Inhoud Inleiding
2
1.
2
visie op zorg
2. het samenwerkingsverband
2
3. aanpak van zorgleerlingen bij ons op school
3
4. groeps- en leerlingbesprekingen
5
5. passend onderwijs:
6
5.1
lgf kinderen (= leerling gebonden financiering)
6
5.2
doubleren en versnellen
6
5.3
kinderen met dyslexie
7
5.4
OPP (ontwikkelperspectief)
7
5.5
beleid tav zieke kinderen
7
6. verwijzing naar het speciaal onderwijs
7
7. overzicht van toetsen
8
8. het leerlingvolgsysteem
8
9. dossiervorming
9
10. trendanalyse van de CITO toetsen
9
11. contacten met ouders
10
12. borging naar nieuwe leerkrachten
10
Bijlagen: Expertise centrum hoogbegaafdheid Toetskalender Taken intern begeleider Taken van de leerkracht Taken directeur ten aanzien van de zorg
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
1
Inleiding: In dit zorgplan geven wij aan op welke wijze ‘de Werkschuit’ haar signalering en extra aandacht voor kinderen met een andere onderwijsbehoefte heeft georganiseerd (zowel kinderen met grote instructiebehoefte als kinderen met weinig instructiebehoefte, ook wel genoemd het Mickey Mouse model). Daarnaast is er een omschrijving van de taken van de leerkrachten en de intern begeleider m.b.t. de zorgverbreding vastgelegd. Voor onze missie en visie, verwijzen we naar het schoolplan 2011 – 2015. 1. visie op zorg Binnen onze school wordt er gewerkt vanuit de visie dat een kind zich ontwikkelt op verschillende vlakken, op verschillende manieren. Wij gaan uit van de volgende pijlers: -
pedagogische pijler (verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerking) didactische pijler (lesdoelen, differentiatie, werkschuiten) natuurpijler (leren over en zorg dragen voor de natuur, verwonderen, beleven en spelen in de natuur) creatieve pijler (technieken en vaardigheden, uitingsvormen, oplossingsgericht denken)
Wij werken in onze school vanuit het klassikale systeem. Hierbinnen zijn mogelijkheden om aandacht te geven aan de verschillen tussen leerlingen. Wij werken binnen de groep op drie niveaus en werken met het directie instructie model. Wij hebben de intentie om te gaan werken met groepsplannen (instructie onafhankelijke groep, herhaalde instructie en instructie afhankelijke groep). Deze niveaus zijn terug te vinden in de methodes die we gekozen hebben voor taal, technisch lezen en rekenen. Wanneer het wenselijk is wordt er voor enkele vakken groepsdoorbrekend gewerkt: een uitwisseling tussen de homogene groepen. We gaan uit van het kind: wat heeft het kind nodig om tot leren te komen? Dit wordt meegenomen in de groepsfoto: belemmerende en bevorderende factoren. 2. Het samenwerkingsverband Wij zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband 'De Stroming’. De coördinator van dit samenwerkingsverband is dhr. J. Vlaskamp. De missie van samenwerkingsverband de Stroming is als volgt gedefinieerd: ‘het samenwerkingsverband ontwikkelt en organiseert samen met partners expertise om leerlingen passend onderwijs te kunnen bieden’. Het samenwerkingsverband heeft een zorgdossier opgesteld. Hierin is alle zorg rondom een kind in te vullen (voor eventueel onderzoek, aanvraag PCL, OPP) Het verlenen van zorg aan leerlingen is primair de zaak van de groepsleerkracht. Aandacht voor een zo optimaal mogelijke omgeving waarin een kind zich kan ontplooien staat voorop. De visie van het SWV wordt als volgt omschreven: In 2014 heeft samenwerkingsverband de Stroming een sluitende zorgstructuur voor de aangesloten scholen tot stand gebracht, waarbij o scholen ondersteuning krijgen bij de borging van de basiszorg. o het samenwerkingsverband een initiërende, faciliterende rol bij de breedtezorg speelt, een balans zoekend tussen de ondersteuning van de individuele zorgleerling en het creëren van voorzieningen voor doelgroepen.
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
2
o
o o
o
het samenwerkingsverband de beheerder en verspreider is van de expertise die in de scholen aanwezig en nodig is. Het is een aanspreekpunt voor ondersteuning van de school, de leerkracht en de leerling, zowel in als buiten de klas. alle scholen handelingsgericht werken met ondersteuning en begeleiding vanuit de Stroming. het samenwerkingsverband een coördinerende functie heeft ten aanzien van (specialistische) dieptezorg en de middelen zo ingezet worden dat leerlingen zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs kunnen genieten. de werkwijze is gericht op het besparen van tijd en papier: heldere procedures zonder rompslomp, korte lijnen voor directe en snelle afstemming. Bij de verdeling van de middelen gaat het om efficiëntie, doelgerichtheid en continuïteit
Eén keer per maand is er een netwerk bijeenkomst voor intern begeleiders. De intern begeleiders nemen deel in een netwerk centrum, noord of zuid. Hier bestaat onder andere de mogelijkheid van collegiale consultatie. Daarnaast is er twee maal per jaar een thema middag. Jaarlijks nemen de intern begeleiders deel aan de conferentie in Lunteren. Ook is er een jaarvergadering voor directeuren en intern begeleiders. 3. Aanpak zorgleerlingen binnen de school (zorgniveaus)
0/ 1
2
pedagogisch / didactisch
leerkracht ouders
aandacht
Methode toetsen Methode onafhankelijke toetsen
leerkracht
groepsplan/ individueel handelingsplan
ouders 3
Intern onderzoek
leerkracht, individueel intern begeleider handelingsplan ouders verwijzen naar fysiotherapie, logopedie, schoolarts, smw of externe instantie
4
Consultatie
(ortho)pedagoog, externe contacten leerkracht, intern begeleider ouders
Extern onderzoek 5
Verwijzen/ handhaven
leerkracht, intern begeleider, ambulant begeleider ouders
Wij proberen om alle kinderen bij ons op school te laten leren en ontwikkelen. Dat wil zeggen dat we zoveel mogelijk aansluiten bij het niveau van het kind. Dit doen wij door te werken met groepsplannen en individuele handelingsplannen. Ook vinden we het belangrijk dat de kinderen Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
3
zich ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen. Er is veel aandacht voor het werkschuiten (=zelfstandig werken), het werken met weektaken, plannen en evalueren. Ook in gesprekken met de kinderen (coachingsgesprekken) komt onder anderen de zelfstandigheid en de werkhouding naar voren. Om de ontwikkeling van de kinderen te volgen maken wij op school gebruik van CITO toetsen, methodegebonden toetsen, observatielijsten (kijkpuntenlijst) en het sociogram. De resultaten worden door de leerkracht vastgelegd in het leerlingvolgsysteem van Parnassys.. Wij hebben het LVS ingevoerd voor de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, spelling, taal, taal voor kleuters, ordenen en ruimte en tijd. Per augustus 2011 nemen we de nieuwe toetsen van CITO voor de kleuters af: taal voor kleuters en rekenen voor kleuters. N.a.v. de resultaten wordt een groepsplan (methodegebonden toetsen) en/of een individueel handelingsplan opgesteld. We gaan beginnen met het werken met groepsplannen voor rekenen. Kinderen met een D of E score krijgen altijd een individueel handelingsplan. De groeps- en handelingsplannen worden door de leerkracht in de groep uitgevoerd. De ouders worden door de leerkracht op de hoogte gesteld van de extra aandacht die hun kind krijgt. De ouders worden hiervoor, door de leerkracht, uitgenodigd op school. Zij zetten een handtekening onder het individuele handelingsplan. Aan het eind van de periode dat het handelingsplan duurt, is er contact met de ouders over de voortgang: wordt het plan afgesloten of komt er een nieuw handelingsplan? De groepen 1 zijn instroomgroepen. Er wordt gewerkt vanuit thema’s. Naar aanleiding van observaties door de leerkrachten krijgen de kinderen extra instructie tijdens de werklessen. De groepen 2 en 3 werken in de ochtend in de eigen jaargroep. Een gedeelte van de middag werken de groepen 2 en 3 door elkaar bij het werkschuiten. Alle kinderen zijn gekoppeld aan een ‘maatje’. Op deze manier wordt de overgang van groep 2 naar groep 3 versoepeld. In de groepen 2 t/m 8 analyseren de leerkrachten de toetsen en trekken conclusies met betrekking tot de onderwijsbehoefte van de kinderen of de groep. Aan de hand van de score wordt bekeken welke kinderen voor (preventieve) instructie in aanmerking komen. De preventieve instructie wordt gedurende 8 weken in een klein groepje gegeven door de leerkracht. Daarna volgt de evaluatie en wordt bekeken of voortzetting van de extra aandacht gewenst is. Ook de intern begeleider analyseert de toetsen. Daarnaast is de directeur betrokken door deel te nemen aan de toetsbesprekingen. De leerkrachten gaan in overleg met de directeur over de te behalen doelen voor de groep, in de groepsbespreking is er meer aandacht voor de handelingsplannen en de aandacht die de kinderen nodig hebben. De instructiebehoefte van de kinderen wordt meegenomen in het groepsplan. Op basis van afspraken, vastgelegd in het handelingsplan, is aangegeven wanneer en hoe de evaluatie plaats zal vinden. De evaluatie kent de volgende eindconclusies: -
Stoppen met de extra zorg; het aangegeven doel is gerealiseerd en de problemen zijn verholpen.
-
Doorgaan met de extra zorg; het is mogelijk dat er meer tijd nodig is om het doel te realiseren. Ook kan het doel worden bijgesteld. Tevens kan er worden besloten of het noodzakelijk is om externe hulp in te roepen. (consultatie gesprekken, observatie). De veranderingen wordt vermeld in het handelingsplan. Bij een observatie geven de ouders toestemming.
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
4
-
Doorgaan met de extra zorg; het aangegeven doel is niet gehaald, echter uit de diverse observaties en toetsen, alsmede uit overleg tussen de betrokkenen komt naar voren dat de leerling op één of meerdere leergebieden een aangepast programma zal moeten gaan volgen. Voor kinderen die een achterstand hebben van meer dan 10 maand op één of meerdere vakken wordt een OPP (ontwikkel perspectief) geschreven. Dit OPP wordt geschreven vanaf groep 5. De ouders zetten een handtekening voor akkoord en elk half jaar worden de vorderingen met de ouders doorgenomen. (ouders, leerkracht, intern begeleider)
-
Stoppen met de extra zorg; het aangegeven doel is niet gerealiseerd en de conclusie van de evaluatie is dat de problemen zodanig zijn dat ze binnen het reguliere onderwijs niet kunnen worden opgelost. De leerling dient te worden aangemeld bij de PCL Deze commissie beoordeelt of de leerling kan worden toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs.
4. Groeps- en leerlingbesprekingen De intern begeleider maakt een jaarrooster voor alle besprekingen naar aanleiding van de toetsen en/of rapporten. In het jaarrooster zijn alle toetsen en groepsbesprekingen opgenomen. Dit rooster wordt uitgedeeld tijdens de jaarvergadering. Groepsbespreking: De groepsbesprekingen worden gehouden naar aanleiding van de CITO toetsen. De leerkrachten van de betreffende bouw zijn bij deze besprekingen aanwezig, zodat de expertise van iedereen gebruikt kan worden. De toetsgegevens van de kinderen worden besproken. Kinderen die een D of een E scoren, worden extra doorgenomen: hoe is hun ontwikkeling door de jaren heen? Groeien zij voldoende? Op welk onderdeel vallen zij uit? Tevens worden de kinderen besproken die opvallend weinig vooruitgang geboekt hebben, denk hierbij ook aan de kinderen die altijd een A of een B scoren. In de groepsbespreking wordt ook bekeken of het groepsresultaat in de lijn der verwachtingen ligt (zie trendanalyse). Met de directeur wordt de score van de groep doorgenomen en wordt een doel gesteld voor de volgende periode. Voor kinderen die op- of uitvallen worden afspraken gemaakt voor een individueel handelingsplan. In de toekomst werken we steeds meer met groepshandelingsplannen, hierin worden deze kinderen meegenomen. De groep die extra instructie krijgt van de leerkracht. Is het echter een specifiek probleem, dan wordt er een individueel handelingsplan opgesteld. De leerkracht schrijft het groeps- en of handelingsplan. Na een periode van 6 – 8 weken wordt het plan door de leerkracht geëvalueerd, besproken met de intern begeleider en eventueel bijgesteld. Leerlingbespreking: In de kernoverleggen is een vast agendapunt: ‘zorg over leerlingen’. Tijdens een leerlingbespreking wordt een vraag van een leerkracht besproken. Dit kan naar aanleiding van gedrag / de ontwikkeling van een individueel kind zijn, maar ook over de groep als geheel gaan. In de kern wordt gebruik gemaakt van ieders kwaliteiten en expertise. Wanneer een kind besproken is, neemt de desbetreffende leerkracht contact op met de intern begeleider. De afspraken die gemaakt worden komen bij de notities bij het kind te staan in Parnassys.
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
5
Eén keer per 4 tot 6 weken is er een overleg tussen leerkracht en intern begeleider. Hier kunnen verschillende zaken aan bod komen: de gang van zaken in de groep, maar ook individuele kinderen. Kinderen met een LGF financiering worden besproken in het overleg met de ouders, de leerkracht, de ambulant begeleider en de intern begeleider. 5. Passend onderwijs 5.1 LGF (Leerling Gebonden Financiering) leerlingen De aanvraag voor een LGF wordt door de ouders gedaan bij het ISOZ (Informatie en aanmeldpunt Speciaal Onderwijs Zwolle). Zowel de ouders als de school leveren de desgevraagde documenten aan. Daarna wordt een leerling in de commissie besproken. Leerlingen die een leerling gebonden financiering (de zogenoemde rugzak) toegewezen hebben gekregen krijgen begeleiding van de groepsleerkracht of van een onderwijsassistent. De leerkracht krijgt tijd om lessen (3 x per jaar een dagdeel) voor de leerling voor te bereiden. Ook op het taakbeleid worden er uren opgenomen. Daarnaast wordt er eventueel ander (eventueel aangepast) materiaal aangeschaft en gebruikt. In overleg met de ambulant begeleider van het betreffende cluster, wordt er een jaarhandelingsplan opgesteld. De intern begeleider zorgt voor het op schrift stellen van het plan. De ambulant begeleider stelt een begeleidingsplan op. Het kan zijn dat een kind een individueel handelingsplan heeft, gericht op de problematiek die het ondervindt. Dit individuele plan wordt één keer per 6 – 8 weken geëvalueerd en bijgesteld. De ouders zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van hun kind en er vindt minimaal 3 keer per jaar een overleg plaats tussen alle personen die met het kind te maken hebben. De ambulant begeleider heeft de mogelijkheid om kinderen te begeleiden. Zoals het er nu uitziet, zullen we er steeds meer naar toe gaan dat kinderen met een diagnose in het reguliere onderwijs worden opgevangen. Al dan niet met een LGF financiering. Zij hebben een specifieke onderwijsbehoefte en we zullen ons als school daarop moeten voorbereiden. We hebben een zorgprofiel gemaakt nav een studiedag ‘kind op de gang’. Hieruit kwam naar voren dat wij in principe de mogelijkheden hebben om kinderen op te vangen met leerproblemen en er wordt aangegeven dat we wat ervaring hebben met kinderen met onrust en concentratieproblemen. Kinderen met gedragsproblemen kunnen we niet bieden wat zij nodig hebben. 5.2 doubleren en versnellen Kinderen die behoefte hebben aan meer uitdaging, krijgen verdiepingsstof aangeboden binnen de methode. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om hen andere opdrachten te geven uit: ‘zit dat zo?’ of ‘slimme taal’. Ook wordt het kind uitgedaagd: waar zou hij/zij meer van willen weten? Voor kinderen die meer aan kunnen bestaat de mogelijkheid om huiswerk mee te krijgen. Het gaat hier om kinderen die na een korte instructie aan de gang kunnen. Vanaf groep 7 kunnen deze kinderen deelnemen aan een samenwerkingsproject van onze school en het gymnasium. De kinderen krijgen in projecten / blokken scheikunde, Griekse mythologie en Spaans aangeboden. Deze lessen worden gegeven door leerlingen uit de bovenbouw van het gymnasium. Doubleren of versnellen geschiedt alleen in die gevallen waarbij wij er van overtuigd zijn dat dit positieve effecten zal hebben voor het kind. Hierover vindt altijd besluitvorming plaats in de leerlingbespreking, uiteindelijk beslist de directeur. Wanneer het om versnellen gaat, toetsen we een kind een jaar door en haalt het kind op alle toetsen A+. Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
6
Natuurlijk worden ook de ouders hierbij betrokken. In principe wordt bij het tweede oudergesprek (in februari) door de leerkracht aangegeven dat de ouders er rekening mee moeten houden dat de leerling het mogelijk een jaar overdoet. De directeur neemt de uiteindelijke beslissing. De sociaal emotionele ontwikkeling van het kind is belangrijk en wordt in de afweging meegenomen. Binnen OOZ is er een expertise centrum hoogbegaafdheid (zie bijlage) 5.3 kinderen met dyslexie We werken op school met een protocol voor dyslexie. Vanaf groep 1 worden de risico kinderen in de gaten gehouden en is er extra aandacht voor hun taal- en leesontwikkeling. Wanneer na intensieve begeleiding blijkt dat er een hardnekkige achterstand is, wordt met de ouders overlegd over het inschakelen van een onderzoeksbureau ( via de verzekering van de ouders) of de orthopedagoog van het dienstencentrum ‘de Stroming’. De kinderen die een dyslexie verklaring hebben, krijgen compensatie op het gebied van tempo, tijd, vergroten van toetsen, spellingfouten worden niet zo zwaar gerekend bij het schrijven van teksten of topografie. De kinderen met een dyslexie verklaring maken vanaf groep 5 de luistertoets ipv de begrijpend lezen toets. Voor de kinderen die een dyslexieverklaring hebben gekregen, wordt een ‘plan van aanpak’ geschreven: ‘wat werkt voor dit kind?’ In de overdracht van de ene groep naar de andere groep wordt dit plan besproken. Dit ‘plan van aanpak’ gaat met het kind mee naar de volgende groepen en kan steeds aangevuld worden. 5.4 OPP (ontwikkelperspectief) Voor kinderen die tweemaal een achterstand hebben van 10 maand of meer op één of meerdere vakken (taal/lezen, begrijpend lezen, rekenen) wordt een ontwikkelperspectief geschreven. Deze kinderen halen aan het eind van de basisschool niet de lesstof van groep 8. Het OPP wordt geschreven vanaf groep 5. In het ontwikkelperspectief staat aangegeven hoeveel maanden een kind groeit per lesjaar en hoe wij dat realiseren bij ons op school. Twee maal per jaar wordt het plan geëvalueerd met ouders, leerkracht en intern begeleider. 5.5 beleid tav zieke kinderen Een kind dat langdurig ziek is heeft recht op onderwijs. Is een leerling korter dan 3 weken, of zeer regelmatig, ziek dan krijgt de leerling huiswerk mee. (indien de ziekte dit toelaat). De leerkracht overlegt met de ouders. Is de leerling langer dan 3 weken ziek, dan wordt er door de leerkracht en de intern begeleider contact gezocht met een consulent. In overleg met ouders en de consulent onderwijs aan zieke leerlingen worden afspraken gemaakt over hoe het kind het best begeleid kan worden. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op de website van de stichting ‘ziek zijn en onderwijs’ (www.ziezon.nl) 6. Verwijzing naar het speciaal onderwijs Wanneer een leerling niet langer kan worden opgevangen binnen onze school dient er een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs plaats te vinden. Er volgt dan een standaard procedure welke binnen ons samenwerkingsverband wordt gehanteerd. De gehele verwijzing gaat in nauw overleg met de ouders, de leerkracht en de intern begeleider. Verwijzing naar het speciaal onderwijs gaat via de ISOZ.
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
7
7. Overzicht van toetsen Om de ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen maken wij op school gebruik van toetsen en observatielijsten. De toetsen vallen uiteen in twee delen: de methode gebonden toetsen en de methode onafhankelijke toetsen. De eerste categorie spreekt voor zichzelf. Deze worden afgenomen op de momenten die de methode aangeeft. De resultaten worden door de leerkracht vastgelegd en aan de hand hiervan wordt, indien nodig, gekeken naar de mogelijkheden van pre-teaching, remediëring, verdieping of herhaling van de stof. Dit wordt te zijner tijd in een groepsplan beschreven. De tweede categorie bestaat uit methode onafhankelijke toetsen. Deze toetsen worden gebruikt om zicht te krijgen en te houden op het verloop van het leerproces van het kind en de ontwikkeling van de school. De resultaten worden door de leerkracht vastgelegd in Parnassys. Een of twee keer per jaar worden de volgende vakken getoetst: - Technisch lezen (D.M.T.) januari en juni, groep 3 t/m 8 - AVI januari en juni, groep 3 t/m 8 - Begrijpend lezen (CITO) januari groep 4 t/m 8, mei groep 3 en 4 - Rekenen (CITO) januari en juni, groep 3 t/m 7, januari groep 8 - Spelling (CITO) januari en juni, groep 3 t/m 7, januari groep 8 - Taal (CITO) november en mei, groep 4 t/m 7, november groep - Entreetoets (CITO) juni groep 7 - Herfstsignalering oktober, november, groep 3 - rekenen voor kleuters (CITO) januari en juni, groep 2 - Taal voor kleuters (CITO) januari en juni, groep 2 - kleuter risico screening februari en mei, groep 2 - Sociogram oktober, groep 4 t/m 8 - Kijkpunten lijst november en juni groepen 1 en 2, november groep 3 Voor groep 1 oriënteren we ons op een manier om te toetsen (door middel van observatie en opdrachten die gerelateerd zijn aan de tussendoelen taal en rekenen?) In groep 8 wordt in november NIO afgenomen. In februari wordt de SAQI afgenomen. Zoals de berichten nu zijn, zullen we vanaf juni 2013 ook de CITO eindtoets af gaan nemen in groep 8. Aan het eind van het schooljaar wordt de toetskalender voor het volgend schooljaar opgesteld en deze kalender wordt uitgedeeld tijdens de jaarvergadering. Als er om welke reden dan ook geen toets wordt afgenomen wordt dit besproken met de intern begeleider en eventueel in het kernoverleg. Elke groep heeft een toetsmap in de klas. Wanneer er nieuwe toetsen komen, krijgen de leerkrachten een toevoeging voor deze map. De intern begeleider bestelt de toetsen en zorgt ervoor dat de leerkrachten het toetsmateriaal vóór elke toets in hun bezit hebben. 8. Het leerlingvolgsysteem Om een goed overzicht te houden over de vorderingen van de leerlingen is het noodzakelijk om op een overzichtelijke en heldere wijze de resultaten van de leerlingen bij te houden. Dit gebeurt via het LVS in Parnassys. Sinds schooljaar 2010 – 2011 worden hierin (zo mogelijk) alle gegevens van de kinderen bijgehouden. Alle handelingsplannen, notities over het kind: gesprekken met ouders en externen, gesprekken intern begeleider en leerkracht e.d. worden bijgeschreven. Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
8
Parnassys is zo opgezet dat iedere leerkracht snel een overzicht krijgt van het ontwikkelingsniveau van leerlingen. De leerkracht ziet ook hoe de hele groep scoort. Wij hebben het LVS ingevoerd voor de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, spelling, taal, taal voor kleuters, rekenen voor kleuters. 9. Dossiervorming Kindvolgmap De leerkracht is verantwoordelijk voor het op orde houden van de kindvolgmap. Per leerling: - ingevulde rapportcijfers - overdrachtsformulier van vorige groep - verslagen van leerling- en rapportbesprekingen van de desbetreffende leerling (vanaf 2010 – 2011 opgenomen in Parnassys en dus digitaal) - verslagen van oudergesprekken/- contacten en gesprekken met externen (vanaf 2010 – 2011 opgenomen in Parnassys en dus digitaal) - individuele handelingsplannen en de evaluaties ervan - informatie van extern deskundigen: logopedie, fysiotherapie - onderzoeken door externen (denk aan dyslexie, intelligentie, gedrag e.d.) Leerling-dossier In het leerling-dossier zitten de volgende gegevens van leerlingen: - inschrijvingsformulier en de intake - er zitten verslagen in van contacten met de ouders en externe instanties (vanaf 2010 – 2011 zijn deze verslagen digitaal) - vertrouwelijke informatie, denk aan onderzoeksverslagen e.d. - gegevens van een vorige school - archief van een leerling/ overige informatie - wanneer een kind een dyslexie verklaring heeft, zit er voor in het leerling-dossier een groene kopie van deze verklaring. - andere verklaringen die belangrijk zijn voor het kind zitten ook voorin de map op een groene kopie De handelingsplannen van de leerlingen zitten in de dagmap. In het rooster is opgenomen wanneer welke kinderen extra aandacht hebben en van wie. 10. Trendanalyse van de CITO toetsen (spelling, begrijpend lezen, taalschaal, DMT, rekenen, kleutertoetsen) De analyse wordt door de intern begeleider twee keer per jaar gemaakt: na de laatste CITO toetsen. Opvallende zaken komen terug in de teamvergadering van september. Er wordt naar twee dingen gekeken: de trend van de jaargroepen: de scores die door leerlingen in opeenvolgende jaren in een jaargroep zijn behaald, worden vergeleken de trend van de leerlinggroepen: de scores van de groep worden door de jaren heen gevolgd: hoe ontwikkelt de groep zich / wat zijn de prestaties van de groep door de jaren heen.
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
9
De volgende punten worden meegenomen in de analyse en het verslag: - we kijken naar de gegevens / scores van de afgelopen 3 jaar. Het aantal leerlingen in de groep wordt hierin meegenomen. Bij een klein aantal leerlingen kunnen enkele extreem hoge of lage scores het gemiddelde behoorlijk beïnvloeden. - wat zijn positieve factoren in de scores? - wat zijn eventueel belemmerende factoren in de scores? - wat is de trend van de afgelopen jaren, welke conclusie kunnen we daaruit trekken? - wat zijn positieve factoren van het afgelopen seizoen? - wat zijn negatieve factoren van het afgelopen seizoen? - hoe gaan we verder?: welke verbeteringen gaan we aanpakken? plan van aanpak. 11. Contacten met ouders De ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling en het leren van hun kind. Wanneer een kind op school komt, neemt de school een deel van de verantwoordelijkheid van de ouders over. Er ontstaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het kind. Daarom hechten wij grote waarde aan goede contacten tussen ouders en leerkrachten. Om het contact tussen ouders en school zo optimaal mogelijk te laten verlopen is het belangrijk dat ouders regelmatig op de hoogte worden gesteld. - aan het begin van het schooljaar is er een groepsinformatieavond. De groepsleerkracht nodigt de ouders hiervoor uit. Op deze avond krijgen de ouders uitleg over de leerstof van dat leerjaar. - daarnaast zijn er drie keer per jaar vaste rapportmiddagen of –avonden met 10 minutengesprekken. In het eerste gesprek in november is er aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind. De gesprekken in februari en juni gaan de gesprekken over de vorderingen van een kind, de plek in de groep en worden handelingsplannen besproken. - wanneer een leerling problemen heeft of de leerkracht ervaart problemen met een kind, dan neemt de leerkracht contact op met de ouders. Andersom geldt hetzelfde: de ouders kunnen ook contact opnemen met de leerkracht. - ouders worden altijd op de hoogte gesteld van extra, individuele hulp (handelingsplannen). Zij krijgen informatie over de hulp en zetten een handtekening onder het individueel handelingsplan. Bij de evaluatie van het plan wordt aan ouders doorgegeven hoe het gegaan is en wat het vervolg is. De ouders worden hiervoor uitgenodigd op school. Bij het inschakelen van externe hulp of een extern onderzoek, geven de ouders toestemming door het ondertekenen van het zorgdossier. Daarnaast levert de school gegevens aan. Dit zorgdossier wordt ook met de ouders doorgenomen en zij krijgen een kopie. Wanneer het onderzoek is afgerond, is er een gesprek met de onderzoeker, de ouders, de leerkracht en de intern begeleider. 12. Borging naar nieuwe leerkrachten Wij hebben een document ‘inwerken nieuwe leerkrachten’. Hierin staat stap voor stap beschreven hoe de nieuwe leerkracht wordt ingewerkt, wie welke informatie geeft, bij wie de leerkracht terecht kan voor vragen en waar het één en ander ligt. Elke nieuwe leerkracht heeft een aanspreekpunt binnen het team. Zie hiervoor digitale afspraken.
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
10
Bijlages:
Taken van de Intern Begeleider Binnen het samenwerkingsverband ‘de Stroming’ hebben wij een intern begeleider aangesteld. Coördinerende taken: - zorg dragen voor de toetskalender - zorgen voor voorraad toetsen en coördineren van afname van toetsen door leerkrachten - in overleg met de directeur plannen van leerling- en groepsbesprekingen - (bege)leiden van deze leerling- en groepsbesprekingen en zorg dragen voor verslaglegging - begeleiden van groepsleerkrachten in het analyseren van de toets- en observatiegegevens - trendanalyse van de toetsen maken en deze bespreken - trendanalyse van de CITO eindtoets maken en deze bespreken - verzamelen en archiveren van groepsoverzichten en toetsgegevens - de afgenomen observaties en toetsen worden door de leerkrachten ingevoerd in het LOVS, de intern begeleider ondersteunt waar nodig - coördineren groepsplannen en individuele handelingsplannen en bewaken van de uitvoering hiervan (zie server algemeen ‘van toets naar handelingsplan’) - bewaken van voortgangsafspraken en werkprocedures - onderhouden van contacten met verwijzende instanties - contacten met Ysselgroep, ambulant begeleiders, scholen voor s(b)o, GGD, kunstzinnig therapeut, schoolmaatschappelijk werk, andere hulpverlenende instanties - deelname aan IB netwerk - deelname aan het buurtnetwerk jeugdhulpverlening - organiseren en coördineren van onderzoek en hulp en eventuele verwijzing - coördineren en aanvragen LGF, zorgen voor alle gegevens en documenten - verzamelen en archiveren van in- en uitgestroomde leerlingen - opstellen en bijstellen van het zorgplan - overleg met de directie - regelmatig bekijken of de aanwezige orthotheek over voldoende en recentelijk materiaal beschikt Begeleiden en ondersteunen van leerkrachten: - de afgenomen observaties en toetsen worden door de leerkrachten ingevoerd in het LOVS, de intern begeleider ondersteunt waar nodig - ondersteunen in gesprekken met ouders van zorgleerlingen en verslag daarvan doen - ondersteunen bij het afnemen van signaleringsinstrumenten - ondersteunen bij de analyse hiervan - helpen opstellen en het vervolg van groepsplannen en individuele handelingsplannen - verrichten van observaties - samenstellen van aangepast programma voor de leerling (intern begeleider en leerkracht) - het afnemen van klassenbezoeken innoveren: - nieuwe ontwikkelingen bijhouden en leerkrachten informeren - voorstellen beleidsontwikkeling, initiatieven nemen om de zorg te verbeteren - voorstellen doen m.b.t. scholing zorg - volgen van nascholing m.b.t. zorg Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
11
-
opzetten zorgstructuur (procedures, afspraken, richtlijnen) en leerlingvolgsysteem en voorstellen doen voor bijstellingen op- en bijstellen zorgplan voorstellen doen voor aanvulling en inrichting orthotheek
Taken van de leerkracht - De leerkracht is verantwoordelijk voor het stimuleren en begeleiden van de didactische en sociaal-emotionele ontwikkeling van alle leerlingen in zijn groep - De leerkracht weet dat kinderen verschillende onderwijsbehoeften hebben en sluit daarop aan, de leerkracht organiseert onderwijs op maat. De leerkracht past instructie aan op de instructiebehoefte van leerlingen. Als een leerling uitvalt op een bepaald gebied of vaardigheid, geeft de leerkracht gepaste hulp. Deze hulp wordt vastgelegd zoals in het zorgplan is omschreven - De leerkracht is binnen de zorgverbreding verantwoordelijk voor het afnemen van, op de daarvoor afgesproken momenten, observaties en toetsen, en ook het registreren van de toetsresultaten in de leerlingenmap en het LOVS - De leerkracht levert de gegevens van de methodegebonden toetsen en de daarbij behorende handelingsplannen in bij de intern begeleider - De leerkracht reflecteert op zijn eigen handelen - De leerkracht signaleert, observeert en interpreteert de toetsgegevens, indien gewenst, samen met de intern begeleider. De leerkracht maakt groeps- of individuele handelingsplannen naar aanleiding van de toetsengegevens. De leerkracht stelt de interne begeleider op de hoogte en geeft de kopieën van de plannen en evaluaties van de geboden hulp. De leerkracht is verantwoordelijk voor het opstellen, bijstellen en uitvoeren van de groeps- en handelingsplannen. De leerkracht geeft toetsinformatie door aan de interne begeleider - De leerkracht is bekend met het interne zorgsysteem (het zorgplan) van de school. - De leerkracht zorgt dat groepsoverzichten, handelingsplannen en groepsplannen en de evaluaties daarvan in het LVS komen - De leerkracht bereidt leerlingbesprekingen voor d.m.v. het invullen van het kort formulier leerlingbespreking - De leerkracht bereidt groepsbesprekingen voor - De leerkracht meldt zorgleerlingen aan bij de interne begeleiders voor nader overleg - De leerkracht onderhoudt regelmatig contact met ouders van alle leerlingen in de groep en draagt zorg voor rapportage - De leerkracht draagt bij aan innovaties en ontwikkelingen binnen de school - De leerkracht dient op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen op het gebied van zorg en / of leerlingproblematiek Taken van de directeur in het kader van de zorg - De directeur is eindverantwoordelijk voor de zorg binnen de school - De directeur laat zich informeren door alle bij de zorg betrokken personen - De directeur geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de bij de zorg betrokken personen - De directeur coördineert de ontwikkelingen op het gebied van de zorg - De directeur neemt besluiten m.b.t. zorg - De directeur initieert veranderingen en ontwikkelingen, zo mogelijk samen met de voor de zorg verantwoordelijke personen - De directeur heeft regelmatig overleg met de interne begeleider en andere voor de zorg verantwoordelijke personen binnen de school Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
12
-
-
De directeur maakt de zorgparagrafen van het schoolplan en de schoolgids De directeur stimuleert nascholing op het gebied van specifieke leerlingenzorg De directeur onderhandelt en sluit contracten met externe zorginstanties De directeur bewaakt het ontwikkelingsproces van de school, rekening houdend met het schoolconcept en het schoolplan De directeur houdt zich op de hoogte van actuele ontwikkelingen m.b.t. onderwijsinnovaties De directeur legt verantwoording af aan het bevoegd gezag
Zorgplan de Werkschuit Dorien Krosenbrink Maart 2011
13