Inhoud 1. 2. 3.
4. 5.
6.
7.
8.
Inleiding ………………………………………………………………….. Algemene informatie ………………………………………………….. Waarom leren in de praktijk? Leren in de praktijk: een belangrijk onderdeel van de opleiding Een goede voorbereiding ……………………………………………... Aan de slag bij een erkend leerbedrijf Wie zijn er betrokken bij de voorbereiding op het leren in de praktijk? Begeleiding tijdens de BPV …………………………………………... Begeleid zelfstandig werken Begeleiding door school – de stageconsulent Begeleiding door school – de coach Begeleiding door school – de prestatiebegeleider Begeleiding door het leerbedrijf – de leerbedrijfbegeleider Inhoud van de BPV ……………………………………………………. Krachtige leeromgeving Prestaties/opdrachten en beoordelingsinstrumenten Beoordeling van de praktijk…………..…………………………….... Beoordeling door het leerbedrijf Beoordeling door school Dossiervorming Onvoldoende beoordeling Niet eens met de beoordeling Beroepspraktijkovereenkomst ………………………………..…….. Inhoud Verplichting Tekenprocedure Belangrijke informatie …………………………… …………..……… - Aan- en afwezigheid tijdens de lessen - Aan- en afwezigheid op het werk - Beroepsgeheim - Factoren die het leren op de werkplek belemmeren - Voortijdige beëindiging Bijlagen ……………………………………………………….……….... Bijlage 1 Stagebezoek/voortgangsrapportage…...…………….....………... Bijlage 2 Verklaring van geheimhouding…………..……………...……..… Bijlage 3 Kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven.………... Bijlage 4 Contactgegevens stageconsulenten…………......………………. Bijlage 5 Beroepspraktijkovereenkomst …………………………………. Bijlage 6 Onderwijsovereenkomst ……………………………………..…
1
3 4 5 7
9 10
11
12
13 15 17 19 21 23 25
2
Inleiding Cursisten die een beroepsopleiding volgen, leren zowel op school als in de praktijk. Voor leren in de praktijk werken cursisten die een bbl-opleiding volgen bij een voor de opleiding erkend leerbedrijf. Een goede voorbereiding op het leren in de praktijk is belangrijk. Deze handleiding is in eerste instantie geschreven voor cursisten, maar bevat ook veel nuttige informatie voor de leerbedrijfbegeleiders die de cursist in een bedrijf begeleiden bij het leren in de praktijk. Ook bevat deze handleiding informatie over de werkwijze die wordt gehanteerd. Wij hopen dat deze handleiding bijdraagt aan een prettige samenwerking tussen het leerbedrijf, de cursist en het ROC Kop van Noord-Holland. Siem Klaij Stagebureau
3
1 Algemene informatie Wie een middelbare beroepsopleiding volgt bij het ROC Kop van Noord-Holland, wordt praktijkgericht opgeleid. Dat is belangrijk, omdat bedrijven behoefte hebben aan goed opgeleide toekomstige medewerkers. Waarom leren in de praktijk? Werken in de praktijk is een goede manier om de beroepspraktijk te leren kennen. Want hoe goed je de theorie ook beheerst, het gaat uiteindelijk om het aanleren van competenties, om vakbekwaamheid. Dit betekent dat je in verschillende situaties weet: - wat je moet doen (kennis) - hoe je dat moet doen (vaardigheden) - waarom het op die manier moet (inzicht) en - welk gedrag daarbij hoort (beroepshouding) Bij een professionele beroepshouding horen de begrippen veiligheid, respect, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Leren in de praktijk: een belangrijk onderdeel van de opleiding Het leren tijdens je werk is nauw verbonden met het leren op school. Je werkt immers aan dezelfde competenties. Het leren in de praktijk vormt dan ook een belangrijk deel van je opleiding. Je kunt je diploma pas in ontvangst nemen als je hebt voldaan aan alle voorwaarden die aan het leren in de praktijk, als onderdeel van de opleiding zijn verbonden. Wat dat exact inhoudt, is te lezen in de onderwijs- en examenregeling. Waar het in feite op neer komt, is dat je ervoor moet zorgen dat het leren en werken in de praktijk goed verloopt. Natuurlijk krijg je wel begeleiding, maar in eerste instantie is het je eigen verantwoordelijkheid. Daarom is het belangrijk dat je deze handleiding goed doorneemt. Het je vragen of zijn er onduidelijkheden over zaken met betrekking tot het leren in de praktijk, neem dan contact op met je stageconsulent. Een overzicht van alle stageconsulenten en hun contactgegevens vind je in de bijlagen of op www.rockopnh.nl, onder de button „mbo: stages/leerwerkplek-persoonlijk contact‟.
4
2 Een goede voorbereiding Wie kiest voor een bbl-opleiding, weet dat een groot gedeelte van de opleiding bestaat uit werkend leren. Je brengt dus veel tijd door bij een bedrijf. Daarom kun je niet zomaar bij elk bedrijf aan de slag. Mbo-cursisten mogen alleen een bbl-opleiding volgen als ze een arbeidsovereenkomst hebben bij een erkend leerbedrijf. In de bijlagen vind je een overzicht van kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Via de registers van deze kenniscentra kun je opzoeken welk bedrijf erkend is voor welke opleidingen. Aan de slag bij een erkend leerbedrijf Voordat je aan de slag gaat bij een erkend leerbedrijf, moet je duidelijke afspraken maken. Dit is een belangrijke voorwaarde om op een goede manier te kunnen werken en leren. Twee belangrijke punten om te onthouden: 1. Laat weten waar je werkt Zorg ervoor dat alle gegevens van het leerbedrijf waar je een arbeidsovereenkomst mee hebt bekend zijn bij het ROC Kop van Noord-Holland. Als je tussentijds van werkgever verandert, zorg dan ook steeds dat de gegevens van je nieuwe werkgever en de datum van overstappen bij het ROC bekend zijn. Je kunt deze gegevens doorgeven aan je coach en/of stageconsulent. 2. Maak duidelijke afspraken Maak met je coach en de begeleider van het leerbedrijf duidelijke afspraken hoe het leren in het bedrijf gaat plaats vinden. Bij aanvang van je opleiding bespreek je met je begeleider van het leerbedrijf de volgende punten: De beroepspraktijkovereenkomst (zie hoofdstuk 6 & bijlage 5) Welke prestatie(s)/opdrachten je gaat uitvoeren Welke competenties je tijdens het werken in het bedrijf wilt behalen Afspraken over: o werktijden en werkdagen o bedrijfsregels o communicatie met het bedrijf Wie zijn er betrokken bij de voorbereiding op het leren in de praktijk? Tijdens jouw opleiding zijn er verschillende medewerkers van school en het leerbedrijf betrokken bij het leren in de praktijk. Omdat je mogelijk al voor aanvang van de opleiding in contact met hen komt, benoemen wij hen hieronder. Coach* De coach begeleidt jou tijdens de gehele opleiding. Hij geeft informatie over de inhoud van de opleiding en het uitoefenen van het beroep in de praktijk. Stageconsulent Het stagebureau met de daaraan verbonden stageconsulenten (zie bijlage 4) kunnen jou informatie geven over diverse leerbedrijven. Als je op zoek bent naar een (ander) leerbedrijf kunnen zij je ondersteuning geven. Prestatiebegeleider* De prestatiebegeleider zorgt voor prestaties/opdrachten die jij meeneemt naar het leerbedrijf waar je werkt. Leerbedrijfbegeleider: Elk leerbedrijf zorgt voor een medewerker die jou gaat begeleiden. Dit kan de persoon zij die jou heeft aangenomen of iemand aan wie je later wordt voorgesteld. * De prestatiebegeleider en de coach kunnen een en dezelfde persoon zijn. 5
6
3 Begeleiding tijdens de BPV Om goed te kunnen leren tijdens het werk is het belangrijk dat je een goede begeleiding krijgt. Zowel vanuit school, door je stageconsulent en coach, als vanuit het leerbedrijf, door je leerbedrijfbegeleider. Ook is het belangrijk regelmatig met je begeleiders te overleggen over de voortgang van je leerproces. Tip: Schrijf dingen die je opvallen of waar je over wilt praten, tussendoor voor jezelf op. Zo weet je zeker dat je tijdens zo‟n overleg niets vergeet. Begeleid zelfstandig werken De mate van begeleiding die je vanuit school krijgt, is afhankelijk van de opleidingsfase waarin je je bevindt. Want hoe verder je komt in je opleiding, hoe zelfstandiger je zult moeten werken. De inbreng van je begeleiders zal dus minder worden naarmate je opleiding vordert. Tijdens je opleiding krijg je te maken met verschillende begeleiders vanuit de school en het leerbedrijf. 1. Begeleiding door school - de stageconsulent Iedere afdeling binnen het ROC Kop van Noord-Holland heeft één of meerdere stageconsulent(en). Deze personen zijn speciaal aangesteld om cursisten in de praktijk te begeleiden. Naast de begeleiding, die je tijdens je hele opleiding krijgt van je coach, krijg je specifiek tijdens het leren in de praktijk ook ondersteuning van je stageconsulent. De stageconsulent komt je in het bedrijf opzoeken om te horen of het werken en leren goed verloopt. De taken van de stageconsulent zijn: volgen van jouw leerproces tijdens het werkend leren adviseren over de uitvoering van prestaties/opdrachten of werkzaamheden knelpunten en belemmeringen in de uitvoering van opdrachten of werkzaamheden signaleren, bespreekbaar maken en doorverwijzen naar de coach rapporteren aan de coach over de voortgang (zie bijlage 1) contact onderhouden met de leerbedrijfbegeleider optreden als tussenpersoon tussen leerbedrijf, cursist en coach Het ROC is niet betrokken bij de inhoud en het nakomen van de arbeidsovereenkomst. Dit is een zaak tussen jou en je werkgever. 2. Begeleiding door school - de coach Je werk maakt onderdeel uit van je opleiding. Daarom heb je tijdens je opleiding niet alleen contact met je stageconsulent, maar ook met je coach. Wanneer precies, spreken jullie samen af. We noemen dit de vaste begeleidingsmomenten. Heb je tussentijds vragen over de inhoud van prestaties/opdrachten en/of over de leervragen/ leerdoelen die je samen met je coach hebt vastgesteld, dan kun je uiteraard ook tussentijds contact opnemen. De taken van de coach zijn: volgen van het leerproces in het algemeen begeleiden bij en het vaststellen van de inhoud van de prestaties/opdrachten stimuleren van een goede studiehouding bespreken van de beroepshouding vaststellen van de beoordeling van (proces)verslagen en opdrachten informeren van de stageconsulent over de voortgang van het leerproces overleggen met de cursist en de stageconsulent bij eventuele probleemsituaties toezien op de juiste samenstelling van je portfolio 7
3. Begeleiding door school - de prestatiebegeleider In overleg met je coach spreek je af welke prestaties/opdrachten je tijdens je werk gaat uitvoeren. Of dat ook lukt, wordt in de gaten gehouden door de prestatiebegeleider. De prestatiebegeleider werkt nauw samen met de stageconsulent en de coach. De taken van de prestatiebegeleider zijn: cursisten begeleiden bij de uitvoering van prestaties/opdrachten zorg dragen dat cursisten de met de coach afgesproken prestaties/opdrachten uitvoeren beoordelen van prestaties/opdrachten van cursisten 4. Begeleiding door het leerbedrijf - de leerbedrijfbegeleider Voor de dagelijkse begeleiding tijdens je werk moet er door het bedrijf waar je werkt, een leerbedrijfbegeleider worden toegewezen. Onder begeleiding van deze leerbedrijfbegeleider en/of zijn collega(s) voer je dagelijks de beroepsvaardigheden uit die bij je opleiding horen. De leerbedrijfbegeleider legt je uit wat er van je verwacht wordt, hoe je je werkzaamheden uit moet voeren en bespreekt tussentijds met je of je je werkzaamheden goed doet. Het is de bedoeling dat je hier regelmatig samen over praat. We noemen dit een begeleidingsgesprek. Je hebt het daarbij in ieder geval over: of je goed functioneert hoe de samenwerking verloopt welke informatie je (nog) nodig hebt voor je prestaties/opdrachten wat de resultaten zijn van je prestaties/opdrachten Kort samengevat zijn de taken van de leerbedrijfbegeleider: introduceren van de cursist in het leerbedrijf vaststellen van de werkzaamheden van de cursist scheppen van voorwaarden om het leren mogelijk te maken bieden van ondersteuning bij het uitvoeren van prestaties/opdrachten voeren van begeleidingsgesprekken begeleiden bij het uitvoeren van de werkzaamheden geven van feedback verzamelen van informatie ten behoeve van de beoordeling contact onderhouden met de stageconsulent samen met de cursist zoeken naar mogelijkheden voor nieuwe prestaties/opdrachten
8
4 Inhoud van de BPV Er zijn veel verschillende beroepen en bedrijven. Wat je moet leren hangt af van het beroep dat je hebt gekozen. Het is daarom ondoenlijk hier een algemene beschrijving te geven van de inhoud van het leren in het bedrijf. Voor aanvang van de opleiding wordt door de onderwijsafdeling vastgesteld aan welke prestaties/opdrachten en competenties alle cursisten van een bepaalde opleiding gaan werken en hoe de beoordeling plaats zal vinden. De exacte inhoud van de opleiding wordt vastgesteld in overleg met het werkveld of het leerbedrijf. Vervolgens bespreekt iedere cursist afzonderlijk met zijn of haar coach, aan welke prestaties/opdrachten hij of zij in het bedrijf zal werken. Krachtige leeromgeving Uiteraard gelden er wel een aantal algemene uitgangspunten. Voor het leren in de praktijk geldt dat er sprake is van een krachtige leeromgeving. Dit is een omgeving waarin je als lerende werknemer: … kunt werken vanuit heldere leerdoelen … werk kunt doen dat aansluit bij je opleidingsniveau (niet te licht en niet te zwaar) … wordt gestimuleerd na te denken en te spreken over je werkervaringen … een goede en duidelijke uitleg krijgt over het werk dat moet worden verricht … hulp krijgt als dat nodig is … de ruimte krijgt om ook eens wat nieuws te leren … fouten mag maken om daarvan te leren … achtergrondinformatie over het werk krijgt aangereikt … eerlijk te horen krijgt wat je goed, of juist niet zo goed doet … de gelegenheid krijgt zelfstandig te handelen … bepaalde verantwoordelijkheden krijgt Prestaties/opdrachten en beoordelingsinstrumenten Een overzicht van prestaties/opdrachten en beoordelingsinstrumenten staan in de specifieke handleiding van je opleiding. Zowel de algemene als de specifieke handleiding neem je mee naar het leerbedrijf.
9
5 Beoordeling van de praktijk Om te weten of je je praktijk succesvol hebt doorlopen en afgerond, word je op verschillende momenten en door verschillende personen beoordeeld. Om ervoor te zorgen dat iedere cursist gelijkwaardig wordt beoordeeld, vindt de beoordeling plaats volgens vaste procedures. Ook zijn er speciale documenten gemaakt aan de hand waarvan de begeleiders cursisten kunnen beoordelen, de zogenoemde beoordelingsprotocollen. Iedere onderwijsafdeling hanteert eigen beoordelingsprocedures en -protocollen. Deze zijn te vinden in de specifieke handleiding van je opleiding. Je krijgt vooraf van je coach te horen wie welk deel van de beoordelingen uitvoert. Beoordeling door het leerbedrijf Tijdens je werk word je op vaste momenten beoordeeld door je leerbedrijfbegeleider. In principe is daarbij niemand van school aanwezig. De leerbedrijfbegeleider en/of de coach kunnen er echter prijs op stellen dat de stageconsulent ondersteuning verleent bij de beoordeling. In dat geval zal de stageconsulent ook aanwezig zijn. Uiteraard is het belangrijk dat je je coach op de hoogte houdt en je beoordelingen op school inlevert. Dit is je eigen verantwoordelijkheid. Beoordeling door school Of, en zo ja, op welke momenten je door school wordt beoordeeld, wordt voorafgaand aan je prestaties/opdrachten door je coach met je besproken. Dossiervorming De beoordelingen van je prestaties/opdrachten tijdens je werk worden door je coach toegevoegd aan je persoonlijk dossier. Zelf voeg je een kopie toe aan je portfolio. Onvoldoende beoordeling Het uiteindelijke resultaat van de beoordelingen wordt vastgesteld door de opleidingsmanager van de onderwijsafdeling waar je je opleiding volgt. Bij een onvoldoende beoordeling kan het voorkomen dat de opleidingsmanager het leerbedrijf om advies vraagt ten aanzien van het vervolg van je opleiding. Als je een onvoldoende beoordeling hebt gekregen, zijn er verschillende mogelijkheden: - je krijgt een opdracht voor een vervangende prestatie/opdracht - je opleiding wordt verlengd - je moet de opleiding beëindigen Niet eens met de beoordeling Als je het niet eens bent met de gevolgde beoordelingsprocedure of het beoordelingsresultaat, dan kun je je wenden tot de opleidingsmanager van de afdeling waar je je opleiding volgt.
10
6 Beroepspraktijkovereenkomst Voor elke opleiding en werksituatie wordt er door de school een beroepspraktijkovereenkomst (BPO) opgesteld, die moet worden ondertekend door de cursist, de school, het leerbedrijf en het kenniscentrum van de branche waarin jij je opleiding volgt. Voor de ondertekening door het leerbedrijf zorg je zelf, de ondertekening door het betreffende kenniscentrum wordt verzorgd door het stagebureau van het ROC Kop van Noord-Holland. Inhoud De beroepspraktijkovereenkomst is een schriftelijk contract waarin de afspraken tussen jou, het leerbedrijf en school (het stagebureau) zijn vastgelegd. In de overeenkomst staat onder meer wanneer het praktijkonderwijs begint en stopt, wat de omvang van je beroepspraktijkovereenkomst is en wie je begeleiders zijn. Verplichting Op het moment dat je je handtekening zet, geef je automatisch aan dat je het eens bent met de inhoud van de overeenkomst. Het is belangrijk je te realiseren dat je, zodra de beroepspraktijkovereenkomst is ondertekend, een verplichting met het bedrijf bent aangegaan. En zij ook met jou. De beroepspraktijkovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met de overeenkomst die je als werknemer met het bedrijf hebt afgesloten. Dit betekent: als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd dan wordt automatisch ook de beroepspraktijkovereenkomst beëindigd. Mocht het bedrijf de arbeidsovereenkomst met jou beëindigen neem dan altijd contact op met je stageconsulent of coach. Tekenprocedure Bij aanvang van je opleiding krijg je vier ingevulde exemplaren van de beroepspraktijkovereenkomst thuisgestuurd. De vier exemplaren worden per post verstuurd met een begeleidende brief en een retourenveloppe. Het is de bedoeling dat de vier exemplaren worden ondertekend: - door jou - door je leerbedrijfbegeleider - door één van je ouders/verzorgers (als je nog geen 18 jaar bent) Na ondertekening stuur je alle vier de exemplaren in de retourenveloppe terug naar het stagebureau. Na ondertekening door het kenniscentrum krijgen jij en je leerbedrijf één exemplaar teruggestuurd.
In bijlage 5 vind je een voorbeeld beroepspraktijkovereenkomst. Dit formulier hoef je niet zelf in te vullen; je krijgt de ingevulde exemplaren, ter ondertekening, thuisgestuurd.
11
7 Belangrijke informatie In veel gevallen verloopt het leren in de praktijk probleemloos. Maar het kan natuurlijk voorkomen dat er iets voorvalt, of dat er een verschil van mening ontstaat. Daarom hanteren we een aantal vaste regels en uitgangspunten. Aan- en afwezigheid tijdens de lessen Je wordt geacht aanwezig te zijn tijdens de lessen op school, mits daar aanvullende afspraken over zijn gemaakt. Er zijn drie geldige redenen voor verzuim tijdens je lessen: Ziekte Als je ziek bent tijdens de lessen, meld je dit zowel bij het leerbedrijf als bij de school. Dit geldt tevens voor het beter melden. Bijzonder verlof In geval van bijzondere omstandigheden kun je om verlof vragen. Voor aanvragen zie de algemene studiegids. De door ziekte of bijzonder verlof gemiste lesuren moeten mogelijk worden ingehaald. Dit om te kunnen voldoen aan de in het Onderwijsexamenreglement vastgestelde eisen. Langdurige arbeidsongeschiktheid Mocht er sprake zijn van langdurige arbeidsongeschiktheid dan moet er overleg gaan plaats vinden tussen het leerbedrijf en de onderwijsafdeling over de mogelijk gevolgen voor de opleiding. Aan- en afwezigheid op het werk Melden van afwezigheid op je werk gaat volgens de in het bedrijf geldende regelgeving. Beroepsgeheim Je bent verplicht geheim te houden wat je tijdens de opleiding en je werk wordt toevertrouwd, bekend wordt of datgene waarvan je het vertrouwelijke karakter moet begrijpen. Soms vraagt het leerbedrijf een verklaring van geheimhouding te ondertekenen. Hiervoor kan het formulier worden gebruikt dat is toegevoegd in de bijlagen. Factoren die het leren op de werkplek belemmeren Als je vindt dat je opleiding niet goed verloopt, of je zit met een probleem, dan is het belangrijk dat tijdig te bespreken. Je kunt hiervoor een afspraak maken met je leerbedrijfbegeleider, maar je kunt uiteraard ook contact opnemen met je stageconsulent of coach. Het is wel belangrijk dat je tijdig aan de bel trekt. Als je het pas ter sprake brengt als het echt misgaat, of aan het einde van je opleiding, dan is het te laat en hebben zowel jij als het leerbedrijf weinig aan het opleiden gehad. Onthoud dat de tussentijdse gesprekken met je begeleiders niet alleen bedoeld zijn om te laten zien wat je hebt gedaan, of hoe goed het gaat, maar juist ook om problemen te signaleren en tijdig bij te sturen. Voortijdige beëindiging Als je arbeidscontract tijdens je opleiding wordt verbroken, zal je consulent samen met jou en je leerbedrijfbegeleider een rapportage opmaken omtrent de redenen. Indien mogelijk moet je op zoek naar een nieuwe werkgever die door de desbetreffende KBB (zie bijlage 3) erkend is. Mocht dit niet lukken dan stelt de onderwijsafdeling na overleg met jou vast wat de gevolgen zijn.
12
8 Bijlagen Op de hierna volgende pagina‟s zijn belangrijke documenten te vinden die betrekking hebben op de BPV. Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Stagebezoek/voortgangsrapportage Verklaring van geheimhouding Overzicht Kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven Contactgegevens stageconsulenten Beroepspraktijkovereenkomst Onderwijsovereenkomst
Bijlage 2 is ook digitaal beschikbaar op onze website: www.rockopnh.nl, onder de button „mbo: stages/leerwerkplek - informatie voor cursisten.
13
14
Bijlage 1
Stagebezoek/voortgangsrapportage Cursist:
Datum bezoek:
Opleiding:
Coach:
Stageconsulent:
Bedrijfsbegeleider:
Leerbedrijf:
Datum volgend bezoek:
Leerhouding van de cursist a. b. c. d.
Inzet/werkhouding Zelfstandigheid Doorzettingsvermogen Veiligheid
e. Klantgerichtheid f. Zelfreflectie
A. Vold. in ontwikkeling,
B. Onvold. in ontwikkeling. A B
Toont ijver en enthousiasme om te leren. Maakt vorderingen naar zelfstandig beroepsoefenaar. Is vasthoudend in het bereiken van zijn/haar beoogde leerdoelen. Werkt op een veilige en gezonde wijze en is zich bewust van de noodzaak hiervan voor zichzelf en anderen. Onderzoekt de wensen en behoeften van de klant/gebruiker en/of werkomgeving en kan hier naar handelen. Kijkt kritisch naar zijn/haar functioneren (leren/werken).
Toelichting:
Persoonlijke ontwikkeling g. Motivatie h. Vakkennis i. Initiatief j.
Omgangsvormen
k. Mondelinge vaardigheid l. Schriftelijke vaardigheid m. Collegialiteit: n. Analytisch vermogen:
A. Vold. in ontwikkeling,
B. Onvold. in ontwikkeling. A B
Neemt initiatief in het zoeken naar uitdagingen en verlegt daarbij zijn/haar grenzen. Past de opgedane vakkennis in toenemende mate toe in de praktijk. Komt met voorstellen en ideeën om het leren te bevorderen en het uitvoeren van het werk te verbeteren. Signaleert werkzaamheden en handelt ernaar. Gaat respectvol om met anderen en schroomt niet iets te vragen. Is assertief. Communiceert op een heldere sociaal aanvaardbare wijze met zijn/haar omgeving. Kan ervaringen helder en taalkundig correct formuleren. Werkt met anderen samen en is hulpvaardig. Draagt bij aan een goede sfeer op de afdeling. Onderzoekt, ziet werk en denkt na over oplossingen.
Toelichting:
15
Leerdoelen, opdrachten en verslagen Opmerkingen:
Acties cursist:
Acties onderwijs:
Acties leerbedrijf:
Acties stagebureau:
16
Bijlage 2
Verklaring van geheimhouding Naam cursist:…………………………………….. Ik beloof geheimhouding van wat mij tijdens mijn werkzaamheden en binnen mijn opleiding wordt toevertrouwd, mij bekend wordt, of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet begrijpen. Handtekening :………………….. Datum
:…………………..
17
18
Bijlage 3
Kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven Aequor – www.aequor.nl Kenniscentrum voor voedsel en leefomgeving. Calibris – www.calibris.nl Kenniscentrum voor leren in de praktijk in de sectoren Gezondheidszorg, Welzijn, Sport. ECABO – www.ecabo.nl Het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. Fundeon – www.fundeon.nl Het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw en infra. Innovam Groep – www.innovam.nl Het opleidings- en examencentrum van de mobiliteitsbranche. Kenniscentrum Handel – www.kchandel.nl Het kenniscentrum voor de handel. Kenniscentrum PMLF – www.pmlf.nl Kenniscentrum voor de sectoren Proces- en Algemene operationele techniek, Milieutechniek, Laboratoriumtechniek en Fotonica. Kenteq – www.kenteq.nl Het kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Kenwerk – www.kenwerk.nl Het kenniscentrum voor horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. KOC Nederland – www.koc.nl Het kennis- en ontwikkelcentrum voor uiterlijke verzorging. Savantis – www.savantis.nl Kenniscentrum voor onderhoud, afbouw en communicatie.
19
20
Bijlage 4
Contactgegevens stageconsulenten Cursist gerelateerde zaken Voor elke opleidingsrichting is een stageconsulent aangesteld. De stageconsulenten zijn het eerste aanspreekpunt voor cursisten en bedrijven met vragen. Studierichting Administratie, Detailhandel
Stageconsulent
AKA
Mevrouw M. van Os - Mast
Beveiliger / MTV / HTV, Techniek Horeca, Detailhandel Horeca
Mevrouw A. van Duin - Abbenhuis
De heer H. Oorburg Mevrouw J. Stuijvenberg Mevrouw M. Snoek
ICT, Detailhandel, Mevrouw E. Starreveld Kappen Sport en bewegen, Medewerker marketing en Mevrouw A. van der Zande communicatie Techniek
Mevrouw J. Philipsen - Duijzers
Techniek
De heer J. Pieloor
Verzorging en Verpleging
Mevrouw M. Haan
Verzorging en Verpleging
Mevrouw C. Roelvink
Welzijn
Mevrouw K. Bisseling
Welzijn
Mevrouw E. Boekestein
Welzijn
Mevrouw E. Prins
Welzijn
Mevrouw A. Swart
Bereikbaar via (06) 20 22 02 23
[email protected] (06) 50 53 76 24
[email protected] (06) 11 27 47 17
[email protected] (06) 22 02 24 57
[email protected] (06) 22 02 25 64
[email protected] (06) 15 32 25 50
[email protected] (06) 51 65 91 06
[email protected] (06) 22 02 23 70
[email protected] (06) 16 01 37 71
[email protected] (06) 22 02 23 67
[email protected] (06) 22 02 40 99
[email protected] (06) 22 02 42 56
[email protected] (06) 22 63 84 18
[email protected] (06) 57 59 53 00
[email protected] (06) 16 00 80 06
[email protected]
Bedrijf gerelateerde zaken Bedrijven kunnen ook contact opnemen met het stagebureau: De heer S. Klaij, hoofd stagebureau en managementassistenten: F. de Leeuw en C. Mensink. Telefonisch bereikbaar via (0223) 611 357 of per e-mail:
[email protected]
21
22
Bijlage 5 BEROEPSPRAKTIJKOVEREENKOMST Let op! Dit is een voorbeeldformulier. Je hoeft dit formulier niet zelf in te vullen. Voor aanvang van je BPV krijg je vier ingevulde exemplaren van de beroepspraktijkovereenkomst thuisgestuurd. Beroepspraktijkovereenkomst BBL In het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, art. 7.2.8 en art. 7.2.9 dienen de onderwijsinstellingen, de deelnemer en de praktijkbiedende organisatie een praktijkovereenkomst af te sluiten. Ondergetekenden: 1.
De onderwijsinstelling, Stichting ROC Kop van Noord-Holland gevestigd te Den Helder, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd in de persoon van S. Klaij hierna te noemen: de instelling
2.
de deelnemer: geslacht: geboren te: geboren op: adres:
………………… ………………… ………………… ………………… …………………
indien minderjarig tevens diens wettelijk vertegenwoordiger: naam: ………………… adres: ………………… hierna te noemen de deelnemer 3.
De praktijkbiedende organisatie, …………………, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd in de persoon van ………………… hierna te noemen de organisatie komen overeen dat de deelnemer in het kader van de opleiding ………. met crebonummer ………, leerweg Beroepsbegeleidend, de praktijkvorming vervult bij de organisatie. De omvang van de beroepspraktijkvorming is …. (klok)uur per week gedurende de periode van ……….. t/m ……………. Tijdens de beroepspraktijkvorming treden als praktijkbegeleider c.q. stageconsulent op namens de organisatie: namens de instelling:
………………… …………………
Ondergetekenden verklaren tevens zich te zullen houden aan de artikelen van deze overeenkomst. Indien bijlagen zijn toegevoegd maken deze integraal deel uit van deze overeenkomst. Ondertekening: De instelling:
De deelnemer:
De wettelijk vertegenwoordiger van de deelnemer:
De organisatie:
S. Klaij Den Helder Datum
---------------------------Plaats _________ Datum _________
---------------------------Plaats _________ Datum _________
------------------------Plaats _________ Datum _________
Landelijk orgaan:
23
Artikel 1 Beoordeling 1. De onderwijsinstelling heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de deelnemer de eindtermen (of competenties in geval van competentiegerichte opleidingen) behorend tot beroepspraktijkvorming heeft gerealiseerd. 2. In de beoordeling betrekt de onderwijsinstelling het oordeel van de praktijkbiedende organisatie. 3. De procedure van de beoordeling van de eindtermen of competenties beroepspraktijkvorming staat beschreven in de BPV-handleiding. De deelnemer en de praktijkbiedende organisatie hebben van deze procedure kennis genomen. 4. In de BPV-handleiding is een (verwijzing naar een) overzicht van eindtermen die in de BPV beoordeeld worden, opgenomen. Voor competentiegerichte opleidingen geldt dat de in de BPV te beoordelen competenties zijn vastgesteld in het portfolio van de cursist. 5. Ingeval er sprake is van het examineren van eindtermen of competenties in de BPV, is de wijze van examinering beschreven in (de bijlagen bij) de Onderwijs- en Examenregeling. Artikel 2 Deelname examens De deelnemer wordt door de praktijkbiedende organisatie in staat gesteld deel te nemen aan toetsen of examens van de onderwijsinstelling die tijdens de periode van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden. Artikel 3 Examinering beroepspraktijkvorming De praktijkbiedende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming zo nodig op de praktijkplaats mogelijk te maken. Artikel 4 Einde overeenkomst Deze overeenkomst eindigt: 1. Door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de deelnemer en de onderwijsinstelling (zie de bepalingen in de onderwijsovereenkomst hierover, artikel 22 “einde overeenkomst”). Deze bepaling uit de onderwijsovereenkomst is als aanhangsel aan de praktijkovereenkomst toegevoegd. 2. Bij het verstrijken van de termijn waarop deze praktijkovereenkomst van toepassing is (zie pagina 1, “de omvang van de beroepspraktijkvorming” van deze overeenkomst). Voor zeevarenden geldt dat de overeenkomst eindigt op de dag nadat de deelnemer in Nederland is aangekomen, dan wel had kunnen aankomen, nadat de vereiste vaartijd is behaald.
3. Met onderling goedvinden van de onderwijsinstelling, de deelnemer en de praktijkbiedende organisatie, nadat dit schriftelijk door partijen is bevestigd. 4. Indien de deelnemer zich, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, niet houdt aan de gedragsregels conform artikel 6 “gedragsregels” van deze overeenkomst nadat dit schriftelijk is bevestigd door de praktijkbiedende organisatie en/of onderwijsinstelling. 5. Indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging van deze overeenkomst noodzakelijk acht en in redelijkheid niet verlangd kan worden de overeenkomst te laten voortduren. Artikel 5 Vervangende praktijkplaats Indien de onderwijsinstelling en het betrokken landelijk orgaan na het sluiten van deze praktijkovereenkomst vaststellen dat de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekort schiet of ontbreekt, de praktijkbiedende organisatie niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB) of sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt, bevorderen de onderwijsinstelling en het betrokken landelijk orgaan dat een toereikende vervangende voorziening beschikbaar wordt gesteld. Artikel 6 Gedragsregels De deelnemer is verplicht binnen de praktijkbiedende organisatie regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid, in acht te nemen. Artikel 7 Seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld 1. De praktijkbiedende organisatie treft maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de deelnemer ter voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. 2. Indien een deelnemer in de praktijkbiedende organisatie wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld dient het voorval direct gemeld te worden bij de praktijk docent en/of de vertrouwenspersoon van de onderwijsinstelling. Artikel 8 Geheimhouding De deelnemer is verplicht alles geheim te houden wat aan de deelnemer onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat als geheim aan de deelnemer ter kennis is gekomen of waarvan de deelnemer het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
24
Artikel 9 Afwezigheid 1. Voor afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming gelden de bepalingen die daaromtrent zijn opgenomen in artikel 8 “controle (langdurige) afwezigheid”, artikel 13 “afwezigheid deelnemer” en Artikel 14 “afwezigheid deelnemer wegens ziekte” van de onderwijsovereenkomst. 2.Tevens is de deelnemer verplicht in geval van afwezigheid en bij terugkomst van afwezigheid onverwijld de praktijkbegeleider hiervan op de hoogte te stellen conform de regels van de praktijkbiedende organisatie. 3.Voor deelnemers die werken in een organisatie met een arbeidsovereenkomst gelden de regels van die organisatie. Artikel 10 Nieuwe overeenkomst Indien de deelnemer niet binnen de gestelde tijdsduur, zoals vermeld op pagina 1 “duur en omvang van de beroepspraktijkvorming”, de beroepspraktijkvorming met goed gevolg heeft afgerond, kunnen de onderwijsinstelling, de deelnemer en de praktijkbiedende organisatie een gewijzigd praktijkvormingstraject overeenkomen. Daartoe wordt opnieuw een praktijkovereenkomst aangegaan. Artikel 11 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming 1. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de deelnemer zich tot de begeleider van de praktijkbiedende organisatie en/of de praktijkdocent. Deze trachten in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen. 2. Indien de deelnemer vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost kan de deelnemer zich wenden tot de onderwijsinstelling, al dan niet in overleg met de praktijkdocent en/of de begeleider van de praktijkbiedende organisatie. Artikel 26 van de onderwijsovereenkomst treedt dan in werking. Artikel 12 Slotbepaling In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de onderwijsinstelling en de praktijkbiedende organisatie na overleg met de deelnemer. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van het landelijk orgaan raken, wordt het landelijk orgaan daarbij betrokken. De deelnemer en de praktijkbiedende organisatie verklaren dat zij de documenten waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen en/of die als aanhangsel/bijlage aan deze overeenkomst zijn toegevoegd, hebben ontvangen en/of daarvan hebben kennis genomen.
Bijlage 6. Let op! Deze overeenkomst is van toepassing op je gehele opleiding, niet specifiek voor je BPV.
ONDERWIJSOVEREENKOMST MBO 2012-2013 Met elke deelnemer wordt voor de aanvang van de opleiding een onderwijsovereenkomst gesloten. De bepalingen van deze onderwijsovereenkomst worden hierna weergegeven. ARTIKEL 1. De onderwijsovereenkomst wordt aangegaan tussen twee partijen, de deelnemer, zoals op het inschrijfformulier beroepsopleidingen onder „2. gegevens cursist‟ vermeld staat en het Regionaal Opleidingencentrum Kop van Noord-Holland, hierna genoemd „de instelling‟. Deze onderwijsovereenkomst heeft betrekking op de opleiding die de deelnemer onder „1. keuze opleiding‟ van het inschrijfformulier heeft aangegeven. De duur van de overeenkomst wordt gelijkgesteld aan de duur van de opleiding conform het overzicht „Onderwijsaanbod Beroepsopleidingen 2012/2013‟ zoals opgenomen in de opleidingengids van het ROC Kop van Noord-Holland.
ARTIKEL 5. Inrichting van de opleiding De instelling richt de opleiding zodanig in dat de deelnemer redelijkerwijs in staat geacht moet worden de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. ARTIKEL 6. Studiebegeleiding, studie- en beroepskeuzevoorlichting 1. De instelling voorziet in een passende studiebegeleiding, daaronder inbegrepen een regelmatige advisering over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. Het studieadvies wordt op daartoe geëigende momenten aan de deelnemer bekendgemaakt. 2. Indien naar het oordeel van de instelling de vooropleiding van de deelnemer onvoldoende uitzicht biedt op het halen van de kerntaken en competenties van de opleiding binnen redelijke tijd, kunnen voorbereidende en ondersteunende activiteiten worden toegevoegd. Deze activiteiten maken onderdeel uit van de opleiding en zijn gericht op de bevordering van de instroom en het behalen van de kerntaken en competenties binnen redelijke termijn. 3. Over deze activiteiten worden tijdens de looptijd van deze overeenkomst nadere afspraken gemaakt. 4. De instelling draagt zorg voor studie- en beroepskeuzevoorlichting.
ARTIKEL 2. Beroepspraktijkvorming Onderdeel van de opleiding vormt de beroepspraktijkvorming. Afspraken over de beroepspraktijkvorming worden neergelegd in (een) aparte praktijkovereenkomst(en) tussen de instelling, de deelnemer en het bedrijf dat of de organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt. ARTIKEL 3. Inhoud en inrichting van de opleiding en de examenvoorzieningen De deelnemer heeft kennis genomen van de inrichting van de opleiding en de examenvoorzieningen door het bijwonen van voorlichtingsmomenten en/of de studiegids van de opleiding.
ARTIKEL 7. Informatie over studievoortgang aan ouders/verzorgers De instelling zal ouders en/of verzorgers van een deelnemer informeren over de studievoortgang of andere relevante zaken met betrekking tot de deelnemer tenzij: a) de deelnemer de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt of b) de deelnemer die minimaal 18 jaar is schriftelijk heeft aangegeven hier niet mee in te stemmen.
ARTIKEL 4. Tijdvakken en locaties 1. De instelling maakt roosters en locaties tijdig voor het begin van de opleiding aan de deelnemer bekend. 2. De deelnemer is verplicht de desbetreffende opleidingsactiviteiten volgens de voor hem/haar geldende roosters te volgen. 3. De instelling behoudt zich het recht voor roosters en locaties om organisatorische en/of onderwijsinhoudelijke redenen te wijzigen. 4. De instelling geeft de wijzigingen van roosters en/of locaties tijdig aan de deelnemer door. 5. De deelnemer dient tijdig, dat wil zeggen voor de aanvang van de desbetreffende opleidingsactiviteit, op de daartoe aangewezen locatie aanwezig te zijn.
ARTIKEL 8. Uitval van opleidingsactiviteiten 1. De instelling is gehouden uitval van opleidingsactiviteiten naar beste vermogen te voorkomen. 2. Niet genoten opleidingsactiviteiten als gevolg van uitval daarvan, worden op een ander tijdstip door de instelling aangeboden, dat zo mogelijk in overleg met de deelnemers wordt vastgesteld.
25
3. De uitval van opleidingsactiviteiten alsmede het opnieuw aanbieden daarvan worden zo spoedig mogelijk aan de deelnemers bekendgemaakt.
studieadvies. In dit geval wordt de onderhavige onderwijsovereenkomst geacht te zijn geëindigd. ARTIKEL 13. Verplichting afleggen examen(onderdelen) De deelnemer verplicht zich het examen dan wel de toetsen voor de examenonderdelen van de op het inschrijfformulier beroepsopleidingen onder 1. aangegeven opleiding af te leggen.
ARTIKEL 9. Controle op (langdurige) afwezigheid 1. Indien de deelnemer valt onder de werking van hoofdstuk 2 van de Wet studiefinanciering 2000 stelt de instelling vast of de deelnemer gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 5 weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen. De instelling is gehouden daarvan aantekening te maken en ervan melding te doen aan de Informatie Beheer Groep conform de in de WEB, artikel 8.1.7. genoemde voorwaarden. (zie ook artikel 15, afwezigheid deelnemer wegens ziekte, lid 2 van deze overeenkomst). 2. Indien een deelnemer ten aanzien van wie de Leerplichtwet van toepassing is, zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim een minimale omvang had van 16 uur in een periode van 4 weken, meldt de instelling dit onverwijld aan de Dienst Uitvoering Onderwijs. 3. Indien een deelnemer ten aanzien van wie de Leerplichtwet niet meer van toepassing is én die jonger is dan 23 jaar en niet in het bezit is van een startkwalificatie, gedurende tenminste een maand zonder geldige reden niet meer onderwijs volgt, meldt de instelling dit onverwijld aan de Dienst Uitvoering Onderwijs.
ARTIKEL 14. Afwezigheid deelnemer 1. Indien de deelnemer, anders dan wegens ziekte verhinderd is aan een ingeroosterde opleidingsactiviteit deel te nemen dient hij/zij uiterlijk twee werkdagen voor de desbetreffende opleidingsactiviteit de directie van de instelling, of een door deze daartoe aangewezen persoon, onder opgave van redenen te verzoeken het verlof te verlenen. 2. Het verlof wordt slechts verleend indien de aanwezigheid van de deelnemer, gelet op de opgegeven redenen, in redelijkheid niet van de deelnemer kan worden verlangd. 3. De deelnemer die studiefinanciering ontvangt, heeft kennis genomen van de procedure voor controle op (langdurige) afwezigheid en de mogelijke consequenties daarvan. (Zie ook artikel 9 „controle op - langdurige - afwezigheid‟ van deze overeenkomst.) 4. De deelnemer op wie de Leerplichtwet van toepassing is, heeft kennis genomen van de controle op afwezigheid en de consequenties daarvan. (Zie ook artikel 9 „controle op langdurige - afwezigheid‟ van deze overeenkomst.) 5. De deelnemer op wie artikel 9.3 van deze overeenkomst van toepassing is, heeft kennis genomen van de controle op afwezigheid en de consequenties daarvan. (Zie ook artikel 9 „controle op - langdurige - afwezigheid‟ van deze overeenkomst 6. De deelnemer die verlof gekregen heeft, heeft de inspanningsverplichting tot het inhalen van de onderwijsactiviteiten waaraan niet deelgenomen is, tenzij anders is overeengekomen.
ARTIKEL 10. Aanbiedingsverplichting van examen(onderdelen) De instelling verplicht zich het examen, dan wel de toetsen voor onderdelen van het examen aan te bieden. De wijze van examinering is beschreven in de studiegids van de opleiding. ARTIKEL 11. Inspanningsverplichting deelnemer De deelnemer is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. In het bijzonder is de deelnemer gehouden daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem/haar gevergd kan worden.
ARTIKEL 15. Afwezigheid deelnemer wegens ziekte 1. Indien een deelnemer wegens ziekte verhinderd is opleidingsactiviteiten te volgen, dient hij/zij dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk op de ziektedag voor 09.00 uur aan de instelling, bij de daartoe aangewezen persoon, te melden. 2. Bij herhaalde ziekmelding of langdurige ziekte kan de instelling van de deelnemer verlangen een bewijs van de behandelend arts te overleggen, inhoudende dat hij/zij wegens ziekte niet in de gelegenheid was/is het onderwijs te volgen. 3. Bij herhaalde ziekmelding of langdurige ziekte kunnen de instelling en de deelnemer op basis van gezamenlijk overleg en een gezamenlijke inspanning
ARTIKEL 12. Consequenties verbonden aan studieadvies 1. De deelnemer is gehouden het studieadvies van de instelling serieus te nemen. 2. De deelnemer kan in afwijking van een negatief studieadvies te kennen geven de opleiding niettemin te willen vervolgen. Wanneer binnen een redelijke termijn de deelnemer vervolgens tijdens de voortzetting van de studie niet in staat blijkt het overeengekomen opleidingstraject binnen de gestelde termijn met succes af te ronden, wordt het studieadvies omgezet in een bindend
26
een inhaaltraject vaststellen hoe de gemiste leerstof dient te worden ingehaald.
4. De instelling bevestigt binnen één week na afloop van genoemd gesprek schriftelijk het besluit met vermelding van de feiten die tot schorsing geleid hebben. De beroepsprocedure wordt hierin ook beschreven.
ARTIKEL 16. Kosten opleiding 1. Aan het volgen van de opleiding zijn voor de deelnemer kosten verbonden van het wettelijk vastgestelde les- of cursusgeld. De inschrijving voor de opleiding wordt niet afhankelijk gesteld van een andere dan de in dit lid bedoelde geldelijke bijdrage. 2. De deelnemer heeft voor het volgen van de opleiding boeken en materialen nodig. Deze boeken en materialen schaft de deelnemer zelf aan, eventueel via de instelling. Daarnaast is een vergoeding door de deelnemer aan de orde voor het volgen van verplichte opleidingsactiviteiten. De exacte kosten voor deze verplichte boeken, materialen en verplichte opleidingsactiviteiten worden voorafgaand aan ieder cursusjaar aan de deelnemer bekendgemaakt. 3. Naast de verplichte kosten is er ook sprake van een vrijwillige bijdrage voor activiteiten en materialen die wenselijk zijn voor het volgen van de opleiding. De deelnemer heeft de mogelijkheid om per activiteit of materiaal aan te geven of hij/zij er gebruik van wil maken.
ARTIKEL 21. Verwijdering deelnemer van instelling De deelnemer kan - met inachtneming van het gestelde in de WEB, artikel 8.1.3., lid 5 voor deelnemers waarop de Leerplichtwet van toepassing is - van de instelling worden verwijderd, indien hij/zij: a) met regelmaat de voorschriften van de instelling overtreedt en al eerder is geschorst en daarbij is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn/haar handelen of nalaten; b) zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag. ARTIKEL 22. Procedure verwijdering deelnemer 1. De instelling gaat niet eerder tot definitieve verwijdering over dan nadat met de deelnemer een gesprek heeft plaatsgevonden over de feiten die geleid hebben tot het voornemen tot definitieve verwijdering. 2. De instelling bevestigt binnen één week na afloop van genoemd gesprek schriftelijk het besluit tot definitieve verwijdering. 3. De deelnemer kan binnen 30 dagen na dagtekening van de hierboven bedoelde brief een schriftelijk verzoek tot herziening van het besluit richten tot het college van bestuur. 4. Het college van bestuur neemt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek een beslissing en brengt deze schriftelijk ter kennis van de deelnemer.
ARTIKEL 17. Algemene verplichtingen inzake gedragingen De deelnemer is verplicht zich te onthouden van gedragingen die de goede gang van zaken in de instelling verstoren en zich te houden aan de door de instelling opgestelde leefregels. ARTIKEL 18. Instellingsvoorschriften De deelnemer houdt zich in de gebouwen van de instelling en de daaraan verbonden terreinen aan de voorschriften die voor de instelling gelden. ARTIKEL 19. Verwijdering deelnemer uit opleidingsactiviteiten Een personeelslid van de instelling kan de deelnemer uit de opleidingsactiviteit verwijderen indien deze een opleidingsactiviteit naar zijn/haar oordeel verstoort. De verwijdering uit de opleidingsactiviteit duur niet langer dan de duur van de betreffende opleidingsactiviteit op de dag waarop de verwijdering plaatsvindt.
ARTIKEL 23. Einde overeenkomst Deze overeenkomst eindigt: a) door het verstrijken van de opleidingstijd van de opleiding genoemd onder 1. van het inschrijfformulier „keuze opleiding‟ waarop deze overeenkomst van toepassing is; b) doordat de deelnemer de opleiding met een diploma dan wel met certifica(a)t(e)n van de instelling heeft afgerond; c) indien de deelnemer de instelling binnen de termijn waarop deze overeenkomst betrekking heeft, op eigen initiatief kennelijk definitief heeft verlaten, na het niet reageren op een herhaalde schriftelijke oproep van de instelling. Het aldus eindigen van de overeenkomst laat onverlet de verplichting van de deelnemer de in artikel 16, „kosten opleiding‟ genoemde kosten, geheel te voldoen rekeninghoudend met de keuzen die de deelnemer gemaakt heeft op basis van lid 3 van artikel 16;
ARTIKEL 20. Schorsing deelnemer 1. De instelling besluit tot schorsing nadat de deelnemer tenminste één officiële waarschuwing heeft gekregen of nadat de deelnemer zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag. 2. De deelnemer kan voor een periode van ten hoogste één week geschorst worden. 3. De instelling kan niet eerder tot schorsing overgaan dan nadat met de deelnemer een gesprek heeft plaatsgevonden over de feiten die geleid hebben tot het voornemen van de schorsing.
27
d) indien voor een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg geen praktijkovereenkomst tot stand gekomen is vóór 31 december van het betreffende cursusjaar; e) door de definitieve verwijdering van de deelnemer als bedoeld in artikel 21, „verwijdering deelnemer van instelling‟. Het aldus eindigen van de overeenkomst laat onverlet de verplichting van de deelnemer de in artikel 16, „kosten opleiding‟ genoemde kosten geheel te voldoen rekeninghoudend met de keuzen die de deelnemer gemaakt heeft op basis van lid 3 van artikel 16; f) met wederzijds goedvinden van de deelnemer en de instelling, nadat dit door beiden schriftelijk is bevestigd; g) in geval het gestelde in artikel 12, „consequenties verbonden aan studieadvies‟, lid 2 van toepassing is; h) in het geval de instelling door aantoonbare overmacht niet langer in staat is de opleiding aan te bieden; i) door het overlijden van de deelnemer.
betaalde kosten als bedoeld in artikel 16, „kosten opleiding‟. 3. Behoudens opzet en grove schuld is de instelling niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de deelnemer. 4. De instelling is niet aansprakelijk voor schade die de deelnemer lijdt indien de instelling door aantoonbare overmacht niet langer in staat is de opleiding aan te bieden. 5. De maximale hoogte van een eventuele schadevergoeding wordt gesteld op het bedrag gelijk aan het les- of cursusgeld over de periode waarover geen les is gegeven. ARTIKEL 26. Inwerkingtreding onderwijsovereenkomst 1. Deze onderwijsovereenkomst treedt in werking na ondertekening en na definitieve plaatsing van de deelnemer. 2. Gedurende een periode van twee weken na ondertekening is de deelnemer in de gelegenheid de onderwijsovereenkomst te bestuderen en eenzijdig op te zeggen zonder aansprakelijk gesteld te kunnen worden. De opzegging geschiedt schriftelijk en dient gericht te worden aan de rechtsgeldig vertegenwoordiger van het Regionaal Opleidingencentrum Kop van Noord-Holland. 3. De instelling verplicht zich om de deelnemer uitdrukkelijk te wijzen op de inhoud van het vorige lid alvorens de onderwijsovereenkomst te laten ondertekenen door de deelnemer, dan wel zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger.
ARTIKEL 24. Verlenging overeenkomst Indien de deelnemer niet binnen de gestelde tijd de opleiding met succes blijkt te (hebben) kunnen afronden, ondanks maximale inspanningen van beide partijen, kunnen de deelnemer en de instelling een nieuw opleidingstraject overeenkomen. Daartoe wordt de duur van deze onderwijsovereenkomst stilzwijgend met de benodigde termijn verlengd. ARTIKEL 25. Aansprakelijkheid instelling 1. In het geval de overheid de bekostiging beëindigt of de instelling haar rechten ontneemt, zoals in artikel 6.1.4. van de WEB, kan de deelnemer aanspraak maken op schadevergoeding. 2. De instelling is niet aansprakelijk voor schade die de deelnemer lijdt indien hij/zij met toepassing van artikel 21, „verwijdering deelnemer van de instelling‟ definitief van de instelling wordt verwijderd. De deelnemer heeft alsdan geen recht op terugbetaling van de door hem/haar reeds
ARTIKEL 27. Slotbepaling 1. In gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist de instelling na overleg met de deelnemer. 2. Geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Den Helder/Alkmaar. 3. Op deze overeenkomst is uitsluitend het Nederlandse recht van toepassing.
28