Inhoud. Nieuwe boeken Voorjaar

Inhoud

Levenswerk.Filosofie en aanvaarding 5 Je werk, je leven? 5 Warme seks en hete chocolade. Over porno en intimiteit 6 Zorg om het levenseinde. Een ethisch-filosofisch perspectief 7 Nieuw land in zicht. Sociaaldemocratisch kompas voor de 21ste eeuw 7 België in alle staten. Vlaanderen en Wallonië in een Brusselse knoop? 8 Imagine Europe. Reflections on European Identity and Spirituality 9 Overbruggen en verheffen. Werken aan sociaal kapitaal in de stad 9 Leiden of lijden? Tien facetten van goed bestuur in organisaties met een maatschappelijke doelstelling 10 Leven in de risicomaatschappij. Deel 1: Negen basisvereisten voor doeltreffend risicomanagement 11 Leven in de risicomaatschappij. Deel 2: Kritische analyse van de Belgische wetgeving: welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s 12 Leven in de risicomaatschappij. Deel 3: Aanbevelingen voor doeltreffend risicoreguleringsmanagement 12 Met een dubbele lus. Denken over Sociaal Werk 13 Galênós van Pérgamon: Ars medica. Nederlandse vertaling van Galênós’ Ars medica met annotaties en een introductorische commentaar 14 Methodisch werken in de gezondheidszorg 14 Exploring quality assurance in interprofessional education in health and social care 15 Illegale drugs. Cijfers in perspectief – 1997-2007 16 Vroedkunde. Normale baring en kraambed 17 Van keukentafel tot ‘God’. Belgische, Italiaanse en Marokkaanse ouders over identiteit en opvoeding 17 Begeleiden van multi-probleemgezinnen in jeugdzorg 18 Kinderwens en ouderschap bij mensen met een verstandelijke beperking. Aanzet tot maatschappelijke dialoog 19 De Waaiburg schrijft geschiedenis. 125 jaar bijzondere zorg en bijstand voor kinderen en hun gezinnen binnen De Waaiburg in Geel 19 Laat maar zitten. Integratie van Roma is een doe-woord 20

Wie herkanst? Profiel, leerroutes en beweegredenen van de deelnemers aan het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap 21 Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt 21 Teaching in diversity.Teachers and pupils about tense situations in ethnically heterogeneous classes 22 Hoogbegaafde kinderen opvoeden. Praktische gids voor de sociaal-emotionele begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren 22 Hoe was ’t op school, jongen? Pedagogische praktijken in het middelbaar onderwijs in Limburg 1878-1970 23 De school, de lach en de lagg. Over humor in het onderwijs 24 Groeiboek. Analyse en handelen. Domeinboek 3: Denkontwikkeling 24 Behoud van talent 25 De gemotiveerde leerling 25 Kortom. Afkortingen- en websitegids voor onderwijs en jeugdzorg in Amsterdam en omstreken 26 Basisprincipes Praktijkonderzoek 27 Leren denken binnen het schoolvak 27 Tien keer beter. Leraren verbeteren hun onderwijspraktijk door onderzoek 28 That’s what friends are for. Critical friends in a professional learning community 29 Vitaliteit in processen van collectief leren. Samen kennis creëren in basisscholen en lerarenopleidingen 29 Controverse en perspectief in het beroepsonderwijs. Kennisproductie op het terrein van het bve-systeem 30 Leren in het Beroepsonderwijs 31 Handboek Schoolontwikkelingstraject integrale leerlingenzorg 32 Vademecum voor de Invoering van regionale projecten passend onderwijs 32 Inclusief bekwaam 33 Handboek Kwaliteitstraject speciale onderwijszorg in verschillende schoolomgevingen 34 Waarom zijn de bananen krom? De onderzoekende houding in bacheloren masteropleidingen op de hogeschool 35 Opleiden voor passend onderwijs 35 De leerwerkplaats handelingsgericht werken om competent te blijven 36 Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

3

LICA.Toen, nu en straks Wat wil jij? Studeren met psychische problemen ‘Hun goed recht’. Passend onderwijs voor leerlingen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen Index voor inclusie. Werken aan leren en participeren op school Integreren doe je niet alleen. Integratieklas De Blauwe Bloem Taal verderbij. Lezen, schrijven en logisch redeneren met tieners Spelenderwijs wijzer worden. Spel, speelgoed en het opgroeiende kind Achter de deur. Het kader van de psychoanalytische psychotherapeut Sporen naar verandering. Behandeling van seksueel delinquent gedrag Seksuele mishandeling van jonge kinderen Lief en leed 4. Seks en relaties anders bekeken Vechten met de engel. Herschrijven in de Nederlandstalige literatuur Een hoopje vuil in de feestzaal. Facetten van het proza van Willem Elsschot Het pseudo moderne nevens het ware. De briefwisseling van de architect J.J.P. Oud met Jozef Peeters en Michel Seuphor, redacteuren van het constructivistische tijdschrift “Het Overzicht” Kana. Snel Japans leren lezen en schrijven Hiragana | Katakana Grains du bled. Vertaling van Zarriate Lablad De Kampanje.Sudbury Valley School in Nederland Harry’s boek. Een zoon met autisme Mama tovert melk Van krot tot loft. Innovatief renoveren Kwartaalschrift Economie Zorgbreed – Tijdschrift voor integrale leerlingenzorg School- en klaspraktijk ZL – Zacht Lawijd Geschiedenis der geneeskunde en gezondheidszorg De gids op maatschappelijk gebied Kleio – Tijdschrift voor oude talen en antieke cultuur Kolor – International Journal on moving Communities

Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

4

37 37 38 39 40 40 41 41 42 43 43 44

Uitgeverscombinatie

45

Maklu | Garant | Het Spinhuis Garant

46 46 47 48 48 49 50 51 51 51 52 52 52 53 53

richt de aandacht op alle vakgebieden

Maklu heeft vooral juridische en bedrijfsorganisatorische publicaties

Het Spinhuis is bij voorkeur actief binnen sociologie, antropologie, politicologie, geschiedenis, communicatiewetenschappen

A. Van Sevenant

Uit de Inhoud:

Levenswerk

Omgaan met woorden – Omgaan met jezelf – Omgaan met anderen – Omgaan met het onwerkbare – Omgaan met het levenswerk.

Filosofie en aanvaarding

evenant, doctor in de wijsbegeerte, is voormalig docent filosofie geschool Antwerpen en auteur van een twaalftal boeken over e filosofie.

Levenswerk

hoofdstukken wordt onderverdeeld in een theoretisch en een eel. In het theoretische denkkader krijgt de lezer een overzicht ofen die het thema van de aanvaarding direct of indirect hebben De praktische benaderingswijze richt zich tot wie op zoek is naar e filosofie van de aanvaarding, met bijzondere aandacht voor het bare.

Ann Van Sevenant

stelt Ann Van Sevenant een elementaire filosofie voor. Deze filosofie t de twee-eenheid van theorie en praktijk. De lezer vindt hier zowel sche uiteenzetting over aanvaarding als een beschrijving van het gsproces. In het levenswerk gaat het niet alleen om het vormen van , om het spreken over levensvragen, maar ook om het aanpakken s en om het samen leren omgaan met wat zich als nieuw aandient. venskunst bestaat er inderdaad ook zoiets als het levenswerk.

Ann Van Sevenant, doctor in de wijsbegeerte, is voormalig docent filosofie aan de Hogeschool Antwerpen en auteur van een twaalftal boeken over hedendaagse filosofie.

Ann Van Sevenant

Levenswerk Filosofie en aanvaarding

ISBN 978-90-441-2437-8 14 x 21 cm, viii + 153 blz. Verschijnt in mei

NUR 734 W € 19,-

P. Nijs

Je werk, je leven?

8 90 441 2437 8

De auteur gaat op zoek naar oplossingen voor deze problemen. Een daadwerkelijke preventie van de moderne gezondheidsproblemen vereist de ontwikkeling van een nieuwe visie op arbeid, namelijk als bezielend levenswerk. De moderne mens moet zijn gezondheid weer in eigen handen nemen. Daarvoor zijn levensenthousiasme en inspirerende bezieling nodig, als het tweespan voor een krachtdadige persoonlijkheid die de levensloop steeds verder ontplooit. Dit boek richt eerst de aandacht op die gebieden die meestal buiten het traditionele arbeidsveld blijven, ook al leveren zij de bezielende energie om de betaalde job met arbeidsvreugde uit te voeren. Het levensgeluk van de mens gaat gebukt onder de tirannie van de effectiviteit; het ontplooit zich in het teken van de affectiviteit. Ontmoeting en verbondenheid zijn leefruimtes voor geluk en gezondheid. Acht relatieconcepten worden in hun dagelijkse eenvoud beschreven. Als leefpatronen zijn het gezondheidsstrategieën op de levensweg, die altijd ook een (om)weg is naar het geluk. Zij laten een mens de gezonde levenslust ervaren en ervan genieten. Piet Nys is psychiater-seksuoloog en emeritus-hoogleraar aan de K.U.Leuven. Hij studeerde filosofie, psychologie, geneeskunde, lichamelijke opvoeding en seksuologie in Hamburg en Leuven. Hij is betrokken bij workshops, seminaries en trainingen in binnen- en buitenland en aan het BeNeLux University Centre. Hij publiceerde talloze artikels en boeken over huwelijk, gezin, seksualiteit, (on)vruchtbaarheid, psychosomatiek, gesprekstherapie en gelukservaring.

Je werk, je leven?

Piet Nijs

Hoewel het begrip bij vele filosofen nauwelijks op de voorgrond komt, kunnen we heel wat van hun werk opvatten als een verhaal over de moeizame ‘aanvaarding’ van het bestaan. Dat kan slaan op de acceptatie van het tragische levenslot, op de moeilijke verzoening met onze sterfelijkheid, en uiteindelijk ook op de dankbare aanname van wat ons wordt toebedeeld. Binnen de oosterse wijsbegeerte ligt de nadruk bijvoorbeeld op sereniteit en gemoedsrust. In de westerse filosofie daarentegen vormt de kritische beschouwing of de niet-aanvaarding van wat met al te veel gemak aangenomen wordt, een wezenlijk kenmerk van de moderne filosofische instelling. Kritiekloos iets aannemen wordt dan bestempeld als een onfilosofische houding.

Je werk, je leven?

Het lijkt erop dat de opdracht voor de mens om gezond te leven nooit zo groot was als bij het begin van de 21ste eeuw. Dagelijks worden we geconfronteerd met berichten over gezondheidsproblemen, depressies, relatieproblemen, verslavingen en zelfs een hoog zelfmoordcijfer. De oorzaken hiervan zijn divers en complex, 11:54:19 maar27-03-2009 een belangrijke factor in die ontwikkelingen is de manier waarop arbeid en individu in onze hoogtechnologische Westerse samenleving van elkaar vervreemd zijn. Terwijl arbeid de mensen dient om een gelukkig en positief leven te kunnen leiden, lijkt hij hun levenskwaliteit voortdurend onder druk te zetten. In een wereld waarin relaties steeds vluchtiger en minder duurzaam worden, lijkt stress de trouwste levensgezel van de moderne man en vrouw, terwijl de geborgenheid van rituelen en symbolen geruisloos verdwijnt.

Piet Nijs

isbn 978 90 441 2432 3

jewerkjelevenE.indd 1

Dit boek wil een elementaire aanvaardingsfilosofie voorstellen. Het is echter niet zomaar een filosofische geschiedenis over hoe filosofen in verschillende contexten over aanvaarding hebben nagedacht. In het levenswerk gaat het immers niet alleen om het vormen van een mening of om het spreken over levensvragen, maar ook om het aanpakken van situaties en om het samen leren omgaan met wat zich als nieuw aandient. Naast de levenskunst bestaat er inderdaad ook zoiets als het levenswerk. Elk van de hoofdstukken wordt daartoe onderverdeeld in een theoretisch en een praktisch deel. In het theoretische denkkader krijgt de lezer een overzicht van de filosofen die het thema van de aanvaarding direct of indirect hebben behandeld. De praktische benaderingswijze richt zich tot wie op zoek is naar een concrete filosofie van de aanvaarding, met bijzondere aandacht voor het onaanvaardbare.

31-03-2009 16:12:31

Het lijkt erop dat de opdracht voor de mens om gezond te leven nooit zo groot was als bij het begin van de 21ste eeuw. Dagelijks worden we geconfronteerd met berichten over gezondheidsproblemen, depressies, relatieproblemen, verslavingen en zelfs een hoog zelfmoordcijfer. De oorzaken hiervan zijn divers en complex, maar een belangrijke factor is de manier waarop arbeid en individu in onze hoogtechnologische westerse samenleving van elkaar vervreemd zijn. Terwijl arbeid de mensen dient om een gelukkig en positief leven te kunnen leiden, lijkt hij hun levenskwaliteit daarentegen voortdurend onder druk te zetten. In een wereld waarin relaties steeds vluchtiger en minder duurzaam worden, lijkt stress de trouwste levensgezel van de moderne man en vrouw, terwijl de geborgenheid van rituelen en symbolen geruisloos verdwijnt. De auteur gaat op zoek naar oplossingen voor deze problemen. Een daadwerkelijke preventie van de moderne gezondheidsproblemen vereist een nieuwe visie op arbeid, namelijk als bezielend levenswerk. De moderne Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

5

Seksualiteit en de representatie ervan zijn alomtegenwoordig

Dit boek richt eerst de aandacht op die gebieden die meestal buiten het traditionele arbeidsveld blijven, ook al leveren zij de bezielende energie om de job met arbeidsvreugde uit te voeren. Het levensgeluk van de mens gaat gebukt onder de tirannie van de effectiviteit; het ontplooit zich in het teken van de affectiviteit. Ontmoeting en verbondenheid zijn leefruimtes voor geluk en gezondheid. Acht relatieconcepten worden in hun dagelijkse eenvoud beschreven. Als leefpatronen zijn het gezondheidsstrategieën. Zij laten een mens de gezonde levenslust ervaren en ervan genieten.

in onze samenleving. Vooral via televisie en internet stromen allerlei beelden en opvattingen over seksualiteit onze levens binnen. Hoe gaan wij daarmee om? Wat zijn de gevolgen er-

Ilse Penne (red.)

mens moet zijn gezondheid weer in eigen handen nemen. Daarvoor zijn levensenthousiasme en inspirerende bezieling nodig, als het tweespan voor een krachtdadige persoonlijkheid die de levensloop steeds verder ontplooit.

van? In dit boek maken negen seksuologen beschouwingen over de hedendaagse ‘seksualisering’ van de maatschappij. Op basis van recent wetenschappelijk onderzoek wordt inzicht gegeven in het effect van de media op seksueel actieve jongeren, de voor- en nadelen van pornografie voor gebruikers, welke verklaringen er vandaag de dag gangbaar zijn voor seksverslaving en welke theorieën over lust en liefde er mo-

Dit boek biedt echter meer dan zomaar een stand van zaken. Het fungeert ook als een signaal, als een reactie tegen het huidige klimaat van seksuele ‘ongeremdheid’ dat onze media belaagt. Zonder de klok te willen terugdraaien, willen de auteurs sensibiliseren, bepaalde problemen aankaarten en ze bespreekbaar maken. De titel verwijst naar het initiatief van de VVS – Vlaamse Vereniging voor Seksuologie, die op Valentijnsdag 2008 de actie ‘Warme seks en hete chocolade’ op het getouw zette. In de media wordt steeds ‘hete’ seks opgediend. De vereniging houdt met deze slagzin een pleidooi voor ‘warme en innige’ seks.

Ilse Penne, voorzitter van de VVS, schreef dit boek samen met Koen Baeten, An De Lamper, Gerard Gielen, Peter Leusink, Katelijne Michielsen, Hilde Toelen, Alexander Witpas en Luc

Warme seks en hete chocolade

menteel worden aangehangen.

Zwaenepoel.

Ilse Penne (red.)

Warme

seks

en hete

chocolade Over porno en intimiteit

Uit de Inhoud: Loopbaan: (g)een aanloop naar vernielingen – Beroepsstress en moderne vormen van kinderverwaarlozing – Seksualiteit in tijden van stress – Psychosomatisch prijskaartje van moderne werken levensstijlen – Pijlers van preventie – Hormonen en neurotransmitters: liefdesbrigade van natuurlijke cupido’s – Bouwstenen voor levensenthousiasme en voor erotische begeestering.

Piet Nijs is psychiater-seksuoloog en emeritus-hoogleraar aan de K.U.Leuven. Hij studeerde filosofie, psychologie, geneeskunde, lichamelijke opvoeding en seksuologie in Hamburg en Leuven. Hij is betrokken bij workshops, seminaries en trainingen in binnen- en buitenland en aan het BeNeLux University Centre. Hij publiceerde talloze artikels en boeken over huwelijk, gezin, seksualiteit, (on)vruchtbaarheid, psychosomatiek, gesprekstherapie en gelukservaring. ISBN 978-90-441-2432-3 16 x 24 cm, ca. 260 blz. Verschijnt in mei

NUR 827 W ca. € 29,-

I. Penne (Red.)

Warme seks en hete chocolade Over porno en intimiteit Seksualiteit en de representatie ervan zijn alomtegenwoordig in onze samenleving. Vooral via televisie en internet stromen allerlei beelden en opvattingen over seksualiteit onze levens binnen. Hoe gaan wij daarmee om? Wat zijn de gevolgen ervan? In dit boek maken seksuologen beschouwingen over de hedendaagse ‘seksualisering’ van de maatschappij. Zij bieden inzicht in het effect van de media op seksueel actieve jongeren, het effect van pornografie op haar gebruikers, welke verklaringen

Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 6

er gangbaar zijn voor seksverslaving en welke theorieën over lust en liefde momenteel worden aangehangen. Maar het gaat om meer dan zomaar een stand van zaken. Het boek fungeert ook als een symbolisch signaal, als een reactie tegen het huidige klimaat van seksuele ‘ongeremdheid’ dat onze media belaagt. Zonder de klok te willen terugdraaien, willen de auteurs sensibiliseren, problemen aankaarten en ze bespreekbaar maken. De titel verwijst naar het initiatief van de VVS – Vlaamse Vereniging voor Seksuologie, die op Valentijnsdag de actie ‘Warme seks en hete chocolade’ op het getouw zette. Uit de Inhoud: P. Leusink: McSex en warme seks – I. Penne: Vrouwen, porno en labo-onderzoek – K. Baeten: Naar een beter verstaan van seksverslaving als hedendaagse stoornis van het libido: omschrijving, verklaring en behandeling – L. Zwaenepoel: Seksonomixx – G. Gielen: Warm lichaam, warm verlangen, hete chocolade, maar geen warme seks – A. Witpas: Porno in tijden van eenzaamheid. Waarom de nieuwe critici van porno zich van vijand vergissen – H. Toelen & A. De Lamper: Moeder zijn … ‘hot or not’? – A. De Lamper: Leve huis-, tuin- en keukenseks voor alleenstaanden – K. Michielsen: Warme seks na sekstherapie? – I. Penne: Recept voor goede seks in een langdurige relatie: intimiteit.

Ilse Penne, psycholoog, seksuoloog en systeemtherapeut, is verbonden aan Oase, een centrum voor geestelijke gezondheidszorg in Dendermonde. Zij is voorzitter van de VVS – Vlaamse Vereniging voor Seksuologie. ISBN 978-90-441-2460-6 16 x 24 cm, 159 blz. Verschenen

NUR 865 W € 19,-

pluralistisch beleid - Ethische zorg als een dagelijkse zorg - Ethische zorg voor de demente bejaarde) – Ethische commissies.

H. Vandaele

Zorg om het levenseinde Een ethisch-filosofisch perspectief

Henk Vandaele, filosoof en psychiatrisch verpleegkundige, doceert ethiek aan het CVO/VSPW – Centrum voor Volwassenenonderwijs/Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk in Kortrijk en aan het Centrum voor Kritische Filosofie van de Universiteit Gent.

Henk Vandaele

e vier artikelen gaan in op vragen rond ‘strategie en leiderschap’. Het tweede viertal artikelen h op vraagstukken in het domein van ‘vernieuwen van leerprocessen’. Vervolgens zijn twee gewijd aan ‘ontwikkelen van medewerkers’ en sluit de bundel af met twee artikelen die kken rond ‘planning en beheer’ betreffen.

Een ethisch-filosofisch perspectief

deelnemers van zowel de eerste als de tweede leergang van deze opleiding, die verzorgd oor TiasNimbas Business School in samenwerking met KPC-Groep, is gevraagd om op basis eindwerkstuk een artikel te produceren dat verworvenheden vanuit de opleiding voor een publiek toegankelijk zou kunnen maken. Twaalf artikelen die op deze manier tot stand zijn n, zijn geselecteerd voor deze bundel. Ze zijn gegroepeerd rond de vier themata die in de g aan de orde komen.

Zorg om het levenseinde

oolleiders wordt vandaag verwacht dat zij een visie op onderwijs koppelen aan zorg voor de eling van mens en organisatie binnen beheersbare kaders. Deze gedachte is richtinggevend t gebeurt in OMO School of Management. Deze tweejarige postacademische opleiding is een van de Raad van Bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs.

ISBN 978-90-441-2443-9 16 x 24 cm, ca. 160 blz. Verschijnt in juni

NUR 737 W ca. € 18,-

B. Martens

Nieuw land in zicht

ragen komen voort uit praktijksituaties binnen de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, evelijk gaan in op situaties op een van de scholen van de vereniging. De academische context nen de OMO School of Management existeert, geeft de verschillende artikelen een meerdie uitstijgt boven het louter school- en verenigingsbelang. Hiermee willen de auteurs de enheden van hun zoektocht naar instrumenten om ons onderwijs nog beter te maken met er delen.

Sociaaldemocratisch kompas voor de 21ste eeuw

ISBN: 978-90-441-2236-4 ISBN: 978-90-441-2220-6

9 789044 123364 9 789044 122206

Bart Martens

In dit boek beschrijft de auteur hoe drie wereldsystemen – het financiële systeem, de wereldeconomie en het wereldecosysteem – fundamenteel ontregeld zijn en met elkaar botsen. De aard en de omvang van deze crisissen zorgen ervoor dat we er niet zomaar kunnen ‘uitgroeien’. Voortplaveien van het klassieke en ouderwetse groeipad leidt ons niet uit de tunnel, maar rijdt ons alleen verder vast. De auteur onderwerpt daarom het wereldsysteem aan een grondige revisie, met het oog op een detectie en reparatie van systeemfouten.

Met dat wereldbeeld voor ogen ontwikkelt de auteur een nieuw profiel voor de Vlaamse sociaaldemocratie. Zoals de sociaaldemocraten tijdens de vorige eeuw de regisseurs waren van de nationale verzorgingsstaat, moeten zij in de 21ste eeuw het ‘collectieve willen’ weten te bundelen rond een gemeenschappelijk gedragen programma voor een nieuwe wereldorde die inclusiever, socialer en duurzamer is.

Dit betekent dat hedendaagse ethische thema’s, zoals het afbreken van kunstmatige vocht- en voedseltoediening, het nemen van een besluit om niet te reanimeren, pijnbestrijding en dergelijke uitvoerig aan bod komen. Op die manier wil dit boek een sterke en geëngageerde stem laten klinken in een debat dat de samenleving onverminderd blijft beroeren.

Bart Martens, biochemisch ingenieur en milieudeskundige, is Vlaams volksvertegenwoordiger en senator. Hij was jarenlang het gezicht van de Bond Beter Leefmilieu.

Uit de Inhoud: Ethische kritiek (Ethiek, stand van zaken - Korte historiek van het ethisch denken - Perspectievenmoraal of het kritisch-filosofisch perspectief - Grondslag van de kritische ethiek - Grenzen van de kritische ethiek Vrijheid als noodzakelijke voorwaarde voor de kritische ethiek - Ethisch probleem, waardedilemma - Praktisch model) – Beslissingen omtrent het levenseinde (Begripsbepaling - Omtrent het levenseinde, maatschappelijke context - Indirecte levensverkorting - Passieve levensverkorting - Euthanasie - Palliatieve sedatie - Ongevraagde levensverkorting) – Ethisch zorgbeleid voor dementerende bejaarden (Zorg voor zin - Wat is de mens? - Ethisch zorgbeleid als een

Nieuw land in zicht

Vanuit een nieuwe internationale rechtvaardigheidstheorie trekt hij de krijtlijnen voor een radicaal herstelprogramma. Nieuwe instrumenten worden ingezet binnen een nieuwe institutionele architectuur om de gemengde economie van de zwalpende nationale verzorgingsstaat recht te trekken en een sterke globale tegenhanger te geven. Een krachtdadig globaal bestuur dat uitgaat van een ‘soevereiniteit van de mensheid’ en een gelijk ‘aardeaandeel’ voor elke wereldburger, zorgt voor een herregulering van de markten en een duurzaam beheer van het mondiaal ‘gemeen goed’ zoals het wereldmilieusysteem. Samen met deze institutionele omwenteling, vindt ook een technologisch en cultureel veranderingsproces plaats dat onze oliegebaseerde ontginnings- en verspillingseconomie omvormt tot een duurzame kringloopeconomie die een groeiende wereldbevolking blijvend in de wereldeconomie kan insluiten.

Bart Martens

Nieuw land in zicht

Wat betekent ethiek in het zorgen voor anderen? Vanuit een kader dat een lans breekt voor een kritische filosofische benadering, biedt het boek relevante antwoorden op terechte vragen uit het verzorgende werkveld. Specifiek gaat het daarbij in op een brandend actuele kwestie, namelijk de ethische begeleiding bij de levensbeëindiging. De auteur onderzoekt welke ethische en juridische implicaties indirecte, passieve en ongevraagde levensverkorting, alsook euthanasie en palliatieve sedatie, met zich meebrengen. Dit geldt zowel voor meerder- en minderjarigen als voor mensen in een persisterende vegetatieve toestand.

Sociaaldemocratisch kompas voor de 21ste eeuw

Drie wereldsystemen – het financiële systeem, de wereldeconomie en het wereldecosysteem – zijn fundamenteel ontregeld en botsen met elkaar. De aard en de omvang van deze crisissen zorgen ervoor dat we er niet zomaar kunnen ‘uitgroeien’. Voortplaveien van het klassieke en ouderwetse groeipad leidt ons niet uit de tunnel, maar rijdt ons alleen verder vast. De auteur onderwerpt daarom het wereldsysteem aan een grondige revisie, met het oog op een detectie en reparatie van systeemfouten. Vanuit een nieuwe internationale rechtvaardigheidstheorie trekt hij de krijtlijnen voor een radicaal herstelprogramma. Nieuwe instrumenten worden ingezet binnen een nieuwe institutionele architectuur om de gemengde economie van de zwalpende nationale verzorgingsstaat recht te trekken en een sterke globale pendant te geven. Een krachtdadig globaal bestuur dat uitgaat van een ‘soevereiniteit van de mensheid’ en een gelijk Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 7

‘aardeaandeel’ voor elke wereldburger zorgt voor een herregulering van de markten en een duurzaam beheer van het mondiaal ‘gemeen goed’ zoals het wereldmilieusysteem. Samen met deze institutionele omwenteling, vindt ook een technologisch en cultureel veranderingsproces plaats dat onze oliegebaseerde ontginnings- en België verspillingseconomie omvormt tot een duurzame kringloopeconomie die een groeiende wereldbevolking blijvend in de wereldeconomie kan insluiten.

Sylvain Plasschaert

een federale staatsstructuur. Deze structuur is steeds fragiel gebleven en op federaal vlak

Sylvain Plasschaert

in alle staten

De Vlaamse verzuchting voor gelijkberechtiging van de eigen taal resulteerde in 1970 in

een doelmatige beleidsploeg vormen is geen sinecure. Dit congenitaal antagonisme wordt nog verhevigd door de opsplitsing van de nationale partijen. Toch blijft het Belgische staatsbestel taai standhouden, ondanks een verdoorgedreven overdracht van bevoegdheden naar de deelgebieden. De auteur betoogt dat deze paradox haar verklaring vindt in de centrale rol en ligging van Brussel. Dit derde Gewest vormt

Met dat wereldbeeld voor ogen wordt een nieuw profiel ontwikkeld voor de Vlaamse sociaaldemocratie. Zoals de sociaaldemocraten tijdens de vorige eeuw de regisseurs waren van de nationale verzorgingsstaat, moeten zij in de 21ste eeuw het ‘collectieve willen’ weten te bundelen rond een gemeenschappelijk gedragen programma voor een nieuwe wereldorde die inclusiever, socialer en duurzamer is.

steeds meer een knooppunt tussen de twee grote taalgemeenschappen, waarbij de herwaardering van het Nederlands opmerkelijk is. Bovendien zijn noch Vlaanderen noch Wallonië bereid ‘Brussel los te laten’. Vervolgens ontleedt de auteur de meest prangende probleemdossiers: confederalisme, het dispuut over de financiële transfers tussen de

federalisme. In het licht van de conclusies uit deze analyse, schetst hij tot slot enkele beleidsoriëntaties, die tot een meer volwassen federaal samenleven kunnen bijdragen.

Sylvain Plasschaert, econoom, is erehoogleraar van Universiteit Antwerpen en KULeuven. Hij was ook lid van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van de SociaalEconomische Raad van Vlaanderen en van de Hoge Raad van Financiën.

Uit de Inhoud:

Teaching in

Voorspel: Crisis van de sociaaldemocratie – Schip (Systeemfouten - Naar een nieuwe rechtvaardigheidstheorie voor een nieuw internationaal contract - Naar een globaal bestuur - Naar een nieuw cultuurbegrip) – Kaart (Teloorgang van de nationale welvaartstaat - Naar een duurzame, inclusieve wereldorde - Internationale sturing - Sturing op Europees, federaal en Vlaams niveau - Land in zicht) – Stuurlui (Sterk, sociaal, groen en internationaal De sociaaldemocraten).

Bart Martens, biochemisch ingenieur en milieudeskundige, is Vlaams volksvertegenwoordiger en senator. Hij was jarenlang het gezicht van de Bond Beter Leefmilieu. ISBN 978-90-441-2444-6 17 x 24 cm, 280 blz. Verschenen

NUR 697 W € 26,90

S. Plasschaert

België in alle staten Vlaanderen en Wallonië in een Brusselse knoop? De Vlaamse verzuchting voor gelijkberechtiging van de eigen taal resulteerde in 1970 in een federale staatsstructuur. Deze structuur is steeds fragiel gebleven en op federaal vlak een doelmatige beleidsploeg vormen is geen sinecure. Dit congenitaal antagonisme wordt nog verhevigd door de opsplitsing van de nationale partijen. Toch blijft het Belgische staatsbestel taai standhouden, ondanks een ver doorgedreven overdracht van bevoegdheden naar de deelgebieden. De auteur betoogt dat deze paradox zijn verklaring vindt in de centrale rol en ligging van Brussel. Dit derde Gewest vormt steeds meer een Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 8

België in alle staten

Gewesten en de vraagstelling en de alternatieven inzake economisch, fiscaal en sociaal

België in alle staten

Vlaanderen en Wallonië in een Brusselse knoop ISBN 978-90-441-2465-1

knooppunt tussen de twee grote taalgemeenschappen, waarbij de herwaardering van het Nederlands opmerkelijk is. Bovendien zijn noch Vlaanderen noch Wallonië bereid ‘Brussel los te laten’. Vervolgens ontleedt de auteur de meest prangende probleemdossiers: confederalisme, het dispuut over de financiële transfers tussen de Gewesten en de alternatieven inzake economisch, fiscaal en sociaal federalisme. Tot slot schetst hij opmerkelijke beleidsorientaties, die aan een volwassener federaal samenleven kunnen bijdragen. Uit de Inhoud: Kwetsbare, maar onvermijdelijke anatomie van het Belgisch federalisme (Taalkundige gespletenheid in België - Federale constructies zijn uiteraard complex, maar nog meer in België - Tweeledig federalisme is kwetsbaar - Vorige communautaire breuklijnen - Brussel: Knel- en knooppunt) – Belangrijkste probleemdossiers (Economische divergenties en ‘Economisch federalisme’ - Confederalisme? - Intergewestelijke financiële transfers - Fiscaal federalisme - Sociaal federalisme) – Conclusies en beleidssuggesties.

Sylvain Plasschaert, econoom, is erehoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en de K.U.Leuven. Hij was ook lid van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de Hoge Raad van Financiën. ISBN 978 90 441 2465-1 16 x 24 cm, 152 blz. Verschijnt in mei

[email protected] [email protected]

NUR 754 W € 18,-

L. Bouckaert & J. Eynikel (Eds.)

G. Broekstra: The spirit-driven organization - Y. Shcherbinina & H. Alford: Beyond the spiritual: the common good model of CSR - G. De Vylder: Light from India. Europe’s search for Indian economic wisdom - S. G. Castagnoli: Spirituality as connectivity: a new business experience).

Imagine Europe Reflections on European Identity and Spirituality Luk Bouckaert & Jochanan Eynikel (Eds.)

Imagine Europe

Reflections on European Identity and Spirituality EUROPEAN

This Cahier gathers a selection of papers presented during the fourth annual European SPES conference The European Identity in Business and Social Ethics Leuven, 2007).

3

Luc Bouckaert, emeritus-hoogleraar ethiek aan de K.U.Leuven, is stichter-directeur van de SPES Academie in Leuven en stichter-voorzitter van het European SPES Forum. Jochanan Eynikel studeerde filosofie en journalistiek en is coördinator van de SPES Academie.

Luk Bouckaert & Jochanan Eynikel (Eds.)

Imagine Europe Reflections on European Identity and Spirituality

European SPES Cahiers

Spes-Cahiers, nr. 3 ISBN 978-90-441-2455-2 16 x 24 cm, ca. 120 blz. Verschijnt in april

All authors share the idea of Europe as a space of unity-in-diversity based on relations of reciprocity and raternity. They see it as Europe’s mission to enlarge ts post-war idea of peace and integration into a global action. As the construction of the European Union tarted in the sphere of economics, but was from the beginning more than economics, this Cahier calls for stronger sense of spiritual commitment and moral magination in Europe. It refers to a new generation of business leaders inspired by the paradigm of spiritentered entrepreneurship.

NUR 780 W ca. € 14,-

uk Bouckaert is emeritus professor of ethics at the Catholic University of Leuven (Belgium). He is foundr and director of the SPES Academy in Leuven and president of the European SPES Forum.

G. Walraven, R. de Brabander & D. Peters (Red.)

ochanan Eynikel is coordinator of the SPES Acadmy. He developed the project Imagine Europe which nvolves young people in the creation of a future viion on Europe.

uropean SPES Cahiers N°

ISBN 978-90-441-2455-2

Imagine Europe

For information on The European SPES Forum visit: www.eurospes.be www.spes-forum.be

Overbruggen en verheffen

3

Werken aan sociaal kapitaal in de stad Wereldwijd leeft inmiddels meer dan de helft van de mensen in steden, terwijl dit in 1900 maar rond de 10% was. Die snelle verstedelijking laat al iets zien van de historische dynamiek van de stad. In deze bundel gaat het om actuele (de economische, sociale, politieke, culturele en fysieke) aspecten van die dynamiek. Uiteenlopende thema’s, zoals de rol van bewoners bij herstructurering van wijken, schuldhulpverlening, combinaties van activering en zorg voor mensen in een uitkeringssituatie, talentontwikkeling van risicojongeren, lerende wijkcentra, burgerschapsvorming op de basisschool, taalontwikkeling van jonge kinderen, duurzaamheid en sociaal-maatschappelijk ondernemerschap, komen aan bod. Wat deze thema’s van de grote stad verbindt, is werken aan ‘sociaal kapitaal’. Sociaal kapitaal gaat over netwerken van mensen en normen die ze delen, om relaties van mensen die elkaar vertrouwen en helpen, om relaties met mensen uit andere sociaal-culturele groepen, waarin verschillen overbrugd worden.

Het eerste deel focust op verscheidene aspecten van de identiteit van Europa. De auteurs werpen hun licht op verschillende opvattingen over de Europese ziel die een toestand van samenhorigheid tussen Europese burgers tot stand kan doen komen: de idee van een burgerlijke economie, het personalisme, de verbeelding die verkend wordt tussen andere conceptuele ideeën. Het tweede deel laat zien hoe het spirituele ontwaken van Europa onverwacht gerealiseerd wordt in een nieuw geestesdenken, dat wordt gevonden in bedrijven en in milieu-ethiek.

Vooral dat overbruggen is van belang voor de sociale cohesie in een buurt en stad. De kwaliteiten die daarvoor nodig zijn, moet iedereen zich eigen maken. Kinderen en jongeren leren dat thuis en op school; volwassenen werken bijvoorbeeld verder aan hun sociaal kapitaal op hun werk en in hun vrije tijd. Een eeuw geleden werd daarover gesproken in termen van een beschavingsoffensief en verheffing. Inmiddels worden er aan burgers steeds meer eisen gesteld en spreken we van burgerschapsvorming.

Richard de Brabander

studeerde filosofie en algemene literatuurwetenschappen. Hij is lid van de kenniskring Dynamiek van de stad, docent aan de School of Social Work van Hogeschool INHolland en docent filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Dorothee Peters studeerde bestuurskunde, werkt als zelfstandig (beleids)onderzoeker en is lid van de kenniskring Dynamiek van de stad.

Overbruggen en verheffen Werken aan sociaal kapitaal in de stad

Deze bundel is bedoeld voor professionals in beleid en beroepspraktijk, voor studenten op hogescholen en universiteiten, en voor burgers geïnteresseerd in de stad.

ISBN: 978 90 441 2445 3

Deze publicatie bevat een selectie van bijdragen die werden voorgesteld tijdens de jaarlijkse Europese SPESconferentie The European Identity in Business and Social Ethics in Leuven.

Guido Walraven studeerde geschiedenis en internationale betrekkingen, heeft een eigen onderzoeken adviesbureau (vooral op het gebied van onderwijs en grote stedenproblematiek) en is lector Dynamiek van de stad aan de Hogeschool INHolland.

Overbruggen en verheffen

De derde publicatie van het Europese SPES-Forum gaat dieper in op de zoektocht naar een Europese identiteit door een proces van spiritueel ontwaken en hoe dit proces kan worden voortgedreven door het ontstaan van ‘zakenspiritualiteit’.

Guido Walraven Richard de Brabander Dorothee Peters (Red.)

dynamiekBflappen.indd 2

Uit de Inhoud: L. Bouckaert & J. Eynikel: Imagine Europe. The search for European identity and spirituality – The search for European identity (S. Zamagni: Europe and the idea of a civil economy - C. Hoevel: Rosmini’s socio-economic personalism and the soul of Europe - E. Korthals Altes: A new spirit of Europe - R. Riedel: Contemporary Europeans’ sense of belonging - J. Eynikel: Imagining Europe) – Spirituality in European business (L. Bouckaert: Doing business ethics in Europe -

20-02-2009 16:18:02

Leefde rond 1900 ongeveer één tiende van de wereldbevolking in de stad, dan is dat ondertussen uitgegroeid tot meer dan de helft. De stad heeft zich steeds sterker geprofileerd als een dynamische aantrekkingspool, met beloftes van vooruitgang, leven en werkgelegenheid. Dat kent ook een keerzijde. De stad is immers ook een plaats van anonimiteit, vervreemding en sociale isolering, waar persoonlijke en sociale problemen onmiskenbaar aanwezig zijn. Het verenigingsleven biedt een uitgelezen kans om hieraan het hoofd te bieden, maar cijfers tonen een sterke terugval.


Om sociale cohesie te stimuleren, is het van belang dat er gewerkt wordt aan wat Robert Putnam ‘sociaal kapitaal’ noemt. De term verwijst naar de netwerken van mensen en de normen die ze delen. Die zijn haast vanzelfsprekend aanwezig binnen de familie en tussen vrienden uit de eigen sociaal-culturele groep. Ze zijn echter heel wat problematischer als het aankomt op relaties met mensen uit andere sociaal-culturele groepen, terwijl precies daar netwerken en relaties de sociale cohesie in de buurt – en breder: de stad – bevorderen.

ISBN 978-90-441-2445-3 16 x 24 cm, 115 blz. Verschenen

J. Ceuleers, T. Debaillie & L. Luyten (Red.)

Leiden of lijden? Tien facetten van goed bestuur in organisaties met een maatschappelijke doelstelling

procura-reeks

Organisaties met een maatschappelijke doelstelling drijven vaak op het werk en de inzet van vrijwilligers. Ook voor hun bestuur. Hun engagement en inspanningen le veren meestal knappe resultaten op. Maar soms loopt het verkeerd en dreigt leiden om te slaan in lijden... Hoe kun je dit voorkomen? Dit handboek werkt stimulerend en preventief door tien facetten van goed bestuur te beschrijven, geïllustreerd met tal van voorbeelden en tips. Het is een praktische gids voor bestuurders en mensen van het management die werk willen maken van goed bestuur in de eigen organisatie.

Guido Walraven studeerde geschiedenis en internationale betrekkingen. Hij heeft een eigen onderzoeken adviesbureau (vooral op het gebied van onderwijs en grotestedenproblematiek) en is lector Dynamiek van de Stad aan de Hogeschool INHolland in Rotterdam. Richard de Brabander studeerde filosofie en algemene literatuurwetenschappen. Hij is lid van de Kenniskring Dynamiek van de Stad, docent aan de School of Social Work van Hogeschool INHolland en docent filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dorothee Peters, bestuurskundige,

10

procura-reeks

8

Procura vzw

Leiden of lijden Tien facetten van goed bestuur in organisaties met een maatschappelijke doelstelling

Procura-Reeks, nr. 8 Procura vzw, een dienstenorganisatie voor de non-profitsector, stelt zich tot doel organisaties bij te staan met praktische bruikbare informatie.

E. Haas: Talentvolle briljantjes. Werken aan identiteitsvorming in de buurt – A. Theunissen: ‘Je kan klanten maken en breken’. Aspecten van macht binnen de praktijk van de schuldhulpverlening – D. Peters: Naar een zinvolle dagbesteding. Aanzet tot methodiekontwikkeling activerende zorgtrajecten – D. Peters: Leerwerkplaats verkend. Analyse van het lerend wijkcentrum in Den Haag – J. de Bas: Burgerschapsvorming op een Rotterdamse basisschool. Brug bouwen tussen theorie en praktijk – H. Pot: Inhaalslag of preventie? Problematiek van taalachterstanden bij jonge absolute beginners – R. Emmerik: Van onbekendheid naar zekerheid. Fasering in de discussie over duurzaamheid – R. de Brabander: Sociaal-maatschappelijk ondernemen. Relaties versterken tussen sociaal, cultureel en economisch kapitaal – R. Bhagwanbali: Allochtoon ondernemerschap in Den Haag. Knelpunten in de dagelijkse praktijk van niet-westerse allochtone ondernemers.


Leiden of lijden

Deze uitgave is een initiatief van Hefboom vzw en Procura vzw. Hefboom vzw is een adviesbureau dat organisaties met een maatschappelijk doel ondersteunt met financiering en advies. Procura vzw houdt als kenniscentrum ten dienste van vzw’s — verenigingen zonder winstoogmerk, een vinger aan de pols. Beide organisaties bundelden hun ervaringen tot deze handige gids voor goed bestuur.

Uit de Inhoud:

NUR 758 W € 14,90

8

Bruggen leggen naar andere groepen vergt kwaliteiten die iedereen zich eigen moet maken. Kinderen en jongeren leren dat thuis en op school. Volwassenen werken onder andere aan hun sociaal kapitaal op hun werk en in hun vrije tijd. De auteurs bekijken deze dynamiek vanuit economische, sociale, politieke, culturele en fysieke hoek. Daarbij komen uiteenlopende thema’s aan bod, zoals de rol van bewoners bij de herstructurering van wijken, schuldhulpverlening, combinaties van activering en zorg voor mensen in een uitkeringssituatie, talentontwikkeling van risicojongeren, lerende wijkcentra, burgerschapsvorming op de basisschool, taalontwikkeling van jonge kinderen en duurzaamheid en sociaal-maatschappelijk ondernemerschap. Dit boek is bedoeld voor professionals in beleid- en beroepspraktijk, voor studenten op hogescholen en universiteiten, en voor burgers met interesse voor de stad.

werkt als zelfstandig (beleids)onderzoeker en is lid van de Kenniskring Dynamiek van de Stad.

Een praktijkgericht handboek

Organisaties met een maatschappelijke doelstelling drijven vaak op het werk en de inzet van vrijwilligers, ook wat betreft hun bestuur. Hun engagement en inspanningen leveren meestal knappe resultaten op, maar soms loopt het verkeerd en dreigt leiden om te slaan in lijden. Hoe kun je dit voorkomen? Dit boek wil een helpende hand aanreiken om stimulerend en preventief werken te bevorderen door tien basisfacetten van goed bestuur te beschrijven, begeleid door tal van voorbeelden en tips. Het is een handige en praktische gids voor bestuurders en mensen van het management die werk willen maken van goed bestuur in de eigen organisatie. Uit de Inhoud: Goed bestuur: geen holle leuze – In orde zijn met de wet – Je laten leiden door een duidelijke opdracht – Stevige financiële gezondheid – Goed evenwicht tussen sturen en besturen – Bewust omgaan met je externe stakeholders – Werken met competente en gemotiveerde bestuurders – Bestuurders die besturen als groep – Efficiënt vergaderen – Ongebonden en op gelijke voet beslissen – Je ethisch gedragen.

Jan Ceuleers is directeur van Senior Consultants Vlaanderen. Tine Debaillie en Lieve Luyten zijn verbonden aan Hefboom, een landelijk adviesbureau binnen de sociale economie, gevestigd in Brussel. Deze uitgave is een initiatief van Procura vzw, de vereniging ten dienste van vzw’s – vereniging zonder winstoogmerk. Procura-Reeks, nr. 8 ISBN 978-90-441-2429-3 16 x 24 cm, 101 blz. Verschenen

NUR 827 W € 12,-

K. Van Heuverswyn

Leven in de risicomaatschappij Deel 1: Negen basisvereisten voor doeltreffend risicomanagement 1 Leven in de risicomaatschappij Kathleen Van Heuverswyn

Omgaan met professionele, maatschappelijke of milieurisico’s is een complexe opdracht. Niet alleen wegens de inherente kenmerken van risico’s. De gebruikelijke manier van denken en werken deelt alles op in afzonderlijke disciplines en bevoegdheidsdomeinen en is zo verantwoordelijk voor extra complexiteit en onzekerheid. Risicomanagement is niet gebaat bij partiële oplossingen. Dit boek biedt een leidraad voor een globale, meer doeltreffende aanpak van risico’s, als een antwoord op de uitdagingen die uitgaan van risico’s en de maatschappelijke organisatie. In vijf stappen wordt vanuit verschillende disciplines een adequaat antwoord geformuleerd op deze uitdagingen: Wat schrijven risicomanagement- of zorgsystemen voor (internationale normen)? Hoe kunnen we op een verantwoordelijke manier omgaan met macht (strategisch management, wetgeving, aansprakelijkheid)? Hoe kunnen we risico’s aanpakken met kennis van zaken (de technologische benadering, systeemdenken, kennismanagement)? Hoe kunnen we tegelijk rekening houden met economische aspecten (o.m. kosten-baten en verzekeringen)? Welke sociale criteria spelen mee (psychologische en sociologische dimensie)? Het resultaat is een roadmap met vier strategische concepten die richting geven aan het herstellen van een overzicht over de hele problematiek van een bepaald risico, en vier operationele concepten die helpen om een evenwicht te vinden tussen alle relevante dimensies en aspecten. Een negende concept benadrukt het belang van de juiste mentaliteit en aangepaste structuren. Dit boek richt zich tot private en publieke risicomanagers, met bijzondere aandacht voor de specifieke vereisten met betrekking tot risicowetgeving. Het bevat illustraties uit drie risicodomeinen (welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s), die extrapoleerbaar zijn naar alle mogelijke andere risico’s.

Leven in de risicomaatschappij Deel 1

Negen basisvereisten voor doeltreffend risicomanagement

Kathleen Van Heuverswyn

Kathleen Van Heuverswyn, doctor in de rechten, is wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Antwerpen. Voordien werkte zij als juridisch adviseur risicomanagement in private en publieke organisaties, zowel in nationale als Europese context.

isbn 978-90-441-2477-4

Omgaan met professionele, maatschappelijke of milieurisico’s is een complexe opdracht. Niet alleen wegens de inherente kenmerken van risico’s. De gebruikelijke manier van denken en werken deelt alles op in afzonderlijke disciplines en bevoegdheidsdomeinen en is zo verantwoordelijk voor extra complexiteit en onzekerheid. Risicomanagement is niet gebaat bij partiële oplossingen. Dit boek biedt een leidraad voor een globale, meer doeltreffende aanpak van risico’s, als een antwoord op de uitdagingen die uitgaan van risico’s en de maatschappelijke organisatie. In vijf stappen wordt vanuit verschillende disciplines een adequaat antwoord geformuleerd op deze uitdagingen: Wat schrijven risicomanagement- of zorgsystemen voor (internationale normen)? Hoe kunnen we op een verantwoordelijke manier omgaan met macht (strategisch management, wetgeving, aansprakelijkheid)? Hoe kunnen we risico’s aanpakken met kennis van zaken (de

technologische benadering, systeemdenken, kennismanagement)? Hoe kunnen we tegelijk rekening houden met economische aspecten (o.m. kosten-baten en verzekeringen)? Welke sociale criteria spelen mee (psychologische en sociologische dimensie)? Het resultaat is een roadmap met vier strategische concepten die richting geven aan het herstellen van een overzicht over de hele problematiek van een bepaald risico, en vier operationele concepten die helpen om een evenwicht te vinden tussen alle relevante dimensies en aspecten. Een negende concept benadrukt het belang van de juiste mentaliteit en aangepaste structuren. Dit boek richt zich tot private en publieke risicomanagers, met bijzondere aandacht voor de specifieke vereisten met betrekking tot risicowetgeving. Het bevat illustraties uit drie risicodomeinen (welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s), die extrapoleerbaar zijn naar alle mogelijke andere risico’s. Uit de Inhoud: Behoefte aan een holistische visie op risico’s (Toelichting bij onderzoeksopzet - Stand van zaken en behoefte aan nieuwe benadering - Efficiënt omgaan met risico’s: transdisciplinariteit vanuit systeemdenken) – Identificatie van de fundamentele metaconcepten voor doeltreffend risicomanagement (Doeltreffend risicomanagement: dynamisch systeemdenken en procesbenadering - Horizontale aspecten voor een verantwoordelijke uitoefening van bevoegdheden met kennis van zaken - Horizontale aspecten voor het vinden van een evenwicht op basis van sociaaleconomische criteria - Hoe risico’s doeltreffend aanpakken in een context van onzekerheid en complexiteit ten gevolge van fragmentatie?)

Kathleen Van Heuverswyn, doctor in de rechten, is wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Antwerpen. Voordien werkte zij als juridisch adviseur risicomanagement in private en publieke organisaties, zowel in nationale als Europese context. ISBN 978-90-441-2477-4 16 x 24 cm, ca. 200 blz. Verschijnt in juni

NUR 801/820 W ca. € 30,-

Bestellen ? Bel, mail, fax, schrijf Bestelbon op blz. 54


11

K. Van Heuverswyn

Uit de Inhoud:

Leven in de risicomaatschappij Deel 2: Kritische analyse van de Belgische wetgeving: welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s 2


Leven in de risicomaatschappij Kathleen Van Heuverswyn

Het stijgende aantal professionele, maatschappelijke en milieurisico’s, hun maatschappelijke impact en de toenemende onzekerheid over de mogelijke effecten van nieuwe en gekende risico’s hebben de afgelopen decennia gezorgd voor een gestage toename van de wetgeving. In dit boek wordt de huidige regelgeving inzake welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s kritisch geanalyseerd. De centrale vraag is in welke mate de huidige wettelijke verplichtingen een adequaat kader aanreiken om risico’s doeltreffend aan te pakken. Zowel het operationeel beleid, zoals het door de wetgeving wordt opgelegd, als het wetgevingsbeleid van de overheid zelf, vormen het voorwerp van de analyse. De toetsing gebeurt aan de hand van een roadmap, die een leidraad omvat met negen essentiële vereisten waaraan risicomanagement dient te voldoen om doeltreffend te zijn. Uit de vergelijking van het operationeel en het wetgevingsbeleid per risicodomein en de onderlinge vergelijking van de drie risicodomeinen, komen ondubbelzinnig de goede en zwakke kanten van de huidige benadering naar voor. Het analytisch kader (de roadmap) en de conclusies uit de vergelijking bieden samen een methodologische leidraad en concrete aandachtspunten (zowel voor private als voor publieke risicomanagers) die substantiële verbeteringen mogelijk maken om de impact van risico’s juister in te schatten en beter onderbouwde beslissingen te nemen om die impact drastisch te beperken.


Welzijn op het werk (Beschrijving - Toetsing van de roadmap op welzijn op het werk) – Civiele veiligheid (Beschrijving - Toetsing van de roadmap op civiele veiligheid) – Sevesorisico’s (Beschrijving - Toetsing van de roadmap op Sevesorisico’s) – Vergelijkende analyse van de drie risicodomeinen.


Kritische analyse van de Belgische wetgeving: welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s

NUR 801/820 W ca. € 45,-


K. Van Heuverswyn

Leven in de risicomaatschappij

isbn 978-90-441-2478-1

Deel 3: Aanbevelingen voor doeltreffend risicoreguleringsmanagement Het stijgende aantal professionele, maatschappelijke en milieurisico’s, hun maatschappelijke impact en de toenemende onzekerheid over de mogelijke effecten van nieuwe en gekende risico’s hebben de afgelopen decennia gezorgd voor een gestage toename van de wetgeving.

3

In dit boek wordt de huidige regelgeving inzake welzijn op het werk, civiele veiligheid en Sevesorisico’s kritisch geanalyseerd. De centrale vraag is in welke mate de huidige wettelijke verplichtingen een adequaat kader aanreiken om risico’s doeltreffend aan te pakken. Zowel het operationeel beleid, zoals het door de wetgeving wordt opgelegd, als het wetgevingsbeleid van de overheid zelf, vormen het voorwerp van de analyse.


De toetsing gebeurt aan de hand van een roadmap, die een leidraad omvat met negen essentiële vereisten waaraan risicomanagement dient te voldoen om doeltreffend te zijn. Uit de vergelijking van het operationeel en het wetgevingsbeleid per risicodomein en de onderlinge vergelijking van de drie risicodomeinen, komen ondubbelzinnig de goede en zwakke kanten van de huidige benadering naar voor.

Leven in de risicomaatschappij Kathleen Van Heuverswyn

Reguleringsmanagement omvat een geheel van maatregelen die een betere wetgeving beogen, voornamelijk door de introductie van principes van integrale kwaliteitszorg in het wetgevingsbeleid. De consequente invoering daarvan verloopt niet zonder moeilijkheden, wegens diverse hardnekkige obstakels die structureel in het huidige wetgevingsproces verankerd zitten. De auteur toont het nut van reguleringsmanagement aan en formuleert aanbevelingen om de bestaande obstakels te overstijgen en een optimale implementatie van reguleringsmanagement mogelijk te maken. Bij het tot stand komen van wetgeving bij professionele, maatschappelijke en milieurisico’s, blijken een aantal nukkige knelpunten te blijven bestaan: het gebrek aan visie, aan samenwerking, aan ex-ante- en ex-post-impactanalyses en aan objectieve criteria die het beleid onderbouwen. Dit boek reikt mogelijke oplossingen aan vanuit good practices. Stap voor stap wordt een geheel van aandachtspunten uitgewerkt, die de vereisten van doeltreffend risicomanagement door de overheid, de fundamentele beginselen van de rechtsstaat en de principes van integrale kwaliteitszorg integreren onder de noemer ‘risicoreguleringsmanagement’. Deze aanbevelingen zijn niet alleen voor beleidsmakers bestemd, ze kunnen ook privé-risicomanagers inspireren bij het uitstippelen van een risicobeleid en onderbouwde keuzes met betrekking tot risicobeheersingsmaatregelen binnen hun organisatie. Ze gaan mutatis mutandis ook op voor elk beleidsthema.


Aanbevelingen voor doeltreffend risicoreguleringsmanagement


isbn 978-90-441-2479-8

Het analytisch kader (de roadmap) en de conclusies uit de vergelijking bieden samen een methodologische leidraad en concrete aandachtspunten (zowel voor private als voor publieke risicomanagers) die substantiële verbeteringen mogelijk maken om de impact van risico’s juister in te schatten en beter onderbouwde beslissingen te nemen om die impact drastisch te beperken. Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 12

Reguleringsmanagement omvat een geheel van maatregelen die een betere wetgeving beogen, voornamelijk door de introductie van principes van integrale kwaliteitszorg in het wetgevingsbeleid. De consequente invoering daarvan verloopt niet zonder moeilijkheden, wegens diverse hardnekkige obstakels die structureel in het huidige wetgevingsproces verankerd zitten. De auteur toont het nut van reguleringsmanagement aan en formuleert aanbevelingen om de bestaande obstakels te overstijgen en een optimale implementatie van reguleringsmanagement mogelijk te maken.

Deze aanbevelingen zijn niet alleen voor beleidsmakers bestemd, ze kunnen ook privé-risicomanagers inspireren bij het uitstippelen van een risicobeleid en onderbouwde keuzes met betrekking tot risicobeheersingsmaatregelen binnen hun organisatie. Ze gaan mutatis mutandis ook op voor elk beleidsthema.

Prikkelend nadenken over Sociaal werk Guido Cuyvers, Jan Brodala, Aleidis Deville en Gie Van den Eeckhaut (Red.)

Guido Cuyvers (Red.)

CuyObor iniamcore exer iustrud exerci euis dolessi ea accumsa ndignit prate dolum venis ad eu faccum eu feuip essecte dignis elisse dolesse quiscin eliquam, veniat alit vulla faciduis adio od dolobortinit ulputat ad ting ero consent prat lut nullandrem veliquam dolor sit lore consendiam vent aliquam consecte modionsenisl in exerilis eraesequat ex elis alit aliquatue conullute dolesed tatisci llutpatet lamet ad delisim at. Minim vent lore dolor suscidunt augait velit prat nonullan venismodio core mincipit nim irit, si et, quipis nullutat.Ad erit velis ad magnibh et ver iniat acillaore modiamet am nonsed erosto dolutem vulputpat, quat vullan ent estrud modit lore consect etumsan ex el ex er sis alit lortion sequatem ipis eugiamc onullan utpat praestrud magna consectem zzrit prat iril enis augue do consenit ipisim amcore enibh eugue vel iusto commy niam, quat, secte dipsusci blan ex eugait ullametumsan henim quis aut eu feui tis augait lamet, quismodolor augue dignit ulla faccum venim quipisi. Faci te minismodio cortionsent num vendreet, sum ilit accum zzrilit am et dolut lor augue faccum quam, sit in henit augue commy num del ullum delesed delenim voloborer suscipit nim illa conse ming eros numsand iametummy niamet, con elese modoluptat ip eummodigna aliquatumsan endit adio dit irit illa aliquatet lortionsed exeriuscip elent velismod exerosto diat veniatio od eum il irilisl ut voloborting ese faccums andipit ex et lortincipit etumsan ent laore magniam nullam dolorperaese dolore vullam, sed tet praesto d

Prikkelend nadenken over Sociaal werk

Bij het tot stand komen van wetgeving bij professionele, maatschappelijke en milieurisico’s, blijken een aantal nukkige knelpunten te blijven bestaan: het gebrek aan visie, aan samenwerking, aan ex-ante- en ex-postimpactanalyses en aan objectieve criteria die het beleid onderbouwen. Dit boek reikt mogelijke oplossingen aan vanuit good practices. Stap voor stap wordt een geheel van aandachtspunten uitgewerkt, die de vereisten van doeltreffend risicomanagement door de overheid, de fundamentele beginselen van de rechtsstaat en de principes van integrale kwaliteitszorg integreren onder de noemer ‘risicoreguleringsmanagement’.

ISBN: 978 90 441 2446 0

Uit de Inhoud: Ontbreken van een managementgebaseerde aanpak – Gebrek aan een overkoepelende visie en samenwerking – Ontbreken van een risicoreguleringsproces – Toepassing van (risico) reguleringsmanagement.


NUR 801/820 W ca. € 20,-

G. Cuyvers, J. Brodala, A. Deville G. Van den Eeckhaut (Red.)

Met een dubbele lus Denken over Sociaal Werk

Werk, evidence based practice, de ziel van de stiel, actief burgerschap, vraaggericht werken, bindkracht en sociale leerprocessen zijn slechts enkele van de thema’s die aan bod komen. De auteurs en de redactie nemen doordachte en uitdagende standpunten in maar laten het laatste woord aan de lezer. Een waardevolle inspiratiebron voor professionals, beleidsmakers en studenten die buiten de dagelijkse lijntjes willen en durven denken en kleuren.

Uit de Inhoud: Onderzoek en theorievorming in het sociaal werk – Contract en contact – Sociaal werk op het snijpunt tussen persoon en samenleving – Volwaardig burgerschapsidee en sociaal werk – Levenslang leren.

Jan Brodala, Aleidis Deville en Gie Van den Eeckhaut doceren aan het Departement Sociaal Werk van de Katholieke Hogeschool Kempen in Geel. Guido Cuyvers is er departementshoofd. ISBN 978-90-441-2446-0 16 x 24 cm, ca. 175 blz. Verschijnt in juni

NUR 753 W ca. € 20,-

Elk vak heeft zijn eigen trends, zijn eigenheden, zijn onwrikbare principes. Dat is in de sector van het Sociaal Werk niet anders. Maar zijn die trends en principes wel juist of betrouwbaar? Werken ze optimaal? Blijven ze upto-date in een steeds weer veranderende maatschappij? Dit boek legt deze en andere vragen voor aan sociaal werkers en anderen, om hen te prikkelen tot nadenken en doordenken. Docenten, praktijkwerkers en academici maken in dit boek kanttekeningen bij trends in het Sociaal Werk en verruimen inzichten en perspectieven op professioneel handelen. Het biedt naast blikopeners ook concrete handvatten. De rode draad van de bijdragen is de kracht van verbinding. Theorievorming in het Sociaal

www.garant-uitgevers.nl www.garant-uitgevers.be www.garant-uitgevers.eu


13

J. Godderis

Galênós van Pérgamon: Ars medica Nederlandse vertaling van Galênós’ Ars medica met annotaties en een introductorische commentaar

ge 1

C

gewoon hoogleraar aan de Faculteit der Geneeskunde van de K.U.Leuven. Hij doceert hiatrie, geschiedenis van de geneeskunde en cultuurgeschiedenis van de seksualiteit. Van nder meer: Gerontopsychiatrie (1985), Galenos van Pergamon over psychische stoornissen eneeskunde over lichaamskwalen en psychische stoornissen van de oude dag (1989), eschiedenis van de begripsontwikkeling in de psychiatrie en de geneeskunde (1990), ische psychiatrie (cs., 1992), De beste arts zij ook een filosoof? Plato's opvattingen over 1997), Naar de sterren kijken. Plato - De menselijke dwaasheid en haar medicijn (1997), andere mensen waard”. Inleiding tot de antieke geneeskunde (1999), Kan men een hemel als drek? Historische, psychiatrische en fenomenologisch-antropologische beschouwingen melancholie (2000), Bestaan dingen alleen als men ze ziet? Historische, fenomenologischmetapsychologische reflecties inzake de waarneming, de verbeelding en het hallucineren errukking neemt geen end. Cultuurhistorische reflecties over drugs, roes, verbeelding 04), Eed van Hippokrátês. Historische beschouwingen inzake de opdracht en de het medisch handelen (2005), De Hippocratische geneeskunde in al haar staten. Reflecties en ziekte onder 't zachte fluisteren van de plataan (2005), “Weer siddert in mij de liefde oopt”. Sapphô van Lésbos blijft brandend (2006), Immanuel Kant over de ziekten van h über die Krankheiten des Kopfes”. Nederlandse vertaling met annotaties en commentaar kranste Aphrodítê die van Cyprus liefdes toverscepter zwaait”. Seksualiteit en erotiek las (2007) en “Galênos van Pérgamon over de vergissingen en de passies van de ziel”

Galênós van Pérgamon Ars medica

een van de belangrijkste werken die Galênós uit zijn schrijfhout heeft laten komen. Dit leeftijd tot stand gekomen, vermoedelijk na 193, en verschaft een opsomming van de lementen uit zijn ziekteleer. Het heeft, gezien de talrijke verwijzingen naar andere iften, zowel het karakter van een “introductie” (eisagôgê) tot zijn volumineus oeuvre als inhoud (súnopsis) van zijn talrijke bevindingen inzake de humane pathologie. De Ars medische studenten gebruikt vanaf de vierde eeuw en maakte in de twaalfde eeuw deel a, het complex samenraapsel van medische teksten die in de Middeleeuwen en Renaissance s hebben gevormd van het universitair medisch curriculum.

Y

CM

MY

CY CMY

Het belang van de Ars medica kan dus niet overschat worden. Met deze geannoteerde vertaling krijgt de lezer een uitgelezen kans om zelf de rijkdom, de waarde en de relevantie ervan te ontdekken.

K

Uit de Inhoud: Galênós van Pérgamon: observatie, rationele theorievorming en belang van een goed bedachte proef en een juiste redenering – Introductorische commentaar op het Galenisch traktaat Ars medica – Galenus, Ars medica – Nederlandse vertaling en annotaties – Tabellarisch overzicht van Galênós’ levensloop.

Jan Godder is

Jan Godder is

een geannoteerde en becommentarieerde Nederlandse vertaling gepresenteerd van het ca (Téchnê iatrikê) van Galênós van Pérgamon (129-216 n. Chr.). Weinig artsen hebben nde invloed gehad als deze beroemde Hellenistische arts. Zijn gedachtegoed heeft vanaf hr. de geneeskunde in de Byzantijnse wereld overheerst. Het heeft insgelijks, middels gen van zijn traktaten, op de wereld van de Islam, en vanaf de twaalfde tot de zeventiende de West-Europese geneeskunde een persoonlijke en zelfs zeer nadrukkelijke stempel e volgelingen hebben, vermits ze bij herhaling alleen maar Galênós’ conclusies hebben et door hem voorgelegd empirisch bewijsmateriaal en de hierbij gehanteerde procedures ben gelaten, (wellicht ongewild) een bijdrage geleverd tot het totstandkomen van een als “dogmatisch en autoritair theoreticus”, die een verlammende rem op de ontwikkeling enken zou hebben gezet tot aan het begin van de Renaissance. Recent hebben tal van sinds het herontdekken van heel wat van zijn werken in Arabische vertaling, een bijdrage volstrekt legitieme) rehabilitatie als arts, filosoof, grammaticus én ethicus.

M

tot de Articella, een complexe verzameling van medische teksten die in de middeleeuwen en tijdens de renaissance de eigenlijke basis hebben gevormd van het universitaire medische curriculum.

G

Jan Godderis is gewoon hoogleraar aan de Faculteit der Geneeskunde van de K.U.Leuven. Hij doceert er de vakken psychiatrie, geschiedenis van de geneeskunde en cultuurgeschiedenis van de seksualiteit.

Galênós van Pérgamon: Ars medica

ISBN 978-90-441-2447-7 NUR 683 & 617 W 16 x 24 cm, ca. 275 blz., geïllustreerd, gebonden ca. € 35,Verschijnt in juni

Nederlandse vertaling van Galènôs’ Iatikê téchnê met annotaties en een introductorische commentaar ISBN 978-90-441-2447-7

9 789044 124477

A. Coussens & M. Lauwers (Red.)

Methodisch werken in de gezondheidszorg

dhEquam dignibh eliquip eriliquis augait wisit nit wisi. Agna cor secte vel ipsusto odolor irit ilit nonsequis am iustrud tionsequis digna atet inibh eugue magna conullam doloboreet, vel eugait adipisit laore tatuero odit adit lobore euis ea core mod estrud tat nonse digna faccum euipit dit vent lore min ent praesse ndiamet eugait wiscipit laor at vulla augait luptat nullandre magnis esse dipsustie voluptat lum accum vullaor tionsecte diat, quat. Ut velismodolor ad minim in vullum vercing euisl inci tating ex exer sed ea faccum volore et velit nulla feugiat. Em dolestis nonsequisl ex euipsum enismod min velese essequis accum dolor sim dolorer alit lum iliquametue dolorper secte minismo lorperci tat. Dui tem del ea conullandip eugait ero diat init aliquatuer iusto eugue consed elis ea feumsandio et utem volorer sim verit nibh ex eugait doloreet ing ex exerciduis dolestrud tie dolum nos nulputat. Adigna feu facip ero etue tet nostrud tio odipit, si bla consenim irit utpat. Idunt praesto odoloreet, veniat. Ud dunt la feuisi. Xer iril ute facipsusto odolore rciliscidunt velis el duisit vel ipsusci llaore duisit nonsequisse et vero doloreet ipsumsandit aciliquipit, conummo lortis endipit, qui erostis am augiat acilisis dolore vent utain ercilit ad eu faccums andignis dipit utpat doldio odo enit

Die beeldvorming is fout. Tal van wetenschappers hebben zich, sinds de herontdekking van Arabische vertalingen van zijn werk, ingezet voor zijn rehabilitatie als arts, filosoof, grammaticus én ethicus. Dit boek past binnen deze context. Het biedt een geannoteerde en becommentarieerde Nederlandse vertaling van Galênós’ traktaat Ars medica (Téchnê iatrikê), één van zijn belangrijkste en meest relevante werken. Verschenen in 193, bevat het een rijke opsomming van de essentieelste elementen uit zijn ziekteleer. De tekst kan gelezen worden als een introductie tot zijn volumineuze oeuvre, maar tevens als een beknopte inhoud van zijn talrijke bevindingen in verband met de humane pathologie. Studenten geneeskunde maakten vanaf de vierde eeuw veelvuldig gebruik van deze Ars medica. Vanaf de twaalfde eeuw behoorde ze ISBN 978 90 441 2448 4


Methodisch werken in de gezondheidszorg Annemie Coussens

Weinig artsen hebben de geschiedenis door een zó verstrekkende invloed gehad als de beroemde Hellenistische arts Galênós van Pérgamon (129-216). Zijn gedachtegoed stond vanaf het jaar 300 niet enkel centraal in de geneeskunde van de Byzantijnse wereld, het vond via vertalingen zijn weg naar de islamitische wereld en drukte vanaf de middeleeuwen een persoonlijke en zelfs zeer nadrukkelijke stempel op de West-Europese geneeskunde. Omdat zijn volgelingen voornamelijk Galênós’ conclusies doorgaven en het empirische bewijsmateriaal en zijn onderzoeksmethodes vaak achterwege lieten, ontstond het beeld van Galênós als een dogmatisch en autoritair theoreticus, die tot aan het begin van de renaissance een verlammende invloed uitoefende op de ontwikkeling van het medische denken.

Methodisch werken in de gezondheidszorg

Annemie Coussens [Red.] Sabine De Bruyne Veerle De Frène Johanna Descamps Patrick Haegeman Marleen Lauwers Bianka Vandaele

Werken in de gezondheidszorg is een boeiende en uitdagende job. Vanuit het toenemende belang dat gehecht wordt aan kwaliteitszorg en de steeds complexere hulpverleningsvragen en -contexten, heeft de maatschappij behoefte aan competente zorgverleners die op een

verantwoorde manier zorg verlenen. Methodisch werken is één van de belangrijke beroepsgerichte competenties die elke gezondheidswerker moet verwerven.

ISBN 978-90-441-2448-4 16 x 24 cm, ca. 160 blz., geïllustreerd Verschijnt in juni

NUR 870 S ca. € 16,90

Andre Vyt

Exploring quality assurance in interprofessional education in health and social care Andre Vyt

Het hoofddoel van dit boek is het in kaart brengen van wat interdisciplinair methodisch werken in de gezondheidszorg inhoudt. Vanuit diverse bronnen en inzichten wordt een gemeenschappelijke structuur aangereikt en wordt de brede waaier van gehanteerde begrippen op elkaar afgestemd. Methodisch werken is doelgericht en kenmerkt zich door een bewust gekozen systematische en procesmatige aanpak in functie van de concrete zorgsituatie. De zorgverstrekker gaat hierbij planmatig en cyclisch te werk, en doorloopt de verschillende fasen van het procesmodel. Dit dynamische model wordt uitgebreid toegelicht en geïllustreerd met talrijke casussen. De auteurs beschrijven hun visie op zorg. De klemtoon ligt op het klantgericht werken vanuit een holistische mensvisie, waarbij voortdurend rekening wordt gehouden met de context van de zorgvrager. De randvoorwaarden zijn eveneens belangrijk: kwaliteitszorg, evidence-based werken, professionalisering en interdisciplinair samenT werken. Dit alles kan niet zonder essentiële competenties die het methodisch werken onderbouwen, zoals observeren, rapporteren, communiceren, wetenschappelijk en klinisch redeneren.

gericht Onderwijs Gezondheidszorg methodisch werken, waarvan Marleen Lauwers voorzitter is.

his book wishes to contribute to the development of

deployed, and in institutions where IPE is present but where it is not underpinned by mechanisms of quality assurance (QA). It has been produced within a project of EIPEN, the European Interprofessional Education Network, with financial support from the European Erasmus Lifelong Learning programme. The author depicts relevant policy issues and QA mechanisms, but also existing initiatives, tools and resources. He points out possible pitfalls and informs the reader about directions to be taken for effective quality assurance in IPE.

Andre Vyt is lecturer at Arteveldehogeschool University College, and

Het boek is in eerste instantie bestemd voor studenten uit alle opleidingen in de gezondheidszorg. Het is ook een interessant naslagwerk voor zorgverstrekkers die actief zijn in het werkveld. Daarnaast is het een blijvend ankerpunt in de context van interdisciplinair samenwerken.

teaches also in the Faculty of Medicine and Health Sciences at Ghent University (Belgium). Since several years he coordinates a learning trajectory on interprofessional collaboration in health care, with staff members from different institutions. The author also has built up expertise in quality management in education and health care.

Uit de Inhoud: Methodisch werken (Situering - Kenmerken) – Proces van het methodisch werken (Fase 1: Verhelderen van de zorgvraag - Fase 2: Onderzoek, analyse van gegevens en diagnose - Fase 3: Opstellen van het zorgplan - Fase 4: Uitvoeren van interventies - Fase 5: Evaluatie) – Visie op zorg (Holistische benadering - Cliëntgerichte zorg - Empowerment Inclusie - Contextueel gerichte zorg - Defectmodel) – Randvoorwaarden ( Kwaliteitszorg - Interdisciplinair samenwerken - Evidence based werken Professionaliseren) – Competenties (Communiceren - Observeren - Rapporteren - Wetenschappelijk redeneren - Klinisch redeneren) – Casussen.

De auteurs zijn verbonden aan diverse bacheloropleidingen van de Arteveldehogeschool in Gent. Annemie Coussens is orthopedagoog (Opleiding Logopedie en Audiologie). Sabine De Bruyne is kinesitherapeut en podoloog (Opleiding Podologie). Veerle De Frène is vroedvrouw (Opleiding Vroedkunde). Johanna Descamps is ergotherapeut (Opleiding Ergotherapie). Patrick Haegeman is verpleegkundige (Opleiding Verpleegkunde). Marleen Lauwers is arts (Opleiding Vroedkunde). Bianka Vandaele is logopedist en audioloog (Opleiding Logopedie en Artevelde-Werkgroep Audiologie). Daarnaast zijn zij ook allen lid van de Artevelde-Werkgroep CompoG – Competentie-

Exploring quality assurance for interprofessional education in health and social care

Interprofessional Education (IPE) in health and social care

programmes in higher education institutions where IPE is not yet

Exploring quality assurance for interprofessional education in health and social care Andre Vyt

Kwaliteitsonderwijs is een van de bouwstenen van onze maatschappij. Dat is niet enkel zo in het basis- en het secundair onderwijs. Ook in het tertiair onderwijs is het noodzakelijk dat normen, criteria en methodes ingebouwd worden om die kwaliteit te garanderen. Maar hoe doet men dat? Wat zijn die criteria, hoe zet men ze in, en hoe kan men zich ervan vergewissen dat ze zullen werken? Dit boek wil een antwoord geven op deze vragen, in het bijzonder met betrekking tot opleidingen die gericht zijn op de gezondheids- en de sociale zorg. In het kader van IPE – Interprofessional Education biedt de auteur een omvattend overzicht aan van relevante beleidsrichtlijnen en mechanismen die kwaliteit kunnen stimuleren en garanderen. Tegelijk worden ook bestaande initiatieven, instrumenten en bronnen belicht, en waar dat nodig is, wordt gewezen op de mogelijke valkuilen. Het boek maakt deel uit van een project ‘Levenslang leren’ van EIPEN – European Interprofessional Education Network. EIPEN beoogt de ontwikkeling en ondersteuning van een netwerk in de EU, en de ontplooiing van effectieve interprofessionele beroepsopleidingcurricula, methoden en materialen ter verbetering van de samenwerkingspraktijken en multi-inzetbaarheid in gezondheidszorg en de sociale verzorging. Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 15

Uit de Inhoud:

Else De Donder

Loreet iliquis cincin hendit dio odit la feu facil utpatio eu faccum dit vendre dolor suscil dip exeratue molor alit autpat. Nullummodo digna feuissit la feugiamet vendignit il dolore facipisit am volumsan henim nonulla conse commy nonsequis nis nim venim zzriustisis dit luptat alit nostrud eros alit in ulluptate ming er iriuscinibh er aliquatum quamconullan ea feuguer iustrud el euisi. Ure molor sequamcoreet utpat praesequam nulla feugait, veliquipsum quisit veliqui enim ex ea commy nummy nibh erciliquisi. Accummy nis nos exeriusci tie dolutat nim et ulla faccums andipis et la faci ea aciliqui ese volorem ipis alis adiat lum illan ute modionsenisi bla commy nostie min velisi tio conum iril utat. Ut et nulla feummy nim nissed magna feu feu feuguer aesequisi tio conulpute moluptat dolobor iustrud dipsusc iliquam iurerostie magna conse molorpero euIpsum diam dolor secte ver iurem non er iure consequam vullan euis alit, conullaore dolor augue consequat. Onsequi blandip suscip elisl irit ate molorer iuscinim in veraessendre vel dipis dunt la feugait iurem aut volore molobore commy nulla alis at do dunt luptat. Venim am, se consequisi. Im augait alit iurem ipsum zzrit nonullut ut nim nullan ullaoreet, veraessequam zzriure dignibh eraessi ting et, qui blam, consectet nostrud te con ulpute facipisi blan utat, sum volore feumsan ulla adip enit nim zzriure elit, quat nostion vel dunt iriusci ncillam ipit iustrud min euis at, quisis augait alismolortie euguero erciduisl ea aciliquisi. Tio odio odigna feu feuis augait nosto commod magna adiat wisl ea conum qui eui eugiat, quis exerci tetum in essi. Gait exeros dolor ad diat ulput lorpero od te dolor inci te dolore magna faciduipsum doluptate te dolumsandre volorperat dolore vullutet ulputpat, commodolore tetum ipis alisis am nibh eniam, quisl doluptat. Lore mod ero od et alit eugue min vel dip et lobore min eugiamet adit ullandigna ad tat enim vel do conseni atinci tatie tatumsandre modiat lore min henim ipit velit prat utem volut velendi atetum vel eum quat acipsum sandio eugiat. Alit niametuer sum accumsandit prat laor aliquate venibh et praesequat prat

Illegale drugs

Growth and essence of interprofessional education (Growth of IPE - Need for synergy between education and society - Essence of IPE - Recent developments and initiatives - IPE in the United Kingdom) – European directions for quality assurance (Reform through the Bologna process - Structures of study programmes Credits and learning outcomes in a diploma supplement - European Qualifications Framework - Lifelong learning and support to access higher education - European standards and guidelines for quality assurance Accreditation - Implications for interprofessional education) – Elements of good practice for quality assurance in IPE (Total and sustainable quality management - Specific elements for quality assurance in IPE - Elements and mechanisms in a quality assurance system - Quickscan survey on quality assurance in IPE - Example: Leicester model of IPE) – Assuring interprofessional competences (Conceptualization of competences - Analyzing competences - Using competences in an IP course) – Publications and additional resources – Joint initiatives – Networks – Communiqués and Bologna process documents.

Cijfers in perspectief – 1997-2007

Illegale drugs

isbn 978 90 441 2449 1

Else De Donder

VAD vzw wordt geﬁnancierd door de Vlaamse overheid.

Andre Vyt is gedrags- en onderwijsdeskundige in de programma’s van de gezondheidszorg- en rehabilitatiestudies van de Arteveldehogeschool en aan de Faculteit van Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent. Hij is ook directeur van PROSE, een expertisenetwerk in kwaliteitsmanagement in de sectoren van Onderwijs & Training en Gezondheid en Sociale Zorg, gevestigd in Gent. ISBN 978-90-441-2462-0 17 x 24 cm, 121 blz. Verschenen

NUR 840 W € 16,90

E. De Donder (Red.)

Illegale drugs

Uit de Inhoud: Trends in het gebruik van illegale drugs in Vlaanderen 1997-2007 (Wat je moet weten over het gebruik van illegale drugs - Cannabis - Cocaïne - Opiaten: heroïne, methadon – XTC en amfetamines - Andere middelen: GHB, ketamine, tripmiddelen en vluchtige snuifmiddelen - Hulpverlening - Profiel van cliënten in behandeling) – Feiten achter de cijfers (Recreatief druggebruik in het uitgaansleven - Effectiviteit van harm reduction interventies voor druggebruikers Hoe schadelijk is cannabis? - Samenwerking tussen drughulpverlening en justitie).

Deze uitgave is een initiatief van de VAD – Vereniging ter bestrijding van Alcohol en andere Drugs in Brussel. Else De Donder is er onderzoekster. ISBN 978-90-441-2449-1 16 x 24 cm, ca. 280 blz. Verschijnt in juni

Cijfers in perspectief – 1997-2007 De beschikbare cijfers over illegale drugs geven een grondig inzicht in het gebruik van illegale middelen vandaag en in opmerkelijke evoluties (periode 1997-2007). Naast cijfers zijn in deze publicatie vier bijdragen van deskundigen opgenomen die ieder een trend in het illegale druggebruik van de laatste tien jaar beschrijven. De volgende thema’s staan daarbij centraal: de samenwerking tussen drughulpverlening en justitie, de schadelijkheid van cannabis, de harm reduction en de risico’s van druggebruik, en het recreatieve druggebruik in het uitgaansleven. Dit boek is een efficiënte informatiebron voor iedereen met belangstelling voor het druggebruik in de maatschappij.


Informatie over Maklu? www.maklu.be www.maklu.nl www.maklu.eu

NUR 751 W ca. € 30,-

A. Bogaerts, L. Geerdens & F. Gooris

Vroedkunde Normale baring en kraambed

atum iureetue feuisis autatetuer sim ad deliquisit wis num

atet ipit aci blandrem digna feum dolobor alit lam, commod

g ese vulput ad tem nulluptatue tatum eugait, commoluptat

it aliquisi tinis etue mincipsusci ex ea feuguercil iriliquisi.

ie magnim num volore magnit in henis dolobor tissequat,

etue dit luptat, coreet nullamet, veliquisim quisi el ipit el do

r iuscipit augiam in velit lortie modio exeraessit lummolore

it ilit elessi.

rit ut autem non hendigniam dolore feugiatet, quipsuscilis

alit, sustin hent nit in utat utpatie min ulputem ver incil

nibh ea auguercilis adio commodit lum venit, corperit am

dignis dignibh esed eliquipis nullaoreet, quam iriustrud et

boreetue magnim delendrem enibh eu faciduisci tis at vel

io do odipiscillum incilit luptat. Duisit wisse magnim do con

re dunt ing er summodigna feum ea facipsustrud ero od et,

lor iuscin utpat.

volessis nosto corerostrud tie vullandigna ad do eraessenibh

m dipisl iurem zzrit lamconse magnim ip euguercipis nos

t nibh elit at. Ibh ero eumsandit nulputem dolorper iriustie

usci blan ut wis dunt ut pratem dolore ver incing et, vero do-

tat, consequis autatem ad min ute tie consed et utpat volore

rtis ad delit ipisi.


Vroedkunde

i te facil in hendre tetue commy non heniat. Et ad min ea

Vroedkunde: Normale baring en kraambed

ad magna consequat adigna faccum ipis accum erat. Ut

Annick Bogaerts, vroedvrouw en master in de medischsociale wetenschappen, is lector aan de Opleiding Vroedkunde Limburg in Hasselt. Lisette Geerdens en Francine Gooris zijn de voormalige opleidingscoördinatoren van de opleidingen Vroedkunde, respectievelijk van de Provinciale Hogeschool Limburg in Hasselt en de Arteveldehogeschool in Gent. NUR 870 W ca. € 30,-

N. Clycq

Van keukentafel tot ‘God’

Normale baring en kraambed

Belgische, Italiaanse en Marokkaanse ouders over identiteit en opvoeding

Annick Bogaerts Lisette Geerdens Francine Gooris

978 90 441 2450 7

In deze editie heeft Annick Bogaerts dit basiswerk aan een grondige herziening onderworpen, waarbij een aantal inzichten aangepast en bijgewerkt zijn. Ook een aantal nieuwe thema’s krijgen aandacht, zoals de bekkenbodemspieren, de hormonen die van belang zijn bij (het begin van) de arbeid, het nut van een episiotomie en damsteun, houdingen van de moeder tijdens de arbeid en bevalling enz. Ook de begeleiding van de normale baring en het kraambed, inclusief het borstvoedingsbeleid, is geactualiseerd. Geheel nieuw is een inleidend hoofdstuk over zorgmodellen en gezond gedrag van de vrouw als voorbereiding op de baring en het kraambed. Deze uitgave is de door Annick Bogaerts herziene en vermeerderde druk van: F. Gooris & L. Geerdens, Normale baring en kraambed. Leerboek voor de verloskundige praktijk.

Uit de Inhoud: Situering met aandacht voor zorgmodellen – Factoren van de baring – Foetaal caput – Ligging – Houding – Plaatsing of stand – Baarmoedercontracties – Gemoedstoestand van de moeder.

ISBN: 978 90 441 2306 7

Van keukentafel tot ‘God’ Belgische, Italiaanse en Marokkaanse ouders over identiteit en opvoeding

Van keukentafel tot ‘God’

Dit boek geldt al enige tijd als het basisboek voor de verloskundige praktijk. Het beschrijft hoe de normale baring en het normale kraambed begeleid kunnen worden. De klinische praktijk van de vroedvrouw staat hierbij centraal, met een overzicht van de benodigde theoretische kennis, vaardigheden en beroepsattitudes. Het boek richt zich in het bijzonder tot studenten in de opleiding bachelor vroedkunde maar ook tot alle anderen die begaan zijn met de zorg voor de barende vrouw en de kraamvrouw.

Noël Clycq

taliaEm quisit lum vendre tatem estrud dolessectet augait, consed et, core conullaore molore tat. Ut nos nulputet ad dolorem nullam volor si tat. Duis aut vullan etue dunt inibh et vendrer sum num zzril in eugait la feuismo dipit, conse venibh eros augiam velenisi. Aliqui blandre dunt num digniat nos acipit eugait diat luptat. Xeraesequisl delessit at lum vent verit do od tat. Ut landre dolorper suscin utat, quis nulputatio conulla faccumsan vendre te consequat. Accum volutat. Molobor perat. Gait lut alisis nos at. Ure dolesed tio erat nonsequat autpate vullaore dolobor augue dolorti onullam consequatin etuerciliqui et, ver ing et, sequisis delesecte mod magnis dolortis digna am, sustrud mincilit ip ex et lorem autpatinci bla facin ute etummod oluptat, quam vulput ate conullam irilit duisl eugait ipit ing elit aliquam commoloreet ero odolor si. Ectet, quat lobore facing erosto eugait incinissis ad et alit iusto odolorper at ip exerostio core doloborper sequisl dolore magnit ipsuscilis nonseniatem venisis molore tem velent nit ametuer cipsums andrerostisl dipis euis dolore delesenibh ent ex exer iriustis dignis non volendre min hendre volortio endre diamconsequi blaore facipisl del erilla facin utpatem volessequip ea conullu mmodion heniamet iuscil ut amet aliqui et lum quissequisl ulla facilla orperiure tie eugait lam ipit, quat ad tat, consequisisl utat, susto.

Noël Clycq

Het gezin is de plek bij uitstek waar het socialisatieproces van kinderen zich voltrekt. Identiteiten worden er geconstrueerd en overgedragen met de opvoeders als spilfiguren. In dit boek worden de ideeën en ervaringen van ouders omtrent etnische identiteiten – welke betekenisvolle en praktische invulling krijgen zinnen als ‘ik voel me Belg/Italiaan/Marokkaan’? – en genderidentiteiten – welke betekenisvolle en praktische invulling krijgen zinnen als ‘ik ben een vrouw/man’ of ‘ik ben een moeder/ vader’? – bestudeerd. Hiervoor werden 42 ouders van Belgische, Italiaanse en Marokkaanse origine bevraagd. Bijzonder aan deze studie is dat ze niet alleen de processen van betekenisgeving bij de allochtone bevolking bestudeert, maar ze ook vergelijkt met de situatie in Belgische gezinnen. Deze brede invalshoek geeft een kijk op betekenisgevingsprocessen van Marokkaanse ouders die in een Vlaamse context als ‘de eeuwige andere’ worden gepercipieerd én laat toe om een aantal vanzelfsprekendheden van ‘onzichtbare’ etnische origines zoals de Belgische of Italiaanse te expliciteren en te bestuderen. Dit levert verrassende conclusies op, bijvoorbeeld met Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

17

Giel Vaessen

betrekking tot de ‘onzichtbare machtsprocessen’: Bij Marokkanen zou genderongelijkheid volgens Belgische en Italiaanse respondenten aan ‘het islamitische’ liggen, bij Italianen zou het aan ‘het Italiaanse’ liggen (maar opvan begeleiden multiprobleem-gezinnen geen enkel moment bij ‘het christelijke’) en bij Belgen zou in de jeugdzorg genderongelijkheid veeleer aan de tijdsperiode, ‘zo was het nu eenmaal’, liggen (maar op geen enkel moment bij het ‘Vlaamse’ of het ‘christelijke’).

Giel Vaessen

Dit is een methodische en geordende survival toolbox voor ambulante gezinsbegeleiders die in de jeugdzorg werken met multiprobleemgezinnen. In dergelijke gezinnen lijkt iedereen zijn eigen hoogoplopende conflicten, financiële problemen en psychologische moeilijkheden waarbij elke oriëntatie zoek is. Therapeuten of gezinsbegeleiders die op dat moment een helpende hand aanreiken, zijn als gidsen in onherbergzaam gebied. Zij weten vaak niet met welke problemen ze zullen worden geconfronteerd of welke wegen

Uit de Inhoud:

kunnen worden bewandeld. Zij kennen de probleemgebieden goed, maar vele onzekerheden en gevaren liggen op de loer. Dit boek is een kompas zijn voor deze gidsen. Het biedt een praktische handleiding om dagelijks doelmatig te gidsen, zodat de

Theoretisch kader, methodologie en onderzoekspopulatie (Moeilijk evenwicht in onderzoek naar cultuur, etniciteit en gender - Cultuur als bouwsteen voor identiteiten en samenlevingen Etnische individuen, etnische gemeenschappen - Moeders en vaders: genderidentiteiten in het gezin - Habitus, regulariteiten en symbolische macht - Socialisatie- en opvoedingsprocessen - Etnoculturele en genderhabitus in de gezinssocialisatie - Methodologische beschouwingen - Onderzoekspopulatie en respondentenwerving) – Empirische onderzoeksbevindingen (Centrale elementen in het gezinssocialisatieproces - Continuïteit in het gezin: gender en etniciteit - Veranderingen van gender en etniciteit in het gezin - Symbolische macht met betrekking tot gender en etniciteit).

kans op slagen en overleven groter is en het gestelde doel bereikt wordt. Het geheel wordt geïllustreerd met herkenbare voorbeelden uit de praktijk en door vrolijke tekeningen van Wim Schouten. GielVaessen is gedragsdeskundige op de REC IV school De Buitenhof

Begeleiden van multi-probleemgezinnen in de jeugdzorg

koers te varen zonder dat er iemand leiding neemt. Dat kan leiden tot

in Heerlen. Daarnaast geeft hij cursussen aan ouderverenigingen,

begeleiden van multi-probleemgezinnen in de jeugdzorg

leraren en hulpverleners in de jeugdzorg. Voordien werkte als behandelcoördinator en systeemtherapeut in de kinderen jeugdpsychiatrie van de Mondriaan Zorggroep in Heerlen.

Noel Clycq, doctor in de sociologie, is als onderzoeker verbonden aan de Universiteit Antwerpen. ISBN 978-90-441-2306-7 17 x 24 cm, ca. 330 blz. Verschijnt in mei

NUR 756 W ca. € 40,-

G. Vaessen

Begeleiden van multiprobleemgezinnen in jeugdzorg Deze uitgave is een methodische en geordende survival toolbox voor ambulante gezinsbegeleiders die in de jeugdzorg werken met multi-probleemgezinnen. In dergelijke gezinnen lijkt iedereen zijn eigen koers te varen zonder dat er iemand leiding neemt. Dat kan leiden tot hoogoplopende conflicten, financiële problemen en psychologische moeilijkheden waarbij elke oriëntatie zoek is. Therapeuten of gezinsbegeleiders die op dat moment een helpende hand aanreiken, zijn echter als gidsen in onherbergzaam gebied. Zij weten vaak niet welke problemen ze zullen tegenkomen of welke wegen bewandeld kunnen worden. Zij kennen de probleemgebieden goed, maar vele onzekerheden en gevaren liggen op de loer. De paden zijn iedere dag anders en je moet van goeden huize zijn om je te kunnen oriënteren en goede analyses te maken. Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 18

Dit boek wil een kompas zijn voor deze gidsen. Het biedt een praktische handleiding om dagelijks doelmatig te gidsen, zodat de kans op slagen en overleven groter is en het gestelde doel bereikt wordt. Het geheel wordt geïllustreerd met herkenbare voorbeelden uit de praktijk. Met vrolijke tekeningen van Wim Schouten. Uit de Inhoud: Hou je hoofd koel. Dialoog over je taak – Survival systeemwetten – Ordenen van krachten en zwakten, absoluut noodzakelijk in de survival – Methodisch uitvoeren van je taak – A spiral staircase to heaven. 7 stappen naar succes. Samenvatting van de methodiek.

Giel Vaessen is gedragsdeskundige op de REC IV-school De Buitenhof in Heerlen. Daarnaast geeft hij cursussen aan ouderverenigingen, leraren en hulpverleners in de jeugdzorg. Voordien werkte hij als behandelcoördinator en systeemtherapeut in de kinderen jeugdpsychiatrie van de Mondriaan Zorggroep in Heerlen. ISBN 978-90-441-2452-1 16 x 24 cm, 125 blz.. Verschijnt in mei

Telefoon Nederland: 055 522 06 25 België: 03 231 29 00

NUR 777 W ca. € 15,-

M. Baert & J. Raymaekers

Kinderwens en ouderschap bij mensen met een verstandelijke beperking Aanzet tot maatschappelijke dialoog M a r ie k e B a e r t | J a n R a ym a e k e r s

De kinderwens en ouderschap van mensen

met een verstandelijke beperking

De kinderwens en het ouderschap van mensen met een vertandelijke beperking is een controversieel thema. Het laat de betrokkenen en ‘de maatschappij’ niet onberoerd. Kindeen van ouders met een verstandelijke beperking lopen een rotere kans op allerhande problemen.

De kinderwens en het ouderschap van mensen met een verstandelijke beperking

De laatste decennia is er nadrukkelijker een specifiek emanipatiebeleid voor mensen met een verstandelijke bepering. Ze zijn volwaardige burgers met recht op volwaardige maatschappelijke participatie en passende ondersteuning bij de vormgeving van hun burgerschap. Maar in de discusie over het burgerschapsideaal is precies het ouderschap an mensen met een verstandelijke beperking een grote vertoorder. Het levert vragen op als: Wat is goed ouderschap? Wanneer is ouderschap goed genoeg voor de samenleving? Wat hebben kinderen minimaal nodig? Wat is goede hulperling of goede ondersteuning? Hoe verhouden rechten, belangen en waarden zich tot elkaar? Welke interventies zijn erechtvaardigd, wanneer en door wie? En uiteraard: Welke plaats en welke stem krijgen de mensen met een verstandejke beperking zelf in al deze afwegingen en overwegingen?

Marieke Baert, orthopedagoog, werkt in het Ortho-agogisch Centrum Broeder Ebergiste in Gent. an Raymaekers, maatschappelijk werker en filosoof, is directeur van Dagcentrum De Wroeter in Kortessem.

Marieke Baert Jan Raymaekers

kinderwens beïnvloeden - Maatschappelijke context Onderzoeksgegevens over het ouderschap bij mensen met een verstandelijke beperking - Voorspellen aan de hand van risico- en beschermende factoren) – Recht en wet: mogelijkheden en grenzen (Rechten van ouders en rechten van kinderen - Beslissingsbekwaamheid, autonomie en goed hulpverlenerschap - Anticonceptie en sterilisatie) – Ethische verkenning (Belang van het toekomstige kind: paradox - Standaarden met betrekking tot het belang van het kind - Wrongful birth en wrongful life: bestaat recht op niet-bestaan? Plichten naar toekomstige generaties) – Bouwstenen voor een dialoog (Wetenschappelijk onderzoek Mensenrechten en rechten van het kind - Relationeel en narratief kader - Ethische reflectie).

Marieke Baert, orthopedagoog, werkt in het Ortho-agogisch Centrum Broeder Ebergiste in Gent. Jan Raymaekers, maatschappelijk werker en filosoof, is directeur van Dagcentrum De Wroeter in Kortessem. ISBN 978-90-441-2480-4 16 x 24 cm, ca. 300 blz. Verschijnt in juni

De kinderwens en het ouderschap van mensen met een verstandelijke beperking

NUR 848 & 895 W ca. € 30,-

Aanzet tot maatschappelijke dialoog

S. Daems (Red.)

ISBN 978-90-441-2399-9

De kinderwens en het ouderschap van mensen met een verstandelijke beperking is een controversieel thema. Het laat de betrokkenen en ‘de maatschappij’ niet onberoerd. Kinderen van ouders met een verstandelijke beperking hebben een grotere kans op allerhande problemen.

Dit boek werd geschreven naar aanleiding van het 125 jarig bestaan van De Waaiburg.

Gedurende deze 125 jaar maakte De Waaiburg de ganse evolutie mee van de Belgische en Vlaamse Jeugdzorg. De Waaiburg werd lang benoemd als weeshuis, werd later een kindertehuis en bestaat nu uit een aantal voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand.

In dit boek wordt over elk van deze erg verschillende periodes geschreven.

125 jaar bijzondere zorg en bijstand voor kinderen en hun gezinnen binnen De Waaiburg in Geel

De Waaiburg schrijft geschiedenis

De laatste decennia is er nadrukkelijker een specifiek emancipatiebeleid voor mensen met een verstandelijke beperking. Ze zijn volwaardige burgers met recht op volwaardige maatschappelijke participatie en passende ondersteuning bij de vormgeving van hun burgerschap. De Waaiburg schrijft Maar in de discussie over het burgerschapsideaal isgeschiedenis precies het ouderschap van mensen met een verstandelijke beperking een grote verstoorder. Het levert vragen op als: Wat is goed ouderschap? Wanneer is ouderschap goed genoeg voor de samenleving? Wat hebben kinderen minimaal nodig? Wat is goede hulpverling of goede ondersteuning? Hoe verhouden rechten, belangen en waarden zich tot elkaar? Welke interventies zijn gerechtvaardigd, wanneer en door wie? En uiteraard: Welke plaats en welke stem krijgen de mensen met een verstandelijke beperking zelf in al deze afwegingen en overwegingen?

De Waaiburg schrijft geschiedenis

D e Wa a i b u r g

schrijft

geschiedenis

De dubbele bodem in de titel zal wel duidelijk zijn. We hebben letterlijk geschiedenis geschreven; een historisch overzicht. Figuurlijk heeft De Waaiburg echter ook duidelijk geschiedenis geschreven voor heel veel mensen. En vanuit onze fierheid leeft het gevoel dat we nog steeds bezig zijn met het schrijven van geschiedenis.

Je kunt het boek niet lezen zonder te weten dat de teksten door verschillende mensen zijn geschreven, met elk hun eigen achtergrond, elk hun eigen schrijfstijl, elk hun eigen lezerspubliek voor ogen. Het is geschreven door mensen van binnen en van buiten De Waaiburg.

komst. We wisselen beschrijvende stukken af met authentieke verhalen en getuigenissen. En omdat beelden soms zo veel meer zeggen dan taal vind je ook een schat aan oude en nieuwe foto’s.

Uit de Inhoud: Filosofische kaders met betrekking tot handicaps en rechtvaardigheid (John Rawls en mensen met een handicap: moeizame relatie - Sociale contracttheorie onder kritiek: Amartya Sen en Martha Nussbaum Zorgethiek van Eva Feder Kittay) – Onderzoek, feiten en vaststellingen (Begrippen - Factoren die de

Simonne Daems (Red.)

We respecteren de logica van verleden, heden en toe-

125 jaar bijzondere zorg en bijstand voor kinderen en hun gezinnen binnen De Waaiburg in Geel

Simonne Daems (Red.)

Dit boek werd geschreven naar aanleiding van het 125-jarig bestaan van De Waaiburg. Gedurende deze 125 jaar maakte De Waaiburg de volledige evolutie mee van de Belgische en Vlaamse Jeugdzorg. De Waaiburg werd lang benoemd als weeshuis, werd later een Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 19

Toon Machiels

kindertehuis en bestaat nu uit een aantal voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand. In dit boek wordt over elk van deze erg verschillende periodes geschreven. De dubbele betekenis van de titel zal wel duidelijk zijn. De auteurs hebben letterlijk geschiedenis geschreven: een historisch overzicht. Figuurlijk heeft De Waaiburg echter ook duidelijk geschiedenis geschreven voor heel veel mensen. En vanuit die trots leeft het gevoel dat er nog steeds geschiedenis geschreven wordt.

ISBN 978 90 441 2453 8

Dit boek brengt samen wat aan de basis leeft. Het analyseert oorzaken en aard van de specificiteit van de Romagroepen. Het ontleedt waar de knooppunten in de integratie zitten en ontwerpt een uitweg naar een betere sociale cohesie tussen Roma en gadgé. Dankzij toetsvragen en vuistregels wordt het een eerste werkboek voor al wie zich engageert voor en met Roma… maar ook met andere minderheden, voor wie tussen de regels lezen wil. Toon Machiels studeerde Sociale agogiek aan de KULeuven. Na een loopbaan in de gehandicaptenzorg werd hij coördinator van het toenmalige Vlaams Overleg Woonwagenwerk. Hieruit ontstond Vroem vzw – Vlaamse Vereniging voor Voyageurs, Roms, Roma en Manoesjen, waarvan hij afgevaardigd bestuurder is.

De logica van verleden, heden en toekomst wordt gerespecteerd. Beschrijvende stukken worden afgewisseld met authentieke verhalen en getuigenissen. En omdat beelden vaak zo veel meer zeggen dan woorden, is ook een schat aan oude en nieuwe foto’s opgenomen.

Van de was naar de klas

Leerkrachten, schoolopbouwwerkers en directies; straathoek-, integratie- en opbouwwerkers; vrijwilligers en beroepskrachten… al meer dan 10 jaar zijn er vele tientallen basismensen aan de slag met Roma. Heel geëngageerd, heel creatief en vaak ook heel alleen. Maar ze boeken wel resultaat, zeker in de toeleiding van Romakinderen en -jongeren naar het onderwijs.

De teksten zijn geschreven door verschillende mensen, met elk hun eigen achtergrond, elk hun eigen schrijfstijl, elk hun eigen lezerspubliek voor ogen, van binnen en van buiten De Waaiburg.

Toon Machiels

Laat maar zitten… Integratie van Roma is een doe-woord

www.vroemvzw.be

eenkindkandewasAB.indd 2

Uit de Inhoud: Geschiedenis van een domein – 125 jaar innoverend overleven – Bij de start van de 21ste eeuw (Hulpverleningsvormen - Fasen in de hulpverlening) – Uitgangspunten (Rechten, plichten, goede bedoelingen - Mondige en krachtige jongeren - Van ‘verloren’ ouders naar ‘betrokken’ ouders - Medewerkers Partners) – Uitdagingen voor de toekomst. Met een voorwoord van Alice Ghoos.

Simonne Daems, maatschappelijk werker, is directeur van De Waaiburg in Geel. ISBN 978-90-441-2423-1 NUR 827 W 16 x 24 cm, 185 blz., geïllustreerd, vierkleurendruk € 24,90 Verschenen

19-03-2009 13:52:25

inzichten over ‘maatschappelijke kwetsbaarheid’ en een analyse van de manier waarop de behoeftepyramide ingrijpt in sociale cohesie, ontstaan handvatten voor wat ons te doen staat: outreaching. Het tweede deel is een praktische handleiding voor wie met Roma aan de slag is of er aandacht voor heeft. Om verbindingen te leggen of ze te herstellen reikt het een reeks methodieken aan die hun waarde hebben bewezen. Thema’s die hier aan bod komen, zijn: visie/taak, discretie/controle, integraal werk/specialisatie, team/ kapitalisatie van kennis, respect/partnerschap, model voor het lokaal sociaal beleid. De auteur bespreekt ook de valkuilen in elk van deze thema’s en hoe men ze kan vermijden Het geheel is voorzien van praktijkvoorbeelden van basiswerkers uit Nederland en Vlaanderen.

Uit de Inhoud:

T. Machiels

Laat maar zitten Integratie van Roma is een doe-woord Heel wat sectoren in onze maatschappij denken vandaag in termen van inclusie. Zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt streeft men er actief naar om de maatschappij in al haar diversiteit te weerspiegelen. Voor sommige minderheden gaat dat vrij snel, voor andere dan weer moeizamer. De Roma behoren tot deze laatste groep. Omdat ze zelf geen of weinig spontane stappen zetten om zich te integreren, is er voor hen een aangepaste benadering nodig. Dit boek maakt duidelijk wat er precies aan de hand is met de Roma, en hoe men met hun moeilijke integratie dient om te gaan. Het doet dat in twee stappen. Ten eerste worden aan de hand van een historisch overzicht de eigenheden in de Roma-cultuur verklaard. Vanuit de Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 20

Roma inclusief? – Probleemstelling (Maatschappelijke kwetsbaarheid - Sociale cohesie - Romacultuur) – Oplossingen (Hoe bereiken? - Waar willen we naartoe? - Valkuilen en hoe ze te vermijden).

Toon Machiels studeerde sociale agogiek aan de K.U.Leuven. Na een loopbaan in de gehandicaptenzorg werd hij coördinator van het toenmalige Vlaams Overleg Woonwagenwerk. Hieruit ontstond Vroem vzw – Vlaamse Vereniging voor Voyageurs, Roms, Roma en Manoesjen, waarvan hij gedeleerd bestuurder is. ISBN 978-90-441-2453-8 16 x 24 cm, ca. 120 blz. Verschijnt in april

NUR 747 W ca. € 15,-

I. Glorieux, R. Heyman, M. Jegers, M. Taelman & Y. Van Dorsselaer

Uit de Inhoud:

Wie herkanst? Profiel, leerroutes en beweegredenen van de deelnemers aan het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap

Ig nace Glor ieux, R yfka Heym an, Marc Jeg ers, Maaike Taelm an en Yolis Van D o rs s e l a e r

ie herkanst ? Meer dan ooit is een diploma of getuigschrift een noodzakelijk toegangsticket tot de arbeidsmarkt en als dusdanig in grote mate bepalend voor iemands latere sociale positie en levenskwaliteit. Diploma’s worden toegekend na een langdurig proces van opleiding, kanalisering en selectie. En hoewel we er van uitgaan dat dit sorteerproces georganiseerd wordt op basis van meritocratische principes – talent, inzet en verdienste – stellen onderzoekers steeds weer vast dat bepaalde groepen systematisch buiten de prijzen vallen en zonder diploma (‘ongekwalificeerd’) het onderwijs verlaten. De kansen zijn dus toch niet gelijk verdeeld in het onderwijs. Het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap bieden volwassenen die de middelbare school zonder diploma verlaten hebben de mogelijkheid alsnog dat diploma te behalen. Het stijgende succes van beide instellingen illustreert niet alleen het toenemende belang van diploma’s, maar het wijst ook op een aantal blijvende gebreken van het traditionele, reguliere onderwijssysteem. Wat is het profiel van deze herkansers? 1.183 deelnemers aan het Tweedekansonderwijs en 1.032 mensen die hun kans waagden via de Examencommissie werden ondervraagd: Wie zijn ze? Hoe verliep hun schoolloopbanen? Waarom stopten ze destijds met studeren? Waarom waagden ze een tweede kans? Waarom verkiezen ze het ene systeem boven het andere? Welke hinderpalen ondervonden ze bij hun studies? Wat ze verwachten na het behalen van hun diploma? Het onderzoek leert dat het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie verschillende publieken bereiken. Een vergelijking met een groep jongvolwassenen die geen diploma haalden, maar nooit herkansten, wijst bovendien op een aantal specifieke kenmerken van de herkansers. Rijst de vraag of het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie erin slagen de ongelijkheid van kansen in het onderwijs (gedeeltelijk) recht te trekken? Of zijn de kansen op het herkansen ook ongelijk verdeeld?

Ignace Glorieux, Ryfka Heyman, Maaike Taelman en Yolis Van Dorsselaer zijn verbonden aan de Onderzoeksgroep TOR van de Vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel. Marc Jegers is verbonden aan de Vakgroep Micro-economie van de profit en de non-profit sector van de Vrije Universiteit Brussel.

Ignace Glorieux, Ryfka Heyman, Marc Jegers, Maaike Taelman en Yolis Van Dorsselaer zijn allen verbonden aan de Onderzoeksgroep TOR – Tempus Omnia Revelat bij de Vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel. ISBN 978-90-441-2481-1 16 x 24 cm, ca. 160 blz. Verschijnt in juni

rieux, Ignace Glo an, R y f k a H ey m M a rc J e g e rs, lman en M a a i k e Ta e o rs s e l a e r Yo l i s Va n D

t? Wie herkans

NUR 747 & 840 W € 20,-

redenen van de es en beweeg Profiel, leer rout sonderwijs en het Tweedekan aan ers lnem eenschap dee Vlaamse Gem missie van de de Examencom

I. Glorieux, I. Laurijssen & Y. Van Dorsselaer

Zwart op wit De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt

Wi e h e r k a n s t ?

Er werden ook diepgaande gesprekken gevoerd met 25 herkansers en niet-herkansers. Deze beklijvende verhalen belichten aspecten van het onderwijssysteem die zelden aan bod komen.

Situering – Levenslang leren – Ongekwalificeerde uitstroom – Tweede kans – Wie herkanst? – Onderzoeksvragen – Verloop van het onderzoek – Keuze tussen Examencommissie en Tweedekansonderwijs – Ervaringen met Examencommissie en Tweedekansonderwijs – Nietherkansers aan het woord – Conclusies.

ISBN 978-90-441-2399-9

op wit

Allochtone jongeren vinden minder vaak én minder snel werk dan autochtone jongeren en dreigen daardoor meer in de langdurige werkloosheid terecht te komen. Ook de functies waarin allochtone schoolverlaters hun beroepsloopbaan starten zijn kwalitatief minder gunstig dan deze van autochtonen. Ze hebben in hun eerste baan minder vaak een vast contract, hun werk is minder uitdagend, kent minder variatie en mogelijkheden om zich uit te leven, ze beschikken over minder autonomie en ze werken vaker in slechte arbeidsomstandigheden. Een minder gunstige arbeidsmarktpositie beperkt niet alleen de levenskansen en de sociale integratie van de huidige generaties allochtone jongeren, het hypothekeert ook de kansen van hun kinderen.

Onze samenleving wordt vaak getypeerd als een kennismaatschappij waarin scholing belangrijk is voor onder meer innovatie en economische ontwikkeling. Tegelijk wordt veel belang gehecht aan de validering van opgedane kennis via een diploma of een getuigschrift, dat steeds meer het ultieme toegangsticket vormt tot de arbeidsmarkt en tot maatschappelijke integratie en participatie in het algemeen. Het onderwijssysteem is verantwoordelijk voor de verdeling van deze diploma’s. Het werkt als een gigantische en langdurige sorteermachine en ondanks het principe van verdeling naar verdienste wordt het geconfronteerd met een aantal perverse neveneffecten die bepaalde groepen systematisch laten afvallen.

ZZwart op wit

Zwart

Hoe komt het dat werkgevers de openstaande vacatures niet kunnen of willen opvullen met allochtone jongeren? Waarom vinden allochtonen minder vlot de weg naar een stabiele baan?

Dit onderzoek sluit aan bij het eerder verschenen onderzoek Wit krijt schrijft beter: Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld. Daarin bleek de problematische achterstand van allochtonen in het Vlaamse onderwijs. In dit boek wordt nagegaan in welke mate die onderwijsachterstand de directe oorzaak is voor de achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt. Of zijn er andere factoren die de kansen van allochtonen beïnvloeden? De auteurs van dit boek zijn verbonden aan de onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel en lid van de interuniversitaire onderzoeksgroep SONAR die de overgang van school naar werk bestudeert. Ignace Glorieux is gewoon hoogleraar sociologie. Zijn voornaamste onderzoeksdomeinen zijn tijdsbesteding en tijdsordening, de transitie van school naar werk en cultuurparticipatie. Ilse Laurijssen bereidt een proefschrift voor over de verschillen in de vroege arbeidsloopbanen van mannen en vrouwen. Yolis Van Dorsselaer doet onderzoek naar de overgang van school naar werk.

Het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap moeten het jongeren die voortijdig de school verlieten, mogelijk maken alsnog een diploma te behalen. Maar eerst rijst meteen de vraag welke jongeren vooral uitvallen en waarom. Had deze uitval kunnen worden voorkomen? Een andere grote vraag is uiteraard of het Tweedekansonderwijs en de Examencommissie goede oplossingen zijn en voor wie? Wie herkanst? Het valt op dat niet alleen vroegere uitvallers zich aanbieden, maar ook hoogbegaafden, jongeren uit privéscholen en huisonderwijs, buitenlanders,… Wat voor jongeren grijpen de kans? Maar welke groepen uit de samenleving blijven nog achter?

Ignace Glorieux, Ilse Laurijssen & Yolis Van Dorsselaer

Dit boek brengt de arbeidsmarktintrede van allochtone jongeren in kaart en gaat na in welke mate de beroepspositie beïnvloed wordt door toegeschreven (etnische en sociale achtergrond en geslacht) en verworven kenmerken (onderwijsniveau en onderwijsresultaat). Dit gebeurt door allochtone en autochtone jongeren systematisch met elkaar te vergelijken op basis van een grootschalige peiling bij 9.000 Vlaamse jongeren die uitgevoerd werd door de interuniversitaire onderzoeksgroep SONAR – Studiegroep van ONderwijs naar ARbeidsmarkt.

ISBN 978-90-441-2030-1

Allochtone jongeren vinden nog steeds minder vaak en minder snel werk dan autochtone jongeren en dreigen vaker in de langdurige werkloosheid terecht te komen. Dit is niet alleen problematisch bij relatieve schaarste aan arbeidskrachten. Een minder gunstige arbeidsmarktpositie beperkt natuurlijk ook de kansen van de huidige generaties allochtone jongeren en die van hun kinderen en ze hypothekeert hun sociale integratie. Hoe komt het dat vraag en aanbod elkaar niet vinden? Waarom vinden allochtonen minder de weg naar een stabiele job? Hoe komt het dat werkgevers de open-


staande vacatures niet kunnen of willen opvullen met allochtone jongeren?

Uit de Inhoud: Overgang van school naar werk in kaart – Slechte start: Achtergestelde arbeidsmarktpositie bij het begin van de loopbaan – Mogelijke verklaringen – Verschillende verklaringen getoetst.

Ignace Glorieux, Ilse Laurijssen en Yolis Van Dorsselaer zijn verbonden aan de Onderzoeksgroep TOR – Tempus Omnia Revelat bij de Vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel. ISBN 978-90-441-2481-8 16 x 24 cm, ca. 120 blz. Verschijnt in mei

NUR 747 S ca. € 17,-

H. Radstake

Teaching in diversity Teachers and pupils about tense situations in ethnically heterogeneous classes

DIVERSITY

Tensions and arguments about controversial issues are an inherent part of going to school. Pupils can learn from these situations. Teaching in diversity offers a knowledge base regarding tense situations as opportunities for citizenship education on living in an ethnically diverse society. The book addresses which tense situations teachers and pupils of ethnically diverse classes experience and how

Hester Radstake

Teaching in

89 classes of 34 schools provide information about their experiences with tense

and actual behaviour of four teachers guiding such discussions in ethnically diverse classes are analysed. Teaching in diversity is relevant for educational sociologists and educational scientists who are involved with citizenship education in ethnically diverse societies. It also provides a frame of reference for teachers and teacher educators who want to reflect on the practical implications of perceiving tense situations as opportunities for citizenship education. Hester Radstake studied Pedagogical Sciences at the University of Amsterdam. Teaching in diversity is the result of the PhD-project she conducted at the SCOKohnstamm Instituut of the University of Amsterdam. Since 2007 she works as a senior advisor for educational policy and as a researcher at the CETAR – Centre for Educational Training, Assessment and Research of the VU – Free University in Amsterdam.

Teaching in diversity

about sensitive issues related to ethnic diversity. To this purpose considerations

Hester Radstake

Teaching in

DIVERSITY Teachers and pupils about tense situations in ethnically heterogeneous classes

Spanningen en conflicten horen bij het schoolgaan en leerlingen kunnen daarvan leren. Dit boek verschaft een kennisbasis over de mogelijkheden die spanningsvolle situaties bieden voor burgerschapseducatie over etnisch gemengd samenleven. Welke spanningsvolle situaties maken leraren en leerlingen van etnisch-gemengde klassen mee en hoe reageren leraren erop? In een landelijk onderzoek in het voortgezet onderwijs werd leraren en leerlingen van 89 klassen op 34 scholen gevraagd naar hun ervaringen met spanningsvolle situaties. Vervolgens wordt dieper ingegaan op het vormgeven en begeleiden van klasgesprekken over gevoelige onderwerpen op het Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 22

Uit de Inhoud: Introduction – Survey study (Tense situations in ethnically diverse classrooms - Tense situations in ethnically heterogeneous classes: Pupils’ experiences - Through pupils’ eyes. The actions and behaviour of teachers in tense situations in ethnically diverse classes) – Interview and observation study (Guiding discussions in the class on problems related to living in and ethnically diverse society) – Conclusions and discussion.

Hester Radstake, pedagoog, is senior beleidsadviseur en onderzoeker bij het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit Amsterdam. ISBN 978-90-441-2467-5 16 x 24 cm, viii+159 blz. Verschenen

NUR 841/847 W € 22,90

Hoogbegaafde kinderen opvoeden

schools for secondary education in The Netherlands. Teachers and pupils from

demands that are placed on teachers when preparing and guiding discussions

Deze studie is relevant voor onderwijssociologen en onderwijskundigen die zich bezighouden met de pedagogische opdracht van scholen in een etnisch gemengde samenleving. Ook biedt ze aanknopingspunten voor leraren en lerarenopleiders om te reflecteren op wat het in de praktijk betekent om spanningsvolle situaties te gebruiken voor burgerschapseducatie.

C. D’hondt & H. Van Rossen

teachers react to these situations. It presents the results of a national survey in

situations. In addition this book offers a more in-depth understanding about the

terrein van diversiteit. Dit gebeurt aan de hand van de overwegingen en het gedrag van vier leraren die zo´n gesprek begeleidden in hun etnisch-gemengde klas.

Praktische gids voor de sociaalemotionele begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren Hoogbegaafde kinderen voelen zich vanaf de vroege kleuterjaren niet in hun sas. Het sterke contrast tussen hun snelle cognitieve ontwikkeling en de overige aspecten van hun ontwikkeling is vaak een bron van irritatie en onzekerheid. Op zulke momenten hebben deze kinderen iemand nodig die hen begrijpt en om hen geeft. Het spreekt voor zich dat ouders, maar ook leerkrachten, in deze vroege jaren een cruciale rol spelen. Het is immers precies in deze periode dat bepaalde gedragspatronen zich inslijpen tot blijvende gewoontes. Daarom is het zo belangrijk dat volwassenen vroeg starten met een specifieke begeleiding voor deze kinderen en dit liefst vóór de leeftijd van vier of vijf jaar. Dit boek maakt de lezer wegwijs in deze bijzondere behoeften aan begeleiding. Het bevat honderden tips


Oborper secte feum iuscipsustie magniam, vel incilit ip esequam veliquam, susto eu feuis nonse do et, vullam, sendit ullaor sum etum volorper suscidunt num velendiam vel el ut landre dolobor sim ad tinibh ent eraesendrem quisit wis digna alit at laorer si. Agnibh estie dion veliquam, con velendiamet delisim inci tem nisi et eu facipismod tem dit lore doluptat loborpero od er ing eriure euisi bla facidunt del iustrud magna facillandiat wissit wismolu ptatum eum autpat, senibh erate delit nit velismod Dolor sim iure min henim venim venis nit, quis dunt pratinim et, conullan ex exero er autat. Do dolorpe rciliqu ametue magniam, velent autat dolor sed tatio eugue elis accum at. Quis num enisl dion ut ero conse feugait ing ex eugiam, venim iril utat nulla feugiam at illaorer sed modoloreet, sed digna commy nisl ea feuis

Hoe was’t op school, jongen? Pedagogische praktijken in het middelbaar onderwijs in Limburg 1878-1970

Paul Janssenswillen

Praktische gids voor de sociaalemotionele begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren

Ellaorem nis nim eliquisi et, veraessim accum inci tionullaor ing exeraessisi eu feuguer ostrud eu feugait aci blandre ting et diamet prat.

Hoe was’t op school, jongen?

rl D’hondt, orthopedagoog, is voorzitter BEKINA (Begaafde Kinderen en Adolesnten). de Van Rossen, psychologe, is coördinavan de opleiding Bachelor in de Toegepaste chologie aan de Katholieke Hogeschool d- West- Vlaanderen.

Pedagogische praktijken in het middelbaar onderwijs in Limburg 1878-1970


el hoogbegaafde kinderen voelen zich vanaf de ege kleuterjaren niet in hun sas. Het sterke ntrast tussen hun heel snelle cognitieve ontkkeling en de andere ontwikkelingsaspecten, aak een bron van irritatie en onzekerheid. zulke momenten hebben deze kinderen iend nodig die hen begrijpt en vooral iemand om hen geeft. Het spreekt voor zich dat ders, maar ook leerkrachten, in deze jaren n cruciale rol spelen. Het is precies in deze ege jaren dat bepaalde gedragspatronen zich ijpen tot blijvende gewoontes. Daarom is zo belangrijk dat volwassenen vroeg starten t een specifieke begeleiding voor deze kinren en dit het liefst vòòr de leeftijd van 4 à aar. boek wil de lezer wegwijs maken in deze ondere behoeften aan begeleiding. Het bevat nderden tips over wat best wel te doen en t liever niet te doen bij het begeleiden van ogbegaafde kinderen en jongeren. grip en steun van volwassenen geeft niet kel richting aan de ontwikkeling van het kind, ar reikt vooral modellen van sterkte aan, arop het kind nadien kan terugvallen.

Hoe was ’t op school, jongen?

Carl D’hondt & Hilde Van Rossen Carl D’hondt & Hilde Van Rossen

oogbegaafde kinderen pvoeden

P. Janssenswillen

over wat je beter wel en niet doet bij het begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren. Begrip en steun van volwassenen geven niet enkel richting aan de ontwikkeling van het kind, maar reiken vooral modellen van sterkte aan, waarop het kind nadien kan terugvallen.

ISBN 978 90 441 2435 4

Paul Janssenswillen

Uit de Inhoud: Specifieke begeleidingsbehoeften van hoogbegaafde kinderen – Wat je best niet doet – Wat je best wel doet – Vaak gestelde vragen over de sociaalemotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en jongeren – Bijzondere vraagstukken uit de sociaalemotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en adolescenten.

Carl D’hondt, orthopedagoog, is voorzitter van Bekina – Begaafde Kinderen en Adolescenten, een landelijke vereniging die gevestigd is in Zeveneken. Hilde Van Rossen, psychologe, doceert aan de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen. ISBN 978-90-441-2426-2 16 x 24 cm, 177 blz. Verschenen

Geregelde informatie over publicaties? Schrijf via de website in op Garant-Nieuwsbrief www.garant-uitgevers.be www.garant-uitgevers.nl www.garant-uitgevers.eu

NUR 848 W € 19,60

Het hoeft geen betoog dat het middelbaar onderwijs binnen onze samenleving een centrale plaats inneemt. Het vormt een fundamentele pijler van onze opvoeding, het legt de basis voor wat we later gaan studeren, hoe we in de maatschappij gaan functioneren, welke plaats we innemen. Iedereen onderkent het belang ervan en ons onderwijssysteem kan globaal ook rekenen op een algemene appreciatie. Toch is slechts een beperkt aantal historiografische publicaties hieraan gewijd en de aandacht voor de dagelijkse schoolpraktijk ontbreekt haast volledig. Dit boek wil die leemte opvullen door te focussen op een specifiek opvoedingsproject in het Limburgs katholiek en rijksonderwijs in de periode van 1878 tot 1970. Dit project had een indringende impact op de mensen die er deel van uitmaakten; in de eerste plaats de leerlingen zelf, maar ook hun ouders, de schooldirecties, de leerkrachten en het dienstpersoneel. Het boek onderzoekt aan de hand van praktijkvoorbeelden de manier waarop gezocht werd naar een nieuwe invulling van wat goed onderwijs betekende. Daarmee wordt niet enkel een beeld van het toenmalige onderwijs geschetst, ook de bredere impact ervan op de samenleving komt aan bod, omdat de maatschappelijke context als het ware een spiegelbeeld vormde van de manier waarop het onderwijs zich in die periode ontwikkelde.

Uit de Inhoud: Spiegelbeeld van een provincie – Opvoedingsproject: bezielde vorming – Drempel verlaagd en poort verbreed – Schoolidentiteit in de praktijk – Traditie in de kering.


Paul Janssenswillen promoveerde in de moderne geschiedenis aan de K.U. Leuven. Hij doceert geschiedenis aan de Lerarenopleiding van de Katholieke Hogeschool Kempen in Geel en aan de Universiteit Antwerpen. ISBN 978-90-441-2435-4 16 x 24 cm, ca. 200 blz., geïllustreerd Verschijnt in mei

NUR 686 & 695 W ca. € 25,-

Humor en creatief denken – H. Siebens: Humor en verantwoordelijkheid. Twee verschillende werelden – C. Dietvorst: Uitleiding.

Paul Mahieu doceert onderwijswetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Cees Dietvorst is als zelfstandig adviseur actief in het Nederlandse onderwijs. ISBN 978-90-441-2442-2 16 x 24 cm, 148 blz. Verschenen

P. Mahieu & C. Dietvorst (Red.)

NUR 841 S € 19,-

De school, de lach en de lagg Over humor in het onderwijs

R. Lambert & M. Wouters

Groeiboek

De sch l, de lach en de lagg

cover 2-06-2006 versie6 08-06-2006 09:44 Page 1 M

Y

CM

MY

CY CMY

K

Zor g- en volgsysteem voor kleuter s

Over humor in het onderwijs

C

GROEIBOEK

Paul Mahieu is hoogleraar onderwijswetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Cees Dietvorst is zelfstandig adviseur, actief in het Nederlandse onderwijs. Samen publiceerden zij in het verleden over schoolcultuur, en concretiseren het thema in dit boek.

Paul Mahieu & Cees Dietvorst (red.)

Dit boek bestaat uit een mix van essays, wetenschappelijke bijdragen en praktijkgerichte onderdelen die de aard, het belang en de functies van humor in het onderwijs behandelen. Het geheel wordt opgefleurd met cartoons en gevalsbeschrijvingen.

De school, de lach en de lagg

Onderwijs is een ernstige aangelegenheid. Juist daarom is er nood aan meer humor in dat onderwijs. Want opbouwende en relativerende humor (‘de lach’) smeert de schoolcultuur, draagt bij tot creatief denken en bevordert het leerproces. Kwetsende of negatieve humor (de ‘lagg’) stelt de school dan weer in staat storingen in de schoolcultuur op het spoor te komen en bespreekbaar te maken.

Analyse en handelen. Domeinboek 3: Denkontwikkeling

Groeiboek is een hulpmiddel bij de uitbouw van een zorgbeleid in de school, in het bijzonder voor kleuters die extra aandacht vragen. De kleuterleidster is de spilfiguur van de extra zorg en haar vakkennis staat centraal.Via het stappenplan extra zorg wil Groeiboek planmatig werken en systematiseren wat de school en de leidsters doen. Het zorgsysteem omvat drie belangrijke stappen: signaleren, analyseren en handelen. Het gebruik van een kinddossier maakt de continuïteit van de aanpak mogelijk doorheen de kleuterschool.

Paul Mahieu & Cees Dietvorst (red.)

Groeiboek is in de eerste plaats ontwikkeld voor kleuterleidsters als hulpmiddel bij kwaliteitsvol werken in de klas. Het is tevens een instrument voor samenwerking en overleg over kinderen tussen ouders, leerkrachten, zorgbegeleiders, CLB-medewerkers, …

ISBN: 978-90-441-2442-2

Groeiboek bestaat uit vier afzonderlijke boekdelen. Het eerste deel is het Basisboek. Het tweede deel behandelt het signaleren. In het derde deel komen analyse en handelen aan bod. In het vierde deel wordt de continuïteit van de gedeelde zorg, met een centrale plaats voor het kinddossier, behandeld. Deel drie is het belangrijkste en omvangrijkste deel van het

Zor g- en volgsysteem voor kleuter s

zorgsysteem. De positieve ingesteldheid, elk ontwikkelingsdomein (motoriek, zintuigen, sociaal-emotioneel-moreel, zelfsturing, denken, taal), de lichamelijke ontwikkeling en de beschreven. Dit eerste boek ‘Situering en werkwijze’ van deel

B.indd 3

28-03-2009 10:02:55

drie vormt de onderbouw van het analyseren en het handelen. De auteurs zijn medewerkers van het Vormingscentrum van

Onderwijs is een ernstige aangelegenheid. Juist daarom is er behoefte aan meer humor in dat onderwijs. Want opbouwende en relativerende humor (de ‘lach’) smeert de schoolcultuur, draagt bij tot creatief denken en bevordert het leerproces. Kwetsende of negatieve humor (de ‘lagg’) stelt de school dan weer in staat storingen in de schoolcultuur op het spoor te komen en bespreekbaar te maken. de Vrije-CLB-Koepel.

ISBN 90-441-????-?

A n a l y s e e n h a n d e l e n - D e n ko n t w i k ke l i n g

omgevingsfactoren school en thuis worden in aparte boeken

Analyse en handelen Denkontwikkeling

VCLB Vormingscentrum

Composite

Dit boek bestaat uit een mix van essays, wetenschappelijke bijdragen en praktijkgerichte onderdelen die de aard, het belang en de functies van humor in het onderwijs behandelen. Gevalsbeschrijvingen maken alles concreet. En, practise what you preach: Het geheel wordt verlucht door tal van cartoons. Uit de Inhoud: P. Mahieu & C.Dietvorst: Humor in het onderwijs, inleidende beschouwing – P. Mahieu: Bekken van de Maes. Over functies van humor in het onderwijs – C. Hulshof: Onderwijs onder de MRI-scanner. Rol van humor voor docenten – W. Meeus: Je kan er toch mee lachen? Humor van leerlingen met de leraar als mikpunt – C. Dietvorst, m.m.v. H. Starren: Management en humor, een onmogelijk duo? – N. van Geetsom:


Groeiboek is een hulpmiddel bij de uitbouw van een zorgbeleid in de school. Het is in de eerste plaats ontwikkeld voor de kleuters die extra zorg nodig hebben. Via het stappenplan extra zorg kunnen het kleuterteam, de zorgbegeleiders en de directie planmatig werken. Het omvat drie belangrijke stappen: signaleren, analyseren en handelen. Het gebruik van een kinddossier maakt de continuïteit van de aanpak mogelijk door de hele kleuterschool heen. Groeiboek bestaat uit vier delen: Basisboek, Signaleren, Analyse en handelen en Continuïteit van de leerzorg. Analyse en handelen is het omvangrijkste deel van Groeiboek. Het bestaat uit een aantal aparte boeken. Nieuw verschijnt nu het derde domeinboek binnen Analyse en handelen: Denkontwikkeling. Zijn denkvermogen ontwikkelen is een complex proces waarbij de kleuter zijn wereld opbouwt en zijn begrippen steeds verder uitbouwt. De kleuter ontwikkelt een

aantal denkvaardigheden. Groeiboek geeft aan hoe die denkvaardigheden kunnen worden gestimuleerd of tot ontwikkeling worden gebracht bij een kleuter die op dat vlak extra zorg nodig heeft. Denkvaardigheden zijn noodzakelijk om een aantal basisinzichten te verwerven. Basisinzichten op gebied van natuur en techniek, mens en samenleving, tijd en ruimte, getallen en maten komen aan bod. Het domeinboek Denkontwikkeling geeft systematisch aan in dezelfde herkenbare lay-out hoe je de ontwikkeling van de basisinzichten kunt observeren en analyseren om de behoefte van de kleuter te achterhalen. De ontwikkelingslijnen, observatielijsten en doelgerichte interventies ondersteunen de kleuterleidster en begeleiders in hun extra zorg.

Om deze en andere vragen draait het in dit boek. Specialisten ter zake spreken zich uit. Onze kinderen, maar ook wijzelf in ons streven naar ‘een leven lang leren’, verdienen leraren en mentoren die ons stimuleren om onze persoonlijke talenten te ontwikkelen. Juist door mensen niet over één kam te scheren en talent op te vatten als een breed begrip, schept onderwijs mogelijkheden voor groei, voor emancipatie, voor gelijkwaardigheid, voor een duurzame samenleving. Een boek voor iedereen die van leren houdt.

Uit de Inhoud:

Uit de Inhoud:

Praktische informatie – Gebruik – Referentiekaart: Denkontwikkeling (DEN) – Vaardigheden van het denkproces ontwikkelen (Omschrijving - Waarmee heeft het te maken?) – Basisinzichten verwerven (Omschrijving - Waarmee heeft het te maken?) – Rode draden.

H. Wijffels: We hebben iedere flinter talent nodig – J.W.M. Kessels: Opleiden en leren in een kennissamenleving – A. de Grip: Verlies van talent na het verlaten van het onderwijs – R.F. Poell: Hoe de status quo in het onderwijs te doorbreken met het oog op de kenniseconomie? Perspectief vanuit Human Resource Development – P. den Boer & M. Vermeulen: Onontkoombaar onderwijs – H. Adriaansens: Wij pikken het talent er niet uit; wij máken talent – Naschrift. Waarde van onderwijs.

Reinilde Lambert en Mieke Wouters zijn verbonden aan het VLCB – Vormingscentrum van de Vrije Centra voor Leerlingbegeleiding in Brussel. ISBN 978-90-441-2098-1 21 x 29,7 cm, ca. 150 blz., tweekleurendruk Verschijnt in mei

NUR 841 S ca. € 34,-

L. Stevens & G. Bors (Red.)

Luc Stevens is emeritus-hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en directeur van het NIVOZ – Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken in Driebergen. Geert Bors studeerde Engelse taal- en letterkunde en werkt als freelance journalist. Nivoz-serie, nr. 3 ISBN 978-90-441-2457-6 14,5 x 21 cm, 110 blz. Verschenen

Behoud van talent

NUR 841 S € 15,-

Thema’S 3

nivoz

“Willen wij het talent dat in ieder van ons schuilt optimaal aanspreken, dan zullen we het onderwijsbestel zo moeten inrichten dat het vertrekpunt het individuele niveau is. We hebben elke flinter talent nodig.” Dr. Herman Wijffels, NIVOZ-lezing 2006 “Excellente studenten zíjn er niet; ze worden gemaakt. In een context waarin studenten en docenten elkaar kennen, zich verantwoordelijk voelen en de kans krijgen het onderste uit de kan te halen, ontstaat de mogelijkheid niet om talent eruit te pikken, maar om talent te máken.” Professor dr. Hans Adriaansens, NIVOZ-lezing 2008

deeL

3

J. van der Weegh, K. van Grunsven & L. Stevens

Luc Stevens & Geert Bors (Red.)

.

maximale uit onze kinderen te halen? Hoe voorkomen we verlies van talent door schooluitval? En hoe scheppen wij als samenleving een attitude voor life-long learning?

De gemotiveerde leerling

Hoe bekwaam ben je om je te handhaven in een snel veranderende wereld? Hoe creëer je nieuwe producten en diensten die aantrekkelijk én duurzaam zijn? Hoe ontwikkel je je talenten tot een toegevoegde waarde voor jezelf en de samenleving? Hoe gaat het ons lukken het maximale uit onze kinderen te halen? Hoe voorkomen we verlies van talent door schooluitval? En hoe scheppen wij als samenleving een attitude voor life-long learning? Om deze en andere vragen draait het in Behoud van Talent. In dit boek, dat de weerslag is van het NIVOZ-programma Talent, Beleid en Economie, is het woord aan zes vooraanstaande sprekers, die zich bewegen op het snijvlak van onderwijs en samenleving.

Met openingsessay van: Dr. Herman Wijffels en bijdragen van: Prof.dr. Hans Adriaansens Prof.dr. Andries de Grip Behoud van talent

Onze kinderen, maar ook wijzelf in ons streven naar ‘een leven lang leren’, verdienen leraren en mentoren die ons stimuleren onze persoonlijke talenten te ontwikkelen. Juist door mensen niet over één kam te scheren en talent op te vatten als een breed begrip, schept onderwijs mogelijkheden voor groei, voor emancipatie, voor gelijkwaardigheid, voor een duurzame samenleving. Een boek voor iedereen die van leren houdt.

Prof.dr. Joseph Kessels Prof.dr. Rob Poell Prof.dr. Marc Vermeulen

Hoe bekwaam ben je om je te handhaven in een snel veranderende wereld? Hoe creëer je nieuwe producten en diensten die aantrekkelijk én duurzaam zijn? Hoe ontwikkel je je talenten tot een toegevoegde waarde voor jezelf en de samenleving? Hoe gaat het ons lukken het

‘Leerlingen zijn niet gemotiveerd om te leren’ is een veelgehoorde verzuchting. Maar wat is dat: ‘een gemotiveerde leerling’? Welke kenmerken schrijven we toe aan motivatie? Wat is nodig om je gemotiveerd te voelen? Leerlingen en leerkrachten omschrijven motivatie vaak in termen van ‘lekker bezig zijn’, ‘ingespannen werken’ of ‘iets doen om een bepaald doel te bereiken’. In de afgelopen decennia is onderzoek verricht dat de motivatie en demotivatie bij kinderen probeert te verklaren. Maar ook de leerlingen zelf kunnen veel vertellen over wat het onderwijs hen moet bieden om motivatie vast te kunnen houden en uit te bouwen. Dit boek bevat, naast een beschrijving van voor het onderwijs belangrijke motivatietheorieën, uitspraken van leerlingen en leerkrachten over motivatie. Het verbindt wetenschappelijke beschouwingen Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 25

.

V. Schönbach (Red.)

Kortom TheMa’S a’S 4

nivoz

‘Wanneer ik gemotiveerd ben? Als ik iets een leuk onderwerp vind. ‘Leuk’ hoeft het ook weer niet altijd te zijn: soms wil je een goed cijfer en doe je daarom je best. Of als ik denk dat ik het wel kan, of zelf mag kiezen. Dan ben ik gemotiveerd.’ Leerling eerste leerjaar vo ‘Leerlingen zijn niet gemotiveerd om te leren’ is een veelgehoorde verzuchting. Maar wat is dat: ‘een gemotiveerde leerling’? Welke kenmerken schrijven we toe aan motivatie? Wat is nodig om je gemotiveerd te voelen? Stel je deze vragen aan leerlingen en leerkrachten dan omschrijven zij motivatie dikwijls in termen van ‘lekker bezig zijn’, ‘ingespannen werken’ of ‘iets doen om een bepaald doel te bereiken’. In de afgelopen decennia zijn veel onderzoeken verricht en theorieën ontwikkeld om motivatie en demotivatie bij kinderen te verklaren. Maar ook de leerlingen zelf kunnen ons veel vertellen over wat het onderwijs hen moet bieden om motivatie vast te kunnen houden en uit te bouwen. Dit boek bevat, naast een beschrijving van enkele voor het onderwijs belangrijke motivatietheorieën, veel uitspraken van leerlingen en leerkrachten over motivatie.

Kortom Afkortingenen websitegids

voor onderwijs en jeugdzorg Amsterdam en omstreken De gemotiveerde leerling

De gemotiveerde leerling verbindt wetenschappelijke beschouwingen met ervaringen in de klas. Het is een boek voor leerkrachten, schoolleiders en ouders, waarin duidelijk wordt met welke motivationele eigenschappen leerlingen het onderwijs binnentreden, onder welke omstandigheden ze gemotiveerd zijn én blijven, en in welke gevallen motivatieproblemen te verwachten zijn.

Afkortingen- en websitegids voor onderwijs en jeugdzorg in Amsterdam en omstreken

4

Jantine van der Weegh, Korine van Grunsven & Luc M. Stevens

‘Mijn leerlingen zijn vaak niet zo gemotiveerd als ik zou willen. Ze zijn met heel andere dingen bezig, kunnen hun hoofd er niet bij houden en schuiven het werk al snel terzijde. Het lukt ze niet om door te zetten. Ik krijg er geen vat op.’ Leerkracht groep 8

DeeL

Vliegen je bij besprekingen ook wel eens de afkortingen om de oren? Moet jij je ook vaak door documenten met vreemde lettercombinaties worstelen? Kortom: vraag jij je wel eens af hoe je kunt overleven in die afkortingensoep? Deze gids zet je snel weer op het goede spoor. Naast afkortingen bevat de gids bovendien interessante websites over kinderen, onderwijs en jeugdzorg. De gids is een must voor iedereen uit het onderwijs en de jeugdzorg. De afkortingen zijn vooral afkomstig uit het primair, voortgezet en speciaal onderwijs met bijzondere aandacht voor de regio Amsterdam. Deze uitgave is een initiatief van Kolom, Stichting voor Speciaal Onderwijs met vestigingen in Amsterdam, Haarlem en Hoofddorp. Vivian Schönbach is er beleidsmedewerker.

met ervaringen in de klas. Het is een boek voor leerkrachten, schoolleiders, begeleiders en ouders. Het maakt duidelijk met welke motivationele eigenschappen leerlingen het onderwijs binnentreden, onder welke omstandigheden ze gemotiveerd zijn én blijven; en in welke gevallen motivatieproblemen te verwachten zijn.

Vivian Schönbach (Red.)

kortom3.indd 1

11-02-2009 14:33:15

Uit de Inhoud: Motivatie: Ervaringen vanuit de onderwijspraktijk – Motivatie: Naar een definitie – Leerkracht – Medeleerlingen – Leeromgeving.

Luc Stevens is emeritus-hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en directeur van het NIVOZ – Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken in Driebergen. Jantine van der Weegh, ortopedagoog, en Korine van Grunsven, onderwijskundige, zijn wetenschappelijk onderzoeker bij het NIVOZ. Nivoz-serie, nr. 4 ISBN 978-90-441-2458-3 14,5 x 21 cm, ca. 120 blz. Verschijnt in mei

ADHD, FOVIG, HGPD, JAR, WEBREB enzovoort. Vliegen je bij besprekingen ook wel eens de afkortingen om de oren? Moet jij je ook vaak door documenten met vreemde lettercombinaties worstelen? Kortom, vraag jij je wel eens af hoe je moet overleven in die afkortingensoep? Deze gids zet je snel weer op het goede spoor. Op een haast exhaustieve manier is hier een omvangrijke lijst van afkortingen uit het primair, het voortgezet en het speciaal onderwijs opgesteld. Afkortingen gaan over zorg, met bijzondere aandacht voor de regio Amsterdam. Achteraan bevindt zich ook een overzicht met interessante websites over kinderen, onderwijs en jeugdzorg. Deze gids is bestemd voor iedereen uit het onderwijs en de jeugdzorg.

NUR 841 S ca. € 17,-

Uit de Inhoud: Doelstelling – Afkortingen A tot Z – Belangrijke websites.

Faxen naar Garant Nederland: 055 522 56 94 België: 03 233 26 59


Deze uitgave is een initiatief van Kolom, Stichting voor Speciaal Onderwijs met vestigingen in Amsterdam, Haarlem en Hoofddorp. Vivian Schönbach is er beleidsmedewerker. ISBN 978-90-441-2436-1 15,5 x 24 cm, 88 blz. Verschenen

NUR 840 S € 12,70

F. Harinck

Basisprincipes Praktijkonderzoek

27-9

04-02-2009 09:52:59

Sinds de invoering van het bachelor/masterstelsel dienen ook hogescholen onderzoek te verrichten en hun studenten onderzoeksvaardigheden bij te brengen. Hoe het onderzoeken op de hogeschool eruit zal gaan zien, is nog onzeker. Het zal om een ander soort onderzoek gaan dan op de universiteiten gebruikelijk is. In dat verband worden termen genoemd als toegepast onderzoek, actieonderzoek en praktijkonderzoek. Dit boek wil een visie aanreiken voor het onderzoek op de hogescholen, ‘praktijkonderzoek’ zoals het hier genoemd wordt. Dit studieboek heeft inmiddels zijn weg gevonden naar vele hogescholen. Deze vijfde druk is grondig gereviseerd. Zo werden ondersteunende schema’s toegevoegd, alsook uitgebreide aanwijzingen voor het vinden van een geschikt onderzoeksonderwerp. Tevens is gebleken dat studenten erg geholpen zijn met extra steun bij het ontwerpen van instrumenten voor gegevensverzameling. In deze nieuwe uitgave wordt ook nog meer gezegd over het belang van onderzoek voor de praktijk. Uit de Inhoud: Onderzoeken: wat is dat? (Onderzoeken als leraar, waarom zou je? - Methodische aanpak - Alledaags kennen en onderzoekend kennen - Twee hoofdvormen van onderzoek - Grondhouding van de onderzoeker) – Hoe komen we tot een onderzoeksvraag? (Doelstelling van het onderzoek - Doelstelling in het onderzoek Onderzoeksvragen - Deelvragen - Verlegenheidsituatie, praktijkvraag en onderzoeksvraag - Kwaliteitseisen aan onderzoeksvragen en deelvragen) – Onderzoeksvragen en het theoretisch kader (Rol van theorie - Wat is een theorie? - Werken met theorie: rol van eigen praktijk-

ervaring - Theorie en onderzoeksvragen: voorbeeld - Hoe kom je aan een onderwerp?) – Methodische aanpak (Belangrijke onderzoeksmethoden - Verkrijgen van gegevens - Kwaliteit van het instrument, betrouwbaarheid en validiteit - Onderzoeksgroep - Hoe vaak gegevens verzamelen en in welke situatie?) – Verzameling van gegevens: instrumentontwerp (Methoden van gegevensverzameling; algemene punten - Vragenlijst - Interview - Observeren Toetsen en tests - Checklist - Aandachtspunten voor instrumenten) – Verwerken van de onderzoeksgegevens (Verschil tussen kwalitatieve en kwantitatieve gegevens - Verwerking van kwantitatieve gegevens - Verwerking van kwalitatieve gegevens - Reflectie op de uitkomsten van het onderzoek) – Praktijkonderzoek: onderzoeken én handelen (Planmatig handelen: basis voor praktijkonderzoek - Aanzet tot een basismodel voor praktijkonderzoek Stroomdiagram praktijkonderzoek - Meerdere petten op - Voorbeelden van praktijkonderzoek) – Communicatie en rapportage (Rol van communicatie - Communicatie als voorwaardenscheppend - Rapportage en verslaglegging - Onderzoeksrapport - Bijdrage aan het vakgebied: stap naar kennisconstructie) – Bijlagen (Mijn onderwerp bestaat niet in het Engels: I always get my sin - Onderzoeksplan op basis van nieuwsgierigheid - Planformulieren - Vragenlijst - Leerkrachtvragenlijst Dyslexieovergang - Antwoorden op een open enquêtevraag - Uitwerking opdracht ‘waarom de bergen in?’ - Onderzoek in basis- en voortgezet onderwijs: voorbeelden - Actieve verwerking van literatuur - APAregels literatuurlijst en literatuurverwijzing).

Frits Harinck, psycholoog, is verbonden aan de Hogeschool Windesheim waar hij betrokken is bij het opzetten van een masteropleiding en het ontwikkelen van modules praktijkonderzoek. Vijfde, herziene en vermeerderde druk ISBN 978-90-441-2427-9 17 x 24 cm, 197 blz. Verschenen

NUR 740 & 916 S € 19,90

J. Imants & H. Oolbekkink (Red.)

Leren denken binnen het schoolvak De afgelopen jaren groeide de aandacht voor activerende didactiek en zelfstandig leren. De auteurs beschrijven een project waarbij leraren en lerarenopleiders samen op zoek gaan naar manieren om leerlingen actief te laten denken binnen hun specifieke schoolvak. Hun ervaringen en resultaten bij het stimuleren van leren denken in het schoolvak door leerlingen staan centraal. Werkzame bestanddelen in de activerende didactiek die het zelf leren denken in het schoolvak bevorderen, worden opgespoord en nader bekeken. Daarnaast worden er vijf vuistregels gegeven die het leren van zowel leraren als Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

27

Ro dio euisis eugait autetue rcidunt la conse diam adipit iliquat. It amcommo lenisit, sit volorer aestrud estrud duipit lore conulla consendem nullaorper iustrud modion vullametuero odolortin eummy nullam nit lamet at nulla feuisi tisim irilit velessectem vel utpat wisl duipisi blan henibh et, quissit dolorem non eugait ex et praestrud tie do etue conullum dunt acipi cipisl in ut dolorer autat.

eugait alit lore consed tetum do dolore magnibh enim nim velisis nibh eratin hendipis er accumsandrem aut incilla faccums andionsectet iure modolor at. Ut lam zzrit ullam deliquis esecte er augait lum dionsecte consectem zzrit iuscincip ea feummy nosto od tio core commodolor enim euguero eu feu faccumsandio dolenibh eros er ing ea commoloreet la feugiam consed

Tien keer beter

Leren denken binnen het schoolvak

Leraren verbeteren hun onderwijspraktijk door onderzoek

Jeroen Imants & Helma Oolbekkink (Red.)

Equis niat ing elenisl dolorpe raesting endigna feuis autat lutpat eugue do consequ issendit la consectet wis am vent volorperosto consed dignit nit pratet lumsan henit lore euguero dolobor sum exeros nibh eugait ut venim ip et ilit ad te min ullut wissi essequisl duipit vent volutem enim iliquat, consent ipisit alisisit, secte tet, volor aut nisl et praesse quipisi tie etum iniamet wis atet voloreet iriliquisl elesenisci tem zzrit euipsum velit, sed magna

Leren denken binnen het schoolvak

Riure deliquam iure dolore tet lore dolendip eu feu faccum irit ad tat niam velit praestrud tie dolor sustrud delessequat vendips umsandiam quat. Ut wis nonse te mod mincipsusci blandrem velit illaore ming erci et vel ero od tatuercidunt loborpe riureraestie duisi.

A. van de Berg e.a.

Jeroen Imants & Helma Oolbekkink (Red.)

lerarenopleiders bij een dergelijk project kunnen bevorderen. In het verlengde daarvan komen ook een aantal veelgehoorde misverstanden over actief en zelfstandig leren aan bod. Naast reflectie op de ervaringen en resultaten van dit project biedt het boek praktische handvatten om onderzoek en ontwikkeling door leraren in de eigen klas en school naar het leren denken in de schoolvakken te bevorderen. Uit de Inhoud: J. Imants & H. Oolbekkink: Inleiding (Aanleiding - AZLproject - Doelen en werkwijze - Positie ten opzichte van actuele discussies) – J. Imants & H. Oolbekkink: Actief en Zelfstandig Leren in de schoolvakken: ontwerpen en beproeven (Visie - Opzet - Partnership) – H. Havekes, J. de Vries & H. Oolbekkink: ‘Geschiedenis Doordacht: Bevlogen verder met het vak’ (Vakgroep geschiedenis - Visie binnen kerngroep op leren door leerlingen van het schoolvak geschiedenis en ontwikkeling van visie gedurende het project - Werkwijze binnen vakgroep geschiedenis - Ontwikkeling van producten: chronologie en mystery) – F. Hooghuis, J. Imants & H. Oolbekkink: Leren denken met aardrijkskunde (Vakgroep aardrijkskunde - Visie op het leren van aardrijkskunde en het onderwijs in het schoolvak - Werkwijze binnen de vakgroep aardrijkskunde - Ontwikkeling en beoordeling van producten Opbrengsten) – P.-H. van de Ven & H. Oolbekkink: ‘Leerlingen kunnen meer dan je denkt’. Over actief en zelfstandig leren in het schoolvak Nederlands (Vakgroep Nederlands - Schoolvak Nederlands in de Tweede Fase - Werkwijze binnen de vakgroep - Fase 1: Probleemanalyse - Fase 2: Ontwikkel- en uitprobeercyclus).

Jeroen Imants en Helma Oolbekkink-Marchand doceren aan het Instituut voor Leraar en School van de Radboud Universiteit in Nijmegen. ISBN 978- 90-441-2434-7 16 x 24 cm, ca. 160 blz. Verschijnt in april


NUR 840 W ca. € 20,-

Je bent nooit uitgeleerd: Dat geldt ook voor (student-)leraren. Om goed te onderwijzen is het noodzakelijk geregeld de eigen lespraktijk aan een onderzoek te ontwerpen. Maar hoe doe je dat dan? In dit boek worden tien zulke onderzoeken voorgesteld. De auteurs bevragen een bepaalde afgebakende activiteit uit hun onderwijspraktijk: Wat werkt er wel? Wat werkt er niet? Wat kan er beter? Wat moet er niet of geheel anders gebeuren? De onderzoeken zijn gericht op het verbeteren van de eigen werkpraktijk in de klas, de remedial teaching, op afdelingsniveau en op schoolniveau. Het geheel is geïllustreerd met cartoons. Een inspirerende bundel voor wakkere onderwijsmensen. Uit de Inhoud: R. Boerman, A. Blonk & K. Smeets: Nieuwsgierigheid vraagt om onderzoek – T. van de Kam: Gelukkige klas. Over de kracht van de leerkracht – M. Schokker: Veilige pauze. Over het gevoel op het schoolplein – A. van den Berg: Beweging en autisme. Over structuur in bewegingsonderwijs – K. Delmee: Betrokken door een thema. Over thematisch werken in het SBO – C. van Mourik: Oplossing in eigen hand. Over oplossingsgericht werken – L. Dreissen: Ik ben gelukt! Over uitgaan van kracht en kwaliteit – W. Wijma: Effectieve instructie? Reken maar! Over instructie in het rekenonderwijs – T. Conijn: Lasagne. Rekenles in hapklare stukken. Over betekenisvol rekenen tijdens de kookles – D. Verhoeven: Werken aan wat werkt. Over een oplossingsgericht SV*trainingsprogramma – P. Clijsen: Naar een goede speelplaats. Over de inrichting van het plein.

Met inleidende teksten van Sharon Dijksma, staatssecreataris, en René Verhulst, voorzitter van de WEC-raad.

Uit de Inhoud: L. den Hartog: Column. Beter een goede buur dan een critical friend? – J. van Swet: Introduction – B. Roosken: Everybody’s got to learn sometime – A. Ansems: Content matter among critical friends matters – J. Siebelink: Being critical on friendly terms – L. den Hartog: Long and winding road – J. van Swet: Facilitating a collaborative enquiry group – Frequently asked questions, provoking answers and an invitation to a dance. Met een voorwoord van prof. dr. Frans C.B. van Wijnen.

Andy van de Berg en de coauteurs volgden de opleiding M SEN – Master Special Educational Needs bij Fontys-OSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg in Tilburg. Het boek is ontstaan uit een project dat begeleid werd door Anita Blonk, Rob Boerman en Karel Smeets. Praktijk in onderzoek, nr. 2 ISBN 978-90-441-2417-0 17 x 24 cm, 156 blz., geïllustreerd Verschenen

NUR 840 S € 14,90

A. Ansems, L. den Hartog, B. Roosken, J. Siebelink & J. van Swet

That’s what friends are for Critical friends in a professional learning community That’s what friends are for

That’s what friends are for

Critical friends in a professional learning community

: Barabara Roosken, Jan Siebelink, Adriaan Ansems

Samen kennis creëren in basisscholen en lerarenopleidingen

Jacqueline van Swet Barbara Roosken Adriaan Ansems Jan Siebelink

begrip ‘critical friend’ is nog zelden duidelijk gedefinieerd. Toch zijn al friends’ van onmisbare betekenis. Zeker voor studenten en andere ssionals als zij praktijk gestuurd onderzoek doen en daarvan een verslag ven. Dan is er sprake van interactieve kennisontwikkeling. boek gaan de auteurs op zoek naar een nadere omschrijving van doel rkwijze van ‘critical friendship’.

Luuk den Hartog

Vitaliteit

in processen van collectief leren

Praktijk in Onderzoek, deel 3 Praktijk in Onderzoek

3

NUR 840 S € 19,-

J. Castelijns, B. Koster & M. Vermeulen

Vitaliteit in processen van collectief leren

Critical friends in a professional learning community

: Boven: Luuk den Hartog, Jacqueline van Swet

Praktijk in onderzoek, nr. 3 ISBN 978-90-441-2439-2 17 x 24 cm, 168 blz. Verschenen

Vitaliteit in processen van collectief leren

rug 9 ,5 m m

cal friendship’ is an intriguing concept. The term appears in many s and articles about research and about collaborative learning. However, rarely been defined clearly. In this book the authors explore the concept al friendship’ as a way of working and acting of students in tutor groups g a master course. ntys Teacher Training College of Special Educational Needs all students use of critical friends during their study process. Being a learning munity it is important that staff members do the same. The aim of this is to find out what the concept means both for the students and for the It is a contribution in the quest how to indicate and practice ‘critical dship’ in a master’s programme.

Adriaan Ansems, Luuk den Hartog, Barbara Roosken, Jan Siebelink en Jacqueline van Swet zijn verbonden aan het Fontys-OSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg in Tilburg.

Het begrip ‘critical friend’ heeft iets intrigerends. De term duikt geregeld op wanneer het gaat over onderzoek voeren en leergemeenschappen, en benoemt dan de verschillende partners die kunnen samenwerken bij een leerproces: studenten onderling, studenten en docenten, en docenten onderling.

De groeiende populariteit van het interactieve leren of ‘collaborative learning’, vraagt meer aandacht voor ‘critical friends’. Zeker voor studenten en andere professionals die praktijkgestuurd onderzoek doen en daarvan een verslag schrijven is dit van onmisbare betekenis. In dit boek omschrijven de auteurs het doel en de werkwijze van ‘critical friendship’.

Jos Castelijns, Bob Koster, Marjan Vermeulen

Veel basisscholen en lerarenopleidingen hebben de ambitie een onderwijspraktijk te ontwikkelen die voor alle betrokkenen interessant, motiverend, uitdagend en betekenisvol is. Dit streven vraagt om een proces waarin de behoeften van leerlingen, leraren, studenten en opleiders serieus worden genomen. Als belanghebbenden participeren zij in de vormgeving van de beoogde praktijk. Het op systematische wijze realiseren van een gezamenlijke ambitie wordt collectief leren of collectief kennis creëren genoemd. Collectief kennis creëren is een vitaal proces waarin aan de individuele behoeften van betrokkenen aan relatie, competentie en autonomie tegemoet wordt gekomen. Tegelijk wordt ook voorzien in de collectieve behoeften aan de cohesie, coherentie en coöperatie. Deze publicatie biedt een theoretisch model voor collectieve leerprocessen en gaat in op de vormgeving ervan. Zij laat aan de hand van casuïstiek zien hoe collectief leren in een basisschool en een opleiding gestalte krijgt en biedt er een samenhangende methodiek voor.

eit Vitalinitprocessen

van collectief leren Samen kennis creëren in basisscholen en lerarenopleidingen

Jos Castelijns, Bob Koster, Marjan Vermeulen

9 789044 124330

Basisscholen en lerarenopleidingen hebben de ambitie om een onderwijspraktijk te ontwikkelen die voor alle betrokkenen interessant, motiverend, uitdagend en betekenisvol is. Dit streven vraagt om een proces waarin de behoeften van leerlingen, leraren, studenten en opleiders ernstig genomen worden. Als belanghebbenden moeten


Deze publicatie biedt een theoretisch model voor collectieve leerprocessen en gaat in op de vormgeving ervan. Zij laat aan de hand van praktijkvoorbeelden zien hoe collectief leren in een basisschool en een opleiding gestalte krijgt, en biedt er een samenhangende methodiek voor. De doelstellingen worden vervuld ten behoeve van de actoren, betrokken bij de strategische ontwikkeling van het beroepsonderwijs.

Controverse en perspectief in het beroepsonderwijs

Het Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (MGK bve) heeft als doelstellingen: - het bewerken van nationale en internationale kennis over beroepsonderwijs; - het analyseren en verspreiden van deze kennis; - het bevorderen van kennisproductie; - het stimuleren van discussies over beroepsonderwijs.

Max Goote Jaarboek

zij kunnen participeren in de vormgeving van de beoogde praktijk. Het op systematische wijze realiseren van een dergelijke gezamenlijke ambitie wordt ‘collectief leren’ of ‘collectief kennis creëren’ genoemd. Collectief kennis creëren is een vitaal proces waarin aan de individuele behoeften van betrokkenen aan relatie, competentie en autonomie tegemoet gekomen wordt. Tegelijkertijd wordt in de collectieve behoeften ook aandacht besteed aan cohesie, coherentie en coöperatie.

Controverse en perspectief in het beroepsonderwijs Willem Houtkoop, Sjoerd Karsten & Fons van Wieringen (red.)

Jaarboek Kennisproductie op het terrein van het bve-systeem

Uit de Inhoud: Kennis, kennis creëren en vitale ruimte – Naar een vormgeving van collectieve processen – Collectieve processen in een basisschool – Collectieve processen in een lerarenopleiding – Methodiek voor collectief leren.

Jos Castelijns, Bob Koster en Marjan Vermeulen zijn lector Integrale ontwikkeling van scholen en opleidingen bij de Educatieve Federatie Interactum in Utrecht. ISBN 978-90-441-2433-0 14 x 21 cm, ca. 160 blz. Verschijnt in mei

NUR 840 W ca. € 20,-

werkplek. Voldoet de private component, voldoen praktijkstages en leerwerkplekken? Het vierde deel ten slotte behandelt enkele bestuurlijke vraagstukken van instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Het boek richt zich nadrukkelijk tot de vele actoren die betrokken zijn bij het beroepsonderwijs: directies, leerkrachten, begeleiders, beleidsmakers, onderzoekers en ondernemers. Uit de Inhoud:

W. Houtkoop, Sj. Karsten & F. van Wieringen (Red.)

Controverse en perspectief in het beroepsonderwijs Kennisproductie op het terrein van het bve-systeem Er zijn veel kansen weggelegd voor het beroepsonderwijs. Meer dan ooit zijn onderwijs, markt en maatschappij op elkaar betrokken. Het beroeps- en volwassenenonderwijs zit net op de snijlijn tussen het private, de school, en het publieke, de markt. Het Max Goote Kenniscentrum belicht de mogelijkheden en grenzen van deze samenwerking. Het eerste deel behandelt de wisselwerking tussen publiek en privaat in het beroepsonderwijs. Beroepsonderwijs is nooit alleen een overheidstaak geweest, maar hoever gaat de private component? Praktijkstages zijn te zien als een privaat onderdeel en hebben aan belang gewonnen. In het tweede deel staat de controverse tussen competentiegericht onderwijs en ‘gewoon’ onderwijs centraal. Wat betekenen deze termen, kan een opleiding daar iets mee en wat is wijsheid? In het derde deel komt het leren buiten de school aan bod en dan vooral het leren op de Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 30

A.M.L. van Wieringen & W.A. Houtkoop: Weloverwogen beroepsonderwijs – Beroepsonderwijs: publiek en privaat domein (S. Karsten: Publieke waarde van het beroepsonderwijs - J.M. Waterreus: Doelgericht investeren in het onderwijs: publiek én privaat) – Competenties of geen competenties (R.K.W. van der Velden: Generiek of specifiek opleiden? - E. de Bruijn: Adaptief beroepsonderwijs. Leren en opleiden in transitie - V. Donché, A. Deneire & P. Van Petegem: Leerstijlen en leerprestaties in het beroepsonderwijs - M.J.M. van den Berg: Vormgeven van beroepsonderwijs: hoofd, hart en handen A.L. Mok, G.J. Vrieze & F. Smit: Beroepsinwijding in het middelbaar beroepsonderwijs - A.F.M. Nieuwenhuis: Vernieuwend vakmanschap. Drieluik over beroepsonderwijs en innovatie - K.J. Polder: Innovatieprocessen in het beroepsonderwijs) – Leren naast en na de school (W.J. Nijhof: Leerpotentieel van de werkplek - J.H.A.M. Onstenk: Beroepsonderwijs en bedrijven: uitbesteding of co-design? - B.W. Hövels & J. van den Berg: Bedrijven en beroepsonderwijs: ‘het betreden van de plek der moeite’ - J.A.M. van Kuijk, P. van Loon, G.J. Vrieze & J. Engberts: Leerwerktrajecten leveren maatwerk - M.A.C.T. Kuijpers & F.J.M. Meijers: Onbereikbaarheid van loopbaanleren) – Beroepsonderwijs: publieke sturing (M.E. van der Sluis: Voortijdig schoolverlaten oplosbaar? Beschouwing over het beleidsprobleem voortijdig

schoolverlaten - W.J.M. van Esch & C. Teelken: Veranderingen in de sturingsbalans tussen overheid en bve-instellingen - E.H. Hooge, F. Nusink & M.E. van der Sluis: Rollen van raden van toezicht in de bve-sector R. van Schoonhoven & D.C.J.P. Konings: Volwaardige medezeggenschap in het beroepsonderwijs).

De redacteuren zijn verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Willem Houtkoop is senior onderzoekeradviseur bij het Max Goote Kenniscentrum. Sjoerd Karsten is bijzonder hoogleraar en tevens onderzoekscoördinator bij het SCO-Kohnstamm Instituut. Fons van Wieringen is gewoon hoogleraar. Hij is ook voorzitter van de Onderwijsraad. ISBN 90-441-2304-3 17 x 24 cm, ii + 392 blz. Eerder aangekondigd, nu verschenen

NUR 840 S € 34,-

J. Fanchamps, J. Gardenier & F. Smulders (Red.)

Leren in het Beroepsonderwijs

Naast alle aandacht die er is voor ‘wat’ er geleerd moet worden, benadrukt dit boek vooral het ‘hoe’ van het leren in het beroepsonderwijs. De auteurs doen dat met open oor en oog voor het leerproces en de motivatie in het kader van de beroepsvoorbereiding. Samenwerkend leren, zelfstandig leren, loopbaanleren en professioneel leren vormen de voorwaarden voor succesvol leren in het beroepsonderwijs. Ook ict als hulpmiddel hoort bij dit onderwijsaanbod. Voortijdig schoolverlaten moet worden teruggedrongen, een uitdaging die recht in de ogen moet worden gekeken. Uit de Inhoud: J. Fanchamps, J. Gardeniers & F. Smulders: Leren in het beroepsonderwijs – Q. Kools, H. Schollen & P. Noordzij: Samenwerkend leren in het beroepsonderwijs – F. Crasborn & P. Henissen, Beelden van zelfstandig leren – K. Vloet: Loopbaanleren en professionele identiteit van leraren – E. Verbiest & M. Timmermans: Ontwikkeling van professionele leergemeenschappen. Wat en hoe? – W. Didderen & A. Smeets: ICTGrassRoots-regeling voor het vo – H. Manders: Intrapreneurschip, de werknemer van de 21ste eeuw – E. Spuijbroek-Mesch: Doorzettuh en binnen boord blijven.

De redacteuren, Jacques Fanchamps, Jo Gardenier, Frans Smulders, en de auteurs zijn allen verbonden aan FontysOpleidingen op diverse locaties. Fontys-Educatief, nr. 11 ISBN 978-90-441-2421-7 16 x 24 cm, 100 blz. Verschenen

Voor de leraar in het beroepsonderwijs is naast brancheen beroepskennis algemene kennis op hbo-niveau van groot belang. De grote uitdaging voor het (voorbereidend) beroepsonderwijs is echter om de leerling de kans te geven te ontdekken wat het best bij hem of haar past.

NUR W € 15,-

Garant-boeken Rechtstreeks bij de uitgever of via de (internet)boekhandel

De ‘nieuwe leerling’ vraagt om een praktijkgerichte en competentiegerichte opleiding die aanspreekt. Leraren zullen dan ook meer moeten samenwerken met collega’s op de school en met mensen uit de bedrijven om het onderwijs die gewenste samenhang in kennis en vaardigheden te geven.


31

J. Fanchamps (Red.), R. Jansen, T. van der Linden & A. van der Vinne

Handboek Schoolontwikkelingstraject integrale leerlingenzorg

Consultancyvaardigheden (Begrip competentie Competenties om de context te analyseren - Expertmatige of procesmatige aanpak - Interventiemogelijkheden voor de consultant - Consultantrollen - Professionaliseren van competenties).

Jacques Fanchamps is projectleider bij het Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg van de WOSOinstellingen. Robert Jansen is opleider en ontwikkelaar bij Windesheim OSO – Opleidingen Speciaal Onderwijs in Zwolle en begeleidt daar ook studenten in praktijkonderzoek. Ton van der Linden heeft een eigen bureau voor onderwijs en tekstschrijven. Voordien was hij leraar en mentor in het (speciaal) onderwijs, directeur van een VOschool en vakdidacticus bij een lerarenopleiding. Arjen van der Vinne is zelfstandig kinderen jeugdpsycholoog en consultant voor het onderwijs. LEOZ-Rapporten 1 ISBN 978-90-441-2468-2 17 x 24 cm, 116 blz. Verschenen

NUR 840 S € 14,90

K. Dijkstra, J. Fanchamps (Red.), I. Miedema & B. van Velthooven

Vademecum voor de Invoering van regionale projecten passend onderwijs 2

LEOZ-rapport 2

Het Nederlandse onderwijssysteem staat weer voor een nieuwe uitdaging: Passend Onderwijs in een regio realiseren. Dat vergt extra inspanningen voor iedereen die bij deze vorm van onderwijs betrokken is of gaat worden. De verantwoordelijkheid voor een goede invoering ervan berust met name bij de schoolbesturen in samenwerking met de regio. Voor een goede invoering - en dus voor de besturen en de regio - zijn volgens de auteurs een aantal voorwaarden van doorslaggevende betekenis: • weten wat Passend Onderwijs is of kan betekenen; • visie hebben hoe dit voor de eigen organisatie en regio er uit zou kunnen zien; • praktische invullingen daarvoor ontwikkelen en die zo goed mogelijk in alle geledingen in te voeren (implementatie).

Deze uitgave maakt deel uit van een project van LEOZ – Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg, een initiatief van WOSO – Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs.

Een vademecum betekent letterlijk ‘een leidraad, iets wat men altijd bij zich heeft’. Dit vademecum is bedoeld voor iedereen - met name collega consultants van lerarenopleidingen - die het invoeringsproces van Passend Onderwijs willen of kunnen gaan ondersteunen. Dat kan heel praktisch omdat het mede gebaseerd is op de gewaardeerde inbreng van drie pilotprojecten Passend Onderwijs: Almere, Midden Brabant en de Zaanstreek.

Uit de Inhoud:

LEOZ – Leerlingenzorg (Wat is leerlingenzorg? - Benaderingen van leerlingenzorg vanuit orthopedagogisch denken en handelen - Vormen van leerlingenzorg en schooltypen: ideaaltypisch gezien - Integrale leerlingenzorg en ketenzorg in het perspectief van schoolontwikkeling - Leerlingenzorg in het Primair Onderwijs - Leerlingenzorg in het Voortgezet Onderwijs - Leerlingenzorg in Regionale Opleidingscentra (ROC’s) - Leerlingenzorg en Passend Onderwijs) – Schoolontwikkeling (Schoolontwikkeling: algemeen - Schoolontwikkeling en leerlingenzorg: specifiek) – Implementatie (Implementatie als begrip Implementatiestrategieën - Model voor implementatie - Innovatiecyclus versus projectmatig veranderen - Factoren die de implementatie beïnvloeden) –


Vademecum voor de invoering van regionale projecten Passend Onderwijs

LEOZ Deelproject 2

ISBN 978-90-441-2471-2

Kees Dijkstra ISBN 978-90-441-2471-2

Jacques Fanchamps Irma Miedema

U

09-0349 Fontys Deel OMS 2.indd 1

Vademecum voor de invoering van regionale projecten Passend Onderwijs

In dit handboek worden lerarenopleiders die als consultant/adviseur willen gaan werken, voorzien van basiskennis om dat voor een traject voor integrale leerlingenzorg te doen. Naast deze basiskennis van integrale leerlingenzorg wordt integrale leerlingenzorg ook in het perspectief van een schoolontwikkelingstraject geplaatst en wordt uitgelegd hoe je het gekozen traject in de praktijk uit kunt voeren (implementatie) en welke algemene en specifieke competenties je daarvoor nodig hebt.

Bert van Velthooven 9 789044 124712

9 789044 124712 19-03-2009 11:20:36

Het Nederlandse onderwijssysteem staat weer voor een nieuwe uitdaging: Passend Onderwijs in een regio realiseren. Dat vergt extra inspanningen voor iedereen die bij deze vorm van onderwijs betrokken is of gaat worden. De verantwoordelijkheid voor een goede invoering ervan berust met name bij de schoolbesturen, in samenwerking met de regio. Voor een goede invoering – en dus voor

W. Claasen, E. de Bruïne, H. Schuman, H. Siemons & B. van Velthooven

Inclusief bekwaam 4

LEOZ-rapport 4

Inclusief onderwijs wordt gekenmerkt door samenwerking en participatie: met en door leerlingen, ouders, collega’s en andere betrokkenen in en om de school. Hierin vervullen de leraren/docenten die voor de groep staan een sleutelrol: zij fungeren als vertrouwenspersoon voor hun leerlingen, zij geven diversiteitsleren vorm. Voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften kunnen ze een beroep doen op een gespecialiseerde begeleider en iemand die zorg draagt voor een goede afstemming van activiteiten en voorzieningen.


Inclusief Bekwaam beschrijft de generieke kwaliteiten die in inclusief onderwijs van de leraar, de gespecialiseerde begeleider en de (zorg)coördinator worden gevraagd. Voor de uitwerking van Inclusief Bekwaam is op basis van literatuurstudie, raadpleging van mensen uit de praktijk en consultatie van deskundigen het basisprofiel van SBL aangevuld.

Inclusief Bekwaam - Generiek competentieprofiel inclusief onderwijs

de besturen en de regio – zijn een aantal voorwaarden van doorslaggevende betekenis: weten wat Passend Onderwijs is of kan betekenen; visie hebben hoe dit voor de eigen organisatie en regio eruit zou kunnen zien; praktische invullingen daarvoor ontwikkelen en die zo goed mogelijk in alle geledingen invoeren (implementatie). Dit vademecum is bedoeld voor iedereen die het invoeringsproces van Passend Onderwijs wil of kan ondersteunen en voor consultants in de lerarenopleiding in het bijzonder. Dat kan heel praktisch, omdat het Vademecum gebaseerd is op drie proefprojecten Passend Onderwijs.

Op basis van Inclusief Bekwaam is een quick scan ontwikkeld, bedoeld als hulpmiddel bij het in kaart brengen van gewenste en aanwezige kwaliteiten, voor individuele leraren én voor het team als geheel. U vindt de quick scan op www.leoz.nl/inclusieprofiel

Inclusief Bekwaam Generiek competentieprofiel inclusief onderwijs

Uit de Inhoud: Regelgeving Passend Onderwijs (Ontwikkeling en regelgeving t.a.v. Passend Onderwijs - Passend Onderwijs en het Zorg- en Adviesteam) – Kerninhouden Passend Onderwijs (Samenwerking binnen Passend Onderwijs - Regionale context - Samenwerken in de regio met partners buiten het onderwijs - ‘Passend’ versus ‘Inclusief’ onderwijs - Gedachtevorming op scholen - Toegang tot Zorgarrangementen - Professionele expertise: verschuiving en ontwikkeling - Kwaliteitszorg) – Implementeren van Passend Onderwijs (Competenties voor implementatie van Passend Onderwijs - Kritische en succesfactoren bij de implementatie - Zelfreflectie).

LEOZ Deelproject 4

ISBN 978-90-441-2472-9

9 789044 124729

NUR 840 S € 10,60

Bert van Velthooven

9 789044 124729


LEOZ-Rapporten 2 ISBN 978-90-441-2471-2 17 x 24 cm, 80 blz. Verschenen

Hans Schuman Hettie Siemons

U

Kees Dijkstra is opleider, acquisiteur en voorzitter van de curriculumcommissie bij Windesheim OSO – Opleidingen Speciale Onderwijszorg in Zwolle. Bert van Velthooven is er docent en onderwijsadviseur. Jacques Fanchamps is projectleider bij het Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg van de WOSO-instellingen. Irma Miedema, psycholoog, verzorgt advies en begeleiding (projectleiding) bij vernieuwingen in onderwijsorganisaties zoals Passend Onderwijs.

Wim Claasen Erica de Bruïne

ISBN 978-90-441-2472-9

19-03-2009 08:37:53

Inclusief onderwijs wordt gekenmerkt door samenwerking en participatie: met en door leerlingen, ouders, collega’s en andere betrokkenen in en om de school. Hierin vervullen de leraren/docenten die voor de groep staan, een sleutelrol. Zij fungeren als vertrouwenspersoon voor hun leerlingen en zij geven diversiteitsleren vorm. Leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften kunnen een beroep doen op een gespecialiseerde begeleider en iemand die zorg draagt voor een goede afstemming van activiteiten en voorzieningen. Dit boek beschrijft de generieke kwaliteiten die in inclusief onderwijs van de leraar, de gespecialiseerde begeleider en de (zorg) coördinator worden gevraagd. Er werd ook een quick scan ontwikkeld, als hulpmiddel bij het in kaart brengen van gewenste en aanwezige kwaliteiten, voor individuele leraren én voor het team als geheel. Deze uitgave maakt deel uit van een project van LEOZ – Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg, een initiatief van WOSO – Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs. Uit de Inhoud:

Publiceren bij Garant? Zend een mail met uw voorstel of bel, bij voorkeur in een vroeg stadium. Een van onze uitgevers reageert.

Achtergrond en aanpak van het project Competentieprofiel voor het werken in inclusieve omgevingen (Context: Landelijk Expertisecentrum Onderwijs & Zorg - Opdracht - Samenstelling projectteam - Projectaanpak: uitgangspunten en activiteiten) – Kenmerkende inclusiepraktijken (Inclusief onderwijs: één ideaal, diversiteit in vormgeving - Centrale rol van de leraar in de groep/klas Relevante kenmerken op het niveau van scholen en samenwerkingsverbanden - Kenmerkende


33

verschillen tussen primair en voortgezet onderwijs) LEOZ-rapport 5 – Generiek competentieprofiel Inclusief bekwaam (Structuur en uitwerking van het competentieprofiel: ontwikkelingsgeschiedenis - Typering van drie taken: leraar, begeleider en (zorg)coördinator - Dilemma’s in inclusie - Competentieprofiel Inclusief Bekwaam) – Betekenis voor inhoud en opzet van de opleidingen (Opleiden voor inclusie: voorstellen voor inhoud en opzet van de initiële lerarenopleidingen - Opleiden voor inclusie: adviezen aan de master SEN-opleidingen) – Evaluatie en vervolg.

5

In het eerste deel van het Handboek worden de resultaten van de kwaliteitstrajecten zowel in perspectief van de school als van de schoolbegeleiders in kaart gebracht. Tevens wordt de betekenis van de uitgevoerde kwaliteitstrajecten voor de taakstelling, rollen en competenties van een schoolbegeleider verhelderd. Het tweede deel van het Handboek legt een relatie tussen kwaliteitszorg, schoolontwikkeling en schoolbeleid als tripartiete eenheid. Ook treft u hier alle kennisinformatie die u als schoolbegeleider nodig heeft voor het effectief begeleiden van kwaliteitstrajecten. In beide delen van het Handboek worden de hoofdstukken afgewisseld met procesbeschrijvingen van de uitgevoerde kwaliteitstrajecten onder de titel van ‘Good-Practice Pilotschool’. Dit maakt het Handboek ook zeer bruikbaar voor scholen zelf.

Wim Claasen, klinisch psycholoog, werkt aan een promotieonderzoek over leraren en speciale onderwijszorg. Erica J. de Bruïne, ontwikkelingspsychologe, is hoofddocente aan de School of Education van Windesheim OSO – Opleidingen Speciale Onderwijszorg in Zwolle. Bert van Velthooven is er docent en onderwijsadviseur. Hettie Siemons is docent, studieleider en teamleider bij de opleiding Speciaal Onderwijs aan het Seminarium voor Orthopedagogiek van de Hogeschool Utrecht. Hans Schuman is eveneens verbonden aan het Seminarium voor Orthopedagogiek.

Handboek ‘Kwaliteitstraject Speciale Onderwijszorg’ in verschillende schoolomgevingen

Het Handboek ‘Kwaliteitstrajecten Speciale Onderwijszorg’, is gebaseerd op praktijkervaringen in regulier en speciaal onderwijs, en richt zich op de school en de schoolbegeleiders. Daarbij gaat het om de vraag: hoe kunnen schoolbegeleiders adequaat toegerust worden in het opzetten en uitvoeren van kwaliteitszorgtrajecten. Dit Handboek wil daartoe een bijdrage zijn.

Handboek kwaliteitstraject speciale onderwijszorg in verschillende schoolomgevingen

LEOZ Deelproject 5

ISBN 978-90-441-2427-9

ISBN 978-90-441-2427-9

9 789044 124279

NUR 840 S € 13,60

T. van der Linden, B. Schoorel, H. Sinke & A. van der Ven

Handboek Kwaliteitstraject speciale onderwijszorg in verschillende schoolomgevingen Hoe kunnen schoolbegeleiders adequaat toegerust worden in het opzetten en uitvoeren van kwaliteitszorgtrajecten? Het handboek geeft hierop een antwoord vanuit praktijkervaringen in regulier en speciaal onderwijs, en richt zich op de school en de schoolbegeleiders. In het eerste deel worden de resultaten van de kwaliteitstrajecten zowel in perspectief van de school als van de schoolbegeleiders in kaart gebracht. Ook wordt de betekenis van de uitgevoerde kwaliteitstrajecten voor de taakstelling, rollen en competenties van een schoolbegeleider verhelderd. Het tweede deel legt een relatie tussen kwaliteitszorg, schoolontwikkeling en schoolbeleid als tripartiete eenheid en geeft alle kennisinformatie die een schoolbegeleider nodig heeft voor het effectief begeleiden van kwaliteitstrajecten. De hoofdstukken worden telkens afgewisseld met procesbeschrijvingen van de uitgevoerde kwaliteitstrajecten. Dit maakt het boek ook zeer bruikbaar voor scholen zelf. Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 34

Drs. A.A. (Arie) van der Ven

9 789044 124279



Drs. Ton van der Linden Drs. Harry Sinke

U

19-03-2009 13:42:24

Deze uitgave maakt deel uit van een project van LEOZ – Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg, een initiatief van WOSO – Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs. Uit de Inhoud: Kwaliteitszorg in verschillende schoolomgevingen, in het perspectief van schoolbegeleiders/consultants (Getuigenissen Pilotscholen Kwaliteitstraject - Aanpak en uitgangspunten Kwaliteitstraject Pilotscholen - Kader voor de Procesgang Kwaliteitstraject Pilotscholen, De Zevensprong - Good-practice-1: Beschrijving Kwaliteitstraject Pilotschool (Voortgezet) Speciaal Onderwijs/Cluster 3, Arnhem - Samenvatting en resultaten Pilotscholen Kwaliteitstraject - Betekenis Kwaliteitstraject Pilotscholen voor de Schoolbegeleider/ Consultant) – Achtergronden en praktijkervaringen van Kwaliteitszorg, in het perspectief van schoolontwikkeling en schoolbeleid (Wat = Kwaliteit en Kwaliteitszorg: algemeen - Good-practice-2: Beschrijving Kwaliteitstraject Pilotschool Primair Onderwijs-1, Groningen - Kwaliteitszorg, in het perspectief van schoolontwikkeling en schoolbeleid - Good-practice-3: Beschrijving Kwaliteitstraject Pilotschool VMBO met Praktijkonderwijs, Amsterdam - Schoolontwikkeling en speciale onderwijszorg - Good-practice-4: Beschrijving Kwaliteitstraject Pilotschool Praktijk-Onderwijs, Rotterdam - Modellen voor kwaliteitsmanagement - Good-practice-5: Beschrijving Kwaliteitstraject Pilotschool Primair Onderwijs-2, Groningen).

Ton van der Linden is projectleider bij Windesheim OSO – Opleidingen Speciale Onderwijszorg in Zwolle. Bob Schoorel is er docent, trainer en consultant. Harry Sinke is docent en adviseur vmbo en praktijkonderwijs en verbonden aan het VMBO-Centrum van Fontys OSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg in Tilburg. LEOZ-Rapporten 5 ISBN 978-90-441-2474-3 17 x 24 cm, 172 blz. Verschenen

NUR 840 S € 22,40

F. Harinck, J. Kienhuis & T. de Wit

Waarom zijn de bananen krom? De onderzoekende houding in bacheloren masteropleidingen op de hogeschool

onderzoekende houding (Vaardigheden verbonden met een onderzoekende houding - Werken met opdrachten ‘onderzoekende houding’) – Steigers, tips en praktische richtlijnen (Hoe zet je ondersteunende middelen in - Tijdschema - Checklist - Format - Rijke leeromgeving - Bijwonen van studentpresentaties - Tips en good practices - Procedurele richtlijnen) – Training en werkvormen (Trainingen en werkvormen - Wat is praktijkonderzoek? - Verlegenheidsituatie - Doelstelling van het onderzoek - Doelstelling in het onderzoek Onderzoeksvragen en deelvragen - Huiskamermodel) – Teamontwikkeling en onderzoeksmaterialen (Belang van teamontwikkeling - Bronnenboek).

Frits Harinck, psycholoog, is verbonden aan de Hogeschool Windesheim, waar hij betrokken is bij het opzetten van een masteropleiding en het ontwikkelen van modules praktijkonderzoek. Jos Kienhuis, orthopedagoog, is docent bij Fontys OSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg. Ton de Wit, orthopedagoog, doceert aan het Seminarium voor Orthopedagogiek, Hogeschool Utrecht. LEOZ-Rapporten 6 ISBN 978-90-441-2473-6 17 x 24 cm, 100 blz. Verschenen

Onderzoek heeft een belangrijke positie gekregen in het onderwijs op de hogeschool. Een basisvoorwaarde voor goed praktijkonderzoek is het ontwikkelen van een onderzoekende houding.

J. Fanchamps (Red.), L. Schroën-Ario & J. Thassing

Opleiden voor passend onderwijs 7

LEOZ-rapport 7

Het WOSO/LEOZ project heeft tot doel expertise op te bouwen m.b.t. het zorgaspect in het onderwijs, vertaald naar Passend Onderwijs in Nederland. Een belangrijke vraag die in deelproject 7 beantwoord moet worden, luidt: ‘Hoe gaan we er voor zorgen dat de expertise m.b.t. zorg/passend onderwijs daar terecht komt waar die terecht moet komen?’

Opleiden voor Passend Onderwijs

Dit boek geeft meer inzicht in de onderzoekende houding en bevat tips over het trainen van die houding. Ook worden er voorbeelden gegeven van opdrachten en aanwijzingen voor de organisatorische inbedding. Het boek is in de eerste plaats bedoeld voor docenten en onderwijsmanagers van educatieve opleidingen, maar is eveneens bruikbaar in andere sociaal-culturele opleidingen.

NUR 840 S € 13,40


Dit advies gaat over hoe de leraar in opleiding daarvoor uitgerust kan worden. Voor de zittende leerkrachten staan andere mogelijkheden open (zie bijv. www.LEOZ.nl). We hebben dit advies nooit tot stand kunnen brengen zonder de welwillende en inspirerende inzet van onze medeprojectleden, collega’s en adviseurs uit het onderwijsveld. Tenslotte hopen we dat dit advies zijn weg zal vinden in ‘lerarenopleidingsland’. Niet met de bedoeling een allesomvattende en kant en klare oplossing te bieden, maar vooral een startpunt te zijn voor de ontwikkeling van curricula die leraren straks in staat stellen adequaat in te spelen op het passend onderwijs dat leerlingen in BaO, VO en MBO nodig kunnen hebben.

Uit de Inhoud:

Hoe denken studenten en docenten over onderzoek? (Opvattingen van studenten educatieve opleidingen - Opvattingen van docenten educatieve opleidingen Belangrijke conclusies uit de enquêtes) – Onderzoekende houding in de literatuur - Onderzoekende houding volgens stafleden educatieve opleidingen - Mogelijkheden om een onderzoekende houding te stimuleren) – HBOcurriculum en praktijkonderzoek (Doelen en betekenis van praktijkonderzoek - Interactieve kennisontwikkeling - Begeleiding van actieonderzoek - Competenties - Lijst met onderzoekscompetenties - Onderzoeks competenties volgens docenten) – Trainen van een

Advies m.b.t. het programma en niveau van opleiden voor Passend Onderwijs in de Bachelorfase van PABO en Lerarenopleiding VO LEOZ Deelproject 7

ISBN 978-90-441-2476-7

ISBN 978-90-441-2476-7

Jacques Fanchamps (red.) Letty Schroën-Ario

U


Opleiden voor Passend Onderwijs

9 789044 124767

Jan Thasing

9 789044 124767

19-03-2009 08:46:38

Hoe kan men ervoor zorgen dat de ruime expertise die voorhanden is inzake zorg en Passend Onderwijs ook daar terecht komt waar die terecht moet komen? Dit boek geeft advies over hoe de leraar in opleiding daarvoor uitgerust kan worden. Hiervoor werden de bestaande Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

35

curricula op een aantal hogescholen op het terrein van zorg en Passend Onderwijs bekeken. Daarnaast werd er een inventaris gemaakt van meningen en wensen van opleidingsdocenten, managers, studenten en docenten in het onderwijsveld. Het resultaat is een handreiking om Passend Onderwijs structureel in het curriculum van PABO’s en Lerarenopleidingen VO/PTH op te nemen. Deze uitgave maakt deel uit van een project van LEOZ – Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg, een initiatief van WOSO – Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs.

G. Akveld, A. Donkers, Th. Dollevoet & B. Schoorel

De leerwerkplaats handelingsgericht werken om competent te blijven 9

LEOZ-rapport 9

Passend onderwijs (Ontwikkeling van Passend Onderwijs - Voorwaarden voor Passend Onderwijs) – Analyse en raadpleging (Analyse van bestaande opleidingscurricula - Meningen van management, opleidingsdocenten, studenten en onderwijsveld Gewenste situatie van opleidingcurricula) – Advies (Doelgroep - Curriculumadvies PABO opleidingen Curriculumadvies Lerarenopleidingen VO/PTH’s).

Het leren van en in de praktijk door OSO-opleiders heeft een belangrijke functie en hierbij is het noodzakelijk om aan te sluiten bij de problematiek van alledag in het onderwijs. Met name de ontwikkelingen van passend onderwijs en inclusie vragen om een herbezinning van de veranderende rol van de OSO-opleider. Zonder praktijkleren is het voor opleiders praktisch onmogelijk om bij te dragen aan de onderwijsvraagstukken uit het veld en om bij te blijven in de nieuwe ontwikkelingen.

Jacques Fanchamps is projectleider bij het Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg van de WOSOinstellingen. Letty Schroën-Ario is hogeschooldocent, trainer en coach bij Windesheim OSO – Opleidingen Speciale Onderwijszorg. Jan Thassing is verbonden aan de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht. Hij is ook werkzaam als docent, studieloopbaanbegeleider en ontwikkelaar bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en het Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies.

De leerwerkplaats handelingsgericht werken om competent te blijven

De vraagstelling: ‘Is een leerwerkplaats diagnostiek en begeleiding voor OSO - opleiders een krachtige vorm van professionalisering om de pedagogische en didactische rol binnen de HBO-masteropleiding adequaat vorm te kunnen geven?’ is door elke OSO instelling op eigen wijze uitgewerkt. Het verslag geeft een algemene beschrijving van de context en positionering van de leerwerkplaats en het handelingsgericht werken als belangrijkste uitgangspunt. Er wordt verslag gedaan van de evaluatie van de drie deelprojecten en het gehele project. Bij professionalisering middels een leerwerkplaats diagnostiek en begeleiding hebben we vier spanningsvelden onderscheiden: • Handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek • Praktijknabij en praktijkveraf. • Programma- en vraaggericht • Opleiden en zakelijke dienstverlening.

Uit de Inhoud:

De leerwerkplaats handelingsgericht werken om competent te blijven ‘Een balans in diagnostiek en begeleiding’ LEOZ Deelproject 9

ISBN 978-90-441-2475-0

Gyan Akveld ISBN 978-90-441-2475-0

9 789044 124750

Meer weten over alle Garant-boeken? www.garant-uitgevers.nl www.garant-uitgevers.be www.garant-uitgevers.eu

NUR 840 S € 9,80

Bob Schoorel

9 789044 124750



Ad Donkers Thieu Dollevoet

U

19-03-2009 12:24:30

Is een leerwerkplaats diagnostiek en begeleiding voor de opleiders in speciale onderwijszorg een krachtige vorm van professionalisering om de pedagogische en didactische rol binnen de HBO-masteropleiding adequaat vorm te kunnen geven? Een aantal instellingen voor speciale onderwijszorg brengen verslag uit van hoe het bij hen werkt. De context en positionering van de leerwerkplaats en het handelingsgericht werken waren hierbij de belangrijkste uitgangspunten. Bij professionalisering middels een leerwerkplaats diagnostiek en begeleiding werden vier spanningsvelden onderscheiden: handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek, praktijknabij en praktijkveraf, programma- en vraaggericht, opleiden en zakelijke dienstverlening. Ook de ontwikkelingen van passend onderwijs en inclusie vragen om een herbezinning van de veranderende rol van de opleider. Zonder praktijkleren is het onmogelijk om bij te dragen aan de onderwijsvraagstukken uit het veld en om bij te blijven in de nieuwe ontwikkelingen. Deze uitgave maakt deel uit van een project van LEOZ – Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg, een initiatief van WOSO – Werkverband Opleidingen Speciaal Onderwijs.

Uit de Inhoud: Visie en positionering leerwerkplaats als vorm van professionalisering van OSO-opleiders met betrekking tot diagnostiek en begeleiding (Handelingsgericht


werken in de leerwerkplaats diagnostiek en begeleiding - Praktijknabij versus praktijkveraf professionaliseren - Programmagericht versus vraaggericht professionaliseren) – Opleiden en zakelijke dienstverlening (Seminarium voor Orthopedagogiek: vindplaatsen ‘lerend werken’ - Windesheim OSO: workshops en masterclass als methodiek voor een leerwerkplaats diagnostiek en begeleiding - FontysOSO: intervisie en maatjeswerk als methodiek voor een leerwerkplaats handelingsgericht werken) – Resultaten – Aanbevelingen en discussie.

Gyan Akveld, begeleidingskundige, is programmamanager professionalisering van het Deltioncollege in Zwolle. Ad Donkers, orthopedagoog, is hogeschooldocent aan Fontys OSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg in Tilburg. Bob Schoorel is docent, trainer en consultant bij Windesheim OSO – Opleidingen Speciale Onderwijszorg in Zwolle. Thieu Dollevoet, agoog, is stafmedewerker bij Fontys OSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg in Tilburg, en secretaris van WOSO. LEOZ-Rapporten 9 ISBN 978-90-441-2475-0 17 x 24 cm, 100 blz. Verschenen

NUR 840 S € 13,40

H. Daale

Het LICA vierde onlangs zijn vijftienjarig bestaan, een uitstekende gelegenheid om terug te blikken. Dit gebeurt onder meer aan de hand van een aantal artikelen uit het toenmalige LICA-bulletin. Dit ruim verspreide blad werd op grote schaal gelezen vanwege de achtergrondartikelen en uitgesproken meningen van het LICA-managementteam, bestaande uit Roel van Asselt en Hans Daale. In een tweede deel komen een aantal personen aan het woord die nauw betrokken waren of nog steeds zijn bij het LICA. Uit hun bijdragen komt naar voren dat het LICA een belangrijke rol vervult binnen het krachtenveld dat de vormgeving van de aansluiting van allerlei opleidingen op het hbo kenmerkt. Het boek wordt afgesloten met een impressie van het congres dat ter gelegenheid van het jubileum plaatsvond. Dit deel bundelt de conclusies, aanbevelingen en toekomstvisies zoals die uit de workshops naar voren kwamen.

Uit de Inhoud: Terugblikken aan de hand van LICA-bulletins 1994 – 1998 – Terugblikken door relaties van het LICA – LICA-symposium november 2008.

Hans Daale is lid van het managementteam van het LICA in Enschede. Daarvoor was hij manager in verschillende hogescholen. Hij is ook oprichter van Leido, een projecten adviesbureau voor het beroepsonderwijs. ISBN 978 90 441 2469 9 17 x 24 cm, 105 blz. Verschijnt in april

LICA

NUR 840 W € 13,70

Toen, nu en straks M. Boer, A. van Bruggen & M. Amiabel (Red.) Hans Daale

15

Wat wil jij? Studeren met psychische problemen

LICA - toen, nu en straks

De aansluiting tussen vo – voortgezet onderwijs en hbo – hoger beroepsonderwijs verloopt niet altijd even vlot. Het aansluitgebied is vaak een niemandsland tussen onderwijssectoren. Het LICA – Landelijk expertise- en InformatieCentrum Aansluiting ondersteunt vo-instellingen met informatie, activiteiten en onderzoek.

Mensen met psychische problemen die willen voortstuderen, staan vaak voor een grote uitdaging. Door een gebrek aan kennis bij diegenen die hen begeleiden, vallen ze vaak onnodig vroegtijdig af of lopen ze studieachterstand op. Uit onderzoek naar de belangrijkste voorwaarden voor hun begeleiding en ondersteuning blijkt dat die studenten graag hebben dat docenten, studieloopbaanbegeleiders en studentendecanen hen persoonlijk behandelen vanuit de vraagstelling: “Wat wil jij?”. Dat blijkt echter niet zo vanzelfsprekend te zijn. Het beleid van hogescholen en universiteiten gaat er wel van uit dat instanties vraaggericht hulp bieden, maar in de praktijk is het niet duidelijk hoe dat in zijn werk kan gaan. Dit boek zoekt daarom een antwoord op de volgende vragen: Wat willen studenten met psychische problemen en op welke wijze kunnen zij hun krachtbronnen en talenten zo goed mogelijk benutten? Welke visies zijn er op begeleiding bij psychische problemen? Wat zijn Nieuwe boeken – Voorjaar 2009 37

J. van Dijen & C. van Hoof

Marjo Boer Astrid van Bruggen Maud Amiabel

‘Hun goed recht’

arjo Boer werkt bij ROC Zadkine als begeleidingsdeskundige, opleider en supervisor. Zij eeft les aan begeleiders in de psychiatrie met ervaringsdeskundigheid en is betrokken j professionalisering van docenten bij het lectoraat beroepsonderwijs. Zij is opleider egeleidingskunde bij de VO Supervisie en professionele begeleiding in Amsterdam. strid van Bruggen werkt sinds 2000 voor het Basisberaad Rijnmond, een regionale ëntenorganisatie. Zij is psycholoog en ervaringsdeskundige. Zij is deskundig op het gebied n cliëntenbelangen, heeft cursussen voor ervaringsdeskundigen ontwikkeld en uitgevoerd en eeft trainingen aan hulpverleners en les aan studenten in het hoger onderwijs. aud Amiabel werkt als beleidsmedewerker op de Hogeschool Rotterdam. Zij is lid van de erkgroep ‘Studeren met een functiebeperking’. Zij werkt sinds 1976 in het hoger onderwijs en eeft kennis en ervaring als muziekconsulent in het speciaal onderwijs.

Passend onderwijs voor leerlingen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen

Wat wil jij?

Marjo Boer – Astrid van Bruggen – Maud Amiabel

Wat wil jij?’ is bedoeld als deskundigheidsontwikkeling voor docenten, studieloopbaancoaches n studentendecanen in het hoger onderwijs. Studenten uit de doelgroep studeren aan ogescholen en universiteiten. Door gebrek aan kennis bij diegenen die hen begeleiden vallen vaak onnodig vroegtijdig uit of lopen studieachterstanden op. et de recent ontwikkelde inzichten en kennis op dit gebied hopen we deze nderwijsprofessionals de ondersteuning te bieden die nodig is om deze groep studenten fectief en succesvol begeleiding te bieden. oor rehabilitatiecoaches uit de GGz is het boek een handreiking om in een begeleidingstraject holingsvragen mee te nemen. Als u op de hoogte wilt zijn van leren en studeren met ychische problemen is het boek een must.

‘Hun goed recht’ Studeren met psychische problemen

Wat wil jij?

uderen én psychische problemen hebben is een combinatie die garant staat voor een grote tdaging. Uit ons onderzoek naar belangrijke condities voor begeleiding en ondersteuning n studenten met psychische problemen blijkt, dat studenten graag willen dat docenten, udieloopbaancoaches en studentendecanen hun de vraag stellen: ‘Wat wil jij?’ ij ontdekten dat het niet zo vanzelfsprekend is om studenten deze vraag te stellen. et beleid van hogescholen en universiteiten gaat ervan uit, dat studentendecanen en udieloopbaancoaches vraaggericht hulp bieden, maar in de praktijk is niet duidelijk hoe dat in n werk kan gaan. Studenten, ook studenten met psychische problemen, willen graag zelf de gie houden over hun studie. e besteden in het boek aandacht aan de volgende onderwerpen: • Wat willen studenten met psychische problemen en op welke wijze kunnen zij hun krachtbronnen en talenten zo goed mogelijk benutten? • Welke visies zijn er op begeleiding bij psychische problemen? • Wat zijn actuele opvattingen over herstel en ervaringsdeskundigheid? • Welke psychische symptomen kunnen een rol spelen? • Welke coachingsvragen kunnen studieloopbaancoaches en docenten stellen? • Hoe moet de onderwijsorganisatie ingericht zijn om studenten met psychische problemen voor het hoger onderwijs te behouden?

‘Hun goed recht’ Passend Onderwijs voor leerlingen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen Cor van Hoof John van Dijen

ISBN: 978-90-441-2361-6

2

26-02-2009 21:07:46

Cor van Hoof, John van Dijen

actuele opvattingen over herstel en ervaringsdeskundigheid? Welke psychische symptomen kunnen een rol spelen? Welke coachingsvragen kunnen studieloopbaanbegeleiders en docenten stellen? Hoe moet de onderwijsorganisatie ingericht zijn om studenten met psychische problemen voor het hoger onderwijs te behouden?

Met een voorwoord van Prof. dr. Carla Vlaskamp

Reeks Ervaringsdeskundigen & Professionals, deel 5

Deze uitgave is bedoeld voor docenten, studieloopbaanbegeleiders en studentendecanen in het hoger onderwijs. Uit de Inhoud: Studeren met psychische problemen: Context – Perspectief van studenten op studeren met psychische problemen. Gesprek 1: Gestopt in het onderwijs – Benaderingen bij begeleiding in het onderwijs – Vraaggerichte stromingen in het GGz. Gesprek 2: Zet ervaringsdeskundigheid in het onderwijs in – Perspectief op begeleiding bij studeren met psychische problemen. Gesprek 3: Afgestudeerd in het hoger onderwijs – Herkenning van de impact van psychische symptomen op studeren – Andere kijk op psychische verschijnselen. Gesprek 4: Geen vooroordelen en bescherming vooraf, het individu bepaalt zelf – Handreikingen en voorstellen voor de onderwijsorganisatie.

Marjo Boer is begeleidingsdeskundige van het ROC Zadkine in Rotterdam, Astrid van Bruggen is psycholoogervaringsdeskundige van het Basisberaad Rijnmond in Rotterdam. Maud Amiabel is beleidsmedewerker van de permanente Werkgroep Studeren met een functiebeperking van de Hogeschool Rotterdam. ISBN 978-90-441-2361-6 16 x 24 cm, 127 blz. Verschenen


NUR 841 W € 14,90

Ieder kind heeft recht op onderwijs. Ook kinderen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Het vraagt een bijzondere inspanning van een school om voor deze kinderen ‘passend onderwijs’ te creëren. Dit boek vertelt hoe de Emiliusschool in Son en Breugel deze uitdaging met succes aanging. Voor de leerlingen is binnen de school nu een compleet curriculum beschikbaar. Dit curriculum is niet gebaseerd op, maar aanvullend aan de kerndoelen die binnen het speciaal onderwijs al gehanteerd worden. Ook werd een nieuw sjabloon ‘Onderwijs Zorgplan’ ontwikkeld: Nog nadrukkelijker en gedetailleerder dan voor de leerlingen met meervoudige beperkingen al het geval is, staan hierin de kindkenmerken, structurele begeleidingskenmerken, ondersteuningsbehoeften (pervasive support) en handelingsplanning centraal. Tot slot wordt beschreven hoe de school gebruik maakt van onderwijsvaklokalen voor multisensorische activering en hoe het motorisch therapielokaal werd omgetoverd tot een ‘bewegingservaringsruimte’. Het boek is meer dan het relaas van een individuele school. Alles is zo beschreven dat ook andere scholen ermee aan de slag kunnen. Een inspirerend doe-boek voor iedereen die met onderwijs en leerlingenzorg begaan is: leerkrachten, therapeuten, directies, begeleiders.

Uit de Inhoud: ‘Hun goed recht’ – Ontwikkelingsgericht handelen bij leerlingen – Onderwijs-Zorgplan – Leerlijnen en

didactische volglijsten – Dag- en weekplanning – Multisensorische activeringsruimtes en bewegingservaringsruimte. Met een voorwoord van prof. dr. Carla Vlaskamp.

Cor van Hoof en John van Dijen zijn respectievelijk adjunct-directeur en bestuurder-directeur van de Emiliusschool in Son en Breugel, een school voor speciaal onderwijs (cluster 3) voor kinderen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Reeks Ervaringsdeskundigen & Professionals, nr. 5 ISBN 978-90-441-2461-3 16 x 24 cm, 164 blz. Verschenen

om voort te bouwen op de rijke kennis en ervaring die mensen al hebben opgedaan in hun eigen praktijk. Met de Index kan onderzocht worden hoe barrières op de weg van leren en participeren kunnen worden teruggedrongen voor elke leerling. De cultuur, het beleid en de praktijk van de school worden geanalyseerd aan de hand van herkenbare indicatoren. In deze tweede, herziene druk is een aantal aspecten scherper gesteld wat betreft formulering en interne verwijzing, op basis van ervaringen met het gebruik van de Index in Nederland en Vlaanderen.

NUR 840 W € 18,90

T. Booth & M. Ainscow

Index voor inclusie Werken aan leren en participeren op school

2e

HERZIENE

DRUK

2009

Werken aan leren en participeren op school Tony Booth & Mel Ainscow

and is gerealiseerd e, Project Inclues

De wenselijkheid van inclusief onderwijs wordt niet meer ter discussie gesteld. Wel zijn er vragen over hoe dit inclusief onderwijs nu concreet moet worden gerealiseerd. De Index voor inclusie biedt hier een antwoord en een houvast. Hij is een praktisch hulpmiddel om de weg naar inclusief onderwijs op elke school te ondersteunen. Daartoe presenteert hij scholen een effectief proces van (zelf)evaluatie en ontwikkeling, dat gebaseerd is op de inzichten van directie, leerkrachten, leerlingen, ouders en begeleiders. De Index is een hulpmiddel ter ondersteuning van de inclusieve schoolontwikkeling. Het is een uitgebreid document dat scholen en leerkrachten helpt om hun eigen stappen te zetten in het ontwikkelen van een inclusieve setting. De materialen zijn opgezet

Uit de Inhoud: Inclusieve benadering van schoolontwikkeling (Kernbegrippen: Ontwikkelen van een taal voor inclusie - Evaluatiekader: Dimensies en domeinen - Evaluatiematerialen: Indicatoren en vragen Indexproces - Index in de praktijk - Wat scholen zouden kunnen bereiken) – Indexproces (Overzicht - Fase.1: Aan de slag met de Index - Fase.2: School leren kennen - Fase 3: Maken van een inclusief schoolplan - Fase 4: Implementeren van prioriteiten Fase 5: Evalueren van het Indexproces) – Indicatoren en vragen (Indicatoren – Indicatoren met vragen) – Prioriteiten voor ontwikkeling en vragenlijsten (Voorbeeldbrief - Prioriteiten voor ontwikkeling Vragenlijsten) – Meer weten over Inclusie en de Index (VN verdrag artikel 24 - Samenwerkende partners rondom de Index voor Inclusie - Organisaties die zich actief bezig houden met inclusief onderwijs).

De Nederlandstalige versie van deze internationale uitgave wordt verzorgd door Stichting Perspectief en FontysOSO – Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg. Tony Booth doceert Inclusive and International Education aan de Canterbury Christ Church University en is medebestuurder van het Centre for International Studies in Diversity and Participation. Mel Ainscow doceert Onderwijskunde aan de University of Manchester. Tweede, herziene druk Fontys-OSO-Reeks, nr. 25 ISBN 978-90-441-2463-7 NUR 840 S 21 x 29,5 cm, 115 blz., tweekleurendruk, losbladig in map € 32,50 Verschenen

Verenigde Arabische Emiraten Garant / University Book House 130 Planning Street – Box 16983 Al Ain [email protected]  755 82 29


E. Mijland

H. Vande Meerssche

Integreren doe je niet alleen

Taal verderbij

Integratieklas De Blauwe Bloem

Lezen, schrijven en logisch redeneren met tieners

Het groep-in-school-model in de praktijk: integratieklas De Blauwe Bloem

“Een verschil met andere klassen? Wij bewegen meer. En wij voelen meer. Wij zijn ook rustiger en serieuzer. Als het onrustig is in de klas, vind ik dat irritant. In de andere klassen wordt meer geplaagd dan bij ons. Eigenlijk zijn wij normaler.” (Martijn Smulders)

Erno Mijland

Kinderen met leerproblemen op het vlak van taal kunnen vandaag tijdig opgespoord en begeleid worden. Vanaf het middelbaar onderwijs duiken er echter nieuwe problemen op. Daar komen immers met de jaren en in toenemende mate de complexere aspecten van taal aan bod. Dat betekent dat er tijdens de begeleiding nieuwe technieken, methodes en oefeningen gehanteerd moeten worden. Dit boek legt uit hoe men die ‘gevorderde taal’ kan aanbrengen op de maat van de leerling met dergelijke leerproblemen. Het vormt een aanzet om wat nog veraf lijkt, toch dichterbij te brengen. Therapeuten en begeleiders vinden er een aantal instrumenten om voor deze leerlingen deuren te openen en hen duidelijk te maken dat taal geen struikelblok hoeft te zijn omdat ze moeilijker wordt. Deze instrumenten zijn het resultaat van een jarenlange ervaring met het werken met kinderen en adolescenten met leerproblemen, en hebben in het verleden hun nut bewezen. Hilde Vande Meerssche volgde de Lerarenopleiding Nederlands aan de Katholieke Hogeschool der Kempen in Turnhout en studeerde logopedie aan de LessiusHogeschool in Antwerpen. Momenteel is zij zelfstandig logopediste in Kasterlee en is zij verbonden aan een groepspraktijk logopedie in Herentals.

Lezen, schrijven en logisch redeneren met tieners

Erno Mijland

Taal verderbij Hilde Vande Meerssche


In het reguliere basisonderwijs zijn vele voorbeelden van geslaagde integratie van leerlingen met een beperking. In het voortgezet onderwijs was dat tot voor kort nog niet het geval. Dat veranderde in 2005, toen bij het Novalis College in Eindhoven - een vrijeschool voor vmbo-t, havo en vwo - een integratieklas van start ging: De Blauwe Bloem. In de klas zitten leerlingen met autisme of het syndroom van Down. In deze uitgave maakt u kennis met deze leerlingen en alle betrokkenen bij deze bijzondere integratieklas.


Hilde Vande Meerssche Reeks Ervaringsdeskundigen & Professionals, deel 4

Het onderwijs is een plaats waar diversiteit een centrale plaats kan en moet innemen. Dat impliceert niet enkel de integratie van jongeren van allochtone afkomst, maar eveneens van leerlingen met een beperking. In het basisonderwijs treffen we daarvan heel wat geslaagde voorbeelden aan. In het voortgezet onderwijs was dat tot voor kort echter nog niet het geval. Pas vanaf 2005 kwam daar verandering in, toen op het Novalis College in Eindhoven – een vrijeschool voor vmbo-t, havo en vwo – een integratieklas van start ging: De Blauwe Bloem. In die klas zitten leerlingen met autisme of met het syndroom van Down. In dit boek wordt een portret geschetst van de werking van deze bijzondere integratieklas en haar leerlingen. Het wil daarmee een levendige introductie zijn tot het groepin-school-model in het voortgezet onderwijs. Uit de Inhoud: Op weg naar passend onderwijs – Lange aanloop – Blauwe Bloem – Programma – Buddy’s – Begeleidende leerlingen – Blauwe Bloem-leerlingen – Ouders – Ambulant begeleider –Team – Vrijeschool – Aan de slag met integratie – Meer weten?

Erno Mijland is zelfstandig ondernemer in teksten, workshops, presentaties, trainingen en coaching. Reeks Ervaringsdeskundigen & Professionals, nr. 4 ISBN 978-90-441-2440-8 16 x 24 cm, 70 blz. Verschenen


NUR 840 S € 10,-

Kinderen met leerproblemen op het vlak van taal kunnen vandaag tijdig opgespoord en begeleid worden. Vanaf het middelbaar onderwijs duiken er echter nieuwe problemen op. Daar komen immers met de jaren en in toenemende mate de complexere aspecten van taal aan bod. Dat betekent dat er tijdens de begeleiding nieuwe technieken, methodes en oefeningen gehanteerd moeten worden. Dit boek legt uit hoe men die ‘gevorderde taal’ kan aanbrengen op de maat van de leerling met dergelijke leerproblemen. Het vormt een aanzet om wat nog veraf lijkt, toch dichterbij te brengen. Therapeuten en begeleiders vinden er een aantal instrumenten om voor deze leerlingen deuren te openen en hen duidelijk te maken dat taal geen struikelblok hoeft te zijn omdat ze moeilijker wordt. Deze instrumenten zijn het resultaat van een jarenlange ervaring met het werken met kinderen en adolescenten met leerproblemen, en hebben in de praktijk hun nut bewezen. Uit de Inhoud: Schrijfoefeningen (Zinsbouwoefeningen 1 Associatieoefeningen en zinsbouw - Verwante begrippen - Toevallige begrippen - Schoolboekbegrippen Omschrijvingen in drie stappen - Zinsbouwoefeningen 2 - Creatieve zinsbouw en verhaalopbouw Werkwoordspelling - Spellinggids - Spelling aanleren - Hoe beginnen aan een schrijfopdracht? - Gedicht schrijven - Vreemde talen) – Lezen (Over fouten heen lezen - ‘Foefelen’ - Tempolezen - Voorspellend lezen Stillezen tempo - Snel kernwoorden terugvinden

- Oefeningen op thema en bericht - Werken met inhoudsopgave - Titels maken bij artikels - Teksten met opdrachten voor begrijpend lezen).

Hilde Vande Meerssche volgde de Lerarenopleiding Nederlands aan de Katholieke Hogeschool Kempen in Turnhout en studeerde logopedie aan de LessiusHogeschool in Antwerpen. Aanvankelijk combineerde zij lesgeven met een logopediepraktijk. Momenteel is zij zelfstandig logopediste in Kasterlee en is zij verbonden aan een groepspraktijk logopedie in Herentals. ISBN 978-90-441-2441-5 17 x 24 cm, ca. 140 blz. Verschijnt in juni

NUR 896 W ca. € 17,-

de sociale interactie; allerlei vaardigheden die in het latere leven van pas komen. Spelen is echter ook niet vrijblijvend. Het is iets dat door ouders, opvoeders en de schoolomgeving op de juiste wijze gestimuleerd dient te worden. Daarom worden hier ook duidelijke richtlijnen aangereikt, die iedereen in staat stellen om de heilzaamheid van het spelen voor de ontwikkeling van het kind te optimaliseren. Uit de Inhoud: Waarom kinderen (moeten) spelen – Betekenis van het spel voor de mens: homo ludens – Spel en opvoeders – Spel in relatie tot de ontwikkeling van het kind – Spel en het leren op school – Spel en computer – Spel buiten. Kinderen, ze kunnen er niet buiten, buiten buiten – Speelgoed, voedsel en gereedschap voor het spel – Soorten spel in relatie tot fantasie en creativiteit – Spel als therapie – Organisaties die zich met het spel bezighouden.

R. de Groot

Spelenderwijs wijzer worden Spel, speelgoed en het opgroeiende kind Roel de Groot


Roel de Groot

Met illustraties van Co Coemans

Spelenderwijs wijzer worden Spel, speelgoed en het opgroeiende kind

Spelenderwijs wijzer worden

flaptekstFaciduis am, velisis suscip eummy nos alis exer t nullaor am vel ullaore feui ate vullutpat ullum ad del ing amcortie modipis alit wisis amet, do loboreet, quisis adiat, core r acilisi tat praeseq uamcons aliquip ex er summy num met vulput iriure er sum ex it at, susto odit num velessequis at vullumsan velit loborperit d tissed tisl dolummod eriurem ipis eriure conse facilissi tat, il dolorer augiat vulla facinci giamcommy nonulput la feugait im vullutem deliqua mconull lit, sumsan henis augait ing elit ute feuisit at.

num velessequis alis autat san velit loborperit praesed tissed ummod eriurem zzriuscipis eriure acilissi tat, con ercil dolorer augiat cinci bla feugiamcommy nonulput ait nonsenim vullutem deliqua l aorperilit, sumsan henis augait wis aut ute feuisit at.

Roel de Groot, orthopedagoog, was verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is voorzitter van de Nationale Speelraad en hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Orthopedagogiek. NUR 847 & 848 ca. € 18,-

C. Leroy, N. Vliegen & M. Hermans (Red.)

Achter de deur Het kader van de psychoanalytische psychotherapeut cover 11B 24-03-2009 10:30 Page 1 C

Y

CM

MY

CY CMY

K

Achter de deur

78-90-441-2466-8

M

Spelen en leren, beide begrippen lijken in het leven tegenover elkaar te staan. Spelen is er om te ontspannen, leren betekent inspanning en arbeid. Dat hoeft echter niet zo te zijn. Niet enkel op de werkvloer lijkt het spelelement aan belang te winnen, het spel is voor kinderen één van de voornaamste manieren om zich te ontwikkelen en de wereld rondom te leren kennen. Dit boek pleit voor een herwaardering van en een vernieuwde aandacht voor de rol van het spelen bij de ontwikkeling van het kind. In het hedendaagse ontwikkelingspsychologische en pedagogische onderzoek wordt de factor ‘spel’ immers vaak buiten beschouwing gelaten, wegens ‘niet ernstig genoeg’.

Achter de ene deur een sofa, achter de andere enkele stoelen of een grote kring, een poppenhuis of een speelmat, een hele instelling… Achter zoveel deuren spelen zich even zoveel processen af. De psychoanalytische methode en gedachtegoed zijn ontstaan vanuit een zeer specifiek kader waarbij Sigmund Freud bedacht de patiënt op de sofa te laten rusten en achter hem – buiten zijn gezichtsveld – plaats te nemen. Waar hij in 1913 deze opstelling motiveerde, relativeerde hij ze meteen, want ‘de buitengewone plasticiteit van psychische processen en de rijkdom aan determinerende factoren verzetten zich tegen een mechanisering van de techniek’.

Met bijdragen van Nicole Vliegen, Gaston Cluckers, Marc Hebbrecht, Fons Van Coillie, Fernanda Sampaio de Carvalho, Caroline Vanderhallen, Johan De Groef en Rachel Blass.

Psychoanalytisch Actueel – nr. 11

De auteur denkt daar anders over. Het spel vormt volgens hem één van de beste – zo niet de beste – vorm van leren voor het leven. Het zorgt voor een vlotte kennismaking met de wereld rondom, het stimuleert creativiteit en zelfredzaamheid, en het is bovendien een belangrijke motor van

ISBN 978-90-441-2451-4

Christine Leroy, Nicole Vliegen, Marc Hermans (Red.)

Psychoanalytische therapeuten hanteren het analytische gedachtegoed anno 2008 in allerhande kaders die soms nog weinig met elkaar gemeen lijken te hebben: Wat is er bijvoorbeeld gemeenschappelijk aan een analytische groepstherapie voor volwassenen en een ouder-baby-therapie op de speelmat? In dit boek belichten een aantal psychoanalytische therapeuten die binnen diverse contexten werkzaam zijn met kinderen, jongeren en volwassenen, de klinische implicaties van de complexe verhouding tussen het psychoanalytische proces en het kader waarin ze dat proces mogelijk willen maken.

9 789044 124514

Composite

Achter de ene deur een sofa, achter de andere enkele stoelen of een grote kring, een poppenhuis of een speelmat, een hele instelling… Achter zoveel deuren spelen zich even zoveel processen af. Psychoanalytische Nieuwe boeken – Voorjaar 2009

41

methode en gedachtegoed zijn ontstaan vanuit een zeer specifiek kader, waarbij Sigmund Freud de patiënt op de sofa liet rusten en achter hem – buiten zijn gezichtsveld – ging zitten. Terwijl hij in 1913 deze opstelling motiveerde, relativeerde hij ze meteen, want ‘de buitengewone plasticiteit van psychische processen en de rijkdom aan determinerende factoren verzetten zich tegen een mechanisering van de techniek’.

J. Baeke, D. Debbaut, B. Decavel, E. Gunst & N. Verbeeck

Sporen naar verandering Behandeling van seksueel delinquent gedrag

De behandeling van seksuele delinquenten is een zware opgave en de recidive is voor bepaalde subcategorieën van seksuele delinquenten nog steeds relatief hoog.

Dit boek stelt een behandelingsplan voor dat gebaseerd is op een ‘meersporenmodel’: verschillende onderling met elkaar verbonden behandelingen worden toegepast. Want net deze meersporenaanpak vermindert de hervalkans aanzienlijk.

In een eerste deel worden de verschillende therapeutische sporen beschreven aan

Sporen naar verandering

Psychoanalytische therapeuten hanteren het analytische gedachtegoed anno 2009 in allerhande kaders die soms nog weinig met elkaar gemeen lijken te hebben: Wat is er bijvoorbeeld gemeenschappelijk aan een analytische Sporen naar verandering groepstherapie voor volwassenen en een ouder-babytherapie op de speelmat? In dit boek belichten psychoanalytische therapeuten die binnen diverse contexten werkzaam zijn met kinderen, jongeren en volwassenen, de klinische implicaties van de complexe verhouding tussen het psychoanalytische proces en het kader waarin ze dat proces mogelijk willen maken.

Johan Baeke Dirk Debbaut Bert Decavel Ellen Gunst

de hand van voorbeelden uit de praktijk. Er is het spoor van de residentiële be-

handeling en dat van de ambulante behandeling, waarin ook aandacht is voor de behandeling van plegers met een verstandelijke beperking. Het uiteindelijke doel van de behandeling is de pleger opnieuw in de maatschappij te plaatsen. In een

tweede deel komen alle aspecten van dit proces aan bod, van het optimaliseren van de veiligheid van de maatschappij tot het zoeken naar een zinvolle en positieve

invulling van de toekomst van een pleger. In een laatste deel wordt aandacht besteed aan de behandelaars van seksuele delinquenten. Het dagelijks omgaan met

deze doelgroep heeft immers ook een impact op de individuele hulpverlener en op een team.

In een maatschappij waar de discussie rond plegers steeds weer hoog oplaait,

schetst dit boek een meer genuanceerd en realistisch beeld van deze mensen en wat van een behandeling kan worden verwacht.

Johan Baeke is psychiater, Dirk Debbaut is criminoloog, Bert Decavel is verpleegkundige, Ellen Gunst is psycholoog-psychotherapeut. Zij zijn allen verbonden aan Fides, een gespecialiseerd behandelcentrum voor seksuele delinquenten van het

G. Cluckers: Lege plek om te blijven? Gedachten over het kader in psychodynamische kindertherapie – M. Hebbrecht: Zich vullende ruimte? Beschouwingen over het kader in psychoanalytische therapie met volwassenen – F. Sampaio de Carvalho: Wanneer fantasie en werkelijkheid samenvallen, dringen grenzen zich op. Over kinderen en moeilijkheden met het verdragen van de therapeutische setting – F. Van Coillie: Veiligheid en willekeur van een fantastisch kader – J. De Groef: Instelling als ‘good enough mother’? – C. Vanderhallen: To stay or not to s(t)ay? De groep als transitionele ruimte – R. Blass: Essential meaning of analytic setting and how analytic setting essentially shapes meaning.

Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Amandus in Beernem, een instelling van de Broeders van Liefde. Het boek verschijnt bij gelegenheid van het 20-jarig bestaan van Fides.

Christine Leroy, klinisch psycholoog en psychoanalytisch kindertherapeut, is verbonden aan het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Andante, Jeugdteam in Merksem. Zij is ook medewerker aan de Opleiding Kinderpsychotherapie van de K.U.Leuven. Ze is voormalig bestuurslid van de Vlaamse vereniging voor Psychoanalytische Therapie en delegate voor de Sectie Kind en Adolescent van de EFPP – European Federation for Psychoanalytic Psychotherapy. Nicole Vliegen, doctor in de klinische psychologie, seksuoloog, psychoanalytisch kindertherapeut en psychoanalyticus, is verbonden aan het Centrum voor Kinderpsychotherapie en Ontwikkelingsgerichte Interventie van de K.U.Leuven. Ze is ook voorzitter van de VVPT – Vlaamse Vereniging voor Psychoanalytische Therapie en lid van de Belgische School voor Psychoanalyse. Marc Hermans, psychoanalyticus, is verbonden aan de VVPT en VVP – Vlaamse Vereniging voor psychiatrie. Psychoanalytisch Actueel, nr. 11 ISBN 978-90-441-2451-4 16 x 24 cm, ca. 150 blz. Verschijnt in juni


NUR 875 W ca. € 16,-

Johan Baeke, Dirk Debbaut, Bert Decavel & Ellen Gunst

Uit de Inhoud:

Sporen

naar verandering Behandeling van seksueel delinquent gedrag

ISBN 978-90-441-????-?

De behandeling van seksuele delinquenten is een zware opgave en de recidive is voor bepaalde subcategorieën van seksuele delinquenten nog steeds relatief hoog. Dit boek stelt een behandelingsplan voor dat gebaseerd is op een ‘meersporenmodel’: verschillende onderling met elkaar verbonden behandelingen worden toegepast. Want net deze meersporenaanpak vermindert de hervalkans aanzienlijk. In een eerste deel worden de verschillende therapeutische sporen beschreven aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Er is het spoor van de residentiële behandeling en dat van de ambulante behandeling, waarin ook aandacht is voor de behandeling van plegers met een verstandelijke beperking. Het uiteindelijke doel van de behandeling is de pleger opnieuw in de maatschappij te plaatsen. In een tweede deel komen alle aspecten van dit proces aan bod, van het optimaliseren van de veiligheid van de maatschappij tot het zoeken naar een zinvolle en positieve invulling van de toekomst van een pleger. In een laatste deel wordt aandacht besteed aan de behandelaars van seksuele delinquenten. Het dagelijks omgaan met deze doelgroep heeft immers ook een impact op de individuele hulpverlener en op een team. In een maatschappij waar de discussie rond plegers steeds weer hoog oplaait, schetst dit boek een meer genuanceerd en realistisch beeld van deze mensen en wat van een behandeling kan worden verwacht.

Uit de Inhoud: Op het spoor van de forensische geestelijke gezondheidszorg – Op het spoor van de behandeling – Op het spoor van verandering – Het laat sporen na.

Johan Baeke en Nils Verbeeck zijn psychiater, Dirk Debbaut is criminoloog, Bert Decavel is verpleegkundige, Ellen Gunst is psycholoog-psychotherapeut. Zij zijn allen verbonden aan Fides, een gespecialiseerd behandelcentrum voor seksuele delinquenten van het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Amandus in Beernem, een instelling van de Broeders van Liefde. Het boek verschijnt bij gelegenheid van het 10-jarig bestaan van Fides. ISBN 978-90-441-2484-2 16 x 24 cm, ca. 300 blz. Verschijnt in juni

NUR 770 W ca. € 30,-

M.E.E. Guelen & C.M.E. van Pottelberghe

Seksuele mishandeling van jonge kinderen Seksuele mishandeling van jonge kinderen

t boek is een praktische gids voor het volledige lpverleningsproces bij jonge kinderen die seksueel sbruikt zijn. Hierbij wordt de integrale procedure, vanaf de ake tot aan het einde van de behandeling, in verschillende ppen gedetailleerd overlopen. In de eerste plaats wordt, n de hand van zes praktische schema’s, een theoretische htergrond van dit hulpverleningsproces geschetst en gewerkt. Ten tweede wordt aandacht besteed aan de pact die seksueel misbruik heeft op zowel jonge kinderen op hun gezin. Vervolgens worden, naast de beschrijving n het diagnostische en het behandelingsproces, praktische derzoeksmaterialen, diagnostische middelen en diverse odellen en technieken voor de behandeling beschreven. Ten tte wordt ook uitvoerig stilgestaan bij het handelen bij een moeden van seksueel misbruik, bij de ouderbegeleiding en het juridische traject naast het hulpverleningsproces.

arieth Guelen, orthopedagoog, is hoofd van een ychologische/ Pedagogische Praktijk in West-Brabant. Cecile n Pottelberghe, maatschappelijk werkster en historica, is dewerker bij het stafbureau Surplus in Schagen.

Tussen vermoeden en seksueel misbruik – Diagnostische proces – Behandeling – Juridisch traject en de hulpverlening – Conclusie, discussie en aanbevelingen.

Marieth Guelen, orthopedagoog, is hoofd van een Psychologische/Pedagogische Praktijk in West-Brabant. Cecile van Pottelberghe, maatschappelijk werkster en historica, is medewerker bij het stafbureau Surplus in Schagen. ISBN 978-90-441-2494-1 17 x 24 cm, ca. 175 blz. Verschijnt in mei

NUR 770 W € 22,30

Sensoa

Lief en leed 4 Seks en relaties anders bekeken Seksuele mishandeling van jonge kinderen Marieth Guelen & Cecile van Pottelberghe

Een boek over seks en relaties

Lief en Leed4

Nee, dit is niet de catalogus voor de nieuwe beachwearcollectie van Benetton. Dit is de vierde Lief en Leed, het andere boek over seks en relaties. Bont, verrassend, kritisch, geestig, fraai en

4

eigenzinnig als altijd. Maar dan anders. Centraal in deze editie staat het debat over de seksualisering van de samenleving. Waarover gaat dit debat precies en wat is de betekenis ervan? Wie neemt welk standpunt in en welke argumenten gooit men daarbij in de strijd? Maar vooral: Wat wéten we nu al over die seksualisering? Hoe reëel is ze, en hoe problematisch? Wat zijn de effecten ervan op jongeren bijvoorbeeld? En hoe ga je daar als samenleving mee om? Veel vragen, waarop we een keur van auteurs loslieten voor u. Verder is er Jean-Jacques Amy met een stuk over syfilis in de 15e eeuw, Aernout Zevenbergen over

Uit de Inhoud:

eer en aids in Afrika, Erika Frans over het beoordelen van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van kinderen en jongeren, Rudi Bleys over seksuele cultuur in Brazilië en het homoseksueel zelfbeeld na de aidscrisis én een interview met twee van de founding mothers van Dolle Mina: Ida Dequeecker en Chantal De Smet. Nog niet genoeg? Welaan dan. Performancepoëet Stijn Vranken schreef exclusief voor Lief

Dit boek is een praktische gids voor het volledige hulpverleningsproces bij jonge kinderen die seksueel misbruikt zijn. Hierbij wordt de integrale procedure, vanaf de intake tot aan het einde van de behandeling, in verschillende stappen gedetailleerd overlopen. In de eerste plaats wordt, aan de hand van zes praktische schema’s, een theoretische achtergrond van dit hulpverleningsproces geschetst en uitgewerkt. Ten tweede wordt aandacht besteed aan de impact die seksueel misbruik heeft op zowel jonge kinderen als op hun gezin. Vervolgens worden, naast de beschrijving van het diagnostische en het behandelingsproces, praktische onderzoeksmaterialen, diagnostische middelen en diverse modellen en technieken voor de behandeling beschreven. Ten slotte wordt

en Leed enkele straffe gedichten en er is een uitgebreid luik ‘cultuur & media’ dit jaar,

Seks en relaties anders bekeken

ISBN 978 90 441 2356 2

Dit boek is in de eerste plaats geschreven voor iedere professional die in dit veld actief is, maar het is ook geschikt voor studenten van HBO-opleidingen en universiteiten. Het is voorzien van vele praktijkvoorbeelden en omvat twee uitgewerkte casussen.

Lief Li e f en e n Leed Le e d

Marieth Guelen & Cecile van Pottelberghe

t boek is in de eerste plaats geschreven voor iedere ofessional die in dit veld actief is, maar het is ook geschikt or studenten van HBO-opleidingen en universiteiten. t is voorzien van vele praktijkvoorbeelden en omvat twee gewerkte casussen.

ook uitvoerig stilgestaan bij het handelen bij een vermoeden van seksueel misbruik, bij de ouderbegeleiding en bij het juridische traject naast het hulpverleningsproces.

Lief en Leed 4

met bijdragen van onder andere Jan Temmerman (film), Katrien Jacobs (internet) en Pia Fraus (literatuur). We starten met de terugblik op interessant en opvallend nieuws over seksuele gezondheid en emancipatie uit 2008. Santé!

Foto cover: Priscilla Bistoen

en Seks ies relat s r ande en k beke

Centraal in deze vierde editie van Lief en Leed staat het debat over de seksualisering van de maatschappij. Waarover gaat dit debat precies en wat is de betekenis ervan? Wie neemt welk standpunt in en welke argumenten gooit men daarbij in de strijd? Maar vooral: Wat weten we nu al over die seksualisering? Hoe reëel is ze en hoe problematisch? Wat zijn de effecten op jongeren bijvoorbeeld?


43

En hoe ga je daar als samenleving mee om? Vragen waarop een keur aan specialisten een antwoord geeft. Verder is er Jean-Jacques Amy met een stuk over syfilis in de vijftiende eeuw, Aernout Zevenbergen over eer en aids in Afrika, Erika Frans over het beoordelen van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van kinderen en jongeren, Rudi Bleys over de seksuele cultuur in Brazilië en het homoseksueel zelfbeeld na de aidscrisis en een interview met twee van de founding mothers van Dolle Mina: Ida Dequeecker en Chantal De Smet. Performancepoëet Stijn Vranken schreef exclusief voor Lief en Leed enkele straffe gedichten en er is een uitgebreid luik ‘cultuur en media’ met bijdragen van onder anderen Jan Temmerman (film), Katrien Jacobs (internet), Pia Fraus (literatuur). Deze vierde editie start traditiegetrouw met een terugblik op opvallend en interessant nieuws over seksuele gezondheid en emancipatie uit 2008.

B. Van Humbeeck, V. Rousseau & C. Windey (Red.)

Vechten met de engel Herschrijven in de Nederlandstalige literatuur

Ben Van Humbeeck Valerie Rousseau Cin Windey

Vechten met de engel

Uit de Inhoud: R. Bleys: Seksualisering. Van moral panic naar kritische reflectie – P. Nikken: Jongeren, media en seksualiteit. Verslag van een Nederlandse survey – F. Attwood: Sexed up. Naar een theoretisch begrip van de seksualisering van onze cultuur – T. Claes: ‘In (Y)Our Face’. Seksualisering tussen vloek en zegen – R. Van Gerwen: Pornografie als pathologie van de blik – P. Enzlin, L. Zwanepoel, I. Penne, K. Peerenboom, B. Van Esbroeck, A. de Lamper, G. Gielen, J. Verschuren & G. Van de Weyer: Pleidooi voor ‘innige seksualiteit’ – G. Hekma: Seksualisering is een alibi. Een ongelovige aan het woord – K. Raes: Wie vrijt, die blijft. Wandelen doorheen seksueel Vlaanderen – J.-J. Amy: Onder een slecht gesternte. Opmars van syfilis in 1494 – R. Bleys: Dag en nacht. Homoseksueel zelfbeeld en cognitieve dissonantie na de aidscrisis – E. Frans: Seksueel gedrag van kinderen bespreekbaar stellen. Vlaggensysteem als pedagogische interventie – S. Vranken: Gedichten – A. Zevenbergen: Geen technologische quick fix. Eer en aids in Afrika – R. Bleys: Tussen vier muren kan alles! Seksuele cultuur in Brazilië – W. Trommelmans & B. Caers: Bij Dolle Mina waren het indertijd allemaal schoon wijven. Interview met twee Dolle Mina’s: Ida Dequeecker en Chantal De Smet – P. Fraus: Seks die ruikt en smaakt en geluiden maakt. Klein degustatiemenu van hedendaagse erotica – K. Jacobs: Meegesleept door liefde en het virale spelgedrag. Over internetseks – K. De Vlieger: Waarom bloot in reclame (soms) verkoopt – J. Temmerman: The horror… The horror! Seks in alle filmvormen en –formaten.

Sensoa is het landelijk Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv. ISBN 978-90-441-2431-6 21 x 29,5 cm, 160 blz., geïllustreerd Verschenen


NUR 865 W € 20,-

Omslag in ontwerp

Literaire werken staan zelden of nooit volledig op zichzelf. Ze enten zich op literaire tradities, op buitenlandse of binnenlandse invloeden, vloeien bijna als vanzelf voort uit het oeuvre van een auteur of maken gebruik van andere culturele codes om een nieuw literair product te realiseren. In de Nederlandstalige literatuur is dat niet anders. Ook daarin circuleren immers allerlei soorten bronnen als basis voor romans, dichtbundels of andersoortig literair werk. Dat kan gaan van sage- of legendemateriaal, over beeldmateriaal, naar citaten uit het eigen oeuvre of het oeuvre van een andere auteur. Belangrijk daarbij is op te merken hoe dat bronmateriaal steevast ‘muteert’ bij het overbrengen van de ene literaire context naar de andere. Interteksten krijgen een eigen invulling of gaan een dialoog aan met de nieuwe omgeving waarin ze ondergebracht worden. Oraal materiaal wordt omgewerkt naar een schriftelijke context. Buitenlandse invloeden krijgen een lokale touch mee. En ook eigen werk kan een nieuw leven ingeblazen krijgen wanneer het wordt ingeschakeld in een nieuw boek. De auteurs raken op verschillende wijzen deze kwesties aan en geven een overzicht van de verschillende manieren waarop er wordt ‘herschreven’ in de Nederlandstalige literatuur.

Uit de Inhoud: H. Brems: ‘De mispel is haast een appelachtige’. Herschrijvingen van Karel Appel en Adriaen Coorte – M. De Smedt: Kladbewaarder. Herman Teirlinck: Het gevecht met de engel – A. Reynders: ‘Iets anders,

Koen Rymenants

Willem Elsschot (1882-1960) behoort tot de klassieken van de Nederlandse literatuur. Romans als Lijmen, Kaas en Het Dwaallicht hebben de status van tijdloze meesterwerken verworven. Toch stond Elsschot ook met beide voeten in het literaire leven van zijn tijd. Dit boek laat zien hoe hij gangbare literatuuropvattingen, bekende genres en eigentijdse thema’s overnam en naar zijn hand zette. Een aandachtige herlezing van zijn romandebuut Villa des Roses, zijn enige dorpsroman De Verlossing en de familieverhalen Tsjip en Pensioen werpt een nieuw licht op zijn veelgeroemde stijl en zijn ironische wereldbeeld. Een reconstructie van het kritische debat daarover maakt duidelijk dat Elsschots werk tijdens de eerste decennia van de twintigste eeuw de inzet was van levendige discussies onder traditionele en vooruitstrevende critici. Het bekende beeld van Elsschot als de Antwerpse burger en zakenman die zijn persoonlijke ervaringen boekstaaft, wordt hier grondig bijgesteld. Willem Elsschot komt uit deze studie naar voren als een schrijver met een doordachte visie op literatuur, die in geestige en vernuftig opgezette verhalen vraagtekens plaatst bij conventionele denkschema’s en waardepatronen. Koen Rymenants is onderzoeker aan de subfaculteit Literatuurwetenschap van de K.U.Leuven, waar hij in 2004 promoveerde op een proefschrift over Willem Elsschot. Hij publiceert over moderne en hedendaagse literatuur in Nederland en Vlaanderen. Daarnaast is hij redacteur van het tijdschrift Spiegel der Letteren en bestuurslid van het Willem Elsschot Genootschap.

Koen Rymenants Reeks Academisch Literair, nr. 1

Een hoopje vuil in de feestzaal

of iets heel tegenovergesteld maar toch nog altijd hetzelfde’. Louis Paul Boons Wapenbroeders en de aloude boeken over Reinaert en Ysengrimus – N. Bemong: Vlaamse literatuur tussen de nationale culturele traditie en internationale literaire ontwikkelingen: Negentiende-eeuwse Een hoopje vuil in de feestzaal prozabewerkingen van de legende rond Genoveva van Brabant – V. Buyens: Gedroomde navolging. Vormen van literaire imitatio in Willem van der Borchts Spieghel der Eyghen-kennisse (1643) – C. Windey: Verhaald, herhaald. Her en schrijven in Paul Bogaers’ Onderlangs (2007) – B. Van Humbeeck: Twijfel herschreven. Vier gedichten uit Erik Spinoys Boze wolven (2002) – L. Roggen: Poirters in progress. De genese van het Masker vande Wereldt afgetrocken (1650) – A. Faems: De verloren sone: Een parabel int langhe – P. Verstraeten: Kringloop buiten de oevers? Autobiografisch proza van Paul de Vree – E. Brems: In den vreemde zijn. Vertaling in de poëzie van Anneke Brassinga – K. Rymenants: ‘Gerbrand, een lied!’ Lyriek als verhaalstof in de Bredero-romans van Philip Exel en A.M. de Jong – V. Rousseau: Literair rendez-vous. Variaties van tweedehands schrijven in het oeuvre van Tom Lanoye.

Een hoopje vuil in de feestzaal Facetten van het proza van Willem Elsschot

Reeks Academisch Literair, nr. 1

Ben Van Humbeeck, Valerie Rousseau en Cin Windey zijn verbonden aan de Onderzoekseenheid Nederlandse Literatuurstudie van de K.U.Leuven. De coauteurs zijn neerlandici van deze universiteit. Literatuur in veelvoud, nr. 22 ISBN 978-90-441-2487-3 16 x 24 cm, ca. 380 blz., geïllustreerd Verschijnt in mei

ISBN 978-90-441-????-?

als de Antwerpse burger en zakenman die zijn persoonlijke ervaringen boekstaaft, wordt hier grondig bijgesteld. Willem Elsschot komt uit deze studie naar voren als een schrijver met een doordachte visie op literatuur, die in geestige en vernuftig opgezette verhalen vraagtekens plaatst bij conventionele denkschema’s en waardepatronen.

Uit de Inhoud: NUR 622 W ca. € 40,-

K. Rymenants

Een hoopje vuil in de feestzaal Facetten van het proza van Willem Elsschot Willem Elsschot (1882-1960) behoort tot de klassieken van de Nederlandse literatuur. Romans als Lijmen, Kaas en Het Dwaallicht hebben de status van tijdloze meesterwerken verworven. Toch stond Elsschot ook met beide voeten in het literaire leven van zijn tijd. Dit boek laat zien hoe hij gangbare literatuuropvattingen, bekende genres en eigentijdse thema’s overnam en naar zijn hand zette. Een aandachtige herlezing van zijn romandebuut Villa des Roses, zijn enige dorpsroman De Verlossing en de familieverhalen Tsjip en Pensioen werpt een nieuw licht op zijn veelgeroemde stijl en zijn ironische wereldbeeld. Een reconstructie van het kritische debat daarover maakt duidelijk dat Elsschots werk tijdens de eerste decennia van de twintigste eeuw de inzet was van levendige discussies onder traditionele en vooruitstrevende critici. Het bekende beeld van Elsschot

‘Het was wel degelijk haar dorp’. Villa des Roses (1913) (Prospectus - Kritische receptie - Villa des Roses als realistische roman - Titel en incipit - Parijs en Frankrijk - Stad en land - De Villa en de wereld - Louise en Grünewald - Aasgaard) – ‘Ben je nu een Christen, mijnheer Willem?’. De Verlossing (1921) (Situering - Titel en incipit - Tegenstanders - Confrontaties Desideria - Probleem van de verlossing - Vertelinstantie en de literaire communicatie - Receptie) – ‘Ik zie hem zingen maar hoor hem niet’. Tsjip (1934) (‘Opdracht’: structurele analyse - ‘Opdracht’: poëticale interpretatie Ik-figuur en de vertelsituatie - Metaforen van Laarmans - Probleem van de godsdienst - Slothoofdstuk - Receptie: katholieke critici - Receptie: buiten de katholieke zuil) – ‘Hoe neutraler hoe beter, geloof ik’. Pensioen (1937) (De paratekst en het incipit - Moeder Metaforen van Laarmans - Alfred - Slothoofdstuk - Het probleem van de moraal - Receptie).

Koen Rymenants is onderzoeker aan de Subfaculteit Literatuurwetenschap van de K.U.Leuven, waar hij in 2004 promoveerde op een proefschrift over Willem Elsschot. Hij publiceert over moderne en hedendaagse literatuur in Nederland en Vlaanderen. Daarnaast is hij redacteur van het tijdschrift Spiegel der Letteren en bestuurslid van het Willem Elsschot Genootschap. Reeks Academisch Literair, nr. 1 ISBN 978-90-441-2470-5 16 x 24 cm, ca. 500 blz. Verschijnt in juni

NUR 320 W ca. € 40,-


Sj. van Faassen & A.H. den Boef

Uit de Inhoud:

Het pseudo moderne nevens het ware De briefwisseling van de architect J.J.P. Oud met Jozef Peeters en Michel Seuphor, redacteuren van het constructivistische tijdschrift “Het Overzicht”

Inleiding – Brieven – Chronologie – Verantwoording.

Deze uitgave is een extra-nummer van het literair-historisch tijdschrift ZL – Zacht Lawijd. Sjoerd van Faassen is hoofd Collecties in het Letterkundig Museum in Den Haag. August Hans den Boef is docent aan de Hogeschool Amsterdam en medewerker aan het Instituut voor Media en Informatiemanagement van deze hogeschool. ISBN 978-90-441-2420-0 17 x 24 cm, 189 blz., geïllustreerd Verschenen

NUR 621 W € 19,90

J.W. Heisig & S. Van Camp

Kana Snel Japans leren lezen en schrijven Hiragana | Katakana James W. Heisig & Sarah Van Camp

soorten schriften: hiragana, katakana, (lettergrepenschriften) en kanji (Chinese karakters). Die allemaal leren lijkt een hele klus, maar dankzij een unieke methode, ‘kana’ genoemd, kan je op

Kana Snel Japans leren lezen en schrijven

minder dan drie uur tijd en op een aangename en systematische manier een lettergrepenschrift

Kana — Snel Japans leren lezen en schrijven

bedrijven. Ze was ook jarenlang als docent Jais vertaler en consultant Japanse zakencultuur in

japanoloog en antropoloog,

ture in Nagoya, Japan.

aan de Nanzan University for Religion and Culdoceert godsdienstfilosofie

James W. Heisig & Sarah Van Camp

De correspondentie die J.J.P. Oud van eind juni 1921 tot eind 1925 onderhield met de Antwerpse modernisten Jozef Peeters en Michel Seuphor, illustreert dit treffend. Net op het ogenblik dat Oud door meningsverschillen met Theo Van Doesburg en diens tijdschrift De Stijl de boot dreigde te missen, zorgden Peeters en Seuphor, beiden redacteurs van het constructivistische tijdschrift Het Overzicht, voor de nodige hulp bij de verspreiding van zijn werk en zijn ideeën. De hier bezorgde annotatie van deze briefwisseling biedt een unieke inkijk in de manier waarop dit in zijn werk ging. De brieven worden voorafgegaan door een inleiding die hen kadert en een inzicht biedt in de Nederlandse avant-garde en zijn protagonisten.

Het Japanse schrift bestaat uit drie verschillende

James W. Heisig & Sarah Van Camp

pans verbonden aan verschillende taalinstituten.

Optredens, lezingen, manifesten en programmatische publicaties in tijdschriften en in boekvorm waren voor Europese modernisten belangrijke middelen om hun ideeën te verspreiden. Door een groot netwerk op te bouwen, samen te werken in gemeenschappelijke projecten en elkaars producten te bespreken in de ter beschikking staande media construeerden de kunstenaars hun reputaties. Dat gold eveneens voor architecten, voor wie de media-aandacht voor een gerealiseerd gebouw minstens zo belangrijk was als het gebouw zelf.

leren lezen en schrijven. Deze methode wordt

ひらがな

Kana Snel Japans leren lezen en schrijven

Deel 1 Hiragana

in dit boek voorgesteld en toegelicht. De Japanse lettergrepen worden geassocieerd met een Nederlands sleutelwoord, en dit via een soms prettig gestoord verhaaltje. Hierbij maak je gebruik van je verbeeldingskracht, meer bepaald van je ‘verbeeldingsgeheugen’. De zelfstudiemethode is opgedeeld in zes lessen. De ene helft van het boek behandelt hiragana, de andere helft katakana. Door de instructies onderaan elke bladzijde te volgen, wordt de lezer kriskras door het boek geloodst, om zo de kana op de meest snelle en efficiënte manier te leren lezen en schrijven. Ook voor lezers die het Japanse schrift al tot op een zekere hoogte beheersen, is dit boek interessant als opfrissing.

Het Japanse schrift bestaat uit drie verschillende soorten schriften: hiragana, katakana (lettergrepenschriften) en kanji (Chinese karakters). Die allemaal leren lijkt een hele klus, maar dankzij deze unieke methode kun je op een aangename en systematische manier een lettergrepenschrift leren lezen en schrijven. Deze methode wordt in dit boek voorgesteld en toegelicht. De Japanse lettergrepen worden geassocieerd met een Nederlands sleutelwoord, en dit via een soms prettig gestoord verhaaltje. Hierbij maak je gebruik van je verbeeldingskracht, meer bepaald van je ‘verbeeldingsgeheugen’. De zelfstudiemethode is opgedeeld in zes lessen. De ene helft van het boek behandelt hiragana, de andere helft katakana. Door de instructies onderaan elke bladzijde te


Uit de Inhoud:

Habib Daim Rabbi

volgen, wordt de lezer kriskras door het boek geloodst, om zo de kana op de snelste en efficiëntste manier te leren lezen en schrijven. Ook voor lezers die het Japanse schrift al tot op zekere hoogte beheersen, is dit boek interessant als opfrissing. Im vulla am delessecte dolortinibh ea conullutat. Nisl exeriliquisl inim et, quis dolore eros am, senit ilit lor suscidui ea consed ercillandre tatio core volore dolut la facillaorem dolent vent er sent alissed tat do conulluptat venibh elit, quat. Ustio conulputat wis nulla facinim iure ming esed eugiam quam at. Odoloreet aliquat. Aci bla con volupta tismolortie venibh elit vel ing endiat nostrud el dio od duis eugue modiamc onsecte consequi el iureetum diamconsed tio dipit vulluptatum irilla facipis dolore er illam ad dunt alit ea adigniat.

Inleiding op de methode – Inleiding op de Hiragana – Les 1 – Les 2 – Les 3 – Les 4 – Les 5 – Les 6 – Kanatabel – Diftongen-tabel – Alfabetische lijst van de Kana.

James W. Heisig doceert godsdienstfilosofie aan de Nanzan University for Religion and Culture in Nagoya. Sarah Van Camp, japanoloog en antropoloog, is vertaler en consultant Japanse zakencultuur in bedrijven. Ze was ook jarenlang als docent Japans verbonden aan verschillende taalinstituten. Dui bla feu faciliquipit nim del eumsan eratinim ipit del euguerat nim atummy nonsed euguer si te eugiat ip eu feumsandiam del dunt ullam quamcommod tet dolenim vel iusto dit ut la alit praesequis estinciniat, conum aliquat ut velisci blaore conulput wis do corper autet lor seniscinibh ex ea accum dolorem dolorerat nullummy numsandigna atue magna feuisit ea conullaortie facinim vullam, quisi.

ISBN 978-90-441-2424-8 15 x 22 cm, 160 blz. Verschijnt in april.

NUR 110 & 630 S € 16,-

Arabic Literature Unveiled Deze nieuwe serie is een galerij van belangrijke Arabische auteurs in Franse, Engelse, Duitse of Nederlandse vertaling. Ze is een initiatief van de ATI – Arabic Translators International. Reeksredacteuren: Ahmed Al-Laithy & Abied Alsulaiman

Grains du bled

Cipisim quiscin ut praesenisi tinciduis dolortincin vendreetue vullan vullan henim quat lamet lutatie faci tisis deliquatem quate vullut nullutp atuerci llutat lortionse tie consendiam verosto consequat wis adit auguercidunt lam, consed ea feummy nonsenim nos non volum dolut prat incil iureet lum irit at.

ISBN 978-90-441-2418-7

Deze roman is een streekroman, maar wel één die het structurele prototype van een roman uitdaagt en die noch typisch oosters noch westers is te noemen. Zwarte humor is het instrument van de auteur om de beschreven werkelijkheid meteen weer op de korrel te nemen en haar te veranderen. Het hoofdpersonage is Salloumi, een antiheld. Maar er wordt ook vanuit Salloumi’s familie en omgeving verteld, waardoor er een waaier van perspectieven ontstaat die tegelijk verwart en verheldert. Uit de Inhoud: Courrier du bled – Une histoire inventée – Une histoire comique mais qui ne plaît pas – Croire ou ne pas croire – L’histoire tout court – Des histoires déroutantes – Des exercises appliqués (pour tester la stupidité) – La vérité enfouie (une feuille trouvée parmi les réponsens) – Communiqué de vérité (des Salloumi) – Le corps de l’épris – Propos de ce qui s’est passé – Verger de la mort – Grains de bled – La domestique détruit la forêt du Romarin – Salloumi est mort – Vivre sur le bord – Critiques sévères vis-à-vis des secrets – El Aïdi réapparaît et disparaît – La vie est une vilaine. Met een Inleiding van Yann Venner.

Habib Daim Rabbi is schrijver en criticus. Habiba Zougui vertaalde Zarriate Lablad uit het Arabisch naar het Frans.

H. Daim Rabbi

Grains du bled

Arabic Literature Unveiled, n° 1 ISBN 978-90-441-2418-7 14,5 x 21 cm, ca. 120 blz. Verschijnt in mei

NUR 304 A ca. € 15,-

Vertaling van Zarriate Lablad Dit is niet alleen maar een roman over het Marokkaanse binnenland. De beschreven tijd en ruimte alsook de taal mogen dan wel verankerd zijn in een zuiver Marokkaanse werkelijkheid, ze overstijgen haar ook. De auteur brengt de lezer terug naar de etymologie van de woorden, en vermengt standaardtaal en dialect op een functionele manier.

Garant-boeken Rechtstreeks bij de uitgever of via de (internet)boekhandel


Hierbij wordt u het nieuwe logo van de Imprint Cyclus voorgesteld. Onderstaand worden de verschijningsvormen voor het gebruik van het logo beschreven. Wij verzoeken u bij het gebruik van het Cycluslogo strikt volgende regels toe te passen. Hoofdverschijningsvorm

andere kijk op onderwijs. De visie is afkomstig van de

Sudbury School in ‘Cyclus’ Boston. Het HetAmerikaanse logo bestaat uit hetValley letterwoord en twee basisprincipe bij deze vorm van onderwijs is dat kinderen grafische elementen. zelf verantwoordelijk zijn voor hun scholing. SchoolstanVoor het letterwoord wordt de Pantonekleur PMS 431 daarden, screenings en testen krijgen niet de belangaangewend. punt worden in rijke plek dieDe ze swoosh hebben in en het het traditionele onderwijs. gedrukt De auteur PMS 137.schetst een inzichtelijk beeld van zowel de ideeën die achter dezein onderwijsmethode schuilgaan worden als van deze Bij verschijning vierkleurendrukwerk de dagelijkse praktijk van De Kampanje en de redenen kleuren omgezet in de waarden: waarom deze bijzondere plaats zo goed werkt voor de PMS 431: Cyan 11 - Magenta 0 - Yellow 0 - Black 65 Onder deze imprint verschijnen boeken kinderen die er naar school gaan. PMS 137: Cyan 0 - Magenta 34 - Yellow 91 - Black 0

met een heel eigen gezicht: ego-docuUit de Inhoud: menten, ervaringsverhalen, bijzondere Bijvorm De Kampanje, werkende democratie (Opgroeien op gebruik op de rugzijde van- een boek is van het getuigenissen, eigenzinnige standpun-VoorDe Kampanje - Leren - Lessen - Spel Conversatie logo een vereenvoudigde versie gemaakt Heldere structuur Juridisch systeem, hart van deop basis van ten, tegendraadse visies enz. school - Schoolmeeting - Afstuderen - Rolvorm van stafgebruikt - Rol de twee grafische elementen. Deze van ouders) – Verantwoording (Sudbury Valley School: Pantonekleuren PMS 431 en PMS De imprint kan nog vele andere, nog uitdezelfde Resultaat van 40 jaar ervaring - Sudbury-scholen en 137. Democratisch Onderwijs over de wereld Wording Uiteraard gelden bij deze verschijningsvorm dezelfde te stippelen wegen uit, volgens suggesvan het begrip ‘school’ Scholing vanaf de oudheid omzettingswaarden in vierkleurendrukwerk.

ties van auteurs en lezers.

tot nu) – Rol van wetenschap – Onderwijsvrijheid – Behoeften van de samenleving anno 2008 en verder – Resultaatverwachting van De Kampanje. drukwerk

Gebruik van het logo in monochroom De voorkeur gaat uit naar de verschijningsvorm in PMS- of quadrikleuren. Als het drukwerk C. Hartkamp-Bakker Christel Hartkamp-Bakker, geologe, is medeoprichter en echter niet toelaat om voor deze versie te kiezen, bijvoorbeeld bij gebruik in krantenadvertenstafl id van De Kampanje. of monochrome folders, kan het logo worden gebruikt in grijswaarden of in de hoofdkleur Deties Kampanje van het drukwerk. ISBN 978-90-8575-029-1 NUR 844 S Sudbury Valley School in Nederland • Zwart-wit 14 x 24 cm, 95 blz., geïllustreerd € 12,90 Verschenen Het letterwoord wordt in 100% zwart, de grafische elementen in 35% zwart weergegeven. Bij het vereenvoudigde logo wordt L. Benning de swoosh 35% en de stip 100% Harry’s boek zwart. • Monochroom drukwerk Een zoon met autisme In geval het drukwerk in één kleur (in het voorbeeld PMS 328) wordt gedrukt, kan voor de monochrome Harry’s verschijningsvorm worden gekozen. Lefert Benning Het letterwoord wordt dan 100% Christel Hartkamp-Bakker van de gegeven kleur, de grafische De Kampanje elementen 35%. Bij het vereenvoudigde logo wordt de swoosh 35% en de stip 100% van Is het niet vreemd dat kinderen steeds vaker leer- en de PMS-kleur. Een zoon

De Kampanje is een pleidooi voor een andere kijk op onderwijs. De titel staat voor de naam van een school in Nederland. Het type onderwijs waarbij kinderen niet in een mal geperst worden, is afkomstig van de Amerikaanse Sudbury Valley School in Boston. In deze tijd, waarin het debat gevoerd wordt over schoolstandaarden en testen, vormt dit type onderwijs een intrigerend en controversieel alternatief: Kinderen zijn zèlf verantwoordelijk voor hun scholing.

“De Schrijver heeft deze complexe materie op een, naar mijn smaak, plezierig leesbare manier weergegeven. Het boek biedt de mogelijkheid een weloverwogen mening te vormen over hoe onderwijs eruit zou kunnen zien, waarbij we jonge mensen voorbereiden op de samenleving van morgen, niet die van gisteren.” Edwin de Bree, Eigenaar van Ondernemerschap nu!, Oprichter van Sudburyschool De Koers te Beverwijk.

Kampanje Sudbury Valley School in Nederland

Dit boek formuleert een eigenzinnig antwoord en geeft daarbij een inkijk in de werking van De Kampanje, een Nederlandse school die een pleidooi houdt voor een

Harry’s boek

gedragsproblemen ondervinden op school? Deze vraag ligt aan de basis van dit boek. Is de manier waarop kinderen traditioneel onderwezen worden de enige en beste methode? Of is ze het product van een ingeslepen traditie die geen voeling heeft met wat de jeugd van tegenwoordig bezig houdt?

Harry’s

Lefert Benning

“Het is een mooi coherent geheel met passende verwijzingen. Er staan heel degelijke argumenten in voor deze schoolvorm in deze tijd.” Roos David, Lector Pedagogiek, Hogeschool Gent

De Kampanje, Sudbury Valley School in Nederland

In dit boek schetst Christel Hartkamp-Bakker een inzichtelijk beeld van zowel de ideeën die achter deze onderwijsmethode schuilgaan, als van de dagelijkse praktijk van De Kampanje en de redenen waarom deze bijzondere plaats zo goed werkt voor de kinderen die er naar school gaan.

Christel Hartkamp-Bakker

K

“Vind jij het niet vreemd dat kinderen steeds vaker problemen hebben op school?” Deze vraag ligt aan de basis van dit boek en gaat direct naar de kern van hoe ons onderwijs functioneert. Is de manier waarop kinderen onderwezen worden de enige en de beste methode? Of is ze het product van een ingeslepen traditie die geen voeling heeft met wat de jeugd van tegenwoordig bezig houdt?

Harry’s Boek met autisme

Harry’s boek heet zo omdat het Harry’s leven beschrijft. De eerste jaren thuis, daarna in de instelling voor – toen

Huisstijl Imprint Cyclus Voorschriften voor het gebruik van het Cyclus-logo Hierbij wordt u het nieuwe logo van de Imprint Cyclus voorgesteld.

Onderstaand worden de verschijningsvormen voor het gebruik van het logo beschreven. Wij verzoeken u bij het gebruik van het Cycluslogo strikt volgende regels toe te passen. Hoofdverschijningsvorm


Bijvorm

Het logo bestaat uit het letterwoord ‘Cyclus’ en twee grafische elementen. Voor het letterwoord wordt de Pantonekleur PMS 431 aangewend. De swoosh en het punt worden gedrukt in PMS 137. Bij verschijning in vierkleurendrukwerk worden deze kleuren omgezet in de waarden: PMS 431: Cyan 11 - Magenta 0 - Yellow 0 - Black 65 PMS 137: Cyan 0 - Magenta 34 - Yellow 91 - Black 0 Voor gebruik op de rugzijde van een boek is van het logo een vereenvoudigde versie gemaakt op basis van de twee grafische elementen. Deze vorm gebruikt dezelfde Pantonekleuren PMS 431 en PMS 137. Uiteraard gelden bij deze verschijningsvorm dezelfde omzettingswaarden in vierkleurendrukwerk.

Gebruik van het logo in monochroom drukwerk De voorkeur gaat uit naar de verschijningsvorm in PMS- of quadrikleuren. Als het drukwerk echter niet toelaat om voor deze versie te kiezen, bijvoorbeeld bij gebruik in krantenadvertenties of monochrome folders, kan het logo worden gebruikt in grijswaarden of in de hoofdkleur van het drukwerk. • Zwart-wit Het letterwoord wordt in 100% zwart, de grafische elementen in 35% zwart weergegeven. Bij het vereenvoudigde logo wordt de swoosh 35% en de stip 100% zwart. • Monochroom drukwerk In geval het drukwerk in één kleur (in het voorbeeld PMS 328) wordt gedrukt, kan voor de monochrome verschijningsvorm worden gekozen.

Aan de voorlezers van dit boek

Ben je een mama, een papa, een leerkracht of een toevallige verteller van deze prachtige verhalen?

Wij geven je graag het volgende mee: Dit vertelboek is geschreven voor kinderen tussen vijf en acht jaar. Het is bijzonder geschikt voor kinderen die een broertje of zusje krijgen. Het wil jonge kinderen vertrouwd maken met borstvoeding als de meest natuurlijke en normale voeding voor baby’s. Het wil ook de beeldvorming rond borstvoeding verbeteren en een positieve uistraling geven aan ons lichaam, als bron van troost en veiligheid voor kinderen.

Wat treft in dit boek, is in de eerste plaats veerkracht. Die van Harry, die telkens weer welgemoed in een nieuwe situatie stapt. Hoeveel mensen zouden de moed niet verliezen bij alles wat Harry doormaakt? Daarnaast de veerkracht van zijn ouders, die blijven zoeken naar wie hun zoon in wezen is en wat hij nodig heeft. Zodat ze hem uiteindelijk leren kennen als een boeiend mens. Wellicht krijg je heel wat vragen tijdens het voorlezen, waarop je niet meteen een antwoord weet, of misschien wil je zelf meer weten over borstvoeding, over de pedagogische opties of over de gebruikte metaforen in dit boek.

Mia Verbeelen - Ilheim Abdel-Jelil

nog – zwakzinnigenzorg. Zijn leven begint met een jarenlange zoektocht tussen hoop en vrees. Want Harry heeft een autistische handicap, maar de term ‘autisme’ wordt pas bekend als hij de twintig ruim gepasseerd is. Nog langer duurt het voordat de behandeling wordt afgestemd op de mens Harry, met zijn autistische handicap. Dan begint de balans in zijn leven over te hellen van vrees naar hoop.

Mia Verbeelen - Ilheim Abdel-Jelil

Hiervoor kun je terecht op www.wegwijsborstvoeding.be. Via de knop ‘Kinderboek Mama tovert melk’ vind je een antwoord op je vragen.

Daarnaast is dit een historisch document. Vader Lefert Benning treedt niet alleen op als biograaf maar ook als geschiedschrijver. Hij tekent de historie op van het instellingsbeleid dat zich in de loop van bijna veertig jaar ontwikkelt. Hij maakt zichtbaar hoe nieuwe kennis drup voor drup vanuit de wereld van de wetenschap doorsijpelt naar de werkvloer.

Uit de Inhoud: Het verhaal van ouders en hun zoon met autisme, verteld door de vader. Met een voorwoord van prof. dr. J.S. Reinders.

Lefert Benning was directeur van Landbouwcorporatie Hardenberg, directeur van de Vereniging Johannes Stichting en bestuurslid van Philadelphia Support. ISBN 978-90-8575-028-4 14,5 x 21 cm, 148 blz. Verschenen

NUR 402 W € 14,90

M. Verbeelen & I. Abdel-jelil

Mama tovert melk Borstvoeding is de natuurlijkste vorm om baby’s te voeden. Toch kozen moeders de laatste decennia steeds meer voor flessenvoeding. Dit vertelboek wil borstvoeding weer die plaats geven van iets dat er vanzelfsprekend bijhoort wanneer er een baby komt. Meer dan dat zijn borstvoedingsmomenten ook een bron van troost, veiligheid en geborgenheid voor kinderen. En waar kun je beter beginnen met het creëren van een hernieuwd bewustzijn rond borstvoeding dan bij jonge kinderen zelf, de moeders en vaders van morgen? In dit boek worden kinderen van 5 tot 8 jaar op een speelse manier vertrouwd gemaakt met borstvoeding.

Mama tovert melk

Mama tovert melk

Veel leesplezier, Anne Dedry Vzw De Bakermat Leuven-België

Het is bijzonder geschikt voor kinderen die een broertje of zusje krijgen. Via een speels verhaal en vele illustraties maak je kennis met Emilie, die net een broertje heeft gekregen, en haar gezin. Emilie is nieuwsgierig naar hoe mama zomaar melk kan toveren. Van mama en oma krijgt ze wonderlijke antwoorden op al haar vragen. Uit de Inhoud: Tijd om te drinken – Foto’s van lang geleden – Geschenk van Moeder Natuur – Logeren bij oma – Hoe distel en kever een nieuwe naam kregen – Uit de duim gezogen – Roodkapje – Baby’s op het schoolplein – Chocolademelk – Bent komt spelen – Kaartjes aan de waslijn – Romulus en Remus – Bloemetjesbad – Bootje varen – Kijk, dat zijn wij!

Mia Verbeelen is professioneel verhalenverteller en oprichter van het verhalenbedrijf Verbeelden door verhalen. Ilheim Abdel-jelil is grafisch ontwerpster en illustratrice. Deze uitgave is een initiatief van De Bakermat, een expertisecentrum voor kraamzorg en praktijk voor vroedkunde in Leuven. ISBN 978-90-8575-030-7 22 x 26 cm, 86 blz., geïllustreerd, vierkleurendruk Verschijnt in april

NUR 280 A € 16,90

Garant mailen? [email protected] [email protected]

Huisstijl Imprint Cyclus

Voorschriften voor het gebruik van het Cyclus-logo

Hierbij wordt u het nieuwe logo van de Imprint Cyclus voorgesteld. Onderstaand worden de verschijningsvormen voor het gebruik van het logo beschreven. Wij verzoeken u bij het gebruik van het Cycluslogo strikt volgende regels toe te passen. Hoofdverschijningsvorm

Bijvorm




Van krot tot loft Innovatief renoveren Arnold Lampaert Nu kopen? Nu verbouwen? Nu renoveren? Het blijft altijd een prangende vraag voor iedereen die een eigen dak boven het hoofd wil. Het gaat om vele keuzes, zoals: in een stad of op een dorp, klein of groot, huis of flat, met of zonder tuin, levendige of rustige buurt, tijdelijk of voor altijd enz. Twee zaken staan vast: het kost behoorlijk wat geld, maar vastgoed is een altijd een goede bescherming tegen geldontwaarding gebleken. De auteur heeft een jarenlange, gespecialiseerde ervaring in het renovatiewezen. Hij is dan ook uitstekend geplaatst om zijn mening te geven over alles wat te maken heeft met renoveren: wat wel, wat niet, waarmee en met wie rekening houden en waarom? Dat gaat van algemene principes tot concrete tips omtrent kloosters, schuren, fabrieksloodsen, kleine flats, kwaliteitscontrole, bouwmaterialen, verwarmingssystemen, licht, sanitaire uitrusting, energie, architecten, aannemers, zelf doen of laten doen,… Wie dit boek doorneemt, weet zoveel meer over renoveren. En dat is niet alleen voor de kandidaat-‘renoveerder’ belangrijk, maar evenzeer voor vaklui, uitvoerders, bedrijven,…, want die moeten hun klant met raad en daad bijstaan.

Van krot tot loft Innovatief renoveren

575-031-4

A. Lampaert

Van krot tot loft

intern auditor en later projectleider bij aannemersbedrijf Denys in Wondelgem en zaakvoerder bij renovatiebedrijf De Nieuwe Ruimte in Gent. Hij is kwaliteitspeter bij het Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg en lid van Belgian Senior Consultants. ISBN 978-90-8575-031-4 17 x 25 cm, ca. 170 blz. Verschijnt in juni

NUR W ca. € 20,-

Innovatief renoveren

Arnold Lampaert

Arnold Lampaert studeerde handel en boekhouding aan het toenmalige Provinciaal Handels- en Taalinstituut in Gent, nu opgenomen in de Hogeschool Gent. Hij was intern auditor en later projectleider bij aannemersbedrijf Denys in Wondelgem en zaakvoerder bij renovatiebedrijf De Nieuwe Ruimte in Gent. Hij is kwaliteitspeter bij het Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg en lid van Belgian Senior Consultants.

Verenigde Staten van Amerika Nu kopen? Nu verbouwen? Nu renoveren? Het blijft altijd een prangende vraag voor iedereen die een eigen dak boven het hoofd wil. Het gaat om vele keuzes, zoals: in een stad of op een dorp, klein of groot, huis of flat, met of zonder tuin, levendige of rustige buurt, tijdelijk of voor altijd enz. Twee zaken staan vast: het kost behoorlijk wat geld, maar vastgoed is een altijd een goede bescherming tegen geldontwaarding gebleken. De auteur heeft een jarenlange, gespecialiseerde ervaring in het renovatiewezen. Hij is dan ook uitstekend geplaatst om zijn mening te geven over alles wat te maken heeft met renoveren: wat wel, wat niet, waarmee en met wie rekening houden en waarom? Dat gaat van algemene principes tot concrete tips omtrent kloosters, schuren, fabrieksloodsen, kleine flats, electriciteitscabines, kwaliteitscontrole, bouwmaterialen, verwarmingssystemen, licht, sanitaire uitrusting, energie, architecten, aannemers, zelf doen of laten doen,… Wie dit boek doorneemt, weet zoveel meer over renoveren. En dat is niet alleen voor de kandidaat-‘renoveerder’ belangrijk, maar evenzeer voor vaklui, uitvoerders, bedrijven,…, want die moeten hun klant met raad en daad bijstaan.

Garant / Coronet Books 311 Bainbridge Street Philadelphia PA 19147 [email protected]  215 925 27 62

Verenigd Koninkrijk Garant / Central Books 99, Wallis Road London E9 5 LN [email protected]  0845 458 9911

Uit de Inhoud: Stand van zaken – Gericht zoeken maakt vinden gemakkelijker – Kopen aan de laagste prijs – Aan de slag – Zelf de renovatie organiseren – Concrete bouwfysische tips – Nazorgen – Eindadviezen – Documenten.

Arnold Lampaert studeerde handel en boekhouding aan het toenmalige Provinciaal Handels- en Taalinstituut in Gent, nu opgenomen in de Hogeschool Gent. Hij was

Huisstijl Imprint Cyclus Voorschriften voor het gebruik van het Cyclus-logo Hierbij wordt u het nieuwe logo van de Imprint Cyclus voorgesteld. Onderstaand worden de verschijningsvormen voor het gebruik van het logo beschreven. Wij verzoeken u bij het gebruik van het Cycluslogo strikt volgende regels toe te passen. Hoofdverschijningsvorm


Bijvorm



Kwartaalschrift Economie

0

be

n 25

nl nl

mie wordt uitgegeven in samenwerking met de en de Stichting Maandschrift Economie. onomie.be of .nl

k w a r t a a l s c h r i f t e c o n o m i e • jaargang 5 • september 2008

ver: Huug Van Gompel

3

kwartaalschrift

economie

Tijdschrift voor algemeen- en bedrijfseconomische vraagstukken jaargang 5 • september 2008

275

279

ief verzendkosten in Nederland/België, exclusief re landen. Abonneren kan door overschrijving bedrag op rekening 734-42911600-38 in België 33 in Nederland van Garant-Uitgevers nv met aalschrift Economie of door een bestelling te g af te wachten. Kwartaalschrift Economie jaargang. Abonnementen kunnen op elk gewenst en voor de lopende jaargang (m.i.v. de reeds van die jaargang). Daarna wordt het abonnement ar verlengd. Opzeggingen moeten uiterlijk in an de uitgever worden meegedeeld.

Otto Swank Transparantie

Artikelen

Heidi Hanssens, Ben Derudder & Frank Witlox De wereldeconomie als netwerkeconomie: een analyse van de voornaamste onderzoeksparadigma’s

307

Genserik Reniers & Wout Dullaert Crossindustriële perceptie op het Belgische welzijnsbeleid

321

Jos Meir Desintermediatie: België versus Nederland

341

tellingen, bibliotheken enz.)

Redactioneel

Kengetallen

Joop de Kort & Aldo Spanjer Russische energiepolitiek: bedreiging voor Europa?

€ 16,- exclusief verzendkosten. Verschijnt driemaandelijks in maart, juni, september, december

Het tijdschrift voor het hele Nederlandstalige gebied met bijdragen over algemene en bedrijfseconomische onderwerpen voor een ruime lezerskring van wetenschappers, professionals in het bedrijfsleven, docenten, leraren en studenten.

- studenten: € 22,50 - groepen: € 16,Los nummer: € 8,50

School- en klaspraktijk

Voorzitter: Joan Muysken / Hoofdredacteurs: Pieter Meulendijks & Jan Annaert Verschijnt driemaandelijks = 4 nummers van 136 blz., formaat 17 x 24 cm, per jaargang. Abonnementen (6de jaargang, 2009): - particulieren: € 45,- studenten: € 15,- bedrijven, instellingen, bibliotheken: € 140,Los nummer voor particulieren en studenten: € 16,-

Zorgbreed – Tijdschrift voor integrale leerlingenzorg Zorgbreed is – voor Vlaanderen en Nederland – een veelzijdig werkinstrument rond integrale leerlingenzorg en leerbegeleiding. Zorgbreed ondersteunt leerkrachten, zorgcoördinatoren en andere betrokkenen bij de begeleiding van alle leerlingen, met of zonder specifieke behoeften. Daarnaast besteedt Zorgbreed evenveel aandacht aan modellen en instrumenten voor algemene leerlingenzorg en aan het stap-voor-stap ontwikkelen van een zorgbeleid op klas- en schoolniveau. Hoofdredacteur: Jan Cox. Verschijnt driemaandelijks = 4 nummers van 40 blz., formaat 21 x 29,7 cm, per jaargang. Abonnementen (6de jaargang, 2008-2009): - individueel abonnement: € 30,-

Dit pedagogisch-didactisch tijdschrift biedt alle leerkrachten en directies lager onderwijs een handreiking bij de dagelijkse onderwijsleerpraktijk. Hoofdredacteur: Johan L. Vanderhoeven Verschijnt driemaandelijks = 4 nummers van 48 blz., formaat: 21 x 29,7 cm, per jaargang. Abonnementen (50ste jaargang, 2008-2009): -gewoon abonnement: € 32,-individueel studentenabonnement: € 18,-groepsabonnement: € 16,Los nummer: € 9,-


51

ZL – Zacht Lawijd

ZL besteedt aandacht aan de historische context van literaire teksten. Naast uitgewerkte artikelen bevat het tijdschrift rubrieken waarin korte, documentaire beschouwingen bij allerlei foto’s, handschriften, drukproeven, enz. worden gepresenteerd.

De gids op maatschappelijk gebied

Redactiesecretaris: Geert Swaenepoel Verschijnt driemaandelijks = 4 nummers van 72 blz., formaat 16 x 24 cm, per jaargang. Abonnementen (8ste jaargang, 2008-2009): -individueel abonnement: € 30,-studenten: € 23,80 -instellingen: € 35,70 Los nummer: € 9,-

Geschiedenis der geneeskunde en gezondheidszorg Het tijdschrift dat zich bezighoudt met de geschiedenis van de geneeskunde, de farmacie, de verpleging,…

Het tijdschrift dat het ‘maatschappelijk gebied’ als werkveld heeft: arbeid en gezondheid, economie en politiek, gelijke kansen, onderwijs, cultuur, vrijwilligerswerk, …

Hoofdredacteurs: Harm Beukers & Robrecht Van Hee

Hoofdredacteur: Louis Mariën

Verschijnt tweemaandelijks = 6 nummers van 64 blz., formaat: 21 x 28 cm, per jaargang, vierkleurendruk, elektronisch archief. Abonnementen (14de jaargang, 2009): -particulieren: € 59,-studenten: € 49,-instellingen: € 69,Los nummer: € 14,-

Verschijnt maandelijks (niet in juli en augustus) = 10 nummers van 64 blz., formaat: 16 x 24 cm, per jaargang. Abonnementen (100ste jaargang, 2009): -particulieren: € 26,50 -studenten: € 23 -groepen: € 24,80 -instellingen: € 38,85 -steunabonnementen: € 67,20 Los nummer: € 4,85


Kleio – Tijdschrift voor oude talen en antieke cultuur

Kolor – International Journal on moving Communities

Het tijdschrift over oude talen en antieke cultuur, met geregelde uitweidingen naar latere tijden.

Dit tijdschrift brengt gespecialiseerde antropologische bijdragen over migratie, interculturaliteit, etniciteit en racisme.

Hoofdredacteur: Luc Van der Stockt

Hoofdredacteur: Johan Leman

Verschijnt driemaandelijks = 4 nummers van 48 blz., formaat 17 x 24 cm, per jaargang. Abonnementen (38ste jaargang, 2008-2009): -particulieren: € 16,-studenten: € 12,80 -instellingen: € 19,Los nummer: € 5,-

Verschijnt zesmaandelijks = 2 nummers van 96 blz., formaat 16 x 24 cm, per jaargang. Abonnement (Volume 9, 2009): € 26,Los nummer: € 15,-


53

Wilt u geregeld op de hoogte worden gesteld van onze publicaties? Dan kunt u (een fotokopie van) de Informatiebon terugzenden in een gesloten envelop. Of u kunt intekenen op de Nieuwsbrief, in te vullen via de website. voor België: Somersstraat 13-15 2018 Antwerpen Telefoon: 03 231 29 00 Telefax: 03 233 26 59

voor Nederland: www.garant-uitgevers.be www.garant-uitgevers.nl [email protected] [email protected] Informatiebon

Koninginnelaan 96 7315 EB Apeldoorn Telefoon: 055 522 06 25 Telefax: 055 522 56 94

Ik wil geregeld op de hoogte worden gesteld van uw publicaties en daartoe in het Garant-bestand worden opgenomen met de gegevens die ik verstrek. Mijn belangstellling gaat vooral uit naar de volgende vakgebieden.

1................................... 4 ............................................ 2................................... 5 ............................................ 3................................... 6 ............................................ Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beroep / Functie: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Huisadres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .................................................................................... Telefoon: . . . . . . . . . . . . . . . . .Telefax: . . . . . . . . . . . . . . .E-post: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Werkadres (met naam van bedrijf of instelling): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... ..................................................................................... Telefoon: . . . . . . . . . . . . . . . .Telefax: . . . . . . . . . . . . . . . .E-post: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Handtekening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gereserveerd voor Garant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Bestellen kunt u door (een fotokopie van) de onderstaande Bestelbon terug te zenden in een gesloten envelop. Faxen, e-mailen of telefoneren kan ook. Of u kunt bestellen via de website of de boekhandel. voor België: Somersstraat 13-15 2018 Antwerpen Telefoon: 03 231 29 00 Telefax: 03 233 26 59

voor Nederland: www.garant-uitgevers.be www.garant-uitgevers.nl [email protected] [email protected]

Koninginnelaan 96 7315 EB Apeldoorn Telefoon: 055 522 06 25 Telefax: 055 522 56 94

Bestelbon Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... ..................................................................................... BTW-nummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mijn bestelreferentie: . . . . . . . . . . . . (indien van toepassing)

bestelt: ex. ISBN ... ... ... ... ... ... ...

................. ................. ................. ................. ................. ................. .................

(indien van toepassing)

(eerste) auteur

titel

.................. .................. .................. .................. .................. .................. ..................

.................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... ....................................................

Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Handtekening:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Inhoud. Nieuwe boeken Voorjaar

Recommend Documents