26e jaargang- nummer 6 16 maart 2005 Kopij inleveren bij de redactie, Frits van der Meer of Pieter Bakker. Email:
[email protected] Liefst in Times New Roman, 14 pt en partijen graag in de standaard Balans-notatie ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Inhoud Redactioneel .......................................................... 2 Tweede andermaal ten onder ................................. 3 De ene kwaliteit is de andere waard ....................... 5 Wie weet het beter? ............................................... 8 Retrograde II ......................................................... 9 De Stappenmethode (7) ......................................... 10 Nader tot U: Marjolein Swinkels ........................... 12 1e Bord En Passent – DRL1 ................................... 18 Kasparov ............................................................... 20 Het eerste .............................................................. 22 Vierde staat bol van de teamgeest .......................... 25 Vijfde boekt monsterzeges..................................... 28 Zo’n teamleider is goud waard............................... 29 Sjonnies wijzen Tweede de weg ............................ 31 Het vierde doet goede zaken .................................. 33 Internetschaak ....................................................... 36 Interne na ronde 26 van 09-03-2005 ...................... 37 Antwoorden & oplossingen.................................... 39 De Stappenmethode ............................................... 40 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Adverteerders Café ledig Erf Bert’s Bierhuis Elles & Pierre Haarmode Midgetgolf Bilthoven Spelen Speciaalzaak H.D. van der Meijden Pomo Surinaams Javaans Restaurant Koenhein-Loodgieters CV Dakbedekking Drukkerij Pascal
Ere leden Nico van Harten Jan Polders Wiebe de Vries
Redactioneel Pieter Bakker Voor ons ligt weer een dubbel dik nummer van de Balans, met deze keer een uitvoerige update van de stand van zaken in de externe competitie. De verrichtingen van het eerste, tweede, vierde en vijfde staan uitvoerig beschreven. En de resultaten mogen er zijn! Verder pakt Timo dit nummer flink uit met een diepte interview met Marjolein, de eerste van een nieuwe serie! De komende Balanzen gaat hij een dwarsdoorsnede van de Rode Loper uitnodigen voor een interview. De redactie kan alvast niet wachten. Op het nieuwe schaakforum van Majnu – te bereiken via onze eigen homepage – is nu ook een speciaal hoekje voor de Balans ingericht. Een eigen draadje waar iedereen zijn opmerkingen, vragen en suggesties kwijt kan. Ook op het forum, in een internetpoll, vraagt Jos zich hardop af of we nog trek hebben in meer diagrammen uit de stappenmethode. De voorlopige tussenstand: 75% wil meer, 25% maakt het niet uit. Wat vind jij?
Zin in een vluggertje? Vrijdag 29 & zaterdag 30 april Schaken op de vrijmarkt in de schaakkraam van De Rode Loper
2
Balans 6
Tweede andermaal ten onder Kees Volkers Het gaat niet goed met het Tweede. Slechts één gewonnen en al drie verloren. Schreef ik in het vorige clubblad nog dat handhaven geen probleem mocht zijn, inmiddels begin ik zelfs daar aan te twijfelen. Potentie genoeg in ons team, maar als vorm en geluk blijven tegenzitten dan moeten we ons zorgen gaan maken. De wedstrijd tegen Geldermalsen bevestigde wat dat betreft de trend. Het grootste probleem is dat een aantal spelers van ons hopeloos uit vorm is. Dat geldt dan met name Hans N., Majnu en mijzelf. We zitten aan de laagste borden en zouden normaal gesproken voor een zeker aantal punten moeten zorgen, maar we laten het er lelijk bij zitten. Daar staat tegenover dat Louis dit jaar wel goed in vorm is. Tegen Geldermalsen zat hij aan bord 1 en behaalde hij een vrij simpele overwinning. Ook Paul Buijs doet het extern redelijk en zorgde voor het tweede volle punt. Maar dat was niet genoeg. Het verloop van de wedstrijd was typerend voor de gang van zaken dit jaar. Hans Nijland nam al heel vroeg genoegen met remise. Aan bord 8. Dat zegt genoeg over vorm en zelfvertrouwen van Hans. Ik had 26e jaargang
mezelf voorgenomen zeer geconcentreerd te spelen en me niet met de andere borden te bemoeien. Toen ik de ontspannen rondwandelende Hans rond een uur of tien vroeg hoe we er voor stonden, knikte hij geruststellend: ‘De meeste borden staan goed, ik schat dat het 6-2 voor ons wordt!’ Nou, dat klonk voorwaar niet slecht. Maar aan diverse borden ging het daarna verkeerd. Spreekwoordelijk was de gang van zaken aan mijn eigen bord. Ik had mijn tegenstander overspeeld en zocht naar matcombinaties met een offer. Steeds weer echter leek mijn opponent iets gevonden te hebben om zijn leven te rekken. We raakten in tijdnood. In een stelling die Fritz later voor mij op plus 7 inschatte (het bleek geforceerd uit, en ik dacht ook: er moet iets zijn, maar ik kon het niet uitrekenen) bood mijn tegenstander tot twee keer toe remise aan. Ik vroeg teamleider Majnu wat ik moest doen, maar gelukkig zei hij dat ik wat hem betreft door mocht spelen, omdat we er inmiddels wat minder goed voor stonden als team. Een remise in deze stelling had ik dan ook als een nederlaag ervaren. Daarop plengde ik het door mij al enige tijd geplande winnende offer, dat helaas bleek te verliezen. Een zet eerder had het wel gewerkt, nu werd het me fataal. Majnu moest 3
nu forceren om er een 4-4 uit te slepen, wat mislukte, en zo werd het geen 6-2 voor ons, maar 5-3 voor Geldermalsen. Zo gaat het nu dus bij het Tweede. Wegens terugtrekking van De Giessen hebben we nu een vrije ronde. Wellicht dat we daarna de juiste draad eens oppakken.
4
Gedetailleerde uitslagen Geldermalsen 1 - DRL2 1. Louis Rutgers 2. Olger van Dijk 3. Hans Bernink 4. Paul Buijs 5. Majnu Michaud 6. Abderrahim 7. Kees Volkers 8. Hans Nijland
5 -3 1 0 0 1 0 ½ 0 ½
Balans 6
De ene kwaliteit is de andere waard door Marcel Bijlsma Iedereen heeft wel van die tegenstanders die lastig zijn om tegen te spelen. Ondanks dat de schaker in kwestie misschien qua rating of ranglijst gelijkwaardig is, wordt altijd verloren van die persoon. De angstgegner. Gelukkig staat daar tegenover dat er ook spelers zijn die gelijkwaardig of sterker zijn op papier, maar waartegen het vaak lukt. Een speler die een spelletje speelt dat je wel ligt. Dat heb ik met Abderrahim. Ik heb een behoorlijk positieve score tegen hem en er is nooit een saaie partij bij.
de druk op de koningsstelling is meteen groot. 13.d5 Pd4 14.Dg4 Dreigt met Lh6 vervelend binnen te dringen. 14...De8 Hiermee kan het e-paard naar g6 om de witte dame-lijn te verdedigen. 15.Pd2 f5 16.exf5 Pexf5 (nu komt de dame wel erg tochtig te staan) 17.Tae1 Dg6 18.Te6!
In de tweede ronde ontmoetten we elkaar weer. En wederom was het een mooie partij. Wit: Abderrahim el Madani (1855) Zwart: Marcel Bijlsma (1620) 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Lc5 5.c3 Pge7 6.0-0 b5 7.Lb3 d6 8.d4 Het centrum wordt nu wel erg druk en wit heeft het initiatief. 8...exd4 9.cxd4 Lb6 10.Lg5 Redelijk standaard, maar nu was Pg5 meer op z’n plaats geweest. 10.Pg5 0-0 11.Dh5! h6 12.Pxf7 en zwart gaat ten onder. f6 kan ook niet vanwege wederom torenverlies (Pf7!), dus het enige fatsoenlijke alternatief voor zwart zou dan zijn 10...d5, maar fraai is anders. 10...Lg4 11.h3 Lxf3 12.Dxf3 0-0 Het gaat allemaal net goed, maar 26e jaargang
Een fraaie zet, dit kwaliteitsoffer. Df7 was misschien beter dan het aannemen van dit offer, maar ik vond dat toch wat te passief en geeft veel initiatief voor wit. Ph6 was een hele scherpe voorzetting geweest, maar zal na nauwkeurig afruilen tot voordeel van wit leiden. 18...Pxe6 19.dxe6 Kh8 (snel uit de loperlijn) 20.e7 Ab is meteen doortastend. 20...Tfe8 lijkt afdoende, maar dan volgen lastige zetten als Lc2 en Te1, waarmee de druk alleen maar groter wordt en het hele 5
spel gaat draaien om die ene pion. In plaats daarvan telde ik mijn zegeningen - in dit geval het kwalletje dat ik zojuist had gewonnen en besloot een stuk terug te geven in ruil voor ruimte en een aanval. 20...Pxe7 21.Lxe7 Dxg4 22.hxg4 Tfe8 23.Lg5 Nu staat zwart 1 stuk achter, maar 1 pion voor. Het beste wapen dat zwart heeft is een open centrum en 2 sterke torens. 23...Te2 24.Ld1 Te6 25.Lf3 Tf8 26.Lh4 c5 Ik zou bijna vergeten dat ik ook nog een paar sterke pionnen heb. 27.Pe4 h6 (toch bang voor Pg5) 28.g5? d5! De extra dekking van de g-pion wordt weggehaald en er wordt een dubbele aanval opgezet. 29.Pc3 d4 30.Pd5 Ld8! Nu is de g-pion verloren; gxh4 kan niet vanwege Lxh5. 31.b3 hxg5 (de dubbelpion lijkt lelijk maar zal belangrijk blijken) 32.Lg3 d3 Misschien te gretig. Door eerst c4 te spelen kan misschien meer druk op promotie worden gegeven. 33.Pe3 d2! Meteen doorduwen om wit in de verdediging te dwingen. 34.Td1 (Ld1 zou wit helemaal verlammen) 34...La5 35.Kf1?? De witte koning lijkt veilig achter de haag van stukken en pionnen, maar de twee torens roepen de hulp in van de g-pion.
6
35...g4! Alle zetten leiden nu tot problemen. 36.Pxg4? Te1+ 37.Txe1 dxe1=D mat. Toch maar wat anders: 36.Ld5? Txe3! 37.f3 (anders volgt weer mat in 2 door Te1+) 37...gxf3 en nu is het ook een kwestie van aftellen. Nog wat anders: 36.Ld6 Txd6 37.Lxg4 is nog de beste voortzetting voor wit, maar zwart zal na verdubbeling van de torens op de f-lijn de buit wel binnenhalen. Een vierde mogelijkheid verscheen op het bord. 36.Lxg4 Txe3 37.f3 Tfe8 en wit geeft op: 0-1. Wit kan niets anders meer dan de d-pion met de toren slaan om de aanstaande mat te voorkomen of al z’n stukken inleveren door met de koning weg te vluchten van mat. Mooie offers over en weer in een open strijd over het bord. Wel tekenend dat een lelijke dubbelpion uiteindelijk het vonnis inluidde.
Balans 6
26e jaargang
7
Wie weet het beter? Jos Heesen Als je wilt meedoen met de elite van onze club (is dat de top 10 of toch de top 5?) is een adequate kennis van het eindspel een absolute voorwaarde. Nog handiger is als je die kennis zeer snel paraat hebt want, met de huidige tijdsregime waarmee de partijen gespeeld worden, heb je juist in het eindspel zeer weinig bedenktijd per zet over. Dat kan genoeg zijn om de prachtigste zetten te vinden, maar helaas worden in die laatste seconden ook goede stellingen in rokende puinhopen veranderd. In mijn laatste partij tegen Ernst van der Vecht kwam ik, na 49 zetten lang in de verdediging gedrukt te zijn geweest, in een eindspel terecht waarvan ik het gevoel had dat het te winnen zou moeten zijn. Het zou zo in het hoofdstuk ‘Actieve Koning’ van een eindspelleerboek kunnen worden opgenomen. Dit was de stelling na de 49e zet van zwart:
Met mijn laatste zet (49...Kf5) geef ik mijn pion op b5 op teneinde met mijn koning aan de slag te kunnen op de
8
koningsvleugel. Ernst (wit) heeft niets beters dan het aannemen van het offer: 50.Txb5 Kg4 Thematisch: ‘Aktiver König im Endspiel’. 51.Tb6 Te7 52.c4 dxc4+ 53.Kxc4 Kxg3 54.Kd4 Hier was misschien 54.Kc5... een beter idee om, na bijvoorbeeld 54...Kxh4, 55.Kd6 te kunnen spelen. Vanaf hier begon de krappe bedenktijd beide spelers steeds grotere parten te spelen. 54...Kxf4 55.c4 e5+ 56.Kd3 e4+ 57.Ke2 g5 58.hxg5 Kxg5 59.a6 bxa6 60.Txa6 Tc7 61.Ta5+ Kg4 62.c5 h4 63.Ta4 Txc5 64.Txe4+... Deze positie leent zich ervoor om m.b.v. de Namiliov Tablebases te beoordelen. Dan blijkt dat de stelling al remise is, als beide partijen steeds de beste zet spelen natuurlijk. Dat betekent dus dat zwart waarschijnlijk ergens tussen zijn 54e en 63e zet de winst heeft laten liggen, maar waar? Ik heb het niet kunnen vinden, maar wellicht is er een Rode Loper die een idee heeft en daarmee aantoont ook tot de elite van deze club te behoren... 64...Kg3 65.Te7 Tc2+ 66.Ke3 h3 67.Tg7+... Dit is de enige zet die naar remise leidt, alle andere verliezen (volgens de tablebases). 67...Kh2 68.Kf3 Tc3+ 69.Kf2 Tc2+ 70.Kf3 Kh1 71.Tg8 h2 72.Tg7 Tc1 73. Kf2 ½-½
Balans 6
Retrograde II Jens Dirkse Compositie 1. Jens Dirkse, 2002:
Compositie 2. Jens Dirkse, 2003:
Bij clubschaak is het uiteraard ondenkbaar dat iemand zo oneerlijk speelt dat hij een dispuut uitlokt over de plaats van een stuk op het bord. Toch zal iedereen die kinderen heeft of in zijn kindertijd geschaakt heeft, onderstaande situatie herkennen. Wit houdt bij hoog en laag vol dat de zwarte pion op g5 thuishoort en zwart zal staande houden dat de pion op f5 hoort. Hoe als verstandige ouder/opvoeder te handelen? Wellicht dat retrograde analyse dan een uitkomst kan bieden.
Een kritiek die een retrogradecomponist wel eens hoort, is dat veel retrograde analyses nogal inefficiënte en soms zinloze zetten nodig hebben om de gewenste stelling te bereiken. Dat wordt vaak nogal gekunsteld gevonden. Op de vraag hoe een compositie zou moeten zijn, is het antwoord steevast dat een compositie het winnen van de partij tot doel moet hebben. Ook zou een dergelijke compositie een partij zonder tempoverlies moeten zijn, omdat deze de werkelijkheid beter benadert. Vaak laat ik hen dan onderstaande stelling zien, een retrograde waarbij rekening gehouden wordt met het doel van schaken (winnen) en zo min mogelijk tempoverliezen plaatsvonden.
Zwart - 11
Zwart - 9
Wit - 12
Vraag 1: Staat de zwarte pion op f5 of g5?
Wit - 12
Vraag 2: Er vonden geen tempoverliezen plaats. Wie gaat er winnen?
26e jaargang
9
Noord
Compositie 3. Jens Dirkse, 2004: Enkelen brachten na het aanschouwen van compositie 2 te berde dat deze toch onmogelijk een realistische stelling kan zijn. Speciaal voor hen is de volgende compostitie ontworpen. Vraag 3: Er vonden geen promoties plaats; hoe wint wit aan zet? Zuid
De Stappenmethode (7) Jos Heesen Stap 1: Wit speelt de beste zet
Stap 3: Zwart speelt de beste zet
Stap 2: Zwart speelt de beste zet
Stap 4: Zwart speelt de beste zet
10
Balans 6
Stap 5: Wit speelt de beste zet
Stap 7: Wit speelt de beste zet
Stap 6: Wit speelt de beste zet
Stap 8: Zwart speelt de beste zet
26e jaargang
11
Nader tot U: Marjolein Swinkels ‘ F a n a t i s m e i s e e n v o r m v a n e n t h o u s i a s m e d i e n i et l euk meer is.’ Timo Können Marjoleins nieuwe stek aan de Rijnlaan blijkt een fraai appartement te zijn in een pas opgeleverd blok nieuwbouwwoningen. De huiskamer is al grotendeels ingericht, maar er staan nog grote stapels verhuisdozen. Tot mijn vreugde zie ik veel schaakattributen: een demonstratiebord (‘zelf gemaakt’), schaakboeken en een aantal schaakspellen, waaronder een dat bestaat uit borrelglaasjes met symbolen erop die aangeven als welk stuk ze dienst moeten doen – ex-man Jacob deed alle medewerkers zo’n spel cadeau toen hij café Ledig Erf verkocht. ‘Toen je me belde dacht ik: dat ik gevraagd word heeft ermee te maken dat ik op de club een van de weinige vrouwen ben. Hoe moet ik dat straks de mannen uitleggen, het is niet helemaal eerlijk.’ Ik leg haar uit dat die bezorgdheid ongegrond is: toen ik op het idee kwam een nieuwe serie ‘Nader tot U’s’ te gaan maken, leek het me leuk als de geïnterviewden een willekeurige dwarsdoorsnede van de vereniging zouden vormen. Ik schreef een kort computerprogramma dat me ‘at ran-
12
dom’ een plaats op de interne ranglijst aanwijst. De eerste keer dat ik het programma draaide kwam het met het nummer 42, waar Marjolein te vinden bleek te zijn. Hoe ben je in Utrecht verzeild geraakt? Doordat ik er ging studeren, in ’81. Ik moest kiezen tussen Utrecht en Leiden, en ik vond dat ik in Leiden te dicht bij mijn ouders zat. Ik wilde echt uitvliegen, helemaal zelfstandig zijn. Ik heb Nederlands gestudeerd met als afstudeerrichting Taalbeheersing (Communicatiekunde). Het was de laatste jaargang ‘oude stijl’, ik heb er nog zeven jaar over mogen doen. En toen ben je gaan werken? Ja, eerst deed ik free-lance opdrachten als tekstschrijver. Daarna belandde ik via een uitzendbureau bij een importeur van speciaalbier, waar ik commercieel medewerker werd. Dat had niets meer met mijn studie te maken. Het was wel een harde leerschool, hoor. Toen ik begon had ik nog echt de arrogantie van de student, ik dacht dat ik ‘de systemen’ wel eens even zou veranderen. En ondertussen kwam ik bij-
Balans 6
voorbeeld een half uur te laat op mijn werk, ik vond dat dat moest kunnen. Ik ben er snel achter gekomen dat het zo niet werkte. Dat bedrijf zat in De Meern, maar op een gegeven moment fuseerde het met een andere importeur in Waalwijk. Toen moest ik iedere dag helemaal naar Waalwijk op en neer. Maar in ’93 kwam ik bij een reorganisatie op straat te staan. Dat was net de tijd dat ik met Jacob trouwde, en het leek me toen wel logisch om in het café te gaan werken. Vanaf dat moment is mijn leven heel snel gegaan. Voor die tijd hield ik een dagboek bij. Ik herinner me nog dat ik het op een dag dichtsloeg en dacht: morgen verder. Het is er nooit meer van gekomen. Ik kreeg kinderen, we hadden een groot huis dat veel werk opleverde, het bedrijf groeide, samen met Jacob organiseerde ik veel. Als ik aan het dagboek terugdacht, kon ik me niet voorstellen dat ik ooit tijd voor zoiets had gehad. Nu is het net alsof er een sneltrein tot stilstand is gekomen, alsof ik een sprong van elf jaar heb gemaakt. Toch had ik het niet willen missen, het is een bijzondere tijd geweest. Ik ben toch wel echt een kroegtijger, het bestaan rond het café was echt iets voor mij. Ik geloof dat dat komt doordat ik niet zo gemakkelijk vriendschappen aanga. Het geeft me het gevoel dat de mensen iets van me verwachten. Dat benauwt me, ik word bang dat ik er niet aan kan voldoen en dat ik ze teleurstel. Ik heb wel echte vrienden hoor, maak je geen zorgen. Maar omdat ik niet makkelijk een duurzaam contact aanga en wel graag veel men-
26e jaargang
sen om me heen heb, past het caféleven goed bij me. Sinds wanneer schaak je? Sinds 1984. Ik schaakte regelmatig met een studievriend, die me de regels had geleerd. Ik verloor steeds en dat vond ik irritant! Nog in hetzelfde jaar ben ik naar De Rode Loper gegaan om te vragen of daar soms schaakles gegeven werd. Ze zaten toen nog in de oude Remise op de Kanaalstraat. De toenmalige voorzitter Everaars zei: ‘Ja, kom maar bij ons!’ Dat was geloof ik meer een charmeoffensief om me binnen te krijgen, want er waren helemaal geen schaaklessen. Die ben ik toen maar zelf gaan organiseren. Ik heb jaren de lessen georganiseerd die door Hans Sandbrink en Anton Rosmüller gegeven werden. Ze gaven uitleg over het spel en daarnaast konden de mensen een boekje met partijen inleveren. Zij kozen er dan een aantal van uit die ze becommentarieerden. Nadat ik bij De Rode Loper kwam is mijn leven tien jaar lang bepaald door de schaakclub en alles eromheen. Mijn studie is erdoor vertraagd, ik heb zeker een jaar lang zitten vluggeren in de kroeg! In het begin was ik trouwens de enige vrouw bij de club. Toen we een keer tegen DBC uit De Bilt speelden ontmoette ik Martijn Faber, die daar lid was. Haar heb ik toen gevraagd om ook lid van De Rode Loper te worden, dan waren we tenminste met z’n tweeen. Dat heeft ze gedaan. Klopt mijn indruk dat jij in die tijd een soort ‘Miss Rode Loper’ was? Daar zit wel iets in, al vind ik dat Jan Prins het gezicht van de club was en
13
nog steeds is. Na een jaar kwam ik in de redactie van het clubblad, daarna als PR-medewerker in het bestuur. Dat was de tijd van de angry young men, er ontstond een crisis in het bestuur en ik ben toen door Jan naar voren geschoven als voorzitter. Dat ben ik zeven jaar geweest. Al meteen toen ik begon moest ik het 60-jarig jubileum organiseren. In die eerste woelige tijd ben ik echt door schade en schande wijs geworden. Dat ik het volhield was door mijn enthousiasme voor het schaken, want dat is sinds 1984 voor mij altijd hobby nummer een geweest. Ik heb toen veel georganiseerd, schaakinstructie, de Zomeravondcompetitie, een schaak-midgetgolftoernooi, de schaakkraam op Koninginnedag etc. Iemand uit die tijd die ik graag wil noemen is René Bontrop, een heel originele en actieve figuur, die onder andere veel voor het clubblad heeft gedaan. Waar werk je? Niet! Mijn cafébaan was altijd mijn werk, maar dat is nu voorbij. Ik ben wel op zoek naar werk en doe een cursus loopbaanoriëntatie. (Met ironische trots:) Ik ben wel de vaste notuliste van de KNSB. Dat zijn vier à vijf vergaderingen per kwartaal. Wie is jouw Angstgegner op de club? Dat zijn er twee, Tanja Veenstra en Jos Heesen. Bij Tanja komt het doordat ze ook een vrouw is. We hebben als het ware hetzelfde ‘excuus’ (‘Ik ben maar een zwakke vrouw’) en als we tegen elkaar moeten valt dat excuus weg. Dan krijgt het (voor mij) iets van een prestigestrijd en dat heeft geen goede uitwerking op me. Ze is enorm veel sterker geworden ook. Bij Jos komt het
14
door zijn opgewekte uitstraling. Hij gaat zitten met een gezicht van: ik win of jij wint, maar in ieder geval gaan we lekker schaken. En dan denk ik: maar jij bent veel sterker! Van welke Rode Loper win je altijd? Ik weet niet of er iemand is van wie ik altijd win, maar als ik tegen Ivo Lemmens, Piet Koenhein of Arnold van Gelder moet, denk ik wel: puntje! Wat betekent schaken voor jou? Het is een hobby die me nooit los zal laten. Het heeft een enorme impact op me gehad toen ik tussen de 20 en 30 was, een belangrijke periode in je leven. Ja, wat vind ik er zo leuk aan? Net als biljarten, mijn tweede hobby, gaat het om het persoonlijke resultaat, niet om het teamverband. Als je faalt worden anderen daar dus niet de dupe van. Wat er ook leuk aan is, is dat je het gevoel hebt dat je altijd bij kunt leren. Het valt me vaak op hoe weinig schakers zich bewust zijn van hun eigen niveau, het is altijd van: ‘Ik stond gewonnen, ik had alleen dit of dat niet moeten doen.’ Al blijf je steeds op hetzelfde niveau spelen, je hebt toch het gevoel dat je van iedere partij iets leert, dat heeft iets magisch. En als laatste: ik vind het geen abstract spel, intuïtie speelt een grote rol. Door veel (na)spelen kun je ver komen. Wat waren je beste resultaten? De partijen die ik op een tactische manier beslist heb. Toen ik in ’84 begon, verslond ik de boekjes ‘Dagschaak’ van het AD. Daar stonden alleen maar opgaven in waarin je mat in drie moest geven. Volgens mij komt daar mijn gevoel voor tactiek vandaan. Dat mijn strategische gevoel daar nogal bij ach-
Balans 6
ter is gebleven komt waarschijnlijk ook daardoor. De partijen die de schoonheidsprijs hebben gewonnen komen voort uit dat tactische gevoel, zoals mijn partij tegen John Temming1 waarin ik twee torens offerde. Ik ben gek op offeren! Wanneer word je clubkampioen? Nooit. Ja, als de top én de subtop een jaar met vakantie gaan. Behalve dat ik strategisch niet erg goed ben, heb ik ook niet de denksnelheid om bovenaan te komen, en de manier van denken. Op een toernooi in Griekenland heb ik de Bulgaarse grootmeester Krum Georgiev leren kennen. Als ik die zag analyseren merkte ik dat hij op een heel andere manier schaakte dan ik. Hij dacht in het openen en sluiten van diagonalen en lijnen, in patronen. Ik denk gewoon in zetten. Vertel nog eens over je tante. Ja, dat is Jeanne Potters, van de vrouwenschaakclub ‘Chesspot’. Ze was fel, had een soort ongedoseerd enthousiasme. Dat kon overgaan in fanatisme. Fanatisme is een vorm van enthousiasme die niet leuk meer is. Zo weigerde ze het lidmaatschap van Chesspot aan een vrouw die eerst man geweest was, met als argument: ‘Maar ze blijft als man opgevoed!’ Maar in de jaren ’80, toen er nog maar weinig vrouwen schaakten, slaagde ze er wel in honderd vrouwen naar haar weekendtoernooi te krijgen. Wat ik in haar bewon1
1.e4 c5 2.b4 e5 3.Pf3 cxb4 4.a3 Pc6 5.axb4 Pf6 6.b5 Pb4 7.c3 Pxe4 8.cxb4 Lxb4 9.Da4 a5 10.bxa6 Db6 11.axb7 Lxb7 12.Dxa8+ Lxa8 13.Txa8+ Ke7 14.Txh8 Pxf2 15.Tg1 e4 16.Pe5 De3+ 17.Le2 Pd3+ 18.Kd1 Dxg1+ 19.Kc2 Dxc1+ 20.Kb3 Db2+ 21.Kc4 Pxe5+ 0-1
26e jaargang
der is dat ze heeft laten zien dat het mogelijk is een omgeving te creëren waarin vrouwen wel degelijk wíllen schaken. Wat is je lievelingsopening met wit? Weens, omdat ik dat goed ken, omdat het tamelijk verrassend is voor de tegenstander, en omdat het een agressieve en open stelling oplevert. Je kunt meteen gaan aanvallen. Wat is je lievelingsopening met zwart? In de twintig jaar dat ik speel heb ik eigenlijk nooit iets gevonden dat me goed bevallen is. Ik ben op zoek. Vroeger speelde ik Siciliaans, maar ik kende geen theorie. Zoals Anton Rosmüller zei: als je maar gezonde zetten doet, kun je alles spelen zonder theorie te kennen. Wat gezonde zetten zijn? Ken je de drie gouden regels van het schaken? Ik leer ze aan de jeugd van DBC. Regel 1: zorg voor centrumbeheersing. Regel 2: ontwikkel je stukken. Regel 3: breng je koning in veiligheid. Van John Temming heb ik ook algemene waarheden geleerd waar ik veel aan gehad heb. Als je tegenstander een zet doet, kijkt dan niet naar welk veld hij pakt, maar welk veld hij loslaat. Zo ontdek je je eigen kansen. Wat dat Siciliaans betreft, ik speelde altijd de versnelde Draak. Dan kwamen er tegengestelde rokades en koningsaanval aan beide kanten, maar mijn tegenstander was altijd net een zet eerder dan ik. Wat zijn je voornemens wat het schaken betreft? Ik wil mezelf theoretisch meer gaan onderleggen. En ik wil weer meer gaan spelen op de club, want dat is mijn
15
wekelijkse uitje. Maar de kinderen gaan voor, dus het kan wel even duren. Wat valt tegen aan De Rode Loper? Tegen? Nou, niets eigenlijk. Ja, toen ik voor vanmiddag de oude Balansen nog eens doornam en het interview met Ernst van der Vecht las: net als hij mis ik het vluggeren aan de bar in de Remise, met veel bier en geschreeuw. Maar dat kan nu niet meer op die manier, omdat de bar in de speelzaal is. Ernst zei toen ook dat hij het jammer vond dat er geen echte analysecultuur is. Van Mart Renders heb ik hetzelfde gehoord. Wat vind jij daarvan? Tja, het is kiezen of delen, denk ik. Bij een club als Paul Keres, waar Mart nu speelt, wordt meer geanalyseerd, maar daar is ook een andere cultuur, meer prestatiegericht. Hier is het gezelliger, de schaduwzijde is dat er minder ‘serieus’ geanalyseerd wordt. Maar als je de mening van clubgenoten over je stelling wilt weten kun je het gewoon vragen, dan krijg je genoeg respons. Wat dat betreft is het een kwestie van eigen initiatief. Wat bevalt je aan De Rode Loper? Alles. De sfeer. Dat is iets waar mensen als het ware ingezogen worden. Om een voorbeeld te noemen, Rody Straat kwam hier in het begin alleen om te schaken. Ooit vroeg ik hem wanneer hij eens kwam ‘integreren’ aan de bar en alhoewel hij er toen grappen over maakte is hij er inmiddels niet meer weg te denken. Iets gemeenschappelijks, iets vrijblijvends, dat is de sfeer van De Rode Loper.
16
Wat vinden je kinderen van dat eeuwige geschaak? Ik heb twee zoons, Arend van 10 en Maurits van 8 jaar. Maurits is geen echte schaker, hij baalt er een beetje van dat hij er verplicht bij moet zijn als ik lesgeef bij DBC. Arend is dol op schaken. Ik heb hem nooit gepusht, maar als klein kind kon hij uren kijken bij de schakers in het Ledig Erf. Waarom ben je bij DBC gaan lesgeven? Arend en Maurits schaakten daar bij de jeugdafdeling. Tussen brengen en ophalen zat anderhalf uur, net te kort om terug naar huis te gaan. Toen heb ik gevraagd: goh, kan ik me niet ergens nuttig mee maken? Ron Smit, die daar heel veel voor de jeugd doet, zei: ja, je kunt schaakles geven. Ik vind het geweldig. Het is natuurlijk een onderwerp waar ik zelf enthousiast over ben, maar vooral de onbevangenheid, nee, de echtheid in de manier waarop kinderen reageren maakt het leuk. Ze zeggen wat ze denken, en anders kun je het aan ze zien. Ze zijn anders dan volwassenen, waar je eerst een heleboel schillen moet afpellen. Ze hebben geen patroongedrag. Daar voel ik me bij thuis. Vind je het dan niet jammer dat De Rode Loper geen jeugdafdeling heeft? Nee, De Rode Loper is voor mij een uitje, waarbij ik even geen moeder hoef te zijn. Aan de andere kant heb ik wel de wens om ooit een jeugdafdeling op te richten, maar ik denk dat de Rode Lopers daar geen behoefte aan hebben. Het is natuurlijk ontzettend veel werk en de doorstroming is relatief beperkt. Daar moet je het niet voor doen. Het moet je echt om de kinderen gaan.
Balans 6
Reve is je favoriete schrijver. Hoe weet je dat?? Je boekenkast! Ja, het is waar. Hij beschrijft de absurditeit van het leven, zonder die te noemen. Zo beschrijft hij bijvoorbeeld hoe hij twee vrouwen in een portiek een gesprek hoort voeren, en de ene zegt: ‘Mijn man houdt het meest van gekookte aardappelen.’ En hoe hij dan van droefenis wordt vervuld. Op weg naar het einde en Nader tot U (! - TK) zijn mijn favoriete boeken.
Daar herken ik me heel sterk in. Niet de mens is geschapen naar het beeld van God, maar God is het diepste en onverklaarbaarste in jezelf.
Ik ben katholiek opgevoed, er zit een mooie symboliek in dat geloof, mooie waarden. Maar de paus, wat hij bijvoorbeeld over abortus zegt, ik heb niet het gevoel dat ik daar iets mee te maken heb.
Toen ik pas lid was van De Rode Loper waren Marcel Singelenberg en ik allebei 24. Door mij ging hij alles lezen van Reve, en ook alles van Hermans en hij las ook alle polemieken tussen hen. Geweldige discussies hadden we dan aan de bar, heel fel. Ook over het geloof. Geloof je eigenlijk? Ja, maar dan wel op een manier waarvan veel gelovigen misschien zouden zeggen: ‘Dat is geen geloof.’ Mijn geloof heeft wel overeenkomsten met dat van Reve. Ik geloof niet in God als een persoon. Toen Reve in de jaren ’60 terecht moest staan wegens blasfemie in het beruchte ‘ezelproces’, heeft hij zichzelf verdedigd met een rede waarin hij het verschil tussen een immanent en een emanent Godsbeeld uiteenzet.2 2
Reve zei o.m.: ‘Alle narigheid komt hieruit voort, dat God voor mij niet is de ‘gans andere’, de emanente, maar het ‘meest eigene’, dat wil zeggen: de immanente. Mijn God is kennelijk niet de God van Nederland, of, zoals onze grote schrijver Nescio hem in zijn onsterfelijke verhaal Dichtertje noemt, “de God van je tante, die zei, dat je moest groeten als je langs ’t huis van je baas
26e jaargang
kwam, (…) ook al zag je niemand, je kon nooit weten wie ’t zag.” Ik bezit geen statisch Godsbeeld, maar als ik van God een definitie zou moeten geven, dan zou die thans luiden: “God is het diepst verborgene, meest weerloze, allerwezenlijkste en onvergankelijkste in onszelf”.’ (Uit: Jan Fekkes, De God van je tante.)
17
1e Bord En Passent – DRL1 Rody Straat Nadat Kees nog snel een partij tussen hem en mijn toekomstig tegenstander op het forum had geplaatst (een ruilvariant van het Spaans die niet geheel voordelig uitviel voor Kees) besloot ik om het Weens maar eens te proberen, dit staat garant voor een rustige en hopelijk overzichtelijke stelling. Zie hier het resultaat: Wit: Rody Straat (2009) Zwart: Richard Vedder (2165) 1.e4 e5 2.Pc3 Pf6 3.Lc4, deze zet geeft de kans op het schijnoffer 3…Pxe4, mijn tegenstander had een week ervoor 4.De2 met enorm saai spel tegen zich gehad, dus koos voor een andere oplossing: 3…Pc6 4.d3 Lb4 er dreigt nu …d5 om het centrum op te blazen en de loper op c8 te bevrijden. 5.Lg5 h6 6.Lxf6 Dxf6 7.Pge2 Pa5 8.0-0 Tot hier was het nog bekend bij Fritz, ik was in ieder geval het theoretische spoor al een tijdje bijster en moest op eigen kracht verder. 8…Pxc4 (8…c6!? Om veld d5 onder controle te krijgen) 9.Pd5, waar moet de zwarte dame heen? Zwart wil nu graag het loperpaar behouden, dus wordt gekozen voor 9…Dd8 10.dxc4 Lf8?! Zwart speelt nog steeds op behoud van het loperpaar.
18
Ergens moet wit hier volgens mij gewoon goed staan, het moeilijke was alleen even vinden waar dat voordeel precies gehaald moest worden, hier een poging. 11.Pg3 c6 12.Pe3 g6 13.f4!? exf4 (zwart moet 14.f5 voorkomen waarna wit beter staat doordat het loperpaar is opgesloten en wit de half open d-lijn in bezit heeft. 14.Txf4?! Veel beter was 14.Dd4 Th7 15.Txf4 waarbij de stelling voordelig voor wit blijft 14…Lg7? Veel sterker is 14…Lc5 15.Df3?! Db6 en zwart komt er wel heel goed uit, nu gaat het echter hard. 15.Df3 0-0 16.Tf1 De7 (Zie het diagram op de volgende pagina.) 17.Pgf5!? De6 17…gxf5 18.Pxf5 Dc5+ 19.Kh1 d5 20.Pxg7 dxe4 zwart kan natuurlijk niet op g7 nemen, 21.Txf7 is dan uit. 21.Dc3 en wit staat bij gelijk materiaal heerlijk Balans 6
22.Dh4 als eerder mat, maar…22…Dc5+ 23.Kh1 en De3 en mat is gedekt. 22…d5, wat moet zwart anders? 23.Txh6+!! (derde stukoffer) 23…Kxh6 24.Dh3+ en opgegeven aangezien het na 24…Kg6 25.Dg4 mat loopt via Th5.
18.Pxg7 Kxg7 19.Tf6 De7 20.Pf5+ (tweede keer, nu moet zwart wel accepteren) gxf5 21.Dg3+ Kh7 22.T1xf5 Achteraf in de kroeg vond Ernst
26e jaargang
Heerlijk! Het enige probleem was nu dat het pas tien uur was, de rest wilde genieten van een langzame marteling der tegenstanders… Dit is vast te lezen in een ander stukje, van de captain misschien?
19
Kasparov Kees Volkers De foto is elf jaar geleden genomen in Amsterdam: VSBtoernooi mei 1994. Elf jaar geleden alweer? Ja, elf jaar. De foto is genomen door Bas Beekhuizen en sierde ooit de voorpagina van 'Schakend Nederland'. Prachtige foto. Let op het contrast. Achter het bord Gary Kasparov, The Boss, met een blik in de ogen die meteen duidelijk maakt waarom The Boss ook wel The Beast werd genoemd: meedogenloos, gereed om zijn ongelukkige tegenstander met huis en haar te verslinden. Daar achter het puikje van de Nederlandse schaakjournalistiek: Ligterink, Böhm, Ree, op gepaste afstand, eerbiedig bewonderend, klein en zwijgend. Ze staan erbij alsof ze er eigenlijk niet mogen staan. Op een toernooi sprak ik de fotograaf aan. Of hij voor mij een afdruk wilde maken, tegen betaling uiteraard. Nou dat wilde hij wel. Een week later kreeg ik de foto opgestuurd: in een enveloppe, tussen twee kartonnetjes. Hij rekende vijftien gulden: geen geld natuurlijk. De foto hangt nu al vijftien jaar op mijn werkkamer en blijft fascineren. Het enige wat er aan mankeert is dat plukje Nicolic, helemaal rechts. Is er moeilijk af te snijden, want dat kost Kasparov een oor. Nou ja, totale perfectie is ook niet alles.
20
Balans 6
26e jaargang
21
Het eerste Jan Prins Mijn laatste bijdrage is al weer enige tijd geleden gepubliceerd (zie Balans 4 van 22 december 2004). Het wordt dus tijd voor een volgend artikel over het wel en wee van het eerste achttal in de Promotieklasse van de SGS. Op 8 december 2004 werd er thuis aangetreden tegen Utrecht 4. Met Jos Heesen als invaller op bord 5 ontbrandde de strijd al gauw. Onze invallers doen het sowieso prima. Jos kon als eerste het volle punt noteren. Daarna volgden echter een nul voor Marvin, die zijn draai nog niet heeft gevonden, een remise voor Ernesto en een nul voor Chris. Een nederlaag van het eerste, toen nog koploper in de Promotieklasse, begon zich af te tekenen. Antonio leek het tij te keren met een fraaie overwinning, maar een remise van ondergetekende en een nederlaag van Rody moest voor Ernst een overwinning betekenen, om nog een gelijkspel te bewerkstelligen. In een heel gecompliceerde stelling met veel tijdnood was remise echter het meest haalbare voor Ernst, waardoor de kleinst mogelijke nederlaag (3½– 4½) op het scorebord verscheen. We stonden weer met beide benen op de grond en moesten de koppositie aan En Passant overlaten. Op 11 januari 2005 moesten we uit naar Zeist 2. Was de bekerwed22
strijd op 14 december 2004 nog met een positief resultaat afgesloten, op deze avond ging alles mis, wat er maar mis kon gaan. De schwung was er bij de meeste niet aanwezig en er werden (soms kansloze) nullen geïncasseerd door Marvin, Chris, ondergetekende en Antonio. Halve lichtpuntjes waren er voor Ernst en Mike. De overwinningen van Rody en Ernesto maakten de nederlaag van 3 – 5 nog enigszins dragelijk. Door deze uitslag waren we weer een ‘gewone’ middenmoter. Nu de druk van een mogelijke promotie was weggeëbd konden we op 26 januari 2005 thuis aantreden tegen Ons Genoegen 1. Dit team is normaliter een kampioenskandidaat (en worden ze in een seizoen eerste, dan willen ze niet promoveren naar de KNSB – rare gasten deze schakers uit Amersfoort), maar zit dit seizoen in de hoek waar de klappen vallen. Chris herstelde zich langzaam van zijn twee vorige nederlagen en mocht als eerst een halve bijschrijven. Marvin blijft zoeken naar zijn vorm en noteerde een nul. Daarna begon het echter bij ons te lopen. Rody won gedecideerd, Ernesto en Antonio speelden gelijk. De stand was toen nog in evenwicht, maar omdat Ernst won, moesten de andere twee OG-ers risico gaan nemen om de dreigende nederlaag te Balans 6
voorkomen. Mike en ondergetekende pareerden echter uitstekend en wisten beide het volle punt binnen te halen. Een goede uitslag van 5½–2½ was het verdiende gevolg. Na deze opsteker traden we op 16 februari 2005, weer thuis, met goede moed aan tegen BSG 2. Het werd echter een slechte avond voor het eerste. Jos Heesen (weer) en Johnny de Kraker moesten de afwezigen, Ernesto en Chris, vervangen. Johnny startte de score met een halfje. Marvin en Ernst verloren. Gelukkig kon Mike de stand een iets dragelijker maken door een nette overwinning. Zelf kwam ik niet verder dan remise. Helaas kon kopman Rody het niet bolwerken en verloor. Antonio en Jos vochten voor wat zij waard waren, maar Antonio wist slechts gelijk te spelen en Jos verloor. De uitslag werd zo een terechte 2½– 5½ nederlaag. De afstand op de koplopers is hierdoor 5 volle machtpunten geworden, maar wat erger is dat het mogelijke degradatiespook weer om de hoek komt kijken. En dat met een zwaar programma voor de boeg: tegen beide koplopers (En Passant en HSG) en tegen de degradatiekandidaat ZZC. Als eerste troffen wij in een uitwedstrijd En Passant 1 op 11 maart 2005. Op volle oorlogssterkte bezochten wij het fraaie clubgebouw van EP en het werd een heet avondje. Met 26e jaargang
gerenommeerde namen aan de borden van EP, met de daarbij behorende ELO-ratingen, werd het ergste gevreesd. Buiten stak een stevige wind op, welke voor ons een rugwind bleek te zijn. Rody moest het op het eerste bord opnemen tegen de (voormalige?) SGS-kampioen Richard Vedder. Ik heb zelden iemand zo kansloos van het bord geveegd zien geworden. Hier rest slechts de opmerking: Rody HULDE! Bij mijn bord verscheen de tegenstander pas na 32 minuten. In de doorschuif-variant van de carokann voelde ik mij zeer thuis. Mijn tegenstander (Dick de Graaf) blijkbaar steeds minder, want hij besteedde steeds meer tijd aan de stelling. Na 13 zetten gedaan te hebben had hij nog 28 minuten op de klok staan en had ik nog maar 11 minuten verbruikt. Na 33 zetten en met nog een minuutje op zijn klok kon ook ik het volle punt noteren. Marvin was inmiddels wel een kwaliteit achter gekomen, maar had een redelijke aanval en compensatie in een tweetal pluspionnen. Zijn tegenstander zag echter stukverlies (met gelijk een matdreiging) over het hoofd. Niet alleen de eerste overwinning van Marvin in de competitie, maar ook een gezonde 3 – 0 voorsprong en dat op de koploper. En op de andere borden zag het er gezond uit. Mike en Ernesto waren de volgende Rode Lopers die de tegenstander in het stof deden bijten (de tegenstander van Ernsto ging in een 23
iets mindere stelling door zijn vlag). Stand 5 – 0 ! Chris denkend dat het pas 4 – 0 was, bood in glad gewonnen stelling remise aan, wat zijn tegenstander dankbaar accepteerde. Inmiddels was Antonio in hevige tijdnood geraakt, doordat hij zijn gewonnen stelling niet wist te verzilveren. Nadat ik de tegenstander een paar keer op zijn notatieplicht moest wijzen, berustte deze, met voor Antonio nog 32 seconden op de klok, in een zwaarbevochten remise. Ernst maakte de klus af door ook te winnen. Hierdoor werd de uitslag maar liefst 1-7 in ons voordeel. Na afloop
24
werd zowel in Spakenburg als in Utrecht een feestje gevierd door het eerste. Op Utrechtschaak.nl kun je over deze onverwachte uitslag lezen (menigeen dacht aan een schrijffoutje: 7–1 in plaats van 1-7). Mike ziet nog een kleine kans op een promotie. We moeten dan wel de twee volgende wedstrijden tegen ZZC en concurrent HSG winnen. Daarnaast moeten enkele andere uitslagen in ons voordeel worden beslist, maar wie weet zit het ons dit seizoen mee.
Balans 6
Vierde staat bol van de teamgeest Jaap-Hein Vruggink Op 15 februari trad het vierde aan in een uitwedstrijd tegen Zeist 4. Ik was zelf snel klaar. Op bord 8 was ik hopeloos met zwart aan het modderen, maar mijn tegenstander verzuimde het hardhandig af te straffen. Sterker nog, hij bood in totaal gewonnen stand remise aan. Ik smeekte captain Arnold het aanbod in vredesnaam te aanvaarden. Dat mocht en daarmee is meer dan genoeg over de partij gezegd. Op bord 1 was invaller John Temming ook rap klaar. In een rustige scheveningse siciliaan (siciliaanse scheveninger?) had John - met wit - bewust alle torens op de c-lijn geruild, en dacht hier een beter, misschien wel gewonnen eindspel te hebben na 26…Pd3! (zie diagram)
Kh7 31.Dxa6. Is er nu wel winst? Jammer genoeg niet na het ontnuchterende 31….Dc4. Via de diagonaal c1g5 is er eeuwig schaak. De enige remedie is om met de koning naar h3 te lopen, maar dat leek me te link. Ik ging op mijn gemak kijken naar de andere borden en zag daar zeker drie keer winst. Na ruggespraak met captain Arnold (niet te verwarren met captain Iglo) besloot ik om remise voor te stellen, hetgeen gretig geaccepteerd werd. Uiteraard wil je later, geholpen door siliconenmonsters als Fritz, kijken of er geen ernstige blunders bij zaten. Vooral was ik nieuwsgierig of ik kon winnen als inderdaad de koning op h3 zou staan. De Arena-engine SOS kwam vrijwel direct met mat in 10 voor zwart. Gelukkig kan een mens zich nog baseren op intuïtie…” John had de situatie op de andere borden correct beoordeeld, want inderdaad gingen de drie volgende punten naar Rode Lopers. De tegenstander van invaller Tjeerd vergiste zich en verloor paard en partij. Kort daarna scoorde Marc probleemloos de 3-1.
Hier laten we John zelf even aan het woord: “Voor de grote afruil had ik dit gevisualiseerd en zou ik met 27.Dc8+ Kh7 en 28.Dxa6 een belangrijke pion winnen. Helaas loopt dit echter mis na 28…Pe1!! en omdat wit de g-pion moet opspelen, wordt f3 dodelijk zwak en wit gaat mat via Dh5. Zodoende dus maar 27.Dd2 Pf4 28.b4 Pxd5 29.Dxd5 De6 (?!) en dan nu eindelijk 30.Da8+
26e jaargang
Peter had iets meer tijd nodig, maar ging soeverein naar de winst. In een rustige opening maakte Peter met zwart na 7 zetten al een foutje waardoor hij de pion met dame b7 verloor. Achteraf weet Peter dit aan het feit dat hij niet vaak meer schaakt, maar je kunt je afvragen of de pion in kwestie niet minimaal een beetje giftig was. Want Peter ging meteen in de aanval, en in het vervolg stonden de toren op a1 en de loper op c1 werkeloos toe te
25
kijken. Dit in tegenstelling tot de enorm energieke stukken van zwart! Peter speelde zijn toren van f8 over c8 en c5 naar h5, alwaar de situatie vlot kritiek werd. Deze koningsaanval bekroonde Peter met twee verbonden vrijpionnen en een toren op de zevende lijn, oftewel: 4-1. Hierna probeerden de drie nog spelende Rode Lopers verwoed het eervolle ‘beslissende halfje’ te incasseren. Arnold was het snelst. Hij was soepel uit de opening gekomen, investeerde in het middenspel schandalig veel tijd in enkele totale baggerzetten, stond verloren, maar blufte zich met een 2-pionnenstorm terug en was uiteindelijk tevreden met een vermoedelijk terechte remise. Een fragment uit het uiterst instructieve eindspel, met commentaar van Arnold zelf:
“Hier moet wit kiezen: blokkeer de zwarte vrijpion en verdedig; of ga rennen met de eigen vrijpionnen en val aan… Wit wil zwart het spel opleggen dus pakt het initiatief. Waarschijnlijk ook de enige mogelijkheid om, met een pion minder, verlies af te wenden. Bovendien heeft zwart nog een andere troef: de verst verwijderde vrijpion. In het verslag is de mening of alternatieve
26
voortzetting van FritZ (cursief) weergegeven. 37.d6 Wit pakt eerst veld e7; omdat de zwarte koning nu een omweg moet maken is er tijd genoeg om met de andere pion aan te sluiten. 37…Ke8 38.c4 Lf7 ziet er dreigend uit maar doet niks. (FritZ geeft hier 38...Kd7 39.c4 Lf3 en zwart staat beter) 39.La4(+=) Kd8 40.c5 g5 (a6) 41.Lb5(±) Le6(?? 41...a6 42.Lxa6 Le8) 42.Lf1 (42.c6 Ld5 43.c7+ Kc8 44.La6+ Kd7 45.c8D) deze voortzetting is waar het om draait. Mijn verdedigende zet is dus niet alleen strijdig met het eerder door mij gekozen thema, maar ook niet nodig. Voorzichtigheid is soms onterecht. 42…a5(?? 42…Ld7 43.Lg2 h5 44.Kd3 en zwart staat beter). Zwart denkt nu dat het wisselen van het front de oplossing is… en Wit reageert braaf mee: 43.Kc3 (43.c6 Kc8 44.La6+ Kb8 45.Kc3 en wit staat beter) 43…Kd7 (?? 43…Ld7 44.Lg2 h5 en zwart staat beter). Op dit moment stak Jaap-Hein vier vingers op en speelde ik na remise te hebben aangeboden 44.Lb5+ (++-) oftewel: volgens FritZ is het nu gewonnen voor wit.
Een mogelijke voortzetting is: 44…Kc8 45.c6 h5 (of 45…f3)
Balans 6
46.La6+ Kb8 (46…Kd8 kan niet omdat 47.c7+ Kd7 48. c8D+ en afgelopen; of 47…Ke8 48.Lb6+ Kf8 49.d7 en ook afgelopen). Wit heeft kansen als wit de koning via d4 en c5 in het spel betrekt en er zelfs zonder promotie mat dreigt als wit de Kb6, La6, c7+ en vervolgens Lb7 kan spelen. Maar echt eenvoudig is het niet: na 44…Kc8 45.c6 f3 46.Kd4 f2 47.Kc5 a4 48.Kb6 Ld7 heeft zwart het heft in handen… en zo zijn er nog wel wat variantjes te vinden.” We laten Arnold in gepeins achter om mee te leven met de dilemma’s van Nico op bord drie. Met een kwaliteit meer dacht Nico na 41.Tc8-c7 dat hij gewonnen stond:
Maar een onverwachtse en vooral onplezierige wending volgde: 41...Pe1! Wit kan het paard niet nemen zonder verlies van de toren op c7. Omdat Nico beducht was voor matdreigingen op h2 of h3 berustte hij in remise. Bovendien meende hij hiermee het begeerlijke ‘beslissende halfje’ voor het team te scoren. Dat was niet het geval. Technisch gesproken scoorde Nico de 2-5, maar zijn intentie illustreert de teamgeest eens te meer!
26e jaargang
Ten slotte kwam ook Timo remise overeen. Zijn tegenstander speelde 1.c4, gaf er blijk van het antwoord 1...e5 al niet echt te kennen. Timo stond beter, maar wist niet goed hoe het verder moest, dus begon hij een verkeerde actie die tot een slecht eindspel leidde. Timo zelf over deze zeer herkenbare schaaktragiek: “Grappig: de hele tijd probeerde ik hem een zwakke pion te bezorgen, uiteindelijk kreeg ik dus dat eindspel waarin bijna al mijn eigen pionnen zwak waren...” Maar zie, eenmaal in het eindspel begon wit te knoeien. Van een slechtere werd het een gelijke stelling, van een gelijke stelling een betere. Na de 40e zet had Timo een gevaarlijke pionnenmeerderheid op de damevleugel (ieder 6 pionnen en een loper van gelijke kleur). Helaas vergat Timo de loper van zijn tegenstander te verschalken, waarna winnen lastig werd. En natuurlijk hoopte ook Timo dat vermaledijde ‘beslissende halfje’ te verschalken. Dat halfje was al lichtjaren binnen, maar niettemin wederom niets dan lof voor de opofferingsbereidheid! Alle reden dus voor tevredenheid: mooie partijen, leerzame lessen en een uitstekende teamspirit! Maar bovenal zijn tevredenheid over de mooie overwinning, zonder verliespartij, ondanks of natuurlijk dankzij twee invallers. De gedetailleerde uitslagen Zeist 4 – DRL4 1. Invaller John 2. Timo 3. Nico 4. Peter 5. Arnold 6. Marc 7. Invaller Tjeerd 8. Jaap-Hein
2½ – 5½ ½ ½ ½ 1 ½ 1 1 ½
27
Vijfde boekt monsterzeges Geurt van de Wal “Zeist 5 krijgt schaakles bij Rode Loper 5” stond er daags na de wedstrijd op de site van Zeist. Het was inderdaad vrij pijnlijk. De een na de ander vlogen de geheel puntloos onderaan bungelende Zeistenaren eraf. Het begon bij invaller Herman van der Ploeg die in wat mindere stand een dame in de schoot geworpen kreeg. Even later stond Frits met een brede grijns op: hij had mat gegeven. Snel daarna volgden winstpartijen van achtereenvolgens mijzelf, Piet, Marcel, René en Tjeerd. Dat was
7-0 en het was afwachten of Peter Thonen er 8-0 van ging maken. Dat werd lang wachten. Peter stond een stuk beter, maar had geen haast. Hij nam de tijd om stapje voor stapje de winst zeker te stellen en liet zich niet gek maken door de vele omstanders. Zo werd het 8-0. Drie weken later speelden we alweer tegen een nog puntloze tegenstander. Hoe ons dat verging, staat in onderstaand stukje van Herman.
De gedetailleerde uitslagen DRL5 1. Marcel Bijlsma (1620) 2. Tjeerd Erkens (1625) 3. Peter Thonen (1636) 4. Frits van der Meer 5. Herman van der Ploeg 6. Geurt van der Wal (1465) 7. Piet Koenhein (1350) 8. René de Ruiter (1477)
28
-
Zeist 5 O. Visser R. Snoek W. Oskam Mark Schutte J.A.H. Knyff E.S. Wernsen J.S. van der Veen G. van Drie
(1444) (1526) (1313) (1489) (1432) (1338) (1479)
8-0 1-0 1-0 1-0 1-0 1-0 1-0 1-0 1-0
Balans 6
Zo’n teamleider is goud waard Herman van der Ploeg Als oud-Moïralid en beschroomd herintreder bij De Rode Loper leek het mij wel aardig om vrijdagavond 25 februari de externe competitiewedstrijd Moïra 4 – DRL 5 te bezoeken. In mijn tijd speelde Moïra nog in het voormalige badhuis aan het Willem van Noortplein, maar tegenwoordig is de club gevestigd in het Rode Kruisgebouw aan de Koningsweg. Geheel rookvrij. Buiten rokend bij de deur heb ik heel wat herinneringen opgehaald met mijn oude clubmaatjes. Wel grappig dat mensen je na 15 jaar nog kennen. Zou schaken dan toch verbroederen? Toch vond ik natuurlijk dat DRL moest winnen. Geurt gaf mij meteen na binnenkomst een biertje. Kijk, zo’n teamleider is goud waard. Hij had het zwaar, stond veel materiaal achter, maar bleef toch oog houden voor dorstige supporters. Marcel Bijlsma was als eerste klaar. Hij stuurde me het volgende verslagje: “Ik wilde met wit het centrum onder controle krijgen met mijn pionnen, maar door onzorgvuldig en ongeconcentreerd spel kreeg mijn opponent juist het centrum in handen. Doordat ik mijn d-pion daarvoor had moeten geven ontstond er wel een half-open lijn waarop flinke druk kwam te staan. De tegenstander vond het echter wel goed 26e jaargang
en wilde alles afruilen. Door de grote opruiming kon ik echter een aanval starten over de damevleugel die uitmonde in een eindspel met een fraaie vrije a-pion die uiteindelijk zorgde voor stukwinst en de partij.
Partij na 45...f4? Op dit moment leek de wurging van de damevleugel compleet en wilde ik oprukken. 46.a7 Kd7? (het paard offeren was hier gevaarlijk: Pxa7 47.Txa7 en zwart kan alleen mat met Te7++ voorkomen door het witte paard te slaan met de toren. Ook dit ziet er erg gewonnen uit) 47.Txc8! Txc8 (gedwongen, anders promoveert de a-pion) 48.Pb6+ Kc7 49.Pxc8 Kb7 (natuurlijk niet Kxc8 gevolgd door a8=D) Nu kon ik het paard en de pion laten staan, omdat de zwarte koning niet beide niet mag slaan. Door nu zetten als g3 of h4 te spe29
len kon ik doorbreken bij de pionnen. Met een licht tijdsgebrek besloot ik echter om andere korte metten te maken: pionnen vreten! 50.Pxd6+ Kxa7 51.Pxc4 Kb7 52.Pxe5 Kc7 53.Pf7 1-0. Eindelijk ziet zwart het hopeloze van de situatie in.” Frits van der Meer was als tweede klaar. Hij had materiaal geofferd om een dame te winnen, maar het bleef oppassen totdat zijn tegenstander een dameschaakje toeliet dat een volle toren kostte. 0-2. Frits schreef de stand met een besmuikt glimlachje op het bord en verbeterde en passant zijn naam, want er stond: Fritz van der Meer. Zoals bekend zijn Frits en Fritz dikke vrienden. Piet won van de voorzitter van Moïra, Geurt verloor en toen stond
het dus 1-3 voor ons. Tjeerd liet zich niet van slag brengen door een onreglementaire paardzet van zijn tegenstander en pakte even later gewoon de winst: 1-4. De rest van de partijen is aan mijn aandacht ontsnapt. Ik stond een tijdje buiten te roken, kletste wat aan de bar en opeens bleken René, Taco en Jean Christophe (nog steeds op 100%) gewonnen te hebben. 1-7 dus. Ongetwijfeld is er briljant geofferd en gecombineerd, maar als nietsvermoedend recreant is het mij niet gelukt de finesses van alle partijen te doorgronden. Hoe dan ook, een stevige overwinning voor het vijfde en weer flink wat bordpunten.
De gedetailleerde uitslagen Moira Domtoren 4 1. J. Schoonhoven 2. B.A. van Zwam 3. V. v/d Linden 4. C.J. Reijmers 5. L. van Gool 6. G. van ’t Hof 7. J.W. Koopmans 8. H.J. Schulten
30
(1373) (1514) (1482) (1373) (1310) (1308) (1416) (1228) (1354)
-
DRL5 Marcel Bijlsma Tjeerd Erkens Taco Jansonius Frits van der Meer Jean Christophe Andrau Geurt van de Wal Piet Koenhein René de Ruiter
(1542) (1620) (1625) (1811) (-) (1445) (1465) (1350) (1477)
1-7 0-1 0-1 0-1 0-1 0-1 1-0 0-1 0–1
Balans 6
Sjonnies wijzen Tweede de weg Kees Volkers Na het debacle in Geldermalsen zat Het Tweede even helemaal stuk. In het pittoreske Vianen bakten de heren er weinig van. Er werd gegrossierd in nullen, zelfs invaller Heesen, normaal gesproken de degelijkheid zelve, werd meegesleept in de misère en kreeg ‘m flink om z’n oren. En dat tegen een mede-degradatiekandidaat! Teamcaptain Majnu weet het ook niet meer. Een rating van 2000 en een TPR van 1400: dat is natuurlijk ook niet echt om vrolijk van te worden. Het is ook tekenend voor de vorm waarin de meeste heren van het Tweede verkeren. Alleen Louis Rutgers doet het uitstekend deze competitie. Behalve vanavond dus. Hij ging er kinderlijk eenvoudig af. Zelfs Hans Nijland had het moeilijk: na een vlotte overwinning kon hij snel aan het bier. Helaas was hij met de auto en moest hij de hele avond aan de cola. Viel ook niet mee dus. Het resultaat van dit alles was dat na deze competitieronde HET TWEEDE STIJF ONDERAAN kwam te staan. De vraag was of de heren van Het Tweede het de volgende wedstrijd nog op konden brengen om iets van tegenstand te bieden. Opponent was het dit seizoen onverwacht goed voor de dag komende Gorinchem, dat met 7 uit 5 nog goede promotiekansen had. Het Tweede leek danig verzwakt door de afwezigheid van Buijs en Nijland, de enige twee die na Louis nog een beetje punten scoren. Grote zorgen voor de teamcaptain: zou er über-
26e jaargang
haupt nog wel iemand te porren zijn voor een invalbeurt in een ongeluksteam? Met grote moeite wist captain Michaud twee mensen te ronselen: derdeteamspeler John de Kraker werd bereid gevonden het zesde bord te verdedigen en John Temming werd van de bar geplukt om het tweede bord in brand te zetten. Het bleek een onverwacht gouden greep. De twee Sjonnies bleven met degelijk spel gemakkelijk overeind. Bovendien inspireerde hun aanwezigheid de overige teamleden tot ouderwets vlammen. De arme Gorkummers werden een voor een opgeknoopt en een klinkende overwinning was het resultaat. Hulde aan de Sjonnies! Gedetailleerde uitslagen Vianen 1 – DRL2 1. Louis Rutgers 2. Paul Buijs 3. Hans Bernink 4. Jos Heesen 5. Abderrahim el Madani 6. Majnu Michaud 7. Kees Volkers 8. Hans Nijland DRL2 - Gorinchem 1 1. Louis Rutgers 2. Sjonnie Tem½ming 3. Hans Bernink 4. Olger van Dijk 5. Ab el Madani 6. Sjonnie de Kraker 7. Majnu Michaud 8. Kees Volkers
6 - 2 0 ½ 0 0 0 0 ½ 1 6½ - 1½ 1 ½ ½ 1 1 ½ 1 1
31
32
Balans 6
Het vierde doet goede zaken Jaap-Hein Vruggink En op 9 maart moesten de geduchte helden van het vierde alweer aan de bak voor de 6e ronde. Met een compleet team ontvingen we Moria Domtoren 3, de nummer twee op de ranglijst. Peter en Tanja haalden snel hun punt binnen. In Tanja’s geval enigszins fortuinlijk, zoals ze hieronder zelf analyseert. En Tanja sprak, zeggende: “De toon voor mijn partij was onbedoeld meteen gezet, toen ik ex-Rode Loper Vincent van der Linden vertelde dat aan mij de twijfelachtige eer was om plaats te nemen aan bord 8. ‘Dat vind ík anders een hele eer,’ luidde zijn antwoord. Ai, hij bleek als invaller voor Moira een team hoger te spelen dan normaal en... natuurlijk aan bord 8 ingedeeld te zijn. Wat verder meehielp was mijn tamelijk verpletterende zege over hem, begin dit seizoen tijdens het jaarlijkse Moira-toernooi. Hij begon duidelijk niet met groot zelfvertrouwen aan deze partij. En dat pakte absoluut in mijn voordeel uit, want volgens mij had hij kunnen winnen. In een door hem aangenomen Morra-gambiet begon ik al met een verkeerd geplaatste witte loper op d3. Deze had natuurlijk naar c4 gemoeten, zo meldde ook Timo mij later nog (die me overigens een lesje Morra-gambiet aanbood, waar ik graag nog eens gebruik van maak!). Ik wist dat wel, maar ik wilde die loper daar voor een snelle aanval op de koningsvleugel met Dame, paard
26e jaargang
en dus die loper. Te snel, want deze sloeg niet door en na een zet of 13 moest ik de troepen terugtrekken, hoewel ik door een stukoffer van zijn kant materieel intussen ruimschoots was bijgetrokken (ik had nu 1 pion plus paard, tegen drie pionnen). Zo, dacht ik, dat scheelt. Maar toen... volgde een dodelijke zet van zijn kant: loper d4! (zie diagram).
Dodelijker dan hij zelf doorhad, vertelde hij me achteraf, want na mijn Lb2, verzuimde hij de toren op e5 te slaan. Die toren was namelijk zo goed als gratis, omdat mijn dame vervolgens niet op a1 mocht slaan, vanwege insluitingsgevaar (ik heb dit nog niet uitgeanalyseerd, maar de dame lijkt toch niet te kunnen ontsnappen na Pc6). Toen Vincent echter in plaats van de toren te slaan Pc6 speelde, kon ik opgelucht ademhalen en duurde partij niet lang meer. Ik hoopte dat hij mijn paard op c3 zou willen vangen en besloot het als lokker te laten staan en geen tijd te investeren in moeizaam verdedigen. Hij deed precies wat ik
33
dacht: Tc8. Ik positioneerde mijn torens intussen op de e-lijn en toen hij op de volgende zet zijn paard naar e7 speelde, met - inderdaad het plan mijn paard op te halen, kon ik het vernietigende Pxb5 spelen. Ik dreigde daarmee mat op g7, viel de loper op d4 aan en als klap op de vuurpijl zat er een paardvork op d6 aan te komen die dame, toren én de andere loper aanviel. Vincent spartelde nog wat, even gehinderd door gevoel voor realisme, maar toen ik drie zetten later een karrenvracht aan materiaal voor stond, gaf hij op, feliciteerde me en sprak ruiterlijk: ‘Je bent gewoon beter dan ik.’ En toen was het tijd voor een ‘pintje’ en bijpraten met oude bekenden.” Tot zover Tanja. Arnold tilde vervolgens de score naar een comfortabele 3-0. Ik heb over zijn partij verder geen gegevens, daarom kort iets over Arnolds tegenstandster. Mej. C.E. (Bets) Stegeman deed in 1971 mee aan het dameskampioenschap van Nederland en werd zesde met 3½ uit 8. Het jaar daarop deed ze weer mee en werd laatste met 1½ uit 9. Winnares was beide keren Rie Timmer. Bets zal in ‘71 en ‘72 dus wel dameskampioene van de SGS zijn geweest. Ze is trouwens de zus van Frits Stegeman, die vroeger in het hoofdklasseteam van SC Utrecht zat, en van Jan Stegeman, docent wiskunde aan de Utrechtse universiteit, van wie Timo nog college in ‘rijen en reeksen’ heeft gehad. En eens te meer blijkt welk een nuttige info de naborrel aan de bar oplevert...
34
Terug naar de match: Marc verloor, Martin remiseerde en zo bleven we lange tijd op 3½ steken. De situatie op mijn bord was nagenoeg uitzichtloos, dus het verlossende punt moest van Timo of Nico komen. De ‘matchwinner’ werd Timo, die om tactische redenen op bord 2 had plaatsgenomen. Toen Timo hoorde dat hij met wit tegen waarschijnlijk Roy Stekelenburg zou spelen, meende hij zich een Franse partij tegen Roy te herinneren uit zijn Moira-tijd vijf jaar geleden. Timo had die partij opgezocht en zich vrij uitgebreid voorbereid en ja hoor, Timo’s voorbereiding kwam keurig op het bord. Eerste-bord-Moiriaan Bram van Reemst had zich op zijn beurt weer op Timo voorbereid, maar dat viel in het water door onze sluwe bordwissel! (Niet dat Bram daar veel last van had, maar toch...) Timo speelde de Alapinvariant, die verwant is aan het BlackmarDiemergambiet. Net als in die laatste opening ‘blijft de gambietsfeer tot ver in het middenspel hangen’ (Euwe), met als voordeel dat zwart de hele tijd op zijn tellen moet passen. Na de twintigste zet bezweek zwart en begon hij zijn koningsvleugel te verzwakken. Beide spelers kwamen in tijdnood, maar Timo zorgde ervoor dat hij een voorsprong op de klok hield. Op een gegeven moment kon hij een kwaliteit winnen, maar dacht een nog betere zet te zien. Gevolg: weg kwaliteitswinst. De complicaties kostten zwart echter zoveel tijd dat hij zonder verzet door zijn vlag ging. Victorie!
Balans 6
Nico maakte kort daarop het feest compleet: 5½. Op de veertigste zet ging zijn tegenstander in de fout. Het slotakkoord, met commentaar van Nico zelf: Diagram van Nico (wit) tegen H. Van Ginkel na 40...De7:
41.f4 De zwart dame is ongedekt. 41...Df6? 42.dxe5 Df5? 43.g4! De witte pionnen op f4 en g4 vallen indirect zwarts toren op g5 en dame aan. 43...h5 44.De4 hxg4 45.Dxf5 Tgxf5 46.hxg4 en zwart geeft op. Wit heeft een pion meer en een gedekte vrijpion op e5. Niets dan lof voor Nico. Nico was de vrijdag tevoren (succesvol) geopereerd, had het weekend in het ziekenhuis doorgebracht, maar was present om de eer van de club te verdedigen. Het is de vraag of de narcose al helemaal uitgewerkt was, want Nico zat verdacht relaxt achter het bord en schoof zijn tegenstander er gedecideerd af. Gelukkig wordt op ons niveau niet op doping gecontroleerd…
26e jaargang
En toen het niets meer uitmaakte en niemand meer interesseerde, feliciteerde schrijver dezes zijn tegenstander met een terechte overwinning en incasseerde de kogelronde nul. Maar het team had alweer gewonnen, en wel van de nummer twee! Herstel: de voormalig nummer twee! En het werd nog mooier. Tanja wist (met dank aan ultramoderne technologie) te melden dat op dezelfde avond elders in Utrecht het team van de Damrakkers gewonnen had van koploper Gorinchem. Herstel: de voormalige koploper. We staan op de eerste plaats! Hoera! Leve ons! Leve de Damrakkers! Voor we naast onze schoenen gaan lopen een kleine nuancering: we delen de eerste plaats met Gorinchem, staan tot op bordpunten gelijk, maar om louter alfabetische redenen bovenaan. Dus is het alle hens aan dek voor de volgende match, uit tegen Utrecht 7. En we besluiten het seizoen met een thuiswedstrijd tegen…jawel: Gorinchem. De gedetailleerde resultaten DRL4 – Moria 3 1. Jaap-Hein 2. Timo 3. Peter 4. Arnold 5. Marc 6. Nico 7. Martin 8. Tanja
5½ - ½ 0 1 1 1 0 1 ½ 1
35
Internetschaak Alex IJzerman Voor de lezers die me niet kennen zal ik me even voorstellen: de naam is Alex IJzerman. Tot eind 90-er jaren was ik met regelmaat te vinden op de clubavond van De Rode Loper. Echter door mijn werk is mijn aanwezigheid aardig verminderd. Ik was al blij dat ik af en toe eens een toernooi mee kon pakken (bv. Moiratoernooi of kersttoernooi bij de Rode Loper). Toen ik vorig jaar mijn langverwachte aansluiting op het Net kreeg ging ik dan ook al gauw op zoek naar internetschaak. Daarbij ben ik gestuit op een schaaksite die ik jullie niet wil onthouden. De site is opgezet door een lid van Schaakvereniging Den Eik uit België. De vereniging daar bestaat 20 jaar en men wilde iets leuks opzetten. Met eigen leden vond men leuk, maar langzaam kregen ze het plan om ook andere schakers er bij te betrekken. Op internet kun je het vinden door te surfen naar: www.onlinechess.be. Wat zijn de mogelijkheden? Je kunt inschrijven op toernooien die de ingeschreven leden zelf mogen starten, je kunt elkaar in de wachtkamer en in het laddertoernooi uitdagen of gewoon met elkaar een spel opzetten. De zetten worden per e-mail naar mekaar toegezonden. Bij de bedenktijd wordt hierbij rekening gehouden door
36
bedenktijden van bv. 15-30 dagen per persoon per partij uit te trekken. Op het meest rustige moment lopen er altijd wel een partij of 12. De spelers zijn merendeels afkomstig uit Belgie en Nederland. En het zijn niet de minste gezien hun ELO-rating. Zo is er een speler van ASV uit Arnhem die het ook onze leden van het 1e achttal aardig lastig zou kunnen maken (Sjaak Coenraads) en wat te denken van een Mark Clijsen van de Stukkenjagers uit Tilburg met een ELO van 2100 ? Maar ook beginnende schakers kom je er tegen. Wat Sjaak Coenraads betreft was het wel aardig om tegen hem te spelen. Je kunt tijdens de partij ook met mekaar mailen. En dan wens je mekaar succes. Totdat ik van Sjaak Coenraads ook nog de melding krijg: Doe Jos Heesen de groeten van me. En dan wordt het toch ineens heeeeeel leuk spelen, dat ik jullie verzekeren. Belangrijkste vraag natuurlijk: quanta costa? We zijn per slot Nederlanders. Dat vind ik juist het aardige. Ongehoord op het Net, maar de maker heeft het programma geschreven zodat schakers onbetaald lol kunnen hebben. En dat kom je maar zelden tegen. Ik zal de wedstrijden bij deze site eens in de gaten gaan houden op hele leuke partijen (incl. de mijne natuurlijk) voor ons clubblad. Maar nog leuker zou ik het vinden om onze Rode Lopers daar ook tegen te komen.
Balans 6
Interne
na ronde 26 van 09-03-2005
Nu VW Rode Loper 1 1 Mike Harzevoort 2 3 Jan Prins 3 2 Ernst van der Vecht 4 4 Antonio Carretero 5 5 Jos Heesen 6 6 Rody Straat 7 8 Louis Rutgers 8 7 Chris Lutz 9 12 Abderrahim el Madani 10 14 Olger van Dijk 11 9 Ernesto Bonne 12 10 Johnny de Kraker 13 15 Marvin van Megen 14 16 Majnu Michaud 15 13 John Temming 16 11 Wim Rakers 17 18 Kees Volkers 18 17 Ronald van Houdt 19 19 Arnold van Gelder 20 25 Tanja Veenstra 21 22 Hans Bernink 22 21 Ton van Ingen 23 23 Klaas van der Horst 24 20 Hans Donck 25 24 Marcel Bijlsma 26 28 Nico van Harten 27 26 Toon van der Ouderaa 28 27 Hans Nijland 29 29 Tjeerd Erkens 30 35 Timo Können 31 30 Marc Heijndijk 32 31 Richard Heideman 33 32 Pieter Bakker
26e jaargang
Punten 2203 2189 2167 2070 1813 1663 1653 1634 1591 1572 1570 1565 1545 1540 1519 1488 1480 1450 1430 1325 1320 1310 1289 1285 1282 1262 1245 1223 1167 1137 1134 1127 1098
LP 72 117 62 44 59 40 110 75 120 120 34 53 107 105 65 0 116 45 93 105 51 33 37 1 47 102 37 25 25 107 8 33 26
Wit Afm -2 3 2 1 2 2 6 2 -1 5 -1 5 0 0 0 2 -1 1 0 8 -1 15 -1 3 2 1 -1 5 1 7 1 3 -1 1 0 4 2 7 2 8 -1 9 1 7 3 19 0 6 -1 10 -1 0 0 14 -1 5 1 3 1 13 -1 0 0 2 0 18
Score 16½/22 17/24 17/24 16/24 11½/17 11½/21 14½/26 13/24 13½/25 11/18 8/11 13/23 12½/24 12/21 11/19 12½/23 13/25 11½/22 11/18 10/17 9/17 10½/19 5½/7 9½/20 7½/15 11½/25 7/12 9½/21 11/23 7½/13 10½/25 11½/24 3½/6
Elo 2006 2041 1982 2011 1809 2013 1789 1869 1763 1854 2002 1801 1814 1750 1722 1685 1746 1697 1549 1448 1738 1729 1778 1592 1590 1541 1624 1655 1524 1645 1442 1516 1496
37
Nu VW Rode Loper 34 33 Jaap Versluys 35 39 Frits van der Meer 36 37 Martin Lubbers 37 34 Peter Thonen 38 40 Jean Christophe Andrau 39 41 Taco Jansonius 40 36 Ivo Lemmens 41 38 Jaap-Hein Vruggink 42 43 Ellert Assen 43 42 Marjolein Swinkels 44 45 Paul Buys 45 46 Herman van der Ploeg 46 44 Sander van den Akker 47 48 Rene de Ruiter 48 49 Johan Boel 49 51 Peter Zwijnenburg 50 47 Geurt van de Wal 51 50 Piet Koenhein 52 52 Ton Tamse 53 53 Arend van Helden 54 54 Pim van Arend 55 55 Gerald Jager 56 57 Karen Pleit 57 56 Geert van der Vleuten 58 58 Paul van Jaarsveld 59 59 Dick de Bruin 60 60 Marco Plantema 61 61 Jan Zonneveld 62 62 Johan Nollerus 63 63 Rene Goverde 64 65 Yvonne Toffolo 65 64 Karel Remkes 66 66 Carla Dekker
38
Punten 1089 1079 1073 1066 1029 1024 1020 1016 976 972 923 916 915 903 901 879 845 800 771 770 729 654 653 637 569 567 484 477 469 462 456 455 350
LP 47 88 50 24 40 42 -7 6 48 26 21 19 -4 75 88 84 3 -1 22 44 25 7 20 -7 -1 76 0 0 0 0 20 0 20
Wit Afm -2 8 1 6 -2 4 -2 10 -1 13 -1 9 0 0 -2 10 -1 3 2 14 1 19 0 19 0 20 2 2 -1 19 -3 21 1 9 1 5 -2 17 1 9 0 11 0 22 1 14 0 22 -1 23 -1 25 0 26 0 26 1 25 1 25 0 15 0 24 -2 13
Score 8½/18 9½/19 10½/22 6½/14 7/13 8/17 11½/26 7/16 9/21 6/12 3½/7 3½/6 3½/6 9/22 4½/7 4/5 5½/15 8/21 3/8 5½/15 5/14 2/4 3/11 1½/4 1/3 1/1 0/0 0/0 0/1 0/1 1/10 0/2 0/12
Elo 1470 1380 1415 1360 1330 1531 1399 1405 1327 1491 1692 0 1620 1202 0 1644 1285 1324 1311 1370 1297 1430 1143 1375 1593 1930 1590 1322 0 1726 1015 1409 836
Balans 6
Antwoorden & oplossingen Retro 1 Zwarts loper moet gepromoveerd zijn, omdat de oorspronkelijke loper van c8 nooit kon vertrekken. De promotie moet plaatsgevonden hebben op f1, omdat dat een wit veld is en de gepromoveerde loper ook op witte velden loopt. Met welke pion heeft zwart kunnen promoveren? Dat kan enkel met een pion van oorspronkelijk f7 of g7. Dat is de àndere pion. De ene pion waar we van willen weten waar hij staat, f5 of g5, komt oorspronkelijk van f7 of g7. De àndere pion komt eveneens van één van deze twee velden. Draagt dit bij aan de oplossing? Want of de pion nu van f7 of g7 kwam, hij zou altijd een stuk van wit geslagen kunnen hebben waardoor hij op een andere lijn kwam. Dat lijkt goed mogelijk, omdat er maar liefst vier stukken van wit missen, te weten een loper, beide paarden en een toren. Toch is dat helemaal niet mogelijk. De pion van a3 kwam oorspronkelijk van e7. Om van daar a3 te bereiken moest deze vier witte stukken slaan, alle stukken die wit mist.
van f7 promoveren, omdat f1 een wit veld is. En de pion die nog op het bord staat, moet oorspronkelijk van g7 komen. Dan moet de pion dus op g5 staan. Retro 2 Zwart is aan zet. Omdat er geen tempoverliezen voorkwamen in de partij, bereikte zwarts koning het eerst de hoek. Van e8 naar h8 kostte de zwarte koning 3 zetten, terwijl wits koning in 4 zetten a1 bereikte. Dat wit de partij opende, maakt niets uit. Aangezien zwart aan zet is, kan hij winnen: 1…h3 2.a6 h2 3.a7 h1:D+ en mat binnen afzienbare tijd (bijvoorbeeld via: 4.Kb2 Dg2+ 5.Kc1 Df1+ 6.Kd2 Df2+ 7.Kd1 Dd3+ 8.Ke1 Dc3+ 9.Ke2 Db2+ 10.Ke1 Da1+ 11.Kd2 Dxa5 12.a8D+ Dxa8 en zwart heeft ondubbelzinnig gewonnen). Mocht wit ervoor kiezen een koningszet te doen om schaak bij promotie te voorkomen, dan wint zwart alsnog via: 2.Kb2 h2 3.a6 h1:D a7 Dg2+ en mat in afzienbare tijd. Als wit zijn koning meteen naar pion b4 stuurt, kan zwart snel winnen door 1…h3 2.Kb2 h2 3.Kb3 h1:D 4.Kxb4 Db1+ 5.Ka3 b4 mat. Hiermee is deze retrograde echt iets voor mensen die houden van ‘gewone’ schaakproblemen. Favoriet van Jan Timman.
Na even kijken zag ik dat dat e7 moest zijn. Dan kan enkel de pion 26e jaargang
39
Retro 3 Let op; er moet een wit veld aan je rechterhand zijn! Wit speelt daarom niet van Noord naar Zuid (wat je zou kunnen denken vanwege wits loper die zijn vermeende beginplek moest kunnen verlaten). Het bord moet een kwartslag gedraaid worden. Aangezien er geen
promoties plaatsvonden, moet zwarts loper eveneens origineel zijn. Als Oost zwarts kant is, kon die loper er nooit uit. Daarom speelt zwart van West naar Oost! Wit wint dan als volgt (draai bord eerst goed!): 1.d4+ exd3 2.Pxd3+ Ke4 3.Pc5+ Ke5 4.Pd7 mat.
De Stappenmethode Stap 1
Stap 6
1.Dxd5 Slecht is 1.Pxd5 Dxe4. Na 1.Dxc4 Lxc4 wint wit geen materiaal.
Wit wint materiaal: 1.Pg6 Db7 Het alternatief is niet beter: 1...Dd8 2.Pxf8 Dxf8 3.Dd5. 2.Dd5 Pc6 3.Dxc6.
Stap 2 Met een penning wint zwart een stuk:1...La4. Stap 3 1...Pd5. De enige zet. Na 1...dxe5 of een andere paardzet wint wit met 2.Lh7+. Stap 4 Zwart wint met: 1...Kh8 De dreiging 2...Pg8 is niet te pareren.
Stap 7 Wit wint in stijl in de aanval: 1.Txe5 fxe5 2.Dh5+ Lg6 3.Dxe5 Tf8 4.Te1 Stap 8 Wit komt in het voordeel: 1.Pf4! exf4 Na andere zetten staat zwart ook slecht. Bijv. 1...Df7 2.Lc4! Dxc4 3.Pxg6 Df7 (3...Te8 4.Pxe5) 4.Dxf8+ 2.Lc4+ Tf7 3.Lxf7+ Kxf7 4.Dxh7+
Stap 5 Sterk is: 1.Pg6 Wit wint na 1...fxg6 2.Dxe6+ Kf8 3.Lc4. Beter is 1...Th7 maar wit staat beter na 2.Dg4 bijv. 2...Tg7 3.Txe6+.
40
Balans 6