VOORWOORD
Dit boekje is de weerslag van de tentoonstelling Jouw Perspectief!? een initiatief van ABC architectuurcentrum Haarlem en FARO Architectuur Research uit Lisserbroek. Als een reactie op de steeds complexer wordende samenleving met systemen waar de menselijke maat niet meer te bevatten is, is deze tentoonstelling een poging om grote getallen en systemen terug te brengen naar de menselijke maat. Initiatiefnemers hopen dat dit initiatief kan helpen om het grote geheel beter te begrijpen, te snappen. De stelling die daarbij gehuldigd wordt is: Wanneer je het niet (meer) begrijpt kan je geen verantwoord beleid uitstippelen, laat staan de juiste keuzes maken die nodig zijn voor de inrichting van een duurzame samenleving. Dankzij het succes van de tentoonstelling reist Jouw Perspectief!? nu door Nederland en is te zien in onder meer gemeentehuizen, architectuurcentra en een ministerie. Het project Jouw Perspectief!? is mede mogelijk gemaakt door de inzet en financiële steun van velen waaronder een aantal hoofdsponsoren en begunstigers. Stichting Doen, het Stimuleringsfonds voor de Architectuur, de ASN foundation en Forbo hebben als hoofdsponsoren dit project mede mogelijk gemaakt.
3
INHOUD
Ontstaan en productie van de tentoonstelling
6
1. De maquette
8
2. De landgebruikfoto’s
11
3. De vergelijkingen van het landgebruik
21
4. De vergelijkingen van het energiegebruik
27
5. De analyse van het CO2 gebruik
38
Overpeinzingen geïnspireerd door de tentoonstelling
41
Interviews Jouw perspectief!? Mijn Utopia Interview 01 Tony Langeveld Interview 02 Yttje Feddes Interview 03 Rob van Doorn Interview 04 Ton Venhoeven Interview 05 Rob van Rees Interview 06 Jord den Hollander Interview 07 Judith de Leeuw Interview 08 Jan Willem van der Groep Interview 09 Maurits Groen
45
Ontstaan en productie van de tentoonstelling Jouw Perspectief!? begon met een simpele gedachte tijdens de steunoperaties van de EU aan Griekenland in de zomer 2011. Er werden enorme geldbedragen steun toegezegd aan Griekenland door Europa. Om vat op te krijgen gingen wij terugrekenen wat dat voor ieder van ons persoonlijk betekent. Dat bleek 300 euro per Europeaan te zijn en dat ons eigenlijk wel mee… Vanuit die gedachte ontstond het idee om dezelfde rekenmethode ook toe te passen op de gebieden waar wij vanuit onze professie dagelijks mee te maken hebben: ruimte en daarmee samenhangende duurzaamheidvraagstukken als energiegebruik. Zouden ook de grote getallen op die terreinen 'eenvoudig terug te rekenen zijn' naar een enkel persoon? En zou dat tot een helder beeld en nieuwe inzichten leiden?, waren daarbij de vragen die wij elkaar stelden. Omdat het jaarthema van het ABC architectuurcentrum Haarlem voor 2011 en 2012 'in perspectief, is was de titel van het project snel bedacht: ' Jouw Perspectief!?' We hebben vervolgens contact gezocht met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en kregen een enthousiaste reactie van Chantal Melser een medewerker op het gebied van ruimtelijke ordening. Zij wilde graag meehelpen met het verzamelen en uitzoeken van de gegevens die nodig waren voor de tentoonstelling. In het ABC waren twee zalen beschikbaar. We besloten in een zaal het thema energie weer te geven en in de andere het thema ruimte. Wat we wilden was niet alleen de kale cijfers uitzoeken maar de cijfers ook zo goed mogelijk verbeelden en visualiseren. Voor het thema ruimte kozen wij ervoor om een grote maquette te maken van vijf bij vijf meter. Op die maat bleek het namelijk mogelijk om op een schaal van 1:10 het evenredige aandeel van iedere Nederlander uit te beelden. Iedere inwoner van dit land 'heeft' 2.500 vierkante meter ter beschikking… Ook hebben we het medium fotografie gekozen om hetzelfde thema op een heel andere manier te laten zien. Met 50 kinderen en 2 docenten van de Beatrixschool uit Haarlem zijn Fotograaf Hans Peter Folmmi en Jurgen van der Ploeg namens FARO een dag met een grote bus op pad geweest in de buurt van Haarlem en Zandvoort. De kinderen hebben model gestaan in 8 verschillende landschappelijke ruimten. Bij ieder type ruimtegebruik hadden we van tevoren uitgezocht hoe groot ieders evenredig aandeel is. Zo heeft iedere Nederlander volgens opgaaf van het CBS bijvoorbeeld 51 vierkante meter 'open droog natuurterrein'. In dat type landschap staan de kinderen dus in een raster met en tussenruimte van iets meer dan 7 meter. Voor de foto in het bos waren de afstanden tussen de kinderen bijna 15
meter. Op de foto in het bos kan je dus je 'eigen' bosaandeel in Nederland zien. Je kan op die foto dus zien hoe druk het in het bos zou zijn wanneer alle Nederlanders tegelijkertijd naar het bos zouden gaan. Uit de cijfers blijkt bovendien dat Nederland voor 7/8 onbebouwd is, terwijl veel mensen daar een heel ander gevoel bij hebben. Ten behoeve van de tentoonstelling hebben wij ook contact gezocht met het kadaster. We waren nieuwsgierig naar wat dat stukje Nederland van 2500 m2 eigenlijk waard is. Deze vraag blijkt niet eenvoudig te beantwoorden. Desondanks vonden ze de vraag uitdagend en hebben ze op ons verzoek 200.000 data van transacties geanalyseerd. Met deze data in handen konden wij een globale schatting maken van de waarde van Nederland! Voor de uitwerking van het thema energie hebben we Linda Buijsman van Upfrnt gevraagd voor een bijdrage. Zij kwam met het idee om energie in verschillende vormen met elkaar te vergelijken, van bruine boterham, uren fietsen, olievaten tot oppervlak aan zonnepanelen. Ondanks dat we geen leken zijn op het gebied van energie schrokken we toch wel behoorlijk van de cijfers en de optellingen. Zo blijkt dat dat het huishoudelijk gebruik eigenlijk maar een klein aandeel heeft in de totale energieconsumptie van de 'BV Nederland'. Vooral de industrie en de energieverliezen (door o.a. energietransport) zijn verantwoordelijk voor maar liefst 30.000 kWh van de in totaal 55.000 kWh per persoon. Uit de exercitie bleek ook eens te meer het geringe aandeel duurzame energie in ons land. Zonne-energie haalt nog niet eens het promille. Een opmerkzame bezoeker op de tentoonstelling wees ons er bovendien op dat het totale vermogen van onze windmolens nog niet eens het verlies door stand-by functies in onze huizen compenseert. Bij het maken van de tentoonstelling realiseerden we ons steeds beter dat de huidige mens een steeds grotere impact heeft op het gebruik van land, water en lucht. Ook dat moest een plek krijgen op de tentoonstelling. Onze welvaart houdt niet op bij de landsgrenzen. Ook buiten Nederland is er een ruimtebeslag dat een gevolg is van onze welvaart. Het RIVM heeft daar onderzoek naar gedaan en ook dat hebben wij teruggerekend per persoon en in de tentoonstelling verbeeld. Voor het produceren van vlees bijvoorbeeld heeft iedere Nederlander 1300 m2 weiland buiten Nederland in 'gebruik'. Een aantal dagen voor de tentoonstelling officieus opende, was er een documentaire op televisie met de titel 'overal spullen' van Judith de Leeuw waarin zij om grip te krijgen op
5
haar eigen leefwereld is gaan uitzoeken hoeveel spullen zij eigenlijk heeft. In feite een zelfde gedachte die zei had: hoeveel spullen heb ik eigenlijk. We hebben haar direct benaderd en gevraagd om een verkorte versie van haar film te tonen op de tentoonstelling. Het accent van de tentoonstelling is hoe de toestand nu is in Nederland, maar dat beschrijven heeft vooral als doel om beter onderbouwd met de toekomst bezig te kunnen zijn. We bedachten daarom dat het goed zou zijn om mensen uit te nodigen waarvan wij vermoedden dat ze een heldere visie hebben om te reageren op de tentoonstelling. We hebben een serie van 9 interviews afgenomen met mensen met diverse achtergronden Al deze verhalen zijn een verzameling prachtige inzichten in korte filmmontages die te zien zijn op youtube. Tot slot hebben we een avond georganiseerd waar eveneens 9 mensen in 6 minuten een uitspraak moesten doen over hun Utopia. (titel van de avond Jouw Utopia). In dit samenvattende boekje van de tentoonstelling komen alle thema's aan bod. Momenteel reist de tentoonstelling door Nederland. We hebben gemerkt dat het het idee blijkbaar veel mensen inspireert. Jurgen van der Ploeg (FARO) en Gabriel Verheggen (ABC)
de legenda bij de maquette
7
1. DE MAQUETTE
Als we alles in Nederland eerlijk zouden verdelen, hoe zou dat er dan uit zien? Hoeveel heb jij dan? Op de maquette is deze gedachte op schaal 1:10 uitgedrukt. Op de ondergrond van de maquette zijn 41 verschillende soorten grondgebruik van Nederland te vinden. Er is daarbij een raster te zien met vakken die in werkelijkheid 5 bij 5 meter groot zijn. In totaal zijn het honderd vakken. Ieder vak representeert dus 1% van het ruimtegebruik van de 2500 m² die jij als het ware 'hebt'.
Op deze ondergrond zijn op schaal nog meer zaken bijeengebracht die horen bij jouw aandeel als we alles in Nederland eerlijk zouden delen: jouw veestapel bijvoorbeeld met 6 kippen, maar ook jouw halve auto en jouw 60 m² woonruimte in jouw huis en de 3,5m² kantoor waarvan 0,5m² leeg staat.
9
2. DE LAND-GEBRUIKSFOTO’S
Stel je de gedachte voor: we staan allemaal op 'ons' stukje dijk. Hoe zou dat er dan uit zien? Of, hoe ver zouden we uit elkaar staan als we allemaal op 'ons' stukje bos staan? Samen met fotograaf Hans Peter Föllmi zijn twee groepen 8 van de Beatrixschool uit Haarlem een dag op pad geweest en hebben deze gedachte in 8 verschillende omgevingen verbeeld. De locaties bij de foto's zijn een selectie uit de indeling naar type grondgebruik van Nederland die het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft gemaakt.
11
13
15
17
19
3. DE VERGELIJKINGEN VAN HET LANDGEBRUIK Hoeveel ruimte gebruiken wij? En hoe zit dat eigenlijk met onze footprint? Hoe verhoudt het Haarlemse grondgebruik zich tot het Nederlandse en tot het mondiale grondgebruik? Op de panelen worden de verhoudingen van jouw ruimtegebruik op een schaal van 1:100 weergegeven. Net als op de maquette, schaal 1:10, staat ieder vakje in het raster voor 25 m2 grondgebruik, dat is dus weer 1% van jouw Nederland. Ten opzichte van het gemiddelde grondgebruik van Nederland blijkt dus dat Haarlem een zeer dichtbevolkte gemeente is. Uit het mondiaal grondgebruik blijkt dat we buiten de landsgrenzen nog 3 maal ons eigen grondgebruik nodig hebben voor onze consumptie. Het mondiale grondgebruik is niet hetzelfde als de zogenoemde 'ecologische footprint'. In de ecologische footprint wordt namelijk ook nog de ruimte meegenomen die nodig is om onze milieubelasting te compenseren (onder andere CO2 uitstoot). Ook de visgronden en dergelijke zijn bij het mondiale grondgebruik buiten beschouwing gelaten.
21
23
25
4. DE VERGELIJKINGEN VAN HET ENERGIEGEBRUIK Hoeveel energie is een kilowattuur (kWh) of een kilocalorie (kcal) eigenlijk? Wat moet of kan je je daarbij voorstellen? En hoeveel energie heb je nodig voor jouw welvaart? Hoeveel energie 'gebruik' jij dan eigenlijk? In deze ruimte vind je de antwoorden op die vragen. We produceren en gebruiken energie in veel verschillende gedaanten: in voedsel, in elektriciteit, in gas, in beweging, in warmte. Vergelijken is vaak moeilijk omdat er veel verschillende eenheden zijn waar energiegebruik in uitgedrukt kan worden. Eenheden die met energie te maken hebben zijn onder andere kWh, m3 gas maar bijvoorbeeld ook Joules, Petajoules, Wattpiek en calorie. In deze ruimte is alles omgerekend naar het gebruik per jaar gemeten in kWh en kcal. Het doel is om wat moeilijk vergelijkbaar is toch vergelijkbaar te maken. Op de panelen is allereerst de vergelijking gemaakt met het menselijk lichaam, met jouw lijf. Er wordt getoond hoeveel energie er per jaar via jouw mond naar binnen gaat (de input) en voor welke activiteiten dat zoal wordt gebruikt (de output). Hetzelfde geldt voor de vergelijking met jouw huis. Ook daar gaat energie van buiten in, vaak in de vorm van gas en elektriciteit. Deze input maakt allerlei activiteit mogelijk, zoals verwarmen, verlichten enzovoort. Omdat energie uitgedrukt kan worden in meerdere eenheden is ervoor gekozen om per activiteit de energie ook in meerdere eenheden en op verschillende manieren uit te drukken en vorm te geven. De een heeft immers meer gevoel bij het begrip kilowattuur terwijl een ander liever aan bruine boterhammen denkt… Voor jouw Nederland geldt in feite hetzelfde als voor jouw lijf. Ook daar is een balans tussen alles wat opgewekt wordt (de input) en waar het voor gebruikt wordt (de output).
27
29
31
33
35
37
5. DE ANALYSE VAN HET CO2 GEBRUIK Ook CO2 uitstoot is een ongrijpbaar iets. Meestal wordt de uitstoot uitgedrukt in Kilogram of ton. Juist omdat het in gasvorm in de atmosfeer hebben we omgerekend hoeveel volume onze uitstoot inneemt. Ook hebben we uitgezocht hoeveel onze bomen in Nederland compenseren. Ook hier blijkt dat we zwaar leunen op compensatie buiten ons landsgrenzen. We kunnen amper de uitstoot via onze uitademing compenseren.
39
Overpeinzingen geïnspireerd door de tentoonstelling
Bijna niemand heeft een reëel beeld
Veel mensen die de Jouw Perspectief tentoonstelling in het ABC bekijken hebben vooraf al het gevoel dat we ‘teveel’ gebruiken. Inmiddels is de ecologische footprint een bekend begrip. Velen weten wel dat we om ons huidige welvaartsniveau te handhaven eigenlijk meerdere aardes nodig hebben. Maar daar houdt de kennis wel een beetje op. Wat velen niet weten is hoeveel energie er buiten hun huishouden om nog meer nodig is om de boel draaiende te houden. Opvallend is ook dat veel architecten en andere ruimtelijk ontwerpers deze kennis missen. Ik las laatst in de krant dat uit onderzoek bleek dat de meeste mensen schatten dat we 35% duurzame energie gebruiken. Dit terwijl we in werkelijkheid nog niet eens 1% van de totale energie in Nederland duurzaam opwekken. Nederland is in de EU een van de landen met de laagste score op dat gebied. Wat ook zo verbaast is dat de roep om verduurzaming in de beeldvorming een linkse hobby genoemd wordt. De eerste associatie is dan met het milieu, maar stel je de economische kant eens voor. Als fossiele energie steeds duurder wordt en duurzame energie steeds goedkoper; wat gebeurt er dan met de concurrentiepositie van Nederland ten opzicht van de landen die veel verder zijn met duurzame energie en dus minder afhankelijk zijn van de import van fossiele energie? Je hoeft geen deskundige te zijn om deze economische tijdbom te zien. We zijn ongelofelijk verwend doordat we op een enorme gasbel leven en deze luxe heeft ons misschien wel in slaap gesust. er zijn inmiddels in het bedrijfsleven veel mensen die overtuigend verkondigen dat we moeten investeren in duurzaamheid, maar de politiek is nu vooral de economische veenbranden aan het blussen en geven verduurzaming van onze energie geen prioriteit. Stel je voor: we zetten onze schouders eronder, zoals we dat konden met de deltawerken, of toen we Nederland binnen 10 jaar konden overschakelen op aardgas. Dat zou wat betekenen? Niet alleen voor de energiesector, maar ook voor architecten, planologen, stedenbouwers en landschapsarchitecten. Want duurzame energie zal ons landschap en onze gebouwde omgeving veranderen. Dat vraagt visie, dat vraagt vernuft, dat vraagt slim ruimtegebruik.
41
Vroeger en nu
Niet alles was vroeger beter. Ook toen waren er onzekere en roerige tijden, maar een belangrijk verschil is dat vroeger het leven een stuk overzichtelijker was. Je woonde je hele leven in hetzelfde dorp, je wist van welke koe je melk dronk, je zag de sla in je moestuin langzaam groeien, je hakte zelf je hout voor de kachel. Het was flink aanpoten en niet altijd comfortabel, maar je snapte het systeem tenminste. Ook ruimte werd logisch geordend; je ging het liefst wonen bij een kruispunt en reageerde op de potentie van de bodem – als de bodem zich ervoor leende werden er bloemen geteeld en anders niet. En het klimaat was gewoon het klimaat, daar had je toch geen invloed op en je had het er maar mee te doen. Nu is het feitelijk omgekeerd. We hebben veel comfort, maar hebben nauwelijks een idee waar ons voedsel en ons geld vandaan komt en doen op het gebied van klimaat, energie en ruimtelijke ordening dingen die veel mensen niet meer snappen. Een (te) groot gevoel van complexiteit zorgt vaak voor een gevoel van afstandelijkheid en apathie of voor een voedingsbodem voor populisme. Een charismatisch leider die met eenvoudige oplossingen komt voor ingewikkelde problemen krijgt vaak verrassend veel steun. Maar complexiteit en onzekerheid zijn ook mooie bronnen voor onderzoek en kunst. Hoe zit het nu echt? Die vraag boeit als het ingewikkeld dreigt te worden. Als je het niet meer snapt, wat kan je zelf doen? Kijk je wel vanuit het juiste gezichtsveld? Verandert je kijk op het geheel als je de zaken eens op een totaal andere wijze ordent, verbeeldt of beschouwt? Zo beschouwd kan complexiteit mensen ook inspireren. De expositie ‘Jouw Perspectief’ is een poging daartoe. Het kernidee is simpel. We ordenen en verbeelden energie- en ruimtegebruik nu eens vanuit jouw perspectief. Dus wat heb je en wat gebruik jij, als we alles in Nederland evenredig verdelen? Complexe getallen terugbrengen naar menselijke maat, dat is het idee. Ga je de dingen dan weer iets beter snappen, krijg je weer een beetje vat op de zaak? En vervolgens weer verder denken en fantaseren: waar wil je heen? Wat is Jouw Utopia? Het architectuurcentrum ABC uit Haarlem heeft samen met FARO inhoud gegeven aan de uitwerking van dit idee voor de expositie ‘Jouw Perspectief ‘. Dat heeft ons veel energie en inspiratie gegeven en die willen we graag delen. Daarom gaan we het gesprek aan met een tiental gedreven mensen; praten over wat we zien als we anders kijken, waar we heen zouden willen en hoe we daar komen. En dat te midden van de expositie ‘Jouw Perspectief’.
Interviews (01)
Tony Langeveld Kringloop De Schalm Haarlem http://youtu.be/SR2nzHuqAog Ik ben Tony Langeveld en ik werk al meer dan tien jaar voor kringloop winkel De Schalm in Haarlem. Binnen De Schalm heb ik verschillende functies doorlopen. Ik ben begonnen met het binnenbrengen van de spullen en ik heb daarna, op de kleding afdeling na, op elke afdeling gewerkt. De kringloopwinkel en de goederen die hier binnenkomen moet je eigenlijk vergelijken met een grote berg, door het alsmaar zeven van deze berg houden we goederen over die hergebruikt kunnen worden. Er blijft nog steeds een gedeelte over wat niet door de zeef past, en dat moet toch echt weg. Soms schiet de kringloop winkel aan zijn intentie voorbij. Goederen die wij bijvoorbeeld te goedkoop prijzen, vliegen onmiddellijk de winkel uit en zien we later terug op Marktplaats of op vergelijkbare websites.
Wat mij heel erg aanspreekt is het leasen van duurzame producten, belangrijk is dat het een goed verkoopbaar concept is. De producten blijven in eigendom van de fabrikant en zij nemen het na gebruik weer in. Wij betalen alleen huur voor het gebruik. De fabrikant kan er na inname weer een ander product van maken. Het mooie aan dit concept is dat we hiermee de fabrikanten dwingen om meer eigen verantwoordelijkheid te nemen. Men moet voor productie al nadenken over hoe het product aan het einde van de levenscyclus weer uit elkaar gehaald kan worden. Om uiteindelijk onderdelen her te gebruiken of als grondstof te kunnen dienen voor een ander of nieuw product. Ja ik hoor bij de eerste groep mensen en zie inderdaad de Noordzee voor me helemaal vol met windmolenparken. Of we dat gaan redden? Dat is maar zeer de vraag. Eigenlijk hoop ik op en fantaseer ik over, zoals veel mensen, een technologisch doorbraak waardoor alles in een stroom versnelling raakt!
Wat ook veranderd is, is de kwaliteit van bijvoorbeeld meubels die binnen komen. Tien jaar geleden ontving ik relatief veel jaren 60 spulletjes, meubels waar men zuinig op was geweest maar ook van een betere kwaliteit dan wat tegenwoordig binnen wordt gebracht. Het leende zich goed voor hergebruik. Met de meubels van nu is het een ander verhaal, deze hebben een veel kortere levensduur en belanden daardoor sneller in de verbrandingsovens. Een betere afstemming tussen vraag en aanbod is iets waar nog aan gewerkt kan worden. Het enorme aanbod aan speelgoed valt altijd weer op. In de winkel is het qua kleur een vrolijke aanvulling maar over het algemeen kopen mensen het niet, uitgezonderd de objecten die nog nodig zijn voor hun verzameling of eventueel geld waard zijn. Wat de achtergrond daarvan is, is onduidelijk, misschien niet schoon of veilig genoeg, ze geven in ieder geval liever geen tweedehands speelgoed cadeau aan kinderen. De tijd dat de pop van het ene zusje naar het volgende kind ging is voorbij, nu moet iedereen een nieuwe hebben. Ik ben ervan overtuigd dat er qua kringloop twee soorten mensen zijn. Mensen die gelukkig worden van het hergebruiken en het volop uit ideëel oogpunt doen en een groep waarvan het allemaal niet zo meer hoeft. Maar in het algemeen zou ik graag zien dat mensen meer tevreden zijn met wat zij hebben, de constante druk op economische groei is wat mij betreft daarin een belangrijk punt van discussie.
43
Interviews (02)
Yttje Feddes Landschap architect/ voormalig rijksadviseur http://youtu.be/BNyDUncn6b0 Ik ben Yttje Feddes en ik ben landschapsarchitect. Ik heb een bureau voor landschapsarchitectuur samen met Berdie Olthof; Feddes/Olthof landschapsarchitecten. Ik ben van 2008 tot 2012 Rijksadviseur voor het landschap, benoemd door het ministerie van LNV (Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit), het tegenwoordige EL&I (Economische zaken, Landbouw & Innovatie) en in die functie ook lid van het College van Rijksadviseurs. Om te beginnen vind ik het ontzettend leuk dat jullie deze tentoonstelling hebben opgezet. Want ik merk zelf in mijn functie als Rijksadviseur dat 'duurzame energie' en 'onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen' veel besproken onderwerpen zijn. Het praten gebeurt alleen op een heel abstract niveau en komt veelal voort uit de milieuhoek. De vertaling maken naar wat dit concreet betekent voor de inrichting van ons land moet eigenlijk nog helemaal op gang komen. Dus dat jullie het hier zelfs zó concreet hebben gemaakt dat het naar iedereen persoonlijk is vertaald, dát vind ik echt een hele goede vondst. Samen met het Planbureau voor de leefomgeving hebben wij ook een concretiseringslag gemaakt, we hebben een kaart laten maken waarop precies te zien is hoeveel er aan nieuwe natuur bij gemaakt is sinds 1990 (in 1990 is het Natuurbeleidsplan vastgesteld). Er waren wel allerlei ingewikkelde deelkaarten maar gek genoeg was er nog geen grote overzichtskaart waarop je in één oogopslag zag wat er sinds 1990 aan gronden is aangekocht. Op deze overzichtskaart viel mij op dat er bepaalde patronen oplichten in het totaal van aangekochte gronden. Een meevaller, in eerste instantie hadden we alleen maar losse snippers verwacht te zien, maar we zagen vrij duidelijk een aantal rivieren en beekdalen in de structuur naar boven komen. Naast de rivieren en beekdalen hebben we natuurlijk de zee, maar verder heeft Nederland qua natuur geen grote klappers. Nederland is daarentegen een agrarisch land, dat valt ook op aan de maquette op de tentoonstelling, daar zijn we groot in. Het grondgebruik blijft grotendeels versnipperd; we zijn toch een land van de middel schaal. Dit heeft zijn oorsprong onder andere in het Natuurbeleid van de afgelopen twintig jaar, het beleid was al deze jaren gebaseerd op een scheidingsgedachte. In die tijd een logische gedachte ten gevolge van de snippers natuur die overbleven na bijvoorbeeld ruil verkaveling.
Daarnaast was toen het besef dat je natuur niet alleen hoefde te beschermen maar dat het ook nieuw te maken was een enorme 'aha-erlebnis'. Deze emancipatie van de natuurontwikkeling ontketende bij grote groepen de gedachte; 'nu zijn wij aan de beurt'. Het werd een bewust doorgevoerde scheiding. Op sommige deelgebieden in het Ruimtelijke Ordening sta ik achter een duidelijke scheiding. Je hoort wel is de kreet 'je gaat er over of niet', ik ben het wel eens met het feit dat niet iedereen, iedereen moet controleren op een aantal vlakken. Maar in het ontwikkelen van nieuwe projecten moet je juist over je eigen grenzen heen denken en de belangen vanuit je eigen corebusiness koppelen met andere belangen. Iets wat ik voor onze vakwereld belangrijk vindt, het denken in processen moeten we hierin ook meenemen. Het gaat om een nieuwe manier van plannen, waarbij we onszelf de volgende vragen moeten stellen: wat doen we nu of later?, wat leggen we vast en wat kunnen we vrijlaten?, hoe denken we dat de probleemstelling erover twintig jaar uitziet? Je moet het niet zien als een belemmering maar als een methodische vernieuwing die volgens mij nodig is. Al deze vragen vergen keuzes met als doel een aantal stevige hoofdlijnen op nationale schaal neer te zetten, de vraag is dan wat doe je waar? Als ik het voor het zeggen had, zou ik daar graag aan gaan werken. Een voorbeeld is het afmaken van de ecologische hoofdstructuur; om deze robuust af te maken zou men monofunctioneel en grootschalige natuur juist dáár neer moeten leggen waar landbouw minder van belang is. Bijvoorbeeld in de uiterwaarden en veenweide polders waar boeren lastig is, de beekdalen waar je water moet vasthouden voor de zoet water voorraad of in de kustversterking, allemaal potentiele locaties. Om het in jargon te zeggen; we koppelen hiermee 'natuur ontwikkelen' aan het klimaat en de daarbij horende wateropgave. Naast het grootschalig denken ben ik van mening dat de ecologische hoofdstructuur ook deels gerealiseerd kan worden door veel meer op kleine schaal tijdens projecten 'natuur inclusief' te ontwerpen. Er zijn verder ook prima een aantal nieuwe ontwikkelingen te integreren in dit proces. Er zijn nieuwe manieren waarop voedsel wordt geproduceerd, de verhouding tussen stad en landelijk gebied verandert, men zoekt steeds vaker ontspanning buiten de stad. Zodoende zie ik ook meer maatschappelijke ontwikkelingen als onderdeel van die verweving.
Interviews (03)
Rob van Doorn Wethouder gemeente Haarlem http://youtu.be/ENNy_g3wLic Mijn naam is Rob van Doorn en ik ben sinds 29 april 2010 wethouder van de gemeente Haarlem. Ik heb als portefeuille duurzaamheid, verkeer en vervoer, de onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn mobiliteit, beheer/onderhoud en wijkgericht werken. Dat wil zeggen dat ik vooral bezig ben met het versterken van de positie van de wijkraad in Haarlem. Overbevolking is volgens mij niet het onderwerp waar we ons op dit moment in Nederland druk over moeten maken. Het is veel belangrijker dat we op een verstandige manier over huisvesting gaan nadenken. En vooral ook nadenken over het gebruik van dagelijkse levensbehoeften zoals vervoer, voedsel en bovendien bewustwording creëren over de manier waarop we omgaan met de manier van ontspanning in onze vrije tijd. Nederland is een welvarend land, wij hebben veel voorzieningen beschikbaar per individuele Nederlander. Dit legt een groot beslag op onze openbare ruimte en de wijze waarop wij met die openbare ruimte omgaan. En daarmee ook de overlast in de vorm van onder andere uitstoot en uitputting. Dus welvarendheid heeft twee kanten. Ten eerste is het fijn om op dit moment in een relatief rijk land te wonen, maar de keerzijde is dat dit negatieve consequenties heeft voor de wijze waarop wij nu met het land omgaan. En dan hebben we het nog niet over de toekomst gehad; de consequenties voor de volgende generaties na ons. Dit laatste is een punt van grote zorg en dat komt in deze tentoonstelling keihard naar voren. Het nadenken over hoe dit verstandig aangepakt moet worden is in Nederland mogelijk omdat we in een relatief rijk land wonen. Er zijn genoeg manieren om gezamenlijk na te denken hoe het nu anders in te richten om voorbereidt te zijn op de toekomst. We kunnen ander ruimtegebruik introduceren maar ook mensen bewust laten worden over de gevolgen van hun manier van leven voor anderen, de toekomstige generaties. Door bijvoorbeeld onszelf eenvoudige vragen te stellen zoals waarom maak ik gebruik van de auto? Kan het ook op de fiets?
het goed haalbaar is om grote groepen mensen te laten beseffen wat hierin hun persoonlijke bijdrage kan zijn. Zelf heb ik weleens het gevoel dat we voor alles wat we doen in het leven wetenschappers nodig hebben om te vertellen wat verstandig is. Wat mij betreft is dat helemaal niet nodig, met zelf logisch nadenken komen we al een heel eind. Om een voorbeeld op te noemen; een tijd geleden heb ik veel overleg gehad met het Geheime Groene Roos Genootschap in het Rozenprieel. Zij hadden zelf initiatief genomen en de gemeente een voorstel gedaan, het voorstel hield in dat ze graag zelf als wijkbewoners het groen in de wijk willen beheren. Alleen al het feit dat het voorstel gedaan wordt, wil zeggen dat er een bewustwordingsproces op gang komt. Men onderkent het belang van 'groen' in de wijk en durft verantwoordelijk te nemen voor het beheer ervan. Deze mensen hebben een visie op de samenleving en het aller belangrijkste; ze handelen er ook naar. Dergelijke initiatieven geeft mij het vertrouwen dat het wel goed komt met de toekomst van onze kinderen. Voor mij geldt bovenal de wens dat iedereen plezierig leeft zonder dat een ander daar overlast van heeft, een wens die ook geldt voor de toekomstige generaties. Dit is een basis begrip wat ik toepas op alles, “Doe wat je graag wilt, zonder dat dit ten koste van een ander gaat!” Voor Haarlem voorzie ik een toekomst waarin de stad rond 2030 klimaatneutraal is. En dit niet zozeer aangejaagd door het gemeentebestuur maar het liefst omdat de burgers van Haarlem dit van ons hebben geëist. Eigenlijk wil ik ingehaald en gepasseerd worden door inwoners van deze stad die vinden dat zij nog sneller stappen kunnen zetten op het gebied van energieneutraliteit. Maar voor nu wens ik het liefst zo veel mogelijk steun van de inwoners van Haarlem in de vorm van het ontplooien van initiatieven op het vlak van energieneutraliteit. En het begin is er. Een paar maanden geleden zijn wij benaderd door inwoners van het Ramplaankwartier die het initiatief hebben genomen om hun hele wijk energieneutraal te gaan maken. Indien dit lukt, is er een eerste stap gezet voor het slagen van dit doel.
Tijdens het bezoek aan jullie tentoonstelling heb ik vooral gekeken of deze onderwerpen aan de orde komen en of er antwoord wordt gegeven op deze vragen. En wat mij betreft zijn veel van mijn vragen nu beantwoord, de tentoonstelling doet zijn werk. Daarom denk ik ook dat
45
Interviews (04)
Ton Venhoeven Architect/ rijks adviseur http://youtu.be/rg4ku5NPoCI Ik ben Ton Venhoeven. ik ben architect en stedenbouwkundige. Ik heb mijn eigen bureau, daarnaast ben ik ook Rijksadviseur voor de infrastructuur. Ik werk zowel in Nederland als binnen Europa en ook daarbuiten Net als de Industriële revolutie vroeger, zitten we tegenwoordig weer middenin een echte revolutie, maar nu in de ecologische variant. Bedrijven worden inmiddels hierdoor gedwongen om hun bedrijfsprocessen aan te passen. Is het niet om CO2 uitstoot te verminderen of te vermijden, dan is het wel op korte termijn nodig omdat er een enorme strijd gaat losbarsten over de schaarse grondstoffen door de opkomende economieën en de toenemende welvaart wereldwijd. Op dit moment zijn wij zelf bijvoorbeeld bezig met onderzoek naar hoe je allerlei nieuwe- en oude vormen van transport in een verbeterde energie zuinige versie met elkaar kunt combineren. Het hele idee dat je alles met de auto zou moeten doen vindt ik namelijk bespottelijk. Ten eerste hebben we in Nederland gelukkig beleid om te kijken of we het lopen, fietsen, het openbaar vervoer en de auto optimaal aan elkaar kunnen koppelen. Op deze manier is men niet gedwongen om alles met de auto, of alleen met het openbaar vervoer te doen. Ten tweede vindt ik dat het fysiek verplaatsen lang niet altijd meer nodig is. Met het nieuwe werken is de verwachting dat we zo'n 20% van de totale mobiliteit kunt vervangen door het werken op afstand via het internet. Wat volgens mij heel belangrijk is, is dat het ontwikkelen van economische kracht in combinatie met het ontwikkelen van een duurzaamheidsstrategie gelijk opgaat. Belangrijk omdat op het moment van een crisis het verdienvermogen omlaag gaat maar daarmee ook allerlei duurzaamheids- ambities. En om de volgende stap op duurzaamheidsvlak te kunnen zetten moeten we het onszelf juist veroorloven om af en toe duurdere investeringen te doen. Al is er de laatste jaren een enorme omslag in denken gekomen. Vroeger was het uitgangspunt, ook bij de overheid; functiescheiding. Elk Ministerie had een eigen vakgebied en hield zich alleen bij dat vakgebied, bijvoorbeeld infrastructuur. De laatste jaren is er onder druk van de politiek maar ook onder druk van krakers, hippies en ons allemaal een omslag gekomen. Als er nu nieuwe infrastructuur wordt aangelegd
wordt deze integraal bekeken. De ringweg rond Utrecht is een daarvan goed voorbeeld. Deze is niet alleen aangelegd om het verkeer beter te laten doorstromen, maar ook om de groei van de Uithof te faciliteren en de kennis economie te stimuleren. Naast dat willen de inwoners van Utrecht nog steeds op de fiets naar de Utrechtse heuvelrug of sporten bij Kampong. Al deze kwaliteiten moeten gegarandeerd worden bij de aanleg van de ringweg. Een ander mogelijk voorbeeld hangt samen met de productie van asfalt. Als je één vierkante meter asfalt produceert kost dat misschien € 100,-. Maar dan heb je asfalt wat alleen geschikt is om op te rijden. Stel, je benadert dit vraagstuk integraal, dan is het asfalt misschien ook wel geschikt voor een aantal andere nuttige zaken, zoals het opwekken van warmte in de zomer, wat vervolgens opgeslagen kan worden in de bodem tot de winter aanbreekt, om daarmee een naastgelegen woonwijk van warmte te voorzien. Ik ben van mening dat naarmate je meer dubbelgebruik kan toepassen en elementen kan combineren er zelfs geld te verdienen is. Ook op het vlak van agricultuur zijn er nieuwe verdienmodellen/bronnen van inkomsten ontstaan. Consumenten organiseren zich tegenwoordig sneller via internet en kopen rechtstreeks bij de boer. Zo zijn er bijvoorbeeld zorgboerderijen die zelf eieren verkopen, en daarmee onafhankelijk zijn van afnemers zoals Albert Heijn. Omdat we er nu achter komen hoe efficiënt en leuk het eigenlijk is om verschillende zaken aan elkaar te koppelen zou ik mij zo kunnen voorstellen dat door deze technologische ontwikkelingen in de toekomst bijvoorbeeld zware hoogspanningsleidingen en energiecentrales misschien wel in z'n geheel overbodig worden. Gewoon omdat we alles slimmer organiseren en daardoor veel minder verliezen hebben. Ik zie het zo voor me; het kweken van eigen vis of groente in goed bereikbare gestapelde kassen/wolkenkrabbetjes in de stad of op industrieterreinen. Waar we af en toe een euro in gooien en een zakje aardappels, tomaten of vissen voor terug krijgen. En dat kán allemaal, het is echt niet ondenkbaar.
Interviews (05)
Rob van Rees Greenchoice http://youtu.be/bsogoM1JGLc Mijn naam is Rob van Rees. Ik zie mijzelf als een duurzame ondernemer. Ik heb, elf á twaalf jaar geleden, met twee andere personen het energiebedrijf Greenchoice opgericht. Inmiddels heb ik dat stokje overgedragen en heb ik een nieuw bedrijf opgericht, 'do the bright thing' geheten. Het doel van dit nieuwe bedrijf is bewustwording creëren omtrent de hoeveelheid energie die het kost om consumptieve producten te produceren. Als een klant via onze site een product besteld, maken wij inzichtelijk hoeveel energie het kost om het product te produceren én hoeveel zonnepanelen er voor nodig zijn om die energie op te wekken. Over de producten die wij verkopen ontvangen wij commissie, dit geld investeren wij ook daadwerkelijk in zonnepanelen. We koppelen hierdoor consumptie direct aan duurzame energie, op deze manier compenseren consumenten bewust de energie die nodig is geweest om de aankoop te maken. Wij vinden deze bewustwording nodig. We leven al meer dan een eeuw van fossiele energie, in dezelfde tijdsperiode zijn er naar verhouding heel veel mensen bij gekomen waardoor we in een idioot tempo de fossiele energie aan het verbruiken zijn. En dat noemen we in Nederland welvaart! De fossiele brandstoffen leveren nog veel geld op, gasverkoop brengt bijvoorbeeld op dit moment circa 12 miljard per jaar in het overheidslaadje. Als we in dit tempo door gaan met verbruik droogt deze inkomstenbron op tegen de tijd dat mijn kinderen mijn leeftijd hebben bereikt. Dat gaat uitmonden in een nog grotere crisis dan de crisis waar we nu mee te maken hebben. Een ander voorbeeld zijn de grote sommen geld die wij als land spenderen om olie te importeren. Economisch gezien zijn we gek, in plaats van het duur importeren van energie moeten we nú bezig zijn met het inrichten van Nederland zodat we zelf in onze energie behoefte kunnen voorzien. Een nog veel groter probleem wat het gebruik van fossiele brandstof met zich meebrengt is de daarmee gepaard gaande uitstoot van CO2. Dit probleem gaat ons zeker inhalen en maken wij eerder mee dan het feit dat alle fossiele bronnen op zijn. We worden dus gedwongen om anders met energie om te gaan.
maar andersom ligt het moeilijker, een deel wordt namelijk weerkaatst door de deken van CO2. Hierdoor warmt de aarde op, de Amerikanen noemen ook wel het 'greenhouse' effect, omdat het principe hetzelfde is als bij een tuinbouwkas. Normaal gesproken zou de aarde met betrekking tot het gas CO2 in balans moeten zijn. Het plantenrijk organiseert dit van nature; met de vallende bladeren in de herfst is er sprake van CO2 uitstoot, en met het groeien van de bladeren in de lente het tegenovergestelde en nemen de bomen en planten weer CO2 op. Met de huidige hoeveelheid mensen op aarde en de daarbij zeer grote hoeveelheid fossiele energie die we verbruiken verstoren we deze CO2 balans. Deze balans is tot stand gekomen door vulkanische processen over tientallen miljoenen jaren in tijd en die brengen wij door verbranding van fossiele energie in 200 á 300 jaar tijd kunstmatig geheel uit balans. Hierdoor gaat de temperatuur op aarde stijgen, dit heeft gigantische consequenties voor ons. Twee graden stijging zorgt er al voor dat de meeste graanen rijstsoorten niet meer groeien, waardoor onze voedselproductie in gevaar gaat komen. Ik geloof dat we deze systemen weer moeten herstellen, en dat houdt heel simpel in; minder CO2 uitstoten, de relatie tussen uitstoot en het gebruik van fossiele energie is namelijk heel direct. De vraag die we ons dan moeten stellen is, kunnen we de energie die we nodig hebben ook elders vandaag halen? Volgens mij is het antwoord op die vraag 'ja'. Theoretisch gezien komt er namelijk genoeg energie op ons af via de zon. De hoeveelheid zon die in 1 uur op aarde valt is meer energie dan de hoeveelheid energie die we als complete mensheid in een jaar tijd verbruiken. Die energie moeten we zien te vangen! Daarnaast denk ik dat we nu al met gemak toe kunnen met de helft van de hoeveelheid energie die we verbruiken, en dat met behoud van ons welvaartsniveau. En 80% hiervan kunnen we in mijn optiek komende 15 jaar via duurzame energie opwekken.
Naast zuurstof en andere gassen zit er ook CO2 in de atmosfeer. Een teveel aan CO2 is een probleem omdat het als een soort deken de aarde afschermt; dat noemen we het broeikaseffect. Zonlicht kan wel van buiten naar binnen
47
Interviews (05)
Het klimaat probleem zit er geleidelijk aan te komen, we weten dus wat er gaat gebeuren in het kader van de CO2 problemen. Dan is het eigenlijk van de gekke dat we nu 60km rijden om op ons werk te komen. Dat doe je dan niet! We hebben allemaal een baan, er moet geld in het laatje komen en verhuizen kan niet zomaar, we gaan gewoon door met wat we doen. Volgens mij zijn die gedachten het grootste obstakel wat overwonnen moet worden. Ik geloof echt in minimaal 80% minder vervoersbewegingen. We rijden als kippen zonder kop van links naar rechts. Het omzetten van het huidige aantal vervoersbewegingen in elektrisch rijden betekent wel minder vervuiling maar het is nog steeds onzinnig op veel fronten. Ik geloof veel meer in lokale economie, en daarmee het beperken van het vervoer van mensen en goederen. Maar het systeem zal niet vanzelf veranderen. Het zal echt vanuit de mensen zelf moeten komen, mensen die bewust zijn van de feiten en een wil hebben om te veranderen. Daarom probeer ik ook mensen aan te sporen iets te gaan doen met energiebesparing zoals bijvoorbeeld het opwekken van energie op de eigen woning. Mensen motiveren en bewustwording creëren is echt heel belangrijk, grote veelal nietszeggende getallen naar de menselijk maat vertalen helpt daarin. Mensen gaan begrijpen wat het voor hun dagelijks leven betekend en daardoor echt aan de slag. Deze tentoonstelling kan daar een enorme rol in spelen. Het is een gegeven, veranderingen wekken weerstand op, er zullen altijd mensen zijn die zeggen: nu wordt mijn persoonlijke situatie slechter, ik doe niet mee. Het omslag in denken zal daardoor een pittig plaatje worden!
Interviews (06)
Jord den Hollander
49
Interviews (07)
Judith de Leeuw Filmmaakster http://youtu.be/MGogkFEKopo In mijn werk als filmmaker onderzoek ik de relatie tussen mens en spullen. Ik ben van mening dat het een misverstand is te denken dat we qua energiegebruik en omgaan met consumptiegoederen in de nabije toekomst in dezelfde vorm als nu leven maar dan in een 'verantwoorde' vorm. Volgens mij is dit een enorme valkuil. We moeten juist openstaan voor nieuwe oplossingen. Tegenwoordig zitten veel mensen in een vicieuze cirkel, met consumptie als rode draad, wij noemen het thuis de 'yuppen klem'. Mijn persoonlijke spullen nemen bijvoorbeeld acht en half keer de oppervlakte van mijn woning in beslag. We hebben nu één kind en zouden wel aan een tweede willen beginnen, maar dat wordt krap op 60m². En wij zijn niet de enige, veel mensen gaan bij het tweede kind verhuizen. Je hebt dan een groter huis en daardoor een hogere hypotheek waarvoor ook meer gewerkt moet worden. Men zit in een 'klem' van lasten, je kan niet meer uit elkaar, niet meer op vakantie, niet meer een dag minder werken. Geen fijne maar wel een gangbare situatie. Naast deze vicieuze cirkel, schrik ik zelf ook van de hoeveelheid energie die ik gebruik. Voordat ik aan mijn onderzoek begon dacht ik dat ik redelijk bewust omging met energie. Maar dat blijkt niet het geval, mijn televisie staat bijvoorbeeld altijd op stand-by en ik zet mijn computer eigenlijk nooit uit, maar altijd op 'sluimer'. Ondanks dat ik weet dat het niet goed is en mezelf ook nog als een bewust consument zie. Waar het op neer komt is dat ik vindt dat we voor alles een verantwoordelijkheid hebben, dat we met alles een relatie aan moeten gaan. Voor mijn onderzoek koppelde ik als consument het kopen, het leuke winkelen, los van de ervaring van fabricage in de fabriek. Terwijl het tijdens het onderzoek heel dicht bij elkaar blijkt te liggen. Een voorbeeld; in de film maakt een jongen een zool, één van de zoveel onderdelen van een schoen. Ik heb er naast gestaan met een klokje, hij deed 43 minuten over alleen de zool. Het waren vergelijkbare schoenen die ik voor 60 euro had gekocht. Dat beseffen wij ons niet. Veel mensen hebben weinig idee van en over dingen die hun voorstellingsvermogen te boven gaat. Dat geldt ook voor de economie, het is voor veel mensen een vast gegeven dat we een vrije markt economie hebben. Tijdens mijn onderzoek hoorde ik regelmatig mensen zeggen, ook economie leraren en andere intelligente mensen, dat als we
geen vrije markt economie hebben we in het communisme terecht komen. Ik vraag mij dan af, is dit het enige waar we als mens toe in staat zijn? het kiezen tussen niet meer dan twee alternatieven? dan is het ernstig gesteld, alsof we alles al uitgevonden hebben en er niet iets kan zijn wat we nu nog niet zien. Ik geloof stellig in een open einde, dat wij het allemaal nog niet precies weten en dat er nog oplossingen op ons pad gaan komen. Wat betreft consumptiegoederen in relatie tot ruimtegebruik zal het zo zijn dat we veel meer toe gaan naar een systeem waarbij we toegang hebben tot middelen in plaats van dat we allemaal individueel eigenaar worden. Dus naast dat ik vindt dat we er zondermeer een stap op vooruit gaan als we minder spullen in de wereld hebben, ook als individu, gaan we de middelen die we tot onze beschikking hebben steeds meer samen delen.
Interviews (08)
Jan Willem van der Groep programmaregisseur SEV Energiesprong http://www.youtube.com/watch?v=Lzp3OZZ1nG0 Mijn naam is Jan Willem van der Groep en ik ben programmaregisseur bij Energiesprong. Energiesprong is een energietransitie-programma en ik houd me vooral bezig met innovatie en vernieuwing in de bouw- en corporatiesector. Als ik het voor het zeggen zou hebben, dan zouden we heel snel over op duurzame energie gaan. Daar lossen we het CO2-probleem niet mee op. Daar zullen we de komende honderden jaren nog last van hebben. De overstap naar duurzame energie zal echter wel bijdragen aan een oplossing. Mijn adagium luidt: 'Mens zijn doe je samen.' Stel je maar eens voor dat je helemaal alleen op deze planeet zou zijn, zonder andere mensen. Dan ben je eigenlijk helemaal niks. Aan andere mensen ontleen je namelijk alles: je status, je ego, je 'zijn'. Ook de rol op je werk en je rol in de samenleving kun je niet vervullen zonder andere mensen. Omdat je niks bent zonder anderen heb je een intrinsieke verantwoordelijkheid voor andere mensen. Volgens mij moet dat verantwoordelijkheidsgevoel veel sterker aanwezig zijn. Als mensen zich verantwoordelijk zouden voelen voor anderen, dan zouden ze de wereld veel beter in perspectief kunnen plaatsen. Dan zouden mensen zich bewust zijn van de impact van situaties, en de invloed daarvan op andere mensen. Dan zouden ze zich er bewust van zijn dat die situaties niet alleen lokaal gevolgen hebben, maar ook op andere plaatsen in de wereld. De gevolgen van de manier waarop wij zelf met onze planeet omgaan, zijn vaak het sterkst merkbaar op heel andere plekken in de wereld. Volgens mij valt en staat alles met innovatie. Om verder te komen hebben we enorme innovatieslagen nodig, innovatie op het gebied van zowel processen als producten. Zelf houd ik me vooral bezig met de gebouwde omgeving. Daar zie je dat de innovatieslag vooral nodig is op het gebied van duurzame gebouwsystemen. Daarmee bedoel ik niet duurzame producten. Die zijn er namelijk wel. We weten alleen nog niet goed hoe we die producten moeten samenstellen tot slimme gebouwen. Door slimme gebouwsystemen te ontwikkelen kan een grote innovatieslag worden gedaan.
Energiebronnen zijn tijdelijk. De ontwikkelingen gaan steeds sneller. Als voorbeeld; vroeger hadden we antennes op de daken staan, toen kwamen er schotels, en tegenwoordig gebruiken we kabel. Over vijftig jaar zullen er bijvoorbeeld ook geen windmolens meer zijn. Dan hebben we al weer andere manieren gevonden om energie op te wekken. Het openbaar vervoer is het meest ideale vervoermiddel voor Nederland. In een dichtbevolkt gebied zijn dit de best werkende systemen. Dat zie je ook als je kijkt naar andere dichtbevolkte gebieden, bijvoorbeeld in China. Daar reist iedereen met het openbaar vervoer. Ik hoef niet in het bezit te zijn van een eigen auto. Veel liever heb ik het eigendom van de mogelijkheid tot rijden. De generatie die nu opkomt gaat wellicht ook zo denken. Deze generatie is erg gehecht aan communicatiemiddelen. Dat kan betekenen dat er minder waarde wordt gehecht aan de auto als statussymbool. De opkomende generatie zoekt vooral mobiliteit, maar de manier waarop dat wordt ingevuld maakt niet meer zo veel uit. Een van de nieuwste ontwikkelingen is dat we steeds meer thuis werken. We kunnen ook veel meer thuis, de verbindingen zijn beter, de infrastructuur wordt beter. In mijn Utopisch Nederland kan het daardoor best zijn dat we hele asfalt vlakken niet meer gebruiken. Zelf heb ik een klein huisje, geen auto. Ik heb weinig spullen nodig. De ervaring leert dat je zelf aan de slag moet gaan. Op een gegeven moment moet je zeggen: 'Jongens, nu gaan we projecten maken. We gaan aan de slag met verduurzaming. En de belemmeringen die we onderweg tegenkomen, ruimen we samen op.' Belemmeringen zijn ook geen probleem, als alle mensen er voor openstaan om ze op te ruimen en de bureaucratie te omzeilen. Dan kunnen we ook veel sneller slagen maken dan we nu doen. De mensheid heeft de afgelopen eeuwen laten zien dat er heel veel problemen zijn die kunnen worden opgelost. Ook de huidige problemen kunnen worden opgelost. Dit zal tijd in beslag nemen, en schadelijke gevolgen zullen niet uit blij
51
Interviews (09)
Maurits Groen MGMC Milieucommunicatie-advies http://www.youtube.com/watch?v=MOVdXwkAaa4 De essentie van een Utopia is dat iedereen zijn kwaliteiten tot hun recht kan laten komen, ongeacht welke kwaliteiten dit zijn, ongeacht op welke plaats je bent. Onze samenleving heeft energie nodig. Daarom moeten we een energievoorziening opbouwen, die ook op de lange termijn goed functioneert. Dat betekent ook dat deze energievoorziening geen schade mag opleveren aan de natuur of onze leefomgeving. Het aardige van duurzame energiebronnen als zon, wind, water en aardwarmte, is dat het decentraal beschikbaar is. Deze bronnen zijn niet alleen in Nederland aanwezig, maar op de hele wereld. Als we dit goed organiseren kan iedereen daarvan mee profiteren, een democratisch georganiseerde manier van energie leveren. Omdat de bronnen overal aanwezig zijn, hoef je bijvoorbeeld geen enorme transportkilometers te maken om iedereen van energie te voorzien. Al veertig jaar woedt er een discussie over het 'groene' BMP, het groene bruto nationaal product. Want hoe moet je het groene BMP berekenen? In Nederland drukken we welvaart uit in een economische BMP, waarin de welvaart wordt uitgedrukt in geldwaarde. Als er op straat een ongeluk gebeurt, is dat dus goed voor het economisch BMP. Er moet namelijk een ambulance komen voor de gewonden, er zijn artsen nodig om de gewonden te behandelen, in het ziekenhuis worden producten gebruikt die andere bedrijven verkopen. Bovendien moet er een politieagent komen om proces-verbaal op te maken, een autoschadebedrijf wordt ingeschakeld om de auto's op te lappen, etc. Zo verdienen verschillende partijen aan het ongeluk van iemand anders, wat goed is voor het BMP. Stel je voert deze gedachte in extreme mate door, in dat geval kun je het land totaal te gronde richten, terwijl uit de cijfers zou blijken dat het geweldig gaat met de economie. Dat is natuurlijk absurd. In Bhutan wordt een heel andere benadering gehanteerd. Daar wordt welvaart uitgedrukt in het 'bruto nationaal geluk'. Probeer daar maar eens een standaard meetmethode voor op te zetten.
De opgave waar we ons op moeten richten is een combinatie van beide. Om uit te rekenen wat welvaart echt is, moet je zowel de materiële als de immateriële rijkdom beschouwen. Zo krijgen we een beter kompas om op af te gaan bij het maken van plannen en beslissingen. Het zal een lastige discussie worden om hier een meetmethode voor op te zetten. Dat is de afgelopen veertig jaar reeds gebleken. Toch heeft het zin om die discussie aan te gaan. Simpelweg hameren op 'economische groei' heeft geen zin als je niet weet waar het precies over gaat. Als we ons meer bewust zijn van wat economische groei is, en waar we naar streven, dan zijn we al een heel stuk opgeschoten. Persoonlijke ontmoetingen zijn erg belangrijk. Maar het is eigenlijk te primitief voor woorden om iedere keer weer 2,5 uur onderweg te zijn in duizend kilo staal om ergens een uurtje te zijn. Daar moeten betere oplossingen voor te verzinnen zijn. In Nederland hebben we steeds meer niet-grondgebonden landbouw. Met behulp van LED-verlichting kan er zo heel efficiënt meerlaags groente en fruit worden verbouwd. Waarom niet? Meerlaags verbouwen betekent dat er ook in de stad landbouwproducten kunnen worden gemaakt. Dan hoeven de landbouwproducten niet meer naar te stad te worden vervoerd, waardoor er minder wegen nodig zijn. Dan maak je slim gebruik van wat er al is. Om dit soort systemen te kunnen bedenken moet je soms heel onconditioneel denken. Het is heel goed om te weten waar je eten vandaan komt. Winkels als Marqt ontlenen hun succes daaraan. De spectaculaire groei van biologische winkels, tegen de verdrukking en de financiële crisis in, onderstrepen dat succes. Dat deze winkels ieder jaar blijven groeien bewijst ook dat dit een 'trend' is waar mensen wél op zitten te wachten. Dit geldt ook voor andere trends. Seats2meet is daar een goed voorbeeld van. Wildvreemden kunnen hier op een centrale locatie ideeën uitwisselen, waarbij ook nog eens voorzien is in gratis koffie en soep. Dit wordt mogelijk doordat je het aantal stoelen maar eenmaal huurt. Als de vergadering afgelopen is, staat het pand dus niet twee dagen leeg voordat de volgende vergadering is gepland. De ruimte is continu intensief in gebruik. Tegenover het Seats2meet-concept staat de enorme leegstand in de kantorensector. In deze sector is de afgelopen jaren ongelooflijk veel geld gaan zitten, terwijl veel kantoorruimte niet gebruikt wordt en kennelijk ook overbodig is.
Interviews (09)
Ik ben ook een enorm fan van het TurnToo-principe. Binnen dit principe blijven producenten altijd eigenaar van datgene wat ze produceren. Producenten leveren dan geen product, maar een bepaalde dienst. Zo leveren elektriciteitsbedrijven niet een bepaald aantal kilowatturen of een aantal kubieke meters gas, maar comfort, licht of de mogelijkheid om eten te verwarmen. Ik hoef ook geen eigenaar te zijn van een tapijt, een computer of een ander apparaat. Ik wil er mee kunnen werken. Bovendien worden producten beter als het bedrijf de eigenaar blijft. Dan gaan producenten namelijk beter na denken over slimme, efficiënte productieprocessen. Ook gaan bedrijven dan de mogelijkheid inbouwen om apparaten efficiënt en goedkoop weer uit elkaar te halen aan het einde van de technische of economische levensduur. Met de teruggewonnen materialen kunnen daarna weer nieuwe producten worden gemaakt. Volgens mij ontstaat er een revolutie als de verantwoordelijkheid voor producten bij de producent blijft. Producten worden daardoor beter, terwijl er minder afval is en we minder grondstoffen en energie verbruiken. Dat is economisch ook veel slimmer.
53
55