformeerd omtrent de desbetreffende brandprocedures, instructies en actiekaarten. De logistieke dienst zorgt er voor dat elk team in het najaar van 2011 een brandoefening (al dan niet samen met de brandweer) op locatie kan realiseren. Dit verloop zal worden geëvalueerd en de nodige bijsturingen zullen op teamvergadering worden aangekaart. Een dergelijke brandoefening zal vervolgens om de 2 jaren worden ingepland, telkens op een andere locatie.
JAARVERSLAG 2011 - 21
Tegen eind november 2011 zorgt de VTO-verantwoordelijke dat elk team van De Klimroos zijn jaarlijks opfrissing omtrent E.H.B.O.-technieken en wondzorgen heeft gekregen, of is gepland. Ergens in de 2de helft van het jaar zal er een audit plaatsvinden, waarvan de resultaten worden besproken en de nodige maatregelen zullen genomen worden. Begin december 2011 zal het gehele verloop van dit proces en zijn product op directievergadering worden besproken. De evaluatie zal op dat moment in dit document verder verwerkt worden. 5
EVALUATIE VAN DE RESULTATEN
5.1
Proces
We hebben gemerkt dat om verschillende redenen alles een beetje trager is verlopen dan gepland. Het hele brandbestrijdingsplan houdt dan ook heel veel facetten in en het is natuurlijk goed om die allemaal aangeraakt te hebben: het aanduiden van een verantwoordelijke, het in orde maken van alle procedures, het in orde brengen van de materialen, de opleiding in de teams, de audit, de controle van de brandweer, enz… Het heeft bijvoorbeeld geen zin om mensen op te leiden als de brandbestrijdingsmaterialen niet in orde zijn. Het proces hield dus in: materialen aanbrengen, opleidingen organiseren, audit regelen, procedures correct zetten, opleiding plannen, opvolging verzekeren. We merkten dat alle personeelsleden dit werkpunt heel belangrijk vonden, maar de verantwoordelijkheid toch snel van zich af wilden schuiven, terwijl het bij een brand neerkomt op de parate kennis en handelingsbekwaamheid van de persoon die op dat moment werkt! Dat facet is in de opleidingen (op elke teamvergadering is dit op maat gebeurd) zeer sterk naar voor gebracht. Het aanstellen van één persoon die alles “beheert” en coördineert is dan ook een goede zet geweest en geeft de garantie dat dit permanent opgevolgd wordt. Niet voorzien, maar wel gevraagd is om die persoon verder op te leiden als Preventie Adviseur. 5.2
Product
Alle informatie m.b.t. de brandveiligheid is verstrekt en doorgenomen door het basispersoneel. Alle afdelingen, maar ook de logistieke dienst, hebben het afgelopen jaar zowel opleiding gehad als de nodige info in een handige kaft. Bovendien is er de checklist betreffende de noodzakelijke informatie die ieder personeelslid krijgt bij indiensttreding. Zo kunnen we garanderen dat iedereen deze info omtrent brandpreventie tijdig doorkrijgt. De informatie is gekend en de procedures kunnen ook uitgevoerd worden. We proberen om de 2 jaar een brandoefening ter plaatse te organiseren. Die moeten nog gebeuren in samenspraak met de brandweer of indien dat niet mogelijk is organiseren we dat gewoon intern. Een jaarlijkse controle van de procedurekennis op een teamvergadering wordt ingepland. Zodoende wordt ook een blijvende alertheid gecreëerd. Er is een interne audit georganiseerd. De vzw Stijn heeft onze instelling geaudit op brandveiligheid. Er is daar een omvangrijk rapport over. De resultaten waren zeer goed. 6
BESLUIT
Grotendeels zijn de doelstellingen bereikt en is er heel wat op punt gezet ivm brandveiligheid. Er dienen nog enkele punten verder opgenomen te worden in de komende maanden: De groepen krijgen nog een effectieve brandoefening. Vliegden Noord moet een nieuw controleverslag van de brandweer krijgen na de verbouwing. Niettegenstaande alle afdelingen een goedgekeurd controleverslag kregen van de brandweer, dienen toch de gemaakte opmerkingen zowel van de audit als van deze controleverslagen verder op punt gesteld te worden vb. de attesten van gebruikte materialen, de attesten van keuring van vb. de elektrische- en gasinstallaties ed.
JAARVERSLAG 2011 - 22
STRATEGIEPLAN VAN DE KLIMROOS 2012 Een organisatie zonder duidelijke strategie is een als schip zonder roer. Uiteindelijk blijft het schip maar wat dobberen en niemand weet welke kant het opgaat. Mits een duidelijke en heldere visie op zorg geeft een strategie richting en houvast. Het omschrijft welke doelstellingen men wil bereiken en op welke manier men dit wil doen. Ook De Klimroos heeft een duidelijke strategie, die uitgewerkt wordt in een strategieplan met drie grote doelstellingen. Elk jaar wordt het strategieplan van De Klimroos kritisch bekeken. Omvat ons strategieplan alles wat nodig is? Moeten er zaken anders gedefinieerd worden? Is alles wat erin staat nog relevant of moeten er accenten verlegd worden? Ook op het einde van 2011 is dit plan door de directie grondig herbekeken. Uiteraard wordt dit plan vergeleken met het nieuwe strategieplan van vzw Stijn, dat ook in 2011 vernieuwd is. En ook de verschillende afdelingen binnen De Klimroos maken vanuit de strategiekaart eigen doelstellingen op. Er is bij het vernieuwen van het strategieplan gekeken naar alles wat er de komende jaren vanuit de buitenwereld op ons af gaat komen. Er zijn heel wat veranderingen op til binnen onze sector. Ze staan uitgeschreven in de nota van onze minister van Welzijn Jo Vandeurzen “perspectief 2020”. In eerste instantie wil de minister tegen 2020 dat de sector is omgeschakeld van aanbodsgestuurde naar vraaggestuurde zorg. In tweede instantie streeft hij er naar tegen 2020 zorg te kunnen garanderen voor de personen met de zwaarste ondersteuningsnood. Door in onze strategie hier bewust aandacht voor te hebben, willen we als instelling, ons personeel en onze zorggebruikers zo goed mogelijk voorbereiden op de toekomst. De grootste aanpassing die we gemaakt hebben bij het herwerken van ons strategieplan, is de sterkere nadruk die we gelegd hebben op de doelstelling „Een constructief en stimulerend personeelsbeleid’. Hierin wordt beschreven hoe het personeel ondersteund wordt in hun werk, maar ook welke verwachtingen De Klimroos stelt ten aanzien van het personeel. We stevenen bovendien in de sector op een groot personeelstekort af, enerzijds door de natuurlijke uitstroom van huidige vijftigers en anderzijds door het “boomen” van de ouderenzorg. Dit maakt dat we extra gaan inzetten reeds vanaf de selectieprocedure en de aanwerving en verder doorheen heel de loopbaan om een goede kwaliteit van zorg te kunnen blijven garanderen en de juiste man/vrouw op de juiste plek te krijgen. De twee andere doelstellingen ‘Kwaliteit van de zorg optimaliseren’ en „Voldoende en gedifferentieerd aanbod voor onze doelgroep in de regio‟ zijn ook herwerkt en aangepast aan de veranderingen die de komende jaren op ons af gaan komen. We waren de voorbije jaren met onze instelling al voorloper in veel facetten die de zorgvernieuwing nu oplegt. Nog meer zorg op maat waar de zorggebruiker echt de regie heeft over zijn leven, noopt ons om verder creatief te gaan zoeken naar externe partners en naar aangepaste methoden en zorgvormen die nog beter aansluiten bij de wensen en dus bij het geluk van de zorgvragers. Alleen de zorggebruiker zelf kan uitmaken wat kwaliteit van leven voor hem/haar inhoudt. Het resultaat is een strategieplan met vijftien hefbomen, die ons helpen om de drie bovenstaande doelstellingen te bereiken. In wat volgt worden deze hefbomen en hun definitie kort omschreven. 1
GOEDE MEDISCHE ZORG
Definitie: Een deskundige medische begeleiding bieden met het oog op een zo goed mogelijk lichamelijk en psychisch welbevinden. 2
BETERE BEKENDHEID EN HET MAATSCHAPPELIJK DRAAGVLAK VERGROTEN
Definitie: We streven naar naambekendheid en bekendheid van ons zorgaanbod binnen de zorgsector en bij de bevolking van (Noord-)Limburg. Hiernaast willen we de lokale bevolking en overheden informeren, sensibiliseren en betrekken om een positief imago van De Klimroos te creëren.
JAARVERSLAG 2011 - 23
3
PROACTIEF SOCIAAL ONDERNEMEN, DAARBIJ ACTIEF SAMENWERKEN MET ANDERE PARTNERS EN INSTANTIES.
Definitie: Nieuwe initiatieven nemen om aan niet-vervulde zorgbehoeften te voldoen. Nieuwe projecten starten, durven experimenteren, werken met nieuwe doelgroepen, zorgvormen, financieringsbronnen. Actief zoeken naar mogelijkheden tot samenwerking met andere partners. 4
TEVREDEN ZORGGEBRUIKER
Definitie: De zorggebruiker en hun familiaal en sociaal netwerk zijn tevreden over onze zorgverlening. 5
MEDEWERKERS VOELEN ZICH BETROKKEN
Definitie: Medewerkers krijgen de ruimte om deskundig te zijn, om talenten in te zetten, om argumenten op tafel te leggen. We doen dit o.m. door de bevoegdheid op het laagst mogelijke goede niveau te leggen. 6
MEDEWERKERS KRIJGEN DE RUIMTE OM HUN COMPETENTIES TE ONTWIKKELEN EN TE GEBRUIKEN.
Definitie: We stimuleren de medewerkers om competenties te blijven ontwikkelen in de steeds veranderende organisatie zodat we de medewerker maximaal kunnen inzetten op zijn talenten. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid om bij te sturen en te heroriënteren opdat de medewerker gedreven kan blijven werken. 7
MEDEWERKERS ZIJN GEËNGAGEERD EN VOELEN ZICH VERANTWOORDELIJK
Definitie: We benadrukken verantwoordelijkheid en engagement van de werknemer als fundament voor een betere kwaliteitszorg. Medewerkers nemen hun verantwoordelijkheid binnen hun taakgebied op een consequente manier op.
JAARVERSLAG 2011 - 24
8
VRIJWILLIGERSWERK VERDER UITBOUWEN
Definitie: Een goed vrijwilligersbeleid voeren: een goede werving doen, goede opvolging en de vrijwilligers voldoende sociaal belonen (bedanken). De combinatie vrijwilligers en bezoldigd personeel appreciëren. Vrijwilligers als een extra kracht zien en niet verwachten dat ze functioneren zoals bezoldigd personeel. Vrijwilligerswerk door personeelsleden stimuleren en hiervoor appreciatie tonen. 9
MEDEWERKERS KRIJGEN DE NODIGE ONDERSTEUNING
Definitie: We bieden ondersteuning op niveau van iedere medewerker van bij de selectie tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst. 10
LEIDINGGEVENDEN SPECIFIEK ONDERSTEUNEN
Definitie: Mede door hun bijzondere positie in de organisatie, tussen beleid en basismedewerker, is het uiterst belangrijk om leidinggevenden specifiek te ondersteunen. 11
OPEN COMMUNICATIE EN GOEDE INFODOORSTROOM IN EEN PLATTE STRUCTUUR WAAR VERANTWOORDELIJKHEDEN GEDELEGEERD WORDEN
Definitie: De relevante info stroomt op een efficiënte manier naar alle betrokkenen die deze nodig hebben. Correct met elkaar communiceren over goede en lastige zaken, ook over gevoelens, ongeacht het thema of de gesprekspartner. Een beperkte hiërarchische afstand creëren. 12
BEWUST OMGAAN MET OVERHEIDS- EN ALTERNATIEVE MIDDELEN OM MEER MENSEN TE HELPEN
Definitie: Met de middelen van de overheid zo veel mogelijk zorgvragen beantwoorden en daarnaast zoeken naar alternatieve bijkomende middelen om extra mensen te kunnen helpen. Open staan voor nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij en in de sector. Daarbij altijd blijven zoeken naar een evenwicht tussen individualiteit en solidair samenleven. 13
EEN GOED WERKENDE RVT EN STEUNFONDS
Definitie: de Raad van Toezicht is betrokken, stimulerend, controlerend m.b.t. alle domeinen van de werking van het dienstencentrum. Het Steunfonds zamelt fondsen in en werkt mee aan steunacties om er voor te zorgen dat de instelling financieel gezond blijft, en er ruimte is voor nieuwe investeringen. Beiden trachten een regionaal draagvlak te creëren en bekendheid te bewerkstellingen. 14
INSPRAAK IN DE VZW STIJN EN OP LOKAAL EN PROVINCIAAL VLAK
Definitie: Het (pro)actief deelnemen aan de (relevante en haalbare) overlegorganen van de vzw Stijn en er inbreng doen vanuit onze instelling en doelgroep. Dit zowel binnen als buiten de sector, maar ook regionaal en provinciaal trachten waar te maken. 15
ZORGVERNIEUWING IN DE WERKING INTEGREREN
Definitie: Het actief ontwikkelen of integreren van (ervaringsgerichte) deskundigheid over allerlei vernieuwende facetten van de zorg. Deze deskundigheid uitbouwen en delen binnen de instelling en binnen vzw Stijn.
JAARVERSLAG 2011 - 25
VTO-OVERZICHT DE KLIMROOS 2011 Om kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening te kunnen bieden, is het normaal dat je jezelf als organisatie continu verbetert. Dit gebeurt door voortdurend je kennis en vaardigheden te actualiseren om mee te zijn met de laatste ontwikkelingen binnen de sector. In dit kader is het logisch dat vorming, training en opleiding een belangrijk facet vormen binnen het beleid van onze voorziening. Vorming dient echter ruimer gezien te worden dan het klassieke volgen van een studiedag. Ook het uitnodigen van een expert op de werkvloer of op een teamvergadering, het bezoek aan een andere voorziening, het aanleren van coachingstechnieken of een intervisie op maat,... worden gezien als vormingen. We prikkelen medewerkers om op zoek te gaan naar een geschikte vorming die aansluit bij de vormingsnoden van zichzelf of die van de leefgroep. Het kan ook zijn dat opleiding eerder aansluit bij hun functievereisten of bij hun persoonlijke ontwikkeling om zo zijn/haar competenties verder te kunnen ontwikkelen. Aan de hand van twee parameters, het gemiddeld aantal uren vorming per personeelseenheid en de totale vormingskost, bieden we een overzicht van het jaar 2011. 1
1
GEMIDDELD AANTAL UREN VORMING1 PER PERSONEELSEENHEID (FTE) Afdeling
FTE
Intern
Extern
Totaal
Gem. per FTE
Vliegden Oost
3,29
55
10,5
65,5
19,91
Vliegden Noord
3,61
58
0
58
16,07
Mistel 1
5,63
181,75
5,5
187,25
33,26
Mistel 2
5,75
232,5
2
234,5
40,78
Nacht
4,85
92,25
53
145,25
29,95
De Open Poort
6,36
136
2
138
21,70
Therapeuten
0,83
3,5
9,5
13
15,66
Onderhoud
4,18
49,5
0
49,50
11,84
Directie
3,99
178
74,5
252,5
63,28
Totaal
38,49
986,5
157
1143,5
29,71
Gemiddeld aantal uren vorming: enkel opleidingsuren (dus zonder vervoersuren)
JAARVERSLAG 2011 - 26
Een personeelslid van De Klimroos heeft in 2011 gemiddeld 29,71 uren opleiding gevolgd. Wat opvalt, is een sterke stijging in het aantal uren vorming tegenover 2010, waar het gemiddelde 13,27 uren per FTE was. Als we dit nader bekijken, zien we een aantal mogelijke oorzaken voor de stijging in aantal opleidingsuren. Ten eerste is de stijging te wijten aan het feit dat in 2011 elk team een teamdag gehad heeft, wat in 2010 niet zo was. Ten tweede hebben we in 2011 veel nieuwe personeelsleden gehad zowel door de opstart van een nieuw team (vb. Mistel 2), maar ook door veel langdurige interims op alle groepen. De nieuwe personeelsleden dienen bij indiensttreding een aantal basisopleidingen te volgen. Deze basisopleidingen samen bedragen per personeelslid 16,5 opleidingsuren. Dit doet het totaal aantal opleidingsuren sterk toenemen. Ten derde hebben we ook de indruk dat het VTO-beleid zeer goed is ingeburgerd en dat dit onderwerp goed lijkt te leven binnen de teams. Personeel vraagt zelf meer achter opleidingen rond een bepaald thema, of komt zelf met folders van vormingen af. Ook deze verandering in houding zorgt voor een stijging in de opleidingsuren. 2
3
TOTALE VORMINGSKOST PER AFDELING EN VOOR DE VOLLEDIGE KLIMROOS Vormingskost
afdeling
FTE
Vliegden Oost
3,29
60
107,70
32,73
Vliegden Noord
3,61
65
118,95
32,95
Mistel 1
5,63
81
160,26
28,47
Mistel 2
5,75
361
653,89
113,72
Nacht
4,85
181
476,92
98,33
De Open Poort
6,36
83,5
313,64
49,31
Therapeuten
0,83
30
30
36,14
Onderhoud
4,18
175
297,56
71,19
Directie
3,99
991
1098,22
275,24
Totaal
35,23
2027,5
3257,14
93,45
(enkel opleiding)
Totale kost
Gem. per FTE
BUDGET
In 2011 werd er 2027,5 euro besteed aan opleidingen (enkel de kost van de opleidingen, zonder de vervoerskost en de extra kosten). De totale vormingskost (met vervoerskost en andere extra kosten) bedraagt 3257,14 euro. Vanuit het VAPH had De Klimroos recht op 1778,94 euro vormingsbudget. Daarnaast hadden we ook nog 748 euro VIVO-middelen te besteden aan vorming. Dit brengt het totale vormingsbudget op 2526,94 euro. Om de totale vormingskost te financieren is er dus een tekort van 730,20 euro.
JAARVERSLAG 2011 - 27
JAARVERSLAG 2011 - 28
1
BEWONERS EN DEELNEMERS
1.1
Bewoners/deelnemers naar leeftijd en opvang
Tabel 1:
Aantal personen ingeschreven naar leeftijd en geslacht op 31 december 2011
2011
WOONOPVANG
LEEFTIJD
Verzekering Convenanten + + zelfbetaNursingtehuis knelpuntlend dossier
man vrouw man vrouw man
0 - 3 jaar 4 - 12 jaar 13 - 20 jaar + 21 jaar
Totaal Woonopvang Dagopvang
-
7
5
12
3
1
4
DAGOPVANG
DPA
DIO
Dagcentrum Verzekering Totaal
vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw
3
3
6
2
2
4
2
1
12
6
1
0
3 18
1
De personen, opgevangen via verzekeringstussenkomst, vallen niet onder onze Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) erkenning. Van de personen, vermeld onder 'woonopvang', nemen er 16 personen ook deel aan de dagopvang, maar zijn daar niet geteld. Van de 19 deelnemers dagopvang, komen er 11 deeltijds en 8 voltijds.
48
48 29 19
JAARVERSLAG 2011 - 29
1.2
Bezettingsgraad en aanwezigheidsgraad
Tabel 2: Gemiddeld aantal bewoners/deelnemers, per afdeling in 2011 Evolutie van de bezettingsgraad en aanwezigheidsgraad per afdeling in procent WOONOPVANG Nursingtehuis
Erkenning (1)
Verzekering + zelfbetalend
Convenanten (8)
DAGOPVANG DPA
DIO
TOTAAL
Dagcentrum
Verzekering
TOTAAL
ALGEMEEN TOTAAL
12
4
6
4
3
29
14
0,76
14,76
43,76
Gemiddeld aantal ingeschrevenen (2)
11,84
4
6
4
3
28,84
13,55
0,76
14,31
43,15
Gemiddeld aantal aanwezigen (3)
11,02
4
6
4
3
28,02
11,28
0,63
11,91
39,93
Aantal dagen dat men gemiddeld aanwezig is in de instelling (4)
339,61
365,00
365,00
365,00
365,00
354,58
209,00
209,21
209,01
306,30
Bezettingsgraad 2011 (5)
91,83
100,00
100,00
100,00
100,00
96,62
80,57
82,89
80,69
91,25
Aanwezigheidsgraad 2011 (6)
90,25
90,00
100,00
100,00
100,00
94,19
84,00
84,04
84,85
90,60
Bezettingsgraad 2010 (5)
99,00
100,00
100,00
100,00
100,00
99,56
101,00
100,00
100,95
100,05
Aanwezigheidsgraad 2010 (6)
90,25
90,00
100,00
100,00
100,00
94,19
84,00
84,04
84,85
90,60
Nota (1) De instelling is erkend voor 12 bedden nursingtehuis en voor 14 plaatsen dagcentrum. Er zijn 6 convenanten waarvan 1 knelpuntdossier, 3 DIO, 4 DPA. 2,76 FTE worden gefinancierd door een verzekeringsmaatschappij en er zijn 2 zelfbetalenden. (2) Totaal aantal onderhoudsdagen/365 (3) Totaal aantal aanwezigheidsdagen/365 voor de woonopvang Totaal aantal aanwezigheidsdagen/251 voor de dagopvang (4) Totaal aantal aanwezigheidsdagen/gemiddeld aantal ingeschrevenen (5) (Gemiddeld aantal ingeschrevenen/erkenning) x 100 (6) (Gemiddeld aantal aanwezigen/erkenning) x 100
JAARVERSLAG 2011 - 30
2
PERSONEELSTATISTIEKEN
2.1
Personeelsleden
Tabel 3:
Aantal personeelsleden per looncategorie op 31 december 2011 2010
Administratie en directie - Administratief personeel * Klasse 1 * Klasse 2 - Directeur * Onderdirecteur * Directeur < 13 bedden * Directeur < 30 bedden * Directeur < 60 bedden * Directeur + 90 bedden
Artsen, paramedici, licentiaten, sociaal werkers - Ergotherapeut - Logopedist - Geneesheer * Omnipracticus * Specialist - Kinesitherapeut - Licentiaat psychologie - Licentiaat pedagogie - Licentiaat orthopedagogie - Sociaal werker - Hoofd paramedisch - Hoofd maatschappelijk assistent
Onderhoudspersoneel - Logistiek klasse 4 - Logistiek klasse 3 - Logistiek klasse 2
Opvoedend en verzorgend personeel - Begeleidend en verzorgend personeel * Klasse 3 * Klasse 2B * Klasse 2A * Klasse 1 * Hoofdopvoeder - Opvoeder-groepschef - Gebrevetteerde verpleger - Verpleger A1
ALGEMEEN TOTAAL
2011
1 1
1
1
----2
----2
2
3 1
1
1
----3
----5
1 2 4 ----7
1 2 4 ----7
1 1 11 20 2
1 1 14 17 3
----35
----36
47
50
Verhouding lonen uitbetaald aan personeel dat direct met bewoners werkt / totaal lonen = 86,58 %.
JAARVERSLAG 2011 - 31
Tabel 4:
Aantal personeelseenheden op 31 december 2011 naar geslacht en aard van het contract
Bedienden Vrouwen Mannen V.T. D.T. V.T. D.T.
Totaal
31.12.2007
10
14,68
3
/
27,68
31.12.2008
9
13,82
4
/
26,82
31.12.2009
8
16,79
4
/
28,79
31.12.2010
12
18,31
6
1,58
37,89
31.12.2011
10
20,93
7
1,58
39,51
Nota V.T. = voltijds D.T. = deeltijds
Personeelsfeest De Klimroos
JAARVERSLAG 2011 - 32
Tabel 5: Gemiddeld aantal uitbetaalde personeelseenheden vergeleken met het subsidieerbaar kader voor een erkenning van 12 nursingtehuis en 14 dagcentrum in 2011 + persoonskosten uitbetaald via budgetten. Wettelijk maximum kader Bezoldigd VAPH - dagprijs Directeur Opsteller Werkliedenpersoneel Geneesheer Geneesheer (prestaties) Licentiaten Paramedisch Kinesisten (remgelden) Maatschappelijk werker Opvoedend en verzorgend Opvoeder-groepschef Bijzonder personeel
0,2217 11,7667 0,6333 0,2000
Totaal VAPH
23,9341
2,0000 1,5000 4,8000 0,2658 0,2933 2,2533
Subsidieerbaar kader na personeelsstop
In dienst (1)
2,0000
1,9809
3,3200
3,3081
0,2050 0,2900 1,8048 0,1721 0,1868 11,6263 0,6333
0,2050 0,2842 1,7621 0,1721 0,1617 11,6056 0,5818
20,2383
20,0615
Uitbetaald via budgetten Convenanten
6,6671
DPA
3,1577
DIO
2,5345
Sociale Maribel
2,3860
Verzekering + zelfbetalende
4,8321
Zware beroepen
0,00
Chauffeur
0,4605
Totaal
20,0379
Nota (1 ) In de kolom „in dienst‟ zijn zowel de zieken (periode gewaarborgd inkomen) als hun vervangers opgenomen. Het gaat om 0,6328 voltijdse equivalenten voor personeelsleden Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) – dagprijs.
JAARVERSLAG 2011 - 33
2.2
Personeelsverloop
Tabel 6: Personeelsverloop volgens functie 2.2.1
Instroomratio 2011
Doel: zicht krijgen op groei, vernieuwing van de organisatie. Formule = som van aantal verschillende aangeworven kandidaten in 2011 x 100 Aantal werknemers op 31.12.2011 Tweemaal aanwerving van dezelfde persoon in hetzelfde jaar geldt als 1 aanwerving. Stafpersoneel
4 x 100 = 21,05 7
Leefgroeppersoneel
8 x 100 = 16,00 50
Civiele diensten
1 x 100 = 14,28 7
2.2.2
Uitstroomratio 2011
Doel: zicht krijgen op globale uitstroom. Formule = som van aantal verschillende uitdiensttredingen in 2011 x 100 Aantal werknemers op 31.12.2011 Tweemaal uit dienst van dezelfde persoon in hetzelfde jaar geldt als 1 uitdiensttreding. Stafpersoneel
2 x 100 = 28,57 7
Leefgroeppersoneel
5 x 100 = 10,00 50
Civiele diensten
1 x 100 = 14,29 7
JAARVERSLAG 2011 - 34
Tabel 7: Afwezigheidscoëfficiënt per oorzaak en per functie
Stafpersoneel
Leefgroeppersoneel
Civiele diensten
D.T.
D.T.
V.T.
Totaal
D.T.
V.T.
V.T.
Arbeidsongevallen
/
/
0,60
1,00
0,33
/
0,59
Zwangerschap en ziekte i.v.m. zwangerschap
4,78
9,49
7,36
6,18
/
/
5,79
Ziekte
1,70
0,23
8,25
9,89
6,33
/
7,42
Totaal
6,48
9,72
16,21
17,07
6,66
/
13,80
Nota Afwezigheidcoëfficiënt = aantal afwezigheidsdagen x 100 aantal tewerkstellingsdagen
2.3 Tabel 8:
Arbeidsongevallen Evolutie van de frequentiegraad, werkelijke ernstgraad en globale ernstgraad van de arbeidsongevallen
Frequentiegraad
Werkelijke ernstgraad
Globale ernstgraad
2007
0
0
0
2008
0
0
0
2009
73,42
0,56
0,56
2010
19,46
2,04
2,04
2011
52,52
1,03
1,03
JAARVERSLAG 2011 - 35
2.4
Ziekteverzuim
De Klimroos stelt zich tot doel om het verzuim zo laag mogelijk te krijgen. Het Vlaams Welzijnsverbond heeft vanuit een analyse van de personeelskengetallen voor onze sector een totaal verzuim van 11,95 % in 2010 en een ziekteverzuim van 7,18 %. We scoren dus lichtjes boven het gemiddelde binnen de sector (zie tabel 7). Iedere instelling of sector is anders en er zijn enorm veel (individuele) factoren die dit cijfer kunnen beïnvloeden. Eén daarvan is dat hoe kleiner je organisatie is hoe makkelijker dit cijfer kan beïnvloed worden door enkele uitschieters. Toch streven we met ons personeels- en verzuimbeleid als instrument om de Bradford Factor onder de 110 te krijgen. Frequentie in het kwadraat x aantal dagen = Bradford Factor De gemiddelde Bradford Factor voor De Klimroos ligt in 2011 op 111,43. Dit gemiddelde wordt sterk omhoog getrokken door enkele personeelsleden met heel hoge scores. Van de 56 personeelsleden zijn dat er 7. Hiervan scoren er 2 extreem hoog (1617 en 1175), één boven de 500 en nog 4 boven de 300. Het gemiddeld aantal ziekteperiodes per werknemer ligt op 1,38. Het gemiddeld aantal ziektedagen (incl. langdurige ziektes) ligt op 17,96. Verder zien we in de individuele cijfers van de Bradford Factor, dat er een groot verschil is tussen mannen en vrouwen. Deze laatste groep scoort 7x slechter. 23 % van de medewerkers scoort hoger dan de gemiddelde Bradford Factor.
JAARVERSLAG 2011 - 36
JAARVERSLAG 2011 - 37
ACTIVA
31.12.11
VASTE ACTIVA
2
VASTE ACTIVA
22
Terreinen en gebouwen
23
Installaties, machines en uitrusting
24
Meubilair, materieel en rollend materieel
27
Vaste activa in aanbouw
VLOTTENDE ACTIVA
31.12.10
31.12.09
4.439.163,94 4.492.075,76 3.935.466,78
4.439.163,94
4.492.075,76
3.935.466,78
4.101.325,56
4.122.543,65
2.142.710,58
12.004,54
19.330,83
13.856,87
325.833,84
350.201,28
114.266,56
0,00
0,00
1.664.632,77
622.338,73
503.151,74
319.927,87
566.154,88
380.086,41
150.598,03
4
VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR
40
Handelsvorderingen
161.828,67
109.773,13
26.145,69
41
Overige vorderingen
397.402,36
268.614,57
120.216,72
Werkingsvorderingen
342.174,05
182.262,51
83.693,04
Te innen opbrengsten
10.449,78
13.261,40
11.638,45
Vorderingen op nevendiensten
44.766,33
72.878,46
24.229,23
12,20
212,20
656,00
6.923,85
1.698,71
4.235,62
56.183,85
123.065,33
169.329,84
Borgtochten betaald in contanten 49
Overlopende rekeningen
5
GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN
TOTAAL ACTIVA
5.061.502,67 4.995.227,50 4.255.394,65
JAARVERSLAG 2011 - 38
PASSIVA
31.12.11
EIGEN VERMOGEN EN VREEMD VERMOGEN OP MEER
31.12.10
31.12.09
3.017.622,54 3.890.887,31 3.288.112,62
DAN ÉÉN JAAR
1
EIGEN VERMOGEN EN VREEMD VERMOGEN OP MEER
3.017.622,54
3.890.887,31
3.288.112,62
DAN ÉÉN JAAR 10
Fondsen van de vereniging
395.164,56
362.626,18
330.803,80
12
Herwaarderingsmeerwaarden
480.691,57
507.348,95
534.006,33
14
Overgedragen resultaat
512.065,67
540.906,57
489.436,46
15
Kapitaalsubsidies
1.371.811,13
1.410.717,64
1.270.213,70
16
Voorzieningen
17
Schulden op meer dan één jaar
VREEMD VERMOGEN
4
SCHULDEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR
42
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
43
Financiële schulden
44 45
0,00 663.652,33
2.043.880,13 1.104.340,19
967.282,03
1.104.340,19
967.282,03
17.058,46
13.342,82
12.927,23
1.309.000,00
531.000,00
506.000,00
Handelsschulden
137.045,70
56.505,81
81.317,98
Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
436.920,82
370.567,09
284.596,18
154,35
0,00
0,00
60.192,14
45.994,15
34.401,11
376.574,33
324.572,94
250.195,07
Overige schulden
960,00
1.120,76
262,50
Borgtochten ontvangen in contanten
960,00
797,50
262,50
0,00
323,26
0,00
142.895,15
131.803,71
82.178,14
Belastingen Bezoldigingen en sociale lasten
Andere diverse schulden 49
18.978,46 1.050.309,51
2.043.880,13
BTW
48
49.333,30 208.556,31
Overlopende rekening
TOTAAL PASSIVA
5.061.502,67 4.995.227,50 4.255.394,65
JAARVERSLAG 2011 - 39
RESULTAATREKENING Over de periode 1 januari tot en met 31 december
Totaal 2011
I
WERKINGSOPBRENGSTEN
70
Werkingsopbrengsten
73
Subsidies en giften
74
Andere werkingsopbrengsten
II
WERKINGSKOSTEN
60
Handelsgoederen
61
Diensten en diverse goederen
62
Bezoldigingen en sociale lasten
63
Afschrijvingen
64
Andere werkingskosten
III
WERKINGSRESULTAAT
IV
FINANCIËLE OPBRENGSTEN
1.745.581,87
510.403,74
422.858,68
218.499,70
1.796.464,61
1.529.530,89
1.339.134,96
203.700,58
264.921,99
187.947,21
2.538.388,61
2.201.806,71
1.675.747,57 117.999,47
151.551,25
156.092,18 137.150,72
86.735,81
1.923.425,23
1.644.051,26
1.333.077,03
308.152,06
254.879,26
123.610,93
14.709,23
9.633,29
14.324,33
-27.819,68
15.504,85
69.834,30
1.306,12
511,08
941,44
1.306,12
511,08
941,44
7.249,70
6.400,54
5.128,61
Kosten van schulden
5.698,11
5.621,73
4.705,00
Andere financiële kosten
1.551,59
778,81
423,61
-33.763,26
9.615,39
65.647,13
18.032,07
42.944,68
40.095,08
18.032,07
42.944,68
40.095,08
13.109,71
1.089,96
308,59
13.109,71
1.089,96
308,59
-28.840,90
51.470,11
105.433,62
FINANCIËLE KOSTEN
VI
RESULTAAT UIT DE GEWONE ACTIVITEIT
VII
UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN Andere uitzonderlijke opbrengsten
VIII UITZONDERLIJKE KOSTEN Uitzonderlijke kosten
IX
2.217.311,56
Totaal 2009
140.550,84
Andere financiële opbrengsten V
2.510.568,93
Totaal 2010
RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR